Miele WKD 130 WPS EDITION User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing Wasmachine
Lees absoluut de gebruiksaanwijzing voor u uw toestel plaatst, instal­leert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
nl-BE M.-Nr. 10 518 770
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd milieuvriende­lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri­aal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toe­stellen bevatten meestal nog waarde­volle materialen. Ze bevatten echter ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude toestel bij het ge­wone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de ge­zondheid en het milieu. Doe uw oude toestel daarom nooit bij het gewone huisafval.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
Lever het in bij een gemeentelijk inza­meldepot voor elektrische en elektro­nische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verant­woordelijk voor het wissen van eventue­le persoonlijke gegevens op het af te danken toestel.
2
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu .............................................. 2
Opmerkingen omtrent uw veiligheid .................................................................. 6
Bediening van de wasautomaat.........................................................................13
Bedieningspaneel.................................................................................................. 13
Voorbeelden van de bediening.............................................................................. 15
Het toestel voor het eerst in gebruik nemen .................................................... 16
De taal voor het display instellen........................................................................... 16
Transportbeveiliging verwijderen........................................................................... 16
Een programma starten om het toestel te kalibreren ............................................ 17
Milieuvriendelijk wassen..................................................................................... 18
1. Het wasgoed voorbereiden ............................................................................ 19
2. Programma kiezen .......................................................................................... 20
3. Wasautomaat vullen........................................................................................ 21
4. Programma-instellingen kiezen ..................................................................... 22
5. Wasmiddel toevoegen..................................................................................... 24
Wasmiddellade...................................................................................................... 24
Cap-dosering ........................................................................................................ 25
6. Programma starten - eind van programma .................................................. 27
Centrifugeren....................................................................................................... 28
Startuitstel............................................................................................................ 30
Kiezen.................................................................................................................... 30
Wijzigen ................................................................................................................. 30
Wissen en wasprogramma direct starten.............................................................. 30
Programmaoverzicht........................................................................................... 31
Opties ...................................................................................................................34
Kort........................................................................................................................ 34
Extra water ............................................................................................................ 34
Welke opties kunnen bij welke programma's worden gekozen? .......................... 35
Programmaverloop.............................................................................................. 36
Onderhoudssymbolen op het etiket .................................................................. 38
3
Inhoud
Programmaverloop wijzigen ..............................................................................39
Afbreken ................................................................................................................ 39
Onderbreken.......................................................................................................... 39
Wijzigen ................................................................................................................. 39
Was toevoegen of uitnemen.................................................................................. 40
Kinderslot .............................................................................................................. 41
Wasmiddel............................................................................................................ 42
Het juiste wasmiddel ............................................................................................. 42
Onthardingsmiddel................................................................................................ 42
Doseerhulpen ........................................................................................................ 42
Nabehandelingsmiddel voor wasgoed.................................................................. 42
Aanbevolen Miele wasmiddelen............................................................................ 43
Wasmiddelaanbevelingen conform de verordening (EU) nr. 1015/2010 ............... 44
Reiniging en onderhoud ..................................................................................... 46
Trommel reinigen(Hygiëne Info)............................................................................. 46
De ommanteling en het bedieningspaneel reinigen .............................................. 46
Wasmiddellade reinigen ........................................................................................ 46
Het watertoevoerzeefje reinigen............................................................................ 48
Wat gedaan als . . . .............................................................................................. 49
Hulp bij storingen .................................................................................................. 49
Er kan geen wasprogramma worden gestart ........................................................ 49
Het display toont de volgende fout en het programma is afgebroken.................. 50
In het display verschijnt een melding na afloop van het programma.................... 51
Algemene problemen met de wasautomaat ......................................................... 52
Een niet-bevredigend wasresultaat....................................................................... 54
De deur gaat niet open.......................................................................................... 55
De vuldeur openen bij verstopte afvoer en/of stroomonderbreking...................... 56
Service-afdeling................................................................................................... 58
Reparaties ............................................................................................................. 58
Duur en voorwaarden van de waarborg................................................................ 58
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren.................................................................... 58
Opstellen en aansluiten ......................................................................................59
Vooraanzicht.......................................................................................................... 59
Achteraanzicht....................................................................................................... 60
Plaats van opstelling ............................................................................................. 61
Wasautomaat plaatsen.......................................................................................... 61
De transportbescherming wegnemen ................................................................... 61
De transportbescherming monteren ..................................................................... 63
4
Inhoud
De wasautomaat horizontaal zetten...................................................................... 64
De voet uitdraaien en met de borgmoer vastzetten ......................................... 64
Onderbouw onder een werkblad...................................................................... 65
Was- en droogzuil ............................................................................................ 65
Het lekbeveiligingssysteem................................................................................... 66
Watertoevoer......................................................................................................... 68
Waterafvoer ........................................................................................................... 70
Elektrische aansluiting .......................................................................................... 71
Verbruiksgegevens.............................................................................................. 72
Opmerking met het oog op vergelijkende tests .................................................... 72
Technische gegevens.......................................................................................... 73
Instellingen........................................................................................................... 74
Taal .................................................................................................................... 75
Vuilgraad................................................................................................................ 75
Volume van de zoemer.......................................................................................... 75
Toetssignaal........................................................................................................... 75
Pincode ................................................................................................................. 76
Temperatuureenheid.............................................................................................. 76
Helderheid display................................................................................................. 76
Paneel in standby.................................................................................................. 76
Toestel uitschakelen.............................................................................................. 77
Indicatie maximale belading.................................................................................. 77
Indicatie programmanaam .................................................................................... 77
Memory ................................................................................................................. 78
Voorwastijd Katoen ............................................................................................... 78
Behoedzame modus ............................................................................................. 78
Temperatuurverlaging............................................................................................ 78
Extra water ............................................................................................................ 79
Niveau Extra water ................................................................................................ 79
Maximaal spoelniveau........................................................................................... 79
Afkoeling waswater ............................................................................................... 79
Lage waterdruk...................................................................................................... 80
Kreukbeveiliging .................................................................................................... 80
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ............................................................... 81
Wasmiddel............................................................................................................. 81
Speciaal wasmiddel .............................................................................................. 81
Textielverzorgingsmiddelen................................................................................... 82
Additief .................................................................................................................. 82
5

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Deze wasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids­voorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers ech­ter letsel oplopen en kan er schade optreden aan de wasauto­maat.
Lees de gebruiksaanwijzing voor u de wasautomaat in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, het gebruik en het onderhoud van de wasautomaat. Dat is veiliger voor uzelf en u verhindert schade aan de wasautomaat. Bewaar de gebruiksaanwijzing goed en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.

Juist gebruik

Deze wasautomaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden en
in gelijkaardige omgevingen.
De wasautomaat is niet bestemd voor gebruik buitenshuis.Gebruik de wasautomaat uitsluitend voor huishoudelijke toepas-
singen voor het wassen van stoffen waarvan de fabrikant op het wasetiket heeft aangegeven dat ze in de machine mogen worden ge­wassen. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bedie­ning.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk-
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om de wasautomaat veilig te bedienen, mogen de wasautomaat al­leen onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Kinderen in het huishouden

Kinderen jonger dan acht jaar dienen uit de buurt van de wasauto-
maat te worden gehouden, tenzij ze continue in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasautomaat alleen zonder
toezicht bedienen, wanneer hen de wasautomaat zodanig is toege­licht dat ze de wasautomaat veilig kunnen bedienen. Kinderen moe­ten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen herken­nen en begrijpen.
Kinderen mogen de wasautomaat niet zonder toezicht reinigen of
onderhouden.
Let op kinderen die in de buurt van de wasautomaat komen. Laat
kinderen nooit met de wasautomaat spelen.

Technische veiligheid

Volg de aanwijzingen in de hoofdstukken: "Plaatsen en aansluiten"
en "Technische gegevens".
Controleer vóórdat de wasautomaat wordt geplaatst, of het toe-
stel zichtbaar beschadigd is. Een beschadigde wasautomaat mag u niet opstellen en in gebruik nemen.
Vergelijk de gegevens omtrent de aansluiting (smeltveiligheden,
spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektrici­teitsnet bij u ter plaatse voordat u de wasautomaat aansluit. Vraag eventueel uitleg aan een elektricien als u niet zeker bent.
De betrouwbare en zekere werking van de wasmachine is enkel
gegarandeerd wanneer de wasmachine aan het openbare elektrici­teitsnet is aangesloten.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De elektrische veiligheid van de wasautomaat wordt enkel ge-
waarborgd als u het op een aardsysteem aansluit dat volgens de voorschriften werd geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoor­waarde is voldaan. Laat uw installatie bij twijfel door een vakman na­kijken. Miele kan niet worden aansprakelijk gesteld voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ont­brak.
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer. Gebruik van
een verlengsnoer, aftakcontactdozen en dergelijke verhoogt het risi­co op oververhitting en daarmee op brand.
Laat defecte onderdelen enkel vervangen door originele Miele-
wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
De aansluitstekker moet te allen tijde bereikbaar zijn om de was-
automaat van het elektriciteitsnet te kunnen afsluiten.
Door ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen er onvoorziene
risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld. Reparaties mag u uitsluitend laten uit­voeren door vakmensen die door Miele erkend zijn. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op waarborg.
Is het aansluitsnoer beschadigd, laat het dan vervangen door een
vakman die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel gebruikt.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bij storingen of bij een reinigings- en onderhoudsbeurt is de was-
automaat alleen dan van het elektriciteitsnet losgekoppeld in de vol­gende gevallen:
– u de stekker uit het stopcontact haalt of
– de zekering op uw elektrische installatie is uitgeschakeld of
– de schroefzekering op uw elektrische installatie helemaal uitge-
draaid is.
Het waterproofsysteem van Miele beschermt tegen waterschade
als de volgende voorwaarden vervuld zijn:
– het toestel wordt geïnstalleerd zoals het hoort wat stroomvoorzie-
ning en wateraansluiting aangaat,
– de wasautomaat wordt gerepareerd en/of onderdelen worden ver-
vangen indien er schade wordt vastgesteld.
De waterdruk moet minstens 100 kPa bedragen en mag de
1000kPa niet overschreiden.
Deze wasautomaat mag niet op niet-stationaire plaatsen (bijv.
schepen) worden gebruikt.
Voer geen veranderingen aan de wasautomaat uit die niet uitdruk-
kelijk door Miele zijn toegestaan.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Efficiënt gebruik

Stel uw wasautomaat niet op in een vertrek waar het kan vriezen.
Bevroren waterslangen kunnen onder druk scheuren of springen. De betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door tempera­turen onder het vriespunt in het gedrang komen.
Verwijder de transportbeveiliging op de achterzijde voor u de
wasautomaat in gebruik neemt. Zie rubriek "Opstellen en aanslui­ten", alinea "Transportbescherming wegnemen"). Als die beveiliging niet verwijderd is, kan ze tijdens het centrifugeren schade toebren­gen aan de wasautomaat. Ook aan meubelen of toestellen ernaast kan er schade optreden.
Doe de waterkraan dicht bij langere afwezigheid (bv. vakantie).
Vooral wanneer er zich vlakbij de wasautomaat geen afvoer in de vloer bevindt.
Overstromingsgevaar!
Voor u de afvoerslang in een spoelbak hangt, dient u te controleren of het water vlot genoeg wegvloeit. Maak de waterafvoerslang vast opdat ze niet zou wegglijden! Door de terugstoot van het wegvloei­ende water kan de slang anders uit de spoelbak worden geslingerd.
Let erop dat er geen voorwerpen zoals spijkers, naalden, geld-
stukken of paperclips worden meegewassen. Deze voorwerpen kun­nen schade toebrengen aan onderdelen van het toestel, bijv. aan kuip of trommel. Deze beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt uw was beschadigen.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wees voorzichtig bij het openen van de deur na gebruik van de
stoomfunctie. Er is gevaar voor brandwonden door ontsnappende stoom en hoge temperaturen van de trommeloppervlakken en de ronde glazen deur. Zet een stap achteruit en wacht tot de stoom ver­dwenen is.
De maximumlading bedraagt 8 kg (droog wasgoed). In de rubriek
"Programmaoverzicht" vindt u de deels kleinere ladingen voor afzon­derlijke programma's.
Bij een juiste wasmiddeldosering is geen ontkalken van de wasau-
tomaat nodig. Heeft zich in uw wasautomaat toch kalk afgezet, ge­bruik dan een ontkalkingsmiddel op basis van natuurlijk citroenzuur. Miele raadt u de Miele ontkalker aan. Deze kunt u online bestellen op www.miele-shop.be, via uw Miele-handelaar of de dienst Onderde­len en toebehoren van Miele. Houd u stipt aan de toepassingsaan­wijzingen van het ontkalkingsmiddel.
Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen be-
handeld is, moet voordat het in de was- en droogautomaat wordt gewassen, grondig in zuiver water worden uitgespoeld.
Gebruik in deze wasautomaat in geen geval reinigingsmiddel dat
oplosmiddel bevat (bv. wasbenzine). Daardoor kunnen toestelonder­delen worden beschadigd en kunnen giftige dampen ontstaan die brand of explosies kunnen veroorzaken.
Gebruik aan of in de wasautomaat nooit reinigingsmiddelen die
oplosmiddel (bijv. wasbenzine) bevatten. Daarmee bevochtigde kunststof oppervlakken kunnen worden beschadigd.
Kleuringmiddel dient voor gebruik in wasautomaten geschikt te
zijn. Het mag enkel in beperkte mate - als voor een huishouden ­worden gebruikt. Volg de gebruiksaanwijzing van de fabrikant strikt op.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Ontkleuringsmiddel kan wegens zijn zwavelhoudende verbin-
dingen corrosie tot stand brengen. U mag geen ontkleuringsmiddel in de wasautomaat gebruiken.
Als er wasmiddel in uw ogen terechtkomt, spoel ze dan met zuiver
lauwwarm water uit. Bij inslikken, direct een arts raadplegen. Perso­nen met gekwetste of gevoelige huid moeten elk contact met het wasmiddel mijden.

Toebehoren

Alleen toebehoren dat Miele uitdrukkelijk heeft goedgekeurd, mag
worden gemonteerd of ingebouwd. Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op garantie en/of productaansprakelijkheid.
Wasautomaten van Miele kunnen in een was- en droogzuil ge-
combineerd worden opgesteld. Tevens is een Miele was-droog-ver­bindingsset vereist; dit is met toeslag verkrijgbaar toebehoren. Let erop dat de was-droog-verbindingsset geschikt is voor de Miele droogautomaat en de Miele wasautomaat.
Let erop dat de voet van Miele (met toeslag verkrijgbaar toebeho-
ren) bij deze wasautomaat past.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat de­ze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
12

Bedieningspaneel

Bediening van de wasautomaat

a
Display met sensortoetsen
Meer uitleg daarover vindt u op de
volgende pagina.
b
Toets Start/Stop
Start het gekozen wasprogramma en
breekt een gestart programma af.
c
Toets Temperatuur
Om de gewenste wastemperatuur in
te stellen.
d
Toets Toerental
Om het gewenste eindcentrifugeer-
toerental in te stellen.
e
Toets Startuitstel
Om het startuitstel te kiezen.
f
Toets Opties
De wasprogramma’s kunt u aanvullen met verschillende opties.
g
Programmakeuzeschakelaar
Voor de keuze van de wasprogram­ma's.
h
Optische interface PC
Voor de Technische Dienst.
i
Toets Om de wasautomaat in- en uit te schakelen. De wasautomaat schakelt zichzelf automatisch uit om energie te bespa­ren. Dit gebeurt 15 minuten na het programma-einde / kreukbeveiliging of na het inschakelen waarop geen verdere bediening volgt.
13
Bediening van de wasautomaat
2:59 1600

Basisdisplay

Het basisdisplay toont van links naar rechts de volgende waarden:
– de duur van het programma
– de gekozen wastemperatuur
– het gekozen centrifugeertoerental

Duur van het programma

j
- sensortoets Hiermee kunt u door een lijst naar beneden gaan en waarden verlagen.
k
Sensortoets OK
Hiermee kunt u een gekozen tekst of waarde bevestigen en een submenu openen.
l
Sensortoets
Hiermee kunt u in een lijst naar bo­ven gaan en waarden verhogen.
Na de start van een programma wordt de duur van het programma in uren en minuten aangeduid.
Als het programma met startuitstel wordt gestart, wordt de duur van het programma pas aangegeven als de startuitsteltijd verstreken is.

Startuitstel

De gekozen startuitsteltijd wordt weer­gegeven.
m
Sensortoets Cap Hiermee kunt u de Cap-dosering via de wasmiddellade inschakelen.
De sensortoetsen tot en met gaan branden, zodra het display via de sen­sortoetsen kan worden bediend.
14
Na de start van het programma wordt de startuitsteltijd afgeteld.
Wanneer de startuitsteltijd verstreken is, start het programma. Op het display verschijnt de vermoedelijke duur van het programma.
Bediening van de wasautomaat
Taal 
Cap
Start over h00 :00

Voorbeelden van de bediening

Verplaatsen in een keuzelijst

Aan de pijlen op het display ziet u dat er een keuzelijst beschikbaar is.
Door aanraking van de sensortoets verschuift de keuzelijst naar beneden en door aanraking van de sensortoets verschuift de keuzelijst naar boven. Met de sensortoets OK wordt het menuon­derdeel op het display geactiveerd.
Markering van het gekozen onder­deel
Als een onderdeel in een keuzelijst is geactiveerd, dat wordt dit met een gemarkeerd.

Getalwaarde instellen

De getalwaarde heeft een witte achter­grond. Door aanraking van de sensor­toets wordt de getalwaarde kleiner en door aanraking van de sensortoets wordt de getalwaarde groter. Met de sensortoets OK wordt de getalwaarde op het display geactiveerd.

Een submenu verlaten

U verlaat het submenu door het kiezen van Terug .
15

Het toestel voor het eerst in gebruik nemen

deutsch
Laat de wasautomaat voor de
eerste ingebruikneming degelijk op­stellen en aansluiten. Neem de ru­briek "Opstellen en aansluiten" in acht.
Beschermfolie en reclamestic­kers verwijderen
Verwijder
– de beschermfolie van de deur.
– alle reclamestickers (indien aanwezig)
van de voorkant en van de deksel.
Stickers die u na openen van de
deur ziet (bijv. het typeplaatje) mogen niet worden verwijderd!
De functies van deze wasautomaat zijn in de fabriek grondig getest. Hier­door bevindt er zich nog wat water in de trommel.

Wasautomaat inschakelen

Druk op de toets .
Het startdisplay licht op.
De taal voor het display instel­len
U wordt gevraagd de gewenste taal voor het display in te stellen. U kunt al­tijd naar een andere taal schakelen via het menu "Instellingen".
Druk op de sensortoets of tot de
gewenste taal op het display staat.
Bevestig de taal door aanraken van
de toets OK.
Transportbeveiliging verwij­deren
In het display verschijnt een tekst om u aan het verwijderen van de transportbe­veiliging te herinneren.
16
Als de transportbeveiliging niet
verwijderd wordt, kan dit schade ver­oorzaken aan de wasautomaat en de meubels/apparaten die ernaast staan.
Verwijder de transportbeveiliging. Zie hoofdstuk "Plaatsen en aansluiten".
Als de transportbeveiliging verwijderd
is, bevestig dat dan met sensortoets OK.
Het toestel voor het eerst in gebruik nemen
1:55 90°C 1600

Een programma starten om het toestel te kalibreren

In het display verschijnt de volgende melding:
Open  en start Katoen 90 °C zonder
wasgoed.
Tip sensortoets zo vaak aan totdat
u alle regels van de tekst gelezen heeft.
Sensortoets OK licht op. Tip sensortoets OK aan en bevestig
zo de tekst.
U bereikt het optimale water- en stroomverbruik en het beste wasresul­taat alleen als de wasautomaat gekali­breerd is.
Daarvoor dient u het programma Ka- toen 90 °C zonder wasgoed en zonder wasmiddel te starten.
Leg uw hand in de greep van de deur
en trek de deur open.
Tip: Laat de deur op een kiertje open, zodat de trommel kan drogen.
Schakel de wasautomaat met de -
toets uit.
Pas na de kalibratie kan een ander pro­gramma gestart worden.
Draai de kraan open.Draai de programmakeuzeschakelaar
op Katoen.
Druk op de toets Start/Stop.
Het programma voor de kalibratie van de wasautomaat is gestart. Het pro­gramma duurt ca. 2 uur.
Een melding in het display geeft aan dat het programma beëindigd is:
Inbedrijfstelling beëindigd
17

Milieuvriendelijk wassen

Energie- en waterverbruik
– Maak bij ieder programma dat u kiest
gebruik van de maximale beladings­capaciteit van de trommel. Het energie- en waterverbruik is dan, vergeleken met de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst.
– Bedenk dat het toestel dankzij de be-
ladingsautomaat bij een geringe bela­ding minder water en energie ver­bruikt en de programmaduur verkort.
– Gebruik het programma Express 20
voor kleinere hoeveelheden was­goed.
– Moderne wasmiddelen maken het
mogelijk om met lagere temperaturen te wassen, bijv. met 20 °C. Maak ge­bruik van deze mogelijkheid.
– Voor de hygiëne in de wasautomaat
adviseren wij u om zo nu en dan een programma met een temperatuur van minstens 60 °C te starten. Met de melding Hygiëne Info in het display herinnert de wasautomaat u daaraan.
Wasmiddelverbruik
– Gebruik telkens maar zoveel wasmid-
del als op de verpakking staat aange­geven.
– Houd voor de dosering rekening met
de vervuilingsgraad van het was­goed.
– Gebruik bij kleinere ladingen minder
wasmiddel (ca. ⅓ minder wasmiddel bij een halve lading).
Tip bij aansluitend machinaal drogen
Kies het hoogst mogelijke centrifugeer­toerental dat het wasprogramma te bie­den heeft. Zo bespaart u achteraf stroom bij het drogen.
18
Maak de zakken leeg.
Voorwerpen zoals spijkers,
munten en paperclips kunnen was­goed en onderdelen beschadigen.
Controleer voordat u gaat wassen of er voorwerpen in het wasgoed zitten. Zo ja, verwijder deze dan.
Wasgoed sorteren
Sorteer het wasgoed volgens de kleur
en de symbolen op het onderhoudse­tiket. Dat vindt u in kragen en zomen.
Tip: Donker textiel heeft de neiging om bij de eerste wasbeurten wat kleur te verliezen. Om geen wasgoed te laten verkleuren, wast u licht en donker textiel het best apart.
Vlekken voorbehandelen
Verwijder vlekken als dat mogelijk is
zodra ze ontstaan zijn. Neem de vlek­ken met een tissue af en wrijf ze er niet in.

1. Het wasgoed voorbereiden

Tip: Tips voor het verwijderen van
thee-, koffie-, ei- en bloedvlekken kunt u vinden in de vlekkenwijzer op www.miele.be.
Oplosmiddelhoudende reini-
gingsmiddelen (bijv. wasbenzine) kunnen kunststof onderdelen be­schadigen.
Wanneer u het wasgoed van tevoren met een oplosmiddelhoudend reini­gingsmiddel, bijv. wasbenzine, be­handelt, let er dan op dat het middel niet met kunststof onderdelen in aan­raking komt.
Chemische (oplosmiddelhouden-
de) reinigingsmiddelen kunnen zware schade aan de wasautomaat veroor­zaken.
Gebruik nooit dergelijke reinigings­middelen in de wasautomaat!
Algemene tips
– Gordijnen: Haal de gordijnrolletjes en
de loodveter weg. U kunt de gordij­nen ook in een zak steken.
– Bh's: losgekomen bh-beugels vast-
naaien of verwijderen.
– Doe ritssluitingen, klittenband, haak-
jes en oogjes voor het wassen dicht.
– Knoop dekbedovertrekken en kus-
senslopen dicht. Zo komen er geen kleinere stukken wasgoed in terecht.
Was in deze wasautomaat nooit textiel met de aanduiding niet wasbaar (on­derhoudssymbool ).
19

2. Programma kiezen

Wasautomaat inschakelen

Druk op de toets .

Programmakeuze

Draai de programmakeuzeschakelaar
op het gewenste programma.
In het display verschijnt de beladings­capaciteit van het gekozen programma. Daarna springt het display weer terug naar het basisscherm.
20

3. Wasautomaat vullen

Het openen van de deur

Pak de deur bij de deurgreep en trek
de deur open.
Controleer of er zich dieren of voor­werpen in de trommel bevinden, voordat u het wasgoed erin stopt.
Leg de was opengevouwen en losjes
in de trommel.
Door textiel van verschillende forma­ten in de trommel te stoppen, verbe­tert het waseffect en raakt de was tijdens het centrifugeren beter ver­deeld.

Deur sluiten

Let erop dat er geen wasgoed tussen
de deur en de dichtingsring wordt ge­klemd.
Houd rekening met de maximumladin­gen van de diverse wasprogramma's. Op het display wordt bij de programma­keuze altijd de betreffende maximumla­ding aangegeven.
Bij de maximumlading is het stroom- en waterverbruik, berekend op basis van de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst. Als u te veel wasgoed laadt, ver­mindert het wasresultaat en kreukt de was meer.
Zwaai de toesteldeur zachtjes dicht.
21

4. Programma-instellingen kiezen

Vuilgraad
Normaal   
Temperatuur

Mate waarin het wasgoed vuil is

lichtjes vuil Geen zichtbaar vuil en geen zichtbare vlekken. De kledingstukken geven bijv. een transpiratiegeur af.
normaal vuil Zichtbaar vuil en/of enkele zichtbare lichte vlekken.
erg vuil Duidelijk zichtbaar vuil en/of vlekken.
Tip: Via de instellingen kunt u de inge­voerde vuilgraad opvragen en wijzigen. Zie hoofdstuk: "Instellingen", paragraaf: "Vuilgraad".
Heeft u de vuilgraad opgevraagd, dan staat in het display:
In het display verschijnt nu automatisch een scherm dat u vraagt het volgende in te stellen.
Afhankelijk van de ingestelde vuilgraad worden aangepast:
– het programmaverloop. Bij de vuil-
graad Sterk wordt in enkele program­ma's automatisch een voorwas toe­gevoegd. Zie hoofdstuk: "Opties".
– de hoeveelheid spoelwater;
– de programmaduur (bij licht vervuild
wasgoed duurt het programma kor­ter).
Bij het programma Express 20 kan geen vuilgraad gekozen worden. Ex­press 20 is bedoeld voor licht vervuild wasgoed.

Temperatuur instellen

U kunt de vooringestelde temperatuur van een wasprogramma wijzigen.
Druk op de toets Temperatuur.
Op het display verschijnt:
Kies met de en - toetsen de vuil-
graad en bevestig uw keuze met de OK - toets.
22
Stel met de sensortoetsen en de
gewenste temperatuur in en bevestig deze met de sensortoets OK.
4. Programma-instellingen kiezen
Toerental o/min1600

Toerental kiezen

U kunt het vooringestelde toerental van een wasprogramma wijzigen.
Druk op de toets Toerental.
Op het display verschijnt:
Stel met de sensortoetsen en
het gewenste toerental in en bevestig deze met de sensortoets OK.

Opties kiezen

Het startuitstel inschakelen

De programmastart kunt u 15 minuten tot maximaal 24 uur uitstellen. Zo kunt u bijv. gebruikmaken van een goedkoper nachttarief voor de elektriciteit.
Zie de rubriek "Startuitstel"
Druk op de toets met de gewenste
optie.
Het controlelampje van de toets brandt.
U kunt niet alle opties bij alle waspro­gramma's kiezen. Kunt u een be­paalde optie niet kiezen, dan is die voor dat wasprogramma niet voorzien.
Zie de rubriek "Opties"
23

5. Wasmiddel toevoegen

De wasautomaat biedt u verschillende mogelijkheden om wasmiddel toe te dienen.

Wasmiddellade

Als u te weinig wasmiddel gebruikt,
– wordt het wasgoed niet proper en na
verloop van tijd grauw en hard,
– vormen er zich vetluizen op de was,
en
– gaat er zich kalk afzetten op de weer-
standen.
Als u te veel wasmiddel toevoegt,
– wordt er te veel schuim gevormd.
Daardoor vermindert het effect van de wasbewegingen en zijn de was-, spoel- en centrifugeerresultaten on­bevredigend.
– wordt er meer water verbruikt door-
dat er automatisch een bijkomende spoelbeurt wordt ingelast.
– wordt het milieu zwaarder belast.
Trek de wasmiddellade iets uit. Giet
het wasmiddel in de vakjes:
Wasmiddel voor de voorwas. Doseer van de totale aanbevolen wasmiddel­hoeveelheid ⅓ in vakje en ⅔ in vak­je .
Wasmiddel voor de hoofdwas
Wasverzachter, vormspoeler, vloeibaar stijfsel en capsules
Meer details over wasmiddelen en de dosering ervan vindt u in de rubriek "Wasmiddelen".
24
5. Wasmiddel toevoegen
Cap

Cap-dosering

Er zijn Caps met drie verschillende soorten inhoud:
= Textielonderhoudsmiddelen
(bijv. wasverzachters, impreg­neermiddelen)
= Additieven (bijv. wasmiddel-
versterkers)
= Wasmiddelen (alleen voor de
hoofdwas)
Een Cap bevat altijd de juiste hoeveel­heid voor één wasbeurt.
Deze capsules zijn verkrijgbaar via in­ternet (www. shop.miele.be), bij de af­deling Onderdelen en Toebehoren van Miele België of bij de Miele-vakhan­delaar.
Bewaar de Caps buiten het be-
reik van kinderen.

Capsule plaatsen

Open de wasmiddellade.
Open het klepje van vakje /.

Cap-dosering inschakelen

 Druk op de sensortoets Cap .
Op het display wordt de eerst cap-soort getoond die bij het programma kan worden gekozen.
Stel met de sensortoetsen en de
gewenste cap-soort in en bevestig deze met de sensortoets OK.
Druk de capsule er stevig in.
25
5. Wasmiddel toevoegen
De inhoud van een capsule wordt op het juiste tijdstip toegevoegd.
Het water stroomt bij capsuledose­ring uitsluitend via de capsule in het vakje .
Wanneer u een capsule gebruikt, mag u niet òòk nog eens een was­verzachter in vakje doseren.
Verwijder de capsule na afloop van
het wasprogramma.
Sluit het klepje en druk het stevig
dicht.
Sluit de wasmiddellade.
De capsule gaat open zodra hij in de wasmiddellade is geplaatst. Wordt de capsule ongebruikt weer uit de wasmiddellade gehaald, dan kan de inhoud er uitstromen.
Gebruik de capsule niet meer en gooi deze weg.
Om technische redenen blijft er altijd wat water in de capsule zitten.
Capsuledosering uitscha­kelen / wijzigen
Tip sensortoets Cap aan en volg
de aanwijzingen in het display.
26
Loading...
+ 58 hidden pages