MIELE W 667 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
wasautomaat
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor u het toestel installeert en in gebruik neemt. Zo zorgt u voor uw veiligheid en vermijdt u schade aan uw toestel.
M.-Nr. 09 706 360nl-BE
Page 2
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen, dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten vaak nog waardevolle
­materialen. Ze bevatten echter ook
­schadelijke stoffen die voor het functio neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be handeling kunnen deze stoffen schade lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa
­raat dan ook nooit met het gewone af
val.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
-
-
-
-
-
-
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
of
de firma Recupel, telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
2
-
-
Page 3
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................2
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................6
Beschrijving van het toestel ........................................13
Bedieningspaneel .................................................13
Het toestel voor het eerst in gebruik nemen ...........................14
Milieuvriendelijk wassen ...........................................15
Stroom- en waterverbruik .........................................15
Wasmiddel ....................................................15
Kies de juiste extra functie (Kort, Inweken, Voorwas) ...................15
Tip voor als het wasgoed daarna in een droogautomaat wordt gedroogd ...15
Zo wast u juist ...................................................16
Korte handleiding .................................................16
Onderhoudssymbolen op het etiket..................................22
Centrifugeren ....................................................23
Eindcentrifugeertoerental ...........................................23
Centrifugeren voor en tussen de spoelbeurten ........................23
Eindcentrifugeren uitschakelen (spoelstop) ...........................23
Niet centrifugeren voor en tussen de spoelbeurten en op het einde van
het programma .................................................23
Programmaoverzicht ..............................................24
Extra functies ....................................................27
Kort ............................................................27
Voorwas .........................................................27
Inweken .........................................................27
Extra water .......................................................27
3
Page 4
Inhoud
Programmaverloop ...............................................28
Programmaverloop wijzigen ........................................30
Afbreken ........................................................30
Onderbreken .....................................................30
Wijzigen .........................................................30
Wasgoed toevoegen of voortijdig uitnemen .............................31
Wasmiddel ......................................................32
Het juiste wasmiddel ...............................................32
Onthardingsmiddel ................................................33
Combinaties......................................................33
Middelen voor de nabehandeling van het wasgoed .......................34
Wasverzachter, vormspoeler, vloeibaar stijfsel automatisch doseren .......34
Wasverzachter, vormspoeler of stijfsel in een apart programma ...........34
Ontkleuren/kleuren.................................................34
Reiniging en onderhoud ...........................................35
Trommelreiniging (Hygiëne Info) ......................................35
De ommanteling en het bedieningspaneel reinigen .......................35
De wasmiddellade schoonmaken .....................................35
Het watertoevoerzeefje reinigen ......................................37
Storingen verhelpen ..............................................38
Wat gedaan als . . . ...............................................38
Het programma start niet. ...........................................38
Het wasprogramma werd afgebroken en er wordt een fout gemeld. ..........39
Het wasprogramma verloopt normaal hoewel er een service of storing wordt
gemeld. .........................................................40
Algemene storingen of een onbevredigend wasresultaat. ..................41
Problemen bij het openen of sluiten van de wasautomaat ..................43
Deksel openen bij verstopte afvoer en/of stroomonderbreking ..............44
Verstopte afvoer ................................................44
Deksel openen .................................................45
4
Page 5
Inhoud
Technische Dienst van Miele .......................................46
Herstellingen...................................................46
Programma-actualisering (Update / program correction) ................46
Duur en voorwaarden van de waarborg..............................46
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................46
Opstellen en aansluiten............................................47
Vooraanzicht .....................................................47
De transportbeveiligingen verwijderen .................................48
De transportbeveiligingen weer monteren ............................48
De wasautomaat horizontaal zetten....................................49
Plaats van opstelling.............................................49
Het voetje uitdraaien en met de contramoer borgen ....................49
Het lekbeveiliggingssysteem van Miele ................................50
Koudwatertoevoer .................................................51
Waterafvoer ......................................................52
Elektrische aansluiting ..............................................53
Verbruiksgegevens ...............................................54
Opmerking met het oog op vergelijkende tests: .......................54
Technische gegevens .............................................55
Programmeerfuncties .............................................56
Systeem Extra water ...............................................56
Behoedzame modus ...............................................57
Afkoeling waswater ................................................58
Memory-functie ...................................................59
Inweektijd........................................................60
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................61
CareCollection ....................................................61
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze wasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids voorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers ech ter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de gebruiksaanwijzing voor u uw wasautomaat in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, het gebruik en het onderhoud van uw wasautomaat. Dat is vei liger voor uzelf en u vermijdt schade aan uw wasautomaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing goed en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
Juist gebruik
Deze wasautomaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden en
~
in gelijkaardige omgevingen.
De wasautomaat is niet geschikt voor gebruik in open lucht.
~
Gebruik de wasautomaat uitsluitend in huishoudelijke toepas-
~
singen en enkel om textiel te wassen waarvan de fabrikant op het wasetiket heeft aangegeven dat het machinaal mag worden gewas­sen. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet ver antwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander ge bruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
-
-
-
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om de wasautomaat veilig te bedienen, mogen deze wasautomaat alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken.
6
-
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasautomaat alleen zonder
~
toezicht bedienen, reinigen of onderhouden wanneer hen de wasau tomaat zodanig is toegelicht dat ze de wasautomaat veilig kunnen bedienen, reinigen of onderhouden. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve hantering kunnen herkennen en begrijpen.
-
Kinderen jonger dan acht jaar dienen uit de buurt van de wasau
~
tomaat te worden gehouden, tenzij ze continue in het oog worden gehouden.
Hou kinderen die in de buurt van de wasautomaat komen in het
~
oog. Laat kinderen nooit met de wasautomaat spelen.
-
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Vóórdat de wasautomaat wordt opgesteld, controleert u of het
~
toestel zichtbaar beschadigd is. Een beschadigde wasautomaat mag u niet opstellen en in gebruik nemen.
Op het typeplaatje van de wasautomaat vindt u gegevens in ver
~
band met de aansluiting van uw toestel (zekering, spanning en fre quentie). Alvorens u de wasautomaat aansluit, vergelijkt u deze ge gevens met die van uw elektrische installatie. Vraag eventueel uitleg aan een elektricien als u niet zeker bent.
De elektrische veiligheid van deze wasautomaat wordt enkel ge-
~
waarborgd als het toestel op een aardsysteem aangesloten is dat volgens de voorschriften werd geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoor­waarde is voldaan. In geval van twijfel dient u uw installatie door een vakman of vakvrouw te laten nakijken. Miele kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak.
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer. Gebruik van
~
een verlengsnoer verhoogt het risico op oververhitting en daarmee op brand.
Laat defecte onderdelen enkel vervangen door originele Miele
~
vervangstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
-
-
-
-
Neem de aanwijzingen in de rubriek "Opstellen en aansluiten" en
~
de rubriek "Technische gegevens" in acht.
De aansluitstekker moet te allen tijde bereikbaar zijn om de was
~
automaat van het elektriciteitsnet te kunnen afsluiten.
8
-
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen er onvoorziene
~
risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld. Reparaties mag u uitsluitend laten uit voeren door vakmensen die door Miele erkend zijn.
Is het aansluitsnoer beschadigd, laat het dan vervangen door
~
een vakman die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel gebruikt.
-
Bij storingen of bij een reinigings- en onderhoudsbeurt is de was
~
automaat alleen dan van het elektriciteitsnet losgekoppeld in de vol gende gevallen:
– de stekker van de wasautomaat is uit het stopcontact getrokken,
of
– de zekering op uw elektrische installatie is uitgeschakeld, of
– de schroefzekering op uw elektrische installatie is helemaal uitge-
draaid.
Sluit uw wasautomaat enkel met een nieuwe toevoerslang en de
~
vereiste toebehoren aan op de waterleiding. Gebruik oude slangen, bv. van het vorige toestel, niet opnieuw.
Deze wasautomaat mag niet gebruikt worden op een
~
beweegbare plaats (bv.schip).
Doe geen veranderingen aan de wasautomaten, die niet uitdruk
~
kelijk door Miele toegelaten zijn.
-
-
-
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Efficiënt gebruik
De maximumlading bedraagt 6,0 kg (droog wasgoed). In de ru
~
briek "Programmaoverzicht" vindt u de deels kleinere ladingen voor afzonderlijke programma's.
Stel uw wasautomaat niet op in een vertrek waar het kan vriezen.
~
Bevroren waterslangen kunnen onder druk scheuren of springen. De betrouwbaarheid van de elektronische elementen kan door tempera turen onder het vriespunt in het gedrang komen.
Verwijder de transportbeveiliging op de achterzijde voor u uw
~
toestel in gebruik neemt. Zie rubriek "Opstellen en aansluiten", alinea "Transportbeveiliging verwijderen". Als die beveiliging niet verwij­derd is, kan die tijdens het centrifugeren schade toebrengen aan het toestel. Ook aan meubelen of apparaten ernaast kan er schade optreden.
Doe de waterkraan dicht bij langere afwezigheid (bijv. vakantie).
~
Vooral wanneer er zich vlakbij het toestel geen afvoer in de vloer be­vindt.
Overstromingsgevaar!
~
Voor u de afvoerslang in een spoelbak hangt, dient u te controleren of het water vlot genoeg wegvloeit. Maak de waterafvoerslang vast opdat ze niet zou wegglijden! Door de terugstoot van het wegvloeiende water kan de slang anders uit de spoelbak worden geslingerd.
-
-
Let erop dat er geen voorwerpen zoals spijkers, naalden,
~
geldstukken of paperclips worden meegewassen. Deze voorwerpen kunnen schade toebrengen aan onderdelen van het toestel, bijv. aan kuip of trommel. Deze beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt uw was beschadigen.
10
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u het wasmiddel juist doseert, hoeft u uw toestel niet te ont
~
kalken. Is uw toestel zo erg verkalkt dat het moet worden ontkalkt, gebruik dan speciaal ontkalkingmiddel met corrosiebescherming. Dit middel kunt u bij uw Miele-handelaar of de Technische Dienst van Miele verkrijgen. Volg de gebruiksaanwijzing van het ontkalkingmiddel strikt op.
Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen be
~
handeld is, moet voordat het in de was- en droogautomaat wordt gewassen, grondig in zuiver water worden uitgespoeld.
Gebruik in dit toestel nooit reinigingsmiddelen die oplosmiddel
~
(bijv. wasbenzine) bevatten. Er kan namelijk schade optreden aan sommige onderdelen van het toestel. Er kunnen ook giftige dampen ontstaan. Bovendien bestaat er bij deze middelen brand- en ontplof­fingsgevaar.
Gebruik in dit toestel nooit reinigingsmiddelen die oplosmiddel
~
(bijv. wasbenzine) bevatten. Die kunnen schade toebrengen aan vochtige kunststof oppervlakken.
Kleurmiddelen dienen voor gebruik in wasautomaten geschikt te
~
zijn. Ze mogen enkel in beperkte mate - zoals voor een huishouden ­worden gebruikt. Volg de gebruiksaanwijzing van de fabrikant strikt op.
-
-
Ontkleuringsmiddel kan wegens zijn zwavelhoudende verbin
~
dingen corrosie tot stand brengen. U mag geen ontkleuringsmiddel in uw wasautomaat gebruiken.
Als er wasmiddel in uw ogen terechtkomt, spoel ze dan met zui
~
ver lauwwarm water uit. Bij inslikken, direct een arts raadplegen. Personen met gekwetste of gevoelige huid moeten elk contact met het wasmiddel mijden.
-
-
11
Page 12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Toebehoren
Toebehoren mag enkel worden ingebouwd indien dat door Miele
~
is goedgekeurd. Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan ver valt elke waarborg of productaansprakelijkheid.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
-
12
Page 13
Bedieningspaneel
Beschrijving van het toestel
a Toets Start
Start het gekozen programma.
b Toetsen voor de extra functies
Voor het kiezen van de bijkomende functies. Met de bovenste toets kunt u kiezen tussen de bijkomende functies Kort, Voorwas of Inweken. Met de onderste toets kunt u de bij­komende functie Extra water selecte­ren. Controlelampje aan = geselecteerd Controlelampje uit = niet geselec teerd
c Controlelampje voor het toerental
voor het centrifugeren
d Toets Centrifugeren
Om een centrifugeertoerental, spoel stop of zonder centrifugeren te kie
zen.
e Programmakiezer
Om een basiswasprogramma en de daarbijbehorende temperatuur te kiezen. U kunt de programmakiezer zowel naar rechts als naar links draaien.
-
f Verklikkerlichtjes voor het pro
grammaverloop
Daaraan merkt u hoever het waspro­gramma al gevorderd is.
g Verklikkerlichtjes voor service en
storingen
h Toets K
Om de wasautomaat in en uit te schakelen. De wasautomaat wordt omwille van energiebesparing automatisch uitge­schakeld. Dit gebeurt 15 minuten na het programma-einde / kreukbeveili ging of na het inschakelen waarop geen verdere bediening volgt.
i Toets Deur
opent de deur.
-
-
-
-
13
Page 14
Het toestel voor het eerst in gebruik nemen
Stel het toestel juist op en sluit het correct aan voor u het voor het eerst in gebruik neemt. Houd rekening met de rubriek "Opstellen en aan sluiten".
De functies van deze wasautomaat zijn in de fabriek grondig getest. Hierdoor bevindt er zich nog wat wa ter in de trommel.
Uit veiligheidsoverwegingen kunt u het toestel niet laten centrifugeren voordat het een eerste keer in gebruik is geno­men. Om het toestel te kunnen laten centrifugeren, moet eerst een waspro­gramma zonder wasgoed wasmiddel worden uitgevoerd.
en zonder
-
-
Gebruikt u wasmiddel, dan kan er overdreven veel schuim worden ge­vormd!
Tegelijk wordt ook de kogelklep in de waterafvoer geactiveerd. Die klep zorgt ervoor dat het wasmiddel in het vervolg volledig wordt gebruikt.
^
Draai de waterkraan open.
^
Druk op de toets K.
^
Draai de programmakiezer op Ka toen 60°C.
^
Druk op de toets Start.
^
Schakel de wasautomaat na het einde van de wasbeurt uit.
De stappen om het toestel voor het eerst in gebruik te nemen zijn voltooid.
14
-
Page 15
Milieuvriendelijk wassen
Stroom- en waterverbruik
Hou zoveel mogelijk rekening met de
maximumlading die voor een be paald programma toegestaan is. Als u dat doet, is het stroom- en wa terverbruik, dat wordt berekend op basis van de totale hoeveelheid was goed, het laagst.
Bij een kleinere lading wasgoed
zorgt de automatische aanpassing van de watertoevoer ervoor dat er minder water en stroom wordt ver bruikt. Het kan dus gebeuren dat de programmaduur in de loop van een wasprogramma wordt aangepast.
– Gebruik het programma Express 20
voor kleine hoeveelheden wasgoed.
– Met moderne wasmiddelen kunt u
wassen met lagere temperaturen (bijv. 20°C). Gebruik de overeenkom­stige temperatuurinstellingen om stroom te sparen.
– Voor de hygiëne in de wasautomaat
is het aan te bevelen nu en dan een wasbeurt uit te voeren met een tem peratuur van minstens 60° C. Het servicecontrolelampje Hygiëne Info op het display van de wasautomaat herinnert u daaraan.
-
-
Wasmiddel
Gebruik telkens maar zoveel was
middel als op de verpakking staat aangegeven.
-
-
Hou voor de dosering rekening met
de mate waarin het wasgoed vuil is.
­Gebruik bij kleinere ladingen minder
wasmiddel (ca. bij een halve lading).
Kies de juiste extra functie (Kort, Inweken, Voorwas)
Kies voor:
– lichtjes vuil wasgoed
re vlekken een wasprogramma met de extra functie Kort.
– normaal tot sterk vervuild wasgoed
met zichtbare vlekken een waspro­gramma zonder extra functie.
– heel sterk vervuild wasgoed
wasprogramma met de extra functie Inweken.
wasgoed met een grotere hoeveel heid vuil (bijv. stof, zand) een was programma met de extra functie Voorwas.
Tip voor als het wasgoed daarna in een droogautomaat wordt gedroogd
1
/3minder wasmiddel
zonder zichtba-
-
een
-
-
Kies het hoogst mogelijke centrifu geertoerental dat het wasprogramma te bieden heeft. Zo bespaart u achteraf stroom bij het drogen.
-
15
Page 16
Zo wast u juist
Korte handleiding
De zinnen met de getallen (A, B, C,...)kanualsbeknopte handleiding
gebruiken.
A Het wasgoed voorbereiden
^ Maak de zakken leeg.
,
Metalen voorwerpen als spijkers, geldstukken, papierklemmen kun­nen het wasgoed en onderdelen van de machine beschadigen.
De vlekken vooraf behandelen
^
Verwijder eventuele vlekken uit het textiel voor u het wast. Doe dat bij voorkeur terwijl de vlekken nog vers zijn. Dop de vlekken weg met een doekje dat geen kleur afgeeft. Niet wrijven!
Speciale vlekken als die van bloed, eie ren, koffie, thee e.d. kan u vaak met een truukje wegkrijgen.
Bij de behandeling van textiel
,
met een schoonmaakmiddel op ba sis van oplosmiddel (schoonmaak benzine) zie erop toe dat er geen kunststof in contact komt met het schoonmaakmiddel.
Gebruik nooit synthetische reini
,
gingsmiddelen (die oplosmiddel bevatten) in uw wasautomaat!
Het wasgoed sorteren
^ Sorteer het textiel volgens de kleur en
de symbolen op het onderhoudseti­ket. Dat vindt u in kragen en zomen.
Donker textiel vertoont de neiging bij de eerste wasbeurten kleur te verliezen. Om geen wasgoed te laten verkleuren, wast u licht en donker textiel het best apart.
Algemene tips
Bij gordijnen: de gordijnrolletjes en de loden band afnemen. U kan de gordijnen ook in een zak steken.
Bij bh's: geloste bh-beugels vast naaien of verwijderen.
Bij breigoed, jeans, broeken, t-shirts en sweaters: binnenstebuiten keren als de fabrikant dat aanbeveelt.
Doe ritssluitingen, haakjes en oogjes
­voor het wassen dicht.
Knoop kussens en slopen dicht. Zo komen er geen kleine spulletjes in te recht.
Was in deze machine nooit textiel met de aanduiding niet wasbaar (onder houdssymbool h).
-
-
-
-
-
-
16
Page 17
Zo wast u juist
B Buitendeksel en binnendeksel
openen
Druk de toets K in.
^
Druk op de toets Deksel en open het
^
buitendeksel tot aan de aanslag.
Het binnendeksel gaat automatisch open.
C Wastrommel openen
Opgepast! De beide
,
openingshelften staan onder druk van een veer.
^ Ondersteun de achterste
openingshelft licht met de hand.
D Was in de trommel stoppen
Leg de was opengevouwen en losjes
^
in de trommel. Door textiel van ver schillend formaat in de trommel te stoppen, verbetert het waseffect en raakt de was tijdens het centrifugeren beter verdeeld.
Wasgoed bestaande uit verschil lende lagen en met bijzonder fijne en gladde buitenstof kan tijdens het wassen en centrifugeren door de zijspleet van het klapdeksel naar de trommelmantel schuiven. Was der gelijke spullen daarom altijd in een waszak.
Houd zoveel mogelijk rekening met de maximumlading die bij elk waspro­gramma wordt opgegeven. Dan is het stroom- en waterverbruik, berekend op basis van de totale hoeveelheid was­goed, het laagst. Hou er rekening mee dat het wasresul­taat verslecht en er meer kreuken op­duiken als u meer was in de trommel stopt dan wat als maximum aanbevolen wordt.
-
-
-
^
Druk dan op de afsluitvergrendeling (zwarte pijl) en tegelijk de voorste openingshelft naar binnen tot aan de ontgrendeling (in de richting van de pijl).
^
Laat de beide openingshelften ondersteund door de handen naar boven schuiven.
17
Page 18
Zo wast u juist
E De wastrommel en het binnendek
sel sluiten
^ Om te beginnen de voorste, daarna
de achterste openingshelft naar on­der drukken tot beide vergrendelingshaken op hun plaats vallen en duidelijk zichtbaar ineen grijpen.
,
Indien u deze werkwijze veronachtzaamt, loopt u het risico op schade aan de wasautomaat en/ of het wasgoed.
-
Zorg ervoor dat bij het sluiten van de openingshelften geen textiel ge­klemd raakt.
^
Reinig regelmatig het wieltje in de lin ker vergrendelingshaak, zodat het vlot blijft functioneren.
18
-
^
Sluit het binnendeksel met een lichte druk op de vergrendeling, totdat dit duidelijk hoorbaar in elkaar sluit.
Zolang het binnendeksel niet volgens de voorschriften gesloten is, zal het programma niet kunnen starten en blijft het controlelampje Dosering con
troleren snel knipperen.
-
Page 19
F Het wasmiddel toevoegen
Het is belangrijk juist te doseren, want . .
. . . gebruikt u te weinig wasmiddel,
dan wordt het wasgoed niet proper
en na verloop van tijd ook grauw en hard.
dan vormen er zich vetluizen op het
wasgoed
dan hecht er zich kalk op de verwar
mingselementen
. . . gebruikt u te veel wasmiddel,
– dan wordt er te veel schuim ge-
vormd, wat het effect van de wasbe­wegingen verzwakt. De was-, spoel­en centrifugeerresultaten gaan dan ook achteruit.
Zo wast u juist
-
Trek de wasmiddellade ietwat uit.
^
Giet het wasmiddel in de vakjes:
i = Wasmiddel voor de voorwas
(indien gekozen, bevolen hoeveelheid wasmiddel
1
/3van de aan-
– dan stijgt het waterverbruik. Wegens
het vele schuim wordt er immers au­tomatisch een bijkomende spoel­beurt ingelast.
dan belast u het milieu
j = Wasmiddel voor de hoofd-
was en het inweken
p = Wasverzachter, vormspoeler
of vloeibaar stijfsel.
Meer details over wasmiddelen en de dosering ervan vindt u in de rubriek "Wasmiddelen".
^
Schuif de wasmiddellade in.
G Het buitendeksel sluiten
19
Page 20
Zo wast u juist
H Een programma kiezen
Draai de programmakeuzeknop op
^
het gewenste programma.
I Een centrifugeertoerental kiezen
J Extra functies kiezen
Met de bovenste toets kiest u in deze volgorde een van de extra functies: In weken of Voorwas of Kort of geen keu ze.
Met de onderste toets kiest u de extra functie Extra water.
^ Kies de gewenste extra functie.
U kunt niet alle extra functies bij alle wasprogramma's kiezen.
-
-
^
Druk zo vaak op de toets "Centrifuge ren" tot het controlelampje van het gewenste toerental aangaat.
20
Kunt u een bepaalde extra functie niet kiezen, dan is die voor het was programma niet toegelaten.
-
-
Page 21
Zo wast u juist
K Programma starten
Druk op de knipperende toets Start.
^
Bij het begin van het wasprogramma laat een kort “ratelend” geluid horen dat de automatische trommelvergrendeling opgeheven wordt.
L Het wasgoed uit de trommel ne
men
Het einde van het programma wordt aangegeven door het controlelampje Kreukbeveiliging/Einde.
Zodra het programma beëindigd is, draait de trommel zich automatisch in de juiste stand voor het openen en blijft die positie in stilstand aanhouden (au­tomatische trommelpositionering en trommelstilstand).
^ Druk op de toets Deksel.
15 minuten na het einde van de kreukbeveiliging schakelt de wasau­tomaat zich automatisch uit. De wasmachine moet opnieuw worden ingeschakeld door op de toets K te drukken.
-
Open de wastrommel en neem het
^
wasgoed uit.
Vergeet geen stukken wasgoed in de trommel! Dat kan bij de daarop volgende wasbeurt krimpen of ander wasgoed verkleuren.
M Wasautomaat uitschakelen
Sluit de wastrommel en het binnen
^
deksel.
Anders bestaat het risico dat er onbe doeld voorwerpen in de trommel te rechtkomen. Die kunnen dan per ver gissing mee gewassen worden en het wasgoed beschadigen.
^ Sluit het buitendeksel.
^ De wasautomaat met de toets K uit-
schakelen en de programmakiezer op Einde draaien.
-
-
-
-
-
^
Open het binnendeksel tot aan de aanslag.
Het binnendeksel gaat automatisch open.
21
Page 22
Onderhoudssymbolen op het etiket
Wassen
Het aantal graden in het kuipsymbool geeft de maximumtemperatuur aan waarmee u het wasgoed mag was sen.
9 normale mechanische belas
ting
4 spaarzame mechanische be
lasting
c zeer spaarzame mechani
sche belasting
/ handwas
h niet wasbaar
Voorbeelden voor de programmakeu­ze
programma Onderhoudssym-
bool
Katoen 9ö8E76
Kreukherstel­lend
Fijn wasgoed ac Wol // Express 20 76 Automatic 7621
54321
-
-
-
-
Drogen
De stippen geven de temperatuur aan
q Normale temperatuur r Lagere temperatuur s Niet geschikt voor de droog
automaat
Strijken en effenen
De stippen geven de temperatuurbereiken aan
I ca. 200°C H ca. 150°C G ca. 110°C J niet strijken
Professionele reiniging
f reiniging met chemische op-
losmiddelen. De letters geven
p
het reinigingsmiddel aan.
w Vochtig reinigen
Niet chemisch reinigen
Bleken
x elk oxidatiebleekmiddel toe
gelaten
{ enkel zuurstofbleekmiddel
toegelaten
z niet bleken
-
-
22
Page 23
Centrifugeren
Eindcentrifugeertoerental
programma o/min
Katoen 1200
Kreukherstellend 1200
Automatic 900
Donker/jeans 1200
Express 20 1200
Overhemden 600
Wol 1200
Fijn wasgoed 600
Pompen/Centrifugeren 1200
Extra spoelen/stijven 1200
U kunt het eindtoerental verminderen. Een hoger toerental dan hierboven ver­meld kunt u echter niet kiezen.
Centrifugeren voor en tussen de spoelbeurten
Het wasgoed wordt na de hoofdwas en tussen de spoelbeurten in gecentrifu­geerd. Als het eindtoerental werd be­perkt, geldt dit eveneens voor het toe­rental voor en tussen de spoelbeurten. In het programma Katoen wordt er een extra spoelbeurt ingelast als het toeren tal kleiner is dan 700 omw/min.
Eindcentrifugeren uitschakelen (spoelstop)
Druk zo vaak op de toets "Centrifuge
^
ren" tot het controlelampje Spoelstop aangaat. Het wasgoed blijft na de laatste spoelbeurt in het water liggen. Daardoor wordt de kreukvorming be perkt als u de was niet meteen na het programmaeinde uit de trommel neemt.
Centrifugeren op het einde van het
programma starten:
Kies het gewenste toerental met de toets "Centrifugeren". De wasauto­maat start de laatste centrifugeerbeurt.
– Programma beëindigen
:
Druk op de toets Deksel. Het water wordt weggepompt. Het deksel gaat open.
Niet centrifugeren voor en tussen de spoelbeurten en op het einde van het programma
-
^
Druk zo vaak op de toets "Centrifuge ren" tot het controlelampje Zonder centrifugeren aangaat. Na de laatste spoelbeurt wordt het water wegge pompt en de kreukbeveiliging inge schakeld. Bij deze instelling wordt in enkele programma's een extra spoel gang ingelast.
-
-
-
-
-
-
23
Page 24
Programmaoverzicht
Katoen van 90°C tot 30 °C maximaal 6,0 kg
Wasgoed T-shirts, ondergoed, tafellakens, enzovoort, textiel uit katoen, linnen
of gemengde weefsels
Opmerking De instellingen 60°C/40°C verschillen van r/s vanwege:
kortere programmaduur
langere temperatuurbehoudtijden
groter energieverbruik
– Bij bijzondere hygiënische vereisten kiest u de temperatuurinstel
ling van 60°C of hoger.
Katoen r/s maximaal 6,0 kg
Wasgoed normaal vervuild katoenen wasgoed
Opmerking
Richtlijn voor testinstituten:
Testprogramma's volgens EN 60456 en energielabel conform EU-richtlijn 1061/2010
Kreukherstellend van 60°C tot 20°C maximaal 2,5 kg
Wasgoed Synthetische vezels, gemengde weefsels of katoen met kreukher-
Opmerking Verminder bij kreukgevoelig wasgoed het
Automatic 40°C maximaal 3,0 kg
Wasgoed Op kleur gesorteerd wasgoed voor de programma's Katoen en
Opmerking Elke lading wasgoed wordt zo behoedzaam en efficiënt mogelijk
Deze instellingen zijn voor wat betreft het energie- en waterver
bruik het meest efficiënt voor het wassen van katoenen was­goed.
– Bij r is de bereikte wastemperatuur lager dan 60°C, het
wasvermogen komt overeen met het programma Katoen 60°C.
stellende eigenschappen
eindcentrifugeertoerental.
Kreukherstellend.
gewassen, doordat de wasparameters (bijv. waterpeil, wassnelheid en centrifugeerprofiel) automatisch worden aangepast.
-
-
24
Page 25
Programmaoverzicht
Donker/jeans 40°C maximaal 3,0 kg
Wasgoed Zwart of donkerkleurig wasgoed van katoen, gemengde weefsels
en jeansstoffen
Opmerking
Express 20 40°C maximaal 3,0 kg
Wasgoed Textiel van katoen, dat nauwelijks is gedragen of nauwelijks vuil is
Opmerking De functie Kort wordt automatisch geactiveerd.
Overhemden 40°C maximaal 1,5 kg
Opmerking
Wol / 30°C tot koud maximaal 2,0 kg
Wasgoed Textiel van wol, wolmengsels of alle weefsels die met de hand ge-
Opmerking Verminder bij kreukgevoelig wasgoed het
Fijn wasgoed 40°C tot koud maximaal 1,5 kg
Wasgoed Voor delicaat wasgoed uit synthetische vezels, gemengde weef
Opmerking
Was deze stukken binnenstebuiten.
Jeans verliest bij de eerste wasbeurten vaak wat kleur. Was
lichte en donkere stukken daarom apart.
Kragen en manchetten moet u, in de mate waarin ze vuil zijn, op
voorhand behandelen.
– Gebruik voor zijden hemden en bloezen het programma Fijn
wasgoed.
wassen moeten worden
eindcentrifugeertoerental.
sels, kunstzijde Volgens de fabrikant wasbare gordijnen.
Door het fijne stof dat zich in gordijnen nestelt, is er vaak een programma met voorwas vereist.
Bij kreukgevoelig wasgoed het centrifugeertoerental uitscha kelen
-
-
25
Page 26
Programmaoverzicht
Pompen/Centrifugeren maximaal 5,5 kg
Opmerking
Extra spoelen/stijven maximaal 5,5 kg
Wasgoed
Opmerking
Enkel pompen: Toerental op Zonder centrifugeren instellen.
Let op het ingestelde toerental.
Om handgewassen wasgoed uit te spoelen
Tafellakens, servetten, beroepskleding die moet worden geste
ven
Verminder bij kreukgevoelig textiel het eindcentrifugeertoerental.
Het te stijven wasgoed moet fris gewassen zijn, maar mag niet
met een wasverzachter behandeld zijn. Voor een uitzonderlijk goed spoelresultaat met twee spoel
beurten activeert u de extra functie Extra water. Bij de program meerfunctie Extra water moet de optie extra spoelgang geacti­veerd zijn.
-
-
-
26
Page 27
Extra functies
U kunt de basiswasprogramma's met extra functies aanvullen.
Kort
Voor licht bevuild wasgoed zonder zichtbare vlekken.
De wastijd wordt verkort.
Voorwas
Voor wasgoed waarin veel vuil zit, bijv. stof en zand.
Inweken
Voor erg vuil wasgoed en wasgoed met eiwithoudende vlekken, bijv. van bloed, vet en cacao.
– De duur van het inweekproces kunt u
(in stappen van 30 minuten) instellen van 30 minuten tot 2 uur.
– De fabrieksinstelling bedraagt 2 uur.
Hoe u dat moet programmeren, staat beschreven in de rubriek "Program meerfuncties", alinea "Inweken".
-
Extra water
Het waterpeil wordt verhoogd tijdens het wassen en tijdens het spoelen.
U kunt andere opties voor de toets Ex tra water programmeren, zoals be schreven in de rubriek "Programmeer functies".
-
-
-
Voor de programma's kunt u de vol gende extra functies kiezen:
Van de extra functies Kort, Voorwas en Inweken is altijd slechts één
tie te kiezen.
Kort
Voorwas
Inweken
Katoen XXXX
Kreukherstellend XXXX
Automatic ----
Donker/jeans X X X -
Express 20 X
Overhemden X X X -
Wol ! ----
Fijn wasgoed X X X
Pompen/ Centrifugeren
Extra spoelen/ stijven
X1)door het programma vooraf
ingestelde extra functie
----
---X
extra func
Extra water
1)
--X
-
-
27
Page 28
Programmaverloop
Hoofdwas Spoelen Centrifugeren
Waterpeil Wassnel
heid
Katoen d a ( 2-4
Kreukherstel
-
( c e 2-3
lend Automatic ( abc e 2-3 Donker/jeans ( b d 3–L Express 20 d b d 1-3 Overhemden e c e 2 L Wol /ee e 2 LL Fijn wasgoed e d e 3–L
Pompen/
–––––L
Centrifugeren
Extra spoelen/
––e 1 L
stijven
Waterpeil Spoel
-
-beurten
1)2)
3)
3)
3)
-
Spoelen
en centri
fugeren
Eindcen
trifuge
­ren
LL
LL
LL
LL
-
-
d = laag waterpeil ( = gemiddeld waterpeil e = hoog waterpeil
a = intensieve wassnelheid b = normale wassnelheid c = behoedzame wassnelheid d = heel behoedzame wassnelheid e = wassnelheid voor handwas
Bijzonderheden over het programmaverloop vindt u op de volgende pagina.
28
Page 29
Programmaverloop
Uw wasautomaat beschikt over een vol ledig elektronische besturing. Het toe
­stel bepaalt zelfstandig het vereiste wa terverbruik volgens de hoeveelheid wasgoed en de mate waarin dat was goed water opslorpt. Het gevolg daar van is mogelijk verschil in programma
-
-
-
verloop en wastijd.
Het hier opgegeven programmaverloop verwijst telkens naar het basisprogram ma bij maximale belading. Er werd geen rekening gehouden met extra functies die u kunt selecteren.
De display van het programmaverloop van uw wasautomaat toont u op elk wil­lekeurig moment tijdens het waspro­gramma hoever het programma al ge­vorderd is.
Bijzonderheden in het programma
-
verloop:
­Kreukbeveiliging:
De trommel blijft na afloop van het pro gramma nog 30 minuten draaien. Daar mee wordt kreukvorming vermeden. De wasautomaat kan op elk willekeurig mo ment worden geopend. Uitzondering het programma Wol is er geen kreukbe
­veiliging.
1)
Bij een temperatuurkeuze van 60 °C tot 90°C worden er 2 spoelbeurten uitgevoerd. Bij een temperatuurkeu ze onder 60 °C worden er 3 spoel­beurten uitgevoerd.
2)
Er wordt een derde of vierde spoel­beurt uitgevoerd bij:
– te veel schuim in de trommel
– een eindcentrifugeertoerental lager
dan 700 omw/min.
Zonder centrifugeren gekozen is
3)
Er wordt een derde spoelbeurt uitge
voerd bij:
-
-
-
-
:In
-
-
-
Zonder centrifugeren gekozen is
29
Page 30
Programmaverloop wijzigen
Afbreken
Na de start van een wasprogramma kunt u het op elk willekeurig moment af breken.
Draai de programmakiezer op Einde.
^
De wasautomaat pompt het aanwezige sop af. Het programma is afgebroken en het buitendeksel gaat open.
Wanneer u het wasgoed uit de trommel wilt nemen:
Open het buitendeksel tot aan de
^
aanslag. Het binnendeksel zal auto matisch opengaan.
^ Open de wastrommel.
Wanneer u een ander programma wilt kiezen:
^ Controleer of er wasmiddel aanwezig
is in de wasmiddellade. Doe er weer wasmiddel in als dit niet het geval is.
^ Maak zoals voorgeschreven het bin-
nendeksel dicht.
-
Wijzigen
Na de start van een programma kunt u niet meer van programma veranderen.
­Wordt de programmakiezer naar een ander programma verdraaid, dan knip pert het controlelampje Kreukbeveili ging/Einde. Het programmaverloop komt echter niet in het gedrang.
"Temperatuur"
Tot 6 minuten na de start kan de tem peratuur worden veranderd.
Centrifugeertoerental
Het toerental kan altijd worden aange­past.
Extra functies
Tot 6 minuten na de start kan de extra functie Extra water worden in- of uitge­schakeld.
-
-
-
^
Sluit het buitendeksel en kies een nieuwe programma.
Onderbreken
^
Schakel de wasautomaat met de K-toets uit.
Vervolg:
^
Schakel de wasautomaat met de K-toets in.
30
Page 31
Programmaverloop wijzigen
Wasgoed toevoegen of voortijdig uitnemen
U kunt na de start van het wasprogram ma bij alle programma's nog wasgoed toevoegen of uitnemen.
Druk op de toets Deksel.
^
De trommel bevindt zich in de juiste stand voor het openen en blijft die posi tie in stilstand aanhouden (automa tische trommelpositionering en trom melstilstand). Het buitendeksel gaat open.
^ Open het buitendeksel tot aan de
aanslag. Het binnendeksel zal auto­matisch opengaan.
^ Open de wastrommel.
^ U kunt nu wasgoed toevoegen of
voortijdig uitnemen.
^ Sluit de wastrommel.
^ Maak zoals voorgeschreven het bin-
nendeksel dicht.
-
-
Het deksel laat zich niet openen in dien:
de watertemperatuur hoger is dan
-
55 °C.
het programma de stand Centrifuge
ren heeft bereikt.
-
-
-
^
Sluit het buitendeksel.
Het programma wordt automatisch voortgezet.
31
Page 32
Wasmiddel
Het juiste wasmiddel
U kunt alle wasmiddelen gebruiken,die voor wasautomaten geschikt zijn. De gebruiks- en doseeraanwijzingen vindt u op de verpakking van het wasmiddel.
Universeel Kleur- Fijn Speciaal Was
wasmiddel
verzachter
-
Katoen X X X
Kreukherstellend X X X
Automatic X X X
Donker/Jeans
Express 20
1)
1)
XXX–X
XX– –X
Overhemden X X X Wol / –––XX
Fijn wasgoed X X X X
Extra spoelen/
–––X–
Stijven
1)
Vloeibaar wasmiddel gebruiken. Als voorwas gekozen is, is het aan te bevelen een reservoir voor vloeibaar wasmiddel in het vakje j te gebruiken. Het reservoir vindt u bij de Miele-handelaar of de Technische Dienst van Miele.
Speciaal wasmiddel:
wasmiddelen die speciaal voor deze wasprogramma's of dit wasgoed werden ontwikkeld (bijvoorbeeld Miele CareCollection, zie rubriek "Mits toeslag ver
-
krijgbaar toebehoren").
32
Page 33
Wasmiddel
De dosering hangt af van:
de mate waarin het wasgoed vuil is
licht vervuild Geen zichtbaar vuil en geen zichtba re vlekken. De kleren hebben bijv. een lichaamsgeur.
normaal vuil Zichtbaar vuil en/of enkele zichtbare lichte vlekken.
erg vuil Duidelijk zichtbaar vuil en/of vlekken.
de waterhardheid
Indien u de waterhardheid niet kent, kunt u inlichtingen inwinnen bij uw waterdistributiemaatschappij.
– de hoeveelheid wasgoed
Waterhardheid
Hardheid Totale
zacht (I) 0 - 1,5 0 - 8,4 0 - 13
gemiddeld (II) 1,5 - 2,5 8,4 - 14 13 - 25
hard tot zeer hard (III)
hardheid in mmol/l
hoger
dan 2,5
Duitse
hardheid
°d
hoger
dan 14
Franse
hardheid
°f
hoger
dan 25
Onthardingsmiddel
Om wasmiddel te sparen kunt u bij wa ter van de categorieën II en III een ont hardingsmiddel toevoegen. De juiste
­dosering daarvan vindt u op de verpak
king terug. Voeg eerst het wasmiddel en dan pas het onthardingmiddel toe.
Het wasmiddel kunt u dan doseren als voor water met een hardheid van I.
Combinaties
Gebruikt u verschillende middelen, voeg die dan in de volgorde hieronder toe in het vakje j:
1. Wasmiddel
2. Onthardingsmiddel
3. Vlekkenmiddel.
Zo worden de middelen beter inge­spoeld.
-
-
-
33
Page 34
Wasmiddel
Middelen voor de nabe
-
handeling van het wasgoed
Wasverzachters zorgen ervoor dat de was zacht aan voelt en verminderen de elektrostati sche oplading tijdens het machinale drogen.
Vormspoelers zijn synthetische stijfselmiddelen en zorgen ervoor dat het wasgoed wat ste viger aanvoelt.
Stijfsel geeft het wasgoed een stijver en voller effect.
Wasverzachter, vormspoeler, vloei­baar stijfsel automatisch doseren
-
-
Maak na een aantal automatische stijfselbeurten het inspoelvakje schoon. Reinig vooral de zuighevel.
Wasverzachter, vormspoeler of stijfsel in een apart programma
Maak het middel klaar en doseer het
^
zoals aangegeven op de verpakking.
Doe vloeibare middelen in het
^
-
vakje §.
Doe poedervormige of stroperige
^
middellen in het vakje i.
^ Draai de programmakiezer op Extra
spoelen/stijven.
^ Kies een centrifugeertoerental.
^ Druk op de toets Start.
Ontkleuren/kleuren
^ Gebruik geen
uw wasautomaat.
ontkleuringsmiddel in
^
Doe het middel in kwestie in het vakje
§. Let op de aanduiding Max.
Tijdens de laatste spoelbeurt wordt het middel aan het water toegevoegd. Na het wasprogramma blijft er een kleine hoeveelheid water in het vakje § staan.
34
^
Kleurmiddelen mag u enkel in be perkte mate - als voor een huishou den - in uw wasautomaat gebruiken. Het zout dat bij het kleuren gebruikt wordt, kan bij voortdurend gebruik het roestvrij staal aantasten. Hou u strikt aan de richtlijnen van de fabri kant van het middel.
-
-
-
Page 35
Reiniging en onderhoud
Reiniging van de trommel (Hygiëne Info)
Bij het wassen met lage temperaturen en/of vloeibare wasmiddelen is er ge vaar voor kiem- en geurvorming in de wasautomaat. Om de trommel te reini gen en geurvorming te vermijden, dient u één keer per maand of wanneer het controlelampje Hygiëne Info brandt een wasprogramma met een temperatuur van 60 °C of hoger uit te voeren, waar bij u een algemeen waspoeder ge bruikt.
-
-
-
-
De ommanteling en het bedieningspaneel reinigen
Trek de stekker uit het stopcon-
,
tact voor u het toestel reinigt en on­derhoudt.
,
Spuit de wasautomaat in geen
geval af met een waterslang.
De wasmiddellade schoonmaken
Verwijder geregeld eventuele restjes wasmiddel.
^ Trek de wasmiddellade uit.
^
Was de ommanteling en het bedie ningspaneel van het toestel met een zacht reinigingsmiddel of sopje af. Wrijf daarna met een zachte doek droog.
^
Maak de trommel met een geschikt reinigingsmiddel voor roestvrij staal schoon.
,
Gebruik geen schuur- of oplos middelen. Reinigingsmiddelen voor glas of voor universeel gebruik zijn ook af te raden! Ze kunnen schade toebrengen aan kunststof opper vlakken of andere onderdelen.
-
-
-
35
Page 36
Reiniging en onderhoud
Trek het wasverzachterkanaal en de
^
zuighevel uit (pijlen).
^ Reinig de wasmiddellade, het
wasverzachterkanaal en de zuighevel met warm water.
^ Reinig eveneens het buisje waarover
de zuighevel wordt geschoven.
Maak na een aantal stijfselbeurten de zuighevel heel grondig schoon. Stijfsel kan plakkerig worden.
De zitting van de wasmiddellade rei nigen
^ Verwijder wasmiddelresten en kalkaf-
zettingen met behulp van een flessenborstel uit de openingen van de wasmiddellade.
-
36
Page 37
Reiniging en onderhoud
Het watertoevoerzeefje reinigen
Ter bescherming van het watertoevoer ventiel heeft uw machine een zeefje.
Het zeefje in de watertoevoerslang aan het vrije uiteinde van de slang dient u zowat om de 6 maand na te kijken. Bij vaak voorkomende onderbrekingen in de watertoevoer dient dat eerder te ge beuren.
Draai de waterkraan dicht.
^
Schroef de toevoerslang van de wa
^
terkraan los.
-
-
^ Trek de rubber dichting 1 uit de dop-
moer.
^ Neem het handvatje van de zeef 2
met een punttang vast. Trek de zeef eruit en maak ze schoon.
^ Monteer alles terug in omgekeerde
volgorde.
-
^
Draai de schroefkoppeling vast op de waterkraan en draai de kraan open.
^
Als er water uitloopt, draai de dop moer dan wat vaster aan.
Na het reinigen dient u het zeefje beslist weer te monteren.
-
37
Page 38
Storingen verhelpen
Wat gedaan als . . .
De meeste storingen en fouten die bij het dagelijks gebruik kunnen voorkomen, kunt u zelf verhelpen. In heel wat gevallen bespaart u tijd en kosten omdat u dan geen beroep hoeft te doen op de Technische Dienst.
De volgende tabellen kunnen een leidraad zijn om de oorzaken van een bepaalde storing te vinden en uit de weg te ruimen. Neem wel het volgende in acht:
Herstellingen aan elektrische toestellen mag u enkel en alleen door een er
,
kend vakman laten uitvoeren. Door ondeskundige reparaties kunnen er niet te onderschatten risico's voor de gebruiker ontstaan.
Het programma start niet.
Probleem Oorzaken Oplossing
Het controlelampje
Kreukbeveiliging/Einde
brandt niet of de toets Start knippert niet.
Bij de keus van het pro­gramma Pompen/Centri- fugeren gaat het pro gramma niet van start.
Het controlelampje do sering controleren knip pert snel en het pro gramma start niet.
De wasautomaat krijgt geen stroom.
De wasautomaat werd nog niet naar behoren in
-
bedrijf gesteld.
-
De binnendeur is niet ver
-
grendeld.
-
Controleer of – de stekker wel in het
stopcontact zit.
– de smeltstoppen wel in
orde zijn.
Stel de wasautomaat in bedrijf zoals beschreven in de rubriek "Eerste inge bruikneming".
-
Vergrendel de binnen deur zoals voorgeschre ven.
-
-
-
-
38
Page 39
Storingen verhelpen
Het wasprogramma werd afgebroken en er wordt een fout gemeld.
Probleem Oorzaken Verhelpen A
Het foutmeldingslampje afvoer controleren knip pert.
Het foutmeldingslampje
toevoer controleren
knippert.
De foutmeldingslampjes
toevoer controleren en afvoer controleren knip-
peren.
Het controlelampje In-
weken/Voorwas of Spoelen knippert.
De waterafvoer is ge blokkeerd.
-
De afvoerslang ligt te hoog.
De watertoevoer is geblokkeerd.
Het zeefje van de toe­voerslang is verstopt.
Het Miele-lekbeveili­gingssysteem heeft gereageerd.
Het gaat om een sto­ring.
Maak filter en afvoerpomp
­schoon als in de rubriek "Wat gedaan als ...?", alinea "De deur openen bij verstopte af voer en/of stroomonderbre king".
De maximumopvoerhoogte bedraagt 1 m.
Draai de waterkraan open.
Maak het zeefje schoon.
Neem contact op met de Technische Dienst van Miele.
Start het programma nog eens. Zo de foutmelding weer verschijnt, doe dan een be­roep op de Klantendienst.
-
-
A Om de foutmelding uit te schakelen: De wasautomaat met de toets K uitscha
kelen en de programmakiezer in de positie einde draaien.
-
39
Page 40
Storingen verhelpen
Het wasprogramma verloopt normaal hoewel er een service of storing wordt gemeld.
Probleem Oorzaak Oplossing A
Het service-cont rolelampje Hygiëne Info brandt.
Het service-cont rolelampje Dosering controleren brandt.
In het display van het programmaverloop knippert het controle­lampje Wassen of Spoelen.
In het display van het programmaverloop knippert het controle­lampje Kreukbeveili ging/Einde.
-
-
Er werd gedurende relatief lange tijd geen wasprogramma met een temperatuur van meer dan 60°C gestart.
Er werd tijdens het wassen te veel schuim gevormd.
De wasautomaat heeft tijdens het was­sen een fout gedetecteerd.
Na de programmastart heeft iemand de programmakie­zer in een andere stand gedraaid. Draai de program­makiezer weer in zijn oorspronkelijke stand.
-
Om kiem- en geurvorming in de wasautomaat te voorkomen, start u het programma Ka toen 90°C met een algemeen wasmiddel.
Gebruik bij de volgende was beurt minder wasmiddel. Let op de doseringsaanwijzingen op de verpakking van het wasmiddel.
Start het programma nog eens. Wanneer de foutmelding op­nieuw wordt weergegeven, neemt u contact op met de Technische Dienst van Miele.
-
-
A Om de foutmelding uit te schakelen: De wasautomaat met de toets K uitscha
kelen en de programmakiezer in de positie Einde draaien.
De service-controlelampjes branden aan het einde van het programma en bij het inschakelen van de wasautomaat.
40
-
Page 41
Storingen verhelpen
Algemene storingen of een onbevredigend wasresultaat.
Probleem Oorzaken Oplossing
De wasautomaat staat tijdens het centrifuge ren te trillen.
De was wordt niet zo als gewoonlijk gecen trifugeerd.
Na de programma start of bij het nadien toevoegen van was goed hoort u een "ratelend" geluid.
U hoort ongewone pompgeluiden.
In het wasmiddelbak­je zijn vrij veel was­middelresten achter­gebleven.
De wasverzachter wordt niet volledig opgenomen of er blijft te veel water in het vakje § staan.
De wasautomaat staat niet recht opgesteld.
-
Er werd een te laag
-
centrifugeertoerental in
-
gesteld.
De voorziening voor de
-
blokkering van de trom mel wordt automatisch
-
ingeschakeld.
Dit is geen storing! Het is normaal dat u bij het begin en op het einde van de pompfase slurpgeluiden hoort.
De stromingdruk van het water is onvoldoen­de.
In combinatie met ont­hardingsmiddelen heeft waspoeder de neiging samen te klonteren.
De zuighevel zit niet juist of is verstopt.
Plaats de wasautomaat recht op door aan de schroefvoetjes te draaien.
Kies bij de volgende was beurt een hoger centrifu
­geertoerental.
Het geluid behoort tot de nor male werking van de wasau
­tomaat en wijst niet op een defect.
– Maak het watertoevoer-
zeefje schoon.
– Druk eventueel de toets
Extra water in.
Doe in het vervolg eerst het wasmiddel en dan het ont­hardingsmiddel in de lade.
Maak de zuighevel schoon. Zie rubriek "Reiniging en on derhoud van het toestel", alinea "De wasmiddellade schoonmaken".
-
-
-
-
-
-
41
Page 42
Storingen verhelpen
Probleem Oorzaken Oplossing
Het wasgoed wordt met vloei baar wasmiddel niet proper.
Aan het gewas sen textiel kleven grijze elastische resten (vetluizen).
Op gewassen donker wasgoed bevinden zich wit­te, wasmiddelach­tige restjes.
Uit de voorzijde van de wasauto maat komt schuim.
Vloeibaar wasmiddel be vat geen bleekmiddel.
-
Fruit-, koffie- of theevlek ken zijn niet weg te krij gen.
De wasmiddeldosering
-
was onvoldoende omdat de was veel vetvlekken vertoonde (olie, zalf).
Het wasmiddel bevat in water onoplosbare be­standdelen (zeolieten) om het water te onthar­den. Die hebben zich op het wasgoed vastgezet.
Er heeft zich bij het was
-
sen veel schuim ontwik keld.
Gebruik waspoeder dat
-
bleekmiddel bevat.
-
Doe vlekkenmiddel in vakje
-
j en het vloeibaar wasmid del in een doseerbal.
Giet nooit vloeibaar wasmid
del en vlekkenmiddel samen in de wasmiddellade.
Gebruik bij dergelijk vuil was
goed meer waspoeder of ge bruik vloeibaar wasmiddel.
Laat voor de volgende was
beurt een programma Katoen 60 °C met vloeibaar middel en zonder wasgoed draaien.
– Probeer de restjes na het dro-
gen met een borstel te verwij­deren.
– Was donker wasgoed voort-
aan met een wasmiddel zon­der zeolieten. Vloeibare was­middelen bevatten meestal geen zeolieten.
-
Gebruik bij de volgende was
-
beurt minder wasmiddel. Leef de doseringen na die op de ver pakking van het wasmiddel ver meld staan.
-
-
-
-
-
-
-
-
42
Page 43
Storingen verhelpen
Problemen bij het openen of sluiten van de wasautomaat
Probleem Oorzaken Oplossing
De trommelopening staat niet in de boven ste positie.
Het buitendeksel laat zich niet openen.
Het binnendeksel klikt niet vast zoals het hoort.
Een groot onevenwicht heeft verhinderd dat de
-
automatische trommel positionering kon plaatsvinden.
De wasautomaat is niet op het elektriciteitsnet aangesloten.
De wasautomaat is niet ingeschakeld.
Stroomonderbreking Open het deksel zoals aan
Om u te beschermen tegen verbranding kan het dek sel bij een watertemperatuur hoger dan 55 °C niet worden geopend.
De vergrendeling van het binnendeksel is niet gedeactiveerd.
De trommel met de hand in de juiste positie draaien (dat wil zeggen tot de trommel
­vergrendeling in elkaar grijpt).
Doe in het vervolg altijd grote en kleine stukken tex tiel samen in de trommel. Door textiel van verschillend formaat in de trommel te stoppen, verbetert het waseffect en raakt de was tijdens het centrifugeren be­ter verdeeld.
Steek de geaarde stekker in het stopcontact.
Schakel de wasautomaat in met de toets K.
het einde van dit hoofdstuk beschreven staat.
Open het buitendeksel tot aan de aanslag. Sluit vervol gens het binnendeksel.
-
-
-
-
43
Page 44
Storingen verhelpen
Deksel openen bij verstopte afvoer en/of stroom onderbreking
Schakel de wasautomaat uit.
^
-
Draai de filter enkel los tot er water
^
uitloopt.
Het water aflaten onderbreken:
^ Maak het deksel naar de filter met de
gele opener open.
Verstopte afvoer
Indien de afvoer verstopt is, kan er een grote hoeveelheid water in het toestel staan, (max. 25 liter).
,
Voorzichtig: als er kort voordien met hoge temperatuur gewassen werd, kunt u zich verbranden!
Het water aflaten
^
Zet een schaal onder het luikje.
Draai de filter niet helemaal uit het toestel.
^ Draai de filter opnieuw dicht.
Zodra er geen water meer uitloopt:
^
Draai de filter helemaal uit het toestel.
44
Page 45
Storingen verhelpen
Maak de filter grondig schoon.
^
^ Kijk na of de pompvleugel vlot rond-
draait. Er kunnen evt. voorwerpen zo­als knopen en munten in geklemd zit­ten. Die moet u verwijderen. Maak de binnenkant schoon.
^ Zet de filter weer op zijn plaats en
draai hem vast.
,
Wordt de filter niet terugge­plaatst en vastgedraaid, dan loopt er water uit de wasautomaat.
Om verlies van wasmiddel te vermijden, dient u na reinigen van de filter ca. 2 l water in de wasmiddellade te gieten. Overtollig water wordt na de volgende wasbeurt automatisch weggepompt.
Deksel openen
Controleer altijd of de trommel
,
stilstaat voor u de was uit het toestel haalt. Grijpt u in een trommel die nog draait, dan kunt u zich verwon den.
^ Trek aan de noodontgrendeling tot
het buitendeksel opengaat.
^ Open het buitendeksel tot aan de
aanslag. Het binnendeksel zal auto matisch opengaan.
-
-
45
Page 46
Technische Dienst van Miele
Herstellingen
Neem bij storingen die u zelf niet kunt oplossen contact op met:
uw Miele-handelaar of
de Technische Dienst van Miele
Het telefoonnummer van de Tech nische Dienst van Miele vindt u aan het einde van deze gebruiksaanwij zing.
De Technische Dienst heeft het model en het nummer van uw wasautomaat nodig. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje op de achterzijde van de wasautomaat.
-
Programma-actualisering (Update / program correction)
Op het bedieningspaneel vindt u een optische poort met de markering PC (PC = program correction).
Zo kan de elektronische besturing van uw wasautomaat aangepast worden aan toekomstige ontwikkelingen op het vlak van wasmiddelen, weefsels en
­wasprocédés.
Miele zal de mogelijkheid om program ma's te actualiseren tijdig bekendma ken.
Duur en voorwaarden van de waarborg
De waarborgperiode van uw wasauto­maat bedraagt 2 jaar.
Meer gegevens omtrent de voorwaar­den van de waarborg vindt u in het bij­gevoegde garantieboekje.
-
-
46
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Voor deze wasautomaat kunt u bij uw Miele-handelaar of bij de Technische Dienst van Miele toebehoren kopen.
Page 47
Vooraanzicht
Opstellen en aansluiten
a Elektrische aansluiting
b Toevoerslang
c Deur met bedieningspaneel
d Klep voor waswaterfilter, waterpomp
en noodontgrendeling
e Voetje
f Afvoerslang (met bocht en verwijder
baar bochtstuk) met de mogelijkhe den van de waterafvoerleiding
-
-
47
Page 48
Opstellen en aansluiten
De transportbeveiligingen verwijderen
Til het toestel van de verpakkingssok
^
kel weg en rijd het naar de plaats van opstelling.
^ Draai de 4 buitenste schroeven A he-
lemaal los en neem ze eruit.
^ Draai de 4 schroeven B helemaal los.
Deze schroeven blijven op de trans­portbeveiligingen zitten.
De gaatjes van de transportbe
,
veiliging afsluiten om kwetsuren te
­voorkomen !
^ Sluit de 4 grote openingen met de
bijgeleverde doppen af.
Bewaar de transportbeveiligingen en de schroeven. Voor u het toestel transporteert, bv. bij een verhuizing, dient u ze weer te monteren.
-
^
Neem de transportbeveiligingen af.
48
De transportbeveiligingen weer monteren
^
Ga hiertoe in omgekeerde volgorde te werk.
Page 49
Opstellen en aansluiten
De wasautomaat horizontaal zetten
Stel de machine waterpas op. Zorg
^
ervoor dat ze stevig staat.
Plaats van opstelling
Een betonnen vloer is het best geschikt om het toestel op te stellen. Bij zo'n vloer duiken er tijdens het centrifugeren zelden trillingen op. Op houten vloerbe kleding of vloeren met "weke" eigen schappen is dat niet het geval.
De voetjes van het toestel en de
,
plaats waar het opgesteld wordt moeten droog zijn. Zoniet bestaat het gevaar dat de wasautomaat tijdens het centrifugeren gaat schui­ven.
Plaats de machine niet op een weke vloer daar ze anders tijdens het cen­trifugeren gaat trillen.
Als de machine op een houten vloer opgesteld wordt:
de wasautomaat op een triplexplaat (min. 60 x 45 x 3 cm) plaatsen. Die plaat moet u niet alleen op de vloer planken, maar ook op zoveel moge lijk steunbalken vastschroeven.
-
-
-
Het voetje uitdraaien en met de contramoer borgen
Werk oneffenheden in de vloer weg door de voetjes te regelen.
-
^ Schroef het voetje of eventueel beide
voetjes uit tot de wasautomaat lood­recht staat.
^ Houd het voetje vast met een water-
pomptang.
^
Draai de contramoer met een schroe vendraaier vast tegen de behuizing.
-
Installeer de machine bij voorkeur in een hoek. Daar is de vloer immers het stevigst.
49
Page 50
Opstellen en aansluiten
Het lekbeveiliggingssysteem van Miele
Het lekbeveiligingssysteem van Miele biedt een omvattende bescherming te gen waterschade door de wasauto maat.
Het systeem bestaat in wezen uit drie bestanddelen:
1) de toevoerslang
2) de elektronica en de behuizing
3) de afvoerslang
1) De toevoerslang
– Bescherming tegen het springen van
de slang
De springdruk van de toevoerslang ligt boven de 7.000 kPa.
-
De overloopbeveiliging
Deze verhindert dat de wasautomaat overloopt wegens ongecontroleerde
-
watertoevoer. Als het water boven een bepaald niveau stijgt, dan wordt de afvoerpomp ingeschakeld en het water gecontroleerd weggepompt.
3) De afvoerslang
De afvoerslang wordt door een venti latiesysteem beschermd. Dat verhin dert dat de wasautomaat wordt leeg gezogen.
-
-
-
2) In en aan het toestel
– De bodemschaal
Water dat uit de wasautomaat lekt, wordt in de bodemschaal opgevan gen. De vlotterschakelaar schakelt de kleppen van de watertoevoer uit. Er wordt dus geen water meer toege voerd. Het water in de kuip wordt weggepompt.
50
-
-
Page 51
Opstellen en aansluiten
Koudwatertoevoer
De wasautomaat kan zonder een terugstroombeschermer op een leiding van het drinkwater aangesloten wor den. Hij is immers volgens de van kracht zijnde DIN-normen gebouwd.
De waterdruk moet ten minste 100 kPa bedragen maar mag de 1.000 kPa niet overschrijden. Ligt de druk hoger dan
1.000 kPa, laat dan een drukreduceer ventiel installeren.
Voor de aansluiting is een kraan vereist met een schroefdraad van 3/4". Is die niet voorhanden, laat uw wasautomaat dan enkel door een erkend installateur op de drinkwaterleiding aansluiten.
De schroefkoppeling staat onder
,
de druk van de waterleiding. Door de waterkraan zachtjes open te draaien, kunt u nagaan of de aan­sluiting niet lekt. Corrigeer eventueel de zitting van de dichting en de schroefkoppeling.
-
Het vuilzeefje in de wartelmoer op het uiteinde van de toevoerslang mag niet verwijderd worden.
-
De wasautomaat is niet geschikt om op een warmwaterleiding aangeslo ten te worden.
Onderhoud
Gebruik ter vervanging van de toevoer slang enkel de originele Miele-slang. Die weerstaat een springdruk van bo ven de 7.000 kPa.
-
-
-
51
Page 52
Opstellen en aansluiten
Waterafvoer
Het water wordt via een ingebouwde af voerpomp met een opvoerhoogte van 1 m weggepompt. Om de afvoer vlot te laten verlopen, mag de afvoerslang in geen geval knik ken vertonen. Het bochtstuk aan het uiteinde van de afvoerslang kan u in de gewenste rich ting draaien. U kan het ook van de af voerslang aftrekken.
Zo dat nodig blijkt, kan u de afvoer slang tot 5 m verlengen. Het vereiste toebehoren vindt u bij uw Miele-hande laar of in de Technische Dienst van Miele.
De afvoerslang kan u zo plaatsen:
1. In een spoelbak of gootsteen han-
gen:
Let wel op het volgende:
– Maak de slang vast opdat ze niet
wegglijdt!
Zo het water in een spoelbak wordt afgevoerd, dient het vlot genoeg te kunnen wegvloeien. Anders bestaat het risico dat het overloopt of dat een deel van het weggepompte water in de machine wordt teruggezogen.
-
-
Let wel op het volgende:
-
-
-
-
a Aanpasstuk
b Wartelmoer voor de wasbak
c Slangklem
d Afvoerslang van de droogautomaat
^ Plaats het aanpasstuk a met de
wartelmoer voor de wasbak b op de wasbaksifon.
^ Steek het einde van de slang d op
het aanpasstuk a.
Draai de slangklem c vlak achter de wartelmoer voor de wasbak met een schroevendraaier vast.
2. Aansluiten op een kunststof afvoer
buis met een rubberen mof; er is niet per se een sifon vereist.
3. Via een afvoeropening in de vloer la
ten leeglopen.
4. Aansluiten op een wasbak met een
kunststof nippel.
52
-
-
Page 53
Elektrische aansluiting
Opstellen en aansluiten
Dit Miele-toestel is voorzien voor aan sluiting op eenfasige stroom 230 V, 50 Hz. Het is uitgerust met een stekker en een kabel.
Bij gebruik van een stopcontact, hou rekening met het volgende: De Euro-stekker moet steeds bereik baar zijn teneinde het toestel te kunnen uitschakelen. Indien de installatie van de wasauto maat middels een directe aansluiting wordt uitgevoerd, moet de kleurencodering worden gerespecteerd.
De aansluiting mag uitsluitend gebeu­ren op een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met aarding.
Wij geven u de raad uw toestel in geen geval aan te sluiten op verlengsnoeren of aftakcontactdozen. Er is dan eventu­eel risico van brand.
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen.
-
-
-
-
Gegevens omtrent de aansluitwaarde en de vereiste zekeringen vindt u op het typeplaatje. Vergelijk ze zorgvuldig met die van uw elektrische installatie.
53
Page 54
Verbruiksgegevens
Belading Verbruiksgegevens Rest
Stroom
verbruik
in kWh in liter in %
Katoen 90°C 6,0 kg 1,75 48 2 uur 09 min
60°C 6,0 kg 0,95 48 1 uur 49 min
60°C 3,0 kg 0,70 34 1 uur 49 min
r* 6,0 kg 0,85 48 2 uur 39 min 53
r* 3,0 kg 0,62 34 2 uur 39 min 53
40°C 6,0 kg 0,69 58 2 uur 09 min
40°C 3,0 kg 0,50 34 2 uur 09 min
s* 3,0 kg 0,45 34 2 uur 39 min 53
Kreukherstellend 40°C 2,5 kg 0,45 45 1 uur 52 min 30
Automatic 40°C 3,0 kg 0,45 35 - 50 1 uur 24 min
Donker/jeans 40°C 3,0 kg 0,55 43 1 uur 12 min
Express 20 40°C 3,0 kg 0,30 26 20 min
Overhemden 40°C 1,5 kg 0,48 43 54 min Wol / 30°C 2,0 kg 0,23 39 39 min
Fijn wasgoed 30°C 1,5 kg 0,30 65 59 min
water Programma
­duur
-
-vochtig
Opmerking met het oog op vergelijkende tests:
* Testprogramma volgens EN 60456 en energielabel conform
EU-richtlijn 1061/2010
-
-
heid
Deze verbruiksgegevens kunnen afwijkingen vertonen. Ze hangen namelijk af van de waterdruk, de waterhardheid, de temperatuur van het aangevoerde wa ter, de omgevingstemperatuur, de soort en hoeveelheid wasgoed, de schom melingen in de netspanning en de gekozen extra functies.
54
-
-
Page 55
Technische gegevens
Hoogte 900 mm
Hoogte met geopend deksel 1.390 mm
Breedte 454 mm
Diepte 600 mm
Leeggewicht 94,0 kg
Capaciteit 6,0 kg droog wasgoed
Aansluitspanning zie typeplaatje
Aansluitwaarde zie typeplaatje
Zekering zie typeplaatje
Verbruiksgegevens zie hoofdstuk "Verbruiksgegevens"
Min. stromingdruk water 100 kPa (1 bar)
Max. stuwdruk water 1 000 kPa (10 bar)
Lengte van de watertoevoerslang 1,70 m
Lengte van de waterafvoerslang 1,50 m
Lengte van het aansluitsnoer 2,40 m
Max. opvoerhoogte 1,00 m
Max. pompafstand 5,00 m
Keurmerk zie typeplaatje
Stroomverbruik in uitgeschakelde toe stand
Stroomverbruik in ingeschakelde toestand
-
0,25 W
2,0 W
55
Page 56
Programmeerfuncties
Met de programmeerfuncties kunt u de elektronica van uw wasautomaat aan uw specifieke wensen aanpas sen. Deze programmeerfuncties kunt u gelijk wanneer wijzigen.
Extra water
Met de programmeerfunctie Extra water kunt u een van de drie opties voor de toets Extra water vastleggen.
Instelling 1:
(toestand bij levering) Het waterpeil wordt verhoogd tijdens het wassen en tijdens het spoelen.
Instelling 2:
Een extra spoelgang wordt uitgevoerd.
Instelling 3:
Bij het wassen en spoelen wordt er meer water gebruikt. Ook wordt er een extra spoelbeurt ingelast.
-
Voorwaarde:
De wasautomaat is uitgeschakeld.
De wasautomaat is vergrendeld.
De programmakiezer staat op Einde.
A Druk op de toets Start en hou die
tijdens de stappen B tot C inge drukt.
B Schakel de wasautomaat met de
K-toets in.
C Wacht tot het controlelampje van de
toets Start weer constant brandt. . .
B . . . en laat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer in de
stand Katoen 60°C:
Het controlelampje Inw./voorwassen knippert 2 x kort na telkens twee secon­den, omdat instelling 1 in de fabriek is ingesteld.
F Telkens als u op de toets Start drukt,
kiest u een andere instelling.
Het controlelampje Inw./voorwassen:
-
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen van A tot G.
De programmeerfuncties activeert u met de toets Start en met de program makiezer. De toets Start en de pro grammakiezer hebben een verdoken functie. Die is niet op het bedieningspa neel af te lezen.
56
-
-
knippert 2x = Instelling 1
knippert 3x = Instelling 2
knippert 4x = Instelling 3
G Met de toets K de wasautomaat uit
schakelen.
-
De toets Extra water is nu met de geko zen instelling voorzien. Die blijft zo lang opgeslagen tot u een andere instelling programmeert.
-
-
Page 57
Programmeerfuncties
Behoedzame modus
Als de behoedzame modus geacti veerd is, worden de trommelbewe gingen beperkt. Zo kunt u licht bevuild wasgoed behoedzaam was sen.
De behoedzame modus kan worden geactiveerd voor de programma’s Ka toen / Coton en Kreukherstellend.
Het toestel wordt geleverd met de be hoedzame modus uitgeschakeld.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen van A tot G.
De programmeerfuncties activeert u met de toets Start en met de program­makiezer. De toets Start en de pro­grammakiezer hebben een verdoken functie. Die is niet op het bedieningspa­neel af te lezen.
Voorwaarde:
De wasautomaat is uitgeschakeld.
De wasautomaat is vergrendeld.
De programmakiezer staat op Einde.
-
-
-
-
-
A Druk op de toets Start en hou die
tijdens de stappen B tot C inge drukt.
B Schakel de wasautomaat met de
K-toets in.
C Wacht tot het controlelampje van de
toets Start weer constant brandt. . .
B . . . en laat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer in de
stand Katoen r:
Het controlelampje Inw./voorwassen:
knippert niet = de behoedzame
modus is
uitgeschakeld.
knippert = de behoedzame
modus is ingeschakeld.
F Druk op de toets Start om de be-
hoedzame modus in of uit te scha­kelen.
G Met de toets K de wasautomaat uit-
schakelen.
De gekozen instelling van de program meerfunctie is nu opgeslagen. Dat blijft zo tot u die weer wijzigt.
-
-
57
Page 58
Programmeerfuncties
Afkoeling waswater
Op het einde van de hoofdwas loopt er extra water in de trommel om het waswater af te koelen.
Dat gebeurt bij de keuze van het pro gramma Katoen 90°C.
U dient de afkoelfunctie te activeren:
Als u de waterafvoerslang in een
wasbak of gootsteen hangt, om te voorkomen dat iemand zich aan het hete waswater verbrandt.
– In gebouwen met afvoerbuizen die
niet voldoen aan de norm DIN 1986.
De afkoelfunctie is uitgeschakeld wan­neer het toestel wordt geleverd.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen van A tot G.
De programmeerfuncties activeert u met de toets Start en met de program­makiezer. De toets Start en de pro­grammakiezer hebben een verdoken functie. Die is niet op het bedieningspa neel af te lezen.
Voorwaarde:
De wasautomaat is uitgeschakeld.
-
A Druk op de toets Start en hou die
tijdens de stappen B tot C inge drukt.
B Schakel de wasautomaat met de
K-toets in.
C Wacht tot het controlelampje van de
toets Start weer constant brandt. . .
B . . . en laat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer in de
stand Katoen 40°C:
Het controlelampje Inw./voorwassen:
knippert niet = de afkoeling van het
waswater is
uitgeschakeld.
knippert = de afkoeling van het
waswater is ingeschakeld.
F Druk op de toets Start om de afkoe-
ling van het waswater in of uit te schakelen.
G Met de toets K de wasautomaat uit-
schakelen.
­De gekozen instelling van de program
meerfunctie is nu opgeslagen. Dat blijft zo tot u die weer wijzigt.
-
-
De wasautomaat is vergrendeld.
De programmakiezer staat op Einde.
58
Page 59
Programmeerfuncties
Memory-functie
Kiest u een extra functie en/of wijzigt u het centrifugeertoerental bij een programma, dan slaat het toestel die instellingen bij de start van het pro gramma op.
Kiest u opnieuw het wasprogramma, dan geeft het toestel deze opgeslagen extra functies en/of het gewijzigde cen trifugeertoerental weer.
De Memory-functie werd in de fabriek niet ingeschakeld.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen van A tot G.
De programmeerfuncties activeert u met de toets Start en met de program­makiezer. De toets Start en de pro­grammakiezer hebben een verdoken functie. Die is niet op het bedieningspa­neel af te lezen.
Voorwaarde:
De wasautomaat is uitgeschakeld.
De wasautomaat is vergrendeld.
-
A Druk op de toets Start en hou die
tijdens de stappen B tot C inge drukt.
B Schakel de wasautomaat met de
K-toets in.
C Wacht tot het controlelampje van de
toets Start weer constant brandt. . .
B . . . en laat daarna de toets Start los.
-
E Draai de programmakiezer in de
stand Katoen s:
Het controlelampje Inw./voorwassen:
knippert niet = de Memory-functie is
uitgeschakeld.
knippert = de Memory-functie is
ingeschakeld.
F Druk op de toets Start om de
Memory-functie in of uit te schakelen.
G Met de toets K de wasautomaat uit-
schakelen.
De gekozen instelling van de program­meerfunctie is nu opgeslagen. Dat blijft zo tot u die weer wijzigt.
-
De programmakiezer staat op Einde.
59
Page 60
Programmeerfuncties
Inweektijd
Aan de toets Inweken kunt u een in weektijd tussen 30 minuten en 2 uur toewijzen (instelbaar in stappen van 30 minuten).
Die gekozen inweektijd gaat dan aan het eigenlijke wasprogramma vooraf als de extra functie Inweken geselecteerd is.
Met de toets Inweken werd in de fa briek een inweektijd van 2 uur verbon den.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen van A tot G.
De programmeerfuncties activeert u met de toets Start en met de program­makiezer. De toets Start en de pro­grammakiezer hebben een verdoken functie. Die is niet op het bedieningspa­neel af te lezen.
Voorwaarde:
-
-
-
A Druk op de toets Start en hou die
tijdens de stappen B tot C inge drukt.
B Schakel de wasautomaat met de
K-toets in.
C Wacht tot het controlelampje van de
toets Start weer constant brandt. . .
B . . . en laat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer in de
stand Katoen 30°C:
Het controlelampje Inw./voorwassen knippert 1 x kort na telkens twee secon den, omdat een inweektijd van 2 uur in de fabriek is ingesteld.
F Telkens als u op de toets Start drukt,
kiest u een andere instelling.
Het controlelampje Inw./voorwassen:
knippert 1x = 2 uur inweektijd
knippert 2x = 1 uur 30 min.
inweektijd
-
-
De wasautomaat is uitgeschakeld.
De wasautomaat is vergrendeld.
De programmakiezer staat op Einde.
60
knippert 3x = 1 uur inweektijd
knippert 4x = 30 min. inweektijd
G Met de toets K de wasautomaat uit
schakelen.
De toets Inweken is nu gekoppeld aan de door u gekozen inweektijd. Deze blijft net zo lang opgeslagen tot er een andere inweektijd wordt geprogram meerd.
-
-
Page 61
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Miele staat voor perfecte verzorging van uw wasgoed. De wasautomaten van Miele beschikken over een brede waaier aan speciale programma's, waarvan het verloop telkens optimaal is afgestemd op het soort wasgoed in kwestie. Miele heeft bovendien eigen speciale wasmiddelen (CareCollection) en verzorgingsmiddelen ontwikkeld, zo dat u op een unieke manier uw was goed behoedzaam kunt reinigen en verzorgen.
Maak hieronder kennis met Miele's CareCollection en Miele's verzorgingsproducten. U kunt deze ­producten en een grote verscheiden­heid aan andere interessante produc­ten via het internet bestellen.
Alle producten zijn ook verkrijgbaar via de Dienst wisselstukken van Miele.
-
CareCollection
Miele's speciale wasmiddelen
Miele wasmiddel voor outdoor kle ding
Met Miele's wasmiddel voor outdoor kleding kunt u uw waterafstotende
­outdoorkleren erg behoedzaam en
grondig reinigen en verzorgen.
Miele wasmiddel voor sportkleding
Met Miele's wasmiddel voor sportkleding kunt u uw sportkleren en wasgoed van microvezelweefsel erg behoedzaam reinigen. Uw was ruikt snel weer heerlijk fris en onaangename geurtjes maken geen schijn van kans meer.
Miele wasmiddel voor dons
Dit speciale wasmiddel op basis van milde tensiden en natuurlijke hulpstoffen zorgt voor lossere donsveertjes en zorgt er op die manier voor dat de natuurlijke elasticiteit van het dons behouden blijft.
-
Miele impregneermiddel
Miele's impregneermiddel omsluit de vezels van de stof en maakt deze water-, wind- en vuilafstotend zonder dat het het oppervlak van het textiel verstopt. Daardoor kan de stof blijven ademen en blijft de stof elastisch.
61
Page 62
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Miele waspoeder UltraWhite
Miele's waspoeder UltraWhite is ideaal voor zowel wit en licht wasgoed als voor gekleurd wasgoed dat erg vuil is.
Miele wasmiddel UltraColor
UltraColor, Miele's kleurwasmiddel, is ideaal voor het reinigen van gekleurd en zwart wasgoed. Dankzij zijn speciale samenstelling zorgt het ervoor dat vlek ken al op lage temperaturen effectief worden verwijderd en voorkomt het dat uw lievelingskleuren verbleken of ver kleuren.
-
Miele wasmiddel Delicaat voor wol en zijde
Miele wasmiddel Delicaat voor wol en zijde is ideaal om uw delicate wasgoed erg behoedzaam te reinigen en te ver zorgen. Dankzij zijn speciale formule zorgt het al voor een uitstekende reini ging vanaf een temperatuur van 20 °C en beschermt het de kleuren van uw fijn wasgoed.
-
Miele wasverzachter
Miele's wasverzachter laat uw wasgoed lekker fris en natuurlijk ruiken. Boven dien werkt de wasverzachter antistatisch als het wasgoed elektrisch wordt gedroogd en maakt het product uw was heerlijk zacht.
-
-
-
62
Page 63
63
Page 64
W 667
M.-Nr. 09 706 360 / 00nl-BE
Loading...