Miele W 5855 User manual

0 (0)
Gebruiksaanwijzing voor de
wasautomaat W 5855
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw wasautomaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
nl-NL
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig be last en kan worden hergebruikt. Door hergebruik van verpakkingsmate riaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten meestal nog waarde volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functi
­oneren. Wanneer u uw oude apparaat
bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek­tronische apparatuur. Vraag uw handelaar indien nodig om inlichtingen.
-
-
-
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor den opgeslagen.
2
-
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu .......................2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................6
Bediening van de wasautomaat .....................................13
Bedieningspaneel .................................................13
Ingebruikneming van de wasautomaat ...............................15
Dosering van vloeibaar wasmiddel ..................................17
Basisdosering ....................................................17
Tips ............................................................18
Tips om energie en water te besparen................................19
Energie- en waterverbruik.........................................19
Gebruik van wasmiddelen ........................................19
Eco Feedback ....................................................20
Zo wast u goed...................................................21
Korte handleiding .................................................21
Centrifugeren ....................................................28
Maximaal centrifugetoerental ........................................28
Voorprogrammering ..............................................29
Programma-overzicht .............................................30
Extra functies ....................................................34
Textielbehandelingssymbolen ......................................35
Programmaverloop ...............................................36
Het wijzigen van het programmaverloop..............................38
Het afbreken van een programma / Het wisselen van programma............38
Het onderbreken van een programma .................................38
Het wijzigen van een gekozen programma ..............................38 Het bijvullen van de trommel of het voortijdig verwijderen van wasgoed
uit de trommel ....................................................39
Kinderbeveiliging..................................................39
Wasmiddelen ....................................................40
Het juiste wasmiddel ...............................................40
Wateronthardingsmiddel ............................................41
Wasmiddelen met verschillende componenten ..........................41
Middelen voor het nabehandelen van het wasgoed .......................42
Automatisch spoelen met een wasverzachter of stijfsel..................42
Apart spoelen met een wasverzachter of stijfsel .......................42
Het kleuren en ontkleuren ...........................................42
3
Inhoud
Het reinigen van de wasautomaat ...................................43
Het reinigen van de trommel (Hygiëne Info) .............................43
Het reinigen van de ommanteling en het bedieningspaneel.................43
Het reinigen van de wasmiddellade ...................................43
Het reinigen van de doseereenheid ...................................45
Het reinigen van het reservoir met deksel ............................45
Het reinigen van de slang.........................................45
Het reinigen van de watertoevoerzeefjes ...............................46
Nuttige tips ......................................................47
Het oplossen van problemen.........................................47
Het lukt niet om een wasprogramma te starten. ..........................47 Het programma is afgebroken en in het display verschijnt de volgende
storingsmelding: ..................................................48 Het programma is afgelopen en in het display verschijnt de volgende
storingsmelding: ..................................................49
Problemen met de automatische dosering van vloeibaar wasmiddel..........50
Algemene problemen met de wasautomaat .............................52
Een tegenvallend wasresultaat .......................................53
De deur kan met de Deur - toets niet worden geopend.....................54
Het openen van de deur bij verstopte afvoer en/of stroomuitval..............55
Afdeling Klantcontacten ...........................................57
Reparaties.....................................................57
Programma-actualisering (Update) .................................57
Garantietermijn en garantievoorwaarden .............................57
Bij te bestellen onderdelen ........................................57
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat .......................58
Het apparaat van voren .............................................58
Het apparaat van achteren ..........................................59
Plaats van opstelling ...............................................60
Het plaatsen van de wasautomaat ....................................60
Het verwijderen van de transportbeveiliging.............................60
Het monteren van de transportbeveiliging ..............................62
Het stellen van de wasautomaat ......................................63
Het naar buiten draaien en vastzetten van de stelvoeten ................63
Was-droogzuil..................................................64
4
Inhoud
Doseereenheid ...................................................65
Het Miele waterbeveiligingssysteem ...................................68
Het aansluiten van de watertoevoer ...................................69
Het aansluiten van de waterafvoer ....................................70
Elektrische aansluiting ..............................................71
Technische gegevens .............................................72
Verbruikgegevens ................................................73
Instructies voor de vergelijkende onderzoeken:........................73
Programmeerfuncties .............................................74
Het openen van het menu van de programmeerfuncties.................74
Het kiezen van de programmeerfuncties .............................74
Het programmeren van de varianten ................................74
Het sluiten van het menu van de programmeerfuncties..................74
Taal
! ...........................................................74
Basisdosering ....................................................75
Totale verbruik ....................................................75
Extra water .......................................................75
Extra stil .........................................................75
Behoedzaam wassen ..............................................76
Afkoeling van het waswater ..........................................76
Code ...........................................................76
Temperatuureenheid ...............................................77
Zoemer..........................................................77
Akoestisch signaal.................................................77
Lichtsterkte ......................................................77
Contrast .........................................................77
Stand-by display ..................................................78
Memory .........................................................78
Kreukbeveilig. ....................................................78
Na te bestellen reinigings- en onderhoudsmiddelen ....................79
CareCollection ....................................................79
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze wasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids bepalingen.
Ondeskundig gebruik kan persoonlijk letsel en schade aan het apparaat veroorzaken. Lees de gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voor dat u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belang rijke instructies betreffende de veiligheid, het gebruik en het on derhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan de even­tuele volgende eigenaar.
Efficiënt gebruik
Deze wasautomaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk of
~
daarmee vergelijkbaar gebruik.
Deze wasautomaat is uitsluitend bestemd voor gebruik binnens-
~
huis.
-
-
-
-
Deze wasautomaat is uitsluitend bestemd voor het wassen van
~
textiel dat volgens de aanwijzingen van de fabrikant op het onder houdsetiket in de wasautomaat mag worden gewassen. Gebruik voor andere doeleinden kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische
~
gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van dit appa raat niet in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen ge bruiken als ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een verantwoordelijk persoon.
6
-
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer er kinderen in huis zijn
Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van de
~
wasautomaat komen als ze constant onder toezicht staan.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasautomaat alleen dan zon
~
der toezicht gebruiken, als ze daar uitleg over hebben gehad. Ze moeten inzien wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het apparaat niet goed bedienen.
Kinderen mogen de wasautomaat niet zonder toezicht reinigen of
~
onderhouden.
Wanneer er kinderen in de buurt van de wasautomaat zijn, houd
~
ze dan goed in de gaten en zorg ervoor dat ze er niet mee gaan spelen.
Wanneer u met hoge temperaturen wast, bedenk dan dat het
~
glas van de deur heet wordt en zorg ervoor dat kinderen het glas tij­dens zo'n wasprogramma niet aanraken.
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar
~
beschadigd is. Een beschadigde wasautomaat mag niet worden geplaatst en niet in gebruik genomen.
Vergelijk vóórdat u de wasautomaat aansluit de aansluitgegevens
~
(zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de wasautomaat is uitsluitend gega-
~
randeerd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw inspec­teren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aard­draad.
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer.
~
Dit in verband met gevaar voor bijvoorbeeld oververhitting.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderde
~
len worden vervangen. Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij stellen aan onze ap paraten en onderdelen daarvan.
8
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Reparaties aan de wasautomaat mogen alleen door vakmensen
~
van Miele worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico's voor de gebruiker opleveren, waarvoor de fabrikant niet aansprake lijk kan worden gesteld.
-
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet de kabel door er
~
kende vakmensen worden vervangen.
Wanneer er een storing wordt verholpen en wanneer de wasauto
~
maat wordt gereinigd en onderhouden mag er geen elektrische spanning op de wasautomaat staan. Dat is het geval, als aan één van de volgende voorwaarden is vol­daan:
– als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld,
– of als de stekker uit de contactdoos is getrokken.
De wasautomaat mag alleen met een nieuwe slangenset op de
~
waterleiding worden aangesloten. Een oude slangenset mag niet opnieuw worden gebruikt.
Deze wasautomaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv.
~
op een schip) worden gebruikt.
Breng geen wijzingen aan de wasautomaat aan die niet
~
nadrukkelijk door Miele zijn toegestaan.
-
-
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Nog meer aanwijzingen over het gebruik
Plaats uw wasautomaat niet in vorstgevoelige ruimten.
~
Bevroren slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaar heid van de elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt afnemen.
-
Verwijder voordat u de wasautomaat in gebruik neemt de trans
~
portbeveiliging aan de achterzijde van het apparaat. Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat", pa ragraaf: "Het verwijderen van de transportbeveiliging". Wanneer u de transportbeveiliging niet verwijdert, kan dat bij het centrifugeren schade veroorzaken aan uw wasautomaat en aan de meubels / apparaten die ernaast staan.
Sluit de kraan af als u langere tijd afwezig bent (bijv. tijdens va-
~
kanties), zeker als er zich in de buurt van de wasautomaat geen af­voer in de vloer zoals een putje bevindt.
Denk eraan dat er water kan overstromen.
~
Controleer daarom vóórdat u de waterafvoerslang in een wastafel of wasbak hangt, of het water snel genoeg wegstroomt. Zorg er daarom ook voor dat de afvoerslang niet weg kan glijden. Wanneer de slang niet goed vastzit kan hij door de kracht van het wegstromende water uit de wastafel of wasbak worden gedrukt.
Let erop dat u voorwerpen zoals spijkers, naalden, munten en pa
~
perclips niet meewast. Deze kunnen namelijk onderdelen van de wasautomaat bescha digen (bijv. kuip, wastrommel). Beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt weer schade aan het wasgoed veroorzaken.
-
-
-
-
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als u het wasmiddel op de juiste manier doseert, is het niet nodig
~
dat u de wasautomaat ontkalkt. Mocht uw apparaat toch zo sterk verkalkt zijn, dat het beslist moet worden ontkalkt, gebruik daar dan speciale ontkalkingsmiddelen voor die een anti-corrosie-middel bevatten. Deze middelen zijn verkrijgbaar via uw Miele-vakhandelaar of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland. Volg de adviezen voor het gebruik van de ontkalkingsmiddelen strikt op.
Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen is
~
behandeld, moet eerst grondig in helder water worden uitgespoeld, vóórdat het in de wasautomaat wordt gewassen.
Gebruik in deze wasautomaat nooit een oplosmiddelhoudend rei-
~
nigingsmiddel zoals wasbenzine. Dit om te voorkomen dat onderdelen van het apparaat beschadigd raken, dat er giftige dampen ontstaan, dat er brand uitbreekt of dat zich of zich een explosie voordoet.
Zorg ervoor dat ook het oppervlak van de wasautomaat nooit in
~
aanraking komt met een oplosmiddelhoudend reinigingsmiddel zo­als wasbenzine. Zo´n middel kan het kunststof oppervlak beschadigen.
Wanneer u textielverf in de wasautomaat wilt gebruiken, kies dan
~
textielverf die daar geschikt voor is, gebruik niet meer verf dan strikt nodig is en neem de aanwijzingen van de textielverffabrikant precies in acht.
Ontkleuringsmiddelen kunnen door hun chemische samenstelling
~
corrosie veroorzaken. Deze middelen mogen daarom niet in de wasautomaat worden ge bruikt.
Komt er vloeibaar wasmiddel in de ogen terecht, spoel de ogen
~
dan met veel water schoon. Wordt dit middel per ongeluk ingeslikt, bel dan direct de dokter op. Personen met een gevoelige of beschadigde huid kunnen het vloei bare wasmiddel maar beter niet aanraken.
-
-
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren kunnen worden aan- of inge
~
bouwd. Wanneer er andere toebehoren worden aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en pro ductaansprakelijkheid.
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
-
-
12
Bedieningspaneel
Bediening van de wasautomaat
a Automatische dosering - toets
Met deze toets kunt u de automa tische dosering van vloeibaar was middel inschakelen.
b EcoFeedback - toets
Nadere bijzonderheden hierover vindt u in het hoofdstuk: "Tips om energie en water te besparen", para­graaf: "EcoFeedback".
c Toetsen voor de extra functies
Met deze toetsen kunt u extra func­ties in- en uitschakelen.
d Display
Nadere bijzonderheden over het dis play vindt u op de volgende bladzij de.
e Voorprogrammering - toets
Met deze toets kunt u het tijdstip dat het door u gekozen programma moet starten van te voren instellen.
f Temperatuur - toets
Met deze toets kunt u de gewenste temperatuur instellen.
g Centrifugetoerental - toets
Met deze toets kunt u het gewenste toerental, de Spoelstop of . (Zonder centrifugeren) instellen.
h Optische interface PC
-
-
-
Op deze plaats kunnen onze technici de wasprogramma's controleren, up daten en in het geheugen van de wasautomaat opslaan.
i Start/Stop - toets
Met deze toets kunt u: het gekozen wasprogramma starten en een gestart programma afbreken.
j Programmakeuzeschakelaar
Met deze schakelaar kunt u het ge­wenste wasprogramma instellen. Het controlelampje van het gekozen programma licht op.
­De schakelaar kan zowel rechtsom
als linksom worden gedraaid.
k K - toets
Met deze toets kunt u: de wasautomaat in- en uitschakelen en het programma onderbreken. De automaat gaat in het kader van de energiebesparing 15 minuten na afloop van een programma / de kreukbeveiliging automatisch uit. Het apparaat gaat ook uit wanneer u het na het inschakelen niet bedient.
l Deur - toets
Met deze toets kunt u de deur van de wasautomaat openen.
-
13
Bediening van de wasautomaat
Tweede functie van de toetsen voor de voorprogrammering (V), de tem peratuur (OK) en het centrifugetoe rental (W)
Bij de keuze van Overige programma's 4 en van de programmeerfuncties vervullen bovenstaande toetsen een tweede functie. Deze wordt met een symbool weergegeven.
– Met de Voorprogrammering (V)-
toets loopt u door de lijst naar boven en verlaagt u de gemarkeerde waar de.
Met de Centrifugetoerental (W) - toets loopt u door de lijst naar beneden en verhoogt u de gemarkeerde waarde.
Met de Temperatuur (OK) - toets be vestigt u de gemarkeerde tekst of waarde of opent u het submenu van de gekozen programmeerfunctie.
Programmaduur (resttijd)
Wanneer u een programma start zon der gebruik te maken van de voorpro grammering, dan geeft het display in uren en minuten aan hoelang het pro gramma waarschijnlijk gaat duren.
-
-
-
-
Wanneer u een programma start met voorprogrammering, dan geeft het dis play pas na afloop van de voorgepro grammeerde tijd aan hoelang het pro gramma gaat duren.
Tijdens de eerste 8 minuten berekent de wasautomaat hoelang het duurt voordat het wasgoed het water heeft opgenomen en berekent op grond hier van de belading. Het is mogelijk dat het programma daardoor langer of korter gaat duren.
Voorgeprogrammeerde tijd
Wanneer u een programma start met voorprogrammering, dan geeft het dis­play eerst de voorgeprogrammeerde tijd aan, d.w.z. geeft aan hoelang het nog duurt voordat het gekozen pro­gramma begint.
Na de programmastart wordt de voor­geprogrammeerde tijd in het display af­geteld, en wel
-
-
-
tot 10 h per uur;
vanaf9h59minperminuut.
Na afloop van de voorgeprogram meerde tijd start het programma auto matisch en geeft het display aan hoe lang het programma waarschijnlijk gaat duren.
Programmeerfuncties
U kunt een aantal varianten program meren om het wasprogramma nog be ter af te stemmen op het soort wasgoed en de manier waarop u dit wilt wassen.
Bij het programmeren ziet u de vari anten in het display.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
14
Ingebruikneming van de wasautomaat
Iedere wasautomaat wordt in de fa briek op zijn werking getest. Het is mogelijk dat er als gevolg van deze tests wat water in het apparaat achterblijft.
Controleer voordat u uw wasauto maat voor het eerst gebruikt of het apparaat volgens de regels is ge plaatst en aangesloten. Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aan sluiten van de wasautomaat".
Om veiligheidsredenen is het niet mogelijk om meteen bij de eerste wasbeurt te centrifugeren. Ter activering van het centrifugeren moet u eerst een wasprogramma zonder wasgoed
draaien. Dan wordt ook de slang van het do­seersysteem met vloeibaar wasmid­del gevuld.
^
Schakel de wasautomaat met de K ­toets in.
Wordt de wasautomaat voor het eerst ingeschakeld, dan verschijnt het start display.
Dit startdisplay verschijnt niet meer, zodra er een wasprogramma volledig is uitgevoerd en langer heeft ge duurd dan 1 uur.
-
-
-
Het instellen van de displaytaal
­In het display verschijnt nu een scherm
dat u vraagt om de taal in te stellen die u in het display wilt hebben.
! deutsch
Druk net zolang op de Centrifugetoe
^
rental (W) - toets en/of de Voorpro grammering (V) - toets, totdat de ge
wenste taal in het display verschijnt.
-
tuur (OK) - toets.
Bevestig uw keuze met de Tempera
^
U kunt de displaytaal echter ook altijd via de programmeerfunctie "Taal" instel­len. Zie hoofdstuk: "Programmeerfuncties".
Het verwijderen van de transportbe­veiliging en doseereenheid
Wegens risico op schade aan het apparaat moeten de transportbevei­liging en de doseereenheid vòòr de eerste wasbeurt zijn verwijderd.
Misschien heeft de installateur dat ge daan. Zo niet:
^
-
Druk op de Deur - toets en haal de doseereenheid uit het apparaat.
^
Verwijder de transportbeveiliging.
^
Bevestig bovenstaande handelingen door op de Temperatuur (OK) – toets te drukken.
-
-
-
-
-
15
Ingebruikneming van de wasautomaat
Het voorbereiden van de dose ring vloeibaar wasmiddel
Hoe de doseereenheid moet worden gemonteerd, wordt beschreven in het hoofdstuk: "Het plaatsen en aanslui ten van de wasautomaat", paragraaf: "Doseereenheid".
Het reservoir is alleen geschikt
,
voor vloeibare wasmiddelen. Andere middelen zoals bleekmid delen en poedervormige wasmid delen kunnen uw wasautomaat en/of wasgoed beschadigen.
Het doseren van het wasmiddel
^ Haal het reservoir van de sokkel.
Het reservoir bezit een bodemventiel dat automatisch dichtgaat, wanneer het reservoir van de sokkel wordt gehaald.
^ Open het deksel van het reservoir.
^
Vul het reservoir met vloeibaar was middel tot maximaal 1 cm onder de rand (ca. 5 l).
Tip: Houd de fles met vloeibaar was middel op zijn kop boven het reservoir, zodat de fles helemaal leeg kan lopen.
^
Sluit het deksel om te voorkomen dat het vloeibaar wasmiddel opdroogt en er voorwerpen in het reservoir te rechtkomen.
^
Zet het reservoir weer op de sokkel en druk het stevig aan, zodat het bodemventiel opengaat.
-
-
-
-
-
-
Het vullen van de slang met wasmid
-
del
Draai de programmakeuzeschake
^
laar op Fijne was.
Stel met de Temperatuur - toets een
^
temperatuur in van 60°C.
Druk op de Automatische dosering -
^
toets.
U moet nu een hoeveelheid van 100 ml invoeren. Dit doet u als volgt.
Normaal 000ml
^ Voer met de Centrifugetoerental (W)-
toets het eerste cijfer in.
^ Bevestig het cijfer met de Tempera-
tuur (OK) - toets.
^ Herhaal de procedure indien nodig
voor het tweede en derde cijfer.
In het display verschijnt nu een scherm waarin u de vuilgraad kunt instellen.
Normaal O O F FM
^
Stel met de Centrifugetoerental (W)­toets de vuilgraad Zeer sterk in.
^
Bevestig de vuilgraad met de Tem peratuur (OK) - toets.
^
Druk op de Start/Stop - toets.
Nadat de wasautomaat voor het eerst in gebruik is genomen, moet de basisdoseerhoeveelheid voor het vloeibare wasmiddel worden in gesteld. Zie volgende bladzijde.
-
-
-
-
16
Dosering van vloeibaar wasmiddel
De ingestelde hoeveelheid van 100 ml is alleen toereikend voor de eerste keer dat u de wasautomaat gebruikt.
Stel de basishoeveelheid in die u
^
voor het gewone gebruik moet dose ren.
Er kan nog lucht in de slang zitten. Dit duidt echter niet op een storing in het systeem.
Basisdosering
Neem de doseeraanwijzingen van de wasmiddelfabrikant voor normaal ver­vuild wasgoed in acht.
Let ook op de waterhardheid.
Het instellen van de basishoeveel heid te doseren vloeibaar wasmiddel
Druk tegelijk op de Voorprogramme
^
ring (V) - toets en op de Centrifuge toerental (W) - toets, totdat in het dis
play verschijnt:
-
Taal !
U bevindt zich nu in het menu van de programmeerfuncties.
Druk zo vaak op de Centrifugetoeren
^
tal (W) - toets, totdat de instelling Basisdosering verschijnt.
^ Bevestig de instelling met de Tempe-
ratuur (OK) - toets.
U moet nu de basisdosering invoeren. Voor bijv. 90 ml de cijfers 090.
Normaal 100ml
^ Voer met de Centrifugetoerental (W)-
toets of met de Voorprogrammering (V) - toets het eerste cijfer in.
-
-
-
-
-
^
Bevestig dit cijfer met de Tempera tuur (OK) - toets.
^
Herhaal de procedure indien nodig voor het tweede en derde cijfer.
^
Druk op Terug.
U komt nu weer bij de programmakeu ze terecht.
De wasautomaat kan het vloeibare was middel nu automatisch doseren.
-
-
-
17
Dosering van vloeibaar wasmiddel
Tips
Het juiste vloeibare wasmiddel
U kunt ieder vloeibaar wasmiddel dose ren. Het is echter aan te bevelen om een vloeibaar wasmiddel te doseren dat vaak wordt gebruikt.
U kunt hieronder de naam van het ge bruikte product opschrijven.
Product:
Het bijvullen van vloeibaar wasmid­del
Wanneer het vloeibare wasmiddel op is en u hetzelfde middel wilt blijven ge bruiken, kunt u het reservoir bijvullen zonder het eerst te reinigen.
-
-
Het wisselen van vloeibaar wasmid del
Meng geen verschillende soorten
­vloeibaar wasmiddel.
Doet u dat toch, heeft dat een nega tief effect op het wasresultaat en kunnen de wasmiddelen uitvlokken.
Reinig het reservoir zoals beschreven
^
in het hoofdstuk: "Reiniging en onder houd".
Let erop dat de basishoeveelheid te
^
doseren wasmiddel eveneens moet worden gewijzigd.
Vuilgraad
Licht: Het wasgoed is niet zichtbaar vies, maar ruikt niet meer zo fris.
Normaal: Er zijn vuile vlekjes op het wasgoed te zien.
Sterk: Er zijn duidelijk vuile vlekken op het wasgoed te zien.
-
-
-
18
Zeer sterk: Het wasgoed vertoont vuile vlekken die er al langer inzitten en die zijn inge droogd.
-
Tips om energie en water te besparen
Energie- en waterverbruik
Maak bij ieder programma dat u kiest
gebruik van de maximale beladings capaciteit van de trommel. Het energie- en waterverbruik is dan, vergeleken met de totale hoeveel heid wasgoed, het laagst.
Bedenk dat het apparaat dankzij de
beladingsautomaat bij een geringe belading minder water en energie verbruikt en de programmaduur ver kort. Het is daardoor mogelijk dat de rest tijd die in het display wordt aangege ven in de loop van het wasprogram­ma wordt gecorrigeerd.
– Gebruik het programma Express 20
voor kleinere hoeveelheden was­goed.
– Moderne wasmiddelen maken het
mogelijk om met lagere temperaturen te wassen, bijv. met 20°C). Maak gebruik van deze mogelijkheid.
Voor de hygiëne in de wasautomaat adviseren wij u om zo nu en dan een programma met een temperatuur van minstens 60°C te starten. Met de melding Hygiëne Info in het display herinnert de wasautomaat u daar aan.
-
-
Gebruik van wasmiddelen
Gebruik hoogstens zoveel wasmid
-
-
del als op de wasmiddelverpakking staat aangegeven.
Controleer bij het doseren van het
wasmiddel hoe vuil het wasgoed is.
Gebruik de automatische dosering.
Juiste keuze van extra functies (Kort, Voorwas en Voorwas + Inweken)
Kies voor:
­licht vervuild wasgoed
­bare vlekken een wasprogramma
met de extra functie Kort;
– normaal tot sterk vervuild wasgoed
met zichtbare vlekken een waspro­gramma zonder extra functie;
– zeer sterk vervuild wasgoed
wasprogramma met de extra functie Voorwas + Inweken;
– wasgoed waar veel stof of zand in zit
de extra functie Voorwas.
Tip voor machinaal drogen
Wilt u het wasgoed na afloop in de droogautomaat drogen, kies dan het hoogste centrifugetoerental dat voor dit wasgoed mogelijk is.
zonder zicht
-
-
een
19
Tips om energie en water te besparen
Eco Feedback
Via de Eco Feedback - toets krijgt u in formatie over het energie- en waterver bruik van uw wasautomaat.
Alleen wanneer u op de Eco Feedback - toets drukt, verschijnt deze informatie in het display.
Het gaat om twee soorten informatie:
Vòòr en tijdens het programma ver
schijnt er een prognose van het energie- en waterverbruik.
– Na afloop van het programma ver-
schijnt het werkelijke energie- en wa­terverbruik.
1. Prognose
Aan de hand van een balkdiagram wordt een prognose van het verbruik
­gegeven.
-
Energie eeefff Water eeffff
Hoe meer hoge balken (e), des te hoger het verbruik. Hoe meer lage balken ( des te lager het verbruik.
De prognose hangt af van het waspro gramma, de temperatuur en de extra functies die u gekozen hebt.
-
2. Het werkelijke verbruik
Na afloop van het programma kunt u, voordat u de deur opendoet, het werke­lijke energie- en waterverbruik aflezen.
^ Druk op de Eco Feedback - toets en
blijf er op drukken.
0,3 kWh 68 l
In het display verschijnt het energie- en waterverbruik.
f),
-
^
Druk na het kiezen van een waspro gramma op de Eco Feedback - toets en blijf er op drukken.
20
Wanneer u de deur opent, verschijnt de prognose weer in het display.
Het totale verbruik
De programmeerfunctie Het totale ver bruik geeft u informatie over het
energie- en waterverbruik tot dan toe.
­Het energieverbruik wordt altijd naar
een rond getal afgerond.
Nadere informatie vindt u in het hoofd stuk: "Programmeerfuncties".
-
-
Zo wast u goed
Korte handleiding
Wanneer u een kort overzicht wilt heb ben over hoe u de wasautomaat moet bedienen, kunt u de met cijfers aange duide stappen (A, B, C,...)aanhou den.
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor
Het inspecteren van het wasgoed
^ Maak de zakken leeg.
,
Voorwerpen (spijkers, munten, paperclips e.d.) kunnen wasgoed en onderdelen van de wasautomaat be schadigen.
Keer gebreid of tricot wasgoed bin
^
-
nenstebuiten als de fabrikant dat ad viseert.
Knoop bed- en kussenovertrekken
-
^
dicht zodat er geen andere textiel in
­terecht kan komen.
Het sorteren van het wasgoed
Sorteer het wasgoed naar kleur en
^
naar de symbolen in het onderhouds etiket, dat zich in de kraag of in de zijnaad bevindt.
Was geen textiel dat volgens het on
^
derhoudsetiket niet in de wasauto­maat kan worden gewassen. Het symbool daarvoor is: h.
^ Was licht en donker textiel bij de
eerste wasbeurten apart, want don­ker textiel geeft dan vaak iets af.
Het voorbehandelen van vlekken
^ Verwijder eventuele vlekken op het
textiel, als het even kan zodra ze ont­staan zijn. Dit is nog belangrijker voor moeilijke vlekken als thee-, koffie-, ei­en bloedvlekken.
-
Neem de vlekken met een tissue af. Wrijf de vlekken er niet in!
-
-
-
-
^
Sluit de ritsen. Keer kleding met rit sen eventueel binnenstebuiten.
^
Sluit eventuele haakjes en oogjes.
^
Zorg ervoor dat onderdelen van kle ding, zoals bh-beugels, niet los kun nen raken. Maak ze vast of verwijder ze.
^
Verwijder bij vitrage de haakjes en het loodband of wikkel de vitrage in een doek.
-
-
,
Gebruik in geen geval chemi sche (oplosmiddelhoudende) reini gingsmiddelen in de wasautomaat!
-
-
-
21
Zo wast u goed
B Schakel de wasautomaat in
C Belaad de wasautomaat
Open de deur met de Deur - toets.
^
Leg het wasgoed uit elkaar gevou
^
wen en losjes in de trommel.
Leg stukken wasgoed van verschil
^
lende grootte in de trommel.
Daardoor wordt een beter wasresultaat bereikt en kan het wasgoed zich tijdens het centrifugeren beter verdelen.
Gebruik de maximale belading.
^
Bij een maximale belading is het ener gie- en waterverbruik, vergeleken met de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst.
Bij overschrijding van de maximale be­ladingscapaciteit vallen de wasresulta­ten tegen en gaat het wasgoed sneller kreuken.
Let erop dat er niets tussen deur en manchet beklemd raakt.
-
-
-
D Kies een programma
A. Programmakeuze via de programma
keuzeschakelaar:
^ Draai de programmakeuzeschake-
laar naar rechts of links totdat het lampje gaat branden van het pro­gramma dat u wilt hebben.
-
^
Sluit de deur met een lichte klap.
22
Zo wast u goed
B. Programmakeuze via stand Overige
programma's 4 en display
Onder stand Overige programma's
4 bevinden zich nog meer pro gramma’s.
^ Draai de programmakeuzeschake-
laar naar rechts op stand Overige programma's 4.
Het controlelampje gaat branden.
-
In het display verschijnt:
Blader met de Voorprogrammering
^
(V) – toets en de Centrifugetoerental (W) – toets door de lijst.
Staat het gewenste programma in het display,
^ bevestig dat dan met de Tempera-
tuur (OK) - toets.
E Kies de temperatuur en/of het cen-
trifugetoerental
U kunt nu de temperatuur en/of het centrifugetoerental in het display wij zigen.
2:59 r 1400
^
Wijzig indien gewenst de tempera tuur door op de Temperatuur - toets te drukken. Wijzig indien gewenst het centrifuge toerental door op de Centrifugetoe rental - toets te drukken.
-
-
-
-
23
Zo wast u goed
F Kies eventueel (een) extra func
-
tie(s)
Met de extra functies kunt u het geko zen programma nog beter afstemmen op uw wasgoed.
^ Druk op de toets(en) van de ge-
wenste extra functie(s).
Het controlelampje naast de gekozen extra functie gaat branden.
Niet alle extra functies kunnen bij alle wasprogramma's worden gekozen. Wanneer u op een extra functietoets drukt en het controlelampje niet gaat branden, betekent dat dat deze extra functie voor het gekozen programma niet van toepassing is.
Voorwas
+
Met deze functie kunt u de voorwas ac tiveren, maar ook een extra inweektijd
­van 1 uur of 2 uur instellen.
Met 1x drukken activeert u de voor was.
Met 2x drukken activeert u de voorwas en stelt u 1 uur inweektijd in.
Met 3x drukken activeert u de voorwas en stelt u 2 uur inweektijd in.
Met 4x drukken schakelt u de functie uit.
-
-
Kort
Met deze functie kunt u de hoofdwas verkorten.
Deze functie is geschikt voor licht ver vuild wasgoed zonder zichtbare vlek ken.
24
-
-
Zo wast u goed
G Programmeer eventueel de start
vòòr
U kunt het tijdstip dat het door u geko zen programma moet starten minimaal 30 minuten en maximaal 24 uur van te voren instellen. Dat kunt u bij voorbeeld doen om ge bruik te maken van het nachttarief. Zie hoofdstuk: "Voorprogrammering".
H Doseer het wasmiddel
Het is belangrijk om niet te weinig en niet te veel wasmiddel te doseren.
. . . Te weinig wasmiddel heeft tot
gevolg dat
– het wasgoed niet schoon en na ver-
loop van tijd grauw en hard wordt;
– er zich vetbolletjes in het wasgoed
vormen;
– er zich kalk op de kuip en de verwar-
mingselementen afzet.
. . . Te veel wasmiddel heeft tot
gevolg dat
er zich te veel schuim vormt, de was werking daardoor gering is en de reinigings-, spoel- en centrifugeerre sultaten niet optimaal zijn;
er door een automatisch ingescha kelde extra spoelgang meer water wordt verbruikt;
-
-
-
1. Automatische dosering van vloei
baar wasmiddel
^ Druk op de Automatische dosering -
toets.
In het display verschijnt nu een scherm waarin u de vuilgraad kunt invoeren.
Normaal O O F FM
^ Stel met de Centrifugetoerental (W)–
toets of de Voorprogrammering (V)­toets de vuilgraad van het wasgoed in.
^
Bevestig de vuilgraad met de Tem
­peratuur (OK) - toets.
-
Het vloeibare wasmiddel wordt nu in aangepaste hoeveelheid gedoseerd.
-
-
het milieu extra wordt belast.
25
Zo wast u goed
2. Dosering via de wasmiddellade
Wilt u een programma met een poeder vormig of een speciaal wasmiddel draaien, doseer het wasmiddel dan in de wasmiddellade.
Attentie:
Druk de Automatische dosering - toets niet
in om te voorkomen dat het tot een
overdosering komt.
-
Trek de wasmiddellade naar buiten
^
en doseer het middel in de vakjes.
i
Vakje voor de voorwas Wanneer u de extra functie Voorwas hebt gekozen, doseer dan van de to­tale aanbevolen wasmiddelhoeveel-
1
heid
/3in vakje i en2/3in vakje
j.
j
Vakje voor de hoofdwas en voor het inweken
26
§
Vakje voor wasverzachter of stijfsel
^
Schuif de wasmiddellade weer naar binnen.
Nadere bijzonderheden over wasmid delen en de dosering daarvan treft u aan in het hoofdstuk: "Wasmiddelen".
-
Loading...
+ 58 hidden pages