Miele W 3241 User manual

Gebruiksaanwijzing voor de
wasautomaat W 3241
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw wasautomaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
nl-NL
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig be last en kan worden hergebruikt. Door hergebruik van verpakkingsmate riaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten meestal nog waarde volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functi
­oneren. Wanneer u uw oude apparaat
bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek­tronische apparatuur. Vraag uw handelaar indien nodig om inlichtingen.
-
-
-
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor den opgeslagen.
2
-
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu .......................2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................6
Bediening van de wasautomaat .....................................10
Bedieningspaneel .................................................10
Vóór de eerste wasbeurt ...........................................12
Tips om energie en water te besparen................................13
Energie- en waterverbruik.........................................13
Wasmiddelen ..................................................13
Juiste keuze van extra functies (Kort, Inweken, Voorwas) ................13
Zo wast u goed...................................................14
Korte handleiding .................................................14
Extra functies ....................................................19
Kort ............................................................19
Voorwas .........................................................19
Inweken .........................................................19
Extra water .......................................................19
Centrifugeren ....................................................20
Maximaal centrifugetoerental ........................................20
Het centrifugeren tussen de spoelgangen ............................20
Het kiezen van de spoelstop ......................................20
Het overslaan van het centrifugeren tussen de spoelgangen en het
eindcentrifugeren ...............................................20
Programma-overzicht .............................................21
Textielbehandelingssymbolen ......................................23
Programmaverloop ...............................................24
3
Inhoud
Het wijzigen van het programmaverloop..............................26
Het afbreken van een programma / Het wisselen van programma............26
Het onderbreken van een programma .................................26
Het wijzigen van het gekozen programma ..............................26
Het overslaan van een programmafase ................................26
Het bijvullen van de trommel of het voortijdig verwijderen van wasgoed
uit de trommel ....................................................27
Wasmiddelen ....................................................28
Het juiste wasmiddel ...............................................28
Wateronthardingsmiddel ............................................29
Wasmiddelen met verschillende componenten ..........................29
Middelen voor het nabehandelen van het wasgoed .......................30
Automatisch spoelen met wasverzachter of stijfsel .....................30
Apart spoelen met wasverzachter of stijfsel ...........................30
Het kleuren en ontkleuren ...........................................30
Het reinigen van de wasautomaat ...................................31
Het reinigen van de trommel .........................................31
Het reinigen van de ommanteling en het bedieningspaneel.................31
Het reinigen van de wasmiddellade ...................................31
Het reinigen van de watertoevoerzeefjes ...............................33
Nuttige tips ......................................................34
Het oplossen van problemen.........................................34
Het programma begint niet...........................................34
Het wasprogramma is afgebroken en er volgt een foutmelding ..............35
Het wasprogramma verloopt normaal, maar er volgt een foutmelding .........36
Algemene problemen met de wasautomaat .............................37
Een tegenvallend wasresultaat .......................................38
De deur kan met de Deur - toets niet worden geopend.....................39
Het openen van de deur bij verstopte afvoer en/of stroomuitval..............40
Afdeling Klantcontacten ...........................................42
Reparaties.....................................................42
Programma-actualisering (Update) .................................42
Garantietermijn en garantievoorwaarden .............................42
Bij te bestellen onderdelen ........................................42
4
Inhoud
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat .......................43
Het apparaat van voren .............................................43
Het apparaat van achteren ..........................................44
Plaats van opstelling ...............................................45
Het plaatsen van de wasautomaat ..................................45
Het verwijderen van de transportbeveiliging.............................45
Het monteren van de transportbeveiliging ..............................47
Het stellen van de wasautomaat ......................................48
Het naar buiten draaien en vastzetten van de stelvoeten ................48
Was-droogzuil..................................................49
Het Miele waterbeveiligingssysteem ...................................50
Het aansluiten van de watertoevoer ...................................51
Het aansluiten van de waterafvoer ....................................52
Elektrische aansluiting ..............................................53
Verbruiksgegevens ...............................................54
Technische gegevens .............................................55
Programmeerfuncties .............................................57
Systeem extra water ...............................................57
Behoedzaam wassen ..............................................58
Afkoeling van het sop ..............................................59
Memory .........................................................60
Inweektijd........................................................61
Na te bestellen reinigings- en onderhoudsmiddelen ....................62
CareCollection ....................................................62
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze wasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalin gen.
Ondeskundig gebruik kan persoon lijk letsel en schade aan het appa raat veroorzaken. Lees de gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies betreffende de veiligheid, het ge bruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voor komt onnodige schade aan uw ap­paraat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan de eventuele volgende eigenaar.
-
Efficiënt gebruik
Deze wasautomaat is uitsluitend be-
~
stemd voor huishoudelijk of daarmee vergelijkbaar gebruik.
Deze wasautomaat is uitsluitend be
~
stemd voor gebruik binnenshuis.
Deze wasautomaat is uitsluitend be
~
stemd voor het wassen van textiel dat
-
volgens de aanwijzingen van de fabri kant op het onderhoudsetiket in de wasautomaat mag worden gewassen.
-
Gebruik voor andere doeleinden kan
-
-
gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet ver antwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan hier aangegeven of door een fou tieve bediening.
Personen die op grond van hun
~
fysieke of psychische gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van dit apparaat niet in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen gebruiken als ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een verantwoordelijk persoon.
-
-
-
-
Wanneer er kinderen in huis zijn
Wanneer er kinderen in de buurt van
~
het apparaat zijn, houd ze dan goed in de gaten. Zorg ervoor dat ze er niet mee gaan
-
spelen.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het
~
apparaat alleen dan zonder toezicht gebruiken, wanneer ze weten hoe het werkt en wat voor gevaar zij lopen wan neer ze het fout bedienen.
-
Wanneer u met hoge temperaturen
~
wast, bedenk dan dat het glas van de deur heet wordt. Zorg ervoor dat kinderen het glas tij dens een wasprogramma niet aanra ken.
6
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
~
wordt geplaatst, of het zichtbaar be schadigd is. Een beschadigde wasautomaat mag niet worden geplaatst en niet in gebruik genomen.
Vergelijk vóórdat u de wasautomaat
~
aansluit de aansluitgegevens (zekering, spanning en frequentie) op het type plaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
~
wasautomaat is uitsluitend gegaran­deerd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is ge­ïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw inspecteren. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade die wordt ver­oorzaakt door een ontbrekende of be­schadigde aarddraad.
Gebruik om veiligheidsredenen
~
geen verlengsnoer. Dit in verband met gevaar voor bijvoor beeld oververhitting.
-
-
Reparaties aan de wasautomaat
~
mogen alleen door vakmensen van Miele worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico's voor de ge bruiker opleveren, waarvoor de fabri kant niet aansprakelijk kan worden ge steld.
Wanneer de aansluitkabel is be
~
schadigd, moet de kabel door erkende vakmensen worden vervangen.
Wanneer er een storing wordt ver
~
holpen en wanneer de wasautomaat wordt gereinigd en onderhouden mag er geen elektrische spanning op de wasautomaat staan. Dat is het geval, als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld,
– of als de stekker uit de contactdoos
is getrokken.
De wasautomaat mag alleen met
~
een nieuwe slangenset op de waterlei ding worden aangesloten. Een oude slangenset mag niet opnieuw worden gebruikt.
-
-
-
-
-
-
-
Defecte onderdelen mogen alleen
~
door originele Miele-onderdelen wor den vervangen. Alleen van deze Miele onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheids eisen die wij stellen aan onze appara ten en onderdelen daarvan.
-
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze wasautomaat mag niet op een
~
niet-stationaire locatie (bijv. op een schip) worden gebruikt.
Breng geen wijzingen aan de was
~
automaat aan die niet nadrukkelijk door Miele zijn toegestaan.
-
Gebruik
Plaats uw wasautomaat niet in vorst
~
gevoelige ruimten. Bevroren slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door tem peraturen onder het vriespunt afnemen.
Verwijder voordat u de wasautomaat
~
in gebruik neemt de transportbeveili­ging aan de achterzijde van het appa­raat. Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aanslui­ten van de wasautomaat", paragraaf: "Het verwijderen van de transportbevei­liging". Wanneer u de transportbeveiliging niet verwijdert, kan dat bij het centrifugeren schade veroorzaken aan uw wasauto maat en aan de meubels / apparaten die ernaast staan.
-
-
Sluit de kraan af als u langere tijd af
~
wezig bent (bijv. tijdens vakanties), ze ker als er zich in de buurt van de was automaat geen afvoer in de vloer zoals een putje bevindt.
Denk eraan dat er water kan over
~
stromen. Controleer daarom vóórdat u de water afvoerslang in een wastafel of wasbak
­hangt, of het water snel genoeg weg
stroomt. Zorg er daarom ook voor dat de afvoer slang niet weg kan glijden. Wanneer de slang niet goed vastzit kan hij door de kracht van het wegstromende water uit de wastafel of wasbak worden gedrukt.
Let erop dat u voorwerpen zoals
~
spijkers, naalden, munten en paper­clips niet meewast. Deze kunnen namelijk onderdelen van de wasautomaat beschadigen (bijv. kuip, wastrommel). Beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt weer schade aan het was­goed veroorzaken.
-
-
-
-
-
-
-
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als u het wasmiddel op de juiste
~
manier doseert is het niet nodig dat u de wasautomaat ontkalkt. Mocht uw apparaat toch zo sterk ver kalkt zijn, dat het beslist moet worden ontkalkt, gebruik daar dan speciale ont kalkingsmiddelen voor die een anti-cor rosiemiddel bevatten. Deze middelen zijn verkrijgbaar via uw Miele-vakhandelaar of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V. Volg de adviezen voor het gebruik van de ontkalkingsmiddelen strikt op.
Wasgoed dat met oplosmiddelhou
~
dende reinigingsmiddelen is behan­deld, moet vóórdat het in de wasauto­maat wordt gewassen, grondig in hel­der water worden uitgespoeld.
Gebruik in deze wasautomaat nooit
~
reinigingsmiddelen die een oplosmid­del bevatten, zoals wasbenzine. Doet u dat toch, dan kunnen onderde­len van het apparaat beschadigen en kunnen er giftige dampen ontstaan. Het gevaar bestaat dan dat er brand uit breekt of zich een explosie voordoet.
-
-
-
Ontkleuringsmiddelen kunnen door
~
hun chemische samenstelling corrosie veroorzaken. Deze middelen mogen daarom niet in de wasautomaat worden gebruikt.
­Komt er vloeibaar wasmiddel in de
~
­ogen terecht, spoel de ogen dan met
veel water schoon. Wordt dit middel per ongeluk ingeslikt, bel dan direct de dokter op. Personen die een gevoelige of bescha digde huid hebben, kunnen het vloei baar wasmiddel maar beter niet aanra ken.
Toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren
~
kunnen worden aan- of ingebouwd. Wanneer er andere toebehoren worden aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer worden gedaan op bepa­lingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
-
-
-
Zorg ervoor dat er nooit oplosmid
~
delhoudende reinigingsmiddelen tegen deze wasautomaat terechtkomen, zoals wasbenzine. Dit is slecht voor kunststof oppervlak ken.
Wanneer u textielverf in de wasauto
~
maat wilt gebruiken, kies dan textielverf die daar geschikt voor is, gebruik niet meer verf dan strikt nodig is en neem de aanwijzingen van de textielverffabri kant precies in acht.
-
-
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan de fa brikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar even tueel het gevolg van is.
-
-
-
-
9
Bediening van de wasautomaat
Bedieningspaneel
a Display
Het display kan verschillende dingen aangeven. Zie volgende bladzijde.
b Start - toets
Met deze toets kunt u een waspro­gramma starten.
c Toetsen voor de extra functies
Met deze toetsen kunt u extra func­ties in- of uitschakelen. Met de bovenste toets kunt u óf Kort óf Voorwas óf Inweken kiezen. Met de onderste toets kunt u Extra water kiezen. Wanneer u een extra functie in-, resp. uitschakelt gaat het daarbij be horende controlelampje branden, resp. gaat het uit.
d Controlelampjes voor het gekozen
centrifugetoerental, Spoelstop en
Zonder centrifugeren
e Toets voor het centrifugeren
Met deze toets kunt u het gewenste centrifugetoerental, de Spoelstop of Zonder centrifugeren instellen.
f Programmakeuzeschakelaar
Met deze schakelaar kunt u het ba siswasprogramma en een daarbij ho­rende temperatuur instellen. De programmakeuzeschakelaar kan rechts- of linksom worden gedraaid.
g Controlelampjes voor het program-
maverloop
Deze controlelampjes laten u tijdens het wasprogramma zien welke fase in het programmaverloop is bereikt.
h Andere controlelampjes
Deze controlelampjes geven een probleem aan.
i I-Aan/0-Uit - toets
­Met deze toets kunt u:
de wasautomaat in- en uitschakelen en het programma onderbreken.
j Deur - toets
Met deze toets kunt u de deur ope nen.
-
-
10
Bediening van de wasautomaat
Display
Het display geeft aan:
de programmaduur (resttijd);
de varianten van de programmeer
functies
Programmaduur (resttijd)
Nadat u een programma heeft gestart, geeft het display in uren en minuten aan hoe lang dit programma vermoede lijk gaat duren.
Tijdens de eerste 10 minuten berekent de wasautomaat hoe lang het duurt voordat het wasgoed het water heeft opgenomen en berekent op grond hier­van de belading. Het is mogelijk dat het programma daardoor langer of korter gaat duren dan eerst aangegeven.
-
Programmeerfuncties
U kunt een aantal varianten program meren om het wasprogramma nog be ter af te stemmen op het soort wasgoed en de manier waarop u dit wilt wassen.
Bij het programmeren ziet u de vari anten in het display.
-
-
-
-
11
Vóór de eerste wasbeurt
Iedere wasautomaat wordt in de fa briek op zijn werking getest. Het is mogelijk dat er als gevolg van deze tests wat water in het apparaat achterblijft.
Controleer voordat u uw wasauto maat voor het eerst gebruikt of het apparaat volgens de regels is ge plaatst en aangesloten. Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aan sluiten van de wasautomaat".
Om veiligheidsredenen is het niet mo­gelijk om meteen bij de eerste wasbeurt te centrifugeren. Ter activering van het centrifugeren moet u eerst een waspro­gramma zonder wasgoed wasmiddel draaien.
Wordt er wel wasmiddel gebruikt kan er overmatige schuimvorming optreden.
Draait u eerst een wasprogramma zon­der wasgoed en zonder wasmiddel wordt daarmee tegelijk het kogelventiel geactiveerd. Het kogelventiel zorgt ervoor dat vanaf de eerste wasbeurt steeds al het was middel wordt gebruikt.
en zonder
-
-
-
-
-
^
Draai de kraan open.
^
Druk op de I-Aan/O-Uit - toets.
^
Draai de programmakeuzeschake laar op Witte / Bonte was 40°C.
^
Druk op de Start - toets.
Na afloop van het programma is de wasautomaat klaar voor de eerste wasbeurt.
12
-
Tips om energie en water te besparen
Energie- en waterverbruik
Benut bij ieder programma dat u
kiest de maximale beladingscapaci teit van de trommel. Het energie- en waterverbruik is dan, vergeleken met de totale hoeveel
-
heid wasgoed, het laagst.
Gebruik de programma's Automatic
en Express voor kleinere hoeveelhe den wasgoed.
Bij een geringe belading in de pro
­gramma Witte / Bonte was zorgt de beladingsautomaat voor een vermin dering van het water- en energiever­bruik en voor een verkorting van de programmaduur.
– Gebruik in plaats van het programma
Witte / Bonte was 95°C het program­ma Witte / Bonte was 60°C. Daarmee bespaart u 35 tot 45% energie. In de meeste gevallen is dit genoeg.
Wasmiddelen
Gebruik hoogstens zoveel wasmid
-
del als op de wasmiddelverpakking aangegeven staat.
Reduceer bij geringere beladings
hoeveelheden de hoeveelheid was middel. Bij halve belading kan ca. minder wasmiddel worden gebruikt.
-
Juiste keuze van extra functies (Kort, Inweken, Voorwas)
Kies voor:
­licht vervuild wasgoed
zonder zicht bare vlekken een wasprogramma met de extra functie Kort;
– normaal tot sterk vervuild wasgoed
met zichtbare vlekken een waspro­gramma zonder extra functie;
– zeer sterk vervuild wasgoed
wasprogramma met de extra functie Inweken;
een
-
-
-
1
/
3
-
– Gebruik voor wasgoed met hardnek-
kige vlekken of vlekken die er al wat langer in zitten de extra functie Inwe ken.
Gebruik zoveel mogelijk de extra functie Inweken in plaats van de ex tra functie Voorwas. Bij het inweken en de hoofdwas die daar direct op volgt wordt hetzelfde sop gebruikt.
– wasgoed waar veel stof of zand in zit
de extra functie Voorwas.
-
Tip voor machinaal drogen
Wilt u het wasgoed na afloop in de
-
droogautomaat drogen, kies dan het hoogste centrifugetoerental dat voor dit wasgoed mogelijk is.
13
Zo wast u goed
Korte handleiding
Wanneer u een kort overzicht wilt heb ben over hoe u de wasautomaat moet bedienen, kunt u de met cijfers aange duide stappen (A, B, C,...)aanhou den.
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor
Het inspecteren van het wasgoed
^ Maak de zakken leeg.
,
Voorwerpen (spijkers, munten, paperclips e.d.) kunnen wasgoed en onderdelen van de wasautomaat be schadigen.
Keer gebreid of tricot wasgoed bin
^
-
nenstebuiten als de fabrikant dat ad viseert.
Knoop bed- en kussenovertrekken
^
­dicht zodat er geen andere textiel in
­terecht kan komen.
Het sorteren van het wasgoed
Sorteer het wasgoed naar kleur en
^
naar de symbolen in het onderhouds etiket, dat zich in de kraag of in de zijnaad bevindt.
Was geen textiel dat volgens het on
^
derhoudsetiket niet in de wasauto­maat kan worden gewassen. Het symbool daarvoor is: h.
^ Was licht en donker textiel bij de
eerste wasbeurten apart, want don­ker textiel geeft dan vaak iets af.
Het voorbehandelen van vlekken
^ Verwijder eventuele vlekken op het
textiel, als het even kan zodra ze ont­staan zijn. Dit is nog belangrijker voor moeilijke vlekken als thee-, koffie-, ei­en bloedvlekken.
­Neem de vlekken met een tissue af.
Wrijf de vlekken er niet in!
-
-
-
-
^
Sluit de ritsen. Keer kleding met rit sen eventueel binnenstebuiten.
^
Sluit eventuele haakjes en oogjes.
^
Zorg ervoor dat onderdelen van kle ding, zoals bh-beugels, niet los kun nen raken. Maak ze vast of verwijder ze.
^
Verwijder bij vitrage de haakjes en het loodband of wikkel de vitrage in een doek.
14
-
,
Gebruik in geen geval chemi sche (oplosmiddelhoudende) reini gingsmiddelen in de wasautomaat!
-
-
-
-
Zo wast u goed
B Schakel de wasautomaat in
C Belaad de wasautomaat
Open de deur met de Deur - toets.
^
Leg het wasgoed uit elkaar gevou
^
wen en losjes in de trommel.
Leg stukken wasgoed van verschil
^
lende grootte in de trommel.
Daardoor wordt een beter wasresultaat bereikt en kan het wasgoed zich tijdens het centrifugeren beter verdelen.
Gebruik de maximale belading.
^
Bij een maximale belading is het ener gie- en waterverbruik, vergeleken met de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst.
Bij overschrijding van de maximale be­ladingscapaciteit vallen de wasresulta­ten tegen en gaat het wasgoed sneller kreuken.
-
-
-
D Kies een programma
^ Draai de programmakeuzeschake-
laar op het gewenste programma.
Het display geeft de vermoedelijke pro­grammaduur aan.
Let erop dat er niets tussen deur en manchet beklemd raakt.
^
Sluit de deur met een lichte klap.
15
Zo wast u goed
E Kies eventueel (een) extra func
tie(s)
Met de extra functies kunt u het geko zen programma nog beter afstemmen op uw wasgoed.
Met de bovenste toets kunt u de extra functie Kort of Voorwas of Inweken kie zen of u kiest geen extra functie.
Met de onderste toets kunt u de extra functie Extra water kiezen.
-
F Kies het centrifugetoerental
-
-
Druk zo vaak op de toets voor het
^
centrifugeren totdat het controle­lampje oplicht van het door u ge­wenste toerental.
^ Kies de gewenste extra functie.
Wanneer u een extra functie in-, resp. uitschakelt gaat het daarbij behorende controlelampje branden, resp. gaat het uit.
Niet alle extra functies kunnen bij alle wasprogramma's worden gekozen.
Kiest u een extra functie waarvan het lampje niet gaat branden, betekent dat, dat deze functie binnen het was programma dat u heeft gekozen niet mogelijk is.
16
-
G Doseer het wasmiddel
Het is belangrijk om niet te weinig en niet te veel wasmiddel te doseren.
Te weinig wasmiddel heeft tot gevolg dat
het wasgoed niet schoon en in de
loop van de tijd grauw en hard wordt;
er zich vetbolletjes in het wasgoed
vormen;
er zich kalk op de kuip en de verwar
mingselementen afzet.
Te veel wasmiddel heeft tot gevolg dat
– er zich te veel schuim vormt, de was-
werking daardoor gering is en de reinigings-, spoel- en centrifugeerre­sultaten niet optimaal zijn;
– er door een automatisch ingescha-
kelde extra spoelgang meer water wordt verbruikt;
– het milieu extra wordt belast.
Zo wast u goed
-
Trek de wasmiddellade naar buiten
^
en doseer het middel in de vakjes.
i
Vakje voor de voorwas Wanneer u de extra functie Voorwas hebt gekozen, neem dan totale aanbevolen wasmiddelhoe­veelheid.
j
Vakje voor de hoofdwas en voor het inweken, wanneer u deze extra functie hebt gekozen.
1
/3van de
§
Vakje voor wasverzachter of stijfsel
^
Schuif de wasmiddellade weer naar binnen.
Nadere bijzonderheden over wasmid delen en de dosering daarvan treft u aan in het hoofdstuk: "Wasmiddelen".
-
17
Zo wast u goed
H Start het programma
De Start - toets is aan het knipperen.
Druk op deze toets.
^
Het display geeft nu in uren en minuten de vermoedelijke programmaduur aan.
Tijdens de eerste 10 minuten berekent de wasautomaat hoe lang het duurt voordat het wasgoed het water heeft opgenomen en berekent op grond hier van de belading. Het is mogelijk dat het programma daardoor langer of korter gaat duren dan eerst aangegeven.
I Haal na afloop van het programma
het wasgoed uit de automaat
Wanneer het controlelampje Kreukbe­veiliging/Einde brandt, is het program-
ma afgelopen.
^ Open de deur met de Deur - toets.
^ Haal het wasgoed uit de trommel.
^ Controleer of de trommel leeg is.
Blijven er stukken wasgoed in de trommel liggen, loopt u het risico dat ze bij de volgende wasbeurt krim pen of afgeven.
-
-
Controleer of er voorwerpen in de
^
manchet van de deur zijn achterge bleven.
^ Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
^ Draai de programmakeuzeschake-
laar op Einde.
^ Sluit de deur.
Doet u dat niet, dan bestaat het gevaar dat er voorwerpen per vergissing in de trommel terechtkomen, worden meege­wassen en het wasgoed beschadigen.
-
18
Extra functies
Met de extra functies kunt u het geko zen programma nog beter afstemmen op uw wasgoed.
-
Kort
Voor licht vervuild wasgoed zonder zichtbare vlekken
Met deze functie kunt u de hoofdwas verkorten.
In de programma's Donker wasgoed en Jeans worden er 2 in plaats van 3 spoelgangen uitgevoerd.
Voorwas
Voor wasgoed waar veel stof of zand in zit
Met deze functie kunt u een voorwas in­stellen.
Inweken
Voor wasgoed dat bijzonder sterk is vervuild door eiwithoudende vlekken (bijv. bloed, vet, cacao)
Met deze functie kunt u het wasgoed vòòr het wassen inweken.
U kunt tussen 4 inweektijden kiezen, te weten 2 uur, anderhalf uur, 1 uur en 30 minuten. Op de toets Inweken kuntudege wenste variant programmeren.
Wanneer de wasautomaat wordt gele verd is de inweektijd op 2 uur ingesteld.
Voor het wijzigen van de inweektijd zie hoofdstuk: "Programmeerfuncties", pa­ragraaf: "Inweektijd".
-
-
Extra water
Wanneer u deze functie hebt ingescha­keld, wordt er bij de wasprogramma's meer water gebruikt.
U kunt tussen vier varianten kiezen. Op de toets Extra water kuntudege wenste variant programmeren.
Wanneer de wasautomaat wordt gele verd, wordt de eerste keer dat u op de Extra water - toets drukt de waterstand bij het wassen en spoelen verhoogd.
Voor het wijzigen van de variant zie hoofdstuk: "Programmeerfuncties", pa ragraaf: "Systeem extra water".
-
-
-
19
Centrifugeren
Maximaal centrifugetoerental
Het maximale centrifugetoerental kan van programma tot programma ver schillen.
Programma Omw/min
Witte / Bonte was 1400
Kreukherstellend 1200
Fijne was 600
Automatic 900
Donker wasgoed 1200
Overhemden 600
Jeans 900
Express 1400
Zijde 400
Wol 1200
Pompen/Centrifugeren 1400
Extra spoelen/Stijven 1200
U kunt een lager toerental instellen.
Het centrifugeren tussen de spoel­gangen
Het wasgoed wordt niet alleen aan het eind, maar ook na de hoofdwas en tus sen de spoelgangen gecentrifugeerd.
Stelt u een lager centrifugetoerental in, dan wordt er ook na de hoofdwas en tussen de spoelgangen met een lager toerental gecentrifugeerd.
In het programma Witte / Bonte was wordt bij een toerental van lager dan 700 omw/min een spoelgang ingelast.
-
Het kiezen van de spoelstop
Kies met de toets voor het centrifuge
^
ren Spoelstop.
Het controlelampje Spoelstop brandt.
Het wasgoed blijft na de laatste spoel gang in het water liggen. Dat heeft het voordeel dat het wasgoed minder kreukt wanneer u het niet direct uit de trommel haalt.
Toch eindcentrifugeren:
Kies een toerental.
^
De automaat begint met centrifugeren.
– Beëindigen programma
:
^ Druk op de Deur - toets.
Het water wordt afgepompt.
^ Druk opnieuw op de Deur - toets.
De deur gaat open.
Het overslaan van het centrifugeren tussen de spoelgangen en het eind­centrifugeren
-
^
Kies Zonder centrifugeren.
Na de laatste spoelgang wordt het wa ter afgepompt en wordt de kreukbevei liging ingeschakeld. In de programma's Witte / Bonte was, Kreukherstellend en Automatic wordt een spoelgang ingelast.
-
-
-
-
20
Loading...
+ 44 hidden pages