Miele PT5137WP Edition 90 User manual

Gebruiksaanwijzing en opstellingsinstructies Warmtepompdroger Edition 90
Lees beslist de gebruiksaanwijzing en de opstellingsinstructies voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
nl-NL
M.-Nr. 09 952 860
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Hergebruik van het verpakkingsmateri aal remt de afvalproductie en het ge bruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug. Als u de verpakking zelf wegdoet, informeer dan bij de reinigingsdienst van uw ge meente waar u die kunt afgeven.
-
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten meestal nog waarde­volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en vei­lig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
Energie besparen
Zo kunt u de droogtijd verkorten en het energieverbruik verlagen:
Centrifugeer de was op het maximale
centrifugetoerental van de wasauto maat. Als u bijvoorbeeld met
-
1600 t/min. centrifugeert, loopt de energie- en tijdsbesparing op tot 30% (in vergelijking met 800 t/min.).
Maak zoveel mogelijk gebruik van de
maximale beladingscapaciteit. Het energieverbruik is dan relatief gezien het laagst.
– Zorg dat de temperatuur in de ruimte
waar de automaat staat niet te hoog is. Als zich andere, warmtegenererende apparaten in de ruimte bevinden, zorg dan voor extra ventilatie of schakel die apparaten uit.
– Reinig na elk gebruik de
pluizenzeven (pluizenfilters).
-
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek tronische apparatuur. Vraag uw hande laar indien nodig om inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet buiten het bereik van kinderen worden opge slagen.
2
-
-
-
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu........................2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................6
Bediening .......................................................17
Bedieningspaneel .................................................17
Opmerking bij de eerste ingebruikneming ..............................17
Principe display ...................................................18
Eerste ingebruikneming ...........................................19
Algemene aanwijzingen en tips .....................................20
1. Wasgoed voorbereiden ...........................................20
2. Droogautomaat vullen ............................................21
3. Programma kiezen...............................................21
Verkorte gebruiksaanwijzing .......................................22
Uitgestelde start .................................................26
Programma-overzicht .............................................27
Basisprogramma's.................................................27
Speciale programma's..............................................30
Programmaverloop wijzigen ........................................32
Muntautomaat ....................................................32
Een ander programma kiezen ........................................32
Programma afbreken ...............................................32
Was bijvullen of voortijdig verwijderen .................................32
Stroomstoring.....................................................32
Resttijd ..........................................................32
Reiniging en onderhoud ...........................................33
Reinigingsintervallen ...............................................33
1. Wanneer moet u de pluizenzeven reinigen? ........................33
2. Wanneer moet u het sokkelfilter reinigen? ..........................34
3. Wanneer moet u het rooster (rechts onder) en de luchtweg reinigen? ....34
3
Inhoud
Pluizenzeven .....................................................35
Droog reinigen .................................................35
Pluizenzeven nat reinigen.........................................36
Pluizenzeven terugplaatsen .......................................36
Sokkelfilter .......................................................37
Uitnemen en demonteren .........................................37
Reinigen ......................................................38
Klepje en ruimte voor de warmtewisselaar reinigen.....................38
Terugplaatsen..................................................39
Rooster rechts onder/luchtweg .......................................40
Uitnemen......................................................40
Reinigen ......................................................40
Terugplaatsen..................................................41
Het reinigen van de droogautomaat ...................................41
Nuttige tips ......................................................42
Nuttige tips.......................................................42
Controle- en storingsmeldingen in het display ...........................42
Het droogresultaat is onvoldoende ....................................44
Andere problemen.................................................45
Het vervangen van de lamp .........................................48
Service / Klantcontacten ...........................................49
Reparaties .......................................................49
Optische interface PC ..............................................49
Bij te bestellen accessoires ..........................................49
Plaatsen en aansluiten ............................................50
Voorkant.........................................................50
Achterkant .......................................................51
Plaatsingsmogelijkheden............................................52
Zijkant ........................................................52
Stalen sokkel...................................................52
Bovenkant .....................................................52
Was-droogzuil..................................................52
4
Inhoud
Plaatsen .........................................................53
Transport naar de plaats van opstelling ..............................53
Het stellen van de automaat .......................................54
Automaat tegen schuiven beveiligen ................................54
Muntautomaat ..................................................55
Ventilatie plaats van opstelling .....................................55
Afvoerslang condenswater ..........................................56
Afvoerslang aansluiten ...........................................56
Mogelijkheden voor de waterafvoer .................................56
Voorbeeld: vaste aansluiting op een wastafelsifon .....................57
Elektrische aansluiting ..............................................58
Technische gegevens .............................................59
Menu "Instellingen" ...............................................61
Menu "Instellingen" via het exploitatieniveau openen ......................61
Taal J...........................................................62
Exploitatieniveau ..................................................62
Kreukbeveiliging ..................................................63
Zoemer..........................................................63
Dagtijd ..........................................................63
Contrast .........................................................63
Lichtsterkte ......................................................63
Stand-by ........................................................64
Droogtegraad ....................................................64
Droogtegraad wit/bont ...........................................64
Droogtegr. kreukherst. ...........................................64
Droogtegr. mangeldr. ............................................64
Luchtweg reinigen .................................................65
Voorprogrammering................................................65
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Lees beslist deze gebruiksaanwijzing.
~
De droogautomaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoor schriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of bescha diging van het apparaat tot gevolg hebben.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing voordat u uw droogautomaat voor het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het apparaat. In de gebruiksaanwijzing vindt u be­langrijke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het onderhoud.
Als meerdere personen de droogautomaat bedienen, moeten de veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen voor deze personen toegankelijk worden gemaakt en/of worden uitgelegd.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef deze door aan een even­tuele volgende eigenaar.
-
Verantwoord gebruik
De droogautomaat is uitsluitend bestemd voor het drogen van
~
textiel dat in water is gewassen en dat volgens het wasetiket ge schikt is voor droogautomaten. Ieder ander gebruik kan gevaarlijk zijn. Miele is niet aansprakelijk voor schade die wordt veroorzaakt door ander gebruik dan hier aangegeven of door foutieve bedie ning.
-
-
-
Het apparaat mag niet buiten worden gebruikt.
~
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in
~
staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing!
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu
~
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe
~
zicht gebruiken, reinigen en onderhouden als ze precies weten hoe ze het apparaat veilig moeten bedienen, reinigen en onderhouden. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutie ve bediening.
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van de
~
droogautomaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spe­len.
-
-
Technische veiligheid
Controleer het apparaat voordat u het installeert en in gebruik
~
neemt op zichtbare schade. Een beschadigd apparaat mag niet worden geïnstalleerd en gebruikt.
Voer geen aanpassingen aan de droogautomaat uit die niet uit
~
drukkelijk door Miele zijn toegestaan.
Het apparaat mag niet met een verlengsnoer op het elektriciteits
~
net worden aangesloten. De veiligheid van het apparaat is dan niet gewaarborgd (gevaar van oververhitting).
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De elektrische veiligheid van het apparaat is alleen gewaarborgd
~
als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de voorschriften is geïnstalleerd. Het is belangrijk dat u dit controleert. Laat in geval van twijfel de huisinstallatie door een vakman inspecte ren. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de
~
gebruiker. Miele kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. Re paraties mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die door Miele zijn geautoriseerd, anders kan bij eventuele schade geen aan spraak op de garantie worden gemaakt.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderde-
~
len worden vervangen. Alleen van die onderdelen kan Miele garan­deren dat zij voldoen aan de veiligheidseisen die Miele aan haar ap­paraten stelt.
Als apparatuur niet tijdig en volgens de voorschriften wordt on-
~
derhouden, kunnen de prestaties ervan afnemen. Bovendien kunnen er functiestoringen optreden en kunnen er brandgevaarlijke situaties ontstaan.
-
-
-
Bij reinigings- of onderhoudswerkzaamheden moet het apparaat
~
altijd spanningsvrij worden gemaakt. Dit kan op de volgende manie ren:
Trek de stekker uit de contactdoos.
Schakel de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit.
Draai de betreffende zekering(en) van de huisinstallatie er hele maal uit.
Zie in het hoofdstuk "Plaatsen en aansluiten" de rubriek "Elektrische aansluiting".
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
~
boot) worden gebruikt.
8
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Toelichting bij de warmtepomp en het koelmiddel:
~
De droogautomaat werkt met een gasvormig koelmiddel dat niet
brandbaar en niet explosief is.
Het is normaal dat de warmtepomp tijdens het drogen brom
mende geluiden maakt. De geluiden zijn niet van invloed op het functioneren van de droogautomaat.
-
Als het apparaat correct is getransporteerd en geplaatst
men meestal geen "rusttijd" in acht te nemen (zie "Plaatsen en aansluiten"). In alle andere gevallen moet wel een rusttijd worden aangehou den!
– Deze droger bevat gefluoreerde broeikasgassen.
Deze zijn hermetisch afgesloten. Aanduiding: 134a.
, hoeft
-
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Houdt u zich aan de aanwijzingen uit "Plaatsen en aansluiten" en
~
"Technische gegevens".
De stekker moet altijd toegankelijk zijn, zodat de automaat span
~
ningsvrij kan worden gemaakt.
Als voor een vaste aansluiting wordt gekozen, moet het apparaat
~
via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen wor den losgekoppeld. Deze schakelaar moet altijd toegankelijk zijn.
De spleet tussen de onderkant van het apparaat en de vloer mag
~
niet met sokkellijsten, hoogpolig tapijt, etc. worden verkleind. Een toereikende luchttoevoer is anders niet gewaarborgd.
Binnen het zwenkbereik van de deur van de automaat mag zich
~
geen afsluitbare deur, schuifdeur of deur met tegengestelde aan­slag bevinden.
-
-
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veilig gebruik
De maximale beladingscapaciteit bedraagt 6,5 kg (droge was).
~
De beladingscapaciteit van de specifieke programma's vindt u in het hoofdstuk "Programma-overzicht".
Leun nooit op de deur. Het apparaat zou kunnen kantelen. U kunt
~
zich daarbij verwonden.
Sluit de deur na gebruik. Zo voorkomt u dat:
~
kinderen zich in de automaat opsluiten of voorwerpen erin ver
stoppen.
– kleine dieren in de automaat opgesloten raken.
Voor de reiniging van het apparaat mag geen hogedrukreiniger of
~
waterstraal worden gebruikt.
Houd de ruimte waar het apparaat staat vrij van stof en pluizen.
~
Stofdeeltjes in de aangezogen lucht kunnen verstoppingen veroor­zaken. Dit kan storingen tot gevolg hebben en er ontstaat brandge­vaar!
-
Deze automaat mag nooit
~
zonder pluizenzeven en zonder sokkelfilter worden gebruikt.
zonder rooster (rechts onder) worden gebruikt.
met beschadigde pluizenzeven of een beschadigd sokkelfilter worden gebruikt. Bij beschadiging meteen vervangen!
Er treedt anders overmatige pluisvorming in de droogautomaat op, waardoor het apparaat defect kan raken.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Ga als volgt te werk, zodat tijdens het drogen geen
~
functiestoringen optreden:
Reinig na elk gebruik de pluizenzeven (pluizenfilters).
Laat de pluizenzeven en het sokkelfilter na een vochtige reiniging
drogen. Door vochtige pluizenzeven dan wel een vochtig filter kunnen er tijdens het drogen functiestoringen optreden!
De luchtweg (pluizenzeven, sokkelfilter, rooster rechts onder)
moet altijd worden gereinigd als dat in het display wordt aangege ven.
Plaats uw droogautomaat in een vorstvrije ruimte. Temperaturen
~
die onder het vriespunt liggen, hebben een negatief effect op de werking van het apparaat. Door bevroren condenswater in de pomp en de afvoerslang kan het apparaat beschadigd raken. De tempera­tuur in de ruimte waar het apparaat is opgesteld, dient tussen +2°C en +35°C te liggen.
Zorg bij externe afvoer van het condenswater dat de afvoerslang
~
niet kan wegglijden (als u de slang bijvoorbeeld in een wasbak hangt). Als de slang wegglijdt, kan het wegstromende condenswa­ter waterschade veroorzaken.
-
Condenswater is geen drinkwater. Het drinken van condenswater
~
kan schadelijk zijn voor de gezondheid van mens en dier.
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
In verband met brandgevaar mag u wasgoed niet drogen als het:
~
niet gewassen is.
niet voldoende gereinigd is en olie-, vet- of vergelijkbare verontrei
nigingen heeft (zoals keukentextiel en wasgoed met cosmeticaresten, spijsolie-, olie-, vet- en cremeresten). Als het wasgoed onvoldoende gereinigd is, bestaat het gevaar dat het textiel vanzelf ontbrandt, zelfs nog na afloop van het droogproces en buiten de droogautomaat.
met brandbare reinigingsmiddelen verontreinigd is of met resten
van aceton, alcohol, benzine, petroleum, kerosine, vlekkenverwijderaar, terpentine, was, wasverwijderaar of chemica­liën (zoals bij mops en reinigingsdoekjes).
– wasgoed betreft dat in aanraking is geweest met haarversteviger,
haarspray, nagellakremover of soortgelijke producten.
Was dergelijk wasgoed extra grondig! Gebruik extra wasmiddel en kies een hoge temperatuur. Was het textiel bij twijfel meermaals.
-
Haal alle voorwerpen uit de zakken, zoals aanstekers en lucifers.
~
Waarschuwing! Schakel de droogautomaat nooit voor het einde
~
van het droogprogramma uit. Doet u dat toch, haal dan alle was uit de trommel en spreid de stukken zo uit dat de warmte goed kan worden afgegeven.
13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Brandgevaar!
~
Deze droogautomaat mag niet in combinatie met een regelbare con tactdoos worden gebruikt (bijvoorbeeld een schakelklok of een elek trische installatie met piekbelastingsschakelaar). Als het droogprogramma voor afloop van de afkoelfase wordt afge broken, bestaat gevaar voor zelfontbranding van het wasgoed.
In verband met brandgevaar mag onderstaand wasgoed niet
~
worden gedroogd:
wasgoed dat met industriële chemicaliën is gereinigd (bijvoor
beeld in een chemische reiniging).
– wasgoed dat voor een groot deel bestaat uit (schuim-) rubberen
of rubberachtige stoffen. Dat zijn bijvoorbeeld latexproducten, douchekapjes, waterdicht textiel, gegomde artikelen en kleding, alsmede kussens met schuimrubbervlokken.
– beschadigd wasgoed met een vulling (bijvoorbeeld een kussen of
een jack). Als de vulling eruit komt, kan deze brand veroorzaken.
-
-
-
-
Na de verwarmingsfase volgt bij veel programma's een afkoelfa-
~
se die ervoor zorgt dat het wasgoed op een temperatuur blijft die geen beschadigingen tot gevolg heeft (bijvoorbeeld ter voorkoming van zelfontbranding). Pas na de afkoelfase is het programma beëin digd. Haal al het wasgoed meteen na afloop van het programma uit de automaat.
Wasverzachters en soortgelijke producten moeten worden ge
~
bruikt zoals op de verpakking van die producten is aangegeven.
14
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Bewaar en gebruik in de buurt van de automaat geen benzine,
~
petroleum of andere licht ontvlambare stoffen. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
Zorg voor de toevoer van schone, frisse lucht. De lucht mag geen
~
chloor-, fluor- of andere oplosmiddeldampen bevatten. Brandge vaar!
Voor roestvrijstalen onderdelen geldt:
~
Voorkom dat roestvrijstalen oppervlakken in aanraking komen met vloeibare reinigings- en desinfectiemiddelen die chloor of natriumhy pochloride bevatten. Deze middelen kunnen op het roestvrije staal corrosie veroorzaken. Agressieve chloorbleekloogdampen kunnen eveneens corrosie tot gevolg hebben. Bewaar geopende reservoirs met dergelijke middelen daarom niet in de buurt van het apparaat.
-
-
15
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Accessoires
Accessoires mogen alleen dan worden aan- of ingebouwd, als
~
deze uitdrukkelijk door Miele zijn vrijgegeven. Als er andere onder delen worden aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
Droog- en wasautomaten van Miele kunnen als was-droogzuil
~
worden geplaatst. Hiervoor is een specifiek tussenstuk (WTV) nodig (niet bijgeleverd). Plaats het tussenstuk dat bedoeld is voor de be treffende droog- en wasautomaat.
Miele levert verschillende sokkels. Gebruik alleen een sokkel die
~
geschikt is voor deze droogautomaat.
Als de "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
-
-
16
Bedieningspaneel
Bediening
a Display
Na het inschakelen licht het display op. Het basismenu verschijnt, zodra de droogautomaat klaar is voor gebruik.
b Toets Start
Het controlelampje knippert als u een programma kunt kiezen en brandt continu nadat u een program­ma heeft gestart.
c Toetsen –, OK, +
Een uitgebreide toelichting vindt u op de volgende bladzijde.
d Toets +
Met deze toets kunt u de start van een programma uitstellen en de dag tijd laten weergeven.
e Optische interface PC
De optische interface gebruikt Miele voor servicedoeleinden.
f Toets Behoedzaam plus
Voor extra behoedzaam drogen met minder mechanische werking.
g Programmaschakelaar
U kunt de programmaschakelaar rechts- en linksom draaien.
h Aan/Uit-toets s
Voor het in- en uitschakelen van de automaat. Om energie te besparen, wordt de droogautomaat automatisch uitge­schakeld. Dit gebeurt 15 minuten na afloop van het programma/de kreukbeveiliging. De automaat wordt ook uitgescha­keld als u het apparaat na het in schakelen niet bedient.
i Toets Deur
Met deze toets opent u de deur, los
­van de stroomvoorziening.
Opmerking bij de eerste ingebruikneming
Voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt, moet het correct zijn geplaatst en aangeslo ten. Zie ook "Plaatsen en aansluiten" en "Eerste ingebruikneming".
-
-
17
Bediening
Principe display
Het display toont onder meer:
het gekozen programma.
de programmaduur en de start- en
eindtijd van het programma.
U kunt via het display de volgende functies instellen:
de Speciale programma's:
Automatic (indien vrijgegeven) Jeans Overhemden Outdoor Kussens Fijne was Mand witte/bonte was Zijde
– een uitgestelde start.
– het menu "Instellingen".
Via dit menu kunt u de elektronica van de droogautomaat aan veranderende situaties aanpassen. Meer informatie vindt u achterin deze gebruiksaanwijzing.
Toetsen–/+
Met deze toetsen wijzigt u de onderde­len die in het display worden weerge­geven. – Deze toets verlaagt de waarde of
verplaatst de markering (omhoog).
+ Deze toets verhoogt de waarde of
verplaatst de markering (omlaag).
Toets OK
Met deze toets bevestigt u een geko zen waarde en kiest u een volgend on derdeel.
-
-
18
Toets +
Met deze toets kiest u een uitgestelde start. Bovendien kunt u tijdens het drogen op deze knop drukken, als u wilt weten hoe laat het programma ongeveer be ëindigd zal zijn dan wel om de actuele dagtijd af te lezen.
-
Eerste ingebruikneming
Plaats het apparaat correct en
,
sluit het correct aan. Is de automaat niet getransporteerd zoals beschre
­ven in het hoofdstuk "Plaatsen en aansluiten", dan moet u het apparaat ca. 1 uur laten staan voordat paraat elektrisch wordt aangeslo
het ap
-
-
ten.
Druk op de toets s Aan-Uit om de
^
automaat in te schakelen.
Zodra de droogautomaat klaar is voor gebruik, verschijnt het basismenu.
Als u de droogautomaat voor het eerst gebruikt, verschijnt de Duitse tekst Miele Professional Willkommen.
Het display wisselt naar de instelling van de taal.
Displaytaal instellen
C dansk -
deutschB
F
english H
^
Kies de gewenste taal met de toetsen + en – en bevestig uw keuze met de toets OK.
De ingestelde taal wordt met een vinkje L aangegeven.
Dagtijd instellen (indien van toepas
-
sing)
U kunt de dagtijd altijd nog
via het
menu "Instellingen" instellen.
10 :00
Dagtijd instellen
Stel met de toetsen – en + het juiste
^
uur in en bevestig de waarde met OK.
Stel op dezelfde wijze de minuten in
^
en bevestig de waarde.
Basismenu
Het basismenu verschijnt altijd na het inschakelen, zolang u geen programma heeft gekozen.
10:00
Programma kiezen
Instellingen F...
Meer informatie over de mogelijke in stellingen vindt u achter in deze ge
-
-
bruiksaanwijzing.
^
U kunt de droogautomaat nu beladen en een programma kiezen. Ga daar bij te werk zoals beschreven in het hoofdstuk "Verkorte gebruiksaanwij
-
zing".
-
19
Algemene aanwijzingen en tips
1. Wasgoed voorbereiden
Symbolen op het etiket
Drogen
q/r Normale/lage temperatuur.
Deze automaat droogt uw was altijd behoedzaam. U hoeft de was daarom niet te splitsen naar q/r.
s Niet geschikt voor de droogau
tomaat.
Strijken en mangelen
I Zeer heet. H Heet. G Warm. J Niet strijken/mangelen.
Voor het drogen
– Was ernstig verontreinigd wasgoed
extra grondig! Gebruik voldoende wasmiddel en kies een hoge tempe­ratuur. Was het textiel bij twijfel meer maals.
Doe geen druipnat wasgoed in de droogautomaat. Centrifugeer de was (zo mogelijk) met het maximale cen trifugetoerental. Hoe hoger het cen trifugetoerental des te meer energie en tijd bespaart u tijdens het drogen.
Was nieuw, gekleurd wasgoed voor
dat u het de eerste keer droogt (apart wassen). Droog het wasgoed niet samen met lichtgekleurde stof fen, omdat het kan afgeven (ook op de kunststof onderdelen van de droogautomaat). Bovendien kunnen er pluizen van een afwijkende kleur op achterblijven.
Gesteven wasgoed kunt u in de au
-
-
-
tomaat drogen. Voor hetzelfde effect moet u (bij het wassen) echter wel de dubbele hoeveelheid stijfsel doseren.
Controleer of alle zomen en naden
heel zijn, zodat vullingen er niet uit kunnen komen. Brandgevaar!
– Bind ceintuurs en schortbandjes
vast.
– Knoop dekbedovertrekken en slopen
dicht, zodat er geen klein wasgoed in kan komen. Sluit haakjes en oogjes.
– Zet losse bh-beugels vast of verwij-
­der ze.
Doe jassen open in de automaat. Maak ook lange ritssluitingen open. Het wasgoed wordt dan gelijkmatig droog.
Voor een gelijkmatig droogresultaat moet u de was gelijkmatig... . . . centrifugeren, . . . losschudden, ...ensorteren naar vezel- en weef selsoort, gelijke grootte en op de ge wenste droogtegraad.
-
-
-
-
-
20
Algemene aanwijzingen en tips
2. Droogautomaat vullen
Bij verkeerd gebruik van de au
,
tomaat bestaat brandgevaar! Lees het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen".
Haal doseerbolletjes en derge
,
lijke uit de was. Zulke voorwerpen kunnen smelten en de droogauto maat en het wasgoed beschadigen.
Doe nooit te veel was in de trommel.
Een te volle trommel is slecht voor het wasgoed, heeft een negatief ef­fect op het droogresultaat en leidt tot meer kreukvorming.
– Houdt u zich aan de maximale bela-
dingshoeveelheid voor elk program­ma (zie ook "Programma-overzicht"). Het energieverbruik is dan relatief gezien het laagst.
– Kreukherstellend wasgoed kreukt
meer naarmate de automaat voller beladen is. Dat geldt vooral voor zeer fijn textiel (zoals overhemden en blouses). Verminder zo nodig de belading.
-
-
-
3. Programma kiezen
Bij vele programma's kunt zelf de
droogtegraad kiezen:
. . . bijvoorbeeld Kastdroog+, als u de was na het drogen wilt opvouwen en opbergen.
. . . bijvoorbeeld Mangeldroog of Strijkdroog, als u na het drogen de was wilt mangelen of strijken. Zie ook "Programma-overzicht".
Kies voor textiel dat gevoelig is voor
beweging de functie Behoedzaam plus (minder mechanische werking tijdens het drogen).
– Afhankelijk van de kwaliteit kan het
fijne binnenweefsel van met dons ge­vuld textiel krimpen. Gebruik voor dergelijk wasgoed alleen het pro­gramma Strijken.
– Droog zuiver linnen alleen in de auto-
maat als dat volgens het etiket is toe­gestaan. Het weefsel kan anders ruw worden. Gebruik voor dergelijk was goed alleen het programma Strijken.
Wol en wolmengweefsels kunnen ge makkelijk vervilten en krimpen. Ge bruik voor dergelijke textielsoorten al leen het programma Wol.
-
-
-
-
Machinaal gebreid textiel (zoals t-shirts en tricot) krimpt vaak als het voor het eerst worden gewassen. Droog het daarom niet te lang en niet te heet om verder krimpen te voor komen! Koop dergelijke kleding eventueel één of twee maatjes gro ter.
-
-
21
Loading...
+ 47 hidden pages