Gebruiksaanwijzing
Reinigings- en desinfectieapparaat
PLW 8615/PLW 8616
Lees altijd eerst de gebruiksaanwijzing voordat
u het apparaat plaatst, installeert en in gebruik
neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan het apparaat.
Waarschuwingen bevatten veiligheidsrelevante informatie. U
wordt gewaarschuwd voor mogelijk persoonlijk letsel en materiële
schade.
Lees dergelijke waarschuwingen goed en houdt u zich aan de betreffende instructies en gedragsregels.
Opmerkingen
Opmerkingen worden op deze manier aangeduid en bevatten informatie waarmee u speciaal rekening moet houden.
Aanvullende informatie en opmerkingen
Aanvullende informatie en opmerkingen herkent u aan een zwartomlijnd kader.
Handelingen
Voor elke handeling staat een zwart blokje.
Voorbeeld:
Kies met de pijltoetsen een optie en sla de instelling op met OK.
Display
Op het display getoonde weergaven herkent u aan een speciaal lettertype dat lijkt op het lettertype van het display.
Voorbeeld:
Menu Instellingen
6
Page 7
Verantwoord gebruik
De reinigings- en desinfectieapparaten PLW 8615 en PLW 8616 zijn
bedoeld voor de behandeling van laboratoriumglaswerk, laboratoriumvoorwerpen en vergelijkbare componenten met waterige media.
Verantwoord gebruik
De behandeling omvat het reinigen, spoelen, indien nodig thermisch
of chemisch desinfecteren en drogen van het volgende spoelgoed:
- vloeistofhouders, zoals bekerglazen, flessen, kolven en reageerbuizen
- meetvoorwerpen, zoals maatkolven, maatcilinders en pipetten
- schalen, zoals petrischalen en klokglazen
- platen, zoals objecthouders en sequentieplaatjes
- kleine onderdelen, zoals deksels, spatels, magneetroerstaafjes en
stopjes
- overige voorwerpen, zoals boxen, kunststof flessen en houders,
metalen onderdelen, leiding- en slangdelen en trechters
In de rest van deze gebruiksaanwijzing worden reinigings- en desinfectieapparaten als reinigingsautomaten aangeduid. De term spoelgoed wordt algemeen gebruikt als de te behandelen voorwerpen niet
nader zijn gedefinieerd. De term spoelwater wordt gebruikt voor het
mengsel van water en proceschemicaliën.
De behandeling vindt plaats in combinatie met:
- proceschemicaliën die op het resultaat van het behandelproces zijn
afgestemd
- beladingssystemen die op het spoelgoed zijn afgestemd
Neem de informatie van de fabrikanten van het spoelgoed in acht.
Niet-verantwoord gebruik
De reinigings- en desinfectieapparaten PLW 8615 en PLW 8616 mogen niet anders worden gebruikt dan waarvoor ze volgens de beschrijving bedoeld zijn. Dit geldt in het bijzonder voor:
- het behandelen van hiervoor geschikte medische hulpmiddelen
- het gebruik binnen de gastronomie
- huishoudelijk gebruik
7
Page 8
Gebruikersprofielen
Beheer gebruikers
De toegang tot de reinigingsautomaat is beperkt tot een vastgelegde
groep personen. Bevoegde gebruikers worden in de webinterface van
de reinigingsautomaat in de Gebruikersadministratie ingevoerd. De Ge-
bruikersadministratie is beschreven in het programmeerhandboek.
Voor de Login op de reinigingsautomaat heeft de gebruiker een Ge-
bruikers-ID en PIN nodig.
De acties van de gebruiker worden opgeslagen, bijvoorbeeld het
starten van een behandelprogramma. De gebruikersgegevens worden
bijvoorbeeld op het Behandelingsprotocol vermeld.
Gebruikersprofielen
Dagelijkse routinewerkzaamheden
Servicewerkzaamheden
Beheer
Om de dagelijkse routinewerkzaamheden te kunnen uitvoeren, moeten de betreffende medewerkers zijn geïnstrueerd inzake de eenvoudige functies en de belading van de reinigingsautomaat. Regelmatige
scholing is vereist. Zij moeten in het bezit zijn van de basiskennis van
de machinale behandeling van laboratoriumglaswerk en laboratoriumvoorwerpen.
De dagelijkse routinewerkzaamheden vinden plaats op de volgende
gebruikersniveaus:
- zonder aanmelding
- Automatic
- Gebruiker
Voor het aanpassen van de reinigingsautomaat, bijvoorbeeld aan de
situatie ter plaatse, is tevens specifieke kennis van het apparaat vereist.
Deze worden in de volgende gebruikersniveaus uitgevoerd:
- Huistechnicus
- Administrator
Voor wijzigingen in het behandelproces en prestatiebeoordelingen is
daarnaast speciale kennis vereist van de machinale behandeling van
laboratoriumglaswerk en laboratoriumvoorwerpen en van de procestechniek.
Deze worden in het volgende gebruikersniveau uitgevoerd:
- Administrator
8
Page 9
Beladings-
1
2
3
5
6
4
en ontladingskant
Beschrijving van het apparaat
Overzicht van het apparaat
a
Inspectiepaneel voor Miele
b
Display
c
HoofdschakelaarI/0
d
Koppelsysteem voor de transferwagen, vergrendeling van het inspectiepaneel
e
Inspectiepaneel
f
Deur gesloten
9
Page 10
Beschrijving van het apparaat
1
2
3
4
7
8
56
Beladingskant
zonder
inspectiepaneel
a
Deur geopend
b
Watertoevoer voor beladingssystemen
c
Zeefcombinatie
d
Aansluitingen voor Miele
e
Lade met voorraadreservoirs en aansluitingen voor
proceschemicaliën
f
Typeplaatje
g
Onderste machinesproeiarm
h
Bovenste machinesproeiarm
10
Page 11
Ontladingskant
1
2
3
6
5
4
(alleen PLW8616 )
Beschrijving van het apparaat
a
Inspectiepaneel voor Miele
b
Display
c
Hoofdschakelaar0
d
Geïntegreerde printer (optioneel)
e
Koppelsysteem voor de transferwagen
f
Deur gesloten
11
Page 12
Beschrijving van het apparaat
Behandeling
Favorieten
Documentatie
Systeem
Hoofdmenu
NL
Login
18.06.2018 15:05
Bedieningselementen in het display
Hoofdmenu
In het display van de reinigingsautomaat worden bedieningselementen licht op een zwarte ondergrond weergegeven. In deze gebruiksaanwijzing wordt het display voor een betere leesbaarheid
zwart op een lichte achtergrond weergegeven.
Knoppen in het
hoofdmenu/
de kopregel
a
Kopregel
b
Ingestelde displaytaal
c
Aangemelde gebruiker
d
Knoppen voor het oproepen van submenu's
e
Voetregel
In de voetregel worden knoppen voor alle vrijgegeven acties getoond.
Als een menu over meerdere pagina's is verdeeld, wordt in de voetregel een scrollbalk weergegeven. Veeg over het display of raak de
schuifbalk aan om heen en weer te bladeren tussen de pagina's.
Symbool Beschrijving/knopfunctie
blokkeert het display, bijvoorbeeld voor een desinfectie
van het scherm
opent het menuDisplaytaal selecteren,
achter het symbool wordt de op dat moment ingestelde
taal weergegeven, bijv. NL
opent de dialoog voor het aan- en afmelden, bijvoorbeeld
als er van gebruiker wordt gewisseld
12
Page 13
Beschrijving van het apparaat
Symbolen in het
hoofdmenu
Knoppen in het
hoofdmenu/
de voetregel
SymboolBeschrijving/knopfunctie
opent de lijst met behandelprogramma's
Behandeling
Favorietenopent de favorietenkeuze
Documentatie
Systeem
informatie
even geduld, de besturing is bezet
Symbool Beschrijving/knopfunctie
waarschuwing aanwezig, opent de lijstMeldingen
storing aanwezig, opent de lijstMeldingen
opent de deur
sluit de deur
die aan het beladingssysteem zijn toegewezen
opent de lijst met beschikbare behandelprotocollen
opent het configuratiemenu, bijvoorbeeld voor de netwerkinstellingen of het
wijzigen van de pincode
Knoppen in de
submenu's/
voetregel
de deur is vergrendeld
Symbool Beschrijving/knopfunctie
OKinvoeren bevestigen
menu verlaten, terugkeren naar het vorige menuniveau, invoeren niet opslaan
13
Page 14
Beschrijving van het apparaat
1:26
user/
18.06.2018 15:05
NL
BED
Universeel
Resttijd
Display programmastart
Nadat u in het menuBehandeling bijv. het beladingssysteemA 500
heeft gekozen en het bijbehorende behandelprogrammaUniverseel is
bevestigd, verschijnt het volgende display:
In de kopregel ziet u het pictogram van het beladingssysteem en het
gekozen behandelprogramma.
In het display wordt tegelijk met de looptijd een voortgangsbalk getoond.
De kleur van de voortgangsbalk komt overeen met de actuele status
van de machine:
- zwart voor gebruiksklaar
- wit voor een lopend behandelprogramma
- groen voor een succesvol afgesloten behandelprogramma
starten van het programma
afbreken van het programma
deur vergrendeld
programmaweergave in het standaardaanzicht tonen
In/Out
programmaweergave als diagram tonen
verwarmingssoort stoom kiezen
verwarmingssoort elektrisch kiezen
+verwarmingssoorten elektrisch en stoom kiezen
(naast de
voort-
gangs-
balk)
invoervenster voor de voorprogrammering van de starttijd
openen
schematische programmaweergave, bevat informatie voor
de Miele Service
met deze knop worden de actuele storingen en waarschuwingen na elkaar weergegeven in de voortgangsbalk
Contextmenu
Verwarmen
(optioneel)
Dit contextmenu wordt alleen aangeboden bij reinigingsautomaten
waarvan de energievoorziening kan worden omgeschakeld van elektrisch naar stoom.
De energiebron voor het opwarmen kan voor en tijdens het programmaverloop worden gewijzigd. De gekozen instelling wordt gebruikt
voor het opwarmen van het spoelwater en het gedemineraliseerde
water in het VE-reservoir.
De gekozen instelling wordt permanent in de machinebesturing
overgenomen.
Druk op de knop om het contextmenu te openen.
15
Page 16
Beschrijving van het apparaat
0:25
°C
75 °C
Duur
Universeel
user/
18.06.2018 15:05
BED
NL
Programmablok
Temperatuur
Reinigen 1
Voorbeeld van een
weergave programmaverloop
Na de start van het programma verschijnt het volgende display:
In het display worden ook het actuele programmablok en de bereikte
temperatuur weergegeven.
De voortgangsbalk toont de verhouding van de looptijd ten opzichte
van de resttijd.
Contextmenu
weergave programmaverloop
Tijdens het programmaverloop kunt u uit 4verschillende weergaven
kiezen:
- standaard
- tabellarisch
- In/Out-tableau In/Out
- grafisch
Druk op de knop om het contextmenu te openen.
16
Page 17
Beschrijving van het apparaat
Programmaweergave tabellarisch
Nadat u met de knop naar de tabellarische weergave van het programmaverloop bent gegaan, worden de volgende gegevens in het
display weergegeven:
- Bloknaam
- resttijd van het programmablok
- Houdtijd
- Programmaparameter met de bijbehorende gewenste en actuele
waarden en de minimaal en maximaal bereikte waarden
Met de scrollbalk kunt u naar volgende pagina's bladeren.
- temperatuur van het spoelwater, meetwaarden van sensoren1 en 2
- temperatuur in de doseerfases 1–3, meetwaarden van de sensoren1 en 2
- temperatuur van de lucht gedurende de droging binnen in fases1
en 2
- temperatuur van de lucht gedurende de droging buiten in fases1
en 2
- hoeveelheden water in het programma-onderdeel en het programmablok
- doseerhoeveelheid van de gebruikte doseersystemen
- A0-waarde
- Geleidbaarheid in de watertoevoer en in de waterafvoer
- spoeldruk voor het binnenste spoelsysteem en de
PowerPulseCleaning
- toerental sproeiarm
17
Page 18
Beschrijving van het apparaat
Grafische weergave programmaverloop
Programmaweergave In/Out-tableau
Nadat u met de knop naar de grafische weergave van het programmaverloop bent gegaan, worden de volgende waarden als curves in het display weergegeven:
- temperatuur spoelwater (W)
- temperatuur lucht/droging buiten(LA)
- temperatuur lucht/droging binnen(LI)
- spoeldruk binnen(D)
Het In/Out-tableau In/Out bevat informatie over de ingangssignalen
(bladzijde1), de uitgangssignalen (bladzijde2) en aparte meetwaarden van de sensor:
- temperatuur spoelwater
- temperatuur lucht
- pompdruk bij de circulatiepomp
- geleidbaarheid
Deze informatie wordt gebruikt door Miele en wordt niet toegelicht in
deze gebruiksaanwijzing.
18
Page 19
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Er bestaat gevaar voor de gezondheid en voor schade als de
gebruiksaanwijzingen niet in acht worden genomen.
Het niet in acht nemen van de gebruiksaanwijzing, met name voor
wat betreft de daarin opgenomen veiligheidsinstructies en waarschuwingen, kan leiden tot zwaar persoonlijk letsel en materiële
schade.
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u deze reinigingsautomaat gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan de reinigingsautomaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig.
Verantwoord gebruik
De reinigingsautomaat is uitsluitend toegelaten voor de in de ge-
bruiksaanwijzing genoemde toepassingsgebieden. Ander gebruik,
alsmede aanpassingen en wijzigingen zijn niet toegestaan en mogelijk
gevaarlijk.
De reinigings- en desinfectieprocessen zijn uitsluitend bestemd voor
laboratoriumglaswerk en -voorwerpen waarvan de fabrikant heeft
aangegeven dat ze behandeld kunnen worden. De aanwijzingen van
de fabrikanten van het spoelgoed dienen opgevolgd te worden.
Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor stationair binnengebruik.
De reinigingsautomaat heeft vanwege speciale eisen (bijv. ten aan-
zien van de temperatuur, vochtigheid, chemische bestendigheid, slijtvastheid en vibraties) een speciale lamp. Deze speciale lamp mag alleen voor deze toepassing worden gebruikt. De lamp is niet geschikt
voor verlichting van een ruimte. De lamp mag alleen door de Miele
Service worden vervangen.
Letselrisico
Neem de volgende veiligheidsinstructies in acht, zodat uw eigen
veiligheid en die van anderen gewaarborgd is!
Dit apparaat mag alleen door Miele of door een gekwalificeerd vak-
man in gebruik worden genomen, alsmede onderhouden en gerepareerd. Volgens de GLP-richtlijnen is regelmatig onderhoud vereist. In
dit verband is een Miele-serviceovereenkomst aan te raden. Door ondeskundige reparaties kunnen voor de gebruiker grote risico's ontstaan.
Het apparaat mag niet worden opgesteld in een explosiegevaarlijke
ruimte. De ruimte dient tevens vorstvrij te zijn.
De elektrische veiligheid van de reinigingsautomaat is uitsluitend
gegarandeerd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem
dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Het is belangrijk dat wordt nagegaan of aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat in geval van twijfel de gebouwinstallatie door
een vakman inspecteren.
19
Page 20
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Een beschadigd of lekkend apparaat kan uw veiligheid in gevaar
brengen. Stel het apparaat meteen buiten werking en neem contact
op met Miele.
Markeer een reinigingsautomaat als deze buiten gebruik is gesteld
en beveilig deze tegen onbevoegd opnieuw inschakelen. De reinigingsautomaat mag pas weer in gebruik worden genomen als de
Miele Service de reinigingsautomaat naar behoren heeft kunnen repareren.
Personeel dat het apparaat bedient, moet worden geïnstrueerd en
regelmatig worden geschoold. Laat het apparaat niet bedienen door
personeel dat niet is geïnstrueerd en geschoold.
Wees voorzichtig met proceschemicaliën! Dit kunnen bijtende, irri-
terende en toxische stoffen zijn.
Houdt u zich aan de geldende veiligheidsvoorschriften en aan de
aanwijzingen uit de veiligheidsinformatiebladen van de betreffende fabrikanten!
Draag een veiligheidsbril en geschikte handschoenen!
Deze automaat is alleen geschikt voor gebruik met water en ge-
schikte proceschemicaliën. Gebruik geen organische oplosmiddelen
of ontvlambare vloeistoffen in verband met explosiegevaar. Maar er
kunnen ook andere problemen optreden, zoals aantasting van rubberen en kunststof onderdelen. Hierdoor kunnen vloeistoffen uitlopen en
schade veroorzaken.
Het water in de spoelruimte is geen drinkwater!
Plaats scherp en spits spoelgoed zo in de reinigingsautomaat dat
dit geen risico's op verwondingen oplevert. Wees extra voorzichtig
als u dergelijke voorwerpen rechtop zet.
Glasbreuk kan tijdens het beladen en leeghalen gevaarlijke ver-
wondingen tot gevolg hebben. Behandel beschadigd spoelgoed van
glas niet in de reinigingsautomaat.
Houd bij gebruik van de automaat rekening met eventuele hoge
temperaturen. Als u de deurvergrendeling deactiveert en de deur vervolgens opent, kunt u zich branden of met bijtende stoffen in aanraking komen. Bovendien kunt u bij desinfectiemiddelen met toxische
dampen in aanraking komen!
20
Als tijdens de behandeling in het water vluchtige, toxische sub-
stanties kunnen ontstaan of vrijkomen (bijvoorbeeld aldehydes in het
desinfectiemiddel), moet u de dichting van de deur regelmatig controleren. Dit geldt eventueel ook voor de functie van de dampcondensator.
Als u bij een programma-onderbreking de deur van de automaat
opent, kan hiermee een risico zijn verbonden.
Page 21
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Houdt u zich bij contact met toxische dampen of proceschemicali-
en aan de aanwijzingen uit de veiligheidsinformatiebladen van de betreffende fabrikanten!
Open na het drogen met het droogaggregaat de deur van de auto-
maat en laat het spoelgoed, de wagen, de modules en de inzetten afkoelen.
Wagens, modules, inzetten en de belading moeten eerst afkoelen,
voordat u deze verwijdert. Giet water dat eventueel in het spoelgoed
is achtergebleven in de spoelruimte.
Stoomverwarming is toegestaan tot een druk van 1000kPa. Dit
komt overeen met een kooktemperatuur van 180°C bij water.
De automaat en de directe omgeving ervan mogen niet met water
(waterslang of hogedrukreiniger) worden afgespoten.
Maak het apparaat vóór onderhoudswerkzaamheden altijd span-
ningsvrij.
Kwaliteitszorg
Neem de volgende aanwijzingen in acht om de kwaliteit te waarborgen bij de behandeling van laboratoriumglaswerk en laboratoriumvoorwerpen. U vermijdt daarmee schade aan het apparaat
en het spoelgoed!
Programma's mogen alleen in uitzonderingsgevallen worden on-
derbroken. Dit mag alleen door geautoriseerde personen worden gedaan.
De behandelingsstandaard in de dagelijkse routine moet de exploi-
tant aantoonbaar waarborgen. Het eindresultaat van de processen
moet regelmatig en gedocumenteerd worden beoordeeld.
Voor de thermische desinfectie moeten temperaturen en houdtij-
den worden gebruikt die volgens de normen en richtlijnen, en volgens
microbiologische en hygiënische inzichten de vereiste profylaxe tegen
infectie bieden.
Gebruik alleen degelijk spoelgoed. Let bij kunststof spoelgoed op
de thermostabiliteit. Vernikkeld spoelgoed en spoelgoed van aluminium is minder geschikt voor machinale behandeling. Hiervoor moet
aan speciale procesvoorwaarden worden voldaan.
Corroderende metalen mogen noch als spoelgoed, noch als verontreiniging in de spoelruimte terechtkomen.
Proceschemicaliën kunnen onder bepaalde omstandigheden scha-
de aan het apparaat veroorzaken. Houdt u zich aan de aanbevelingen
van de fabrikant van de proceschemicaliën. Neem in geval van schade of als u vermoedt dat chemicaliën schadelijk zijn contact op met
Miele.
21
Page 22
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Chloorhoudende reinigingsmiddelen kunnen de elastomeren van
de reinigingsautomaat aantasten.
Als chloorhoudende reinigingsmiddelen vereist zijn, adviseren wij voor
de spoelblokken “Reiniging” een maximale temperatuur van 75°C
(zie programma-overzicht).
In reinigingsautomaten voor olie- en vetverontreinigingen die zijn
voorzien van speciale oliebestendige elastomeren (variant af fabriek)
mogen geen chloorhoudende reinigingsmiddelen worden gebruikt!
Een voorbehandeling (bijvoorbeeld met reinigings- of desinfectie-
middelen), maar ook bepaalde verontreinigingen en sommige proceschemicaliën kunnen - ook door chemische wisselwerking - schuim
veroorzaken. Schuim kan het resultaat van de behandeling of desinfectie verminderen.
Het proces moet zo zijn ingesteld dat geen schuim uit de spoel-
ruimte komt. Uitstromend schuim kan van invloed zijn op het veilig
functioneren van de automaat.
Controleer het behandelingsproces regelmatig op schuimvorming.
Om schade te voorkomen aan de reinigingsautomaat en de ge-
bruikte accessoires (door inwerking van proceschemicaliën, verontreinigingen en de wisselwerking tussen deze stoffen) dient u de aanwijzingen uit het hoofdstuk “Chemische procestechniek” in acht te nemen.
Wanneer voor een toepassing bepaalde proceschemicaliën worden
aanbevolen (bijvoorbeeld een reinigingsmiddel), betekent dit niet dat
de fabrikant van de reinigingsautomaat ook aansprakelijk is voor het
effect van de proceschemicaliën op het materiaal van het spoelgoed.
Houd er rekening mee dat veranderingen in formules en opslagvoorschriften enz. die niet afkomstig zijn van de fabrikant van de proceschemicaliën het resultaat kunnen beïnvloeden.
Neem bij het gebruik van proceschemicaliën absoluut de aanwij-
zingen van de betreffende fabrikant in acht. Gebruik de proceschemicaliën alleen voor de toepassingen die door de fabrikant zijn aangegeven. Hiermee voorkomt u materiaalschade en eventuele heftige
chemische reacties (bijvoorbeeld een gasexplosie).
Houdt u zich aan de aanwijzingen voor opslag en verwijdering van
de fabrikanten van de proceschemicaliën.
22
Deeltjes≥200μm worden door de zeven in de spoelruimte gefil-
terd. Kleinere deeltjes kunnen in het circulatiesysteem terechtkomen.
Bij toepassingen waarbij zeer hoge eisen aan het resultaat worden
gesteld, raden wij u aan de voorwaarden voor het reinigingsproces
(reinigingsmiddel, waterkwaliteit, etc.) van te voren met Miele te bespreken.
Page 23
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als er zeer hoge eisen aan het reinigings- en naspoelresultaat wor-
den gesteld (bijvoorbeeld bij chemische analyse), moet de gebruiker
regelmatig een kwaliteitscontrole uitvoeren om de behandelstandaard
te waarborgen.
Wagens, modules en inzetten mogen alleen volgens de voorschrif-
ten worden gebruikt.
Holle voorwerpen moeten van binnen goed doorgespoeld kunnen
worden.
Dek licht spoelgoed en kleine voorwerpen met afdeknetten af of
leg de voorwerpen in zeefschalen voor kleine onderdelen, om blokkering van de sproeiarmen te voorkomen.
Schalen, bakjes en dergelijke die nog vloeistofresten bevatten,
moeten worden geleegd vóórdat u deze in de automaat plaatst.
Op het spoelgoed mogen hooguit resten van oplosmiddelen voor-
komen als u het in de automaat plaatst.
Van oplosmiddelen met een vlampunt onder 21°C mogen slechts
sporen aanwezig zijn.
Er mogen geen chloridehoudende oplossingen in de automaat te-
rechtkomen. Dit geldt met name voor zoutzuur!
Om schade door corrosie te vermijden, mag de roestvrijstalen om-
manteling van het apparaat niet in aanraking komen met chloride- en
zoutzuurhoudende oplossingen en dampen.
Na werkzaamheden aan de watervoorziening moet de leiding naar
de automaat worden ontlucht. Anders kunnen onderdelen van de automaat beschadigd raken.
Neem de installatie-instructies uit de gebruiksaanwijzing en de in-
stallatiehandleiding in acht.
Gebruik van componenten en toebehoren
Voor speciale toepassingen mogen alleen Miele-hulpapparaten
worden aangesloten. Informeer bij Miele naar de mogelijkheden.
Gebruik uitsluitend wagens, modules en inzetten van Miele. Als de-
ze Miele-producten worden aangepast of bij gebruik van wagens of
inzetten van derden kan Miele niet waarborgen dat het reinigings- en
desinfectieresultaat toereikend is. Hieruit voortvloeiende schade valt
niet onder de garantie.
Gebruik uitsluitend proceschemicaliën die door de betreffende fa-
brikant zijn vrijgegeven voor de gewenste toepassing. De fabrikant
van de proceschemicaliën is verantwoordelijk voor eventuele negatieve gevolgen voor het materiaal van het spoelgoed en de reinigingsautomaat.
23
Page 24
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Op het apparaat aangebrachte symbolen
Let op!
Volg de aanwijzingen uit de gebruiksaanwijzing!
Let op!
Gevaar voor een elektrische schok!
Waarschuwing voor hete oppervlakken:
Als de deur wordt geopend, kan het in de
spoelruimte erg heet zijn!
Het afdanken van een apparaat
Houd er rekening mee dat het apparaat, afhankelijk van de toepas-
sing, door bloed en andere lichaamsvloeistoffen, pathogene kiemen,
facultatief pathogene kiemen, genetisch gemodificeerd materiaal etc.
kan zijn gecontamineerd. Het apparaat moet derhalve voor de afvoer
worden gedecontamineerd.
Verwijder met het oog op de veiligheid en het milieu alle resten van de
proceschemicaliën. Houd u hierbij aan de veiligheidsvoorschriften en
veiligheidsinformatiebladen van de fabrikanten (gebruik een veiligheidsbril en handschoenen!).
Verwijder of blokkeer de deur, zodat kinderen zich niet in het apparaat
kunnen insluiten. Laat daarna het apparaat conform de geldende regelgeving afvoeren.
Bij apparaten met een tanksysteem moet het water van tevoren uit de
tank worden verwijderd.
Alle in het apparaat opgeslagen persoonlijke gegevens, bijv. ge-
bruikersnamen, moeten worden verwijderd voordat het apparaat
wordt afgevoerd.
24
Page 25
Hoofdmenu
Behandeling
Favorieten
Documentatie
Systeem
Hoofdmenu
NL
Login
18.06.2018 15:05
Hoofdmenu
Acties in het
Hoofdmenu
Het hoofdmenu van de reinigingsautomaat is opgedeeld in een kopen voetregel en 4menu's. U kunt met de knoppen de volgende acties
uitvoeren:
- het display blokkeren bijvoorbeeld voor de veegdesinfectie (zie het
hoofdstuk “Onderhoudsmaatregelen, Reinigingsautomaat blokkeren”)
- de displaytaal veranderen
- een gebruiker aan- en afmelden
- pop-ups met meldingen sluiten, afhankelijk van het gebruikersniveau en het soort melding, waarschuwing of storingsmelding (zie
het hoofdstuk “Storingsmeldingen en aanwijzingen”)
- de lijst met actieve meldingen openen (zie het hoofdstuk “Storingsmeldingen en aanwijzingen”)
- een behandelprogramma kiezen en starten, afhankelijk van de instellingen in het menu Programmabeheer in de webinterface (zie het
hoofdstuk “Bediening”)
- de als Favorieten opgeslagen behandelprogramma's oproepen en
starten, afhankelijk van de instellingen in het menu Systeem, Favorieten beheren (zie het hoofdstuk “Bediening”)
- Behandelingsprotocollen printen
- het menu Systeem openen om de instellingen van de reinigingsautomaat aan te passen, afhankelijk van het Gebruikersniveau (zie het
hoofdstuk “Systeeminstellingen”)
- de deur aan de beladingskant openen en sluiten
- de deur aan de ontlaadzijde na afloop van het programma openen
en sluiten, afhankelijk van de instelling “Authentificatie einde programma” in de webinterface
25
Page 26
Hoofdmenu
Displaytaal wijzigen
Login
Het wijzigen van de displaytaal heeft geen invloed op de ingestelde
systeemtaal. De protocollen en afdrukken worden in de systeemtaal
opgesteld.
Druk op de knop in de kopregel van het display.
Het menu Displaytaal selecteren wordt weergegeven.
Druk op de knop van de gewenste taal.
De besturing van de reinigingsautomaat gaat terug naar het voorgaande menu, de gekozen taal is ingesteld.
Met de knop kunt u de taalkeuze verlaten zonder de ingestelde
taal te wijzigen.
De toegang tot het display van de reinigingsautomaat is beperkt tot
een vastgelegde groep gebruikers. Elke gebruiker moet in deGebrui-
kersadministratie in de webinterface zijn ingevoerd (zie het program-
meerhandboek, hoofdstuk “Gebruikersbeheer”).
Handmatige login
Druk op de knop in de kopregel om het invoervenster voor de ge-
bruikersaanmelding te openen.
Voer de gebruikers-ID in en bevestig metOK.
Voer de pincode in en bevestig metOK.
De functies in het display van de reinigingsautomaat zijn gedeblokkeerd.
Als een gebruiker zich voor de eerste keer aanmeldt, wordt gevraagd om een nieuwe pincode in te voeren.
Ook als de geldigheidsduur van de pincode is verlopen, krijgt de gebruiker dit verzoek. De geldigheidsduur van de pincode wordt in de
webinterface ingesteld bijSysteem,Identificatie.
26
Page 27
Hoofdmenu
Logout
Handmatige
logout
Documentatie afdrukken
De aangemelde gebruiker wordt automatisch afgemeld als er binnen
24 uur niet op een knop in het display wordt gedrukt of als er een automatische herstart is uitgevoerd.
De automatische herstart wordt in de webinterface ingesteld
bijSysteem,Autom. opn. starten.
Een aangemelde gebruiker kan zich handmatig afmelden, bijvoorbeeld om de reinigingsautomaat te beschermen tegen onbevoegde
toegang.
Druk op de knop in de kopregel om u af te melden.
Bevestig de beveiligingsvraag metJa.
De functies in het display van de reinigingsautomaat zijn geblokkeerd.
In het display worden de laatste 200behandelprotocollen weergegeven die in de machinebesturing zijn opgeslagen. Het meest recente
behandelprotocol staat bovenaan de lijst. Zodra er meer dan 200behandelprotocollen zijn opgeslagen, wordt het oudste protocol uit de
lijst verwijderd.
Als er geen externe software voor de procesdocumentatie op de reinigingsautomaat is aangesloten, dan kunnen de behandelprotocollen
met een via het netwerk aangesloten externe printer worden afgedrukt.
Druk op de knopDocumentatie.
In het display verschijnt een lijst met de behandelprotocollen.
Druk op de knop in de kolomPrinten om het gewenste behandel-
protocol te activeren.
Druk op de knopOK in de voetregel om het afdrukken te starten.
Druk nogmaals op de knop in de kolomPrinten om de keuze te de-
activeren.
Het behandelprotocol wordt via de externe printer afgedrukt.
27
Page 28
Hoofdmenu
Deur openen en
sluiten
PLW8616
De status van de deur van de reinigingsautomaat wordt aangegeven
in de voetregel van het display.
- De deur is vrijgegeven om te worden geopend.
- De deur is geopend en kan worden gesloten.
- De deur is vergrendeld.
Druk op de knop met het symbool om de deur te openen.
De deur gaat omhoog.
Druk op de knop met het symbool om de deur te sluiten.
De deur gaat omlaag.
De reinigingsautomaat PLW 8616 is voorzien van 2 deuren. In de
voetregel van het display worden beide deuren naast elkaar weergegeven. Links wordt de status van de deur aan de bedieningskant
weergegeven, rechts de status van de deur aan de tegenoverliggende
kant.
De reinigingsautomaat is voorzien van een elektronische deurvergrendeling. Er kan altijd maar één deur zijn geopend. De deurvrijgave wordt gebaseerd op de machinestatus.
28
Page 29
Algemene aanwijzingen
Gebruik
Transferwagen
Beladingssysteem
De transferwagen TT86 wordt gebruikt voor het transport van beladingssystemen van het voorbereidingsgedeelte naar de reinigingsautomaat en van de automaat naar de controle- en paktafel.
Om transferwagens van het type MF27/28-1 te kunnen gebruiken,
moet de reinigingsautomaat zijn voorzien van de ombouwset RFMF27/28.
Bij de transferwagens horen aparte gebruiksaanwijzingen.
Transferwagens van het type MF-1 mogen niet gebruikt worden.
De reinigingsautomaat kan met verschillende beladingssystemen
worden gebruikt. Afhankelijk van het soort en de vorm van het te behandelen spoelgoed kunnen deze worden gecombineerd met verschillende modules en inzetten.
De beladingssystemen en de overige uitrusting, bijvoorbeeld spoelsystemen, moeten overeenkomstig de uit te voeren behandeling
worden gekozen.
Aanwijzingen over de toepassingsmogelijkheden vindt u op de volgende pagina's en in de gebruiksaanwijzingen van de beladingssystemen.
Beladingssystemen
serie E9xx
Pictogrammen
voor de handmatige programmakeuze
Miele biedt voor alle in het hoofdstuk “Verantwoord gebruik” genoemde toepassingen geschikte beladingssystemen aan in de vorm van
wagens, modules, inzetten en speciale spoelsystemen. U kunt hierover informatie krijgen bij Miele.
Beladingssystemen met de aanduiding E9xx kunnen in de reinigingsautomaat worden gebruikt, wanneer ze in 2007 of later zijn gebouwd.
Ombouwsets A857 voor de wagens zijn bij Miele verkrijgbaar.
Bij de handmatige programmakeuze op de reinigingsautomaat moet
eerst de gebruikte wagen worden geselecteerd. Daarvoor worden in
het display pictogrammen van de wagens weergegeven. De pictogrammen die zijn toegewezen aan de wagens van de serie A5xx worden in de gebruiksaanwijzingen van de wagens genoemd.
Combinaties van wagens/modules van de serie A5xx
Het pictogram en de naam van de wagen vindt u op een steun aan de
voorkant van de wagen. De wagen is afgebeeld zonder geplaatste
module.
Voor de verschillende modulecombinaties in de wagens A500 en
A503 kunnen meerdere pictogrammen worden weergegeven (zie de
gebruiksaanwijzingen van de wagens).
Vaste wagen van de serie A5xx
Het pictogram en de naam van de wagen vindt u op de voorkant van
de wagen.
29
Page 30
Gebruik
Spoelgoed
inruimen
Behandel uitsluitend spoelgoed dat volgens de betreffende fabrikant geschikt is voor machinale herbehandeling. Houd u aan de
specifieke behandelingsvoorschriften van de fabrikant.
Gevaar voor de gezondheid door gecontamineerd spoelgoed.
Gecontamineerd spoelgoed kan verschillende risico's voor de ge-
zondheid veroorzaken die, afhankelijk van het soort contaminatie,
bijvoorbeeld tot infecties, vergiftigingen of verwondingen kunnen
leiden.
Zorg ervoor dat bij het werken met gecontamineerd spoelgoed alle
noodzakelijke veiligheidsmaatregelen voor de persoonlijke bescherming in acht worden genomen.
Draag bijvoorbeeld veiligheidshandschoenen en gebruik geschikte
hulpmiddelen.
- Ruim het spoelgoed zo in dat het van alle kanten door het water
kan worden bereikt. Alleen dan kan het goed worden gereinigd!
- Plaats het spoelgoed zo dat de delen elkaar niet afdekken.
- Het spoelgoed mag zich niet zo dicht op elkaar bevinden dat de reiniging wordt belemmerd!
- Spoelgoed met holle ruimten moet ook van binnen volledig kunnen
worden doorgespoeld. Hiervoor zijn afhankelijk van het spoelgoed
speciale spoelsystemen nodig, bijv. inspuiters, spoelhulzen of
adapters.
- Voor het inruimen of aansluiten van spoelgoed met nauwe, lange
holle ruimten moet zijn gewaarborgd dat het goed kan worden
doorgespoeld.
- Plaats holle instrumenten met de openingen naar beneden in de
betreffende wagens, modules en inzetten. Het water moet er goed
in en uit kunnen.
- Plaats spoelgoed met een diepe bodem zo veel mogelijk schuin,
zodat het spoelwater eruit kan lopen.
- Plaats hoge, smalle, holle instrumenten in het midden van de wagens, als ze niet direct door een sproeisysteem worden besproeid.
Het water komt zo beter binnen in de holle instrumenten.
- Haal demonteerbaar spoelgoed volgens de aanwijzingen van de fabrikant uit elkaar en behandel de onderdelen apart van elkaar.
- Dek licht spoelgoed af met een afdeknet, zodat het niet los in de
spoelruimte terechtkomt en de sproeiarmen blokkeert.
30
- Behandel kleine en zeer kleine voorwerpen alleen in speciale inzetten of afsluitbare zeefschalen of zeefinzetten.
- De sproeiarmen mogen niet door te hoog of naar beneden uitstekend spoelgoed worden geblokkeerd.
Page 31
Gebruik
- Glasbreuk kan tijdens het beladen en leeghalen gevaarlijke verwondingen tot gevolg hebben. Behandel beschadigd spoelgoed van
glas niet in de reinigingsautomaat.
- Vernikkeld en verchroomd spoelgoed en aluminium spoelgoed is
minder geschikt voor machinale behandeling. Voor dit soort spoelgoed zijn er speciale procesvoorwaarden nodig.
- Let op bij spoelgoed dat geheel of gedeeltelijk uit kunststof bestaat.
Let op de hittebestendigheid van het materiaal en kies een geschikt
programma. Pas zo nodig de temperatuur van het programma aan.
Spoelgoed voorbereiden
Explosiegevaar door ontvlambare gassen.
Brandbare oplosmiddelen met een vlampunt dat lager is dan 21°C
kunnen gas ontwikkelen en daarmee een ontvlambaar gasmengel
produceren.
Belaad de reinigingsautomaat alleen met spoelgoed waarop hooguit sporen van oplosmiddelen te vinden zijn.
Start het behandelprogramma direct nadat u de reinigingsautomaat
met het vochtige spoelgoed heeft beladen.
Materiaalschade door oplosmiddelen.
Oplosmiddelen met een vlampunt dat lager is dan 21°C kunnen
elastomeren en kunststoffen beschadigen. De reinigingsautomaat
is daardoor niet meer waterdicht.
Belaad de reinigingsautomaat alleen met spoelgoed waarop hooguit sporen van oplosmiddelen te vinden zijn.
Start het behandelprogramma direct nadat u de reinigingsautomaat
met het vochtige spoelgoed heeft beladen.
Materiaalschade door corrosie.
Chloridehoudende oplossingen (met name zoutzuren) en corrode-
rende metalen veroorzaken corrosie aan het roestvrij staal van de
reinigingsautomaat en het beladingssysteem.
Gebruik geen chloridehoudende oplossingen in de reinigingsautomaat!
Gebruik geen corroderende metalen in de reinigingsautomaat!
ne kiemen en gentechnisch gemodificeerd materiaal kunnen infecties en schade aan het milieu veroorzaken.
Bepaal voor de machinale behandeling of het op deze wijze gecontamineerde spoelgoed moet worden gesteriliseerd.
31
Page 32
Gebruik
Maak het spoelgoed leeg voordat u het in de automaat zet, neem
hierbij de geldende voorschriften in acht.
Verwijder niet in water oplosbare resten (zoals lak, lijm, polymeer-
verbindingen) met daarvoor bestemde oplosmiddelen.
Spoel spoelgoed dat nat is geworden door oplosmiddelen, chlori-
dehoudende oplossingen of zoutzuren grondig af met water en laat
het goed uitlekken. Start het behandelprogramma direct nadat u de
reinigingsautomaat heeft beladen.
Schraap de voedingsbodem (agar) uit petrischalen.
Spoel het spoelgoed indien nodig even kort uit om te voorkomen
dat er grotere hoeveelheden vuil in de reinigingsautomaat terechtkomen.
Verwijder stoppen, kurken, etiketten, resten zegellak etc.
Zet kleine onderdelen, zoals stoppen en kranen ter bescherming in
daarvoor geschikte rekken voor klein serviesgoed.
Verwijder vooraf moeilijk verwijderbare hulpmiddelen en hulpstoffen,
die het spoelgoed boven op de oorspronkelijke vervuiling contamineren. Daartoe behoren bijvoorbeeld kranenvet, papieren etiketten
en opschriften.
32
Page 33
Gebruik
Voor de
programmastart
Na afloop
van een programma
Controleer de volgende punten voordat u een programma start
(visuele controle):
- Is het spoelgoed correct geplaatst en aangesloten?
- Is spoelgoed met 2 openingen geheel voor het spoelwater toegankelijk, bijv. pipetten of viscometers?
- Zijn de sproeiarmen schoon en kunnen ze vrij roteren?
- Is de zeefcombinatie schoon?
Verwijder grove verontreinigingen en reinig de zeefcombinatie indien nodig.
- Is de wagen goed op de watertoevoer aangesloten?
- Zijn de uitneembare modules, inspuiters, spoelhulzen en overige
spoelsystemen voldoende stevig vastgezet of aangekoppeld?
- Zijn de voorraadreservoirs van de proceschemicaliën voldoende gevuld?
Controleer na afloop van elk programma de volgende punten:
- Zijn de inspuiters en aansluitingen goed verbonden met de wagen,
de module of de inzet?
- Bevindt zich al het holle spoelgoed nog op de betreffende inspuiters?
- Is de positie van het spoelgoed op het beladingssysteem tijdens de
behandeling gewijzigd?
Het resultaat kan worden beïnvloed door een wijziging van de positie van het spoelgoed tijdens de behandeling.
Beoordeel of er een nieuwe behandeling vereist is, bijv. bij omgedraaide petrischalen of omgevallen bekerglazen
- Controleer het reinigingsresultaat van het spoelgoed visueel.
- Is het binnenste van het spoelgoed met 2 openingen goed doorlatend?
- Als de reinigingsautomaat een droogaggregaat heeft, controleer het
droogresultaat van het spoelgoed dan visueel.
33
Page 34
Gebruik
Laboratoriumglaswerk en laboratoriumvoorwerpen
...met wijde hals
...met nauwe hals
Spoelgoed met een wijde hals (zoals bekerglazen, wijde erlenmeyers
en petrischalen) of met een cilindervorm (zoals reageerbuizen) kan
dankzij roterende sproeiarmen van binnen en van buiten worden gereinigd en gespoeld.
Het spoelgoed wordt daarvoor in inzetten geplaatst en in een lege
wagen met sproeiarm gezet.
Voor spoelgoed met een nauwe hals (zoals nauwe erlenmeyers, rondkolven, meetkolven en pipetten) zijn speciale beladingssystemen nodig.
Voor de beladingssystemen zijn aparte gebruiksaanwijzingen bijgevoegd.
Houd bij het inruimen rekening met het volgende:
- Zet petrischalen e.d. met de vuile kant omlaag in een daarvoor geschikte inzet.
- Plaats pipetten met de punten omlaag.
- Plaats inzetten op een afstand van minimaal 3cm van de rand van
het beladingssysteem.
- Plaats inzetten voor reageerbuizen in het midden boven de middellijn van de sproeiarm, zodat de hoeken van het beladingssysteem
vrij blijven.
- Gebruik eventueel afdeknetten om glasbreuk te voorkomen.
34
Page 35
Gebruik
Programma-overzicht
In de toestand van levering zijn de behandelprogramma's aan de wagen A 503 toegewezen. De volgende modules kunnen in verschillende combinaties worden gebruikt:
- A 612
- A 620
- A 621
- A 622
Uitzonderingen zijn de programma's Ampullen en Pipetten, zie de tabel.
Voor het gebruik van andere wagens moeten in het weboppervlak onder “Beheer beladingssysteem” nieuwe beladingssystemen worden aangemaakt. De “Beheer beladingssysteem” is beschreven in het programmeerhandboek.
Vermogensstanden
De wagens van het modulaire beladingsconcept kunnen met verschillende modules worden uitgerust. Afhankelijk van het soort en aantal geplaatste modules zijn er verschillende
hoeveelheden water en pomptoerentallen nodig om een vergelijkbare pompdruk te realiseren. Daarom worden bepaalde behandelprogramma's met meerdere vermogensstanden
geleverd. Hoe hoger de vermogensstand van een behandelprogramma, des te groter is de
hoeveelheid water en des te hoger is het pomptoerental.
De programmaopbouw en de volgende vermogensrelevante parameters zijn hetzelfde in
alle vermogensstanden:
- de waterkwaliteit
- de temperatuur
- de houdtijd
- de gedoseerde proceschemicaliën in %
- de droogtemperatuur
- de droogduur
(zie de bijlage, tabel “Vermogensstanden/wagens/modulecombinaties”)
35
Page 36
Gebruik
Algemene programma's
ProgrammaToepassingWa-
gens
Mini- zeer kort programma voor licht verontreinigd spoelgoed, waarbij
zeer lage eisen aan het naspoelresultaat worden gesteld
- voor uiteenlopende verontreinigingen
- niet geschikt voor denaturerende verontreinigingen, zoals
proteïnen
- niet geschikt voor anorganische, in zuur oplosbare verontreinigingen, zoals metaalzouten
- met 2vermogensstanden
Standaard- kort programma voor licht verontreinigd spoelgoed, waarbij lage
eisen aan het naspoelresultaat worden gesteld
- voor uiteenlopende verontreinigingen
- niet geschikt voor denaturerende verontreinigingen, zoals
proteïnen
- niet geschikt voor anorganische, in zuur oplosbare verontreinigingen, zoals metaalzouten
- met 2vermogensstanden
Universeel- programma voor licht tot gemiddeld verontreinigd spoelgoed,
waarbij gemiddelde eisen aan het naspoelresultaat worden gesteld
A 503
A 503
A 503
- voor het verwijderen van organische resten
- beperkt geschikt voor anorganische, in zuur oplosbare verontreinigingen, zoals metaalzouten
- met 2vermogensstanden
Intensief- programma voor gemiddeld tot sterk verontreinigd spoelgoed,
waarbij gemiddelde tot hoge eisen aan het naspoelresultaat
worden gesteld
- voor het verwijderen van organische resten
- beperkt geschikt voor anorganische, in zuur oplosbare verontreinigingen, zoals metaalzouten
- met 2vermogensstanden
A 503
36
Page 37
Gebruik
Programma's voor specifieke vervuilingen
ProgrammaToepassingWa-
gens
Anorganisch- programma voor licht tot gemiddeld verontreinigd spoelgoed,
waarbij gemiddelde tot hoge eisen aan het naspoelresultaat
worden gesteld
- voor het verwijderen van anorganische, in zuur oplosbare verontreinigingen, zoals metaalzouten
- met 2vermogensstanden
Organisch- programma voor gemiddeld tot sterk verontreinigd spoelgoed,
waarbij gemiddelde eisen aan het naspoelresultaat worden
gesteld
- voor het verwijderen van sterk organische verontreinigingen
(zoals vet en was) en van sterk ingedroogde of thermisch gefixeerde organische verontreinigingen
- niet geschikt voor anorganische, in zuur oplosbare verontreinigingen, zoals metaalzouten
- met 2vermogensstanden
Olie- programma voor sterk verontreinigd spoelgoed, waarbij ge-
middelde eisen aan het naspoelresultaat worden gesteld
- voor het verwijderen van olie, vet en deels van was
A 503
A 503
A 503
- niet geschikt voor anorganische, in zuur oplosbare verontreinigingen, zoals metaalzouten
- met 2vermogensstanden
Agar- programma voor gemiddeld tot sterk verontreinigd spoelgoed,
waarbij gemiddelde eisen aan het naspoelresultaat worden
gesteld
- voor het verwijderen van agar
- met 2vermogensstanden
A 503
37
Page 38
Gebruik
Programma's voor specifiek spoelgoed
ProgrammaToepassingWa-
gens
Kunststof- programma voor licht tot gemiddeld verontreinigde kunststof-
fen, waarbij gemiddelde eisen aan het naspoelresultaat worden gesteld
- voor temperatuurgevoelige laboratoriumapparaten, bijv. kunststof flessen met een temperatuurbestendigheid tot minimaal
55°C
- met 2vermogensstanden
Ampullen- programma voor licht tot gemiddeld verontreinigd, klein spoel-
goed, waarbij gemiddelde tot hoge eisen aan het naspoelresultaat worden gesteld
- voor ampullen, centrifugebuisjes en reageerbuizen
- met 2vermogensstanden
Pipetten- programma voor licht tot gemiddeld verontreinigde pipetten,
waarbij gemiddelde tot hoge eisen aan het naspoelresultaat
worden gesteld
- voor meetpipetten en volpipetten
- met 3vermogensstanden
A 503
A 503
+
A 605
A 503
+
A 613
38
Page 39
Gebruik
Extra programma's
ProgrammaToepassingWa-
gens
Desin 93/10- programma voor de reiniging en thermische desinfectie op
93°C met een houdtijd van 10min. tijdens het eerste programmablok, afpompen van het spoelwater pas na de desinfectie
- met 2vermogensstanden
Afspoelen
koud water
- programma voor het afspoelen van het spoelgoed met koud
water, bijv. voor het verwijderen van:
- grove verontreinigingen
- resten van desinfectiemiddelen
of
- om het opdrogen en hechten van aanslag op het spoelgoed
tot aan de start van een behandelprogramma te verhinderen
Afspoelen demi-water
- Programma voor het afspoelen van het spoelgoed met gedemineraliseerd water, bijv. voor het verwijderen van:
- grove verontreinigingen
- resten van desinfectiemiddelen
of
A 503
A 503
A 503
- om het opdrogen en hechten van aanslag op het spoelgoed
tot aan de start van een behandelprogramma te verhinderen
Drogen- Programma voor het drogen van temperatuurstabiel spoel-
A 503
goed
- niet geschikt voor temperatuurgevoelig spoelgoed
Serviceprogramma
ProgrammaToepassingWa-
gens
Reservoir
leegmaken
Handmatige
desinfectie
1) Afhankelijk van de instelling van de parameter Gereed in de webinterface Watertoevoer/
Reservoir voor demi-water wordt de tank na afloop van het programma automatisch weer
Programma voor het legen van de tanks, bijvoorbeeld als het
apparaat gedurende langere tijd stilstaat. De spoelruimte moet
dan leeg zijn
1)
Programma voor het legen van de spoelruimte, wanneer het
spoelwater door het toevoegen van desinfectiemiddel moet
worden gedecontamineerd (zie hoofdstuk “Gebruik, Afbreken
programma”)
Zero
A 503
39
Page 40
Chemische procestechniek
Dit hoofdstuk beschrijft de mogelijke oorzaken van een chemische wisselwerking tussen
verontreinigingen, proceschemicaliën en onderdelen van de automaat. Ook wordt beschreven welke maatregelen u moet nemen.
Dit hoofdstuk dient alleen ter ondersteuning. Mocht u tijdens een behandeling onvoorziene
wisselwerkingen constateren of vragen over dit onderwerp hebben, neem dan contact op
met Miele.
Algemene aanwijzingen
WerkingMaatregelen
Als elastomeren (dichtingen en slangen) en
kunststoffen van de reinigingsautomaat
worden beschadigd, kan dit o.a. leiden tot
het uitzetten, krimpen, verharden of verbrossen van de materialen. Ook kan zich
scheurvorming in de materialen voordoen.
Deze materialen werken niet goed, waardoor het over het algemeen tot lekkages
komt.
Een sterke schuimontwikkeling tijdens het
programma heeft een negatieve invloed op
het reinigen en spoelen van het spoelgoed.
Schuim dat uit de spoelruimte komt, kan
schade aan de reinigingsautomaat veroorzaken.
Het reinigingsproces is bij schuimontwikkeling per definitie niet gestandaardiseerd en
niet gevalideerd.
Corrosie van het roestvrij staal van de
spoelruimte en de accessoires kan zich op
verschillende manieren uiten:
- roestvorming (rode vlekken/verkleuringen)
- zwarte vlekken/verkleuringen
- witte vlekken/verkleuringen (het gladde
oppervlak is aangetast)
- Stel de oorzaken van de beschadiging
vast en verhelp ze.
Zie ook de informatie over “Aangesloten
proceschemicaliën”, “Ingebrachte vervuilingen” en “Reactie tussen proceschemicaliën en vervuilingen” in dit hoofdstuk.
- Stel de oorzaken van de schuimvorming
vast en verhelp ze
- Controleer het behandelproces regelmatig
om schuimvorming vast te stellen
Zie ook de informatie over “Aangesloten
proceschemicaliën”, “Ingebrachte vervuilingen” en “Reactie tussen proceschemicaliën en vervuilingen” in dit hoofdstuk.
- Stel de oorzaken van de corrosie vast en
verhelp ze
Zie ook de informatie over “Aangesloten
proceschemicaliën”, “Ingebrachte vervuilingen” en “Reactie tussen proceschemicaliën en vervuilingen” in dit hoofdstuk.
Putjescorrosie kan leiden tot lekkages bij de
reinigingsautomaat. Afhankelijk van het gebruik kan de corrosie het reinigings- en
spoelresultaat negatief beïnvloeden (laboratoriumanalyse) of leiden tot corrosie van het
spoelgoed (roestvrij staal).
40
Page 41
Chemische procestechniek
Aangesloten proceschemicaliën
WerkingMaatregelen
De inhoudstoffen van de proceschemicaliën
hebben een grote invloed op de houdbaarheid en functionaliteit (capaciteit) van de
doseersystemen.
De proceschemicaliën kunnen de elastomeren en kunststoffen van de reinigingsautomaat en de toebehoren beschadigen.
Door waterstofperoxide kan in sterke mate
zuurstof vrijkomen.
- Houd u aan de aanwijzingen en aanbevelingen van de fabrikanten van de proceschemicaliën
- Controleer het doseersysteem regelmatig
visueel op beschadigingen
- Controleer regelmatig de capaciteit van
het doseersysteem
- Neem de onderhoudscycli in acht
- Neem contact op met Miele
- Houd u aan de aanwijzingen en aanbevelingen van de fabrikanten van de proceschemicaliën
- Controleer regelmatig visueel alle vrij toegankelijke elastomeren en kunststoffen op
beschadigingen
- Gebruik uitsluitend geteste processen
- Bij waterstofperoxide moet de reinigingstemperatuur lager zijn dan 70°C
De volgende proceschemicaliën kunnen
ernstige schuimvorming tot gevolg hebben:
- tensidehoudende reinigingsmiddelen en
naspoelmiddelen
De schuimvorming kan optreden:
- in het programmablok waarin de proceschemicaliën worden gedoseerd
- in het erop volgende programmablok door
achtergebleven resten
- bij het doseren van het naspoelmiddel in
het volgende programma door achtergebleven resten
- Neem contact op met Miele
- De procesparameters van het reinigingsprogramma (doseertemperatuur, doseerconcentratie etc.) moeten zo worden ingesteld dat het gehele proces schuimarm/vrij is
- Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikanten van de proceschemicaliën
41
Page 42
Chemische procestechniek
Aangesloten proceschemicaliën
Ontschuimers, met name op siliconenbasis,
kunnen de volgende problemen veroorzaken:
- afzettingen in de spoelruimte
- afzettingen op het spoelgoed
- aantasting van elastomeren en kunststoffen in de reinigingsautomaat
- aantasting van bepaalde kunststoffen in
het spoelgoed, zoals polycarbonaten en
plexiglas etc.
Ingebrachte vervuilingen
WerkingMaatregelen
De volgende stoffen kunnen de elastomeren
in slangen en dichtingen en de kunststoffen
in de reinigingsautomaat aantasten:
- olie, was, aromatische en onverzadigde
koolwaterstoffen
- weekmakers
- cosmetica, hygiënische en verzorgende
middelen zoals crèmes
- Gebruik ontschuimers alleen in uitzonderingsgevallen of als deze voor het proces
beslist noodzakelijk zijn
- Reinig de spoelruimte en de accessoires
periodiek zonder spoelgoed en zonder
ontschuimer met het programma Orga-
nisch
- Neem contact op met Miele
- Veeg afhankelijk van het gebruik van de
reinigingsautomaat periodiek de onderste
deurdichting schoon met een pluisvrije
doek of een spons
- Reinig de spoelruimte en de accessoires
periodiek zonder spoelgoed met het programma Organisch
- Gebruik het programma Olie of een speciaal programma bij de dosering van tensidehoudende, pH-neutrale reinigingsmiddelen bij het voorspoelen
De volgende stoffen kunnen een sterke
schuimontwikkeling bij het reinigen en
spoelen veroorzaken:
- behandelmiddelen, bijvoorbeeld desinfectiemiddelen en reinigingsmiddelen etc.
- reagentia voor de analyse, bijvoorbeeld
voor microtiterplaten
- cosmetica, hygiënische en verzorgende
middelen zoals shampoo en crèmes
- algemeen schuimactieve stoffen zoals
tensides
- Spoel het spoelgoed van tevoren voldoende uit en af met water
- Kies een reinigingsprogramma waarbij
één of meerdere keren kort wordt voorgespoeld met koud of warm water
- Voeg, rekening houdend met de toepassing, ontschuimer toe, indien mogelijk
zonder siliconenolie
42
Page 43
Ingebrachte vervuilingen
Chemische procestechniek
De volgende stoffen kunnen corrosie van
het roestvrij staal van de spoelruimte en accessoires veroorzaken:
- zoutzuren
- overige chloridehoudende stoffen, bijvoorbeeld natriumchloride etc.
- geconcentreerde zwavelzuren
- chroomzuren
- ijzerdeeltjes en -schaafsel
Reacties tussen proceschemicaliën en verontreinigingen
WerkingMaatregelen
Natuurlijke oliën en vetten kunnen met alkalische reinigingsmiddelen worden verzeept.
Hierbij kan sterke schuimvorming ontstaan.
- Spoel het spoelgoed van tevoren voldoende uit en af met water
- Zet het spoelgoed alleen uitgelekt in de
wagens, modules en inzetten en plaats
het alleen uitgelekt in de spoelruimte
- Start direct na het plaatsen van het spoelgoed in de spoelruimte een behandelprogramma
- Gebruik het programma Olie
- Gebruik een speciaal programma bij de
dosering van tensidehoudende, pH-neutrale reinigingsmiddelen bij het voorspoelen
Verontreinigingen die veel proteïnen bevatten zoals bloed, kunnen in combinatie met
alkalische reinigingsmiddelen sterke
schuimvorming tot gevolg hebben.
Bij onedele metalen zoals aluminium, magnesium en zink kan in combinatie met sterk
zure of alkalische reinigingsmiddelen waterstof vrijkomen (knalgasreactie).
- Voeg, rekening houdend met de toepassing, ontschuimer toe, indien mogelijk
zonder siliconenolie
- Kies een reinigingsprogramma waarbij
één of meerdere keren kort wordt voorgespoeld met koud water
- Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikanten van de proceschemicaliën
43
Page 44
Vloeibare proceschemicaliën doseren
Gezondheidsrisico door ongeschikte proceschemie.
Het gebruik van ongeschikte proceschemie leidt normaal gespro-
ken niet tot het gewenste resultaat en kan persoonlijk letsel en materiaalschade veroorzaken.
Gebruik alleen speciale proceschemicaliën voor reinigingsautomaten en volg de gebruiksadviezen van de fabrikanten op.
Neem beslist hun opmerkingen over toxicologisch onproblematische hoeveelheden in acht.
Gezondheidsrisico door proceschemie.
De proceschemicaliën kunnen bijtende en irriterende stoffen zijn.
Houdt u zich aan de geldende veiligheidsvoorschriften en aan de
aanwijzingen uit de veiligheidsinformatiebladen van de betreffende
fabrikanten bij de omgang met proceschemicaliën.
Neem alle door de fabrikant van de proceschemicaliën geëiste beschermende maatregelen, zoals het dragen van veiligheidsbrillen
en -handschoenen.
Doseersystemen
De reinigingsautomaat is standaard voorzien van 2doseersystemen
voor het doseren van vloeibaar reinigingsmiddel en neutralisatiemiddel. Optioneel kunnen er maximaal 4extra interne doseersystemen
zijn ingebouwd.
De doseersystemen en zuiglansen moeten zijn voorzien van een
kleurcodering. Er worden stickers in de volgende kleuren meegeleverd:
- blauw
- wit
- rood
- groen
- geel
- zwart
Vul de gebruikte proceschemicaliën en de toegewezen kleuren in de
volgende tabel in als er een extra doseersysteem wordt ingebouwd.
Als de reservoirs met proceschemicaliën worden aangesloten, maakt
de kleurcode het gemakkelijker om de bijbehorende zuiglans toe te
wijzen.
44
Page 45
Vloeibare proceschemicaliën doseren
Reservoirs voor
proceschemicaliën
Doseersysteem
1blauw
2
3rood
4
5
6
In plaats van de 4optionele interne doseersystemen kunnen er 4externe doseersystemen worden aangesloten.
Als er met één doseersysteem verschillende proceschemicaliën
moeten worden gedoseerd, dan mogen alleen Miele of een bevoegde vakkracht de chemicaliën vervangen.
Achter de onderhoudsklep bevindt zich de lade voor de reservoirs
met proceschemicaliën. In de lade is ruimte voor 4reservoirs met een
capaciteit van 5l.
Als u meer reservoirs heeft, moeten deze buiten de reinigingsautomaat worden geplaatst.
KleurcodeProceschemicaliën
De lade heeft steunen. Deze zorgen ervoor dat de reservoirs enigszins
schuin staan. De reservoirs moeten zo op de steunen staan dat de
zuiglans zich aan de lager liggende kant bevindt.
Zet altijd 4reservoirs in de lade, ook als u een kleiner aantal proceschemicaliën nodig heeft. Zo wordt voorkomen dat de reservoirs omvallen als u de lade opent of sluit.
45
Page 46
Vloeibare proceschemicaliën doseren
1
2
Voorraadreservoirs met proceschemicaliën vullen
Vul de voorraadreservoirs voor proceschemicaliën of vervang ze
door volle reservoirs als de melding hiervoor in het display verschijnt, bijvoorbeeldVoorraadreservoir doseersysteem 1 vullen.
Ontgrendel het inspectiepaneel van de reinigingsautomaat.
Kantel het inspectiepaneel naar voren, til het paneel op en haal
het uit de onderste houders.
46
Trek de lade met de voorraadreservoirs voor vloeibare procesche-
micaliën eruit.
Haal het betreffende voorraadreservoir uit de lade.
Schroef de zuiglans los en verwijder deze.
Vul het voorraadreservoir met het gewenste chemische product of
vervang het door een nieuw voorraadreservoir.
Let op de kleurcode van het doseersysteem en de zuiglans om te
voorkomen dat u de proceschemicaliën verwisselt!
Page 47
Vloeibare proceschemicaliën doseren
Steek de zuiglans in de opening van het voorraadreservoir en
schroef deze vast.
Zet het voorraadreservoir in de lade.
De zuiglans moet zich aan de lager gelegen kant van de lade bevinden.
Schuif de lade in de reinigingsautomaat.
Doseersysteem
vullen
Plaats het inspectiepaneel in de onderste houders van de reini-
gingsautomaat en druk het aan.
Vergrendel het inspectiepaneel.
Bevestig de meldingVoorraadreservoir doseersysteem “X” vullen met
de knopOK.
Elke keer als er een reservoir is gevuld of vervangen, moet de functieDoseersysteem vullen worden uitgevoerd om eventueel aanwezige lucht uit het doseersysteem te verwijderen.
De functie kan alleen worden uitgevoerd als er zich geen beladingssysteem in de spoelruimte bevindt.
Een doseersysteem moet worden gevuld als:
- het betreffende reservoir is gevuld of door een nieuw reservoir is
vervangen
- een van de proceschemicaliën is vervangen
Een doseersysteem kan alleen worden ontlucht als er zich geen beladingssysteem in de spoelruimte bevindt.
Roep het menu Systeem op.
Roep het menupunt Machinefuncties op.
Roep het menupunt Doseersysteem vullen op.
Druk op de knop van het betreffende doseersysteem, bijvoorbeeld
DOS 1.
Het doseersysteem wordt gevuld.
47
Page 48
Bediening
Reinigingsautomaat in- en uitschakelen
De hoofdschakelaarI/0 schakelt de elektriciteit in en uit. Deze bevindt
zich aan de beladingskant van de reinigingsautomaat naast het display.
Druk op de hoofdschakelaarI om de reinigingsautomaat in te scha-
kelen.
Na afloop van het opstartproces is de reinigingsautomaat klaar voor
gebruik.
Druk op de hoofdschakelaar0 om de reinigingsautomaat uit te
schakelen.
De besturing van de reinigingsautomaat wordt afgesloten, de elektriciteit voor de reinigingsautomaat wordt uitgeschakeld.
PLW 8616
Voor noodgevallen bevindt zich aan de leeghaalkant van de reinigingsautomaat naast het display een tweede hoofdschakelaar0.
Ook deze schakelt de elektriciteit voor de reinigingsautomaat in en
uit. Opnieuw inschakelen is alleen mogelijk aan de beladingskant.
48
Page 49
Bediening
Spoelruimte beladen
Het beladingssysteem wordt vanaf de beladingskant in de spoelruimte van de reinigingsautomaat geschoven.
Druk op de knop om de deur aan de beladingskant te openen.
Het beladingssysteem van de transferwagen in de spoelruimte van
de reinigingsautomaat schuiven.
De markeringen op het beladingssysteem en in de spoelruimte
moeten vlak bij elkaar staan.
Druk op de knop om de deur van de reinigingsautomaat te slui-
ten.
49
Page 50
Bediening
Beladingssysteem selecteren
A 503A 503 + A 603
A 500 + A 613A 505
NL
BED
user/
Programma kiezen
De behandelprogramma's zijn aan bepaalde beladingssystemen toegewezen. Daarom moet er altijd eerst een beladingssysteem met behulp van een pictogram worden gekozen.
Beladingssysteem
kiezen
Druk op de knopBehandeling.
In het display verschijnt het menu voor het kiezen van het beladingssysteem via een pictogram.
Als er meer dan 4beladingssystemen zijn, kunt u in het keuzemenu
door meerdere pagina's bladeren.
Druk op de knop van het gewenste beladingssysteem, bijvoor-
beeldA503.
In de kopregel ziet u het pictogram van het gekozen beladingssysteem, bijvoorbeeldBehandeling.
In het display worden de behandelprogramma's genoemd die kunnen
worden gekozen.
Druk op de knop van het gewenste behandelprogramma.
Het scherm om een programma te starten verschijnt.
50
Page 51
Bediening
NL
BED
user/
Favorieten
Universeel
Agar Plus
Pipetten 1
Universeel plus
Programmakeuze
uit de favorieten
Als er in het menuSysteem, Favorieten beheren behandelprogramma's zijn vastgelegd, kunt u met de knopFavorieten een programma kiezen.
Druk op de knopFavorieten.
Het menu Beladingssysteem selecteren wordt weergegeven.
Druk op de knop van het gewenste beladingssysteem, bijvoor-
beeldA503.
In de kopregel ziet u het pictogram van het gekozen beladingssysteem, bijvoorbeeldFavorieten.
In het display verschijnt het als favoriet vastgelegde behandelprogramma, in dit voorbeeldUniverseel.
Druk op de knop van het gewenste behandelprogramma.
Het scherm om een programma te starten verschijnt.
51
Page 52
Bediening
1:06
user/
18.06.2018 15:05
NL
BED
Universeel
Resttijd
Programma starten
Controleer of in de kopregel van het display het juiste behandelprogramma voor het beladingssysteem wordt weergegeven.
Met de knop kunt u het menu oproepen voor het kiezen van de
behandelprogramma's als u een ander behandelprogramma wilt
kiezen.
Nadat de keuze voor een programma is gemaakt, wordt de resttijd
van het geselecteerde behandelprogramma weergegeven. Als de
parameter Resttijd weergeven in het weboppervlak niet is geactiveerd, verandert de weergave na de start van het programma in de
al verlopen Duur van het behandelprogramma.
Druk op de knop.
Het behandelprogramma begint.
Het behandelprogramma kan alleen starten als de deuren van de reinigingsautomaat gesloten zijn en er geen foutmeldingen zijn.
Als in de voetregel het symbool wordt weergegeven, bewerk dan
eerst de lijst met actieve meldingen (zie het hoofdstuk “Foutmeldingen en aanwijzingen”).
52
Page 53
Bediening
Programmaverloop
Na het starten wordt het programma automatisch afgewerkt. Gedetailleerde informatie over het programmaverloop en de programmaparameters kunt u in het display van de reinigingsautomaat aflezen (zie
het hoofdstuk “Beschrijving apparaat”, paragraaf “Bedieningselementen in het display”).
Einde programma
Na afloop van het programma verschijnt de volgende informatie in het
display:
- hetChargenummer
- de tijd die is verstreken na afloop van het programma
- hetResultaat van het behandelproces
- de meldingProgramma beëindigd
De kleur van de voortgangsbalk gaat van wit naar groen.
Afhankelijk van de instelling vooraf kan de spoelruimteverlichting automatisch zijn ingeschakeld.
Programma afbreken
Een behandelprogramma kan op elk moment worden afgebroken. Het
spoelwater wordt afgepompt en daarna is de deur aan de beladingskant vrijgegeven.
Druk op de knop.
In het display verschijnt een beveiligingsvraag:
Programma afbreken?
Bevestig de beveiligingsvraag metJa.
Na het stopzetten van de watertoevoer verschijnt de volgende melding in het display:
Programma afgebroken.
De voortgangsbalk is rood en de volgende storingsmelding verschijnt:
Programma afgebroken door gebruiker.
Nadat de storingsmelding is bevestigd, kan het programma opnieuw
worden gestart.
53
Page 54
Bediening
Programma handmatig afbreken
met handmatige
desinfectie
Programma handmatig afbreken
Afbreken programma door storing
Handmatige desinfectie
Bij programma's met een geactiveerde parameter Waterafvoer na
desinfectie kunnen extra stappen nodig zijn om het programma af te
breken. Wanneer thermische desinfectie niet heeft plaatsgevonden,
moet het spoelwater handmatig worden gedecontamineerd.
Tijdens het eerste programmablok:
Druk op knop en bevestig de veiligheidsvraag Programma af-
breken? met Ja.
Foutmelding Programma afgebroken door gebruiker verschijnt.
Het spoelwater wordt niet afgepompt en blijft in de spoelruimte staan.
Wanneer tijdens het eerste programmablok het programma door een
storing wordt afgebroken, wordt het spoelwater niet afgepompt. Volg
de noodzakelijke stappen onder het punt “Handmatige desinfectie”.
Bevestig de foutmelding in de lijst met OK.
Bevestig het afbreken van het programma met OK.
In de weergave van het programmaverloop verschijnt de melding
Leeghalen a.u.b..
Open de deur aan de beladingskant.
Voeg desinfectiemiddel toe om het spoelwater te decontamineren.
Sluit de deur aan de beladingskant.
Selecteer het beladingssysteem.
Kies en start het programma Handmatige desinfectie uit de lijst van
de aan het beladingssysteem toegewezen programma's.
Het spoelwater wordt afgepompt, er verschijnt een verdere foutmelding.
Bevestig de foutmelding in de lijst met OK.
De deur aan de beladingskant kan geopend worden.
54
Page 55
Bediening
Starttijd voorprogrammeren
U kunt de start van een programma uitstellen, bijvoorbeeld om gebruik te maken van een nachttarief. U kunt de starttijd tot op de minuut nauwkeurig instellen.
Als het spoelgoed te lang kan opdrogen, kan het resultaat verslechteren. Ook neemt bij spoelgoed van roestvrij staal de kans op
corrosie toe.
Druk op knop in de voetregel om de starttijd in te stellen.
Voer met het in het display weergegeven toetsenbord de Starttijd in
en bevestig met OK.
Het behandelprogramma start automatisch op de ingestelde tijd.
U kunt de automatische programmastart op elk moment afbreken.
Druk daarvoor op de knop in de voetregel. Er verschijnt een beveiligingsvraag: Voorprogrammering afbreken?. Nadat u de beveiligingsvraag heeft bevestigd, kan het behandelprogramma handmatig
worden gestart.
55
Page 56
Netwerkaansluiting
Netwerkaansluiting
De reinigingsautomaat kan door middel van een Ethernet-interface in
een intern netwerk worden geïntegreerd. In dit netwerk mogen alleen
systemen worden gebruikt die nodig zijn voor de toegang tot de reinigingsautomaat via de webinterface en voor de documentatie van de
behandelresultaten, bijv. een computer met de documentatiesoftware. Voor de verbinding heeft u een standaard netwerkkabel nodig,
CAT5-Ethernet-kabel of hoger.
De netwerkkabel mag alleen door Miele op de interface worden
aangesloten.
Gevaar voor de gezondheid door onbevoegde toegang.
Wanneer iemand onbevoegd toegang krijgt via het netwerk kunnen
de instellingen in de reinigingsautomaat worden gewijzigd. Een
voorbeeld hiervan zijn de parameters voor de desinfectie of de dosering van proceschemicaliën.
Het mag niet mogelijk zijn om via internet of andere openbare of
onveilige netwerken toegang te krijgen tot de reinigingsautomaat,
niet direct en ook niet indirect, bijv. via port forwarding!
De IP-adressen van 192.168.10.1 tot en met 192.168.10.255 zijn
voorbehouden aan Miele! Deze mogen nooit in een intern netwerk
worden ingesteld!
1.Gebruik de reinigingsautomaat alleen in een apart netwerksegment dat voldoet aan één van de volgende twee voorwaarden:
– het is fysiek gescheiden van andere netwerksegmenten
– de toegang is beperkt door een firewall en een correct geconfigu-
reerde router
2.Beperk de toegang tot dit aparte netwerksegment tot de noodzakelijke personen!
3.Beveilig de toegang tot systemen die met de reinigingsautomaat
zijn verbonden door middel van sterke wachtwoorden.
4.Configureer de Ethernet-interface.
56
Page 57
Netwerkaansluiting
Netwerkprotocollen
De reinigingsautomaat ondersteunt communicatie via de volgende
netwerkprotocollen:
Netwerkprotocollen
DHCPv4Uitgifte dynamische IPv4-adressen68/UDP
DHCPv6Uitgifte dynamische IPv6-adressen546/UDP
NTPTijdserver123/UDP
HTTPSWebinterface voor het invoeren van in-
Ook worden de protocollen ICMPv4 en ICMPv6 ondersteund.
BeschrijvingPoort
443/TCP
stellingen van de reinigingsautomaat
Procesdocumentatie
De behandelprocessen in de reinigingsautomaat kunnen naar keuze
via externe software voor procesdocumentatie, een interne of externe
printer worden gedocumenteerd.
Houd bij het aansluiten van een printer of computer rekening met
het volgende:
- Gebruik alleen computers of printers die conform EN-IEC60950
zijn goedgekeurd.
- Pas het type printer of computer aan de opstelplaats aan.
- Een verlengkabel mag vanaf de Ethernet-interface maximaal 100m
lang zijn.
Voor meer informatie over geschikte printers en software-oplossingen kunt u contact opnemen met de fabrikant van de reinigingsautomaat.
57
Page 58
Systeeminstellingen
Netwerkaansluitingen
Machinefuncties
Opnieuw starten
Typeplaatje
Favorieten beheren
Systeem
NL
BED
user/
Systee
m
|
Netwerkaansluitingen
Code wijzigen
Pairing
Printer
Netwerk
NL
ADM
user/
Systeem
Het menuSysteem bevat de volgende functies:
Met de knoppen worden de submenu's geopend. De functies in de
submenu's worden op de volgende pagina's beschreven.
Netwerkverbindingen
Het menuNetwerkaansluitingen bevat functies voor de netwerkconfiguratie en de gebruikersaanmelding. Nadat u het menuNetwerkaan-
sluitingen heeft opgeroepen, wordt het volgende menu weergegeven:
58
Met de knoppen worden de submenu's geopend.
Page 59
Systeeminstellingen
Pincode wijzigen
Elke gebruiker kan op elk moment zijn pincode wijzigen.
De minimale lengte van de pincode is voor het gebruikersniveau:
- Gebruiker4-cijferig
- Huistechnicus6-cijferig
- Administrator6-cijferig
Druk op de knopCode wijzigen.
Er verschijnt een verzoek om de pincode te wijzigen. Met de knoppen
naast de parameters opent u het toetsenbord op het beeldscherm.
Voer de oude pincode in en 2keer de nieuwe pincode en bevestig
metOK.
De nieuwe pincode wordt in hetGebruikersadministratie in de webinterface overgenomen. Deze is daar niet zichtbaar. Als een gebruiker
zijn pincode is vergeten, kan deze in hetGebruikersadministratie worden gereset.
De pincode voor het gebruikersniveauAdministrator kan alleen door
de Miele Service worden gereset!
Koppeling
uitvoeren
Als de reinigingsautomaat in een netwerk is opgenomen, dan krijgen
externe toepassingen toegang tot de besturing van de reinigingsautomaat, bijvoorbeeld software voor Procesdocumentatie of de webinterface (Webinterface). Bij de eerste verbinding moet er een Pairing
tussen de reinigingsautomaat en een externe toepassing worden uitgevoerd.
Er kunnen maximaal 9externe toepassingen tegelijkertijd met de
reinigingsautomaat zijn verbonden. Voordat er weer een nieuwe
pairingaanvraag kan worden bevestigd, moet een oude verbinding
worden opgeheven.
Druk op de knopPairing.
In het display verschijnt een menu waarin de actieve verbindingen en
open aanvragen met datum en tijd worden vermeld. De status van
een pairingaanvraag wordt met symbolen aangegeven:
SymboolFunctie
Pairing bevestigd
Pairing opheffen
Pairing aangevraagd
59
Page 60
Systeeminstellingen
Pairing bevestigen
Pairing opheffen of
afwijzen
Verlenen van
schrijfrechten
Een pairingaanvraag moet altijd worden bevestigd, zodat een externe
toepassing toegang krijgt tot de reinigingsautomaat. Daarvoor wordt
een 6- tot 10-cijferige Pairing code uitgegeven.
Druk op de knop.
In het display verschijnt het toetsenbord om de Pairing code in te
voeren.
Voer de Pairing code in en bevestig met OK.
De ingevoerde Pairing code moet in de externe toepassing worden ingevoerd, zodat de pairing wordt afgesloten.
Een bestaande pairing kan op elk moment worden opgeheven. Een
pairingaanvraag kan worden afgewezen.
Druk op de knop naast de betreffende toepassing.
De pairing wordt opgeheven en de regel van de betreffende toepassing wordt uit het menu verwijderd.
Wanneer via de webinterface gegevens moeten worden gedownload
of instellingen van de reinigingsautomaat moeten worden gewijzigd,
moet de aangemelde gebruiker schrijfrechten hebben. Zodra een gebruiker schrijfrechten heeft aangevraagd, verschijnt in het display de
volgende melding:
Verbinding met schrijfrechten toestaan?...
Datum/Tijd
De aanvraag voor de schrijfrechten kan door een Login op de reinigingsautomaat worden bevestigd of worden geweigerd met de
knop.
Druk op de knop Login om schrijfrechten te verlenen.
In het display verschijnt het toetsenbord voor het invoeren van de
logingegevens.
Tijdens de externe toegang tot de reinigingsautomaat met schrijfrechten verschijnt de volgende melding in het display:
Verbinding met schrijfrechten is actief...
De schrijfrechten kunnen worden ingetrokken:
Druk op de knop.
In het display verschijnt het toetsenbord voor het invoeren van de
logingegevens. Met de login worden de schrijfrechten opgeheven,
met de knop blijft de schrijvende verbinding bestaan.
De aangemelde gebruiker kan in de webinterface de schrijfrechten
wissen. In dit geval hoeven er geen logingegevens in het display van
de reinigingsautomaat te worden ingevoerd.
60
Page 61
Systeeminstellingen
Printer instellen
Een aangesloten printer kan zowel in het display als in de webinterface worden ingesteld. Het instellen in de webinterface is beschreven
in het programmeerhandboek.
Druk op de knopPrinter.
Druk op de knop naast de parameterType.
Er verschijnt een menu met de printertypes waaruit u kunt kiezen.
Let op:
Activeer de gewenste printer met de knop naast de typeaanduiding.
Het balkje in de knop van de geactiveerde printer wordt nu wit.
Verlaat het menu met de knop.
U moet het bijbehorende IP-adres van de geselecteerde netwerkprinter invoeren.
Druk op de knop naast de parameterIP-adres.
In het display verschijnt het toetsenbord om het IP-adres in te voeren.
Voer het IP-adres in en bevestig met OK.
Met de parameterDirect printen wordt vastgelegd of er direct na afloop van het programma een behandelprotocol naar de aangesloten
printer moet worden gestuurd en moet worden afgedrukt. Ook als het
behandelprotocol direct wordt afgedrukt, blijft het opgeslagen in de
besturing van de reinigingsautomaat. Met de knopDocumentatie in
hetHoofdmenu kunnen meerdere exemplaren van een behandelprotocol worden afgedrukt.
Druk op de knop naast de parameterDirect printen om het direct af-
drukken te activeren.
Het balkje in de knop wordt nu wit.
61
Page 62
Systeeminstellingen
Netwerk instellen
De verbinding met het ethernet wordt in het menuNetwerk geconfigureerd. Het netwerk kan zowel in het display van de reinigingsautomaat als in de webinterface worden geconfigureerd. Voor de eerste
verbinding, bijvoorbeeld met een netwerkprinter, moet het netwerk in
het display van de reinigingsautomaat worden geconfigureerd. Het instellen in de webinterface is beschreven in het programmeerhandboek.
De benodigde gegevens voor de netwerkconfiguratie krijgt u van uw
netwerkbeheerder.
Druk op de knopNetwerk.
In het display verschijnen de parameters voor de netwerkconfiguratie.
Met de knoppen naast de parameters opent u het toetsenbord op het
beeldscherm.
Voer de benodigde waarden voor elke parameter in en bevestig met
OK.
Met hetIP-adres en deNaam host kan de reinigingsautomaat in het
netwerk worden gevonden.
Actief––
DHCPactiefactief
IP-adres––
Subnetmasker––
Lengte prefix––
Naam hostinvoerveldinvoerveld
62
Standaard gateway––
NTP––
Page 63
Systeeminstellingen
Systeem
Machinefuncties
|
Continuprogramma
Doseersysteem vullen
Setup doseersysteem
Zelfdesinfectie
Meetmodule geleidbaarheid afstellen
Programmatest
NL
ADM
user/
Machinefuncties
Het menuMachinefuncties bevat servicefuncties, bijvoorbeeld voor
de doseersystemen en voor ingebouwde tanks. Nadat u het menuMachinefuncties heeft opgeroepen, wordt het volgende menu
weergegeven:
Automatische
systeemtest
Met de knoppen worden de afzonderlijke functies gestart.
Tijdens de automatische systeemtest wordt op een vastgesteld tijdstip de Zelfdesinfectie van de ingebouwde tanks (indien aanwezig) uitgevoerd.
Voorwaarden voor de automatische systeemtest zijn:
- de reinigingsautomaat is ingeschakeld
- de spoelruimte is leeg
- de deur van de reinigingsautomaat is gesloten
- er is geen gebruiker aangemeld
- er is geen doorlopend programma actief
- er zijn geen schrijfrechten toegekend voor toegang via de webinterface
De automatische systeemtest kan via de webinterface worden uitgeschakeld (zie programmeerhandboek, hoofdstuk “Systeem, Apparaatconfiguratie, Automatische systeemtest”).
63
Page 64
Systeeminstellingen
Zelfdesinfectie
uitvoeren
(optioneel)
Deze knop wordt alleen weergegeven als de reinigingsautomaat een
interne tank heeft. Tijdens de automatische systeemtesten worden de
interne tanks van de reinigingsautomaat door de Zelfdesinfectie gedesinfecteerd.
Als de automatische zelfdesinfectie van de interne tanks niet storingsvrij is afgesloten, kan deze functie handmatig worden gestart.
De zelfdesinfectie kan alleen worden uitgevoerd als er zich geen
beladingssysteem in de spoelruimte bevindt.
Druk op de knopZelfdesinfectie.
De benodigde stappen voor de zelfdesinfectie worden automatisch
afgewerkt. Als de zelfdesinfectie is beëindigd, verschijnt in het display
de melding:
Zelfdesinfectie geslaagd.
of
Zelfdesinfectie niet geslaagd.
Bevestig de melding met OK.
Als de zelfdesinfectie herhaaldelijk niet succesvol wordt afgesloten,
neem dan contact op met Miele.
De zelfdesinfectie kan worden afgebroken met de knop in de
voetregel. In het display verschijnt de beveiligingsvraag Zelfdesinfec-
tie afbreken?. Met Ja wordt de zelfdesinfectie afgebroken, met Nee
wordt deze voortgezet.
64
Page 65
Systeeminstellingen
Doorlopend programma starten
U kunt in het menu Continuprogramma vastleggen dat een behandelprogramma herhaaldelijk moet worden gestart. Deze functie kan worden gebruikt voor spoeltechnische testen (zoals materiaaltesten) of
voor de periodieke decontaminatie bij lange stilstandtijden.
Druk op de knopContinuprogramma.
In het display verschijnen de beladingssystemen waaruit u kunt kiezen.
Druk op de knop van het gewenste beladingssysteem.
In het display verschijnen de behandelprogramma's waaruit u kunt
kiezen.
Druk op de knop van het gewenste behandelprogramma.
In het display verschijnen de parameters voor de definitie van het
doorlopende programma. Met de knoppen naast de parameters
opent u het toetsenbord op het beeldscherm. In de kopregel van het
toetsenbord worden de grenswaarden voor de gekozen parameters
weergegeven.
Parameters voor het doorlopende programma
ParametersDefinitie
Programma'sAantal programmacycli voor het doorlopende pro-
gramma
Pauze tussen
programma's
Tijd tussen het einde van een programma en de
start van het daarop volgende programma
Vertraging deurTijd tussen het einde van een programma en het
openen van de deur van de reinigingsautomaat
Deur open gedurende
Tijd tussen het openen en sluiten van de deur van
de reinigingsautomaat
DeurselectieKeuze van de deur van de reinigingsautomaat die
na een programma wordt geopend
Voer de benodigde waarden voor elke parameter in.
Druk op de knop in de voetregel om het doorlopende program-
ma te starten.
In het display verschijnt de melding Continuprogramma: let op! Deur
opent en sluit automatisch.. MetOK start u het doorlopende program-
ma, met beëindigt u het proces.
Als het behandelprogramma is gestart, wordt dit herhaald totdat het
aantal ingestelde programmacycli is bereikt.
Het doorlopende programma kan op elk moment worden afgebroken met de knop.
65
Page 66
Systeeminstellingen
Doseersysteem
vullen
De functie Doseersysteem vullen wordt gebruikt voor het ontluchten
van het betreffende doseersysteem. Als een reservoir voor proceschemicaliën is gevuld of vervangen door een vol reservoir, dan moet
deze functie worden uitgevoerd.
De functie kan alleen worden uitgevoerd als er zich geen beladingssysteem in de spoelruimte bevindt.
Druk op de knopDoseersysteem vullen.
Druk op de knop van het gewenste doseersysteem, bijvoorbeeld
DOS 1.
De afzonderlijke stappen worden tijdens het proces in het display
weergegeven. Als het proces is beëindigd, verschijnt in het display de
melding:
DoseersysteemDOS 1 gevuld
of
Doseersysteem DOS 1 niet gevuld. Herhaal Doseersysteem vullen.
Bevestig de melding met OK.
Als het vullen van een doseersysteem herhaaldelijk niet succesvol
wordt afgesloten, neem dan contact op met Miele.
66
Page 67
Systeeminstellingen
Doseersysteem
instellen
Uitvoeren instellen
Het Setup doseersysteem wordt gebruikt voor het afstellen van de doseersystemen. De functie moet worden uitgevoerd als:
- een van de aangesloten proceschemicaliën is vervangen (gewijzigde viscositeit)
- er een nieuwe doseerpomp of een nieuwe flowsensor is ingebouwd
- het doseersysteem moet worden gecontroleerd, bijvoorbeeld bij
kwalificatie, herkwalificatie of periodieke controle
Tijdens het instellen wordt de doseerpomp gedurende een aantal impulsen aangestuurd. Tegelijkertijd telt de besturing de door de flowsensor afgegeven impulsen. Nadat het gemeten volume in de besturing is ingevoerd, berekent deze de omrekenfactoren voor de pompsnelheid van de doseerpomp in µl/Imp en de impulswaarde van de
flowsensor in µl/Imp.
Het instellen van een doseersysteem kan alleen worden uitgevoerd
als er zich geen beladingssysteem in de spoelruimte bevindt.
Om de exacte pompsnelheid van de doseerpomp en de impulswaarde van de flowsensor te berekenen, zijn er 2maatcilinders nodig:
- 1x1000ml
- 1x100ml
Plaats de zuiglans van een doseersysteem in een maatcilinder van
500–1000ml.
Vul de maatcilinder aan met de te doseren proceschemicaliën.
Vul de maatcilinder van 100ml met de te doseren proceschemicali-
ën.
Voordat het instellen van het doseersysteem wordt uitgevoerd, moeten de doseersystemen worden ontlucht.
Druk op de knopDoseersysteem vullen.
Druk op de knop van het gewenste doseersysteem, bijvoorbeeld
DOS 1.
Nadat de procedure is afgerond:
Bevestig de melding met OK.
Vul de maatcilinder van 500–1000ml aan met de te doseren pro-
ceschemicaliën uit de maatcilinder van 100ml en markeer of noteer
het niveau.
Vul de maatcilinder van 100ml volledig aan met de te doseren pro-
ceschemicaliën.
Druk op de knopSetup doseersysteem.
Druk op de knop van het gewenste doseersysteem, bijvoorbeeld
DOS 1.
67
Page 68
Systeeminstellingen
De volgende melding verschijnt in het display:
het instellen van het doseersysteem…wordt gestart. Doseersysteem
voorbereiden.
Bevestig de melding in het display met OK.
De meting van de doseerhoeveelheid wordt uitgevoerd.
In het display verschijnen de stappen, bijvoorbeeld Doseerpomp is ac-
tief.
Wanneer de meting beëindigd is, wordt het toetsenbord op het beeldscherm geopend. De tot dusver ingestelde waarde verschijnt.
Vul de maatcilinder van 500–1000ml aan tot het oorspronkelijke ni-
veau met de te doseren proceschemicaliën uit de maatcilinder van
100ml.
Lees het voor het aanvullen benodigde volume af op de maatcilin-
der van 100ml.
Voer de afgelezen waarde in via het toetsenbord in het display en
bevestig met OK.
De meetresultaten voor de omrekenfactoren verschijnen, bijvoorbeeld:
Omrekenfactor DOS 1:
oud ... µl/Imp nieuw...µl/Imp
Omrekenfactor flowsensor 1:
oud…µl/Imp nieuw…µl/Imp
Nieuwe waarden overnemen?
Met OK worden de nieuwe omrekenfactoren in de besturing overgenomen, met worden de oude omrekenfactoren gehandhaafd. In
het display verschijnt weer het menu Setup doseersysteem.
Geef Miele opdracht het Setup doseersysteem uit te voeren, wanneer de doseersystemen van de reinigingsautomaat niet zijn voorzien van zuiglansen.
68
Page 69
Systeeminstellingen
Meetmodule geleidbaarheid
afstellen
Als er bijzonder hoge eisen worden gesteld aan het reinigings- en naspoelresultaat (bijvoorbeeld voor chemische analyse), dan kan de
meetmodule geleidbaarheid worden afgesteld met de functie Meet-
module geleidbaarheid afstellen. Het meetsysteem wordt in het meet-
bereik van de geleidbaarheid van gedemineraliseerd water tot koud
water afgesteld.
Het afstellen van de meetmodule geleidbaarheid kan alleen worden
uitgevoerd als er zich geen beladingssysteem in de spoelruimte bevindt.
De spoelruimte moet met gedemineraliseerd water zijn gespoeld, om
te voorkomen dat door het wegvoeren van waswater te hoge meetwaarden ontstaan.
Druk op de knopMeetmodule geleidbaarheid afstellen.
De meting voor gedemineraliseerd water wordt uitgevoerd.
In het display verschijnen de melding Even geduld a.u.b.... en de huidi-
ge stap, bijvoorbeeld Meting actief.
Na afloop van de meting verschijnt Geleidbaarheid demi-water actueel
samen met het invoerscherm voor de handmatig berekende waarde.
De deur aan de beladingskant is vrijgegeven voor de handmatige meting.
Open de deur en voer de handmatige meting van de geleidbaarheid
uit.
Sluit de deur.
Druk op de knop naast de parameter Geleidbaarheid demi-water
nieuw om het toetsenbord op het beeldscherm te openen.
Voer de gemeten waarde in via het toetsenbord in het display en
bevestig met OK.
Meetwaarden met getallen achter de komma moeten wiskundig
worden afgerond.
Druk op de knop OK.
De meting voor koud water wordt uitgevoerd.
Voer dezelfde stappen uit als voor gedemineraliseerd water, wan-
neer de melding Geleidbaarheid koud water actueel verschijnt.
De ingevoerde waarden voor Geleidbaarheid... Nieuw worden overgenomen in de besturing.
In het display verschijnen weer de Machinefuncties.
Het afstellen van de meetmodule geleidbaarheid kan worden afgebroken met de knop in de voetregel. In het display verschijnt de
melding De instelling van de geleidbaarheidsmodule is niet geslaagd.
S.v.p. herhalen..
69
Page 70
Systeeminstellingen
0:25
90°C
Duur
Universeel
user/
18.06.2018 15:05
ADM
NL
Programmablok
Temperatuur
Reinigen 1
Programmatest
uitvoeren
Nieuw ingestelde of gewijzigde behandelprogramma's kunnen met de
Programmatest worden gecontroleerd. Pas als een behandelprogram-
ma de Programmatest storingsvrij doorloopt, mag het worden vrijgegeven met de parameter Gecontroleerd (zie het programmeerhandboek, hoofdstuk “Programmabeheer”).
De Programmatest kan worden gebruikt om de reinigingscapaciteit te
controleren. Het programma stopt tijdens de programmatest na elk
programmablok en de deur aan de beladingskant kan worden geopend om een monster te nemen.
Als u de deur tussen twee programmablokken opent, moet u altijd
rekening houden met de volgende risico's:
– verbrandingsgevaar na programmablokken met een hoge temperatuur
– gevaar voor letsel door bijtende stoffen na programmablokken
waarbij proceschemicaliën zijn gedoseerd
– inhaleren van giftige dampen na programmablokken waarbij desinfectiemiddelen zijn gebruikt
Als er na programmablokken met een hoge temperatuur damp ontsnapt, kan dit een loos alarm in de rookmelders activeren.
70
Als het behandelprogramma is gestart, verschijnt er in het display
naast het programmablok een extra knop. De knop heeft twee
functies:
- het behandelprogramma voortzetten zonder de deur te openen
- het volgende programmablok overslaan
Voorbeeld monsterneming
Druk op de knopProgrammatest.
In het display verschijnen de beladingssystemen waaruit u kunt kiezen.
Druk op de knop van het gewenste beladingssysteem.
Page 71
Systeeminstellingen
In het display verschijnen de behandelprogramma's waaruit u kunt
kiezen.
Druk op de knop van het gewenste behandelprogramma.
De volgende melding verschijnt in het display:
Programmatest: programmablok overslaan met mogelijk. De deur kan
aan het einde van elk programmablok geopend worden.
Bevestig de melding met OK.
Het scherm om een programma te starten verschijnt.
Druk op de knop.
De knop verschijnt, het behandelprogramma start vertraagd.
Voor de watertoevoer kunnen de weergegeven programmablokken
met de knop worden overgeslagen.
Na elk programmablok verschijnt voor het afpompen van het spoelwater de volgende melding:
Programmatest: de deur kan voor een monster geopend worden.
Bevestig de melding met OK.
De knoppen en zijn vrijgegeven.
Druk voor de monsterneming op de knop om de deur te ope-
nen.
Druk na de monsterneming op de knop om de deur te sluiten.
De volgende melding verschijnt in het display:
Programmatest voortzetten? Zo ja, op OK drukken. Om de deur weer te
openen op drukken.
Bevestig de melding met OK.
Het spoelwater wordt afgepompt en het volgende programmablok
begint.
Als er na een programmablok geen monster hoeft te worden genomen:
Druk op de knop.
Het spoelwater wordt afgepompt en het volgende programmablok
begint.
Elk programmablok kan aan het begin worden overgeslagen met de
knop.
Opnieuw starten uitvoeren
Met de functieOpnieuw starten wordt de besturing van de reinigingsautomaat afgesloten en opnieuw gestart. DitOpnieuw starten kan bijvoorbeeld worden gebruikt als bij het verhelpen van een storing de
meldingMachine uit- en weer inschakelen verschijnt.
Druk op de knopOpnieuw starten.
71
Page 72
Systeeminstellingen
In het display verschijnt de beveiligingsvraag Opnieuw starten?.
MetOK wordt opnieuw gestart, met wordt het proces afgebroken.
Voor een stabiel continu bedrijf van de reinigingsautomaat is het aan
te bevelen deze binnen 24uur een keer opnieuw te starten. De herstart kan met deze functie worden uitgevoerd.
Als alternatief kan de herstart van de reinigingsautomaat in de webinterface met de functieSysteem/Configuratie/Autom. opn. starten
automatisch of onderSysteem/Machinefuncties/Machine opnieuw
starten handmatig worden uitgevoerd.
Typeplaatje oproepen
In het menuTypeplaatje wordt de volgende informatie vermeld:
- Type
- Machinenaam
- Datum ingebruikneming
- Serienummer
- Serie-index
- Machinetype
- Materiaalnummer
- Softwareversie
Behalve de parameterMachinenaam kan een individuele naam voor
de reinigingsautomaat worden ingevoerd.
Druk op de knop naast de parameterMachinenaam.
In het display verschijnt het toetsenbord om de machinenaam in te
voeren.
Voer de machinenaam voor de reinigingsautomaat in en bevestig
met OK.
De toegekende machinenaam wordt gebruikt:
- in de webinterface
- in behandelprotocollen
- in storingsprotocollen
- in de aan de software voor procesdocumentatie overgedragen gegevens
72
Page 73
Systeeminstellingen
Blind
Blind
Blind
Blind
Blind
Instruments
Container
MIC
Orthopaedics
OK
DE
LogIn
06.12.201420:36
SP/WORLD
11.03.201720:36
|System|Systemsprach
OK
11.03.201920:36
|
ADM
user/
NL
Systeem
|
Favorieten beheren
Favoriet 1
Favoriet 2
Favoriet 3
Favoriet 4
:
:
:
:
Universeel
Universeel plus
Pipetten 1
Agar Plus
Favorieten beheren
In het menuFavorieten beheren kunt u de 4meest gebruikte behandelprogramma's vastleggen als favoriet.
Als deAutomatische programmatoewijzing niet is geactiveerd:
nadat u de knopBehandeling heeft ingedrukt, worden alle behandelprogramma's weergegeven die aan het beladingssysteem zijn toegewezen.
Als de keuze van het behandelprogramma echter via de knopFa-
vorieten plaatsvindt, worden alleen nog de 4behandelprogramma's
weergegeven die in het menuFavorieten beheren zijn vastgelegd.
Als geen van de 4favorieten als behandelprogramma aan het beladingssysteem is toegewezen, verschijnt de volgende melding:
Geen favoriet voor het beladingssysteem aanwezig.
Ga als volgt te werk om de favorieten vast te leggen:
Druk op de knopFavorieten beheren.
In het display verschijnen de 4knoppen voor de favorieten.
Druk op de knopFavoriet 1.
De lijst met behandelprogramma's verschijnt.
Druk op de knop van het gewenste behandelprogramma, in dit
voorbeeldUniverseel.
De naam van het behandelprogramma verschijnt in de knopFavoriet
1.
Ga op dezelfde manier te werk om de favorieten2–4 vast te leggen.
Verlaat het menu met OK.
73
Page 74
Onderhoudsmaatregelen
Onderhoud
Bij deze automaat moet na 2000 bedrijfsuren of minimaal eens per
jaar periodiek onderhoud worden uitgevoerd. Dit onderhoud dient
door Miele te worden uitgevoerd.
Het onderhoud omvat de volgende punten:
- elektrische veiligheid volgens de daarvoor geldende regels
- deurmechanisme en deurdichting
- schroefkoppelingen en aansluitingen in de spoelruimte
- watertoevoer en -afvoer
- interne en externe doseersystemen
- sproeiarmen
- zeefcombinatie
- zeefhuis met afvoerpomp en afvoerklep
- alle wagens, modules en inzetten (tegen aparte verrekening)
En voor zover van toepassing:
- dampcondensator
- droogaggregaat
- geleidbaarheidsmeting
- aangesloten printer
- netwerkaansluiting
Externe documentatiesoftware en computernetwerken worden niet
door de MieleService gecontroleerd.
Tijdens het onderhoud:
- wordt een programma als testrun afgewerkt met thermo-elektrische
meting
- wordt op lekkage gecontroleerd
- worden alle veiligheidsrelevante meetsystemen gecontroleerd
(weergave van foutmeldingen)
- worden de veiligheidsfuncties gecontroleerd
74
Page 75
Onderhoudsmaatregelen
Routinecontroles
Dagelijks voor aanvang van de werkzaamheden moet de gebruiker
routinecontroles uitvoeren. Voor deze routinecontroles wordt af fabriek een checklist bijgeleverd.
De volgende punten moeten worden gecontroleerd:
- De zeven in de spoelruimte
- De machinesproeiarmen en de sproeiarmen van de wagens, modules en rekken
- De spoelruimte en de deurafdichting
- De doseersystemen
- De wagens, rekken, modules en inzetten
- De filters in beladingssystemen
75
Page 76
Onderhoudsmaatregelen
Zeven in de spoelruimte reinigen
De zeven in de lekbak van de spoelruimte voorkomen dat grove verontreinigingen in het circulatiesysteem terechtkomen. De zeven kunnen hierdoor verstopt raken. De zeven moeten daarom dagelijks worden gecontroleerd en, indien nodig, gereinigd.
Schade door verstopte waterkanalen.
Als de zeven niet zijn geplaatst, komen de vuildeeltjes in het water-
circuit van de reinigingsautomaat terecht. Door de vuildeeltjes kunnen inspuiters en ventielen verstopt raken.
Start een programma alleen als de zeven zijn geplaatst.
Controleer of de zeven goed vastzitten als u de zeven na het reini-
gen weer terug hebt geplaatst.
Verwijder grove verontreinigingen van het oppervlak van de zeef.
Draai de houder linksom om deze los te maken en trek deze uit
de grove zeef.
Spoel de houder af onder stromend water en let daarbij vooral op
de gaatjes op het bovenste uiteinde.
Haal de grove zeef eraf en spoel deze onder stromend water af.
76
Page 77
Onderhoudsmaatregelen
Haal de microfijnzeef eruit.
Spoel afzettingen en verontreinigingen onder stromend water af.
Gebruik indien nodig een borstel.
Blaas de microfijnzeef door met perslucht tegen de stroomrichting
van het spoelwater in.
Plaats de microfijnzeef weer in het zeefhuis.
Leg de grove zeef op de microfijnzeef.
Steek de houder door de opening in de grove zeef en draai deze
rechtsom vast.
Sproeiarmen reinigen
Het kan gebeuren dat de inspuiters van de sproeiarmen verstopt raken.
De sproeiarmen moeten daarom dagelijks worden gecontroleerd.
De sproeiarmen van de reinigingsautomaat, sommige wagens en
modules zijn gemarkeerd:
- M1 = onderste machinesproeiarm
- M2 = bovenste machinesproeiarm
- A1 = wagensproeiarmen A501, A504
- A2 = modulesproeiarm A603
Let op de markering van de sproeiarmen als u deze weer in de reinigingsautomaat, de wagens en modules plaatst.
Druk zichtbare verstoppingen met een scherp voorwerp in de in-
spuiters van de sproeiarmen en spoel deze goed uit onder stromend water.
77
Page 78
Onderhoudsmaatregelen
Daarvoor verwijdert u de sproeiarmen als volgt:
Sproeiarmen van
de reinigingsautomaat
Sproeiarmen op
de wagens en
modules
Haal de wagen uit de spoelruimte.
Maak de bevestigingsklemmen op de sproeiarmgeleiding los en
trek de onderste sproeiarm er naar boven toe af en de bovenste
sproeiarm er naar onderen toe af.
Maak de bevestigingsklemmen op de sproeiarmgeleiding los en
trek de sproeiarm er naar onderen toe af.
Als u duidelijke slijtageverschijnselen bij de lagers van de sproeiarmen ziet die ertoe kunnen leiden dat deze slechter gaan werken,
neem dan contact op met Miele.
Plaats de sproeiarmen na het reinigen weer terug en borg ze met de
bevestigingsklemmen. Let er daarbij op dat de bevestigingsklemmen correct worden geplaatst.
Controleer daarna of de sproeiarmen gemakkelijk ronddraaien.
Onvoldoende reinigingsresultaat door verkeerd gemeten toerental sproeiarm.
Op de uiteinden van de sproeiarmen bevinden zich sterke magneten. Als metalen voorwerpen zich aan deze magneten hechten, dan
wordt het sproeiarmtoerental mogelijk niet goed gemeten.
Verwijder alle metalen voorwerpen die aan de magneten kunnen
hechten, bijvoorbeeld onderdelen van instrumenten.
78
Page 79
Automaat reinigen
3 s ingedrukt houden om modus te
verlaten
Onderhoudsmaatregelen
Display blokkeren
Het display van de reinigingsautomaat kan voor de reiniging en oppervlaktedesinfectie worden geblokkeerd.
Druk op de knop in de kopregel.
In het display verschijnt:
Houd de knop ca. 3s ingedrukt om het display van de reini-
gingsautomaat te deblokkeren.
Bedieningselementen en glazen
deur reinigen
Reinig de glazen deur en het display alleen met een vochtige doek
of met een in de handel verkrijgbare glasreiniger.
Gebruik geen schuurmiddelen en geen allesreinigers!
Deze kunnen door hun chemische samenstelling aanzienlijke schade veroorzaken aan het glazen oppervlak.
79
Page 80
Onderhoudsmaatregelen
Voorkant van het
apparaat reinigen
Spoelruimte reinigen
Reinig de roestvrijstalen voorkant uitsluitend met een vochtige doek
en een reinigings- of desinfectiemiddel of met een niet-schurend
reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
Om te voorkomen dat het oppervlak snel weer vuil wordt (bijvoor-
beeld door vingerafdrukken), kunt u daarna een onderhoudsmiddel
voor roestvrij staal gebruiken.
Gebruik geen salmiakhoudende reinigingsmiddelen, nitrocelluloseof kunstharsverdunner!
Deze middelen kunnen het oppervlak beschadigen.
Brandgevaar door binnendringend water.
Door de druk van de waterstraal kan er water in de reinigingsauto-
maat terechtkomen.
Spuit de reinigingsautomaat en de directe omgeving niet af, bij-
voorbeeld met een waterslang of hogedrukreiniger.
De spoelruimte is in hoge mate zelfreinigend.
Mocht u toch afzettingen constateren, neem dan contact op met
Miele.
Deurdichting
reinigen
Reinig de deurdichting regelmatig met een vochtige doek om ver-
ontreinigingen te verwijderen.
Laat beschadigde of lekkende dichtingen door Miele vervangen.
80
Page 81
Onderhoudsmaatregelen
Wagens, modules en inzetten controleren
Om ervoor te zorgen dat de wagens, modules en inzetten goed functioneren, moet u deze dagelijks controleren. Een checklist wordt bij
de reinigingsautomaat meegeleverd.
De volgende punten moeten worden gecontroleerd:
- Zijn de geleidingsrails in orde en stevig verbonden met de wagen?
- Zijn de contramoeren van de geleidingsrails goed aangedraaid?
- Functioneren de doppen in de module-aankoppelingen van de wagens van het modulaire systeem?
- Zijn alle inspuiters, spoelhulzen en slangadapters stevig verbonden
met de wagen of inzet?
- Kan het spoelwater goed door alle inspuiters, spoelhulzen en slangadapters worden gespoeld?
- Zitten de kapjes en afsluitingen stevig op de spoelhulzen?
Als er sproeiarmen zijn:
- Kunnen de sproeiarmen vrij draaien?
- Zijn de inspuiters van de sproeiarmen verstopt? Zie het hoofdstuk
“Onderhoudsmaatregelen/Sproeiarmen reinigen”.
- Zijn de magneten op de uiteinden van de sproeiarmen aanwezig?
- Zijn de magneten op de uiteinden van de sproeiarmen vrij van metalen voorwerpen?
Bij het periodieke onderhoud van de reinigingsautomaat
(na2000bedrijfsuren of minstens 1keer per jaar) moet er ook onderhoud plaatsvinden aan de wagens, modules en inzetten, zie het
hoofdstuk “Onderhoudsmaatregelen/Onderhoud”.
81
Page 82
Onderhoudsmaatregelen
Geïntegreerde printer (optioneel)
a
Hendel om de klep te openen
b
LED
c
Papiertransport
d
Bevestigingstoets
Papierrol
vervangen
LED-statusPrinterstatus
Uitstoring in de voeding
Aangebruiksklaar
1xknipperenniet gebruiksklaar
2xknipperenstoring printerkop
3xknipperenpapier zit vast/papierrol leeg
4xknipperentemperatuurstoring
Zolang er een programma loopt, mag u de papierrol van de geïntegreerde printer niet vervangen.
Als de LED 3keer knippert, is de papierrol op. Om de papierrol te
vervangen, gaat u als volgt te werk:
Trek aan de hendel op de klep van de printer en klap de klep om-
hoog.
Haal de lege papierrol uit het vak van de printer en plaats de nieuwe
papierrol.
82
Het einde van de papierrol ligt op de onderkant van het vak.
Trek het uiteinde van het papier een stukje uit het vak en sluit de
klep van de printer.
Scheur de overtollige papierstrook af.
Druk op de bevestigingstoets.
Het afdrukken wordt voortgezet.
Page 83
Onderhoudsmaatregelen
Thermopapier
Nieuwe rollen thermopapier met een breedte van 60mm en een buitendiameter van ca. 50mm kunt u via de fabrikant van de reinigingsautomaat bestellen.
Bij opslag volgens de voorschriften wordt onder de volgende voorwaarden gegarandeerd dat de afdruk minimaal 7jaar leesbaar blijft:
- vermijden van blootstelling aan licht
- constante temperatuur in de ruimte tussen 18°C en 25°C
- relatieve luchtvochtigheid van maximaal 40–60%
De houdbaarheid van de thermo-afdruk wordt verminderd door:
- een defecte printerkop van de thermoprinter
- een verkeerde instelling van de thermoprinter, de afdruk is erg licht
- langdurige inwerking van temperaturen van meer dan 40°C
- gedurende langere tijd bewaren in een vochtige of natte omgeving
- contact met weekmakers die bijvoorbeeld in pvc-folie zitten
- contact met olie, vet en alcohol
- contact met agressieve chemicaliën
- direct zonlicht
De afdruk verbleekt door ongunstige factoren.
De afdruk is niet leesbaar en de gegevens die moeten worden ge-
documenteerd, gaan daardoor verloren.
Voorkom alle factoren die de houdbaarheid van de thermo-afdruk
negatief beïnvloeden.
Maak een extra kopie op thermostabiel papier voor het geval dit
nodig zou zijn.
83
Page 84
Storingsmeldingen en aanwijzingen
OK
Login
11.03.202020:36
Hoofdmenu
Waarschuwing
Systeemtest niet uitgevoerd
2750
NL
De storingsmeldingen in het display van de reinigingsautomaat helpen u de oorzaken van een storing te vinden en deze te verhelpen.
Let daarom beslist op het volgende:
Reparaties mogen uitsluitend door de Miele Service of door een
bevoegde vakkracht worden uitgevoerd.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen groot gevaar opleveren voor de gebruiker.
Storingsweergave in het display
Waarschuwingen en storingen van de reinigingsautomaat worden weergegeven in de voetregel van het display. Het symbool dient
als knop om de lijst met alle meldingen op te roepen.
in het hoofdmenu
Terwijl in het display het hoofdmenu verschijnt, worden meldingen in
een pop-up weergegeven:
Als er sprake is van meerdere storingen en waarschuwingen, wordt
telkens een pop-up weergegeven.
De pop-ups kunnen met OK worden gesloten, de meldingen blijven in
de lijst van actieve meldingen staan.
in het programmaverloop
84
Het kan voorkomen dat er meerdere malen een fout is opgetreden.
Wanneer bijvoorbeeld de systeemtest 3dagen lang niet kon worden
uitgevoerd, verschijnen er 3pop-ups met de betreffende melding.
De pop-up moet 3x met OK worden gesloten.
In de weergave van het programmaverloop wordt de op dat moment
actuele melding ook in de voortgangsbalk weergegeven. De kleur van
de voortgangsbalk verandert afhankelijk van het soort melding:
- geel voor waarschuwingen
- rood voor storingen
Page 85
Lijst met actieve
28.01.201911:09
28.01.201910:32
28.01.201910:11
28.01.201910:06
28.01.201909:09
28.01.201909:09
Meldingen
NL
user/
18.06.2018 15:05
BED
Timeout deurdichtingen aandrukken
Storing contact beladingssysteem in de
spoelruimte
Nadat u in het hoofdmenu op het symbool van een waarschuwing of
een storing heeft gedrukt, wordt in het display een lijst met alle actieve meldingen weergegeven. Als er meer dan 6meldingen in de lijst
staan, wordt er boven de voetregel een scrollbalk weergegeven.
Als u de schuifbalk verschuift, wordt de volgende pagina van de lijst
geopend.
Behalve de storingscode worden ook de datum en tijd van het optreden van het probleem aangegeven.
In de rechterkolom kunnen de waarschuwingen en storingen worden
bevestigd met OK. De knoppen zijn alleen actief als het mogelijk is
om iets te bevestigen.
Druk op de knop met de melding in de linkerkolom om de beschrijving te openen van de storingscode met aanwijzingen voor het verhelpen van de storing.
85
Page 86
Storingsmeldingen en aanwijzingen
OK
PLW8615
NL
user/
18.06.2018 15:05
BED
Machinetype
Serienummer
Beschrijving
Storing
00 / 123456789
Melding met OK bevestigen.
Gebruikersadministratie controleren.
Als de storing weer optreedt, contact
opnemen met Miele.
2841
Nuttige tips
Nadat u in de lijst met meldingen op de knop van een waarschuwing
of storing heeft gedrukt, wordt in het display de melding weergegeven met aanwijzingen om de storing te verhelpen.
Met OK bevestigt u de melding en verlaat u het menu.
Met verlaat u het menu zonder de melding te bevestigen.
In het display verschijnt weer de lijst met meldingen.
86
Page 87
Storingsmeldingen en aanwijzingen
Technische storingen zonder storingscode
ProbleemOorzaak en oplossing
Het display van de
reinigingsautomaat
is donker.
Het spoelwater in
de spoelruimte van
de reinigingsautomaat wordt na het
afbreken van een
programma niet afgepompt.
In het display van de reinigingsautomaat
wordt geen informatie weergegeven. Dit kan
een van de volgende oorzaken hebben:
– Het display is defect.
– De verbindingskabel tussen het display en
de besturing is defect.
– De stekkerverbinding is defect.
Neem contact op met de Miele Service.
De reinigingsautomaat is niet ingeschakeld.
Druk op de hoofdschakelaarI.
Een externe aardlekschakelaar is geactiveerd.
Informeer uw eigen technici.
Een externe noodstop-schakelaar is geactiveerd.
Informeer uw eigen technici.
In de programmakop van het behandelprogramma is de parameter Waterafvoer na des-
infectie geactiveerd.
Desinfecteer het spoelwater handmatig en
verwijder dit met het programma Handma-
tige desinfectie uit de spoelruimte (zie
hoofdstuk “Gebruik, Afbreken programma,
Afbreken programma door middel van
handmatige desinfectie”).
87
Page 88
Miele Service
Reparaties mogen alleen door de Miele Service of een bevoegde vakkracht worden uitgevoerd.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen groot gevaar opleveren voor de gebruiker.
Als een storingsmelding zich voor het eerst voordoet, controleer dan
of dit het gevolg is van een eventuele foutieve bediening. U voorkomt
zo een onnodig bezoek van de Miele Service.
Storingsmeldingen worden weergegeven in het display van de reinigingsautomaat.
Neem contact op met de Miele Service als u de storingen niet kunt
verhelpen ondanks de aanwijzingen in het display van de reinigingsautomaat.
Vermeld daarbij het model en het serienummer van de reinigingsautomaat. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje (zie het hoofdstuk
“Elektrische aansluiting”).
88
Page 89
*INSTALLATION*
Elektrische aansluiting
Alle werkzaamheden ten aanzien van de elektrische aansluiting
mogen alleen door een toegelaten of erkende elektricien worden
uitgevoerd.
- De elektrische installatie moet volgens de daarvoor geldende normen (zoals NEN1010) zijn geïnstalleerd.
- De aansluiting op het stopcontact dient aan de nationale voorschriften te voldoen. Het stopcontact moet ook na de plaatsing van
het apparaat toegankelijk zijn. Bij reparaties of onderhoudswerkzaamheden kan dan eenvoudig een veiligheidscontrole worden uitgevoerd.
- Bij een vaste aansluiting dient een hoofdschakelaar te worden geplaatst, waarmee het apparaat met alle polen van het net kan worden losgekoppeld. Deze hoofdschakelaar moet geschikt zijn voor
het apparaat, een contactopening hebben van minimaal 3mm en in
de nulstand vergrendelbaar zijn.
- Het apparaat moet zijn geaard.
- De aansluitwaarden vindt u op het typeplaatje en in het bijgevoegde
schakelschema.
- De draairichting van de aandrijving is afhankelijk van de elektrische
aansluiting van het apparaat. Sluit het apparaat daarom met de
juiste fase aan (het draaiveld moet rechtsom zijn).
- De elektrische installatie waarop de reinigingsautomaat wordt aangesloten, moet zijn voorzien van een aardlekschakelaar (30mA, volgens de betreffende EU-richtlijnen).
Meer informatie over de elektrische aansluiting vindt u in het bijgeleverde installatieschema.
Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt met de spanning, frequentie en zekering die op het typeplaatje staan aangegeven.
Het typeplaatje met de betreffende keurmerken bevindt zich aan de
beladingskant van de reinigingsautomaat achter de onderhoudsklep.
Het schakelschema wordt bij het apparaat geleverd.
89
Page 90
*INSTALLATION*
Elektrische aansluiting
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
De reinigingsautomaat voldoet aan de eisen van de elektromagnetische compatibiliteit (EMC) volgens EN61326-1 en is geschikt voor
professioneel gebruik in bijvoorbeeld ziekenhuizen, dokterspraktijken
en laboratoria en geschikt voor aansluiting op het openbare stroomnet.
De hoogfrequente emissie (HF-emissie) van de reinigingsautomaat is
zo gering dat een storing van elektrotechnische apparatuur in de directe omgeving ervan niet waarschijnlijk is.
De vloer waarop de reinigingsautomaat staat, is bij voorkeur van beton, hout of keramische tegels. Bij gebruik van de reinigingsautomaat
op vloeren met synthetische materialen moet de relatieve luchtvochtigheid minimaal 30% zijn om de kans op elektrostatische ontladingen te verkleinen.
De netstroomkwaliteit dient die van een typische kantoor- of ziekenhuisomgeving te zijn. De voedingsspanning mag maximaal +/-10%
afwijken van de nominale spanning.
90
Page 91
*INSTALLATION*
Wateraansluiting
Er is een risico voor de gezondheid en op mogelijke schade
doordat verontreinigd water in het apparaat loopt.
De kwaliteit van het instromende water moet voldoen aan de vereisten met betrekking tot drinkwater in het land waar het apparaat
wordt gebruikt.
Neem absoluut het bijgevoegde installatieschema in acht!
- Een hoog ijzergehalte kan corrosie aan het spoelgoed en aan het
reinigingsapparaat tot gevolg hebben.
- Bij vers water met een chloridegehalte van meer dan 100mg/l
neemt het corrosierisico voor het spoelgoed aanzienlijk toe.
- In bepaalde regio's zijn vanwege de specifieke watersamenstelling
afzettingen mogelijk. In dergelijke gevallen moet u in verband met
de dampcondensator onthard water gebruiken.
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog
waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen
die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval doet of er
op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude apparaat daarom nooit bij het gewone huisafval.
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur. Vraag uw handelaar indien nodig
om inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet buiten het bereik van kinderen worden
opgeslagen.
93
Page 94
94
Page 95
Bijlage
95
Page 96
Bijlage
Gebruikersrechten in hetHoofdmenu
Actie
zonder aanmelding
Automatic
Gebruiker
Huistechnicus
Deur beladingskant openen en sluiten
Administrator
Deur leeghaalkant na afloop van het programma openen en
sluiten, afhankelijk van de instellingAuthentificatie einde programma in de webinterface
Verwarmingssoort stoom of elektrisch kiezen (zie het hoofdstuk “Beschrijving apparaat”)
Displaytaal veranderen
Pop-ups met meldingen sluiten, afhankelijk van het soort melding, waarschuwing of storingsmelding
Beeldschermweergave tijdens het programma wijzigen (zie
het hoofdstuk “Beschrijving apparaat”)
Programma kiezen en starten (zie het hoofdstuk “Bediening”),
afhankelijk van de instellingen in de webinterface bij het programmabeheer
Programma afbreken (zie het hoofdstuk “Bediening”)
Procesdocumentatie afdrukken
96
Page 97
Bijlage
Gebruikersrechten in het menu Systeem
Hoofdmenu/Systeem
zonder aanmelding
Automatic
Gebruiker
Huistechnicus
NetwerkaansluitingenCode wijzigen
Pairing
Printer
Netwerk
MachinefunctiesZelfdesinfectie
Continuprogramma
Doseersysteem vullen
Administrator
Setup doseersysteem
Meetmodule geleidbaarheid afstellen
Programmatest
Opnieuw starten
Typeplaatje
Favorieten beheren
97
Page 98
Bijlage
Vermogensstanden van de programma's/wagens/modulecombinaties
WagensModulesProgramma's/vermogens-
standen
A500- A603Mini
Standaard
Universeel
Intensief
Organisch
Anorganisch
Olie
Agar
Kunststof
Desin 93/10
A501Mini plus
A503- 1–3xA605
Modules A605 kunnen bijvoorbeeld
door modules A620 worden vervangen
A503- 4–6xA605
Modules A605 kunnen bijvoorbeeld
door modules A620 worden vervangen
A503- 1xA613
Standaard plus
Universeel plus
Intensief plus
Organisch plus
Anorganisch Plus
Olie plus
Agar Plus
Kunststof plus
Desin 93/10 Plus
Ampullen
Ampullen plus
Pipetten 1
daarnaast maximaal 4 extra modules,
bijvoorbeeld A612
A503- 2xA613
daarnaast maximaal 2 extra modules,
bijvoorbeeld A620
A503- 3xA613
geen extra modules mogelijk
98
Pipetten 2
Pipetten 3
Page 99
Bijlage
WagensModulesProgramma's/vermogens-
standen
A5031–3modules:
- A606
- A612
- A620
- A621
- A622
- A623
A5034–6modules:
- A606
- A612
- A620
- A621
- A622
- A623
Mini
Standaard
Universeel
Intensief
Organisch
Anorganisch
Olie
Agar
Kunststof
Desin 93/10
Mini plus
Standaard plus
Universeel plus
Intensief plus
Organisch plus
Anorganisch Plus
Olie plus
Agar Plus
Kunststof plus
Desin 93/10 Plus
A5031–6modulesDrogen
A505
A506
A508
E900-4/2
E900-5/2
E935/2
E940
E950/1
E957
E975/2
Mini plus
Standaard plus
Universeel plus
Intensief plus
Organisch plus
Anorganisch Plus
Olie plus
Agar Plus
Kunststof plus
Desin 93/10 Plus
99
Page 100
Bijlage
WagensModulesProgramma's/vermogens-
standen
E941- 1–4E943/2
- 1–4E944/2
- 1–2E945/2 + 2 extra modules,
E943/2 of E944/3
E941- 1–4E947/2Ampullen plus
Neem contact op met Miele als de modules E942/3 voor pipetten moeten worden gebruikt.
Serviceprogramma's
WagensModulesVermogensstanden/
Mini plus
Standaard plus
Universeel plus
Intensief plus
Organisch plus
Anorganisch Plus
Olie plus
Agar Plus
Kunststof plus
Desin 93/10 Plus
programma
Zero- zonder modulesReservoir leegmaken
alle wagens - zonder beperkingHandmatige desinfectie
100
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.