Miele PDR 514, PDR 518, PDR 522, PDR 528, PDR 544 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing en opstellingsinstructies Professionele drogers PDR514/518/522/528/544
Lees altijd eerst de gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het apparaat.
M.-Nr. 11 793 090

Inhoud

Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu ......................................................... 4
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen .................................................................. 5
Verantwoord gebruik ......................................................................................................... 5
Problemen voorkomen ...................................................................................................... 6
Technische veiligheid ........................................................................................................ 7
Gasverwarmde droger................................................................................................... 8
Veilig gebruik..................................................................................................................... 9
Accessoires ....................................................................................................................... 10
Bediening van de droger................................................................................................. 11
Apparaten met restvochtsturing (ROP) ............................................................................. 11
Droogtegraad ................................................................................................................ 11
Droogprogramma .......................................................................................................... 12
Tijdgestuurde apparaten (TOP) ......................................................................................... 13
Temperatuurstanden (TOP)............................................................................................ 13
Apparaten met een betalingssysteem (COP) .................................................................... 15
Droogprogramma .......................................................................................................... 15
Werking van het bedieningspaneel ................................................................................... 17
Indicatoren..................................................................................................................... 17
Eerste ingebruikneming.................................................................................................. 18
Drogen.............................................................................................................................. 19
1. Tips voor de juiste wasbehandeling.............................................................................. 19
Wassen.......................................................................................................................... 19
Drogen........................................................................................................................... 19
Onderhoudssymbolen................................................................................................... 19
2. De droger vullen ............................................................................................................ 20
3. Programma selecteren .................................................................................................. 21
Programma selecteren .................................................................................................. 21
Droogtegraad van een droogtegraadprogramma.......................................................... 21
Andere programma's, waaronder tijdgestuurde programma's ..................................... 21
Voorprogrammering kiezen ........................................................................................... 21
4. Programma starten........................................................................................................ 22
5. Einde programma – wasgoed uit de droger halen ........................................................ 23
Einde van het programma ............................................................................................. 23
Trommel leeghalen ........................................................................................................ 23
Onderhoudsinstructies .................................................................................................. 24
Programmaverloop wijzigen .......................................................................................... 25
Een lopend programma wijzigen....................................................................................... 25
Trommel bijvullen............................................................................................................... 25
Reiniging en onderhoud.................................................................................................. 27
Pluizenfilter reinigen .......................................................................................................... 27
Trommel en buitenste delen van de behuizing reinigen .................................................... 28
Extra jaarlijkse reiniging..................................................................................................... 28
Service.............................................................................................................................. 29
Bij te bestellen accessoires............................................................................................... 29
Contact bij storingen ......................................................................................................... 29
2
Inhoud
Installatie.......................................................................................................................... 30
Installatievoorwaarden ...................................................................................................... 30
Algemene gebruiksvoorwaarden....................................................................................... 30
Transport ........................................................................................................................... 30
Droger plaatsen................................................................................................................. 30
Bevestiging........................................................................................................................ 32
Elektrische aansluiting....................................................................................................... 32
Luchttoevoer/luchtafvoer .................................................................................................. 33
Stoomaansluiting (alleen voor varianten met stoomverwarming)...................................... 33
Heetwateraansluiting (alleen voor varianten met heetwaterverwarming) .......................... 33
Gasaansluiting (alleen voor varianten met gasverwarming) .............................................. 33
Bij te bestellen accessoires............................................................................................ 35
XCI-box ............................................................................................................................. 35
Muntautomaat ................................................................................................................... 35
Technische gegevens...................................................................................................... 36
Technische gegevens........................................................................................................ 36
EU-conformiteitsverklaring................................................................................................ 36
3

Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu

Het verpakkingsmateriaal

De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen, omdat dit het milieu relatief wei­nig belast en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Afdanken van het apparaat

Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functi­oneren. Als u uw af te danken apparaat bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw af te danken apparaat daarom nooit bij het gewone huisafval.
Lever het apparaat in plaats daarvan in bij een gemeentelijk inzamel­depot voor elektrische en elektronische apparatuur. Vraag uw hande­laar indien nodig om inlichtingen.
Het af te danken apparaat moet totdat u het wegbrengt buiten het be­reik van kinderen worden bewaard.
4

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Lees beslist deze gebruiksaanwijzing.
Deze droogautomaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u de droogautomaat in ge­bruik neemt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de veilig­heid, het gebruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan de droogautomaat.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van de droogautomaat en de veiligheidsinstructies en waar­schuwingen te lezen en op te volgen.
Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.
Als meerdere personen de droogautomaat bedienen, moeten de veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen voor deze personen toegankelijk worden gemaakt en/of worden uit­gelegd.

Verantwoord gebruik

De droger is bedoeld voor professioneel gebruikt.Het apparaat is uitsluitend bestemd voor het drogen van textiel dat in water is gewassen
en dat volgens het wasetiket geschikt is voor droogautomaten. Ieder ander gebruik kan gevaarlijk zijn. Miele is niet aansprakelijk voor schade die wordt veroorzaakt door ander gebruik dan hier aangegeven of door foutieve bediening.
Deze droogautomaat is uitsluitend bestemd voor gebruik binnenshuis.Plaats de droger niet in een vorstgevoelige ruimte. Temperaturen rondom het vriespunt
hebben al een nadelig effect op de werking van de droger. De temperatuur in de ruimte mag liggen tussen 2°C en 40°C.
Als de machine in een professionele omgeving wordt gebruikt, mag alleen geïnstrueerd/
opgeleid personeel of gekwalificeerd personeel de machine bedienen. Als de machine wordt gebruikt in een openbaar toegankelijke ruimte, moet de gebruiker ervoor zorgen dat de machine veilig kan worden gebruikt.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid, hun onervarenheid of
gebrek aan kennis van dit apparaat niet in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen gebruiken als ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een verant­woordelijk persoon.
Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van de droogautomaat komen als
ze constant onder toezicht staan.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Kinderen vanaf acht jaar mogen de droogautomaat alleen zonder toezicht gebruiken als
ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten bedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.
Kinderen mogen de droogautomaat niet zonder toezicht reinigen of onderhouden.Wanneer er kinderen in de buurt van de droogautomaat zijn, houd ze dan goed in de ga-
ten en zorg ervoor dat ze er niet mee gaan spelen.
Deze droger mag ook in openbare ruimtes worden gebruikt.Een ander gebruik dan hierboven vermeld, wordt als oneigenlijk beschouwd en sluit elke
aansprakelijkheid van de kant van de fabrikant uit.

Problemen voorkomen

Voer geen aanpassingen aan de droger uit die niet uitdrukkelijk door Miele zijn toege-
staan.
Steun of leun niet op de deur van de droger. Anders kan de droger omvallen en kunt u
zichzelf of anderen verwonden.
Voor de reiniging van de droger mogen geen hogedrukreiniger en waterstraal worden
gebruikt.
Als het apparaat niet tijdig en volgens de voorschriften wordt onderhouden, kunnen de
prestaties van het apparaat afnemen. Bovendien kunnen er storingen optreden en brand­gevaarlijke situaties ontstaan.
Bewaar en gebruik in de buurt van de automaat geen benzine, petroleum of andere licht
ontvlambare stoffen. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
Zorg voor de toevoer van schone, frisse lucht. De lucht mag geen chloor-, fluor- of an-
dere oplosmiddeldampen bevatten. Brandgevaar!
In verband met brandgevaar mag het wasgoed niet worden gedroogd als het:
- niet gewassen is.
- niet voldoende gereinigd is en olieachtige, vette of andere resten bevat (bijv. keuken­doeken of cosmetisch wasgoed met resten van olie, vet of crèmes). Bij textiel dat niet voldoende is gereinigd, bestaat er zelfs na afloop van het droogprogramma en buiten de droger nog het risico dat wasgoed vlam vat.
- brandgevaarlijke reinigingsmiddelen bevat of resten van aceton, alcohol, wasbenzine, petroleum, kerosine, vlekverwijderaar, terpentine, was, wasverwijderaar of chemicaliën (bijvoorbeeld allerlei soorten schoonmaakdoekjes).
- resten van haarversteviger, haarspray, nagellakremover en dergelijke bevat.
Was sterk vervuild textiel daarom bijzonder grondig: verhoog de hoeveelheid wasmiddel en kies een hoge wastemperatuur. Doe dit indien u twijfelt meerdere keren.
Waarschuwing: Schakel de droogautomaat nooit uit voordat het droogprogramma af-
gelopen is, tenzij u alle stukken wasgoed direct uit de automaat haalt en zo ophangt dat de warmte eruit kan.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Technische veiligheid

Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar beschadigd is.
Een beschadigde droogautomaat mag niet worden geplaatst en niet in gebruik worden ge­nomen.
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengkabel (brandgevaar door oververhitting).Brandgevaar. Deze droger mag niet worden bediend via een regelbaar stopcontact (bijv.
via een schakelklok). Als het automatisch afkoelen van de droger wordt onderbroken, be­staat het risico dat het wasgoed vlam vat.
De elektrische veiligheid van de droger is uitsluitend gegarandeerd als deze wordt aan-
gesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Het is belangrijk dat wordt gecontroleerd of aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat in geval van twijfel de huisinstallatie door een vakman/-vrouw inspecteren. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorzienbare gevaren opleveren voor de
gebruiker. Miele kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die door Miele zijn geautoriseerd, anders kan bij even­tuele schade geen aanspraak op de garantie worden gemaakt.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele reserveonderdelen worden ver-
vangen. Alleen van deze onderdelen kan Miele garanderen dat ze volledig voldoen aan de veiligheidseisen die aan de producten worden gesteld.
Bij storingen of tijdens reiniging en onderhoud moet de droger worden losgekoppeld
van de stroomvoorziening. De droger wordt alleen losgekoppeld van de stroomvoorziening als:
- de stekker uit het stopcontact is gehaald;
- de zekeringen van de huisinstallatie zijn uitgeschakeld of;
- de schroefzekeringen van de huisinstallatie volledig zijn losgeschroefd.
Zie ook het hoofdstuk “Installatie”, paragraaf “Elektrische aansluiting”.
De droger mag niet op niet-stationaire locaties (zoals schepen) worden gebruikt.Neem de instructies in het hoofdstuk “Installatie” en het hoofdstuk “Technische gege-
vens” in acht.
De droger mag alleen worden gebruikt als er een luchtafvoerleiding is geïnstalleerd en
de ruimte voldoende geventileerd kan worden.
De luchtafvoerleiding mag nooit worden geïnstalleerd op een van de volgende schoor-
stenen of schachten:
- In gebruik zijnde schoorstenen voor rook- of verbrandingsgassen
- Schachten voor de ventilatie van ruimtes met stookplaatsen
- Andere in gebruik zijnde schoorstenen
Als rook of verbrandingsgas wordt teruggeduwd, bestaat er gevaar voor vergiftiging.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Controleer regelmatig of alle onderdelen van de luchtafvoerleiding (bijv. muurdoorvoer,
ventilatierooster, bochten enz.) goed werken en de lucht probleemloos doorlaten. Reinig de leiding indien nodig. Als er zich pluizen in de luchtafvoerleiding hebben opgehoopt, wordt de lucht niet naar buiten geblazen en kan de droger niet goed functioneren.
Als er een reeds gebruikte luchtafvoerleiding aanwezig is, moet deze eerst worden gecon­troleerd voordat u deze op de droger aansluit.
Er bestaat gevaar voor verstikking en vergiftiging door de aanzuiging van verbrandings-
gas als gasboilers, gasverwarming, kolenkachels met schoorsteenaansluiting enz. in de­zelfde ruimte of in de woning of in aangrenzende kamers zijn geïnstalleerd en de onderdruk 4Pa of meer bedraagt.
U kunt onderdruk op de plaats van opstelling voorkomen als u bijvoorbeeld de volgende maatregelen voor voldoende ventilatie neemt:
- Installeer niet-afsluitbare ventilatieopeningen in de buitenmuur.
- Gebruik vensterschakelaars zodat de droger alleen kan worden ingeschakeld als het venster open staat.
Laat in ieder geval door een schoorsteenveger controleren of u het apparaat zonder risico kunt gebruiken en of de onderdruk niet 4Pa of meer bedraagt.
Als er meerdere drogers op een centrale luchtafvoerleiding worden aangesloten, moet
voor elke droger een terugslagklep direct op de centrale afvoerleiding worden geïnstal­leerd.
Doet u dit niet, dan kan dit de drogers beschadigen en hun elektrische veiligheid vermin­deren.
Zorg ervoor dat de stekker altijd bereikbaar is zodat de spanning van de droger kan
worden afgehaald.
Als er sprake is van een vaste aansluiting, moet de droger via een altijd toegankelijke
schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld.
De spleet tussen de onderkant van de droger en de vloer mag niet door sokkellijsten,
hoogpolig tapijt etc. worden verkleind.
In het draaibereik van de deur van de droger mag geen afsluitbare deur, schuifdeur of
deur die in tegengestelde richting scharniert, worden geïnstalleerd.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet de kabel door een door Miele erkende
vakman/-vrouw worden vervangen om gevaren voor de gebruiker te voorkomen.
Gasverwarmde droger
In geval van een storing of tijdens reiniging en onderhoud dienen de met de hand dicht
te draaien gasafsluiter en de afsluiter op de gasmeter gesloten te zijn.
Voordat de werkzaamheden bij ingebruikneming, onderhoud, ombouw en reparatie wor-
den uitgevoerd, moeten alle gasvoerende onderdelen, van de met de hand dicht te draaien kraan tot en met de inspuiter van de brander, worden gecontroleerd op lekkage. Besteed extra aandacht aan de meetaansluitingen op de gasklep en op de brander. De controle moet bij een ingeschakelde en bij een uitgeschakelde brander worden uitgevoerd.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Voer elk jaar een visuele inspectie uit van de gasleidingen en gasapparaten van uw huis-
installatie. Houd hierbij rekening met de voorschriften die in uw land van toepassing zijn.
Veiligheidsmaatregelen bij gaslucht
- Doof direct alle vlammen.
- Sluit direct de gaskraan ter plaatse, de gaskraan op de gasmeter of de hoofdkraan.
- Open direct alle ramen en deuren.
- Steek geen lucifer of aansteker aan.
- Rook niet.
- Betreed ruimten waarin een gaslucht hangt nooit met het licht aan.
- Voer geen handelingen uit die elektrische vonken veroorzaken (zoals het uittrekken van een elektrische stekker of het bedienen van een elektrische schakelaar of zoemer).
- Als u de oorzaak van de gaslucht niet kunt vinden en alle gaskranen zijn gesloten, neem dan direct contact op met het verantwoordelijke gasbedrijf.
Als er nog andere personen worden geïnstrueerd om het apparaat te bedienen, moeten zij beslist op de hoogte zijn van deze voorzorgsmaatregelen.

Veilig gebruik

Sluit de deur iedere keer nadat u de droger heeft gebruikt. Zo voorkomt u dat
- kinderen proberen in de droger te klimmen of er voorwerpen in verstoppen;
- huisdieren in de droger klimmen.
Houd de ruimte waar de droger staat altijd vrij van stof en pluizen. Vuildeeltjes in de aan-
gezogen lucht kunnen verstoppingen veroorzaken. Er kan een storing optreden en er be­staat brandgevaar.
De droger mag niet zonder pluizenfilter of met een beschadigd pluizenfilter worden ge-
bruikt. Dat kan storingen veroorzaken. De pluizen verstoppen de luchtkanalen, de verwar­ming en de luchtafvoerleiding, waardoor brand kan ontstaan. Schakel de droger meteen uit en vervang het beschadigde pluizenfilter.
Reinig het pluizenfilter regelmatig.Ga als volgt te werk, zodat tijdens het drogen geen storingen optreden:
- Reinig het oppervlak van het pluizenfilter na iedere droogcyclus.
- Het pluizenfilter en de luchtkanalen moeten altijd worden gereinigd als er een verzoek in het display verschijnt.
Verwijder aanstekers, lucifers en alle andere voorwerpen uit de zakken van het textiel.Het programma eindigt als de afkoelfase begint. De afkoelfase vindt bij veel program-
ma's plaats zodat u er zeker van kunt zijn dat het wasgoed niet zo heet wordt dat het be­schadigd raakt (bijv. doordat het wasgoed vlam vat). Neem al het wasgoed meteen na af­loop van het programma uit de droger.
Gebruik wasverzachters en soortgelijke producten altijd volgens de aanwijzingen van de
fabrikant.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Voor roestvrijstalen onderdelen geldt:
Voorkom dat roestvrijstalen oppervlakken in aanraking komen met vloeibare reinigings- en desinfectiemiddelen die chloor of natriumhypochloride bevatten. Deze middelen kunnen op het roestvrije staal corrosie veroorzaken. Agressieve chloorbleekloogdampen kunnen eveneens corrosie tot gevolg hebben. Bewaar geopende reservoirs met dergelijke middelen daarom niet in de buurt van het ap­paraat.

Accessoires

Accessoires mogen alleen worden aan- of ingebouwd als deze nadrukkelijk door Miele
zijn vrijgegeven. Als andere onderdelen worden aan- of ingebouwd, vervalt de aansprake­lijkheid op basis van de garantie en/of de productaansprakelijkheid.
Worden de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet opgevolgd, dan kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
10

Bediening van de droger

1 2
3 4
5
6 7 8 9

Apparaten met restvochtsturing (ROP)

a
Bedieningspaneel
b
Sensortoetsen voor de droogtegraad
c
Statusweergaven
Branden indien nodig
d
Sensortoets
Voor het drogen van dekbedden.
e
Tijdsaanduiding
Geeft de resterende programmaduur in uren en minuten weer.
f
Sensortoets  
Voor de tijdkeuze. Als u sensortoets aantipt, wordt een latere starttijd voor het pro­gramma gekozen (voorprogrammering). Indien u de keuze selecteert, brandt sensor­toets fel. Door sensortoets of aan te raken, kiest u de voorgeprogrammeerde tijd.
g
Sensortoets Start/Stop
Start het geselecteerde programma of beëindigt een lopend programma. De sensortoets knippert zodra een programma kan worden gestart. Nadat het program­ma is gestart, brandt de sensortoets continu.
h
Optische interface
Wordt door Miele gebruikt voor gegevensoverdracht.
i
Programmakeuzeschakelaar
Voor het kiezen van een programma en het uitschakelen van het apparaat. U schakelt de droger in door een programma te kiezen en uit door de programmakeuzeschakelaar op te zetten.
Droogtegraad
- Sensortoets = droogtegraad “Kastdroog+”
- Sensortoets = droogtegraad “Kastdroog”
- Sensortoets = droogtegraad “Strijkdroog”
- Sensortoets = droogtegraad “Mangeldroog”
- Sensortoets: functie “Dekbedden”
11
Bediening van de droger
Droogprogramma
- Positie = programma “Witte/Bonte was”
Voor het drogen van katoen en linnen
- Positie = programma “Witte/Bonte was Behoedzaam”
Voor het drogen van gevoelige stoffen als katoen en linnen
- Positie = programma “Synthetische/fijne was”
Voor het drogen van synthetische vezels en kunstzijde tot 20% restvocht
- Positie PRO = programma “Labelprogramma”
- Positie  = programma “Labelprogramma”
- Positie = programma “Tijdprogramma koud”
Voor het ventileren van stoffen met een droogtijd van 10minuten
- Positie = programma “Tijdprogramma warm”
Voor het drogen van stoffen met een hoge temperatuur en 20minuten droogtijd
- Positie = programma “Wol”
Voor het drogen van wollen stoffen met 5minuten droogtijd
- Positie = programma “Kreukherstellend Behoedzaam”
- Positie = programma “Kreukherstellend”
- Positie = apparaat uit
12
Bediening van de droger
1 2
3 4
5
6 7 8 9

Tijdgestuurde apparaten (TOP)

a
Bedieningspaneel
b
Sensortoetsen voor de droogtegraad
c
Statusweergaven
Branden indien nodig
d
Sensortoets
Voor het drogen van dekbedden.
e
Tijdsaanduiding
Geeft de resterende programmaduur in uren en minuten weer.
f
Sensortoets  
Voor de tijdkeuze. Als u sensortoets aantipt, wordt een latere starttijd voor het pro­gramma gekozen (voorprogrammering). Indien u de keuze selecteert, brandt sensor­toets fel. Door sensortoets of aan te raken, kiest u de voorgeprogrammeerde tijd.
g
Sensortoets Start/Stop
Start het geselecteerde programma of beëindigt een lopend programma. De sensortoets knippert zodra een programma kan worden gestart. Nadat het program­ma is gestart, brandt de sensortoets continu.
h
Optische interface
Wordt door Miele gebruikt voor gegevensoverdracht.
i
Tijdkeuzeknop
Voor de tijdkeuze en het uitschakelen. De droger wordt ingeschakeld met de tijdkeuze en uitgeschakeld met de instelling van de tijdkeuzeknop op.
Temperatuurstanden (TOP)
- Sensortoets = temperatuurstand “hoog”
- Sensortoets = temperatuurstand “midden”
- Sensortoets = temperatuurstand “laag”
- Sensortoets = temperatuurstand “koud”
- Positie 5 = Tijdprogramma 5minuten
- Position 1055 = Tijdprogramma 10–55minuten
13
Bediening van de droger
- Positie 60 = Tijdprogramma 60minuten
- Positie = apparaat uit
14
Bediening van de droger
1 2
3
4
5
6 7
8

Apparaten met een betalingssysteem (COP)

a
Bedieningspaneel
b
Statusweergaven 
Branden indien nodig
c
Sensortoets
Voor het drogen van dekbedden.
d
Tijdsaanduiding
Geeft de resterende programmaduur in uren en minuten weer.
e
Sensortoets  
Voor de tijdkeuze. Als u sensortoets aantipt, wordt een latere starttijd voor het pro­gramma gekozen (voorprogrammering). Indien u de keuze selecteert, brandt sensor­toets fel. Door sensortoets of aan te raken, kiest u de voorgeprogrammeerde tijd.
f
Sensortoets Start/Stop
Start het geselecteerde programma of beëindigt een lopend programma. De sensortoets knippert zodra een programma kan worden gestart. Nadat het program­ma is gestart, brandt de sensortoets continu.
g
Optische interface
Wordt door Miele gebruikt voor gegevensoverdracht.
h
Temperatuurschakelaar
Voor het instellen van de gewenste temperatuur en om het apparaat uit te schakelen. De droger wordt ingeschakeld door de keuze van de temperatuurstand en uitgeschakeld door de temperatuurschakelaar.
Droogprogramma
- Positiebereik = temperatuurniveau koud
Voor het ventileren van stoffen
- Positiebereik = temperatuurniveau “laag”
Voor het drogen van fijne was van kunstzijde of synthetische vezels
- Positiebereik = temperatuurniveau “midden”
Voor het drogen van onderhoudsarm textiel van synthetische vezels en mengweefsels
15
Bediening van de droger
- Positiebereik = temperatuurniveau “hoog”
Voor het drogen van wit en bont wasgoed van katoen of linnen
- Positie = apparaat uit
16
Bediening van de droger

Werking van het bedieningspaneel

De sensortoetsen reageren op aanraking met de vingertoppen. U kunt een keuze maken zolang de desbetreffende sensortoets verlicht is.
Een fel verlichte sensortoets betekent: “momenteel gekozen”
Een licht verlichte sensortoets betekent: “kan worden gekozen”
Sensortoetsen voor de droogtegraad
Als u met de programmakeuzeschakelaar een programma met droogtegraad heeft geko­zen, licht de ingestelde droogtegraad op. De overige droogtegraden die kunnen worden gekozen, zijn gedimd zichtbaar.
Droogtegraad
- Sensortoets = droogtegraad “Kastdroog+”
- Sensortoets = droogtegraad “Kastdroog”
- Sensortoets = droogtegraad “Strijkdroog”
- Sensortoets = droogtegraad “Mangeldroog”
Temperatuurstanden (TOP)
- Sensortoets = temperatuurstand “hoog”
- Sensortoets = temperatuurstand “midden”
- Sensortoets = temperatuurstand “laag”
- Sensortoets = temperatuurstand “koud”
Droogtegraden bij gebruik van een muntautomaat
- Sensortoets = temperatuurstand “hoog”
- Sensortoets = temperatuurstand “midden”
- Sensortoets = temperatuurstand “laag”
- Sensortoets = temperatuurstand “koud”
Indicatoren
- Controlelampje: licht op als het pluizenfilter moet worden gereinigd.
- Controlelampje: licht op als zich een storing in de luchtafvoerleiding voordoet.
- Controlelampje (alleen bij gasverwarmde apparaten): licht op wanneer de verwarming
actief is.
- Controlelampje (alleen bij apparaten met een betalingssysteem): licht op als het
geldbedrag is betaald.
- Tijdweergave: de resterende programmaduur wordt in uren en minuten weergege-
ven. De duur van de meeste programma's kan variëren, wat tot tijdsprongen kan leiden. De duur is afhankelijk van verschillende parameters, zoals bijvoorbeeld van de hoeveel­heid en het type wasgoed en het restvocht in het wasgoed. De adaptieve elektronica past zich aan deze parameters aan en wordt steeds nauwkeuriger.
17

Eerste ingebruikneming

Lichamelijk letsel of materiële schade door een verkeerde opstelling. Een verkeerde opstelling van de droger kan lichamelijk letsel of materiële schade veroor-
zaken. Plaats de droger correct voordat u deze voor het eerst gebruikt. Sluit de droger juist aan. Neem het hoofdstuk “Installatie” in acht.
Voer de eerste ingebruikneming volledig uit. Bij de eerste ingebruikneming legt u de in­stellingen voor het dagelijks gebruik van de droger vast. Een aantal instellingen kunnen uitsluitend tijdens de eerste ingebruikneming worden gewijzigd. Daarna kunnen deze in­stellingen alleen nog door de Miele Service worden gewijzigd.
18

Drogen

1. Tips voor de juiste wasbehandeling

Wassen
Was ernstig vervuild textiel extra grondig. Gebruik voldoende wasmiddel en was op een hoge temperatuur. Doe dit indien u twijfelt meerdere keren.
Was nieuw, gekleurd wasgoed extra grondig en apart. Droog dit soort wasgoed niet samen met lichtgekleurd wasgoed. Deze stoffen kunnen tijdens het drogen afgeven (ook op de kunststof onderdelen in de droger). Er kunnen ook pluizen van een andere kleur op het wasgoed komen.
Drogen
Schade door vreemde voorwerpen die in het wasgoed zijn blijven zitten. Vreemde voorwerpen in het wasgoed kunnen smelten, verbranden of exploderen. Verwijder alle vreemde voorwerpen die er niet horen uit het wasgoed (bijv. doseerhulpen
en aanstekers).
Brandgevaar door verkeerd gebruik en verkeerde bediening. Het wasgoed kan in brand vliegen en de droger en het vertrek, waarin deze staat, vernie-
len. Neem de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige hoofdstuk in
acht.
- Controleer of zomen en naden van de stoffen/het wasgoed intact zijn. Zo kunt u voorko­men dat eventuele vullingen eruit vallen en brand veroorzaken.
- Maak losgeraakte bh-beugels vast of haal deze uit de bh.
Onderhoudssymbolen
Drogen
normale/hogere temperatuur lagere temperatuur*
* Kies de extra functie Behoedzaam.
niet geschikt voor de droger
Strijken en mangelen
zeer heet heet warm niet strijken/mangelen
19
Drogen

2. De droger vullen

Het wasgoed in de droger doen
Schade aan textiel door een onjuiste wasbehandeling. Als het wasgoed niet juist wordt behandeld, kan de stof door het drogen beschadigd ra-
ken. Lees voordat u de droger belaadt eerst hoofdstuk “1. Tips voor de juiste behandeling”.
Open de deur.
Doe het wasgoed in de droger.
Zorg ervoor dat u de trommel nooit te zwaar belaadt. Als de trommel te vol is, vergt dit veel van het wasgoed en kan het droogresultaat nade-
lig worden beïnvloed. Bovendien kreukt het wasgoed meer.
Deur sluiten
Beschadiging door vastklemmen. Stoffen kunnen beschadigd raken als ze vast komen te zitten tijdens het sluiten van de
deur. Let er bij het sluiten van de deur goed op dat er geen wasgoed tussen de deuropening
klem komt te zitten.
Zwaai de deur voorzichtig dicht.
20
Drogen



3. Programma selecteren

Programma selecteren
U schakelt de droger in door een programma te kiezen en uit door de programmakeu­zeschakelaar.
Draai de programmakeuzeschakelaar naar het gewenste programma.
Vervolgens kan een droogtegraad oplichten en worden er tijden in de tijdsaanduiding weer­gegeven.
Droogtegraad van een droogtegraadprogramma
U kunt de vooraf ingestelde droogtegraad wijzigen.
Raak de sensortoets van de gewenste droogtegraad aan. Deze gaat fel branden.
Het aantal te selecteren droogtegraden is afhankelijk van het geselecteerde programma.
Andere programma's, waaronder tijdgestuurde programma's
Warme lucht
U kunt de duur instellen in stappen van minuten: van minuten tot uur.
Raak de sensortoets of zo vaak aan, totdat de gewenste programmaduur in de tijds-
aanduiding wordt weergegeven.
Het resultaat voor deze programma's staat in het display en kan niet worden gewijzigd.
Voorprogrammering kiezen
U kunt een programma op een later tijdstip laten starten: van minuten tot maximaal  (uur).
Raak sensortoets aan.
brandt fel.
21
Drogen
Raak de sensortoets of zo vaak aan, totdat de voorprogrammering in de tijdsaan-
duiding verschijnt.
Tip: Als u uw vinger continu op de toetsen of houdt, verspringt de tijd automatisch naar beneden of naar boven.
Voorprogrammering stoppen/wissen
Raak de sensortoetsStart/Stop aan.Raak de sensortoets of zo vaak aan, totdat de voorprogrammering in de tijdsaan-
duiding verschijnt.
Raak de sensortoetsStart/Stop aan.
De voorprogrammering loopt verder.
Voorprogrammering stoppen/wissen
Draai de programmakeuzeschakelaar naar de instelling . U kunt de voorprogrammering
ook annuleren door de deur te openen.
Proces van de gestarte voorprogrammering
- De voorprogrammering wordt boven  afgeteld in stappen van een uur en daarna in
stappen van 1minuut tot het programma start.
- Na ieder uur draait de trommel kort rond totdat het programma start, om kreukvorming te voorkomen.

4. Programma starten

Programma starten
Raak de knipperende sensortoets Start/Stop aan.
Sensortoets Start/Stop licht op.
Programmaverloop
- Als de voorprogrammering gekozen werd, begint allereerst de voorgeprogrammeerde tijd te lopen.
- Als u een vrij lange tijd voorgeprogrammeerd heeft, draait de trommel af en toe. Dit maakt het wasgoed los.
- Het programma begint.
Programmaduur/resttijdprognose
De programmaduur is afhankelijk van de hoeveelheid en soort wasgoed, van het restvocht in het wasgoed en van de waterhardheid. De weergegeven programmaduur van de pro­gramma's met droogtegraad kan daarom variëren of “springen”. De adaptieve elektronica van de droger past zich tijdens het actuele droogprogramma aan. De weergegeven pro­grammaduur wordt steeds nauwkeuriger.
22
Drogen
De eerste paar keer dat de programma's worden gebruikt, wijkt de weergegeven tijd sig­nificant af van de werkelijk resterende droogtijd. Het verschil tussen de voorspelde en werkelijk verstreken tijd wordt kleiner als het bijbehorende programma vaker wordt uitge­voerd. Als in één programma verschillende beladingen worden gedroogd, kan de resttij­dindicatie alleen een geschatte tijd weergeven.
Wasgoed en textiel kan onnodig beschadigd raken. Droog wasgoed nooit te lang.
Energiebesparing
Na een geprogrammeerde tijd worden de indicatoren donker gemaakt. De sensor­toetsStart/Stop knippert.
Raak de sensortoetsStart/Stop aan om de indicatoren weer zichtbaar te maken.
De energiebesparing van de indicatoren heeft geen invloed op een lopend programma.
- Het wasgoed wordt voor het einde van het programma afgekoeld.

5. Einde programma – wasgoed uit de droger halen

Einde van het programma
Het wasgoed wordt kort voor het einde van het programma afgekoeld. U kunt het wasgoed uit de trommel halen.
Als alleen nog  in de tijdsaanduiding verschijnt, is het programma beëindigd.
Als u Kreukbeveiliging (hoofdstuk “Programmeerfuncties”) heeft gekozen, draait de trom­mel met tussenpozen. Zo kreukt het wasgoed minder, als u het niet direct uit de trommel kunt halen.
De droger wordt automatisch uitgeschakeld na de geprogrammeerde tijd aan het einde van het programma.
Trommel leeghalen
Open de deur.
Haal al het wasgoed uit de trommel.
23
Drogen
Beschadiging door te lang drogen. Wasgoed dat in de trommel achterblijft, kan beschadigd raken door te lang drogen. Haal na het drogen altijd al het wasgoed uit de trommel.
Sluit de deur.
Schakel de droger uit.
Onderhoudsinstructies
Deze droger moet regelmatig worden onderhouden, vooral als de droger continu wordt ge­bruikt. Zie het hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”.
24

Programmaverloop wijzigen

Een lopend programma wijzigen

Het is niet meer mogelijk om een ander programma te kiezen terwijl een programma nog loopt (bescherming tegen per ongeluk wijzigen). Als u een nieuw programma wilt kiezen, moet u het lopende programma eerst afbreken.
Brandgevaar door verkeerd gebruik en verkeerde bediening. Het wasgoed kan in brand vliegen en de droger en het vertrek, waarin deze staat, vernie-
len. Neem de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige hoofdstuk in
acht.
Als u de programmakeuzeschakelaar verandert, gaat  in de tijdsaanduiding branden.  dooft als u het oorspronkelijke programma instelt.

Een lopend programma afbreken

Houd de sensortoets Start/Stop langer dan 2seconden ingedrukt.
Het wasgoed wordt afgekoeld, zodra er een bepaalde droogtijd en droogtemperatuur zijn bereikt. Als u ondertussen opnieuw Start/Stop aanraakt, gaat  branden.
Open de deur.
Een ander programma kiezen
Sluit de deur.
Draai de programmakeuzeschakelaar naar een ander programma.
Raak de sensortoetsStart/Stop aan.

Trommel bijvullen

Open de deur.
Gevaar voor verbranding bij het aanraken van heet wasgoed of de trommel. U kunt zich branden. Laat het wasgoed afkoelen en neem het voorzichtig uit de trommel.
Vul de trommel bij.
Sluit de deur.
Start het programma.

De trommel bijvullen terwijl de voorprogrammering actief is

U kunt de deur openen en de trommel bijvullen of wasgoed eruit nemen.
- Alle programma-instellingen blijven behouden.
- U kunt indien gewenst ook nog de droogtegraad wijzigen.
Open de deur.
Leg wasgoed in de trommel of neem er wasgoed uit.
Sluit de deur.
25
Programmaverloop wijzigen
Raak de sensortoets Start/Stop aan, zodat de voorprogrammering weer gaat lopen.

Resttijd

Bij wijzigingen in het programmaverloop kan de resttijd die in het display verschijnt ver­springen.
26

Reiniging en onderhoud

Pluizenfilter reinigen

Brandgevaar als de droger zonder pluizenfilter wordt gebruikt. Luchtkanalen, verwarming en luchtafvoerleiding kunnen verstopt raken en vlam vatten
als de droger in werking is zonder het pluizenfilter. Het pluizenfilter mag niet worden verwijderd om te worden gereinigd. Gebruik de droger nooit zonder dat het pluizenfilter is geplaatst. Vervang een beschadigd pluizenfilter direct.
Het pluizenfilter vangt de pluizen op die tijdens het drogen loskomen. Het pluizenfilter moet iedere werkdag minstens 1keer worden gereinigd én wanneer de betreffende mel­ding in het display verschijnt. Als er veel pluisvorming is, moet het pluizenfilter meerdere keren per dag worden gereinigd.
Open de klep van het pluizenfilter.
Verwijder de pluizen met de hand van het pluizenfilter.
Gebruik voor de reiniging geen scherpe of spitse voorwerpen. Anders kan het pluizenfilter beschadigd raken.
Sluit de klep van het pluizenfilter nadat u het pluizenfilter heeft gereinigd.
27
Reiniging en onderhoud

Trommel en buitenste delen van de behuizing reinigen

Levensgevaar door een elektrische schok. Een droger die niet volledig is losgekoppeld van de stroomvoorziening, mag niet worden
schoongemaakt of onderhouden. Schakel de droger altijd uit met de hoofdschakelaar op locatie voordat u met schoonma-
ken of onderhoud begint. Voor de reiniging van de droger mogen geen hogedrukreiniger en waterstraal worden
gebruikt.
Reinig de behuizing van de droger, het bedieningspaneel en kunststof delen alleen met
een mild reinigingsmiddel of een zacht, vochtig schoonmaakdoekje. Wrijf de gereinigde onderdelen vervolgens droog.
U mag geen schuurmiddel gebruiken voor het reinigen van de droger.
Veeg de trommel van de droger met een zachte, vochtige doek af als u gesteven was-
goed heeft gedroogd.
Controleer de afdichting.
Controleer de vergrendelingen op de deur van de droger en de klep van het pluizenfilter.
De luchtaanzuigopening bevindt zich aan de achterzijde van de droger. De luchtaanzuigopening mag nooit worden afgesloten of bedekt met voorwerpen. Houd de omgeving van de droger, met name het gedeelte voor de luchtaanzuiging, vrij
van pluizen.

Extra jaarlijkse reiniging

Eenmaal per jaar moet de Miele Service of vakpersoneel de gehele binnenkant van de
droger en de luchtafvoerleiding op pluizen controleren en indien nodig schoonmaken. Bij elektrisch verwarmde drogers moeten ook het verwarmingsregister en het verwarmingska­naal door de Miele Service worden gecontroleerd. Bij gasverwarmde drogers moeten de brander en de branderkamer worden gecontroleerd.
28

Service

Bij te bestellen accessoires

Accessoires voor deze droogautomaat kunt u bijbestellen bij de Miele-vakhandel en bij Miele.

Contact bij storingen

Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u uw Miele-vakhandelaar of Miele.
Het telefoonnummer van Miele vindt u aan het einde van dit document.
Voor een goede en vlotte afhandeling moet Miele weten welk type apparaat u heeft en welk fabricagenummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
29

Installatie

Installatievoorwaarden

De droger mag alleen door iemand van de Miele Service of een geautoriseerde vakhan­delaar worden geplaatst en in gebruik worden genomen.
De droger moet conform alle geldende voorschriften en normen worden geïnstalleerd.Gebruik de droger alleen in een goed geventileerde, vorstvrije ruimte.

Algemene gebruiksvoorwaarden

Deze droger is uitsluitend bedoeld voor professioneel gebruik en mag alleen binnen wor­den gebruikt.
De droger mag alleen in een vorstvrije ruimte worden geïnstalleerd.
Afhankelijk van de plaats van opstelling kan de constructie van het gebouw geluiden en vi­braties overnemen.
Tip: Wanneer strenge eisen aan het geluidsniveau van het apparaat worden gesteld, dient u een deskundige in te schakelen.

Transport

De droger mag niet zonder transportpallet worden vervoerd. Bij een transport moeten altijd geschikte transporthulpmiddelen worden gebruikt.
Op de plaats van opstelling moet de droger met geschikte hijsmiddelen van de transport­pallet worden getild.

Droger plaatsen

Plaats de droger op een volkomen vlakke, vaste ondergrond die waterpas is en die
bestand is tegen de vermelde vloerbelasting.
De door de droger veroorzaakte vloerbelasting oefent bij de stelpootjes een puntbelasting uit op de ondergrond. Een fundering is niet noodzakelijk. Oneffenheden van de vloer moeten echter worden geëgaliseerd.
30
Installatie
PDR514/518/522/914/918/922 PDR528/544/928/944
x 1.400mm 1.640mm
y 906mm 1.206mm
z PDR514/914: 852mm
PDR518/918: 1.035mm
PDR522/922: 1.164mm
Om het onderhoud later te vergemakkelijken, moet er achter het apparaat een onder-
PDR528/928: 1.018mm
PDR544/944: 1.384mm
houdsruimte met een breedte van minimaal 500mm worden aangehouden. Deze moet altijd toegankelijk worden gehouden. De aangegeven afstanden tot de wanden mogen niet worden verkleind.
Zorg er met behulp van de stelpootjes voor dat de droger waterpas staat. Gebruik voor
een juiste afstelling een waterpas.
31
Installatie
Draai de moeren op de schroefpoten na het afstellen met een steeksleutel vast op de bo-
demplaat.

Bevestiging

Om schuiven tegen te gaan, moet u de droger met de bijgeleverde spanstrips via de ma-
chinevoeten op de vloer bevestigen.
Het meegeleverde bevestigingsmateriaal met pluggen is bedoeld voor een betonnen vloer. Voor andere vloerconstructies moet u specifiek bevestigingsmateriaal bestellen.

Elektrische aansluiting

De elektrische aansluiting moet door een elektricien worden uitgevoerd.
Aansluiting mag alleen plaatsvinden op een elektrische installatie die voldoet aan de na-
tionale wetten, verordeningen en richtlijnen, alsmede aan de lokale bepalingen en voor­schriften. Daarnaast moeten de voorschriften van de energieleverancier en verzekeraar en de veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen, alsmede de regels van de techniek.
De droger kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren als deze op het openbare elek-
triciteitsnet is aangesloten.
De benodigde aansluitspanning, het opgenomen vermogen en de specificaties voor de beveiliging staan op het typeplaatje van de droger. Controleer of de aanwezige spanning overeenkomt met de spanningswaarden op het typeplaatje, voordat u de elektrische aansluiting uitvoert!
Bij een afwijkende spanning kan de droger beschadigd raken door een te hoge elek­trische spanning.
Vermeldt het typeplaatje meerdere spanningswaarden, dan kan de droger worden aan-
gepast voor de aansluiting op de betreffende ingangsspanning. Deze omschakeling mag alleen door de Miele Service of een geautoriseerde vakhandelaar worden uitgevoerd. Hier­bij dienen de aanwijzingen op het schakelschema in acht te worden genomen.
32
Installatie
De droger kan met een vaste aansluiting of met een stekkersysteem volgens IEC60309-1 worden aangesloten. Bij een vaste aansluiting moet het apparaat ter plaatse een voorzie­ning hebben, waarmee het met alle polen van de netspanning kan worden losgekoppeld.
De contactopening in uitgeschakelde toestand moet bij deze schakelaars minimaal 3mm bedragen. Daartoe behoren bijvoorbeeld installatieautomaten, zekeringen en relais (IEC/EN60947).
Het scheidingssysteem (inclusief de stekker) moet zijn beveiligd tegen onbedoeld en onbe­voegd inschakelen als de permanente onderbreking van de energietoevoer niet te allen tij­de kan worden bewaakt.
Tip: Sluit de droger bij voorkeur via een stekkersysteem aan. Elektrische veiligheidscontro­les kunnen dan eenvoudiger worden uitgevoerd (bijvoorbeeld tijdens onderhoud en repara­ties).
Het is niet toegestaan installaties te gebruiken die de droger automatisch uitschakelen
(zoals schakelklokken).
Is volgens de plaatselijke voorschriften een aardlekschakelaar (RCD) vereist, dan moet
een aardlekschakelaar van het typeB worden gebruikt (geschikt voor alle stroomsoorten).

Luchttoevoer/luchtafvoer

De droger mag alleen worden gebruikt als er een luchtafvoerleiding is aangesloten en de ruimte voldoende wordt geventileerd (zie installatiehandleiding).

Stoomaansluiting (alleen voor varianten met stoomverwarming)

De stoomaansluiting mag alleen door een erkend installateur worden gerealiseerd. Neem bijgevoegde installatiehandleiding in acht. Deze is belangrijk voor de stoomaansluiting.

Heetwateraansluiting (alleen voor varianten met heetwaterverwarming)

De heetwateraansluiting mag alleen door een erkend installateur worden gerealiseerd.
Neem de installatiehandleiding in acht. Deze is belangrijk voor de heetwateraansluiting.
Als een afsluitkraan nodig is, moet deze ter plaatse worden geïnstalleerd.

Gasaansluiting (alleen voor varianten met gasverwarming)

De gasaansluiting mag alleen door een erkende installateur met inachtneming van de land­specifieke voorschriften worden uitgevoerd (zie installatiehandleiding).
Vanwege een onvoldoende debiet is het gebruik van een gasaansluiting voor het aangege­ven verwarmingsvermogen niet toegestaan.
De gasverwarming is af fabriek afgesteld overeenkomstig de gastechnische gegevens op de sticker op de achterzijde van het apparaat.
Als de gasfamilie wordt gewijzigd, moet een ombouwset worden aangevraagd bij Miele (specificeer machinetype, machinenummer, gasfamilie, gasgroep, gasaansluitdruk en land van installatie). Lees de installatiehandleiding. Deze omschakeling mag alleen worden uit­gevoerd door een erkende specialist.
33
Installatie
Risico op elektrische schokken en letsel als de droger wordt gebruikt zonder een vol­ledige buitenbekleding.
Wanneer de buitenbekleding wordt verwijderd, heeft u toegang tot onder spanning staande of roterende machineonderdelen.
Zorg er na het plaatsen van de droger voor dat alle verwijderbare delen van de buitenbe­kleding weer helemaal zijn gemonteerd.
34

Bij te bestellen accessoires

Accessoires mogen alleen worden aan- of ingebouwd als deze nadrukkelijk door Miele
zijn vrijgegeven. Als andere onderdelen worden aan- of ingebouwd, vervalt de aansprake­lijkheid op basis van de garantie en/of de productaansprakelijkheid.

XCI-box

Door middel van de optioneel verkrijgbare XCI-box kan externe hardware van Miele en an­dere aanbieders op het MieleProfessional-apparaat worden aangesloten. Met externe hardware worden bijv. een betalingssysteem, piekbelastingssysteem, druksensor of ex­terne luchtafvoerklep bedoeld.
De XCI-box krijgt netspanning van het MieleProfessional-apparaat.

Muntautomaat

De droger kan optioneel via een betaalsysteem worden aangestuurd (bijvoorbeeld voor ge­bruik in zelfbedieningswasserettes). Als bij te bestellen Miele-accessoire kunt u kiezen voor een betaalsysteem zonder contante betaling en voor betaalsystemen met mechanische of elektronische muntproevers voor bepaalde doelgroepen.
Alleen de Miele Service of een Miele-vakhandelaar mag de programmering voor de aan­sluiting uitvoeren. Voor de aansluiting van een betaalsysteem is geen externe voeding no­dig.
35

Technische gegevens

Technische gegevens

PDR514 PDR518 PDR522 PDR528 PDR544
Hoogte 1400mm 1400mm 1400mm 1640mm 1640mm
Breedte 906mm 906mm 906mm 1206mm 1206mm
Diepte 852mm 1035mm 1162mm 1019mm 1385mm
Diepte bij geopende deur 1456mm 1639mm 1768mm 1623mm 1989mm
Trommelvolume 250l 325l 400l 500l 800l
Maximale belading (droog wasgoed) 14kg 18kg 22kg 28kg 44kg
Aansluitspanning Zie typeplaatje
Vereiste zekering (ter plaatse) Zie typeplaatje
Verbruik Zie typeplaatje
Keurmerken Zie typeplaatje
Gehanteerde normen inzake product­veiligheid
Geluidsdrukniveau, EN ISO 11204 <70dB (A)
Geluidsvermogensniveau, EN ISO 9614-2
EN/IEC60335-1; EN50570; IEC60335-2-11
<80dB (A)

EU-conformiteitsverklaring

Hiermee verklaart Miele, dat het drogertype PT013 voldoet aan richtlijn 2014/53/EU.
U kunt de volledige tekst van deze EU-conformiteitsverklaring op de volgende internet­adressen vinden:
- Op www.miele.de/professional/index.htm onder “Producten”, “Downloaden”
- Op http://www.miele.de/professional/gebrauchsanweisungen-177.htm door de naam van het product of het serienummer in te voeren
36
Nederland:
België:
nv Miele België Z.5 Mollem 480 – 1730 Mollem (Asse) Tel. 02/451.15.40 E-mail: professional@miele.be Internet: www.miele-professional.be
Miele Professional De Limiet 2 Postbus 166 4130 ED VIANEN Afdeling Customer Service Professional Tel.: (03 47) 37 88 84 Fax: (03 47) 37 84 29 E-mail: professional@miele.nl (verkoop & algemene vragen) E-mail: serviceprofessional@miele.nl (service & onderhoud) Website: www.miele-professional.nl
Miele & Cie. KG Carl-Miele-Straße 29, 33332 Gütersloh, Duitsland
Wijzigingen voorbehouden / Productiedatum: 22.21 M.-Nr. 11 793 090 / 01
Loading...