Miele KM 405 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
gaskookvlak KM 405
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor u het toestel installeert en in gebruik neemt. Zo zorgt u voor uw veiligheid en vermijdt u schade aan uw toestel.
M.-Nr. 05 721 760
Page 2
Inhoud
Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Het afdanken van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Informatie vooraf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Eerste schoonmaak en eerste opwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
In- / uitschakelen, regelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Kochgeschirr . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Veiligheidsuitschakeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Bediening bij stroomonderbreking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Algemeen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Draagroosters, draaiknoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Glasplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Branders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Wat gedaan als ...?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Techniek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Gasaansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Technische Dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Typeplaatje. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
2
Page 3
Beschrijving van het toestel
a draagrooster b branderdeksel c branderkop d thermisch element van de ontste
kingsbeveiliging
e ontstekingselektrode f branderkraag
g knop voor de voorste brander h symbolen voor de branders i knop voor de achterste brander
-
j stroomaansluiting k stekker
3
Page 4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Inbouw en aansluiting
Laat de gasaansluiting door een
gasfitter uitvoeren. Zo de stekker verwijderd wordt, dient u het toestel door een elektricien te laten inbouwen en aansluiten. Doe een beroep op vak mensen die de geldige voorschriften kennen en naleven. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door fouten bij inbouw en aansluiting werd veroorzaakt.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd indien u het op een volgens de voor schriften geïnstalleerd aardsysteem aansluit. Het is heel belangrijk dat deze fundamentele beveiliging voorhanden is. Laat uw installatie bij twijfel door een vakman nakijken. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak.
-
Let erop dat de gasleiding en het
netsnoer na de inbouw geen hete toesteldelen aanraken. Er kan anders aan deze leidingen schade ontstaan.
Sluit u het toestel met een verleng
-
snoer op het stroomnet aan, dan dienen de leiding en de stekkerverbin ding tegen vocht geïsoleerd te zijn.
Indien u dit toestel niet op een vas
te plaats inbouwt en monteert, bv. op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kan gebruiken.
-
-
-
4
Page 5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deskundig gebruik
Lees aandachtig uw gebruiksaan
wijzing voor u dit toestel in gebruik neemt. Zo beschermt u zichzelf en ver mijdt u schade aan het toestel.
Gebruik uw toestel enkel in inge
bouwde toestand. Zo bent u zeker dat u geen elektrische onderdelen kan aanraken.
Dit toestel is geschikt voor gebruik
in het huishouden. Het is niet voor industriële of professionele doeleinden bestemd.
Gebruik dit toestel enkel om le-
vensmiddelen te bereiden. Andere toepassingen zijn niet toegestaan. Ze kunnen ook risico’s inhouden. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade die werd ver­oorzaakt doordat het toestel niet vol­gens de voorschriften gebruikt of ver­keerd bediend werd.
Gebruik het toestel niet om het ver-
trek te verwarmen. Door de hoge temperaturen kunnen licht ontvlambare voorwerpen in de omgeving vlam vat ten. Bovendien zou de levensduur van het toestel afnemen.
Als u met het gaskookvlak werkt,
ontstaat er warmte en vocht in de keuken. Gebruik het dus enkel in een voldoende geventileerd vertrek. Hou de natuurlijke ventilatieopeningen (ven sters en deuren) open. Laat ook de wa semkap werken.
-
-
-
-
Als u langer en intensiever met het
toestel werkt, dient u de keuken eventueel nog meer te ventileren. Bv. door (nog) een raam of deur te openen.
­Laat ook uw wasemkap eventueel op
een hoger vermogen werken.
Dit toestel mag u niet in open lucht opstellen noch gebruiken.
Ontsteek de branders pas zodra al de onderdelen van de brander de
gelijk gemonteerd zijn.
Zet steeds een pan op de bran
ders. De wasemkap erboven kan anders door de hitte van de vlammen schade oplopen of in brand geraken.
Zet op de draagroosters enkel
pannen met een bodemdiameter zoals die in de rubriek "Vaatwerk voor gaskookvlakken" is opgegeven. Is de diameter van de bodem te klein, dan staat de pan niet stabiel genoeg. Is hij te groot, dan komen er hete, verbrande gassen onder de pan vandaan. Die kunnen bv. het werkblad beschadigen of een wand bekleed met niet tegen hit te bestande panelen. Er is ook schade aan het toestel mogelijk. Voor dergelijke schade is de fabrikant niet aansprake lijk.
Bewaar vlak bij het kookvlak geen
licht ontvlambare voorwerpen.
-
-
-
-
-
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Met kinderen in het huishou
-
den
Dit toestel is bedoeld om door vol
wassenen te worden gebruikt. Die dienen de inhoud van de gebruiksaan wijzing precies te kennen. Kinderen kunnen immers de risico’s die door de omgang met dit toestel ontstaan, vaak niet voldoende inschatten. Zorg er dus voor dat kinderen in het oog worden gehouden.
Oudere kinderen mogen het toestel
enkel gebruiken indien hun de be diening zo werd uitgelegd dat ze het toestel veilig hanteren en de eventuele risico’s van een foutieve bediening be­seffen.
Laat kinderen niet met het toestel
spelen.
Tijdens de werking wordt het toe-
stel heet en dat blijft nog enige tijd zo nadat u het hebt uitgeschakeld. Hou kinderen van het toestel weg tot het zo afgekoeld is dat elk risico van verbran ding geweken is.
Zorg ervoor dat kinderen geen hete kookpotten omlaag kunnen
trekken. Ze kunnen zich daarbij ver
-
branden!
-
-
-
Sommige delen van de verpakking,
bv. folie of piepschuim, houden voor kinderen gevaar in. Zij kunnen verstikken! Bewaar deze delen van de verpakking buiten hun bereik en verwij der de verpakking ook zo vlug mogelijk.
Koppel uw afgedankte toestel los
van het gas- en elektriciteitsnet en verwijder al de elektrische draden. Zo houden die bijv. voor spelende kin deren geen gevaar in.
-
-
-
Bewaar geen voorwerpen die voor
kinderen interessant zijn, boven of achter het toestel. Anders worden kin deren ertoe verleid op het toestel te klauteren. Zij kunnen zich daarbij ver branden!
6
-
-
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel tegen schade be
-
schermen
Vermijd dat er voorwerpen zoals
kookpannen op het glazen opper vlak vallen. Zelfs lichte voorwerpen zo als zoutvaatjes kunnen scheuren of spleten veroorzaken.
Gebruik geen vaatwerk met een te
dunne bodem. Verwarm nooit leeg vaatwerk tenzij de vaatwerkfabrikant deze toepassing uitdrukkelijk toelaat. Als u hiermee geen rekening houdt, kan het kookvlak schade oplopen.
Gebruik in geen geval een hoge-
drukreiniger. De vloeistof kan on­derdelen van het toestel aanraken, die onder spanning staan. Zo kan er kort­sluiting optreden. De druk kan aan het oppervlak en aan onderdelen van het toestel ook schade teweegbrengen, die door de fabrikant niet wordt vergoed.
-
-
Bescherm u tegen verbran
-
dingen
Het toestel is tijdens de werking
heet en het blijft ook na het uit schakelen nog enige tijd heet. Raak het dus niet aan zolang het nog heet kan zijn.
Bescherm uw handen telkens als u
aan of bij het hete toestel werkt. Gebruik pannenlappen, hitte-isolerende handschoenen e.d. Let erop dat de pannenlappen niet vlakbij de vlammen geraken. Gebruik geen te grote pan nenlappen, vaatdoeken e.d. Die pannenlappen mogen ook niet nat of vochtig zijn. Daardoor wordt de hitte beter geleid en kan u zich verbranden.
Verwarm geen gesloten reci-
piënten, bv. conservenblikjes, met dit toestel. Door de opduikende over­druk kunnen de recipiënten of blikjes springen. Er is dan risico op verbran­dingen en ander lichamelijk letsel!
-
-
Gebruik het toestel niet om er voor
werpen op neer te zetten. Als u het onverhoeds inschakelt of als het nog warm is van een kookproces, bestaat het risico dat het materiaal verhit. U kan zich daaraan verbranden. Het materiaal zelf kan ook smelten of vlam vatten.
Dek het toestel nooit met een doek
of folie af. Als u het onverhoeds in schakelt, bestaat er brandgevaar.
-
-
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Verwijder vetspatten en andere
brandbare (levensmiddel)restjes zo vlug mogelijk van het oppervlak van het toestel. Er bestaat anders brandgevaar.
Hou het toestel onder toezicht als u
heet vet of olie gebruikt. Er bestaat immers brandgevaar, daar oververhit vet of olie kan ontvlammen. Daardoor kan ook de wasemkap in brand gera ken. Brandgevaar!
Als het hete vet of de hete olie toch
eens ontvlamt, probeer het dan niet met water te blussen! Doe het vuur stikken, bv. met een deken, een voch tige vaatdoek of iets in die aard.
-
-
Flambeer nooit spijzen onder een
wasemkap. De ventilator zuigt de vlammen aan zodat de wasemkap in brand kan geraken.
Zorg ervoor dat de vlammen van
de branders niet voorbij de panbo dem komen noch langs de buitenzijde van de pan opklimmen.
-
8
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bij een defect
Stelt u aan uw toestel een defect
vast, schakel dan eerst het toestel en daarna ook de smeltveiligheden uit. Draai ook meteen de gaskraan dicht. Verwijder ook de stekker uit het stop contact. Trek in dat geval niet aan het snoer, wel aan de stekker. Verwittig ten slotte de Technische Dienst van Miele. Zorg ervoor dat het toestel niet kan wor den ingeschakeld zolang de reparatie niet is afgelopen.
Ook indien de glasplaat barsten of
spleten vertoont, dient u het toestel direct uit te schakelen en los te kop­pelen van het gasnet en het elektrici­teitsnet, zoals hierboven beschreven. Anders ontstaat het risico dat u elek­trische schokken krijgt!
Herstellingen mag u enkel door er-
kende elektriciens en gasfitters la­ten uitvoeren. Door ondeskundige repa­raties kunnen er voor u als gebruiker grote risico's opduiken. Het toestel kan eveneens schade oplopen. Maak de ommanteling van het toestel in geen geval open.
Laat u het kookvlak tijdens de
garantieperiode herstellen, dan mag dat enkel gebeuren door een technicus die door de fabrikant erkend is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op waarborg.
-
Overige risico's
Wees voorzichtig als u een stop
contact gebruikt dichtbij het kook vlak. Het snoer van dat toestel mag niet met het hete kookvlak in aanraking komen. De isolatie van de leiding kan beschadigd worden. Er is risico van elektrische schokken!
-
Verwarm de spijzen steeds vol
doende. Eventuele kiemen worden enkel vernietigd indien de temperatuur hoog genoeg en de programmaduur lang genoeg is.
Gebruik geen kookgerei van kunst-
stof of aluminiumfolie. Dat gaat bij hogere temperaturen smelten. Er is dan ook brandgevaar!
Is er onder het ingebouwde kook-
vlak een lade aangebracht? Be­waar daarin dan geen spraybussen, licht ontvlambare vloeistoffen noch an­dere brandbare voorwerpen. Is die lade met een bestekinzet uitgerust, dan dient die vervaardigd te zijn van tegen hitte bestand materiaal.
Heeft u het toestel heel lang niet
meer gebruikt, maak het dan grondig schoon voor u het weer in ge bruik neemt. Laat dan ook een be voegd vakman nakijken of het nog naar behoren werkt.
-
-
-
-
-
9
Page 10
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen, dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade­lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa raat dan ook nooit met het gewone af val.
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige
­recyclage van dat toestel. Dat bevat
­trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
­of
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be of – uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt. Zorg er ook voor dat het toestel intus-
sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen. Hou dus rekening met de gelijknamige rubriek in de "Op­merkingen omtrent uw veiligheid".
-
10
Page 11
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Informatie vooraf
Kleef het typeplaatje van uw toestel in het daartoe voorziene vakje in de ru briek "Typeplaatje" van uw gebruiksaan wijzing.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorg vuldig en geef ze door aan wie het toe stel eventueel na u gebruikt!
-
Eerste schoonmaak en eerste opwarming
Voor u het toestel in gebruik neemt,
-
dient u het als volgt schoon te maken:
Was de afneembare onderdelen van
^
-
het gaskookvlak af in een afwasmid
-
delsopje. Droog ze daarna goed af en monteer ze weer keurig. Zie ru briek "Reiniging en onderhoud".
Veeg de glasplaat met een vochtige
^
doek af en wrijf de glasplaat daarna droog.
De metalen onderdelen zijn beschermd door een onderhoudsmiddel. Daarom wordt er tijdelijk wat reuk gevormd als het toestel voor het eerst opwarmt. Die reuk en eventueel ook damp ver­dwijnen na korte tijd. Dat wijst dus niet op een verkeerde aansluiting noch op een defect.
-
-
11
Page 12
Bediening
In- / uitschakelen, regelen
Met de draaiknop ontsteekt u de bran der en regelt u de sterkte van de vlam.
ß geen gastoevoer
De branders mogen enkel door de
­knop in te drukken en naar links te
draaien, worden ingeschakeld, en uitgeschakeld door naar rechts te draaien. Door
- inschakelen zonder drukken,
- inschakelen door naar rechts
te draaien,
- uitschakelen door naar links
te draaien, kunnen onderdelen van het toestel beschadigd raken. Voor dergelijke schade aanvaardt de fabrikant geen aansprakelijkheid.
& sterke vlam / zwakke vlam
Zo schakelt u het gaskookvlak in:
^ Druk, om de brander aan te steken,
de gewenste knop in en draai die naar links op het sterke-vlamsym­bool.
^ Zodra er een vlam te zien is, houdt u
die knop nog 8 à 10 seconden vast ingedrukt. Daarna laat u hem los.
Zo de vlam te vroeg uitgaat, ontsteekt u de brander opnieuw. Hou de knop dan eventueel wat langer ingdrukt.
12
Page 13
Bediening
Zo regelt u de vlam:
Nu kan u de knop verder draaien,
^
zonder hem in te drukken, tot aan het zwakke-vlamsymbool.
Regel de vlam zo dat ze nooit voorbij
^
de pan uitsteekt. Daar het buitenste deel van de gasvlam veel heter is dan de kern ervan, dienen de vlam punten onder de panbodem te blij ven. Uitspringende vlampunten ge ven de warmte nodeloos aan de lucht af, kunnen handgrepen beschadigen en verhogen het brandrisico.
Zo schakelt u het gaskookvlak uit:
Draai de knop naar rechts op "ß".
^
De gastoevoer wordt geblokkeerd en de vlam gaat nu uit.
-
-
-
13
Page 14
Bediening
Kochgeschirr
Brenner Min.
Bodendurchmesser
Pfannen / Töpfe in cm
klein 12 groß 14
Max. oberer
Durchmesser Pfannen /
Töpfe in cm
klein 22 groß 24
– Kies pannen die passen bij de bran-
ders. De basisregel luidt: grote pan­bodemdiameter = grote brander; kleine panbodemdiameter, kleine brander.
– Kies liever brede, vlakke pannen dan
smalle en hoge. Die warmen immers vlugger op.
Op een gaskookvlak kan u om het
even welk kookgerei gebruiken, dat tegen hitte bestand is.
Hou ermee rekening dat bij pannen
vaak de maximumdiameter boven aan wordt opgegeven. Wat telt, is echter de meestal kleinere diameter van de bodem.
Neem de afmetingen uit de tabel
goed in acht. Is de bodemdiameter te klein, dan staat de pan niet stevig genoeg. Is de diameter groter, dan komen er hete, verbrande gassen onder de pan vandaan. Die kunnen bv. het werkblad beschadigen of een wand bekleed met niet tegen hitte bestande panelen. Er is ook schade aan het toestel mogelijk. Voor derge­lijke schade is de fabrikant niet aan­sprakelijk.
– Kook bij voorkeur enkel in pannen
met een deksel erop. Zo vermijdt u dat de warmte nodeloos ontsnapt.
-
Neem liever kookgerei met een dikke bodem. Daarin wordt de warmte goed verdeeld. Bij kookgerei met een dunne bodem bestaat het risico dat de spijzen op sommige punten oververhit raken. Daarom dient u vaker in de spijzen te roeren.
14
Page 15
Bediening
Veiligheidsuitschakeling
Uw gaskookvlak is uitgerust met een thermo-elektrische ontstekingsbeveili ging. Zo de gasvlam uitgaat, bv. door overgekookte spijzen of door tocht, wordt vermeden dat er gas uitstroomt.
Om de brander weer aan te steken,
^
draait u de knop naar rechts op "ß" en schakelt u de brander gewoon in.
De veiligheidsuitschakeling werkt onaf hankelijk van de stroomtoevoer. Dat be tekent dat ze ook functioneert als u het gaskookvlak tijdens een stroomonder breking gebruikt. Zie rubriek "Bediening bij stroomonderbreking".
-
-
Bediening bij stroomonderbreking
Bij een stroomonderbreking kan u de vlam ook met een lucifer aansteken:
Druk de knop in en draai die naar
^
links op het grote-vlamsymbool. Hou de knop ingedrukt en steek het
^
gasmengsel aan met een lucifer. Hou de knop nog ca. 8 à 10 secon
^
­den vast ingedrukt en laat hem daar
­na los.
-
-
15
Page 16
Reiniging en onderhoud
Algemeen
Maak het toestel geregeld schoon, bij voorkeur na elk gebruik. Laat het eerst voldoende afkoelen.
Neem bij toepassing van speciaal reinigingsmiddel voor glasplaat de opmerkingen van de fabrikant in acht.
Gebruik in geen geval een hoge drukreiniger. De vloeistof kan onder delen van het toestel aanraken, die onder spanning staan. Zo kan er kortsluiting optreden. De druk kan aan het oppervlak en aan onderde len van het toestel ook schade te weegbrengen, die door de fabrikant niet wordt vergoed.
Neem geen puntige voorwerpen om de dichtingen tussen het glas en de rand en / of tussen de rand en het werkblad niet te beschadigen.
Gebruik nooit reinigingsmiddel dat zand, soda, alkali, zuur of chloride bevat. Evenmin ovenspray of afwas­middel voor vaatwassers. Vermijd ook staalwol, ruwe sponzen of harde borstels. Gebruik ook geen sponzen of ander poetsgerei waarin nog rest jes schuurmiddel zitten. Daardoor wordt het oppervlak immers aange tast.
-
-
-
-
-
-
De ontstekingselektrode aan de brander mag niet nat worden; an ders ontstaat er geen vonk.
Wrijf het kookvlak na elke vochtige schoonmaakbeurt goed droog. Daarmee vermijdt u kalkresten.
-
16
Page 17
Reiniging en onderhoud
Draagroosters, draaiknoppen
Neem de draagroosters af. Maak de draagroosters en de knoppen
schoon met een sponsdoekje, wat af wasmiddel en warm water. Aankoekend vuil laat u beter eerst wat weken.
Wrijf ten slotte alles met een zuivere doek droog.
-
Glasplaat
Verwijder al het grove vuil met een vochtige doek.
Reinig de glasplaat met een vaatdoek, wat afwasmiddel en warm water. Hard nekkig vuil kunt u het best eerst laten inweken.
Veeg de glasplaat daarna vochtig af en wrijf ze ten slotte met een schone doek droog.
Indien nodig kunt u daarna een reini gingsmiddel voor glas aanbrengen. Houd rekening met de gegevens van de fabrikant.
-
-
17
Page 18
Reiniging en onderhoud
Branders
De branders kan u na het afkoelen uit elkaar nemen om ze schoon te maken.
Zo haalt u de branders uit elkaar en maakt u ze schoon:
Neem al de beweegbare onderdelen
^
van de branders af. Maak die in een heet afwasmiddelsopje schoon. Wrijf ze nadien droog. Let erop dat ook de vlamopeningen volledig droog zijn.
Het oppervlak van het branderdeksel wordt na verloop van tijd wat matter. Dat is volledig normaal; dat is dus geen teken van materiële schade.
Wis de niet afneembare onderdelen
^
van de brander met een vochtig doek af en droog ze daarna af.
Wis de ontstekingselektrode en het
^
thermisch element voorzichtig met een goed uitgewrongen doek af en wrijf die allebei met een zuiver doek droog.
18
Page 19
Reiniging en onderhoud
Zo steekt u de branders weer in el kaar:
Plaats de branderkop c zo op de
^
branderkraag f dat het thermisch element en de ontstekingselektrode door de gaatjes van de branderkop steken. De branderkop moet keurig op zijn plaats vallen.
Leg het branderdeksel b zo dat de
^
nokken in de uitsparingen van de branderkop vallen.
Zorg ervoor dat u de onderdelen van de brander in de juiste volgorde mon teert.
Let vooral op het volgende:
1. Verwissel niet de boven- en de on­derzijde.
2. De nokken dienen precies in de uit­sparingen te vallen.
-
-
19
Page 20
Wat gedaan als ...?
Laat herstellingen enkel door een er kend elektricien uitvoeren. Door on deskundige reparaties kunnen er voor u als gebruiker grote risico’s opduiken
Wat gedaan als ...
... u de brander na verschillende po gingen niet kan ontsteken?
... de gasvlam na het ontsteken weer
-
uitgaat?
­Kijk eens na of het branderdeksel wel
juist ligt.
... de elektrische ontsteking van de brander niet meer werkt?
Controleer of er geen spijsresten tussen de ontstekingselektrode en het bran derdeksel zitten.
-
Verwijder die voorzichtig. De ontste kingselektrode mag niet nat worden!
-
-
Controleer even of – de brander juist gemonteerd is. – de gaskraan wel openstaat. – de brander droog en proper is. – de vlamopening vrij en droog is. – de smeltveiligheden van de huisin-
stallatie niet zijn uitgevallen. Doe eventueel een beroep op een elektri­cien of op de Technische Dienst van Miele. Het gas kan u altijd nog met een lucifer aansteken. Zie rubriek "Bediening bij stroomonderbreking".
... de vlam er plotseling anders uit ziet?
Zie eens na of de brander juist gemon­teerd is.
-
20
Page 21
Techniek
Gasaansluiting
Het aansluiten op gas of het aan passen aan een andere gassoort mag uitsluitend geschieden door een erkend installateur. Die is ervoor verantwoordelijk dat het apparaat op de plaats van opstelling goed functi oneert.
De gasaansluiting moet zo zijn ge plaatst dat de gaskraan gemakkelijk toegankelijk is.
Vraag aan het plaatselijk gasbedrijf welke gassoort u wordt geleverd. Vergelijk die met de gegevens op het typeplaatje.
Het toestel is geschikt voor aardgas en vloeibaar gas.
-
-
Categorie overeenkomstig EN 30: BE II 2E+ 3+ 20/25, 28-30/37 mbar.
Het toestel is, afhankelijk van de landspecifieke uitvoering, voorzien voor aardgas of vloeibaar gas (zie sticker op
­het toestel).
Voor de omschakeling naar een ander gastype is, afhankelijk van de landspecifieke uitvoering, de overeen komstige set mondstukken bijgeleverd.
Als de voor uw installatie vereiste set mondstukken niet bijgeleverd is, dient u contact op te nemen met uw vakhan­delaar of de klantendienst.
De omschakeling naar een ander gastype is beschreven in de bijgele­verde montagehandleiding.
-
21
Page 22
Techniek
Elektrische aansluiting
De aansluiting van uw apparaat op het stroomnet kan u het best aan een elek tricien toevertrouwen, die de plaatse lijke reglementering kent en nauwgezet volgt.
Het verdient aanbeveling de aansluiting via een stopcontact uit te voeren, daar dit eventuele tussenkomsten van de naverkoopdienst vergemakkelijkt.
Indien er een vaste aansluiting is voor zien, moet die voor elke fase met een stroomonderbreker uitgerust zijn. Als stroomonderbrekers kan u schakelaars gebruiken met een contactopening van meer dan 3 mm, zoals automatische schakelaars, smeltveiligheden en con­tactsluiters.
De vereiste gegevens over de aan- sluiting vindt u op het typeplaatje. Ga na of deze gegevens met de spanning van het net overeenstemmen.
-
-
Technische gegevens
Totale aansluitwaarde:
­zie typeplaatje
Elektrische aansluiting:
230 V, 50 Hz
Smeltveiligheden:
10 A
Verliesstroomschakelaar:
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha­kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen.
Het toestel mag enkel aan twee zijden door wanden of meubels omgeven zijn, hoger dan het toestel. Zie bijgevoegde montagehandleiding.
22
Page 23
Techniek
Technische Dienst
Neem in geval van storingen waaraan u zelf niet kan verhelpen, contact op
met uw Miele-handelaar
of met de Technische Dienst van Miele.
– Het adres en de telefoonnummers van onze Technische Dienst vindt u op de rug
zijde van deze gebruiksaanwijzing. Wanneer u daar een beroep op doet, geef dan a.u.b. altijd het machinetype en
-nummer op. Beide gegevens vindt u op het bijgeleverde typeplaatje.
Typeplaatje
Kleef hier het bijgeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming met de ge­gevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing overeenstemt.
-
23
Page 24
Wijzigingen voorbehouden / 0206
M.-Nr. 05 721 760 / 02
nl-BE
Loading...