Miele KM 362 G, KM 362-1 G, KM 370 G, KM 370-1 G, KM 371 G User manual

Gebruiksaanwijzing
Gaskookplaten KM 362 G / KM 362-1 G KM 370 G / KM 370-1 G KM 371 G
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
M
M.-Nr. 05 886 830
Inhoud
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Modellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Brander . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Vóór het eerste gebruik. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Reiniging voor het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Inschakelen, instellen, uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
De juiste pannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Vlambeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Wanneer de stroom uitvalt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Algemeen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Pannendragers, bedieningsknoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
De bovenkant van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Brander . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Nuttige tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Techniek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Gasaansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Klantcontacten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Typeplaatje. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
2
Modellen
KM 362 G / KM 362-1G
Algemeen
a Wokring b Wokbrander c Sudderbrander d Normaalbrander e Pannendrager (2-delig) f Symbolen voor de kookzones g Netaansluitsnoer
Bedieningsknop:
h rechts voor i rechts achter j links achter k links voor
3
Algemeen
KM 370 G / KM 370-1 G
a Sterkbrander b Sudderbrander c Wokring d Wokbrander e Normaalbrander f Netaansluitsnoer g Pannendrager (3-delig) h Symbolen voor de kookzones
4
Bedieningsknop:
i rechts voor j rechts achter k midden l links achter m links voor
KM 371 G
Algemeen
a Sterkbrander b Sudderbrander c Wokring d Wokbrander e Normaalbrander f Pannendrager (per brander) g Symbolen voor de kookzones h Netaansluitsnoer
Bedieningsknop:
i rechts voor j rechts achter k midden l links achter m links voor
5
Algemeen
Brander
Wokbrander Sudder-, normaal- en sterkbrander
n Branderdop o Branderring p Branderkop q Brandervoet r Elektrische vonkontsteking s Thermo-element vlambeveiliging
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Lees de gebruiksaanwijzing aan dachtig door voordat u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Dat is vei liger voor uzelf en u voorkomt scha de aan het apparaat.
Dit apparaat mag alleen worden ge bruikt door personen die in staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwij zing!
Plak het typeplaatje dat u bij de do cumentatie van het apparaat vindt op de daarvoor bestemde plaats in het hoofdstuk "Typeplaatje".
-
-
-
De elektrische veiligheid van het
apparaat is alleen dan gewaar borgd als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstal
-
leerd aardingssysteem. Het is belang rijk dat u dit controleert en in geval van twijfel de huisinstallatie door een vak man laat controleren. De fabrikant kan
­niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ont brekende of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld een elektrische schok).
Zorg dat na de inbouw de gas
-
slang en de elektriciteitskabel niet met hete onderdelen in aanraking ko­men. Door te hoge temperaturen kun­nen de slang en de kabel beschadigd raken.
-
-
-
-
-
-
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.
Het inbouwen en aansluiten van het apparaat
Alleen een erkend vakman mag het
apparaat plaatsen en aansluiten op het gas- en elektriciteitsnet. Een vak man kent de landelijke voorschriften en de voorschriften van het energiebedrijf en houdt zich daar strikt aan. Wanneer er bij het inbouwen en aansluiten van het apparaat fouten worden gemaakt, kan de fabrikant niet aansprakelijk wor den gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
-
Wordt het apparaat met een ver-
lengkabel op de netspanning aan­gesloten, dan moeten de verlengkabel en de stekkerverbinding tegen vocht geïsoleerd zijn.
Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman op een niet-stationaire locatie (bijvoorbeeld een boot of cam per) worden ingebouwd en aangeslo ten. Hierbij moet aan alle voorwaarden voor een veilig gebruik worden vol daan.
-
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verantwoord gebruik
Gebruik het apparaat alleen als het
is ingebouwd. Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat u niet met delen in aanraking komt die onder spanning staan.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
Gebruik het apparaat alleen voor
het bereiden van gerechten. Ge bruik voor andere doeleinden is niet toegestaan en kan gevaarlijk zijn. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroor­zaakt door gebruik voor andere doel­einden dan hier aangegeven of door foutieve bediening.
Gebruik dit apparaat niet om er
een ruimte mee te verwarmen. Door de hoge temperaturen kunnen brandbare voorwerpen in de buurt van het apparaat vlam vatten. Bovendien wordt hierdoor de levensduur van het apparaat verkort.
Bij gebruik van een gaskookplaat
ontstaan warmte en vocht. Zorg daarom voor een goede ventilatie in de ruimte waar het apparaat staat opge steld. Open een buitenraam of zorg voor mechanische afzuiging (bijvoor beeld via een afzuigkap).
-
-
-
Als u het apparaat lang en intensief
gebruikt, is het aan te raden de ruimte extra te ventileren, bijvoorbeeld door een buitenraam te openen of door de afzuigkap op een hoge stand in te schakelen.
Het apparaat mag niet in de open
lucht worden geplaatst en gebruikt.
Zorg dat alle branderdelen op de
juiste wijze zijn gemonteerd, voor dat u de brander ontsteekt.
Zorg dat op een ontstoken brander
altijd een pan staat. Een erboven geplaatste afzuigkap kan anders be­schadigd raken of vlam vatten.
Gebruik op gaskookplaten alleen
pannen waarvan de bodemdiame­ter niet groter of kleiner is dan in de ge­bruiksaanwijzing staat aangegeven (zie ook de rubriek "De juiste pannen"). Als de diameter te klein is, staat de pan niet stevig genoeg. Is de diameter te groot, dan worden de hete verbran­dingsgassen te ver naar de zijkant ge voerd en kunnen het werkblad, een niet hittebestendige wand of onderdelen van de kookplaat beschadigd raken. Voor schade die op deze wijze is ont staan, kan de fabrikant niet aansprake lijk worden gesteld.
Bewaar geen licht ontvlambare
voorwerpen in de buurt van het ap paraat.
-
-
-
-
-
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Kinderen
Het apparaat is bedoeld voor ge
bruik door volwassenen die volle dig op de hoogte zijn van de inhoud van deze gebruiksaanwijzing. Kinderen kunnen de gevaren van een apparaat niet altijd goed inschatten. Houd daar om voldoende toezicht.
Oudere kinderen mogen het appa
raat alleen gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten be dienen. Ze moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.
Laat kinderen niet met het appa-
raat spelen.
Het apparaat wordt tijdens het ge-
bruik heet en blijft dat ook nog eni­ge tijd nadat het apparaat is uitgescha­keld. Houd kinderen op een afstand, totdat het apparaat voldoende is afge­koeld en er geen verbrandingsgevaar meer bestaat.
-
-
-
-
Kinderen kunnen ook verbran
dingen oplopen als zij pannen van het apparaat trekken. Bij de vakhan delaar is een speciaal rek verkrijgbaar dat ervoor zorgt dat kinderen niet meer bij het apparaat kunnen komen.
Verpakkingsmateriaal (zoals folies
en piepschuim) kan gevaarlijk zijn voor kinderen. Verstikkingsgevaar! Be
­waar het verpakkingsmateriaal dan ook
buiten het bereik van kinderen en zorg dat het zo snel mogelijk wordt afge voerd.
Als u het apparaat afdankt, koppel
het dan los van de gastoevoer en trek de stekker uit het stopcontact. Maak de stekker samen met de aan­sluitkabel onbruikbaar. U voorkomt daarmee dat het apparaat gevaar ople­vert, bijvoorbeeld voor spelende kin­deren.
-
-
-
-
Bewaar geen voorwerpen die voor
kinderen interessant zijn in kastjes boven of achter het apparaat. De kin deren klimmen anders misschien op het apparaat en kunnen zich er dan aan branden.
-
9
Loading...
+ 19 hidden pages