Miele KM 3010, KM 3014 Operating instructions [nl]

Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten
Lees altijd eerst de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BE M.-Nr. 09 289 570
De kookplaat mag ook in andere dan op het toestel aangegeven landen worden gebruikt. De landspecifieke uitvoering en de manier waarop de kookplaat wordt aangesloten, hebben een grote invloed op de correcte en veilige werking van de kookplaat.
Neem daarom contact op met de Miele Service in het betreffende land als u het toestel in een land wilt gebruiken dat niet op het toestel vermeld staat.
2
Inhoud
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen..................................................... 5
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu ........................................... 16
Overzicht ............................................................................................................ 17
Kookplaat ............................................................................................................ 17
KM 3010 ......................................................................................................... 17
KM 3014 ......................................................................................................... 18
Schakelaars......................................................................................................... 19
Brander................................................................................................................ 20
Bijgeleverde accessoires..................................................................................... 21
Eerste ingebruikneming.................................................................................... 22
Kookplaat voor de eerste keer reinigen............................................................... 22
Kookplaat voor de eerste keer in gebruik nemen................................................ 22
De juiste pannen................................................................................................ 23
Tips om energie te besparen ........................................................................... 25
Bediening ........................................................................................................... 26
Inschakelen ......................................................................................................... 26
Vlam instellen ...................................................................................................... 27
Uitschakelen........................................................................................................ 27
Beveiligingen...................................................................................................... 28
Thermo-elektrische vlambeveiliging.................................................................... 28
Reiniging en onderhoud.................................................................................... 29
Keramische plaat................................................................................................. 30
Pannendrager...................................................................................................... 31
Bedieningsknoppen ............................................................................................ 31
Brander................................................................................................................ 31
Nuttige tips......................................................................................................... 33
Bij te bestellen accessoires.............................................................................. 35
Klantendienst..................................................................................................... 36
Contact bij storingen ........................................................................................... 36
Typeplaatje: ......................................................................................................... 36
Garantie............................................................................................................... 36
Installatie............................................................................................................ 37
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen............................................................ 37
Veiligheidsafstanden ........................................................................................... 38
3
Inhoud
Aanwijzingen voor het inbouwen......................................................................... 41
Inbouwmaten....................................................................................................... 42
KM 3010 ......................................................................................................... 42
KM 3014 ......................................................................................................... 43
Inbouwen............................................................................................................. 44
Gasaansluiting..................................................................................................... 46
Brandervermogen................................................................................................ 48
Elektrische aansluiting......................................................................................... 49
Aanpassen aan een andere gassoort.............................................................. 51
Tabel voor de inspuiters ...................................................................................... 51
Inspuiters vervangen ........................................................................................... 52
Grote inspuiters vervangen ............................................................................ 52
De kleine inspuiters vervangen ...................................................................... 53
Functie controleren.............................................................................................. 54
Productgegevensbladen................................................................................... 55
4

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Deze kookplaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voor­dat u de kookplaat in gebruik neemt. Daarin vindt u belangrijke richtlijnen met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan de kookplaat.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van de kookplaat en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te volgen.
Wanneer de veiligheidsrichtlijnen en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha­de die hieruit voortvloeit.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef ze door aan een eventuele volgende eigenaar.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Verantwoord gebruik

Deze kookplaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Deze kookplaat mag niet buiten worden gebruikt.Gebruik deze kookplaat uitsluitend in huishoudelijke context voor
het bereiden en warmhouden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de kookplaat niet in staat zijn om deze veilig te bedienen, mogen deze alleen onder toe­zicht gebruiken. Deze personen mogen de kookplaat alleen zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze deze veilig moeten bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en begrijpen.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Kinderen in het gezin

Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu-
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de kookplaat alleen zonder toe-
zicht gebruiken als ze weten hoe ze deze veilig moeten bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en begrijpen.
Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht reinigen.Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van de
kookplaat bevinden. Laat ze nooit met de kookplaat spelen.
De kookplaat wordt tijdens het gebruik heet en blijft dat ook nog
enige tijd nadat het is uitgeschakeld. Houd kinderen op een afstand, totdat de kookplaat voldoende is afgekoeld en er geen verbrandings­gevaar meer bestaat.
Verbrandingsgevaar. Bewaar in de opbergruimte boven of onder
de kookplaat geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn. Dat kan kinderen ertoe brengen op het toestel te klimmen.
Verbrandingsgevaar. Draai de grepen van de pannen zo dat ze
zich boven het werkblad bevinden, zodat kinderen de pannen niet van het toestel kunnen trekken.
Verstikkingsgevaar. Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen weg van kinderen.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Technische veiligheid

Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of repara-
tiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen. In­stallatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde deskundige worden uitgevoerd.
Schade aan de kookplaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer de kookplaat op zichtbare schade. Gebruik nooit een be­schadigde kookplaat.
De kookplaat kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als
deze op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De elektrische veiligheid van de kookplaat is uitsluitend gegaran-
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda­mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek­trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeen­komen, om beschadiging van de kookplaat te voorkomen. Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Stekkerdozen of verlengsnoeren bieden niet voldoende veiligheid
(brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aansluiten van de kook­plaat op het elektriciteitsnet.
Gebruik de kookplaat alleen als deze is ingebouwd, zodat de vei-
ligheid gewaarborgd is.
Deze kookplaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
boot) worden gebruikt.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek-
trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de kookplaat leiden. Open nooit de behuizing van de kookplaat.
Het recht op garantie vervalt wanneer de kookplaat door een
technicus wordt gerepareerd die niet door Miele is geautoriseerd.
Enkel bij gebruik van originele Miele-onderdelen garandeert Miele
dat aan de veiligheidseisen wordt voldaan. Defecte onderdelen mo­gen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen.
De kookplaat mag niet worden gebruikt met een externe schakel-
klok of een systeem voor besturing op afstand.
Een gasspecialist moet de gasaansluiting uitvoeren (zie het hoofd-
stuk “Installatie”, paragraaf “Gasaansluiting”). Als de stekker van de aansluitkabel wordt verwijderd of als de aansluitkabel geen stekker heeft, dan moet de kookplaat door een elektricien op het elektrici­teitsnet worden aangesloten (zie het hoofdstuk “Installatie”, para­graaf “Elektrische aansluiting”).
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een elektri-
cien worden vervangen door een speciale aansluitkabel (zie het hoofdstuk “Installatie”, paragraaf “Elektrische aansluiting”).
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de
kookplaat volledig van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Contro­leer dit als u
- de zekeringen in uw zekeringkast uitschakelt, of
- de zekeringen van de huisinstallatie volledig worden losge­schroefd, of
- als de stekker (indien aanwezig) uit het stopcontact is getrokken. Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
- de gastoevoer sluit.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gevaar voor elektrische schok. Neem de kookplaat niet in gebruik
bij een defect of bij breuken, scheuren en barsten in de keramische plaat of schakel de kookplaat meteen uit. Maak de kookplaat span­ningsvrij en sluit de gastoevoer af. Neem contact op met de Miele­klantendienst.
Als de kookplaat achter een meubelfront (bijv. een deur) is inge-
bouwd, sluit dit dan nooit wanneer u de kookplaat gebruikt. Achter een gesloten meubelfront hopen warmte en vocht zich op. Daardoor kunnen de kookplaat, de ombouwkast en de vloer beschadigd wor­den. Sluit het meubelfront pas als de kookplaat volledig is afgekoeld.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Veilig gebruik

Het toestel wordt bij gebruik heet en blijft dat ook nog enige tijd
na het uitschakelen. Raak het toestel daarom niet aan, zolang het nog heet is.
Voorwerpen in de nabijheid van de ingeschakelde kookplaat kun-
nen door de hoge temperaturen beginnen te branden. Gebruik de kookplaat nooit om ruimten te verwarmen.
Olie en vet kunnen bij oververhitting gaan branden. Laat de kook-
plaat bij werkzaamheden met olie en vet niet zonder toezicht achter. Blus branden met olie en vet nooit met water. Schakel de kookplaat uit en verstik de vlammen voorzichtig met een deksel of een blusde­ken.
Houd voortdurend toezicht op de kookplaat tijdens het gebruik.
Houd voortdurend toezicht bij korte kook- en braadprocessen.
Vlammen kunnen de vetfilters van een dampkap in brand doen
vliegen. Flambeer nooit onder een dampkap.
Als spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen of brandbaar mate-
riaal warm worden, kunnen ze gaan branden. Bewaar daarom mak­kelijk ontvlambare voorwerpen nooit in laden direct onder de kook­plaat. Eventueel aanwezige bestekbakken moeten van hittebestendig materiaal zijn.
Verwarm kookgerei nooit zonder inhoud.In gesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en op-
warmen een overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen. Gebruik de kookplaat niet voor het inmaken en verwarmen van conservenblik­ken.
Wanneer de kookplaat wordt afgedekt, bestaat het risico dat het
materiaal van de afdekking in brand vliegt, barst of smelt als u de kookplaat per ongeluk inschakelt of als deze nog warm is van een bereiding. Dek de kookplaat nooit af met bijv. afdekplaten, een doek of een beschermfolie.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als u het toestel per ongeluk inschakelt of als het nog warm is van
het koken, bestaat het risico dat metalen voorwerpen die op de kookplaat liggen heet worden. Andere materialen kunnen smelten of ontbranden. Gebruik de kookplaat nooit als werkblad.
U kunt zich aan het hete toestel branden. Gebruik daarom altijd
ovenhandschoenen of pannenlappen als u met het hete toestel werkt. Gebruik alleen droge handschoenen of pannenlappen. Nat of vochtig textiel geleidt de warmte beter en kan door stoom verbran­dingen veroorzaken. Zorg dat het textiel niet te dicht bij de vlammen komt. Gebruik dan ook geen al te grote pannenlappen, theedoeken of iets dergelijks.
Als u een elektrisch toestel (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt
van de kookplaat gebruikt, mag de aansluitkabel niet in contact ko­men met de hete kookplaat. De isolatie van de kabel zou beschadigd kunnen raken.
Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een
licht voorwerp zoals een zoutvaatje kan scheuren of barsten veroor­zaken.
Serviesgoed van kunststof of aluminiumfolie smelt bij hoge tem-
peraturen. Gebruik daarom geen serviesgoed van kunststof of alumi­niumfolie.
Als u de bedieningsknop indrukt, genereert de ontstekingselektro-
de een vonk. Druk de bedieningsknop niet in als u de kookplaat of de brander rond de ontstekingselektrode reinigt of aanraakt.
Zorg dat op een ontstoken brander altijd een pan staat. Een erbo-
ven geplaatste afzuigkap kan anders beschadigd raken of vuur vat­ten.
Zorg dat alle branderdelen op de juiste wijze zijn gemonteerd,
voordat u een brander ontsteekt.
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik alleen pannen waarvan de bodemdiameter niet groter of
kleiner is dan in de gebruiksaanwijzing staat aangegeven (zie “De juiste pannen”). Als de diameter te klein is, staat de pan niet stevig genoeg. Is de diameter te groot, dan worden de hete verbrandings­gassen te ver naar de zijkant gevoerd en kunnen het werkblad, een niet hittebestendige wand of onderdelen van de kookplaat bescha­digd raken. Voor schade die op deze wijze is ontstaan, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld.
Zorg dat de vlammen van de brander niet onder het kookgerei
vandaan komen.
Gebruik geen pannen met een te dunne bodem. De kookplaat kan
anders beschadigd raken.
Gebruik daarvoor de meegeleverde pannendragers. Het kookgerei
mag niet rechtstreeks op een brander worden gezet.
Plaats pannendragers van boven op de kookplaat, zodat er geen
krassen kunnen ontstaan.
Bewaar geen licht ontvlambare voorwerpen in de buurt van het
toestel.
Verwijder vetspatten en andere brandbare verontreinigingen zo
spoedig mogelijk van de kookplaat. Er ontstaat anders brandgevaar.
Bij gebruik van het toestel ontstaan warmte, vocht en verbran-
dingsgassen. Zorg daarom voor voldoende ventilatie in de ruimte waar het toestel zich bevindt. Open een buitenraam of zorg voor me­chanische afzuiging (bijvoorbeeld via een afzuigkap).
Als u het toestel lang en intensief gebruikt, is het aan te raden de
ruimte extra te ventileren, bijvoorbeeld door een buitenraam te ope­nen of door de afzuigkap op een hoge stand in te schakelen.
Gebruik geen braadpannen, pannen of grillstenen die zo groot zijn
dat zij meerdere branders bedekken. Door warmteophoping kan het toestel beschadigd raken.
13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als het toestel gedurende een ongebruikelijk lange tijd niet is ge-
bruikt, is het aan te bevelen het toestel grondig te reinigen voordat u het weer in gebruik neemt. Laat de correcte werking van het toestel zo nodig door een vakman controleren.
14
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Reiniging en onderhoud

De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de kookplaat nooit een stoomreiniger.
15

Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu

Recycleerbare verpakking

De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd milieuvriende­lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri­aal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Uw toestel afdanken

Oude elektrische en elektronische toe­stellen bevatten meestal nog waarde­volle materialen. Ze bevatten echter ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude toestel bij het ge­wone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de ge­zondheid en het milieu. Doe uw oude toestel daarom nooit bij het gewone huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inza­meldepot voor elektrische en elektro­nische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verant­woordelijk voor het wissen van eventue­le persoonlijke gegevens op het af te danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met
- de handelaar bij wie u het kocht of
- de firma Recupel, telefoon 0800/15 880, website: www.recupel.be of
- uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
16
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.

Kookplaat

KM 3010

Overzicht

a
Sterkbrander
b
Sudderbrander
c
Normaalbrander
d
Normaalbrander
e
Pannendrager (1 pannendrager per brander)
f
Symbool voor volgorde van de kookzones
Bedieningsknop voor de kookzone
g
Rechts voor
h
Rechts achter
i
Links achter
j
Links voor
17
Overzicht

KM 3014

a
Wokbrander
b
Sudderbrander
c
Normaalbrander
d
Pannendrager (1 pannendrager per brander)
e
Symbool voor volgorde van de kookzones
Bedieningsknop voor de kookzone
f
Rechts voor
g
Rechts achter
h
Links
18
Loading...
+ 42 hidden pages