Gebruiks- en montagehandleiding
Koel-vriescombinatie
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan uw apparaat.
nl-NLM.-Nr. 10 467 760
Inhoud
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen......................................................... 5
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 13
Energie besparen ................................................................................................14
Beschrijving van het apparaat............................................................................ 16
Be- en ontluchting................................................................................................. 86
De meegeleverde afstandhouders monteren ........................................................ 86
Apparaat plaatsen ................................................................................................. 87
Het apparaat in een keukenblok inbouwen........................................................... 88
Afmetingen van het apparaat ................................................................................ 89
Draairichting van deur veranderen .................................................................... 90
Het stellen van de deuren................................................................................. 101
4
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van
het apparaat tot gevolg hebben.
Lees deze gebruiks- en montageaanwijzing daarom aandachtig
door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de gebruiks- en
montageaanwijzing vindt u belangrijke instructies met betrekking
tot inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud.
Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is
ontstaan doordat de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet
in acht zijn genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef deze door
aan een eventuele volgende eigenaar.
Verantwoord gebruik
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudens of dergelijke,
zoals bijvoorbeeld
– in winkels, kantoren en soortgelijke werkomgevingen
– in boerderijen
– door klanten in hotels, motels, bed & breakfast en andere specifieke woonomgevingen.
Dit apparaat mag niet buiten gebruikt worden.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor het koelen en bewaren
van levensmiddelen, voor het bewaren van diepvriesproducten, voor
het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen en voor het bereiden van ijs.
Gebruik voor andere doeleinden is ontoelaatbaar en kan gevaarlijk
zijn.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat is niet geschikt voor het koelen en bewaren van me-
dicijnen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten en andere stoffen en
producten die vallen onder de richtlijn voor medische hulpmiddelen.
Wordt het apparaat daar wel voor gebruikt, dan kan dat tot kwaliteitsverlies en zelfs tot bederf van de opgeslagen producten leiden.
Dit apparaat mag ook niet worden gebruikt in explosiegevoelige
ruimtes.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die is ontstaan door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het apparaat niet in
staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen gebruiken als
ze onder toezicht staan.
Ze mogen het apparaat alleen dan zonder toezicht gebruiken, als ze
instructies hebben gekregen over het gebruik en de risico's van het
gebruik.
Wanneer er kinderen in huis zijn
Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van het ap-
paraat komen als ze constant onder toezicht staan.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe-
zicht gebruiken als ze weten hoe ze dit veilig moeten bedienen. De
kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een onjuiste
bediening.
Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van het
apparaat bevinden. Laat ze nooit met het apparaat spelen.
Verstikkingsgevaar! Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal
over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij
kinderen vandaan.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Het koelsysteem is op lekken gecontroleerd. Het apparaat voldoet
aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften en de geldende EUrichtlijnen.
Dit apparaat bevat het koelmiddel isobutaan (R600a). Dit is een
natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is.
Het gas is niet schadelijk voor de ozonlaag en versterkt het broeikaseffect niet, maar het gebruik van dit koelmiddel heeft er wel toe geleid dat het apparaat meer lawaai maakt wanneer het aanstaat. Behalve de geluiden van de compressor kunnen er dan in het hele koelsysteem stromingsgeluiden optreden.
Deze effecten zijn helaas niet te vermijden, maar hebben geen negatieve invloed op de capaciteit van het apparaat.
Let er bij het transport en bij de plaatsing van het apparaat op dat er
geen onderdelen van het koelsysteem worden beschadigd. Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken!
Wordt het koelsysteem toch beschadigd:
– vermijd dan open vuur of andere brandhaarden,
– trek de stekker uit het stopcontact,
– lucht het vertrek waarin het apparaat staat gedurende enkele mi-
nuten en
– neem contact op met Miele.
Hoe meer koelmiddel een koelapparaat bevat, des te groter moet
het vertrek zijn waarin dit koelapparaat wordt geplaatst. Wanneer het
vertrek te klein is, kan zich bij een eventueel lek een brandbaar
mengsel van gas en lucht vormen. Per 11 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m3 groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel staat op
het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Vergelijk voordat u het apparaat aansluit de aansluitgegevens (ze-
kering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het
elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen zodat het apparaat niet beschadigd raakt.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Dit fundamentele
veiligheidssysteem moet aanwezig zijn. Laat de elektrische installatie
bij twijfel door een vakman/vakvrouw inspecteren.
Het apparaat kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als
het op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een
door Miele erkende vakman/vakvrouw worden vervangen om gevaar
voor de gebruiker te voorkomen.
Meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren bieden niet vol-
doende veiligheid (brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aansluiten van het apparaat op het elektriciteitsnet.
Wanneer er vocht op onderdelen, die onder spanning staan, of op
de elektriciteitskabel komt, kan dat kortsluiting veroorzaken. Gebruik
het apparaat daarom niet in ruimtes waar met water wordt gespetterd (bijv. garage, bijkeuken).
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Beschadigingen aan het apparaat kunnen uw veiligheid in gevaar
brengen. Controleer het apparaat op zichtbare beschadigingen. Een
beschadigd apparaat mag niet in gebruik worden genomen.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het
apparaat spanningsvrij zijn. Dit is het geval als:
– de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
– de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting er geheel zijn
uitgedraaid of
– de stekker uit het stopcontact is getrokken. Trek daarbij aan de
stekker en niet aan de aansluitkabel.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden kan de gebruiker ernstig gevaar lopen.
Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen
door een door Miele geautoriseerde vakman/vakvrouw worden uitgevoerd.
Garantieclaims komen te vervallen als het apparaat niet door
Miele-technici wordt gerepareerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.
Veilig gebruik
Het apparaat is voor een bepaalde klimaatklasse (kamertempera-
tuur) geconstrueerd waarvan de grenzen niet mogen worden overschreden. De klimaatklasse staat aangegeven op het typeplaatje aan
de binnenkant van uw apparaat. Een te lage kamertemperatuur heeft
tot gevolg dat de compressor langer afslaat, zodat het apparaat de
vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
Zorg dat de ventilatieopeningen niet afgedekt of afgesloten wor-
den. Een goede luchtgeleiding is dan niet meer gewaarborgd. Het
energieverbruik neemt toe en schade aan onderdelen kan niet worden uitgesloten.
Indien u vet- of oliehoudende levensmiddelen in het apparaat of
de deur van het apparaat bewaart, voorkom dan dat evt. vrijkomend
vet of olie in aanraking komt met kunststof onderdelen van het apparaat. Hierdoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan
waardoor deze knapt of scheurt.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brandba-
re drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het apparaat. Door de elektrische
onderdelen kunnen explosieve gasmengsels ontsteken en brand of
explosies veroorzaken.
Gebruik geen elektrische apparaten in dit apparaat, bijv. voor het
maken van softijs. Hierdoor kunnen vonken ontstaan, wat leidt tot
explosiegevaar.
Bewaar geen blikjes en flessen in de diepvrieszone/vrieskast die
koolzuurhoudende dranken bevatten of vloeistoffen die kunnen bevriezen. De blikjes en flessen kunnen uit elkaar springen, u zou zich
kunnen verwonden en er zou schade kunnen ontstaan!
Haal flessen die u in de diepvrieszone heeft gelegd om snel te
koelen er na maximaal één uur weer uit. De blikjes en flessen kunnen
uit elkaar springen, u zou zich kunnen verwonden en er zou schade
kunnen ontstaan.
Raak ingevroren levensmiddelen en metalen onderdelen niet met
natte handen aan om letsel aan uw handen te voorkomen.
Nuttig ijsblokjes en ijslolly's, vooral waterijsjes, nooit meteen nadat
u ze uit de diepvrieszone heeft gehaald om letsel aan lippen en tong
te voorkomen.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet op-
nieuw in. Gebruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk omdat ze
anders aan voedingswaarde verliezen en bederven. Als ontdooide levensmiddelen worden gekookt of gebraden kunnen ze wel opnieuw
worden ingevroren.
Wanneer u levensmiddelen eet die te lang zijn bewaard, loopt u
het risico om voedselvergiftiging op te lopen.
De bewaartijd hangt van vele factoren af, zoals de versheid en kwaliteit van de levensmiddelen en de bewaartemperatuur. Neem de bewaartips en de uiterste houdbaarheidsdatum van de levensmiddelenfabrikanten in acht.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen.
Voor roestvrijstalen apparaten geldt het volgende:
De coating van het roestvrije staal wordt door kleefmiddelen aan-
getast en kan dan zijn beschermende werking tegen verontreinigingen verliezen. Plak geen notitieblaadjes, plakband, afplaktape of
andere kleefmiddelen op het roestvrije staal.
Het roestvrijstalen oppervlak is krasgevoelig. Zelfs magneten kun-
nen krassen veroorzaken.
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen
dat deze in de loop van de tijd poreus wordt.
Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het apparaat nooit een
stoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met spanningsvoerende delen van het apparaat en zo kortsluiting kan veroorzaken.
Spitse of scherpe voorwerpen beschadigen de koelelementen
waardoor het apparaat niet meer functioneert. Gebruik daarom geen
spitse of scherpe voorwerpen, om
– rijp- en ijslagen te verwijderen
– en vastgevroren ijsbakjes en/of vastgevroren levensmiddelen los
te wrikken.
Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmingsap-
paraten of kaarsen in het apparaat om te voorkomen dat de kunststof beschadigd raakt.
Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen vormen, oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die de kunststof beschadigen of schadelijk zijn voor de
gezondheid.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Transport
Het apparaat moet altijd rechtop en in de transportverpakking
worden vervoerd.
Het apparaat is erg zwaar. Vraag daarom iemand u te helpen bij
het vervoeren van het apparaat, anders bestaat er gevaar voor beschadiging.
Wat te doen wanneer u het apparaat afdankt
Maak het slot van uw oude koelkast eventueel kapot. Zo voorkomt
u, dat kinderen ingesloten raken, wat levensgevaarlijk is.
Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken. Beschadig
daarom geen onderdelen van het koelsysteem, bijv. door
– koelmiddelkanalen van de verdamper open te prikken,
– buisleidingen om te buigen,
– coatings af te krabben.
12
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Verpakkingsmateriaal weggooien
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
over het algemeen terug.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook
stoffen, mengsels en onderdelen die
nodig zijn geweest om de apparaten
goed en veilig te laten functioneren.
Wanneer u uw oude apparaat bij het
gewone afval doet of er op een andere
manier niet goed mee omgaat, kunnen
deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude
apparaat daarom nooit bij het gewone
huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur, bij uw vakhandelaar of
bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te
danken apparaat.
Let erop dat de buisleidingen van uw
apparaat niet worden beschadigd, totdat het op vakkundige en milieuvriendelijke wijze wordt verschroot.
Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat
de koelmiddelen in het koelsysteem en
de olie in de compressor niet in het milieu terechtkomen.
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen worden opgeslagen. Zie voor meer informatie hierover het hoofdstuk: “Veiligheidsinstructies en waarschuwingen” van de
gebruiksaanwijzing.
13
Energie besparen
Normaal energieverbruikTe hoog energieverbruik
Plaatsing en onderhoud
Temperatuurinstelling
In goed geventileerde ruimtes.
Niet direct blootgesteld aan
zonnestralen.
Niet naast een warmtebron
(verwarming, fornuis).
Bij een ideale omgevingstemperatuur van ca. 20°C.
Dek ventilatieroosters niet af
en maak ze regelmatig stofvrij.
Koelzone: 4 tot 5 °CHoe lager de temperatuur,
Diepvrieszone: -18°C
In gesloten, niet geventileerde ruimtes.
Direct blootgesteld aan zonnestralen.
Naast een warmtebron (verwarming, fornuis)
Bij een hoge omgevingstemperatuur vanaf 25°C.
Als ventilatieroosters zijn afgedekt of vol zitten met stof.
des te hoger het energieverbruik!
14
Normaal energieverbruikTe hoog energieverbruik
GebruikPlaats de laden, plateaus en
vakken zoals bij levering.
Energie besparen
Open de deur alleen indien
nodig en zo kort mogelijk.
Leg de levensmiddelen bij
het inruimen meteen op de
goede plek.
Neem bij het boodschappen
doen een koeltas mee en leg
de levensmiddelen zo snel
mogelijk in het apparaat.
Pakt u levensmiddelen uit
het apparaat, neem dan wat
u nodig heeft en leg de rest
zo snel mogelijk weer terug
om koudeverlies te voorkomen.
Laat warme levensmiddelen
eerst buiten het apparaat afkoelen.
Leg de levensmiddelen alleen afgedekt of verpakt in
het apparaat.
Leg ingevroren levensmiddelen in de koelzone wanneer ze moeten ontdooien.
Als u de deur vaak en lang
opent, gaat koude lucht verloren en komt er warme
lucht in de koelkast. Het apparaat probeert dan af te
koelen en de compressor
draait langer.
Als levensmiddelen nog
warm of op omgevingstemperatuur zijn, komt er warme
lucht in het apparaat. Het
apparaat probeert dan af te
koelen en de compressor
draait langer.
Wanneer vloeibare stoffen in
de koelzone condenseren,
neemt de koelcapaciteit af.
Zorg ervoor dat vakken en
laden niet te zwaar worden
beladen, zodat de lucht kan
circuleren.
Als de luchtcirculatie afneemt, wordt de koelcapaciteit minder.
15
Beschrijving van het apparaat
a
Bedieningspaneel met display
b
Binnenverlichting
c
Ventilator
d
Eierhouder / deurvak
e
Plateau
f
Ladenmodule (CompactCase)
g
Flessenrek
h
Deurvak voor flessen met flessensteun
i
Regelaar voor het instellen van de
luchtvochtigheid in de DailyFresh-lade
j
Gootje voor het dooiwater en afvoeropening voor het dooiwater
k
DailyFresh-lade (op wieltjes))
l
Handgreep met deurschakelaar
(Click2open)
m
Diepvriesladen
n
Ventilatierooster
Schematische afbeelding
16
De grepen bovenaan en de wieltjes onderaan aan de achterkant van het apparaat maken de opstelling van het apparaat gemakkelijk.
Beschrijving van het apparaat
Symbolen in het display
Bediening
SymboolBetekenis
Stand-byHet hele apparaat inschakelen,
de koelzone apart inschakelen
InstellingsmodusInstellingen, zie hoofdstuk “Het wijzigen van
De flessensteun wordt in het deurvak
voor flessen geplaatst. Flessen staan
steviger wanneer u de deur van het apparaat opent en sluit.
Bakje voor ijsblokjes
Koelaccu
De koelaccu voorkomt, dat bij een
stroomstoring de temperatuur in de
diepvrieszone snel stijgt. U kunt daardoor de levensmiddelen langer bewaren.
Na ca. 24 uur bereikt de koelaccu zijn
maximale koelcapaciteit.
Flessenrek
Flessen kunt u op het flessenrek in de
koelzone leggen. Daarmee bespaart u
ruimte.
Het flessenrek kan op verschillende manieren in de koelzone worden geplaatst.
18
Accessoires
Bij te bestellen accessoires
Miele heeft speciaal voor dit apparaat
handige accessoires en reinigings- en
onderhoudsmiddelen in het assortiment.
Bij te bestellen accessoires kunt u bij
Miele (zie achterin deze gebruiksaanwijzing), in de webshop van Miele of
bij de Miele-vakhandelaar verkrijgen.
Universeel microvezeldoekje
Het microvezeldoekje is handig bij het
verwijderen van vingerafdrukken en ander licht vuil op roestvrijstalen fronten,
panelen, ramen, meubels enz.
MicroCloth kit
De MicroCloth kit bestaat uit een universeel doekje, een glasreinigingsdoekje en een hoogglansdoekje.
De doekjes zijn heel sterk. Door de zeer
fijne microvezels hebben ze een grote
reinigingscapaciteit.
Flessenrek
Naast het reeds aanwezige flessenrek
kunt u nog meer flessenrekken in de
koelzone plaatsen.
Anti-geurfilters met houder KKF-FF
(Active AirClean)
De anti-geurfilters neutraliseren onaangename geuren in de koelzone en zorgen zo voor een betere luchtkwaliteit.
De houder van de anti-geurfilters wordt
op de beschermlijst aan de achterkant
van het plateau geplaatst en kan willekeurig verplaatst worden.
Anti-geurfilters met houder KKF-RF
(Active AirClean) vervangen
U kunt bij Miele vervangende filters (Active AirClean) verkrijgen die in deze
houder passen. Wij adviseren, de antigeurfilters om de 6 maanden te vervangen.
19
Accessoires
WiFi-stick XKS 3100W
(Miele@home)
De WiFi-stick zorgt ervoor, dat uw koelapparaat kan communiceren, zodat u
gegevens van het apparaat op uw
smartphone of tablet (iOS®- en
Android™-systemen) op elk moment
kunt oproepen.
U kunt pas gebruikmaken van de functies van de Miele@mobile app of van
Miele@home, bijv. het inschakelen van
Superkoelen/Superfrost, als u de WiFistick in het koelapparaat gestoken heeft
en met uw WiFi-netwerk verbonden
bent.
Bij de stick is een montage- en installatiehandleiding gevoegd, die de installatie van de WiFi-stick en de aanmelding
bij een WiFi-netwerk beschrijft.
20
Ingebruikneming van het apparaat
Vóór het eerste gebruik
Verpakkingsmateriaal
Verwijder al het verpakkingsmateriaal
uit het apparaat.
Het apparaat reinigen
Neem daarbij de aanwijzingen uit het
hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”
in acht.
Het display kan door puntige of
scherpe voorwerpen (zoals pennen)
bekrast raken.
Raak het display alleen met uw vingers aan.
Als uw vingers koud zijn, reageert het
display mogelijk niet.
Het apparaat inschakelen
Voordat u voor de eerste keer levensmiddelen in het apparaat legt, kunt u
het apparaat het beste ca. 2 uur laten
voorkoelen.
Leg de levensmiddelen pas in de diepvrieszone wanneer de temperatuur in
deze zone laag genoeg is (minstens
-18 °C).
Startscherm
Het startscherm verschijnt.
De verlichting in het apparaat gaat aan
en wordt sterker totdat de maximale
lichtsterkte bereikt is. Het apparaat is
ingeschakeld en begint te koelen. Het
koelt af tot de voorgeprogrammeerde
temperaturen:
– Temperatuur in de koelzone = 5 °C
– Temperatuur in de diepvrieszone=
-18°C
Startscherm
Stand-by
Raak heel even aan.
In het display verschijnt gedurende ca.
3 seconden in het Duits de melding
Miele - Welkom.
Gebeurt dat niet en verschijnt in het
display, dan is de vergrendeling ingeschakeld zie hoofdstuk: “Het wijzigen
van instellingen”, paragraaf: “Vergrendeling in-/uitschakelen”.
22
Vanuit het startscherm kunt u alles instellen.
Het apparaat in- en uitschakelen
°C
5
-18
°C
Daartoe is het display in verschillende
velden verdeeld:
In het bovenste veld staat de temperatuur van de koelzone.
Als u de temperatuurweergave aanraakt, komt u in de temperatuurweergave van de koelzone. Hier kunt u de temperatuur instellen of wijzigen (zie “De
juiste temperatuur - De temperatuur instellen”) en de functie Superkoelen
en/of de functie DynaCool kiezen (zie
“Superfrost, Superkoelen en
DynaCool”).
In het onderste veld staat de temperatuur van de diepvrieszone.
Dit temperatuurbereik wordt ook met
aangegeven.
Als u de temperatuurweergave aanraakt, komt u in de temperatuurweergave van de diepvrieszone. Hier kunt u de
temperatuur instellen of wijzigen en de
functie Superfrost kiezen (zie “Superfrost, Superkoelen en DynaCool”)
Het apparaat uitschakelen
In de instellingsmodus kunt u het apparaat uitschakelen, zie hoofdstuk “Het
wijzigen van instellingen”.
Startscherm
Raak aan.
Instellingsmodus
Blader met de toetsen of totdat
verschijnt.
In het rechterveld staat de instellingsmodus .
Als u het symbool aanraakt, komt u
in de weergave van de instellingsmodus. Hier kunt u verdere instellingen kiezen, zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”.
Het apparaat uitschakelen
Raak aan.
De temperatuurweergave in het display
dooft en brandt.
De verlichting van de koelzone gaat uit.
De koeling is uitgeschakeld.
dooft na ca. 10minuten. Het display
wordt zwart en schakelt naar de EnergieSpaar-modus.
23
Het apparaat in- en uitschakelen
°C
5
-18
°C
5
°C
OK
°C
-18
Het apart uitschakelen van de koelzone
U kunt de koelzone uitschakelen, terwijl
de diepvrieszone ingeschakeld blijft.
Tip: Voor de vakantie is de functie Vakantiemodus handig (zie “Het wijzigen
van instellingen - Vakantiemodus
in-/uitschakelen”), omdat de koelzone
niet helemaal uitgeschakeld, maar met
een lagere koelcapaciteit gebruikt
wordt.
Als u eerder de functies Feestmodus
, DynaCool , Superkoelen gekozen heeft, worden deze automatisch
uitgeschakeld.
Startscherm - De koelzone is uitgeschakeld
De temperatuurweergave van de koelzone in het display dooft en brandt.
De koelzone is uitgeschakeld. De temperatuur in de diepvrieszone wordt nog
steeds aangegeven. De verlichting in de
koelzone gaat uit.
Stand-by
Raak de temperatuurweergave in het
veld voor de koelzone aan.
Display koelzone
Raak of aan totdat verschijnt.
Raak aan.
RaakOK aan, om de invoer te beves-
tigen.
24
Het apparaat in- en uitschakelen
°C
-18
4
°C
OK
De koelzone apart inschakelen (als
deze eerst uitgeschakeld was)
Startscherm - De koelzone is uitgeschakeld
Raak in het veld voor de koelzone
aan.
Display koelzone
Raak of aan totdat 4°C ver-
schijnt.
Raak OK aan om uw invoer te beves-
tigen.
Bij langdurige afwezigheid
Als het apparaat bij langdurige afwezigheid wordt uitgeschakeld, maar
niet gereinigd, bestaat er gevaar voor
schimmelvorming als de deur van
het apparaat gesloten blijft.
Reinig het apparaat.
Wanneer u het apparaat langere tijd niet
gebruikt, neemt u de volgende stappen:
Schakel het apparaat uit.
Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de hoofdschakelaar uit.
Reinig het apparaat en laat de deur
openstaan om het apparaat voldoende te beluchten en te voorkomen dat
er geurtjes ontstaan.
Volg de laatste twee tips ook op als u
de koelzone voor een langere periode
apart uitschakelt.
De koelzone is ingeschakeld en begint
te koelen. Ze stelt zich op de ingestelde
temperatuur in. Als de deur van de koelzone geopend wordt, gaat de verlichting in de koelzone aan.
25
De juiste temperatuur
Om levensmiddelen te bewaren is het
zeer belangrijk, dat u de juiste temperatuur instelt. Levensmiddelen kunnen
door micro-organismen snel bederven.
Als u de juiste temperatuur instelt, voorkomt of vertraagt u dat proces. De temperatuur heeft invloed op de snelheid,
waarmee de micro-organismen groeien.
Als de temperatuur daalt, gaan deze
processen langzamer.
De temperatuur in het apparaat stijgt
als,
– u vaak en gedurende lange tijd de
deur van het apparaat opent,
– er meer levensmiddelen worden op-
geslagen,
– de temperatuur van de levensmidde-
len die in het apparaat gelegd zijn hoger is,
– de omgevingstemperatuur van het
apparaat hoger is. Het apparaat is
geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse. Een klimaatklasse is een
temperatuurbereik waar de kamertemperatuur niet boven of onder mag
liggen.
. . . in de koelzone
Voor de koelzone adviseren wij een
koeltemperatuur van 4 °C.
. . . in de diepvrieszone
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en langdurig te bewaren, moet de temperatuur -18°C zijn. Bij deze temperatuur wordt de groei van micro-organismen grotendeels gestopt. Zodra de
temperatuur tot boven -10 °C stijgt, begint de ontbinding door micro-organismen en zijn de levensmiddelen minder
lang houdbaar. Daarom mogen (gedeeltelijk) ontdooide levensmiddelen pas
weer worden ingevroren, nadat ze zijn
verwerkt (koken of bakken/braden).
Door de lage temperaturen worden de
meeste micro-organismen gedood.
26
De juiste temperatuur
°C
5
-18
°C
4
°C
OK
-18
°C
OK
Temperatuurweergave
Startscherm
Is het apparaat normaal in gebruik,
dan geeft de bovenste temperatuurweergave in het display de gemid-
delde, werkelijke temperatuur van
de koelzone en de onderste tempera-tuurweergave de laagste temperatuur in de diepvrieszone aan, die op
dat moment heersen.
Het kan zeker een paar uur duren voordat de gewenste temperatuur wordt bereikt en constant wordt aangegeven. Dit
hangt van de omgevingstemperatuur en
de instelling af.
Temperatuur instellen
De temperaturen in de koel- en diepvrieszone kunt u onafhankelijk van elkaar instellen.
Raak in het display de temperatuur-
weergave aan van de zone, waarvoor
u de temperatuur wilt instellen.
De eerder ingestelde temperatuur verschijnt.
Display koelzone
Display diepvrieszone
Verlaag of verhoog de temperatuur
met en.
27
De juiste temperatuur
Raak direct nadat u de temperatuur
ingesteld heeftOK aan om uw invoer
te bevestigen.
U kunt ook 8 seconden wachten na-
dat u de laatste toets aangeraakt
heeft. De temperatuur wordt dan automatisch overgenomen.
Tip: De nieuwe instelling wordt ook bevestigd en overgenomen als u de deur
sluit.
Daarna verschijnt in de temperatuurweergave de werkelijke temperatuur,
die op dat moment in het apparaat
heerst.
Mogelijke temperatuurinstellingen
– De temperatuur in de koelzone is in-
stelbaar van 1 °C tot 9 °C.
– De temperatuur in de diepvrieszone
is instelbaar van -15 °C tot -26 °C.
Tip: Heeft u de temperatuur gewijzigd,
controleer dan de temperatuurweergave
en wel na ca. 6 uur wanneer er weinig
levensmiddelen in het apparaat liggen en na ca. 24 uur wanneer het apparaat goed vol zit. Pas dan is de in-
gestelde temperatuur bereikt.
Is de temperatuur dan nog te hoog of
te laag, wijzig de temperatuur dan.
28
Superfrost, Superkoelen en DynaCool
Afhankelijk van de koudezone kunt u
bovendien de volgende functies inschakelen.
– Koelzone
Superkoelen en DynaCool
– Diepvrieszone
Superfrost
Nadere toelichting en informatie over
deze functies en hoe ze ingeschakeld
worden, kunt u op de volgende pagina's vinden.
Functie Superfrost
Om verse levensmiddelen optimaal in te
vriezen, kunt u het beste vóór het invriezen de functie Superfrost inschakelen.
Zo worden de levensmiddelen snel tot
in de kern ingevroren en blijven voedingswaarde, vitaminen, vorm en
smaak behouden.
Uitzonderingen:
– Als u reeds ingevroren levensmidde-
len in het apparaat plaatst.
– Wanneer u dagelijks slechts max. 1
kg verse levensmiddelen invriest.
U dient de functie Superfrost 6 uur
voordat u de in te vriezen levensmiddelen in de diepvrieszone plaatst in te
schakelen.
Als u het maximale vriesvermogen wilt
benutten, dient u Superfrost 24 uur vantevoren in te schakelen!
Zodra de functie Superfrost ingeschakeld is, is de koelcapaciteit maximaal
en daalt de temperatuur.
wordt uitgeschakeld, is afhankelijk van
de hoeveelheid verse levensmiddelen
die in de diepvrieszone is gelegd.
Tip: Om energie te besparen kunt u de
functie Superfrost zelf uitschakelen, zodra in de diepvrieszone een constante
temperatuur van minstens -18°C is bereikt. Controleer de temperatuur in de
diepvrieszone.
Als de functie Superfrost uitgeschakeld
is, gebruikt het apparaat weer de normale koelcapaciteit.
De functie Superkoelen
Met de functie Superkoelen wordt de
koelzone zeer snel tot de koudste waarde afgekoeld (afhankelijk van de omgevingstemperatuur).
Tip: De functie Superkoelen is met name aan te bevelen als u grote hoeveelheden verse levensmiddelen of dranken
snel wenst af te koelen.
Zodra de functie Superkoelen ingeschakeld is, is de koelcapaciteit maximaal
en daalt de temperatuur.
De functie Superkoelen wordt na ca. 12
uur automatisch uitgeschakeld.
Tip: Om energie te besparen, kunt u de
functie SuperKoelen zelf uitschakelen
zodra de levensmiddelen of dranken
koel genoeg zijn.
Als de functie Superkoelen uitgeschakeld is, gebruikt het apparaat weer de
normale koelcapaciteit.
De functie Superfrost wordt automatisch na ca. 65 uur uitgeschakeld. Hoe
lang het duurt voordat deze functie
29
Superfrost, Superkoelen en DynaCool
5
°C
OK
-18
°C
OK
De functie DynaCool
Wanneer de functie Dynamische koeling
(DynaCool) niet is ingeschakeld, ontstaan er in de koelzone als gevolg van
de natuurlijke luchtcirculatie zones met
verschillende temperaturen. De koude,
zware lucht zakt in het onderste gedeelte van het apparaat. Het is handig om
daar bij het inruimen van de levensmiddelen gebruik van te maken. Zie hoofdstuk: “Het opslaan in de koelzone”.
Wanneer u echter een keer een grote
hoeveelheid gelijksoortige levensmiddelen wilt bewaren (bijv. als u voor de hele
week ingekocht heeft), kunt u DynaCool
beter inschakelen. Daarmee wordt de
temperatuur relatief gelijkmatig over alle
plateaus in de koelzone verdeeld en zijn
alle levensmiddelen in de koelzone ongeveer even koel.
De temperatuur kan verder met behulp
van de temperatuurtoetsen worden ingesteld.
Het gebruik van DynaCool is tevens aan
te raden bij
– een hoge omgevingstemperatuur
(vanaf ca. 30°C) en
– een hoge luchtvochtigheid.
Als u DynaCool gekozen heeft, is de
ventilator klaar voor gebruik: Als de
compressor inschakelt, schakelt automatisch ook de ventilator in.
Tip: Daar het energieverbruik iets hoger
ligt wanneer DynaCool is ingeschakeld,
kunt u deze functie in normale omstandigheden beter uitschakelen.
Om energie te besparen, gaat de ventilator automatisch een tijdje uit, wanneer de deur wordt geopend.
30
De gewenste functie in- of uitschakelen
Raak in het display de temperatuur-
weergave van de gewenste koudezone aan.
Display koelzone – DynaCool, Superkoelen
Display diepvrieszone – Superfrost
In het display verschijnen de actuele
temperatuur en en of.
Raak het symbool voor de gewenste
functie aan.
– Het symbool kleurt oranje, de functie
is gekozen.
– Het symbool kleurt wit, de functie is
niet gekozen.
Raak OK aan om de invoer te beves-
tigen.
Of wacht 8 seconden nadat u de
laatste toets aangeraakt heeft. De invoer wordt dan automatisch overgenomen.
De functie Superkoelen, Superfrost of
DynaCool is in- of uitgeschakeld.
Loading...
+ 74 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.