Miele KFN 12923 SD-1 User manual

Gebruiks- en montage-aanwijzing voor de koel-vriescombinatie
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
M.-Nr. 09 435 440nl-NL
Inhoud
Beschrijving van het apparaat .......................................4
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu .......................6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................7
Het besparen van energie ..........................................16
Het in- en uitschakelen van het apparaat .............................18
Bij langere afwezigheid .............................................19
De juiste temperatuur .............................................20
...indekoelzone .................................................20
...indediepvrieszone .............................................20
Het instellen van de temperatuur......................................21
Temperatuuraanduiding ............................................22
Mogelijke temperatuurinstellingen ..................................22
Waarschuwingssysteem ...........................................23
Temperatuuralarm .................................................23
Deuralarm .......................................................23
De functie "Superfrost" ............................................24
Het gebruik van de superfrost ........................................24
De functie "DynaCool m"..........................................25
Het gebruik van de DynaCool m .....................................25
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen ..................26
Gedeelten met verschillende temperaturen .............................26
Koelste gedeelte in de koelzone ...................................26
Levensmiddelen die niet geschikt zijn voor de koelzone ...................27
Waar u bij het kopen van levensmiddelen al op moet letten.................27
Levensmiddelen afdekken of niet? ....................................27
Groenten en fruit ................................................27
Eiwitrijke levensmiddelen .........................................28
Vlees .........................................................28
Het indelen van de binnenruimte ....................................29
Plateaus .........................................................29
Tweedelig plateau .................................................29
Deurvakken ......................................................29
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen.........................30
Maximale vriescapaciteit ............................................30
2
Inhoud
Het bewaren van diepvriesproducten...................................30
Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? ................30
Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen ......................31
Waar u daarbij op moet letten .....................................31
Het verpakken..................................................31
Vòòrdat u de verse levensmiddelen in het apparaat legt.................32
Het inruimen ...................................................32
Het ontdooien van ingevroren producten ...............................33
Het bereiden van ijsblokjes ..........................................33
Het snelkoelen van dranken .........................................33
Het automatisch ontdooien van het apparaat ..........................34
Koelzone ........................................................34
Diepvrieszone ....................................................34
Het reinigen en onderhouden van het apparaat ........................35
Het reinigen van de binnenruimte en de toebehoren ......................35
Het reinigen van de deuren en de zijwanden ............................36
Het reinigen van de deurdichtingen ...................................37
Het reinigen van de ventilatie-openingen ...............................37
Het reinigen van het metalen rooster aan de achterkant ...................37
Nuttige tips ......................................................38
Geluiden en de oorzaken ervan .....................................41
Afdeling Klantcontacten / Garantie ..................................42
Informatie voor onderzoeksinstituten ................................43
Elektrische aansluiting ............................................44
Tips voor het plaatsen van het apparaat ..............................45
Plaats van opstelling ...............................................45
Klimaatklasse ..................................................45
Luchttoevoer en luchtafvoer .........................................46
Apparaat met bijgevoegde wandafstandhouders.........................46
Het plaatsen van het apparaat .......................................46
Het stellen van het apparaat .........................................46
Afmetingen van het apparaat ........................................48
Het veranderen van de draairichting van de deuren ....................49
Het stellen van de deuren ..........................................55
Het inbouwen van het apparaat .....................................56
Adressen........................................................59
3
Beschrijving van het apparaat
a Aan - toets van het hele apparaat
en Aan/Uit - toets van de koelzone
b DynaCool - toets (Dynamische koe
ling) met controlelampje
c Temperatuurtoets van de koelzone
d Temperatuuraanduiding van de koel-
zone
-
e Temperatuuraanduiding van de
diepvrieszone
f Temperatuurtoets van de diepvries
zone
g Superfrost - toets met controlelampje
h Toets voor het uitschakelen van de
zoemer met controlelampje
i Hoofdtoets / Aan/Uit - toets van het
hele apparaat
-
4
a Ventilator
b Boter- en kaasvak
c Binnenverlichting
d Plateaus
e Deurvak voor eieren
f Deurvakken
g Flesplateau
h Gootje voor het dooiwater en
afvoeropening voor het dooiwater
i Groente- en fruitladen
j Deurvak voor flessen
k Diepvriesladen
Beschrijving van het apparaat
5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig be last en kan worden hergebruikt. Door hergebruik van verpakkingsmate riaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten meestal nog waarde volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functi
­oneren.
Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de ge zondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek­tronische apparatuur.
-
-
-
-
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor den opgeslagen.
Let erop dat de buisleidingen van uw apparaat niet worden beschadigd, wanneer dit wordt weggebracht om op vakkundige wijze en zonder het milieu al te veel schade te berokkenen te wor den verschroot. Dan kan men er zeker van zijn dat koelmiddelen die zich in het koelsysteem bevinden en de olie die zich in de compressor bevindt niet in het milieu terechtkomen.
6
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding daarom aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met betrekking tot plaatsing, veiligheid, gebruik en onderhoud.
Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan doordat de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet in acht zijn genomen.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.
Efficiënt gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk of vergelijk-
~
baar gebruik.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor gebruik binnenshuis.
~
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor het koelen en bewaren
~
van levensmiddelen, voor het bewaren van diepvriesproducten, voor het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen en voor het be reiden van ijs. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het apparaat is niet geschikt voor het koelen en bewaren van
~
medicamenten, bloedplasma, laboratoriumpreparaten en dergelijke. Opslag van deze producten in het apparaat kan tot kwaliteitsverlies en zelfs tot bederf van de opgeslagen levensmiddelen leiden.
Het apparaat mag niet worden gebruikt in explosiegevoelige
~
ruimten.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die is ontstaan
~
door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteld-
~
heid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het apparaat niet in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen gebruiken als ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een verantwoordelijk persoon.
Wanneer er kinderen in huis zijn
Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van het ap-
~
paraat komen als ze constant onder toezicht staan.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat zonder toezicht ge
~
bruiken, maar alleen als ze weten hoe het werkt en wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het fout bedienen.
Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen of on
~
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van het
~
apparaat bevinden. Laat ze nooit met het apparaat spelen.
Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten het bereik van
~
kinderen in verband met verstikkingsgevaar.
8
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Het koelsysteem is op lekken gecontroleerd. Het apparaat vol
~
doet aan de desbetreffende veiligheidsbepalingen en EU-richtlijnen.
Dit apparaat bevat het koelmiddel isobutaan (R600a).
~
Dit is een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het gas is niet schadelijk voor de ozonlaag en ver sterkt het broeikaseffect niet, maar het gebruik van dit koelmiddel heeft er wel toe geleid dat het apparaat meer lawaai maakt wanneer het aanstaat. Behalve de geluiden van de compressor kunnen er dan in het hele koelsysteem stromingsgeluiden optreden. Deze effecten zijn helaas niet te vermijden, maar hebben geen ne­gatieve invloed op de capaciteit van het apparaat. Let er bij het transport en bij de plaatsing van het apparaat op dat er geen onderdelen van het koelsysteem worden beschadigd. Vrijko­mend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken. Wordt het koelsysteem toch beschadigd:
– vermijd dan open vuur of andere brandhaarden,
– haal de spanning van het apparaat,
– lucht het vertrek waar het apparaat staat enkele minuten lang door
en schakel de afdeling Klantencontacten van Miele Nederland in.
-
-
Hoe meer koelmiddel een apparaat bevat, des te groter moet het
~
vertrek zijn waarin dit apparaat wordt geplaatst. Wanneer het vertrek te klein is kan zich bij een eventuele lek een brandbaar mengsel van gas en lucht vormen. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m De hoeveelheid koelmiddel van dit apparaat staat op het typeplaatje in de binnenkant van het apparaat.
3
groot zijn.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Vergelijk vóórdat u het apparaat aansluit de aansluitgegevens
~
(zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran
~
deerd als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol gens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw inspec teren.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een er
~
kend vakman / vakvrouw worden vervangen.
Dit apparaat mag niet op het elektriciteitsnet worden aangesloten
~
via meervoudige stopcontacten of via verlengsnoeren die daarvoor niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Wanneer er vocht op spanningvoerende delen of de elektrische
~
kabel terechtkomt, kan dat kortsluiting veroorzaken. Gebruik het apparaat daarom niet in ruimtes waar met water wordt gespetterd.
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op een
~
schip) worden gebruikt.
Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar
~
beschadigd is. Een beschadigd apparaat mag niet worden geplaatst en niet in ge bruik genomen.
-
-
-
-
-
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er
~
geen elektrische spanning op het apparaat staan. Dat is het geval als aan één van de volgende voorwaarden is vol daan:
als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld,
als de stekker uit het stopcontact is getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
-
Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen al
~
leen door een erkend vakman / vakvrouw worden uitgevoerd. Gebeurt dat niet, dan kan de gebruiker risico's lopen waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk is.
Reparaties mogen tijdens de garantieperiode alleen door een
~
technicus van Miele worden uitgevoerd. Gebeurt dat niet, dan vervalt de garantie.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderde-
~
len worden vervangen. Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.
-
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verdere tips voor het gebruik
Het apparaat heeft een bepaalde klimaatklasse. De klimaatklasse
~
is een kamertemperatuurbereik waar de temperatuur niet boven of onder mag liggen en staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van uw apparaat. Een te lage temperatuur heeft tot gevolg dat de compressor voor langere tijd afslaat, zodat het apparaat de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
Sluit de ventilatiegleuven niet af om te voorkomen dat de luchtge
~
leiding niet goed functioneert, het stroomverbruik stijgt en onderde len beschadigd raken.
Bevinden zich vet- of oliehoudende levensmiddelen in het appa-
~
raat, let er dan op dat er geen vet of olie uitloopt om scheuren in het kunststof te voorkomen.
Bewaar geen stoffen in het apparaat die drijfgassen of andere
~
verstuivingsmiddelen bevatten. Wanneer de thermostaat wordt ingeschakeld kunnen vonken ont­staan. Deze kunnen licht ontvlambare producten tot explosie bren­gen.
Gebruik geen elektrische apparaten in dit apparaat, bijv. voor het
~
maken van ijs. Dit om vonken en een explosie te voorkomen.
Bewaar geen blikjes en flessen in de diepvrieszone die koolzuur
~
houdende dranken bevatten of vloeistoffen die kunnen bevriezen. In dat geval kunnen blikjes en flessen uit elkaar springen, kunt u let sel oplopen en kan het apparaat beschadigd raken.
-
-
-
-
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Haal flessen die u in de diepvrieszone hebt gelegd om snel te
~
koelen er na maximaal één uur weer uit. Dit om te voorkomen dat de flessen uit elkaar springen, dat u letsel oploopt en dat het apparaat beschadigd raakt.
Raak ingevroren levensmiddelen en metalen onderdelen niet met
~
natte handen aan om letsel aan uw handen te voorkomen.
Nuttig ijsblokjes en ijslolly's, vooral waterijsjes, nooit meteen na
~
dat u ze uit de diepvrieszone heeft gehaald om letsel aan lippen en tong te voorkomen.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet op-
~
nieuw in. Bereid deze levensmiddelen zo snel mogelijk omdat ze anders aan voedingswaarde verliezen en bederven. Als ontdooide levensmiddelen worden gekookt of gebraden kunnen ze wel opnieuw worden ingevroren.
Wanneer u levensmiddelen eet die te lang zijn bewaard, loopt u
~
het risico om voedselvergiftiging op te lopen. De bewaartijd hangt van vele factoren af, zoals de versheid en kwa­liteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden bewaard. Neem de bewaartips en de uiterste houdbaarheidsdatum van de le vensmiddelenfabrikanten in acht.
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat
~
garantie-aanspraken vervallen.
-
-
13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Voor roestvrijstalen apparaten geldt nog het volgende:
Deze apparaten hebben deuren met een hoogwaardige coating.
~
Deze beschermt tegen vuil. Plak daarom niets op de deuren: geen memopapiertjes, geen plak band, geen tape of andere objecten met plakgedeelte om te voor komen dat het oppervlak van de deuren wordt aangetast en zijn be schermende werking verliest.
Deze coating is erg gevoelig voor krassen. Zet daarom geen
~
magneetjes op de deuren.
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichtingen niet met olie of vet om te voorkomen
~
dat deze in de loop van de tijd poreus worden.
Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het apparaat nooit
~
een stoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met spanningvoerende delen van het apparaat en zo kortsluiting veroor­zaken.
-
-
-
Gebruik geen scherpe voorwerpen om
~
rijp- en ijslagen te verwijderen
en vastgevroren levensmiddelen los te wrikken.
Doet u dat wel, dan beschadigt u de verdampers en functioneert het apparaat niet meer.
Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmingsap
~
paraten of kaarsen in het apparaat om te voorkomen dat het kunst stof beschadigd raakt.
Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooi
~
en. Deze kunnen explosieve gassen vormen, oplosmiddelen of drijfgas sen bevatten die het kunststof beschadigen of schadelijk zijn voor de gezondheid.
14
-
-
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Transport
Het apparaat moet altijd rechtop en in de transportverpakking
~
worden vervoerd.
Het apparaat is erg zwaar. Vraag daarom iemand u te helpen met
~
het vervoeren ervan.
Wat te doen wanneer u het apparaat afdankt
Maak het slot onbruikbaar om te voorkomen dat kinderen niet in
~
het apparaat ingesloten kunnen raken en in levensgevaar komen.
Beschadig geen delen van het koelsysteem, bijv. door
~
– koelmiddelkanalen van de verdamper open te prikken;
– buisleidingen om te buigen;
– beschermende lagen af te krabben.
Spuit er koelmiddel uit, kan dat oogletsel veroorzaken.
15
Het besparen van energie
Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik
Plaats van het apparaat
Temperatuur­instelling
In geventileerde ruimtes In gesloten, niet geventileer
de ruimtes
Apparaat niet blootgesteld aan zonnestralen
Niet naast een warmtebron (verwarming, fornuis)
Bij een kamertemperatuur van ca. 20 °C
Met ventilatie-openingen die niet zijn afgedekt en regel matig stofvrij worden ge maakt
Koelunit en metalen rooster (warmtewisselaar) aan de achterwand van het appa­raat worden minstens 1x per jaar stofvrij gemaakt.
Koelzone: 4 tot 5 °C Diepvrieszone: -18 °C
Apparaat direct blootgesteld aan zonnestralen
Naast een warmtebron (ver warming, fornuis)
Bij een hoge omgevingstem peratuur
Met ventilatie-openingen die zijn afgedekt of vol zitten
­met stof
-
Koelunit en metalen rooster (warmtewisselaar) aan de achterwand van het appa­raat zitten vol met stof.
Hoe hoger de stand, hoe la­ger de temperatuur, des te hoger het energieverbruik
-
-
-
16
Het besparen van energie
Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik
Gebruik Plaatsing van de laden, vakken
en plateaus zoals bij levering
Open de deur alleen indien nodig en zo kort mogelijk.
Leg de levensmiddelen bij het inruimen meteen op de goede plek.
Neem wanneer u boodschap pen gaat doen een koeltas mee en leg de levensmiddelen na thuiskomst zo snel mogelijk in het apparaat.
Pakt u levensmiddelen uit het apparaat, neem dan wat u no­dig hebt en leg de rest zo snel mogelijk weer terug om koel­verlies te voorkomen.
Laat warme levensmiddelen eerst buiten het apparaat af­koelen.
Leg de levensmiddelen alleen afgedekt of verpakt in het ap paraat.
-
Deur vaak en lang openen be tekent koudeverlies en instro mende warme omgevings lucht. Het apparaat heeft tijd nodig om daartegenop te koelen en de motor moet langer werken.
Zijn levensmiddelen nog warm
­wanneer ze in het apparaat worden gelegd, ontstaat er warme lucht in het apparaat. Het apparaat heeft tijd nodig om daartegenop te koelen en de motor moet langer werken.
Wanneer vloeibare stoffen in de koelzone condenseren, neemt de koelcapaciteit af.
-
-
-
Leg ingevroren levensmid delen in de koelzone wanneer ze moeten ontdooien.
Zorg ervoor dat vakken en la den niet te zwaar worden be laden, zodat de lucht kan cir culeren.
-
-
-
-
17
Het in- en uitschakelen van het apparaat
Vòòr het eerste gebruik
Verpakkingsmateriaal
Verwijder al het verpakkingsmateriaal
^
uit de binnenruimte.
Beschermende folie
De roestvrijstalen lijsten aan de binnen kant van het apparaat zijn voorzien van een folie die dient ter bescherming tij dens het transport. Bij een roestvrijstalen apparaat zijn ook de roestvrijstalen deuren en mogelijk ook de zijwanden van een folie voor­zien.
^ Trek de folie er pas af, nadat het ap-
paraat op de juiste plaats is gezet.
Reiniging
Volg daarvoor beslist de instructies in het hoofdstuk: "Het reinigen en on­derhouden van het apparaat".
^
Reinig de binnenkant van het appa raat en de toebehoren. Gebruik daarvoor lauwwarm water.
^
Wrijf daarna alles met een doek droog.
-
-
Het inschakelen van het appa raat
Met de hoofdtoets rechts kunt u de koel- en de diepvrieszone tegelijk in schakelen. Dit is ook met de Aan - toets links mo gelijk.
-
Druk op de hoofdtoets rechts.
^
De temperatuuraanduiding van de koel zone geeft de ingestelde temperatuur aan. De temperatuuraanduiding van de diepvrieszone en het controlelampje van de toets voor het uitschakelen van de zoemer gaan knipperen, totdat de temperatuur in de diepvrieszone laag genoeg is. Het apparaat begint te koelen. Wanneer de deur van de koelzone wordt geopend, gaat de binnenverlich ting aan.
Voordat u voor de eerste keer le vensmiddelen in de koel-vriescom binatie legt, kunt u het apparaat het beste een paar uur laten voorkoelen. Leg levensmiddelen pas in de diep vrieszone, wanneer de temperatuur laag genoeg is (minstens -18°C).
-
-
-
-
-
-
-
-
18
Loading...
+ 42 hidden pages