Miele K 9758 iDF-1 User manual

Gebruiks- en montage-aanwijzing
voor de koelkasten met diepvriesvak, PerfectFresh-zone en DynaCool K 9458 iDF K 9558 iDF K 9758 iDF (-1)
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
nl-NL
M.-Nr. 07 470 561
Inhoud
Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Na te bestellen accessoire ...........................................7
Flesplateau .....................................................7
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Het besparen van energie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Het in- en uitschakelen van de koelkast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Vergrendeling ....................................................16
Bij langere afwezigheid .............................................16
De juiste temperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
...indekoelzone en de PerfectFresh-zone .............................17
Automatische temperatuurverdeling (DynaCool) .........................17
...inhetdiepvriesvak..............................................17
Het instellen van de temperatuur in de koelzone .........................18
Mogelijke temperatuurinstellingen ..................................18
Het instellen van de temperatuur in de PerfectFresh-zone ..................19
Temperatuuraanduiding ............................................20
De lichtsterkte van de temperatuuraanduiding ........................20
Zoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Het voortijdig uitschakelen van de zoemer ..............................21
Hoe kunnen wij het waarschuwingssysteem inschakelen? ..................21
De functie "Superkoeling" . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Het opslaan in de koelzone. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Gedeelten met verschillende temperaturen .............................23
Minst koele gedeelte in de koelzone ................................23
Koelste gedeelte in de koelzone ...................................23
Voor het apparaat ongeschikte levensmiddelen ..........................24
Waar u bij het kopen van levensmiddelen al op moet letten.................24
Levensmiddelen afdekken of niet? ....................................24
Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen ...................24
Het opslaan in de PerfectFresh-zone. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
PerfectFresh-zone .................................................25
Koeltemperatuur ................................................25
Luchtvochtigheid ...............................................25
Het opslaan in het droogte- en vochtvak................................25
Droogtevak ....................................................25
Vochtvak / Vochtvakken ..........................................26
Inhoud
Het indelen van de binnenruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Plateaus .........................................................28
Tweedelig plateau .................................................28
Deurvakken voor o.a. eieren en flessen ................................29
Fleshouder .......................................................30
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Het bewaren van diepvriesproducten ..................................31
Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? ................32
Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen ......................32
Waar u daarbij op moet letten .....................................32
Het verpakken..................................................33
Vóórdat u de verse levensmiddelen in het diepvriesvak legt..............33
Het inruimen ...................................................33
Het ontdooien van ingevroren producten ...............................34
Het bereiden van ijsblokjes ..........................................34
Het snelkoelen van dranken .........................................34
Het ontdooien van de koelkast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Het ontdooien van de koelzone en de PerfectFresh-zone ..................35
Het ontdooien van het diepvriesvak ...................................35
Het reinigen en onderhouden van de koelkast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Het reinigen van de binnenruimte en de toebehoren ......................37
Het reinigen van de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen ................38
Het reinigen van de deurdichting .....................................38
Nuttige tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Geluiden en de oorzaken ervan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Afdeling Klantcontacten / Garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Montage-instructies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Plaats van opstelling ...............................................45
Klimaatklasse ..................................................45
Luchttoevoer en luchtafvoer .........................................45
Voordat u het apparaat inbouwt ......................................46
Had uw oude apparaat een andere scharniertechniek? ....................46
Roestvrijstalen front .............................................46
Inbouwmaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Het instellen van de deurscharnieren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Inhoud
Het veranderen van de draairichting van de deur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Deur van de koelkast ...............................................49
Deur van het diepvriesvak ...........................................51
Het inbouwen van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Gewicht van de meubeldeur .........................................52
Inbouw in een scheidingswand .......................................52
Het monteren van de meubeldeur.....................................56
Beschrijving van het apparaat
a Controlelampje van de vergrendeling
b Aan/Uit - toets
c Temperatuuraanduiding van de koel
zone
d Toetsen voor het instellen van de
temperatuur (+ = warmer; - = kouder)
-
e Superkoeling - toets en controle
lampje
f Toets voor het uitschakelen van de
zoemer
-
5
Beschrijving van het apparaat
a Diepvriesvak
b Ventilator
c Flesplateau *
d Plateaus
e Droogtevak PerfectFresh-zone
f 1 of 2 vochtvakken PerfectFresh-
zone (modelafhankelijk)
6
g Boter- en kaasvak
h Deurvak, o.a. voor eieren
i Universeel deurvak*
j Binnenverlichting
k Gootje voor het dooiwater en
afvoeropening voor het dooiwater
l Deurvak voor flessen
m Fleshouder*
n Regelaar voor het instellen van de
luchtvochtigheid in het vochtvak / de vochtvakken (modelafhankelijk)
* Afhankelijk van het model
Na te bestellen accessoire
Flesplateau
(modelafhankelijk)
Beschrijving van het apparaat
Dit plateau is verkrijgbaar bij de afde ling Onderdelen van Miele Nederland B.V. of bij de vakhandel.
-
7
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig be last en kan worden hergebruikt. Door hergebruik van verpakkingsmate riaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten meestal nog waarde volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functi
­oneren.
Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de ge zondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek tronische apparatuur.
-
-
-
-
-
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor den opgeslagen.
Let erop dat de buisleidingen van uw apparaat niet worden beschadigd, wanneer dit wordt weggebracht om op vakkundige wijze en zonder het milieu al te veel schade te berokkenen te wor den verschroot. Dan kan men er zeker van zijn dat koelmiddelen die zich in het koelsysteem bevinden en de olie die zich in de compressor bevindt niet in het milieu terechtkomen.
8
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze koelkast voldoet aan de voor geschreven veiligheidsmaatregelen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing daar om eerst aandachtig door voordat u dit apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onder houd van het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan de eventuele volgende eigenaar van de koelkast.
Efficiënt gebruik
-
-
-
Deze koelkast is uitsluitend bestemd
~
voor huishoudelijk gebruik.
Gebruik deze koelkast uitsluitend
~
voor het koelen en bewaren van levens middelen, voor het bewaren van diep vriesproducten, voor het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen en voor het bereiden van ijs. Gebruik voor andere doeleinden is on toelaatbaar en kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die is ontstaan door ge bruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een foutieve be­diening.
Personen die op grond van hun
~
fysieke of psychische gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de koelkast niet in staat zijn om het apparaat veilig te bedienen, mogen deze koelkast alleen gebruiken als ze onder toezicht staan van of worden ge­ïnstrueerd door een verantwoordelijk persoon.
-
-
-
-
Wanneer er kinderen in huis zijn
Kinderen mogen de koelkast alleen
~
dan zonder toezicht gebruiken, wan neer ze weten hoe het apparaat werkt en wat voor gevaar zij lopen wanneer ze de koelkast fout bedienen.
Wanneer er kinderen in de buurt van
~
de koelkast zijn, houd ze dan goed in de gaten. Zorg ervoor dat ze niet met het apparaat gaan spelen.
-
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
~
wordt geplaatst, of het apparaat zicht baar beschadigd is. Een beschadigde koelkast mag niet worden geplaatst en niet in gebruik ge nomen.
Deze koelkast bevat het koelmiddel
~
isobutaan (R600a). Dit is een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het gas is niet scha delijk voor de ozonlaag en versterkt het broeikaseffect niet, maar het gebruik van dit koelmiddel heeft er wel toe ge leid dat het apparaat meer lawaai maakt wanneer het aanstaat. Behalve de geluiden van de compressor kunnen er dan in het hele koelsysteem stro­mingsgeluiden optreden. Deze effecten zijn helaas niet te ver­mijden, maar hebben geen negatieve invloed op de capaciteit van het appa­raat. Let er bij het transport en bij de plaat­sing van de koelkast op dat er geen on derdelen van het koelsysteem worden beschadigd. Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken. Wordt het koelsysteem toch bescha digd:
-
-
-
-
Hoe meer koelmiddel een koelkast
~
bevat, des te groter moet het vertrek zijn waarin dit apparaat wordt opge steld. Wanneer het vertrek te klein is kan zich bij een eventuele lek een brandbaar
­mengsel van gas en lucht vormen.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m De hoeveelheid koelmiddel die de koel kast bevat staat op het typeplaatje in de binnenkant van het apparaat.
Vergelijk vóórdat u de koelkast aan
~
sluit de aansluitgegevens (zekering, spanning en frequentie) op het type­plaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
~
koelkast is uitsluitend gegarandeerd als deze wordt aangesloten op een aar­dingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door
-
een vakman / vakvrouw inspecteren. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor den gesteld voor schade die wordt ver oorzaakt door een ontbrekende of be schadigde aarddraad (bijv. een elektri sche schok).
3
groot zijn.
-
-
-
-
-
-
-
vermijd dan open vuur of andere brandhaarden,
trek de stekker uit het stopcontact,
lucht het vertrek waar het apparaat staat enkele minutenlang door
en neem contact op met de afdeling Klantcontacten.
10
Wanneer de aansluitkabel is be
~
schadigd, moet de kabel door erkende vakmensen worden vervangen.
Een veilig gebruik van de koelkast is
~
alleen dan gegarandeerd, wanneer het apparaat wordt gemonteerd en aange sloten volgens de instructies die in de gebruiksaanwijzing staan.
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer dit apparaat op een niet-
~
stationaire locatie (bijv. op een boot of in een camper) moet worden geplaatst, mag het uitsluitend door een vakman / vakvrouw worden ingebouwd en aan gesloten. Hierbij moet aan alle voorwaarden voor een veilig gebruik worden voldaan.
~
zaamheden als ook reparaties mogen alleen door erkende vakmensen wor den uitgevoerd. Gebeurt dat niet, dan kan de gebruiker risico’s lopen waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk is.
Er staat alleen dan geen elektrische
~
spanning op de koelkast als aan één van de volgende voorwaarden is vol­daan:
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld,
– of als de stekker uit het stopcontact
is getrokken. Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
De koelkast mag niet via een ver
~
lengsnoer op het elektriciteitsnet wor den aangesloten. Met verlengsnoeren kan een veilig ge bruik van het apparaat niet worden ge waarborgd in verband met het gevaar voor oververhitting.
-
-
-
-
-
-
Gebruik
Raak ingevroren levensmiddelen
~
niet met natte handen aan. Doet u dat wel, dan zouden uw handen vast kunnen vriezen en zou u zich kun nen verwonden.
Nuttig ijsblokjes en ijslolly’s, vooral
~
waterijsjes, nooit meteen nadat u ze uit het vriesvak heeft gehaald. Door de zeer lage temperatuur van deze producten zouden uw lippen en tong kunnen vastvriezen en zou u zich kunnen verwonden.
Vries geheel of gedeeltelijk ont-
~
dooide levensmiddelen niet opnieuw in. Bereid deze levensmiddelen zo snel mogelijk omdat ze anders aan voe­dingswaarde verliezen en bederven. Ontdooide levensmiddelen die al ge­kookt en gebraden zijn kunnen wel op­nieuw worden ingevroren.
Bewaar geen stoffen in de koelkast
~
die drijfgassen of andere verstuivings­middelen bevatten. Wanneer de thermostaat wordt inge schakeld kunnen vonken ontstaan. Deze kunnen licht ontvlambare produc ten tot explosie brengen.
Gebruik geen elektrische apparaten
~
-
in deze koelkast, bijv. voor het maken van ijs. Doet u dat wel, kunnen er vonken ont staan en bestaat er gevaar voor een ex plosie.
-
-
-
-
-
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Plaats dranken met een hoog alco
~
holpercentage alleen rechtop en altijd goed gesloten in de koelkast in ver band met explosiegevaar.
Bewaar geen blikjes en flessen in
~
het vriesvak die koolzuurhoudende dranken bevatten of vloeistoffen die kunnen bevriezen. De blikjes en flessen kunnen in dat ge val uit elkaar springen, u zou zich kun nen verwonden en er zou schade kun nen ontstaan.
Haal flessen die u in het vriesvak
~
hebt gelegd om snel te koelen er na maximaal één uur weer uit. Doet u dat niet, dan kunnen ze uit el­kaar springen, zou u zich kunnen ver­wonden en zou er schade kunnen ont­staan.
Wanneer u levensmiddelen eet die
~
te lang zijn bewaard, loopt u het risico voedselvergiftiging op te doen. De bewaartijd hangt van vele factoren af, zoals de versheid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden bewaard. Neem de bewaartips van de levensmid delenfabrikanten in acht en houd in de gaten tot welke datum de levensmid delen uiterlijk houdbaar zijn.
Gebruik geen scherpe voorwerpen
~
om
-
-
-
-
-
-
Plaats wanneer u wilt ontdooien
~
nooit elektrische verwarmingsappara ten of kaarsen in de koelkast. Doet u dat wel, dan raakt het kunststof beschadigd.
Gebruik geen ontdooisprays of an
~
dere middelen om te ontdooien. Deze kunnen explosieve gassen vormen, ze kunnen oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die het kunststof beschadigen of ze kunnen schadelijk zijn voor de ge zondheid.
Behandel de deurdichting niet met
~
olie of vet. Doet u dat wel, dan worden de deur­dichtingen in de loop van de tijd po­reus.
Bevinden zich vet- of oliehoudende
~
levensmiddelen in de koelkast, let er dan op dat er geen vet of olie uitloopt. Wanneer dat in aanraking komt met het kunststof van het apparaat, kunnen er scheuren in het kunststof ontstaan.
Sluit de luchttoevoeropening in de
~
sokkel en de luchtafvoeropening boven in de kastombouw niet af.
­Wanneer deze roosters geblokkeerd
zijn kan er geen goede luchtgeleiding plaatsvinden, waardoor het stroomver bruik stijgt en bepaalde onderdelen van de koelkast kunnen beschadigen.
-
-
-
-
rijp- en ijslagen te verwijderen
en vastgevroren ijsbakjes en/of vastgevroren levensmiddelen los te wrikken.
Doet u dat wel, dan beschadigt u de vriesplaten en functioneert de koelkast niet meer.
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De koelkast is geconstrueerd voor
~
een bepaalde klimaatklasse. Een kli maatklasse is een kamertemperatuur bereik waarbinnen de temperatuur zich moet bewegen en waar deze niet bo ven of onder mag liggen. De klimaatklasse van uw koelkast staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van uw apparaat. Een te lage temperatuur heeft tot ge volg dat de koelkast voor langere tijd afslaat zodat het apparaat de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
Gebruik voor het ontdooien en reini
~
gen van de koelkast nooit een stoomrei­niger. Stoom kan in aanraking komen met de­len van het apparaat die onder span­ning staan en zo kortsluiting veroorza­ken.
-
-
-
-
Wat te doen wanneer u het ap paraat afdankt
Voorkom dat kinderen zich bij het
~
spelen insluiten en in levensgevaar ko men.
Beschadig geen delen van het koel
~
systeem, bijv. door
koelmiddelkanalen van de verdam
per open te prikken;
buisleidingen om te buigen;
beschermende lagen af te krabben.
­Als er koelmiddel uit spuit kan dat oog
letsel veroorzaken.
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd kan de fabri­kant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar even­tueel het gevolg van is.
-
-
-
-
-
13
Het besparen van energie
Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik
Plaatsing van het apparaat In ruimten waar kan worden geventi
Temperatuurinstelling in standen
Temperatuurinstelling in graden (Digitale weergave)
Dagelijks gebruik Open de deur alleen wanneer dat
Ontdooien Ontdooi het diepvriesgedeelte wan
leerd
Op een plaats waar de zon niet di rect op kan schijnen
Niet naast een warmtebron (verwar ming, fornuis)
Bij een kamertemperatuur van ca. 20 °C
Instelling van één van de middelste standen: 2 of 3.
Vak voor wijnflessen: 8 tot 12 °C Bij apparaten met winterschake
Koelzone: 4 tot 5 °C
0° zone: ca. 0 °C
Diepvrieszone: -18 °C
nodig is en dan nog zo kort moge­lijk.
Leg de levensmiddelen bij het inrui­men meteen op de goede plek.
Laat warme levensmiddelen en dranken eerst afkoelen.
Leg de levensmiddelen alleen afge dekt of verpakt in het apparaat.
Leg ingevroren producten in de koelzone wanneer ze moeten ont dooien.
Plaats de levensmiddelen niet te dicht op elkaar zodat de lucht tussen de levensmiddelen kan circuleren.
neer er een ijslaag van 1 cm in zit.
In gesloten ruimten waar niet
­kan worden geventileerd
Op een plaats waar de zon di
­rect op kan schijnen
Naast een warmtebron (verwar
­ming, fornuis)
Bij een hogere omgevingstem peratuur
Hoe hoger de stand, hoe lager de temperatuur, des te hoger het energieverbruik
ling: schakel bij omgevingstem peraturen lager dan 16 °C de winterschakeling uit.
De temperatuur in het apparaat wordt hoger naarmate de deur vaker wordt geopend en de deur langer geopend blijft.
Moet u lang zoeken, dan stijgt de temperatuur.
Zijn de levensmiddelen nog warm, moet de motor langer werken om de vereiste tempera tuur te bereiken.
-
Wanneer vloeibare stoffen in de koelzone condenseren neemt de koelcapaciteit af.
-
-
Een ijslaag in het diepvries gedeelte bemoeilijkt het invrie zen en bewaren van producten in dit gedeelte. Daardoor stijgt het stroomverbruik.
-
-
-
-
-
-
-
-
14
Het in- en uitschakelen van de koelkast
Voor het eerste gebruik
De roestvrijstalen lijsten en frames zijn voorzien van een folie die dient ter be scherming van het apparaat tijdens het transport.
Trek deze beschermfolie er pas af
^
nadat de koelkast is ingebouwd.
Wrijf de roestvrijstalen gedeelten di
^
rect daarna in met een middel dat geschikt is voor het onderhoud van roestvrij staal.
Dit middel brengt een film over het roestvrij staal aan. Daarmee wordt voorkomen dat het roestvrij staal weer snel vuil wordt.
^ Reinig de binnenkant van het appa-
raat en de toebehoren. Gebruik daarvoor lauwwarm water met een beetje reinigingsmiddel.
^ Wrijf daarna alles met een doek
droog.
Laat het apparaat na transport een half uur tot één uur staan voordat u het aansluit. Dat is zeer belangrijk voor een goe de werking van de koelkast.
-
-
Het inschakelen van de koel kast
-
Druk op de Aan/Uit - toets.
^
De temperatuuraanduiding licht op. Het apparaat begint te koelen. Wanneer de deur wordt geopend gaat de binnenverlichting aan.
Voordat u voor de eerste keer levens middelen in de koelkast legt kunt u het apparaat het beste een paar uur laten voorkoelen.
Het uitschakelen van de koel­kast
^ Druk op de Aan/Uit - toets.
De temperatuuraanduiding gaat uit. De koeling is uitgeschakeld. Is dat niet het geval, dan is de vergren­deling ingeschakeld.
-
-
15
Het in- en uitschakelen van de koelkast
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u voorkomen dat het apparaat per ongeluk wordt uit geschakeld.
Het inschakelen van de vergrende ling
Druk op de Superkoeling - toets en
^
blijf daar ca. 5 seconden op drukken.
Het controlelampje van de Superkoe­ling - toets knippert en in de tempera­tuuraanduiding knippert
^ Druk opnieuw op de Superkoeling -
toets.
In de temperatuuraanduiding brandt
^
Druk op de temperatuurtoetsen.
Door daarop te drukken kunt u kiezen tussen
0 betekent: De vergrendeling is uitge schakeld.
1 betekent: De vergrendeling is inge schakeld.
; 0 en ; 1.
;.
-
;.
-
-
Wanneer de vergrendeling is ingescha keld, brandt het controlelampje van de vergrendeling
-
Wanneer u klaar bent met het in- of
^
uitschakelen van de vergrendeling, druk dan op de Aan/Uit - toets.
Na ca. 2 minuten functioneert het appa raat weer normaal.
X.
Bij langere afwezigheid
Wanneer u de koelkast vrij lange tijd niet gebruikt, doe dan het volgende.
^ Schakel het apparaat uit. ^ Trek de stekker uit het stopcontact. ^ Ontdooi het diepvriesvak. ^ Reinig het apparaat. ^ Laat de deur van het apparaat iets
openstaan om te voorkomen dat er luchtjes ontstaan.
Wordt het apparaat in zulke gevallen wel uitgeschakeld, maar niet gerei nigd en niet opengezet, bestaat het gevaar dat zich schimmel vormt.
-
-
-
^
Druk op de Superkoeling - toets om de instelling op te slaan.
16
De juiste temperatuur
Het is voor de houdbaarheid van de le­vensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De tempera­tuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe la­ger de temperatuur, des te langzamer de micro-organismen groeien en des te langer het duurt voordat de levensmid­delen bederven. Wanneer u voor het bewaren van le­vensmiddelen de juiste temperatuur in­stelt kunt u daarmee bederf voorkomen of vertragen.
De temperatuur in de koelkast wordt hoger, naarmate
– de deur van het apparaat vaker
wordt geopend en de deur langer geopend blijft;
– er meer levensmiddelen worden op-
geslagen;
– de temperatuur van de net opgesla-
gen levensmiddelen hoger is;
– de omgevingstemperatuur hoger is.
De koelkast is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse. Een kli­maatklasse is een temperatuurbe­reik, waarbinnen de kamertempera­tuur zich moet bewegen en waar deze niet boven of onder mag lig­gen.
...indekoelzone en de Per­fectFresh-zone
Voor de koelzone adviseren wij een koeltemperatuur van 4 °C.
In de PerfectFresh-zone wordt de tem­peratuur automatisch geregeld en ligt tussen de 0en3°C.
Automatische temperatuurver­deling (DynaCool)
Altijd wanneer u de koelzone inscha­kelt, schakelt het apparaat automatisch de ventilator in. Daarmee wordt de koude in de koelzo­ne gelijkmatig verdeeld, zodat de le­vensmiddelen die in de koelzone zijn opgeslagen met ongeveer dezelfde temperatuur worden gekoeld.
...inhetdiepvriesvak
Stel, wanneer u verse levensmiddelen wilt invriezen en ingevroren levensmid­delen lange tijd wilt bewaren, een tem­peratuur in van -18 °C. Bij deze tempe­ratuur wordt de groei van micro-orga­nismen voor het grootste gedeelte ge­stopt. Zodra de temperatuur boven de
-10 °C stijgt begint het bederf door de micro-organismen en zijn de levens­middelen minder lang houdbaar. Daar­om mogen geheel of gedeeltelijk ont­dooide levensmiddelen pas weer wor­den ingevroren wanneer ze eerst ver­werkt zijn, d.w.z. eerst gekookt of gebraden zijn. Door de hoge tempera­turen worden de meeste micro-organis­men gedood.
17
De juiste temperatuur
Het instellen van de tempera
-
tuur in de koelzone
De temperatuur in de koelzone kunt u instellen met behulp van de beide toetsen onder de temperatuuraandui ding.
Bij een temperatuur van 4°Cin de koelzone wordt de temperatuur in het diepvriesvak gemiddeld -18°C.
– Wanneer u op de linker toets drukt
gaat de temperatuur omhoog en wordt het warmer.
– Wanneer u op de rechter toets drukt
gaat de temperatuur omlaag en wordt het kouder.
De temperatuur die u instelt knippert in de temperatuuraanduiding.
Wanneer u op de temperatuurtoetsen drukt dan ziet u in de temperatuuraan duiding het volgende veranderen:
-
de aan die op dat moment in de koel zone heerst.
Wanneer u een andere temperatuur heeft ingesteld, controleer dan de tem peratuuraanduiding na ca. 6 uur wan neer het apparaat lang niet vol is en na ca. 24 uur wanneer het apparaat wel vol is. Pas dan is de echte temperatuur be reikt.
Is de temperatuur na deze tijd te hoog of te laag, stel dan opnieuw een andere temperatuur in.
Mogelijke temperatuurinstellingen
De temperatuur is instelbaar van 4°C tot 9 °C.
Of de laagste temperatuur wordt be­reikt is afhankelijk van de plaats waar de koelkast is opgesteld en de omge­vingstemperatuur. Wanneer de omgevingstemperatuur hoog is, dan is het mogelijk dat de laagste temperatuur niet wordt bereikt.
-
-
-
-
-
Wanneer u voor het eerst drukt, dan knippert de temperatuurwaarde die u het laatst heeft ingesteld.
Vanaf de tweede keer dat u drukt verandert de temperatuurwaarde in stappen van 1 °C.
Wanneer u op de toets blijft drukken, verandert de temperatuurwaarde continu.
Ongeveer 5 seconden nadat u voor het laatst op een temperatuurtoets heeft gedrukt geeft de temperatuuraandui ding automatisch de temperatuurwaar
18
-
-
Loading...
+ 42 hidden pages