voor de koelkasten met diepvriesvak,
PerfectFresh-zone
en DynaCool
K 9458 iDF
K 9558 iDF
K 9758 iDF (-1)
Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
Gewicht van de meubeldeur .........................................52
Inbouw in een scheidingswand .......................................52
Het monteren van de meubeldeur.....................................56
Beschrijving van het apparaat
a Controlelampje van de vergrendeling
b Aan/Uit - toets
c Temperatuuraanduiding van de koel
zone
d Toetsen voor het instellen van de
temperatuur
(+ = warmer; - = kouder)
-
e Superkoeling - toets en controle
lampje
f Toets voor het uitschakelen van de
zoemer
-
5
Beschrijving van het apparaat
a Diepvriesvak
b Ventilator
c Flesplateau *
d Plateaus
e Droogtevak PerfectFresh-zone
f 1 of 2 vochtvakken PerfectFresh-
zone (modelafhankelijk)
6
g Boter- en kaasvak
h Deurvak, o.a. voor eieren
i Universeel deurvak*
j Binnenverlichting
k Gootje voor het dooiwater en
afvoeropening voor het dooiwater
l Deurvak voor flessen
m Fleshouder*
n Regelaar voor het instellen van de
luchtvochtigheid in het vochtvak / de
vochtvakken (modelafhankelijk)
* Afhankelijk van het model
Na te bestellen accessoire
Flesplateau
(modelafhankelijk)
Beschrijving van het apparaat
Dit plateau is verkrijgbaar bij de afde
ling Onderdelen van Miele Nederland
B.V. of bij de vakhandel.
-
7
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
last en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
paraten bevatten meestal nog waarde
volle materialen.
Ze bevatten echter ook schadelijke
stoffen die nodig zijn geweest om de
apparaten goed en veilig te laten functi
oneren.
Wanneer u uw oude apparaat bij het
gewone afval doet of er op een andere
manier niet goed mee omgaat, kunnen
deze stoffen schadelijk zijn voor de ge
zondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elek
tronische apparatuur.
-
-
-
-
-
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
den opgeslagen.
Let erop dat de buisleidingen van uw
apparaat niet worden beschadigd,
wanneer dit wordt weggebracht om op
vakkundige wijze en zonder het milieu
al te veel schade te berokkenen te wor
den verschroot. Dan kan men er zeker
van zijn dat koelmiddelen die zich in
het koelsysteem bevinden en de olie
die zich in de compressor bevindt niet
in het milieu terechtkomen.
8
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze koelkast voldoet aan de voor
geschreven veiligheidsmaatregelen.
Door ondeskundig gebruik kunnen
personen echter letsel oplopen en
kan er materiële schade ontstaan.
Lees deze gebruiksaanwijzing daar
om eerst aandachtig door voordat u
dit apparaat voor het eerst gebruikt.
Hierin vindt u belangrijke instructies
met betrekking tot de inbouw, de
veiligheid, het gebruik en het onder
houd van het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de koelkast.
Efficiënt gebruik
-
-
-
Deze koelkast is uitsluitend bestemd
~
voor huishoudelijk gebruik.
Gebruik deze koelkast uitsluitend
~
voor het koelen en bewaren van levens
middelen, voor het bewaren van diep
vriesproducten, voor het invriezen en
bewaren van verse levensmiddelen en
voor het bereiden van ijs.
Gebruik voor andere doeleinden is on
toelaatbaar en kan gevaarlijk zijn.
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor schade die is ontstaan door ge
bruik voor andere doeleinden dan hier
aangegeven of door een foutieve bediening.
Personen die op grond van hun
~
fysieke of psychische gesteldheid, hun
onervarenheid of gebrek aan kennis
van de koelkast niet in staat zijn om het
apparaat veilig te bedienen, mogen
deze koelkast alleen gebruiken als ze
onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een verantwoordelijk
persoon.
-
-
-
-
Wanneer er kinderen in huis
zijn
Kinderen mogen de koelkast alleen
~
dan zonder toezicht gebruiken, wan
neer ze weten hoe het apparaat werkt
en wat voor gevaar zij lopen wanneer
ze de koelkast fout bedienen.
Wanneer er kinderen in de buurt van
~
de koelkast zijn, houd ze dan goed in
de gaten. Zorg ervoor dat ze niet met
het apparaat gaan spelen.
-
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer vóórdat de koelkast
~
wordt geplaatst, of het apparaat zicht
baar beschadigd is.
Een beschadigde koelkast mag niet
worden geplaatst en niet in gebruik ge
nomen.
Deze koelkast bevat het koelmiddel
~
isobutaan (R600a). Dit is een natuurlijk
gas dat het milieu weinig belast, maar
wel brandbaar is. Het gas is niet scha
delijk voor de ozonlaag en versterkt het
broeikaseffect niet, maar het gebruik
van dit koelmiddel heeft er wel toe ge
leid dat het apparaat meer lawaai
maakt wanneer het aanstaat. Behalve
de geluiden van de compressor kunnen
er dan in het hele koelsysteem stromingsgeluiden optreden.
Deze effecten zijn helaas niet te vermijden, maar hebben geen negatieve
invloed op de capaciteit van het apparaat.
Let er bij het transport en bij de plaatsing van de koelkast op dat er geen on
derdelen van het koelsysteem worden
beschadigd. Vrijkomend koelmiddel
kan oogletsel veroorzaken.
Wordt het koelsysteem toch bescha
digd:
-
-
-
-
Hoe meer koelmiddel een koelkast
~
bevat, des te groter moet het vertrek
zijn waarin dit apparaat wordt opge
steld.
Wanneer het vertrek te klein is kan zich
bij een eventuele lek een brandbaar
mengsel van gas en lucht vormen.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
minstens 1 m
De hoeveelheid koelmiddel die de koel
kast bevat staat op het typeplaatje in
de binnenkant van het apparaat.
Vergelijk vóórdat u de koelkast aan
~
sluit de aansluitgegevens (zekering,
spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet.
Deze moeten beslist overeenkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
~
koelkast is uitsluitend gegarandeerd als
deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende
veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door
-
een vakman / vakvrouw inspecteren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor
den gesteld voor schade die wordt ver
oorzaakt door een ontbrekende of be
schadigde aarddraad (bijv. een elektri
sche schok).
3
groot zijn.
-
-
-
-
-
-
-
–
vermijd dan open vuur of andere
brandhaarden,
–
trek de stekker uit het stopcontact,
–
lucht het vertrek waar het apparaat
staat enkele minutenlang door
–
en neem contact op met de afdeling
Klantcontacten.
10
Wanneer de aansluitkabel is be
~
schadigd, moet de kabel door erkende
vakmensen worden vervangen.
Een veilig gebruik van de koelkast is
~
alleen dan gegarandeerd, wanneer het
apparaat wordt gemonteerd en aange
sloten volgens de instructies die in de
gebruiksaanwijzing staan.
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer dit apparaat op een niet-
~
stationaire locatie (bijv. op een boot of
in een camper) moet worden geplaatst,
mag het uitsluitend door een vakman /
vakvrouw worden ingebouwd en aan
gesloten.
Hierbij moet aan alle voorwaarden voor
een veilig gebruik worden voldaan.
Installatie- en onderhoudswerk
~
zaamheden als ook reparaties mogen
alleen door erkende vakmensen wor
den uitgevoerd.
Gebeurt dat niet, dan kan de gebruiker
risico’s lopen waarvoor de fabrikant niet
aansprakelijk is.
Er staat alleen dan geen elektrische
~
spanning op de koelkast als aan één
van de volgende voorwaarden is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld,
– of als de stekker uit het stopcontact
is getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet
aan de aansluitkabel.
De koelkast mag niet via een ver
~
lengsnoer op het elektriciteitsnet wor
den aangesloten.
Met verlengsnoeren kan een veilig ge
bruik van het apparaat niet worden ge
waarborgd in verband met het gevaar
voor oververhitting.
-
-
-
-
-
-
Gebruik
Raak ingevroren levensmiddelen
~
niet met natte handen aan.
Doet u dat wel, dan zouden uw handen
vast kunnen vriezen en zou u zich kun
nen verwonden.
Nuttig ijsblokjes en ijslolly’s, vooral
~
waterijsjes, nooit meteen nadat u ze uit
het vriesvak heeft gehaald.
Door de zeer lage temperatuur van
deze producten zouden uw lippen en
tong kunnen vastvriezen en zou u zich
kunnen verwonden.
Vries geheel of gedeeltelijk ont-
~
dooide levensmiddelen niet opnieuw in.
Bereid deze levensmiddelen zo snel
mogelijk omdat ze anders aan voedingswaarde verliezen en bederven.
Ontdooide levensmiddelen die al gekookt en gebraden zijn kunnen wel opnieuw worden ingevroren.
Bewaar geen stoffen in de koelkast
~
die drijfgassen of andere verstuivingsmiddelen bevatten.
Wanneer de thermostaat wordt inge
schakeld kunnen vonken ontstaan.
Deze kunnen licht ontvlambare produc
ten tot explosie brengen.
Gebruik geen elektrische apparaten
~
-
in deze koelkast, bijv. voor het maken
van ijs.
Doet u dat wel, kunnen er vonken ont
staan en bestaat er gevaar voor een ex
plosie.
-
-
-
-
-
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Plaats dranken met een hoog alco
~
holpercentage alleen rechtop en altijd
goed gesloten in de koelkast in ver
band met explosiegevaar.
Bewaar geen blikjes en flessen in
~
het vriesvak die koolzuurhoudende
dranken bevatten of vloeistoffen die
kunnen bevriezen.
De blikjes en flessen kunnen in dat ge
val uit elkaar springen, u zou zich kun
nen verwonden en er zou schade kun
nen ontstaan.
Haal flessen die u in het vriesvak
~
hebt gelegd om snel te koelen er na
maximaal één uur weer uit.
Doet u dat niet, dan kunnen ze uit elkaar springen, zou u zich kunnen verwonden en zou er schade kunnen ontstaan.
Wanneer u levensmiddelen eet die
~
te lang zijn bewaard, loopt u het risico
voedselvergiftiging op te doen.
De bewaartijd hangt van vele factoren
af, zoals de versheid en kwaliteit van de
levensmiddelen en de temperatuur
waarop ze worden bewaard.
Neem de bewaartips van de levensmid
delenfabrikanten in acht en houd in de
gaten tot welke datum de levensmid
delen uiterlijk houdbaar zijn.
Gebruik geen scherpe voorwerpen
~
om
-
-
-
-
-
-
Plaats wanneer u wilt ontdooien
~
nooit elektrische verwarmingsappara
ten of kaarsen in de koelkast.
Doet u dat wel, dan raakt het kunststof
beschadigd.
Gebruik geen ontdooisprays of an
~
dere middelen om te ontdooien. Deze
kunnen explosieve gassen vormen, ze
kunnen oplosmiddelen of drijfgassen
bevatten die het kunststof beschadigen
of ze kunnen schadelijk zijn voor de ge
zondheid.
Behandel de deurdichting niet met
~
olie of vet.
Doet u dat wel, dan worden de deurdichtingen in de loop van de tijd poreus.
Bevinden zich vet- of oliehoudende
~
levensmiddelen in de koelkast, let er
dan op dat er geen vet of olie uitloopt.
Wanneer dat in aanraking komt met het
kunststof van het apparaat, kunnen er
scheuren in het kunststof ontstaan.
Sluit de luchttoevoeropening in de
~
sokkel en de luchtafvoeropening boven
in de kastombouw niet af.
Wanneer deze roosters geblokkeerd
zijn kan er geen goede luchtgeleiding
plaatsvinden, waardoor het stroomver
bruik stijgt en bepaalde onderdelen van
de koelkast kunnen beschadigen.
-
-
-
-
–
rijp- en ijslagen te verwijderen
–
en vastgevroren ijsbakjes en/of
vastgevroren levensmiddelen los te
wrikken.
Doet u dat wel, dan beschadigt u de
vriesplaten en functioneert de koelkast
niet meer.
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De koelkast is geconstrueerd voor
~
een bepaalde klimaatklasse. Een kli
maatklasse is een kamertemperatuur
bereik waarbinnen de temperatuur zich
moet bewegen en waar deze niet bo
ven of onder mag liggen.
De klimaatklasse van uw koelkast staat
aangegeven op het typeplaatje aan de
binnenkant van uw apparaat.
Een te lage temperatuur heeft tot ge
volg dat de koelkast voor langere tijd
afslaat zodat het apparaat de vereiste
temperatuur niet kan aanhouden.
Gebruik voor het ontdooien en reini
~
gen van de koelkast nooit een stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
-
-
-
-
Wat te doen wanneer u het ap
paraat afdankt
Voorkom dat kinderen zich bij het
~
spelen insluiten en in levensgevaar ko
men.
Beschadig geen delen van het koel
~
systeem, bijv. door
koelmiddelkanalen van de verdam
–
per open te prikken;
buisleidingen om te buigen;
–
beschermende lagen af te krabben.
–
Als er koelmiddel uit spuit kan dat oog
letsel veroorzaken.
Wanneer de veiligheidsinstructies
niet worden opgevolgd kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
-
-
-
-
-
13
Het besparen van energie
Normaal energieverbruikTe hoog energieverbruik
Plaatsing van het apparaat In ruimten waar kan worden geventi
Temperatuurinstelling
in standen
Temperatuurinstelling
in graden
(Digitale weergave)
Dagelijks gebruikOpen de deur alleen wanneer dat
OntdooienOntdooi het diepvriesgedeelte wan
leerd
Op een plaats waar de zon niet di
rect op kan schijnen
Niet naast een warmtebron (verwar
ming, fornuis)
Bij een kamertemperatuur van ca.
20 °C
Instelling van één van de middelste
standen: 2 of 3.
Vak voor wijnflessen: 8 tot 12 °CBij apparaten met winterschake
Koelzone: 4 tot 5 °C
0° zone: ca. 0 °C
Diepvrieszone: -18 °C
nodig is en dan nog zo kort mogelijk.
Leg de levensmiddelen bij het inruimen meteen op de goede plek.
Laat warme levensmiddelen en
dranken eerst afkoelen.
Leg de levensmiddelen alleen afge
dekt of verpakt in het apparaat.
Leg ingevroren producten in de
koelzone wanneer ze moeten ont
dooien.
Plaats de levensmiddelen niet te
dicht op elkaar zodat de lucht tussen
de levensmiddelen kan circuleren.
neer er een ijslaag van 1 cm in zit.
In gesloten ruimten waar niet
kan worden geventileerd
Op een plaats waar de zon di
rect op kan schijnen
Naast een warmtebron (verwar
ming, fornuis)
Bij een hogere omgevingstem
peratuur
Hoe hoger de stand, hoe lager
de temperatuur, des te hoger
het energieverbruik
ling: schakel bij omgevingstem
peraturen lager dan 16 °C de
winterschakeling uit.
De temperatuur in het apparaat
wordt hoger naarmate de deur
vaker wordt geopend en de
deur langer geopend blijft.
Moet u lang zoeken, dan stijgt
de temperatuur.
Zijn de levensmiddelen nog
warm, moet de motor langer
werken om de vereiste tempera
tuur te bereiken.
-
Wanneer vloeibare stoffen in de
koelzone condenseren neemt
de koelcapaciteit af.
-
-
Een ijslaag in het diepvries
gedeelte bemoeilijkt het invrie
zen en bewaren van producten
in dit gedeelte. Daardoor stijgt
het stroomverbruik.
-
-
-
-
-
-
-
-
14
Het in- en uitschakelen van de koelkast
Voor het eerste gebruik
De roestvrijstalen lijsten en frames zijn
voorzien van een folie die dient ter be
scherming van het apparaat tijdens het
transport.
Trek deze beschermfolie er pas af
^
nadat de koelkast is ingebouwd.
Wrijf de roestvrijstalen gedeelten di
^
rect daarna in met een middel dat
geschikt is voor het onderhoud van
roestvrij staal.
Dit middel brengt een film over het
roestvrij staal aan.
Daarmee wordt voorkomen dat het
roestvrij staal weer snel vuil wordt.
^ Reinig de binnenkant van het appa-
raat en de toebehoren.
Gebruik daarvoor lauwwarm water
met een beetje reinigingsmiddel.
^ Wrijf daarna alles met een doek
droog.
Laat het apparaat na transport een
half uur tot één uur staan voordat u
het aansluit.
Dat is zeer belangrijk voor een goe
de werking van de koelkast.
-
-
Het inschakelen van de koel
kast
-
Druk op de Aan/Uit - toets.
^
De temperatuuraanduiding licht op.
Het apparaat begint te koelen.
Wanneer de deur wordt geopend gaat
de binnenverlichting aan.
Voordat u voor de eerste keer levens
middelen in de koelkast legt kunt u het
apparaat het beste een paar uur laten
voorkoelen.
Het uitschakelen van de koelkast
^ Druk op de Aan/Uit - toets.
De temperatuuraanduiding gaat uit.
De koeling is uitgeschakeld.
Is dat niet het geval, dan is de vergrendeling ingeschakeld.
-
-
15
Het in- en uitschakelen van de koelkast
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u voorkomen
dat het apparaat per ongeluk wordt uit
geschakeld.
Het inschakelen van de vergrende
ling
Druk op de Superkoeling - toets en
^
blijf daar ca. 5 seconden op drukken.
Het controlelampje van de Superkoeling - toets knippert en in de temperatuuraanduiding knippert
^ Druk opnieuw op de Superkoeling -
toets.
In de temperatuuraanduiding brandt
^
Druk op de temperatuurtoetsen.
Door daarop te drukken kunt u kiezen
tussen
0 betekent: De vergrendeling is uitge
schakeld.
1 betekent: De vergrendeling is inge
schakeld.
; 0 en ; 1.
;.
-
;.
-
-
Wanneer de vergrendeling is ingescha
keld, brandt het controlelampje van de
vergrendeling
-
Wanneer u klaar bent met het in- of
^
uitschakelen van de vergrendeling,
druk dan op de Aan/Uit - toets.
Na ca. 2 minuten functioneert het appa
raat weer normaal.
X.
Bij langere afwezigheid
Wanneer u de koelkast vrij lange tijd
niet gebruikt, doe dan het volgende.
^ Schakel het apparaat uit.
^ Trek de stekker uit het stopcontact.
^ Ontdooi het diepvriesvak.
^ Reinig het apparaat.
^ Laat de deur van het apparaat iets
openstaan om te voorkomen dat er
luchtjes ontstaan.
Wordt het apparaat in zulke gevallen
wel uitgeschakeld, maar niet gerei
nigd en niet opengezet, bestaat het
gevaar dat zich schimmel vormt.
-
-
-
^
Druk op de Superkoeling - toets om
de instelling op te slaan.
16
De juiste temperatuur
Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de
juiste temperatuur wordt ingesteld.
Door micro-organismen bederven de
levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee
de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langzamer
de micro-organismen groeien en des te
langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven.
Wanneer u voor het bewaren van levensmiddelen de juiste temperatuur instelt kunt u daarmee bederf voorkomen
of vertragen.
De temperatuur in de koelkast wordt
hoger, naarmate
– de deur van het apparaat vaker
wordt geopend en de deur langer
geopend blijft;
– er meer levensmiddelen worden op-
geslagen;
– de temperatuur van de net opgesla-
gen levensmiddelen hoger is;
– de omgevingstemperatuur hoger is.
De koelkast is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse. Een klimaatklasse is een temperatuurbereik, waarbinnen de kamertemperatuur zich moet bewegen en waar
deze niet boven of onder mag liggen.
...indekoelzone en de PerfectFresh-zone
Voor de koelzone adviseren wij een
koeltemperatuur van 4 °C.
In de PerfectFresh-zone wordt de temperatuur automatisch geregeld en ligt
tussen de 0en3°C.
Automatische temperatuurverdeling (DynaCool)
Altijd wanneer u de koelzone inschakelt, schakelt het apparaat automatisch
de ventilator in.
Daarmee wordt de koude in de koelzone gelijkmatig verdeeld, zodat de levensmiddelen die in de koelzone zijn
opgeslagen met ongeveer dezelfde
temperatuur worden gekoeld.
...inhetdiepvriesvak
Stel, wanneer u verse levensmiddelen
wilt invriezen en ingevroren levensmiddelen lange tijd wilt bewaren, een temperatuur in van -18 °C. Bij deze temperatuur wordt de groei van micro-organismen voor het grootste gedeelte gestopt.
Zodra de temperatuur boven de
-10 °C stijgt begint het bederf door de
micro-organismen en zijn de levensmiddelen minder lang houdbaar. Daarom mogen geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen pas weer worden ingevroren wanneer ze eerst verwerkt zijn, d.w.z. eerst gekookt of
gebraden zijn. Door de hoge temperaturen worden de meeste micro-organismen gedood.
17
De juiste temperatuur
Het instellen van de tempera
-
tuur in de koelzone
De temperatuur in de koelzone kunt u
instellen met behulp van de beide
toetsen onder de temperatuuraandui
ding.
Bij een temperatuur van 4°Cin de
koelzone wordt de temperatuur in
het diepvriesvak gemiddeld -18°C.
– Wanneer u op de linker toets drukt
gaat de temperatuur omhoog en
wordt het warmer.
– Wanneer u op de rechter toets drukt
gaat de temperatuur omlaag en
wordt het kouder.
De temperatuur die u instelt knippert in
de temperatuuraanduiding.
Wanneer u op de temperatuurtoetsen
drukt dan ziet u in de temperatuuraan
duiding het volgende veranderen:
-
de aan die op dat moment in de koel
zone heerst.
Wanneer u een andere temperatuur
heeft ingesteld, controleer dan de tem
peratuuraanduiding na ca. 6 uur wan
neer het apparaat lang niet vol is en naca. 24 uur wanneer het apparaat wel
vol is.
Pas dan is de echte temperatuur be
reikt.
Is de temperatuur na deze tijd te hoog
of te laag, stel dan opnieuw een andere
temperatuur in.
Mogelijke temperatuurinstellingen
De temperatuur is instelbaar van 4°C
tot 9 °C.
Of de laagste temperatuur wordt bereikt is afhankelijk van de plaats waar
de koelkast is opgesteld en de omgevingstemperatuur.
Wanneer de omgevingstemperatuur
hoog is, dan is het mogelijk dat de
laagste temperatuur niet wordt bereikt.
-
-
-
-
-
–
Wanneer u voor het eerst drukt, dan
knippert de temperatuurwaarde die u
het laatst heeft ingesteld.
–
Vanaf de tweede keer dat u drukt
verandert de temperatuurwaarde in
stappen van 1 °C.
–
Wanneer u op de toets blijft drukken,
verandert de temperatuurwaarde
continu.
Ongeveer 5 seconden nadat u voor het
laatst op een temperatuurtoets heeft
gedrukt geeft de temperatuuraandui
ding automatisch de temperatuurwaar
18
-
-
De juiste temperatuur
Het instellen van de tempera
-
tuur in de PerfectFresh-zone
In de PerfectFresh-zone wordt de tem
peratuur automatisch bij 0 tot 3 °C ge
houden.
Wanneer u het daar echter warmer of
kouder wilt hebben, bijv. omdat u vis
wilt opslaan, dan kunt u de temperatuur
wijzigen.
^ Druk op de Superkoeling - toets en
blijf daar ca. 5 seconden op drukken.
Het controlelampje van de Superkoeling - toets knippert en in de temperatuuraanduiding knippert
^ Druk zo vaak op de temperatuurtoet-
sen totdat in de temperatuuraandui
ding
= verschijnt.
;.
-
-
-
U kunt kiezen tussen de standen 1 tot
en met 9.
Bij 1 is de temperatuur het laagst en
bij 9 is de temperatuur het hoogst.
De temperatuur in de PerfectFreshzone is vanuit de fabriek op
gesteld.
Stelt u een stand van
= 4 in, dan kan de temperatuur on
der het vriespunt zakken en kunnen
levensmiddelen bevriezen.
Druk op de Superkoeling - toets om
^
de instelling op te slaan.
^ Wanneer u klaar bent met het instel-
len van de temperatuur, druk dan op
de Aan/Uit - toets.
Na ca. 2 minuten functioneert het apparaat weer normaal.
= 5 in
= 1 tot en met
-
-
^
Druk opnieuw op de Superkoeling toets.
In de temperatuuraanduiding brandt
^
Druk op de temperatuurtoetsen.
Door daarop te drukken kunt u de tem
peratuur in de PerfectFresh-zone wij
zigen.
-
=.
-
19
De juiste temperatuur
Temperatuuraanduiding
De temperatuuraanduiding op het be
dieningspaneel geeft bij normaal ge
bruik de gemiddelde temperatuur in de
koelzone aan.
Ligt de temperatuur buiten het bereik
dat in de temperatuuraanduiding mo
gelijk is, dan knipperen er streepjes in
de temperatuuraanduiding.
De lichtsterkte van de temperatuur
aanduiding
De lichtsterkte van de temperatuuraan
duiding is zwak wanneer het apparaat
wordt afgeleverd.
Zodra de deur wordt geopend, een instelling wordt veranderd of er sprake is
van een alarmtoestand, dan brandt de
temperatuuraanduiding ca. 1 minuut
met zeer grote lichtsterkte.
U kunt de lichtsterkte van de temperatuuraanduiding veranderen.
-
-
-
-
Druk zo vaak op de temperatuurtoet
^
sen totdat in de temperatuuraandui
^ verschijnt.
ding
Druk opnieuw op de Superkoeling -
^
toets.
In de temperatuuraanduiding brandt
Druk op de temperatuurtoetsen.
^
Door daarop te drukken kunt u nu de
lichtsterkte van de temperatuuraandui
ding veranderen.
U kunt kiezen tussen de standen 1 tot
en met 5.
Bij 1 is de lichtsterkte minimaal.
Bij 5 is de lichtsterkte maximaal.
^ Druk op de Superkoeling - toets om
de instelling op te slaan.
-
-
^.
-
^
Druk op de Superkoeling - toets en
blijf daar ca. 5 seconden op drukken.
Het controlelampje van de Superkoe
ling - toets knippert en in de tempera
tuuraanduiding knippert
20
;.
^
Wanneer u klaar bent met het instel
len van de lichtsterkte, druk dan op
-
-
de Aan/Uit - toets.
Na ca. 2 minuten functioneert het appa
raat weer normaal.
-
-
Zoemer
Dit apparaat is uitgerust met een waar
schuwingssysteem in de vorm van een
zoemer.
Deze zoemer klinkt altijd wanneer de
deur van het apparaat langer dan ca.
60 seconden openstaat.
Daarmee wordt voorkomen dat er onno
dig veel energie wordt verbruikt en de
opgeslagen levensmiddelen te warm
worden.
Zodra de deur dichtgaat houdt de zoe
mer op.
Wanneer de deur echter wat langer
open moet staan en de zoemer u hin
dert, adviseren wij u om deze uit te
schakelen.
-
Het voortijdig uitschakelen van
-
de zoemer
Druk op de toets voor het uitschake
^
len van de zoemer.
De zoemer houdt op.
-
Hoe kunnen wij het waarschu
wingssysteem inschakelen?
Zodra de deur wordt gesloten, is het
systeem weer automatisch klaar voor
gebruik en hoeft niet apart te worden
ingeschakeld.
-
-
21
De functie "Superkoeling"
Het gebruik van de superkoe
-
ling
Met behulp van de functie "Superkoe
ling" daalt de temperatuur in de koelzo
ne zeer snel zo laag mogelijk. Hoe laag
hangt van de kamertemperatuur af.
Het gebruik van de superkoeling is
vooral dan aan te raden, wanneer u
grote hoeveelheden verse levensmid
delen of drank opslaat en snel wilt laten
afkoelen.
Het inschakelen van de superkoeling
^ Druk op de Superkoeling - toets.
Het controlelampje van deze toets gaat
branden.
De temperatuur in het apparaat daalt
en de koelcapaciteit van het apparaat
is maximaal.
-
-
Het uitschakelen van de superkoe
ling
De superkoeling wordt automatisch na
ca. 6 uur uitgeschakeld.
-
Het controlelampje gaat uit.
De koelcapaciteit van het apparaat is
weer normaal.
Om energie te besparen kunt u de su
perkoeling zelf uitschakelen zodra de
levensmiddelen of dranken koel ge
noeg zijn.
Druk op de Superkoeling - toets.
^
Het controlelampje van deze toets gaat
uit.
De koelcapaciteit van het apparaat is
weer normaal.
-
-
-
22
Het opslaan in de koelzone
Gedeelten met verschillende
temperaturen
Door de natuurlijke luchtcirculatie ont
staan er in de koelzone gedeelten met
verschillende temperaturen.
Maak daar bij het inruimen van de le
vensmiddelen gebruik van.
De koude, zware lucht zakt in het on
derste gedeelte van het apparaat.
Dit is een apparaat met automa
tische DynaCool.
Dat houdt in, dat altijd wanneer u de
koelzone inschakelt, het apparaat
automatisch de ventilator inschakelt.
De koude in de koelzone wordt gelijkmatig verdeeld en de temperatuurverschillen in de koelzone zijn
minder groot.
Minst koele gedeelte in de koelzone
Het minst koele gedeelte in de koelzone bevindt zich helemaal bovenin tegen
de deur.
Gebruik dit gedeelte voor het opslaan
van boter zodat deze smeerbaar blijft
en voor kaas zodat deze zijn aroma niet
verliest.
Koelste gedeelte in de koelzone
Het koelste gedeelte in de koelzone be
vindt zich direct boven de Perfect
Fresh-zone.
In het vak / de vakken van de Perfect
Fresh-zone zijn de temperaturen even
wel nog lager.
-
-
-
-
-
-
-
Gebruik deze gedeelten voor alle le
vensmiddelen die niet lang houdbaar
zijn, zoals:
vis, vlees, gevogelte;
–
worst, kant-en-klaar-gerechten;
–
levensmiddelen waar eieren of room
–
in zijn verwerkt;
alle soorten deeg;
–
melkproducten;
–
in folie verpakte, voorgesneden
–
groente en in het algemeen alle ver
se groenten waarvan de houdbaar
heidsdatum alleen geldt bij een temperatuur van minstens 4°C.
Bewaar geen stoffen in het apparaat
die drijfgassen of andere verstuivingsmiddelen bevatten.
Dit in verband met explosiegevaar.
Plaats dranken met een hoog alcoholpercentage alleen rechtop en altijd goed gesloten in het apparaat in
verband met explosiegevaar.
Wanneer er in de koelzone vet- of
oliehoudende levensmiddelen zijn
opgeslagen, zorg er dan voor dat
eventueel vrijkomend vet of olie niet
met de kunststof onderdelen van het
-
apparaat in aanraking komt.
Vet en olie kunnen scheuren in het
kunststof veroorzaken.
Zet de producten niet tegen de ach
terwand om te voorkomen dat ze er
aan vastvriezen.
-
-
-
-
-
23
Het opslaan in de koelzone
Leg de producten niet te dicht op el
kaar, zodat de lucht goed kan circu
leren.
Dek de ventilator aan de achterkant
niet af; deze is belangrijk voor de
koelcapaciteit.
Voor het apparaat ongeschikte
levensmiddelen
Niet alle levensmiddelen zijn geschikt
om in de koelzone te worden bewaard.
Hiertoe behoren:
– Koudegevoelig fruit en koudegevoe-
lige groenten zoals citrusvruchten,
bananen, ananas, avocado's, mango's, papaja's, passievruchten, tomaten, komkommers, paprika's, aubergines en courgettes
– Fruit dat nog niet rijp is
– Aardappels
– Parmezaanse kaas
Waar u bij het kopen van le
vensmiddelen al op moet
letten
Levensmiddelen blijven langer be
waard naarmate ze verser zijn op het
moment dat ze in de koelzone worden
gelegd. De versheid is bepalend voor
de bewaartijd.
Het is daarom belangrijk dat de tijd tus
sen het kopen en het inruimen van le
vensmiddelen zo kort mogelijk is. Laat
ze daarom niet te lang in een warme
auto liggen. Al na twee uur neemt de
versheid af en begint het bederf.
-
-
-
-
-
Levensmiddelen afdekken of
niet?
Bewaar levensmiddelen in de koelzone
alleen afgedekt of verpakt.
Zo voorkomt u dat er levensmiddelen
luchtjes vrijkomen en op andere levens
middelen worden overgedragen. Te
vens voorkomt u dat de levensmiddelen
uitdrogen en dat mogelijk aanwezige
bacteriën zich verspreiden.
Wanneer u de juiste temperatuur instelt
en de koelzone regelmatig reinigt ver
meerderen bacteriën zoals salmonella's
zich minder snel.
In de PerfectFresh-zone kunnen sommige levensmiddelen wel onafgedekt of
onverpakt worden bewaard.
Onverpakte dierlijke en plantaardige
levensmiddelen
Bewaar onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen apart van elkaar.
Moeten deze levensmiddelen bij elkaar
worden bewaard, verpak ze dan in
ieder geval. Daarmee voorkomt u dat er
microbiologische veranderingen optre
den en er ziektekiemen ontstaan.
-
-
-
-
-
-
24
Het opslaan in de PerfectFresh-zone
PerfectFresh-zone
De koelcondities zijn voor levensmid
delen optimaal, wanneer ze zo lang
mogelijk vers blijven en de smaak en
de vitaminen zo goed mogelijk behou
den blijven.
Bepalend hiervoor zijn de koeltempera
tuur en de luchtvochtigheid.
Bijzonder aan de PerfectFresh-zone is
de ideale combinatie van temperatuur
en luchtvochtigheid. Door deze combi
natie zijn de levensmiddelen 1 tot 3x zo
lang houdbaar als in andere koelzones.
Koeltemperatuur
Voor verse, niet voor koude gevoelige
levensmiddelen ligt de optimale koeltemperatuur bij0-3°C,zoals die in de
PerfectFresh-zone automatisch heerst.
De levensmiddelen zijn dan minder
snel aan bederf onderhevig en kunnen
zo veel langer worden bewaard dan in
een normale koelzone.
Luchtvochtigheid
De luchtvochtigheid in de koelzone is
optimaal wanneer deze gelijk is aan het
natuurlijke vochtgehalte van de levens
middelen.
Het watergehalte van de levensmid
delen blijft dan voor een groot deel be
houden en de levensmiddelen blijven
dan langere tijd knapperig en vers.
-
-
-
Welke voordelen biedt de Per
fectFresh-zone?
De levensmiddelen blijven maximaal 3x
zo lang vers en dat betekent:
meer eetgenot door de versheid van
–
de levensmiddelen,
meer opslagcomfort en
–
kostenbesparing door kwaliteitsbe
–
-
houd.
Het opslaan in het droogte- en
vochtvak
De PerfectFresh-zone is in twee delen
onderverdeeld, te weten het droogtevak en het vochtvak, bij sommige modellen de vochtvakken.
Droogtevak
Het droogtevak heeft een relatief geringe luchtvochtigheid. Deze is ongeveer gelijk aan de luchtvochtigheid die
in de koelzone heerst.
In het droogtevak gaat het dus voorna
melijk om de lage temperatuur van 0 °C
en minder om de luchtvochtigheid.
-
Het droogtevak is geschikt voor de op
slag van levensmiddelen die niet lang
houdbaar zijn, zoals
–
verse vis, schaaldieren, vlees, gevo
gelte, worst, zuivelproducten en
delicatessen.
-
-
-
-
-
25
Het opslaan in de PerfectFresh-zone
Houd er rekening mee dat levensmid
delen sneller bederven, naarmate ze
meer eiwit bevatten.
Dat betekent dat schaaldieren sneller
bederven dan vis en dat vis weer snel
ler bederft dan vlees.
Bewaar schaaldieren en vis verpakt of
in een bakje.
Vlees kan beter onverpakt worden be
waard.
Het oppervlak van het vlees wordt on
verpakt sneller droog, de kans dat zich
ziektekiemen vormen wordt dan kleiner
en het vlees is dan langer houdbaar.
Er zijn echter bepaalde vleessoorten
die niet onverpakt bij elkaar kunnen
worden bewaard.
Gebeurt dat wel dan dragen de vleessoorten ziektekiemen over en bederft
het vlees eerder dan nodig is.
Vochtvak / Vochtvakken
Het vochtvak heeft een regelaar waarmee u de relatieve luchtvochtigheid
kunt instellen.
Schuif daartoe de regelaar op de ge
wenste stand, waarbij
- staat voor een hoge luchtvochtig
heid,
, staat voor een lage luchtvochtigheid.
-
-
-
-
Bedenk dat er alleen dan een hoge
luchtvochtigheid kan worden bereikt en
dat deze alleen dan een gunstige in
vloed op de levensmiddelen heeft,
wanneer de levensmiddelen onverpakt
-
of luchtdoorlatend verpakt zijn.
Bij een hoge luchtvochtigheid - is
–
het vochtvak geschikt voor de opslag
-
van verse producten zoals groenten,
kropsla, kruiden, champignons, kool
en fruit.
Bij een lage luchtvochtigheid ,
–
heerst er hetzelfde klimaat als in het
droogtevak.
Haal de levensmiddelen ca. 30 - 60
minuten uit de PerfectFresh-zone
voordat u ze nuttigt.
Pas bij kamertemperatuur komen
aroma en smaak tot hun recht.
-
Is de regelaar op een hoge luchtvoch
tigheid - ingesteld, kan bij een goed
gevuld vochtvak een luchtvochtigheid
van max. 90 % worden bereikt.
De luchtvochtigheid hangt daarbij sterk
af van het soort en de hoeveelheid van
de levensmiddelen, die in het vak zijn
opgeslagen.
26
-
Het opslaan in de PerfectFresh-zone
Mogen alle levensmiddelen bij
elkaar worden opgeslagen?
Niet alle levensmiddelen kunnen samen
in één vak worden bewaard.
In de eerste plaats kunnen smaak en
geur worden overgedragen (zo nemen
wortels snel de smaak en geur van uien
aan) en in de tweede plaats zijn er le
vensmiddelen die een natuurlijk gas
(ethyleen) afscheiden, waar andere le
vensmiddelen heel gevoelig op reage
ren en daardoor veel sneller bederven.
die erg gevoelig reageren op gassen van andere groente- en fruitsoorten:
-
-
-
Broccoli, bloemkool, spruitjes, kiwi's,
mango's, honingmeloen, appels,
abrikozen, komkommer, tomaten, pe
ren, nectarines en perziken.
Voorbeeld: Appels en broccoli kun
nen niet samen in één vak worden
opgeslagen, omdat appels veel na
tuurlijk gas afscheiden en broccoli
op dit soort gas zeer gevoelig rea
geert. Broccoli is daardoor veel min
der lang houdbaar.
-
-
-
-
-
27
Het indelen van de binnenruimte
Plateaus
De plateaus kunt u in hoogte verstellen
zodat er producten van verschillende
hoogte kunnen worden neergezet /
neergelegd.
Til het plateau iets op.
^
Trek het iets naar voren.
^
Til het met de uitsparing over de
^
plateauribben heen.
Verplaats het naar boven of naar be
^
neden.
De opstaande rand die aan de achter
kant zit moet naar boven wijzen, zodat
de levensmiddelen niet met de achterwand in aanraking kunnen komen en
eraan vastvriezen.
Met stopjes wordt voorkomen dat de
plateaus er per ongeluk uit worden getrokken.
Tweedelig plateau
Wanneer u hoge producten in het ap
paraat wilt plaatsen kunt u gebruik ma
ken van een glasplateau dat uit twee
delen bestaat.
Til het voorste gedeelte iets op en
^
schuif het onder het achterste ge
deelte.
Op het plateau daaronder kunnen dan
hoge producten worden neergezet /
-
neergelegd.
Wanneer u de twee gedeelten wilt ver
-
plaatsen, doe dan het volgende.
^ Haal ze uit het apparaat.
-
-
-
-
28
^
Plaats de beide plateauhouders aan
weerszijden op de gewenste hoogte
op de plateauribben.
^
Schuif eerst het gedeelte met de op
staande rand op de houders en de
ribben, daarna het andere gedeelte.
-
Het indelen van de binnenruimte
Vakken van de PerfectFreshzone
Deze vakken zijn op telescopische ge
leiders inschuifbaar en uittrekbaar.
Ze kunnen ook helemaal uit het appa
raat worden gehaald.
Trek de vakken naar buiten en til ze
^
van de geleiders.
Schuif de geleiders daarna weer
naar binnen om beschadigingen te
vermijden.
^ Trek de platen tussen de vakken
voorzichtig iets naar voren en haal ze
uit het apparaat.
Wilt u de platen terugplaatsen,
^ til ze van onder naar boven in de
houders en schuif ze naar achteren
totdat ze vastklikken.
Wilt u de vakken weer terugzetten,
Deurvakken voor o.a. eieren en
flessen
Wilt u deze vakken verplaatsen, doe
dan het volgende.
-
Til het vak uit het roestvrijstalen
^
frame.
Schuif het frame naar boven.
^
Plaats het frame op de gewenste
^
plaats.
Let erop dat het goed vast zit.
Zet het vak weer in het frame.
^
U kunt deze vakken ook uit het frame
halen om er levensmiddelen in te leggen of er uit te halen.
U kunt ze ook met de levensmiddelen
direct op tafel zetten.
^
trek de geleiders dan helemaal naar
buiten a,
^
leg de vakken daarop.
De voorkanten van geleiders en vak
ken moeten evenwijdig lopen b.
^
Schuif de vakken naar binnen c.
-
29
Het indelen van de binnenruimte
Universeel deurvak
(Afhankelijk van het model)
In het universele deurvak kunnen le
vensmiddelen worden bewaard en ook
geserveerd.
Het universele deurvak bestaat uit een
diep vak a en een vlak vak b. Beide
vakken kunnen als losse vakken in het
roestvrijstalen frame worden geplaatst.
Wilt u het universele deurvak als serveerblad gebruiken,
^ zet het vlakke vak b dan in het roest-
vrijstalen frame en gebruik het diepe
vak a als deksel,
-
Fleshouder
(Afhankelijk van het model)
De fleshouder kunt u naar rechts of
links verschuiven.
Daardoor staan de flessen steviger als
u de deur van het apparaat opent en
sluit.
Wanneer u de fleshouder wilt schoon
maken adviseren wij u deze er hele
maal uit te halen.
Schuif de rand aan de voorkant van
^
de fleshouder naar boven en klik de
fleshouder eruit.
-
-
^
haal het universele deurvak uit de
houder
^
en zet het op tafel.
30
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Het gebruik van het diepvries
-
vak
(afhankelijk van het model)
Gebruik het diepvriesvak voor
het bewaren van diepvriesproducten;
–
het invriezen en bewaren van kleine
–
hoeveelheden verse levensmiddelen;
het bereiden van ijsblokjes en ijs.
–
Er kan maximaal 2 kg per 24 uur
worden ingevroren.
Het bewaren van diepvriesproducten
^ Wilt u diepvriesproducten bewaren,
controleer dan al vóórdat u ze koopt:
– de verpakking op eventuele bescha-
digingen;
– de uiterste houdbaarheidsdatum van
de diepvriesproducten en
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooi
de levensmiddelen niet opnieuw in.
Pas nadat u deze levensmiddelen
hebt gekookt of gebraden kunt u ze
opnieuw invriezen.
-
–
de temperatuur van de diepvrieskist
in de winkel.
Komt deze boven de -18 °C, dan zijn
de diepvriesproducten niet zo lang
houdbaar als wanneer de tempera
tuur -18 °C is.
^
Haal de diepvriesproducten uit de
diepvrieskist wanneer u alle andere
boodschappen al in uw wagentje
hebt liggen en vervoer ze in kranten
papier of in een koeltas.
^
Leg de diepvriesproducten thuis di
rect in het diepvriesvak.
-
-
-
31
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Wat gebeurt er bij het invriezen
van verse levensmiddelen?
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk tot in de kern worden ingevro
ren. Alleen zo blijven voedingswaarde,
vitaminen, vorm en smaak behouden.
Hoe langzamer de levensmiddelen in
vriezen, des meer vocht komt er uit
iedere cel vrij. Dit vocht komt in de tus
senruimten terecht.
De cellen gaan krimpen.
Wanneer de levensmiddelen ontdooien
komt slechts een deel van het vocht dat
eerder vrijkwam in de cellen terug.
Praktisch betekent dit dat de levensmiddelen veel vocht verliezen. Dat ziet
u aan de grote waterplas die zich om
de levensmiddelen vormt wanneer
deze ontdooien.
Wanneer de levensmiddelen snel helemaal invriezen, heeft het vocht minder
tijd om uit de cellen vrij te komen en in
de tussenruimten terecht te komen.
De cellen krimpen veel minder.
Wanneer de levensmiddelen ontdooien
kan de kleine hoeveelheid vocht die
vrijgekomen is naar de cellen terugke
ren. Dat betekent dat de levensmid
delen weinig vocht verliezen. Er vormt
zich slechts een kleine waterplas om de
levensmiddelen wanneer deze ontdooi
en!
-
-
-
-
-
Het invriezen en bewaren van
verse levensmiddelen
Gebruik voor het invriezen alleen verse
levensmiddelen waar geen rotte plek
ken in zitten!
Waar u daarbij op moet letten
Geschikt om in te vriezen zijn:
–
vers vlees, gevogelte, wildbraad, vis,
groenten, kruiden, vers fruit, zuivel
producten, brood en banket, kliekjes,
eigeel, eiwit en vele kant-en-klaarproducten.
– Niet geschikt om in te vriezen zijn:
druiven, kropsla, radijs, rammenas,
zure room, mayonaise, hele eieren in
de schaal, uien, hele appels en peren.
– Om kleur, smaak, aroma en vitamine
C te behouden kunt u groenten en
fruit het beste voor het invriezen
blancheren.
Breng daartoe een pan water aan de
kook, voeg het voedsel daar portie
gewijs aan toe, laat het daar 2-3 mi
nuten in liggen, haal het eruit, laat
het snel in koud water afkoelen en
laat het uitlekken.
–
Mager vlees is beter geschikt om te
worden ingevroren dan vet vlees en
kan aanmerkelijk langer worden be
waard.
-
-
-
-
-
32
–
Leg tussen koteletten, biefstukjes,
schnitzels enz. telkens een stukje
huishoudfolie. Zo voorkomt u dat
stukken vlees aan elkaar vastvriezen.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Kruid en zout verse levensmiddelen
–
en geblancheerde groente vóór het
invriezen niet.
Kruid en zout reeds bereide ge
rechten voor het invriezen slechts
licht. Sommige kruiden veranderen
de smaakintensiteit van de ge
rechten.
Laat warme gerechten en dranken
–
eerst buiten de koelkast afkoelen.
Doet u dat niet dan beginnen reeds
ingevroren levensmiddelen te ont
dooien en wordt er meer stroom ver
bruikt dan nodig is.
Het verpakken
^ Vries de levensmiddelen per portie
in.
Geschikte verpakking
- kunststof folie
- diepvrieszakken van polyethyleen
- aluminiumfolie
- diepvriesbakjes
Ongeschikte verpakking
- pakpapier
- braadpapier
- cellofaan
- afvalzakken
- gebruikte plastic zakken
-
-
Vóórdat u de verse levensmiddelen
in het diepvriesvak legt
Stel ca. 4 uur voordat u de verse le
^
vensmiddelen in het diepvriesvak
legt een lagere temperatuur in de
koelzone in (bijv. 3°C).
Zo wordt ook in het diepvriesvak een la
gere temperatuur bereikt en zo krijgen
de producten die al in het diepvriesvak
liggen een koudereserve.
-
Het inruimen
Leg de in te vriezen producten over
^
de hele breedte op de bodem van
het vriesvak, zodat ze zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren.
^ Zorg ervoor dat het materiaal waarin
de in te vriezen producten zijn verpakt droog is, zodat de producten
niet aan elkaar of aan de bodem van
het diepvriesvak vastvriezen.
Zorg ervoor dat in te vriezen levensmiddelen niet tegen reeds ingevro
ren levensmiddelen aan liggen.
Gebeurt dat wel, dan kunnen reeds
ingevroren levensmiddelen gaan
ontdooien.
-
-
-
^
Druk de lucht uit de verpakking.
^
Sluit de verpakking goed af met:
- elastiekjes
- kunststof klipjes
- touwtjes of
- koudebestendig plakband.
Zakken en diepvrieszakken van poly
ethyleen kunt u ook met een seal-ap
paraat afsluiten.
^
Doe een sticker op de verpakking
met inhoud en invriesdatum.
Na 24 uur zijn de producten ingevroren.
^
Stel na deze tijd weer een gemid
delde temperatuur in.
-
-
-
33
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Het ontdooien van ingevroren
producten
Dat kunt u doen
in de magnetron;
–
in de oven bij het verwarmingssys
–
teem "Hetelucht" of "Ontdooien";
bij kamertemperatuur;
–
in de koelzone (de koude die daarbij
–
vrijkomt kan voor het koelen van de
levensmiddelen worden gebruikt);
in de stoomoven.
–
Platte stukken vlees en vis kunnen
gedeeltelijk ontdooid in een hete braadpan worden gelegd.
Fruit kan bij kamertemperatuur zowel in
de verpakking als ook in een afgedekte
schaal ontdooien.
Groente kan in het algemeen in bevroren toestand aan kokend water worden
toegevoegd of in heet vet worden gestoofd. De kooktijd is iets korter dan bij
verse groente.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooi
de levensmiddelen niet opnieuw in.
Pas nadat u deze levensmiddelen
hebt gekookt of gebraden kunt u ze
opnieuw invriezen.
-
-
Het bereiden van ijsblokjes
Vul het bakje voor ijsblokjes voor
^
driekwart met water.
Zet het bakje op de bodem van het
^
diepvriesvak.
Wanneer het bakje is vastgevroren,
^
gebruik dan een stomp voorwerp,
bijv. een lepelsteel om het los te maken.
^ Wanneer het bakje even onder stro-
mend water wordt gehouden laten de
ijsblokjes gemakkelijk los.
Het snelkoelen van dranken
Wanneer u flessen drank in de koelkast
hebt gelegd om snel te koelen, druk
dan op de Superkoeling - toets.
Wanneer u flessen drank in het diep
vriesvak hebt gelegd om snel te koelen,
haal ze er dan na maximaal één uur
weer uit.
Doet u dat niet, dan springen ze uit el
kaar.
-
-
34
Het ontdooien van de koelkast
Het ontdooien van de koelzone
en de PerfectFresh-zone
Terwijl de koelkast in werking is, kun
nen zich aan de achterwand van de
koelzone en de PerfectFresh-zone rijp
en waterpareltjes vormen.
Deze hoeft u niet te verwijderen, want
de koelzone en de PerfectFresh-zone
worden automatisch ontdooid.
Het dooiwater loopt via het gootje voor
het dooiwater en via de afvoeropening
voor het dooiwater in het verdampings
systeem aan de achterkant van het ap
paraat.
Let erop dat het dooiwater altijd ongehinderd weg kan lopen.
Houd het gootje en de afvoeropening voor het dooiwater daarom
schoon.
-
Het ontdooien van het diep
vriesvak
Het diepvriesvak ontdooit niet automa
tisch, daar de ingevroren levensmid
delen niet mogen ontdooien.
Wanneer het diepvriesvak normaal in
gebruik is, ontstaan er na verloop van
tijd rijp en ijs op de vriesplaat. Daar
door wordt er minder kou afgegeven en
meer stroom verbruikt.
Krab de rijp- en ijslagen er niet af.
-
Doet u dat wel, dan beschadigt u de
-
vriesplaat en functioneert de koel
kast niet meer.
Ontdooi het diepvriesvak van tijd tot
tijd, echter in ieder geval zodra zich
een ca. 0,5 cm dikke ijslaag heeft gevormd.
Gebruik de gelegenheid wanneer er
weinig of geen producten in het diepvriesvak liggen.
-
-
-
-
-
Voor het ontdooien
^
Haal de ingevroren producten uit het
diepvriesvak en wikkel ze in verschil
lende lagen krantenpapier of dekens.
^
Bewaar de ingevroren producten op
een koele plaats, totdat het diepvries
vak weer klaar is voor gebruik.
-
-
35
Het ontdooien van de koelkast
Het ontdooien
Handel het ontdooien zo snel moge
lijk af. Hoe langer de ingevroren pro
ducten bij kamertemperatuur wor
den bewaard, des te korter ze houd
baar zijn.
Schakel het apparaat uit.
^
Trek de stekker uit het apparaat.
^
Laat de deur van het diepvriesvak
^
open.
U kunt het ontdooien versnellen door
een pannetje op een onderzetter met
heet (niet kokend) water in het diepvriesvak te zetten. In dat geval kan de
deur bij het ontdooien gesloten blijven,
zodat de warmte niet vrij kan komen.
Plaats wanneer u wilt ontdooien
nooit elektrische verwarmingsapparaten of kaarsen in de koelkast.
Doet u dat wel, dan raakt het kunststof beschadigd.
-
Na het ontdooien
Neem het dooiwater met een spons
^
-
-
-
op.
Reinig het apparaat en droog het.
^
Er mag geen reinigingswater in de af
voeropening voor het dooiwater te
rechtkomen.
Steek de stekker in het stopcontact.
^
Schakel de koelkast in.
^
Leg de ingevroren producten weer
^
terug in het diepvriesvak.
-
-
Gebruik geen ontdooisprays of an
dere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen
vormen, ze kunnen oplosmiddelen
of drijfgassen bevatten die het
kunststof beschadigen of ze kunnen
schadelijk zijn voor de gezondheid.
36
-
Het reinigen en onderhouden van de koelkast
Gebruik nooit zand-, soda- , zuur- of
schuurmiddelhoudende reinigings
middelen of chemische oplosmid
delen.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
"schuurmiddelvrije" schuurmiddelen,
daar deze doffe plekken veroorza
ken.
Gebruik voor het onderhoud van de
roestvrijstalen gedeelten een middel
dat daar geschikt voor is.
Dit is verkrijgbaar bij de afdeling On
derdelen van Miele Nederland B.V.
Let erop dat er geen water in de
elektronica terechtkomt.
Zorg ervoor dat er geen reinigingswater door de afvoeropening voor
het dooiwater loopt.
Gebruik geen stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met
delen van het apparaat die onder
spanning staan en zo kortsluiting
veroorzaken.
-
-
-
Vòòr het reinigen
Schakel het apparaat uit.
^
Trek de stekker uit het stopcontact.
^
Haal de te koelen producten uit de
^
koelkast en bewaar ze op een koele
plaats.
Ontdooi het diepvriesvak.
^
Haal alle toebehoren uit de koelkast
^
die kunnen worden verwijderd.
Haal de deurvakken uit het roestvrij
^
-
stalen frame.
Het reinigen van de binnenruimte en de toebehoren
^ Reinig de binnenruimte en de toebe-
horen van de koelkast minstens één
keer in de maand.
^ Gebruik daarvoor lauwwarm water
met wat reinigingsmiddel.
^ Reinig het diepvriesvak iedere keer
nadat u het heeft ontdooid.
^
Gebruik ook daarvoor lauwwarm wa
ter met wat reinigingsmiddel.
-
-
Het typeplaatje in de binnenruimte
van het apparaat mag niet worden
verwijderd.
De gegevens zijn nodig in het geval
er een storing optreedt.
^
Reinig de toebehoren met de hand.
^
Reinig het gootje en de afvoerope
ning voor het dooiwater regelmatig
met een wattenstaafje of iets derge
lijks, zodat het dooiwater altijd onge
hinderd weg kan lopen.
-
-
-
37
Het reinigen en onderhouden van de koelkast
Reinig de binnenruimte en toebeho
^
ren nog een keer met helder water en
droog alles met een doek.
Laat de deur van de koelkast en die
^
van het diepvriesvak korte tijd open
staan.
Reinig de roestvrijstalen gedeelten
^
met een middel dat daar geschikt
voor is.
Wrijf de roestvrijstalen gedeelten
^
daarna in met een middel dat ge
schikt is voor het onderhoud van
roestvrij staal.
Het is belangrijk dat dit iedere keer
na de reiniging gebeurt.
Dit middel brengt een film over het
roestvrij staal aan, waarmee wordt
voorkomen dat het weer snel vuil
wordt.
Het reinigen van de luchttoe
-
-
voer- en luchtafvoeropeningen
Reinig de luchttoevoer- en luchtaf
^
-
voeropeningen regelmatig met een
kwast of een stofzuiger.
Wanneer zich stof ophoopt wordt er on
nodig energie verbruikt.
Het reinigen van de deurdich
-
-
-
ting
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet.
Doet u dat wel, dan wordt de deurdichting in de loop van de tijd poreus.
^ Reinig de deurdichting regelmatig al-
leen met helder water en wrijf deze
daarna met een doek grondig droog.
Na het reinigen
^ Plaats alle toebehoren weer terug in
de koelkast.
38
^
Steek de stekker weer in het stopcon
tact.
^
Schakel het apparaat weer in.
^
Schakel de Superkoeling - functie in
zodat de koelkast snel koud wordt.
^
Leg de levensmiddelen weer terug in
het apparaat.
^
Sluit de deur van het diepvriesvak en
die van de koelkast.
-
Reparaties aan elektrische appara
ten mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd.
Gebeurt dit niet, dan kan de ge
bruiker grote risico’s lopen.
Wat moet u doen, wanneer...
...dekoelkast het niet doet?
Controleer of:
^
het apparaat is ingeschakeld
–
- de temperatuuraanduiding moet
branden -;
– de stekker stevig in het stopcontact
zit;
-
-
Nuttige tips
In dat geval staat het apparaat heel
lang te ronken en daalt de temperatuur
in de koelzone automatisch.
Daarom is het beter om niet meer dan 2
kg levensmiddelen ineens in te vriezen.
...dekoelkast vaker en voor langere
tijd aanslaat?
Controleer of:
^
de luchttoevoeropening beneden in
–
de sokkel of de luchtafvoeropening
boven in de koelkastombouw geblok
keerd of stoffig is;
– u de deur van de koelkast of het
deurtje van het diepvriesvak vaak
open en dicht heeft gedaan;
-
– de hoofdschakelaar van de elek-
trische huisinstallatie is ingeschakeld.
Is dit wel het geval,
^ neem dan contact op met de afdeling
Klantcontacten van Miele Nederland
B.V.
...detemperatuur in de koelzone te
laag is?
^
Stel een hogere temperatuur in.
^
Controleer of:
–
de superkoeling nog is ingeschakeld
- deze wordt na 6 uur automatisch
uitgeschakeld -;
–
het deurtje van het diepvriesvak
goed dicht zit;
–
er ineens een vrij grote hoeveelheid
verse levensmiddelen is ingevroren.
– er ineens grote hoeveelheden verse
levensmiddelen in de koelzone zijn
gelegd;
– er ineens grote hoeveelheden verse
levensmiddelen zijn ingevroren;
– de deur van de koelkast en het deur-
tje van het diepvriesvak goed dicht
zitten;
–
er zich in het diepvriesvak een vrij
dikke ijslaag bevindt.
Is dat laatste het geval,
^
ontdooi het dan.
39
Nuttige tips
...deingevroren producten begin
nen te ontdooien, doordat het in het
diepvriesvak te warm is?
Controleer of de kamertemperatuur
^
onder de klimaatklasse van het appa
raat ligt.
Is dat het geval,
verhoog dan de kamertemperatuur.
^
Wanneer de kamertemperatuur te laag
is, slaat de koelkast minder vaak aan.
Dat kan tot gevolg hebben dat het in
het vriesvak te warm wordt en dat de
ingevroren producten beginnen te ont
dooien.
...deingevroren producten vastgevroren zijn?
^ Maak de ingevroren producten met
een stomp voorwerp, bijv. met een lepelsteel los.
. . . zich in het diepvriesvak een vrij
dikke ijslaag bevindt?
-
...indetemperatuuraanduiding
streepjes knipperen?
Controleer de temperatuuraandui
^
ding ca. 6 uur nadat u het apparaat
hebt ingeschakeld.
-
Er wordt alleen dan een temperatuur
aangegeven, wanneer die ligt in het be
reik dat in de temperatuuraanduiding
mogelijk is.
...indetemperatuuraanduiding "F0"
tot en met "F5" verschijnt?
Er is sprake van een technische sto
ring.
^ Neem contact op met de afdeling
Klantcontacten van Miele Nederland
B.V.
. . een zoemer klinkt?
De deur van het apparaat staat langer
dan 60 seconden open.
^ Sluit de deur van het apparaat.
-
-
-
^
Controleer of het deurtje van het
vriesvak goed sluit.
^
Ontdooi het vriesvak en reinig het.
Door een dikke ijslaag vermindert de
koelcapaciteit waardoor het stroomver
bruik stijgt.
40
...uhetapparaat niet meer kunt uit
schakelen?
De vergrendeling is ingeschakeld.
-
-
Nuttige tips
...debinnenverlichting in de koelzo
ne het niet meer doet?
Controleer of de deur van de koelkast
^
ca. 15 minuten heeft opengestaan.
De verlichting wordt in zo’n geval auto
matisch uitgeschakeld.
Heeft de deur niet zo lang opengestaan
en doet de temperatuuraanduiding het
wel, dan is de verlichting kapot.
Neem contact op met de afdeling
^
Klantcontacten van Miele Nederland
B.V.
De LED-verlichting mag alleen door
onze technici worden gerepareerd en
vervangen.
Doet u het zelf, dan loopt u het risico
zich te verwonden of het apparaat te
beschadigen.
Mocht de afdekking zijn beschadigd
of verwijderd, let dan op!
U mag niet met optische instrumenten zoals een loep in de verlichting
kijken.
...debodem van de koelzone nat
is?
De afvoeropening voor het dooiwater is
verstopt.
Reinig het gootje en de afvoerope
^
ning voor het dooiwater.
Kunt u een storing ook met boven
genoemde tips niet verhelpen, neem
dan contact op met de afdeling
Klantcontacten van Miele Nederland
B.V.
Open als het mogelijk is de deuren
van koelkast en vriesvak niet vóórdat
de storing is verholpen.
Op deze manier houdt u het koudeverlies zo gering mogelijk.
-
-
41
Geluiden en de oorzaken ervan
Vaak voorkomende ge
Waar komen deze geluiden vandaan?
-
luiden
Brrrrr...Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wan
neer de motor aanslaat klinkt dit geluid nog iets sterker.
Blubb, blubb....Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van
de koelvloeistof die door de leidingen stroomt.
Klik....Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de
motor in- of uitschakelt.
Sssrrrrr....Dit ruisende geluid is te horen bij apparaten die over verschillen
de zones of over een no-frost-systeem beschikken en wordt ver
oorzaakt door de luchtstroming in de binnenruimte van het appa
raat.
-
Bedenk dat dit soort geluiden niet te vermijden zijn.
Geluiden die makkelijk te
verhelpen zijn
Klapperende en rammelende geluiden
Wat is de oorzaak van deze geluiden en wat kunt
u daartegen doen?
Het apparaat staat niet waterpas: Stel het apparaat met behulp
van een waterpas. Gebruik de stelvoeten onder het apparaat of
leg er iets onder.
Het apparaat komt tegen andere meubels of apparaten aan:
Schuif het apparaat een eindje weg.
Diepvriesvakken, plateaus of andere uitneembare onderde
len van het apparaat zitten niet goed op hun plaats: Zet ze
weer goed.
In het apparaat staan flessen of andere gebruiksvoorwerpen
tegen elkaar aan: Zorg ervoor dat ze niet meer tegen elkaar
aankomen.
De transportkabelhouder hangt nog aan de achterkant van
het apparaat: Verwijder de kabelhouder.
-
-
-
-
42
Afdeling Klantcontacten / Garantie
Neem bij storingen die u niet zelf kunt
verhelpen contact op met
uw Miele-handelaar
–
of
de afdeling Klantcontacten van Miele
–
Nederland B.V.
Telefoonnummer en adres van Miele
Nederland B.V. vindt u op de achterzij
de van deze gebruiksaanwijzing.
-
Geef bij het inschakelen van de afde
ling Klantcontacten altijd het type en
het nummer van het apparaat door.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Voor informatie over het Miele ServiceVerzekering Certificaat kunt u zich
wenden tot uw Miele-vakhandelaar of
de bijgevoegde folder raadplegen.
Garantietermijn en garantievoorwaarden
De garantietermijn bedraagt 2 jaar.
Voor nadere bijzonderheden over de
garantievoorwaarden kunt u bellen met
de afdeling Klantcontacten.
-
43
Elektrische aansluiting
Dit apparaat mag alleen door een er
kend elektricien op het elektriciteitsnet
worden aangesloten.
Dit apparaat is voorzien van een aan
sluitkabel en een stekker met randaar
de, geschikt voor aansluiting op 50 Hz
220 - 240 V.
Dit apparaat mag uitsluitend worden
aangesloten op een contactdoos met
randaarde.
Het is het beste wanneer de contact
doos zich naast het apparaat bevindt
en u er gemakkelijk bij kunt.
Dit apparaat mag uitsluitend op een
huisinstallatie worden aangesloten die
volgens NEN 1010 is geïnstalleerd.
De installatiegroep dient met een
10 A-zekering te worden gezekerd.
In de EU-voorschriften geeft men ter
verhoging van de veiligheid het advies
om de huisinstallatie van een aardlekschakelaar te voorzien.
-
-
-
Met verlengsnoeren kan een veilig ge
bruik van het apparaat namelijk niet
worden gewaarborgd in verband met
het gevaar voor oververhitting.
Moet er aan de aansluiting op het elek
triciteitsnet of aan de aansluitkabel iets
worden veranderd dan mag dat uitslui
tend door een erkend bedrijf gebeuren.
-
-
-
Het apparaat mag niet op omvormers
worden aangesloten die bij autonome
stroomvoorzieningen zoals zonneenergie worden gebruikt. Het is moge
lijk dat wanneer het apparaat in dat ge
val wordt ingeschakeld, het door span
ningspieken om veiligheidsredenen
weer wordt uitgeschakeld. De elektroni
ca kan beschadigd raken.
Het apparaat mag ook niet met een
energievoorkeurstekker worden ge
bruikt. Het is mogelijk dat er in dat ge
val te weinig energie naar het apparaat
wordt toegevoerd en dat componenten
in het apparaat te warm worden.
44
-
-
-
-
-
-
Een apparaat dat niet is ingebouwd
kan kantelen!
Plaats van opstelling
Kies geen plaats direct naast een for
nuis, een verwarming of in de buurt van
een raam waar de zon direct door heen
kan schijnen.
Hoe hoger de omgevingstemperatuur
is, des te langer het apparaat staat te
ronken en des te hoger het stroomver
bruik is.
Geschikt is een droge ruimte waar kan
worden geventileerd.
Klimaatklasse
Het apparaat is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse. Een klimaatklasse is een kamertemperatuurbereik waarbinnen de temperatuur zich
moet bewegen en waar deze niet boven of onder mag liggen.
De klimaatklasse van het apparaat
staat aangegeven op het typeplaatje
aan de binnenkant van uw apparaat.
-
-
Montage-instructies
Luchttoevoer en luchtafvoer
De lucht aan de achterwand van het
apparaat wordt warm.
Daarom moet de meubelombouw zoda
nig zijn geconstrueerd dat een goede
luchttoevoer en luchtafvoer gewaar
borgd zijn.
Voor de luchtafvoer moet aan de ach
terkant van het apparaat een luchtaf
voerkanaal van minstens 38 mm diepte
worden geplaatst.
De doorsnede van de luchtafvoerope
ning moet minstens 200 cm
2
zodat de warme lucht ongehinderd kan
worden afgevoerd. Is dat niet het geval,
dan moet het apparaat meer presteren,
wat meer stroom vergt.
De lucht wordt via de sokkel van het
apparaat toegevoerd.
De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen niet worden afgedekt
of geblokkeerd.
Bovendien moeten ze regelmatig
stofvrij worden gemaakt.
-
-
-
-
bedragen,
-
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
+10 °C tot +32 °C
+16 °C tot +32 °C
+16 °C tot +38 °C
+16 °C tot +43 °C
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat het apparaat voor langere
tijd afslaat.
Dat heeft weer tot gevolg dat de tempe
raturen in het apparaat te hoog zijn.
Dat kan weer tot gevolg hebben dat de
producten in het diepvriesvak (indien
aanwezig) beginnen te ontdooien.
-
45
Montage-instructies
Voordat u het apparaat in
-
bouwt
Haal de opvulstrip, de afdichtings
^
band en andere toebehoren uit het
apparaat of van de achterwand van
het apparaat.
^ Verwijder in geen geval de afstand-
houder van de achterwand van het
apparaat.
Deze zorgt voor de noodzakelijke afstand tussen de achterwand van het
apparaat en de muur.
^ Verwijder de kabelhouder van de
achterwand van het apparaat.
^ Controleer of de onderdelen aan de
achterwand van het apparaat ner
gens tegenaan kunnen komen. Buig
ze zo nodig de andere kant op.
-
-
Had uw oude apparaat een
andere scharniertechniek?
Wanneer uw oude apparaat een andere
scharniertechniek had kunt u toch de
meubeldeur gebruiken.
Verwijder in dat geval het oude beslag
van de inbouwkast. We hebben dit niet
meer nodig daar de meubeldeur op de
deur van het apparaat wordt gemon
teerd.
Alle benodigde onderdelen worden bij
gevoegd of kunnen bij de afdeling On
derdelen van Miele Nederland B.V.
worden besteld.
Roestvrijstalen front
(Afhankelijk van het model)
Heeft uw oude apparaat een andere
scharniertechniek gehad en kunt of wilt
u de oude meubeldeur niet meer gebruiken, of is uw meubeldeur om een
andere reden niet meer te gebruiken,
kunt u deze door een roestvrijstalen
front vervangen.
Het roestvrijstalen front kan bij de af
deling Onderdelen of bij de afdeling
Klantcontacten van Miele Nederland
B.V. worden besteld.
-
-
-
-
46
Inbouwmaten
Hoogte van de inbouwkast [mm]
A
K 9458 iDF1220 - 1236
K 9558 iDF1397 - 1413
K 9758 iDF (-1)1772 - 1788
47
Het instellen van de deurscharnieren
De deurscharnieren zijn vanuit de fa
briek zo ingesteld, dat de deur van het
apparaat ver open kan.
Zijn er echter redenen dat de deur niet
zo ver open mag, dan kunnen de deur
scharnieren worden aangepast en de
deuropeningshoek worden verkleind.
Wanneer de deur van het apparaat bij
voorbeeld tegen een aangrenzende
muur slaat wanneer hij opengaat, moet
de deuropeningshoek tot 90° worden
verkleind.
-
Wilt u dat de deur van het apparaat
zacht open- en dichtveert, dan moet u
de veerkracht van de deur vergroten.
Stel de deurscharnieren met de bijge
voegde inbussleutel in.
-
-
^
Plaats de bijgevoegde stiften van bo
ven in de scharnieren.
De openingshoek is nu 90°.
48
-
a De deur mag niet zo ver open:
^
Draai de inbussleutel met de klok
mee.
De scharnieren zijn nu strakker inge
steld en kunnen niet meer zo ver
open.
b De deur mag ver open:
^
Draai de inbussleutel tegen de klok
in.
-
Het veranderen van de draairichting van de deur
Het apparaat wordt geleverd met een
rechtsscharnierende deur.
Moet de deur linksscharnierend zijn,
verander dan de draairichting.
Daarvoor hebt u nodig: Torx-schroevendraaiers in verschillende
maten, een sleufschroevendraaier
en een steeksleutel.
Deur van de koelkast
Open de deur van het apparaat.
^
Draai de bevestigingsschroeven d
^
er helemaal uit en schroef ze er bo
ven en onder aan de tegenoverge
stelde kant f losjes weer in.
Voor het geval u stiften in de scharnie
ren hebt geplaatst voor het verkleinen
van de deuropeningshoek:
^ Trek de stiften uit de scharnieren.
Het losmaken van de deursluitingsdemper
^ Leg de losse deur op een stabiele
ondergrond met de buitenkant naar
beneden.
-
-
-
^
Haal de afdekkingen a, b en c er
met behulp van een sleufschroeven
draaier af.
^
Draai de bevestigingsschroeven d
een beetje los.
^
Schuif de deur van het apparaat naar
buiten en licht deze eruit e.
-
^
Schuif spanveer a met een schroe
vendraaier voorzichtig naar buiten.
De deursluitingsdemper trekt in ge
demonteerde toestand samen.
Let erop dat u zich niet bezeert.
-
-
49
Het veranderen van de draairichting van de deur
Schroef houder b eraf en verwijder
^
deursluitingsdemper c.
Maak kogelpen d met behulp van de
^
steeksleutel los en verwijder de pen.
Zet de deur van het apparaat zo neer
^
dat u de scharnieren aan de voorkant
kunt losmaken.
De scharnieren blijven geopend.
Het vastmaken van de deursluitings
demper
Leg de deur opnieuw op een stabiele
^
ondergrond met de buitenkant naar
beneden.
^ Schroef de kogelpen d van de deur-
sluitingsdemper c in het nieuwe gat.
^ Schuif spanveer a weer naar binnen.
^ Schroef houder b aan het scharnier
vast.
-
^
Draai de schroeven a eruit en sluit
de vrijgekomen gaten af met de bij
gevoegde stopjes c.
Klap de scharnieren niet samen.
Doet u dat wel, dan kunt u zich be
zeren.
^
Plaats de scharnieren diagonaal aan
de andere kant b.
^
Gebruik voor het vastschroeven van
de scharnieren een accu-schroeven
draaier.
De schroeven a zijn zelfsnijdend.
50
^
Trek de deursluitingsdemper c uit
elkaar en haak hem er in kogelpen d
-
-
in.
-
Het veranderen van de draairichting van de deur
^ Schuif de deur op de voorgemonteer-
de schroeven a en draai de schroeven stevig aan.
^ Klik de afdekkingen a, b en c
erop.
Deur van het diepvriesvak
Klap afdekking a aan de lagersteun
^
naar beneden.
Schroef lagersteun b eraf en verwij
^
der de deur van vriesvak c samen
met de lagersteun.
^ Schroef sluiting d eraf.
-
^
Plaats de stiften ter verkleining van
de deuropeningshoek altijd van bo
ven in de scharnieren.
^
Draai sluiting d 180 ° en schroef
deze er aan de andere kant weer
-
aan.
^
Zet de deur van diepvriesvak c er
aan de bovenkant weer in e en
schroef lagersteun b vast.
^
Klap de afdekking aan lagersteun a
weer dicht.
^
Sluit de vrijgekomen gaten met de
stopjes f af.
51
Het inbouwen van het apparaat
Inbouw in een scheidingswand
Alle stappen bij de montage worden
gedemonstreerd met een apparaat
met een rechtsscharnierende deur.
Hebt u een apparaat met een links
scharnierende deur, houd daar dan
bij de montage rekening mee.
Wanneer het apparaat in een schei
dingswand wordt ingebouwd, moet de
achterkant van de inbouwkast op de
plek worden afgedekt waar het appa
raat moet komen.
-
-
Voor het inbouwen van het apparaat
hebt u nodig:
een kruiskopschroevendraaier,
–
Torx-schroevendraaiers in verschil
–
lende maten
– en een inbussleutel.
-
Gewicht van de meubeldeur
Controleer voordat u de meubeldeur
monteert of deze het maximaal toelaatbare gewicht niet overschrijdt.
Maximaal gewicht
Apparaat
K 9458 iDF19
K 9558 iDF15
K 9758 iDF (-1)19
van de meubeldeur
in kg
Het stellen van de inbouwkast
^
Stel de inbouwkast voordat u het ap
paraat inbouwt heel precies met een
waterpas.
De hoeken van de kast moeten alle
maal 90° zijn, omdat de meubeldeur
anders niet precies tegen alle vier de
hoeken aanligt.
-
-
Wanneer er een meubeldeur wordt
gemonteerd die het maximaal toe
laatbare gewicht van de deur over
schrijdt, kunnen de scharnieren be
schadigd raken.
52
-
-
-
Voordat u het apparaat in
-
bouwt
^ Schuif opvulplaat a in de houder.
De bultjes moeten daarbij naar beneden wijzen.
Het inbouwen van het apparaat
Open de deur van het apparaat.
^
^ Klik de opvulplaat met de bultjes in
de sleutelgaten.
^ Zorg ervoor dat de aansluitkabel zo
komt te liggen dat het apparaat mak
kelijk kan worden aangesloten nadat
het is ingebouwd.
^
Schuif het apparaat voor tweederde
in de inbouwkast.
Let er daarbij op dat de aansluitkabel
niet ergens tussen beklemd raakt.
Alleen bij meubelwanden van 16 mm
dik:
^
Klik de afstandsstukken b op de
scharnieren vast.
^ Verwijder de afdekking c die in de
hoek aan de bovenkant zit met behulp van een sleufschroevendraaier.
-
^
Plaats afdekking d op bevestigings
haak e.
^
Maak bevestigingshaak e met de
schroeven f (M5 x 15) aan de bo
venkant van het apparaat vast.
-
-
53
Het inbouwen van het apparaat
Het inbouwen van het apparaat
^ Plaats afdekking g op bevestigings-
haak h.
^ Maak bevestigingshaak h met de
schroeven i (M5 x 15) aan de onderkant van het apparaat vast.
^ Trek de beschermfolie van afdich-
tingsband j af.
^ Plak de afdichtingsband parallel aan
de voorkant en wel aan die kant waar
de deur wordt geopend.
Houd de afdichtingsband daarbij te
gen de onderkant van de bovenste
afdekking d en knip de band
2-3mmboven de onderste beves
tigingshaak h af.
^
Schuif het apparaat zover in de in
bouwkast, totdat de afdekkingen d
en g evenwijdig lopen met de zij
wand van de inbouwkast.
-
– Wanneer de wand 16 mm dik is,
–
-
-
^
moeten de afstandstukken boven en
onder tegen de voorkant van de
wand van de inbouwkast a aanko
men.
Wanneer de wand 19 mm dik is,
moet de voorkant van de scharnieren
boven en onder evenwijdig lopen
met de voorkant van de zijwand van
de inbouwkast b.
Controleer nog eens, of de afdek
kingen op de bevestigingshaken aan
de boven- en onderkant evenwijdig
lopen met de voorkant van de zij
wand van de inbouwkast d.
-
-
-
54
Het inbouwen van het apparaat
Zo wordt over de hele breedte tussen
het apparaat en de voorkant van de zij
wanden van de kast een afstand aan
gehouden van 42 mm.
Bij meubels met deurelementen zoals
deurbeslagen, deurstuiters en stoot
blokjes moet rekening worden gehou
den met de afmetingen van deze ele
menten, zodat ook hier over de hele
voorkant een afstand van 42 mm wordt
aangehouden.
Trek het apparaat naar voren en wel
^
zover als de extra afmeting van de
deurelementen.
De scharnieren en afdekkingen steken
nu naar buiten.
Tip: Verwijder de deurelementen. Ook
dan kunt u er zeker van zijn dat de
meubeldeur parallel loopt met de meubeldeuren daarnaast.
Wordt er tussen het apparaat en de
voorkant van de zijwanden van de
kast geen afstand van 42 mm aan
gehouden, gaat de deur misschien
niet goed dicht.
Dat kan ertoe leiden dat zich ijs of
condenswater vormt en dat er sto
ringen optreden in de werking van
het apparaat.
-
-
-
-
-
-
Het vastmaken van het appa
-
raat in de inbouwkast
^ Druk het apparaat met de kant waar
de scharnieren zitten tegen de wand
van de inbouwkast.
Verbind het apparaat boven en onder
met de inbouwkast en wel door het volgende te doen.
^
Draai de lange spaanplaatschroeven
a (4 x 20 mm) boven en onder door
de scharnierlussen.
-
^
Stel het apparaat aan beide kanten
via de stelvoeten met de bijgevoegde
steeksleutel c.
55
Het inbouwen van het apparaat
^
^
^
Breek het uitstekende gedeelte van
de onderste afdekking e af.
Dit hebt u niet meer nodig.
Plaats afdekking g op de onderste
bevestigingshaak c.
Sluit de deur van het apparaat.
^ Draai de schroeven b die aan de
bevestigingshaken c aan de bovenen onderkant zitten een beetje los.
^ Schuif de bevestigingshaken c tot
aan de meubelwand en draai de
schroeven b weer vast.
^
Maak de bevestigingshaken c met
de schroeven d aan de meubelwand
vast.
Boor de gaten in de meubelwand
indien nodig voor.
^
Breek het uitstekende gedeelte van
de bovenste afdekking e af en
plaats de afdekking omgedraaid op
de bovenste bevestigingshaak c.
Het monteren van de meubel
deur
^
Stel de afstand tussen de deur van
het apparaat en de bevestigingstra
verse in op 8 mm a.
^
Schuif de montagehulpstukken b ter
hoogte van de meubeldeur.
Daarbij moet de onderkant van de
haken X van de montagehulpstukken
zich op gelijke hoogte bevinden als
de bovenrand - van de te monteren
meubeldeur.
-
-
^
Plaats de langere afdekking f op de
bovenste bevestigingshaak c.
56
^
Schroef de moeren c eraf en haal
bevestigingstraverse d er samen
met de montagehulpstukken af.
Het inbouwen van het apparaat
^ Teken met een potlood een middellijn
op de binnenkant van de meubeldeur.
^ Hang bevestigingstraverse d met de
montagehulpstukken op de binnen-kant van de meubeldeur.
Stel de bevestigingstraverse precies
in het midden.
^
Maak de bevestigingstraverse met
minstens 6 korte spaanplaatschroe
ven e (4 x 14 mm) vast.
Gebruik bij cassettedeuren slechts 4
schroeven aan de rand.
^
Trek de montagehulpstukken naar
boven en trek ze eruit f.
^
Draai de montagehulpstukken en
steek ze helemaal in de middelste
gleuven van bevestigingstraverse g.
-
^ Hang de meubeldeur op de stel-
schroeven h.
^ Draai de moeren c losjes op de stel-
schroeven.
^ Sluit de deur en controleer de af-
stand van de deur tot de meubeldeuren daarnaast.
^ Stel de meubeldeur ten opzichte van
de meubeldeuren daarnaast.
Het stellen aan de zijkanten:
de juiste afstand X krijgt u door de
meubeldeur te verschuiven.
Het stellen in de hoogte:
de juiste afstand Y krijgt u door met
een sleufschroevendraaier aan de
stelschroeven h te draaien.
^
Draai de moeren c stevig aan.
57
Het inbouwen van het apparaat
Het vastschroeven van de deur van
het apparaat aan de meubeldeur
^ Schroef bevestigingshaak a met de
zeskantige schroef b op de voorgeboorde gaten in de deur van het apparaat.
^ Let erop dat de beide metalen ran-
den c (symbool II) evenwijdig lopen.
Stel tussen meubeldeur en de kast
^
ruimte aan de voorkant een lucht
spleet van 2 mm in door de meubel
deur te verschuiven.
^ Sluit de deur.
Stel ze in lijn met de meubeldeuren
daarnaast.
-
-
-
^
Boor de bevestigingspunten d vòòr
en draai er de schroeven e
(4 x 14 mm) in.
^
Schroef bij een grote meubeldeur of
een deur die uit verschillende ge
deelten bestaat een tweede paar be
vestigingshaken a in het handvatge
deelte van de deur vast.
Gebruik daarvoor de voorgeboorde
gaten in de deur van het apparaat.
^
Stel de meubeldeur in de diepte met
afstand Z:
Draai de schroeven f aan de boven
kant van de deur van het apparaat en
draai de schroef g aan de beves
tigingshaak aan de onderkant los.
58
^
Draai de moeren h aan de deur van
het apparaat vast.
Houd de stelschroef i daarbij met
een sleufschroevendraaier vast.
-
^
Opvulplaat j mag niet uitsteken
-
maar moet volledig in de inbouwkast
-
verdwijnen.
^
Draai alle schroeven nog eens stevig
aan.
-
-
Het inbouwen van het apparaat
^ Zet de afdekplaatjes erop.
U kunt er zeker van zijn dat het apparaat goed is ingebouwd, als:
– de deur van het apparaat goed sluit;
– de deur van het apparaat niet tegen
de kast aan komt;
– de dichting in de hoek aan de bo-
venkant waar het handvat zit stevig
zit.
Controle
^
Leg een zaklamp in het apparaat en
doe de deur van het apparaat dicht.
^
Doe het licht in het vertrek uit.
^
Controleer of het licht in het apparaat
aan de zijkanten naar buiten dringt.
Is dat het geval,
^
neem dan alle montagestappen weer
één voor één door.
59
Wijzigingen voorbehouden / 0609
K 9458 iDF, K 9558 iDF, K 9758 iDF (-1)
M.-Nr. 07 470 561 / 00
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.