Miele K 9552 iD-1, K 9752 iD-1 User Manual [nl]

Montage- en gebruiksaanwijzing
Koelkast met DynaCool K 9552 iD (-1) K 9752 iD (-1)
Lees in elk geval de ge­bruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BE
M.-Nr. 07 925 740
Inhoud
Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Hoe kunt u energie besparen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Toestel in- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Vergrendeling ....................................................13
Bij langdurige afwezigheid ..........................................13
De juiste temperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
...indekoelzone .................................................14
Temperatuur in de koelzone instellen ..................................14
Mogelijke instelwaarden voor de temperatuur .........................15
Temperatuurindicator ..............................................15
Lichtsterkte van de temperatuurindicator.............................15
Superkoel en DynaCool gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
De functie Superkoel ...............................................17
DynaCool m .....................................................17
De koelzone goed gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Verschillende koelgedeelten .........................................19
Levensmiddelen die zeker niet gekoeld mogen worden....................20
Waarop moet u letten wanneer u levensmiddelen koopt ...................20
Levensmiddelen juist bewaren .......................................20
Fruit en groenten................................................20
Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen ..................21
Levensmiddelen die rijk zijn aan eiwitten .............................21
Vlees .........................................................21
De binnenruimte indelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
De legplaten verplaatsen............................................22
Tweedelige legplaat ...............................................22
Opdienset / flessenrek verplaatsen ....................................23
De flessenhouder verschuiven .......................................24
Automatisch ontdooien. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Binnenruimte, toebehoren ...........................................27
Openingen voor luchttoevoer en -afvoer ................................28
Deurdichting .....................................................28
2
Inhoud
Wat gedaan als...?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Waar bepaalde geluiden vandaan komen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Technische Dienst van Miele/garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Montagerichtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Opstelplaats......................................................34
Klimaatklasse ..................................................34
Ventilatie ........................................................34
Voor u het toestel inbouwt ...........................................35
Maakte het oude toestel gebruik van een andere scharniertechniek? .........35
Roestvrijstalen voorzijde ..........................................36
Inbouwafmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
De deurscharnieren instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
De draairichting van de deur veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Toesteldeur ......................................................39
Het toestel inbouwen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Gewicht van de meubeldeur .........................................42
Inbouw in een scheidingswand .......................................42
De meubeldeur monteren ...........................................46
3
Beschrijving van het toestel
a Controlelampje van de vergrendeling
b Toets aan/uit
c Temperatuurindicator koelzone
d Insteltoetsen temperatuur (+ voor
warmer; - voor kouder)
e Superkoeling-toets en
controlelampje
f DynaCool-toets (dynamische
koeling) en controlelampje
4
Beschrijving van het toestel
a Ventilator voor dynamische koeling
(DynaCool)
b Flessenrek*
c Legplaat
d Gootje en afvoeropening voor het
dooiwater
e Fruit- en groentebakken *
f Boter- en kaasvak
g Eierhouder / opdienschaal
h Binnenverlichting
i Universele box*
j Flessenrek
k Flessenhouder
* volgens het model
5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
­volledig gebruikt voor de toekomstige
­recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
-
Als u vragen heeft omtrent het af­danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van de compressor geen schade oplopen voordat het toestel terdege wordt geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid del uit het koelcircuit of olie uit de com pressor in het milieu terechtkomt.
Zorg er ook voor dat het toestel kinder veilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
6
-
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge schreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toe stel.
Voor u het toestel in gebruik neemt, moet u de gebruiksaanwijzing aan dachtig lezen. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, de installatie, het gebruik en het on derhoud van uw toestel. Dat is vei liger voor uzelf en u voorkomt scha de aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Het toestel is bedoeld voor gebruik
~
in het huishouden en gelijkaardige om­gevingen zoals
-
-
-
-
-
toestel voor andere doeleinden werd gebruikt of verkeerd werd bediend.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan
­kennis niet in staat zijn om het toestel
veilig te bedienen, mogen dit toestel niet zonder het toezicht of de aanwij zingen van een verantwoordelijk iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
Kinderen mogen het toestel alleen
~
maar gebruiken wanneer hen de bedie ning ervan zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moe­ten de eventuele risico’s van een foutie­ve bediening kunnen beseffen.
Let op kinderen die in de buurt van
~
het toestel komen. Laat kinderen niet met het toestel spelen.
-
-
in winkels, kantoren en gelijkaardige werkomgevingen,
op boerderijen
door klanten in hotels, motels, bed-and-breakfasts en andere typische woonomgevingen.
Gebruik het toestel uitsluitend in het huishouden voor het koelen en bewa ren van levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa brikant is niet aansprakelijk voor scha de die werd veroorzaakt doordat het
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Vóórdat u de koelkast opstelt, con
~
troleert u het toestel op zichtbare scha de. Een beschadigde koelkast mag u niet opstellen en in gebruik nemen.
Dit toestel bevat het koelmiddel iso
~
butaan (R600a), een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het is niet schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect. Het gebruik van dit mi lieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel een lichte verhoging van het werkingsgeluid. Naast de werkingsgeluiden van de compressor kunnen er stromingsgeluiden in het vol­ledige koelcircuit voorkomen. Dat is jammer genoeg niet te vermijden, maar heeft geen invloed op de prestaties van het toestel. Let er bij het transporteren en het op­stellen van het toestel op dat geen en­kel onderdeel van het koelcircuit be­schadigd raakt. Wegspattend koelmid del kan tot oogletsels leiden! Bij beschadiging:
- Vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- verlucht het vertrek waarin het toestel staat enkele minuten lang en
- verwittig de Technische
Dienst van Miele.
-
-
Hoe meer koelmiddel er in een toe
~
stel zit, hoe groter de ruimte moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij
­een eventueel lek kan er in een te
kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
-
minstens 1 m heid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toestel.
Voordat u het toestel aansluit, dient
~
u eerst de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet te vergelij ken. Die gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel. Vraag bij twijfel in­lichtingen aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit toe-
~
stel is alleen dan gewaarborgd als u het op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem aansluit. Het is heel belangrijk dat aan deze funda-
-
mentele veiligheidsvoorwaarde is vol daan. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektri cien controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk ge steld worden voor schade die werd ver oorzaakt doordat de aardleiding onder broken was of gewoon ontbrak (bijv. elektrische schokken).
Als het aansluitsnoer beschadigd is,
~
laat het dan vervangen door een vak man die door Miele erkend is. Zo ver mijdt u risico’s voor wie het toestel ge bruikt.
3
groot zijn. De hoeveel
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Een veilige werking van het toestel
~
is alleen dan gewaarborgd als het toe stel overeenkomstig de gebruiksaanwij zing gemonteerd en aangesloten werd.
Als u dit toestel niet op een vaste
~
plaats installeert, laat dit karwei dan en kel uitvoeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
Installatiewerken, onderhouds
~
werken en reparaties mogen alleen door gekwalificeerde vakmensen wor den uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of reparatiewerken kunnen er voor de ge­bruiker aanzienlijke risico’s ontstaan waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Het toestel is pas stroomloos indien
~
aan een van deze voorwaarden werd voldaan:
– De stekker van het toestel is uitge-
trokken. Trek daarbij niet aan het snoer, wel aan de stekker.
De zekering op uw elektrische instal latie is uitgeschakeld.
De schroefzekering van de elek trische installatie is helemaal uitge draaid.
Gebruik geen verlengsnoeren om
~
het toestel aan te sluiten op het elektri citeitsnet. Die bieden niet voldoende veiligheids garanties. Er bestaat onder meer gevaar voor oververhitting.
-
-
-
-
-
-
-
Efficiënt gebruik
Bewaar geen explosieve stoffen en
~
­geen producten met brandbare drijf
gassen (bijv. spuitbussen) in het toe stel. Als de thermostaat wordt inge schakeld, kunnen er vonken ontstaan.
­Die kunnen ontvlambare mengsels tot ontploffing brengen.
Gebruik geen elektrische toestellen
~
in het toestel (bijv. om softijs te ma ken). Er kunnen vonken ontstaan. Ont ploffingsgevaar!
Plaats dranken met een hoog alco
~
holpercentage enkel rechtop en goed afgesloten in de koelzone. Ontploffingsgevaar!
Als u levensmiddelen eet die te lang
~
bewaard werden, bestaat er gevaar voor voedselvergiftiging. De bewaarduur is afhankelijk van di­verse factoren, zoals de versheid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden be­waard. Hou rekening met de bewaartips en de houdbaarheidsdata van de fabrikant van de levensmid delen.
­Gebruik geen voorwerpen met een
~
scherpe punt of rand om
rijm- en ijslagen te verwijderen,
vastgevroren levensmiddelen los te wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het toe stel niet meer correct.
-
-
-
-
-
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik geen ontdooisprays of an
~
dere producten om te ontdooien. Die kunnen immers explosieve gassen vormen, bevatten mogelijk oplos- of drijfmiddelen die de kunststof aantas ten of zijn mogelijk schadelijk voor de gezondheid.
Behandel de deurdichting niet met
~
olie of vet. Daardoor wordt de deur dichting na verloop van tijd poreus.
Als u in het toestel of in de deur vet-
~
of oliehoudende levensmiddelen be waart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen. Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat die barst of scheurt.
Dek de luchttoevoeropeningen in de
~
sokkel en de afvoeropening boven in de behuizing van de koelkast niet af. Als die openingen afgedekt zijn, kan er geen goede luchtcirculatie plaatsvin­den. Het stroomverbruik stijgt en scha de aan onderdelen kan niet worden uit gesloten.
Het toestel is geconstrueerd voor
~
een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens gerespecteerd moeten worden. De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje aan de bin nenzijde van het toestel. Een lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de koelkast gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aanhou den.
-
-
-
-
-
Gebruik in geen geval een stoomrei
~
niger om het toestel te reinigen. Stoom kan in aanraking komen met on derdelen van het toestel die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken.
Wat met een afgedankte koel kast?
Vernietig het knip- of vergrendelslot
~
van uw oud toestel als u het toestel af dankt. Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zich in het toestel opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het
~
koelcircuit, bijv. door
– koelmiddelkanalen van de verdam-
per open te prikken;
– buizen te knikken;
– oppervlaktecoatings weg te krassen.
Als er koelmiddel uit spuit, kan dat oogletsels veroorzaken.
-
-
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
-
-
-
-
-
10
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruik Verhoogd energieverbruik
Opstellen In een verluchte ruimte. In een gesloten, niet verluchte ruimte.
Beschermd tegen rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwar mingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van ongeveer 20 °C.
Dek de ventilatieopeningen niet af. Verwijder regelmatig het stof van de ventilatieopeningen.
Temperatuurinstelling Thermostaat op basis van "circa-getallen" (regeling in niveaus)
Temperatuurinstelling Thermostaat op basis van graden (digitaal display)
Gebruik Laat de schuifladen, legplaten en
Ontdooien Ontdooi de vrieszone bij een ijslaag
Bij een gemiddelde instelling van 2 tot 3.
Bewaarzone van 8 tot 12 °C
Koelzone 4 tot 5 °C
PerfectFresch-zone ongeveer 0 °C
Vrieszone -18 °C
Wijnbewaarzone van 10 tot 12 °C
rekken zoals ze waren toen het toe­stel werd geleverd.
Open de deur altijd zo kort mogelijk. De deur vaak en langdurig openen
Schik de levensmiddelen in het toe stel.
Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het toestel afkoelen.
Plaats levensmiddelen goed verpakt of goed afgedekt in het toestel.
Leg ingevroren producten in de koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de lucht kan circuleren.
van 0,5 cm.
Bij rechtstreekse zonnestralen.
Naast een warmtebron
­(verwarmingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevingstempera tuur.
Bij een hoge instelling: Hoe lager de temperatuur in de zone, hoe hoger het energiever bruik!
Bij toestellen met een winterschake­ling moet u erop letten dat die scha­kelaar bij omgevingstemperaturen boven 16 °C of 18 °C uitgeschakeld is!
= koudeverlies
-
Als u lang moet zoeken, blijft de deur lang openstaan.
Warme gerechten doen de com pressor langdurig werken (het toe stel probeert te koelen).
Wanneer vloeistoffen in de koelzone verdampen en condenseren, leidt dat tot verlies van het koelvermo gen.
Een ijslaag vermindert de over dracht van de koude aan de in te vriezen levensmiddelen en doet het energieverbruik stijgen!
-
-
-
-
-
-
11
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Laat het toestel na het transport ca. 1/2 tot 1 uur staan voor u het aansluit. Dit is zeer belangrijk voor de latere werking!
Beschermfolie
Als beveiliging tijdens het transport zijn de roestvrijstalen randen en houders van een beschermfolie voorzien.
Trek de beschermfolie van de roest
^
vrijstalen randen.
Onderhoud en reiniging
^ Wrijf de roestvrijstalen oppervlakken,
direct nadat u de beschermfolie ver­wijderd hebt, met het bijgeleverde Miele-onderhoudsmiddel voor roest­vrij staal in.
Belangrijk! Telkens als u het Miele-onderhoudsmiddel voor roestvrij staal aanbrengt, brengt u een water­en vuilafstotende beschermende film aan!
Het toestel inschakelen
Druk op de toets aan/uit.
^
De temperatuurindicator gaat aan, het toestel begint te koelen en de binnen verlichting schakelt in als de deur wordt geopend.
Om zeker te zijn dat de temperatuur
­laag genoeg is, dient u het toestel en
kele uren te laten voorkoelen voordat u voor het eerst levensmiddelen in het toestel plaatst.
Het toestel uitschakelen
^ Druk op de toets aan/uit tot de tem-
peratuurindicator uitgaat.
De koeling is uitgeschakeld. (Als dit niet het geval is, is de vergrendeling ingeschakeld!)
-
-
^
Reinig de binnenruimte en het toebe horen. Gebruik daarvoor lauw water. Wrijf daarna alles droog met een doek.
12
-
Toestel in- en uitschakelen
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u het toestel beveiligen, zodat het niet ongewenst wordt uitgeschakeld.
Vergrendeling in-/uitschakelen
Hou de Superkoeling-toets geduren
^
de ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje van de Superkoeling-toets knippert en op de temperatuurindicator knippert
^ Druk nogmaals op de Superkoeling-
toets.
Op de indicator ziet u
;.
;.
Na ca. 2 minuten schakelt de elektro nische besturing op de normale wer king over.
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd niet gebruikt:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw
­zekeringenkast uit,
maak het toestel schoon en
^
^ laat de toesteldeur op een kier staan
om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige af­wezigheid wordt uitgeschakeld maar niet gereinigd, bestaat er gevaar voor schimmelvorming als de deur gesloten blijft.
-
-
-
^ Door op de toetsen voor het instellen
van de temperatuur te drukken, kunt u nu kiezen tussen
0: de vergrendeling is uitgeschakeld, 1: de vergrendeling is ingeschakeld.
^
Druk op de Superkoeling-toets om de instelling op te slaan.
Als de vergrendeling ingeschakeld is, brandt het vergrendelingcontrolelampje
X.
^
Beëindig de instelmodus door op de toets aan/uit te drukken.
; 0 en ; 1:
13
De juiste temperatuur
De juiste temperatuurinstelling is zeer belangrijk voor het bewaren van levens middelen. De levensmiddelen bederven snel ten gevolge van micro
-organismen, wat door de juiste be waartemperatuur kan worden verhinderd of vertraagd. De tempera tuur beïnvloedt de groeisnelheid van de micro-organismen. Hoe lager de tem peratuur, hoe langzamer dit proces ver loopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeur opent,
– naar gelang de hoeveelheid levens-
middelen die u bewaart,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is. Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens gerespecteerd moeten worden.
-
-
-
-
Temperatuur in de koelzone
-
instellen
De temperatuur in de koelzone kunt u instellen met de twee toetsen onder de temperatuurindicator.
Door het indrukken van de
-
toets + : stijgt de temperatuur toets - : daalt de temperatuur
Tijdens het instellen wordt de insteltemperatuur knipperend aangege­ven.
Volgende wijzigingen zijn in de tempe­ratuurindicator merkbaar als u op de toetsen drukt:
– Eén keer drukken: De laatst
gewenste temperatuurwaarde
wordt knipperend aangegeven.
– Telkens als u nogmaals drukt:
De temperatuurwaarde verandert in stappen van 1 °C.
...indekoelzone
In de koelzone wordt een koeltempera tuur van 4°Caanbevolen.
14
Toets ingedrukt houden: de tempera tuurwaarde wijzigt ononderbroken.
­Ongeveer 5 seconden nadat u de
laatste keer op de toets heeft gedrukt, geeft de temperatuurindicator automa tisch de gemiddelde, effectieve tem peratuurwaarde aan die momenteel in de koelzone heerst.
-
-
-
De juiste temperatuur
Als u de temperatuur heeft gewijzigd, controleert u de temperatuurindicator
na ca. 6 uur als er weinig voedsel in het toestel zit en na ca. 24 uur als het toestel volledig gevuld is. Pas dan is
de effectieve temperatuur ingesteld. Als de temperatuur na die tijd nog te hoog of te laag is, stelt u de temperatuur op nieuw in.
Mogelijke instelwaarden voor de temperatuur
De temperatuur kan als volgt worden ingesteld: van 2 °C tot 9 °C.
Het bereiken van de laagste tempera­tuur is afhankelijk van de opstelplaats en van de omgevingstemperatuur. Bij een hoge omgevingstemperatuur kan de laagste temperatuur niet altijd wor­den bereikt.
-
Temperatuurindicator
Lichtsterkte van de temperatuur indicator
De lichtsterkte van de temperatuurindi cator is bij levering van het toestel inge steld op laag. Zodra de deur wordt ge opend, een instelling wordt gewijzigd of een alarmtoestand heerst, brandt de temperatuurindicator gedurende ca. 1 minuut met de maximumlichtsterkte.
U kunt de lichtsterkte van de tempera tuurindicator wijzigen:
^ Hou de Superkoeling-toets geduren-
de ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje van de Superkoeling-toets knippert en op de temperatuurindicator knippert
-
-
;.
-
-
-
De temperatuurindicator in het bedie­ningspaneel toont bij een normale wer king de gemiddelde temperatuur in de koelzone van het toestel.
Als de temperatuur in het toestel niet binnen het mogelijke temperatuurbereik ligt, branden in de temperatuurindicator alleen streepjes.
-
^
Druk enkele keren op een van de toetsen voor het instellen van de tem peratuur, tot op de indicator weergegeven.
^
Druk nogmaals op de Superkoeling-toets.
Op de indicator ziet u
^
Door op de toetsen voor het instellen van de temperatuur te drukken, kunt u nu de lichtsterkte van de indicator wijzigen. U kunt kiezen uit de stan den 1 tot 5:
1: minimale lichtsterkte, 5: maximale lichtsterkte.
^.
-
^ wordt
-
15
De juiste temperatuur
Druk op de Superkoeling-toets om de
^
instelling op te slaan.
Beëindig de instelmodus door op de
^
toets aan/uit te drukken.
Na ca. 2 minuten schakelt de elektro nische besturing op de normale wer king over.
-
-
16
Loading...
+ 36 hidden pages