Koelkast
met DynaCool
K 9552 iD (-1)
K 9752 iD (-1)
Lees in elk geval de gebruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan uw toestel.
Gewicht van de meubeldeur .........................................42
Inbouw in een scheidingswand .......................................42
De meubeldeur monteren ...........................................46
3
Beschrijving van het toestel
a Controlelampje van de vergrendeling
b Toets aan/uit
c Temperatuurindicator koelzone
d Insteltoetsen temperatuur (+ voor
warmer; - voor kouder)
e Superkoeling-toets en
controlelampje
f DynaCool-toets (dynamische
koeling) en controlelampje
4
Beschrijving van het toestel
a Ventilator voor dynamische koeling
(DynaCool)
b Flessenrek*
c Legplaat
d Gootje en afvoeropening voor het
dooiwater
e Fruit- en groentebakken *
f Boter- en kaasvak
g Eierhouder / opdienschaal
h Binnenverlichting
i Universele box*
j Flessenrek
k Flessenhouder
* volgens het model
5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
-
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
–
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
del uit het koelcircuit of olie uit de com
pressor in het milieu terechtkomt.
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
6
-
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Door ondeskundig gebruik kunnen
gebruikers echter letsel oplopen en
kan er schade optreden aan het toe
stel.
Voor u het toestel in gebruik neemt,
moet u de gebruiksaanwijzing aan
dachtig lezen. U vindt er belangrijke
opmerkingen omtrent uw veiligheid,
de installatie, het gebruik en het on
derhoud van uw toestel. Dat is vei
liger voor uzelf en u voorkomt scha
de aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en
geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Het toestel is bedoeld voor gebruik
~
in het huishouden en gelijkaardige omgevingen zoals
-
-
-
-
-
toestel voor andere doeleinden werd
gebruikt of verkeerd werd bediend.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
of hun onervarenheid of gebrek aan
kennis niet in staat zijn om het toestel
veilig te bedienen, mogen dit toestel
niet zonder het toezicht of de aanwij
zingen van een verantwoordelijk
iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
Kinderen mogen het toestel alleen
~
maar gebruiken wanneer hen de bedie
ning ervan zo uitgelegd is dat ze het
veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico’s van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Let op kinderen die in de buurt van
~
het toestel komen. Laat kinderen niet
met het toestel spelen.
-
-
–
in winkels, kantoren en gelijkaardige
werkomgevingen,
–
op boerderijen
–
door klanten in hotels, motels,
bed-and-breakfasts en andere
typische woonomgevingen.
Gebruik het toestel uitsluitend in het
huishouden voor het koelen en bewa
ren van levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is niet
toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa
brikant is niet aansprakelijk voor scha
de die werd veroorzaakt doordat het
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Vóórdat u de koelkast opstelt, con
~
troleert u het toestel op zichtbare scha
de.
Een beschadigde koelkast mag u niet
opstellen en in gebruik nemen.
Dit toestel bevat het koelmiddel iso
~
butaan (R600a), een natuurlijk gas dat
het milieu weinig belast, maar wel
brandbaar is. Het is niet schadelijk voor
de ozonlaag en draagt niet bij tot het
broeikaseffect. Het gebruik van dit mi
lieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt
wel een lichte verhoging van het
werkingsgeluid. Naast de
werkingsgeluiden van de compressor
kunnen er stromingsgeluiden in het volledige koelcircuit voorkomen. Dat is
jammer genoeg niet te vermijden, maar
heeft geen invloed op de prestaties van
het toestel.
Let er bij het transporteren en het opstellen van het toestel op dat geen enkel onderdeel van het koelcircuit beschadigd raakt. Wegspattend koelmid
del kan tot oogletsels leiden!
Bij beschadiging:
- Vermijd open vuur of
ontstekingsbronnen,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- verlucht het vertrek waarin het toestel
staat enkele minuten lang
en
- verwittig de Technische
Dienst van Miele.
-
-
Hoe meer koelmiddel er in een toe
~
stel zit, hoe groter de ruimte moet zijn
waarin het toestel wordt opgesteld. Bij
een eventueel lek kan er in een te
kleine ruimte een brandbaar mengsel
van gas en lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
-
minstens 1 m
heid koelmiddel is aangegeven op het
typeplaatje in het toestel.
Voordat u het toestel aansluit, dient
~
u eerst de aansluitgegevens (spanning
en frequentie) op het typeplaatje met
die van het elektriciteitsnet te vergelij
ken.
Die gegevens dienen absoluut overeen
te stemmen. Anders treedt er schade
op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit toe-
~
stel is alleen dan gewaarborgd als u
het op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd aardsysteem aansluit. Het
is heel belangrijk dat aan deze funda-
-
mentele veiligheidsvoorwaarde is vol
daan. Laat de elektrische installatie in
uw woning bij twijfel door een elektri
cien controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk ge
steld worden voor schade die werd ver
oorzaakt doordat de aardleiding onder
broken was of gewoon ontbrak (bijv.
elektrische schokken).
Als het aansluitsnoer beschadigd is,
~
laat het dan vervangen door een vak
man die door Miele erkend is. Zo ver
mijdt u risico’s voor wie het toestel ge
bruikt.
3
groot zijn. De hoeveel
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Een veilige werking van het toestel
~
is alleen dan gewaarborgd als het toe
stel overeenkomstig de gebruiksaanwij
zing gemonteerd en aangesloten werd.
Als u dit toestel niet op een vaste
~
plaats installeert, laat dit karwei dan en
kel uitvoeren door vakmensen. Die
moeten ervoor zorgen dat u het toestel
veilig kunt gebruiken.
Installatiewerken, onderhouds
~
werken en reparaties mogen alleen
door gekwalificeerde vakmensen wor
den uitgevoerd.
Door ondeskundig uitgevoerde
installatie-, onderhouds- of
reparatiewerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico’s ontstaan
waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk
kan worden gesteld.
Het toestel is pas stroomloos indien
~
aan een van deze voorwaarden werd
voldaan:
– De stekker van het toestel is uitge-
trokken.
Trek daarbij niet aan het snoer, wel
aan de stekker.
–
De zekering op uw elektrische instal
latie is uitgeschakeld.
–
De schroefzekering van de elek
trische installatie is helemaal uitge
draaid.
Gebruik geen verlengsnoeren om
~
het toestel aan te sluiten op het elektri
citeitsnet.
Die bieden niet voldoende veiligheids
garanties.
Er bestaat onder meer gevaar voor
oververhitting.
-
-
-
-
-
-
-
Efficiënt gebruik
Bewaar geen explosieve stoffen en
~
geen producten met brandbare drijf
gassen (bijv. spuitbussen) in het toe
stel. Als de thermostaat wordt inge
schakeld, kunnen er vonken ontstaan.
Die kunnen ontvlambare mengsels tot
ontploffing brengen.
Gebruik geen elektrische toestellen
~
in het toestel (bijv. om softijs te ma
ken). Er kunnen vonken ontstaan. Ont
ploffingsgevaar!
Plaats dranken met een hoog alco
~
holpercentage enkel rechtop en goed
afgesloten in de koelzone.
Ontploffingsgevaar!
Als u levensmiddelen eet die te lang
~
bewaard werden, bestaat er gevaar
voor voedselvergiftiging.
De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de versheid en
kwaliteit van de levensmiddelen en de
temperatuur waarop ze worden bewaard. Hou rekening met de
bewaartips en de houdbaarheidsdata
van de fabrikant van de levensmid
delen.
Gebruik geen voorwerpen met een
~
scherpe punt of rand om
–
rijm- en ijslagen te verwijderen,
–
vastgevroren levensmiddelen los te
wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de
koelelementen en functioneert het toe
stel niet meer correct.
-
-
-
-
-
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik geen ontdooisprays of an
~
dere producten om te ontdooien.
Die kunnen immers explosieve gassen
vormen, bevatten mogelijk oplos- of
drijfmiddelen die de kunststof aantas
ten of zijn mogelijk schadelijk voor de
gezondheid.
Behandel de deurdichting niet met
~
olie of vet. Daardoor wordt de deur
dichting na verloop van tijd poreus.
Als u in het toestel of in de deur vet-
~
of oliehoudende levensmiddelen be
waart, dient u ervoor te zorgen dat
eventueel uitlopend vet of uitlopende
olie niet in contact komt met de
kunststofonderdelen.
Er kunnen spanningsscheuren in de
kunststof ontstaan, zodat die barst of
scheurt.
Dek de luchttoevoeropeningen in de
~
sokkel en de afvoeropening boven in
de behuizing van de koelkast niet af.
Als die openingen afgedekt zijn, kan er
geen goede luchtcirculatie plaatsvinden. Het stroomverbruik stijgt en scha
de aan onderdelen kan niet worden uit
gesloten.
Het toestel is geconstrueerd voor
~
een bepaalde klimaatklasse (bereik van
de kamertemperatuur) waarvan de
onder- en bovengrens gerespecteerd
moeten worden. De klimaatklasse is
vermeld op het typeplaatje aan de bin
nenzijde van het toestel.
Een lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de koelkast gedurende een
lange tijd stilstaat, zodat het toestel de
vereiste temperatuur niet kan aanhou
den.
-
-
-
-
-
Gebruik in geen geval een stoomrei
~
niger om het toestel te reinigen.
Stoom kan in aanraking komen met on
derdelen van het toestel die onder
spanning staan en zo een kortsluiting
veroorzaken.
Wat met een afgedankte koel
kast?
Vernietig het knip- of vergrendelslot
~
van uw oud toestel als u het toestel af
dankt.
Op die manier voorkomt u dat spelende
kinderen zich in het toestel opsluiten,
wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het
~
koelcircuit, bijv. door
– koelmiddelkanalen van de verdam-
per open te prikken;
– buizen te knikken;
– oppervlaktecoatings weg te krassen.
Als er koelmiddel uit spuit, kan dat
oogletsels veroorzaken.
-
-
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.
-
-
-
-
-
10
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruikVerhoogd energieverbruik
OpstellenIn een verluchte ruimte.In een gesloten, niet verluchte ruimte.
Beschermd tegen rechtstreekse
zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwar
mingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van
ongeveer 20 °C.
Dek de ventilatieopeningen niet af.
Verwijder regelmatig het stof van de
ventilatieopeningen.
Temperatuurinstelling
Thermostaat op basis
van "circa-getallen"
(regeling in niveaus)
Temperatuurinstelling
Thermostaat op basis
van graden
(digitaal display)
GebruikLaat de schuifladen, legplaten en
OntdooienOntdooi de vrieszone bij een ijslaag
Bij een gemiddelde instelling
van 2 tot 3.
Bewaarzone van 8 tot 12 °C
Koelzone 4 tot 5 °C
PerfectFresch-zone ongeveer 0 °C
Vrieszone -18 °C
Wijnbewaarzone van 10 tot 12 °C
rekken zoals ze waren toen het toestel werd geleverd.
Open de deur altijd zo kort mogelijk. De deur vaak en langdurig openen
Schik de levensmiddelen in het toe
stel.
Laat warme gerechten en dranken
eerst buiten het toestel afkoelen.
Plaats levensmiddelen goed verpakt
of goed afgedekt in het toestel.
Leg ingevroren producten in de
koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de
lucht kan circuleren.
van 0,5 cm.
Bij rechtstreekse zonnestralen.
Naast een warmtebron
(verwarmingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevingstempera
tuur.
Bij een hoge instelling:
Hoe lager de temperatuur in de
zone, hoe hoger het energiever
bruik!
Bij toestellen met een winterschakeling moet u erop letten dat die schakelaar bij omgevingstemperaturen
boven 16 °C of 18 °C uitgeschakeld
is!
= koudeverlies
-
Als u lang moet zoeken, blijft de
deur lang openstaan.
Warme gerechten doen de com
pressor langdurig werken (het toe
stel probeert te koelen).
Wanneer vloeistoffen in de koelzone
verdampen en condenseren, leidt
dat tot verlies van het koelvermo
gen.
Een ijslaag vermindert de over
dracht van de koude aan de in te
vriezen levensmiddelen en doet het
energieverbruik stijgen!
-
-
-
-
-
-
11
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Laat het toestel na het transport
ca. 1/2 tot 1 uur staan voor u het
aansluit. Dit is zeer belangrijk voor
de latere werking!
Beschermfolie
Als beveiliging tijdens het transport zijn
de roestvrijstalen randen en houders
van een beschermfolie voorzien.
Trek de beschermfolie van de roest
^
vrijstalen randen.
Onderhoud en reiniging
^ Wrijf de roestvrijstalen oppervlakken,
direct nadat u de beschermfolie verwijderd hebt, met het bijgeleverde
Miele-onderhoudsmiddel voor roestvrij staal in.
Belangrijk! Telkens als u het
Miele-onderhoudsmiddel voor roestvrij
staal aanbrengt, brengt u een wateren vuilafstotende beschermende film
aan!
Het toestel inschakelen
Druk op de toets aan/uit.
^
De temperatuurindicator gaat aan, het
toestel begint te koelen en de binnen
verlichting schakelt in als de deur wordt
geopend.
Om zeker te zijn dat de temperatuur
laag genoeg is, dient u het toestel en
kele uren te laten voorkoelen voordat u
voor het eerst levensmiddelen in het
toestel plaatst.
Het toestel uitschakelen
^ Druk op de toets aan/uit tot de tem-
peratuurindicator uitgaat.
De koeling is uitgeschakeld. (Als dit
niet het geval is, is de vergrendeling
ingeschakeld!)
-
-
^
Reinig de binnenruimte en het toebe
horen. Gebruik daarvoor lauw water.
Wrijf daarna alles droog met een
doek.
12
-
Toestel in- en uitschakelen
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u het toestel
beveiligen, zodat het niet ongewenst
wordt uitgeschakeld.
Vergrendeling in-/uitschakelen
Hou de Superkoeling-toets geduren
^
de ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje van de
Superkoeling-toets knippert en op de
temperatuurindicator knippert
^ Druk nogmaals op de Superkoeling-
toets.
Op de indicator ziet u
;.
;.
Na ca. 2 minuten schakelt de elektro
nische besturing op de normale wer
king over.
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw
zekeringenkast uit,
maak het toestel schoon en
^
^ laat de toesteldeur op een kier staan
om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwezigheid wordt uitgeschakeld maar
niet gereinigd, bestaat er gevaar
voor schimmelvorming als de deur
gesloten blijft.
-
-
-
^ Door op de toetsen voor het instellen
van de temperatuur te drukken, kunt
u nu kiezen tussen
0: de vergrendeling is uitgeschakeld,
1: de vergrendeling is ingeschakeld.
^
Druk op de Superkoeling-toets om de
instelling op te slaan.
Als de vergrendeling ingeschakeld is,
brandt het vergrendelingcontrolelampje
X.
^
Beëindig de instelmodus door op de
toets aan/uit te drukken.
; 0 en ; 1:
13
De juiste temperatuur
De juiste temperatuurinstelling is zeer
belangrijk voor het bewaren van levens
middelen. De levensmiddelen
bederven snel ten gevolge van micro
-organismen, wat door de juiste be
waartemperatuur kan worden
verhinderd of vertraagd. De tempera
tuur beïnvloedt de groeisnelheid van de
micro-organismen. Hoe lager de tem
peratuur, hoe langzamer dit proces ver
loopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
–
de toesteldeur opent,
– naar gelang de hoeveelheid levens-
middelen die u bewaart,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is.
Het toestel is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse (bereik
van de kamertemperatuur) waarvan
de onder- en bovengrens
gerespecteerd moeten worden.
-
-
-
-
Temperatuur in de koelzone
-
instellen
De temperatuur in de koelzone kunt u
instellen met de twee toetsen onder de
temperatuurindicator.
Door het indrukken van de
-
toets + : stijgt de temperatuur
toets - :daalt de temperatuur
Tijdens het instellen wordt de
insteltemperatuur knipperend aangegeven.
Volgende wijzigingen zijn in de temperatuurindicator merkbaar als u op de
toetsen drukt:
– Eén keer drukken: De laatst
gewenste temperatuurwaarde
wordt knipperend aangegeven.
– Telkens als u nogmaals drukt:
De temperatuurwaarde verandert in
stappen van 1 °C.
...indekoelzone
In de koelzone wordt een koeltempera
tuur van 4°Caanbevolen.
14
–
Toets ingedrukt houden: de tempera
tuurwaarde wijzigt ononderbroken.
Ongeveer 5 seconden nadat u de
laatste keer op de toets heeft gedrukt,
geeft de temperatuurindicator automa
tisch de gemiddelde, effectieve tem
peratuurwaarde aan die momenteel in
de koelzone heerst.
-
-
-
De juiste temperatuur
Als u de temperatuur heeft gewijzigd,
controleert u de temperatuurindicator
na ca. 6 uur als er weinig voedsel in
het toestel zit en na ca. 24 uur als het
toestel volledig gevuld is. Pas dan is
de effectieve temperatuur ingesteld. Als
de temperatuur na die tijd nog te hoog
of te laag is, stelt u de temperatuur op
nieuw in.
Mogelijke instelwaarden voor de
temperatuur
De temperatuur kan als volgt worden
ingesteld:
van 2 °C tot 9 °C.
Het bereiken van de laagste temperatuur is afhankelijk van de opstelplaats
en van de omgevingstemperatuur. Bij
een hoge omgevingstemperatuur kan
de laagste temperatuur niet altijd worden bereikt.
-
Temperatuurindicator
Lichtsterkte van de temperatuur
indicator
De lichtsterkte van de temperatuurindi
cator is bij levering van het toestel inge
steld op laag. Zodra de deur wordt ge
opend, een instelling wordt gewijzigd of
een alarmtoestand heerst, brandt de
temperatuurindicator gedurende ca. 1
minuut met de maximumlichtsterkte.
U kunt de lichtsterkte van de tempera
tuurindicator wijzigen:
^ Hou de Superkoeling-toets geduren-
de ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje van de
Superkoeling-toets knippert en op de
temperatuurindicator knippert
-
-
;.
-
-
-
De temperatuurindicator in het bedieningspaneel toont bij een normale wer
king de gemiddelde temperatuur in de
koelzone van het toestel.
Als de temperatuur in het toestel niet
binnen het mogelijke temperatuurbereik
ligt, branden in de temperatuurindicator
alleen streepjes.
-
^
Druk enkele keren op een van de
toetsen voor het instellen van de tem
peratuur, tot op de indicator
weergegeven.
^
Druk nogmaals op de
Superkoeling-toets.
Op de indicator ziet u
^
Door op de toetsen voor het instellen
van de temperatuur te drukken, kunt
u nu de lichtsterkte van de indicator
wijzigen. U kunt kiezen uit de stan
den 1 tot 5: