Koelkast met vriesvak,
PerfectFresh-zone
en DynaCool
K 9458 iDF-4
K 9558 iDF-4
K 9758 iDF-4
Lees in elk geval de gebruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en
u voorkomt schade aan het toestel.
nl-BE
M.-Nr. 09 020 820
Page 2
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................5
Deur van het vriesvak ..............................................54
Het toestel inbouwen..............................................55
Gewicht van de meubeldeur .........................................55
Inbouw in een scheidingswand .......................................55
De meubeldeur monteren ...........................................59
Page 5
Beschrijving van het toestel
a Controlelampje van de vergrendeling
b Aan-uittoets
c Temperatuurdisplay voor de koelzo
ne
-
d Temperatuurtoetsen (+ voor warmer;
- voor kouder)
e Toets voor "Super koelen" en
waarschuwingscontrolelampje
f Uitschakeltoets voor het waarschu
wingssignaal
-
5
Page 6
Beschrijving van het toestel
a Vriesvak
b Ventilator
c Flessenrek*
d Legplaat
e Droog vak van de PerfectFresh-zone
f Vochtvakken van de PerfectFresh
-zone
(afhankelijk van het model slechts 1
vochtvak)
6
-
g Boter- en kaasvak
h Eierhouder/opdienset
i Universele box*
j Binnenverlichting
k Gootje en
afvoeropening voor het dooiwater
l Flessenrek
m Flessenhouder*
n Regelaar voor het instellen van de
luchtvochtigheid in de vochtvakken
(afhankelijk van het model slechts 1
vochtvak)
* afhankelijk van het model
Page 7
Mits toeslag verkrijgbaar
toebehoren
Flessenrek
(afhankelijk van het model)
Dit flessenrek is via de Service After
Sales van Miele of bij een Miele-handelaar te koop.
Beschrijving van het toestel
7
Page 8
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
-
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
del uit het koelcircuit of olie uit de com
pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
8
-
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Door ondeskundig gebruik kunnen
gebruikers echter letsel oplopen en
kan er schade optreden aan het toe
stel.
Voor u het toestel in gebruik neemt,
moet u de gebruiksaanwijzing aan
dachtig lezen. U vindt er belangrijke
opmerkingen omtrent uw veiligheid,
de installatie, het gebruik en het on
derhoud van uw toestel. Dat is vei
liger voor uzelf en u voorkomt scha
de aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en
geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Het toestel is uitsluitend bedoeld
~
voor gebruik in het huishouden en
gelijkaardige omgevingen zoals
–
in winkels, kantoren en gelijkaardige
werkomgevingen
Gebruik voor andere doeleinden is niet
-
-
toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa
brikant is niet aansprakelijk voor scha
de die werd veroorzaakt doordat het
toestel voor andere doeleinden werd
-
gebruikt of verkeerd werd bediend.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
of hun onervarenheid of gebrek aan
kennis niet in staat zijn om het toestel
veilig te bedienen, mogen dit toestel al
leen onder het toezicht of de
begeleiding van een verantwoordelijk
iemand gebruiken.
-
-
-
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen mogen het toestel alleen
~
maar gebruiken wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze het
veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Hou kinderen die in de buurt van het
~
toestel komen in het oog. Laat kinderen
niet met het toestel spelen.
–
op boerderijen
–
door klanten in hotels, motels,
bed-and-breakfasts en andere
typische woonomgevingen.
Gebruik het toestel uitsluitend voor
huishoudelijke doeleinden: om levens
middelen te koelen en te bewaren, om
diepvriesproducten te bewaren, om
verse levensmiddelen in te vriezen en
om ijsblokjes te maken.
-
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt
~
geplaatst, of het zichtbaar beschadigd is.
Is dat het geval, neem het dan in geen
geval in gebruik.
Een beschadigd toestel kan uw veiligheid
in gevaar brengen!
Is de aansluitkabel beschadigd, laat
~
deze dan vervangen door een vakman of
vakvrouw die door Miele erkend is. Zo
vermijdt u risico's voor wie het toestel ge
bruikt.
Dit toestel bevat het koelmiddel iso
~
butaan (R600a), een natuurlijk gas dat
het milieu weinig belast, maar wel
brandbaar is. Het is niet schadelijk voor
de ozonlaag en draagt niet bij tot het
broeikaseffect. Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt
wel een lichte verhoging van het
werkingsgeluid. Naast
werkingsgeluiden van de compressor
kunnen er ook stromingsgeluiden te horen zijn die afkomstig zijn van het
koelcircuit. Dat is jammer genoeg niet
te vermijden, maar heeft geen invloed
op de prestaties van het toestel.
Let er bij het transporteren en het op
stellen van het toestel op dat geen en
kel onderdeel van het koelcircuit be
schadigd raakt. Wegspattend koelmid
del kan tot oogletsels leiden!
Bij beschadiging:
- vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- verlucht het vertrek waarin het toestel
staat gedurende enkele minuten, en
- neem contact op met de dienst
Herstellingen aan huis van Miele.
-
-
-
Hoe meer koelmiddel er in een toe
~
stel zit, hoe groter de ruimte moet zijn
waarin het toestel wordt opgesteld. Bij
een eventueel lek kan er in een te
kleine ruimte een brandbaar mengsel
van gas en lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
minstens 1 m
heid koelmiddel is aangegeven op het
typeplaatje in het toestel.
Een veilige werking van het toestel
~
is alleen dan gewaarborgd als het toe
stel overeenkomstig de gebruiksaanwij
-
zing gemonteerd en aangesloten werd.
Voor u het toestel aansluit, moet u
~
eerst de aansluitgegevens (spanning
en frequentie) op het typeplaatje vergelijken met die van uw elektrische installatie.
Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel. Vraag bij twijfel
inlichtingen aan een elektricien.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen verlengkabels of
stopcontactenblokken om het toestel
aan te sluiten. Die bieden niet voldoen
de veiligheidsgaranties. Er bestaat on
der andere gevaar voor oververhitting.
-
3
groot zijn. De hoeveel
-
-
-
-
-
-
10
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De elektrische veiligheid van het
~
toestel is alleen gewaarborgd als het
wordt aangesloten op een volgens de
voorschriften geïnstalleerd aardsys
teem. Het is heel belangrijk dat aan
deze fundamentele veiligheidsvoor
waarde is voldaan. Laat de elektrische
installatie in uw woning in geval van
twijfel door een elektricien controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk ge
steld worden voor schade die werd ver
oorzaakt doordat de aardleiding onder
broken was of gewoon ontbrak. Er be
staat in dat geval onder andere gevaar
voor elektrische schokken.
Installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die
door de fabrikant erkend zijn.
Door ondeskundig uitgevoerde
installatie-, onderhouds- of
herstellingswerken kunnen er voor de
gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan
waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk
kan worden gesteld.
-
-
-
-
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken moet het toestel van
het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn.
Het toestel is pas stroomloos indien aan
een van deze voorwaarden werd vol
daan:
De stekker van het toestel is uitge
–
trokken.
Trek daarbij niet aan de kabel, wel
aan de stekker.
De desbetreffende zekering in de
–
zekeringenkast is uitgeschakeld.
Laat defecte onderdelen enkel
~
vervangen door originele
Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u
zeker dat ze ten volle voldoen aan de
eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Als u het toestel niet op een vaste
~
plaats installeert laat dit karwei dan enkel uitvoeren door vakmensen. Die
moeten ervoor zorgen dat u het toestel
veilig kunt gebruiken.
-
-
Laat u het toestel tijdens de ga
~
rantieperiode herstellen, dan mag dat
enkel gebeuren door een technicus die
door de fabrikant erkend is. Anders is
er bij schade achteraf geen aanspraak
meer op garantie.
-
11
Page 12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Bewaar geen explosieve stoffen of
~
producten met brandbare drijfgassen
(bijv. spuitbussen) in het toestel. Als de
thermostaat wordt ingeschakeld, kun
nen er vonken ontstaan. Die kunnen
ontvlambare mengsels tot ontploffing
brengen.
Gebruik geen elektrische toestellen
~
in het toestel (bijv. om softijs te ma
ken). Er kunnen vonken ontstaan. Ont
ploffingsgevaar!
Plaats dranken met een hoog alco
~
holpercentage enkel rechtop en goed
afgesloten in de koelzone.
Ontploffingsgevaar!
Raak bevroren levensmiddelen niet
~
met natte handen aan. Uw handen zouden kunnen vastvriezen. U kunt zich
verwonden!
Steek nooit ijsblokjes en ijslolly's,
~
met name waterijsjes, in de mond wanneer u ze net uit het vriesvak hebt gehaald.
Door de zeer lage temperatuur van het
ijs kunnen uw lippen of tong vastvrie
zen. U kunt zich verwonden!
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le
~
vensmiddelen mogen niet opnieuw wor
den ingevroren.
Verbruik deze levensmiddelen zo snel
mogelijk, want de levensmiddelen ver
liezen hun voedingswaarde en beder
ven. Ontdooide levensmiddelen kunt u
opnieuw invriezen nadat u ze hebt ge
kookt of gebraden.
-
-
-
-
-
-
-
-
Bewaar in het vriesvak geen blikjes
~
en flessen met koolzuurhoudende
dranken of vloeistoffen die kunnen be
vriezen. De blikjes of flessen kunnen uit
elkaar springen.
U kunt zich verwonden en er kan scha
de ontstaan.
Als u flessen snel in het vriesvak
~
wenst te koelen, moet u ze uiterlijk na
1 uur weer uit het vriesvak halen. De
flessen kunnen ontploffen. U kunt zich
verwonden en er kan schade ontstaan.
Als u levensmiddelen eet die te lang
~
bewaard werden, bestaat er gevaar
voor voedselvergiftiging.
De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de versheid en
kwaliteit van de levensmiddelen en de
temperatuur waarop ze worden bewaard. Hou rekening met de
bewaartips en de houdbaarheidsdata
van de fabrikant van de levensmiddelen.
Gebruik geen voorwerpen met een
~
scherpe punt of rand om
–
rijm- en ijslagen te verwijderen,
–
vastgevroren bakjes voor ijsblokjes
en levensmiddelen los te wrikken.
-
-
Als u dat doet, beschadigt u de
koelelementen en functioneert het toe
stel niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwar
~
mingstoestellen of kaarsen in het toe
stel om het te ontdooien.
De kunststof zou beschadigd raken.
-
-
-
-
-
12
Page 13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik geen ontdooisprays of
~
producten om ijs te verwijderen.
Die kunnen immers explosieve gassen
vormen en kunnen oplosmiddelen of
drijfgassen bevatten die de kunststof
aantasten. Ook zijn ze mogelijk schade
lijk voor de gezondheid.
Behandel de deurdichting niet met
~
olie of vet.
Daardoor wordt de deurdichting na ver
loop van tijd poreus.
Als u in het toestel of in de deur vet-
~
of oliehoudende levensmiddelen be
waart, dient u ervoor te zorgen dat
eventueel uitlopend vet of uitlopende
olie niet in contact komt met de
kunststofonderdelen.
Er kunnen spanningsscheuren in de
kunststof ontstaan, zodat die barst of
scheurt.
Dek de luchttoevoeropening in de
~
sokkel en de luchtafvoeropening boven
in de ombouwkast niet af.
Als die openingen afgedekt zijn, kan er
geen goede luchtcirculatie plaatsvin
den. Het stroomverbruik stijgt en scha
de aan onderdelen kan niet worden uit
gesloten.
Het toestel is geconstrueerd voor
~
een bepaalde klimaatklasse (bereik van
de kamertemperatuur) waarvan de
onder- en bovengrens moeten worden
gerespecteerd. De klimaatklasse staat
vermeld op het typeplaatje dat binnen
in het toestel aangebracht is.
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
een lange tijd stilstaat, zodat het toestel
de vereiste temperatuur niet kan aan
houden.
-
-
-
-
Gebruik voor het ontdooien en reini
~
gen van het toestel in geen geval een
stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met on
derdelen van het toestel die onder
spanning staan en zo een kortsluiting
veroorzaken.
Wat met een afgedankt toe
stel?
-
Vernietig het knip- of vergrendelslot
~
van uw toestel wanneer u het afdankt.
Op die manier voorkomt u dat spelende
kinderen zich in het toestel opsluiten,
wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het
~
koelcircuit, bijv. door
– koelmiddelkanalen van het
verdampsysteem open te prikken,
– buizen te knikken,
– oppervlaktecoatings weg te krassen.
Als er koelmiddel uit spuit, kan dat
oogletsels veroorzaken.
-
-
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.
-
-
-
13
Page 14
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruikVerhoogd energieverbruik
OpstellenIn een verluchte ruimte.In een gesloten, niet verluchte ruimte.
Beschermd tegen rechtstreekse
zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwar
mingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van
ongeveer 20 °C.
Dek de ventilatieopeningen niet af.
Verwijder regelmatig het stof van de
ventilatieopeningen.
Temperatuurinstelling
Thermostaat op basis
van "circa-getallen"
(regeling in niveaus)
Temperatuurinstelling
Thermostaat op basis
van graden
(digitaal display)
GebruikLaat de schuifladen, legplaten en
OntdooienOntdooi de vrieszone bij een ijslaag
Bij een gemiddelde instelling
van 2 tot 3.
Bewaarzone van 8 tot 12 °C
Koelzone 4 tot 5 °C
PerfectFresch-zone ongeveer 0 °C
Vrieszone -18 °C
Wijnbewaarzone van 10 tot 12 °C
rekken zoals ze waren toen het toestel werd geleverd.
Open de deur altijd zo kort mogelijk. De deur vaak en langdurig openen
Schik de levensmiddelen in het toe
stel.
Laat warme gerechten en dranken
eerst buiten het toestel afkoelen.
Plaats levensmiddelen goed verpakt
of goed afgedekt in het toestel.
Leg ingevroren producten in de
koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de
lucht kan circuleren.
van 0,5 cm.
Bij rechtstreekse zonnestralen.
Naast een warmtebron
(verwarmingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevingstempera
tuur.
Bij een hoge instelling:
Hoe lager de temperatuur in de
zone, hoe hoger het energiever
bruik!
Bij toestellen met een winterschakeling moet u erop letten dat die schakelaar bij omgevingstemperaturen
boven 16 °C of 18 °C uitgeschakeld
is!
= koudeverlies
-
Als u lang moet zoeken, blijft de
deur lang openstaan.
Warme gerechten doen de com
pressor langdurig werken (het toe
stel probeert te koelen).
Wanneer vloeistoffen in de koelzone
verdampen en condenseren, leidt
dat tot verlies van het koelvermo
gen.
Een ijslaag vermindert de over
dracht van de koude aan de in te
vriezen levensmiddelen en doet het
energieverbruik stijgen!
-
-
-
-
-
-
14
Page 15
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Laat het toestel na het transport
ca. 1/2 tot 1 uur staan voor u het
aansluit. Dit is zeer belangrijk voor
de latere werking!
Beschermfolie
Als beveiliging tijdens het transport zijn
de roestvrijstalen randen en houders
van een beschermfolie voorzien.
Trek de beschermfolie van de roest
^
vrijstalen randen.
Onderhoud en reiniging
^ Wrijf de roestvrijstalen oppervlakken,
direct nadat u de beschermfolie verwijderd hebt, met het bijgeleverde
Miele-onderhoudsmiddel voor roestvrij staal in.
Belangrijk! Telkens als u het
Miele-onderhoudsmiddel voor roestvrij
staal aanbrengt, brengt u een wateren vuilafstotende beschermende film
aan!
Toestel inschakelen
Druk op de aan-uittoets.
^
Het temperatuurdisplay licht op, het
toestel begint te koelen en de binnen
verlichting schakelt in als de deur wordt
geopend.
Om zeker te zijn dat de temperatuur
laag genoeg is, dient u het toestel en
kele uren te laten voorkoelen voordat u
voor het eerst levensmiddelen in het
toestel plaatst.
Toestel uitschakelen
^ Druk op de aan-uittoets tot het tem-
peratuurdisplay uitgaat.
De koeling is uitgeschakeld. (Als dit
niet het geval is, is de vergrendeling
ingeschakeld!)
-
-
^
Reinig de binnenruimte en het toebe
horen. Gebruik daarvoor lauw water.
Wrijf daarna alles droog met een
doek.
-
15
Page 16
Toestel in- en uitschakelen
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u het toestel
beveiligen, zodat het niet ongewenst
wordt uitgeschakeld.
Vergrendeling in-/uitschakelen
Hou de toets voor "Super koelen" ge
^
durende ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje van de toets voor
"Super koelen" knippert en op het temperatuurdisplay knippert een
^ Druk nogmaals op de toets voor "Su-
per koelen".
Op het temperatuurdisplay brandt
constant.
;.
;
Druk op de aan-uittoets om de
^
instelmodus af te sluiten.
Doet u dat niet, dan schakelt de elek
tronische besturing na ca. 2 minuten
automatisch over op de normale
modus.
-
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
^ schakel het toestel uit,
^ trek de stekker uit of schakel de des-
betreffende zekering in uw
zekeringenkast uit,
^ ontdooi het vriesvak,
^ reinig het toestel en
-
^
Door op de temperatuurtoetsen te
drukken, kunt u nu kiezen tussen
en
; 1:
0: de vergrendeling is uitgeschakeld,
1: de vergrendeling is ingeschakeld.
^
Druk op de toets voor "Super koelen"
om de instelling op te slaan.
Als de vergrendeling ingeschakeld is,
brandt het controlelampje van de ver
grendeling
16
X.
; 0
^ laat de toesteldeur op een kier staan
om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwe
zigheid wordt uitgeschakeld maar
niet gereinigd, bestaat er gevaar
voor schimmelvorming als de deur
gesloten blijft.
-
-
Page 17
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is
een juiste temperatuurinstelling zeer
belangrijk. Levensmiddelen bederven
snel ten gevolge van micro-organis
men. Door de juiste bewaartemperatuur
te gebruiken kan dit proces echter wor
den voorkomen of vertraagd. De tem
peratuur beïnvloedt de groeisnelheid
van de micro-organismen. Hoe lager de
temperatuur, hoe langzamer dit proces
verloopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
–
de toesteldeur opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is.
Het toestel is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse (bereik
van de kamertemperatuur) waarvan
de onder- en bovengrens moeten
worden gerespecteerd.
-
-
...indekoelzone en in de
Perfect-Fresh-zone
Automatische
temperatuurverdeling
(DynaCool)
Als de koeling inschakelt, schakelt het
toestel automatisch ook de ventilator in.
Op die manier wordt de koelte gelijk
matig verdeeld in de koelzone, zodat
de levensmiddelen allemaal ongeveer
op dezelfde temperatuur worden ge
koeld.
...inhetvriesvak
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en ze langdurig te bewaren, is een temperatuur van -18 °C vereist. Bij die temperatuur komt de groei van micro-organismen in hoge mate tot stilstand. Zodra de temperatuur boven -10 °C stijgt,
begint de ontbinding door de micro-organismen. De levensmiddelen kunnen
dan minder lang worden bewaard.
Daarom mogen geheel of gedeeltelijk
ontdooide levensmiddelen pas opnieuw
worden ingevroren nadat u ze hebt verwerkt (door ze te koken of braden).
Door de hoge temperaturen worden de
meeste micro-organismen gedood.
-
-
Voor de koelzone raden we een
koeltemperatuur van 4°Caan.
In de PerfectFresh-zone wordt de tem
peratuur automatisch geregeld en vari
eert deze van 0tot3°C.
-
-
17
Page 18
De juiste temperatuur
Temperatuur in de koelzone
instellen
De temperatuur in de koelzone kunt u
instellen met de twee toetsen onder het
temperatuurdisplay.
Bij een temperatuur van 4°C in de
koelzone heerst er in het vriesvak
een gemiddelde temperatuur van
ca. -18 °C.
Door te drukken op de
toets + : stelt u een hogere temperatuur
in
toets - : stelt u een lagere temperatuur
in
Tijdens het instellen wordt de
insteltemperatuur knipperend weergegeven.
ratuur aan die dan in de koelzone
heerst.
Als u de temperatuur hebt gewijzigd,
controleert u het temperatuurdisplay na
ca. 6 uur als er weinig voedsel in het
toestel zit en na ca. 24 uur als het
toestel volledig gevuld is. Pas dan is
de gekozen temperatuur werkelijk inge
steld. Als de temperatuur na die tijd te
hoog of te laag is, stelt u een andere
temperatuur in.
Mogelijke temperatuurinstellingen
De temperatuur kan als volgt worden
ingesteld:
van 4 °C tot 9 °C.
Het bereiken van de laagste temperatuur is afhankelijk van de opstelplaats
en van de omgevingstemperatuur. Bij
een hoge omgevingstemperatuur kan
de laagste temperatuur niet altijd worden bereikt.
-
Volgende wijzigingen zijn op het tem
peratuurdisplay merkbaar als u op de
temperatuurtoetsen drukt:
–
Eén keer drukken: de laatst gekozentemperatuurwaarde wordt knippe
rend weergegeven.
–
Telkens als u nogmaals drukt:
De temperatuurwaarde wijzigt in
stappen van 1 °C.
–
Vinger laten rusten op de toets: De
temperatuurwaarde wijzigt
ononderbroken.
Ongeveer 5 seconden nadat u de
laatste keer op de toets hebt gedrukt,
geeft het temperatuurdisplay automa
tisch de gemiddelde effectieve tempe
18
-
-
-
-
Page 19
Temperatuur in de
PerfectFresh-zone instellen
In de PerfectFresh-zone wordt de tem
peratuur automatisch tussen 0 en 3 °C
gehouden. Als u het toch warmer of
kouder wenst, omdat u bijv. vis wenst te
bewaren, dan kunt u de temperatuur
lichtjes wijzigen.
Hou de toets voor "Super koelen" ge
^
durende ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje van de toets voor
"Super koelen" knippert en op het temperatuurdisplay knippert een
;.
-
De juiste temperatuur
De voorinstelling van de tempera
tuur in de PerfectFresh-zone is
Bij een instelling van
worden eventueel temperaturen on
der nul bereikt. Levensmiddelen
kunnen bevriezen!
Druk op de toets voor "Super koelen"
^
om de instelling op te slaan.
-
^ Druk op de aan-uittoets om de
instelmodus af te sluiten.
Doet u dat niet, dan schakelt de elektronische besturing na ca. 2 minuten
automatisch over op de normale
modus.
= 1 tot = 4
-
= 5.
-
^ Druk enkele keren op een van de
temperatuurtoetsen, tot op het display een
nogmaals op de toets voor "Super
koelen".
Op het display ziet u een
^
Door op de temperatuurtoetsen te
drukken, kunt u nu de temperatuur in
de PerfectFresh-zone wijzigen. U
kunt kiezen uit de standen 1 tot 9:
1: laagste temperatuur,
9: hoogste temperatuur.
= wordt weergegeven. Druk
=.
Temperatuurdisplay
Het temperatuurdisplay op het bedieningspaneel toont bij een normale werking de gemiddelde temperatuur in de
koelzone.
Valt de temperatuur buiten het moge
lijke bereik van het temperatuurdisplay,
dan knipperen er daarin streepjes.
-
19
Page 20
De juiste temperatuur
Lichtsterkte van het temperatuur
display
De lichtsterkte van het temperatuurdis
play is bij levering van het toestel inge
steld op laag. Zodra de deur wordt ge
opend, een instelling wordt gewijzigd of
een alarmtoestand heerst, brandt het
temperatuurdisplay met de
maximumlichtsterkte.
U kunt de lichtsterkte van het tempera
tuurdisplay wijzigen:
^ Hou de toets voor "Super koelen" ge-
durende ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje van de toets voor
"Super koelen" knippert en op het temperatuurdisplay knippert een
-
;.
-
Druk op de aan-uittoets om de
^
instelmodus af te sluiten.
Doet u dat niet, dan schakelt de elek
tronische besturing na ca. 2 minuten
automatisch over op de normale
modus.
-
-
^
Druk enkele keren op een van de
temperatuurtoetsen, tot op het dis
play een
^
Druk nogmaals op de toets voor "Su
per koelen".
Op het display ziet u
^
Door op de temperatuurtoetsen te
drukken, kunt u nu de lichtsterkte van
het temperatuurdisplay wijzigen. U
kunt kiezen uit de standen 1 tot 5:
Druk op de toets voor "Super koelen"
om de instelling op te slaan.
20
^ wordt weergegeven.
^.
-
-
Page 21
Waarschuwingssignaal
Het systeem is met een waarschu
wingssysteem uitgerust om
energieverliezen bij een openstaande
deur te vermijden en om de ingevroren
levensmiddelen tegen warmte te be
schermen.
Het waarschuwingssignaal weerklinkt
altijd als de toesteldeur langer dan ong.
60 seconden open staat. Zodra de toe
steldeur wordt gesloten, schakelt het
waarschuwingssignaal uit.
Als de toesteldeur echter langer open
moet blijven en het waarschuwingssig
naal u stoort, is het raadzaam om dat
uit te schakelen.
-
-
Waarschuwingssignaal
vroegtijdig uitschakelen
Druk op de uitschakeltoets voor het
^
waarschuwingssignaal.
-
Het waarschuwingssignaal wordt uit
geschakeld.
Het waarschuwingssignaal
inschakelen
-
Het waarschuwingssysteem wordt automatisch weer ingeschakeld zodra de
toesteldeur gesloten wordt. Het moet
niet extra worden ingeschakeld.
-
21
Page 22
Superkoel gebruiken
De functie Superkoel
Met de functie Superkoel wordt de koel
zone zeer snel op de koudste waarde
afgekoeld (afhankelijk van de kamer
temperatuur).
Superkoel inschakelen
De functie Superkoel is met name aan
te bevelen als u grote hoeveelheden
verse levensmiddelen of dranken snel
wenst af te koelen.
^ Druk op de toets Superkoel zodat het
controlelampje brandt.
De temperatuur in het toestel daalt,
omdat het toestel met het maximale
koelvermogen werkt.
-
Superkoel uitschakelen
De functie Superkoel schakelt zich au
tomatisch na ca. 6 – 12 uur uit. Het con
trolelampje gaat uit en het toestel werkt
weer met het normale koelvermogen.
Om energie te sparen, kunt u de functie
Superkoel zelf uitschakelen zodra de
levensmiddelen of dranken koud ge
noeg zijn.
Druk op de toets Superkoel zodat het
^
controlelampje uitgaat.
De koeling van het toestel werkt weer
met het normale vermogen.
-
-
-
22
Page 23
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
Verschillende koelgedeelten
Door de natuurlijke luchtcirculatie is de
temperatuur in de koelzone niet overal
gelijk. De koude, zware lucht daalt naar
het onderste gedeelte van de koelzone.
Gebruik de verschillende koelgedeelten
wanneer u levensmiddelen in het toe
stel plaatst!
Dit is een toestel met een automa
tische dynamische koeling, waarbij
er in het toestel een gelijkmatige
temperatuur heerst wanneer de ven
tilator draait. Daardoor zijn er tussen
de verschillende koelgedeelten minder uitgesproken temperatuurverschillen.
Warmste gedeelte
Het warmste gedeelte van de koelzone
bevindt zich bovenaan aan de toesteldeur. Gebruik dit gedeelte bijv. om boter te bewaren, zodat ze gemakkelijk
smeerbaar blijft, en voor kaas, zodat
die zijn aroma niet verliest.
Koudste gedeelte
Het koudste gedeelte van de koelzone
bevindt zich vlak boven de Perfect
Fresh-zone. In de vakken van de Per
fectFresh-zone zijn de temperaturen
nog lager.
Gebruik het koudste gedeelte van de
koelzone en de PerfectFresh-zone voor
alle delicate en snel bederfbare levens
middelen zoals:
–
vis, vlees, gevogelte,
-
-
-
-
-
gebak en gerechten met eieren of
–
slagroom,
vers deeg, taart-, pizza- en quiche
–
deeg,
kaas en andere producten op basis
–
van melk,
in folie verpakte, bereide groenten en
–
alle verse levensmiddelen waarvan
de minimale houdbaarheidsdatum is
gebaseerd op een bewaartempera
tuur van minstens 4 °C.
Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het
toestel.
Ontploffingsgevaar!
Sterke drank met een hoog alcoholpercentage mag u uitsluitend rechtop en goed afgesloten in het toestel
plaatsen.
Als u in het toestel of in de deur vetof oliehoudende levensmiddelen be
waart, dient u ervoor te zorgen dat
eventueel uitlopend vet of uitlopen
de olie niet in contact komt met de
kunststofonderdelen.
Er kunnen spanningsscheuren in de
kunststof ontstaan, zodat die barst
of scheurt.
De levensmiddelen mogen niet te
gen de achterwand komen. Ze kun
nen anders aan de achterwand vast
vriezen.
-
-
-
-
-
-
-
–
worst, kant-en-klaargerechten,
23
Page 24
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
Waarop moet u letten wanneer
Plaats de levensmiddelen niet te
dicht tegen elkaar zodat er gemak
kelijk lucht tussen kan circuleren.
Dek de ventilator op de achterwand
niet af. Die is belangrijk voor het
koelvermogen!
Niet geschikt voor de koelkast
Niet alle levensmiddelen kunnen in de
koelkast bij temperaturen onder 5 °C be
waard worden, doordat ze gevoelig zijn
voor koude. Augurken bijv. worden
glazig, aubergines bitter en aardappe
len zoet. Tomaten en sinaasappelen verliezen hun aroma en de schil van citrusvruchten wordt hard.
Onder andere de volgende levensmiddelen zijn gevoelig voor koude:
middelen lang te kunnen bewaren, is
hun versheid. Dat is van het grootste be
lang voor de bewaartijd van de product
en. De koelketen mag indien mogelijk
niet onderbroken worden. Let er bijv. op
dat de levensmiddelen niet te lang in
een warme auto blijven liggen. Wanneer
-
het verouderings- of bederfproces inge
zet is, kan dat niet meer ongedaan ge
maakt worden. Een onderbreking van de
-
koeling gedurende twee uur zet het be
derf al in gang.
Levensmiddelen juist bewaren
Normaal mag u levensmiddelen alleen
verpakt of goed afgedekt in de koelzone bewaren (voor de PerfectFresh-zone
zijn er uitzonderingen). Zo vermijdt u
dat de levensmiddelen vreemde geuren opnemen of gaan uitdrogen. Tegelijk voorkomt u de overdracht van eventuele bacteriën. Een correcte instelling
van de temperatuur en een aangepaste
hygiëne vertragen de
vermenigvuldiging van bacteriën zoals
salmonella.
-
-
-
-
-
-
–
harde kazen (parmezaan).
24
Onverpakte dierlijke en plantaardige
levensmiddelen
Onverpakte dierlijke en plantaardige le
vensmiddelen moet u van elkaar schei
den. Als de levensmiddelen samen be
waard moeten worden, moeten ze in elk
geval verpakt zijn. Op die manier voor
komt u dat er microbiologische veran
deringen optreden.
-
-
-
-
-
Page 25
Levensmiddelen in de PerfectFresh-zone bewaren
In de PerfectFresh-zone worden levens
middelen op een lagere temperatuur
bewaard dan in een conventionele
koelzone. Bovendien kan de luchtvoch
tigheid in het vak zo worden geregeld
dat deze ideaal is voor de bewaarde le
vensmiddelen.
Op deze manier worden optimale be
waaromstandigheden gecreëerd. De
levensmiddelen blijven veel langer vers
en de smaak en vitamines blijven be
houden.
-
-
Bewaartemperatuur
In de PerfectFresh-zone wordt de temperatuur automatisch geregeld en varieert deze van 0 tot 3 °C. Voor levensmiddelen die ongevoelig zijn voor koude, is dat de optimale bewaartemperatuur. De levensmiddelen blijven daar
aanzienlijk langer vers dan in de conventionele koelzone omdat de
bederfprocessen bij die temperatuur
trager verlopen.
Om levensmiddelen goed te kunnen
bewaren, is het van essentieel be
lang dat ze zich in goede staat be
vinden wanneer u ze in het toestel
legt!
-
-
Luchtvochtigheid
De hoogte van de luchtvochtigheid in
het PerfectFresh-vak is afhankelijk van
–
het vochtigheidsgehalte van de
bewaarde levensmiddelen en
U kunt de luchtvochtigheid in het
PerfectFresh-vak regelen met de
schuifregelaar.
Hoe meer de luchtvochtigheid in het
vak overeenstemt met de vochtigheid
van het levensmiddel, hoe langer ze
knapperig en vers blijven. Het
watergehalte van het levensmiddel blijft
immers grotendeels bewaard.
Levensmiddelen bewaren in de
vakken van de
PerfectFresh-zone
De PerfectFresh-zone is in twee zones
opgedeeld: het droge vak en het vochtige vak (aantal afhankelijk van het model).
Droog vak
In het droge vak heerst een relatief lage
luchtvochtigheid. Die stemt ongeveer
overeen met de luchtvochtigheid die
ook in de koelzone heerst. In het droge
vak is het daardoor kouder.
–
Het droge vak is geschikt voor het
bewaren van heel delicate levens
middelen, zoals verse vis, schaal- en
schelpdieren, vlees, gevogelte,
worst, zuivelproducten en delicate
salades.
Merk op dat levensmiddelen die rijk zijn
aan eiwitten sneller bederven.
Schaal- en schelpdieren bederven dus
sneller dan vis, terwijl vis sneller bederft
dan vlees.
-
–
de hoeveelheid bewaarde
levensmiddelen.
25
Page 26
Levensmiddelen in de PerfectFresh-zone bewaren
Bewaar die levensmiddelen alleen af
gedekt of verpakt.
Uitzondering: vlees (De uitdroging van
het vleesoppervlak remt de kiemvor
ming af en zorgt daardoor voor een be
tere houdbaarheid. Verschillende vlees
soorten mogen niet rechtstreeks met el
kaar in contact komen, maar moeten al
tijd door een verpakking worden
gescheiden. Daardoor wordt
vroegtijdige bederving door
kiemoverdracht vermeden.)
Vochtig vak
U kunt de luchtvochtigheid in het vochtige vak regelen met de schuifregelaar.
Stel de schuifregelaar daartoe op de
gewenste relatieve luchtvochtigheid:
instelling . = hoge luchtvochtigheid.
De schuifregelaar sluit de openingen
naar het vak en de aanwezige luchtvochtigheid blijft gehandhaafd. De
hoogte van de luchtvochtigheid hangt
daarbij in grote mate af van de soort en
de hoeveelheid van de bewaarde le
vensmiddelen.
Hou er rekening mee dat de hoge
luchtvochtigheid alleen bereikt wordt en
invloed op de levensmiddelen kan heb
ben wanneer die niet verpakt zijn of in
een luchtdoorlatende verpakking zit
ten.
–
Bij een hoge luchtvochtigheid . is
het vak aangewezen voor het bewa
ren van vers geoogste producten,
zoals groente, sla, kruiden, kool en
inheems fruit.
-
-
-
-
-
Instelling , = lage luchtvochtigheid.
De schuifregelaar opent de openingen
naar het vak en de aanwezige lucht
vochtigheid kan wegstromen.
Als de schuifregelaar op een lage
luchtvochtigheid , is ingesteld, stemt
de luchtvochtigheid ongeveer overeen
met die van de koelzone. Bij deze in
stelling is het kouder in dit vak.
Bij een lage luchtvochtigheid ,
–
heersen er dezelfde omstandighe
den als in het droge vak.
Neem de levensmiddelen ca.
30 - 60 minuten voor u ze gaat gebruiken, uit de PerfectFresh-zone.
Pas bij kampertemperatuur
ontplooien het aroma en de smaak
zich.
Mogen alle levensmiddelen samen worden bewaard?
Leg niet alle levensmiddelen samen in
één vak. Sommige levensmiddelen
tonen zich geen goede partners! Ener
zijds worden er geurtjes en smaken
overgedragen (wortels nemen bijv. snel
de smaak en geur van uien over), an
derzijds geven heel wat levensmid
delen een natuurlijk gas (ethyleen) vrij
waarop andere levensmiddelen heel
gevoelig reageren zodat ze sneller
slecht worden.
-
-
-
-
-
-
26
Page 27
Levensmiddelen in de PerfectFresh-zone bewaren
Voorbeelden van fruit en groenten
die veel gas vrijgeven:
Voorbeeld: broccoli mag u niet samen
met appels bewaren omdat appels veel
gas vrijgeven en broccoli daar zeer gevoelig op reageert. Het gevolg is dat u
de broccoli minder lang kunt bewaren
dan eigenlijk mogelijk is.
-
27
Page 28
Levensmiddelen in de PerfectFresh-zone bewaren
Als u niet tevreden bent over het resultaat van het bewaren van uw levens
middelen (bijv. wanneer de levensmiddelen al na korte bewaartijd slap en
verlept zijn), neem dan de volgende opmerkingen in acht:
Bewaar alleen verse levensmiddelen. De toestand van de levensmiddelen wan
^
neer u ze in het toestel legt, is van essentieel belang om ze vers te kunnen hou
den.
Reinig de PerfectFresh-zone voordat u de levensmiddelen erin legt.
^
Laat zeer vochtige levensmiddelen uitdruppen voordat u ze in het toestel legt.
^
Bewaar geen levensmiddelen die gevoelig zijn voor koude in de
^
PerfectFesh-zone
(zie "Niet geschikt voor de koelkast").
Hou ermee rekening dat niet alle levensmiddelen samen kunnen worden be
^
waard (zie "Mogen alle levensmiddelen samen worden bewaard?").
^ Kies het juiste PerfectFresh-vak om levensmiddelen te bewaren (hoge of lage
luchtvochtigheid).
^ Bewaar levensmiddelen onverpakt in het PerfectFresh-vak met hoge luchtvoch-
tigheid.
Een hoge luchtvochtigheid in de PerfectFresh-zone wordt alleen dankzij de
vochtigheid van de bewaarde levensmiddelen bereikt.
Als de luchtvochtigheid toch eens niet hoog genoeg is, bijv. wanneer u weinig
levensmiddelen bewaart, kunt u de luchtvochtigheid bijv. met een natte spons
verhogen.
-
-
-
-
^
Als u vindt dat de temperatuur in de PerfectFresh-zone te hoog of te laag is,
probeert u om deze via de koelzone te regelen door daar de temperatuur een
beetje (1 tot 2 °C) te wijzigen.
Ten laatste wanneer er zich ijskristallen op de bodem van de PerfectFresh-zone
vormen, moet de temperatuur worden verhoogd, omdat de levensmiddelen an
ders schade oplopen door de koude.
^
Als er zich te veel water op de bodem van de PerfectFresh-zone bevindt, droogt
u deze met een doek. Laat de levensmiddelen eventueel uitdruppen voordat u
ze in het toestel bewaart of leg ze eventueel op een rooster op de bodem van
de PerfectFresh-zone, zodat het vocht kan wegsijpelen.
28
-
Page 29
Binnenruimte indelen
Legplaten verplaatsen
U kunt legplaten verplaatsen om de
positie af te stemmen op de hoogte van
de levensmiddelen:
Til de legplaat op en trek ze iets naar
^
voren. Schuif ze met de uitsparing
over de steunribben en verplaats ze
naar boven of naar onderen.
De achterste boord van de legplaat
moet naar boven wijzen zodat de le
vensmiddelen niet tegen de achter
wand rusten en daaraan kunnen vast
vriezen.
Schuifstoppen voorkomen dat de
legplaten ongewild uit het toestel getrokken worden.
-
-
-
Tweedelige legplaat
Om hoge waren, zoals hoge flessen of
recipiënten, te kunnen plaatsen, is er
een tweedelige legplaat, waarvan u het
voorste deel voorzichtig onder het achterste deel kunt schuiven:
Om de tweedelige legplaat te ver
plaatsen,
neemt u de twee halve glazen platen
^
uit het toestel,
plaatst u de twee houders links en
^
rechts op de steunribben op de gewenste hoogte,
^ en schuift u de glazen platen na el-
kaar in het toestel.
De glazen plaat met de
aanslagboord moet achteraan liggen!
-
^
Druk de achterste helft van de glazen
plaat van onderen af lichtjes omhoog.
^
Til tegelijkertijd de voorste helft van
de glazen plaat lichtjes op en schuif
die vervolgens voorzichtig onder de
achterste helft.
29
Page 30
Binnenruimte indelen
Schuifvakken van de Perfect
-
Fresh-zone
De schuifvakken van de PerfectFresh
zone zijn op telescopische rails gemon
teerd en kunnen helemaal uit het toestel
getrokken worden om ze te vullen of
leeg te maken en om ze te reinigen.
Om de schuifvakken en de
scheidingsplaat gemakkelijker te
kunnen uitnemen, kunt u het
flessenrek van de deur verwijderen.
Trek de schuifvakken tot de aanslag
^
uit het toestel.
^ Pak het schuifvak achteraan aan de
zijkanten vast en til het eerst omhoog.
Daarna trekt u het schuifvak er naar
voren toe uit.
Schuif de telescopische rails vervol
gens weer naar binnen. Zo vermijdt
u schade!
^
Trek het deksel tussen de
schuifvakken voorzichtig iets naar vo
ren en neem het naar beneden toe
weg.
^
Om het deksel weer op zijn plaats te
zetten, plaatst u het van onderen
naar boven toe in de steunen. Schuif
het dan naar achteren toe tot het
vergrendelt.
-
-
Let er bij het reinigen van het toestel
op dat u het speciale vet in de teles
copische rails niet verwijdert.
-
Reinig deze met een vochtige doek.
Om het schuifvak op zijn plaats te zet
ten,
legt u het schuifvak op de telesco
^
pische rails, die helemaal uitgetrok
ken zijn.
Schuif het schuifvak in het toestel tot
^
dat het vergrendelt.
Opdienset/flessenrek
verplaatsen
^ Neem de hangschaal langs boven uit
het roestvrijstalen frame.
^ Schuif het roestvrijstalen frame naar
omhoog en neem dat langs voren
weg.
^ Plaats het roestvrijstalen frame op
een willekeurige plaats in het toestel.
Zorg er daarbij voor dat het goed op
de verhogingen vastgedrukt wordt.
^
Plaats de hangschaal in het roestvrij
stalen frame.
U kunt de hangschalen helemaal uit de
opdienset halen om ze te vullen of leeg
te maken en ze dan weer op hun plaats
zetten.
Op die manier kunt u de hangschalen
ook samen met de levensmiddelen di
rect op de tafel plaatsen.
-
-
-
-
-
-
-
30
Page 31
Binnenruimte indelen
Universele box
(afhankelijk van het model)
In de universele box kunnen levensmid
delen bewaard en ook opgediend wor
den.
De universele box bestaat uit een diepe
schaal a en een platte schaal b - beide schalen kunnen als hangschalen in
het roestvrijstalen frame geplaatst worden.
Wanneer u de universele box wilt gebruiken om levensmiddelen op te dienen,
De flessenhouder verschuiven
(afhankelijk van het model)
U kunt de flessenhouder naar rechts of
naar links verschuiven. Daardoor zitten
de flessen goed vast als de deur wordt
geopend en gesloten.
De flessenhouder kan helemaal worden
weggenomen (bijv. om hem te reini
gen):
Schuif daarvoor de voorste rand van
^
de flessenhouder omhoog en klik
hem uit het toestel.
-
^
plaatst u de platte schaal b in het
roestvrijstalen frame en gebruikt u de
diepe schaal als deksel a.
Zo kunt u de universele box helemaal
uit de houder nemen en hem samen
met de levensmiddelen direct op de ta
fel plaatsen.
-
31
Page 32
Invriezen en bewaren
Het vriesvak gebruiken
Gebruik het vriesvak om
diepgevroren voedsel te bewaren,
–
ijsblokjes te maken,
–
kleine hoeveelheden levensmiddelen
–
in te vriezen.
U kunt tot 2 kg per 24 uur invriezen.
Wat gebeurt er als verse
levensmiddelen worden
ingevroren?
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk volledig worden doorvroren,
zodat de voedingswaarde, de
vitamines, het uitzicht en de smaak behouden blijven.
Hoe langzamer de levensmiddelen worden doorvroren, hoe meer vloeistof er
uit elke cel naar de tussenruimten loopt.
De cellen krimpen.
Tijdens het ontdooien kan slechts een
deel van de voordien vrijgekomen vloei
stof naar de cellen terugvloeien.
In de praktijk betekent dit dat de
levensmiddelen veel vocht verliezen.
Dat kunt u zelf vaststellen: tijdens het
ontdooien vormt er zich immers een
grote waterplas rond het levensmiddel.
zeer gering is. Er vormt zich slechts
een kleine waterplas!
Diepvriesvoedsel bewaren
Als u diepvriesvoedsel wenst te bewa
ren, controleert u tijdens de aankoop in
de winkel
de verpakking op beschadigingen,
–
de houdbaarheidsdatum en
–
de temperatuur in de koelruimte van
–
de winkeldiepvries. Als die tempera
tuur hoger is dan -18 °C, vermindert
de houdbaarheid van het diepgevroren voedsel.
^ Koop diepvriesvoedsel pas op het
einde van het winkelen, en transporteer het in krantenpapier of in een
koelzak.
^ Plaats het diepgevroren voedsel on-
middellijk in het vriesvak.
Gedeeltelijk of volledig ontdooid
voedsel niet opnieuw invriezen. Pas
nadat u de levensmiddelen heeft
verwerkt (koken of braden), kunt u
ze opnieuw invriezen.
-
-
Als het levensmiddel snel wordt
doorvroren, heeft de celvloeistof minder
tijd om uit de cellen naar de tussen
ruimten te lopen. De cellen krimpen
veel minder.
Tijdens het ontdooien kan de kleine
hoeveelheid vloeistof die naar de tus
senruimten was gelopen, terugkeren
naar de cellen, zodat het vochtverlies
32
-
-
Page 33
Invriezen en bewaren
Zelf levensmiddelen invriezen
Vries uitsluitend verse levensmiddelen
in perfecte staat in!
Hou bij het invriezen rekening met
het volgende
Onderstaande levensmiddelen kun
–
nen ingevroren worden:
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groenten, kruiden, onbewerkt fruit,
zuivelproducten, bakkerijproducten,
voedselresten, eigeel, eiwit en talrijke
kant-en-klaargerechten.
– Volgende levensmiddelen zijn niet
geschikt om in te vriezen:
wijndruiven, bladsalade, radijzen,
rammenas, zure room, mayonaise,
volledige eieren in de schaal, uien,
volledige onbewerkte appelen en peren.
– Om de kleur, de smaak, het aroma
en de vitamine C te behouden, moeten groenten voor het invriezen worden geblancheerd. Doe de groenten
in porties gedurende2-3minuten in
kokend water. Neem de groenten
daarna uit het water en koel ze snel
in koud water af. Laat de groenten
uitdruppen.
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet vlees en kan veel
langer worden bewaard.
–
Plaats telkens een folie uit kunststof
tussen koteletten, steaks, schnitzels
enz. Zo vermijdt u dat ze tot één blok
samen vriezen.
–
Rauwe levensmiddelen en geblan
cheerde groenten voor het invriezen
niet kruiden en zouten, schotels
-
-
slechts lichtjes kruiden en zouten. Bij
sommige kruiden verandert tijdens
het invriezen de smaakintensiteit.
Laat warme schotels of dranken
–
eerst buiten het toestel afkoelen om
te voorkomen dat reeds bevroren le
vensmiddelen gedeeltelijk ontdooien
en dat het stroomverbruik stijgt.
Verpakken
Vries per portie in.
^
Geschikte verpakking
- Kunststoffolie
- Buisfolie uit polyethyleen
- Aluminiumfolie
- Diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- Pakpapier
- Perkamentpapier
- Cellofaan
- Vuilniszakjes
- Gebruikte winkelzakjes
^
Druk de lucht goed uit de verpak
king.
^
Sluit de verpakking goed af met
- elastiekjes
- kunststofclips
- touw of
- koudebestendige kleefband.
Zakjes en buisfolie uit polyethyleen
kunt u ook met een folielasapparaat
dichtlassen.
^
Noteer de inhoud en de invriesdatum
op de verpakking.
-
-
33
Page 34
Invriezen en bewaren
Voor u de levensmiddelen in het
toestel legt
Stel ca. 4 uur voor u levensmiddelen
^
in het toestel legt een lagere tempe
ratuur in in de koelzone (bijv. 3 °C).
Op deze manier wordt ook in het
vriesvak een lagere temperatuur be
reikt en de levensmiddelen die al in
het toestel liggen krijgen een kou
dereserve.
Hoe de levensmiddelen in het toestel
plaatsen
Leg de levensmiddelen naast elkaar
^
op de bodem van het vriesvak, zodat
ze zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren.
^ Leg de levensmiddelen droog in het
toestel om te vermijden dat ze aan elkaar of aan het toestel vastvriezen.
In te vriezen levensmiddelen mogen
niet in aanraking komen met reeds
ingevroren levensmiddelen. Anders
zouden deze ontdooien.
^
Na 24 uur is het invriesproces vol
tooid en kunt u de temperatuur op
nieuw op een normale stand instel
len.
-
-
-
-
-
Ingevroren voedsel ontdooien
Ingevroren voedsel kunt u op verschil
lende manieren ontdooien
in de microgolfoven,
–
in de gewone oven met de modus
–
-
"hete lucht" of "ontdooien",
bij kamertemperatuur,
–
in de koelkast (de koude die de inge
–
vroren levensmiddelen afgeven,
wordt gebruikt om te koelen),
in de stoomoven.
–
Platte stukken vlees en vis kunnen
licht ontdooid in een hete pan worden
gelegd.
Fruit kan bij kamertemperatuur in de
verpakking of in een afgedekte schotel
worden ontdooid.
Groenten kunnen algemeen in bevroren toestand in het kokende water worden gedaan of in heet vet worden gestoofd. Wegens de gewijzigde
celstructuur is de bereidingstijd iets
korter dan bij verse groenten.
Gedeeltelijk of volledig ontdooid
voedsel niet opnieuw invriezen. Pas
nadat u de levensmiddelen heeft
verwerkt (koken of braden), kunt u
ze opnieuw invriezen.
-
-
34
Page 35
IJsblokjes maken
Vul het bakje voor ijsblokjes voor drie
^
kwart met water en plaats het op de
bodem van het vriesvak.
Gebruik een stomp voorwerp, bijv.
^
een lepelsteel, om een vastgevroren
bakje voor ijsblokjes los te maken.
^ De ijsblokjes komen gemakkelijk los
uit het bakje als u het kort onder stromend water houdt.
Dranken snel koelen
Om dranken snel af te koelen, schakelt
u de functie Superkoeling in.
Als u flessen in het vriesvak plaatst om
ze snel te koelen, dient u de flessen ui-terlijk na 1 uur weer uit het vriesvak te
nemen, anders zullen de flessen
ontploffen!
Invriezen en bewaren
35
Page 36
Ontdooien
Koel- en PerfectFresh-zone
Terwijl de compressor draait, kunnen er
zich tegen de rugwand van deze zones
rijm en waterdruppels vormen. Die
hoeft u niet te verwijderen. De koel- en
PerfectFresh-zone ontdooien immers
automatisch.
Het dooiwater loopt via een geultje en
een afvoerbuisje naar de verdamper
aan de achterzijde van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd
ongehinderd kan wegvloeien. Hou
het afvoergeultje en -buisje proper.
Vriesvak
Het vriesvak ontdooit niet automatisch.
De ingevroren levensmiddelen mogen
immers niet ontdooien.
Door het normale gebruik ontstaat er op
de duur rijm en ijs in het vriesvak. Daar
door verslecht de koude-afgifte en ver
hoogt het stroomverbruik.
Krab de rijm- of ijslaag niet weg. U
kan anders de verdamper bescha
digen. Dan werkt uw toestel niet
meer.
Ontdooi het toestel zo nu en dan. Zo er
reeds een ca. 5 mm dikke ijslaag werd
gevormd, dient u dat zeker te doen.
Kies een tijdstip waarop er weinig of
geen diepvrieswaar in het toestel ligt.
Voor u het toestel ontdooit
^ Neem de diepvrieswaar uit en wikkel
die in verschillende lagen krantenpapier of dekens.
-
-
-
36
^
Bewaar de diepvrieswaar op een
koele plaats tot het toestel weer klaar
is voor gebruik.
Page 37
Ontdooien
Om te ontdooien
Ga bij het ontdooien vlug te werk.
Hoe langer de diepvrieswaar op ka
mertemperatuur blijft liggen, hoe
korter de bewaarduur ervan wordt.
Zet het toestel uit, trek de stekker uit
^
het stopcontact of schakel de smelt
stoppen uit.
Laat de deur van het vriesvak open.
^
Neem het dooiwater met een spons
^
af.
Om het ontdooien te versnellen: zet een
kommetje heet (geen kokend) water op
een onderzetter in het vriesvak. Laat de
deur dicht om de warmte binnen te
houden.
Zet nooit elektrische verwarmingsapparaten noch kaarsen in het toestel. Anders wordt de kunststof beschadigd.
-
-
Na het ontdooien
Maak het toestel schoon en droog. Er
^
mag geen water van de schoonmaak
in het afvoerbuisje voor het dooiwater
terechtkomen.
Sluit de toesteldeur en schakel het
^
toestel in.
Leg de diepvrieswaar weer in het
^
vriesvak.
Gebruik geen ontdooisprays noch
ijsverwijderende middelen. Die kun
nen explosieve gassen vormen,
maar ook oplosmiddel of drijfgas be
vatten, dat de kunststof aantast of
schadelijk is voor de gezondheid.
-
-
37
Page 38
Reiniging en onderhoud
Gebruik voor het onderhoud van de
roestvrijstalen oppervlakken van het
toestel het Miele-onderhoudsmiddel
voor roestvrij staal (verkrijgbaar via
de Service After Sales van Miele).
Dit onderhoudsmiddel bevat
materiaalvriendelijke stoffen. In te
genstelling tot een reinigingsmiddel
voor roestvrij staal bevat het geen
polijststoffen. Met het
Miele-onderhoudsmiddel voor roest
vrij staal kunt u vuil behoedzaam
verwijderen. Telkens als u het aan
brengt, brengt u bovendien een
water- en vuilafstotende beschermende film aan.
Zorg ervoor dat er geen water in de
elektronische besturing of de verlichting komt.
Er mag geen reinigingswater door
de afvoeropening voor het dooiwater
lopen.
Gebruik geen stoomreiniger. De
stoom kan terechtkomen op onder
delen van het toestel die onder
spanning staan en zo kortsluiting
veroorzaken.
Om schade aan de oppervlakken te
voorkomen, mogen de volgende mid
delen niet worden gebruikt om de op
pervlakken te reinigen:
reinigingsmiddelen die soda, ammo
–
niak, zuur of chloor bevatten,
-
-
-
-
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
–
schurende reinigingsproducten, zo
–
als schuurpoeder, schuurmelk,
poetsstenen,
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
–
reinigingsmiddelen voor roestvrij
–
staal,
– afwasmiddelen voor de afwasauto-
maat,
– ovensprays,
– glasreinigers,
– schurende harde sponsen en bor-
stels (bijv. schuursponsen),
– speciale "wondersponsen",
–
scherpe metaalschrapers!
-
-
-
-
Het typeplaatje in het toestel mag
niet worden verwijderd. De informa
tie op dit plaatje is belangrijk in ge
val van een storing.
38
-
-
Page 39
Vóór het reinigen
Schakel het toestel uit.
^
Trek de stekker uit of schakel de be
^
treffende zekering in uw
zekeringenkast uit.
Haal de levensmiddelen uit het toe
^
stel en bewaar ze op een koele
plaats.
Ontdooi het vriesvak.
^
Neem alle onderdelen die uit het toe
^
stel genomen kunnenworden uit het
toestel om ze te reinigen.
^ Om de flessenrekken/opdiensets in
de binnendeur te reinigen, kunt u de
rekken uit de roestvrijstalen houders
nemen.
Om het roestvrijstalen gedeelte van het
deksel van het boter- en kaasvak (bovenaan de binnendeur) te verwijderen,
gaat u als volgt te werk:
^ Haal het boter- en kaasvak uit het
toestel.
^
Open het deksel van het boter- en
kaasvak.
-
Reiniging en onderhoud
Ga na het reinigen in omgekeerde
^
volgorde te werk om het roestvrijstalen
gedeelte weer te bevestigen op het
-
deksel van het boter- en kaasvak.
Binnenruimte, toebehoren
Reinig de koelzone minstens 1 keer
^
per maand en het vriesvak na elke
ontdooiing.
De binnenruimte en het toebehoren
reinigt u het best met lauw water
-
waarin u een beetje handafwasmiddel
doet.
De volgende onderdelen mogen worden
gereinigd in de afwasautomaat:
– het botervlootje, de eiervakjes, het
bakje voor ijsblokjes
(afhankelijk van het model meegeleverd)
– de rekken/opdiensets in de
binnendeur (zonder de roestvrijstalen
houders)
–
het boter- en kaasvak
(zonder het roestvrijstalen gedeelte)
De roestvrijstalen houders en het
roestvrijstalen gedeelte van het
boter- en kaasvak van de binnendeur
mogen niet worden gereinigd in de
afwasautomaat!
^
Maak langs één kant van het deksel
het roestvrijstalen gedeelte van het
deksel los (1.).
^
Druk de witte kunststofknoppen uit
de uitsparingen (2.).
39
Page 40
Reiniging en onderhoud
De temperatuur van het gekozen af
wasprogramma mag maximaal 55 °C
bedragen!
Kunststofonderdelen kunnen in de af
wasautomaat verkleuren door contact
met bepaalde natuurlijke kleurstoffen,
bijv. in wortels, tomaten en ketchup.
Deze verkleuring heeft geen invloed
op de stabiliteit van de desbetreffen
de onderdelen.
Reinig de legplaten en de vakken
^
van de binnenruimte met de hand.
Deze mogen niet worden gereinigd
in de afwasautomaat!
^ Reinig het gootje en de afvoerope-
ning voor het dooiwater regelmatig
met een wattenstaafje of iets dergelijks, zodat het dooiwater ongehinderd kan weglopen. Verwijder daartoe de schuifvakken van de PerfectFresh-zone.
^ De schuifvakken van de
PerfectFreshzone bevinden zich op telescopische
rails. Reinig deze met een vochtige
doek.
Let er bij het reinigen op dat u het
speciale vet in de telescopische
rails niet verwijdert.
Verwijder eventueel vuil met het
^
-
-
-
Miele-onderhoudsmiddel voor roest
vrij staal.
Wrijf de roestvrijstalen houders en het
^
roestvrijstalen gedeelte van het
boter- en kaasvak na elke reiniging in
met het Miele-onderhoudsmiddel
voor roestvrij staal.
Dat beschermt de roestvrijstalen op
pervlakken en voorkomt dat ze snel
weer vuil worden.
Openingen voor luchttoevoer
en -afvoer
^ Reinig alle openingen voor luchttoe-
voer en -afvoer regelmatig met een
borsteltje of een stofzuiger. Wanneer
er zich stof ophoopt, verhoogt het
energieverbruik.
Deurdichting
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Anders wordt ze na verloop van tijd poreus.
Reinig de deurdichting regelmatig uit
sluitend met schoon water en wrijf ze
daarna grondig droog met een doek.
-
-
-
^
Ga na de reiniging met een doek die
met schoon water is vochtig gemaakt
over de binnenruimte en het toebeho
ren. Wrijf vervolgens alles droog met
een doek.
Laat de deuren van het toestel korte
tijd openstaan.
40
-
Page 41
Na het reinigen
Plaats alle onderdelen in het toestel.
^
Steek de stekker van het toestel weer
^
in het stopcontact of schakel de des
betreffende zekering in uw
zekeringenkast weer in, en schakel
het toestel weer in.
Schakel de functie "Super koelen"
^
een tijdje in, zodat het toestel snel
koud wordt.
Leg de levensmiddelen in het toestel
^
en sluit de deur.
Reiniging en onderhoud
-
41
Page 42
Wat gedaan als...?
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mag u enkel en alleen door
een vakman of vakvrouw laten uit
voeren. Door ondeskundig uitge
voerde herstellingen kunnen er niet
te onderschatten risico's voor de ge
bruiker ontstaan.
Wat gedaan als...
. . . het toestel niet koelt?
Controleer of het toestel ingescha
^
keld is. Het temperatuurdisplay moet
branden.
^ Controleer of de stekker van het toe-
stel goed in het stopcontact zit.
^ Controleer of de desbetreffende ze-
kering in uw zekeringenkast uitgeschakeld is. Als dit het geval is, doet
u een beroep op de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
-
-
-
-
...deinschakelfrequentie en
inschakelduur van de compressor
toenemen?
Controleer of de luchttoevoerope
^
ningen onderaan in de sokkel van de
-
kast en de luchtafvoeropeningen bo
venaan in de ombouwkast afgesloten
of verstopt zijn.
De toesteldeur en de deur van het
^
vriesvak werden vaak geopend of er
werden grote hoeveelheden levens
middelen in het toestel geladen of in
gevroren.
^ Controleer of de toesteldeuren goed
sluiten.
^ Controleer of er zich in het vriesvak
een dikke rijplaag heeft gevormd. Als
dat het geval is, moet u het vriesvak
ontdooien.
. . . een deel van de zijwand in de binnenruimte warm aanvoelt?
-
-
-
-
...detemperatuur in de koelzone te
koud is?
^
Stel een hogere temperatuur in.
^
Ga na of de deur van het vriesvak
goed gesloten is.
^
Werd een grote hoeveelheid levens
middelen in één keer ingevroren?
Omdat de compressor daardoor zeer
lang werkt, daalt de temperatuur in
de koelzone automatisch. Daarom
mag u niet meer dan 2 kg levensmid
delen per keer invriezen.
^
de functie "Super koelen" nog inge
schakeld is. Deze functie schakelt na
6 uur automatisch uit.
42
-
Dit is geen storing!
Dit is te wijten aan het automatische
regelproces in het toestel. Dit proces
zorgt ervoor dat de koel- en vrieszone
een optimale temperatuur hebben.
...deingevroren levensmiddelen
-
ontdooien omdat het in het vriesvak
te warm is?
^
Is de kamertemperatuur lager dan
die waarvoor uw toestel ontworpen
-
is?
Verhoog de kamertemperatuur.
De compressor schakelt minder vaak in
als de kamertemperatuur te laag ligt.
Daardoor kan het in het vriesvak te
warm worden.
Page 43
Wat gedaan als...?
...delevensmiddelen vastgevroren
zijn?
Maak de levensmiddelen los met een
^
stomp voorwerp, bijv. een lepelsteel.
. . . het vriesvak een dikke ijslaag ver
toont?
Controleer of de deur van het vries
^
vak goed sluit.
Ontdooi en reinig het vriesvak.
^
Een dikke ijslaag vermindert het koel
vermogen, waardoor het stroom
verbruik stijgt.
...ophettemperatuurdisplay streepjes knipperen?
Controleer het temperatuurdisplay
ca. 6 uur na het inschakelen van het
toestel. Er wordt slechts een temperatuur weergegeven als de temperatuur
in het toestel binnen het weergeefbare
bereik ligt.
...ophettemperatuurdisplay "F0 "
tot "F5 " verschijnt?
Er zit een storing in het toestel. Neem
contact op met de dienst Herstellingen
aan huis van Miele.
. . er een waarschuwingssignaal
weerklinkt?
De toesteldeur staat langer dan 60 se
conden open!
^
Doe de toesteldeur dicht!
...uhettoestel niet kunt uitscha
kelen?
^
De vergrendeling is ingeschakeld.
-
-
-
-
-
. . . het PerfectFresh-schuifvak niet
vanzelf dichtgaat tot aan de aanslag
maar een beetje blijft openstaan?
De automatische invoer is naar binnen
gegaan.
-
Schuif het schuifvak met een lichte
^
druk tot aan de aanslag in het toestel.
De automatische invoer werkt weer en
het schuifvak kan weer vanzelf sluiten.
...debinnenverlichting niet meer
werkt?
Was de deur gedurende lange tijd geopend? De verlichting schakelt automatisch uit als de deur 15 minuten geopend is gebleven.
Als de binnenverlichting ook niet werkt
als de deur maar eventjes open gaat,
maar het temperatuurdisplay werkt wel,
dan is de verlichting defect.
^ Neem contact op met de dienst Her-
stellingen aan huis van Miele.
De LED-verlichting mag alleen door de
dienst Herstellingen aan huis van Miele
worden hersteld en vervangen. Onder
de afdekking bevinden zich onderdelen
die onder spanning staan. U kunt zich
verwonden en er kan schade ontstaan.
De afdekking mag niet worden afge
nomen! Er ontstaat gevaar als de af
dekking beschadigd of verwijderd is
door beschadiging van het toestel Opgepast! Kijk nooit met optische
instrumenten (een vergrootglas of
iets dergelijks) in de straal van de la
ser (laserstraling 1M)!
-
-
-
43
Page 44
Wat gedaan als...?
...debodem van de koelzone nat
is?
De afvoeropening voor het dooiwater zit
verstopt.
Reinig het gootje en de afvoerope
^
ning voor het dooiwater.
Als u de storing niet kunt verhelpen
aan de hand van de bovenstaande
informatie, neemt u contact op met
de dienst Herstellingen aan huis van
Miele.
Om het koudeverlies zo beperkt mogelijk te houden, laat u indien mogelijk de deur van het toestel dicht tot
de storing verholpen is.
-
44
Page 45
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
Krak....Wanneer het materiaal in uw toestel uitzet kan men gekraak ho
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
de buisjes vloeit.
-
schakelt.
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
ren.
-
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
45
Page 46
Technische Dienst van Miele/garantie
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
Duur en voorwaarden van de
garantie
De duur van de garantie bedraagt
2 jaar.
Meer informatie over de garantievoorwaarden kan u bekomen op onze site
of per telefoon bij Miele. Zie keerzijde
van deze gebruiksaanwijzing.
-
46
Page 47
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
-
Elektrische aansluiting
-
Sluit uw toestel niet aan op stroomomzetters die bij apart werkende stroomvoorziening worden gebruikt, bv. bij
zonne-energie. Bij het inschakelen van
uw toestel kunnen er anders span
ningspieken optreden waardoor het
voor uw veiligheid wordt uitgeschakeld.
Daardoor kan de elektronische bestu
ring echter schade oplopen!
Gebruik uw toestel ook niet met zoge
heten stroomsparende stekkers.
Daardoor wordt de stroomtoevoer naar
het toestel immers beperkt zodat het
toestel te warm wordt.
Dient het aansluitsnoer te worden
vervangen, dan mag dat enkel worden
uitgevoerd door een erkend elektricien.
-
-
-
47
Page 48
Montagerichtlijnen
Een niet ingebouwd toestel kan kan
telen!
Opstelplaats
Kies geen plaats direct naast een for
nuis, een verwarming of in de omge
ving van een venster met directe inval
van zonnestralen. Hoe hoger de omge
vingstemperatuur, hoe langer de com
pressor moet werken, waardoor er
meer stroom wordt verbruikt.
Een droge, ventileerbare ruimte is ge
schikt.
Klimaatklasse
Het toestel is geconstrueerd voor een
bepaalde klimaatklasse (bereik van de
kamertemperatuur) waarvan de onderen bovengrens gerespecteerd moeten
worden. De klimaatklasse is vermeld op
het typeplaatje aan de binnenzijde van
het toestel.
Klimaatklassede kamertemperatuur
SN
N
ST
T
van +10 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +38 °C
van +16 °C tot +43 °C
-
-
-
-
-
Luchttoevoer en -afvoer
De lucht aan de achterwand van het
toestel wordt opgewarmd. Daarom
moet het inbouwmeubel zo geconstru
eerd zijn dat de aan- en afvoer van
lucht niet gehinderd worden.
De lucht wordt via de voet van de
keukenkast aangevoerd.
Met het oog op de luchttoevoer en
luchtafvoer moet er langs de achterzij
de van het toestel een afvoerkanaal van
minimum 38 mm diep voorzien zijn.
De diameter van de verluchting en de
verluchting onder het plafond moet
overal minstens 200
de opgewarmde lucht ongehinderd kan
wegstromen. Anders moet de compressor harder werken, waardoor het
stroomverbruik toeneemt.
De verluchtingsopeningen mogen
niet afgedekt of afgesloten worden.
Bovendien moeten ze geregeld gereinigd worden.
2
bedragen zodat
-
-
Een lagere kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
lange tijd niet werkt. Dat kan tot te hoge
temperaturen in het toestel leiden, zo
dat de ingevroren levensmiddelen
eventueel zelfs beginnen te ontdooien!
48
Page 49
Montagerichtlijnen
Voor u het toestel inbouwt
Voor u het toestel inbouwt, neemt u
^
de opvulstrook, de omlijsting en het
andere toebehoren uit het toestel of
van de achterzijde van het toestel.
Neem in geen geval de afstandsstuk
^
ken van de rugzijde van het toestel
weg. Ze zorgen ervoor dat de noodzakelijke afstand tussen de rug en de
wand bewaard blijft.
^ Verwijder de kabelhouder aan de
achterzijde van het toestel.
Ga na of alle onderdelen op de ach
^
terwand van het toestel vrij zijn. Buig
eventueel vastzittende onderdelen
voorzichtig weg.
Maakte het oude toestel
gebruik van een andere
scharniertechniek?
Als uw oude toestel van een andere
scharniertechniek gebruik maakte, kunt
u toch nog de deur van het meubel ge
bruiken. Neem in dat geval de oude
scharnieren van de inbouwkast weg;
-
die zijn niet meer nodig omdat de deur
nu op de toesteldeur gemonteerd
wordt. Alle noodzakelijke onderdelen
zijn bij het toestel gevoegd of kunnen
bij de Technische Dienst besteld worden.
Voorzijde in roestvrij staal
(volgens het model)
Indien het oude toestel van een andere
scharniertechniek gebruik maakte en u
de oude deur niet meer kunt of wilt ge
bruiken, of als uw meubeldeur om een
andere reden niet meer te gebruiken is,
kunt u die door een voorzijde in roestvrij
staal vervangen.
-
-
-
^
Verwijder de rode transportbeveili
ging a en sluit het gat dat hierdoor
ontstaat met de bijgeleverde stop b.
Die voorzijde in roestvrij staal is in
de vakhandel of bij de Technische
Dienst beschikbaar.
-
49
Page 50
Inbouwafmetingen
Hoogte van de nis [mm]
A
K 9458 iDF-41220 - 1236
K 9558 iDF-41397 - 1413
K 9758 iDF-41772 - 1788
50
Page 51
De deurscharnieren instellen
De deurscharnieren werden in de fa
briek zo ingesteld dat de toesteldeur
ver geopend kan worden.
Moet de openingshoek van de toestel
deuren om bepaalde redenen beperkt
worden, dan kan dat gebeuren door de
scharnieren in te stellen.
Als de toesteldeur bijv. tegen een
–
aangrenzende muur zou slaan als ze
geopend worden, moet u de ope
ningshoek van de toesteldeur tot 90
begrenzen:
-
-
-
^
Breng de bijgevoegde pennen voor
de deurbegrenzing langs boven in
de scharnieren aan.
De openingshoek van de toesteldeur is
nu tot 90 beperkt.
51
Page 52
Deurscharnieren veranderen
Voor u het toestel inbouwt, dient u na te
gaan naar welke zijde de deur moet
opengaan. Als de scharnieren links
moeten staan, moet u ze verplaatsen.
Om de deurscharnieren te verwis
selen, heeft u
torx-schroevendraaiers van ver
schillende grootte nodig, een sleuf
schroevendraaier alsook een
steeksleutel.
-
-
-
Toesteldeur
Open de toesteldeur.
^
Draai de bevestigingsschroeven d
^
helemaal los en schroef ze in het bo
venste en onderste gat in de tegen
overgestelde zijde f.
Als u pennen in de scharnieren ge
plaatst had om de openingshoek van
de deur te beperken:
^ Trekt u de pennen langs boven uit de
scharnieren.
Deurdemper losmaken
^ Leg de weggenomen toesteldeur met
de voorzijde naar onderen op een
stevige ondergrond.
-
-
-
^
Neem de afdekplaatjes a, b en c
met behulp van een sleufschroeven
draaier weg.
^
Draai de bevestigingsschroeven d
iets los.
^
Schuif de toesteldeur naar buiten en
hang ze op e.
52
^
-
Schuif de spanveer a met een
schroevendraaier voorzichtig naar
buiten.
Let op! De deurdemper trekt in ge
demonteerde toestand samen! U
kunt zich verwonden!
-
Page 53
Deurscharnieren veranderen
Schroef de houder b af en neem de
^
deurdemper c naar onderen toe af.
Maak de kogeltap d met behulp van
^
een steeksleutel los en neem deze af.
Plaats de toesteldeur zo dat u voor
^
aan de scharnieren kunt losdraaien
(de scharnieren blijven geopend).
^ Draai de schroeven a los en sluit de
vrij gekomen openingen af met de
bijgevoegde stoppen c.
-
Deurdemper bevestigen
Leg de toesteldeur opnieuw met de
^
voorzijde naar onderen op een ste
vige ondergrond.
^ Schroef de kogeltap d van de
deurdemper c in de nieuwe
bevestigingsopening.
^ Schuif de spanveer a weer naar bin-
nen.
^ Schroef de houder b vast op het
scharnier.
^
Trek de deurdemper c open en
haak hem vast in de kogeltap d.
-
Klap de scharnieren niet dicht. U
zou zich kunnen verwonden.
^
Draai de scharnieren diagonaal om
b.
^
Gebruik een elektrische schroeven
draaier (met batterij) om de schar
nieren vast te draaien - de schroeven
a zijn tapschroeven.
-
-
53
Page 54
Deurscharnieren veranderen
^ Schuif de toesteldeur op de vooraf
gemonteerde schroeven en draai de
schroeven vast.
^ Breng de afdekkingen a ,b en c
aan.
Deur van het vriesvak
Klap de afdekking op de steun a
^
naar beneden.
Draai de steun b los en neem de
^
deur van het vriesvak c samen met
de steun weg.
^ Schroef het grendelstuk d los.
^ Plaats het grendelstuk d 180° ge-
draaid op de andere kant en schroef
het vast.
^
Breng de pennen om de openings
hoek van de deur te begrenzen,
langs boven in de scharnieren aan.
54
-
^
Zet de deur van het vriesvak c langs
boven op zijn plaats e en schroef de
steun vast b.
^
Klap de afdekking op de steun a
weer dicht.
^
Sluit de vrij gekomen openingen met
de stoppen f af.
Page 55
Alle montagestappen zijn beschre
ven voor een toestel met een
rechtsscharnierende deur. Als u
de draairichting van de deur hebt
veranderd naar links, moet u hier
mee rekening houden in de
montagestappen.
Voor de inbouw van het toestel hebt
u het volgende gereedschap nodig:
een kruiskopschroevendraaier,
–
torx-schroevendraaiers in verschil
–
lende groottes,
– een inbussleutel.
-
-
-
Gewicht van de meubeldeur
Voordat u de meubeldeur monteert,
dient u te controleren of de te monteren
meubeldeur niet te veel weegt:
Het toestel inbouwen
Inbouw in een scheidingswand
Als het toestel in een scheidingswand
wordt ingebouwd, moet de achterzijde
van de inbouwnis ter hoogte van het
toestel worden afgedekt.
De inbouwnis uitlijnen
Maximaal gewicht
Toestel
K 9458 iDF-419
K 9558 iDF-420
K 9758 iDF-423
Gemonteerde meubeldeuren die
meer wegen dan het maximaal toe
gelaten gewicht kunnen tot bescha
diging van de scharnieren leiden!
van de meubeldeur
(in kg)
Voor u het toestel inbouwt, moet u de
inbouwkast zorgvuldig met een water
pas uitlijnen. De hoeken van de kast
moeten in een hoek van 90° ten opzich
te van elkaar staan omdat de meubel
deur anders niet tegen alle vier de
hoeken van de kast komt.
-
-
-
-
-
55
Page 56
Het toestel inbouwen
Het toestel in gereedheid
brengen
^ Schuif de opvullijst a (noppen naar
onderen) in de gleuf en haak ze met
de noppen in de sleutelgaten b
vast.
^ Verplaats het aansluitsnoer zodat u
het toestel na de inbouw gemakkelijk
op het elektriciteitsnet kunt aansluiten.
^
Schuif het toestel voor twee derde in
de inbouwnis.
Let erop dat het aansluitsnoer niet
gekneld raakt wanneer u het toestel
op zijn plaats schuift.
Open de deur van het toestel.
^
^ Verwijder de afdekking c van de
bovenhoek van het toestel. Gebruik
hiervoor een sleufschroevendraaier.
^
Plaats de afdekking d op het beves
tigingsprofiel e.
^
Schroef het bevestigingsprofiel e
met de schroeven f (M5 x 15) bo
ven aan het toestel vast.
-
-
^
Alleen bij 16 mm dikke meubel
wanden:
Klem de afstandsstukken b op de
scharnieren.
56
-
Page 57
^ Plaats de afdekking g op het beves-
tigingsprofiel h.
^ Schroef het bevestigingsprofiel h
met de schroeven i (M5 x 15) onder
aan het toestel vast.
Het toestel inbouwen
Het toestel inbouwen
^ Trek de beschermfolie van de
boordband j.
^ Kleef de boordband op de kant van
het toestel langs waar de deur open
gaat. De boordband moet in één lijn
liggen met de voorzijde.
Start de boordband hierbij vanaf de
onderkant van de bovenste afdek
king d enstop2-3mmboven het
onderste bevestigingsprofiel h. Daar
snijdt u het resterende stuk af.
^
Schuif het toestel nu in de inbouwnis,
tot de afdekkingen d en g tegen de
voorkant van de zijwand van het
meubel komen.
-
– Bij 16 mm dikke meubelwanden:
De afstandsstukken komen bovenaan en onderaan tegen de voorkant
van de zijwand van het meubel a.
–
Bij 19 mm dikke meubelwanden:
De voorzijde van de scharnieren bo
ven en onder liggen in één lijn met
de voorkant van de zijwand van het
meubel b.
^
Controleer nogmaals of de afdek
kingen van de bevestigingsprofielen
boven en onder de voorkant van de
zijwand van het meubel d raken.
Zo is er een afstand van 42 mm tot de
voorzijde van de zijwanden van het
meubel.
-
-
57
Page 58
Het toestel inbouwen
Bij meubels met stootonderdelen (zo
als noppen, dichtingsstroken enz.)
moet de opbouwdikte van deze onder
delen worden ingecalculeerd, zodat er
ook hier een afstand van 42 mm is.
Trek het toestel wat uit, naar gelang
^
de opbouwdikte.
De scharnieren en afdekkingen staan
nu naar gelang de opbouwdikte wat
meer naar voren.
Tip: Verwijder de stootonderdelen! Ook
dan bevindt alles zich in één lijn met de
naastliggende meubeldeuren.
Als de afstand van 42 mm (van het
toestel tot de voorkant van de meubelzijwanden) niet wordt nageleefd,
sluit de toesteldeur mogelijk niet correct.
Dat kan tot ijsvorming,
condenswatervorming en
functiestoringen leiden!
^ Lijn het toestel langs beide kanten
met de regelvoetjes en de bijgele
verde steeksleutel uit tot het recht
staat c.
-
Het toestel in de nis bevesti
-
gen
-
^ Duw het toestel aan de kant van de
scharnieren tegen de meubelwand.
^ Om het toestel langs boven en langs
onderen met de kast te verbinden,
schroeft u de lange spaanplaatschroeven a (4 x 20 mm) boven en
onder door de scharnierklampen.
-
58
Page 59
^ Draai de schroeven b op de boven-
ste en onderste bevestigingsprofielen
c wat los.
Het toestel inbouwen
Breek het uitstekende stuk van de
^
onderste afdekking e af. U hebt dit
niet meer nodig.
Plaats de profielafdekking g op het
^
onderste bevestigingsprofiel c.
Sluit de toesteldeur.
^
De meubeldeur monteren
^ Schuif de bevestigingsprofielen c tot
tegen de meubelwand en draai de
schroeven b weer vast.
^
Schroef de bevestigingsprofielen c
met de schroeven d vast op de
meubelwand. Boor vooraf eventueel
gaten in de meubelwand.
^
Breek het uitstekende stuk van de
bovenste afdekking e af en plaats
de afdekking omgedraaid op het bo
venste bevestigingsprofiel c.
^
Plaats de langwerpige afdekking f
op het bovenste bevestigingsprofiel
c.
^
Stel de afstand tussen de deur van
het toestel en de bevestigingstraver
se in op 8 mm a.
^
Schuif de montagehulpstukken b op
de hoogte van de meubeldeur: De
onderste aanslag X van de montage
hulpstukken moet zich op dezelfde
hoogte bevinden als de bovenzijde
van de te monteren meubeldeur, te
ken -.
^
Draai de moeren c los en neem de
bevestigingstraverse d samen met
de montagehulpstukken weg.
-
-
-
59
Page 60
Het toestel inbouwen
^ Teken met een potlood dunnetjes
een middellijn op de binnenkant van
de meubeldeur.
^ Hang de bevestigingstraverse d met
de montagehulpstukken op de
binnenzijde van de meubeldeur.
Plaats de bevestigingstraverse juist
in het midden.
^
Schroef de bevestigingstraverse met
minstens 6 korte spaanplaatschroe
ven e (4 x 14 mm) vast. (Bij casset
tedeuren gebruikt u maar 4 schroe
ven op de rand).
^
Trek de montagehulpstukken naar
boven weg f.
^
Keer de montagehulpstukken om en
steek ze (om ze te bewaren) hele
maal in de middelste sleuf van de be
vestigingstraverse g.
-
-
-
-
^ Hang de meubeldeur op de
regelbouten h.
^ Draai de moeren c losjes op de
regelbouten.
^ Sluit de deur en controleer de af-
stand tussen de deur en de
omringende meubeldeuren.
^ Plaats de meubeldeur op één lijn met
de naastliggende meubeldeuren:
De zijdelingse aanpassing X verkrijgt
u door de meubeldeur te verschui
ven, de hoogteaanpassing Y door de
regelbouten h met een schroeven
draaier te verdraaien.
^
Draai de moeren c vast.
-
-
-
60
Page 61
De toesteldeur op de meubeldeur
vastschroeven:
Het toestel inbouwen
^ Schroef het bevestigingsprofiel a
met de inbusschroef b in de voorgeboorde gaten in de toesteldeur.
Zorg ervoor dat de twee metalen randen c in één lijn staan (symbool II).
^ Boor de bevestigingsgaten d voor in
de meubeldeur en draai de schroeven e (4 x 14 mm) erin.
(Bij grote of tweedelige meubeldeuren
schroeft u een tweede set bevesti
gingsprofielen a ter hoogte van de
greep in de deur vast. Gebruik daar
voor de voorgeboorde gaten in de toe
steldeur).
–
Regel de diepte Z van de meubel
deur:
Draai de schroeven f boven aan de
toesteldeur en de schroef g onder
aan het bevestigingsprofiel los. Ver
schuif de meubeldeur tot er een
luchtspleet is van 2 mm tussen de
meubeldeur en de voorzijde van de
nis.
-
-
-
-
^ Sluit daarvoor de deur en neem de
omringende meubeldeuren als
referentie.
^ Draai de moeren h op de toestel-
deur vast. Hou tegelijk de regelbout
i met een schroevendraaier tegen.
^ De opvullijst j mag niet uitsteken.
Hij moet volledig in de nis ver
dwijnen.
^
Draai alle schroeven nog een keer
vast.
-
-
61
Page 62
Het toestel inbouwen
^ Bevestig de afdekkingen.
Controleer op de volgende manier of
het toestel correct is ingebouwd:
– De deur moet correct sluiten.
– De deur mag niet vlak tegen het
meubel liggen.
– De dichting in de bovenhoek aan de
kant met de greep moet nauw aan
sluiten.
Plaats bij wijze van test een ingescha
kelde zaklamp in het toestel en sluit de
toesteldeur.
Verduister het vertrek en controleer of
er licht te zien is aan de zijkanten van
het toestel. Is dat het geval, dan over
loopt u de afzonderlijke
montagestappen.
62
-
-
-
Page 63
63
Page 64
Wijzigingen voorbehouden / 4810
K 9458 iDF-4, K 9558 iDF-4, K 9758 iDF-4
M.-Nr. 09 020 820 / 00
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.