Koelkast met vriesvak,
PerfectFresh-zone en DynaCool
K 34282 iDF
K 35282 iDF
K 37282 iDF
Lees absoluut de gebruiksen montageaanwijzing voor u het
toestel opstelt, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en
u voorkomt schade aan het toestel.
M.-Nr. 09 521 440
nl-BE
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
raat dan ook nooit met het gewone af
val.
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
-
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
-
–
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
2
-
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................2
Beschrijving van het toestel .........................................6
(instelmodus:
vergrendeling in-/uitschakelen;
temperatuur in de PerfectFresh-zone
instellen)
e Symbool voor "Super koelen"
f Symbool voor de vergrendeling
g Temperatuuraanduiding
h Toets voor het instellen van de tem
peratuur
i Uitschakeltoets voor het waarschu
wingssignaal
-
-
6
Beschrijving van het toestel
a Bedieningspaneel
b Vriesvak
c Ventilator
d Rek/eiervakjes
e Binnenverlichting
f Legplaat
g Flessenrek
h Droog vak van de PerfectFresh-
zone*
i Gootje en
afvoeropening voor het dooiwater
j Regelaar voor het instellen van de
luchtvochtigheid in het vochtige vak
Op deze afbeelding wordt ter
illustratie één model van het toestel
weergegeven.
k Vochtig vak van de PerfectFresh-
zone
* Afhankelijk van het model
7
Beschrijving van het toestel
Mits toeslag verkrijgbaar
toebehoren
Flessenhouder
Het mits toeslag verkrijgbaar toebe
horen is verkrijgbaar via de dienst
Onderdelen en toebehoren van
Miele, bij uw Miele-handelaar of in de
Miele Online Shop.
-
Op de flessenhouder kunt u flessen ho
rizontaal in het toestel leggen en bewaren. Zo kunt u ruimte besparen in het
toestel.
De flessenhouder kan naar eigen wens
in het toestel worden geplaatst.
Legplaat in twee delen
Om hoge waren, zoals hoge flessen of
recipiënten, te kunnen plaatsen, is er
een legplaat in twee delen, waarvan u
het voorste deel voorzichtig onder het
achterste deel kunt schuiven.
Multifunctionele microvezeldoek
De microvezeldoek helpt om
vingerafdrukken en normaal vuil te ver
wijderen op roestvrijstalen fronten, be
dieningspanelen van toestellen, ven
sters, meubels, autoruiten enz.
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor
schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter
letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de gebruiks- en montageaanwijzing aandachtig voor u het
toestel in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen om
trent inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud. Dat is veiliger
voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat
deze opmerkingen niet in acht werden genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan
wie het toestel eventueel na u gebruikt!
-
Juist gebruik
Dit toestel is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen.
Dit toestel is niet bestemd voor gebruik buiten.
-
Gebruik het toestel uitsluitend in huishoudelijke context voor het
~
koelen en bewaren van levensmiddelen, het bewaren van diepvries
producten, het invriezen van verse levensmiddelen en het maken
van ijsblokjes.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
~
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of andere
gelijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan de
EU-richtlijn 93/42/EEG betreffende medische hulpmiddelen. Ver
keerd gebruik van het toestel kan leiden tot aantasting of bederf van
de bewaarde producten. Bovendien is het toestel niet geschikt voor
gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die werd veroorzaakt
doordat het toestel voor andere doeleinden werd gebruikt of ver
keerd werd bediend.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk-
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
het toestel veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog
worden gehouden.
Deze personen mogen het toestel zonder toezicht bedienen, maar
alleen wanneer de bediening van het toestel zo uitgelegd is aan hen
dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's
van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
-
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
~
worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het toestel zonder toezicht be
~
dienen, maar alleen wanneer de bediening van het toestel zo uitge
legd is aan hen dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten
de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en
begrijpen.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of onder
~
houden.
Hou kinderen die in de buurt van het toestel komen in het oog.
~
Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
10
-
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gevaar voor verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen
~
in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken
en daardoor verstikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkings
materiaal.
Technische veiligheid
Het koelmiddelcircuit heeft een controle op lekkage doorstaan.
~
Het toestel voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften en de
relevante EU-richtlijnen.
Dit toestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een natuurlijk
~
gas dat het milieu weinig belast maar wel brandbaar is. Het is niet
schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect.
Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel
een lichte verhoging van de werkingsgeluiden. Naast
werkingsgeluiden van de compressor kunnen er ook stromingsgeluiden te horen zijn die afkomstig zijn van het koelcircuit. Deze effecten
zijn jammer genoeg niet te vermijden, maar hebben geen negatieve
invloed op de prestaties van het toestel.
Let er bij het transporteren en het inbouwen/opstellen van het toestel
op dat geen enkel onderdeel van het koelcircuit beschadigd raakt.
Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden!
Bij beschadiging:
-
–
Vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
–
ontkoppel het toestel van het elektriciteitsnet,
–
verlucht gedurende enkele minuten het vertrek waarin het toestel
staat en
–
neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Hoe meer koelmiddel er in een toestel zit, hoe groter de ruimte
~
moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij een eventueel lek
kan er in een te kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en
lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m
hoeveelheid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toe
stel.
De aansluitgegevens (zekering, frequentie en spanning) op het
~
typeplaatje van het toestel moeten absoluut overeenstemmen met
deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan het toestel.
Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aansluit. Vraag bij
twijfel inlichtingen aan een elektricien.
De elektrische veiligheid van dit toestel wordt enkel gegaran-
~
deerd wanneer het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan
deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien controleren.
3
groot zijn. De
-
Is de aansluitkabel beschadigd, laat dan een nieuwe installeren
~
door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt
u risico's voor wie het toestel gebruikt.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Gebruik deze niet om het
toestel aan te sluiten op het elektriciteitsnet.
Wanneer er vocht terechtkomt op onderdelen van het toestel die
~
onder spanning staan of de aansluitkabel, kan dat een kortsluiting
veroorzaken.
Gebruik het toestel daarom niet in een ruimte die wordt blootgesteld
aan vocht of waterspatten (bijv. garage, washok enz.).
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
Beschadigingen aan het toestel kunnen uw veiligheid in gevaar
~
brengen. Controleer of het toestel zichtbaar beschadigd is. Een be
schadigd toestel mag u nooit in gebruik nemen.
Gebruik het toestel enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is
~
een veilige werking gegarandeerd.
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
~
toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas
van het elektriciteitsnet losgekoppeld wanneer aan een van deze
voorwaarden is voldaan:
– De zekeringen in uw zekeringkast zijn uitgeschakeld of
– de schroefzekeringen in uw zekeringkast zijn helemaal uitge-
draaid of
-
– de stekker is uit het stopcontact getrokken.
Trek bij aansluitkabels met een stekker niet aan de kabel maar
aan de stekker om het toestel los te koppelen van het elektriciteitsnet.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of
~
herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's
ontstaan. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen al
leen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Het recht op garantie vervalt wanneer het toestel door een klan
~
tendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat ze ten
~
volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt. Defecte
onderdelen mogen enkel worden vervangen door originele
Miele-wisselstukken.
-
-
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Het toestel is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse (bereik
~
van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens in
acht moeten worden genomen.
De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje in de binnenruimte
van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat
de compressor gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel
de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen niet worden af
~
gedekt of afgesloten.
Als deze openingen afgedekt zijn, kan er geen goede luchtcirculatie
plaatsvinden. Het energieverbruik stijgt en schade aan onderdelen
kan niet worden uitgesloten.
Als u in het toestel of in de toesteldeur vet- of oliehoudende le-
~
vensmiddelen bewaart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de
kunststofonderdelen van het toestel.
Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat die
barst of scheurt.
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brand
~
bare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Ontvlambare
gasmengsels kunnen worden ontstoken door elektrische componen
ten. Gevaar voor brand en ontploffing!
Gebruik geen elektrische toestellen in het toestel (bijv. om softijs
~
te maken). Er kunnen vonken ontstaan. Gevaar voor ontploffing!
Bewaar in het vriesvak geen blikjes en flessen met koolzuurhou
~
dende dranken of vloeistoffen die kunnen bevriezen. De blikjes of
flessen kunnen ontploffen.
Gevaar voor verwonding en beschadiging!
-
-
-
-
14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Plaats dranken met een hoog alcoholpercentage enkel rechtop
~
en goed afgesloten in de koelzone. Gevaar voor ontploffing!
Als u flessen snel in het vriesvak wilt koelen, dient u ze uiterlijk na
~
één uur weer eruit te halen. De flessen kunnen ontploffen. Gevaar
voor verwonding en beschadiging!
Raak bevroren levensmiddelen en metalen onderdelen niet met
~
natte handen aan. Uw handen zouden kunnen vastvriezen. Gevaar
voor verwonding!
Neem nooit ijsblokjes en ijslolly's, met name waterijsjes, in de
~
mond als u ze net uit het vriesvak hebt gehaald.
Door de zeer lage temperatuur van de bevroren levensmiddelen
kunnen uw lippen of tong vastvriezen. Gevaar voor verwonding!
Gedeeltelijk of volledig ontdooide levensmiddelen mogen niet op-
~
nieuw worden ingevroren. Verbruik deze levensmiddelen zo snel
mogelijk, want de levensmiddelen verliezen hun voedingswaarde en
bederven. Ontdooide levensmiddelen kunt u opnieuw invriezen nadat u ze hebt gekookt of gebraden.
Als u levensmiddelen eet die te lang werden bewaard, bestaat er
~
gevaar voor voedselvergiftiging.
De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de vers
heid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop
ze worden bewaard. Neem de houdbaarheidsdatum en de
bewaarinstructies van de producent van de levensmiddelen in acht!
-
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik alleen origineel Miele-toebehoren. Worden er andere on
~
derdelen gemonteerd of geplaatst, dan vervalt het recht op garantie
en/of de productaansprakelijkheid.
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichting niet met olie of vet.
~
Daardoor wordt de deurdichting na verloop van tijd poreus.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderde
~
len die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen en ontdooien van het toestel nooit een
stoomreiniger.
Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand om
~
– rijm- en ijslagen te verwijderen,
– levensmiddelen los te wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het
toestel niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het
~
toestel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
-
-
Gebruik geen ontdooisprays of producten om ijs te verwijderen.
~
Deze kunnen immers explosieve gassen vormen, ze kunnen oplos
middelen of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten of ze
kunnen de gezondheid schaden.
16
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wat met een afgedankt toestel?
Vernietig het deurslot van uw toestel als u het afdankt.
~
Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zich in het toestel
opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het koelcircuit, bijv. door
~
koelmiddelkanalen van het verdampsysteem open te prikken,
–
buizen te knikken,
–
oppervlaktecoatings weg te krabben,
–
Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden.
17
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal
energieverbruik
Opstellen/wachten In een verluchte ruimte.In een gesloten,
Beschermd tegen
rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron
(verwarmingselement, for
nuis).
Bij een ideale kamertempera
tuur van ongeveer 20 °C.
Dek de luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen niet
af. Verwijder regelmatig het
stof van de luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen.
Verwijder minstens 1 keer
per jaar het stof van de compressor en het metalen rooster (warmtewisselaar) aan de
achterzijde van het toestel.
Verhoogd
energieverbruik
niet-verluchte ruimte.
Bij rechtstreekse
zonnestralen.
Naast een warmtebron (ver
warmingselement, fornuis).
-
Bij een hoge kamertempera
tuur.
Als de luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen afgedekt zijn of onder het stof zitten.
Wanneer er zich stof heeft
opgehoopt op de compressor en het metalen rooster
(warmtewisselaar).
-
-
Temperatuurinstelling
18
Koelzone 4 tot 5 °CBij een lage temperatuur-
PerfectFresh-zone ongeveer
0°C
Vriesvak -18 °C
instelling: hoe lager de
koelzonetemperatuur, hoe
hoger het energieverbruik!
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal
energieverbruik
GebruikLaat de laden, legplaten en
rekken zoals ze waren toen
het toestel werd geleverd.
Open de toesteldeur alleen in
dien nodig en altijd zo kort
mogelijk.
Schik de levensmiddelen in
het toestel.
Neem een koelzak mee wan
neer u boodschappen doet en
plaats de levensmiddelen snel
in het toestel.
Plaats levensmiddelen die u
uit het toestel haalt altijd zo
snel mogelijk terug, voordat ze
te veel opwarmen.
Laat warme gerechten en
dranken eerst buiten het toestel afkoelen.
Verhoogd
energieverbruik
Als u de deur vaak en langdu
rig opent, treedt er koudever
lies op en stroomt er warme
kamerlucht naar binnen. Het
toestel probeert te koelen en
de compressor werkt langdu
rig.
Warme gerechten en levens
middelen die opgewarmd zijn
tot buitentemperatuur,
brengen warmte in het toestel.
Het toestel probeert te koelen
en de compressor werkt langdurig.
-
-
-
-
Plaats levensmiddelen goed
verpakt of goed afgedekt in
het toestel.
Leg ingevroren producten in
de koelzone om ze te ontdooi
en.
Doe de vakken niet te vol zo
dat de lucht kan circuleren.
OntdooienOntdooi het vriesvak bij een
ijslaag van maximaal 0,5 cm.
Wanneer vloeistoffen in de
koelzone verdampen en
condenseren, leidt dat tot ver
lies van het koelvermogen.
-
-
Een ijslaag vermindert de
overdracht van de koude aan
de in te vriezen levensmid
delen.
-
-
19
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Beschermfolie
De roestvrijstalen randen op de rekken
en legplaten zijn van een beschermfolie
voorzien om ze bij het transport te be
schermen.
Trek de beschermfolie van de roest
^
vrijstalen randen.
Reinigen
Reinig de binnenruimte en het toebe
^
horen. Neem daartoe de opmer
kingen in acht die vermeld staan in
de rubriek "Reiniging en onderhoud".
Toebehoren
-
-
-
Toestel inschakelen
Druk op de aan-uittoets.
^
De temperatuuraanduiding licht op, het
toestel begint te koelen en de binnen
verlichting schakelt in als de deur wordt
geopend.
Om zeker te zijn dat de temperatuur
laag genoeg is, dient u het toestel
enkele uren te laten voorkoelen voordat u voor het eerst levensmiddelen
in het toestel legt.
Toestel uitschakelen
^ Druk op de aan-uittoets totdat het
display uitgaat.
-
^
Steek de flessenhouder in het mid
den op de achterrand van het
flessenrek.
De lamellen reiken tot in het flessenrek
en zorgen ervoor dat de flessen beter
op hun plaats worden gehouden wan
neer de toesteldeur wordt geopend en
gesloten.
20
-
De koeling is uitgeschakeld. Als dat
niet het geval is, is de vergrendeling in
geschakeld (zie "Instellingen wijzigen Vergrendeling uitschakelen").
-
-
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw
zekeringkast uit,
ontdooi het vriesvak.
^
reinig het toestel,
^
laat de toesteldeur op een kier staan
^
om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwezigheid wordt uitgeschakeld maar
niet gereinigd, bestaat er gevaar
voor schimmelvorming als de deur
gesloten blijft.
Toestel in- en uitschakelen
-
21
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is
een juiste temperatuurinstelling zeer
belangrijk. Levensmiddelen bederven
snel door de aanwezigheid van micro
-organismen. Dat proces kan door de
juiste bewaartemperatuur worden
verhinderd of vertraagd. De tempera
tuur beïnvloedt de groeisnelheid van de
micro-organismen. Hoe lager de tem
peratuur, hoe langzamer dit proces ver
loopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
–
de toesteldeur opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de kamertemperatuur van het
toestel hoog is.
Het toestel is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de
kamertemperatuur) waarvan de
onder- en bovengrens in acht moe
ten worden genomen.
-
-
-
-
...indekoelzone en in de
Perfect-Fresh-zone
Voor de koelzone raden we een
koeltemperatuur van 4°Caan.
In de PerfectFresh-zone wordt de tem
peratuur automatisch geregeld en vari
eert deze van 0tot3°C.
-
Automatische temperatuurverdeling
(DynaCool)
Wanneer de koeling van de koelzone
inschakelt, schakelt het toestel automa
tisch ook altijd de ventilator in. Op die
manier wordt de koude gelijkmatig verdeeld in de koelzone, zodat de
bewaarde levensmiddelen allemaal ongeveer op dezelfde temperatuur worden gekoeld.
...inhetvriesvak
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en ze langdurig te bewaren, is een temperatuur van -18 °C vereist. Bij die temperatuur komt de groei van micro-orga
nismen in hoge mate tot stilstand. Zo
dra de temperatuur boven -10 °C stijgt,
begint de ontbinding door de micro-or
ganismen. De levensmiddelen kunnen
dan minder lang worden bewaard.
Daarom mogen volledig of gedeeltelijk
ontdooide levensmiddelen pas opnieuw
worden ingevroren nadat u ze hebt ver
werkt (door ze te koken of braden).
Door de hoge temperaturen worden de
meeste micro-organismen gedood.
-
-
-
-
-
-
-
22
Temperatuuraanduiding
De temperatuuraanduiding op het
display geeft bij normale werking de
gemiddelde, daadwerkelijke
koelzonetemperatuur weer die mo
menteel heerst in het toestel.
-
Temperatuur instellen
Wanneer de toesteldeur zeer vaak
wordt geopend, wanneer grote hoe
veelheden levensmiddelen in het toe
stel worden gelegd, of wanneer de om
gevingstemperatuur hoog is, is een in
stelling van 3°Ctot5°Caangewezen.
Hoe hoger/lager de temperatuur in
de koelzone, hoe hoger/lager de temperatuur in het vriesvak.
De temperatuur kan worden ingesteld
op een temperatuurwaarde van 9 °C tot
3 °C.
-
-
-
De juiste temperatuur
Druk zo vaak op de toets voor het in
^
stellen van de temperatuur totdat de
gewenste temperatuur op de tempe
ratuuraanduiding wordt weergege
ven.
De eerste keer dat u erop drukt, wordt
de laatst ingestelde temperatuurwaarde
knipperend weergegeven.
Vervolgens wijzigt de temperatuurwaar
de ononderbroken. Als de instelling
3 °C bereikt is, keert de temperatuuraanduiding terug naar 9 °C.
De nieuwe gekozen temperatuurwaarde wordt na korte tijd automatisch opgeslagen.
De temperatuur in de koelzone bereikt
nu langzaam die waarde. Tegelijkertijd
wordt in de vrieszone een gemiddelde
temperatuur van ca. -18 °C bereikt.
-
-
-
-
23
De juiste temperatuur
Temperatuur in de
PerfectFresh-zone wijzigen
In de PerfectFresh-zone varieert de
temperatuur automatisch van 0 tot 3 °C.
Als u het toch warmer of kouder wenst,
omdat u bijv. vis wilt bewaren, dan kunt
u de temperatuur lichtjes wijzigen.
De voorinstelling voor de tempera
tuur in de PerfectFresh-zone is b5.
Bij een instelling van b1 tot b4 wor
den eventueel temperaturen onder
nul bereikt. Levensmiddelen kunnen
bevriezen!
Temperatuur instellen
-
-
Druk kort op de toets voor
^
"Super koelen" om de functie op te
roepen.
Op het display verschijnen b en de
laatst ingestelde waarde.
Door op de toets voor het instellen
^
van de temperatuur te drukken, kunt
u nu de temperatuur in de PerfectFresh-zone wijzigen. U kunt kiezen uit
de standen 1 tot 9:
1: laagste temperatuur,
9: hoogste temperatuur.
^ Druk ca. 5 seconden op de toets
voor "Super koelen".
Het menusymbool X brandt en op
het display knippert c.
Het toestel staat nu in de
instelmodus.
^
Druk zo vaak op de toets voor het in
stellen van de temperatuur totdat op
het display b knippert.
24
^ Druk op de toets voor "Super koelen"
om de instelling op te slaan.
Ga als volgt te werk om de instelmodus
te verlaten:
-
^
Druk op de aan-uittoets.
Op het display wordt opnieuw de
temperatuur van de koelzone weer
gegeven.
De nieuwe ingestelde temperatuur
voor de PerfectFresh-zone wordt
langzaam bereikt.
-
Instelmodus
Bepaalde instellingen van het toestel
kunt u in de instelmodus wijzigen.
Temperatuur in de Perfect
Fresh-zone wijzigenb
Vergrendeling in-/uitschakelenc
-
Instellingen wijzigen
Druk kort op de toets voor
^
"Super koelen" om de vergrende
lingsfunctie op te roepen.
Op het display verschijnt c1.
-
Hoe u kunt de temperatuur in de PerfectFresh-zone wijzigen, wordt be
schreven in de rubriek "De juiste tem
peratuur".
Hoe u kunt de vergrendeling in- enuitschakelen, wordt hieronder beschreven.
Wanneer het toestel in de instelmodus
staat, wordt dat aangegeven via het
menusymbool X.
Vergrendeling in-/uitschakelen
Met de vergrendeling kunt u het toestel
beveiligen, zodat het niet ongewenst
wordt uitgeschakeld.
–
Vergrendeling inschakelen
^
Druk ca. 5 seconden op de toets
voor "Super koelen".
-
-
-
Druk kort op de toets voor
^
"Super koelen" om de vergrendeling
in te schakelen.
Het symbool voor de vergrende ling 0 brandt.
Ga als volgt te werk om de instelmodus
te verlaten:
^
Druk kort op de aan-uittoets.
Op het display wordt de temperatuur
van de koelzone weergegeven.
Het menusymbool X brandt en op
het display knippert c.
Het toestel staat nu in de
instelmodus.
25
Instellingen wijzigen
Vergrendeling uitschakelen
–
Druk ca. 5 seconden op de toets
^
voor "Super koelen".
Het menusymbool X brandt en op
het display knippert c.
Het toestel staat nu in de
instelmodus.
^ Druk kort op de toets voor
"Super koelen" om de vergrendelingsfunctie op te roepen.
Op het display verschijnt c0.
^
Druk kort op de toets voor "Super
koelen" om de vergrendeling uit te
schakelen.
Het symbool voor de vergrende
ling 0 gaat uit.
Ga als volgt te werk om de instelmodus
te verlaten:
^
Druk op de aan-uittoets.
Op het display wordt de temperatuur
van de koelzone weergegeven.
26
-
Super koelen gebruiken
Functie Super koelen
Met de functie "Super koelen" wordt de
koelzone zeer snel op de koudste waar
de afgekoeld (afhankelijk van de ka
mertemperatuur).
De functie "Super koelen" is vooral aan
te bevelen als u grote hoeveelheden
verse levensmiddelen of dranken snel
wenst af te koelen.
Super koelen inschakelen
^ Druk op de toets voor "Super koelen".
Het symbool voor "Super koelen" ª
brandt. De temperatuur in het toestel
daalt, doordat het toestel nu werkt
met het maximale koelvermogen.
-
Super koelen uitschakelen
De functie "Super koelen" wordt auto
matisch na ca. 12 uur uitgeschakeld.
-
Het symbool voor "Super koelen" ª
gaat uit en het toestel werkt weer met
het normale koelvermogen.
Om energie te besparen, kunt u de
functie "Super koelen" zelf uitschakelen
zodra de levensmiddelen of dranken
koud genoeg zijn.
^ Druk op de toets voor "Super koelen",
zodat het symbool ª uitgaat.
De koeling van het toestel werkt weer
met het normale vermogen.
-
27
Deuralarm
Het toestel is met een waarschuwings
systeem uitgerust om energieverlies te
vermijden als de toesteldeur open blijft
staan.
Deuralarm
Als de toesteldeur langer dan 60 se
conden open blijft staan, weerklinkt een
waarschuwingssignaal.
Zodra de toesteldeur wordt gesloten,
wordt het akoestische waarschuwings
signaal uitgeschakeld.
Als het akoestische waarschuwingssignaal u stoort, kunt u het vroegtijdig uitschakelen.
-
-
^
Druk op de uitschakeltoets voor het
waarschuwingssignaal.
Het akoestische waarschuwingssig
naal wordt uitgeschakeld.
In de instelmodus kunt u het waar
schuwingssignaal niet vroegtijdig uit
schakelen.
28
-
-
-
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
Verschillende koelgedeelten
Door de natuurlijke luchtcirculatie is de
temperatuur in de koelzone niet overal
gelijk. De koude, zware lucht daalt naar
het onderste gedeelte van de koelzone.
Gebruik de verschillende koelgedeelten
wanneer u levensmiddelen in het toe
stel plaatst!
Dit is een toestel met een automa
tische dynamische koeling, waarbij er
in het toestel een gelijkmatige tempe
ratuur wordt bereikt wanneer de ven
tilator draait. Tussen de verschillende
koelgedeelten zijn er minder
uitgesproken temperatuurverschillen.
Warmste gedeelte
Het warmste gedeelte van de koelzone
bevindt zich helemaal bovenaan in het
voorste gedeelte en in de toesteldeur.
Gebruik dat gedeelte bijv. om boter te
bewaren, zodat deze gemakkelijk
smeerbaar blijft, en voor kaas, zodat
deze zijn aroma niet verliest.
Koudste gedeelte
Het koudste gedeelte van de koelzone
bevindt zich direct boven de
scheidingsplaat van de PerfectFresh
-zone en aan de achterwand. In de vak
ken van de PerfectFresh-zone zijn de
temperaturen nog lager.
Gebruik het koudste gedeelte van de
koelzone en de PerfectFresh-zone voor
alle delicate en snel bederfbare levens
middelen zoals:
-
-
-
-
-
gebak en gerechten met eieren of
–
room,
vers deeg, taart-/cake-, pizza- en
–
quichedeeg,
kaas en andere producten op basis
–
van melk,
in folie verpakte, bereide groenten en
–
in het algemeen alle verse levens
middelen waarvan de minimale
houdbaarheidsdatum is gebaseerd
op een bewaartemperatuur van min
stens 4 °C.
Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het
toestel. Gevaar voor ontploffing!
Plaats sterke drank met een hoog alcoholpercentage enkel rechtop en
goed afgesloten in het toestel.
Als u in het toestel of in de toesteldeur vet- of oliehoudende levensmiddelen bewaart, dient u ervoor te
zorgen dat eventueel uitlopend vet
of uitlopende olie niet in contact
komt met de kunststofonderdelen
van het toestel.
Er kunnen spanningsscheuren in de
-
kunststof ontstaan, zodat die barst
of scheurt.
De levensmiddelen mogen niet te
gen de achterwand komen. Ze kun
nen anders aan de achterwand vast
vriezen.
-
-
-
-
-
–
vis, vlees, gevogelte,
–
worst, kant-en-klaargerechten,
29
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
Waarop moet u letten wanneer
Plaats de levensmiddelen niet te
dicht tegen elkaar zodat er gemak
kelijk lucht tussen kan circuleren.
Dek de ventilator op de achterwand
niet af. Die is belangrijk voor het
koelvermogen!
Levensmiddelen die zeker niet
mogen worden gekoeld
Niet alle levensmiddelen kunnen in de
koelkast bij temperaturen onder 5 °C
worden bewaard, doordat ze gevoelig
zijn voor koude.
Afhankelijk van het levensmiddel, kunnen het uitzicht, de consistentie, de
smaak en/of het vitaminegehalte van
een levensmiddel veranderen wanneer
het koel wordt bewaard.
Onder andere de volgende levensmiddelen zijn gevoelig voor koude:
vensmiddelen lang te kunnen bewaren,
is hun versheid. Dat is van het grootste
belang voor de bewaartijd van de prod
ucten.
Let ook op de houdbaarheidsdatum en
de juiste bewaartemperatuur.
De koelketen mag indien mogelijk niet
worden onderbroken. Let er bijv. op dat
de levensmiddelen niet te lang in een
warme auto blijven liggen.
Tip: Neem een koelzak mee wanneer u
boodschappen doet en plaats de levensmiddelen bij thuiskomst snel in het
toestel.
Levensmiddelen juist bewaren
Bewaar levensmiddelen alleen verpakt
of goed afgedekt in de koelzone (voor
de PerfectFresh-zone zijn er uitzonderingen). Zo vermijdt u dat de levensmiddelen vreemde geuren opnemen of
gaan uitdrogen. Tegelijk voorkomt u de
overdracht van eventuele kiemen. Dat
is vooral belangrijk bij het bewaren van
dierlijke levensmiddelen.
Een correcte instelling van de tempera
tuur en een aangepaste hygiëne kun
nen de houdbaarheid van de levens
middelen aanzienlijk verlengen.
-
-
-
-
-
–
harde kazen (zoals parmezaan en
bergkaas).
30
Levensmiddelen in de PerfectFresh-zone bewaren
In de PerfectFresh-zone heersen opti
male bewaaromstandigheden voor fruit,
groenten, vis, vlees en zuivelproducten.
De levensmiddelen blijven veel langer
vers en de smaak en vitamines blijven
behouden.
In de PerfectFresh-zone wordt de tem
peratuur automatisch geregeld en vari
eert deze van 0 tot 3 °C. Dat zijn lagere
temperaturen dan in een conventionele
koelzone, maar voor levensmiddelen
die ongevoelig zijn voor koude is dat de
optimale bewaartemperatuur.
Aangezien de levensmiddelen bij deze
temperatuur langer houdbaar blijven,
kunnen de levensmiddelen aanzienlijk
langer worden bewaard terwijl ze vers
blijven.
Bovendien kan de luchtvochtigheid in
de PerfectFresh-zone zo worden geregeld dat deze ideaal is voor de
bewaarde levensmiddelen. Een hogere
luchtvochtigheid zorgt ervoor dat de levensmiddelen hun eigen vochtgehalte
behouden en minder snel uitdrogen. Ze
blijven langer knapperig en vers.
-
-
De PerfectFresh-zone is onderver
deeld in twee gedeelten:
In het bovenste, droge vak (aantal
–
afhankelijk van het model) heerst een
temperatuur van 0 tot 3 °C en
wordt de luchtvochtigheid niet ver
hoogd ,.
-
Hier bewaart u vis, vlees, zuivelpro
ducten en alle andere soorten le
vensmiddelen, op voorwaarde dat
deze verpakt zijn.
In het onderste, vochtige vak heerst
–
een temperatuur van 0 tot 3 °C en
wordt de luchtvochtigheid afhankelijk
van de stand van de schuifregelaar
niet verhoogd , of wel verhoogd ..
Als de luchtvochtigheid wordt verhoogd, bewaart u hier fruit en groenten.
-
-
-
-
Om levensmiddelen goed te kunnen
bewaren, is het van essentieel be
lang dat ze zich in goede staat bevin
den wanneer u ze in het toestel legt!
Neem de levensmiddelen ca.
30 tot 60 Minuten voor u ze gaat ge
bruiken, uit de PerfectFresh-zone.
Pas bij kamertemperatuur ontplooien
het aroma en de smaak zich.
-
-
-
31
Levensmiddelen in de PerfectFresh-zone bewaren
Droog vak ,
Het droge vak is bijzonder geschikt
voor het bewaren van snel bederfbare
levensmiddelen, zoals:
verse vis, schaaldieren,
–
vlees, gevogelte, worst,
–
klaargemaakte slaatjes,
–
zuivelproducten zoals yoghurt, kaas,
–
room, kwark (plattekaas) enz.
Bovendien kunt u hier ook alle an
–
dere soorten levensmiddelen bewa
ren, op voorwaarde dat deze verpakt
zijn.
In het droge vak is het kouder. De
luchtvochtigheid in het droge vak stemt
overeen met de luchtvochtigheid in een
conventionele koelzone.
Merk op dat levensmiddelen die rijk zijn
aan eiwitten sneller bederven.
Schaaldieren bederven bijvoorbeeld
sneller dan vis, terwijl vis sneller bederft
dan vlees.
Bewaar die levensmiddelen om hygië
nische redenen alleen afgedekt of verpakt.
-
-
-
Vochtig vak ,, .
Het vochtige vak heeft een schuifrege
laar waarmee u de luchtvochtigheid in
het vochtige vak kunt regelen.
Zet de schuifregelaar daartoe op de in
stelling , of ..
Niet-verhoogde luchtvochtigheid ,
Wanneer de schuifregelaar op de in
stelling , staat, verandert het vochtige
vak in een droog vak. De schuifregelaar
opent de openingen naar het vak, zo
dat de vochtigheid wegstroomt (zie
"Droog vak ,").
Verhoogde luchtvochtigheid .
Wanneer de schuifregelaar op de instelling . staat, is het vochtige vak geschikt voor het bewaren van fruit en
groenten.
De schuifregelaar sluit de openingen
naar het vak, zodat de aanwezige
vochtigheid behouden blijft.
De hoogte van de luchtvochtigheid
hangt vooral af van de soort en de hoe
-
veelheid van de bewaarde levensmid
delen, wanneer deze onverpakt worden
bewaard.
-
-
-
-
-
-
32
Als er weinig levensmiddelen in het vak
zitten, is de vochtigheid mogelijk te laag.
Tip: Bewaar levensmiddelen in
luchtdichte verpakkingen als er weinig
levensmiddelen in het vak zitten.
Bij een verhoogde vochtigheid in het
vochtige vak, kan onder bepaalde
omstandigheden condensvorming
optreden. Verwijder de condens met
een doek.
Levensmiddelen in de PerfectFresh-zone bewaren
Als u niet tevreden bent over het resultaat van het bewaren van uw levens
middelen (bijv. wanneer de levensmiddelen al na korte bewaartijd slap of
verlept zijn), neem dan de volgende opmerkingen in acht:
Bewaar alleen verse levensmiddelen. De staat van de levensmiddelen is van
^
essentieel belang om ze vers te kunnen houden.
Reinig de vakken van de PerfectFresh-zone voordat u de levensmiddelen erin
^
legt.
Laat zeer vochtige levensmiddelen uitdruppen voordat u ze in het toestel legt.
^
Bewaar geen levensmiddelen die gevoelig zijn voor koude in de
^
PerfectFesh-zone
(zie "Niet geschikt voor de koelkast").
Om levensmiddelen te bewaren, kiest u het juiste PerfectFresh-vak en zet u de
^
schuifregelaar van het vochtige vak op de juiste stand (niet-verhoogde of verhoogde luchtvochtigheid).
^ Een verhoogde luchtvochtigheid . in het vochtige vak wordt alleen dankzij de
vochtigheid van de bewaarde levensmiddelen bereikt. Met andere woorden,
hoe meer levensmiddelen er in het vak worden bewaard, hoe hoger de vochtigheid.
Als er zich te veel vocht op de bodem van het vak verzamelt en de levensmiddelen er nadeel van ondervinden, droogt u de bodem met een doek. Of leg er
een rooster of iets dergelijks in, zodat het overtollige vocht kan wegsijpelen.
Als de luchtvochtigheid eens te laag is, verpakt u de levensmiddelen in
luchtdichte verpakkingen.
-
^
Als u vindt dat de temperatuur in de PerfectFresh-zone te hoog of te laag is,
probeert u deze via de koelzone te regelen door daar de temperatuur een beet
je (1 tot 2 °C) te wijzigen.
Ten laatste wanneer er zich ijskristallen op de bodem van de
PerfectFresh-vakken vormen, moet de temperatuur worden verhoogd, omdat de
levensmiddelen anders schade oplopen door de koude.
-
33
Binnenruimte indelen
Rek/flessenrek aan de
binnenkant van de deur
verplaatsen
Schuif het rek/flessenrek naar boven
^
en haal het uit het toestel.
Plaats het rek/flessenrek op de ge
^
wenste plaats weer in het toestel.
Zorg er daarbij voor dat het goed op
de verhogingen wordt vastgedrukt.
-
Flessenhouder verschuiven
U kunt de flessenhouder naar rechts of
naar links verschuiven. Daardoor komt
meer plaats vrij voor drankkartons.
Legplaten verplaatsen
U kunt de legplaten in overeenstem
ming met de hoogte van de te koelen
levensmiddelen verplaatsen:
Til de legplaat vooraan eventjes op
^
en trek ze iets naar voren. Schuif ze
met de uitsparing over de
steunribben en verplaats ze naar bo
ven of naar onderen.
De aanslagrand van de achterste
beschermrand van de legplaat moet
naar boven wijzen zodat de levensmid
delen de achterwand niet kunnen raken
en er niet aan vastvriezen.
Schuifstoppen voorkomen dat de
legplaten onbedoeld uit het toestel worden getrokken.
-
-
-
De flessenhouder kan helemaal worden
weggenomen (bijv. om deze te reini
gen):
^
Schuif het flessenrek naar boven en
haal het naar voren toe uit het toestel.
^
Trek de flessenhouder vanaf de
achterrand van het flessenrek naar
boven toe af.
34
-
Binnenruimte indelen
Schuifvakken van de Perfect
-
Fresh-zone
De schuifvakken van de PerfectFresh
-zone zijn op telescopische geleiders
gemonteerd en kunnen helemaal uit het
toestel worden getrokken om deze te
vullen of leeg te maken en om deze te
reinigen:
Verwijder het flessenrek van de deur
om de schuifvakken en het
schuifvakdeksel gemakkelijker
te kunnen uitnemen.
^ Trek het schuifvak tot de aanslag uit
het toestel en neem het langs boven
weg.
Schuif de telescopische geleiders
vervolgens weer naar binnen. Zo
vermijdt u schade!
^ Trek het deksel tussen de
schuifvakken voorzichtig iets naar voren en neem het naar beneden toe
weg.
-
^
Om het schuifvakdeksel weer op zijn
plaats te zetten, plaatst u het van on
deren naar boven toe in de steunen.
Schuif het dan naar achteren toe tot
dat het vergrendelt.
Het schuifvlak plaatsen
^
Leg het schuifvak op de telesco
pische geleiders terwijl deze hele
maal ingeschoven zijn.
^
Schuif het schuifvak in het toestel tot
dat het vergrendelt.
-
-
-
-
-
35
Invriezen en bewaren
Het vriesvak gebruiken
Gebruik het vriesvak om
diepvriesproducten te bewaren,
–
ijsblokjes te maken,
–
kleine hoeveelheden levensmiddelen
–
in te vriezen.
U kunt tot 2 kg per 24 uur invriezen.
Wat gebeurt er als verse
levensmiddelen worden
ingevroren?
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk volledig worden doorvroren,
zodat de voedingswaarde, de
vitamines, het uitzicht en de smaak behouden blijven.
Hoe langzamer de levensmiddelen worden doorvroren, hoe meer vloeistof er
uit elke cel naar de tussenruimten loopt.
De cellen krimpen.
Tijdens het ontdooien kan slechts een
deel van de voordien vrijgekomen vloei
stof naar de cellen terugvloeien.
In de praktijk betekent dit dat de le
vensmiddelen veel vocht verliezen. Dat
kunt u zelf vaststellen: tijdens het ont
dooien vormt er zich immers een grote
waterplas rond het levensmiddel.
-
-
zeer gering is. Er vormt zich slechts
een kleine waterplas!
Diepvriesproducten bewaren
Als u diepvriesproducten wilt bewaren,
controleert u tijdens de aankoop in de
winkel
de verpakking op beschadigingen,
–
de houdbaarheidsdatum en
–
de temperatuur in de koelruimte van
–
de winkeldiepvries. Als die tempera
tuur hoger is dan -18 °C, vermindert
de houdbaarheid van de diepvriesproducten.
^ Koop diepvriesproducten pas op het
einde van het winkelen, en transporteer ze in krantenpapier of in een
koelzak.
^ Plaats de diepvriesproducten direct
in het vriesvak.
Gedeeltelijk of volledig ontdooide levensmiddelen mogen niet opnieuw
worden ingevroren. Pas nadat u de
levensmiddelen hebt verwerkt (ko
ken of braden), kunt u ze opnieuw
invriezen.
-
-
Als het levensmiddel snel wordt
doorvroren, heeft de celvloeistof minder
tijd om uit de cellen naar de tussen
ruimten te lopen. De cellen krimpen
veel minder.
Tijdens het ontdooien kan de kleine
hoeveelheid vloeistof die naar de tus
senruimten was gelopen, terugkeren
naar de cellen, zodat het vochtverlies
36
-
-
Invriezen en bewaren
Zelf levensmiddelen invriezen
Vries uitsluitend verse levensmiddelen
in perfecte staat in!
Hou bij het invriezen rekening met
het volgende
Onderstaande levensmiddelen kun
–
nen worden ingevroren:
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groenten, kruiden, onbewerkt fruit,
zuivelproducten, bakkerijproducten,
resten van gerechten, eigeel, eiwit
en talrijke kant-en-klaargerechten.
– Volgende levensmiddelen zijn niet
geschikt om in te vriezen:
wijndruiven, bladsalade, radijzen,
rammenas, zure room, mayonaise,
volledige eieren in de schaal, uien,
volledige onbewerkte appelen en peren.
– Om de kleur, de smaak, het aroma
en de vitamine C te behouden, moet
u groenten blancheren voor u ze invriest. Doe de groenten in porties ge
durende 2-3 minuten in kokend wa
ter. Neem de groenten daarna uit het
water en koel ze snel in koud water
af. Laat de groenten uitdruppen.
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet vlees en kan veel
langer worden bewaard.
–
Plaats telkens een folie uit kunststof
tussen koteletten, steaks, schnitzels
enz. Zo vermijdt u dat ze tot één blok
samenvriezen.
-
-
-
maar lichtjes. De smaakintensiteit
van sommige kruiden verandert
tijdens het invriezen.
Warme schotels of dranken laat u
–
eerst buiten het toestel afkoelen om
te voorkomen dat reeds bevroren le
vensmiddelen gedeeltelijk ontdooien
en dat het energieverbruik stijgt.
Verpakken
Vries de levensmiddelen per portie
^
in.
Geschikte verpakking
- kunststoffolie
- zakjes en buisfolie uit polyethyleen
- aluminiumfolie
- diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- pakpapier
- perkamentpapier
- cellofaan
- vuilniszakjes
- gebruikte winkelzakjes
^
Druk de lucht goed uit de verpak
king.
^
Sluit de verpakking goed af met
- elastiekjes
- kunststofclips
- touw of
- koudebestendige kleefband.
Zakjes en buisfolie uit polyethyleen
kunt u ook met een folielasapparaat
dichtlassen.
-
-
–
Rauwe levensmiddelen en geblan
cheerde groenten mag u voor het in
vriezen niet kruiden en zouten. Berei
de levensmiddelen kruidt of zout u
^
-
Noteer de inhoud en de invriesdatum
op de verpakking.
-
-
37
Invriezen en bewaren
Voor u levensmiddelen in het toestel
legt
Stel ca. 4 uur voor u levensmiddelen
^
in het toestel legt, de temperatuur in
op een lagere temperatuur (bijv.
3 °C).
De levensmiddelen die al in het toestel
liggen, krijgen zo een koudereserve.
Hoe de levensmiddelen in het toestel
leggen
In te vriezen levensmiddelen mogen
niet in aanraking komen met reeds
ingevroren levensmiddelen. Anders
zouden deze ontdooien.
^ Leg de levensmiddelen droog in het
toestel om te vermijden dat ze aan elkaar of aan het toestel vastvriezen.
^ Leg de levensmiddelen naast elkaar
op de bodem van het vriesvak of tegen de zijwanden van de binnenruimte
, zodat de levensmiddelen zo snel
mogelijk tot in de kern worden inge
vroren.
-
Ingevroren levensmiddelen
ontdooien
Ingevroren levensmiddelen kunt u op
verschillende manieren ontdooien
in de microgolfoven,
–
in de gewone oven met de functie
–
"Hetelucht" of "Ontdooien",
bij kamertemperatuur,
–
in de koelkast (de koude die de inge
–
vroren levensmiddelen afgeven,
wordt gebruikt om te koelen),
in de stoomoven.
–
Platte stukken vlees en vis kunnen
licht ontdooid in een hete pan worden
gelegd.
Bij het ontdooien van stukken vlees envis (bijv. gehakt, kip, visfilet) moet u ervoor zorgen dat ze niet in aanraking
komen met andere levensmiddelen.
Vang het ontdooiwater op en verwijder
het zorgvuldig.
Fruit kan bij kamertemperatuur in de
verpakking of in een afgedekte schotel
worden ontdooid.
-
Ca. 24 uur nadat u de
levensmiddelen in het toestel hebt
gelegd
Het invriesproces is voltooid.
^
Zet de temperatuur weer op een ge
middelde instelling (5 °C).
38
Groenten kunnen over het algemeen in
bevroren toestand in kokend water wor
den gedaan of in heet vet worden ge
stoofd. Wegens de gewijzigde
celstructuur is de bereidingstijd iets
korter dan bij verse groenten.
-
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le
vensmiddelen mogen niet opnieuw
worden ingevroren. Pas nadat u de
levensmiddelen hebt verwerkt (ko
ken of braden), kunt u ze opnieuw
invriezen.
-
-
-
-
IJsblokjes maken
Vul het bakje voor ijsblokjes voor drie
^
kwart met water en leg het op de bo
dem van het vriesvak.
Gebruik een stomp voorwerp, bijv.
^
een lepelsteel, om een vastgevroren
bakje voor ijsblokjes los te maken.
^ De ijsblokjes komen gemakkelijk los
uit het bakje als u het kort onder stromend water houdt.
Drank snel koelen
Invriezen en bewaren
-
Om dranken snel af te koelen, schakelt
u de functie "Super koelen" in.
Als u flessen in het vriesvak legt om ze
snel te koelen, dient u de flessen uiter-lijk na 1 uur weer uit het vriesvak te ne
men. Anders zullen de flessen ontplof
fen!
-
-
39
Ontdooien
Koelzone
De koelzone ontdooit automatisch.
Terwijl de compressor draait, kunnen er
rijp en waterpareltjes worden gevormd
op de achterwand van de koelzone.
Deze hoeft u niet te verwijderen. Ze ver
dampen immers vanzelf door de warm
te van de compressor.
Het dooiwater loopt via een gootje en
een afvoeropening naar een
verdampsysteem aan de achterzijde
van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd
ongehinderd kan weglopen. Hou
hiertoe het gootje en de afvoeropening schoon.
Vriesvak
Het vriesvak kan niet automatisch ontdooien.
Bij normale werking zetten er zich na
verloop van tijd rijp en ijs af in het vries
vak, bijv. op de binnenwanden. De
mate waarin er rijp en ijs wordt ge
vormd, is ook afhankelijk van de vol
gende oorzaken:
–
De toesteldeur is vaak en/of gedu
rende lange tijd geopend.
–
Grote hoeveelheden verse levens
middelen zijn ingevroren.
-
-
-
-
Bij een dikke ijslaag kan de deur soms
niet meer goed worden gesloten. Bo
vendien vermindert het koelvermogen,
waardoor het energieverbruik stijgt.
Ontdooi het vriesvak regelmatig,
^
maar uiterlijk als er zich plaatselijk
-
een ijslaag van maximaal 0,5 cm dik
heeft gevormd.
Doe dat bij voorkeur wanneer
het toestel weinig of geen bevroren
–
levensmiddelen bevat,
de luchtvochtigheid van de kamer
–
lucht laag is en de omgevingstempe
ratuur laag is.
Krab de rijp- en ijslagen niet weg.
Gebruik geen voorwerpen met een
scherpe punt of rand.
Als u dat doet, beschadigt u de
koelelementen en functioneert het
toestel niet meer correct.
Vóór het ontdooien
-
^
Neem de ingevroren levensmiddelen
uit het toestel en wikkel ze in meerde
re lagen krantenpapier of in een de
ken.
^
Bewaar de ingevroren levensmid
delen op een koele plaats totdat het
vriesvak weer gebruiksklaar is.
-
-
-
-
-
-
–
De luchtvochtigheid van de kamer
lucht is gestegen.
40
-
Ontdooien
Om te ontdooien
Ontdooien moet snel gebeuren. Hoe
langer u de ingevroren levensmid
delen bij kamertemperatuur be
waart, des te korter wordt de houd
baarheid van de levensmiddelen.
Gebruik in geen geval een stoomrei
niger om het toestel te ontdooien.
Stoom kan terechtkomen op onder
delen van het toestel die onder
spanning staan en zo een kortslui
ting veroorzaken.
Plaats nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het
toestel om het te ontdooien. De
kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of -producten om ijs te verwijderen. Deze
kunnen immers explosieve gassen
vormen, ze kunnen oplosmiddelen
of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten of ze kunnen de ge
zondheid schaden.
^
Schakel het toestel uit.
-
U kunt het ontdooien versnellen door
op een onderlegger een pot met heet
(niet kokend) water in het vriesvak te
-
-
-
plaatsen. In dat geval laat u de deur
tijdens het ontdooien gesloten, zodat
-
de warmte niet kan ontsnappen.
Verwijder losgekomen stukken ijs.
^
-
-
Zorg ervoor dat er geen water te
rechtkomt in de inbouwkast.
Zuig het dooiwater eventueel meer
^
maals op met een spons of een doek.
Na het ontdooien
^ Reinig het toestel en wrijf het droog.
Er mag geen reinigingswater in de afvoeropening voor het dooiwater lopen.
^ Steek de stekker van het toestel weer
in het stopcontact of schakel de desbetreffende zekering in uw
zekeringkast weer in, en schakel het
toestel weer in.
^
Leg de ingevroren levensmiddelen
weer in het vriesvak zodra de tempe
ratuur laag genoeg is.
-
-
-
Het display gaat uit. De koeling is uit
geschakeld.
Als dat niet het geval is, is de ver
grendeling ingeschakeld (zie "Instel
lingen wijzigen - Vergrendeling uit
schakelen").
^
Trek de stekker uit of schakel de des
betreffende zekering in uw
zekeringkast uit.
^
Laat de deur van het vriesvak open.
-
-
-
-
-
41
Reinigen
Zorg ervoor dat er geen water in de
elektronische besturing of de ver
lichting terechtkomt.
Er mag geen reinigingswater door
de afvoeropening voor het dooiwater
lopen.
Gebruik geen stoomreiniger. De
stoom kan in aanraking komen met
onderdelen van het toestel die onder
spanning staan en zo een kortslui
ting veroorzaken.
schurende harde sponsen en bor
–
stels (bijv. schuursponsen),
speciale "wondersponsen",
–
scherpe metaalschrapers!
–
-
Vóór het reinigen
Schakel het toestel uit.
^
Het display gaat uit. De koeling is uit
geschakeld.
Als dat niet het geval is, is de ver
-
grendeling ingeschakeld (zie "Instel
lingen wijzigen - Vergrendeling uit
schakelen").
-
-
-
-
Het typeplaatje in de binnenruimte
van het toestel mag niet worden verwijderd. De informatie op dit plaatje is
belangrijk in geval van een storing!
Om schade aan de oppervlakken te
voorkomen, mogen de volgende middelen niet worden gebruikt om de oppervlakken te reinigen:
–
reinigingsmiddelen die soda, ammo
niak, zuur of chloor bevatten,
–
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
–
schurende reinigingsmiddelen, zoals
schuurpoeder, schuurmelk,
poetsstenen,
–
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
–
reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal,
–
afwasmiddelen voor de afwasauto
maat,
–
ovensprays,
–
glasreinigers,
-
^ Trek de stekker uit of schakel de des-
betreffende zekering in uw
zekeringkast uit.
^ Haal de levensmiddelen uit het toe-
stel en bewaar ze op een koele
plaats.
^ Ontdooi het vriesvak.
^ Verwijder het rek/flessenrek van de
toesteldeur.
-
^
Verwijder de schuifvakken van de
PerfectFresh-zone en het desbetref
fende schuifvakdeksel (zie "Binnen
ruimte indelen - Schuifvakken van de
PerfectFresh-zone").
^
Verwijder de glazen plaat die zich
bevindt in de scheidingsplaat.
-
-
42
Reinigen
Neem de scheidingsplaat met beide
^
handen vast en trek ze uit.
Neem alle andere onderdelen die uit
^
het toestel kunnen worden genomen
uit het toestel om ze te reinigen.
Legplaat
Voordat u de legplaat reinigt, verwijdert
u de roestvrijstalen rand en de achter
ste beschermrand. Ga daarbij als volgt
te werk:
Leg de legplaat op een zachte on
^
dergrond (bijv. een handdoek) op uw
werkblad.
^ Trek de roestvrijstalen rand af. Begin
aan één kant.
^ Trek de beschermlijst af.
^ Na het reinigen bevestigt u de roest-
vrijstalen rand of de beschermlijst terug op de legplaat.
-
-
Binnenruimte, toebehoren
Reinig het toestel regelmatig (min
stens één keer per maand) en reinig
het vriesvak na elke ontdooiing.
Laat vuil niet aankoeken. Verwijder het
direct.
-
De volgende onderdelen zijn geschiktvoor reiniging in de afwasautomaat:
de flessenhouder, de eiervakjes, het
–
bakje voor ijsblokjes
(elk afhankelijk van het model meege
leverd)
de rekken/flessenrekken in de
–
binnendeur
de legplaten (zonder het roestvrijsta
–
len gedeelte en zonder de
beschermlijst)
De temperatuur van het gekozen af
wasprogramma mag maximaal 55 °C
bedragen!
Kunststofonderdelen kunnen in de afwasautomaat verkleuren door contact
met bepaalde natuurlijke kleurstoffen,
bijv. in wortels, tomaten en ketchup.
Deze verkleuring heeft geen negatieve invloed op de stabiliteit van de
desbetreffende onderdelen.
De volgende onderdelen zijn niet ge-
schikt voor reiniging in de afwasau
tomaat:
–
de roestvrijstalen gedeelten en de
beschermlijsten op de legplaten
–
de schuifvakken van de Perfect
Fresh-zone en het schuifvakdeksel
-
-
-
-
-
^
Reinig de binnenruimte en het toebe
horen met lauw water en wat handaf
wasmiddel. Ga na het reinigen met
een doek die met schoon water is
vochtig gemaakt over deze opper
vlakken. Wrijf vervolgens alles droog
met een doek.
–
de scheidingsplaat
-
-
^
Reinig deze onderdelen/dit toebeho
ren met de hand.
-
-
43
Reinigen
Reinig het gootje en de afvoerope
^
ning voor het dooiwater regelmatig
met een wattenstaafje of iets derge
lijks, zodat het dooiwater ongehin
derd kan weglopen.
Verwijder daartoe de schuifvakken
van de PerfectFresh-zone.
De schuifvakken van de Perfect
^
Fresh-zone bevinden zich op telesco
pische geleiders. Reinig de telesco
pische geleiders met een vochtige
doek.
Let er bij het reinigen op dat u het
speciale vet in de telescopische geleiders niet verwijdert.
^ Laat de toesteldeuren korte tijd open-
staan.
-
-
-
-
-
Luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen
^ Reinig de luchttoevoer- en luchtaf-
voeropeningen regelmatig met een
borsteltje of een stofzuiger. Wanneer
er zich stof ophoopt, stijgt het ener
gieverbruik.
-
Deurdichting
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Anders wordt deze na
verloop van tijd poreus.
Reinig de deurdichting regelmatig
^
uitsluitend met schoon water en
droog ze daarna grondig met een
doek.
-
Na het reinigen
Plaats alle onderdelen in het toestel.
^
Steek de stekker van het toestel weer
^
in het stopcontact of schakel de desbetreffende zekering in uw
zekeringkast weer in, en schakel het
toestel weer in.
^ Schakel de functie "Super koelen"
een tijdje in, zodat het toestel snel
koud wordt.
^ Plaats de levensmiddelen in het toe-
stel en sluit de toesteldeuren.
44
Storingen verhelpen
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik kunnen voordoen, kunt u
zelf oplossen. Het volgende overzicht kan u hierbij helpen.
Slaagt u er niet in aan de hand van dit overzicht de oorzaak van een storing te
vinden of een probleem te verhelpen, neem dan contact op met de dienst Herstel
lingen aan huis van Miele.
Om het koudeverlies zo beperkt mogelijk te houden, laat u indien mogelijk de deur
van het toestel gesloten totdat de storing verholpen is.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of herstellingswerken
kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan. Installatie-,
onderhouds- of herstellingswerken mogen alleen door vakmensen worden uit
gevoerd die door Miele erkend zijn.
ProbleemOorzaakOplossing
-
-
Het toestel heeft
geen koelvermogen,
de binnenverlichting werkt niet terwijl de toesteldeur
geopend is en het
display gaat niet
aan.
Het toestel is niet ingeschakeld.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
De desbetreffende zeke
ring in uw zekeringkast is
gesprongen. Mogelijk is er
een probleem met het
koeltoestel, de elektrische
spanning in uw huis of een
ander toestel.
-
^ Schakel het toestel in. Het
display moet aangaan.
^ Steek de stekker in het
stopcontact. Wanneer het
toestel uitgeschakeld is,
verschijnt op het display
het netaansluitingssymbool t.
^
Als dat het geval is, doet u
een beroep op een elektri
cien of de dienst Herstel
lingen aan huis van Miele.
-
-
45
Storingen verhelpen
De compressor schakelt steeds vaker in en werkt steeds langer,
zodat de temperatuur in het toestel daalt.
ProbleemOorzaakOplossing
Stel een andere tempera
De temperatuur in
het toestel is te
laag.
De temperatuur in het toe
stel is te laag ingesteld.
De deur van het vriesvak
(afhankelijk van het model)
is niet goed gesloten.
Er werd een grote hoeveel
heid levensmiddelen in één
keer ingevroren.
^
tuur in.
Controleer of de deur van
^
het vriesvak (afhankelijk
van het model) goed sluit.
Neem de opmerkingen in
^
de rubriek "Invriezen en
bewaren" in acht.
-
De compressor
werkt constant.
De functie "Super koelen" is
nog ingeschakeld. De functie schakelt automatisch uit
na ca. 12 uur.
Om energie te besparen,
schakelt de compressor bij
een gering koudeverbruik
op een laag toerental over.
Daardoor wordt de wer
kingstijd van de compressor
verlengd.
-
Om energie te besparen,
kunt u "Super koelen" zelf
eerder uitschakelen:
^ Druk op de toets voor "Su-
per koelen".
U hoeft niets te doen!
46
Storingen verhelpen
ProbleemOorzaakOplossing
Dek de luchttoevoer- en
De compressor
schakelt steeds
vaker in en werkt
steeds langer.
De luchttoevoer- en luchtaf
voeropeningen zijn afge
dekt of afgesloten.
De toesteldeur en de deur
van het vriesvak (afhankelijk
van het model) werden vaak
geopend of er werden grote
hoeveelheden levensmid
delen in het toestel geplaatst of ingevroren.
^
-
-
luchtafvoeropeningen niet
af.
Reinig de luchttoevoer- en
^
luchtafvoeropeningen re
gelmatig om stof te verwij
deren.
Open de deur alleen in
^
dien nodig en altijd zo kort
mogelijk.
De vereiste temperatuur
wordt na enige tijd vanzelf
weer bereikt.
-
-
-
De toesteldeur en/of de
deur van het vriesvak (afhankelijk van het model) zijn
niet goed gesloten.
Mogelijk heeft er zich al een
dikke ijslaag gevormd in het
vriesvak (afhankelijk van het
model).
De kamertemperatuur is te
warm.
Hoe hoger de kamertempe
ratuur, hoe langer de com
pressor werkt.
Het toestel is niet goed in
gebouwd in de nis.
-
-
^ Sluit de deuren.
De vereiste temperatuur
wordt na enige tijd vanzelf
weer bereikt.
Als er zich al een dikke ijslaag heeft gevormd, vermindert het koelvermogen.
Daardoor stijgt het energie
verbruik.
^
Ontdooi het toestel en rei
nig het.
^
Neem de opmerkingen in
acht die vermeld staan in
de rubriek "Opmerkingen
omtrent de montage Opstelplaats".
^
Neem de opmerkingen in
acht die vermeld staan in
de rubrieken "Opmer
kingen omtrent de monta
ge; "Toestel inbouwen".
-
-
-
-
47
Storingen verhelpen
De compressor schakelt steeds minder vaak in en werkt steeds korter,
zodat de temperatuur in het toestel stijgt.
ProbleemOorzaakOplossing
Stel een andere tempera
De temperatuur in
het toestel is te
warm.
De ingevroren le
vensmiddelen begin
nen te ontdooien.
-
Dit is geen storing!
De kamertemperatuur was
lager dan de kamertempe
-
ratuur waarvoor uw toestel
ontworpen is.
De compressor schakelt
minder vaak in als de kamertemperatuur te laag is.
Daardoor kan het in het
vriesvak (afhankelijk van
het model) te warm worden.
^
tuur in.
Controleer de tempera
^
tuur in het toestel op
nieuw na 24 uur.
Neem de opmerkingen in
^
acht die vermeld staan in
de rubriek "Opmerkingen
omtrent de montage Opstelplaats".
^ Verhoog de kamertempe-
ratuur.
-
-
-
Aanduiding op het display
ProbleemOorzaakOplossing
^
Neem in dat geval con
Op het display wordt
"F0 tot F9" weerge
geven.
48
Er zit een storing in het toe
-
stel.
tact op met de dienst
Herstellingen aan huis
van Miele.
-
Storingen verhelpen
Binnenverlichting
ProbleemOorzaakOplossing
Druk op de aan-uit-
De binnenverlich
ting werkt niet.
Het toestel is niet ingescha
-
keld.
^
toets.
De binnenverlichting wordt
automatisch uitgeschakeld
als de toesteldeur
ca. 15 minuten openstaat.
Dat voorkomt oververhitting.
Is dat niet het geval, dan zit
er een storing in het toestel.
Neem in dat geval contact
op met de dienst Herstellin
gen aan huis van Miele.
De ledverlichting mag alleen
door de dienst Herstellingen
aan huis van Miele worden
hersteld en vervangen. On
der de lichtafdekking bevin
den zich onderdelen die onder spanning staan. Gevaar
voor verwonding en beschadiging!
De lichtafdekking mag
niet worden afgenomen!
Er ontstaat gevaar als de
afdekking beschadigd is
of na beschadiging
weggenomen is Opgepast! Kijk nooit met
optische instrumenten
(zoals een vergrootglas
of iets dergelijks) in de
straal van de laser
(laserstraling van klasse
1M)!
-
-
-
49
Storingen verhelpen
Andere storingen
ProbleemOorzaakOplossing
Maak de levensmiddelen
De levensmiddelen
zijn vastgevroren.
Het toestel kan niet
worden uitgescha
keld.
Het toestel voelt
warm aan aan de
buitenwanden.
De verpakking van de le
vensmiddelen was niet
droog toen u de levensmid
delen in het toestel legde.
De vergrendeling is inge
schakeld. Op het display
-
brandt het symbool 0.
Dit is geen storing! De
warmte die de motor van de
compressor afgeeft bij het
koelen, wordt gebruikt om
condensatie te voorkomen.
^
los met een stomp voor
werp, bijv. een lepelsteel.
-
Schakel de vergrendeling
^
uit (zie "Instellingen wijzi
gen - Vergrendeling uit
schakelen").
U hoeft niets te doen!
^
-
-
-
De bodem van de
koelzone is nat.
De afvoeropening voor het
dooiwater zit verstopt.
^ Reinig het gootje en de af-
voeropening voor het
dooiwater.
50
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale ge
luiden
Brrrrr ...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat
Blubb, blubb ...Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat
Klik ...U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
Sssrrrrr ...Bij toestellen met verschillende zones of bij NoFrost-modellen
Krak ...Wanneer het materiaal in uw toestel uitzet, kunt u gekraak ho-
Hou ermee rekening dat motor- en stromingsgeluiden in het koelcircuit niet te
vermijden zijn!
Geluiden die u
vlot kunt verhelpen
Geklepper,
gerammel,
gerinkel
Waar komen ze vandaan?
-
harder worden terwijl de motor wordt ingeschakeld.
door de buisjes vloeit.
schakelt.
kunt u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de bin
nenruimte van het toestel.
ren.
OorzaakOplossing
Het toestel staat niet waterpas.
Stel het toestel waterpas.
Schroef de voetjes in of uit
het toestel of leg iets onder
het toestel.
-
-
Het toestel raakt andere toe
stellen of meubels.
Laden, korven of legplaten tril
len of knellen.
Flessen of recipiënten raken
elkaar.
De kabelhouder hangt nog te
gen de achterwand van het
toestel.
-
Schuif het toestel van de
meubels of andere toestellen
weg.
-
Controleer de uitneembare
onderdelen en zet ze eventu
eel opnieuw op hun plaats.
Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
-
Neem de kabelhouder weg.
-
-
51
Service After Sales/garantie
Neem bij storingen die u niet zelf kunt
verhelpen contact op met
uw Miele-handelaar
–
of
de dienst Herstellingen aan huis van
–
Miele.
Het telefoonnummer van de dienst
Herstellingen aan huis van Miele
vindt u op de achterzijde van deze
gebruiksaanwijzing.
Om u gericht te kunnen helpen, heeft
de dienst Herstellingen aan huis van
Miele het toesteltype en het serienummer van uw toestel nodig. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de
binnenruimte van het toestel.
Duur en voorwaarden van de
garantie
De duur van de garantie bedraagt
2 jaar.
Voor meer informatie over de garantie
voorwaarden in uw land neemt u con
tact op via het telefoonnummer van de
dienst Consumentenbelangen
(Productinformatie voor particulieren)
van de N.V. Miele België.
Het telefoonnummer van de dienst
Consumentenbelangen
(Productinformatie voor particulieren)
van Miele vindt u op de achterzijde
van deze gebruiksaanwijzing.
52
-
-
Gegevens voor testinstellingen
De tests moeten volgens de van toe
passing zijnde normen en richtlijnen
worden uitgevoerd.
Bij het voorbereiden en uitvoeren van
de toesteltests moet ook rekening wor
den gehouden met de volgende gege
vens van de fabrikant:
Beladingsplannen,
–
Opmerkingen in de gebruiks- en
–
montageaanwijzing.
-
De PerfectFresh-zone voldoet vol
gens de norm EN ISO 15502 aan de
eisen voor een "chiller" ("chill
compartment"), een ruimte die speci
aal is bedoeld voor het bewaren van
zeer bederfelijke levensmiddelen.
-
-
53
Elektrische aansluiting
Het toestel wordt aansluitklaar geleverd
voor wisselstroom van 50 Hz,
220 – 240 V.
De zekering moet minstens 10 A bedra
gen.
Het toestel moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact dat volgens
de voorschriften is geïnstalleerd. De
elektrische installatie moet uitgevoerd
zijn overeenkomstig de plaatselijke
voorschriften.
Het toestel moet in geval van nood snel
kunnen worden losgekoppeld van het
elektriciteitsnet. Daarom moet het stopcontact gemakkelijk toegankelijk zijn.
Het mag zich dus niet achter het toestel
bevinden.
Als het stopcontact na de inbouw niet
meer toegankelijk is, moet in de installatie een scheidingsinrichting voor elke
pool voorhanden zijn. Als stroomonderbrekers kunnen schakelaars worden
gebruikt met een contactopening van
minstens 3 mm. Denk hierbij bijvoor
beeld aan LS-schakelaars, zekeringen
en contactsluiters (EN 60335).
De stekker en de aansluitkabel van het
toestel mogen niet de achterzijde van
het toestel raken. Anders kunnen de
stekker en de aansluitkabel bescha
digd raken door trillingen van het toe
stel. Dat kan een kortsluiting veroorza
ken.
-
-
-
-
Aansluiting via een verlengkabel is niet
toegestaan, aangezien verlengkabels
niet voldoende veiligheidsgaranties bie
den. Er bestaat onder andere gevaar
voor oververhitting.
Het toestel mag niet op
gelijkstroom-wisselstroommutators wor
den aangesloten, die bijvoorbeeld bij
stroomvoorziening op zonne-energie
worden gebruikt.
In dat geval kunnen er zich bij het in
schakelen van het toestel spannings
pieken voordoen, die ertoe kunnen lei
den dat het toestel wordt uitgeschakeld
om veiligheidsredenen. De elektronische besturing kan beschadigd raken!
De stekker van de aansluitkabel van het
toestel mag niet worden vervangen
door een energiebesparende stekker
(bijv. van het merk SavaPlug). Hierdoor
wordt de energietoevoer naar het toestel verminderd en wordt het toestel te
warm.
Als de aansluitkabel moet worden
vervangen, dan mag dat alleen worden
uitgevoerd door een erkende vakman
of vakvrouw die op de hoogte is van
elektriciteitsaansluitingen.
-
-
-
-
-
Ook andere toestellen mogen niet wor
den aangesloten op stopcontacten die
zich bevinden achter het toestel.
54
-
Opmerkingen omtrent de montage
Een niet-ingebouwd toestel kan kan
telen!
Opstelplaats
Kies geen plaats direct naast een for
nuis, een verwarming of in de omge
ving van een venster met rechtstreekse
inval van zonnestralen. Hoe hoger de
kamertemperatuur, hoe langer de com
pressor moet werken en hoe hoger het
energieverbruik. Een droge,
verluchtbare ruimte is geschikt.
Neem de volgende opmerkingen in
acht bij het inbouwen van het toestel:
– Het stopcontact moet gemakkelijk
toegankelijk zijn in geval van nood.
Het mag zich dus niet achter het toestel bevinden.
– De stekker en de aansluitkabel van
het toestel mogen niet de achterzijde
van het toestel raken. Anders kunnen
deze beschadigd raken door trillingen van het toestel.
–
Ook andere toestellen mogen niet
worden aangesloten op
stopcontacten die zich bevinden
achter dit toestel.
-
-
Belangrijk! Bij een hoge luchtvoch
-
tigheid kan het vocht condenseren
en zich afzetten op de
buitenoppervlakken van het toestel.
Dat condenswater kan leiden tot cor
rosie van de buitenwanden van het
toestel.
Om dat te voorkomen, is het aanbe
volen het toestel op te stellen in een
-
ruimte die voldoende wordt verlucht,
droog is en/of airco heeft.
Controleer na het inbouwen dat de
toesteldeur goed sluit, dat de aange
geven luchttoevoer- en luchtafvoer
openingen in acht worden genomen
en dat het toestel werd ingebouwd
zoals beschreven.
Klimaatklasse
Het toestel is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en
bovengrens in acht moeten worden genomen. De klimaatklasse is vermeld op
het typeplaatje in de binnenruimte van
het toestel.
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
van +10 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +38 °C
van +16 °C tot +43 °C
-
-
-
-
-
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
lange tijd niet werkt. Dit kan tot hogere
temperaturen in het toestel leiden, die
nadelig kunnen zijn voor de bewaarde
levensmiddelen.
55
Opmerkingen omtrent de montage
Luchttoevoer en -afvoer
De aangegeven luchttoevoer- en lucht
afvoeropeningen moeten in elk geval in
acht worden genomen. Anders scha
kelt de compressor vaker in en werkt
deze langer. Dat leidt tot een hoger
energieverbruik. Ook zorgt dat voor
een hogere werkingstemperatuur van
de compressor, waardoor deze be
schadigd kan raken.
De lucht aan de achterwand van het toe
stel wordt opgewarmd. Daarom moet de
inbouwkast zo gemaakt zijn dat de
luchttoevoer en luchtafvoer niet worden
gehinderd (zie "Inbouwafmetingen"):
-
-
-
De luchttoevoer- en luchtafvoerope
–
ningen in de sokkel (plint) van het meu
bel, in de inbouwkast en onder het pla
fond moeten overal minstens 200 cm
groot zijn, zodat de opgewarmde lucht
ongehinderd kan wegstromen.
Belangrijk! Hoe groter de luchttoevoer-
–
en luchtafvoeropeningen zijn, hoe
energiezuiniger het toestel werkt.
De luchttoevoer- en luchtafvoerope
ningen mogen niet worden afgedekt
of afgesloten.
Bovendien moeten ze regelmatig
worden gereinigd om stof te verwijderen.
Bovenste luchtafvoeropening
De bovenste luchtafvoeropening kan
op verschillende manieren worden gerealiseerd:
-
-
-
2
-
–
De luchttoevoer a verloopt via de
sokkel (plint) en de luchtafvoer b
gebeurt bovenaan, in het achterste
gedeelte van het keukenmeubel.
–
Met het oog op de luchttoevoer en
luchtafvoer moet er aan de achterzij
de van het toestel een luchtafvoerka
naal van minimum 40 mm diep voor
zien zijn.
56
a vlak boven het toestel met een venti
latierooster (vrije doorlaat van min
stens 200 cm
-
b tussen het keukenmeubel en het pla
-
-
fond
c in een vals plafond
2
)
-
-
-
Opmerkingen omtrent de montage
Voor u het toestel inbouwt
Voor u het toestel inbouwt, neemt u
^
de zak met montage-elementen en
ander toebehoren uit het toestel en
verwijdert u de boordband van de
buitenste toesteldeur.
Verwijder in geen geval het vol
^
gende van de achterzijde van het
toestel:
– de afstandshouders (afhankelijk van
het model).
Deze garanderen dat de vereiste afstand tussen de achterzijde van het
toestel en de muur bewaard blijft.
-
^ Open de toesteldeur en trek de rode
transportbeveiliging a (afhankelijk
van het model) af.
– de zakjes die zich in het metalen
rooster (warmtewisselaar) bevinden
(afhankelijk van het model).
Deze zijn belangrijk voor de werking
van het toestel. De inhoud is niet gif
tig en niet gevaarlijk.
^
Verwijder de kabelhouder van de
achterzijde van het toestel.
^
Controleer of de onderdelen aan de
achterwand van het toestel nergens
tegenaan kunnen komen. Buig ze zo
nodig voorzichtig de andere kant op.
-
57
Opmerkingen omtrent de montage
Maakte het oude toestel
gebruik van een andere
scharniertechniek?
Als uw oude toestel van een andere
scharniertechniek gebruikmaakte, kunt
u toch nog de meubeldeur gebruiken.
Neem in dat geval de oude scharnieren
van de inbouwkast weg. Deze zijn niet
meer nodig omdat de meubeldeur nu
op de toesteldeur wordt gemonteerd.
Alle vereiste onderdelen zijn bij het toe
stel meegeleverd of kunnen via de
dienst Onderdelen en toebehoren van
Miele worden besteld.
Roestvrijstalen front
(afhankelijk van het model)
Als het oude toestel van een andere
scharniertechniek gebruikmaakte en u
de oude meubeldeur niet meer kunt of
wilt gebruiken, of als uw meubeldeur
om andere redenen niet meer te gebruiken is, kunt u deze door een roestvrijstalen front vervangen.
-
Neem contact op met de dienst On
derdelen en toebehoren van Miele
voor informatie over waar u een
roestvrijstalen front kunt verkrijgen.
58
-
Inbouwafmetingen
Voordat u het toestel inbouwt, moet u ervoor zorgen dat de inbouwkast precies
de juiste inbouwafmetingen heeft. De aangegeven luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen moeten in elk geval in acht worden genomen om te garanderen dat
het toestel correct werkt.
Hoogte van de nis [mm]
A
K 34282 iDF1220 - 1236
K 35282 iDF1397 – 1413
K 37282 iDF1772 – 1788
59
Deurscharnieren instellen
De deurscharnieren werden in de fa
briek zo ingesteld dat de toesteldeur
ver kan worden geopend.
Moet de openingshoek van de toestel
deur om bepaalde redenen worden be
perkt, dan kan dat gebeuren door de
scharnieren in te stellen.
Als de toesteldeur bijv. tegen een
–
aangrenzende muur zou slaan wan
neer deze wordt geopend, moet u de
openingshoek van de toesteldeur tot
90° beperken:
-
-
-
-
^
Breng de bijgeleverde pennen voor
de deurbegrenzing langs boven in
de scharnieren aan.
De openingshoek van de toesteldeur is
nu tot 90° beperkt.
60
De draairichting van de deur veranderen
Voer het veranderen van de draai
richting van de deur altijd met twee
personen uit.
Het toestel wordt geleverd met een
rechtsscharnierende deur. Als de deur
linksscharnierend moet zijn, moet u de
draairichting van de deur veranderen.
Om de draairichting van de deur te
veranderen, hebt u het volgende ge
reedschap nodig:
-
Toesteldeur
^ Open de toesteldeur.
^ Verwijder het rek/flessenrek van de
toesteldeur.
-
^ Draai de schroeven d en e op de
scharnieren een beetje los.
^ Schuif de toesteldeur f naar buiten
toe en licht ze uit de hengsels.
^
Verwijder de afdekkingen a, b en
c.
^
Draai de schroeven d helemaal uit.
61
De draairichting van de deur veranderen
Plaats het bevestigingselement g
^
aan de andere zijde en draai de
schroeven d er losjes in.
Draai de schroeven e helemaal uit
^
en draai ze losjes in aan de andere
zijde.
Als u pennen in de scharnieren had ge
plaatst om de openingshoek van de
deur te beperken,
^ trekt u de pennen langs boven uit de
scharnieren.
^ Leg de weggenomen toesteldeur met
het buitenfront naar boven op een
stevige ondergrond.
Klap de scharnieren niet dicht. Ge
vaar voor verwonding!
-
-
^ Schuif de toesteldeur f op de vooraf
gemonteerde schroeven d en
draai de schroeven d und
^ Duw de afdekkingen a ,b en c op
hun plaats.
^
Breng de pennen om de openings
hoek van de deur te begrenzen langs
boven in de scharnieren aan.
e vast.
e en
-
^
Draai de schroeven h uit.
^
Verplaats de scharnieren in
diagonale richting i.
62
De draairichting van de deur veranderen
Deur van het vriesvak
(afhankelijk van het model)
Open de deur van het vriesvak c.
^
Klap de afdekking op de lagersteun
^
a naar beneden.
^ Draai de lagersteun b los en neem
de deur van het vriesvak c samen
met de lagersteun weg.
^ Schroef het grendelstuk d los.
Plaats het grendelstuk d 180° ge
^
draaid aan de andere zijde en
schroef het vast.
Sluit de vrijgekomen openingen af
^
met de bijgeleverde afdekkingen e.
^ Plaats de lagersteun b samen met
de deur van het vriesvak c bovenaan f en schroef de lagersteun b
vast.
^ Klap de afdekking op de lagersteun
a weer dicht.
-
63
Toestel inbouwen
Stel het toestel met zijn tweeën op.
Bouw het toestel alleen in in stabiele
^
vaststaande keukenmeubels die ge
schikt zijn voor inbouw en die zich
bevinden op een vlakke ondergrond
die waterpas ligt.
Zorg ervoor dat de inbouwkasten niet
^
kunnen omkantelen.
Voor de inbouw van het toestel hebt
u het volgende gereedschap nodig:
-
^ Controleer met een waterpas dat het
keukenmeubel waterpas staat.
De hoeken van de kast moeten in
een hoek van 90° ten opzichte van el
kaar staan omdat de meubeldeur an
ders niet tegen alle vier de hoeken
van de kast komt.
^
De luchttoevoer- en luchtafvoerope
ningen moeten in elk geval in acht
worden genomen (zie "Opmerkingen
omtrent de montage - Luchttoevoer
en -afvoer"; "Inbouwafmetingen").
64
-
-
-
Toestel inbouwen
U hebt de volgende
montage-elementen nodig
Alle montage-elementen zijn aangeduid
met cijfers. Deze aanduiding van het
montage-element wordt ook gebruikt in
de desbetreffende montagestap.
voor de inbouw van het toestel in
–
de nis:
voor de montage van de meubel
–
deur:
Alle montagestappen zijn beschre
ven voor een toestel met rechtsscharnierende deur. Als u de draairichting van de deur hebt veranderd
naar links, moet u hiermee rekening
houden in de montagestappen.
-
-
-
Toestel in gereedheid brengen
^ Stel het toestel op vlak voor de nis
van het keukenmeubel.
* Elementen worden alleen meegele
verd bij toestellen voor een nishoogte
vanaf 140 cm.
** Afhankelijk van de nishoogte
-
^
Schuif de opvullijst a in de gleuf.
65
Toestel inbouwen
Schroef de bevestigingsbeugel d
^
met de Torx-schroef e in de voorgeboorde gaten op de toesteldeur.
Schroef een tweede paar bevestigingsbeugels d ter hoogte van de
greep in de deur vast. Gebruik daarvoor de voorgeboorde gaten in de
toesteldeur.
Schuif het toestel voor twee derde in
^
de inbouwnis.
Let erop dat de aansluitkabel niet
gekneld raakt wanneer u het toestel
inschuift!
Tip om het toestel gemakkelijker in te
schuiven:
Bevestig een touw aan de stekker om
zo de aansluitkabel te "verlengen".
Na het inbouwen trekt u aan de andere
kant van het touw om de aansluitkabel
door het keukenmeubel heen te trek
ken, zodat u het toestel na het in
bouwen gemakkelijk op het elektrici
teitsnet kunt aansluiten.
Alleen bij meubels met 16 mm dikke
wanden:
-
-
-
66
^
Klem de afstandsstukken b en c
rechts op de scharnieren.
^
Open de toesteldeur.
Toestel inbouwen
^ Neem de afdekking f af.
^ Schroef het bevestigingsstuk g met
de schroeven h bovenaan links losjes op het toestel. Draai de schroeven niet vast, zodat u het stuk nog
kunt verschuiven.
Alleen bij een toestel voor een nis
hoogte vanaf 140 cm
Draai nu de bijgeleverde regelvoetjes
^
l volledig in.
-
^
Steek het aanslagstuk j op de be
vestigingsbeugel i.
^
Schroef de bevestigingsbeugel i
met de schroeven k onderaan losjes
op het toestel. Draai de schroeven
niet vast, zodat u het stuk nog kunt
verschuiven.
-
67
Toestel inbouwen
^ Trek de beschermfolie van de
boordband m.
Toestel inbouwen
Schuif het toestel nu zover in de in
^
bouwnis totdat in alle vier de hoeken
de bevestigingsbeugel de voorzijde
van de zijwand van het meubel raakt.
-
^ Kleef de boordband m op de zijde
van het toestel langs waar de deur
opengaat. De boordband moet gelijk
liggen met de voorzijde.
1. Start de boordband daarbij vanaf
de onderzijde van het bovenste bevestigingsstuk.
2. Kleef deze vast over de hele leng
te.
68
–
n Bij meubels met 16 mm dikke
wanden:
De afstandsstukken raken bovenaan
en onderaan de voorzijde van de zij
wand van het meubel.
–
o Bij meubels met 19 mm dikke
wanden:
De voorzijden van de scharnieren
bovenaan en onderaan liggen gelijk
met de voorzijde van de zijwand van
het meubel.
-
Controleer nogmaals of de bevesti
^
gingsbeugels bovenaan en onderaan
de voorzijde van de zijwand van het
meubel raken.
Zo is er een afstand van 42 mm tot
de voorzijde van de zijwanden van
het meubel.
Bij meubels met stootonderdelen (zo
als noppen, dichtingsstroken enz.)
moet de opbouwdikte van deze onder
delen worden ingecalculeerd, zodat er
ook hier een afstand van 42 mm in
acht wordt genomen.
^ Trek het toestel wat uit, naargelang
de opbouwdikte.
De scharnieren en afdekkingen staan
nu naargelang de opbouwdikte wat
meer naar voren.
-
Toestel inbouwen
Als de afstand van 42 mm (van het
corpus van het toestel tot de voorzij
de van de zijwanden van het meu
bel) niet in acht wordt genomen,
sluit de toesteldeur mogelijk niet
goed.
Dat kan tot ijsvorming, condensvor
ming en andere functiestoringen lei
-
den die het energieverbruik kunnen
verhogen!
-
Toestel in de nis bevestigen
-
-
-
-
Tip: Verwijder de stootonderdelen! Ook
dan ligt alles gelijk met de omringende
meubeldeuren.
Alleen bij een toestel voor een nishoogte vanaf 140 cm
^
p Lijn het toestel aan beide zijden uit
met de regelvoetjes en de bijgele
verde steeksleutel totdat het recht
staat.
-
^
Duw het toestel aan de zijde van de
scharnieren tegen de wand van het
meubel.
^
Om het toestel met de kast te verbin
den, schroeft u de spaanplaatschroe
ven s bovenaan en onderaan in de
scharnierklampen.
-
-
69
Toestel inbouwen
Breek het uitstekende gedeelte van
^
de bevestigingsbeugel af. U hebt dat
niet meer nodig en mag dat
weggooien.
^ Plaats de afdekkingen f en u op de
bevestigingsbeugels.
^ Schuif de loszittende bevestigings-
beugels tot tegen de wand van het
meubel.
^ Schroef de bevestigingsbeugel j
met de schroef s vast op de wand
van het meubel. Boor het gat eventu
eel voor in de wand van het meubel.
^
Schroef de bevestigingsbeugel g
met de schroeven t vast op de
wand van het meubel. Boor de gaten
eventueel voor in de wand van het
meubel.
Opgelet! Duw het uitstekende ge
deelte van de beugel met uw duim
tegen de wand van het meubel terwijl
u de schroeven vastdraait. Het toe
stel mag niet terugtrekken.
^
Draai de schroeven h en k weer
vast.
70
-
-
-
Toestel inbouwen
Alleen bij een toestel voor een nis
hoogte vanaf 140 cm
Om het toestel extra vast te zetten in de
inbouwnis, schuift u tussen het toestel
en de bodem van het meubel de bijge
leverde staven in aan de onderzijde
van het toestel:
^ Bevestig eerst de greep v op een
van de staven w.
-
-
^ Schuif deze in het invoerkanaal totdat
u niet meer verder kunt.
Verwijder nu de greep, plaats deze
op de andere bijgeleverde staaf en
schuif ook deze in het invoerkanaal.
Belangrijk! Plaats opnieuw de greep
wanneer u het toestel op een later
tijdstip opnieuw wilt inbouwen.
^
Sluit de toesteldeur.
71
Toestel inbouwen
Meubeldeur monteren
De meubeldeur moet minstens 16 mm
dik zijn en mag maximaal 19 mm dik
zijn.
De volgende afmetingen moeten in
acht worden genomen voor de spleet:
De spleet tussen de meubeldeur en
–
de kastdeur daarboven moet min
stens 3 mm bedragen.
De verticale spleet tussen de meu
–
beldeuren moet overal 3 mm bedra
gen. De precieze afmeting is afhan
kelijk van de radius van de rand van
de meubeldeur.
De bovenzijde van de meubeldeur
moet zich op de hoogte bevinden van
de meubeldeuren van de kasten ernaast als het toestel wordt ingebouwd
in een kastenrij.
-
Gemonteerde meubeldeuren die
meer wegen dan het maximaal toe
gelaten gewicht kunnen tot bescha
diging van de scharnieren leiden. Dat
kan onder andere leiden tot functio
nele beperkingen!
Voordat u de meubeldeur monteert,
dient u te controleren of de te monteren
meubeldeur niet te veel weegt:
ToestelMaximaal gewicht
-
-
K 34282 iDF19
K 35282 iDF21
K 37282 iDF26
van de meubeldeur
(in kg)
-
-
-
De meubeldeur moet vlak en spanningsvrij worden gemonteerd.
72
Voor de montage van grote of gedeelde meubeldeuren is via de
dienst Onderdelen en toebehoren
van Miele of bij uw Miele-handelaar
een montageset of een extra paar
bevestigingsbeugels verkrijgbaar.
^ In de fabriek is de afstand tussen de
toesteldeur en de bevestigingstraverse ingesteld op 8 mm. Controleer
deze afstand en stel deze indien nodig in.
Toestel inbouwen
Tip: Schuif met het meubelfront de
montagehulpstukken b op de hoogte
van de meubeldeur van de kasten er
naast.
-
^ Schuif de montagehulpstukken b op
de hoogte van de meubeldeur: De
onderste aanslag X van de montagehulpstukken moet zich op dezelfde
hoogte bevinden als de bovenzijde
van de te monteren meubeldeur, te
ken -.
^
-
Draai de moeren c los en neem de
bevestigingstraverse d samen met
de montagehulpstukken b weg.
73
Toestel inbouwen
Leg de meubeldeur met het
^
buitenfront naar onderen op een ste
vige ondergrond.
^ Teken met een potlood dunnetjes
een middellijn op de binnenzijde van
de meubeldeur e.
-
Schuif de zijdelingse afdekking q op
^
de bevestigingstraverse tegenover
de scharnierzijde.
^ Keer de meubeldeur om en bevestig
de greep (indien vereist).
^ Leg de bevestigingstraverse d met
de montagehulpstukken op de bin-nenzijde van de meubeldeur. Plaats
de bevestigingstraverse juist in het
midden.
^
Draai de bevestigingstraverse met
minstens 6 korte spaanplaatschroe
ven f vast. (Bij cassettedeuren ge
bruikt u maar 4 schroeven op de
rand). Boor de gaten eventueel voor
in de meubeldeur.
^
Trek de montagehulpstukken langs
boven weg g.
Keer de montagehulpstukken om en
steek ze (om ze te bewaren) hele
maal in de middelste sleuf van de be
vestigingstraverse.
74
-
-
-
-
Toestel inbouwen
Open de toesteldeur.
^
^ Hang de meubeldeur op de
regelbouten h.
^ Draai de moeren c losjes op de
regelbouten.
^ Sluit de deur en controleer de af-
stand tussen de deur en de
omringende meubeldeuren. De afstand moet gelijk zijn.
Deur uitlijnen
y
xx
y
– Verstelling in de breedte (X)
^ Verschuif de meubeldeur.
– Verstelling in de hoogte (Y)
^ Draai de regelbouten h uit met een
schroevendraaier.
De afstand tussen de toesteldeur en
de bevestigingstraverse is ingesteld
op 8 mm. Verstel deze afstand alleen
binnen het aangegeven bereik.
75
Toestel inbouwen
^ Draai de moeren c op de toestel-
deuren vast met de ringsleutel j terwijl u de regelbouten h met een
sleufschroevendraaier tegenhoudt.
^ De opvullijst k mag niet uitsteken
maar moet volledig in de nis verdwijnen.
^ Boor de bevestigingsgaten l voor in
de meubeldeur en draai de schroeven m erin.
Zorg ervoor dat de twee metalen randen gelijk liggen (symbool II).
^ Sluit beide deuren.
Deur uitlijnen
–
Verstelling in de diepte (Z)
76
^
Draai de schroeven i bovenaan op
de toesteldeur en de schroef n on
deraan op de bevestigingsbeugel
los. Verschuif de meubeldeur totdat
er een luchtspleet is van 2 mm tus
sen de meubeldeur en het corpus
van het meubel.
-
-
Toestel inbouwen
Draai alle schroeven nog een keer
^
vast.
^ Plaats de bovenste afdekking o en
druk deze vast.
Ga als volgt te werk om te controle
ren of het toestel correct is inge
bouwd:
De deuren moet goed sluiten.
–
De deuren mogen niet vlak tegen het
–
corpus van het meubel liggen.
De dichting in de bovenste hoek aan
–
de zijde met de greep moet nauw
aansluiten.
Plaats bij wijze van test een inge
^
schakelde zaklamp in het toestel en
sluit de toesteldeuren.
Verduister het vertrek en controleer of
er licht te zien is aan de zijkanten van
het toestel. Is dat het geval, dan
overloopt u de afzonderlijke
montagestappen.
-
-
-
^
Schuif de zijdelingse afdekkingen p
erop en duw totdat u een klik hoort.
77
78
79
Wijzigingen voorbehouden / 0813
K 34282 iDF, K 35282 iDF, K 37282 iDF
M.-Nr. 09 521 440 / 00
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.