Lees in elk geval de gebruiksaanwijzing en het montageplan voor u het
toestel opstelt, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf
en u vermijdt schade aan het toestel.
nl-BEM.-Nr. 10 274 150HG03
Inhoud
Beschrijving van het toestel.................................................................................. 5
Het toestel in één oogopslag................................................................................... 5
In deze gebruiksaanwijzing worden meerdere afwasautomaatmodellen beschre‐
ven. Deze hebben verschillende hoogten.
Deze modellen worden in de gebruiksaanwijzing als volgt aangeduid:
Normaal = Afwasautomaat met een hoogte van 80,5 cm (inbouwtoestel)
of 84,5 cm (vrijstaand toestel)
XXL = Afwasautomaat met een hoogte van 84,5 cm (inbouwtoestel).
d
/ - toets (Start/Stop) met con‐
trolelampje
e
- toets (Voorprogrammering) met
controlelampje
f
Turbo - toets met controlelampje
g
Programmakeuzetoets
h
Toets (Aan/Uit)
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze afwasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids‐
voorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers ech‐
ter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de montage-instructies op de montageschets en de ge‐
bruiksaanwijzing daarom aandachtig door voordat u deze afwas‐
automaat plaatst en in gebruik neemt. U vindt er belangrijke op‐
merkingen omtrent inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud. Dat
is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan de afwasautomaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en de montageschets en geef deze
door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die ont‐
staan is doordat deze opmerkingen niet in acht werden genomen.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Deze afwasautomaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden
en in gelijkaardige omgevingen.
Deze afwasautomaat is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik de afwasautomaat uitsluitend in huishoudelijke context
voor het afwassen van huishoudelijk vaatwerk. Gebruik voor andere
doeleinden is niet toegelaten.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk‐
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
om deze afwasautomaat veilig te bedienen, moeten bij de bediening
in het oog worden gehouden. Deze personen mogen de afwasauto‐
maat zonder toezicht bedienen, maar alleen wanneer de bediening
van de afwasautomaat zo uitgelegd is aan hen dat ze het toestel vei‐
lig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele gevaren van een fou‐
tieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van de afwas‐
automaat worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden
gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de afwasautomaat zonder toe‐
zicht bedienen, maar alleen wanneer de bediening van de afwasau‐
tomaat zo uitgelegd is aan hen dat ze het toestel veilig kunnen be‐
dienen. Kinderen moeten de eventuele gevaren van een foutieve be‐
diening kunnen beseffen en begrijpen.
Kinderen mogen de afwasautomaat niet zonder toezicht reinigen
of onderhouden.
Hou kinderen die in de buurt van de afwasautomaat komen in het
oog. Laat ze nooit met de afwasautomaat spelen. Wanneer kinderen
dat doen, bestaat o.a. het gevaar dat ze zich in de afwasautomaat
opsluiten!
Bij een geactiveerde automatische deuropening (afhankelijk van
het model) moeten kleine kinderen buiten het openingsbereik van de
deur van de afwasautomaat worden gehouden. In geval van een on‐
juiste werking, wat weliswaar onwaarschijnlijk is, bestaat gevaar
voor letsel.
Gevaar voor verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen
in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en
daardoor verstikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkingsma‐
teriaal.
Zorg ervoor dat kinderen niet met reinigingsmiddelen in aanraking
kunnen komen! Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in mond
en keel veroorzaken of tot verstikking leiden. Hou kinderen daarom
uit de buurt van de afwasautomaat wanneer deze openstaat. Moge‐
lijk zijn er nog resten reinigingsmiddel aanwezig in de afwasauto‐
maat. Ga met uw kind direct naar de dokter wanneer het reinigings‐
middel heeft binnengekregen.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of her‐
stellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke gevaren
ontstaan. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen al‐
leen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Beschadigingen van de afwasautomaat kunnen uw veiligheid in
gevaar brengen. Controleer het toestel op zichtbare schade. Een be‐
schadigd toestel mag niet in gebruik worden genomen.
De elektrische veiligheid van de afwasautomaat wordt enkel ge‐
garandeerd als het toestel op een aardsysteem aangesloten is dat
volgens de voorschriften geïnstalleerd is. Het is heel belangrijk dat
aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de
elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien
controleren.
Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die werd
veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon
ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere gevaar voor elek‐
trische schokken.
De betrouwbare en zekere werking van de afwasautomaat is enkel
gegarandeerd wanneer de afwasautomaat aan het openbare elektri‐
citeitsnet is aangesloten.
De afwasautomaat mag alleen via een 3-polige stekker met aar‐
ding op het elektriciteitsnet worden aangesloten. De stekker mag
niet worden afgeknipt om het toestel vast aan te sluiten. Na het
plaatsen van de afwasautomaat moet het stopcontact vrij toeganke‐
lijk zijn, zodat de afwasautomaat op elk moment van het elektrici‐
teitsnet kan worden ontkoppeld.
Wanneer zich in de buurt van de afwasautomaat een elektrisch
toestel bevindt, let er dan op dat de stekker van dat toestel niet
schuilgaat achter de afwasautomaat. Aangezien de inbouwnis niet
altijd diep genoeg is, kan er druk op de stekker ontstaan waardoor
er gevaar voor oververhitting bestaat (gevaar voor brand).
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De afwasautomaat mag niet onder een kookvlak worden geïnstal‐
leerd. Een kookvlak straalt voor een deel hoge temperaturen af
waardoor de afwasautomaat beschadigd zou kunnen raken. Om de‐
zelfde reden mag de afwasautomaat niet direct naast warmteprodu‐
cerende toestellen worden geplaatst die niet standaard tot de keu‐
kenuitrusting behoren (bijv. open vuren voor verwarmingsdoeleinden
e.d.).
De aansluitgegevens (zekering, frequentie en spanning) op het ty‐
peplaatje van de afwasautomaat moeten absoluut overeenstemmen
met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan de af‐
wasautomaat. Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aan‐
sluit. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
De afwasautomaat mag pas op het elektriciteitsnet worden aan‐
gesloten nadat deze is geplaatst en geïnstalleerd en nadat de deur‐
veren zijn ingesteld.
De afwasautomaat mag alleen met goed werkende deurmecha‐
niek worden gebruikt. Bij geactiveerde automatische deuropening
(afhankelijk van het model) kan anders gevaar ontstaan.
U kunt een goed werkende deurmechaniek aan het volgende her‐
kennen:
– De deurveren moeten op beide zijden gelijkmatig ingesteld zijn.
Ze zijn juist ingesteld, wanneer de halfgeopende deur (ca. 45°
openingsboek) bij het loslaten in deze stand blijft staan. Boven‐
dien mag de deur niet ongeremd naar beneden vallen.
– De sluitrail van de deur wordt na de droogfase bij het openen van
de deur automatisch ingeschoven.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Gebruik deze niet om de
afwasautomaat aan te sluiten op het elektriciteitsnet.
Deze afwasautomaat mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Plaats de afwasautomaat niet in een vertrek waar het kan vriezen.
Bevroren waterslangen kunnen onder druk scheuren of springen. De
betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door tempera‐
turen onder het vriespunt in het gedrang komen.
Sluit om schade aan het toestel te voorkomen de afwasautomaat
alleen op een volledig ontlucht buisleidingnet aan.
Het kunststofomhulsel van de wateraansluiting bevat een elek‐
trisch onderdeel. Dompel het omhulsel niet in vloeistof.
In de watertoevoerslang bevinden zich delen die onder spanning
staan wanneer het toestel op het elektriciteitsnet is aangesloten. De
slang mag daarom niet worden ingekort.
Het ingebouwde Waterproof System biedt een betrouwbare be‐
scherming tegen waterschade, maar alleen als aan de volgende
voorwaarden is voldaan:
– Het toestel moet volgens de voorschriften geïnstalleerd zijn.
– Wanneer er duidelijk sprake is van schade, moet de afwasauto‐
maat worden hersteld of moeten de desbetreffende onderdelen
worden vervangen.
– De waterkraan moet bij lange afwezigheid (bijv. vakantie) worden
dichtgedraaid.
Het Waterproof System werkt ook wanneer de afwasautomaat is uit‐
geschakeld. De afwasautomaat moet dan wel op het elektriciteitsnet
zijn aangesloten.
De waterdruk (stromingsdruk bij de wateraansluiting) moet tussen
de 50 en 1000 kPa (0,5 en 10 bar) liggen.
Een afwasautomaat die beschadigd is, kan uw veiligheid in ge‐
vaar brengen! Schakel de afwasautomaat meteen uit wanneer het
toestel beschadigd is en neem contact op met uw Miele-handelaar
of met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Het recht op garantie vervalt wanneer de afwasautomaat door een
klantendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat ze ten
volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt. Defecte on‐
derdelen mogen enkel worden vervangen door originele Miele-wis‐
selstukken.
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet de
afwasautomaat van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn (schakel
de afwasautomaat uit en trek vervolgens de stekker uit het stopcon‐
tact).
Wanneer de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een
speciale aansluitkabel van hetzelfde type worden vervangen (ver‐
krijgbaar via de dienst Onderdelen en toebehoren van Miele). Om
veiligheidsredenen mag de aansluitkabel alleen door een door Miele
erkende vakman of vakvrouw of door de dienst Herstellingen aan
huis van Miele worden vervangen.
Deskundige plaatsing
Neem bij het plaatsen en aansluiten van de afwasautomaat de
montage-instructies op de montageschets in acht.
Wees voorzichtig vóór en tijdens het plaatsen en installe‐
ren van de afwasautomaat. U loopt gevaar om u te verwon‐
den/snijden aan bepaalde metalen onderdelen. Draag be‐
schermende handschoenen.
Om een perfecte werking te garanderen, moet u de afwasauto‐
maat waterpas plaatsen.
Voor de stabiliteit van de afwasautomaat is het noodzakelijk dat
onder of in te bouwen afwasautomaten uitsluitend worden geplaatst
onder een doorlopend werkblad dat is vastgeschroefd aan de kas‐
ten die ernaast staan.
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wilt u van een vrijstaande afwasautomaat een onderbouwafwas‐
automaat maken, vervang het sokkelpaneel dan door een sokkelpa‐
neel dat hoort bij onderbouwafwasautomaten. Gebruik daarvoor de
desbetreffende ombouwset. Doet u dat niet, dan loopt u gevaar om
u te verwonden aan uitstekende metalen onderdelen!
De deurveren moeten aan beide kanten gelijk worden ingesteld.
Om te controleren of ze juist zijn ingesteld, opent u de deur gedeel‐
telijk (openingshoek van ca. 45°). Laat de deur vervolgens los. Als de
deur in de geopende stand blijft staan, zijn de deurveren juist inge‐
steld. De deur mag niet ongeremd naar beneden vallen.
Het toestel mag alleen worden gebruikt als de deurveren juist zijn in‐
gesteld.
Veilig gebruik
Gebruik geen oplosmiddelen in de spoelruimte. Gevaar voor ex‐
plosies!
Adem geen poedervormige reinigingsmiddelen in! Slik geen reini‐
gingsmiddelen in! Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in neus,
mond en keel veroorzaken. Ga direct naar de dokter wanneer u een
reinigingsmiddel hebt ingeademd of ingeslikt.
U kunt u verwonden aan de geopende deur van de afwasauto‐
maat of u eraan stoten. Laat de deur niet onnodig openstaan.
Staat de deur open, ga er dan niet op zitten of erop staan. Doet u
dat wel, dan kan de afwasautomaat kantelen. Daarbij kunt u letsel
oplopen of kan de afwasautomaat beschadigd raken.
Het vaatwerk kan na afloop van het programma zeer heet zijn!
Laat het vaatwerk daarom na het uitschakelen van de afwasauto‐
maat in het toestel afkoelen totdat u het goed kunt vastpakken.
Gebruik uitsluitend reinigingsmiddelen en naspoelmiddelen voor
huishoudelijke afwasautomaten die in de handel verkrijgbaar zijn.
Gebruik geen handafwasmiddelen!
14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik geen reinigingsmiddelen die voor bedrijfs- of industriële
afwasautomaten zijn ontwikkeld. Doet u dat wel, dan kan er materië‐
le schade ontstaan en kunnen er hevige chemische reacties optre‐
den (bijv. een knalgasreactie).
Reinigingsmiddel beschadigt het naspoelmiddelreservoir! Vul het
naspoelmiddelreservoir niet met poedervormig of vloeibaar reini‐
gingsmiddel.
Reinigingsmiddel beschadigt de waterontharder. Vul het zoutre‐
servoir niet met poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel.
Gebruik uitsluitend speciaal grofkorrelig regenereerzout of ander
zout dat speciaal is ontwikkeld voor afwasautomaten. Gebruik in
geen geval andere soorten zout. Deze bevatten mogelijk bestandde‐
len die niet oplosbaar zijn in water en die een storing in de werking
van de waterontharder veroorzaken.
Hebt u een afwasautomaat met een bestekkorf (afhankelijk van
het model), dan plaatst u bestek zo in de vakken van de bestekkorf
dat de snijkanten van de messen en de punten van vorken beneden
zitten. Dat is veiliger. Hou ermee rekening dat u zich kunt verwonden
aan snijkanten van messen en punten van vorken die naar boven ge‐
richt zijn. Wel is het zo dat bestek gemakkelijker wordt gereinigd en
gedroogd wanneer u het zo plaatst dat de scherpe kanten boven en
de grepen beneden zitten.
Reinig geen hittegevoelig kunststofvaatwerk in de afwasautomaat
(bijv. wegwerpbakjes of wegwerpbestek). Dat soort vaatwerk kan
door de hoge temperaturen vervormen.
Wanneer u de programmaoptie "FlexiTimer/Startuitstel" gebruikt
(afhankelijk van het model), moet u ervoor zorgen dat het doseer‐
bakje voor het reinigingsmiddel droog is. Reinigingsmiddel gaat in
een vochtig doseerbakje klonteren en wordt dan mogelijk niet volle‐
dig weggespoeld.
Neem de gegevens omtrent de capaciteit van de afwasautomaat
in acht die vermeld staan in de rubriek "Technische gegevens".
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Toebehoren
Gebruik alleen origineel Miele-toebehoren. Worden er andere on‐
derdelen gemonteerd of geplaatst, dan vervalt het recht op garantie
en/of de productaansprakelijkheid.
Wat met een afgedankte afwasautomaat?
Maak het deurslot onbruikbaar zodat kinderen zich niet in het toe‐
stel kunnen opsluiten. Verwijder daartoe de sluithaak van het deur‐
slot.
16
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het wegdoen van het verpak‐
kingsmateriaal
De verpakking beschermt het toestel
tegen transportschade. Er werd voor
milieuvriendelijk en recycleerbaar ver‐
pakkingsmateriaal gekozen.
Het gaat om de volgende soorten mate‐
riaal:
Buitenverpakking:
– Golfkarton dat voor tot 100% bestaat
uit kringloopmateriaal,
andere mogelijkheid: stretchfolie/
wikkelfolie van polyethyleen (PE)
– Kunststofomsnoeringsbanden van
polypropyleen (PP)
Binnenverpakking:
– Expansieve polystyreen (EPS) zonder
toevoeging van chloor of fluor
– Bodem, deksellijst en steunlijsten van
onbehandeld hout van bosteeltkun‐
dig beheerde bossen
– Beschermingsfolie van polyethyleen
(PE)
Het recycleren van het verpakkingsma‐
teriaal vermindert de afvalproductie en
het gebruik van grondstoffen. Uw Mie‐
le-handelaar neemt de verpakking terug
of geeft u informatie over de dichtstbij‐
zijnde mogelijkheid voor teruggave.
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toe‐
stellen bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio‐
neren en de veiligheid van het toestel
nodig waren. Als deze stoffen bij het
restafval terechtkomen of verkeerd wor‐
den behandeld, kunnen ze schade be‐
rokkenen aan de gezondheid van men‐
sen en het milieu. Geef uw afgedankte
toestel dus in geen geval mee met het
gewone huisvuil.
Breng het toestel liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container‐
park. Vraag meer informatie aan uw Mi‐
ele-handelaar.
Zorg er ook voor dat het toestel kind‐
veilig wordt bewaard voor u het weg‐
brengt.
Alle kunststofonderdelen van het toe‐
stel zijn gemarkeerd met een internatio‐
naal erkend symbool. Daardoor kan bij
het afdanken van het toestel het kunst‐
stofafval correct worden gescheiden
voor milieuvriendelijke recyclage.
17
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Spaarzaam afwassen
Deze afwasautomaat wast uiterst wa‐
ter- en energiebesparend af.
U kunt meewerken aan deze spaar‐
zaamheid door de volgende tips in acht
te nemen:
– Doe de vaatwerkkorven zo vol moge‐
lijk, zonder ze te overladen. Dan wast
u met uw afwasautomaat het spaar‐
zaamst af.
– Kies een programma dat afgestemd
is op het soort vaatwerk en op de
graad van vervuiling.
– Kies het programma ECO (indien
voorhanden) voor energiebesparend
afwassen. Dit programma is met be‐
trekking tot het gecombineerde ener‐
gie- en waterverbruik het beste ge‐
schikt voor het reinigen van normaal
verontreinigd vaatwerk.
– Hou rekening met de doseerinstruc‐
ties van de fabrikant van het afwas‐
middel.
Meer instructies voor een spaarzaam
afwassen vindt u in het afwaslexicon
van Miele onder www.miele.de
– Wanneer de vaatwerkkorven maar
voor de helft gevuld zijn, kunt u het
poedervormig of vloeibaar afwasmid‐
del 1/3 reduceren.
– U kunt de afwasautomaat aansluiten
op het warme water. Hiervoor uitste‐
kend geschikt is de warmwateraan‐
sluiting bij een energetisch voordelige
warmwaterbereiding zoals bijvoor‐
beeld zonne-energie met circulatielei‐
ding.
Bij elektrisch verwarmde installaties
raden wij u aan de afwasautomaat op
de koudwaterleiding aan te sluiten.
18
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Deur openen
Pak de deur bij de deurgreep en trek
aan de deurgreep om de deur te ope‐
nen.
Wanneer de deur wordt geopend terwijl
de afwasautomaat in werking is, wor‐
den de afwasfuncties automatisch on‐
derbroken.
Wanneer het water in de afwas‐
automaat heet is, loopt u gevaar om
u te verbranden!
Wanneer u de deur echt moet ope‐
nen terwijl het toestel in werking is,
doe dat dan zeer voorzichtig.
Deur sluiten
Schuif de vaatwerkkorven naar bin‐
nen.
Sluit de deur totdat deze vastklikt.
Gevaar voor knellen!
Grijp niet in het sluitbereik van de
deur.
Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging kunt u voorko‐
men dat kinderen de deur van de af‐
wasautomaat openen.
Schuif het schuifje onder de deur‐
greep naar rechts om de deur te ver‐
grendelen.
Schuif het schuifje naar links om de
deur te ontgrendelen.
19
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Onthardingsinstallatie
Om goede afwasresultaten te bereiken,
heeft de afwasautomaat zacht (kalkarm)
water nodig. Bij hard water zet zich een
witte aanslag af op het vaatwerk en de
binnenwanden van de afwasautomaat.
Daarom moet water met een hardheid
van meer dan 4 °d (0,7 mmol/l) worden
onthard. Dat wordt in de ingebouwde
onthardingsinstallatie automatisch uit‐
gevoerd. De onthardingsinstallatie is
geschikt voor een waterhardheid tot
70 °d (12,6 mmol/l).
– Voor de onthardingsinstallatie heeft u
regeneratiezout nodig.
Wanneer u een combi-afwasmiddel
gebruikt kunt u naargelang de water‐
hardheid (< 21 °d) afzien van het ge‐
bruik van zout (zie rubriek "Bedrijf,
afwasmiddel").
– De afwasautomaat moet precies op
de hardheid van uw water worden
geprogrammeerd.
Vul daarom de waterhardheid in:
____________°d
In de fabriek wordt een waterhardheid
van 15 °d (2,7 mmol/l) geprogram‐
meerd.
Wanneer deze instelling overeenkomt
met uw waterhardheid, moet u hier niet
verder lezen.
Heeft u echter een andere waterhard‐
heid, den moet u de onthardingsinstal‐
latie daarop instellen.
– Vraag uw waterleidingsbedrijf naar de
nauwkeurige hardheid van het water.
– Programmeer bij schommelende wa‐
terhardheid (bijv. 10 - 15 °d) altijd de
hoogste waarde (in dit voorbeeld
15 °d).
In een eventueel later geval waar u be‐
roep moet doen op de klantendienst,
vereenvoudigt u het werk van de tech‐
nicus wanneer u de waterhardheid kent.
20
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Waterhardheid opvragen en instellen
Is de afwasautomaat nog ingescha‐
keld, schakel deze dan met de toets uit.
Houd de / - toets ingedrukt en
schakel tegelijk de afwasautomaat
met de - toets in.
Houd de / - toets minstens vier
seconden ingedrukt, totdat het con‐
trolelampje van de / - toets gaat
branden.
Is dat niet het geval, begin dan nog
eens van voren af aan.
Druk twee keer op de - toets.
Het controlelampje van de - toets
knippert twee keer kort achter elkaar.
De ingestelde hoeveelheid is te zien aan
het cijfer dat achter de in de display
aan het knipperen is. Zie tabel.
In het display knipperen afwisse‐
lend.
Dat betekent dat er vanuit de fabriek
een waterhardheid van 15°dH is inge‐
steld.
Kies met de / - toets uw water‐
hardheid.
Bij iedere druk op de toets krijgt men
een hogere waterhardheid. Na de
hoogste waterhardheid begint het tel‐
len weer van voren af aan.
De instelling wordt direct opgeslagen.
Schakel de afwasautomaat met de
-toets uit.
21
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
°dmmol/l°FTijdweer‐
gave
10,221
20,442
30,553
40,774
50,995
61,1116
71,3137
81,4148
91,6169
101,81810
112,02011
122,22212
132,32313
142,52514
152,72715
162,92916
173,13117
183,23218
193,43419
203,63620
°dmmol/l°FTijdweer‐
gave
213,83821
224,04022
234,14123
244,34324
254,54525
264,74726
274,94927
285,05028
295,25229
305,45430
315,65631
325,85832
335,95933
346,16134
356,36335
366,56536
37-506,7-9,067-8950
51-609,2-10,891-10860
61-7011,0-12,6110-12670
22
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Wat u nodig hebt om het toe‐
stel voor het eerst in gebruik te
nemen:
– ca. 2 l water,
– ca. 2 kg regenereerzout,
– reinigingsmiddel voor huishoudelijke
afwasautomaten,
– naspoelmiddel voor huishoudelijke
afwasautomaten.
Elke afwasautomaat wordt in de fa‐
briek op zijn werking getest. Als ge‐
volg van deze tests blijft er water in
het toestel achter. Dat betekent niet
dat het toestel eerder door een andere
consument is gebruikt.
Regenereerzout
Om goede reinigingsresultaten te be‐
reiken heeft de afwasautomaat zacht
(kalkarm) water nodig. Bij hard water
ontstaat er witte kalkaanslag op het
serviesgoed en op de wanden van de
spoelruimte.
Water met een waterhardheid van 4°dH
(0,7 mmol/l) moet daarom worden ont‐
hard. Daar wordt in de ingebouwde wa‐
terontharder automatisch voor gezorgd.
De waterontharder is geschikt voor een
waterhardheid tot 70°dH (12,6 mmol/l).
Als de hardheid van uw water steeds
onder de 5°dH (= 0,9 mmol/l) ligt,
hoeft u geen zout te doseren. De bij‐
vulcontrole wordt automatisch uitge‐
schakeld na de programmering van de
ontharder.
Reinigingsmiddel beschadigt de
ontharder.
Doseer geen poedervormig of vloei‐
baar reinigingsmiddel in het reservoir
voor regenereerzout.
Gebruik uitsluitend speciaal grof‐
korrelig regenereerzout of andere
zuivere ingedampte zouten.
Gebruik in geen geval keukenzout of
strooizout. Deze zoutsoorten bevat‐
ten soms niet oplosbare deeltjes die
een nadelig effect kunnen hebben op
de werking van de ontharder.
De waterontharder heeft daarvoor wel
regenereerzout nodig.
Echter: bij gebruik van combi-tabs
hoeft u al naar gelang de waterhardheid
(< 21°dH) geen regenereerzout te dose‐
ren. Zie hoofdstuk: "Bediening", para‐
graaf: "Reinigingsmiddelen".
23
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Regenereerzout doseren
Belangrijk! Wanneer u het zoutreser‐
voir voor de eerste keer wilt vullen,
vul het dan eerst met ca. 2 l water.
Zo kan het zout oplossen.
Nadat u de afwasautomaat in ge‐
bruik heeft genomen, zit er altijd ge‐
noeg water in het reservoir.
Haal het onderrek uit de spoelruimte
en draai de dop van het zoutreservoir
open.
Iedere keer wanneer u de dop van
het zoutreservoir opendraait, loopt er
water of zout over de rand van het
reservoir.
Draai de dop er daarom alleen maar
af om zout bij te vullen.
Vul het zoutreservoir voordat u het
apparaat voor de eerste keer gebruikt
met ca. 2 l water.
Plaats een trechter in de opening van
het zoutreservoir en doseer dan zo‐
veel zout in het zoutreservoir totdat
het vol is. In het zoutreservoir kan af‐
hankelijk van het soort zout max. 2
kg.
Verwijder de zoutresten die zich rond
het zoutreservoir bevinden en schroef
de dop weer stevig op het reservoir.
Start direct na het doseren van rege‐
nereerzout het programma Speciaal
met de optie Turbo zonder servies‐
goed, zodat eventueel gemorste
zoutresten kunnen worden verdund
en daarna weggepompt.
24
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Regenereerzout bijvullen
Vul na afloop van een programma
zout bij, wanneer het controlelampje
Zout brandt.
Voorkom corrosie!
Start direct na het doseren van rege‐
nereerzout het programma Speci‐aal met de optie Kort zonder ser‐
viesgoed, zodat eventueel gemorste
zoutresten kunnen worden verdund
en daarna weggepompt.
Wanneer er zich nog geen zoutconcen‐
tratie heeft gevormd die hoog genoeg
is, kan bovenstaand controlelampje nog
korte tijd blijven branden. Het lampje
gaat uit, zodra de zoutconcentratie
hoog genoeg is.
De bijvulcontrole wordt automatisch uit‐
geschakeld, als er een waterhardheid
onder de 5°dH (= 0,9 mmol/l) is gepro‐
grammeerd.
Wanneer u alleen maar combi-tabs
gebruikt, kunt u de bijvulcontrole voor
naspoelmiddel en zout tegelijk uit‐
schakelen. Zie hoofdstuk: "Menu
"Programma-opties"", paragraaf: "Bij‐
vulcontrole".
Wanneer u geen combi-tabs meer
gebruikt, denk er dan aan om zout
en naspoelmiddel te doseren en de
bijvulcontrole weer in te schakelen.
25
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel is nodig om ervoor te
zorgen dat het water tijdens het drogen
als een film van het vaatwerk afloopt en
dat het vaatwerk na het afwassen ge‐
makkelijker droogt.
Het naspoelmiddel wordt in het na‐
spoelmiddelreservoir gegoten en bij het
naspoelen in de ingestelde dosering
automatisch toegevoegd.
Vul het naspoelmiddelreservoir
alleen met naspoelmiddel voor huis‐
houdelijke afwasautomaten. Vul het
in geen geval met handafwasmidde‐
len of reinigingsmiddelen. Dat zou
het naspoelmiddelreservoir bescha‐
digen.
Een andere mogelijkheid is dat u
– azijn voor huishoudelijk gebruik
(maximaal 5% zuur)
of
Gebruikt u uitsluitend combinatierei‐
nigingsmiddelen, dan hoeft u het na‐
spoelmiddelreservoir niet met na‐
spoelmiddel te vullen.
Naspoelmiddel bijvullen
Druk de openingstoets op het deksel
van het naspoelreservoir in de rich‐
ting van de pijl. De klep springt open.
– vloeibaar citroenzuur (10%)
gebruikt. Het vaatwerk zal echter voch‐
tiger zijn en meer vlekken vertonen dan
wanneer u naspoelmiddel gebruikt.
U mag in geen geval azijn met
een hoger zuurpercentage (bijv.
azijnessence van 25%) gebruiken.
Daardoor zou de afwasautomaat be‐
schadigd kunnen raken.
26
Loading...
+ 58 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.