diepvrieskisten met
FreeFrost-systeem
GT 375 ES
GT 455 ES
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor
u het toestel installeert en in gebruik neemt.
Zo zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan uw toestel.
a Toets aan/uit
b Toets voor Superfrost
c Toets om het waarschuwingssignaal
uit te schakelen
d Controlelampje voor de vergrende
ling
e Controlelampje voor Superfrost
f Temperatuurdisplay
g Toetsen om de temperatuur in te stel
len (boven: warmer; onder: kouder)
-
-
h Bedieningspaneel
i Invriesplan
j Binnenverlichting
4
k Slot
l Ventilatierooster
m Afvoeropening voor het dooiwater
Page 5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
del uit het koelcircuit of olie uit de com
pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
Hou bij het afdanken van uw oud toe
stel ook rekening met de gelijknamige
rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw
veiligheid".
-
-
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Door dit milieuvriendelijk koelmiddel toe
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan de ge
bruiker gevaar lopen en het toestel
beschadigd worden.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwij
zing voor u het toestel in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke opmer
kingen omtrent het inbouwen, de
veiligheid, het gebruik en het onder
houd van het toestel. Zo beschermt
u zichzelf en vermijdt u schade aan
het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. Geef ze door aan wie
het toestel achteraf gebruikt.
-
te passen maakt het toestel wel iets
meer lawaai. Naast het geluid dat de
-
compressor maakt, kan er in heel het
koelcircuit lawaai optreden. Deze ge
volgen zijn jamm er genoeg niet te ver
mijden. Ze beïnvloeden echter niet het
vermogen van het toestel.
Bij het transport en opstellen van het
toestel dient u ervoor te zorgen dat er
geen onderdelen van het koelmiddelcir
cuit worden beschadigd. Wegspattend
koelmiddel kan oogletsels veroorzaken!
Is er toch schade opgetreden,
– vermijd dan open vuur of vonken,
– trek de stekker uit het stopcontact,
– laat het vertrek waar het toestel staat,
enkele minuten doorluchten
– en verwittig de Technische Dienst.
-
-
-
Het toestel juist gebruiken
Gebruik dit toestel uitsluitend in het
huishouden. Het dient enkel om
diepvriesproducten te bewaren, verse
levensmiddelen in te vriezen en consumptie-ijs te bereiden. Alle andere toe
passingen zijn ongeoorloofd en mis
schien ook wel gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt door
dat het toestel niet correct gebruikt of
verkeerd bediend werd.
-
Technisch veilig
Dit toestel bevat het koelmiddel
isobutaan R600a. Dat is een na
tuurlijk gas dat heel weinig milieubelas
tend is. Het is evenwel brandbaar. Het
brengt echter geen schade toe aan de
ozonlaag. Het vergroot evenmin het
broeikaseffect.
6
-
Hoe meer koelmiddel het toestel
bevat, hoe groter het vertrek moet
zijn, waar het opgesteld wordt. Treedt
er eventueel een lek op, dan kan er in
te kleine vertrekken een brandbaar
gas-luchtmengsel worden gevormd.
-
Per 8 g koelmiddel dient het vertrek
minstens 1 m
koelmiddel het toestel bevat, vindt u op
het typeplaatje aan de binnenzijde.
-
-
Vergelijk voor het aansluiten van
het toestel beslist de aansluitgege
vens op het typeplaatje met de gege
vens van uw huisinstallatie. Het gaat
hier over de spanning en de frequentie.
Deze gegevens moeten absoluut over
eenstemmen om schade aan uw toestel
te vermijden. Vraag bij twijfel inlich
tingen aan uw installateur.
3
ruim te zijn. Hoeveel
-
-
-
-
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardsysteem is aan
gesloten, dat volgens de voorschriften
werd geïnstalleerd. Het is heel belang
rijk dat deze fundamentele veiligheids
voorziening voorhanden is. Laat uw in
stallatie bij twijfel door een vakman
nakijken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt door
dat de aardleiding onderbroken was of
gewoon ontbrak. Er zijn dan ook elek
trische schokken mogelijk.
Het toestel kan enkel veilig werken
indien u het volgens de gebruiksaanwijzing monteert en aansluit.
Installatiewerk en herstellingen
mag u enkel door erkende vakmensen laten uitvoeren. Door ondeskundige installaties of reparaties kunnen er niet te onderschatten risico's opduiken voor wie het toestel gebruikt.
Daarvoor is de fabrikant niet aansprakelijk.
Het toestel is pas stroomloos in
dien aan een van de volgende
voorwaarden is voldaan:
–
u hebt de stekker van het toestel uit
het stopcontact getrokken.
Trek niet aan het snoer, wel aan de
stekker om het toestel stroomloos te
maken.
–
u hebt de smeltveiligheden van de
huisinstallatie uitgeschakeld.
-
-
-
-
-
Gebruik om het toestel op het
stroomnet aan te sluiten, geen ver
lengsnoeren. Die waarborgen niet de
nodige veiligheid. Er is risico op over
verhitting.
-
Gebruik
Raak de diepvrieswaar niet met
natte handen aan. Uw handen kun
nen eraan vastvriezen. U kan kwetsuren
oplopen!
Steek ijsblokjes en frisco's, vooral
ijslolly's, nooit meteen in de mond
nadat u die uit de diepvriezer hebt ge
nomen. Door de zeer lage temperatuur
kunnen uw lippen of uw tong vastvriezen. U kan letsels oplopen!
Vries gedeeltelijk of volledig ont-
dooide levensmiddelen niet terug
in. Verbruik die zo vlug mogelijk.
De levensmiddelen boeten immers aan
voedingswaarde in en bederven. Zo u
ze kookt of braadt, kan u die levensmiddelen opnieuw invriezen.
Bewaar in uw toestel geen explo
sieve stoffen. Zodra de thermostaat
inschakelt, kunnen er dan vonken ont
staan. Die kunnen bepaalde vonkge
voelige mengelingen doen ontploffen.
Bewaar in uw diepvriezer geen
blikjes of flessen met koolzuurhou
dende drank of met vloeistof die kan
bevriezen. De blikjes of flessen kunnen
stukspringen. U kan letsels oplopen en
er is risico op schade!
-
-
-
-
-
-
-
-
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Neem flessen die u in de diepvrie
zer legt om snel te koelen, uiterlijk
na een uur weer uit. De flessen kunnen
stukspringen. Er is risico's op lichame
lijk letsel en op schade!
Zo u te lang bewaarde levensmid
delen eet, loopt u het risico van
voedselvergiftiging.
De bewaarduur hangt van heel wat fac
toren af. Onder meer van de mate
waarin de levensmiddelen vers en de
gelijk zijn, maar ook van de bewaartem
peratuur. Hou de bewaartips en de op
gegeven bewaarduur van de voedsel
fabrikanten in acht!
Gebruik geen spitse noch scherpe
voorwerpen om
– rijm- en ijslagen te verwijderen,
– aangevroren ijsblokjesschalen en
diepvrieswaar los te maken.
Zo beschadigt u de vriesplaten en raakt
het toestel volledig defect.
-
-
-
-
-
Dek het ventilatierooster van het
toestel niet af. Anders is er geen
onberispelijke luchttoevoer meer ge
waarborgd. Het stroomverbruik stijgt en
er kan schade optreden aan bepaalde
onderdelen.
Dit toestel is geschikt voor een be
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tempe
ratuur dient binnen zekere grenzen te
blijven. De klimaatklasse vindt u terug
op het typeplaatje binnen in het toestel.
Door te lage kamertemperaturen blijft
de compressor te lang stilstaan. Daar
door kan het toestel de noodzakelijke
temperatuur niet bieden.
Gebruik om uw toestel te ontdooien
en schoon te maken in geen geval
een toestel met stoom onder druk.
De stoom kan onderdelen aanraken,
die onder spanning staan. Zo kan er
kortsluiting optreden.
-
-
-
-
Zet nooit elektrische verwarmings
apparaten en kaarsen in het toe
stel. Anders loopt de kunststof schade
op.
Gebruik nooit ontdooisprays of
ijsverwijderende middelen. Die
kunnen explosieve gassen vormen, die
oplosmiddel of drijfgas bevatten of uw
gezondheid kunnen schaden.
Behandel de dekseldichting niet
met olie of vet. Anders wordt die
op de duur poreus.
8
-
-
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Uw oud toestel afdanken
Verniel het slot of de vergrendeling
van uw oude diepvriezer wanneer
u die buiten gebruik stelt. Zo vermijdt u
dat spelende kinderen zich in het toe
stel opsluiten en in levensgevaar
komen.
Maak oude toestellen onbruikbaar.
Trek de stekker uit het stopcontact
en knip het aansluitsnoer door.
Zorg dat u geen onderdelen van
het koelcircuit beschadigt, b.v.
door:
– de koelmiddelkanaaltjes van de ver-
damper open te steken,
– de buisleidingen af te knikken of
– oppervlakbekledingen af te krabben.
Wegspuitend koelmiddel kan
oogletsels tot gevolg hebben.
-
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die werd veroorzaakt
doordat de veiligheidsbepalingen en
waarschuwingen niet in acht werden
genomen.
9
Page 10
Hoe spaart u stroom?
normaal stroomverbruikhoger stroomverbruik
Opstellenin een geventileerd vertrekin een gesloten, niet te ventileren
niet rechtstreeks door de zon
beschenen
niet naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een ideale omgevingstempera
tuur van ca. 20 °C
Temperatuurinstelling
thermostaat met getallen
(regeling in stappen)
Temperatuurinstelling
thermostaat "tot op de
graad nauwkeurig"
(digitale aanduiding)
Gebruikdoe de toesteldeur enkel even
Ontdooienlaat het vriesvak ontdooien als de
bij een gemiddelde stand van de
knop van 2 tot 3.
keldervak van 8 tot 12 °C
koelvak van 4 tot 5 °C
0 °-zone om en bij de 0 °C
vriesvak -18 °C
open als dat nodig is
de levensmiddelen goed sorteren
voor u ze in het toestel plaatst
warme spijs en drank eerst buiten
het toestel laten afkoelen
zet de levensmiddelen degelijk
verpakt of goed afgedekt in het
toestel
leg diepvrieswaar om te ontdooien
in de koelruimte
leg of zet niet te veel levensmid
delen in de zones of vakken; zo
kan de lucht circuleren
ijslaag een paar centimeter dik is
geworden
vertrek
wel rechtstreeks door de zon
beschenen
wel naast een warmtebron (radia
tor, fornius)
bij een hoge omgevingstempera
tuur
bij een hoge stand van de knop:
hoe lager de temperatuur in het
toestel, hoe hoger het stroomver
bruik!
Let op! Bij toestellen met winter
schakeling zet u de schakelaar bij
omgevingstemperaturen hoger
dan 16 °C uit!
als u de toesteldeur vaak en lang
openzet = koudeverlies
wanorde = lang zoeken zodat de
toesteldeur lang open blijft
warme spijzen in het toestel doen
de compressor langer draaien om
de temperatuur te doen zakken
als vloeistof in de koelruimte ver
dampt en condenseert, veroor
zaakt dat koudeverlies
-
door een ijslaag wordt de koude
slechter aan de levensmiddelen
afgegeven en stijgt het stroomver
bruik
-
-
-
-
-
-
-
10
Page 11
Het toestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Maak de binnenruimte en het toebe
^
horen schoon. Gebruik daar lauw wa
ter voor en wrijf daarna alles met een
doek droog.
Sluit de afvoeropening voor het dooi
^
water op de bodem van het toestel
langs binnen af met de bijgeleverde
dop!
Laat het toestel na het transport ca.
1/2 à 1 uur staan voor u het aansluit.
Dat is belangrijk voor een degelijke
werking achteraf!
Het toestel inschakelen
Koudeaccu
Om de koudeaccu vlug te laten door
vriezen, legt u hem vlak tegen de zij
wanden en de bodem van de kuip.
Na ca. 24 uur heeft de accu zijn volle
koelvermogen bereikt.
Leg de koudeaccu vervolgens op het
vriestablet.
Het toestel uitschakelen
Duw ca. 3 seconden lang op de toets
^
aan/uit tot het temperatuurdisplay uit
-
gaat.
Zo het temperatuurdisplay niet uitgaat,
is de vergrendeling ingeschakeld.
-
-
-
^
Druk op de toets aan/uit.
In het temperatuurdisplay worden stre
pen verlicht. Het toestel begint te
koelen. De binnenverlichting gaat aan
zodra u het deksel opent.
Opdat de temperatuur laag genoeg
daalt, laat u het toestel bij voorkeur en
kele uren ingeschakeld voor u er voor
het eerst eetwaar in plaatst.
-
-
11
Page 12
Het toestel in- en uitschakelen
Vergrendeling
Hiermee kan u uw toestel beveiligen te
gen ongewenst uitschakelen.
De vergrendeling inschakelen
Druk op de toets Superfrost en hou
^
die ca. 3 seconden ingedrukt.
In het display knippert SF en c wordt
verlicht.
^ Druk nog eens op de toets Super-
frost.
In het display knipperen SF en c terwijl
0 wordt verlicht.
^ Druk op een van beide toetsen voor
de temperatuurinstelling.
In het display knipperen SF en c terwijl 1
wordt verlicht.
^
Druk op de toets Superfrost.
In het display knippert SF terwijl het
vergrendelsymbool X en C worden
verlicht.
De vergrendeling uitschakelen
-
Druk op de toets Superfrost en hou
^
die ca. 3 seconden ingedrukt.
In het display knippert SF terwijl het
vergrendelsymbool X en c worden
verlicht.
Druk nog eens op de toets Super
^
frost.
In het display knipperen SF en c terwijl
het vergrendelsymbool X en 1 worden
verlicht.
^ Druk op een van beide toetsen voor
de temperatuurinstelling.
In het display knipperen SF en c terwijl
het vergrendelsymbool X en 0 worden
verlicht.
^
Druk op de toets Superfrost.
Het vergrendelsymbool X gaat uit.
In het display knippert SF en C wordt
verlicht.
-
^
Druk op de toets aan/uit.
De vergrendeling is ingeschakeld.
12
^
Druk op de toets aan/uit.
Nu is de vergrendeling uitgeschakeld.
Page 13
Bij langdurige afwezigheid
Zo u het toestel lange tijd niet gebruikt:
trek de stekker uit het stopcontact,
^
laat het toestel ontdooien en maak
^
het schoon,
laat de deksel ietwat openstaan om
^
reukhinder tegen te gaan.
Het toestel in- en uitschakelen
Hebt u de diepvrieskist bij langdu
rige afwezigheid uitgeschakeld zon
der ze schoon te maken? Dan is er
bij gesloten deksel risico op schim
melvorming.
-
-
-
13
Page 14
De juiste temperatuur
Voor het bewaren van levensmiddelen
is het van groot belang de juiste tempe
ratuur in te stellen. Door micro-organis
men bederft eetwaar namelijk gauw.
Door een juiste bewaartemperatuur kan
dat proces evenwel worden vermeden
of vertraagd. De temperatuur heeft een
invloed op de snelheid waarmee de mi
cro-organismen aangroeien. Hoe lager
de temperatuur, hoe trager dat proces.
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en eetwaar lange tijd te bewaren, is er
een temperatuur van -18 °C nodig. Bij
deze temperatuur wordt de aangroei
van micro-organismen verregaand
stopgezet. Zodra de temperatuur boven de -10 °C stijgt, wordt de diepvrieswaar door de micro-organismen aangetast en kan die niet meer zo lang worden bewaard. Daarom mag u gedeeltelijk of volledig ontdooide spijzen pas
weer invriezen nadat u ze gekookt of
gebraden hebt. Door de hoge temperatuur worden de meeste micro-organismen immers vernietigd.
De temperatur in het toestel loopt op
naarmate
–
u het deksel van het toestel vaker
opent en langer laat openstaan,
–
u meer eetwaar in het toestel be
waart,
-
De temperatuur instellen
De temperatuur kan u instellen met de
twee toetsen naast het temperatuurdis
play. Drukt u op de
bovenste toets: de temperatuur stijgt,
–
-
onderste toets: de temperatuur daalt.
–
Terwijl u de temperatuur instelt, knippert
de aanduiding.
In het temperatuurdisplay kan u de vol-
gende veranderingen merken terwijl u
op de toetsen drukt:
– Als u de eerste keer drukt, knippert
de temperatuur die u het laatst hebt
ingesteld.
– Elke keer dat u daarna drukt, veran-
dert de temperatuur in 1 °C-stappen.
– Houdt u de toets ingedrukt, dan ver-
andert de temperatuur doorlopend.
Zowat 5 seconden na de laatste druk
op de toets wordt vanzelf overgescha
keld op de echte temperatuur die op
dat ogenblik in de diepvriezer heerst.
-
-
–
de vers geplaatste eetwaar warmer
is,
–
de omgevingstemperatuur hoger ligt.
Dit toestel is geschikt voor een be
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tem
peratuur dient binnen zekere gren
zen te blijven.
14
-
-
-
Page 15
De juiste temperatuur
Hebt u de temperatuur anders inge
steld, bekijk dan het temperatuurdis
play:
bij een bijna leeg toestel na ca. 6
–
uur,
bij een vol toestel na ca. 24 uur.
–
Pas dan is de gewenste temperatuur
echt bereikt. Is de temperatuur na deze
tijd nog te hoog of te laag, stel hem dan
opnieuw in.
Mogelijke temperatuurinstellingen
De temperatuur is van -14 °C tot -28 °C
regelbaar.
Dat de laagste temperatuur wordt bereikt, hangt af van de plaats van opstelling en van de omgevingstemperatuur.
Bij hoge kamertemperatuur is de
laagste temperatuur niet in ieder geval
bereikbaar.
-
-
Temperatuurdisplay
Over dit kortstondig koudeverlies hoeft
u zich geen zorgen te maken indien het
ontstaat doordat
het deksel van het toestel eens wat
–
langer open blijft, bv. bij het uitne
men of plaatsen van heel wat levens
middelen,
er verse eetwaar wordt ingevroren.
–
Zodra de temperatuur tot ca. -10 °C is
gedaald, blijft het temperatuurdisplay
weer voortdurend verlicht.
Ligt de temperatuur langere tijd boven
de -18 °C, kijk dan eens na of de diep
vrieswaar niet gedeeltelijk of volledig
ontdooid is. In zo'n geval dient u deze
spijzen zo gauw mogelijk te verbruiken!
-
-
-
Op het bedieningspaneel wordt bij nor
male werking de gemiddelde tempera
tuur in het toestel aangeduid.
Ligt die temperatuur niet onder 0 °C,
dan worden in het temperatuurdisplay
enkel streepjes verlicht.
Het temperatuurdisplay knippert als
–
u een andere temperatuur heeft inge
steld,
–
de temperatuur in het toestel ver
schillende graden gestegen is; dit
wijst dus op koudeverlies.
-
-
-
-
15
Page 16
Waarschuwingssignaal
Dit toestel is uitgerust met een waar
schuwingssysteem. Daarmee kan de
temperatuur in de diepvriezer niet on
gemerkt stijgen. Zo vermijdt u dat het
deksel blijft openstaan wat stroomver
spilling veroorzaakt.
-
-
Alarm bij te hoge temperatuur
Wordt het te warm, dan weerklinkt er
een waarschuwingssignaal. Meteen
gaat ook het temperatuurdisplay knip
peren.
Deze signalen zijn telkens zichtbaar en
hoorbaar wanneer
– er te veel warme kamerlucht binnen-
stroomt wanneer u er diepvrieswaar
in legt, verplaatst of uitneemt.
– u een grote hoeveelheid levensmid-
delen invriest.
– het toestel lange tijd uitgeschakeld
was en nu weer ingeschakeld wordt.
Alarm bij open deksel
Zo het deksel van de diepvrieskist
langer openblijft dan ca. 60 seconden,
weerklinkt het waarschuwingssignaal.
Het waarschuwingssysteem
inschakelen
Het waarschuwingssysteem is automa
tisch altijd klaar om te functioneren. De
temperatuur in de kuip moet dan wel
eens degelijk laag zijn geweest.
Het waarschuwingssignaal
voortijdig uitschakelen
Zodra de ingestelde temperatuur in de
diepvriezer is bereikt, wordt het signaal
gedoofd. Het temperatuurdisplay wordt
constant verlicht. Stoort het signaal u,
dan kan u dat voortijdig uitzetten.
^ Druk op de toets voor het waarschu-
wingssignaal.
Het signaal verstomt. Het temperatuurdisplay blijft knipperen tot de alarmtoestand voorbij is. Daarna blijft het gewoon verlicht. Zo is het alarmsysteem
weer klaar om te werken.
-
16
Page 17
Superfrost
Verse eetwaar invriezen
Verse eetwaar dient u zo snel mogelijk
tot in de kern te laten invriezen. Zo blij
ven de voedingswaarde, de vitaminen,
het uitzicht en de smaak bewaard.
Hoe trager de levensmiddelen ingevro
ren worden, hoe meer vloeistof er uit
elke cel in de tussenruimte terechtkomt.
De cellen krimpen.
Bij het ontdooien kan er maar een deel
van die vloeistof naar de cellen terug.
In de praktijk betekent dit dat er in de
levensmiddelen veel sap verlorengaat.
Bij het ontdooien valt dat te merken aan
de grote plas rond de eetwaar.
Werd de eetwaar snel ingevroren, dan
krijgt de celvloeistof minder tijd om in
de tussenruimte weg te vloeien. De cellen krimpen heel wat minder.
Bij het ontdooien kan die eerder geringe hoeveelheid vloeistof die in de
tussenruimte terecht is gekomen, naar
de cellen terug. Er ging dus heel weinig
sap verloren. Er wordt maar een kleine
plas gevormd!
-
Superfrost-functie
Om verse eetwaar heel efficiënt in te
vriezen dient u van tevoren de functie
Superfrost in te schakelen.
Uitzonderingen:
Indien u reeds ingevroren levensmid
–
delen in de diepvriezer legt.
Indien u elke dag maar hoogstens
–
2 kg invriest.
Superfrost inschakelen
Schakel de functie Superfrost in
^
6 uur voor u levensmiddelen
plaatst.
^ Wenst u het hoogste invriesvermo-
gen te benutten, schakel dan de Su-perfrost 24 uur van tevoren in!
^
Druk op de toets Superfrost.
-
Het controlelampje voor Superfrost SF
wordt verlicht.
De temperatuur in het toestel daalt daar
het met het hoogste invriesvermogen
werkt.
17
Page 18
Superfrost
Superfrost uitschakelen
De functie Superfrost wordt vanzelf uit
geschakeld. Dat gebeurt, naar gelang
van de hoeveelheid geplaatste eetwaar,
na ca. 30 tot 60 uur. Het controlelampje
gaat uit en het toestel werkt weer met
zijn normale koelcapaciteit.
Om stroom te besparen, kan u de func
tie Superfrost ook zelf uitschakelen zo
dra er een constante vriestemperatuur
van minstens -18 °C is bereikt.
Druk op de toets Superfrost.
^
Het controlelampje voor Superfrost SF
gaat uit.
Het toestel koelt nu weer met zijn normale koelcapaciteit.
-
-
-
18
Page 19
De binnenruimte
Korven
Met behulp van de korven kan u de eet
waar in de kuip vlotter sorteren.
Haak de korven met het handvat over
^
de kuiprand of
stapel de korven in de kuip:
^
– zet een van de korven op de
kuipbodem,
– duw de handvatten bij deze korf
omlaag, til ze op en zwenk ze dan
naar binnen toe,
– zet daar nu een andere korf bovenop.
Vriestablet
Er zijn twee soorten:
Een vriestablet kan u in de korven
–
hangen.
De twee andere tabletten (naar ge
–
lang van het model) dienen om het
invriesvak in de kuip van de rest af te
scheiden:
^ Schuif beide vriestabletten boven el-
kaar in de daartoe voorziene rails.
^ Wenst u geen scheiding te maken?
Leg de tabletten dan gewoon boven
elkaar onder de korf in het invriesvak.
-
Invriesvak
U kan in de kuip een vak afbakenen.
Dat dient dan als invriesvak.
Zo'n vak heeft het voordeel dat u verse
eetwaar kan scheiden van reeds inge
vroren diepvrieswaar. Daarmee vermijdt
u dat de reeds ingevroren levensmid
delen lichtjes gaan ontdooien.
-
-
19
Page 20
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Maximum-invriesvermogen
Om levensmiddelen zo gauw mogelijk
tot in de kern te laten invriezen, mag
het maximum-invriesvermogen niet
overschreden worden. Hoeveel dat be
draagt, vindt u op het typeplaatje: In
vriesvermogen ... kg / 24 uur.
-
Diepvrieswaar bewaren
Zo u kant-en-klare diepvrieswaar in het
toestel legt, controleer dan reeds bij de
aanschaf
of de verpakking niet beschadigd is,
–
– tot wanneer het product houdbaar is
– en hoe laag de koeltemperatuur in
de winkeltoog is. Ligt die hoger dan
-18 °C, dan is de diepvrieswaar niet
zo lang houdbaar.
^ Koop uw diepvrieswaar op het einde
van uw boodschappen. Bewaar hem
in krantenpapier of een koeltas.
^
Leg de gekochte diepvrieswaar met
een in uw toestel.
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan u die le
vensmiddelen opnieuw invriezen.
-
Zelf levensmiddelen invriezen
Gebruik enkel verse en onberispelijke
levensmiddelen om in te vriezen!
-
Hou hiermee rekening bij het
invriezen:
Zijn geschikt om in te vriezen:
–
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groente, kruiden, rauw fruit, zuivel,
gebak, spijsresten, eigeel, eiwit en
heel wat kant- en klaargerechten.
Niet geschikt om in te vriezen:
–
druiven, kropsla, radijsjes, ramme
nas, zure room, mayonaise, eieren in
hun schaal, uien, ongeschilde rauwe
appelen en peren.
– Om kleur, smaak, aroma en vitami-
nen C te bewaren, dient u fruit en
groente voor het invriezen te blancheren. Doe de groente per portie 2
à 3 minuten in kokend water. Daarna
uitnemen en vlug in koud water af-
-
-
koelen. Laat de groente uitdruppen.
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet. Het kan trouwens
veel langer worden bewaard.
–
Leg tussen koteletten, biefstuk,
vleeslapjes e.d. telkens plastic folie.
Zo vermijdt u dat porties aaneenvrie
zen.
-
-
20
–
Rauwe levensmiddelen en geblan
cheerde groente mag u voor het in
vriezen niet kruiden of zouten. Klaar
gemaakte spijzen kruidt of zout u
maar lichtjes. Sommige kruiden ver
anderen immers van smaakintensiteit
bij het invriezen.
-
-
-
-
Page 21
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Laat warme spijs en drank eerst bui
–
ten het toestel afkoelen. Anders
wordt reeds ingevroren eetwaar even
ontdooid. Dit leidt bovendien tot een
hoger stroomverbruik.
Verpakken
Vries de levensmiddelen per portie
^
in.
Geschikte verpakking
- kunststoffolie
- zakjes van polyethyleen
- aluminiumfolie
- diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- inpakpapier
- perkamentpapier
- cellofaan
- vuilniszakken
- gebruikte boodschapzakjes
^ Druk de lucht uit de verpakking.
^ Sluit de verpakking af met
- elastiekjes,
- kunststofklemmen,
- touwtjes of
- koudebestendige plakband.
Voor u de diepvrieswaar plaatst
Gaat u meer dan 2 kg verse eetwaar
^
invriezen? Schakel dan enige tijd op
voorhand de functie Superfrost in. Zie
rubriek Superfrost.
Diepvrieswaar schikken
Leg verse eetwaar in het invriesvak
^
dat u tevoren met beide vriestablet
ten hebt afgebakend. Zo vermijdt u
contact tussen reeds ingevroren
diepvrieswaar en verse eetwaar.
Levensmiddelen die u er pas inlegt,
mogen niet in aanraking komen met
reeds ingevroren eetwaar. Anders
gaat die lichtjes ontdooien.
^ Leg de levensmiddelen keurig gesor-
teerd in de kuip.
^ Leg de pakjes er droog in. Zo ver-
mijdt u dat ze aan elkaar vriezen.
Stapel de diepvrieswaar niet hoger
dan de bovenste rand van de kor
ven.
Invriesplan
-
-
Polyethyleen zakjes kan u ook met
een lastoestel dichtmaken.
^
Plak op de verpakking een etiket met
inhoud en invriesdatum erop.
Het invriesplan op de binnenzijde van
het deksel duidt aan hoeveel maand u
bepaalde levensmiddelen kan bewa
ren. Bij de aanbevolen bewaarduur
gaat het om een richtwaarde. Er spelen
immers heel wat factoren een rol: bv. de
kwaliteit van de levensmiddelen, de be
handeling die het invriezen van de eet
waar voorafging e.d.
-
21
-
-
Page 22
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Diepvries ontdooien
Diepvries kan u ontdooien
in uw microgolfoven,
–
in uw oven met de verwarmingssoort
–
"Hete lucht" of "Ontdooien",
op kamertemperatuur,
–
Leg de in te vriezen levensmiddelen
in uw koelkast,
–
in uw stoomoven.
–
Platte stukken vlees en vis kan u in
een hete pan doen zodra ze lichtjes
ontdooid zijn.
Fruit kan u op kamertemperatuur zowel
in de verpakking als in een schotel met
deksel ontdooien.
Ingevroren groente kan u in kokend
water doen of in heet vet stoven. De
kooktijd valt dan wat korter uit dan bij
verse groente.
Vries gedeeltelijk of volledig ontdooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan dat wel.
Drank snel koelen
Als u flessen met drank snel koelt, haal
die dan uiterlijk na 1 uur weer uit de
vrieslade. Anders springen ze stuk!
Het vriestablet gebruiken
Op het vriestablet kan u bessen, krui
den, groente en andere kleine levens
middelen behoedzaam invriezen. De
diepvrieswaar behoudt grotendeels zijn
vorm. De afzonderlijke stukken vriezen
ook niet aaneen.
^
losjes en verspreid op het vriestablet.
Haak het vriestablet in een korf.
^
Laat de diepvrieswaar 10 à 12 uur
^
doorvriezen. Doe hem dan in een
diepvrieszakje of -recipiënt.
Koudeaccu
Hiermee vermijdt u dat de temperatuur
in de diepvriezer bij een stroomonderbreking te snel stijgt.
Om de koudeaccu vlug te laten doorvriezen, legt u hem vlak tegen de zijwanden en de bodem van de kuip. Na
ca. 24 uur levert de accu zijn maximum-koelvermogen.
Leg de koudeaccu vervolgens op het
vriestablet.
Bij een stroomonderbreking legt u de
koudeaccu direct op de diepvrieswaar
in de kuip. Zo duurt de bewaartijd het
langst.
In een koelbox houden koudeaccu's
spijs en drank voor korte tijd koel.
-
-
22
Page 23
Ontdooien
FreeFrost-systeem
Door het normale gebruik ontstaat er op
de duur rijm en ijs op de vriesplaten.
Daardoor verslecht de koude-afgifte en
verhoogt het stroomverbruik.
Het FreeFrost-systeem zorgt ervoor dat
er in vergelijking met andere toestellen
ca. 70 % minder ijs en rijm opduikt. De
binnenvallende vochtige lucht wordt
vlot gebonden en weer aan de kamer
lucht afgegeven. U hoeft het toestel
dan merkelijk minder vaak te ontdooien.
Krab de rijm- of ijslaag enkel weg
met de bijgeleverde krabber. U kan
anders de vriesplaten beschadigen.
Dan werkt uw toestel niet meer.
Ontdooi de diepvriezer zo nu en dan.
Zo er reeds een ca. 5 mm dikke ijslaag
werd gevormd, dient u dat zeker te
doen. Kies een tijdstip waarop er weinig of geen diepvrieswaar in het toestel
ligt.
-
Om te ontdooien
Ga bij het ontdooien vlug te werk.
Hoe langer de diepvrieswaar op ka
mertemperatuur blijft liggen, hoe
korter de bewaarduur ervan wordt.
Schakel het toestel uit.
^
Zo het temperatuurdisplay niet uit
gaat, is de vergrendeling ingescha
keld.
Trek de stekker van het toestel uit het
^
stopcontact.
Zet een vriestablet of een platte
^
schotel onder de afvoeropening om
het dooiwater op te vangen.
^ Trek de dop uit de kuipbodem.
-
-
-
Voor u het toestel ontdooit
^
Schakel ca. 1 dag voor het ontdooien
de functie Superfrost in. Zo krijgt de
diepvrieswaar wat koudereserve en
kan die wat langer op kamertempera
tuur worden bewaard.
^
Neem de diepvrieswaar uit en leg de
koude-accu erop. Wikkel de diep
vrieswaar in verschillende lagen
krantenpapier of dekens. Bewaar de
diepvrieswaar op een koele plaats tot
het toestel weer klaar is voor gebruik.
^
Laat het deksel van het toestel open.
Om het ontdooien te versnellen: zet
twee kommetjes heet (geen kokend)
water op een onderzetter in het toestel.
-
23
Page 24
Ontdooien
Zet nooit elektrische verwarmings
apparaten noch kaarsen in het toe
stel. Anders wordt de kunststof be
schadigd.
Gebruik geen ontdooisprays noch
ijsverwijderende middelen. Die kun
nen explosieve gassen vormen,
maar ook oplosmiddel of drijfgas be
vatten, dat de kunststof aantast of
schadelijk is voor de gezondheid.
Na het ontdooien
-
-
-
-
-
Neem het in de kuip resterende dooi
^
water met een doek of spons op.
Maak het toestel schoon en droog.
^
Sluit de afvoeropening voor het dooi
^
water weer met de dop af.
Sluit het deksel en steek de stekker
^
weer in het stopcontact.
Schakel Superfrost in opdat het vlug
^
koud wordt in de diepvriezer.
Het controlelampje SF gaat aan.
Leg de diepvrieswaar weer in de
^
kuip. Wacht tot de temperatuur in het
toestel laag genoeg gezakt is.
^ Schakel Superfrost weer uit zodra de
-18 °C is bereikt.
Het controlelampje SF gaat uit.
-
-
24
Page 25
Gebruik nooit reinigingsmiddel met
zand, schurend middel, soda of
zuur, noch chemisch oplosmiddel.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
"schuurmiddelvrije" schuurmiddelen.
Die doen matte plekken opduiken.
Let erop dat er geen water terecht
komt in de elektronische bediening
noch in het ventilatierooster.
Gebruik nooit hogedrukreinigers. De
vloeistof kan toestelonderdelen aan
raken, die onder spanning staan. Er
kan dan kortsluiting optreden.
-
Ventilatierooster
Maak het ventilatierooster geregeld
^
met een kwast of stofzuiger schoon.
Hoe meer stof erop ligt, hoe meer
stroom het toestel verbruikt.
Dichting van het deksel
Behandel de dichting nooit met olie
of vet. Die wordt anders na verloop
van tijd poreus.
Maak de dichting geregeld met hel
^
der water schoon. Wrijf ze nadien
met een doek goed droog.
Schoonmaken
-
Het typeplaatje binnen in het toestel
mag u niet verwijderen. Bij een
eventuele storing heeft de Technische Dienst dat nodig!
^ Maak het toestel meteen na het ont-
dooien schoon.
Het toestel is nu uitgeschakeld en de
stekker uit het stopcontact gehaald. De
diepvrieswaar ligt op een koele plaats
en het toebehoren bevindt zich buiten
het toestel.
Buitenwanden, binnenruimte,
toebehoren
Om die schoon te maken gebruikt u het
best lauw water met wat afwasmiddel.
Was alle delen met de hand af, niet in
de vaatwasser.
^
Spoel de buitenwanden, de binnen
ruimte en het toebehoren na het reini
gen met helder water af. Wrijf alles
met een doek droog. Laat het deksel
even openstaan.
-
Na het schoonmaken
^ Sluit het deksel en zet het toestel
aan.
^ Schakel Superfrost in. Zo wordt het
toestel gauw koud. Het controlelampje gaat aan.
^ Leg de diepvrieswaar in het toestel.
Wacht tot de temperatuur in het toe
stel laag genoeg gezakt is, minstens
tot -10 °C.
^
Schakel Superfrost uit zodra de
-18 °C is bereikt.
Het controlelampje gaat uit.
-
-
25
Page 26
Wat gedaan als ...?
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mag u enkel door een vak
man laten uitvoeren. Door ondeskun
dige reparaties kunnen er ernstige
risico's opduiken voor wie het toestel
gebruikt.
Volgende storingen kan u echter zelf
verhelpen:
Wat gedaan als . . .
-
Kijk eens na of er op de vriesplaten
^
geen dikke laag rijm zit. Is dat zo,
-
-
laat het toestel dan ontdooien.
. . . het waarschuwingssignaal weer
klinkt?
Misschien staat het deksel reeds
^
langer open dan 60 seconden.
. . . het waarschuwingssignaal weer
klinkt en het temperatuurdisplay
knippert?
-
-
. . . het toestel niet koelt?
^ Is het toestel wel ingeschakeld? Het
temperatuurdisplay moet verlicht zijn.
^ Zit de stekker van het toestel wel ste-
vig in het stopcontact?
^ Zijn de smeltstoppen van uw huisin-
stallatie niet uitgevallen? Zo dat het
geval is, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
. . . de temperatuur in het toestel te
laag is?
^
Stel een warmere temperatuur in.
^
De functie Superfrost is ingescha
keld. Het controlelampje is aan.
. . . de compressor vaker en langer in
geschakeld wordt?
^
Is het ventilatierooster niet geblok
keerd of zit het niet onder het stof?
^
Het deksel werd vaak geopend.
Ofwel werd heel wat verse eetwaar
ingevroren.
^
Kan het deksel wel goed dicht?
-
-
In de diepvriezer is het te warm omdat
^ het deksel vaak geopend of heel wat
verse eetwaar ingevroren werd.
^ het toestel lange tijd uitgeschakeld
was en nu weer wordt ingeschakeld.
^ de ventilatieopening werd afgedekt.
Zodra aan deze storingen een einde is
gesteld, verstomt het waarschuwingssignaal. Het temperatuurdisplay blijft
verlicht zonder te knipperen.
. . . er in het temperatuurdisplay
streepjes worden verlicht?
Kijk zowat 6 uur na het inschakelen van
het toestel het temperatuurdisplay na.
Er worden pas graden aangeduid zo
-
dra de temperatuur in het toestel onder
de 0 °C ligt.
. . . in het temperatuurdisplay "F4" of
"F5" verschijnt?
Het gaat hier om een storing. Doe een
beroep op de Technische Dienst. De
veiligheidsschakeling houdt het toestel
echter wel op temperatuur!
-
26
Page 27
Wat gedaan als ...?
. . . het waarschuwingssignaal weer
klinkt en in het temperatuurdisplay
"nA" verschijnt?
De temperatuur was intussen door een
stroomonderbreking de laatste dagen
of uren te hoog opgelopen.
Druk op de toets voor het waarschu
^
wingssignaal zolang "
licht.
Het waarschuwingssignaal verstomt.
In het temperatuurdisplay ziet u de
warmste temperatuur die tijdens de
stroomonderbreking in het toestel is
opgetreden.
Naar gelang van de temperatuur gaat u
na of de eetwaar gedeeltelijk of volledig
ontdooid is. Zo dat het geval is, kook of
braad dan deze spijzen voor u ze weer
invriest.
De warmste temperatuur wordt ca. 1
minuut aangeduid. Daarna verschijnt
weer de echte temperatuur die op dat
ogenblik in het toestel heerst.
nA
" wordt ver
-
-
-
. . . het toestel niet kan worden uitge
schakeld?
De vergrendeling is ingeschakeld.
. . . de diepvrieswaar vastgevroren
is?
Maak de diepvrieswaar los met een
stomp voorwerp, bv. een lepelsteel.
. . . er zich op de vriesplaten een dik
ke ijslaag gevormd heeft?
Kan het deksel wel goed dicht?
^
Ontdooi het toestel en maak het
^
schoon.
Dikke lagen ijs beperken het koelvermogen. Dan stijgt ook het stroomverbruik.
-
-
Als u op de toets om het waarschu
wingssignaal uit te schakelen drukt,
wordt het display voortijdig gewist.
. . . het controlelampje Superfrost aan
is en de compressor toch niet draait?
Nadat u op de toets Superfrost heeft
gedrukt, kan het gebeuren dat de com
pressor pas 8 minuten later wordt inge
schakeld. Dit uitstel verhoogt de le
vensduur van de compressor.
Kan u de storing aan de hand van
deze aanwijzingen niet ongedaan
maken, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
Maak het deksel bij voorkeur niet
open tot de storing werd verholpen.
Zo beperkt u koudeverlies.
28
Page 29
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
de buisjes vloeit.
-
schakelt.
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel met behulp van
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
een waterpas. Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets
onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
29
Page 30
Technische dienst
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
-
30
Page 31
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
-
Elektrische aansluiting
-
Sluit uw toestel niet aan op stroomomzetters die bij apart werkende stroomvoorziening worden gebruikt, bv. bij
zonne-energie. Bij het inschakelen van
uw toestel kunnen er anders span
ningspieken optreden waardoor het
voor uw veiligheid wordt uitgeschakeld.
Daardoor kan de elektronische bestu
ring echter schade oplopen!
Gebruik uw toestel ook niet met zoge
heten stroomsparende stekkers.
Daardoor wordt de stroomtoevoer naar
het toestel immers beperkt zodat het
toestel te warm wordt.
Dient het aansluitsnoer te worden ver
vangen, dan mag dat enkel worden uit
gevoerd door een erkend elektricien.
-
-
-
-
-
31
Page 32
Opstellen
Plaats van opstelling
De vloer waarop het toestel staat, dient
waterpas en vlak te zijn.
Stel het toestel zo ver van de wand op
dat het deksel ongehinderd open en
dicht kan.
Kies geen plaats vlak naast een fornuis,
een radiator of bij een venster vlak in
de zon. Hoe hoger de omgevingstem
peratuur oploopt, hoe langer de com
pressor draait en hoe meer stroom er
wordt verbruikt. Geschikt is een droog,
goed geventileerd vertrek.
Laat rond het toestel minstens 2 cm
tussenruimte tot andere toestellen of
voorwerpen. Zo wordt er voldoende
warmte afgevoerd.
Klimaatklasse
Dit toestel is geschikt voor een bepaalde klimaatklasse of categorie van
omgevingstemperatuur. Die temperatuur dient binnen zekere grenzen te blijven. De klimaatklasse vindt u terug op
het typeplaatje op de buitenkant van
het toestel.
-
-
Ventilatie
Om de compressor voldoende van
koele lucht te voorzien,
mag u de spleet tussen de onderzij
–
de van het toestel en de vloer niet
dichtstoppen.
laat u tussen het ventilatierooster in
–
het toestel en de wand een mini
mumafstand van 20 cm. Zo blijft een
onberispelijke ventilatie gewaar
borgd.
dient u het ventilatierooster ook gere
–
geld af te stoffen.
-
-
-
-
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN, N
ST
T
tot +32 °C
tot +38 °C
tot +43 °C
Tot een minimumkamertemperatuur van
+5 °C werkt uw toestel beslist pro
-
bleemloos.
323334
Page 33
Page 34
Page 35
35
Page 36
Wijzigingen voorbehouden / 0304
GT 455 ES, GT 375 ES
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100 % chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
M.-Nr. 06 152 140 / 00
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.