Miele G 8072 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
professionele afwasautomaat G 8072
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor u het toestel installeert en in gebruik neemt. Zo zorgt u voor uw veiligheid en vermijdt u schade aan uw toestel.
nl-BE
Inhoud
Wat u over uw afwasautomaat dient te weten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Waarvoor is uw afwasautomaat geschikt?................................4
Zo werkt uw afwasautomaat ..........................................4
Mogelijke speciale uitrusting ..........................................4
Wat de gebruiker van de afwasautomaat dient te weten ....................5
Beschrijving van uw afwasautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Het toestel zelf .....................................................6
De bedieningselementen.............................................8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Voor u de afwasautomaat in gebruik neemt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
De waterontharder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Wat u over de waterontharder dient te weten ............................17
De waterontharder instellen..........................................18
Regenereerzout toevoegen ..........................................19
Als het display voor het bijvullen van zout wordt verlicht ...................20
Vaatwerk en korven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
De vaat voorbereiden en juist schikken.................................21
Vaatwerk dat niet voor de afwasautomaat geschikt is .....................21
Voorbeelden .....................................................22
Afwasmiddel en naspoelmiddel toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Afwaspoeder manueel toevoegen.....................................23
Naspoelmiddel toevoegen...........................................23
Doseersystemen ventileren / hoeveelheid instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Het doseersysteem voor vloeibaar afwasmiddel ventileren .................24
De dosering instellen ...............................................24
De afwasmiddeldosering controleren ..................................25
Van vloeibaar afwasmiddel veranderen ................................25
Doseersysteem ventileren / hoeveelheid instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Het doseersysteem voor naspoelmiddel ventileren .......................26
De dosering voor het naspoelmiddel instellen ...........................27
De naspoelmiddeldosering controleren ................................27
Zo u externe doseersystemen gebruikt .................................27
Overzicht van de programma’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Het afwasproces voorbereiden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Afwassen met het normaal programma. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
2
Inhoud
Speciale programma’s instellen en starten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Kort programma voor gemiddeld vuile vaat .............................31
Intensief programma voor erg vuile vaat ................................31
Programma’s met lagere naspoeltemperatuur ...........................31
Normaal programma met lagere naspoeltemperatuur ...................31
Kort programma met lagere naspoeltemperatuur ......................32
Intensief programma met lagere naspoeltemperatuur ...................32
Programmainstellingen wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Van speciaal programma veranderen ...............................33
Van een speciaal naar een normaal programma overgaan ...............33
Een programmakeus wissen ......................................33
De kapinstelling wijzigen ............................................33
Het zelfreinigend programma starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
De afwasautomaat uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Reiniging en onderhoud van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
De zeven en de spoelruimte schoonmaken .............................36
Eventuele storingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Storingen zonder aanduiding van de foutcode "Err" in het bedieningsvlakje ....38
Storingen met de aanduiding van de foutcode "Err";
de afwasautomaat wordt niet automatisch uitgeschakeld ..................39
Storingen met de aanduiding van de foutcode "Err";
de afwasautomaat wordt automatisch uitgeschakeld ......................40
Storingsmeldingen via de programmatoets .............................41
Storingsmeldingen bij afwasautomaten met speciale uitrustingen ............42
De machine opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Wateraansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Technische Dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
3
Wat u over uw afwasautomaat dient te weten
Waarvoor is uw afwasautomaat geschikt?
Deze Miele-afwasautomaat is een pro fessionele vaatwasser met tanksysteem en kapmechanisme. Hij is geschikt om vaatwerk en bestek uit de horeca te rei nigen.
-
Zo werkt uw afwasautomaat
Na het inschakelen wordt het water voor de afwasautomaat in de ingebouwde boiler verwarmd. Intussen loopt de tank vol met dit opgewarmde water. Dat gebeurt met tussenpozen. Dankzij dit tanksysteem kan u voortdu­rend afwassen. Er staat immers perma­nent sop op de gewenste temperatuur ter beschikking. De programmatoets X wordt tijdens het opwarmen rood verlicht. Dan is uw toestel niet gereed om af te wassen. Zodra de gewenste temperatuur voor boiler en tank bereikt zijn, kan het toestel afwassen. Dan wordt de pro­grammatoets X groen verlicht. Volgens het doorschuifsysteem wordt de afwasautomaat met korven geladen. De kap wordt omlaaggetrokken zodat het toestel dicht is en gereed om af te wassen. Tijdens het afwassen wordt de programmatoets X blauw verlicht.
Zodra u de kap sluit, start het toestel automatisch het laatst gekozen pro gramma.
Het ingestelde afwasprogramma blijft actief tot u er een ander kiest.
­De recipiënt voor het vloeibaar na
spoelmiddel wordt apart van de afwas automaat opgesteld. De dosering van naspoelmiddel wordt door de afwas automaat via een ingebouwde inrichting automatisch geregeld.
Afwasmiddel dient u manueel (in poe dervorm) toe te voegen. U kan het ook vloeibaar laten doseren via een mits toeslag verkrijgbaar doseerapparaat.
Maakt u de kap tijdens de werking open, dan worden het afwasprogram­ma en de watertoevoer onderbroken tot u de kap weer dicht doet.
Mogelijke speciale uitrusting
Mits toeslag kan u deze afwasautomaat laten uitrusten met een doseerapparaat voor vloeibaar afwasmiddel.
-
-
-
-
-
4
Wat u over uw afwasautomaat dient te weten
Wat de gebruiker van de afwasautomaat dient te weten
Leg aan de hand van de gebruiksaan wijzing uit hoe het toestel werkt en wel ke bijkomende inrichtingen er eventueel aan te pas komen. De gebruiker dient zich bewust te zijn van
de invloed van de tank- en boilertem
peratuur op het afwasresultaat; zie "Zo werkt uw afwasautomaat" en "De afwasbeurt voorbereiden".
de invloed van de dosering van
afwas- en naspoelmiddel op het af wasresultaat; zie "De doseersyste­men ventileren en instellen".
– het belang van het afruimen voor de
afwas, van de gebruiksmogelijkhe­den van de aparte korven en van de manier waarop het vaatwerk in de korf wordt gezet; zie "Vaatwerk en korven".
– het belang van extra dosering bij
manuele toevoeging van afwaspoeder; zie "Afwas- en na spoelmiddel doseren".
-
-
-
-
-
5
Beschrijving van uw afwasautomaat
Het toestel zelf
a kap van het toestel
b sproeiarm voor het naspoelen
(bovenaan)
c sproeiarm voor het afwassen
(bovenaan)
d bedieningsvlak
e sproeiarm voor het naspoelen
(onderaan)
f reservoir voor regenereerzout
met ontharder rechts op de bodem van de kuip
6
g sproeiarm voor het afwassen
(onderaan)
h steun voor afwaskorf met
aanpasbare rails
i afwaswatertank met verwarmingsele
ment (rechts op de zijwand)
Wees voorzichtig!
U kan zich daaraan verbranden! (zie "Opmerkingen omtrent uw veilig heid")
-
-
Beschrijving van uw afwasautomaat
Zeefcombinatie:
j korfzeef
k vlakke zeef
Achterzijde:
l waterafvoer
m aansluitingen voor de
doseerinrichtingen "naspoelmiddel" (rood) en - mits toeslag verkrijgbaar ­"vloeibaar afwasmiddel" (blauw)
rechter zijwand:
n aansluiting voor de watertoevoer-
slang
7
Beschrijving van uw afwasautomaat
De bedieningselementen
a toets aan/uit
b controlelampje voor storingen
c starttoets voor het normale program-
ma
d aanduiding van de watertemperatuur
in de boiler *)
e toets om een apart programma in te
schakelen
f toets voor het kort programma
g toets voor het intensief programma
h toets voor foutdiagnoses uit te voe
ren door de Technische Dienst van Miele; kan enkel door een Miele­technicus worden geactiveerd
-
i toets om programma’s met een lage-
re naspoeltemperatuur in te schake­len
j aanduiding van de watertemperatuur
in de afwastank *)
k controlelampje voor het bijvullen van
zout
l controlelampje dat erop wijst dat u
naspoelmiddel of vloeibaar afwas middel dient bij te vullen; mits toeslag kan er ook een doseerpomp voor vloeibaar afwasmiddel worden aangesloten
m toets / controlelampje voor het
leegmaken van de tank en voor het zelfreinigend programma
*) enkel indien u op de programma toetsen drukt
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge schreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel. Voor u het toestel in gebruik neemt, moet u de gebruiksaanwijzing aan dachtig lezen. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent de plaatsing, de installatie, het gebruik en het onderhoud van uw toestel. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan het toestel. Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
Juist gebruik
Dit toestel mag uitsluitend gebruikt
~
worden voor de in de gebruiksaanwij­zing vermelde toepassingen. Andere toepassingen zijn niet toegelaten en kunnen gevaarlijk zijn, net als aanpassingen en veranderingen aan het toestel. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel voor andere doeleinden werd gebruikt of verkeerd werd bediend.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om het toestel veilig te bedienen, mogen dit toestel al leen onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken.
De personen die het toestel be
~
dienen, moeten regelmatig geïnstru eerd worden. Personen die niet geïn strueerd zijn, mogen het toestel niet be dienen.
De speciale inzetstukken mogen al
~
leen maar volgens de voorschriften ge bruikt worden.
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt
~
geplaatst, of het zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het dan in geen geval in gebruik. Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen!
De elektrische veiligheid van het
~
toestel is alleen dan gewaarborgd als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheids­voorwaarde is voldaan. In geval van twijfel dient u uw installatie door een vakman of vakvrouw te laten nakijken.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of ge woon ontbrak. Er zijn elektrische schokken mogelijk.
Volg de aanduidingen voor de in
~
stallatie in de gebruiksaanwijzing en in stallatiehandleiding.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Vergelijk zeker eerst de aansluitge
~
gevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van uw huisinstalla tie. Sluit daarna pas uw toestel aan. Deze gegevens dienen absoluut over een te stemmen. Anders treedt er scha de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan uw elektricien.
Een beschadigd of lek toestel kan
~
uw veiligheid in gevaar brengen. Scha kel het toestel onmiddellijk uit en neem contact op met de Technische Dienst van Miele, een erkende Miele-handelaar of een correct gekwalificeerde vakman/vakvrouw.
Installatiewerken,
~
onderhoudswerken en reparaties mo­gen alleen worden uitgevoerd door vak­mensen die door de fabrikant erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of reparatiewerken kunnen er voor de ge­bruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Als het aansluitsnoer beschadigd is,
~
moet een door de fabrikant erkende vakman een speciaal aansluitsnoer in stalleren.
-
-
-
Koppel het toestel los van het elek
~
triciteitsnet wanneer het onderhouden wordt (toestel uitschakelen, de stekker
­uittrekken of de zekering wegnemen of uitschakelen).
­Gebruik uw toestel enkel in
~
ingebouwde toestand. Enkel dan is een veilige werking gewaarborgd.
Open in geen geval de ommanteling
~
­van het toestel. Wanneer u aanslui
tingen onder spanning aanraakt of de elektrische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleve ren. Het kan ook tot storingen in de werking van het toestel leiden.
Defecte onderdelen mogen enkel
~
worden vervangen door originele Miele-vervangstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen stopcontactenblokken of verleng­snoeren om het toestel aan te sluiten. Die bieden niet voldoende veiligheidsgaranties. Er bestaat onder meer gevaar voor oververhitting.
-
-
-
Het toestel mag alleen door de
~
Technische Dienst van Miele, een door Miele erkende handelaar of een correct gekwalificeerde vakman/vakvrouw in gebruik genomen, onderhouden en ge repareerd worden.
10
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
reparatiewerken moet het toestel van het stroomnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas stroomloos als aan een van deze voorwaarden is voldaan:
De zekeringen op uw elektrische in
stallatie zijn uitgeschakeld.
De schroefzekeringen op uw elek
trische installatie zijn helemaal uitge draaid.
De stekker is uit het stopcontact ge
trokken. Trek bij toestellen met stekker niet aan het snoer maar aan de stekker om het toestel los te koppelen van het stroomnet.
-
-
-
Efficiënt gebruik
Pas op bij het gebruik van vloeibare
~
hulpmiddelen en additieven! Het gaat deels om bijtende en irriterende stoffen. Gebruik in geen geval organische op­losmiddelen - daardoor bestaat er o.a. explosiegevaar! Respecteer de van kracht zijnde veiligheidsregels. Draag een veilig heidsbril en handschoenen! Bij alle chemische hulpmiddelen moet u de veiligheidsaanwijzingen van de fabri kant volgen!
Het water in de spoelruimte is geen
~
drinkwater!
-
-
Gebruik alleen geschikte spoelmid
~
delen voor bedrijfstoestellen. Verkeerde spoelmiddelen kunnen schade aan het toestel en het spoelmateriaal veroorza ken.
Bij reinigingsmiddelen in poedervor
~
m moet u vermijden om stof in te ademen! Als spoelmiddelen worden ingeslikt,
­kunnen ze brandwonden in mond en
keel veroorzaken of tot verstikking lei den.
Voorafgaande behandelingen (bijv.
~
met reinigingsmiddelen), maar ook be paalde vervuilingen en enkel spoelmid­delen kunnen schuim veroorzaken. Schuim kan het resultaat van de reini­ging verminderen.
Hou er rekening mee dat wijzigingen
~
in de samenstelling, bewaaromstandigheden enz. die de producent van de chemicaliën niet meegedeeld heeft, de kwaliteit van de reiniging kunnen aantasten.
Dat de fabrikant van het toestel be
~
paalde chemische hulpmiddelen (zoals reiniger) aanbeveelt, betekent niet dat hij verantwoordelijk is voor de invloed van die chemische hulpmiddelen op het materiaal van de te reinigen stuk ken. Hou er rekening mee dat wijzigingen in de samenstelling, bewaaromstandigheden enz. die de producent van de chemicaliën niet meegedeeld heeft, de kwaliteit van de reiniging kunnen aantasten.
-
-
-
-
-
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Let bij het gebruik van reinigings
~
middelen en speciale producten altijd op de aanwijzingen van de producent van de reiniger. Gebruik de verschillen de reinigingsmiddelen alleen voor de door de producent voorziene toepas singen, om schade aan materiaal en sterke chemische reacties (bijv. knal gas) te vermijden.
Het toestel is ontworpen om alleen
~
maar met water en toegevoegde reini gingsmiddelen te werken. Het toestel mag niet met organische oplosmid delen gebruikt worden. Dat kan o.a. tot explosiegevaar leiden (opmerking: er zijn veel organische oplosmiddelen waarbij er geen explosiegevaar be­staat, maar waarbij andere problemen kunnen voorkomen, bijv. aantasting van onderdelen in rubber en kunststof).
Er mogen geen noemenswaardige
~
resten van oplosmiddelen en zuren, meer bepaald zoutzuren en chloride­houdende oplossingen, in de spoel­ruimte terechtkomen wanneer u de te spoelen stukken in het toestel plaatst. Ook geen stoffen die metalen corroderen! Van oplosmiddelen mogen er in combi natie met de vervuiling (meer bepaald bij gevarenklasse A1) alleen maar spo ren aanwezig zijn.
Het toestel mag evenmin als de
~
onmiddellijke omgeving ervan met een waterslang of een hogedrukreiniger af gespoeld en schoongemaakt worden.
-
-
-
-
-
Let erop dat de roestvrije
~
buitenbekleding niet in contact komt met oplossingen/dampen die zoutzuur bevatten. Dat om corrosie te vermijden.
-
Wanneer werkzaamheden aan het
~
leidingwaternet zijn uitgevoerd moet de watertoevoerleiding naar het toestel worden ontlucht. Anders kan het onthardingssysteem beschadigd raken.
Laat u het toestel tijdens de garan
~
tieperiode herstellen, dan mag dat en kel gebeuren door een technicus die door de fabrikant erkend is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op waarborg.
Wanneer de deur open staat, ga
~
daar dan niet op zitten of staan. Het toestel zou kunnen kantelen of bescha­digd raken.
Wanneer u scherpe en puntige voor-
~
werpen in het toestel laadt, moet u erop letten u niet te verwonden. Plaats de voorwerpen zo dat ze geen verwondin gen kunnen veroorzaken.
Houd rekening met de hoge tempe
~
raturen in het toestel (afhankelijk van de
­instelling). Als u de deur opent, kunt u
zich verbranden! De manden en de
­inzetstukken moeten eerst afkoelen.
Giet nadien eventuele waterresten uit holle stukken in de spoelruimte weg.
-
-
-
-
-
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Raak de verwarmingselementen of
~
de verwarmde delen aan de onderkant van spoelruimte niet aan als u de deur tijdens of na een programma opent. Zelfs enkele minuten nadat het pro gramma beëindigd is, kunt u zich daar nog aan verbranden.
Alle schalen, bakjes en dergelijke
~
moeten geleegd worden vóórdat ze in het toestel worden geplaatst.
-
Deskundige plaatsing
Als u dit toestel niet op een vaste
~
plaats installeert, laat dit karwei dan en kel uitvoeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel
veilig kunt gebruiken.
Het toestel mag niet worden opge-
~
steld in ruimtes waar ontploffingsgevaar mogelijk is of er vriestemperaturen kun­nen voorkomen.
Kinderen in de omgeving
Hou kinderen die in de buurt van het
~
toestel komen in het oog. Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
Kinderen mogen het toestel alleen
~
maar gebruiken wanneer hen de bedie ning ervan zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moe ten de eventuele risico's van een foutie ve bediening kunnen beseffen.
Zorg ervoor dat kleine kinderen niet
~
met het toestel spelen of het toestel be dienen. Wanneer zij dit doen bestaat
­het gevaar dat ze zich in het toestel op-
sluiten.
Toebehoren
Alleen toebehoren dat Miele uitdruk-
~
kelijk heeft goedgekeurd, mag worden gemonteerd of ingebouwd. Worden er andere onderdelen gemonteerd of in­gebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijk­heid.
-
-
-
-
Er mag alleen toebehoren van Miele
~
voor het bedoelde gebruik aangesloten worden. Voor informatie over de artikelaanduiding van het toebehoren neemt u contact op met Miele.
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wat met een afgedankt toestel?
Uit veiligheidsoverwegingen - en om
~
het milieu te beschermen - verwijdert u alle spoelmiddelresten. Volg daarbij de veiligheidsvoorschriften (veiligheidsbril en handschoenen gebruiken!). Verwijder de deurgrendel of maak hem onbruikbaar zodat kinderen zich niet in het toestel kunnen opsluiten. Breng het toestel vervolgens naar een reglementair recyclagecentrum. Bij machines met een tanksysteem moet eerst het water in de tank worden afgevoerd.
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan de fa­brikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar even­tueel het gevolg van is.
14
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische appa raten bevatten vaak nog waardevolle ma terialen. Ze bevatten echter ook schade­lijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat nodig wa ren. Als u het apparaat bij het gewone af val doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte apparaat dan ook nooit met het gewone afval.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild. Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
­transportschade. Er werd materiaal ge
­kozen, dat door het milieu wordt verdragen en opnieuw kan worden be nut.
-
­Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het ge wone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerterrein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
-
-
de handelaar bij wie u het kocht
of
de firma Recupel, telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
15
Voor u de afwasautomaat in gebruik neemt
Hou rekening met volgende punten voor u het toestel in gebruik neemt! Uitvoerige opmerkingen omtrent de afzonderlijke punten vindt u in de overeenkomstige rubrieken.
De waterontharder voorbereiden.
De waterontharder dient u nauwkeu rig in te stellen op de hardheid van het u geleverde water.
Gebruik enkel reinigings- en na
spoelmiddel voor speciale afwas automaten!
Hou rekening met de doseertips van de fabrikant van het middel. Als u te weinig doseert, kan het afwasresul­taat eronder lijden!
– De objecten keurig plaatsen!
Al de af te wassen oppervlakken die­nen voor de waterstralen goed be­reikbaar te zijn. Bedekte vlakken wor­den niet schoon. Laat de sproeiarmen niet door voor­werpen blokkeren!
-
-
-
Hou de zeefcombinatie op de bo dem van de spoelruimte alsook de sproeiarmen steeds proper!
Het is absoluut nodig dat u die gere geld nakijkt en eventueel schoon maakt.
16
-
-
-
Loading...
+ 36 hidden pages