Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan uw apparaat.
a Bovenste sproeiarm (niet zichtbaar)
b Bovenrek
c Watertoevoer middelste sproeiarm
d Middelste sproeiarm
e Onderste sproeiarm
f Aansluiting DOS-module
4
g Vier in hoogte verstelbare machine
voeten (stelvoeten)
h Zeefcombinatie
i Zoutreservoir (regenereerzout)
j Reservoir (met twee vakjes) voor rei
nigingsmiddelen (doseerbakje)
k Reservoir voor naspoelmiddel (met
doseerinstelling)
l Typeplaatje
-
-
Page 5
Bedieningspaneel
Algemeen
a "Aan/Uit"-toets (I-0)
b Controlelampje
reinigingsprogramma MAXI
c Controlelampje
reinigingsprogramma MIDI
d Controlelampje
reinigingsprogramma MINI
e Controlelampje "Vloeibaar reinigings-
middel bijvullen" (alleen bij externe
DOS-module - optie)
f Controlelampje "Storing watertoe
voer/waterafvoer"
g Programmaverloop
h Tijddisplay/display
i "Start/Stop"-toets
j Toets "Startvoorkeuze"
-
k Controlelampje "Storing sproeiarm"
l Toets "Drogen"
m Controlelampje "Naspoelmiddel bij-
vullen"
n Controlelampje "Zout bijvullen"
o Programmakeuzetoetsen
p Controlelampje
reinigingsprogramma KOUD
q Controlelampje
reinigingsprogramma BIERGLAZEN
r Controlelampje
reinigingsprogramma GLAZEN
s Kinderbeveiliging
t Deuropener
u Opening droogventilator
5
Page 6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de gelden
de veiligheidsvoorschriften. Bij on
deskundig gebruik echter kunnen
personen letsel oplopen en kan er
materiële schade ontstaan. Lees de
gebruiksaanwijzing daarom aan
dachtig door voordat u het apparaat
voor het eerst gebruikt. Dat is vei
liger voor uzelf en u voorkomt scha
de aan het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig.
Verantwoord gebruik
Deze reinigingsautomaat is uitslui-
tend bestemd voor het gebruik dat
is aangegeven in deze gebruiksaanwijzing. Ander gebruik, alsmede
aanpassingen en wijzigingen zijn niet
toegestaan en kunnen gevaarlijk zijn.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door onjuist gebruik of foutieve
bediening.
Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman op een niet-stationaire
locatie (bijvoorbeeld een boot of cam
per) worden ingebouwd en aangeslo
ten. Hierbij moet aan alle voorwaarden
voor een veilig gebruik worden vol
daan.
-
-
-
-
-
-
-
-
Neem de volgende veiligheidsin
structies in acht, zodat uw eigen vei
ligheid en die van anderen gewaar
borgd is!
Dit apparaat mag alleen door de
Technische Dienst van Miele in ge
bruik worden genomen en onder
houden.
Het apparaat mag niet worden op
gesteld in een explosiegevaarlijke
ruimte. De ruimte dient tevens vorstvrij
te zijn.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is uitsluitend gegarandeerd, als het wordt aangesloten op
een aardingssysteem dat volgens de
geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd. Het is zeer belangrijk dat
wordt nagegaan of aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan en dat de huisinstallatie bij twijfel
door een vakman wordt geïnspecteerd.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of be
schadigde aarddraad (bijvoorbeeld
een elektrische schok).
Een beschadigd apparaat kan uw
veiligheid in gevaar brengen. Stel
het apparaat meteen buiten werking en
neem contact op met de Technische
Dienst van Miele.
-
-
-
-
-
-
-
Reparaties mogen uitsluitend wor
den uitgevoerd door vakmensen.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties
kunnen groot gevaar opleveren voor de
gebruiker.
6
-
Page 7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Personeel dat het apparaat be
dient, moet regelmatig worden ge
ïnstrueerd. Laat het apparaat niet be
dienen door personeel dat niet is geïn
strueerd.
Laat kinderen niet met de automaat
spelen of deze bedienen. De kin
deren zouden zich in het apparaat kun
nen opsluiten!
Pas op bij het gebruik van vloeiba
re hulpmiddelen en additieven!
Veel vloeibare middelen zijn bijtende
stoffen. Gebruik in geen geval organi
sche oplosmiddelen in verband met ex
plosiegevaar. Neem de geldende veiligheidsvoorschriften in acht. Draag een
veiligheidsbril en handschoenen. Houdt
u zich bij chemische hulpmiddelen aan
de veiligheidsvoorschriften van de desbetreffende fabrikant!
Vermijd het inhaleren van stofdeel-
tjes bij poedervormige middelen.
Worden reinigingsmiddelen doorgeslikt,
dan kan ernstig letsel aan mond en
keelholte ontstaan dan wel verstikking
het gevolg zijn.
Het water in de spoelruimte is geen
drinkwater!
Ga nooit op de geopende deur zit
ten of staan. Het apparaat kan an
ders kantelen en beschadigd raken.
-
-
-
-
-
-
Zorg dat scherpe, spitse voor
-
-
-
-
-
werpen zo in de automaat worden
geplaatst dat dit geen risico's oplevert.
Wees extra voorzichtig als u dergelijke
voorwerpen rechtop in de automaat zet.
Houd rekening met de hoge tem
peraturen in het apparaat (afhan
kelijk van de instelling). Als u de deur
opent, kunt u zich branden! Laat rekken
en inzetten eerst afkoelen. Na afloop
van het programma kan er heet water in
bakjes en dergelijke zijn achtergeble
ven. Giet dit water in de spoelruimte.
Raak de verwarmingselementen of
de verwarmde delen aan de onderkant van spoelruimte niet aan als u de
deur tijdens of na een programma
opent. U kunt zich eraan branden, ook
nog minuten na afloop van een programma.
De reinigingsautomaat en de direc-
te omgeving ervan mogen niet met
water (waterslang of hogedrukreiniger)
worden afgespoten.
Haal voor onderhoudswerkzaam
heden altijd de spanning van het
apparaat. Schakel het apparaat eerst
uit en trek vervolgens de stekker uit het
stopcontact of schakel de hoofdscha
kelaar van de huisinstallatie uit.
-
-
-
-
-
-
7
Page 8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Neem de volgende aanwijzingen in
acht om de kwaliteit van de reiniging
te waarborgen en om schade aan ap
paraat en spoelgoed te voorkomen!
Gebruik alleen reinigingsmiddelen
voor professionele afwasautoma
ten. Gebruik van andere reinigingsmid
delen kan schade aan de automaat en
het spoelgoed veroorzaken.
Een voorbehandeling (bijvoorbeeld
met reinigingsmiddelen), maar ook
bepaalde verontreinigingen en sommi
ge reinigingsmiddelen kunnen schuim
veroorzaken. Schuim kan het resultaat
van de reiniging verminderen.
Wanneer voor een bepaalde toe-
passing een chemisch hulpmiddel
(bijvoorbeeld een reinigingsmiddel)
wordt aanbevolen, betekent dit niet dat
de fabrikant van het apparaat ook aansprakelijk is voor het effect van het chemische middel op het spoelgoed. Houd
er rekening mee dat veranderingen in
formules en opslagvoorschriften die
niet afkomstig zijn van de fabrikant van
de chemische middelen het resultaat
kunnen beïnvloeden.
Let bij gebruik van reinigingsmid
delen en speciale producten altijd
op de aanwijzingen van de fabrikant.
Gebruik het reinigingsmiddel alleen
voor toepassingen die door de fabri
kant worden aangegeven. Hiermee
voorkomt u materiële schade en even
tuele heftige chemische reacties (bij
voorbeeld een gasexplosie).
-
-
-
-
-
Dit apparaat is alleen geschikt voor
gebruik met water en additieve rei
nigingsmiddelen. Gebruik geen organi
-
sche oplosmiddelen in verband met on
der meer explosiegevaar. Let op! Er zijn
veel organische oplosmiddelen, waarbij
geen explosiegevaar bestaat, maar
waarbij andere problemen kunnen op
treden, zoals aantasting van rubber en
kunststoffen.
Bij toepassingen waarbij zeer hoge
-
eisen aan het resultaat worden ge
steld, raden wij u aan de voorwaarden
voor het reinigingsproces (reinigings
middel, waterkwaliteit, etc.) van te voren met Miele te bespreken.
Als er zeer hoge eisen aan het
reinigings- en naspoelresultaat
worden gesteld (bijvoorbeeld bij chemische analyse of speciale industriële
toepassingen), moet de gebruiker regelmatig kwaliteitscontroles uitvoeren
om de reinigingsstandaard te waarborgen.
Gebruik speciale inzetten uitslui
tend voor de doeleinden die in de
gebruiksaanwijzing worden aangege
ven.
Alle schalen, bakjes en dergelijke
moeten geleegd worden vóórdat
ze in de automaat worden geplaatst.
-
-
-
-
-
-
-
-
8
Page 9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verwijder resten van oplosmid
delen en zuren, met name zoutzuur
en chloridehoudende oplossingen, van
het spoelgoed vóórdat u het in de auto
maat plaatst. Dit geldt ook voor stoffen
die corrosie kunnen veroorzaken. Van
oplosmiddelen in verbinding met vuil
mogen slechts sporen aanwezig zijn.
Dit geldt met name voor gevarenklasse
A1.
Om schade door corrosie te ver
mijden, mag de roestvrijstalen om
manteling (afhankelijk van het model)
niet in aanraking komen met zoutzuur
houdende oplossingen en dampen.
Neem de installatie-instructies uit
de gebruiksaanwijzing en de installatiehandleiding in acht.
Gebruik van toebehoren
Voor speciale toepassingen mogen
alleen Miele-hulpapparaten worden
aangesloten. Informeer bij Miele Nederland naar de mogelijkheden.
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Maak afgedankte apparaten on
-
-
bruikbaar. Haal daartoe de span
ning van het apparaat en knip de aan
sluitkabel door.
Verwijder met het oog op de veiligheid
en het milieu alle resten van reinigings
middelen. Neem hierbij de veiligheids
instructies in acht. Draag een veilig
heidsbril en handschoenen!
Maak het slot van de deur onbruikbaar,
zodat kinderen zich niet in het apparaat
kunnen opsluiten. Informeer bij de ge
meentelijke reinigingsdienst naar de
verdere verwerkingsprocedures voor
afgedankte apparaten (zie ook "Een bijdrage aan de bescherming van het milieu").
Bij machines met een tanksysteem
moet eerst het water in de tank worden
afgevoerd.
Als de veiligheidsinstructies niet
worden opgevolgd, kan de fabrikant
niet verantwoordelijk worden gesteld
voor schade die daar eventueel het
gevolg van is.
-
-
-
-
-
-
-
9
Page 10
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpak
kingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri
aal remt de afvalproductie en het ge
bruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw ge
meente waar u die kunt afgeven.
-
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het mili
eu. Verwijder het afgedankte apparaat
dan ook nooit met het gewone afval.
informatie in het hoofdstuk "Veiligheids
instructies en waarschuwingen".
Efficiënt gebruik
Deze afwasautomaat gaat uiterst zuinig
om met water en energie. Maar ook u
kunt hieraan een bijdrage leveren als u
-
met de volgende punten rekening
houdt:
Sluit de automaat op warm water aan
^
als u over een moderne
warmwaterinstallatie beschikt.
Hoewel dan alle spoelgangen met
warm water worden uitgevoerd,
verlaagt u toch:
- het verbruik van primaire energie,
- de CO2-uitstoot bij de energieproductie,
- uw kosten en
- de reinigingstijd.
Bij elektrisch verwarmde installaties
adviseren wij de automaat op koud
water aan te sluiten.
^
Benut de volledige capaciteit van de
rekken. U werkt dan altijd efficiënt.
De automaat mag niet worden
overbeladen.
-
*)
Lever het apparaat in bij een gemeen
telijk inzameldepot voor elektrische en
elektronische apparatuur.
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
den opgeslagen. Hierover vindt u meer
10
^
Kies een programma dat past bij het
serviesgoed en de mate van veront
reiniging.
^
Houdt u zich aan het dosering die de
reinigingsmiddelenfabrikant voor
schrijft.
^
-
-
Doseer slechts 2/3 van de aangege
ven hoeveelheid reinigingsmiddel als
de rekken slechts half vol zijn.
*) Sluit de afwasautomaat op koud wa
ter aan als u hoofdzakelijk glazen en
bierglazen reinigt.
-
-
-
-
Page 11
Nodig voor de eerste
ingebruikneming
ca. 2 l water,
–
ca. 2 kg regenereerzout,
–
reinigingsmiddel voor afwasautoma
–
ten,
naspoelmiddel voor afwasautomaten.
–
Let op! Alle afwasautomaten worden
in de fabriek getest. Het is dan ook
mogelijk dat u waterresten in de au
tomaat aantreft.
De eerste ingebruikneming
-
-
11
Page 12
De eerste ingebruikneming
Deur openen
^ Pak de deur bij de greep vast. Trek
aan de greep om de deur te openen.
Als u de deur opent, terwijl de automaat
in gebruik is, worden alle functies automatisch onderbroken.
Deur sluiten
^ Schuif de rekken in de automaat en
sluit de deur. De deur moet vastklikken.
Kinderbeveiliging
De gele sleutel voor de kinderbevei
liging hangt aan een spijl in het
voorste gedeelte van het bovenrek.
Verwijder de sleutel voordat u een
programma start en bewaar de sleu
tel op een veilige plek buiten de af
wasautomaat.
Vergrendel de deur met de sleutel als u
wilt voorkomen dat kinderen de deur
openen.
-
-
-
12
Knop in horizontale stand:
De deur is vergrendeld.
Knop in verticale stand:
De deur kan worden geopend.
Page 13
De eerste ingebruikneming
Waterontharder
Voor een optimaal reinigingsresultaat
moet de afwasautomaat kunnen be
schikken over zacht (kalkarm) water. Bij
hard water ontstaan er witte afzettingen
op het serviesgoed en de wanden van
de spoelruimte.
Water met een hardheid van meer dan
4° d (0,7 mmol/l) moet dan ook worden
onthard. Dit gebeurt automatisch in de
ingebouwde ontharder.
De waterontharder werkt met regene
–
reerzout.
– De afwasautomaat moet nauwkeurig
worden ingesteld op de waterhardheid in uw regio.
– Uw waterbedrijf kan u de exacte wa-
terhardheid mededelen.
Als de waterhardheid schommelt (bijvoorbeeld tussen 8 en 17 °d), programmeer dan altijd de hoogste waarde (in
dit geval 17 °d)!
-
De automaat is standaard ingesteld
op een waterhardheid van 19 °d
(3,4 mmol/l).
Als deze instelling overeenkomt met de
waterhardheid in uw regio, kunt u het
volgende gedeelte overslaan.
Als de waterhardheid afwijkt, dient u de
juiste waarde met de toetsen op het be
dieningspaneel te programmeren.
Hierbij knipperen en branden na elke
druk op een toets andere controlelamp
-
jes. Voor de programmering zijn echter
alleen die controlelampjes van belang
die in het volgende gedeelte worden
genoemd.
U kunt de programmering op elk
moment afbreken en opnieuw beginnen. U hoeft de machine hiervoor alleen maar met de "Aan/Uit"-toets uit
te schakelen.
-
-
Voor de Technische Dienst is het voor
bepaalde werkzaamheden handig te
weten wat de waterhardheid in uw regio
is.
^
Noteer daarom hier de waterhard
heid:
°d
-
13
Page 14
De eerste ingebruikneming
Waterontharder programmeren
Schakel de automaat met de
^
"Aan/Uit"-toets I-0 uit.
Houd de toetsen +c en h/f inge
^
drukt en schakel de automaat tege
lijkertijd in met de "Aan/Uit"-toets I-0.
Laat vervolgens alle toetsen weer los.
Het controlelampje "Spoelen" l licht
op en het controlelampje "Zout bijvul
len" k knippert.
Is dat niet het geval, begin dan nog
eens opnieuw.
In het display verschijnt knipperend: a
19
Deze code betekent dat een waterhardheid van 19 °d is ingesteld.
-
-
Kies met de keuzetoetsen %$ de
^
waarde die met de waterhardheid in
uw regio overeenkomt (zie de volgen
de tabel).
-
Met de toets % kiest u een lagere
waarde.
Met de toets $ kiest u een hogere
waarde.
De ingestelde waarde verschijnt in het
display.
Bij een tweecijferige waarde verschij
nen de cijfers één voor één (knippe
rend).
"Aan/Uit"-toets I-0 uit.
Houd de toetsen +c en h/f inge
^
drukt en schakel de automaat tege
lijkertijd in met de "Aan/Uit"-toets I-0.
Laat vervolgens alle toetsen weer los.
De ingestelde waterhardheid is af te le
zen op het display.
De cijferreeks na de a geeft de inge
-
stelde waarde in °d aan.
Schakel de automaat met de
^
"Aan/Uit"-toets I-0 uit.
-
-
-
15
Page 16
De eerste ingebruikneming
Zoutreservoir vullen
Voor een optimaal reinigingsresultaat
moet de afwasautomaat kunnen be
schikken over zacht (kalkarm) water. Bij
hard water ontstaan er witte afzettingen
op het serviesgoed en de wanden van
de spoelruimte.
Water met een hardheid van meer dan
4° d (0,7 mmol/l) moet dan ook worden
onthard. Dit gebeurt automatisch in de
ingebouwde ontharder.
De ontharder werkt met regenereerzout.
Uw waterbedrijf kan u de exacte wa
^
terhardheid mededelen.
Als de waterhardheid altijd lager is
dan 4 °d (= 0,7 mmol/l), hoeft u
geen regenereerzout te gebruiken.
Belangrijk! Als u het zoutreservoir
voor de eerste keer vult, moet u het
reservoir eerst met ca. 2 l water vullen, zodat het zout kan oplossen. Na
de ingebruikneming bevindt zich al
tijd voldoende water in het reservoir.
-
-
-
Gebruik uitsluitend speciaal,
,
grofkorrelig regenereerzout. Gebruik
in geen geval andere soorten zout
zoals keukenzout of strooizout! Deze
zouten kunnen niet-oplosbare deel
tjes bevatten die een nadelig effect
kunnen hebben op de werking van
de ontharder.
Haal het onderrek uit de spoelruimte
^
en schroef de afsluitdop van het
zoutreservoir los.
Vul het reservoir eerst met ca. 2 l wa
^
ter.
-
-
,
Doe nooit reinigingsmiddel (ook
geen vloeibaar reinigingsmiddel) in
het zoutreservoir. Reinigingsmidde
len kunnen de ontharder onherstel
baar beschadigen.
16
^
Plaats de trechter en vul zoveel zout
-
-
in het reservoir totdat het reservoir vol
is (afhankelijk van de zoutsoort is dat
maximaal 2 kg).
Page 17
De eerste ingebruikneming
Terwijl u het reservoir vult, zal het water
niveau stijgen en het water overlopen.
Verwijder de zoutresten van de vul
^
opening en schroef de afsluitdop
weer op het reservoir.
Kies direct daarna het programma I
^
KOUD. Daarmee wordt de overgelo
pen zoutoplossing verdund en ver
volgens weggepompt.
-
-
Zout bijvullen
Zolang het controlelampje "Zout bijvul
len" op het bedieningspaneel niet
brandt, bevindt zich genoeg zout in het
reservoir.
Let op!
Als de waterhardheid erg laag is (min
der dan 4 °d) en u dus geen regene
reerzout in het reservoir doet, zal het
controlelampje ook oplichten.
In dat geval is het oplichten van het
controlelampje niet van belang.
Via het controlelampje "Zout bijvullen"
kan Miele eventueel programma's
actualiseren (zie ook het hoofdstuk
"Technische Dienst"). Daarom staat
achter het regenereersymbool de afkor
-
ting # (Program Correction).
-
-
-
^
Vul zout bij zodra het controlelampje
oplicht.
(Zie de rubriek "Zoutreservoir vullen".)
Als u zout heeft bijgevuld, kan het con
trolelampje nog enige tijd blijven
branden. Het lampje dooft zodra de
zoutconcentratie een bepaald niveau
bereikt.
-
17
Page 18
De eerste ingebruikneming
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel wordt gebruikt om er
voor te zorgen dat het water tijdens het
drogen als een film van het servies
goed loopt en het serviesgoed sneller
droogt.
Het naspoelmiddel wordt in het daar
voor bestemde reservoir gevuld en in
de ingestelde hoeveelheid automatisch
gedoseerd.
Vul het reservoir alleen met na
,
spoelmiddelen voor afwasautoma
ten. Vul het nooit met afwasmiddelen
of reinigingsmiddelen. Dergelijke
middelen kunnen het reservoir onherstelbaar beschadigen!
Als alternatief kunt u ook
– huishoudazijn met een zuurgehalte
van 5%
of
– vloeibaar citroenzuur (50%-
oplossing)
-
-
-
-
-
Naspoelmiddel doseren
^ Druk op de sluiting van het deksel
van het naspoelmiddelreservoir (in
de richting van de pijl). Het klepje
springt open.
gebruiken. Het serviesgoed zal echter
minder goed drogen en eerder vlekken
vertonen, dan wanneer u naspoelmid
del gebruikt.
,
Gebruik nooit azijn met een ho
ger zuurgehalte (bijvoorbeeld
azijnessence met een gehalte van
25%). De afwasautomaat zou hier
door beschadigd kunnen raken.
18
-
-
-
Page 19
De eerste ingebruikneming
Controlelampje naspoelmiddel
Doseer nu zoveel naspoelmiddel in
^
het reservoir totdat het naspoelmiddel in de vulopening zichtbaar is.
Het reservoir heeft een inhoud van
ca. 130 ml.
^ Druk het klepje daarna weer goed
dicht om te voorkomen dat tijdens het
spoelen water in het reservoir komt.
^ Verwijder eventueel gemorst naspoel-
middel om overmatige schuimvor
ming tijdens een volgend programma
te voorkomen.
-
Zolang het controlelampje "Naspoel
middel bijvullen" op het bedieningspa
neel niet brandt, bevindt zich genoeg
naspoelmiddel in het reservoir.
Als het controlelampje oplicht, kunt u
nog 2 - 3 programma's uitvoeren.
^ Vul het naspoelmiddelreservoir tijdig
bij.
-
-
19
Page 20
De eerste ingebruikneming
Dosering naspoelmiddel
instellen
U kunt kiezen uit 6 standen. Standaard
staat het pijltje van de dosering op
stand 3. Per programma wordt dan ca.
3 ml naspoelmiddel gedoseerd. Deze
instelling is een advies.
Als het servies vlekken vertoont,
^ kiest u een hogere stand.
Als het servies strepen en sluiers ver
toont,
^
kiest u een lagere stand.
20
-
Page 21
Spoelgoed inruimen
Voorbereiden
Leeg het serviesgoed voordat u het
^
in de automaat plaatst.
Let op!
Zet het spoelgoed zo in de rekken
^
dat het aan alle kanten door het wa
ter kan worden bereikt. Alleen dan
kan het goed schoon worden.
Plaats de te reinigen voorwerpen zo
^
dat de delen elkaar niet afdekken.
^ Plaats holle voorwerpen, zoals kop-
jes, glazen, potten en dergelijke met
de openingen naar beneden in de
daarvoor bestemde inzetten. Het water moet er goed in en uit kunnen.
Toepassingsmogelijkheden
De sproeiarmen mogen niet door te
^
hoog of naar beneden uitstekend
spoelgoed worden geblokkeerd.
Controleer dit door de sproeiarmen
handmatig een keer rond te draaien.
In het voorste gedeelte van het on
^
derrek (rechts) mag geen te hoog
spoelgoed worden ingeruimd, omdat
-
het klepje van het reinigingsmiddelre
servoir anders niet opengaat.
dem zo veel mogelijk schuin in het
rek, zodat het water eraf kan lopen.
^ Plaats hoog, smal spoelgoed in het
midden van de rekken, zodat het
goed door het water kan worden be
reikt.
^
Klein serviesgoed op het kopjesroos
ter van het bovenrek mag niet wor
den afgeschermd. Zet er dus geen
serviesgoed onder dat groter is.
Heeft u op het rooster bijvoorbeeld
dessertschaaltjes geplaatst, dan ho
ren kopjes eronder. Andersom is niet
juist.
-
^ Plaats in het onderrek groot, zwaar
vaatwerk, zoals borden, schalen, potten en pannen. Plaats hierin geen fijn
glaswerk, daarvoor dient u een speciale inzet of een speciaal onderrek
-
-
te gebruiken.
Bestek
-
^
Plaats bestek ongesorteerd met de
handgrepen naar beneden in de be
stekvakken.
Als u extra rekken en inzetten ge
bruikt, moeten deze geschikt zijn
voor de toepassing.
Voor indelingsvoorbeelden: zie de
volgende bladzijden.
-
-
21
Page 22
Toepassingsmogelijkheden
Niet geschikt voor reiniging in
afwasautomaten:
Bestek en serviesgoed van hout of
–
met houten delen. Het hout wordt
uitgeloogd en lelijk. Bovendien zijn
de gebruikte lijmsoorten vaak niet
geschikt voor reiniging in afwasauto
maten. De houten delen kunnen dan
loslaten.
Kunstvoorwerpen, alsmede antieke,
–
waardevolle vazen of glazen met de
cor.
Voorwerpen van niet-hittebestendige
–
kunststof. Deze kunnen vervormen.
– Voorwerpen van koper, messing, tin
of aluminium. Deze kunnen verkleuren of mat worden.
– Voorwerpen met decoraties op het
glazuur. De decoraties kunnen na
verloop van tijd verbleken.
– Kwetsbare glazen en voorwerpen
van kristal. Deze kunnen na verloop
van tijd dof worden.
Wij adviseren:
Let op!
Zilver dat met zilverpolitoer gepolijst
is, kan na afloop van het reinigingspro
gramma nog vochtig zijn of vlekken ver
tonen, omdat het water er niet als een
film van afvloeit. Droog de voorwerpen
dan met een doek af. Zilver dat in een
dompelbad is behandeld, zal in de
meeste gevallen wel droog zijn. Het zil
ver kan wel verkleuren.
Zilver kan verkleuren als het in aanra
king komt met zwavelhoudende voe
dingsmiddelen, zoals eidooiers, uien,
mayonaise, mosterd, peulvruchten, vis,
vispekel en marinades.
Aluminium delen (zoals vetfilters)
,
mogen niet met sterk bijtende, alkalische reinigingsmiddelen voor professionele c.q. industriële toepassingen worden gereinigd. Het materiaal kan hierdoor aangetast worden.
In extreme gevallen kan er een
heftige chemische reactie optreden
(bijvoorbeeld een gasexplosie).
-
-
-
-
-
–
Koop serviesgoed en bestek dat ge
schikt is voor reiniging in afwasauto
maten.
–
Reinig kwetsbaar glaswerk alleen bij
lage temperaturen in de afwasauto
maat (zie het programma-overzicht).
Het glas zal dan minder gauw dof
worden. Reinig het bij voorkeur met
de hand.
–
Was waardevol glaswerk altijd met
de hand af.
22
-
-
-
Page 23
Toepassingsmogelijkheden
Bovenrek
Plaats in het bovenrek klein, licht en
kwetsbaar serviesgoed (kopjes, schoteltjes, glazen, dessertschaaltjes, etc.).
U kunt ook een platte steelpan in het
bovenrek plaatsen.
Kopjesrooster
Klap het kopjesrooster omhoog als u
hoge voorwerpen wilt inruimen.
Leg lange voorwerpen, zoals soeple
pels, roerlepels en lange messen voor
in het bovenrek (dwars).
-
23
Page 24
Toepassingsmogelijkheden
Bovenrek verstellen
U kunt het bovenrek verstellen om in
het boven- of onderrek meer ruimte te
scheppen voor hoog serviesgoed. U
kunt kiezen uit 3 standen met telkens
ca. 2 cm hoogteverschil.
U kunt het bovenrek ook schuin plaat
sen (de ene kant omhoog en de andere
omlaag). Zorgt u er wel voor dat het rek
goed in de spoelruimte kan worden ge
schoven.
Trek het bovenrek naar voren.
^
-
Afhankelijk van de instelling van het bo
venrek kunt u bijvoorbeeld borden met
de volgende diameter in de rekken
plaatsen:
-
Stand
bovenrek
Boven21,530
Midden23,528
Onder25,526
Bord-Ø in cm
BovenrekOnderrek
-
^
Trek de hendels aan de zijkanten van
het rek omhoog.
^
Kies de gewenste positie.
^
Laat de hendels weer vastklikken.
24
Page 25
Toepassingsmogelijkheden
Onderrek
Plaats in het onderrek groot, zwaar
vaatwerk, zoals borden, schalen, potten
en pannen.
U kunt ook glazen, kleine borden en
schoteltjes in het onderrek inruimen.
Kopjesrooster
Hoogtebeperking
De spijl aan het bovenrek (zie pijl) geeft
aan hoe groot het serviesgoed in het
onderrek mag zijn. Het servies komt
dan niet in aanraking met de middelste
sproeiarm.
Klap het kopjesrooster omhoog als u
hoge voorwerpen wilt inruimen.
25
Page 26
Toepassingsmogelijkheden
Onderrek - variabele inzetten
U kunt verschillende inzetten in het onderrek plaatsen, afhankelijk van het servies
goed dat u wilt reinigen (bij te bestellen accessoires).
Inzetten verwijderen
Trek de inzet aan de greep omhoog
^
om deze uit het rek te verwijderen.
Inzetten plaatsen
^ Schuif de inzet met de haken onder
de spijlen van het onderrek (zie af
beelding).
-
-
^
Druk de inzet aan de greep omlaag.
De inzet moet vastklikken.
26
Page 27
Bediening
Reinigingsmiddel
Gebruik alleen reinigingsmidde
,
len voor afwasautomaten.
Gebruik geen reinigingstabletten.
Door de korte programma's lossen
tabletten niet volledig op.
U kunt normale, poedervormige reini
^
gingsmiddelen gebruiken.
Houdt u zich bij de dosering aan de
aanwijzingen op de verpakking.
Voor vloeibare reinigingsmiddelen is als
optie doseermodule G 60 verkrijgbaar.
(Zie "Extra functies programmeren - Instellingen doseersysteem".)
^ Doseer het poedervormige reini-
gingsmiddel in de vakjes van het reservoir voor het reinigingsmiddel.
-
De reinigingsmiddelenfabrikanten ge
ven op de verpakking aan hoeveel rei
nigingsmiddel voor één programma
nodig is.
Gebruik voor de volgende program
^
ma's (bij volledige belading) mini
maal 30 ml reinigingsmiddel:
- MINI,
- MIDI,
- MAXI,
-
- BIERGLAZEN,
- GLAZEN.
Als de fabrikant van het reinigings
middel een grotere hoeveelheid aan
geeft, gebruik dan die hoeveelheid.
Als u te weinig reinigingsmiddel gebruikt, wordt het serviesgoed mogelijk niet goed schoon.
-
-
-
-
-
-
27
Page 28
Bediening
Reinigingsmiddel doseren
Adem poedervormige reinigings
,
middelen niet in. Slik reinigingsmid
delen niet door. De middelen kunnen
bijtend zijn en de neus, de mond en
de keel aantasten. Zoek onmiddellijk
een arts op als u reinigingsmiddel
heeft ingeademd of doorgeslikt.
Voorkom dat kinderen met reini
gingsmiddelen in aanraking komen.
Houd kinderen dan ook uit de buurt
van de geopende afwasautomaat.
Er kunnen zich nog resten reini
gingsmiddel in de automaat bevinden. Doseer het reinigingsmiddel
pas vlak voordat u het programma
start en vergrendel de deur met de
kinderbeveiliging.
Houdt u zich ook aan de aanwijzingen voor het doseren van reinigingsmiddelen uit het programmaoverzicht.
-
-
-
-
Druk op de vergrendeling. Het klepje
^
springt open.
Na een programma is het klepje al geopend.
Doseerhulp
In vakje I past maximaal 20 ml,
in vakje II maximaal 70 ml reinigings
middel.
In vakje II is als doseerhulp een marke
ring aangebracht: 20, 25, 30. Deze
waarden geven aan hoeveel reinigings
middel u ongeveer heeft gedoseerd (in
ml). De deur van de automaat moet
daarbij geheel geopend zijn.
28
-
^
Doseer het reinigingsmiddel in de
vakjes en sluit het klepje.
^
Sluit ook de verpakking van het reini
gingsmiddel. De reinigende werking
van het middel kan anders afnemen.
-
Page 29
Bediening
Inschakelen
Controleer of de sproeiarmen vrij
^
kunnen ronddraaien.
Sluit de deur.
^
^ Draai de waterkraan open, als dit nog
niet is gebeurd.
^ Druk op de "Aan/Uit"-toets I-0.
Het controlelampje "Start/Stop" h/f
knippert en het controlelampje van het
laatst gekozen programma brandt.
Programma kiezen
Laat de keuze van het programma
steeds afhangen van het te reinigen
spoelgoed en de mate van verontreini
ging.
In het programma-overzicht achter in
deze gebruiksaanwijzing worden de
verschillende programma's en hun toe
passingsmogelijkheden beschreven.
-
Programma starten
Bepaal de keuze van het programma
^
aan de hand van het programma
overzicht uit deze gebruiksaanwij
zing.
^ Kies met de programmakeuzetoetsen
%$ het gewenste programma.
In het display verschijnt de duur van
het gekozen programma in uren en minuten.
Met de keuzetoets % kiest u het programma dat zich daaronder bevindt in
de programmareeks.
Met de keuzetoets $ kiest u het programma dat zich erboven bevindt.
Het controlelampje van het gekozen
programma brandt.
-
-
-
29
Page 30
Bediening
Info:
U kunt nu de aanvullende functies
"Startvoorkeuze" d en "Drogen" +c
kiezen (zie de rubriek "Aanvullende
functies").
Druk op de "Start/Stop"-toets h/f.
^
Het programma start. Het controlelamp
je "Start/Stop" h/f en het controle
lampje van het gekozen programma
branden. In het programmaverloop
brandt het controlelampje van de pro
grammafase die op dat moment actief
is.
Breek een programma niet voortijdig
af!
Belangrijke programmafasen (zoals
het regenereren van de ontharder)
kunnen anders worden overgeslagen.
-
-
Weergave programmaverloop
Na de programmastart geven de controlelampjes van het programmaverloop
de actuele programmafase aan.
Tijddisplay
Voor de start van een programma ver
schijnt in het display de duur van het
gekozen programma (in uren en minu
ten). Gedurende het programmaverloop
wordt tot aan het einde van het pro
gramma de resttijd weergegeven.
De programmaduur kan ook bij hetzelf
de programma variëren. De duur is on
der meer afhankelijk van de tempera
tuur van het toegevoerde water.
Als u een programma voor de eerste
keer kiest, wordt een tijdwaarde weer
gegeven die overeenkomt met de ge
middelde programmaduur bij gebruik
van koud water.
Tijdens een programma corrigeert de
elektronica de programmaduur op basis van de temperatuur van het
toegevoerde water en de hoeveelheid
vaat. De herberekende programmaduur
verschijnt als u het programma de volgende keer kiest.
-
-
-
-
-
-
-
-
Tijdens het programmaverloop brandt
het controlelampje van de programma
fase die op dat moment actief is:
Als in het display een 0 verschijnt, is
het programma beëindigd.
U kunt de automaat nu openen en het
serviesgoed verwijderen (zie de rubriek
"Machine leeghalen").
Schakel de afwasautomaat uit veilig
heidsoverwegingen uit als u de machi
ne na afloop van een programma niet
meteen weer wilt gebruiken.
Looptijd ventilator:
Zolang de deur van de automaat ge
sloten blijft, kan er vochtige lucht uit
de opening van de droogventilator
komen. Om te voorkomen dat bijvoorbeeld een kwetsbaar werkblad
boven de automaat beschadigd
raakt, kunt u voor de start van een
programma de aanvullende functie
"Drogen" +c kiezen. De droogventilator draait dan na afloop van het
programma door, totdat u de deur
opent (tot maximaal 45 minuten na
het programma-einde).
-
Uitschakelen
Na afloop van het programma:
Druk op de "Aan/Uit"-toets I-0.
^
Het controlelampje "Start/Stop" h/f
dooft.
De afwasautomaat verbruikt energie,
zolang u de machine niet met de
"Aan/Uit"-toets uitschakelt.
Draai veiligheidshalve altijd de water
kraan dicht als u de automaat geduren
de lange tijd niet gebruikt, bijvoorbeeld
-
tijdens vakanties.
Machine leeghalen
Heet serviesgoed is stootgevoelig!
Laat het serviesgoed na het uitschakelen van de automaat zo lang in de
spoelruimte afkoelen, totdat u het
goed kunt vastpakken.
Het servies koelt sneller af, als u de
deur na het uitschakelen van de machi
ne helemaal opent.
-
-
-
^
Haal eerst het onderrek leeg en pas
daarna het bovenrek.
U voorkomt zo dat waterdruppels van
het bovenrek op het servies in het on
derrek vallen.
-
31
Page 32
Bediening
Programma onderbreken
Het programma wordt onderbroken, zo
dra u de deur opent.
Als u de deur weer sluit, gaat het pro
gramma verder vanaf het punt waarop
u het heeft onderbroken.
Als het water in de automaat
,
heet is, kunt u zich eraan branden!
Open de deur daarom alleen als dat
echt nodig is. Wees voorzichtig als u
de deur toch opent. Laat de deur
eerst ca. 20 seconden op een kier
staan, voordat u deze helemaal sluit.
In de spoelruimte kan dan een temperatuuruitwisseling plaatsvinden.
Druk de deur vervolgens stevig
dicht. De deur moet vastklikken.
-
Programmawisseling
Let op!
Kies geen ander programma, als het
klepje van het reinigingsmiddelre
servoir al geopend is.
Als een programma al is gestart, kunt u
als volgt een ander programma kiezen:
Druk minimaal een seconde op de
^
"Start/Stop"-toets h/f.
Het actuele programma wordt afgebro
ken. Het controlelampje "Start/Stop"
h/f knippert.
^ Kies met de programmakeuzetoetsen
%$ het gewenste programma.
Het controlelampje van het gekozen
programma brandt.
^ Kies eventueel opnieuw de aanvul-
lende functies "Drogen" en "Startvoorkeuze" (zie de rubriek "Aanvullende
functies").
-
-
32
^
Druk op de "Start/Stop"-toets h/f.
Het programma start.
Page 33
Bediening
Aanvullende functies
Startvoorkeuze
U kunt de start van een programma uit
stellen, bijvoorbeeld om gebruik te kun
nen maken van goedkope nachtstroom.
U kunt voor de uitgestelde start een
waarde instellen tussen 30 minuten en
24 uur.
Tussen 30 minuten en 9 uur en 30 mi
nuten wordt de tijd in stappen van 30
minuten ingesteld. Vanaf 10 uur wordt
de tijd in stappen van een uur inge
steld.
^ Schakel de afwasautomaat met de
"Aan/Uit"-toets I-0 in.
Het controlelampje "Start/Stop" h/f
knippert.
^ Kies met de programmakeuzetoetsen
%/$ het gewenste programma.
^ Druk op de toets "Startvoorkeuze" d.
-
-
Als u na de waarde 24^ nogmaals op
de toets "Startvoorkeuze" d drukt,
wordt de functie weer uitgeschakeld.
In het display verschijnt de duur van
het gekozen programma.
-
Info:
U kunt nu ook de aanvullende functie
DROGEN kiezen (zie volgende bladzij
de).
Druk op de toets h/f.
^
Het controlelampje h/f brandt.
De tijd tot de programmastart wordt af
geteld: boven 10 uur in stappen van
een uur, onder 10 uur in stappen van
een minuut.
Na afloop van de ingestelde tijd start
het gekozen programma automatisch.
In het display verschijnt de betreffende
resttijd. Het controlelampje d dooft.
-
-
In het display verschijnt de laatst ingestelde tijd in uren en minuten. Het con
trolelampje "Startvoorkeuze" d brandt.
^
Druk zo vaak op de toets "Startvoor
keuze" d totdat de gewenste waarde
in het display verschijnt. Als u de
toets ingedrukt houdt, loopt de waar
de automatisch op.
-
-
-
33
Page 34
Bediening
Weergave startvoorkeuze in display:
Tot 59 minuten:
bijvoorbeeld 30 minuten = 30
Van 1 uur tot 9 uur en 30 minuten:
bijvoorbeeld 5 uur = 5.00
Vanaf 10 uur:
bijvoorbeeld 15 uur = 15^
Om te voorkomen dat kinderen
,
in aanraking komen met het reini
gingsmiddel raden wij u aan het rei
nigingsmiddel pas vlak voor de
start van het programma te doseren,
dus voordat u op de "Start"-toets
drukt. Vergrendel de deur met de
kinderbeveiliging!
Als u de functie "Startvoorkeuze" gebruikt, moet het reservoir voor het
reinigingsmiddel droog zijn als u het
reinigingsmiddel doseert. Wis het reservoir zo nodig droog.
-
Info:
Als u de aanvullende functie "Drogen"
ingesteld had, hoeft u deze niet op
nieuw te kiezen.
Druk op de "Start/Stop"-toets h/f.
^
Het programma start. De controlelamp
jes h/f en l branden.
Drogen
Meteen na het kiezen van een program
-
ma (met uitzondering van I KOUD)
kunt u de aanvullende functie "Drogen"
aan het programma toevoegen. Voor
het drogen zorgt het ingebouwde
"Turbothermik"-systeem in combinatie
met een extra verwarmingsstap van 11
- 17 minuten (afhankelijk van het programma). De totale programmaduur
neemt dienovereenkomstig toe.
^ Kies eerst het gewenste programma.
^ Druk vervolgens op de toets +c om
de aanvullende functie "Drogen" te
kiezen.
-
-
-
Programma starten voordat de inge
stelde tijd verstreken is:
U kunt het programma starten, ook als
de ingestelde tijd nog niet verstreken is.
Ga dan als volgt te werk:
^
Druk minimaal een seconde op de
toets h/f.
Het controlelampje d dooft.
34
-
^
Druk op de "Start/Stop"-toets h/f
om het programma en de aanvul
lende functie te starten.
-
Page 35
Extra functies programmeren
Instellingen doseersysteem
DOS-module G 60 / C 60
(optioneel)
Wanneer u een waarde verandert die
in de fabriek is ingesteld, dient u dit
te documenteren voor een eventueel
volgend bezoek van de Technische
Dienst. Noteer de verandering in het
vakje "Ingestelde waarde:
Dosering instellen
Als een programma loopt, kunt u
geen instellingen uitvoeren. Onderbreek eventueel het lopende programma. Het controlelampje van de
toets h/f moet knipperen.
^ Zet de doseerschakelaar van de
DOS-module op "10" (alleen bij
DOS-module C 60).
^ Schakel de automaat met de
"Aan/Uit"-toets I-0 uit.
^
Houd de toetsen +c en h/f inge
drukt en schakel de automaat tegelijkertijd in met de "Aan/Uit"-toets I-0.
Laat vervolgens alle toetsen weer los.
Het controlelampje "Spoelen" l licht
op en het controlelampje "Zout bijvul
len" k knippert.
Is dat niet het geval, begin dan nog
eens opnieuw.
In het display verschijnt eerst de inge
stelde waterhardheid.
Druk 1x op de toets +c.
^
In het display verschijnt de ingestelde
doseertijd, bijvoorbeeld 10 (standaard
instelling).
Het controlelampje c brandt (aandui
ding programmeerniveau).
Het controlelampje k knippert.
Het programmeerniveau voor de
".
DOS-module is opgeroepen.
Stel de doseerhoeveelheid in vol
gens de aanwijzingen van de fabri
kant van het reinigingsmiddel en in
overeenstemming met de toepassing.
Tijdens de spoelfase "Reinigen" gebruikt de automaat 5,4 l water.
Voorbeeld:
De fabrikant van het reinigingsmiddel
adviseert 4 ml reinigingsmiddel per liter
water.
5,4 l x 4 ml/l = 21,6 ml.
-
De doseertijd voor 2 ml is ca. 1 secon
de. Er moet dus een waarde van 11 se
conden worden geprogrammeerd.
-
^
Kies met de keuzetoetsen %$ de
waarde die overeenkomt met de ge
wenste doseertijd.
Met de toets % kiest u een lagere
waarde.
Met de toets $ kiest u een hogere
waarde.
-
-
-
-
-
-
-
De ingestelde waarde verschijnt in het
display.
35
Page 36
Extra functies programmeren
Na wijziging van een waarde of van
alle waarden:
Druk twee keer op de
^
"Start/Stop"-toets h/f.
Het controlelampje naast de toets h/f
knippert.
De ingevoerde doseertijd is nu opge
slagen.
Schakel de automaat met de
^
"Aan/Uit"-toets I-0 uit.
Ingestelde waarde:
Doseersysteem ontluchten
Als een programma loopt, kunt u
geen instellingen uitvoeren. Onderbreek eventueel het lopende programma. Het controlelampje van de
toets h/f moet knipperen.
^ Zet de doseerschakelaar van de
DOS-module op "10" (alleen bij
DOS-module C 60).
-
Druk 1x op de toets +c.
^
In het display verschijnt de ingestelde
doseertijd, bijvoorbeeld 10 (standaard
instelling).
Het controlelampje c brandt (aandui
ding programmeerniveau).
Het controlelampje k knippert.
Druk 1x op de toets d.
^
In het display verschijnt "do1".
Druk op de toets d.
^
Het systeem wordt ontlucht. In het dis
play wordt de resttijd weergegeven.
Nadat de tijd is verstreken, verschijnt in
het display een 0. Het doseersysteem
is nu ontlucht.
^ Schakel de automaat uit (toets I-0).
Start meteen het programma I
KOUD, zodat de middelen die na het
ontluchten in de spoelruimte zijn terechtgekomen verdund en weggespoeld worden.
-
-
-
^
Schakel de automaat met de
"Aan/Uit"-toets I-0 uit.
^
Houd de toetsen +c en h/f inge
drukt en schakel de automaat tegelijkertijd in met de "Aan/Uit"-toets I-0.
Laat vervolgens alle toetsen weer los.
Het controlelampje "Spoelen" l licht
op en het controlelampje "Zout bijvul
len" k knippert.
In het display verschijnt eerst de inge
stelde waterhardheid.
36
-
-
-
-
Page 37
Extra functies programmeren
Extra functie 1
Verhoging naspoeltemperatuur
Een wijziging van de temperatuur
dient in het Programma-overzicht te
worden genoteerd voor een eventu
eel volgend bezoek van de Tech
nische Dienst.
De standaardinstelling naspoeltemperatuur vindt u in het programma-over
zicht. U kunt de temperatuur via de ex
tra functie 1 van 65 °C in 85 °C wij
zigen.
Bij een naspoeltemperatuur van
85 °C wordt de droogventilator vanaf
een temperatuur van 65 °C ingeschakeld om de stoomvorming te
compenseren.
Na afloop van het programma draait
de ventilator nog 45 minuten door.
Programmeer voor het reinigen van eetservies (met voedselverontreinigingen)
bij voorkeur 65 °C.
Voor de programma's o (GLAZEN) en
, (BIERGLAZEN) kunt u geen naspoel
temperatuur instellen.
-
-
-
-
Het controlelampje "Spoelen" l licht
op en het controlelampje "Zout bijvul
len" k knippert.
In het display verschijnt eerst de inge
stelde waterhardheid.
Druk 2x op de toets +c.
^
Het controlelampje 1 brandt (aandui
ding programmeerniveau).
-
Het controlelampje y brandt of knip
-
pert (aanduiding extra functie 1).
Het controlelampje k knippert.
De extra functie 1 "Verhoging naspoel
temperatuur" is gekozen en wordt in het
display 2-cijferig weergegeven.
10Verhoging naspoeltemperatuur
UIT.
Controlelampje y knippert
(naspoeltemperatuur 65 °C).
11Verhoging naspoeltemperatuur
AAN.
Controlelampje y brandt
(naspoeltemperatuur 85 °C).
Het eerste cijfer geeft het nummer van
de extra functie aan. Het tweede cijfer
geeft aan of de functie geactiveerd is.
-
-
-
-
-
Als een programma loopt, kunt u
geen instellingen uitvoeren. Onder
breek eventueel het lopende pro
gramma. Het controlelampje van de
toets h/f moet knipperen.
^
Schakel de automaat met de
"Aan/Uit"-toets I-0 uit.
^
Houd de toetsen +c en h/f inge
drukt en schakel de automaat tegelijkertijd in met de "Aan/Uit"-toets I-0.
Laat vervolgens alle toetsen weer los.
Met de toets +c kunt u nu de functie
-
in- of uitschakelen.
Met de programmakeuzetoetsen
%$ kunt u kiezen uit de extra
functies 1 en 2 (weergave 10 of 11
dan wel 20 of 21).
-
-
37
Page 38
Extra functies programmeren
Na wijziging van een waarde of van
alle waarden:
Druk twee keer op de
^
"Start/Stop"-toets h/f.
Het controlelampje naast de toets h/f
knippert.
De ingevoerde waarde is nu opgesla
gen.
Schakel de automaat met de
^
"Aan/Uit"-toets I-0 uit.
-
38
Page 39
Extra functies programmeren
Extra functie 2
Verhoging waterhoeveelheid
Wanneer u een waarde verandert die
in de fabriek is ingesteld, dient u dit
te documenteren voor een eventueel
volgend bezoek van de Technische
Dienst. Vul de verandering in het vak
je "Ingestelde waarde:
Als een programma loopt, kunt u
geen instellingen uitvoeren. Onder
breek eventueel het lopende pro
gramma. Het controlelampje van de
toets h/f moet knipperen.
U kunt de watertoevoer met 20% per
spoelgang verhogen.
^ Schakel de automaat met de
"Aan/Uit"-toets I-0 uit.
^ Houd de toetsen +c en h/f inge-
drukt en schakel de automaat tege-lijkertijd in met de "Aan/Uit"-toets I-0.
Laat vervolgens alle toetsen weer los.
Het controlelampje "Spoelen" l licht
op en het controlelampje "Zout bijvul
len" k knippert.
Is dat niet het geval, begin dan nog
eens opnieuw.
In het display verschijnt eerst de inge
stelde waterhardheid.
" in.
-
-
-
Druk 2x op de toets +c.
^
Eerst verschijnt de extra functie 1 "Ver
hoging naspoeltemperatuur" en ver
schijnt in het display een 2-cijferige
waarde (10 of 11).
Druk op de toets % totdat in het dis
^
-
-
play 20 of 21 verschijnt.
Het controlelampje 1 brandt (aandui
ding programmeerniveau).
Het controlelampje z brandt of knip
pert (aanduiding extra functie 2).
Het controlelampje k knippert.
De extra functie 2 "Verhoging waterhoe-
veelheid" is gekozen en wordt in het
display 2-cijferig weergegeven.
20Verhoging waterhoeveelheid UIT.
Controlelampje z knippert.
21Verhoging waterhoeveelheid AAN.
Controlelampje z brandt
(per spoelgang 20% meer water).
Het eerste cijfer geeft het nummer van
de extra functie aan. Het tweede cijfer
geeft aan of de functie geactiveerd is.
Met de toets +c kunt u nu de verho
ging van de waterhoeveelheid in- of uit
schakelen.
Met de programmakeuzetoetsen
%$ kunt u kiezen uit de extra
functies 1 en 2 (weergave 10 of 11
dan wel 20 of 21).
-
-
-
-
-
-
-
39
Page 40
Extra functies programmeren
Na wijziging van een waarde of van
alle waarden:
Druk twee keer op de
^
"Start/Stop"-toets h/f.
Het controlelampje naast de toets h/f
knippert.
De ingevoerde waarde is nu opgesla
gen.
Schakel de automaat met de
^
"Aan/Uit"-toets I-0 uit.
Ingestelde waarde:
-
40
Page 41
Controleer regelmatig (eens per 4 6 maanden) of de afwasautomaat in
goede staat verkeert. Zo kunt u sto
ringen voorkomen of problemen ver
helpen voordat deze een storing tot
gevolg hebben.
-
-
Zeven in de spoelruimte
reinigen
De zeefcombinatie op de bodem van
de spoelruimte houdt grove verontreini
gingen in het water vast. De verontreini
gingen komen dan niet in het
watercirculatiesysteem, waardoor ze via
de sproeiarmen weer in de spoelruimte
zouden komen.
Zonder de zeven mag de auto-
,
maat niet worden gebruikt!
De zeven kunnen na verloop van tijd
verstopt raken.
Controleer de zeefcombinatie daarom
regelmatig (eens per 4 - 6 maanden) en
reinig deze indien dat nodig is.
Reiniging en onderhoud
-
Zwenk de greep naar rechts en ont
^
grendel de zeefcombinatie.
-
^
Schakel eerst de afwasautomaat uit.
^
Haal de zeefcombinatie uit de auto
maat en verwijder de grove verontrei
nigingen. Spoel de zeef grondig af
onder stromend water. U kunt eventu
eel een afwasborstel gebruiken.
-
-
-
41
Page 42
Reiniging en onderhoud
Om de binnenkant van de zeef te kun
nen reinigen, moet u de onderkant ontgrendelen (zie afbeelding):
^ Duw de gele vergrendeling opzij en
open de zeef.
^ Reinig alle delen met een afwasbor-
stel onder stromend water.
^ Sluit de zeef weer en klik de vergren-
deling vast.
Plaats de zeefcombinatie terug. De
^
zeef moet strak op de bodem van de
spoelruimte aansluiten.
^ Zwenk de greep van rechts naar links
om de zeefcombinatie te vergrendelen.
,
De zeefcombinatie moet zorgvuldig worden geplaatst en vergrendeld. Er kunnen anders grove verontreinigingen in de watercirculatie
terechtkomen die verstoppingen
kunnen veroorzaken.
42
Page 43
Sproeiarmen reinigen
Er kunnen verontreinigingen in de
sproeikoppen en lagering van de
sproeiarmen terechtkomen. Controleer
de sproeiarmen dan ook regelmatig
(eens per 4 - 6 maanden).
Schakel eerst de afwasautomaat uit.
^
Demonteer de sproeiarmen als volgt:
Duw de bovenste sproeiarm om
^
hoog, zodat de vertanding vastklikt
en schroef de arm los.
-
Reiniging en onderhoud
Trek de onderste sproeiarm er naar
^
boven toe af.
^
Druk de middelste sproeiarm aan a,
zodat de vertanding vastklikt en
schroef de arm los b.
^
Trek het onderrek naar voren.
^
Druk de verontreinigingen in de
sproeikoppen met een spits voor
werp in de sproeiarm.
^
Spoel de sproeiarmen onder stro
mend water schoon.
^
Plaats de sproeiarmen terug en con
troleer of de armen vrij kunnen rond
draaien.
-
-
-
-
43
Page 44
Reiniging en onderhoud
Spoelruimte reinigen
De spoelruimte is grotendeels zelfreini
gend, wanneer u de juiste hoeveelheid
reinigingsmiddel gebruikt.
Mochten er toch kalk- of vetafzettingen
ontstaan, dan kunt u deze met een spe
ciaal reinigingsmiddel verwijderen. Ge
schikte reinigingsmiddelen voor afwas
automaten zijn in de handel verkrijg
baar.
-
Deurdichting en deur reinigen
Wis de deurdichtingen regelmatig
^
met een vochtige doek af om eventuele verontreinigingen te verwijderen.
^ Verwijder verontreinigingen die zich
aan de zijkanten van de deur bevinden.
Deze vlakken maken niet deel uit van
de spoelruimte en worden niet door
de waterstralen bereikt.
Roestvrijstalen bedieningspaneel:
Reinig een roestvrijstalen paneel al
^
leen met een vochtige doek en ge
woon afwasmiddel of met een
niet-schurend reinigingsmiddel voor
roestvrij staal.
Om te voorkomen dat het oppervlak
^
snel weer vuil wordt
(vingerafdrukken, etc.), kunt u het
vervolgens met een onderhoudsmid
del voor roestvrij staal behandelen
(bijvoorbeeld Neoblank, verkrijgbaar
bij Miele Nederland).
Aluminium bedieningspaneel:
^ Reinig een aluminium paneel met een
vochtige doek en gewoon afwasmiddel.
Aluminium is een bijzonder materiaal.
Gezichtshoek, lichtval en de omgeving
bepalen het reflecterende effect en
daarmee de optische uitstraling van het
apparaat.
-
-
-
Bedieningspaneel reinigen
,
Gebruik geen schuurmiddelen
en geen glas- of allesreinigers! Deze
kunnen door hun samenstelling de
oppervlakken beschadigen.
Kunststof bedieningspaneel:
^
Reinig een kunststof paneel alleen
met een vochtige doek of met een
geschikt reinigingsmiddel voor kunst
stof.
44
,
Roestvrijstalen en aluminium oppervlakken en bedieningselementen
kunnen verkleuren of aangetast wor
den als verontreinigingen lang in
werken. Verwijder verontreinigingen
daarom meteen.
Het front en de bedieningsele
menten zijn krasgevoelig.
-
-
-
-
Page 45
Front reinigen
Reinig het front met een middel dat
^
geschikt is voor keukenfronten.
Wrijf een houten front alleen met een
^
vochtige leren zeem. Wis het front
vervolgens met een doek weer
droog.
Reinig een roestvrijstalen front alleen
^
met een vochtige doek en gewoon
afwasmiddel of met een
niet-schurend reinigingsmiddel voor
roestvrij staal.
Om te voorkomen dat het oppervlak
^
snel weer vuil wordt
(vingerafdrukken, etc.), kunt u het
vervolgens met een onderhoudsmiddel voor roestvrij staal behandelen
(bijvoorbeeld Neoblank, verkrijgbaar
bij Miele Nederland).
Reiniging en onderhoud
,
Gebruik geen salmiakhoudende
reinigingsmiddelen alsmede nitroen kunstharsoplossingen!
Dergelijke producten kunnen het op
pervlak aantasten.
-
45
Page 46
Storingen
De meeste storingen en problemen die in de dagelijkse praktijk kunnen voor
komen, kunt u zelf verhelpen. Hierdoor bespaart u tijd en geld, omdat u niet de
hulp van de Technische Dienst hoeft in te roepen.
Het volgende overzicht helpt u de oorzaken van een probleem te vinden en het
probleem te verhelpen. Houdt u daarbij rekening met het volgende:
Reparaties mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. Ondes
,
kundig uitgevoerde reparaties kunnen voor u een groot gevaar opleveren.
-
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het controlelampje
"Start/Stop" knippert
niet, nadat u de auto
maat met de
"Aan/Uit"-toets heeft ingeschakeld.
De automaat functioneert niet meer.
Het controlelampje "Watertoevoer" knippert en
brandt afwisselend.
De deur zit niet goed
dicht.
-
De stekker zit niet in het
stopcontact.
De zekering van de huisinstallatie is defect.
De zekering van de huisinstallatie is defect.
De waterkraan is dichtgedraaid.
De zeef in de schroefkop
peling van de watertoe
voer is verstopt.
Het Waterproof-systeem
heeft gereageerd.
Druk de deur stevig dicht.
Steek de stekker in het
stopcontact.
Controleer de zekering
(minimale sterkte:
zie typeplaatje).
Controleer de zekering
(minimale sterkte:
zie typeplaatje).
Draai de waterkraan
open.
-
Voordat u de storing ver
-
helpt:
–
Druk minimaal 1 secon
de op de
"Start/Stop"-toets.
–
Schakel de automaat
met de "Aan/Uit"-toets
uit.
Vervolgens:
–
Reinig de zeef in de
watertoevoer, zie het
hoofdstuk "Storingen
verhelpen".
Bel de Technische Dienst
van Miele.
-
-
-
46
Page 47
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het controlelampje "Wa
tertoevoer" knippert. De
automaat gaat niet door
met het programma.
-
De waterkraan is dicht
gedraaid.
De zeef in de schroef
koppeling van de water
toevoer is verstopt.
De waterdruk bij de wateraansluiting is lager
dan 0,3 bar.
Voordat u de storing ver
helpt:
Druk minimaal 1 secon
–
de op de
"Start/Stop"-toets.
Start het programma
–
opnieuw.
Draai de waterkraan open.
-
Voordat u de storing ver
helpt:
Druk minimaal 1 secon
–
de op de
"Start/Stop"-toets.
– Schakel de automaat
met de "Aan/Uit"-toets
uit.
Vervolgens:
– Reinig de zeef in de wa-
tertoevoer.
Neem voor een oplossing
contact op met een installateur.
Storingen
-
-
-
-
47
Page 48
Storingen
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het controlelampje "Wa
terafvoer" knippert. Het
programma wordt afge
broken.
-
-
De zeefcombinatie in de
spoelruimte is verstopt.
De afvoerpomp of de te
rugslagklep is geblok
keerd.
Er zit een knik in de afvoerslang.
Voordat u de storing ver
helpt:
Druk minimaal 1 secon
–
de op de
"Start/Stop"-toets.
Schakel de automaat
–
met de "Aan/Uit"-toets
uit.
Reinig de zeefcombinatie,
zie "Reiniging en onder
houd".
Reinig de afvoerpomp of
de terugslagklep, zie het
hoofdstuk "Storingen verhelpen".
Haal de knik uit de afvoerslang.
-
-
-
48
Page 49
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Na afloop van het pro
gramma verschijnen in
het display drie liggende
streepjes:
- - -
Een knallend geluid uit
de spoelruimte.
Rammelgeluiden.Het serviesgoed in de
Knallende geluiden in de
waterleiding.
Er is mogelijk een tech
-
nische storing geweest.
Een sproeiarm komt in
aanraking met het ser
viesgoed.
spoelruimte rammelt.
Dit wordt mogelijk veroor
zaakt door de waterlei
ding ter plaatse c.q. door
de diameter van de wa
terleiding.
-
-
-
Druk minimaal 1 se
–
conde op de
"Start/Stop"-toets.
Schakel de automaat
–
met de "Aan/Uit"-toets
uit.
Na enkele seconden:
Schakel de automaat
–
met de "Aan/Uit"-toets
in.
Kies met de program
–
makeuzetoetsen het
gewenste programma.
– Druk op de
"Start/Stop"-toets.
Verschijnen de drie liggende streepjes na afloop van het programma
opnieuw, dan is er sprake
van een technische storing.
– Bel de Technische
Dienst van Miele.
Onderbreek het program
ma. Ruim het servies
goed dat de sproeiarmen
blokkeert anders in.
Onderbreek het program
ma en ruim het servies
goed zodanig in dat het
steviger staat.
-
Is niet van invloed op het
functioneren van de auto
maat. Neem eventueel
-
contact op met een instal
lateur.
Storingen
-
-
-
-
-
-
-
-
49
Page 50
Storingen
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
De vaat is niet schoon.Het serviesgoed is niet
goed ingeruimd. Het lag
tegen elkaar aan. De wa
terstralen konden niet alle
delen bereiken.
De opening van de water
toevoerbuis voor de mid
delste sproeiarm was af
gedekt. In de middelste
sproeiarm is te weinig wa
ter gestroomd.
Het programma was niet
toereikend.
Er is te weinig reinigingsmiddel gedoseerd.
De sproeiarmen zijn door
te hoog serviesgoed geblokkeerd.
De sproeikoppen zijn verstopt.
De zeefcombinatie in de
spoelruimte is niet schoon
of niet correct geplaatst.
Dit kan tot gevolg hebben
dat de sproeikoppen ver
stopt zijn.
De terugslagklep is in ge
opende staat geblok
keerd. Verontreinigd water
stroomt terug naar de
spoelruimte.
-
Zie de rubriek "Spoelgoed
inruimen".
-
Ruim serviesgoed in het
achterste gedeelte van
het bovenrek zo in dat het
de opening niet kan af
dekken.
-
Kies een ander krachtiger
programma, zie "Program
ma-overzicht".
Doseer meer reinigingsmiddel, zie "Bediening".
Controleer of de sproeiarmen vrij kunnen
rondraaien. Ruim het serviesgoed zo nodig anders
in.
Reinig de sproeikoppen,
zie "Reiniging en onderhoud".
Reinig de zeefcombinatie
of plaats deze correct in
de spoelruimte. Reinig de
sproeikoppen, zie "Reini
-
ging en onderhoud".
-
Reinig de afvoerpomp en
de terugslagklep, zie het
hoofdstuk "Storingen ver
helpen".
-
-
-
-
50
Page 51
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het serviesgoed wordt
niet droog of glazen en
bestek vertonen vlek
ken.
Er vormt zich een wit
laagje op het servies en
het bestek, glazen wor
den dof. De afzettingen
kunnen worden
afgewist.
Op glazen en bestek
ontstaan sluiers. Glaswerk krijgt een blauwe
glans. De afzettingen
kunnen worden
afgewist.
De naspoelmiddeldose
ring is te gering of het re
servoir is leeg.
-
Het serviesgoed is te
vroeg uit de automaat ge
haald.
De naspoelmiddeldose
ring is te gering.
-
Er zit geen regenereerzout in het zoutreservoir.
De afsluitdop van het
zoutreservoir is niet stevig
vastgedraaid of zit scheef.
De naspoelmiddeldosering is te hoog ingesteld.
Verhoog de dosering of
vul het reservoir, zie het
hoofdstuk "De eerste inge
bruikneming".
Laat het serviesgoed
langer in de automaat
staan, zie "Bediening".
Verhoog de dosering, zie
het hoofdstuk "De eerste
ingebruikneming".
Vul het reservoir met regenereerzout, zie het hoofdstuk "De eerste ingebruikneming".
Draai de afsluitdop er
goed op en draai de dop
stevig vast.
Verlaag de dosering, zie
het hoofdstuk "De eerste
ingebruikneming".
Storingen
-
51
Page 52
Storingen
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Glazen worden dof
en verkleuren. De af
zettingen kunnen
niet worden
afgewist.
Theevlekken en lip
penstift worden niet
geheel verwijderd.
Kunststof delen zijn
verkleurd.
Roestsporen op het
bestek.
De glazen zijn niet geschikt
voor reiniging in afwasauto
-
maten. Het oppervlak wordt
aangetast.
Het gekozen programma
-
heeft een te lage reinigings
temperatuur.
Het reinigingsmiddel heeft
een te geringe bleekwerking.
Natuurlijke kleurstoffen, bij
voorbeeld van wortels, toma
ten of ketchup kunnen hiervan
de oorzaak zijn. De hoeveelheid reinigingsmiddel of de
bleekwerking ervan was te
gering voor deze kleurstoffen.
De afsluitdop van het zoutreservoir is niet stevig vastgedraaid of zit scheef.
De betreffende bestekdelen
zijn niet voldoende
roestbestendig.
Na het bijvullen van het reser
voir voor regenereerzout is het
programma I KOUD niet ge
start. De zoutresten zijn met
het reinigingswater meege
voerd.
Hiervoor bestaat geen op
lossing!
Koop glazen die geschikt
zijn voor reiniging in af
wasautomaten.
Kies een programma met
een hogere reinigingstem
peratuur.
Gebruik een ander reini
gingsmiddel.
Doseer meer reinigings
middel, zie het hoofdstuk
"Bediening".
Reeds verkleurde delen
krijgen hun oorspronkelijke
kleur niet terug.
Draai de afsluitdop er
goed op en draai de dop
stevig vast.
Hiervoor bestaat geen oplossing!
Koop bestek dat geschikt
is voor reiniging in afwas
automaten.
-
Start na het bijvullen van
het zoutreservoir altijd het
-
programma I KOUD.
-
-
-
-
-
-
-
52
Page 53
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
In het reservoir voor het
reinigingsmiddel bevin
den zich na het pro
gramma nog resten rei
nigingsmiddel.
Het klepje van het reini
gingsmiddelreservoir
kan niet worden geslo
ten.
Na afloop van een pro
gramma bevindt zich
water in de spoelruimte.
-
Het reservoir was tijdens
het vullen nog vochtig.
-
-
Resten reinigingsmiddel
-
blokkeren de vergrende
ling.
-
-
De zeefcombinatie in de
spoelruimte is verstopt.
De afvoerpomp of de terugslagklep is geblokkeerd.
Er zit een knik in de af
voerslang.
Doseer het reinigingsmid
del alleen als het reservoir
droog is.
Verwijder de reinigings
middelresten.
-
Voordat u de storing ver
helpt:
Druk op de
–
"Start/Stop"-toets.
– Schakel de automaat
met de "Aan/Uit"-toets
uit.
Reinig de zeefcombinatie,
zie "Reiniging en onderhoud".
Reinig de afvoerpomp en
de terugslagklep, zie het
hoofdstuk "Storingen verhelpen".
-
Haal de knik uit de afvoer
slang.
Storingen
-
-
-
-
53
Page 54
Storingen verhelpen
Zeef in de watertoevoer
reinigen
Ter bescherming van de watertoevoer
klep is in de schroefkoppeling een zeef
ingebouwd. Als de zeef verontreinigd
is, stroomt te weinig water in de spoel
ruimte.
De kunststof behuizing van de
,
wateraansluiting bevat een elek
trisch onderdeel en mag daarom
niet in vloeistoffen worden gedom
peld.
Advies
Als het water veel bestanddelen bevat
die niet in water oplosbaar zijn, raden
wij u aan een speciaal waterfilter tussen
de waterkraan en de schroefkoppeling
te plaatsen.
Een dergelijk filter is verkrijgbaar bij
Miele Nederland.
Het reinigen van de zeef:
^
Maak de automaat spanningsvrij.
Schakel daartoe het apparaat uit.
Trek de stekker uit de contactdoos of
draai de zekering eruit c.q. zet de ze
kering uit.
^
Sluit de kraan.
-
-
-
-
Haal de afdichtring uit de schroef
^
koppeling.
^ Haal het zeefje er met een combina-
tietang of punttang uit en reinig het.
^ Plaats het zeefje en de dichting weer
terug. Zorg dat de delen goed zitten.
^ Schroef de toevoerslang weer vast.
Let erop dat de schroefkoppeling niet
scheef zit.
^
Draai de waterkraan open.
Mocht er nog water uitlopen, dan
heeft u de schroefkoppeling mogelijk
niet vast genoeg aangedraaid of de
-
schroefkoppeling zit scheef.
Zorg dat de schroefkoppeling goed
zit en schroef deze stevig vast.
-
^
Schroef de toevoerslang los.
54
Page 55
Afvoerpomp en terugslagklep
reinigen
Als er nog water in de spoelruimte
staat, nadat een programma beëindigd
is, is het water niet weggepompt. De af
voerpomp en de terugslagklep zijn dan
mogelijk door voorwerpen geblokkeerd.
U kunt deze voorwerpen eenvoudig
verwijderen.
Haal de zeefcombinatie uit de spoel
^
ruimte (zie "Reiniging en onderhoud",
"Zeven in de spoelruimte reinigen").
Schep het water met een geschikt
^
bakje uit de spoelruimte.
Storingen verhelpen
-
-
Klap de afsluitbeugel van de terug
^
slagklep opzij.
-
55
Page 56
Storingen verhelpen
Haal de terugslagklep er naar boven
^
toe uit en spoel de klep goed af onder stromend water.
^ Verwijder eventuele voorwerpen uit
de terugslagklep.
Onder de terugslagklep bevindt zich de
afvoerpomp (zie pijl).
^ Verwijder eventuele voorwerpen uit
de afvoerpomp. Pas op voor glassplinters! Draai met de hand aan het
loopwiel van de afvoerpomp om te
controleren of alles in orde is.
^ Plaats de terugslagklep correct terug
en vergrendel deze met de afsluitbeugel.
56
Page 57
Technische Dienst
Als u met de aanwijzingen uit deze ge
bruiksaanwijzing een storing niet kunt
verhelpen, neem dan contact op met:
uw Miele-vakhandelaar
–
of
de Technische Dienst van Miele Ne
–
derland B.V.
De gegevens van Miele Nederland
B.V. vindt u op de achterkant van
deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling
^
moet de Technische Dienst het type
en serienummer van uw apparaat
weten.
Beide gegevens staan op het typeplaatje vermeld (bovenkant deur).
Programma-update
Dankzij de update-functie (PC = Pro
gram Correction) kan de besturing van
uw automaat worden aangepast aan
toekomstige ontwikkelingen.
-
Het betreffende controlelampje is de interface voor een dergelijke
programma-update.
Een programma-update kan
plaatsvinden als toekomstige
ontwikkelingen om andere program
ma's vragen. Miele zal een
update-mogelijkheid tijdig bekend ma
ken.
-
-
-
57
Page 58
Plaatsing
Gebruik de bijgevoegde installatiete
kening!
In de directe omgeving van de
,
automaat mag uitsluitend meubilair
voor professioneel gebruik worden
geplaatst. Andere meubels kunnen
door de condens beschadigd raken.
De automaat moet stabiel en waterpas
worden opgesteld. Oneffenheden in de
vloer kunt u met de vier stelvoeten com
penseren.
Vanwege de plaatsingsmogelijkheden
is de afwasautomaat in verschillende
uitvoeringen leverbaar.
Vrijstaand model
^ Geschikt voor vrijstaande plaatsing.
^ Geschikt voor plaatsing naast andere
apparaten of in een nis.
Als de automaat naast andere apparaten of meubels, of in een nis wordt gezet, moet de nis minstens 60 cm breed
en 60 cm diep zijn.
"i"-afwasautomaten
-
"i"-afwasautomaten zijn speciaal gecon
strueerd om te worden ingebouwd on
der een doorlopend werkblad.
De toebehoren worden in een aparte
–
verpakking bijgevoegd en moeten ter
plaatse worden gemonteerd.
De afwasautomaat moet van een
–
front worden voorzien. Daarvoor kan
een front worden gebruikt van een
onderkast die bij uw keuken past.
De afwasautomaat heeft geen sok
–
kelpaneel. Wanneer de keuken een
doorlopend sokkelpaneel heeft, kan
ook de sokkel van de afwasautomaat
daarvan worden voorzien.
Het is ook mogelijk om een apart
sokkelpaneel te monteren (extra toebehoren).
– Een apart sokkelpaneel kan in hoog-
te worden aangepast aan het sokkelpaneel van de rest van de keuken.
De sokkelterugsprong is traploos instelbaar.
Alle voor de montage noodzakelijke in
structies worden in een aparte monta
gehandleiding beschreven.
-
-
-
-
-
58
Page 59
Plaatsing
Onderbouwmodel (typeaanduiding
"U")
Geschikt voor onderbouw.
^
Als de automaat onder een doorlopend
werkblad of het afloopvlak van een aan
recht geplaatst wordt, moet de inbouw
ruimte minstens 60 cm breed, 60 cm
diep en 82 cm hoog zijn. Deze variant
wordt zonder deksel en zonder achter
wand geleverd.
Afhankelijk van de onderbouwsituatie
kan bij de afdeling Onderdelen van
Miele Nederland de volgende
onderdelenset worden besteld:
Beschermplaat voor het werkblad
De onderkant van het werkblad wordt
door een roestvrijstalen beschermplaat
beschermd tegen beschadigingen door
waterdamp.
Montageset decorlijst
De voorkant van de machine kan worden voorzien van een frontpaneel dat
bij uw andere meubels past. Bij de de
corlijst is een aparte montagehandlei
ding gevoegd.
-
-
-
Automaat stellen en vastschroeven
(variant "U")
Om de stabiliteit van de afwasautomaat
te waarborgen, moet deze na het stel
len aan het werkblad worden vastge
-
schroefd. Hiertoe zijn bij de automaat
twee bevestigingsprofielen gevoegd.
^ Steek de profielen rechts en links in
de daarvoor bestemde openingen
(zie afbeelding).
^
Schuif de automaat in de nis.
^
Open de deur.
De gaatjes in de profielen en de
langwerpige gaatjes in de afdek
plaat moeten boven elkaar liggen.
Mocht dat niet het geval zijn, dan
moet de afwasautomaat opnieuw
worden gesteld. De afstand rechts
en links (ten opzichte van de kasten
ernaast) moet vergelijkbaar zijn en
het frontpaneel moet goed op de
fronten ernaast aansluiten.
-
-
-
59
Page 60
Plaatsing
Bevestig de automaat rechts en links
^
met de bijgeleverde verzonken
schroeven (3,9 x 22) aan het werkblad (vanaf de onderkant).
De afdichting aan de bovenkant van
de automaat moet op het werkblad
aansluiten.
Mocht dat niet het geval zijn, draai
de stelvoeten van de machine dan
verder naar buiten.
Stenen en marmeren werkbladen:
Bij deze werkbladen moet de automaat
aan de zijkanten worden bevestigd,
aan de kasten rechts en links ernaast.
Hiervoor zijn twee speciale beves
tigingsprofielen nodig (niet bijgeleverd).
-
Om de beluchting van de circulatie
pomp niet te belemmeren, mogen
de spleten tussen de automaat en
ernaast staande kasten of apparaten
niet met siliconenkit worden afge
dicht.
60
-
-
Page 61
Alle werkzaamheden die de
,
elektrische aansluiting betreffen, mo
gen alleen door een erkend elektri
cien worden uitgevoerd.
De elektrische installatie moet vol
–
gens NEN 1010 zijn geïnstalleerd.
De aansluiting op de contactdoos
–
dient aan alle voorschriften te vol
doen. De contactdoos moet ook na
de plaatsing van het apparaat toe
gankelijk zijn. Bij reparaties of onder
houdswerkzaamheden kan dan een
voudig een veiligheidscontrole worden uitgevoerd. Er dient een hoofdschakelaar te worden geplaatst
waarmee het apparaat met alle polen
van het net kan worden losgekoppeld. Deze hoofdschakelaar dient
een contactopening te hebben van
minimaal 3 mm en moet in de
nulstand vergrendelbaar zijn.
– De elektrische installatie waarop het
apparaat wordt aangesloten, moet
zijn voorzien van een aardlekschake
laar (30 mA, volgens de EU-richtlij
nen voor Nederland).
–
Het apparaat moet zijn geaard.
-
-
-
-
-
Elektrische aansluiting
Deze automaat mag uitsluitend worden
gebruikt met de spanning, frequentie
-
en zekering die op het typeplaatje
staan aangegeven.
Omschakeling van de machine is mo
gelijk volgens het bijgevoegde om
schakelschema en het schakelsche
ma.
De typeplaatjes met de keurmerken
bevinden zich achter op het apparaat
en op het deurbinnenpaneel.
-
Het schakelschema bevindt zich ach
-
ter het kunststof sokkelpaneel.
Het omschakelschema bevindt zich
op het metalen sokkelpaneel achter het
kunststof sokkelpaneel.
Kunststof sokkelpaneel verwijderen:
,
Maak het apparaat spannings-
vrij!
^ Haal het kunststof sokkelpaneel los
door de 2 schroeven (links en rechts)
eruit te draaien.
Na afloop:
^
Monteer het sokkelpaneel weer met
de 2 schroeven.
-
-
-
-
–
Bij vervanging van de aansluitkabel
dient een originele Miele-kabel of
een gelijkwaardige kabel metkabeleindhulzen te worden gebruikt.
–
Voor de technische gegevens zie het
typeplaatje of het bijgevoegde scha
kelschema!
Zie ook de bijgevoegde installatiete
kening!
Aarddraad aansluiten
Achter op de machine bevindt zich een
speciale schroef (
ten van de aarddraad.
8) voor het aanslui
-
-
61
Page 62
Wateraansluiting
Watertoevoer aansluiten
Het water in de automaat is geen
,
drinkwater!
In bepaalde regio's, bijvoorbeeld in
–
de Alpen, zijn vanwege de specifieke
watersamenstelling afzettingen mo
gelijk. In dergelijke gevallen moet
voor de machine onthard water wor
den gebruikt.
De automaat moet volgens de voor
–
schriften van het waterleidingbedrijf
worden aangesloten.
– Het apparaat moet volgens DIN 1988
worden aangesloten. Een terugslagklep is niet noodzakelijk.
– De waterdruk moet minimaal 50 kPa
overdruk bedragen (100 kPa =
1 bar). Is de waterdruk lager dan
200 kPa, dan neemt de waterinstroomtijd automatisch toe. De maximaal toelaatbare statische druk bedraagt 1000 kPa (overdruk). Als de
waterdruk buiten het bereik van
50-1000 kPa ligt, raadpleeg dan de
Technische Dienst van Miele Neder
land B.V. omtrent de maatregelen die
moeten worden genomen (eventueel
brandt het controlelampje p / 6 foutcode "F2E" -).
-
-
-
-
De toevoerslang is ca. 1,7 m lang
–
(DN 10 met 3/4"-schroefkoppeling).
De slang kan worden verlengd met
een bij te bestellen 1,5 m lange, flexi
bele metalen slang (drukbestendig
tot 140 bar). De zeef in de schroef
koppeling mag niet worden verwij
derd.
,
De toevoerslang mag niet worden ingekort of beschadigd (zie afbeelding).
Zie ook de bijgevoegde installatiete
kening!
-
-
-
-
–
Standaard is het apparaat geschikt
voor aansluiting op koud of warm
water tot max. 60 °C.
–
Voor de aansluiting is een kraan met
een 3/4"-schroefkoppeling vereist.
Deze kraan moet goed toegankelijk
zijn, omdat u de watertoevoer moet
afsluiten als u de automaat niet ge
bruikt.
62
-
Page 63
Waterafvoer aansluiten
De afvoer van de machine is voor
–
zien van een terugslagklep, zodat af
voerwater niet naar de machine kan
terugstromen.
Het apparaat kan het beste op een
–
apart afvoersysteem worden aange
sloten. Als dat niet mogelijk is, advi
seren wij de automaat aan te sluiten
op een sifon met twee kamers (ver
krijgbaar bij de Technische Dienst
van Miele Nederland B.V.).
De opvoerhoogte moet liggen tussen
0,3 en 1 m, gemeten vanaf de onderkant van het apparaat. Ligt de
afvoer lager dan 0,3 m, breng dan
de afvoerslang aan (in een bocht) op
een hoogte van minimaal 0,3 m.
Het afvoersysteem moet een capaciteit van minimaal 16 l/minuut hebben.
– Het apparaat wordt geleverd met
een flexibele afvoerslang van circa
1,4 m (binnendiameter 22 mm).
Slangklemmen voor de aansluiting
zijn bijgevoegd.
De afvoerslang mag niet worden in
gekort!
Wateraansluiting
-
-
-
-
-
-
-
–
Langere afvoerslangen (tot 4 m) zijn
leverbaar.
–
De afvoerleiding mag niet langer zijn
dan 4 m.
Zie ook de bijgevoegde installatiete
kening!
-
63
Page 64
Programma-overzicht
ProgrammaToepassingReinigingsmiddel
(indien niet vloeibaar)
Let op de aanwijzingen
van de fabrikant!
y
MINI
z
MIDI
A
MAXI
o
GLAZEN
,
BIERGLAZEN
I
KOUD
Voor normaal verontreinigd serviesgoed.30 gram in het doseerbakje
Voor normaal verontreinigd serviesgoed. Met ver
hoogde temperatuur voor zetmeelhoudende
etensresten.
Voor sterk vervuild serviesgoed waarbij grove
verontreinigingen worden verwijderd door inten
sief koud voor te spoelen.
Een speciaal glazenprogramma.30 gram in het doseerbakje
Een speciaal bierglazenprogramma.
De glazen drogen na afloop niet op. U moet de
glazen dus eventueel nog met de hand afdrogen.
Voor het spoelen van sterk vervuild serviesgoed.
Bijvoorbeeld om vooraf grove verontreinigingen
te verwijderen of om indrogen te voorkomen, als
een compleet programma nog niet zinvol is.
30 gram in het doseerbakje
-
30 gram in het doseerbakje
-
30 gram in het doseerbakje
64
Page 65
Programmaverloop
Programma-overzicht
SpoelenVoorspoelenReinigenTussen-
XX
spoelen I
X(X)X
55 °C
4'
XX
X(X)X
65 °C
10'
XXX
X(X)X
75 °C
10'
XX
X(X)X
50 °C
1'
XX
X(X)X
50 °C
1'
Tussen-
spoelen II
2)
Na-
spoelen
65 °C
0,5'
65 °C
1,5'
65 °C
1,5'
50 °C
1'
—
1'
X
koud
12'
X = in het programma opgenomen onderdelen (met temperatuur/temperatuurstop)
Drogen
(aanvullende
functie)
(X)
1)
(X)
1)
(X)
1)
(X)
(X)
3)
1) Temperatuurwijziging "Naspoelen": zie "Extra functies programmeren".
Bij een naspoeltemperatuur van 85 °C wordt eventueel de droogventilator ingeschakeld
om de stoomvorming te compenseren.
2) "Tussenspoelen II" kan alleen via de service-instellingen worden gekozen (Technische Dienst).
3) Zonder naspoelmiddel en met koud water.
65
Page 66
Technische gegevens
Hoogte:85 (82) cm
Breedte:60 cm
Diepte:60 cm
Spanning:zie typeplaatje