Lees beslist de gebruiksaanwijzing en de
montage-instructies voordat u uw afwasautomaat plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
9Typeplaatje
10Bedieningsveld
11Optische functiecontrole
12Reservoir voor regenereerzout
13Zeefcombinatie
14Vier stelvoeten
Algemeen
Bedieningsveld (10)
15Aan - toets / Controlelampje van de Aan - toets
16Uit - toets
17Voorkeuze - aanduiding
18Voorkeuze - toets
19Top Solo - toets / Controlelampje van de Top Solo - toets
20Controlelampjes voor watertoevoer en waterafvoer, zout en naspoelmiddel
21Programmanummers en programmanamen
22Programmatoetsen / Controlelampjes van de programmatoetsen
Attentie:
Voordat het apparaat wordt afgeleverd,
wordt het gedeelte met de programmanummers en programmanamen met
een beschermfolie afgeplakt.
^
Trek deze beschermfolie er vanaf.
In deze gebruiksaanwijzing worden verschillende modellen afwasautomaat be
schreven.
Deze modellen worden in de gebruiksaanwijzing als volgt aangeduid:
G 658 (SC) Vi = G 6XX
G 858 SC Vi = G 8XX
De aanduidingen G 6XX en G 8XX hebben altijd betrekking op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich aan de rechter zijkant van de deur.
-
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Zorg ervoor dat de verpakking kan
Deze afwasautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalin
gen.
Door ondeskundig gebruik kunnen
personen echter letsel oplopen en
kan er materiële schade ontstaan.
Lees deze gebruiksaanwijzing daar
om eerst aandachtig door voordat u
dit apparaat in gebruik neemt. Dat is
veiliger voor uzelf en u voorkomt
daarmee schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig.
-
-
Efficiënt gebruik
Deze afwasautomaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk ge-
bruik.
Gebruik deze afwasautomaat uit-
sluitend voor het afwassen van
huishoudservies.
Het gebruik voor andere doeleinden en
het aanbrengen van veranderingen aan
het apparaat is ontoelaatbaar en kan
gevaarlijk zijn. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor
schade die is ontstaan door gebruik
voor andere doeleinden dan hier aan
gegeven of door een foutieve bedie
ning.
-
-
Bij de levering
Controleer vóórdat het apparaat
wordt geplaatst, of het zichtbaar
beschadigd is.
Is dat het geval, neem het dan in geen
geval in gebruik. Een afwasautomaat
die beschadigd is kan uw veiligheid in
gevaar brengen.
worden hergebruikt.
Bij plaatsing en installatie
Neem bij plaatsing en aansluiting
van de afwasautomaat de monta
ge-instructies in acht.
U moet na plaatsing van de auto
maat zonder problemen bij het
stopcontact kunnen komen.
Voor de stabiliteit van de afwasauto
maat is het noodzakelijk dat onder
of in te bouwen afwasautomaten uitslui
tend worden geplaatst onder een doorlopend werkblad dat is vastgeschroefd
aan de kasten die ernaast staan.
De afwasautomaat mag niet onder
een kookplaat worden geïnstalleerd. Een kookplaat straalt voor een
deel hoge temperaturen af waardoor de
afwasautomaat beschadigd zou kunnen raken.
Wanneer de afwasautomaat wordt
geïnstalleerd mag deze niet op het
elektriciteitsnet zijn aangesloten.
Controleer of de elektrische waar
den van uw huisinstallatie (span
ning, frequentie en zekering) overeen
komen met de gegevens op het type
plaatje.
De elektrische veiligheid van deze
afwasautomaat is alleen dan ge
waarborgd als hij wordt aangesloten op
een aardingssysteem dat volgens de
geldende veiligheidsvoorschriften is
geïnstalleerd. Aan deze fundamentele
veiligheidsvoorwaarde moet zijn vol
daan. Laat de huisinstallatie bij twijfel
door een vakman/vakvrouw controleren.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor
den gesteld voor schade die is ont
staan door een ontbrekende of bescha
digde aarddraad (bijv. een elektrische
schok).
Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman/vakvrouw op een
niet-stationaire locatie (bijvoorbeeld
een boot of camper) worden inge
bouwd en aangesloten. Hierbij moet
aan alle voorwaarden voor een veilig
gebruik worden voldaan.
Een afwasautomaat die bescha
digd is kan uw veiligheid in gevaar
brengen. Stel het apparaat meteen buiten werking wanneer het beschadigd is
en neem contact op met uw leverancier
of met de Technische Dienst van Miele
Nederland B.V.
De kunststof behuizing van de Wa-
terproofventielen bevat een elektrisch onderdeel. Dompel de behuizing
niet in vloeistof!
In de watertoevoerslang bevinden
zich spanningsvoerende delen.
Knip de slang daarom niet door, ook al
is hij te lang!
Gebruik geen verlengsnoer. Dit in
verband met gevaar voor overver
hitting en daarmee voor brand.
-
-
-
-
-
-
Adem geen poedervormige reini
gingsmiddelen in! Slik geen reini
gingsmiddelen in! Reinigingsmiddelen
kunnen brandwonden in neus, mond en
keel veroorzaken. Ga direct naar de
dokter wanneer u reinigingsmiddelen
hebt ingeademd of ingeslikt.
Ga niet op de geopende deur van
de afwasautomaat zitten of staan,
want als u dat doet kan het apparaat
kantelen. Daarbij kunt u letsel oplopen
of kan het apparaat beschadigd raken.
Heeft u een afwasautomaat met
een bestekkorf, kunt u het bestek
het beste in de bestekkorf plaatsen met
de grepen beneden en met de scherpe
kant boven. Dan wordt het bestek makkelijker schoon en droog.
Wanneer u daardoor echter kans loopt
om zich aan de scherpe kant van de
messen en de punten van de vorken te
verwonden, dan kunt u het bestek het
beste met de grepen boven en met de
scherpe kant beneden plaatsen.
Gebruik uitsluitend reinigingsmid
delen voor huishoudafwasautoma
ten.
Gebruik geen reinigingsmiddelen voor
de handafwas!
Gebruik uitsluitend naspoelmidde
len voor huishoudafwasautomaten!
-
-
-
-
-
In het dagelijks gebruik
Gebruik geen oplosmiddelen in de
spoelruimte.
Dit in verband met explosiegevaar.
Drink geen water uit de spoelruim
te, want dit water is geen drinkwa
ter!
Gebruik uitsluitend het speciale
grofkorrelige regenereerzout of an
dere zuivere ingedampte zouten.
Gebruik in geen geval andere soorten
zout, bijv. keukenzout of strooizout.
Deze soorten zout bevatten soms niet
in water op te lossen deeltjes die een
nadelig effect kunnen hebben op de
werking van de ontharder.
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Reinig geen kunststof vaatwerk in
de afwasautomaat dat niet hittebe
stendig is zoals wegwerpbakjes of
wegwerpbestek.
Dit soort vaatwerk kan door de hoge
temperaturen vervormen.
Wees extra voorzichtig met appara
ten met vrijliggend verwarmings
element (afhankelijk van het model)
Zorg ervoor dat u een vrijliggend
verwarmingselement tijdens een
programma-onderbreking of direct na
afloop van een afwasprogramma niet
aanraakt. U kunt zich daaraan verbranden.
Kunststof servies kan smelten of
vlam vatten wanneer het met het
verwarmingselement in aanraking komt.
Plaats kunststof servies daarom altijd in
het bovenrek wanneer u niet zeker weet
of het hittebestendig is.
Zorg ervoor dat kleine stukken serviesgoed niet op het het verwarmingselement kunnen vallen door ze zwaar
der te maken of vast te zetten.
-
-
-
Als er kinderen in huis zijn
Om te voorkomen dat kinderen met
-
het reinigingsmiddel in aanraking
kunnen komen, kunt u het middel beter
pas dán toevoegen vlak voordat
programma start.
Vergrendel de deur bovendien met de
kinderbeveiliging (afhankelijk van het
model).
Laat kinderen niet bij de afwasautomaat
komen als deze geopend is. Er zouden
nog resten reinigingsmiddelen in de af
wasautomaat aanwezig kunnen zijn.
Om te voorkomen dat kinderen met
het reinigingsmiddel in aanraking
kunnen komen, moet u het volgende in
de gaten houden.
Wanneer u de extra functie "Voorkeuze"
gebruikt (afhankelijk van het model),
moet u ervoor zorgen dat het doseerbakje voor het reinigingsmiddel droog
is. Reinigingsmiddel gaat in een vochtig doseerbakje klonteren en wordt misschien niet volledig weggespoeld.
Na afloop van het afwasprogramma
zouden kinderen met deze resten reinigingsmiddel in aanraking kunnen ko
men wanneer de deur van de afwasau
tomaat geopend is.
u het
-
-
-
Zorg ervoor dat kleine kinderen
niet met de afwasautomaat spelen
of de automaat bedienen.
Wanneer zij dit doen bestaat het gevaar
dat ze zich in het apparaat opsluiten.
Zorg ervoor dat kinderen niet met
reinigingsmiddelen in aanraking
kunnen komen. Reinigingsmiddelen
kunnen brandwonden in mond en keel
veroorzaken of tot verstikking leiden.
Ga direct naar de dokter wanneer uw
kind reinigingsmiddel binnengekregen
heeft.
8
Ter voorkoming van materiële
schade
Doseer geen poedervormig of
vloeibaar reinigingsmiddel in het
reservoir voor naspoelmiddel, want dan
gaat het reservoir kapot.
Doseer geen poedervormig of
vloeibaar reinigingsmiddel in het
reservoir voor het regenereerzout, want
dan gaat de ontharder kapot.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik geen reinigingsmiddelen
die voor bedrijfsafwasautomaten of
industriereinigers bestemd zijn.
Doet u dat wel kan er materiële schade
ontstaan en kunnen er hevige chemi
sche reacties optreden (bijv. een knal
gasreactie).
Het Miele-Waterproofsysteem biedt
een betrouwbare bescherming te
gen waterschade, maar wel op de vol
gende voorwaarden:
Het apparaat moet volgens de voor
–
schriften geïnstalleerd zijn.
Wanneer er duidelijk sprake is van
–
schade moet het apparaat worden
gerepareerd, resp. moeten onderdelen worden vervangen.
– De kraan moet bij langere afwezig-
heid (bijv. vakantie) worden dichtgedraaid.
-
-
Bij reparaties en onderhoud
Bij het afdanken van de afwasautomaat
Maak afgedankte apparaten on
bruikbaar. Trek de stekker uit het
stopcontact en knip de aansluitkabel
door.
Om te voorkomen dat kinderen zich in
het apparaat opsluiten moet u de sluit
-
haak van het deurslot verwijderen door
-
de 2 kruiskopschroeven los te draaien.
Zorg ervoor dat de afwasautomaat op
milieuvriendelijke wijze kan worden af
gedankt.
Wanneer de veiligheidsinstructies
niet worden opgevolgd kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
-
-
-
Reparaties mogen uitsluitend door
vakmensen worden uitgevoerd.
Door ondeskundige reparaties kan de
gebruiker grote risico’s lopen.
Bij onderhoudswerkzaamheden
dient u altijd de spanning van het
apparaat te halen.
Schakel daartoe de automaat uit en trek
daarna de stekker uit het stopcontact of
schakel de hoofdschakelaar van de
elektrische huisinstallatie uit.
9
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het wegdoen van het
verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
last en kan worden hergebruikt.
Hergebruik van het verpakkingsmateri
aal vermindert de afvalproductie en het
gebruik van grondstoffen.
De vakhandelaar neemt de verpakking
terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Apparaten die u afdankt, bevatten nog
waardevolle stoffen/materialen.
Zet uw apparaat daarom niet zomaar
bij het grofvuil, maar informeer ook hiervoor bij de gemeente naar mogelijkheden voor hergebruik van het materiaal
(bijv. schrootverwerking).
Zorg ervoor dat kinderen niet bij het afgedankte apparaat kunnen komen. Zie
hiervoor hoofdstuk: "Veiligheidsinstruc
ties en waarschuwingen", paragraaf:
"Bij het afdanken van de afwasauto
maat".
-
-
Economisch afwassen
Deze afwasautomaat werkt uiterst
water- en energiebesparend.
U kunt nog besparender te werk gaan,
indien u de volgende adviezen opvolgt:
Het is mogelijk om de afwasautomaat
^
op warm water aan te sluiten, als u
-
een moderne warmwaterinstallatie
heeft.
Hoewel er bij alle spoelgangen warm
water wordt gebruikt,
- wordt er minder primaire
energie verbruikt,
- is de CO2-uitstoot bij de stroomopwekking minder,
- bespaart u nog meer kosten
- en duurt het spoelen minder
lang.
Het is echter aan te bevelen om de afwasautomaat op koud water aan te sluiten.
^ Benut de volledige beladingscapaci-
teit van de rekken zonder de afwasautomaat te overladen.
^
Kies een afwasprogramma dat past
bij het soort vaatwerk en de mate van
vervuiling.
10
^
Als er maar weinig vuil vaatwerk is,
kies dan de extra functie "Top Solo"
Zie paragraaf: "Extra functies".
^
Gebruik voor energiezuinig afwassen
het programma "Spaar"!
^
Houdt u aan de doseeradviezen op
de verpakking van het afwasmiddel.
^
Gebruik 2/3 van de aangegeven hoe
veelheid reinigingsmiddel, wanneer
de rekken maar half beladen zijn.
-
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Wat u voor het eerste gebruik
nodig heeft
ca. 2 l water;
–
ca. 2 kg regenereerzout;
–
reinigingsmiddel voor huishoud-
–
afwasautomaten;
naspoelmiddel voor huishoudafwas
–
automaten.
Iedere afwasautomaat wordt in de
fabriek op zijn werking getest.
Als gevolg van deze tests blijft er
water in het apparaat achter. Dit water betekent niet dat het apparaat
eerder door een andere consument
is gebruikt.
-
11
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Het openen van de deur
^ Trek aan de deurgreep.
Wanneer de deur wordt geopend terwijl
de automaat in gebruik is, worden alle
functies automatisch onderbroken.
Hoe u de deur van de afwasautomaat zonder frontpaneel kunt openen, kunt u lezen in de montageaanwijzing.
Het sluiten van de deur
Schuif de rekken naar binnen.
^
Klap de deur omhoog en druk hem
^
dicht totdat hij vastklikt.
12
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Waterontharder
Om goede reinigingsresultaten te berei
ken heeft de afwasautomaat zacht
(kalkarm) water nodig.
Bij hard water ontstaat er witte kalkaan
slag op het vaatwerk en op de wanden
van de spoelruimte.
Water met een waterhardheid van
4° dH (0,7 mmol/l) en hoger moet daar
om worden onthard. Daar wordt in de
ingebouwde waterontharder automa
tisch voor gezorgd.
Bedenk dat
– de waterontharder regenereerzout
nodig heeft
– en dat de afwasautomaat precies
moet worden geprogrammeerd naar
de hardheid van uw water.
^ Informeer bij het plaatselijke waterlei-
dingbedrijf wat voor hardheidsgraad
uw water precies heeft.
Programmeer bij een variërende waterhardheid (bijv. 8 - 17 °dH) altijd de
hoogste waarde (in dit voorbeeld
17 °dH).
-
Het programmeren van de
waterhardheid
-
Vanuit de fabriek is een waterhard
heid van 14 - 16 °dH (2,5 - 2,9 mmol/l)
-
geprogrammeerd
Wanneer deze waterhardheid overeen
komt met de hardheid van uw eigen
water, hoeft u dit hoofdstuk niet verder
te lezen.
Wanneer uw water echter een andere
hardheid heeft, moet u deze via de
toetsen van het bedieningsveld pro
grammeren.
Daarbij gaan iedere keer nadat u op
een toets hebt gedrukt weer andere
controlelampjes knipperen en branden.
Voor de programmering zijn echter alleen die controlelampjes van belang
die in de volgende stappen worden genoemd.
U kunt het programmeren te allen tijde zonder problemen afbreken en
van voren af aan beginnen, wanneer
u de afwasautomaat met de Uit toets (o) uitschakelt.
-
-
-
Bij een eventuele reparatie is het voor
de monteur makkelijk om de hardheid
van uw water te weten.
^
Noteer daarom de hardheid van uw
water:
Waterhardheid:
°dH
13
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
1. Open de deur.
^
2. Schakel de afwasautomaat met
^
de Uit - toets (o) uit.
3. Druk op de toetsen a en c, blijf
^
erop drukken en schakel tegelijk
de afwasautomaat met de
Aan - toets (g) in.
4. Laat alle toetsen weer los.
^
De controlelampjes "Zout" en b gaan
knipperen.
Is dat niet het geval, begin dan nog
eens van voren af aan.
^ 5. Druk op toets b.
Controlelampje b gaat uit en controle-
lampje "Zout" gaat knipperen.
Instelling van de waterhardheden
1 °dH - 12 °dH
Brandt één van de controlelampjes
naast de toetsen a - e, dan geeft dat
aan welke waterhardheid is ingesteld.
Zie tabel 1.
Tabel 1:
°dHmmol/ltoets
1 - 40,2 - 0,7a
5 - 60,9 - 1,1b
71,3c
8 - 101,4 - 1,8d
11 - 122,0 - 2,2e
Wanneer deze waterhardheid overeenkomt met de hardheid van uw water,
^ schakel de afwasautomaat dan met
de Uit - toets uit.
Wanneer u een andere waterhardheid
wilt programmeren,
^ druk dan op de toets die de water-
hardheid aangeeft die overeenkomt
met de hardheid van uw water.
Zie tabel 1.
De controlelampjes "Zout" en b gaan
knipperen.
^
Druk tweemaal op toets f.
De controlelampjes "Zout" en f gaan
knipperen.
^
Schakel de afwasautomaat met de
Uit - toets uit.
14
De geprogrammeerde waterhardheid is
nu opgeslagen.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Instelling van de waterhardheden
13 °dH - 70 °dH
Druk op toets f.
^
Het controlelampje f gaat branden.
Brandt één van de controlelampjes
naast de toetsen a - e, dan geeft dat
aan welke waterhardheid is ingesteld.
Zie tabel 2.
Wanneer deze waterhardheid overeenkomt met de hardheid van uw water,
^ schakel de afwasautomaat dan met
de Uit - toets uit.
Wanneer u een andere waterhardheid
wilt programmeren,
^
druk dan op de toets die de water
hardheid aangeeft die overeenkomt
met de hardheid van uw water.
Zie tabel 2.
-
Het controleren van de
geprogrammeerde waterhardheid
Wanneer u wilt controleren welke water
hardheid is geprogrammeerd,
herhaal dan de stappen 1 tot en met
^
5.
Wanneer één van de controlelampjes
a - e gaat branden, dan is er een wa
terhardheid tussen de 1 °dH en 12 °dH
ingesteld. Zie tabel 1.
Gaat er géén controlelampje branden,
dan is er een waterhardheid tussen de
13 °dH en 70 °dH ingesteld.
^ Druk dan op toets f.
Het controlelampje f gaat branden.
Bovendien gaat één van de controle-
lampjes a - e branden. Dit lampje
geeft aan welke waterhardheid tussen
de 13 °dH en 70 °dH is ingesteld.
Zie tabel 2.
^ Schakel de afwasautomaat met de
Uit - toets uit.
-
-
De controlelampjes "Zout" en b gaan
knipperen.
^
Druk tweemaal op toets f.
De controlelampjes "Zout" en f gaan
knipperen.
^
Schakel de afwasautomaat met de
Uit - toets uit.
De geprogrammeerde waterhardheid is
nu opgeslagen.
15
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Het doseren van
regenereerzout
Als de hardheid van uw water
steeds onder de 4 °dH
ligt, hoeft u geen zout
moet dan echter wel de afwasauto
maat programmeren naar de hard
heid van uw water.
Wanneer u het zoutreservoir voor de
eerste
vullen, vul het dan eerst met ca. 2 l
water. Zo kan het zout oplossen.
Nadat u de afwasautomaat in gebruik hebt genomen zit er altijd genoeg water in het reservoir.
,
vloeibaar reinigingsmiddel in het reservoir voor het regenereerzout,
want dan gaat de ontharder kapot.
,
grofkorrelige regenereerzout.
Gebruik in geen geval andere
soorten zout, bijv. keukenzout of
strooizout. Deze soorten zout bevat
ten soms niet in water op te lossen
deeltjes die een nadelig effect kun
nen hebben op de werking van de
ontharder.
keer met regenereerzout wilt
Doseer geen poedervormig of
Gebruik uitsluitend het speciale
(= 0,7 mmol/l)
te doseren. U
Haal het onderrek uit de spoelruimte
^
en draai de dop van het zoutreservoir
open.
Vul het zoutreservoir voordat u het
^
apparaat voor de eerste keer ge
-
-
-
-
bruikt met ca. 2 l water.
^ Plaats een trechter in de opening van
het zoutreservoir en doseer dan zoveel zout in het zoutreservoir totdat
het vol is.
In het zoutreservoir kan afhankelijk
van het soort zout max. 2 kg.
Terwijl u zout in het reservoir doseert
loopt er water over de rand van het re
servoir.
^
Verwijder de zoutresten die zich rond
het zoutreservoir bevinden en schroef
de dop weer op het zoutreservoir.
^
Start direct daarna het programma
"Voorspoelen" zodat eventueel ge
morste zoutresten kunnen worden
verdund en daarna weggepompt.
-
-
-
16
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Controlelampje "Zout"
Zolang het controlelampje "Zout" op het
bedieningsveld niet brandt, zit er nog
genoeg zout in het reservoir.
^ Vul zout bij zodra het controlelampje
"Zout" gaat branden.
Zie paragraaf: "Het doseren van regenereerzout".
Het is mogelijk dat het controlelampje
nog korte tijd blijft branden, nadat u
zout hebt bijgevuld.
Het lampje gaat uit, zodra zich een
zoutconcentratie heeft gevormd die
hoog genoeg is.
Attentie
Het controlelampje "Zout" gaat ook
branden wanneer er geen regenereer
zout in het reservoir zit doordat de
hardheid van uw water onder de 4 °dH
ligt.
Dat het lampje brandt heeft in dit geval
niets te betekenen!
Het controlelampje "Zout" zal in de toe
komst door de Technische Dienst wor
den gebruikt om de afwasprogramma’s
te updaten en in het geheugen van uw
afwasautomaat op te slaan.
Vandaar dat achter het controlelampje
"Zout" PC staat ("Programm
Correction").
Zie hoofdstuk: "Technische Dienst".
-
-
-
17
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel is nodig om ervoor te
zorgen dat het water tijdens het drogen
als een film van het vaatwerk afloopt en
het vaatwerk na het spoelen droogt
zonder dat het vlekken gaat vertonen.
Het naspoelmiddel wordt in het reser
voir voor naspoelmiddel gedoseerd en
bij het naspoelen in de ingestelde hoe
veelheid automatisch toegevoegd.
Doseer alleen naspoelmiddel
,
voor huishoudafwasautomaten in het
naspoelmiddelreservoir.
Doseer in geen geval
delen voor afwasautomaten of reinigingsmiddelen voor de handafwas
in het naspoelmiddelreservoir, want
dan gaat het reservoir kapot.
reinigingsmid-
-
Het doseren van
naspoelmiddel
-
^ Open het klepje van het naspoelmid-
delreservoir door het gele palletje in
de richting van de pijl te drukken.
18
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Controlelampje
"Naspoelmiddel"
Doseer zoveel naspoelmiddel totdat
^
het in het zeefje in de vulopening
zichtbaar is.
In het naspoelmiddelreservoir kan
ca. 130 ml.
^ Sluit het klepje en wel zo dat het dui-
delijk vastklikt.
Is het klepje niet goed gesloten dan
kan er tijdens het spoelen water in het
naspoelmiddelreservoir lopen.
^
Veeg eventueel gemorst naspoelmid
del goed weg om bij de volgende af
wasbeurt sterke schuimvorming te
voorkomen.
Zolang het controlelampje "Naspoel
middel" op het bedieningsveld niet
brandt, zit er nog genoeg naspoelmid
del in het reservoir.
Wanneer het controlelampje "Naspoelmiddel" in het bedieningsveld gaat
branden zit er nog een reserve in voor
2 - 3 afwasbeurten.
^
Vul op tijd naspoelmiddel bij.
-
-
-
-
19
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Het instellen van de
hoeveelheid te doseren
naspoelmiddel
De te doseren hoeveelheid naspoelmiddel is met behulp van de keuzeknop instelbaar. Men kan kiezen tussen
6 standen.
Vanuit de fabriek is de keuzeknop (zie
pijl) op stand 3 ingesteld. Er wordt dan
per programma ca. 3 ml naspoelmiddel
verbruikt. Deze stand wordt geadvi
seerd.
-
Vertoont het vaatwerk vlekken:
^
zet de keuzeknop dan op een hogere
stand.
Vertoont het vaatwerk strepen of sluiers:
^
zet de keuzeknop dan op een lagere
stand.
20
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Waar u bij het inruimen van
serviesgoed en bestek op
moet letten
Verwijder de ergste etensresten van
^
het vaatwerk.
Het is niet nodig om het vaatwerk van
te voren onder stromend water af te
spoelen!
Was vaatwerk met as, zand,
,
was, smeervet of verf niet in de af
wasautomaat. As wordt niet opge
lost, maar in de spoelruimte ver
deeld. Door was, smeervet en verf
raakt de afwasautomaat beschadigd.
U kunt ieder stuk servies in principe
overal in de rekken inruimen.
Neem daar echter de volgende tips bij
in acht.
^ Plaats serviesgoed en bestek zo dat
het niet tegen of op elkaar ligt.
-
-
-
Let erop dat de sproeiarmen niet
^
door te hoog of door de rekken
heenstekend vaatwerk worden ge
blokkeerd. U kunt dit controleren
door de sproeiarmen een keer met
de hand rond te draaien.
Let erop dat kleine stukken servies
^
goed niet door de spijlen van de rek
ken vallen.
Leg dit soort servies zoals dekseltjes daarom in de besteklade of de
bestekkorf.
Levensmiddelen zoals wortels, to
maten of ketchup kunnen natuurlijke
kleurstoffen bevatten.
Door deze stoffen kunnen kunststof
vaatwerk en kunststof onderdelen
ervan verkleuren, wanneer zij in ruime mate met het vaatwerk in de automaat terechtkomen.
Deze verkleuring heeft echter geen
invloed op de stabiliteit van kunststof vaatwerk.
-
-
-
-
^
Plaats het serviesgoed om het goed
schoon te krijgen zo in de rekken, dat
het water er aan alle kanten bij kan.
^
Plaats al het serviesgoed zo, dat het
stevig staat.
^
Plaats hol serviesgoed zoals kopjes,
glazen en kommen met de openin
gen naar beneden in de rekken.
^
Plaats hoog, smal, hol serviesgoed
niet in de hoeken van de rekken,
maar zoveel mogelijk in het midden
ervan. Het water kan er dan beter bij.
^
Plaats servies met een diepe bodem
zoveel mogelijk schuin in het rek, zo
dat het water eraf kan lopen.
Wanneer u het vaatwerk inruimt dan
kunnen er etens- en drankresten op
de binnenkant van de deur van de
afwasautomaat terechtkomen. Dit
gedeelte hoort niet tot de spoelruim
-
te en wordt dus niet afgespoeld. Ver
wijder dus gemorste etensresten
voordat u de deur sluit.
-
-
-
21
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Bovenrek
Plaats in het bovenrek klein, licht en
teer serviesgoed zoals kopjes, schoteltjes, glazen en dessertschaaltjes.
U kunt er ook een plat steelpannetje in
plaatsen.
Let bij "Top Solo" op het volgende
Wanneer u een afwasprogramma kiest
met de extra functie: "Top Solo", moet u
al het vaatwerk in het bovenrek en de
besteklade plaatsen.
Hebt u een afwasautomaat met een be
stekkorf, verdeel het bestek dan ruim
over de bestekkorf.
Daar de middelste sproeiarm het water
ook naar beneden sproeit, kunt u gro
tere borden en platte schotels op ruime
afstand van elkaar in het onderrek
plaatsen.
Echter geen pannen, diepe schalen of
ander hol serviesgoed.
-
-
Leg erg lang bestek zoals soeplepels,
pollepels en lange messen dwars aan
de voorkant van het bovenrek.
22
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Kopjesrek
Klap het kopjesrek omhoog om hoog
serviesgoed te kunnen inruimen.
Steun
Om serviesgoed gemakkelijk te kunnen
inruimen en er gemakkelijk weer uit te
kunnen halen kunt u de steun omklappen naar het midden van het bovenrek.
23
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Het verstellen van het bovenrek
Om in het boven- of onderrek meer
plaats te krijgen voor hoger servies
goed kunt u het bovenrek in hoogte
verstellen. U kunt kiezen tussen 3 stan
den met een verschil van telkens ca. 2
cm.
U kunt het bovenrek ook schuin plaat
sen, nl. met één kant hoog en met één
kant laag.
Let er echter op dat u het rek zonder
problemen in de spoelruimte kan schui
ven.
^ Trek het bovenrek naar buiten.
-
-
Afhankelijk van de stand van het bo
venrek kunt u bijv. borden met de vol
gende doorsneden in de rekken plaat
sen.
-
Afwasautomaat met besteklade
Model G 6XX
(model zie typeplaatje)
Stand
van het
bovenrek
boven1530
midden1728
onder1926
Model G 8XX
(model zie typeplaatje)
Stand
van het
bovenrek
bord-Ø in cm
bovenrekonderrek
bord-Ø in cm
bovenrekonderrek
-
-
-
^
Trek de hendels aan de zijkanten van
het bovenrek naar boven.
^
Zet het bovenrek in de gewenste po
sitie.
^
Laat de hendels weer vastklikken.
24
boven2030
midden2228
onder2426
Afwasautomaat met bestekkorf
-
Stand
van het
bovenrek
boven2130
midden2328
onder2526
bord-Ø in cm
bovenrekonderrek
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Onderrek
Plaats in het onderrek groot en zwaar
serviesgoed zoals borden, platte scho
tels, pannen en schalen.
U kunt ook schoteltjes, ontbijt- en des
sertbordjes in het onderrek zetten.
Plaats geen fijn glaswerk in het onder
rek. Daarvoor is een apart inzetrek
noodzakelijk.
Afwasautomaat met besteklade
Hoogte-indicator
-
-
-
Met de beugel aan het bovenrek kunt u
zien hoe hoog het serviesgoed in het
onderrek mag zijn, zonder dat de middelste sproeiarm daar tegenaan komt.
Afwasautomaat met bestekkorf
25
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Extra inzetrekken
Er zijn verschillende inzetrekken verkrijgbaar voor verschillende soorten servies
goed. Deze inzetrekken kunt u in het onderrek plaatsen.
Het verwijderen van de inzetrekken
Trek het inzetrek aan het handvat
^
naar boven.
Het plaatsen van de inzetrekken
^ Schuif de twee haakjes die aan de
onderkant van het inzetrek zitten on
der de dwarsspijl van het onderrek.
-
-
^
Druk het inzetrek aan het handvat
naar beneden totdat u weerstand
voelt.
26
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Inzetrek met omklapbare spijlen
In het inzetrek met omklapbare spijlen
kunt u schoteltjes, borden en platte
schotels plaatsen.
^ Plaats dit rek rechts achter in het on-
derrek op het met wit aangegeven
gedeelte.
De twee rijen spijlen van dit rek kunt u
omklappen om meer ruimte te krijgen
voor grote stukken vaatwerk, bijv. pot
ten, pannen en schalen.
^
Druk de gele hendels naar beneden,
zodat de rijen spijlen naar het mid
den toe omklappen.
-
-
27
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Comfortinzetrek
In het Comfortinzetrek kunt u kopjes,
glazen, borden en schaaltjes plaatsen.
Plaats dit rek links in het onderrek op
het met wit aangegeven gedeelte.
Fleshouder
Op de fleshouder kunt u smal servies
goed plaatsen, zoals een melk- of ba
byfles.
U kunt de fleshouder op de wit
gemarkeerde plaatsen in het onderrek
zetten. Plaats de houder niet in de hoe
ken, want het water kan dan niet in de
binnenkant van de fles komen en de
fles wordt zo niet goed schoon.
28
-
-
-
Bestek
Bestekkorf
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Wanneer u daardoor echter kans
,
loopt om zich aan de scherpe kant
van de messen en de punten van de
vorken te verwonden, dan kunt u het
bestek het beste met de grepen bo
ven en met de scherpe kant bene
den plaatsen.
-
-
^ Plaats het bestek ongesorteerd en
met de grepen beneden in de vakjes
van de bestekkorf.
Het water kan er dan beter bij.
Zet kleine lepels in de speciale lepel
segmenten aan weerszijden van de be
stekkorf.
-
-
29
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Lepelhouders voor de bestekkorf
In de bijgevoegde houders kunt u sterk
vervuilde lepels, bijv. eetlepels en
groentenlepels plaatsen.
Doordat de lepels in deze houders
apart worden opgehangen liggen ze
niet op elkaar en kan het water er beter
bij.
Plaats de lepels in de houders met
^
de grepen beneden. Laat tussen de
lepels telkens een plaats vrij.
^ Plaats als dat nodig is een houder
aan de voorkant en een houder aan
de achterkant van de bestekkorf.
^
Druk wanneer u de lepelhouders wilt
verwijderen de haken, waarmee de
houders vastzitten, naar binnen.
Gebruik daarvoor eventueel een le
pel. Trek de lepelhouders naar boven
en haal ze eraf.
30
-
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Besteklade (SC)
Wanneer u messen, vorken en lepels
apart in de besteklade legt, kunt u ze er
na het afwasprogramma makkelijker uithalen en opbergen.
Leg de messen met de snijkanten en
de vorken met de tanden tussen de opstaande kammen. Leg de lepels daarentegen met de grepen tussen de opstaande kammen.
Leg de lepels met de grepen tussen de
opstaande kammen. De lepelbladen
liggen dan tussen de getande kammen,
zodat ook de laatste waterdruppel er
zonder problemen af kan lopen.
Lang bestek zoals sauslepels, taart
scheppen, pollepels en lange messen
kunt u in het dieper gelegen gedeelte in
het midden van de besteklade leggen.
De bovenste sproeiarm mag niet
door te hoog vaatwerk (bijv. een
taartschep) worden geblokkeerd.
Het inzetstuk van de besteklade is uit
neembaar.
-
-
Wanneer de lepels niet met de grepen
tussen de opstaande kammen passen,
leg ze dan met de grepen op de getan
de kammen.
Let er daarbij op dat de lepelbladen
rechtop staan, zodat al het water eraf
kan lopen.
-
31
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Serviesgoed en bestek die niet
geschikt zijn voor de afwas
-
automaat
Serviesgoed en bestek die óf hele
–
maal óf voor een deel uit hout be
staan drogen uit en worden lelijk.
Bovendien houdt de lijm niet in de af
wasautomaat. Het gevolg daarvan is
dat houten grepen los kunnen raken.
Kunstvoorwerpen, antieke vazen of
–
glazen met decoraties zijn niet be
stand tegen de afwasautomaat.
Voorwerpen van niet hittebestendig
–
kunststof kunnen vervormen.
– Voorwerpen van koper, messing, tin
en aluminium kunnen verkleuren of
dof worden.
– Kleurdecoraties op het glazuur kun-
nen na vele afwasbeurten verbleken.
– Teer glaswerk en kristallen voor-
werpen kunnen na een tijd dof wor-
den.
Wij raden u aan:
–
Koop serviesgoed en bestek van ma
teriaal dat geschikt is om in een af
wasautomaat te worden afgewassen.
-
-
-
-
Let verder op het volgende:
Zilver dat met zilverpoets is behandeld
kan na afloop van het afwasprogramma
nog vochtig zijn doordat het water er
niet als een film afloopt. Het zilver moet
dan met een doek worden afgedroogd.
Daarentegen is zilver dat in zilverpoets
is ondergedompeld in de regel wel
droog. Het zilver kan echter beslaan.
Zilver kan verkleuren wanneer het in
aanraking komt met levensmiddelen die
zwavel bevatten, bijv. eigeel, uien,
mayonaise, mosterd, peulvruchten, vis,
pekelsaus van vis en marinades.
Aluminium serviesgoed zoals
,
vetfilters mag niet worden afgewassen met bijtende alkalische reinigingsmiddelen die in bedrijfsafwasautomaten of industriereinigers worden gebruikt.
Gebeurt dat wel dan kan er materiële schade ontstaan. In het ergste geval bestaat het gevaar dat er hevige
chemische reacties optreden die tot
een explosie kunnen leiden (bijv.
een knalgasreactie).
-
–
Wanneer u teer glaswerk per se in de
afwasautomaat wilt afwassen doe dat
dan uitsluitend bij lage temperaturen.
Zie programma-overzicht.
De kans dat het glaswerk dof wordt
is dan kleiner.
–
Blijf bijzonder waardevolle glazen
met de hand afwassen.
32
Bediening
Reinigingsmiddelen
Gebruik uitsluitend reinigings
,
middelen voor huishoudafwasauto
maten.
U kunt poedervormige of vloeibare
^
reinigingsmiddelen of reinigingsta
bletten gebruiken.
Neem bij het doseren van het reini
gingsmiddel de aanwijzingen in acht
die op de verpakking staan.
Doseer poedervormige of vloeibare
^
reinigingsmiddelen in de reinigings
middelvakjes.
^ Leg reinigingstabletten alleen in reini-
gingsmiddelvakje II, als de fabrikant
van deze tabletten dat adviseert.
Geeft de fabrikant het advies om de
reinigingstabletten in de bestekkorf te
leggen, leg ze dan in plaats daarvan
aan de binnenkant van de deur of direct in de spoelruimte. De tabletten
lossen dan beter op.
-
-
-
-
-
De fabrikanten van reinigingsmiddelen
geven op hun verpakkingen de totale
hoeveelheid reinigingsmiddel aan die
voor een programma nodig is.
Gebruik wanneer uw afwasautomaat
^
vol beladen is voor de volgende
programma’s minstens 30 ml reini
gingsmiddel:
- "Intensief";
- "Universeel extra";
- "Universeel";
- "Spaar".
Geeft de fabrikant een grotere hoe
veelheid aan, gebruik dan deze gro
tere hoeveelheid.
Wanneer u minder reinigingsmiddel
gebruikt dan is geadviseerd, is het
mogelijk dat de vaat niet goed
schoon wordt.
-
-
-
33
Bediening
Het doseren van
reinigingsmiddel
Adem geen poedervormig reini
,
gingsmiddel in! Slik geen reinigings
middel in! Reinigingsmiddelen kun
nen brandwonden in neus, mond en
keel veroorzaken. Ga direct naar de
dokter wanneer u een reinigingsmid
del hebt ingeademd of ingeslikt.
Zorg ervoor dat kinderen niet met
reinigingsmiddelen in aanraking
kunnen komen.
Laat kinderen daarom niet bij de af
wasautomaat komen als deze geo
pend is. Er zouden nog resten reinigingsmiddel in de afwasautomaat
aanwezig kunnen zijn.
Bovendien kunt u het reinigingsmiddel beter pas dán toevoegen vlak
voordat u het programma start.
Neem daarom in ieder geval de aanwijzingen met betrekking tot het doseren van reinigingsmiddel in acht.
Deze staan in het programma-over
zicht aan het einde van de gebruiks
aanwijzing.
-
-
-
-
-
-
-
Open het klepje van het reinigings
^
middeldoseerbakje door het knopje
opzij te drukken.
Na afloop van een afwasprogramma is
het klepje van het reinigingsmiddelbakje altijd geopend.
-
-
Doseerhulp
In vakje I kan maximaal 20 m en
in vakje II kan maximaal 70 ml reini
gingsmiddel.
In vakje II zijn markeringen aange
bracht om het doseren makkelijker te
maken: 20, 25, 30. Wanneer de deur
90° geopend is geven deze streepjes in
ml aan hoeveel reinigingsmiddel er on
geveer in zit.
34
-
-
^
Doseer het reinigingsmiddel in de
vakjes en sluit het klepje van het do
seerbakje.
^
Sluit ook het pak reinigingsmiddel om
te voorkomen dat het middel aan rei
nigingskracht verliest.
-
-
Het kiezen van een programma
Laat de keuze voor een programma
steeds afhangen van het soort vaat
werk en de mate waarin dat is vervuild.
-
Bediening
In de meeste gevallen zult u het pro
gramma "Universeel" of het programma
"Universeel extra" kiezen.
Deze programma’s zijn optimaal bere
kend voor de dagelijkse afwas.
In het programma-overzicht aan het
einde van deze gebruiksaanwijzing zijn
de programma’s beschreven en tevens
de toepassingsmogelijkheden ervan.
U kunt bij ieder programma de extra
functie "Top Solo" kiezen.
Zie ook de paragraaf: "Extra functies /
Top Solo".
-
-
35
Bediening
Het inschakelen van de
afwasautomaat
Draai de waterkraan open indien
^
deze nog gesloten is.
Open de deur.
^
Controleer of de sproeiarmen vrij
^
kunnen draaien en niet worden ge
blokkeerd.
^ Druk op de Aan - toets (15).
Het controlelampje "Aan" (15) gaat
branden.
Het starten van een
programma
Neem bij het kiezen van een pro
^
gramma het programma-overzicht
aan het einde van de gebruiksaanwij
zing in acht.
Druk op de toets (22) van het door u
^
gewenste programma.
Nu gaat het controlelampje branden
van de programmatoets waar u op hebt
gedrukt.
Info:
U kunt nu de extra functies "Top Solo"
en "Voorkeuze" kiezen.
Zie hoofdstuk: "Extra functies".
^
Sluit de deur.
De optische functiecontrole gaat
branden.
Het programma start.
Breek een programma niet voortijdig
af, want daardoor kunnen belang
rijke programmafases (bijv. het rege
nereren in het volgende programma)
worden overgeslagen!
-
-
-
-
36
Bediening
Einde van het programma
Na afloop van een afwasprogramma
gaat, wanneer de deur nog dicht is, de
optische functiecontrole knipperen.
De optische functiecontrole gaat één
uur na afloop van een programma uit.
De optische functiecontrole gaat ook uit
zodra u de deur opendoet.
Het uitschakelen van de
afwasautomaat
Open de deur na afloop van het pro
^
gramma.
De optische functiecontrole en het controlelampje van de programmatoets
gaan uit.
^ Druk op de Uit - toets (16).
Het controlelampje "Aan" (15) gaat uit.
De afwasautomaat verbruikt stroom
zolang hij niet met de Uit - toets is uitgeschakeld.
U kunt nu het vaatwerk uit de automaat
halen.
Zie paragraaf: "Het uitruimen van de af
wasautomaat".
Om beschadigingen aan kwets
,
bare werkbladen door waterdamp te
voorkomen kunt u de deur na afloop
van een programma het beste óf he
lemaal opendoen óf gesloten hou
den totdat u het vaatwerk uit de au
tomaat haalt. Laat de deur in ieder
geval niet op een kier staan.
Draai veiligheidshalve de kraan dicht
wanneer de afwasautomaat langere tijd
niet wordt gebruikt, bijvoorbeeld in de
vakantietijd.
-
-
-
-
-
37
Bediening
Wisseling van programma
Is het klepje van het doseerbakje
voor het reinigingsmiddel al ge
opend, wissel dan niet meer van
programma.
Zolang u de deur na het kiezen van een
programma nog niet heeft gesloten,
kunt u als volgt van programma wisse
len:
Druk op de toets van het door u ge
^
wenste programma.
Sluit de deur.
^
Het programma start.
Wanneer het door u in eerste instantie
gekozen programma al is gestart, kunt
u als volgt van programma wisselen:
^ Open de deur.
^ Druk op de Uit - toets (16).
^ Druk op de Aan - toets (15).
-
-
-
Het onderbreken van een
programma
Het afwasprogramma wordt onderbro
ken, zodra u de deur opendoet.
Wanneer u de deur weer dichtdoet,
gaat het programma daar verder, waar
het is onderbroken.
Wanneer het water in de afwas-
,
automaat heet is, loopt u het risico
om zich te verbranden.
Wanneer u de deur beslist moet
openen, doe dat dan zeer voorzich
tig.
Laat de deur voordat u die weer sluit
ca. 20 seconden op een kier staan,
zodat de temperatuur zich in de
spoelruimte kan verdelen.
Druk de deur daarna stevig dicht,
totdat hij vastklikt.
-
-
^
Druk op de toets van het door u ge
wenste programma.
^
Sluit de deur.
De optische functiecontrole gaat
branden.
Het programma start.
38
-
Extra functies
Bediening
Top Solo (2)
Gebruik de extra functie "Top Solo"
wanneer u maar weinig vuil vaatwerk
heeft.
Bij "Top Solo" wordt het grootste gedeel
te van het water via de bovenste en
middelste sproeiarm toegevoerd waar
door hoofdzakelijk in het bovenrek en
indien aanwezig in de besteklade wordt
afgewassen.
Daar de middelste sproeiarm het water
ook naar beneden sproeit kunt u ook in
het onderrek en indien aanwezig de bestekkorf vaatwerk plaatsen.
In het onderrek mag u dan alleen grotere borden en platte schotels plaatsen
en wel op ruime afstand van elkaar.
Echter geen pannen, diepe schalen of
ander hol serviesgoed.
Verdeel het bestek ruim over de bestek
korf.
Omdat het om een geringere hoeveel
heid vaatwerk gaat dan anders kan de
door de fabrikant aangegeven totale
hoeveelheid reinigingsmiddel worden
gereduceerd. Neem ca. 2/3 van de to
tale hoeveelheid bij volle belading.
Houd daarbij ook rekening met de mate
van vervuiling.
-
-
-
Door "Top Solo" wordt er ook minder
water en stroom verbruikt.
Zo bedraagt het waterverbruik in bijv.
het programma "Spaar" slechts 11 l en
het stroomverbruik in hetzelfde pro
gramma slechts ca. 0,75 kWh.
U kunt de extra functie "Top Solo" voor
alle afwasprogramma’s kiezen.
^ Schakel de afwasautomaat met de
Aan - toets (15) in.
Het controlelampje "Aan" (15) gaat
branden.
^ Druk op de toets van het door u ge-
wenste programma.
Het controlelampje van deze programmatoets gaat branden.
^
Druk op de 2 - toets (19).
Het controlelampje "2" (19) gaat
branden.
Info:
U kunt nu ook de extra functie "Voor
keuze" kiezen.
Zie volgende bladzijde.
^
Sluit de deur.
De optische functiecontrole gaat
branden.
Het programma start.
-
-
Na afloop van het programma wordt de
keuze voor Top Solo automatisch ge
wist.
-
39
Bediening
Voorkeuze (d)
U kunt het tijdstip dat het door u geko
zen afwasprogramma start van tevoren
instellen. Dit kunt u bijvoorbeeld doen
om gebruik te maken van het nachtta
rief.
U kunt de start minimaal één uur en
maximaal 9 uur voorprogrammeren.
De voor te programmeren tijd wordt ingesteld in stappen van één uur.
^ Schakel de afwasautomaat met de
Aan - toets (15) in.
Het controlelampje "Aan" (15) gaat
branden.
^ Druk op de toets van het door u ge-
wenste programma.
Het controlelampje van deze programmatoets gaat branden.
^
Druk op de d - toets (18).
In de Voorkeuze - aanduiding (17) ver
schijnt een "1", d.w.z. dat de start 1 uur
is voorgeprogrammeerd.
^
Druk zo vaak op de d - toets (18)
totdat in de Voorkeuze - aanduiding
(17) de tijd verschijnt die u wilt voor
programmeren.
-
De voor te programmeren tijd ver
springt van 1 tot 9 uur in stappen van
één uur.
Wanneer u op de toets blijft drukken,
verspringt de tijd automatisch.
Door opnieuw op de d - toets (18) te
drukken schakelt u de Voorkeuze functie weer uit.
Info:
U kunt nu ook de extra functie "Top
Solo" kiezen.
Zie vorige bladzijde.
^ Sluit de deur.
Na afloop van de voorgeprogram-
meerde tijd start het gekozen afwasprogramma automatisch.
,
Let er bij gebruik van de extra
functie "Voorkeuze" en bij het dose
ren van het reinigingsmiddel op, dat
het doseerbakje voor het reinigings
middel droog is.
Zo voorkomt u dat kinderen met het
reinigingsmiddel in aanraking kun
nen komen.
-
-
-
-
-
40
Bediening
Het starten van het programma voor
dat de voorgeprogrammeerde tijd is
afgelopen
U kunt het afwasprogramma starten
vóórdat de voorgeprogrammeerde tijd
is afgelopen.
Ga daarvoor als volgt te werk:
Open de deur.
^
Druk op de Uit - toets (16).
^
Druk op de Aan - toets (15).
^
Druk op de toets van het door u ge
^
wenste programma.
Wanneer u de extra functie "Top Solo" al
had gekozen, moet u deze opnieuw
kiezen.
^ Sluit de deur.
De optische functiecontrole gaat
branden.
Het programma start.
-
-
41
Bediening
Het uitruimen van de
afwasautomaat
Heet serviesgoed breekt snel!
^
Laat het serviesgoed daarom na het
uitschakelen van de automaat zo
lang in de afwasautomaat afkoelen,
totdat u het goed kunt vastpakken.
Wanneer u de deur na het uitschake
^
len van de automaat helemaal opent,
koelt het vaatwerk sneller af.
Ruim eerst het onderrek, dan het bo
^
venrek en tenslotte de besteklade uit,
wanneer deze aanwezig is.
Zo voorkomt u dat er druppels van
het bovenrek of van de besteklade
op het vaatwerk in het onderrek vallen.
-
-
42
Controleer regelmatig - ongeveer
2 tot 3 keer per jaar - de algehele
toestand van uw afwasautomaat.
De kans op storingen is daardoor
geringer.
Het reinigen van de zeven in de
spoelruimte
Reiniging en onderhoud
Op de bodem van de spoelruimte be
vindt zich een zeefcombinatie. Deze
zeefcombinatie houdt het ergste vuil te
gen dat in het afwaswater zit. Op deze
manier wordt voorkomen dat het vuil in
het circulatiesysteem en via de sproeiarmen weer in de spoelruimte terechtkomt.
Zonder zeven mag niet worden
,
afgewassen!
De zeven kunnen door in de loop van
de tijd door het vuil verstopt raken.
Controleer de zeefcombinatie daarom
regelmatig - ongeveer 2 tot 3 keer per
jaar - en reinig de combinatie indien no
dig.
^
Schakel eerst de afwasautomaat uit.
-
-
Ontgrendel de zeefcombinatie door
^
de greep naar rechts te draaien.
-
^
Verwijder de zeefcombinatie.
^
Ontdoe de zeefcombinatie van grove
resten.
^
Spoel de combinatie onder stromend
water goed af.
Gebruik daarbij eventueel een
borstel.
43
Reiniging en onderhoud
Om de binnenkant van het tuitvormige
gedeelte van de zeefcombinatie te reinigen moet u de sluiting opendoen.
^ Doe dat door de gele vergrendeling
naar achteren te trekken.
^ Reinig alle delen met een afwasbor-
stel onder stromend water.
^ Doe daarna de sluiting dicht.
De vergrendeling moet daarbij vastklikken.
Plaats de zeefcombinatie zo terug,
^
dat ze plat tegen de bodem van de
spoelruimte aanligt.
^ Vergrendel de zeefcombinatie door
de greep van rechts naar links te
draaien.
,
De zeefcombinatie moet goed
zijn geplaatst en vergrendeld.
Is dat niet het geval, dan is het mogelijk dat de grove resten in het circulatiesysteem terechtkomen en dat
het systeem verstopt raakt.
44
Reiniging en onderhoud
Het reinigen van de
sproeiarmen
Het is mogelijk dat er etensresten vast
gaat zitten in de sproeikoppen en de la
gering van de sproeiarmen.
Controleer de sproeiarmen derhalve re
gelmatig - ongeveer 2 tot 3 keer per
jaar.
Schakel de afwasautomaat eerst uit.
^
Verwijder de sproeiarmen als volgt:
Trek (indien aanwezig) de besteklade
^
naar buiten.
^ Druk de bovenste
hoog, zodat de tanden in elkaar grijpen en schroef de sproeiarm er af.
sproeiarm om-
Trek het onderrek naar buiten.
^
-
-
^ Trek de onderste
en haal hem er af.
sproeiarm omhoog
^
Druk de middelste
(a), zodat de tanden in elkaar grij
pen en schroef de sproeiarm er af
(b).
sproeiarm iets op
^
Druk de etensresten in de sproeikop
pen met een scherp voorwerp naar
-
binnen.
^
Spoel de sproeiarmen onder
stromend water goed af.
^
Zet de sproeiarmen weer terug en
controleer of ze makkelijk ronddraai
en.
-
-
45
Reiniging en onderhoud
Het reinigen van de
spoelruimte
Wanneer u altijd de juiste hoeveelheid
reinigingsmiddel gebruikt houdt u daar
mee automatisch de spoelruimte
schoon.
Wanneer zich echter toch kalk of vet
heeft afgezet, kunt u deze aanslag met
een speciaal reinigingsmiddel verwijde
ren. Deze speciale reinigingsmiddelen
zijn in de handel te verkrijgen.
Het reinigen van de
deurdichting en de deur
^ Neem de deurdichtingen regelmatig
met een vochtige doek af en verwijder de etensresten.
^ Veeg gemorste etens- en drankresten
van de zijkanten van de deur van de
afwasautomaat af.
Deze gedeelten horen niet bij de
spoelruimte en de waterstralen kunnen daar niet bijkomen.
Het reinigen van de
lichtgeleider
De lichtgeleider van de optische func
tiecontrole bevindt zich in de afdek
plaat onder het werkblad.
Open de deur.
^
Neem de lichtgeleider uit de kunst
^
stof houder.
-
Reinig de lichtgeleider en de kunst
^
stof houder wanneer dat nodig is al
leen met een vochtige doek of een
normaal reinigingsmiddel voor kunst
stof.
Gebruik geen schuurmiddelen
,
en ook geen glas- of allesreinigers!
Door hun chemische samenstelling
kunnen deze namelijk het kunststof
oppervlak flink beschadigen.
-
-
-
-
-
-
46
Reiniging en onderhoud
Het reinigen van het
bedieningsveld
Reinig het bedieningsveld alleen met
^
een vochtige doek.
Gebruik geen schuurmiddelen
,
en ook geen glas- of allesreinigers!
Door hun chemische samenstelling
kunnen deze namelijk het kunststof
oppervlak flink beschadigen.
Het reinigen van het front van
de afwasautomaat
Reinig het front met een voor uw keu
^
kenfront geschikt reinigingsmiddel.
Neem een houten front alleen met
^
een vochtige zeem af en veeg het
daarna met een doek droog.
Reinig een front van roestvrij staal
^
met een middel dat speciaal geschikt
is voor roestvrij staal.
Gebruik geen schoonmaakmid
,
delen met ammonia of nitraat- en
kunstharsverdunningen.
Deze middelen kunnen het oppervlak beschadigen.
-
-
47
Nuttige tips
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik voordoen kunt u zelf op
lossen.
Doordat u dan geen beroep hoeft te doen op de Technische Dienst, bespaart u
tijd en kosten!
Het nu volgende overzicht kan u helpen om de oorzaken van een probleem te vin
den en uit de wereld te helpen. Vergeet echter niet:
Reparaties mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd.
,
Door ondeskundige reparaties kan de gebruiker grote risico’s lopen.
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
De afwasautomaat start
niet.
De automaat stopt met
afwassen.
De deur is niet goed gesloten.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
De zekering is niet geactiveerd.
De afwasautomaat is niet
ingeschakeld.
Er is geen programma gekozen.
De zekering is niet geacti
veerd.
Druk de deur goed dicht.
Stop de stekker in het
stopcontact.
Activeer de zekering (min.
zekering zie typeplaatje).
Druk op de Aan - toets.
Kies een programma.
Druk op de toets van het
door u gewenste programma.
-
Activeer de zekering (min.
zekering zie typeplaatje).
-
-
48
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Kort na de start van het
programma stopt de automaat met afwassen.
De optische functiecontrole begint snel te
knipperen.
Probleem bij de watertoevoer.
Wanneer u de deur opendoet ziet u dat het controlelampje "Watertoevoer/
- afvoer" op het bedieningsveld afwisselend
gaat knipperen en
branden.
Schakel, voordat u het
probleem gaat oplossen,
eerst de afwasautomaat
uit.
Draai de kraan hele
–
maal open.
Controleer het zeefje in
–
de watertoevoer en reinig het indien nodig.
Zie hoofdstuk: "Het verhelpen van storingen".
Het Waterproof-systeem
heeft zich gemeld.
– Neem contact op met
de Technische Dienst
van Miele Nederland
B.V.
-
49
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
De automaat stopt met
afwassen.
De optische functiecontrole begint snel te
knipperen.
Probleem bij de watertoevoer.
Wanneer u de deur opendoet ziet u dat het controlelampje "Watertoevoer/
- afvoer" op het bedieningsveld aan het knippe
ren is.
Probleem bij de waterafvoer.
Misschien zit er water in
de spoelruimte.
Wanneer u de deur opendoet ziet u dat het controlelampje "Watertoevoer/
- afvoer" op het bedieningsveld aan het knippe
ren is.
Schakel, voordat u het
probleem gaat oplossen,
eerst de afwasautomaat
uit.
Draai de kraan hele
–
maal open.
Controleer het zeefje in
–
de watertoevoer en reinig het indien nodig.
Zie hoofdstuk: "Het ver-
-
helpen van storingen".
De druk bij de water-
–
aansluiting is lager dan
0,3 bar.
Vraag de installateur
om een oplossing.
– Reinig de zeefcombi-
natie.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud".
– Reinig de afvoerpomp.
Zie hoofdstuk: "Het verhelpen van storingen".
–
Reinig de terugslag-
klep.
Zie hoofdstuk: "Het verhelpen van storingen".
–
Verwijder de knikken in
de afvoerslang.
-
50
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Na afloop van het programma begint de optische functiecontrole
snel te knipperen.
Wanneer u de deur
opendoet ziet u dat te
vens de controlelampjes
naast de programma
toetsen 1 tot en met 5
aan het knipperen zijn.
Er is in de spoelruimte
een kleppend geluid te
horen.
Er is in de spoelruimte
een klepperend geluid te
horen.
Er is in de waterleiding
een kleppend geluid te
horen.
-
-
Er kan sprake zijn van een
technische storing.
De sproeiarm slaat tegen
een stuk servies aan.
In de spoelruimte zijn er
stukken serviesgoed aan
het klepperen.
Dit wordt waarschijnlijk
veroorzaakt door de bevestiging of diameter van
de waterleiding.
Schakel de afwasauto-
–
maat uit.
U kunt toch gewoon af
wassen.
Wanneer de controlelampjes na afloop van het
afwasprogramma echter
weer gaan knipperen, is
er sprake van een technische storing.
Neem dan contact op
–
met de Technische
Dienst.
Onderbreek het programma en verplaats het stuk
servies dat de sproeiarm
in de weg zit.
Onderbreek het programma en plaats de stukken
servies zo stevig dat ze
niet meer klepperen.
Dit heeft geen negatief effect op de werking van de
automaat.
Vraag de installateur.
-
51
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het vaatwerk is niet
schoon.
Het vaatwerk is niet op de
juiste wijze in de rekken
geplaatst. De waterstralen konden er niet bij.
De opening van de watertoevoerbuis voor de middelste sproeiarm was geblokkeerd, waardoor er te
weinig water in deze
sproeiarm is gestroomd.
Het programma is niet
krachtig genoeg.
Er is te weinig reinigingsmiddel gedoseerd.
De sproeiarmen zijn door
te hoog serviesgoed geblokkeerd geweest.
De sproeikoppen van de
sproeiarmen zijn verstopt.
De zeefcombinatie in de
spoelruimte is niet schoon
of niet goed geplaatst.
Als gevolg daarvan kunnen ook de sproeikoppen
verstopt zijn.
De terugslagklep is in geopende toestand geblok
keerd.
Neem de aanwijzingen in
het hoofdstuk: "Het inruimen van serviesgoed en
bestek" in acht.
Plaats het servies in het
achterste gedeelte van
het bovenrek zo, dat het
de opening van de buis
niet kan blokkeren.
Kies een krachtiger programma.
Zie: "Programma-over
zicht" aan het einde van
deze gebruiksaanwijzing.
Gebruik meer reinigingsmiddel.
Zie hoofdstuk:"Bediening".
Plaats het servies anders
en draai de sproeiarmen
een keer met de hand.
Reinig de sproeikoppen.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud".
Reinig de zeefcombinatie
of plaats deze goed.
Reinig de sproeikoppen.
Zie hoofdstuk: "Reiniging
en onderhoud".
Reinig de afvoerpomp of
-
de terugslagklep.
Zie hoofdstuk: "Het verhelpen van storingen".
-
52
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het vaatwerk wordt niet
droog of er zitten vlekken op de glazen en het
bestek.
Het serviesgoed en bestek zijn wit uitgeslagen.
Glazen zijn wit geworden.
Aanslag is te verwijderen.
Op glazen en bestek blijven strepen achter.
Glazen zijn blauw uitgeslagen. Aanslag is met
de hand te verwijderen.
Er is te weinig of helemaal geen naspoelmiddel gedoseerd.
Het vaatwerk is er te
vroeg uitgehaald.
Er is te weinig naspoelmiddel gedoseerd.
Er zit geen zout in het
zoutreservoir.
De dop van het zoutreservoir is niet goed dichtgedraaid of zit er scheef op.
De waterontharder is op
een te lage stand geprogrammeerd.
Er zijn reinigingstabletten
gebruikt die ook de func
tie hebben van naspoel
middel en/of zout.
Er is teveel naspoelmiddel gedoseerd.
-
Doseer (meer) naspoelmiddel.
Zie hoofdstuk: "Wanneer u
het apparaat voor het
eerst in gebruik neemt".
Haal het vaatwerk er later
uit.
Zie hoofdstuk: "Bediening".
Doseer meer naspoelmiddel.
Zie hoofdstuk: "Wanneer u
het apparaat voor het
eerst in gebruik neemt".
Doseer regenereerzout.
Zie hoofdstuk: "Wanneer u
het apparaat voor het
eerst in gebruik neemt’.
Zet de dop er recht op en
draai hem goed dicht.
Programmeer de ontharder op een hogere stand.
Zie hoofdstuk: "Wanneer u
het apparaat voor het
eerst in gebruik neemt’.
Gebruik een reinigingsta
-
blet zonder meervoudige
functie of een normaal
poedervormig reinigings
middel.
Doseer minder naspoelmiddel.
Zie hoofdstuk: "Wanneer u
het apparaat voor het
eerst in gebruik neemt".
-
-
53
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Glazen worden dof en
verkleuren. Aanslag is
niet te verwijderen.
Er zit nog thee of lippenstift op het servies.
Kunststof stukken vaatwerk zijn verkleurd.
Er zitten roestvlekken op
sommige stukken
bestek.
Deze glazen kunnen niet
in de automaat worden afgewassen.
De temperatuur van het
gekozen programma is te
laag geweest.
De bleekwerking van het
reinigingsmiddel is te gering geweest.
Mogelijke oorzaak daarvan zijn natuurlijke kleurstoffen in bijv. wortels, tomaten en ketchup. De
hoeveelheid reinigingsmiddel of de bleekwerking ervan zijn voor deze
stoffen te gering geweest.
De dop van het zoutreservoir is niet goed dichtgedraaid of zit er scheef op.
Deze stukken bestek zijn
niet voldoende bestand
tegen roest.
Na het doseren van het
regenereerzout hebt u niet
het programma: "Voor
spoelen" gestart. Er zijn
zoutresten in het gewone
afwasproces terecht
gekomen.
-
-
De schade aan de glazen
is onherroepelijk.
Koop glazen die wel geschikt zijn voor de afwasautomaat.
Kies een programma met
een hogere temperatuur.
Gebruik een ander reini
gingsmiddel.
Gebruik een grotere hoeveelheid reinigingsmiddel.
Zie hoofdstuk:"Bediening".
Vaatwerk dat al verkleurd
is krijgt zijn oorspronkelijke kleur niet terug.
Zet de dop er recht op en
draai hem goed dicht.
Het enige wat u kunt doen
is bestek kopen dat wel
geschikt is.
Na het doseren van rege
nereerzout moet u het
programma: "Voorspoe
len" starten.
-
-
-
54
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het klepje van het reinigingsmiddeldoseerbakje gaat niet goed dicht.
In het reinigingsmiddeldoseerbakje zijn na de
afwas resten reinigingsmiddel achtergebleven.
Na afloop van het afwasprogramma zit er water
in de spoelruimte.
Er zijn resten reinigingsmiddel vast blijven zitten
die de sluiting blokkeren.
Het reinigingsmiddeldoseerbakje was nog vochtig toen het middel werd
gedoseerd.
De zeefcombinatie in de
spoelruimte is verstopt.
De afvoerpomp of de terugslagklep is geblokkeerd.
Er zit een knik in de afvoerslang.
Verwijder de resten.
Doseer het reinigingsmiddel alleen wanneer het
bakje droog is.
Voordat u het probleem
gaat oplossen moet u
eerst:
de afwasautomaat
–
met de Uit - toets uit
schakelen.
Reinig de combinatie.
Zie hoofdstuk: "Reiniging
en onderhoud".
Reinig de afvoerpomp of
de terugslagklep.
Zie hoofdstuk: "Het verhelpen van storingen".
Haal de knik eruit.
-
55
Het verhelpen van storingen
Het reinigen van het zeefje in
de schroefkoppeling van de
watertoevoer
Om de watertoevoerslang tegen veront
reinigingen in het water te beschermen
is in de schroefkoppeling een zeefje in
gebouwd.
Wanneer het zeefje vuil is dan loopt er
te weinig water in de spoelruimte.
De kunststof behuizing van de
,
Waterproofventielen bevat een elek
trisch onderdeel.
Dompel dit niet in vloeistof.
Tip
Is uw ervaring dat uw water veel bezinksel bevat raden wij u aan een grote
zeef in de schroefkoppeling van de watertoevoer aan te brengen.
Zo’n zeefje is leverbaar onder
M.- Nr.: 75577.
^ Haal de stroom van de afwasauto-
maat door eerst het apparaat uit te
schakelen en daarna de stekker uit
het stopcontact te halen of de hoofd
schakelaar van de huisinstallatie uit
de schakelen.
^
Draai de waterkaan dicht
^
en schroef de toevoerslang van de
kraan af.
-
-
-
Pak het rubberen dichtingsringetje uit
^
de schroefkoppeling.
^ Trek het zeefje met een combinatie-
of punttang eruit en reinig het.
^ Zet het zeefje en het rubberen dich-
tingsringetje er weer in. Let er daarbij
op of ze allebei goed zitten!
^ Schroef de wartel van de watertoe-
voerslang weer aan de waterkraan.
Let er daarbij op dat wartel en kraan
precies op elkaar passen.
-
^
Draai de waterkaan open.
Komt er water vrij dan hebt u de wartel
en de kraan niet stevig genoeg aan el
kaar vastgeschroefd of de wartel
scheef aan de kraan geschroefd.
^
Zet de watertoevoerslang recht,
schroef de wartel recht op de kraan
en schroef wartel en kraan stevig
vast.
-
56
Het verhelpen van storingen
Het reinigen van de afvoer
-
pomp en de terugslagklep
Is het water na afloop van een pro
gramma niet weggepompt, dan kan dat
verschillende oorzaken hebben.
Het is mogelijk dat de afvoer door vet
aanslag verstopt is geraakt.
Om vetaanslag te voorkomen kunt u de
afvoer het beste 1 x per 2 maanden
met een machinereiniger behandelen.
Hoe u dat moet doen kunt u op de ver
pakking lezen.
Een andere mogelijkheid is dat be
paalde voorwerpen de afvoerpomp of
de terugslagklep blokkeren.
Deze kunt u makkelijk verwijderen.
^ Haal de zeefcombinatie uit de spoel-
ruimte.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud", paragraaf: "Het reinigen van
de zeven in de spoelruimte".
^ Schep het water uit de spoelruimte.
-
-
-
-
Open de afsluitbeugel voor de terug
^
slagklep.
-
57
Het verhelpen van storingen
Til de terugslagklep omhoog, verwij
^
der de klep en spoel hem onder
stromend water goed af.
^ Verwijder alle voorwerpen die de te-
rugslagklep blokkeren.
Onder de terugslagklep bevindt zich de
afvoerpomp (zie pijl).
^ Verwijder alle voorwerpen die de af-
voerpomp blokkeren. Let erop dat
glassplinters bijzonder moeilijk zijn te
zien.
Draai daartoe het loopwiel van de afvoerpomp met de hand.
^ Zet de terugslagklep weer zorgvuldig
op zijn plaats en sluit de afsluitbeugel.
58
Technische Dienst
Reparaties
Mocht u een opgetreden storing on
^
danks bovenstaande tips niet zelf
kunnen verhelpen, neem dan contact
op met:
de Miele-vakhandel of
–
de Technische Dienst van
–
Miele Nederland B.V.
Het adres en diverse telefoonnummers
vindt u op de achterzijde van deze ge
bruiksaanwijzing.
Als u de Technische Dienst inscha
^
kelt, geef dan het model en het nummer van de afwasautomaat op.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje aan de zijkant van de deur.
-
Programma-actualisering
Reinigingsmiddelen, afwasgewoonten
en afwasvoorschriften zullen in de toe
komst veranderingen ondergaan.
De spoel- en afwasprogramma’s zullen
daaraan moeten worden aangepast.
-
De Technische Dienst zal in de toekomst in staat zijn het afwasprogramma
te updaten en in het Novotronic-geheugen van uw afwasautomaat op te slaan.
-
Dit zal gebeuren via het met de pijl aan
gegeven controlelampje (PC = Pro
gramme Correction).
Miele zal zelf aangeven wanneer de
programma’s kunnen worden geactuali
seerd.
-
-
-
59
Extra toebehoren
Voor een nog efficiënter gebruik van de afwasautomaat
Wanneer u ...hebt u nodig ...
...flessen wilt afwassen,
bijv. melk- of babyflessen
...vele glazen wilt afwassen,...een glazenrek
...glazen met een lange steel
wilt afwassen
...grote borden wilt afwassen...een rek voor borden met een
...extra kopjes en glazen met
een lange steel in het onderrek
wilt afwassen
...naast het gewone bestek wat
kleiner bestek wilt afwassen,
bijv. kleine lepeltjes, gebakvorkjes
...een fleshouder
dat in het onderrek wordt geplaatst
...een glazenrek
dat in het bovenrek wordt geplaatst
doorsnede van max. 32 cm.
...een kopjeshouder voor het
Comfortinzetrek in het onderrek
...een extra bestekkorfje
dat in het onderrek wordt geplaatst
60
Instructies voor vergelijkende onderzoeken
Afwasautomaten van de modellen G 6XX (Model apparaat zie typeplaatje)
Onderzoeksnorm:EN 50242
StandaardprogrammaSpaar
voor vergelijkende onderzoeken (energielabel):
Tip:Wanneer het programma "Universeel extra 55°" voor
normaal vervuild vaatwerk wordt gebruikt, zijn de
reinigings- en droogresultaten beter, duurt het
programma korter maar wordt er meer energie
verbruikt.
Beladingscapaciteit:12 couverts
Hoeveelheid reinigings-30 g alleen
middel:
Hoeveelheid naspoel-Stand 3 (ca. 3 ml)
middel:
in vakje II.
Afwasautomaat met bestekkorf
Lepelhouders voorPlaats de twee bijgevoegde lepelhouders op de
bestekkorf:bestekkorf.
Zie hoofdstuk: "Het inruimen van serviesgoed en
bestek". Plaats in iedere houder zes eetlepels.
Bovenrek
Onderrek
61
Instructies voor vergelijkende onderzoeken
Afwasautomaat met besteklade
Bovenrek
Onderrek
Besteklade
62
Instructies voor vergelijkende onderzoeken
Afwasautomaten van de modellen G 8XX (Model apparaat zie typeplaatje)
Onderzoeksnorm:EN 50242
StandaardprogrammaSpaar
voor vergelijkende onderzoeken (energielabel):
Tip:Wanneer het programma "Universeel extra 55°" voor
normaal vervuild vaatwerk wordt gebruikt, zijn de
reinigings- en droogresultaten beter, duurt het
programma korter maar wordt er meer energie
verbruikt.
Beladingscapaciteit:14 couverts
Hoeveelheid reinigings-30 g alleen
middel:
Hoeveelheid naspoel-Stand 3 (ca. 3 ml)
middel:
Bovenrek
in vakje II.
Onderrek
63
Instructies voor vergelijkende onderzoeken
Besteklade
64
Instructies voor vergelijkende onderzoeken
Afwasautomaten van de modellen G 6XX (Model apparaat zie typeplaatje)
Onderzoeksnorm:EN 50242
Standaardprogramma"Spaar" met extra functie "Top Solo"
voor vergelijkende onderzoeken (energielabel):
Tip:Wanneer het programma "Universeel extra 55°"
met extra functie "Top Solo" voor normaal vervuild
vaatwerk wordt gebruikt, zijn de reinigings- en
droogresultaten beter, duurt het programma korter
maar wordt er meer energie verbruikt.
Gedeeltelijke belading:6 couverts
Hoeveelheid reinigings-20 g alleen
middel:
Hoeveelheid naspoel-Stand 3 (ca. 3 ml)
middel:
in vakje II.
Afwasautomaat met bestekkorf
Lepelhouders voorPlaats de twee bijgevoegde lepelhouders
bestekkorf:op de bestekkorf.
Zie hoofdstuk: "Het inruimen van serviesgoed
en bestek".
Plaats in iedere houder drie eetlepels.
Bovenrek
Onderrek
65
Instructies voor vergelijkende onderzoeken
Afwasautomaat met besteklade
Bovenrek
Besteklade
Houd een afstand aan tussen het bestek die dubbel zo groot is als anders.
Afwasautomaten van de modellen
G 8XX
(Voor type automaat zie typeplaatje)
Belading: vergelijkbaar met G 6XX
Gedeeltelijke belading: 7 couverts
Onderrek
66
Let wanneer u de afwasautomaat wilt
transporteren, bijv. bij een verhuizing,
op het volgende:
Ruim de afwasautomaat uit.
–
Maak alle losse onderdelen vast, bijv.
–
slangen, kabels, bestekkorf en on
derrek.
Transporteer de afwasautomaat
–
rechtop.
Alleen in uitzonderingsgevallen mag
de automaat op zijn rug worden ge
transporteerd.
De afwasautomaat mag niet op zijn
kant of op de deur liggend worden
getransporteerd, omdat er dan resten water uit kunnen lopen.
De resten water kunnen in de elektrische besturing terechtkomen en zo
storingen veroorzaken.
Transport
-
-
67
Programma-overzicht
Afwasautomaten van de modellen G 6XX
ProgrammaToepassingReinigingsmiddel
Vakje
II
(Reinigen)
Intensief 75 °Voor normaal vervuilde potten, pannen en ander normaal
Universeel
extra 55 °
Universeel 55 ° Voor normaal vervuild vaatwerk100 %
1)
Spaar
Speciaal o 45 ° Behoedzaam programma voor licht vervuild temperatuur-
VoorspoelenVoor het voorspoelen van vaatwerk dat pas op een later tijd-
1) Standaardprogramma voor het energielabel
vervuild vaatwerk met aangekoekte etensresten
Doseer voor zeer sterk vervuild vaatwerk nog 20% reini
gingsmiddel in vakje I.
Met een langere reinigingstijd
voor normaal vervuild vaatwerk
met aangekoekte etensresten
Voor normaal vervuild vaatwerk
Bijzonder energiebesparend programma
gevoelig vaatwerk zoals glazen
stip wordt afgewassen, bijv. als de afwasautomaat nog niet
vol is.
-
100 %
100 %
100 %
50 %
68
Voor-
spoelen
12
Programma-overzicht
ProgrammaverloopVerbruikDuur
Energie kWhWaterh:min
ReinigenTussen-
75 °
X
spoelen
12
XX
Na-
spoelen
75 °
DrogenWater
koud
(15 °C)
X1,71,2152:222:04
Water
warm
(55 °C)
LiterWater
koud
(15 °C)
Water
warm
(55 °C)
XX
55 °
X
55 °
X
45 °
X
45 °
X0,060,0650:110:11
Bij een volle belading moet u voor het programma "Intensief", "Universeel extra", "Universeel" en
"Spaar" minstens 30 ml reinigingsmiddel gebruiken. Geeft de fabrikant een grotere hoeveelheid aan,
dan moet u deze grotere hoeveelheid gebruiken.
Doseer voor het programma "Intensief" nog eens 5-7 ml extra in vakje I.
Wanneer u de extra functie "Top Solo" hebt gekozen, doseer dan zoveel middel als nodig is om het
vaatwerk schoon te krijgen en wel alleen in vakje II (ca. 2/3 van de totale hoeveelheid voor de volle
belading).
De genoemde waarden zijn volgens EN 50242 berekend. De waarden kunnen in de praktijk door wis
selende omstandigheden duidelijk variëren.
XX
65 °
XX
65 °
XX
60 °
XX X
55 °
X1,250,7172:031:45
X1,20,6131:351:17
X1,050,6152:592:48
X1,10,5171:181:00
-
69
Programma-overzicht
Afwasautomaten van de modellen G 8XX
ProgrammaToepassingReinigingsmiddel
Vakje
II
(Reinigen)
Intensief 75 °Voor normaal vervuilde potten, pannen en ander normaal
Universeel
extra 55 °
Universeel 55 ° Voor normaal vervuild vaatwerk100 %
1)
Spaar
Speciaal o 45 ° Behoedzaam programma voor licht vervuild temperatuur-
VoorspoelenVoor het voorspoelen van vaatwerk dat pas op een later tijd-
1) Standaardprogramma voor het energielabel
vervuild vaatwerk met aangekoekte etensresten
Doseer voor zeer sterk vervuild vaatwerk nog 20% reini
gingsmiddel in vakje I.
Met een langere reinigingstijd
voor normaal vervuild vaatwerk
met aangekoekte etensresten
Voor normaal vervuild vaatwerk
Bijzonder energiebesparend programma
gevoelig vaatwerk zoals glazen
stip wordt afgewassen, bijv. als de afwasautomaat nog niet
vol is.
-
100 %
100 %
100 %
50 %
70
Voor-
spoelen
12
Programma-overzicht
ProgrammaverloopVerbruikDuur
Energie kWhWaterh:min
ReinigenTussen-
75 °
X
spoelen
12
XX
Na-
spoelen
75°
DrogenWater
koud
(15 °C)
X1,81,3152:222:04
Water
warm
(55 °C)
LiterWater
koud
(15 °C)
Water
warm
(55 °C)
XX
55 °
X
55 °
X
45 °
X
45 °
X0,060,0650:110:11
Bij een volle belading moet u voor het programma "Intensief", "Universeel extra", "Universeel" en
"Spaar" minstens 30 ml reinigingsmiddel gebruiken. Geeft de fabrikant een grotere hoeveelheid aan,
dan moet u deze grotere hoeveelheid gebruiken.
Doseer voor het programma "Intensief" nog eens 5-7 ml extra in vakje I.
Wanneer u de extra functie "Top Solo" hebt gekozen, doseer dan zoveel middel als nodig is om het
vaatwerk schoon te krijgen en wel alleen in vakje II (ca. 2/3 van de totale hoeveelheid voor de volle
belading).
De genoemde waarden zijn volgens EN 50242 berekend. De waarden kunnen in de praktijk door wis
selende omstandigheden duidelijk variëren.
XX
65 °
XX
65 °
XX
60 °
XX X
55 °
X1,350,8172:031:45
X1,30,7131:351:17
X1,080,7152:592:48
X1,20,6171:181:00
-
71
Technische gegevens
Model apparaat *G 6XXG 8XX
Hoogte81,7 cm
(verstelbaar + 5,0 cm)
Hoogte van de
inbouwnis
Breedte59,8 cm59,8 cm
Breedte van de
inbouwnis
Diepte57 cm57 cm
Diepte bij geopende
deur
Gewicht
volledig geïntegreerd
volledig geïntegreerd SC#
Spanning
AansluitwaardeZie typeplaatje aan de rechter kant van de deur
Zekering
KeurmerkKEMAKEMA
Waterdruk0,3 - 10 bar0,3 - 10 bar
Warmwateraansluitingtot max. 60 °Ctot max. 60 °C
82 cm (+ 5,0 cm)84 cm (+ 5,0 cm)
60 cm60 cm
115,5 cm120,5 cm
ca. 53,5 kg
ca. 55 kg
83,7 cm
(verstelbaar + 5,0 cm)
ca. 55,5 kg
ca. 57 kg
Opvoerhoogtemax. 1 mmax. 1 m
Afpomplengtemax. 4 mmax. 4 m
Aansluitkabelca. 1,7 mca. 1,7 m
Beladingscapaciteit12 couverts14 couverts
* zie typeplaatje
SC # = Afwasautomaat met besteklade
Voor informatie over het Miele Service Verzekering Certificaat kunt u zich wen
den tot uw Miele-handelaar of de bijgaande folder raadplegen.