Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
b Deurdichting
c Geleiderails met 4 inschuifhoogten
d Temperatuurvoeler
e Afvoeropening ovenlucht
g
h
i
j
4
3
2
1
max
1,25 L
L
0
,
1
L
5
,7
0
in
m
k
l
m
g Stoomtoevoer
h Contactpunt waterreservoir
i Waterterugloop
j Koppelingsventiel waterreservoir
k Koppelingsventiel voor het waterre
servoir op het apparaat
-
f Wasemafvoer
4
l Opvanggoot
Bedieningspaneel
DG 163 / DG 163-1 / DG 163-2
0
Q
P
N
k
n
Q
_
;
G
Bio
Algemeen
q
r
p
k
p
1
88:88
p
g
Stop
Start
p
g
/
s
t
m Programmakeuzeschakelaar
Weergave:
o Ontkalken k
p Water bijvullen p
q Temperatuur en
temperatuursymbool z
Tijd en tijdsymbool g
Betekenis van de symbolen:
QKoken universeel
PVerwarmen
NOntdooien
kOntkalken
Toetsen met controlelampjes voor:
r - Min
+ Plus
z/g Omschakelen
s Stop en Start
Q1Koken groente
_Koken vis
;GKoken gevogelte / vlees
BioBiologisch koken
5
Algemeen
Bijgeleverde accessoires
De volgende accessoires kunt u desgewenst nabestellen.
Opvangschaal (nuttige inhoud 1,7 l)
Voor het opvangen van vocht
Gastro-Norm-maat GN 1/2
Rooster
Draagrooster voor kookgerei
Geleiderails
Kookboek
Waterreservoir
2 stoomovenpannen DGGL 1,
met gaten (nuttige inhoud 0,9 l)
Voor stomen
Gastro-Norm-maat GN 1/3
6
Algemeen
Siliconenvet
Voor het insmeren van de O-ring op het
koppelingsventiel van het waterreser
voir. Zie ook de aanwijzingen uit de ru
briek "O-ring".
-
Koppelingsventiel
-
met
ventielinzet t , wit
(gelijk aan de ventielinzet van het
apparaat)
rubberen element u, grijs
O-ring v , zwart
Deze delen zijn afzonderlijk te bestellen
en als compleet setje.
7
Algemeen
Bij te bestellen accessoires
Stoomovenpannen
Type ovenpanNuttige inhoud
in l
DGG 2
zonder gaten
DGG 3
zonder gaten
DGGL 4
met gaten
DGGL 5
met gaten
DGGL 6
met gaten
DGG 7
zonder gaten
Deksel ovenpan DGDGereedschap
2,06GN 1/3
3,16GN 1/2
3,16GN 1/2
2,06GN 1/3
2,810GN 1/3
2,810GN 1/3
Hoogte in cmGastro-Norm-maat
Voor het uitnemen en plaatsen van de
ventielinzet
Afzonderlijk te bestellen of samen met
de onderdelen van het koppelingsven
tiel als compleet setje.
8
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het inbouwen en aansluiten
van het apparaat
Als de stekker wordt verwijderd,
mag dit apparaat uitsluitend door
een vakman worden ingebouwd en
aangesloten. Deze is precies op de
hoogte van de landelijke voorschriften
en van de voorschriften van het ge
meentelijke energiebedrijf en houdt
zich daar strikt aan. Wanneer er bij het
inbouwen en aansluiten van het appa
raat fouten worden gemaakt, kan de fa
brikant niet aansprakelijk worden ge
steld voor schade die daar eventueel
het gevolg van is.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is alleen dan gewaarborgd als het wordt aangesloten op
een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardingssysteem. Het is belangrijk dat u dit controleert en in geval van
twijfel de huisinstallatie door een vakman laat controleren. De fabrikant kan
niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade die is ontstaan door een ont
brekende of beschadigde aarddraad
(bijvoorbeeld een elektrische schok).
-
-
-
Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman op een niet-stationaire
locatie (bijvoorbeeld een boot of cam
per) worden ingebouwd en aangeslo
ten. Hierbij moet aan alle voorwaarden
voor een veilig gebruik worden vol
daan.
Het apparaat mag niet te hoog
worden ingebouwd. Op elke in
schuifhoogte moet de gebruiker het ge
recht kunnen zien. Zo wordt voorkomen
dat hete gerechten overstromen als
deze in de ovenruimte worden gezet of
eruit gehaald.
-
-
-
-
-
Wordt het apparaat met een ver
lengkabel op de netspanning aan
gesloten, dan moeten de verlengkabel
en de stekkerverbinding tegen vocht
geïsoleerd zijn.
-
-
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verantwoord gebruik
Lees de gebruiksaanwijzing aan
dachtig door voordat u uw appa
raat voor het eerst gebruikt. Dat is vei
liger voor uzelf en u voorkomt onnodige
schade aan het apparaat.
Gebruik het apparaat alleen als het
is ingebouwd. Alleen dan kunt u er
zeker van zijn dat u niet met delen in
aanraking komt die onder spanning
staan.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
Gebruik het apparaat alleen voor
de toepassingen die in deze gebruiksaanwijzing worden beschreven.
Gebruik voor andere doeleinden is niet
toegestaan en kan gevaarlijk zijn. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door
foutieve bediening.
-
-
-
Veeg na ieder gebruik de oven
ruimte schoon met een doek. Denk
ook aan de wasemafvoer en de op
vanggoot.
Laat de deur openstaan, zolang de
ovenruimte nog vochtig is.
Als u het apparaat gedurende een
langere periode niet gebruikt (bij
voorbeeld tijdens vakanties), reinig het
dan nog eens grondig om geurvorming,
etc. te voorkomen. Ga daarbij te werk
zoals beschreven in de rubriek "Reini
ging voor het eerste gebruik". Laat de
ovendeur daarna openstaan.
-
-
-
-
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Kinderen
Het apparaat moet zo hoog wor
den ingebouwd dat kleine kinderen
geen gevaar lopen (hete deur, heet wa
ter, etc.).
Maak gebruik van de vergrende
ling, zodat kinderen het apparaat
niet onbedoeld kunnen inschakelen of
instellingen kunnen wijzigen.
Het apparaat is bedoeld voor ge
bruik door volwassenen die volle
dig op de hoogte zijn van de inhoud
van deze gebruiksaanwijzing. Kinderen
kunnen de gevaren van een apparaat
niet altijd goed inschatten. Houd daarom voldoende toezicht.
Laat kinderen niet met het appa-
raat spelen.
Het apparaat wordt tijdens het ge-
bruik heet en blijft dat ook nog enige tijd nadat het apparaat is uitgeschakeld. Houd kinderen op een afstand,
totdat het apparaat voldoende is afgekoeld en er geen verbrandingsgevaar
meer bestaat.
-
-
-
-
Aan de scharnieren van de deur
kunt u zich bezeren. Let vooral op
kinderen.
-
Voorkom dat kinderen op de geo
pende deur gaan staan of zitten of
eraan gaan hangen.
Verpakkingsmateriaal (zoals folies
en piepschuim) kan gevaarlijk zijn
voor kinderen. Verstikkingsgevaar! Be
waar het verpakkingsmateriaal dan ook
buiten het bereik van kinderen en zorg
dat het zo snel mogelijk wordt afge
voerd.
-
-
-
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het voorkomen van schade
aan het apparaat
Verhit in dit apparaat geen afgeslo
ten conserven en maak geen con
serven in het apparaat in. In de verpak
king kan overdruk ontstaan, waardoor
de verpakking uiteen kan spatten en de
ovenruimte beschadigd kan raken.
Daarnaast loopt u het risico zich te
branden of anderszins letsel op te lo
pen.
Bewaar reeds bereide gerechten
niet in de oven, want dat zou corro
sie kunnen veroorzaken.
Gebruik geen voorwerpen in de
ovenruimte die kunnen roesten. Dit
kan corrosie tot gevolg hebben.
Gebruik voor het ontkalken uitslui-
tend ontkalkingsmiddelen op citroenzuurbasis. Houdt u zich aan de
veiligheidsinstructies en de
doseringsaanwijzingen op de verpakking. Gebruik nooit azijn of azijnhoudende middelen! Deze kunnen in het
apparaat corrosie veroorzaken.
-
Het voorkomen van brandwon
den
-
-
-
-
De ovenruimte en de binnenkant
van de deur, als ook het gedeelte
van de buitenkant bij de wasemafvoer
worden tijdens het gebruik heet en blij
ven dat ook nog enige tijd nadat het
apparaat is uitgeschakeld.
Trek altijd ovenwanten aan of ge
bruik pannenlappen als u met het
hete apparaat werkt. De ovenwanten of
pannenlappen mogen niet nat of voch
tig zijn, omdat ze de warmte dan beter
geleiden. U kunt zich branden!
Voorkom dat gerechten overstro-
men als u deze in de ovenruimte
zet of eruit haalt. Vermijd ook elk contact met de hete stoom. U kunt zich eraan branden!
-
-
-
-
Reinig het apparaat nooit met een
stoomreiniger. De stoom kan in
aanraking komen met onder spanning
staande delen en kortsluiting veroorza
ken. Door de stoom kunnen ook het op
pervlak en onderdelen van het appa
raat blijvend beschadigd raken, waar
voor de fabrikant niet aansprakelijk kan
worden gesteld.
Plaats geen zware voorwerpen op
de geopende ovendeur. De deur
mag met maximaal 8 kg worden belast.
12
-
-
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als het apparaat defect is
Wanneer u een defect aan het ap
paraat constateert, schakel dan
eerst het apparaat uit en daarna de
hoofdschakelaar van de huisinstallatie.
Draai smeltveiligheden er volledig uit. Is
het apparaat niet ingebouwd en heeft
het geen vaste aansluiting, trek dan ook
de aansluitkabel uit het stopcontact.
Pak de aansluitkabel bij de stekker
vast.
Bel nu de Technische Dienst.
Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar
niet weer wordt ingeschakeld en dat er
geen spanning op het apparaat komt,
totdat het defect is verholpen.
Reparaties mogen alleen door een
vakman worden uitgevoerd. Bij ondeskundig uitgevoerde reparaties loopt
de gebruiker grote risico’s en kan het
apparaat beschadigd raken. Open
nooit de ommanteling van het apparaat.
Als dit apparaat binnen de garan-
tieperiode defect raakt, mag het alleen door de Technische Dienst worden
gerepareerd, anders vervalt de garan
tie.
-
-
Het voorkomen van andere ge
varen
Als u een stopcontact in de buurt
van het apparaat voor een ander
apparaat gebruikt, mag het aansluit
snoer ervan niet tussen de deur van het
apparaat beklemd raken, anders kan
de kabelisolatie beschadigd raken. U
kunt dan een elektrische schok krijgen.
Aan de scharnieren van de deur
kunt u zich bezeren.
Zorg ervoor dat gerechten altijd
voldoende worden verhit. Eventue
le bacteriën in het eten worden alleen
gedood, wanneer de temperatuur hoog
genoeg is (> 70 °C) en lang genoeg
wordt aangehouden (> 10 min.).
Gebruik geen kunststof servies-
goed. Kunststof smelt bij hoge
temperaturen.
-
-
-
13
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpak
kingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling. Hergebruik van het ver
pakkingsmateriaal remt de afvalproduc
tie en het gebruik van grondstoffen.
Vaak neemt de leverancier de verpak
king terug. Als u de verpakking zelf
wegdoet, informeer dan bij de reini
gingsdienst van uw gemeente waar u
die kunt afgeven.
-
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Van een afgedankt apparaat kunnen de
onderdelen vaak nog waardevol zijn.
Zorg er daarom voor dat uw oude ap
paraat via de dealer of de gemeente
gerecycled kan worden.
Zorgt u ervoor dat het afgedankte ap
paraat tot die tijd buiten het bereik van
kinderen wordt opgeslagen.
Zie ook het hoofdstuk "Veiligheidsin
structies en waarschuwingen".
Als u het apparaat afdankt, trek dan
de stekker uit het stopcontact. Maak
de stekker en de aansluitkabel onbruikbaar. U voorkomt daarmee dat
het apparaat gevaar oplevert, bijvoorbeeld voor spelende kinderen.
-
-
-
14
Vóór het eerste gebruik
Informatie vooraf
Maakt u zich niet ongerust, wanneer u
ongewone geluiden hoort! Bij het vullen
en leeglopen van het stoomaggregaat
en bij het pompen ontstaan geluiden
die u ook van andere apparaten kent
die met water werken.
Wanneer het apparaat is ingeschakeld,
is tevens het geluid van de ventilator te
horen die de wasem uit de ovenruimte
afvoert. Als u het apparaat uitschakelt,
draait de ventilator nog enige tijd door.
Plak het typeplaatje dat bij de docu
mentatie is gevoegd op de daarvoor
bestemde plaats in de rubriek "Type
plaatje".
Bewaar de gebruiksaanwijzing goed en
geef deze door aan een eventuele vol
gende eigenaar.
-
-
-
15
Vóór het eerste gebruik
Het instellen van de
waterhardheid
Uw apparaat staat standaard ingesteld
op hardheidsgraad IV (4).
Mocht de waterhardheid in uw regio
hiervan afwijken, dan kunt u - voor zo
ver de Technische Dienst dat nog niet
gedaan heeft - zelf de juiste waterhard
heid instellen.
De programmakeuzeschakelaar moet
daarbij op "0" staan.
Ga als volgt te werk:
^ Druk op de - toets (MIN-toets) en
houd deze ingedrukt.
^ Kies met de programmakeuzescha-
kelaar het programma ONTKALKEN
k.
In het display verschijnt 4 1.
-
De hardheid van het water kunt u vast
stellen met behulp van de bijgeleverde
teststrip. Maar u kunt ook contact opne
men met het waterleidingbedrijf.
De waterhardheid wordt aangegeven in
hardheidsgraden (I tot IV) of in graden
Duitse hardheid (1 tot >21 °dH).
-
Hardheids-
graad
I11-7 °dH
II28-14 °dH
III315-21 °dH
IV4>21 °dH
Display-
weergave
-
-
° dH
De 1 geeft het programmanummer aan,
de knipperende 4 de geprogram
meerde hardheidsgraad.
^
Stel nu met de - of + toets de ge
wenste hardheidsgraad in, dus: III
(3), II (2) of I (1).
Zodra u de programmakeuzeschake
laar op een andere stand zet, wordt de
gekozen hardheidsgraad opgeslagen.
16
-
-
-
Reiniging voor het eerste
gebruik
Voor een correcte werking moet het ap
paraat voor het eerste gebruik worden
doorgespoeld. Gebruik daarvoor het
programma ONTKALKEN k, maar zon
der ontkalkingsmiddel.
Tijdens het doorspoelen wordt het
kookpunt van het water gejusteerd. Het
kookpunt wordt bepaald door de
hoogteligging van de woonplaats.
Wordt de justering niet uitgevoerd, dan
zal er te veel stoom vrijkomen, als u het
apparaat gebruikt.
Ga als volgt te werk:
^ Vul het waterreservoir met 1,0 l water
en schuif het in het apparaat. Sluit de
ovendeur.
Vóór het eerste gebruik
Draai niet aan de programmakeuze
schakelaar voordat de tijd is verstre
-
ken, anders moet u weer opnieuw
beginnen!
-
Wanneer de laatste 8 minuten zijn aan
gebroken, klinkt er een akoestisch sig
naal en ziet u afwisselend het volgende
in het display:
-
-
-
-
^ Kies met de programmakeuzescha-
kelaar het programma ONTKALKEN
k.
In het display verschijnt:
^
Druk op Start.
Het programma van 33 minuten loopt
af.
^ Gooi het waterreservoir leeg en vul
het opnieuw met 1,0 l water. Schuif
het reservoir in de oven en sluit de
deur.
^
Druk nu op Start.
Herhaal deze procedure nog twee keer,
als u een akoestisch signaal hoort.
Maakt u zich niet ongerust, als er vrij
veel stoom vrijkomt. Dat is normaal.
17
Vóór het eerste gebruik
Na afloop van het programma ver
schijnt in het display:
Zet de programmakeuzeschakelaar
^
op "0".
Wacht totdat het apparaat het reste
^
rende water teruggepompt heeft naar
het waterreservoir. Daarna kunt u de
deur openen.
Wanneer u de deur opent, komt er
hete stoom vrij. U kunt zich hieraan
branden!
Haal het waterreservoir uit de oven,
-
^
gooi het water weg en droog het re
servoir daarna af.
Veeg de ovenruimte met een doek
^
schoon. Vergeet daarbij niet de wa
semafvoer en de opvanggoot.
Laat de deur openstaan, zolang de
^
ovenruimte nog vochtig is.
Zie ook de rubriek "Ontkalken".
-
-
-
18
Voor ieder gebruik
Vul het waterreservoir.
^
Gebruik uitsluitend leidingwater,
geen gedestilleerd water of mine
raalwater!
Het waterniveau moet liggen tussen
1,0 l en 1,25 l.
Bediening
-
Overschrijd de maximummarkering
niet!
1,0 l water is voldoende voor een kook
tijd van ca. 20 minuten. Met 1,25 l is
een kooktijd tot 60 minuten mogelijk. U
kunt dan 4 porties bereiden.
^ Schuif bij elk gebruik de opvang-
schaal op de onderste inschuifhoogte in de oven, zodat het condenswater kan worden opgevangen.
Schuif het reservoir tot de aanslag in
^
het apparaat.
-
19
Bediening
Het instelprincipe
Om het apparaat in te stellen, gaat u
als volgt te werk:
A Kies het programma.
B Wijzig eventueel de voorgeprogram
meerde temperatuur.
C Stel de bereidingstijd in.
D Start het programma.
Het oplichten van een controlelampje
tussen de toetsen wijst u erop dat u een
volgende stap moet uitvoeren.
De verschillende stappen worden in de
volgende rubrieken uitvoerig beschreven.
Het kiezen van een programma
Ga als volgt te werk:
Draai de programmakeuzeschake
^
laar op het gewenste programma, bij
-
voorbeeld KOKEN groente Q1.
In het display verschijnt gedurende kor
te tijd de voorgeprogrammeerde tem
peratuur, bijvoorbeeld 100 °C.
-
-
-
-
20
Programma-overzicht
Bediening
ProgrammaVoorgepro-
grammeer-
de tempera-
tuur*
in °C
KOKEN universeel
Q
KOKEN groente
Q1
KOKEN
gevogelte, vlees
;G
KOKEN vis
_
BIOLOGISCH
KOKEN
Bio
Temperatuur
bereik
10080-100Voor inmaken en voor
10090-100Voor alle soorten
10090-100Voor alle soorten vlees
7570-95Voor alle soorten vis
7570-80Voor alle levensmid-
Toepassingen
-
levensmiddelen die
niet temperatuurge
voelig zijn
groente
die geschikt zijn voor
stomen, zoals casselerrib en gevogelte
delen die behoedzaam gekookt moeten
worden, zoals pastei
tjes en knoedels
-
-
ONTDOOIEN
N
VERWARMEN
P
ONTKALKEN
k
* De voorgeprogrammeerde temperatuur is de temperatuur die volgens onze
deskundigen de beste resultaten oplevert.
5550-60Voor het ontdooien
van vlees, vis, fruit,
etc.
9580-100Voor het verwarmen
van reeds bereide ge
rechten
--Voor ontkalken
-
21
Bediening
Het wijzigen van de
voorgeprogrammeerde
temperatuur
Zolang de voorgeprogrammeerde tem
peratuur in het display te zien is, kan
deze binnen bepaalde grenzen in stap
pen van 5 °C worden gewijzigd. Zie het
voorgaande "Programma-overzicht"
voor de voorgeprogrammeerde tempe
raturen en het temperatuurbereik.
Ga als volgt te werk:
Terwijl de voorgeprogrammeerde
^
temperatuur in het display te zien is,
kunt u met de toets + of - de temperatuur verhogen of verlagen.
Mocht het display al zijn overgescha
keld naar de bereidingstijd of de actue
le oventemperatuur, dan kunt u met één
druk op de omschakeltoets z/g weer
-
terug naar de voorgeprogrammeerde
temperatuur.
U kunt de voorgeprogrammeerde tem
peratuur op elk moment wijzigen, dus
zowel voor als tijdens een programma.
-
-
-
-
22
Bediening
De voorgeprogrammeerde temperatuur definitief veranderen
In de fabriek is voor elk programma een standaardtemperatuur ingesteld.
De voorgeprogrammeerde temperatuur is die temperatuur die volgens onze des
kundigen de beste resultaten oplevert.
Binnen bepaalde grenzen kunt u de voorgeprogrammeerde temperatuur ook defi
nitief veranderen.
De programmakeuzeschakelaar moet daarbij op "0" staan.
De knipperende cijfers op de eerste 3
posities geven de temperatuur aan, hier
100 °C. Het cijfer op positie 4 (hier een
2) staat voor het programma (zie de tabel).
^ Druk nu op de toets - of + om de
voorgeprogrammeerde temperatuur
te veranderen, bijvoorbeeld in 80 °C
voor het programma KOKEN univer
seel Q.
-
-
-
Zet de programmakeuzeschakelaar
^
op "0" als u geen andere voorgepro
grammeerde temperatuur meer wilt
veranderen.
Wanneer u een volgende keer het pro
gramma kiest, verschijnt de door u in
gestelde temperatuur, bijvoorbeeld
80 °C voor het programma KOKEN uni
verseel Q.
-
-
-
-
^
Druk op de omschakeltoets z/g om
naar het volgende programma over
te schakelen.
De gewijzigde waarde is nu opgesla
gen.
24
-
Bediening
Het instellen van de
bereidingstijd
Na de voorgeprogrammeerde tempera
tuur verschijnen in het display drie nul
len en het symbool voor de bereidings
tijd g.
Het controlelampje tussen de toetsen en + brandt.
Ga als volgt te werk:
^ Stel met de toets + of - de gewenste
bereidingstijd in, bijvoorbeeld 20 mi
nuten.
Zodra u een bereidingstijd heeft inge
steld, gaat het controlelampje tussen
de toetsen Stop en Start branden.
Zolang de bereidingstijd in het display
te zien is, kunt u deze op elk moment
veranderen, dus zowel voor als tijdens
een programma. Mocht het display al
zijn overgeschakeld, dan kunt u door
twee keer op de omschakeltoets z/g
te drukken weer terug naar de te veran
deren bereidingstijd.
De bereidingstijd die u voor de ver
schillende levensmiddelen moet instel
len, vindt u in de volgende tabellen of in
het kookboek. Daarbij is de bereidingstijd niet afhankelijk van de hoeveelheid,
maar wel de grootte van het product.
Grote aardappelen bijvoorbeeld moeten langer worden gekookt dan kleine.
Om er zeker van te zijn dat de aangegeven bereidingstijden toereikend zijn,
raden wij u aan niet meer dan 6-8 porties tegelijk te bereiden. Gebruik daarbij geschikt serviesgoed (zie ook de ru-
briek: "Kookgerei").
-
-
-
-
U kunt een tijd instellen tussen 1 minuut
(0:01) en 4 uur en 59 minuten (4:59).
25
Bediening
Start het programma.
Ga als volgt te werk:
Druk op Start.
^
De beide controlelampjes gaan uit en in
het display verschijnen de actuele
oventemperatuur, bijvoorbeeld 20 °C,
en het temperatuursymbool z.
26
Bediening
Nadat het programma is gestart hoort
u eerst een pompgeluid: er wordt nu
water uit het reservoir naar het stoom
aggregaat gepompt. Daarna begint de
opwarmfase. Het stijgen van de tempe
ratuur kunt u in het display volgen.
Zodra de ingestelde oventemperatuur
bereikt is, schakelt het display over
naar de ingestelde bereidingstijd en
begint de tijd af te lopen. Dit is te zien
aan de knipperende puntjes tussen de
cijfers.
-
Houdt u er rekening mee dat de totale
bereidingstijd (dus de tijd van het begin
tot het einde van een programma) be
staat uit de opwarmtijd en de inge
stelde kooktijd. De opwarmtijd (en
daarmee ook de totale bereidingstijd) is
afhankelijk van de te bereiden hoeveel
heid. Hoe groter de hoeveelheid, des te
langer de opwarmtijd.
Houdt u er verder rekening mee dat het
stoomaggregaat 3 minuten voor afloop
van de bereidingstijd uitgeschakeld
wordt. Zo wordt de in het apparaat
aanwezige warmte optimaal benut.
Deze functie wordt alleen geactiveerd,
als een temperatuur gekozen is van minimaal 85 °C bij een bereidingstijd van
ten minste 30 minuten. Of de functie
actief is, ziet u aan de letters EC in het
display.
-
-
-
27
Bediening
Het onderbreken van de
bereiding
U kunt een programma op elk moment
onderbreken.
Ga als volgt te werk:
Druk op Stop.
^
De dubbele punt in het display knippert
nu niet meer en het controlelampje tus
sen Stop en Start licht op.
De verwarming wordt uitgeschakeld en
de resterende bereidingstijd opgesla
gen.
U kunt nu de deur openen om bijvoorbeeld het gerecht om te roeren.
Wanneer u de deur opent, komt er
hete stoom vrij. U kunt zich hieraan
branden!
Haal het gerecht voorzichtig uit het
apparaat!
-
Een ander programma kiezen
Als u tijdens een programma met de
programmakeuzeschakelaar een ander
programma kiest, start dat programma
vanaf het begin.
Ga verder te werk zoals beschreven in
de voorgaande rubrieken.
-
Zo kunt u het programma voortzet
ten:
^
Sluit de deur.
^
Druk op Start.
Heeft u het programma slechts kort on
derbroken, dan zal de bereidingstijd in
het display verder aflopen, wanneer u
de ovendeur sluit.
Heeft u het programma vrij lang onder
broken, dan is het apparaat afgekoeld
en moet de oven eerst opwarmen. Tot
dat de ingestelde temperatuur bereikt
is, ziet u in het display de actuele oven
temperatuur. Pas als de oven op tem
peratuur is, loopt de resterende berei
dingstijd weer af.
28
-
-
-
-
-
-
-
Bediening
Na afloop van de bereidingstijd
Na afloop van de ingestelde berei
dingstijd klinkt er 5 keer een akoestisch
signaal en in het display verschijnen 4
nullen.
Elke minuut herinnert een signaal u er
aan dat u het gerecht nog uit de oven
moet halen.
U kunt het apparaat nu opnieuw gebruiken of uitschakelen.
Zo kunt u het apparaat opnieuw gebruiken:
^ Open de deur, zonder de program-
makeuzeschakelaar op "0" te zetten.
Met het openen van de deur wordt het
signaal uitgeschakeld.
-
-
Zo schakelt u het apparaat uit:
Zet de programmakeuzeschakelaar
^
op "0".
Het signaal wordt uitgeschakeld en de
displaymeldingen verdwijnen.
Wacht totdat het apparaat het reste
^
rende water teruggepompt heeft naar
het waterreservoir. Daarna kunt u de
deur openen.
Na gebruik
Haal het waterreservoir uit de oven,
^
gooi het water weg en droog het re
servoir af.
^ Veeg de ovenruimte schoon met een
doek. Denk ook aan de wasemafvoer
en de opvanggoot.
^ Laat de deur openstaan, zolang de
ovenruimte nog vochtig is.
-
-
Wanneer u de deur opent, komt er
hete stoom vrij. U kunt zich hieraan
branden!
Haal het gerecht voorzichtig uit het
apparaat!
^
Veeg voor een volgend gebruik de
ovenruimte schoon met een doek.
Denk ook aan de wasemafvoer en de
opvanggoot.
^
Stel nu een nieuwe bereidingstijd in
of kies een programma, temperatuur
en bereidingstijd, zoals beschreven
in de voorgaande rubrieken.
^
Druk op Start.
29
Bediening
Water bijvullen /
Waterreservoir ontbreekt
Bevindt zich het waterreservoir niet in
de oven, is het niet correct geplaatst of
is het niet vol genoeg als u een programma start, dan wordt dit aangege
ven door het symbool j naast het sym
bool p. U wordt ook akoestisch ge
waarschuwd.
Ga als volgt te werk:
^ Controleer het waterniveau en vul
eventueel water bij.
^ Plaats het waterreservoir tot de aan-
slag in het apparaat en sluit de deur.
^ Druk op Start.
-
-
Bevindt zich na het uitschakelen (de
programmakeuzeschakelaar staat op
"0") geen waterreservoir in het appa
raat, dan hoort u een akoestisch sig
naal. In het display verschijnt de mel
ding F1.
-
-
Ga als volgt te werk:
Plaats het waterreservoir in het appa
^
raat en sluit de deur.
Druk op Start.
^
Nu kan het resterende water uit het
stoomaggregaat naar het waterreser
voir worden teruggepompt.
-
-
-
-
-
De bereiding wordt nu weer voortgezet.
30
Bediening
Oververhittingsbeveiliging
Het apparaat is voorzien van een bevei
liging die de oven automatisch uitscha
kelt bij te hoge temperaturen in het
stoomaggregaat.
Dat de oven automatisch is uitgescha
keld, herkent u:
tijdens een programma aan het wis
–
selen van de weergave. In het dis
play wordt nu de dalende tempera
tuur weergegeven;
bij de start van een programma aan
–
het feit dat de oventemperatuur ook
na enige tijd niet stijgt.
-
-
Ga als volgt te werk:
Draai de schakelaar op "0" en wacht
-
^
tot de oven is afgekoeld.
Start het programma opnieuw.
^
Mocht de oven dan nog niet opwarmen,
neem dan contact op met de Techni
sche Dienst of met een erkend elektri
cien om de storing te verhelpen.
-
-
-
31
Bediening
Vergrendeling
Om te voorkomen dat het apparaat per
ongeluk wordt ingeschakeld, is het ap
paraat voorzien van een vergrendeling.
Zo activeert u de vergrendeling:
Kies het programma ONTKALKEN
^
k.
Druk minimaal 5 seconden op de
^
toets -.
In het display verschijnt het symbool
voor de vergrendeling a.
^ Zet de programmakeuzeschakelaar
weer op "0".
Het apparaat kan nu niet meer worden
bediend, totdat u de vergrendeling uitzet.
Zo schakelt u de vergrendeling uit:
Kies een willekeurig programma.
^
Druk minimaal 5 seconden op de
^
toets -.
Het symbool a verdwijnt uit het dis
play.
-
32
Kookgerei
Het apparaat wordt met roestvrijstalen
kookgerei geleverd. Daarnaast kunt u
nog andere ovenpannen bestellen, al
dan niet met gaten en met een verschil
lende grootte. Zo kunt u voor elk ge
recht de meest geschikte ovenpan ge
bruiken. Let hierbij op de volgende
punten.
Gebruik indien mogelijk ovenpannen
–
met gaten, bijvoorbeeld voor groen
ten. De stoom kan dan van alle kan
ten bij het gerecht, waardoor het ge
lijkmatig gaar wordt.
– Voedingsmiddelen met een relatief
grote doorsnede, zoals hele aardappelen, sluiten niet strak op elkaar
aan. Daardoor ontstaan holle ruimten
die voor stoom goed toegankelijk
zijn. De bereidingstijd blijft zo gelijk,
ook bij een volle ovenpan. U kunt
voor dit soort voedingsmiddelen ook
grotere ovenpannen gebruiken.
-
Praktische toepassingen
Compacte gerechten (zoals oven
–
schotels) en voedingsmiddelen met
een kleine doorsnede (zoals erwten
en asperges) vormen nauwelijks
holle ruimten, zodat de stoom nau
welijks kan binnendringen. De berei
-
-
-
-
dingstijd neemt dan ook met de vul
hoogte toe. Gebruik daarom bij voor
keur platte ovenpannen en vul deze
niet hoger dan 3-5 cm. Verdeel grote
hoeveelheden eventueel over meer
dere platte ovenpannen, zodat de
aanbevolen vulhoogte niet wordt
overschreden. Alleen dan gelden de
aangegeven bereidingstijden. Bij een
grotere vulhoogte neemt de bereidingstijd toe.
– Als u meerdere ovenpannen in de
oven plaatst, gebruik dan niet meer
dan één pan met horecamaat GN
Het bereidingsresultaat kan anders
ongelijkmatig worden.
– De capaciteit van het apparaat is vol-
doende voor 6-8 porties. Plaats geen
grotere hoeveelheden in de oven.
-
-
-
-
-
-
1
/2.
Meer gebruikstips vindt u in de volgen
de rubrieken en in het kookboek.
-
33
Praktische toepassingen
U kunt ook eigen kookgerei gebruiken.
Houdt u dan niet alleen rekening met
het voorgaande, maar ook met de vol
gende punten:
Het kookgerei moet bestand zijn te
–
gen temperaturen tot 100 °C. U kunt
bijvoorbeeld hittebestendig glas,
keramiek, porselein, roestvrij staal en
geëmailleerde pannen gebruiken.
Kookgerei met dikke wanden is min
–
der geschikt, omdat de aangegeven
bereidingstijden dan aanzienlijk toe
nemen.
Zet het kookgerei op het bijge
–
voegde rooster.
-
-
-
-
Houd tussen de rand van het servies
–
en de bovenwand van de ovenruimte
een afstand aan van minimaal 3 cm.
Zo is gewaarborgd dat de stoom
goed bij het gerecht kan.
middel tegen uitdrogen en de daar
mee verbonden nadelen. De ge
rechten blijven heerlijk vochtig en
sappig. Dat geldt niet alleen voor
groente, maar ook voor deegwaren,
nagerechten, vis en vlees.
U kunt elke inschuifhoogte kiezen en
–
tegelijk op meerdere niveaus koken.
Een en ander is niet van invloed op
de bereidingstijd.
– De gerechten worden niet bruin en
krijgen geen korstje. Ze worden behoedzaam gestoomd, niet gebraden
of gebakken. Dat is gezond en versterkt de eigen smaak van het voedingsmiddel.
– Wanneer u diepvriesproducten wilt
koken, bijvoorbeeld groente, let er
dan op dat deze niet samengeklonterd in de ovenpan liggen. Verklein
de blokken zo nodig. De bereidings
tijd komt overeen met die van verse
groente.
–
Bij stomen blijft de eigen smaak van
gerechten beter behouden dan bij
gewoon koken. Voeg daarom pas na
de bereiding kruiden en specerijen
toe.
-
Vul ovenpannen zonder gaten niet
–
-
verder dan tot de onderste rand als u
-
-
-
gerechten met water en dergelijke
bereidt.
Wellende voedingsmiddelen moeten
–
in vocht worden bereid. Deegwaren
moeten volledig met vocht zijn be
dekt. Bij rijst, peulvruchten en granen
dient de verhouding voedingsmid
del/water 1:1 te zijn.
Het kookvocht verdampt niet. Het
–
wordt opgenomen (zoals bij rijst) of
blijft geheel behouden (zoals bij een
pansgerechten). U kunt het vocht na
de bereiding gebruiken om er bijvoorbeeld een sausje van te maken.
– Vet ovenpannen met gaatjes in als u
daarin vis wilt bereiden. Vet ovenpannen zonder gaatjes in als u daarin eiergerechten wilt bereiden.
– Om te voorkomen dat bij koken op
twee niveaus smaakbeïnvloeding optreedt (door naar beneden druppelend vocht), is het aan te bevelen
ovenpannen met gaten onder in het
apparaat te schuiven en ovenpannen
zonder gaten erboven te plaatsen
(op het rooster).
-
-
-
38
Praktische toepassingen
Verwarmen
De stoomoven is ideaal voor het opwar
men van reeds bereide gerechten.
Ga als volgt te werk:
Doe het gerecht op een plat bord en
^
dek het geheel af met een diep bord
of hittebestendige folie.
U kunt in uw oven ingevroren producten
ontdooien. De ontdooitijden zijn dan
aanzienlijk korter dan bij ontdooien op
kamertemperatuur.
Ga als volgt te werk:
Leg het gerecht in een ovenpan of op
^
het rooster.
Kies het programma ONTDOOIEN N.
^
Wijzig eventueel de temperatuur (zie
^
tabel).
Stel de ontdooitijd in (zie tabel).
^
^ Druk op Start.
Tips voor het ontdooien
– Gebruik bij het ontdooien van levens-
middelen waarbij vocht vrijkomt, zoals gevogelte, het rooster met daaronder de opvangschaal. De levensmiddelen komen dan niet in het vrijkomende vocht te liggen.
Gooi het vocht dat bij het ontdooien
van gevogelte vrijkomt meteen weg
en gebruik het in geen geval voor
iets anders! Salmonellagevaar!
Vis hoeft voor de bereiding niet hele
–
maal te worden ontdooid. Het is vol
doende als de buitenkant zacht ge
noeg is om de kruiden op te nemen.
Keer de levensmiddelen na de helft
–
van de ontdooitijd om. Maak produc
ten die aan elkaar kleven (zoals bes
sen en stukken vlees of vis) los en
verdeel ze zo goed mogelijk.
Laat na afloop de levensmiddelen
–
nog enige tijd bij kamertemperatuur
staan. Door deze doorwarmtijd (zie
tabel) kan het product gelijkmatig
ontdooien.
– Als levensmiddelen eenmaal zijn ont-
dooid, mogen ze niet nog eens worden ingevroren.
– Ontdooi ingevroren
kant-en-klaargerechten volgens de
aanwijzingen op de verpakking.
– Ontdooi gebak in een gesloten diep-
vrieszak.
-
-
-
-
-
–
Levensmiddelen waarbij tijdens het
ontdooien geen vocht vrijkomt, kunt
u zo uit de verpakking op het rooster
of in een schaal doen.
41
Praktische toepassingen
Inmaken
Kies voor het inmaken het programma
KOKEN universeel Q.
* De aangegeven inmaaktijden hebben betrek
king op 1-l-potten. Voor weckpotten van 0,5 l
moet de inmaaktijd met 15 minuten worden ver
kort, voor potten van 0,25 l met 20 minuten.
-
Tempera
tuur in °C
80
80
80
80
85
85
85
85
85
90
90
90
90
90
90
90
90
90
90
Inmaaktijd
in minu
ten*
55
45
50
55
55
55
55
55
55
50
65
55
120
120
90
90
90
90
90
Ga als volgt te werk:
Schuif de opvangschaal in de oven
^
(inschuifhoogte 1) en leg het rooster
op de schaal.
Neem weckpotten die ongeveer even
^
-
groot zijn en plaats deze zo op het
rooster dat ze elkaar niet raken.
Zo kan de hete stoom ongehinderd tus
sen de weckpotten komen.
Wij adviseren de potten als volgt in de
oven te zetten (zie afbeelding):
2 achter
2 voor
^ Kies het programma KOKEN univer-
seel Q en verlaag de voorgepro
grammeerde temperatuur tot 80 90 °C (zie tabel).
^
Stel de inmaaktijd in (zie tabel).
^
Druk op Start.
^
Maak gebruik van de restwarmte en
haal de weckpotten pas 30 minuten
-
na het uitschakelen uit de ovenruim
-
te.
^
Laat de potten daarna ca. 24 uur
langzaam afkoelen, afgedekt met een
doek.
-
-
-
42
Praktische toepassingen
Het bereiden van complete maaltijden
GerechtProgrammaTijd in minuten
1.Casselerrib met zuurkool,
gekookte aardappelen
2.Boerenkool met worst,
gekookte aardappelen
3.Hutspot: aardappelen,
worteltjes en uien,
sudderlapje
4.Macaronischotel,
ratatouille
5.Gevulde zeetongrolletjes,
Risi-Bisi
6.Vis met Chinese groente,
rijst
U kunt veel tijd en energie besparen, wanneer u in uw oven complete maaltijden
bereidt.
Enkele voorbeelden ziet u in bovenstaande tabel. Meer informatie vindt u in het
kookboek.
Q
|
|
|
|
I
|
|
e
_
|
I
e
20
20
20
20
20
12
120
20
16
10-12
30-40
35-45
30-40
43
Praktische toepassingen
Ga als volgt te werk:
Schuif meerdere stoomovenpannen
^
in het apparaat of zet het betreffende
kookgerei naast of boven elkaar op
het ingeschoven rooster.
Gebruik voor de opvangschaal de
^
onderste inschuifhoogte.
Omdat de verschillende bestanddelen
van een gerecht niet altijd dezelfde bereidingstijd hebben, moeten ze op verschillende tijdstippen in de oven worden gezet. Om dat op het juiste moment te doen, gaat u als in het volgende voorbeeld te werk:
Zet eerst het gerecht met de langste
^
kooktijd in de oven, in dit geval de
macaronischotel.
Stel het verschil in kooktijd in, dus de
^
tijd tot het moment waarop het vol
gende product in de oven moet. In
ons voorbeeld: 4 minuten.
Druk op Start.
^
Het apparaat onderbreekt na 4 minuten
automatisch het kookproces.
Zet nu het tweede product (de rata
^
touille) in de oven.
^ Stel de kooktijd voor de ratatouille in,
dus 16 minuten.
^ Druk opnieuw op Start.
Na afloop van de bereidingstijd klinkt er
een akoestisch signaal en kunt u het
complete gerecht uit de oven halen.
-
-
Macaronischotel20 minuten
met
ratatouille16 minuten
(menu 4 uit de voorgaande tabel).
44
Praktische toepassingen
Blancheren
In uw oven kunt u heel goed groenten
en fruit blancheren om deze daarna in
te vriezen.
Ga als volgt te werk:
Doe de voorbereide groente (het
^
fruit) in een ovenpan met gaten.
Zet de ovenpan op het rooster en
^
schuif de opvangschaal in de oven
(onderste inschuifhoogte).
Kies het programma KOKEN groente
^
Q1.
^ Stel een tijd in van 1-2 minuten.
^ Druk op Start.
^ Dompel de groente (het fruit) in ijs-
water om het product snel af te koelen en laat het daarna goed uitdruppelen.
U kunt de groente (het fruit) nu invriezen.
Het steriliseren/desinfecteren
van zuigflessen
In het apparaat kunt u ook zuigflessen
(en ander servies) desinfecteren. Na af
loop van het programma zijn ze dan
kiemvrij zoals bij het bekende uitkoken.
Controleer wel eerst of alle onderdelen
(ook de speen) bestand zijn tegen tem
peraturen tot 100 °C.
Ga als volgt te werk:
Schuif de opvangschaal in de oven
^
(inschuifhoogte 1) en leg het rooster
op de schaal.
^ Haal het flesje uit elkaar en leg de
onderdelen zo op het rooster dat
deze elkaar niet raken. De hete
stoom kan nu onbelemmerd alle on-
derdelen bereiken.
^ Kies het programma KOKEN univer-
seel Q.
^ Stel een tijd in van 15 minuten.
^
Droog na afloop alle onderdelen
goed af met een schone theedoek.
Zet de zuigflessen pas weer in elkaar
als deze helemaal droog zijn. Alleen
zo voorkomt u dat er opnieuw kiem
vorming optreedt.
-
-
-
45
Reiniging en onderhoud
Algemeen
Reinig het apparaat na elk gebruik en
wrijf het daarna weer droog. Laat het
apparaat wel eerst afkoelen.
Sluit de ovendeur pas als het apparaat
helemaal opgedroogd is.
Gebruik nooit een stoomreiniger
voor het reinigen van dit apparaat.
De stoom kan in aanraking komen
met onder spanning staande delen
en zo een kortsluiting veroorzaken.
Bovendien kunnen door de stoom
het oppervlak en onderdelen van het
apparaat blijvend beschadigd ra
ken, waarvoor de fabrikant niet aan
sprakelijk kan worden gesteld.
Gebruik nooit zand-, soda-/alkali-,
zuur- of chloridehoudende reini
gingsmiddelen, dan wel ovenspray,
reinigingsmiddelen voor vaatwassers, staalwol, ruwe sponzen of harde borstels. Gebruik ook geen sponzen of andere hulpmiddelen die nog
resten schuurmiddel bevatten. Deze
tasten het oppervlak aan.
-
-
-
46
Reiniging en onderhoud
Front
U kunt het front en het bedieningspa
neel afnemen met een doekje en warm
water waaraan een beetje afwasmiddel
is toegevoegd. Wrijf alles daarna met
een zachte doek droog.
Bij apparaten met aluminium (zie type
plaatje) en/of metaalkleurige bedie
ningselementen:
De aluminium delen van het front en de
metaalkleurige bedieningselementen
zijn kras-, alkali- en zuurgevoelig.
Reinig het front dan ook behoedzaam
en zoals hierboven is aangegeven. Ge
bruik in geen geval reinigingsmiddelen
voor roestvrij staal of middelen met een
kalkoplossende werking! Verwijder
eventuele verontreinigingen meteen.
Langdurige inwerking kan aantasting
van de oppervlakken tot gevolg hebben.
Bij apparaten met roestvrijstalen front:
Voor het reinigen van roestvrijstalen oppervlakken adviseren wij speciale
reinigings- en onderhoudsmiddelen.
Let erop dat u deze middelen alleen
met de slijprichting mee gebruikt. De
middelen zijn verkrijgbaar bij de fabri
kant en de vakhandel.
-
-
-
Opvangschaal, rooster,
stoomovenpan
Het is aan te bevelen om de opvang
schaal, het rooster en de ovenpan na
elk gebruik af te wassen en af te dro
gen.
-
Alle genoemde accessoires kunt u in
de afwasautomaat reinigen.
-
-
-
47
Reiniging en onderhoud
Uitneembare ovendeur en
opvangplaat
U kunt gemakkelijker bij de ovenruimte
en alleen maar bij de opvangplaat w,
als u de ovendeur verwijdert.
Ga als volgt te werk:
Zet de ovendeur helemaal open.
^
Klap de vergrendelingsbeugels van
^
de deurscharnieren omhoog.
Trek de deur met beide handen ge
^
lijkmatig naar boven toe uit de schar
nieren (zie afbeelding).
^ Trek de opvangplaat w er uit. Na het
reinigen en afdrogen schuift u de
plaat weer terug.
-
-
^
Sluit de deur langzaam, totdat de
omhooggeklapte vergrendelingsbeu
gels de ovenrand raken.
48
-
Zo hangt u de deur weer in:
^
Zet de deur op de scharnieren.
^
Open de deur helemaal.
^
Duw de vergrendelingsbeugels te
rug.
^
Sluit de deur.
-
Reiniging en onderhoud
Ovenruimte
Het is aan te bevelen de ovenruimte, de
deurdichting en de binnenkant van de
deur na elk gebruik te reinigen. Laat
daarvoor eerst de oven afkoelen.
Het meeste vuil kunt u moeiteloos ver
wijderen met een doekje, warm water
en afwasmiddel.
Wis de ovenruimte daarna uit met een
doek en schoon water. Ten slotte wrijft u
de ovenruimte droog, eveneens met
een doek.
-
Geleiderails
U kunt de ovenruimte gemakkelijker rei
nigen, als u eerst de beide geleiderails
verwijdert.
Ga als volgt te werk:
Trek aan de bevestigingsknop. U
^
kunt nu de geleiderails gemakkelijk
uitnemen: eerst aan de voorkant los
halen a, dan uit de achterwand trek
ken b (zie afbeelding).
De geleiderails kunnen in de vaatwasser of in een sopje worden gereinigd.
Plaats de geleiderails in omgekeerde
volgorde terug. Dus eerst achter insteken en dan aan de voorkant er in druk
ken.
-
-
-
-
49
Reiniging en onderhoud
Koppelingsventiel
Het koppelingsventiel van het waterre
servoir bestaat uit de ventielinzet t,
het rubberen element u en de O-ring
v. Ook in de oven bevindt zich een
koppelingsventiel. Dat bestaat echter
alleen uit een ventielinzet t.
De koppelingsventielen of delen daarvan moeten worden vervangen,
– als zich onder in de ruimte voor het
waterreservoir meer water bevindt
dan anders;
Controleer eerst de koppelingsven
tielen. Is onduidelijk welk onderdeel de
fect is, vervang dan de ventielinzetten
t van het waterreservoir en het appa
raat. Is het probleem nu nog niet ver
holpen, vervang dan achtereenvolgens
de O-ring v en het rubberen element
u.
Zo vervangt u de ventielinzet t:
Haal de ventielinzet met de spitse
^
kant van het gereedschap (niet bijge
leverd, zie "Bij te bestellen accessoi
-
res") uit het waterreservoir dan wel uit
het apparaat.
Bij het waterreservoir
-
-
-
-
-
-
–
als er een akoestisch signaal klinkt
en het symbool voor "Water bijvullen"
oplicht, hoewel het waterreservoir vol
en correct geplaatst is.
50
Bij het apparaat
Reiniging en onderhoud
Steek de nieuwe ventielinzet t op de
^
stompe kant van het gereedschap.
Steek het gereedschap in de ope-
^
ning van het koppelingsventiel.
Let u er op dat de dichtingsring van de
ventielinzet zich aan de voorkant be
vindt.
^ Druk de ventielinzet met de stompe
kant van het gereedschap vast.
-
Trek het lange gedeelte, eventueel
^
met een pincet of punttang, door de
opening, zodat de kleine verdikking
zich in het waterreservoir bevindt.
Zo vervangt u de O-ring v van het
waterreservoir:
Leg het waterreservoir op een zijkant.
^
Haal met uw nagel, een mesje of een
^
kleine schroevendraaier de O-ring
iets omhoog.
Verwijder de oude O-ring.
^
^ Schuif de nieuwe ring op het kop-
pelingsventiel. Smeer de ring vervol-
gens in met het bijgeleverde silico-
nenvet (zie ook de rubriek "O-ring").
Zo vervangt u het rubberen element
u van het waterreservoir:
^
Trek het oude element uit het kop
pelingsventiel.
^
Bevochtig het nieuwe element met
water.
^
Druk het nieuwe element zo in het
koppelingsventiel dat het lange ge
deelte ervan door de opening in het
waterreservoir steekt.
-
-
51
Reiniging en onderhoud
O-ring
Na verloop van tijd kan het voorkomen
dat u het waterreservoir alleen nog met
moeite tot de aanslag in het apparaat
kunt schuiven c.q. eruit halen.
Smeer in dat geval de zwarte O-ring v
op het koppelingsventiel in met het bij
geleverde siliconenvet (zie de rubriek
"Bijgeleverde accessoires"). Haal de
O-ring daarvoor niet van het ventiel en
gebruik slechts een kleine hoeveelheid
vet.
Let op!
– Verwijder siliconenvet dat op de huid
terechtkomt door afwissen of afspoelen.
– Als het vet in de ogen komt, moeten
de ogen met veel water worden gespoeld.
Gebruik voor het insmeren alleen het
bijgeleverde siliconenvet en beslist
geen margarine, olie of andere huis
houdvetten. De O-ring kan hierdoor
uitzetten.
-
-
– Waarschuw een arts, als het vet
wordt doorgeslikt.
52
Reiniging en onderhoud
Ontkalken
Na een bepaalde bedrijfsduur moet u
het apparaat ontkalken. De oven maakt
u hierop attent.
Als in het display na het kiezen van een
programma korte tijd de melding j 5
verschijnt, moet het apparaat binnen
kort worden ontkalkt.
Het display geeft aan dat u het apparaat nog 5 keer kunt gebruiken, voordat
het geblokkeerd wordt. Ontkalkt u het
apparaat niet meteen, dan verschijnt bij
een volgend gebruik het getal 4, etc.
-
Staat in het display j 0,
dan wordt het apparaat geblokkeerd en
klinkt er een akoestisch signaal.
U kunt het apparaat pas weer in ge
bruik nemen, als u het heeft ontkalkt.
-
53
Reiniging en onderhoud
Gebruik voor het ontkalken uitslui
tend ontkalkingsmiddelen op ci
troenzuurbasis. Houdt u zich aan de
aanwijzingen op de verpakking. Ge
bruik nooit azijn of azijnhoudende
middelen! Deze kunnen in het appa
raat corrosie veroorzaken.
-
In het display verschijnen het symbool
-
j (naast het symbool voor ontkalken
k) en de tijdsaanduiding 33 minuten.
Tegelijkertijd licht het controlelampje op
-
tussen de toetsen Stop en Start.
-
Voorkom bij apparaten met alumini
um delen (zie typeplaatje) dat het
ontkalkingsmiddel op het aluminium
terechtkomt. Er kunnen anders vlek
ken ontstaan. Wis eventuele spatten
meteen weg.
Ga als volgt te werk:
^ Verdun een gewoon ontkalkingsmid-
del op citroenzuurbasis met water
(totaal 1 liter).
^ Vul de oplossing in het waterreservoir
en schuif het reservoir tot aan de
aanslag in het apparaat.
^
Kies het programma ONTKALKEN
k.
-
-
^ Druk op Start.
Is er sinds de start van het ontkalkings-
programma meer dan 1 minuut verstreken, dan kan het programma niet
meer worden onderbroken. U kunt pas
weer een ander programma kiezen, als
het ontkalkingsproces geheel is afge
sloten.
Draai nooit voor afloop van de tijd
aan de programmakeuzeschakelaar,
anders moet u weer van voren af
aan beginnen.
-
54
Reiniging en onderhoud
Wanneer de laatste 8 minuten zijn aan
gebroken, klinkt er een akoestisch sig
naal en ziet u afwisselend het volgen
de:
^ Gooi het waterreservoir leeg en vul
het opnieuw met 1,0 l water. Schuif
het reservoir in de oven en sluit de
deur.
^ Druk op Start.
Vul het reservoir nog twee keer met
schoon water, als u een akoestisch signaal hoort. Maakt u zich niet ongerust,
als er vrij veel stoom vrijkomt. Dat is
normaal.
Na afloop van het programma ver
schijnt in het display:
-
-
Wanneer u de deur opent, komt er
hete stoom vrij. U kunt zich hieraan
branden!
Haal het waterreservoir uit de oven,
^
gooi het water weg en droog het re
servoir af.
Veeg de ovenruimte schoon met een
^
doek. Denk ook aan de wasemafvoer
en de opvanggoot.
Laat de deur openstaan, zolang de
^
ovenruimte nog vochtig is.
Mocht tijdens het ontkalken de stroomuitvallen, dan verschijnt na de stroomstoring weer de begintijd van 33 minuten in het display en licht het controlelampje op tussen de toetsen Stop en
Start.
^ Druk opnieuw op Start.
Wanneer u gedurende de stroomsto-
ring de instelling van de programmakeuzeschakelaar wijzigt, blijft het dis-
play na de stroomstoring donker. Het
controlelampje tussen de toetsen Stop
en Start knippert.
^
Kies nogmaals het programma ONT
KALKEN k en druk op Start.
-
-
^
Zet de programmakeuzeschakelaar
op "0".
^
Wacht totdat het apparaat het reste
rende water teruggepompt heeft naar
het waterreservoir. Daarna kunt u de
deur openen.
-
55
Nuttige tips
Elektrische apparaten mogen alleen
door vakmensen worden geïnstal
leerd en gerepareerd. Ondeskundig
uitgevoerde installatie- en/of repara
tiewerkzaamheden kunnen een
groot gevaar voor de gebruiker ople
veren.
De volgende storingen kunt u echter
zelf verhelpen.
Wat moet u doen als ...
Schakel daarna de hoofdschakelaar en
de aardlekschakelaar weer in.
-
Als u het apparaat daarna nog steeds
niet in gebruik kunt nemen, neem dan
-
contact op met de Technische Dienst.
-
... u het waterreservoir slechts met
moeite tot de aanslag kunt inschui
ven dan wel uit het apparaat kunt ha
len?
Smeer de O-ring van het koppelings
ventiel in met een beetje siliconenvet,
zoals beschreven in de rubriek "O-ring".
-
-
-
... u na het uitschakelen van de oven
nog een ventilatorgeluid hoort?
Het apparaat is voorzien van een ventilator die de wasem uit de ovenruimte
afvoert. Als u het apparaat uitschakelt,
draait de ventilator nog enige tijd door.
... het apparaat na het inschakelen
niet heet wordt?
Controleer of
–
u op Start gedrukt heeft.
–
de vergrendeling ingeschakeld is.
–
de oververhittingsbeveiliging geacti
veerd is (zie de rubriek "Oververhit
tingsbeveiliging").
–
de zekering van de huisinstallatie
doorgeslagen is.
Is dat niet het geval, haal dan ca. 1 mi
nuut de elektrische spanning van het
apparaat en wel als volgt:
–
Schakel de hoofdschakelaar van de
huisinstallatie uit of
–
schakel de aardlekschakelaar uit.
-
... bij gebruik van het apparaat zeer
veel stoom vrijkomt?
Waarschijnlijk heeft u het apparaat niet
voor het eerste gebruik doorgespoeld
met het programma ONTKALKEN k.
Doe dit alsnog, zoals beschreven in de
rubriek "Reiniging voor het eerste gebruik". Tijdens dit proces wordt het
kookpunt van het water gejusteerd.
Wordt de justering niet uitgevoerd, dan
kan er te veel stoom vrijkomen.
Is het probleem daarna nog niet verhol
pen, neem dan contact op met de
Technische Dienst.
-
... bij koken met het apparaat op on
gebruikelijke plaatsen stoom uit de
ovendeur komt?
Controleer of de deurdichting
–
overal goed aansluit. Druk de dich
ting eventueel zo aan dat deze over
al goed zit.
–
beschadigd is (scheurtjes e.d.). De
dichting moet dan worden ver
vangen. Neem hiervoor contact op
met de Technische Dienst.
-
-
-
-
-
56
Nuttige tips
... in het display het symbool p j
verschijnt en u een akoestisch sig
naal hoort?
Controleer of
het waterreservoir tot aan de aanslag
–
in het apparaat geschoven is.
er genoeg water in het reservoir zit.
–
onderdelen van het koppelingsven
–
tiel poreus of brokkelig geworden zijn
en vervangen moeten worden. Ga
dan te werk zoals beschreven in de
rubriek "Koppelingsventiel".
... in het display kj 0 verschijnt?
Het apparaat is geblokkeerd en moet
worden ontkalkt (zie de rubriek "Ontkalken").
-
-
... in het display de oventemperatuur
en het temperatuursymbool knippe
ren?
De stroom is tijdens het programma uit
gevallen. Druk opnieuw op Start.
... er na het uitschakelen van het ap
paraat (programmakeuzeschakelaar
op "0") een akoestisch signaal klinkt
en in het display F1 verschijnt?
Controleer of het waterreservoir voor
het terugpompen van het resterende
water in het apparaat geplaatst is.
-
-
-
57
Techniek
Elektrische aansluiting
Aansluiting op een geaard stopcontact
wordt aanbevolen, omdat dat eventuele
werkzaamheden van de Technische
Dienst gemakkelijker maakt. Het stop
contact moet ook na het inbouwen toe
gankelijk zijn.
Wordt de stekker verwijderd, dan mag
dit apparaat uitsluitend door een er
kend elektricien op het elektriciteitsnet
worden aangesloten. Deze is op de
hoogte van de landelijke voorschriften
en de voorschriften van het plaatselijke
energiebedrijf. Het apparaat mag al
leen worden aangesloten op een huisinstallatie die volgens NEN 1010 is geïnstalleerd.
Is het stopcontact niet toegankelijk of is
er sprake van een vaste aansluiting,
dan moet het apparaat via een schakelaar met alle polen van de netspanning
kunnen worden losgekoppeld. De contactopening in uitgeschakelde toestand
moet minimaal 3 mm bedragen. Geschikt zijn zelf-uitschakelaars, ze
keringen en relais (EN 60 335).
-
-
-
-
Technische gegevens
Aansluitwaarde:
Zie typeplaatje.
-
Aansluiting op:
AC 230 V / 50 Hz
Zekering: 0 10 A
Aardlekschakelaar:
Om extra veiligheid te kunnen garande
ren, wordt in de EU-voorschriften en
-richtlijnen voor Nederland geadviseerd
de huisinstallatie van een aardlekschakelaar (30 mA) te voorzien.
Bij een beveiliging ß 100 mA kan het
voorkomen dat de aardlekschakelaar
reageert, als het apparaat wordt ingeschakeld, nadat het enige tijd niet
gebruikt is.
-
Wordt de aansluitkabel vervangen, dan
moet een leiding van het type H 05
RR-F (rubberen isolatie) of H 05 VV-F
(PVC-isolatie) worden gebruikt. De aan
sluitkabel mag alleen door de Techni
sche Dienst of door een erkend elektri
cien worden vervangen.
Voordat u het apparaat aansluit, dient u
de aansluitgegevens (spanning en fre
quentie) op het typeplaatje te verge
lijken met de waarden van het elektrici
teitsnet. Deze gegevens moeten beslist
overeenkomen.
58
-
-
-
-
-
-
Technische Dienst
Bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u
- uw Miele-vakhandelaar
of
- de Technische Dienst van Miele Nederland B.V.
Techniek
Het adres en de telefoonnummers van Miele Nederland B.V. en de diverse afde
lingen vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling is het noodzakelijk dat de Technische Dienst
weet welk type apparaat u heeft en welk serienummer dat heeft. Beide gegevens
vindt u op het typeplaatje.
Voor informatie over het Miele-Service-Verzekering-Certificaat kunt u zich wen
den tot uw Miele-vakhandelaar of de bijgaande folder raadplegen.
-
-
Typeplaatje
Plak hier het bijgevoegde typeplaatje. Controleer of de gegevens op het typeplaatje kloppen met de gegevens op het titelblad van deze gebruiksaanwijzing.
59
Wijzigingen voorbehouden / 4903
M.-Nr. 05 075 650 / 06
Dit papier bestaat uit 100% chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.