Lees altijd eerst de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw
toestel installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BEM.-Nr. 11 756 730
Inhoud
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.....................................................3
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu ........................................... 12
Deze dampkap voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade
tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voordat u de dampkap in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de montage, de veiligheid, het gebruik
en het onderhoud. Daardoor beschermt u zichzelf en vermijdt u
beschadigingen aan de dampkap.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u
uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van het toestel en
de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te volgen.
Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door
aan een eventuele volgende eigenaar.
Verantwoord gebruik
Deze dampkap is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Deze dampkap is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik de dampkap uitsluitend in huishoudelijke context voor het
wegzuigen van kookdampen die ontstaan bij het bereiding van gerechten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
De dampkap mag in de recirculatiemodus boven een gaskookstel
niet gebruikt worden voor het ventileren van de plaats van opstelling.
Raadpleeg een gasprofessional.
3
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de dampkap niet in
staat zijn om deze veilig te bedienen, mogen de dampkap alleen onder toezicht gebruiken.
Deze personen mogen de dampkap alleen zonder toezicht gebruiken
als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedienen. Ze moeten
de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en
begrijpen.
Kinderen in het gezin
Houd kinderen onder 8jaar bij de dampkap vandaan, tenzij u
voortdurend toezicht houdt.
Kinderen vanaf 8jaar mogen de dampkap alleen zonder toezicht
gebruiken als ze weten hoe ze de dampkap veilig moeten bedienen.
Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening
kunnen inzien en begrijpen.
Kinderen mogen de dampkap niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de
dampkap bevinden. Laat kinderen nooit met de dampkap spelen.
De kookplaatverlichting is heel sterk.
Zorg dat vooral baby's niet direct in de lampen kijken.
Verstikkingsgevaar. Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal
over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen weg
van kinderen.
4
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of repara-
tiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen. Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen
door een door Miele geautoriseerde deskundige worden uitgevoerd.
Schade aan de dampkap kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer de dampkap op zichtbare schade. Gebruik nooit een beschadigde dampkap.
De elektrische veiligheid van de dampkap is uitsluitend gegaran-
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
De dampkap kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als zij
op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
van de dampkap moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeenkomen om beschadiging van de dampkap te voorkomen.
Vergelijk deze aansluitgegevens voordat u het toestel aansluit. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Deze dampkap mag niet op het elektriciteitsnet worden aangeslo-
ten via meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren die daarvoor
niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik uw dampkap enkel in geïnstalleerde toestand. Enkel dan
is een veilige werking gewaarborgd.
Deze dampkap mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Raak geen onderdelen aan die onder spanning staan. Verander
niets aan de elektrische en mechanische opbouw van het toestel.
Open de ommanteling van de dampkap slechts zo ver als in het kader van de montage en de reiniging is toegestaan. Open in geen geval overige delen van de ommanteling.
Worden deze instructies niet opgevolgd, dan kunnen gebruikers een
elektrische schok krijgen en is het mogelijk dat het toestel niet meer
goed functioneert.
Het recht op garantie vervalt wanneer de dampkap door een tech-
nische dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel bij gebruik van originele Miele-onderdelen garandeert Miele
dat aan de veiligheidseisen wordt voldaan. Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een er-
kend vakman/vakvrouw worden vervangen.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er
geen elektrische spanning op de dampkap staan. Dat is het geval als
aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
- de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
- de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting zijn er geheel
uitgedraaid of
- de stekker (indien aanwezig) is uit de contactdoos getrokken. Trek
daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gelijktijdig gebruik met een toestel dat lucht uit dezelfde ruimte verbruikt
Dit kan levensgevaarlijk zijn!
Wees heel voorzichtig als u de dampkap tegelijk gebruikt met verbrandingssystemen die lucht uit dezelfde ruimte gebruiken of gebruikmaken van dezelfde afvoerinstallatie.
Dergelijke verbrandingssystemen halen de lucht die nodig is voor
de verbranding uit de ruimte waar het systeem zich bevindt en
voeren de rookgassen af via een afvoerkanaal (bijvoorbeeld via
een schoorsteen). Dit kunnen bijvoorbeeld gas-, olie-, hout- of
kolenkachels zijn, maar ook gasboilers, warmwaterketels op gas,
gaskookplaten en gasovens.
De dampkap zuigt lucht uit de keuken en de aangrenzende ruimten. Dit geldt bij:
- luchtafvoer en bij
- luchtcirculatie met een buiten het vertrek geplaatste luchtcirculatiebox.
Als de luchtaanvoer niet voldoende is, ontstaat er onderdruk. Het
verbrandingssysteem krijgt te weinig lucht. De verbranding wordt
negatief beïnvloed.
Giftige verbrandingsgassen kunnen uit de schoorsteen of een ander luchtafvoerkanaal naar de woonruimten geleid worden.
Levensgevaarlijk!
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het gelijktijdige gebruik van de dampkap en een verbrandingssysteem in dezelfde ruimte is ongevaarlijk als de onderdruk niet groter
is dan 4Pa (0,04mbar). In dat geval is er geen gevaar dat verbrandingsgassen worden teruggezogen.
Er zullen geen onderdrukproblemen ontstaan als door niet-afsluitbare openingen bijvoorbeeld in deuren of ramen voldoende lucht in
de ruimte kan komen. De diameter van de opening waardoor de
lucht naar binnen stroomt, moet dan wel groot genoeg zijn. Alleen
een muurkast voor luchttoevoer/luchtafvoer is meestal niet toereikend.
Bij de beoordeling van een en ander dient men altijd rekening te
houden met de totale ventilatie van de woning. Raadpleeg in ieder
geval een vakman.
Wanneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt en de
lucht wordt teruggevoerd in de ruimte waar het toestel is geplaatst,
is gelijktijdig gebruik van een dampkap en een verbrandingstoestel
in dezelfde ruimte niet gevaarlijk.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veilig gebruik
Bij open vuur bestaat brandgevaar.
Werk nooit met open vuur onder de dampkap. Bijvoorbeeld het flamberen en grillen met open vlam is niet toegestaan. Als de dampkap
ingeschakeld is, worden de vlammen in de filter gezogen. Vetresten
kunnen vuur vatten.
Sterke hitte-ontwikkeling op een gaskookplaat kan de dampkap
beschadigen.
- Let er bij gebruik van de dampkap boven een gaskookplaat of
gasfornuis op, dat er altijd een pan staat op de gaspit die in gebruik is. Draai de gaspit ook uit, wanneer u de pan even van het
gas neemt.
- Kies pannen die niet groter of kleiner zijn dan de kookzone.
- Regel de stand van het gas zo dat er geen gas langs de pan omhoog komt.
- Zorg ervoor dat u een pan nooit overmatig verhit, zoals dit bij het
wokken snel gebeurt.
Condenswater kan zorgen voor corrosieschade aan de dampkap.
Schakel de dampkap altijd in als u een kookzone gebruikt om ophoging van condenswater te voorkomen.
Olie en vet kunnen bij oververhitting vanzelf ontbranden en daarbij
de dampkap in brand zetten.
Let op potten, pannen en friteuses wanneer u met olie en vet werkt.
Ook het grillen op elektrische griltoestellen moet daarom onder continu toezicht plaatsvinden.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik de dampkap nooit zonder vetfilters om te voorkomen dat
zich vuil en vet in de dampkap afzetten,
waardoor deze op den duur niet meer goed zal functioneren.
Hou ermee rekening dat de dampkap bij het koken door de opstij-
gende hitte erg warm kan worden.
Raak de ommanteling en de vetfilters pas aan wanneer de dampkap
is afgekoeld.
Installatie volgens de voorschriften
Controleer of het gebruik van een dampkap boven uw kooktoestel
volgens de fabrikant van deze apparatuur toegestaan is.
Het is niet toegestaan de dampkap boven stookplaatsen voor
vaste brandstoffen te monteren.
Als de afstand tussen kookplaat en dampkap te klein is, kan dit
schade aan de dampkap veroorzaken.
Tussen de kookplaat en de onderkant van de dampkap moeten de
afstanden worden aangehouden die staan vermeld in het hoofdstuk:
“Montage”, tenzij de fabrikant van de kookplaat een grotere afstand
aangeeft.
Worden er onder de dampkap verschillende kooktoestellen gebruikt
waarvoor verschillende afstanden gelden, dan moet de grootste afstand worden aangehouden.
Volg voor het monteren van de dampkap de aanwijzingen in het
hoofdstuk “Installatie” op.
Onderdelen kunnen scherpe randen hebben en tot verwondingen
leiden.
Draag bij het monteren handschoenen die bescherming bieden tegen snijwonden.
Gebruik voor de luchtafvoerleiding enkel buizen of slangen van
onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw Miele-handelaar of via de
Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De lucht mag niet worden afgevoerd via een afvoerschoorsteen
die wordt gebruikt voor de afvoer van rook of gas, noch via een
schacht die wordt gebruikt voor de ontluchting van ruimten waarin
wordt gestookt.
Wanneer de lucht moet worden afgevoerd via een schoorsteen die
niet meer in gebruik is, dient u eerst de officiële voorschriften te
raadplegen.
Reiniging en onderhoud
Er kan brand ontstaan als het toestel niet volgens de aanwijzingen
in deze gebruiksaanwijzing wordt gereinigd.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de dampkap nooit een stoomreiniger.
Accessoires
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
11
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd milieuvriendelijk en recycleerbaar verpakkingsmateriaal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toestellen bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook
stoffen, mengsels en onderdelen die
nodig zijn geweest om de toestellen
goed en veilig te laten functioneren.
Wanneer u uw oude toestel bij het gewone afval doet of er op een andere
manier niet goed mee omgaat, kunnen
deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude
toestel daarom nooit bij het gewone
huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur, bij uw vakhandelaar
of bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te
danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken
van uw oud toestel, neem dan contact
op met
- de handelaar bij wie u het kocht
of
- de firma Recupel,
telefoon 0800/15 880,
website: www.recupel.be
of
- uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
12
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
Hoe werkt uw toestel?
De dampkap kan op de volgende manieren worden gebruikt:
Werking met luchtafvoer
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters gereinigd en naar buiten afgevoerd.
Luchtcirculatie
(Alleen mogelijk met ombouwset en actievekoolstoffilters. Deze zijn bij te bestellen. Zie hoofdstuk: “Technische gegevens”)
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilter en bovendien door de actievekoolstoffilter gereinigd en wordt daarna
weer in de keuken geleid.
13
Overzicht dampkap
14
Overzicht dampkap
a
Luchtafvoertuit
De lucht kan eventueel naar boven of naar achteren afgevoerd worden.
b
Kookplaatverlichting
c
Vetfilter
d
Bedieningselementen
e
Draaischakelaar voor het in- en uitschakelen van de kookplaatverlichting
f
Draaischakelaar voor het in- en uitschakelen van de afzuiging en het instellen
van het afzuigvermogen
15
Bediening
Het in- en uitschakelen van de
afzuiging
Schakel de afzuiging in, zodra u begint
met koken. Hierdoor worden kookdampen vanaf het eerste moment afgezogen.
Voor lichte tot zware kookdampen en
geuren kunt u kiezen tussen de vermogensstanden 1 tot en met 2.
Wanneer u aanbraadt en gerechten
kookt waarbij veel wasem en luchtjes
vrijkomen, raden wij u aan om stand B,
de “boosterstand”, te gebruiken.
Schakel de afzuiging met de afzuig-
schakelaar in en selecteer de gewenste stand.
Afzuiging uitschakelen
Het is aan te bevelen om de afzuiging
nog enkele minuten te laten werken.
Dan wordt de keukenlucht gezuiverd
van eventueel nog aanwezige dampen
en geurtjes.
U kunt de afzuiging uitschakelen door
de ventilatorschakelaar op 0 te zetten.
Kookplaatverlichting in- en uitschakelen
De kookplaatverlichting kunt u onafhankelijk van de afzuiging in- en uitschakelen.
Schakel de kookplaatverlichting met
de verlichtingsschakelaar in (1) en
uit (0).
16
Deze dampkap werkt zeer efficiënt en
energiebesparend. Volgende maatregelen ondersteunen u bij het spaarzame
gebruik:
- Zorg bij het koken voor een goede
ventilatie van de keuken. Stroomt bij
luchtafvoer niet voldoende lucht, dan
werkt de dampkap niet efficiënt en
zijn er verhoogde werkingsgeluiden.
- Kook op een zo laag mogelijke kookstand. Weinig kookdampen betekenen een lage vermogensstand aan de
dampkap en hierdoor ook minder
stroomverbruik.
- Controleer de gekozen vermogensstand op de dampkap. Meestal is een
lage vermogensstand voldoende. Gebruik de boosterstand alleen als dat
nodig is.
- Schakel bij sterke kookdampen al
vroeg op een hoge stand. Dat is efficiënter dan de kookdampen nadien
proberen op te vangen.
Tips om energie te besparen
- Let erop om de dampkap na het koken weer uit te schakelen.
- Maak de filters geregeld schoon of
vervang ze. Door erg vette filters
wordt het vermogen verlaagd en bestaat er brandgevaar. Voorts bestaat
dan een risico voor de hygiëne.
17
Reiniging en onderhoud
Koppel de dampkap bij elk on-
derhoud en reiniging los van de voeding (zie hoofdstuk: “Veiligheidsinstructies en waarschuwingen”).
Behuizing
Algemeen
De oppervlakken en bedieningselementen kunnen door ongeschikte
reinigingsmiddelen aangetast worden.
Gebruik geen reinigingsmiddelen die
soda, zuur, chloor of oplosmiddelen
bevatten.
Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen zoals schuurpoeder en
vloeibaar schuurmiddel en ook geen
schuursponsjes of sponsjes waar
nog resten van schuurmiddelen in
zitten.
Vocht in de dampkap kan leiden
tot schade.
Let erop dat er geen water in de
dampkap komt.
Reinig oppervlak en bedieningsele-
menten alleen met een licht vochtige
doek, wat reinigingsmiddel en wat
warm water.
Wrijf de oppervlakken daarna met
een zachte doek droog.
Vetfilters
Brandgevaar
Een verzadigd vetfilter is brandbaar.
Reinig de vetfilter regelmatig.
De recycleerbare metalen vetfilter in het
toestel neemt de vaste deeltjes uit de
keukendampen op (vet, stof etc.) en
zorgt er zo voor dat de dampkap niet
vuil wordt.
De vetfilter moet regelmatig worden gereinigd.
Een sterk vervuilde vetfilter vermindert
het afzuigvermogen en zorgt voor
meer vervuiling van de dampkap en
de keuken.
Reinigingsinterval
Aangekoekt vet wordt na verloop van
tijd hard en het wordt dan steeds moeilijker om de filters schoon te krijgen. U
kunt de vetfilter daarom het beste om
de 3–4weken schoonmaken.
De vetfilter uitnemen
Een vetfilter kan makkelijk uit uw
handen glippen.
Daarbij kunnen de vetfilter en de
kookplaat beschadigd raken.
Houd de vetfilter bij het verwijderen,
reinigen en terugplaatsen daarom
goed vast.
18
Open de vergrendeling van de vetfil-
ter, zwenk de vetfilter ca.45° omlaag,
haak hem achteraan los en neem
hem uit.
De vetfilter met de hand reinigen
Reinig de vetfilter in warm water met
een afwasborstel en een zacht handafwasmiddel. Gebruik het handafwasmiddel niet geconcentreerd.
Ongeschikte reinigingsmiddelen
Vetfilters kunnen beschadigd raken
door reinigingsmiddelen die daarvoor
niet geschikt zijn.
De volgende reinigingsmiddelen mogen
niet worden gebruikt:
Reiniging en onderhoud
Kies een programma met een tempe-
ratuur tussen de 50°C en 65°C.
Houd er bij reiniging van de vetfilter in
de vaatwasser rekening mee dat gebruik van sommige reinigingsmiddelen
tot verkleuringen van het metaal van
de vetfilter kan leiden. Dit heeft geen
nadelig effect op de werking van de
vetfilter.
Na het reinigen
Leg de vetfilter na het schoonmaken
nog op een vochtopnemend voorwerp te drogen.
Wanneer de vetfilter uitgenomen is,
kan u de bereikbare onderdelen van
de behuizing van vet ontdoen. Op die
manier voorkomt u brandgevaar.
Plaats de vetfilter weer terug en let er
daarbij op dat de vergrendeling naar
beneden wijst.
- kalkoplossende reinigingsmiddelen
- schuurpoeder of schuurcrème
- agressieve allesreinigers en vetoplossprays
- ovenspray
Vetfilter in de vaatwasser reinigen
Plaats de vetfilter verticaal of schuin
in het onderrek. Let erop dat de
sproeiarm vrij kan bewegen.
Gebruik een reinigingsmiddel dat ge-
schikt is voor huishoudelijk gebruik.
Mocht de vetfilter een keer verkeerd
geplaatst zijn, ontgrendel het dan
door de uitsparing met een kleine
schroevendraaier.
19
Reiniging en onderhoud
Actieve koolstoffilter
Bij luchtcirculatie dient u naast de vetfilter ook nog twee anti-geurfilters te gebruiken. De anti-geurfilters binden de
kookgeurtjes.
De anti-geurfilters worden in het wasemscherm boven het vetfilter geplaatst.
U kunt de anti-geurfilters in de webshop
van Miele, bij Miele zelf (zie achter in
deze gebruiksaanwijzing) of bij de
Miele-vakhandelaar verkrijgen. De typeaanduiding vindt u in het hoofdstuk
“Technische gegevens”.
Actievekoolstoffilter plaatsen/vervangen
Verwijder de vetfilter alvorens de ac-
tievekoolstoffilters te plaatsen of te
vervangen, zoals hierboven beschreven.
Haal de actievekoolstoffilters uit de
verpakking.
Vervangingsfrequentie
Vervang de anti-geurfilters altijd zodra
de kookluchtjes niet meer voldoende
opgenomen worden, maar uiterlijk elke
zes maanden.
Anti-geurfilters weggooien
Gooi de gebruikte anti-geurfilters bij
het huisvuil.
Plaats de actievekoolstoffilters in het
frame.
Zet de vetfilter weer terug.
20
Reiniging en onderhoud
Lampjes vervangen
Gebruik alleen de genoemde
lampen.
Andere lampen, zoals halogeenlampen, ontwikkelen meer warmte,
waardoor schade kan ontstaan.
Vervang de lampjes door lampjes van
hetzelfde type:
Deze beide types verschillen in lichtsterkte. Gebruik in de dampkap alleen
identieke lampjes.
De lampjes zijn verkrijgbaar bij Miele
België en bij de vakhandel.
Schakel de afzuiging en de verlichting
uit.
De lampjes kunnen erg heet wor-
den.
Wacht een paar minuten met het ver-
vangen van de lampjes.
Haal de elektrische spanning van de
dampkap (ie hoofdstuk: “Veiligheidsinstructies en waarschuwingen”).
Schuif de meegeleverde spatel in de
gleuf tussen het lampje en de fitting.
Het lampje wordt naar beneden geduwd.
Pak het lampje vast, draai het naar
links en neem het uit de fitting.
Draai het nieuwe lampje in de fitting
en druk het naar boven. Neem daarbij
de aanwijzingen van de fabrikant in
acht.
21
Klantendienst
Contact bij storingen
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u uw Miele vakhandelaar of de klantendienst van Miele.
De klantendienst van Miele kunt u online boeken op www.miele.com/service.
De contactgegevens van de klantendienst van Miele vindt u achteraan in
dit document.
De klantendienst van Miele heeft de typeaanduiding en het fabricagenummer
nodig (Fabr./SN/nr.). Beide gegevens
vindt u op het typeplaatje.
Positie van het typeplaatje
Het typeplaatje is zichtbaar nadat u (afhankelijk van het model) de vetfilter
heeft verwijderd.
Garantie
De garantietermijn voor dit toestel bedraagt 2 jaar.
Voor meer informatie, zie de bijgevoegde garantievoorwaarden.
22
*INSTALLATION*
Montage
Installation
Montaje
Montaggio
Montering
Montagem
Asennus
Voor de installatie
Neem voordat u met de installa-
tie begint de informatie in dit hoofdstuk en in het hoofdstuk: “Veiligheidsinstructies en waarschuwingen”
in acht.
Installatie
Deze dampkap kan in bovenkasten, afvoerkanalen, schouwen of kookeilanden
ingebouwd worden.
Controleer voor de montage of de
bovenkant van het toestel na de inbouw bereikbaar is.
Zo niet, monteer de luchtafvoer dan
voordat u het toestel inbouwt en bereid
de elektrische aansluiting voor.
Installatiemateriaal
Schroeven 3,5x16mm
voor het bevestigen van de dampkap
De bijgeleverde schroeven zijn geschikt om de dampkap aan een massieve houten onderkant van minimaal
16mm dik te bevestigen. Let erop
dat de onderkant van de kast stevig
genoeg is.
Ombouwset voor luchtcirculatie
met luchtombuiger, slang en slangklemmen (niet bijgevoegd, maar na te
bestellen. Zie hoofdstuk: “Technische
gegevens”).
Bewaar de volgende onderdelen:
Montageschema
De montagestappen zijn in het montageschema afzonderlijk beschreven.
1spatel
om de lampen uit de kap te verwijderen
23
*INSTALLATION*
Installatie
Afmetingen van het toestel
De tekening is geen maatstaf
24
*INSTALLATION*
Afstand tussen kookplaat en dampkap (S)
Tussen de onderkant van de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, gebraden, gegrilleerd of gefrituurd wordt, moet een minimumafstand worden aangehouden. Deze kunt u hieronder vinden.
Geeft de fabrikant echter een grotere afstand aan, houd dan deze aan.
Neem ook de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige
hoofdstuk in acht.
KooktoestelMinimumafstand S
Elektrische kookplaat450mm
Grill en friteuse (elektrisch)650mm
Installatie
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
650mm
totale capaciteit van ≤ 12,6 kW,
waarbij geen brander een capaciteit van > 4,5 kW heeft.
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
760mm
totale capaciteit van >12,6 kW en > 21,6 kW,
waarbij geen brander een capaciteit van ≤ 4,8 kW heeft.
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
niet mogelijk
totale capaciteit van >21,6 kW,
of met bij één brander een capaciteit van > 4,8 kW.
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van ≤ 6 kW650mm
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 6 kW en
760mm
≤ 8,1 kW
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 8,1 kWniet mogelijk
25
*INSTALLATION*
Installatie
Montagetips
- Om alle kookdampen op te kunnen
vangen, moet de dampkap precies in
het midden boven de kookplaat zijn
gemonteerd.
- De plaats waar de dampkap komt te
hangen moet makkelijk toegankelijk
zijn. In geval van een storing moet
een technicus makkelijk bij de dampkap kunnen komen en deze ongehinderd kunnen demonteren. Let bij het
monteren van de dampkap dus ook
op de plaatsing van kasten, planken,
plafond- of decorelementen in de
omgeving van de dampkap.
Luchtafvoerleiding
Gelijktijdig gebruik van de damp-
kap en een toestel dat lucht in diezelfde ruimte verbruikt kan gevaarlijk
zijn! Er kunnen giftige gassen vrijkomen.
Neem beslist de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige hoofdstuk in acht.
Laat in ieder geval door de plaatselijke schoorsteenveger controleren of
een veilig gebruik van de luchtafvoer
gewaarborgd is.
- De diameter van de luchtafvoerleiding mag niet kleiner zijn dan die van
de luchtafvoertuit (zie het hoofdstuk
“Afmetingen”). Dit geldt vooral bij het
gebruik van platte afvoerkanalen.
- De luchtafvoerleiding moet zo kort en
recht mogelijk zijn.
- Gebruik alleen bochten met een grote
doorsnede.
- Er mogen geen knikken in de luchtafvoerleiding komen en de luchtafvoerleiding mag niet in elkaar gedrukt
worden.
- Alle verbindingspunten moeten stevig
zijn en mogen niet lekken.
- Als de luchtafvoerleiding kleppen
heeft, moeten deze bij het inschakelen van de dampkap worden geopend.
Iedere beperking in de luchtstroming
vermindert de afzuigcapaciteit en
verhoogt het geluidsniveau.
Schoorsteen
Voor de luchtafvoer mogen alleen
gladde buizen of flexibele luchtafvoerleidingen van niet-brandbaar
materiaal gebruikt worden.
Voor een zo groot mogelijk afzuigvermogen en een zo laag mogelijk geluidsniveau moeten de volgende punten in
acht worden genomen:
26
Als de verbruikte lucht door een
schoorsteen afgevoerd moet worden,
moet de invoerbuis in stromingsrichting
geplaatst worden.
Als de schoorsteen door meerdere ventilatietoestellen gebruikt wordt, moet de
doorsnede ervan groot genoeg zijn.
*INSTALLATION*
Terugslagklep
Gebruik een terugslagklep in het
luchtafvoersysteem.
Een terugslagklep zorgt ervoor dat er
geen ongewenste luchtuitwisseling tussen kamer en buitenlucht plaatsvindt
als de dampkap uitgeschakeld is.
Als de verbruikte lucht naar buiten afgevoerd wordt, kan het beste een Miele
muurkast of een Miele dakdoorvoer geinstalleerd worden (na te bestellen accessoire). Deze beschikken over een
geïntegreerde terugslagklep.
Installatie
Als uw afzuiginstallatie geen terugslagklep heeft, kan een terugslagklep achteraf besteld worden.
Condenswater
Als de luchtafvoerleiding bijvoorbeeld
door koele ruimtes of over zolders
wordt gelegd, kan door temperatuurverschillen condenswater in de luchtafvoerleiding ontstaan. Isoleer de luchtafvoerleiding om temperatuurverschillen
te verkleinen.
Als de luchtafvoerleiding horizontaal gelegd wordt, dient u voor een verval van
minstens 1cm per meter te zorgen. Het
verval voorkomt dat er condenswater in
de dampkap kan lopen.
Naast de isolatie van de luchtafvoerleiding raden wij aan een anti-condensvoorziening te installeren die het condenswater opneemt en verdampt.
Anti-condensvoorzieningen zijn verkrijgbaar als bij te bestellen accessoire voor
luchtafvoerleidingen met een diameter
van 125mm of 150mm.
Plaats de anti-condensvoorziening
loodrecht en zo dicht mogelijk boven de
uitblaastuit van de dampkap. De pijl op
de ommanteling geeft de uitblaasrichting aan.
Miele is niet aansprakelijk voor functionele gebreken of schade die veroorzaakt wordt door een ontoereikende
luchtafvoerleiding.
27
*INSTALLATION*
Installatie
Geluiddemper
Voor extra geluiddemping kan in de
luchtafvoerleiding een geluiddemper
worden geplaatst (na te bestellen accessoire).
Bij luchtcirculatie wordt de geluiddemper tussen de uitblaastuit en de uitblaasrooster geplaatst . Controleer de
inbouwruimte.
Bij de luchtafvoer dempt de geluiddemper zowel afzuiggeluiden die naar buiten dringen als geluiden die van buiten
via de luchtafvoerleiding de keuken binnendringen (zoals straatlawaai). Daarom
wordt de geluiddemper zo dicht mogelijk voor de opening geplaatst waarlangs de lucht afgevoerd wordt .
28
*INSTALLATION*
Elektrische aansluiting
Lees voor de aansluiting op elektriciteit het hoofdstuk “Veiligheidsinstructies en waarschuwingen”.
De aansluitgegevens (frequentie, spanning) op het typeplaatje moeten overeenkomen met de waarden van het
elektriciteitsnet. Aanwijzingen voor de
positie van het typeplaatje vindt u in het
hoofdstuk “Klantendienst”.
De dampkap is voorzien van een
stroomkabel en een geaarde stekker.
Voor de aansluiting moet een stopcontact gebruikt worden die toegankelijk is
na de installatie. Als dit niet mogelijk is
of als er een vaste aansluiting is, moet
in de huisinstallatie een werkschakelaar
voor alle polen aanwezig zijn waarmee
het toestel van de netspanning kan
worden losgekoppeld. Deze schakelaar
moet voldoen aan de vereisten in OverspanningscategorieIII.
Installatie
De veiligheid wordt verbeterd als het
toestel via een verliesstroomschakelaar
wordt bediend.
Alleen een elektricien mag werkzaamheden aan de huisinstallatie uitvoeren.
Dit toestel moet geaard zijn.
29
Technische gegevens
Motor van de afzuiging220W
Kookplaatverlichting2 x 3W
Totale aansluitwaarde226W
Netspanning, frequentieAC 230V, 50Hz
Zekering10A
Lengte van de aansluitkabel1,5m
Gewicht8kg
Na te bestellen accessoire voor luchtcirculatie
Ombouwset DUU 150 of DUU 151 en actievekoolstoffilterset DKF 15-P. De set bevat twee actievekoolstoffilters.
30
Technische gegevens
Productkaart voor huishoudelijke dampkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het modelDA 2450
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasseA
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Vetfilteringsefficiëntie94,5%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)B
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt440 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid)47 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid)54 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus66 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 141,0W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po)0,00W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps)W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem6,0W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookoppervlak
Tijdstoenamefactor0,9
)52,6kWh/jaar
dampkap
)54,7
dampkap
)29,5
dampkap
)55,0lx/W
340,1m3/h
250m3/h
360m3/h
600m3/h
600m3/h
330 Ix
31
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
nv Miele België
Z.5 Mollem 480
1730 Mollem (Asse)
E-mail: info@miele.be
Internet: www.miele.be
Duitsland
Miele & Cie. KG
Carl-Miele-Straße 29
33332 Gütersloh
DA 2450
M.-Nr. 11 756 730 / 00nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.