Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing
voor u het toestel installeert en in gebruik
neemt. Daardoor zorgt u voor uw veiligheid
en vermijdt u schade aan het apparaat. M.-Nr. 05 633 260
*
Inhoud
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal gekozen, dat het milieu verdraagt en dus
opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet gewoon met het
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerterrein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Berging van uw oud toestel
Oude toestellen bevatten nog waardevol materiaal. Geef uw oud toestel dus
niet gewoon met het grof huisvuil mee.
Vraag liever inlichtingen aan uw
gemeentebestuur of aan het dichtstbijzijnde autowrak- of schrootverwerkend
bedrijf omtrent de mogelijkheden om
die stoffen opnieuw te gebruiken.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kinderveilig wordt bewaard. Hou
dus rekening met de gelijknamige rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw
veiligheid".
3
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan er
schade optreden aan het toestel en
kan de gebruiker gevaar lopen.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwijzing voor u uw toestel in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke wenken omtrent veiligheid, montage,
gebruik en onderhoud. Zo beschermt u zichzelf en vermijdt u
schade aan het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. Geef ze door aan wie
het toestel eventueel na u gebruikt.
Deskundig gebruik
Dit toestel is enkel voor huishoude-
lijk gebruik bestemd.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade die werd veroorzaakt doordat
het toestel niet volgens de voorschriften gebruikt of verkeerd bediend werd.
Technisch veilig
Vergelijk eerst de aansluitgege-
vens (spanning en frequentie) op
het typeplaatje met die van uw huisinstallatie. Sluit dan pas uw toestel aan.
Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er
schade op aan uw toestel. Vraag in
geval van twijfel inlichtingen aan uw
installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien u het op een aardsysteem aansluit, dat volgens de voorschriften werd
geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat
deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. Laat uw installatie
bij twijfel door een vakman nakijken. De
fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat de
aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er zijn elektrische schokken mogelijk.
Door ondeskundige installatie- of
reparatiewerkzaamheden kunnen
er niet te onderschatten risico’s opduiken voor wie het toestel gebruikt.
Laat de installatie en de herstelling van
uw elektrische toestellen dus enkel
door een erkend vakman uitvoeren.
Indien u dit toestel niet op een vas-
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is pas stroomloos indien aan een van deze voorwaar-
den werd voldaan:
– het snoer is van het elektrisch net los-
gekoppeld;
trek daarbij niet aan het snoer, wel
aan de stekker.
– de smeltstoppen van uw installatie
zijn uitgeschakeld.
Gebruik uit veiligheidsoverwegin-
gen geen verlengsnoeren om het
toestel aan te sluiten.
Die bieden niet voldoende veiligheidsgaranties. Er bestaat onder meer gevaar voor oververhitting.
Gebruik
Maak onder de wasemkap nooit
iets klaar met open vlam. Grilleren
met open vlam alsook flamberen zijn uit
den boze.
De ingeschakelde wasemkap zuigt de
vlammen in de vetfilter. Door het opgezogen kookvet bestaat er brandgevaar!
Gebruikt u de wasemkap boven
een gaskookvlak? Zet dan steeds
een kookpan op de brander die in gebruik is.
Door de te sterke hitte van de vlammen
kan de wasemkap schade oplopen.
Schakel uw wasemkap telkens in
wanneer er een kookplaat of -zone
in gebruik is.
Is de wasemkap niet ingeschakeld,
dan kan er zich condenswater vormen.
Dan kan het toestel corrosie oplopen.
Indien u met olie of vet kookt, dient
u uw kookpan of frituurstel voortdurend in het oog te houden. Dat geldt
ook voor elektrische grillapparaten.
Door oververhitting kunnen olie en vet
in brand geraken en de wasemkap
vlam doen vatten.
Gebruik de wasemkap nooit zon-
der vetfilters.
Zo vermijdt u dat er zich vet en vuil
afzet in het toestel. Daardoor komt de
goede werking immers in het gedrang.
De filters dient u geregeld schoon
te maken. Door erg vette filters bestaat er brandgevaar!
Gebruik om de wasemkap schoon
te maken in geen geval een toestel
dat met stoom onder druk werkt.
De stoom kan onderdelen van het toestel aanraken, die onder spanning
staan. Zo kan er kortsluiting optreden.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Montage
Hou tussen het kookvlak en de
wasemkap ter wille van de veilig-
heid een minimumafstand van:
– 45 cm boven een elektrisch kookvlak,
– 65 cm boven een gaskookvlak,
– 65 cm boven een Miele-elektrogrill.
Bij andere toestellen dient u de afstand
in acht te nemen, die in de bijgeleverde
handleiding wordt vermeld.
Gebruikt u verschillende kooktoestellen
onder de wasemkap en is de veiligheidsafstand telkens anders, kies dan
de grootst opgegeven afstand.
Boven ovens of fornuizen die met
vaste brandstof worden verwarmd,
mag u geen wasemkap monteren.
Gebruik voor de luchtafvoerleiding
enkel buizen of slangen van
onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw
handelaar of in de Technische Dienst
van Miele verkrijgbaar.
De luchtafvoer van de wasemkap
mag u niet aansluiten op een
schoorsteen die in gebruik is, noch op
een schacht die stookplaatsen ontlucht.
Zo de afvoer in een niet meer ge-
bruikte afvoerschouw moet worden
geleid, hou dan rekening met de plaatselijk geldige voorschriften.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wees voorzichtig als u de wasem-
kap tegelijk gebruikt met andere
verwarmingstoestellen die lucht uit het
vertrek nodig hebben. Bv. verwarmingstoestellen met gas, stookolie of steenkool, doorstroomverwarmers, boilers,
gaskookvlakken en -ovens. De wasemkap zuigt uit het vertrek waar hij geïn-
stalleerd is, immers lucht weg, die voor
de verbranding in het verwarmingstoestel bestemd is.
Bovendien kunnen door het zuigeffect
van de wasemkap uitlaatgassen uit de
schouw terugstromen. De werking van
verwarmingsinstallaties met schouwaansluiting komt in het gedrang.
U vermijdt risico’s als er bij gelijktijdig
gebruik van de wasemkap en van een
verwarmingstoestel waarvoor lucht uit
het vertrek is vereist, een onderdruk
wordt bereikt van maximum 4 Pa
(0,04 mbar). Hierdoor verhindert u namelijk dat er uitlaatgassen uit het verwarmingstoestel worden teruggezogen.
U kan daarvoor zorgen door lucht voor
de verbranding aan te voeren via nietafsluitbare openingen. Dat kunnen zijn:
openingen in deuren, vensters, luchttoevoer- en afvoerconstructies en technische maatregelen als onderlinge vergrendeling e.d.
Enkel bij toestellen met elders
geplaatste ventilator
Bij toestellen met een elders ge-
plaatste ventilator sluit u beide
elementen via de verbindingsleiding
met stekkers op elkaar aan. Let erop
dat u de juiste toestellen combineert.
Uw oud toestel afdanken
Bij oude, niet meer gebruikte toe-
stellen trekt u de stekker uit het
stopcontact. Maak daarna snoer en
stekker onbruikbaar.
Zo vermijdt u dat uw toestel voor verkeerde doeleinden wordt gebruikt.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.
Opmerking: bij de beoordeling moet u
steeds rekening houden met de globale ventilatietoestand van de woning.
In geval van twijfel neemt u het best
contact op met een beëdigd schoorsteenveger.
Gebruikt u de wasemkap met luchtcirculatie, dan gelden deze opmerkingen
niet.
7
Beschrijving van de toestellen
Beschrijving van de toestellen
8
Beschrijving van de toestellen
Telescopisch deel
b
Schouw
c
Luifel
d
e Bediening
f Hoofdschakelaar
g Rooster voor circulatie
h Verlichting
i Vetfilters
j Toets aan/uit voor de
verlichting
k Toets aan/uit voor de
ventilator
l Toetsen om het ventilatie-
vermogen in te stellen
m Toets om het toestel te
laten nawerken
Hiermee kan u de wasemkap na het
kookproces nog laten draaien. U kan
het toestel na 5 of 15 minuten zich vanzelf laten uitschakelen.
n Toets voor de vetfilters
Het lampje bij de vetfiltertoets gaat aan
zodra de vetfilters moeten gereinigd
worden.
Met deze toets kan u
– de bedrijfsurenteller na het reinigen
van de vetfilters weer op zijn beginstand zetten; zie "Reiniging en onderhoud".
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilter gereinigd en naar buiten afgevoerd.
Het toestel is uitgerust met een terug-slagklep.
Als de wasemkap niet werkt, is deze
klep gesloten. Er kan geen buitenlucht
naar binnen noch binnenlucht naar
buiten stromen. Zodra u het toestel inschakelt, gaat de klep open. Zo kan de
keukendamp ongehinderd naar buiten.
. . . met circulatie:
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters en ook nog door reukfilters
gereinigd. Via openingen in het telescopisch deel van het toestel komt de
lucht weer in de keuken terecht.
Zie na of de reukfilters gemonteerd
zijn voor u de wasemkap voor het
eerst gebruikt. Zie rubriek "Reiniging en onderhoud".
. . . met een elders geplaatste
ventilator:
Bij wasemkappen die geschikt zijn om
te werken met een buiten de keuken
geplaatste ventilator, wordt de afzuigventilator in een vertrek naar uw keuze
gemonteerd.
Zo’n buiten-de-keuken-ventilator wordt
door een besturingsleiding met de
wasemkap verbonden. U kan hem via
het bedieningspaneeltje van de wasemkap bedienen.
10
Bediening
Hoofdschakelaar
Bediening
Bij een normaal kookproces horen,
naar gelang van de intensiteit van de
kookdamp, de standen van ‘I’ tot ‘III’
(groene controlelampjes).
De ventilator en de verlichting werken
enkel als u de hoofdschakelaar op ‘I’ inschakelt.
Zet het toestel uit door op ‘0’ te drukken als het lange tijd niet moet werken,
bv. ’s nachts of tijdens uw vakantie.
Als u het daarna weer inschakelt, begint het te werken in de stand die u het
laatst had gekozen.
De ventilator inschakelen
Druk op de toets aan/uit.
De ventilator wordt ingeschakeld op
stand ‘II’. Het controlelampje gaat aan.
Een ventilatievermogen kiezen
Intensieve stand
Schakel bij het begin van een braadproces of bij een kookproces met sterke reukontwikkeling even de intensieve
stand in (geel controlelampje).
De wasemkap laten nawerken
Hangt er na het kookproces nog damp
in de keuken? Laat uw wasemkap dan
even nawerken.
Het toestel wordt vanzelf uitgeschakeld; u kan kiezen uit 5 of 15 minuten.
Druk, terwijl de ventilator draait, op
de toets om het toestel te laten
nawerken.
1 x drukken = de ventilator wordt na
5 minuten uitgeschakeld
(linker lampje)
Kies met de toetsen – /+ het gewenste afzuigvermogen.
Toets + = hoger vermogen
Toets – = lager vermogen
2 x drukken = de ventilator wordt na
15 minuten uitgeschakeld
(rechter lampje)
Druk nog eens op deze toets om deze
functie uit te schakelen.
11
Bediening
De ventilator uitschakelen
Druk op de toets aan/uit.
De ventilator wordt uitgeschakeld en
het controlelampje gaat uit.
De verlichting inschakelen
De verlichting kan u in- of uitschakelen
al dan niet met werkende ventilator.
Druk even op de toets voor de verlichting.
Het controlelampje gaat aan.
De verlichting uitschakelen
Automatisch uitschakelen met het
oog op de veiligheid
Bedient u de ingeschakelde wasemkap
10 uur lang niet, dan schakelt de ventilator zichzelf uit. Het licht blijft wel aan.
Om de ventilator weer aan te zetten
drukt u op de toets aan/uit.
Druk even op de toets voor de verlichting om het licht weer uit te doen.
Het controlelampje gaat uit.
12
Loading...
+ 28 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.