Miele DA 206-1, DA 209-1 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
Wasemkappen DA 206-1 en DA 209-1
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor u het toestel installeert en in gebruik neemt. Daardoor zorgt u voor uw veiligheid en vermijdt u schade aan het apparaat. M.-Nr. 05 239 990
*
Page 2
Inhoud
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Hoe werkt uw toestel? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Bediening
Inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
De verlichting in-/uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Het vermogen instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
De wasemkap laten nawerken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Teller werkingsduur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Teller werkingsduur opvragen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Teller werkingsduur veranderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Vetfilters. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Actieve-koolfilters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Ommanteling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
De vetfilters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
De actieve-koolfilters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
De lamp vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Technische dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Elektrische aansluiting en technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Afmetingen van de toestellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Montage
Steunplaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Luifel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Werking met luchtafvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Werking met circulatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Aanpasstuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Schouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Aansluiting van de luchtafvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Condenswaterstop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Page 3
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge­kozen, dat het milieu verdraagt en dus opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge­spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet gewoon met het vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerter­rein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
Berging van uw oud toestel
Oude toestellen bevatten nog waarde­vol materiaal. Geef uw oud toestel dus niet gewoon met het grof huisvuil mee. Vraag liever inlichtingen aan uw ge­meentebestuur of aan het dichtstbijzijn­de autowrak- of schrootverwerkend be­drijf omtrent de mogelijkheden om die stoffen opnieuw te gebruiken.
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kinderveilig wordt bewaard. Hou dus rekening met de gelijknamige ru­briek in de ‘Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen’.
3
Page 4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Dit toestel voldoet aan de voorge­schreven veiligheidsvoorschriften. Bij ondeskundig gebruik kan er schade optreden aan het toestel en kan de gebruiker gevaar lopen.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwij­zing voordat u uw toestel in gebruik neemt. U vindt er belangrijke wen­ken omtrent veiligheid, montage, ge­bruik en onderhoud. Zo beschermt u zichzelf en vermijdt u schade aan het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Deskundig gebruik
Dit toestel is enkel voor huishoude-
lijk gebruik bestemd. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel niet volgens de voorschrif­ten gebruikt of verkeerd bediend werd.
Technisch veilig
Vergelijk eerst de aansluitgege-
vens (spanning, frequentie) op het typeplaatje met die van uw huisinstal­latie. Sluit daarna pas uw toestel aan. Deze gegevens dienen absoluut over­een te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd indien u het op een aardingssysteem aansluit, dat volgens de voorschriften werd geïnstalleerd. In geval van twijfel dient u uw installatie door een vakman te laten nakijken. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardingsleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er zijn elektrische schokken mogelijk.
Door ondeskundige installatie- of
reparatiewerkzaamheden kunnen er niet te onderschatten risicos opdui­ken voor wie het toestel gebruikt. Laat de installatie en de herstelling van uw elektrische toestellen dus enkel door een erkend vakman uitvoeren.
4
Page 5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Het toestel is pas stroomloos in­dien aan een van deze voorwaar-
den werd voldaan: – het snoer is van het elektrisch net los-
gekoppeld,
– de smeltstoppen van uw installatie
zijn uitgeschakeld.
Trek niet aan het snoer, maar wel aan de stekker om het toesel
stroomloos te maken.
Gebruik uit veiligheidsoverwegin-
gen geen verlengsnoeren om het toestel aan te sluiten. Die bieden niet voldoende veiligheids­garanties. Er bestaat onder meer ge­vaar voor oververhitting.
Gebruik
Maak onder de wasemkap nooit
iets klaar met open vlam. Flambeer of grilleer er nooit spijzen onder met open vlam. De ingeschakelde wasemkap trekt de vlammen in de vetfilter. Door het opge­zogen kookvet bestaat er brandgevaar!
Gebruikt u de wasemkap boven
een gaskookvlak? Zet dan steeds een kookpan op de brander die in ge­bruik is. Door de te sterke hitte van de vlammen kan de wasemkap schade oplopen.
Schakel uw wasemkap telkens in
wanneer er een kookplaat of -zone in gebruik is. Is de wasemkap niet ingeschakeld, dan kan er zich condenswater vormen. Daardoor kan het toestel corrosie­schade oplopen.
Indien u met olie of vet kookt, dient
u uw kookpan of frituurstel voortdu­rend in het oog te houden. Dat geldt ook als u grilleert op een elektrogrill. Door oververhitting kunnen olie en vet in brand geraken en de wasemkap be­schadigen.
Gebruik de wasemkap nooit zon-
der vetfilters. Zo vermijdt u dat er zich vet en vuil af­zet in het toestel. Daardoor komt de goede werking immers in het gedrang.
De filters dient u regelmatig
schoon te maken. Door erg vette filters bestaat er brandgevaar!
Gebruik om de wasemkap schoon
te maken in geen geval een toestel dat met stoom onder druk werkt. De stoom kan onderdelen van het toe­stel aanraken, die onder spanning staan. Zo kan er kortsluiting optreden.
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Montage
Tussen het kookvlak en de wasem­kap dient u voor uw veiligheid een
minimumafstand te houden van:
45 cm boven elektrische kookvlakken,65 cm boven gaskookvlakken,65 cm boven een Miele elektrogrill.
Bij andere kooktoestellen dient u de afstand in acht te nemen, die in de bijgeleverde montage- en gebruiksaan­wijzing wordt vermeld. Gebruikt u verschillende kooktoestellen onder de wasemkap en is de veilig­heidsafstand telkens anders, kies dan de grootst opgegeven afstand.
Boven ovens of fornuizen die met
vaste brandstof worden verwarmd, mag u deze wasemkap niet monteren.
Gebruik voor de afvoerleiding en-
kel buizen of slangen van onbrand­baar materiaal. Die kunt u bij uw hande­laar of in de Technische Dienst van Miele verkrijgen.
De afvoer van de wasemkap mag
u niet aansluiten op een schoor­steen die in gebruik is, noch op een schacht die stookplaatsen ontlucht.
Zo de afvoer in een niet meer ge-
bruikte afvoerschouw moet worden geleid, hou dan rekening met de plaat­selijk geldige voorschriften.
6
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Wees voorzichtig als u de wasem-
kap tegelijk gebruikt met andere verwarmingstoestellen die lucht uit het vertrek nodig hebben. Bv. verwarmings­toestellen met gas, stookolie of steen­kool, doorstroomverwarmers, boilers, gaskookvlakken, gasovens. De wasem­kap zuigt uit het vertrek waar hij geïn- stalleerd is, immers lucht weg, die voor de verbranding in het verwarmingstoe­stel bestemd is. Bovendien kunnen door het zuigeffect van de wasemkap uitlaatgassen uit de schouw terugstromen. De werking van verwarmingsinstallaties met schouw­aansluiting komt in het gedrang.
U vermijdt risico’s als er bij gelijktijdig gebruik van de wasemkap en van een verwarmingstoestel waarvoor lucht uit het vertrek is vereist, een onderdruk wordt bereikt van maximaal 4 Pa (0,04 mbar). Hierdoor verhindert u namelijk dat er uitlaatgassen uit het verwar­mingstoestel worden teruggezogen. Dit kunt u tot stand brengen door via niet afsluitbare openingen - bv. in deu­ren en vensters, luchttoevoer- en afvoer­constructies en andere technische maatregelen als onderlinge vergrende­ling e.d. de lucht voor de verbranding te laten toevoeren.
Uw oud toestel afdanken
Bij oude, niet meer gebruikte toe-
stellen trekt u de stekker uit het stopcontact. Maak daarna snoer en stekker onbruikbaar. Zo vermijdt u dat uw toestel voor ver­keerde doeleinden wordt gebruikt.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
Opmerking: bij de beoordeling moet u steeds rekening houden met de globa­le ventilatietoestand van de woning. Bij twijfel neemt u het best contact op met een beëdigd schoorsteenveger.
Werkt uw toestel met circulatie (met een actieve-koolfilter), dan zijn er geen beperkingen aan het gebruik gesteld.
7
Page 8
Beschrijving van het toestel
Beschrijving van het toestel
8
Page 9
Beschrijving van het toestel
b Aanpasstuk
c Schouw
d Luifel
e Bedieningspaneeltje
f Hoofdschakelaar
Zo het toestel lange tijd niet werkt, bv. s nachts of tijdens uw vakantie, zet het dan uit met de hoofdschakelaar.
g Rooster bij werking met
circulatie
h Kookvlakverlichting
i Vetfilters
j Toets voor de verlichting van
het kookvlak
k Toets aan/uit voor de
ventilator
l Toetsen voor de instelling
van het vermogen
Het vermogen van de wasemkap kan u op 4 niveaus aan de intensiteit van de kookdampen aanpassen. Daar is ook een intensieve stand bij.
m Toets om het toestel te laten
nawerken
Hiermee kan u de ventilator na het kookproces nog een tijd laten draaien. U kan hem automatisch laten stoppen na 5 of 15 minuten.
n Toets voor de vetfilters
Het lampje in deze toets gaat aan zo­dra u de vetfilters dient te reinigen.
– Als u op deze toets drukt terwijl de
ventilator draait, ziet u het aantal afgelopen bedrijfsuren . Zie rubriek
Bediening / Bedrijfsurenteller’.
Als u tegelijk op de toetsen vetfilters
en nawerken drukt, kan u het aantal uren van de bedrijfsurenteller wijzi­gen. Zie rubriek Bediening / Bedrijfs­urenteller wijzigen’.
o Toets voor actieve-koolfilter
Het lampje in deze toets gaat aan zo­dra de actieve-koolfiters die bij werking met circulatie worden gebruikt, aan ver­vanging toe zijn.
– Als u op deze toets drukt terwijl de
ventilator draait, ziet u het aantal afgelopen bedrijfsuren . Zie rubriek
Bediening / Bedrijfsurenteller’.
Als u tegelijk op de toetsen vetfilters
en nawerken drukt, kan u het aantal uren van de bedrijfsurenteller wijzi­gen. Zie rubriek Bediening / Bedrijfs­urenteller wijzigen’.
9
Page 10
Hoe werkt uw toestel?
Hoe werkt uw toestel?
Uw wasemkap werkt
. . . met afvoer naar buiten:
De aangezogen lucht wordt door de vetfilters gereinigd en naar buiten afge­voerd.
Het toestel is uitgerust met een terug- slagklep. Zie rubriek ‘Montage. Als de wasemkap niet werkt, is deze klep gesloten. Er kan geen buitenlucht naar binnen noch binnenlucht naar bui­ten stromen. Zodra u het toestel inscha­kelt, gaat de klep open. Zo kan de keu­kendamp ongehinderd naar buiten.
. . . met circulatie:
De aangezogen lucht wordt door de vetfilters en ook nog door actieve-kool- filters gereinigd. Via openingen in het aanpasstuk van de schouw komt de lucht weer in de keuken terecht.
Controleer of de actieve-koolfilters gemonteerd zijn voor u de wasem­kap voor het eerst gebruikt. Zie ru­briek Reiniging en onderhoud’.
10
Page 11
Bediening
Inschakelen
Zet de hoofdschakelaar op ‘I’.
U kunt een functie kiezen door met een vinger zachtjes op de toetsen te druk­ken.
Druk op de toets aan/uit.
Het controlelampje gaat branden.
Bediening
Het vermogen instellen
Naar gelang van de intensiteit van de kookdampen kunt u tussen 4 vermo­gens kiezen. Voor een normaal kookproces volstaat een laag tot matig vermogen. Bij het begin van een braadproces of bij een kookproces met sterke reukont­wikkeling is de hoogste stand aan te bevelen, nl. de
Bij het inschakelen via de toets aan/uit is een gemiddeld vermogen ingesteld.
Schakelt u de wasemkap in via de hoofdschakelaar of na een stroomon­derbreking, dan start het toestel op de laatst gekozen stand.
intensieve stand.
De verlichting in-/uitschakelen
U kunt de verlichting van het kookvlak inschakelen ook als de wasemkap niet werkt.
Druk op de toets voor de verlichting.
Is het licht ingeschakeld, dan brandt ook het controlelampje bij die toets.
Kies met de toetsen _ het gewenste vermogenniveau.
Toets > = hoog vermogen Toets $ = laag vermogen
De controlelampjes duiden het geko­zen vermogen aan.
11
Page 12
Bediening
Bediening
De wasemkap laten nawerken
Hangt er na het kookproces nog damp in de keuken? Laat uw wasemkap dan even nawerken.
Uitschakelen
Het toestel schakelt zichzelf uit na 5 of 15 minuten.
Druk op de toets om het toestel te laten nawerken.
1 x drukken = 5 minuten 2 x drukken = 15 minuten
Het controlelampje boven het getal be­vestigt uw keus.
Druk nog eens op deze toets om deze functie uit te schakelen.
Schakel de ventilator uit met de toets aan/uit.
Hoeft uw toestel lange tijd niet te wer­ken, bv. s nachts of tijdens uw vakan­tie? Schakel het dan met de hoofdscha­kelaar uit.
Automatisch uitschakelen met het oog op de veiligheid
Bedient u de ingeschakelde wasemkap 10 uur lang niet, dan schakelt de venti­lator zichzelf uit. Het licht blijft wel aan.
Om de ventilator weer aan te zetten drukt u op de toets aan/uit.
12
Page 13
Bediening
Teller werkingsduur
De teller van de werkingsduur van de vetfilters werd in de fabriek op een be­paald aantal uren ingesteld. Deze tijd kunt u evenwel wijzigen.
De teller van de werkingsduur van de actieve-koolfiters werd in de fabriek op oneindig geplaatst. Stel een bepaalde tijd in.
Bediening
Teller werkingsduur opvragen
Voordat de ingestelde tijd verstreken is, kunt u aflezen hoeveel procent van de werkingsduur reeds afgelopen is.
Schakel de ventilator in met de toets aan/uit.
Na afloop van de ingestelde duur gaat het controlelampje bij de toetsen voor de vetfilters of actieve-koolfilters aan. Dan moet u de vetfilters schoonmaken en de actieve-koolfilter vervangen.
Zet de teller daarna op de laatst inge­stelde tijd terug.
Hou de toets voor de vetfilters of die voor de actieve-koolfilters ongeveer 4 seconden lang ingedrukt.
Het controlelampje bij de toets gaat uit.
Druk op de toets voor de vetfilters of op die voor de actieve-koolfilters.
In de toets _ knipperen een of meer controlelampjes.
Het aantal knipperende controlelamp­jes stemt overeen met het percentage verstreken bedrijfsuren:
1 controlelampje = 25 % 2 controlelampjes = 50 % 3 controlelampjes = 75 % 4 controlelampjes = 100 %
Bij het uitschakelen van de wasemkap of na een stroomonderbreking blijven de afgelopen bedrijfsuren in het geheu­gen.
13
Page 14
Bediening
Bediening
Teller werkingsduur veranderen
Het maximum aantal bedrijfsuren van de filters kunt u aan uw kookgewoontes aanpassen. Kies een korte tijd indien u dikwijls braadt of vaak een friteuse gebruikt. Zo u vaak erg vetarm kookt, kunt u een lange werkingsduur instellen.
Als u enkel af en toe kookt, is het toch zinvol een korte werkingsduur te kie­zen. Het verzamelde vet wordt na lan­gere tijd hard. De vetfilter is dan minder vlot schoon te krijgen.
Vetfilters
De teller van de werkingsduur werd voor de vetfilters op 30 uur ingesteld. U kunt die duur verlengen of verkorten. U heeft de keus uit 20, 30, 40 of 50 uur.
Schakel de ventilator uit met de toets aan/uit.
Druk tegelijk de toets om het toestel te laten nawerken en die van de vet­filters in.
De controlelampjes in de vetfiltertoets en die in de toetsen _ knipperen.
Kies met de toetsen _ de gewen­ste tijd.
De controlelampjes in de toetsen _ duiden de ingestelde duur aan:
14
1ste lampje van links = 20 uur 2de lampje van links = 30 uur 3de lampje van links = 40 uur 4de lampje van links = 50 uur
Bevestig uw keus met de vetfilter­toets.
Bevestigt u niet binnen de 4 minu­ten na het programmeren, dan neemt het toestel de ‘oude’ gege­vens over.
Page 15
Bediening
Actieve-koolfilters
Actieve-koolfilters heeft u nodig bij wer­king met circulatie. Bij werking met luchtafvoer zijn die niet vereist. Uw wasemkap is standaard op werking met luchtafvoer ingesteld. Daarom staat de teller van de werkingsduur van actieve-koolfilters ook op oneindig’.
Enkel indien de wasemkap met circula­tie moet werken, dient u de maximum­duur van de teller te wijzigen:
Schakel de ventilator uit met de toets aan/uit.
Druk tegelijk de toets om het toestel te laten nawerken en die van de actieve-koolfilters in.
De controlelampjes bij de toets voor de actieve-koolfilters en die in de toetsen _ knipperen.
Kies met de toetsen _ de gewen­ste tijd.
De controlelampjes in de toetsen _ duiden de ingestelde duur aan:
1ste lampje van links = 120 uur 2de lampje van links = 180 uur 3de lampje van links = 240 uur 4de lampje van links = oneindig
(enkel bij werking met luchtafvoer)
Bevestig uw keus met de toets voor de actieve-koolfilters.
Bevestigt u niet binnen de 4 minu­ten na het programmeren, dan neemt het toestel de ‘oude’ gege­vens over.
15
Page 16
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Maak voor elke onderhoudsbeurt de ventilator stroomloos! Daartoe – de smeltstoppen van uw huisinstal­latie uitschakelen of – de stekker uit het stopcontact ver­wijderen.
Ommanteling
Maak de ommanteling met een heet,
niet agressief sopje schoon. Vervolgens met een doek droogwrijven.
Gebruik nooit reinigingsmiddel dat zand, soda, zuur of chloriden bevat. Daardoor wordt het oppervlak aan­getast.
Om de ommanteling te onderhouden, is een niet-agressief, niet-schurend rei­nigingsmiddel voor roestvrij staal ge­schikt. Bv. Neoblank, verkrijgbaar in de Technische Dienst van Miele.
De vetfilters
De vetfilters in het toestel nemen de vaste bestanddelen van de kookdam­pen op (vet, stof e.d.). Ze verhinderen daardoor dat het toestel vuil wordt. Er zijn opnieuw te gebruiken metalen vetfil­ters ingebouwd.
Maak de vetfilters in elk geval schoon zodra het controlelampje bij de vetfil­tertoets aangaat.
Door erg verzadigde vetfilters ver­groot het brandrisico!
16
Duw de vetfiltervergrendeling naar het midden van de filter toe.
Neem de vetfilters uit.
Page 17
Reiniging en onderhoud
Maak de vetfilters schoon:
met de hand: met een afwasborstel
in warm water met afwasmiddel voor manuele afwas erin.
in de afwasautomaat: zet de filters
verticaal in de onderste korf.
Naar gelang van het gebruikte af­wasmiddel kunnen metalen vetfil­ters blijvend verkleuren. Dit heeft echter geen invloed op de werking van de vetfilters.
Leg de filters na het schoonmaken nog op een vochtopnemend voor­werp te drogen.
Wanneer de filters uitgenomen zijn, kunt u de bereikbare onderdelen van de behuizing van vet ontdoen. Daar­door vermijdt u brandgevaar.
Let er bij het monteren van de filters op dat de vergrendeling naar het kookvlak toe wijst. Als er eens een filter verkeerd zit, ontgrendel die dan langs de uitspa­ringen met behulp van een kleine schroevedraaier.
Nadat u de filters hebt terugge­plaatst, drukt u ca. 4 seconden op de vetfiltertoets. Daarmee maakt u de bedrijfsurenteller weer actief.
De actieve-koolfilters
Indien uw wasemkap met circulatie moet werken, monteer dan niet enkel de vetfilters, maar ook de twee koolfil­ters. Deze filters houden de reukstoffen tegen.
Neem de vetfilters uit. Verwijder de verpakking van de
actieve-koolfiters.
Steek de filters achteraan in de luifel tegen het afzuigrooster. Zwenk ze vooraan naar boven toe.
Als u ze voor het eerst plaatst: Stel de bedrijfsurenteller volgens uw wensen in. Zie rubriek ‘Bediening’.
De actieve-koolfilters zijn aan vervan­ging toe zodra het controlelampje bij de toets voor de koolfilters aangaat. Vervang ze ook wanneer de reukstoffen niet meer voldoende worden tegenge­houden. Vervang ze uiterlijk om de 3 à 4 maand.
Na het vervangen: Druk ca. 4 sceonden op de toets voor de actieve-koolfilters. Daarmee maakt u de bedrijfsurenteller weer actief.
17
Page 18
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
De lamp vervangen
Maak de wasemkap stroomloos. Daartoe – de smeltstoppen van uw huisinstal­latie uitschakelen of – de stekker uit het stopcontact ver­wijderen.
Draai de bevestigingsschroef van een van de steunplaatjes van het glas - links of rechts naar keus - uit. Duw de glazen plaat wat naar bo­ven. Anders valt ze op het kookvlak.
Zwenk de lamp voorzichtig naar be­neden. Trek ze eruit.
Vervang de lamp en zwenk de nieu­we naar boven toe.
Zet de glasplaat terug en bevestig die met de steun.
Neem de steun van de glasplaat weg.
Trek de glasplaat er schuin naar on­deren uit.
18
Page 19
Technische dienst
Technische dienst
Neem bij storingen die u niet zelf kunt oplossen, contact op met
– uw Miele-handelaar of – de Miele-naverkoopdienst. Het adres en telefoonnummer van onze
naverkoopdienst vindt u op de rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Zo u daar een beroep op doet, geef dan a.u.b. altijd het machinetype en
-nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje. Dat wordt zichtbaar nadat u de vetfilters hebt uitgenomen.
19
Page 20
Elektrische aansluiting en technische gegevens
Elektrische aansluiting en technische gegevens
De aansluiting van uw apparaat op het stroomnet kunt u het best aan een bevoegd elektricien toevertrou­wen. Die dient de plaatselijke regle­mentering te kennen en nauwgezet te volgen.
De vereiste gegevens over de aanslui­ting vindt u op het typeplaatje. Dat kunt u zien wanneer u de vetfilters uitneemt.
Ga na of deze gegevens overeenstem­men met de spanning en de frequentie van het net.
Door ondeskundige installatie-, onderhouds- of reparatiewerkzaam­heden kunnen er niet te onderschat­ten risicos opduiken voor wie het toestel gebruikt. Daarvoor is de
Technische gegevens
Aansluitwaarde . . . . . . . . . . . . . 222 W
fabrikant niet verantwoordelijk.
Verlichting . . . . . . . . . . . . . . . . 2 x 11 W
Elektrische aansluiting
Deze wasemkap mag enkel worden aangesloten op een naar behoren geïn- stalleerd stopcontact met aarding van 220-230V ~ 50 Hz.
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha­kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen.
Het verdient aanbeveling de aanslui­ting via een stopcontact uit te voeren. Dit vergemakkelijkt immers eventuele tussenkomsten van de naverkoop­dienst. Let erop dat het stopcontact nog toegankelijk is wanneer het toestel ingebouwd is.
Is het stopcontact voor de gebruiker na het inbouwen niet meer toegankelijk of is er een vaste aansluiting voorzien, dan moet die voor elke fase met een stroomonderbreker uitgerust zijn. Als stroomonderbrekers kunnen er schake­laars worden gebruikt met een contact­opening van meer dan 3 mm. Bijvoor­beeld automatische schakelaars,
Spanning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 230 V
Frequentie . . . . . . . . . . . . . . . . ~ 50 Hz
Smeltstoppen . . . . . . . . . . . . . . . . 10 A
Ventilatievermogen
Luchtafvoervermogen volgen EN 61591 Luchtafvoersysteem ø 150 mm:
Stand I. . . . . . . . . . . . . . . . . 220 m
Stand II . . . . . . . . . . . . . . . . 335 m
Stand III. . . . . . . . . . . . . . . . 440 m
Intensieve stand . . . . . . . . . 640 m
Luchtafvoersysteem ø 125 mm:
Stand I. . . . . . . . . . . . . . . . . 210 m
Stand II . . . . . . . . . . . . . . . . 305 m
Stand III. . . . . . . . . . . . . . . . 405 m
Intensieve stand . . . . . . . . . 590 m
Bij werking met circulatie:
Stand I. . . . . . . . . . . . . . . . . 180 m
Stand II . . . . . . . . . . . . . . . . 290 m
Stand III. . . . . . . . . . . . . . . . 390 m
Intensieve stand . . . . . . . . . 485 m
Luchtafvoervermogen
zonder aansluitingen: . . . . . 690 m
smeltstoppen en contactsluiters.
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
20
Page 21
Afmetingen van de toestellen
DA 206-1, DA 209-1
Afmetingen van de toestellen
Boven ovens of fornuizen die met vaste brandstof worden verwarmd, mag u deze wasemkap niet monte­ren.
Tussen het kookvlak en de wasem­kap dient u voor uw veiligheid een minimumafstand (S) te houden van: – 45 cm boven elektrische
kookvlakken,
65 cm boven gaskookvlakken, 65 cm boven een Miele elektrogrill.
Raadpleeg ook de rubriek Opmerkingen omtrent uw veilig­heid, waarschuwingen’.
Om vrij en vlot onder de wasemkap te kunnen werken, bevelen wij ook boven elektrische kookvlakken een afstand van 65 cm aan.
= plaats op wand of plafond voor
de opening voor de luchtafvoer en voor de montage van het stopcontact. Bij werking met circulatie kan u het stop­contact enkel op de wand monteren.
Werking met circulatie H = 820 1110 mm
Aansluiting voor werking met circulatie: ø 125 mm
Werking met luchtafvoer H = 800 1020 mm bij luchtafvoer
door de wand. H = 770 – 1020 mm bij luchtafvoer door het plafond.
Om de schouw te monteren, dient de maat A tussen de bovenkant van de schouw en het plafond minstens 20 mm te gedragen.
Luchtafvoeraansluiting ø 150 mm, met verloopaansluiting ø 125 mm.
21
Page 22
Montage
Montage
Steunplaten
Met behulp van de steunplaten A, B en C bevestigt u de wasemkap tegen de wand.
Boor eerst gaatjes om de luifel te be­vestigen en de steunplaat A te monte­ren.
Voor u gaat monteren, trekt u in het midden van de wand boven het kookvlak een verticale lijn.
De maat S (veiligheidsafstand) van­uit het kookvlak markeren. Op deze lijn komt de onderkant van de wasemkap.
DA 206: Boor een gaatje van ø 6 mm op de middellijn en 22 mm boven het punt S. Steek de plug S6 in het gaatje.
22
DA 209: Boor 2 gaatjes van ø 6 mm op 22 mm boven het punt S en 250 mm rechts en links van de middellijn. Steek de plugs S6 in de gaatjes.
Steunplaat A
Boor op 100 en 425 mm vanuit het punt S op de middellijn naar boven toe 2 gaatjes van ø 8 mm voor de steunplaat A. Steek er plugs S8 in.
Page 23
Montage
Steunplaat B
Hou steunplaat B tegen de wand en schuif ze tot onder het plafond. Hang ze met behulp van de inkepin­gen waterpas ten opzichte van de middellijn. Markeer de 4 te boren gaatjes op de wand.
Boor de 4 gaatjes ø 6 mm in de wand. Steek er de plugs S6 in.
Bevestig steunplaat A losjes met 2 schroeven 5 x 40 mm. Hang ze met behulp van de twee inkepingen ge­lijk ten opzichte van de middellijn.
Boor nog 6 gaatjes van ø 8 mm door de gemonteerde steunplaat. Duw er de plugs S8 in.
Bevestig steunplaat B met 4 schroe­ven 4 x 30 mm en 4 moerplaatjes 4,3 mm.
Steunplaat C
Steunplaat C hoeft u enkel te monteren als de maat Y groter is dan 415 mm. Daarmee wordt het aanpasstuk extra verstevigd.
Schroef 4 schroeven 5 x 40 mm in de beide bovenste en onderste gaat­jes.
23
Page 24
Montage
Hou steunplaat C op een afstand van max. 415 mm van het plafond. Hang ze met behulp van beide inke­pingen waterpas ten opzichte van de middellijn. Markeer de 2 te boren gaatjes.
Boor 2 gaatjes ø 6 mm in de wand. Steek er de plugs S6 in.
Bevestig steunplaat C met 2 schroe­ven 4 x 30 mm en 2 moerplaatjes 4,3 mm.
Luifel
Voor u de luifel monteert, dient u eerst het glazen deksel van de ver­lichting weg te nemen. Zie rubriek Reiniging en onderhoud.
Bevestig de luifel. Draai daartoe de schroeven 5 x 40 mm in de twee gaatjes.
Hange de luifel achter de hoekplaat­jes van steunplaat A.
24
DA 206: Zet de luifel vast met 1 schroef 4 x 30 mm en 1 moerplaatje 4,3 mm.
DA 209: Zet de luifel vast met 2 schroeven 4 x 30 mm en 2 moerplaatjes 4,3 mm.
Zet het glazen deksel terug op zijn plaats.
Page 25
Motor
Schroef eerst beide gekartelde moe­ren losjes op de schroefbouten van steunplaat A. Laat wat ruimte, want achteraf moet u daar de motor kun­nen inhaken.
Montage
Zowel de 9-polige als de 15-polige stekkers van de luifel met de over­eenkomstige koppelingen aan de motor verbinden.
Haak de motor in de haakjes van steunplaat A. Laat hem onderaan achter de moeren schuiven.
Draai nu de moeren aan.
25
Page 26
Montage
Werking met luchtafvoer
Plaats de bijgeleverde terugslagklep in de luchtafvoeraansluiting van de motor.
De wasemkap is voorzien voor een luchtafvoeraansluiting van ø 150 mm. Wenst u een afvoerleiding van ø 125 mm te monteren, monteer dan de bijgeleverde verlooptuit in de luchtafvoertuit van de motor.
Voor de luchtafvoeraansluiting wordt een soepele slang of een luchtafvoer­pijp met een slangklem op de lucht­afvoertuit van de motor bevestigd. Het bovenste uiteinde wordt via een opening door wand of plafond naar buiten geleid.
Werking met circulatie
Is het niet mogelijk een luchtafvoerlei­ding aan te leggen? Sluit uw toestel dan aan op werking met circulatie.
Schuif de afbuigtuit op de bovenste steunplaat.
Monteer de verlooptuit ø150/125 mm in de luchtafvoertuit van de motor.
Sluit de luchtafvoer verder aan; zie rubriek Luchtafvoeraansluiting’.
26
Bevestig de soepele slang met de slangklemmen op de afbuigtuit en op de luchtafvoertuit van de motor
Plaats de actieve-koolfilters. Zie Reiniging en onderhoud’.
De actieve-koolfilters, die bij wer­king met circulatie vereist zijn, kan u bij uw handelaar of bij de Techni­sche Dienst van Miele verkrijgen.
Page 27
Steek de stekker in het stopcontact.
Aanpasstuk
Met het aanpasstuk kan u de maat tus­sen wasemkap en plafond variëren. Zie rubriek Afmetingen van het toestel’.
Dit aanpasstuk is opzij van twee ope­ningen voorzien. Die zijn voor de lucht­geleiding bedoeld indien het toestel is aangesloten op werking met circulatie.
Werking met circulatie Werking met afvoer
Montage
Buig de bovenste inhaakplaatjes ca. 45° naar binnen toe. Dat maakt het monteren makkelijk.
Voor werking met circulatie wordt het aanpasstuk met de openingen naar bo­ven gemonteerd.
Voor werking met afvoer hebben deze openingen geen functie. In dit geval wordt het aanpasstuk met de openin­gen naar onderen geplaatst. Achteraf worden ze door de schouw bedekt.
Werking met circulatie Werking met afvoer
Trek het aanpasstuk wat uiteen. Schuif het dan over de bovenste steunplaat.
27
Page 28
Montage
Let op de plaats van de openingen in het aanpasstuk. Die moeten zich bij werking met circulatie ter hoogte van de luchtuitlaatopeningen van de afbuig­tuit bevinden.
Bevestig het aanpasstuk aan beide zijden met schroeven 3,9 x 7,5 op de bovenste steunplaat.
Dek de schroefkoppen af met de meegeleverde dopjes.
Enkel bij werking met circulatie:
Zet de roosters voor de luchtcircula­tie in het aanpasstuk en in de afbuig­tuit die zich daarachter bevindt. De lamellen wijzen naar onderen.
De papieren montagebeveiliging verhin­dert dat het aanpasstuk bij de montage van de schouw onverhoeds door kras­sen wordt beschadigd. Dit papier neemt u na de montage weer weg.
Vouw de montagebeveiliging boven­aan.
Verwijder de folie op de plaatsen waar het kleeft.
Kleef de montagebeveiliging opzij en onderaan keurig op één lijn met het aanpasstuk.
28
Page 29
Schouw
Hou de schouw voorzichtig gespreid vast. Schuif ze over het aanpasstuk.
Montage
Laat de schouw daarna ca. 2 cm in de luifel zakken.
Hang de schouw keurig op haar plaats.
Neem de montagebeveiliging weg. Bevestig de schouw onderaan aan
beide zijden met 2 schroeven van 3,9 x 7,5 mm.
Dek de schroefkoppen met de mee­geleverde dopjes af.
29
Page 30
Aansluiting van de luchtafvoer
Aansluiting van de luchtafvoer
Risico op vergiftiging! Hou rekening met de rubriek Opmerkingen omtrent uw veilig­heid, waarschuwingen
Afvoerleiding
– De afvoerleiding dient zo kort en
recht mogelijk te zijn.
– De diameter van de afvoerleiding
mag niet kleiner zijn dan 150 mm.
Gebruikt u afvoerleidingen met een diameter kleiner dan 150 mm ofwel vlakke afvoerkanalen, dan veroor­zaakt de wasemkap meer lawaai. Dan vermindert ook het afzuigver­mogen van het toestel.
Verminder de diameter van de lucht­afvoerleiding enkel in het uiterste geval. Bv. indien er reeds een afvoer­leiding voorhanden was.
– Zo u de afvoerleiding horizontaal
monteert, dient u een minimumverval van 1 cm per meter te voorzien.
Zo kan er geen condenswater in het toestel lopen.
– Wordt de lucht naar buiten afge-
voerd, dan is een telescopische Miele-muurbuis aan te bevelen.
– Pas wijde bochten toe. Door kleine
bochten vermindert het luchtafvoer­vermogen van het toestel.
– Gebruik voor de aansluiting van de
luchtafvoerleiding enkel gladde bui­zen of soepele slangen van onbrand­baar materiaal.
30
– Leidt u de afvoer in een schouw,
richt de afvoertuit dan in de richting waarin de lucht wordt afgevoerd.
Page 31
Aansluiting van de luchtafvoer
Belangrijk!
Monteert u de afvoerleiding door koele vertrekken, zolders e.d.? Dan kan er op bepaalde punten een groot tempera­tuurverschil ontstaan. Er kan dus con­denswater worden gevormd. Dan moet u de afvoerleiding voldoende isoleren.
Condenswaterstop
Het verdient aanbeveling niet enkel de afvoerleiding te isoleren, maar ook een condenswaterstop te installeren. Daarin wordt het condenswater opgevangen en verdampt.
Installeer de condenswaterstop ver­ticaal en rechtstreeks boven de af­voertuit van het toestel zo dat enigs­zins mogelijk is.
31
Page 32
Wijzigingen voorbehouden / 44 / 000 BE - 1699
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100 % chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
Loading...