Miele DA 1255, DA 1260, DA 1200 Operating instructions [nl]

Page 1
Gebruiks- en montagehandleiding Dampkap
Lees altijd eerst de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BE M.-Nr. 11 756 600
Page 2
Inhoud
Bijzondere opmerkingen voor ommanteling met een gekleurde coating....... 19
Anti-geurfilters weggooien ............................................................................. 22
2
Page 3
Inhoud
Condenswater ................................................................................................ 38
Geluiddemper................................................................................................. 39
3
Page 4

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Deze dampkap voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voor­dat u de dampkap in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke in­structies met betrekking tot de montage, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Daardoor beschermt u zichzelf en vermijdt u beschadigingen aan de dampkap.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van het toestel en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te vol­gen.
Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha­de die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.

Verantwoord gebruik

Deze dampkap is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Deze dampkap is niet bestemd voor gebruik buiten.Gebruik de dampkap uitsluitend in huishoudelijke context voor het
wegzuigen van kookdampen die ontstaan bij het bereiding van ge­rechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
De dampkap mag in de recirculatiemodus boven een gaskookstel
niet gebruikt worden voor het ventileren van de plaats van opstelling. Raadpleeg een gasprofessional.
4
Page 5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de dampkap niet in staat zijn om deze veilig te bedienen, mogen de dampkap alleen on­der toezicht gebruiken. Deze personen mogen de dampkap alleen zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en begrijpen.

Kinderen in het gezin

Houd kinderen onder 8jaar bij de dampkap vandaan, tenzij u
voortdurend toezicht houdt.
Kinderen vanaf 8jaar mogen de dampkap alleen zonder toezicht
gebruiken als ze weten hoe ze de dampkap veilig moeten bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en begrijpen.
Kinderen mogen de dampkap niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de
dampkap bevinden. Laat kinderen nooit met de dampkap spelen.
De kookplaatverlichting is heel sterk.
Zorg dat vooral baby's niet direct in de lampen kijken.
Verstikkingsgevaar. Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen weg van kinderen.
5
Page 6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Technische veiligheid

Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of repara-
tiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen. In­stallatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde deskundige worden uitgevoerd.
Schade aan de dampkap kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer de dampkap op zichtbare schade. Gebruik nooit een be­schadigde dampkap.
De elektrische veiligheid van de dampkap is uitsluitend gegaran-
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda­mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek­trische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
De dampkap kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als zij
op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
van de dampkap moeten beslist met de waarden van het elektrici­teitsnet overeenkomen om beschadiging van de dampkap te voorko­men. Vergelijk deze aansluitgegevens voordat u het toestel aansluit. Raad­pleeg bij twijfel een elektricien.
Deze dampkap mag niet op het elektriciteitsnet worden aangeslo-
ten via meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren die daarvoor niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
6
Page 7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik uw dampkap enkel in geïnstalleerde toestand. Enkel dan
is een veilige werking gewaarborgd.
Deze dampkap mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Raak geen onderdelen aan die onder spanning staan. Verander
niets aan de elektrische en mechanische opbouw van het toestel. Open de ommanteling van de dampkap slechts zo ver als in het ka­der van de montage en de reiniging is toegestaan. Open in geen ge­val overige delen van de ommanteling. Worden deze instructies niet opgevolgd, dan kunnen gebruikers een elektrische schok krijgen en is het mogelijk dat het toestel niet meer goed functioneert.
Het recht op garantie vervalt wanneer de dampkap door een tech-
nische dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel bij gebruik van originele Miele-onderdelen garandeert Miele
dat aan de veiligheidseisen wordt voldaan. Defecte onderdelen mo­gen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een er-
kend vakman/vakvrouw worden vervangen.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er
geen elektrische spanning op de dampkap staan. Dat is het geval als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
- de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
- de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting zijn er geheel uitgedraaid of
- de stekker (indien aanwezig) is uit de contactdoos getrokken. Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
7
Page 8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Gelijktijdig gebruik met een toestel dat lucht uit dezelfde ruimte verbruikt

Dit kan levensgevaarlijk zijn! Wees heel voorzichtig als u de dampkap tegelijk gebruikt met ver­brandingssystemen die lucht uit dezelfde ruimte gebruiken of ge­bruikmaken van dezelfde afvoerinstallatie. Dergelijke verbrandingssystemen halen de lucht die nodig is voor de verbranding uit de ruimte waar het systeem zich bevindt en voeren de rookgassen af via een afvoerkanaal (bijvoorbeeld via een schoorsteen). Dit kunnen bijvoorbeeld gas-, olie-, hout- of kolenkachels zijn, maar ook gasboilers, warmwaterketels op gas, gaskookplaten en gasovens.
De dampkap zuigt lucht uit de keuken en de aangrenzende ruim­ten. Dit geldt bij:
- luchtafvoer en bij
- luchtcirculatie met een buiten het vertrek geplaatste luchtcircula­tiebox.
Als de luchtaanvoer niet voldoende is, ontstaat er onderdruk. Het verbrandingssysteem krijgt te weinig lucht. De verbranding wordt negatief beïnvloed. Giftige verbrandingsgassen kunnen uit de schoorsteen of een an­der luchtafvoerkanaal naar de woonruimten geleid worden. Levensgevaarlijk!
8
Page 9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het gelijktijdige gebruik van de dampkap en een verbrandingssys­teem in dezelfde ruimte is ongevaarlijk als de onderdruk niet groter is dan 4Pa (0,04mbar). In dat geval is er geen gevaar dat verbran­dingsgassen worden teruggezogen.
Er zullen geen onderdrukproblemen ontstaan als door niet-afsluit­bare openingen bijvoorbeeld in deuren of ramen voldoende lucht in de ruimte kan komen. De diameter van de opening waardoor de lucht naar binnen stroomt, moet dan wel groot genoeg zijn. Alleen een muurkast voor luchttoevoer/luchtafvoer is meestal niet toerei­kend.
Bij de beoordeling van een en ander dient men altijd rekening te houden met de totale ventilatie van de woning. Raadpleeg in ieder geval een vakman.
Wanneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt en de lucht wordt teruggevoerd in de ruimte waar het toestel is geplaatst, is gelijktijdig gebruik van een dampkap en een verbrandingstoestel in dezelfde ruimte niet gevaarlijk.
9
Page 10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Veilig gebruik

Bij open vuur bestaat brandgevaar.
Werk nooit met open vuur onder de dampkap. Bijvoorbeeld het flam­beren en grillen met open vlam is niet toegestaan. Als de dampkap ingeschakeld is, worden de vlammen in de filter gezogen. Vetresten kunnen vuur vatten.
Sterke hitte-ontwikkeling op een gaskookplaat kan de dampkap
beschadigen.
- Let er bij gebruik van de dampkap boven een gaskookplaat of gasfornuis op, dat er altijd een pan staat op de gaspit die in ge­bruik is. Draai de gaspit ook uit, wanneer u de pan even van het gas neemt.
- Kies pannen die niet groter of kleiner zijn dan de kookzone.
- Regel de stand van het gas zo dat er geen gas langs de pan om­hoog komt.
- Zorg ervoor dat u een pan nooit overmatig verhit, zoals dit bij het wokken snel gebeurt.
Condenswater kan zorgen voor corrosieschade aan de dampkap.
Schakel de dampkap altijd in als u een kookzone gebruikt om opho­ging van condenswater te voorkomen.
Olie en vet kunnen bij oververhitting vanzelf ontbranden en daarbij
de dampkap in brand zetten. Let op potten, pannen en friteuses wanneer u met olie en vet werkt. Ook het grillen op elektrische griltoestellen moet daarom onder con­tinu toezicht plaatsvinden.
10
Page 11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik de dampkap nooit zonder vetfilters om te voorkomen dat
zich vuil en vet in de dampkap afzetten, waardoor deze op den duur niet meer goed zal functioneren.
Hou ermee rekening dat de dampkap bij het koken door de opstij-
gende hitte erg warm kan worden. Raak de ommanteling en de vetfilters pas aan wanneer de dampkap is afgekoeld.
Zet niets op de dampkap.

Installatie volgens de voorschriften

Controleer of het gebruik van een dampkap boven uw kooktoestel
volgens de fabrikant van deze apparatuur toegestaan is.
Het is niet toegestaan de dampkap boven stookplaatsen voor
vaste brandstoffen te monteren.
Als de afstand tussen kookplaat en dampkap te klein is, kan dit
schade aan de dampkap veroorzaken. Tussen de kookplaat en de onderkant van de dampkap moeten de afstanden worden aangehouden die staan vermeld in het hoofdstuk: “Montage”, tenzij de fabrikant van de kookplaat een grotere afstand aangeeft. Worden er onder de dampkap verschillende kooktoestellen gebruikt waarvoor verschillende afstanden gelden, dan moet de grootste af­stand worden aangehouden.
Volg voor het monteren van de dampkap de aanwijzingen in het
hoofdstuk “Installatie” op.
11
Page 12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik voor de luchtafvoerleiding enkel buizen of slangen van
onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw Miele-handelaar of via de Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
De lucht mag niet worden afgevoerd via een afvoerschoorsteen
die wordt gebruikt voor de afvoer van rook of gas, noch via een schacht die wordt gebruikt voor de ontluchting van ruimten waarin wordt gestookt.
Wanneer de lucht moet worden afgevoerd via een schoorsteen die
niet meer in gebruik is, dient u eerst de officiële voorschriften te raadplegen.

Reiniging en onderhoud

Er kan brand ontstaan als het toestel niet volgens de aanwijzingen
in deze gebruiksaanwijzing wordt gereinigd.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de dampkap nooit een stoomreiniger.

Accessoires

Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon­teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro­ductaansprakelijkheid.
12
Page 13

Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu

Recycleerbare verpakking

De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd milieuvriende­lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri­aal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Uw toestel afdanken

Oude elektrische en elektronische toe­stellen bevatten meestal nog waarde­volle materialen. Ze bevatten echter ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude toestel bij het ge­wone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de ge­zondheid en het milieu. Doe uw oude toestel daarom nooit bij het gewone huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inza­meldepot voor elektrische en elektro­nische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verant­woordelijk voor het wissen van eventue­le persoonlijke gegevens op het af te danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met
- de handelaar bij wie u het kocht of
- de firma Recupel, telefoon 0800/15 880, website: www.recupel.be of
- uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
13
Page 14

De dampkap in één oogopslag

14
Page 15
De dampkap in één oogopslag
a
Bedieningselementen
b
Kookplaatverlichting
c
Anti-geurfilter Accessoires die voor luchtcirculatie achteraf nog besteld kunnen worden
d
Afdekking voor de anti-geurfilterschacht
e
Vetfilter
f
Luchtafvoertuit ( 150mm, met reduceerstuk 125mm).
g
Luchtafvoeropening
h
Luchtcirculatierooster
i
Schuifschakelaar voor de kookplaatverlichting
j
Schuifschakelaar voor de afzuiging
15
Page 16

Hoe werkt uw toestel?

De dampkap kan op de volgende ma­nieren worden gebruikt:

Werking met luchtafvoer

De aangezogen lucht wordt door de vetfilters gereinigd en naar buiten afge­voerd.

Werking met luchtcirculatie

(enkel met ombouwset en reukfilter als mits toeslag verkrijgbaar toebehoren; zie “Technische gegevens”)
De aangezogen lucht wordt door de vetfilters en bovendien door een reukfil­ter gereinigd en wordt daarna weer in de keuken geleid.
16
Page 17

Het in- en uitschakelen van de afzuiging

Schakel de afzuiging in, zodra u begint met koken. Hierdoor worden kook­dampen vanaf het eerste moment afge­zogen.
Voor lichte tot zware kookdampen en geuren kunt u kiezen tussen de vermo­gensstanden 1 tot en met 3.
Bij kortstondige sterke wasem- en geur­vorming, bijv. bij het aanbraden, kunt u de boosterstand B gebruiken.
Schakel de afzuiging met de afzuig-
schakelaar in en selecteer de ge­wenste stand.

Afzuiging uitschakelen

Het is aan te bevelen om de afzuiging nog enkele minuten te laten werken. Dan wordt de keukenlucht gezuiverd van eventueel nog aanwezige dampen en geurtjes.

Bediening

U kunt de afzuiging uitschakelen door
de ventilatorschakelaar op 0 te zet­ten.
Kookplaatverlichting in- en uit­schakelen
De kookplaatverlichting kunt u onafhan­kelijk van de afzuiging in- en uitscha­kelen.
Schakel de kookplaatverlichting met
de verlichtingsschakelaar in (1) en uit (0).
17
Page 18

Tips om energie te besparen

Deze dampkap werkt zeer efficiënt en energiebesparend. Volgende maatre­gelen ondersteunen u bij het spaarzame gebruik:
- Zorg bij het koken voor een goede ventilatie van de keuken. Stroomt bij luchtafvoer niet voldoende lucht, dan werkt de dampkap niet efficiënt en zijn er verhoogde werkingsgeluiden.
- Kook op een zo laag mogelijke kook­stand. Weinig kookdampen beteke­nen een lage vermogensstand aan de dampkap en hierdoor ook minder stroomverbruik.
- Controleer de gekozen vermogens­stand op de dampkap. Meestal is een lage vermogensstand voldoende. Ge­bruik de boosterstand alleen als dat nodig is.
- Schakel bij sterke kookdampen al vroeg op een hoge stand. Dat is effi­ciënter dan de kookdampen nadien proberen op te vangen.
- Let erop om de dampkap na het ko­ken weer uit te schakelen.
- Maak de filters geregeld schoon of vervang ze. Door erg vette filters wordt het vermogen verlaagd en be­staat er brandgevaar. Voorts bestaat dan een risico voor de hygiëne.
18
Page 19

Reiniging en onderhoud

Koppel de dampkap bij elk on-
derhoud en reiniging los van de voe­ding (zie hoofdstuk: “Veiligheidsin­structies en waarschuwingen”).

Behuizing

Algemeen

De oppervlakken en bedieningsele­menten kunnen door ongeschikte reinigingsmiddelen aangetast wor­den.
Gebruik geen reinigingsmiddelen die soda, zuur, chloor of oplosmiddelen bevatten.
Gebruik geen schurende reinigings­middelen zoals schuurpoeder en vloeibaar schuurmiddel en ook geen schuursponsjes of sponsjes waar nog resten van schuurmiddelen in zitten.
Vocht in de dampkap kan leiden
tot schade. Let erop dat er geen water in de
dampkap komt.

Roestvrijstalen oppervlakken

De aanwijzingen gelden niet voor de bedieningstoetsen.
Neem de algemene regels in acht en gebruik daarnaast een niet-schurend reinigingsmiddel dat speciaal geschikt is voor roestvrij staal.
Gebruik, om te voorkomen dat de op­pervlakken snel weer vuil worden, ook een onderhoudsmiddel voor roestvrij staal (verkrijgbaar bij Miele).
Bijzondere opmerkingen voor om­manteling met een gekleurde coating
Bij het reinigen ontstaan fijne krasjes op het oppervlak, die afhankelijk van de kamerverlichting zichtbaar kunnen zijn.
Reinig oppervlak en bedieningsele-
menten alleen met een licht vochtige doek, wat reinigingsmiddel en wat warm water.
Wrijf de oppervlakken daarna met
een zachte doek droog.
19
Page 20
Reiniging en onderhoud

Bedieningselementen

Wanneer verontreinigingen langer blijven zitten, kunnen de bedienings­elementen verkleuren of veranderen.
Verwijder vuil daarom direct.
Bij reiniging met reinigingsmiddel voor roestvrij staal kan het oppervlak van de bedieningselementen be­schadigd worden.
Gebruik voor het reinigen van de be­dieningselementen geen reinigings­middel voor roestvrij staal.

Vetfilters

Brandgevaar
Verzadigde vetfilters zijn brandbaar. Reinig de vetfilters regelmatig.
De recycleerbare metalen vetfilters in het toestel nemen de vaste deeltjes uit de keukendampen op (vet, stof, etc.) en zorgen er zo voor dat de dampkap niet vuil wordt.

Reinigingsinterval

Aangekoekt vet wordt na verloop van tijd hard en het wordt dan steeds moei­lijker om de filters schoon te krijgen. U kunt daarom het beste de vetfilters om de 3–4weken schoonmaken.

De vetfilter uitnemen

Een vetfilter kan makkelijk uit uw
handen glippen. Daarbij kunnen de vetfilter en de
kookplaat beschadigd raken. Houd de vetfilter bij het verwijderen,
reinigen en terugplaatsen daarom goed vast.
De vetfilters moeten regelmatig worden gereinigd.
Sterk vervuilde vetfilters verminderen het afzuigvermogen en zorgen voor meer vervuiling van de dampkap en de keuken.
20
Open de vergrendeling van de vetfil-
ter, zwenk de vetfilter ca.45° omlaag, haak hem achteraan los en neem hem uit.

De vetfilters met de hand reinigen

Reinig de vetfilters in warm water met
een afwasborstel en een zacht hand­afwasmiddel. Gebruik het handaf­wasmiddel niet geconcentreerd.
Page 21
Reiniging en onderhoud

Ongeschikte reinigingsmiddelen

Vetfilters kunnen beschadigd raken door reinigingsmiddelen die daarvoor niet geschikt zijn. De volgende reinigingsmiddelen mogen niet worden gebruikt:
- kalkoplossende reinigingsmiddelen
- schuurpoeder of schuurcrème
- agressieve allesreinigers en vetoplos­sprays
- ovenspray

Vetfilters reinigen in de vaatwasser

Plaats de vetfilters verticaal of schuin
in het onderrek. Let erop dat de sproeiarm vrij kan bewegen.
Gebruik een reinigingsmiddel dat ge-
schikt is voor huishoudelijk gebruik.
Kies een programma met een tempe-
ratuur tussen de 50°C en 65°C.
Bij reiniging van de vetfilters in de vaatwasser kunnen sommige reini­gingsmiddelen blijvende verkleuringen veroorzaken op de filteroppervlakken. Deze verkleuringen hebben geen na­delig effect op de werking van de vet­filters.
Let er bij het monteren van de vetfil-
ters op dat de vergrendeling naar de kookplaat toe wijst.
Als er eens een vetfilter verkeerd zit,
ontgrendel die dan langs de uitspa­ringen met behulp van een kleine schroevendraaier.

Na het reinigen

Leg de vetfilters na het schoonmaken
nog op een vochtopnemend voor­werp te drogen.
Wanneer de vetfilters uitgenomen
zijn, kan u de bereikbare onderdelen van de behuizing van vet ontdoen. Op die manier voorkomt u brandge­vaar.
21
Page 22
Reiniging en onderhoud

Actieve koolstoffilter

Bij luchtcirculatie dient u naast de vetfil­ters ook nog een anti-geurfilter te ge­bruiken. Deze bindt tijdens het koken de aanwezige kookgeurtjes.
De anti-geurfilter wordt in het wasem­scherm boven de vetfilters geplaatst.
U kunt de anti-geurfilters in de webshop van Miele, bij Miele zelf (zie achter in deze gebruiksaanwijzing) of bij de Miele vakhandelaar verkrijgen. De type-aan­duiding vindt u in het hoofdstuk “Tech­nische gegevens”.
Actievekoolstoffilter plaatsen / ver­vangen
Verwijder eerst de vetfilters voordat u
de actievekoolstoffilter plaatst of ver­vangt. Zie paragraaf: “Vetfilters”.
Plaats de actievekoolstoffilter in de
schacht en druk het filter omhoog tot onder het uitblaasrooster.
Plaats de afdekking en de vetfilters
weer terug.
Schuif de afdekking van de schacht
voor de actievekoolstoffilter iets naar rechts en haal de afdekking uit het toestel.
Haal de actievekoolstoffilter uit de
verpakking.
22

Vervangingsfrequentie

Vervang de anti-geurfilter altijd zodra
kookluchtjes niet meer voldoende worden opgenomen. In ieder geval om de 6 maanden ver­vangen.

Anti-geurfilters weggooien

Gooi de gebruikte anti-geurfilter bij
het huisvuil.
Page 23

Lampjes vervangen

Vervang de lampjes door lampjes van hetzelfde type:
Fabrikant...................................... EGLO
Lamptype ..................................... GU10
Type-aanduiding.......................... 12981
Vermogen ........................................ 3W
ILCOS D Code...... DR-3-H-GU10-50/56
U kunt ook de volgende lampjes ge­bruiken:
Fabrikant...................................... EGLO
Lamptype ..................................... GU10
Type-aanduiding.......................... 11511
Vermogen ........................................ 5W
ILCOS D Code...... DR-5-H-GU10-50/54
Deze beide types verschillen in licht­sterkte. Gebruik in de dampkap alleen identieke lampjes.
De lampjes zijn verkrijgbaar bij Miele en bij de vakhandel.
Reiniging en onderhoud
Draai de bevestigingsschroef van het
lampje een beetje los.
Schuif de schroef met het lampje
naar beneden.
Draai de schroef weer vast.
Afzuiging en verlichting uitschakelen.Verwijder de vetfilters.Haal de elektrische spanning van de
dampkap (zie hoofdstuk: “Veiligheids­instructies en waarschuwingen”).
De lampjes kunnen wanneer ze
branden erg heet worden. Wacht een paar minuten om de
lampjes te vervangen.
Draai het lampje naar links en verwij-
der deze uit de dampkap.
Draai het nieuwe lampje in de fitting.
Neem daarbij de aanwijzingen van de fabrikant in acht.
Draai de bevestigingsschroef weer
een beetje los, duw het lampje naar boven en draai de schroef weer vast.
Plaats de vetfilters terug.
23
Page 24

Klantendienst

Contact bij storingen

Voor storingen die u niet zelf kunt ver­helpen, waarschuwt u uw Miele vakhan­delaar of de klantendienst van Miele.
De klantendienst van Miele kunt u onli­ne boeken op www.miele.com/ser­vice.
De contactgegevens van de klanten­dienst van Miele vindt u achteraan in dit document.
De klantendienst van Miele heeft de ty­peaanduiding en het fabricagenummer nodig (Fabr./SN/nr.). Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Positionering van het typepla­tje
Het typeplaatje is zichtbaar nadat u de vetfilter hebt verwijderd.

Garantie

De garantietermijn voor dit toestel be­draagt 2 jaar.
Voor meer informatie, zie de bijge­voegde garantievoorwaarden.
24
Page 25
*INSTALLATION*

Voor de installatie

Neem voordat u met de installa-
tie begint de informatie in dit hoofd­stuk en in het hoofdstuk: “Veilig­heidsinstructies en waarschuwingen” in acht.

Installatie

25
Page 26
*INSTALLATION*
Installatie

Installatiemateriaal

26
Page 27
*INSTALLATION*
Installatie
a
1luchtafvoertuit
voor een luchtafvoerleiding van 150mm of 125mm (niet bij luchtcirculatie).
b
2 bevestigingsprofielen
om de dampkap aan de muur te be­vestigen (niet nodig bij montage on­der een kast).
c
1 boorsjabloon
d
1 afdekfolie
voor de luchtafvoeropening aan de achterkant bij luchtcirculatie. De folie wordt met de anti-geurfilter meege­leverd (na te bestellen accessoire).
4schroeven 5x60mm en
4pluggen 8x50mm
Voor het bevestigen aan de muur.
De schroeven en pluggen zijn
geschikt voor een massieve muur­constructie.
Gebruik voor andere muurconstruc­ties bevestigingsmateriaal dat daarbij past.
Let erop dat de muur voldoende draagkracht heeft.
4 plaatschroeven 4,2x30mm
voor het bevestigen van de dampkap aan de kast erboven (van bovenaf).
4 houtschroeven 4x30mm
voor het bevestigen van de dampkap aan de kast erboven (van onderaf).
4afdekkappen
27
Page 28
*INSTALLATION*
Installatie

Afmetingen van het toestel

DA 1255: B = 548mm
DA 1260: B = 598mm
DA 1200: B = 998mm Luchtafvoeraansluiting 150mm, met reduceertuit 125mm.
a
Wordt deze dampkap gemonteerd als vervanging van een dampkap van 150mm hoog, dan kunt u een paneel plaatsen om de overgebleven ruimte van de inbouwkast af te dekken. Dit paneel is als accessoire verkrijgbaar voor toestellen met verschillende breedten:
– Miele DAB 55 voor DA 1255 – Miele DAB 60 voor DA 1260 – Miele DAB 100 voor DA 1200
28
Page 29
*INSTALLATION*

Afstand tussen kookplaat en dampkap (S)

Tussen de onderkant van de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, ge­braden, gegrilleerd of gefrituurd wordt, moet een minimumafstand worden aan­gehouden. Deze kunt u hieronder vinden. Geeft de fabrikant echter een grotere afstand aan, houd dan deze aan.
Neem ook de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige hoofdstuk in acht.
Kooktoestel Minimumafstand S
Elektrische kookplaat 450mm
Grill en friteuse (elektrisch) 650mm
Installatie
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
650mm
totale capaciteit van 12,6 kW, waarbij geen brander een capaciteit van > 4,5 kW heeft.
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
760mm
totale capaciteit van >12,6 kW en > 21,6 kW, waarbij geen brander een capaciteit van 4,8 kW heeft.
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
niet mogelijk
totale capaciteit van >21,6 kW, of met bij één brander een capaciteit van > 4,8 kW.
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van 6 kW 650mm
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 6 kW en
760mm
8,1 kW
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 8,1 kW niet mogelijk
29
Page 30
*INSTALLATION*
Installatie

Montagetips

- Om alle kookdampen op te kunnen vangen, moet de dampkap precies in het midden boven de kookplaat zijn gemonteerd.
- Zorg ervoor dat de kookplaat niet groter is dan de dampkap, liefst klei­ner.
- De plaats waar de dampkap komt te hangen moet makkelijk toegankelijk zijn. In geval van een storing moet een technicus makkelijk bij de damp­kap kunnen komen en deze ongehin­derd kunnen demonteren. Let bij het monteren van de dampkap dus ook op de plaatsing van kasten, planken, plafond- of decorelementen in de omgeving van de dampkap.

Beschermfolie verwijderen

De roestvrijstalen delen van de omman­teling van de dampkap zijn voorzien van een folie dat deze delen bij het transport moet beschermen.
Neem de vetfilters uit het toestel en
verwijder de folie van de ommanteling en van het frame van de vetfilters, vóórdat het toestel wordt gemon­teerd. De folie kan er eenvoudig wor­den afgetrokken.

Luchtombuiger

Achterin de dampkap is een luchtom­buiger geplaatst. De plaats van de luchtombuiger is afhankelijk van de ge­bruikte functie. Bij luchtafvoer wordt de lucht door de luchtombuiger achteraan boven uit de ommanteling afgevoerd. Bij luchtcirculatie sluit de luchtombuiger de opening af en wordt de lucht naar het uitblaasrooster aan de voorkant ge­leid.
30
Page 31
*INSTALLATION*
Installatie
Controleer waar de luchtombuiger
moet worden geplaatst.
Luchtafvoer
ger eruit, draai deze en schuif de luchtombuiger weer in het toestel tot­dat deze vastklikt.
Plak bij luchtcirculatie bovendien de
afdekfolie op de luchtafvoeropening aan de achterkant. De folie wordt bij de actievekoolstoffilter gevoegd en is bij te bestellen.
Luchtcirculatie
Neem indien nodig de luchtombuiger
uit het toestel en draai deze voor de gewenste functie. Druk de beide ver­grendelingen in, trek de luchtombui-
31
Page 32
*INSTALLATION*
Installatie

Montage onder een bovenkast

Kies de inbouwpositie zo dat bij lucht­circulatie de circulatieopeningen aan de voorkant van het toestel niet door de kast afgedekt worden.

Gat voor de luchtafvoerleiding en elektrische kabel

Bevestiging van bovenaf

Gebruik alleen de op de boorsja-
bloon aangegeven bevestigings­punten. Gebruik alleen de vermelde schroeven.
Als de dampkap verkeerd bevestigd wordt, kan ze beschadigd raken en kunt u bijv. een elektrische schok krijgen.
Boor met behulp van de boorsjabloon
vier bevestigingsgaten 5mm in de onderkant van de kast.
Bevestig de daarvoor bestemde
boorsjabloon op de onderkant van de kast.
Als de dampkap met luchtafvoer
werkt, maak dan voor de luchtafvoer­leiding een gat in de bodem van de kast van minimaal 170mm.
Moet de elektrische kabel door de
kast lopen, breng dan ook daarvoor een gat aan.
32
Verwijder de boorsjabloon.
Page 33
*INSTALLATION*
Til de dampkap naar de onderkant
van de kast en voer de elektrische kabel daarbij door het daarvoor ge­boorde gat.
Installatie

Bevestiging van onderaf

Miele adviseert de dampkap zoals hier­voor beschreven van bovenaf te beves­tigen. Als de bevestiging door de on­derkant van de kast niet mogelijk is, kan de dampkap ook van onderaf aan de onderkant van de kast bevestigd wor­den.
De bijgeleverde schroeven zijn ge­schikt om de dampkap aan een mas­sieve houten onderkant van minimaal 16mm dik te bevestigen. Let erop dat de onderkant van de kast stevig genoeg is.
Til de dampkap naar de onderkant
van de kast.
Zet de dampkap vanuit de binnen-
kant van de kast met de bijgevoegde plaatschroeven vast.
Draai de bijgeleverde houtschroeven
in de hulzen op de dampkap en schroef de dampkap aan de onder­kant van de kast.
33
Page 34
*INSTALLATION*
Installatie
Verwijder de hulzen.
Sluit de gaten met de doppen af (ook
bij bevestiging van bovenaf).
Plaats de vetfilters weer terug.

Montage aan de muur

U kunt de dampkap ook vrij aan de muur bevestigen. Daar zijn twee beves­tigingshaken voor nodig.
Bevestig de daarvoor bestemde
boorsjabloon op de muur. Let er daarbij op dat de bovenkant van de sjabloon de bovenkant van de damp­kap markeert. Zorg voor een veilige afstand tussen dampkap en kook­plaat. Zie daarvoor hoofdstuk: “Afme­tingen van het toestel”.
34
Markeer de vier boorgaten voor de
bevestigingshaken en boor de gaten in de muur ( 8mm).
Haal de boorsjabloon weer weg.
Page 35
*INSTALLATION*
Maak de bevestigingshaken met de
bijgevoegde pluggen en schroeven aan de muur vast.
De schroeven en pluggen zijn
geschikt voor een massieve muur­constructie.
Gebruik voor andere muurconstruc­ties bevestigingsmateriaal dat daarbij past.
Let er op dat de muur stevig genoeg is voor de dampkap.
Installatie
Demonteer de lampjes:
- Draai de bevestigingsschroef van het lampje iets los.
- Schuif de schroef met het lampje naar beneden.
- Draai de schroef weer vast.
- Draai het lampje naar links en haal het uit het toestel.
35
Page 36
*INSTALLATION*
Installatie
Hang de dampkap in de bevesti-
gingshaken.

Voorbereiding luchtafvoer

Bij een luchtafvoerleiding van
150mm kunt u de uitblaastuit bij de versmalling met een scherp mes doorsnijden. Bij een luchtafvoerleiding van 125mm blijft de uitblaastuit onveran­derd.
Draai de beide schroeven rechts en
links aan de achterkant van het toe­stel vast om de overhelling te corrige­ren en te voorkomen dat het toestel losraakt.
Plaats de lampjes weer terug.Plaats de vetfilters weer terug.
36
Bevestig de luchtafvoerleiding aan de
uitblaastuit, bijv. een flexibele luchtaf­voerslang met een slangklem (na te bestellen accessoire).
Plaats de uitblaastuit in de luchtaf-
voeropening en vergrendel de tuit door deze iets naar rechts te draaien.
Page 37
*INSTALLATION*
Installatie
Hoe u voor de montage van de lucht-
afvoerleiding verder te werk moet gaan, vindt u in het hoofdstuk: “Luchtafvoersysteem”.

Voorbereiding luchtcirculatie

Plaats de actievekoolstoffilters. Zie
hoofdstuk: “Reiniging en onderhoud”.

Elektrische aansluiting

Neem voordat u de dampkap op de elektriciteit aansluit de hoofdstukken: “Elektrische aansluiting” en “Veilig­heidsinstructies en waarschuwingen” in acht.
Steek de stekker in het stopcontact.

Functiecontrole

Schakel de afzuiging in.
- Bij luchtafvoer mag de lucht niet door de luchtafvoeropeningen aan de voorkant van het toestel stromen.
- Bij luchtcirculatie moet de lucht wèl door de luchtafvoeropeningen aan de voorkant van het toestel stromen.
Is dat niet het geval, dan is de luchtom­buiger verkeerd gemonteerd. Zie hoofd­stuk: “Luchtombuiger”.

Elektrische aansluiting

Lees voor de aansluiting op elektrici­teit het hoofdstuk “Veiligheidsin­structies en waarschuwingen”.
De aansluitgegevens (frequentie, span­ning) op het typeplaatje moeten over­eenkomen met de waarden van het
elektriciteitsnet. Aanwijzingen voor de positie van het typeplaatje vindt u in het hoofdstuk “Klantendienst”.
De dampkap is voorzien van een stroomkabel en een geaarde stekker.
Voor de aansluiting moet een stopcon­tact gebruikt worden die toegankelijk is na de installatie. Als dit niet mogelijk is of als er een vaste aansluiting is, moet in de huisinstallatie een werkschakelaar voor alle polen aanwezig zijn waarmee het toestel van de netspanning kan worden losgekoppeld. Deze schakelaar moet voldoen aan de vereisten in Over­spanningscategorieIII.
De veiligheid wordt verbeterd als het toestel via een verliesstroomschakelaar wordt bediend.
Alleen een elektricien mag werkzaam­heden aan de huisinstallatie uitvoeren.
Dit toestel moet geaard zijn.

Luchtafvoerleiding

Gelijktijdig gebruik van de damp-
kap en een toestel dat lucht in die­zelfde ruimte verbruikt kan gevaarlijk zijn! Er kunnen giftige gassen vrijko­men.
Neem beslist de veiligheidsinstruc­ties en waarschuwingen in het gelijk­namige hoofdstuk in acht.
Laat in ieder geval door de plaatse­lijke schoorsteenveger controleren of een veilig gebruik van de luchtafvoer gewaarborgd is.
37
Page 38
*INSTALLATION*
Installatie
Voor de luchtafvoer mogen alleen gladde buizen of flexibele luchtaf­voerleidingen van niet-brandbaar materiaal gebruikt worden.
Voor een zo groot mogelijk afzuigver­mogen en een zo laag mogelijk geluids­niveau moeten de volgende punten in acht worden genomen:
- De diameter van de luchtafvoerlei­ding mag niet kleiner zijn dan die van de luchtafvoertuit (zie het hoofdstuk “Afmetingen”). Dit geldt vooral bij het gebruik van platte afvoerkanalen.
- De luchtafvoerleiding moet zo kort en recht mogelijk zijn.
- Gebruik alleen bochten met een grote doorsnede.
- Er mogen geen knikken in de luchtaf­voerleiding komen en de luchtafvoer­leiding mag niet in elkaar gedrukt worden.
- Alle verbindingspunten moeten stevig zijn en mogen niet lekken.
- Als de luchtafvoerleiding kleppen heeft, moeten deze bij het inscha­kelen van de dampkap worden geo­pend .

Schoorsteen

Als de verbruikte lucht door een schoorsteen afgevoerd moet worden, moet de invoerbuis in stromingsrichting geplaatst worden.
Als de schoorsteen door meerdere ven­tilatietoestellen gebruikt wordt, moet de doorsnede ervan groot genoeg zijn.
Een terugslagklep zorgt ervoor dat er geen ongewenste luchtuitwisseling tus­sen kamer en buitenlucht plaatsvindt als de dampkap uitgeschakeld is.
Als de verbruikte lucht naar buiten afge­voerd wordt, kan het beste een Miele muurkast of een Miele dakdoorvoer ge­installeerd worden (na te bestellen ac­cessoire). Deze beschikken over een geïntegreerde terugslagklep.
Als uw afzuiginstallatie geen terugslag­klep heeft, kan een terugslagklep ach­teraf besteld worden.
Iedere beperking in de luchtstroming vermindert de afzuigcapaciteit en verhoogt het geluidsniveau.
38

Condenswater

Als de luchtafvoerleiding bijvoorbeeld door koele ruimtes of over zolders wordt gelegd, kan door temperatuurver­schillen condenswater in de luchtaf­voerleiding ontstaan. Isoleer de luchtaf­voerleiding om temperatuurverschillen te verkleinen.
Page 39
*INSTALLATION*
Installatie
Als de luchtafvoerleiding horizontaal ge­legd wordt, dient u voor een verval van minstens 1cm per meter te zorgen. Het verval voorkomt dat er condenswater in de dampkap kan lopen.
Naast de isolatie van de luchtafvoerlei­ding raden wij aan een anti-condens­voorziening te installeren die het con­denswater opneemt en verdampt.

Geluiddemper

Voor extra geluiddemping kan in de luchtafvoerleiding een geluiddemper worden geplaatst (na te bestellen ac­cessoire).
Anti-condensvoorzieningen zijn verkrijg­baar als bij te bestellen accessoire voor luchtafvoerleidingen met een diameter van 125mm of 150mm.
Plaats de anti-condensvoorziening loodrecht en zo dicht mogelijk boven de uitblaastuit van de dampkap. De pijl op de ommanteling geeft de uitblaasrich­ting aan.
Miele is niet aansprakelijk voor func­tionele gebreken of schade die veroor­zaakt wordt door een ontoereikende luchtafvoerleiding.
Bij de luchtafvoer dempt de geluiddem­per zowel afzuiggeluiden die naar bui­ten dringen als geluiden die van buiten via de luchtafvoerleiding de keuken bin­nendringen (zoals straatlawaai). Daarom wordt de geluiddemper zo dicht moge­lijk voor de opening geplaatst waar­langs de lucht afgevoerd wordt .
39
Page 40

Technische gegevens

Motor van de afzuiging 2 x 115W
Kookplaatverlichting 2 x 3W
Totale aansluitwaarde 236W
Netspanning, frequentie AC 230V, 50Hz
Zekering 10A
Lengte van de aansluitkabel 1,5m
Gewicht
DA 1255 11kg
DA 1260 11,2kg
DA 1200 14,6kg
Na te bestellen accessoire voor luchtcirculatie
1 actievekoolstoffilter DKF18-P
40
Page 41
Technische gegevens

Productkaart voor huishoudelijke dampkappen

volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model DA 1260
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasse C
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) D
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 95,1%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 313 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 57 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 64 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 74 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 169,0 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) 0,00 W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 6,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper­vlak
Tijdstoenamefactor 1,4
) 91,6 kWh/jaar
dampkap
) 82,1
dampkap
) 16,3
dampkap
) 55,0 lx/W
317,1 m3/h
275 m3/h
355 m3/h
545 m3/h
545 m3/h
330 Ix
41
Page 42
Technische gegevens

Productkaart voor huishoudelijke dampkappen

volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model DA 1200
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasse C
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) D
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 95,1%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 313 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 57 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 64 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 74 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 169,0 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) 0,00 W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 6,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper­vlak
Tijdstoenamefactor 1,4
) 90,4 kWh/jaar
dampkap
) 81,1
dampkap
) 16,8
dampkap
) 45,8 lx/W
326,8 m3/h
275 m3/h
355 m3/h
545 m3/h
545 m3/h
275 Ix
42
Page 43
Page 44
DA 1255, DA 1260, DA 1200
M.-Nr. 11 756 600 / 00nl-BE
Loading...