Miele CS 7101 Operating instructions [nl]

Miele CS 7101 Operating instructions

Gebruiksen montagehandleiding

SmartLine-gaswok

Lees altijd eerst de gebruiksen montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.

nl-BE

M.-Nr. 10 757 320

De kookplaat mag ook in andere dan op het toestel aangegeven landen worden gebruikt. De landspecifieke uitvoering en de manier waarop de kookplaat wordt aangesloten, hebben een grote invloed op de correcte en veilige werking van de kookplaat.

Neem daarom contact op met de Miele Service in het betreffende land als u het toestel in een land wilt gebruiken dat niet op het toestel vermeld staat.

2

 

Inhoud

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.....................................................

5

Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu ...........................................

16

Overzicht ............................................................................................................

17

Wok .....................................................................................................................

17

Schakelaars.........................................................................................................

18

Brander................................................................................................................

19

Bijgeleverde accessoires.....................................................................................

20

Eerste ingebruikneming....................................................................................

21

SmartLine-element voor het eerst reinigen .........................................................

21

SmartLine-element voor het eerst in gebruik nemen ..........................................

21

De juiste pannen................................................................................................

22

Tips om energie te besparen ...........................................................................

24

Bediening ...........................................................................................................

25

Inschakelen .........................................................................................................

25

Vlam instellen ......................................................................................................

26

Uitschakelen........................................................................................................

26

Beveiligingen......................................................................................................

27

Thermo-elektrische vlambeveiliging....................................................................

27

Reiniging en onderhoud....................................................................................

28

Keramische plaat.................................................................................................

30

Bedieningsknoppen ............................................................................................

31

Pannendrager ......................................................................................................

31

Brander................................................................................................................

32

Nuttige tips.........................................................................................................

33

Bij te bestellen accessoires..............................................................................

35

Klantendienst.....................................................................................................

36

Contact bij storingen ...........................................................................................

36

Typeplaatje: .........................................................................................................

36

Garantie ...............................................................................................................

36

Installatie............................................................................................................

37

Veiligheidsinstructies voor het inbouwen ............................................................

37

Veiligheidsafstanden ...........................................................................................

38

Vlak......................................................................................................................

41

Aanwijzingen voor het inbouwen – vlak ..............................................................

41

3

Inhoud

 

Uitsparing werkblad – vlak ..................................................................................

43

Verbindingsstrips – vlak.......................................................................................

46

Inbouwmaten - opliggend ...................................................................................

47

Inbouw – vlak ......................................................................................................

48

Naadloos aansluitend..........................................................................................

50

Aanwijzingen voor het inbouwen – naadloos aansluitend...................................

50

Uitsparing werkblad – naadloos aansluitend ......................................................

52

Verbindingsstrips – naadloos aansluitend...........................................................

55

Inbouwmaten - vlak.............................................................................................

56

Inbouw – naadloos aansluitend...........................................................................

57

Gasaansluiting.....................................................................................................

59

Elektrische aansluiting.........................................................................................

61

Brandervermogen..............................................................................................

64

Aanpassen aan een andere gassoort..............................................................

65

Tabel voor de inspuiters ......................................................................................

65

Inspuiters vervangen ...........................................................................................

65

Grote inspuiters vervangen ............................................................................

65

De kleine inspuiters vervangen ......................................................................

66

Functie controleren..............................................................................................

66

Productgegevensbladen...................................................................................

67

4

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Deze wok voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.

Lees de gebruiksen montagehandleiding aandachtig door voordat u de wok in gebruik neemt. Daarin vindt u belangrijke richtlijnen met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan de wok.

In overeenstemming met de norm IEC 60335-1 adviseert Miele u uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van de wok en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te volgen.

Wanneer de veiligheidsrichtlijnen en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die hieruit voortvloeit.

Bewaar de gebruiksen montagehandleiding en geef ze door aan een eventuele volgende eigenaar.

5

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Verantwoord gebruik

Dit toestel is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk gebruik (of daarmee vergelijkbaar).

Het toestel mag niet buiten worden gebruikt.

Gebruik deze kookplaat uitsluitend in huishoudelijke context voor het bereiden en warmhouden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.

Personen die op grond van hun fysieke, zintuiglijke of psychische problemen, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de kookplaat niet in staat zijn om deze veilig te bedienen, moeten bij de bediening onder toezicht staan. Deze personen mogen het toestel alleen zonder toezicht bedienen als zij een eerst zijn geïnstrueerd. Zij dienen eventuele gevaren van een onjuiste bediening te herkennen en begrijpen.

6

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Kinderen in het huishouden

Houd kinderen onder acht jaar op een afstand van de wok, tenzij u voortdurend toezicht houdt.

Kinderen vanaf acht jaar mogen de wok alleen zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze de wok veilig moeten bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en begrijpen.

Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen.

Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van het toestel bevinden. Laat kinderen nooit met het toestel spelen.

Het toestel wordt tijdens het gebruik heet en blijft dat ook nog enige tijd nadat het is uitgeschakeld. Houd kinderen op een afstand, totdat het toestel voldoende is afgekoeld en er geen verbrandingsgevaar meer bestaat.

Verbrandingsgevaar.

Bewaar in de opbergruimte boven of onder de wok geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn. Dat kan kinderen ertoe brengen op de wok te klimmen.

Verbrandingsgevaar. Draai de grepen van de pannen zo dat ze zich boven het werkblad bevinden, zodat kinderen de pannen niet van het toestel kunnen trekken.

Verstikkingsgevaar. Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen weg van kinderen.

7

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Technische veiligheid

Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhoudsof reparatiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen. In- stallatie-, onderhoudsen reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde deskundige worden uitgevoerd.

Schade aan de wok kan uw veiligheid in gevaar brengen. Controleer de wok op zichtbare schade. Gebruik nooit een beschadigde wok.

De wok kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als hij op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.

De elektrische veiligheid van de wok is uitsluitend gegarandeerd, als hij wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.

De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje moeten beslist overeenkomen met de waarden van het elektriciteitsnet om beschadiging van het toestel te voorkomen.

Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.

Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Dit in verband met gevaar voor oververhitting.

Gebruik de wok enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is een veilige werking gegarandeerd.

Deze wok mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip) worden gebruikt.

Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe leiden dat het toestel niet meer goed functioneert.

Open nooit de ommanteling van het toestel.

8

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Het recht op garantie vervalt wanneer de oven door een klantendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.

Enkel bij gebruik van originele Miele-onderdelen garandeert Miele dat aan de veiligheidseisen wordt voldaan. Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen.

Het toestel mag niet worden gebruikt met een externe schakelklok of een systeem dat op afstand werkt.

De gasaansluiting moet door een vakman geplaatst worden. Als het netsnoer van het aansluitsnoer verwijderd wordt of het aansluitsnoer niet is uitgerust met een stekker, dan moet de wok door een elektricien worden aangesloten op het elektriciteitsnetwerk.

Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een elektricien worden vervangen door een speciale aansluitkabel (zie het hoofdstuk “Installatie”, paragraaf “Elektrische aansluiting”).

9

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Bij installatie-, onderhoudsen reparatiewerkzaamheden moet de wok volledig van het elektriciteitsnet zijn losgekoppeld. De gastoevoer moet afgesloten zijn. Ga daarvoor als volgt te werk:

-schakel de zekeringen van de elektrische aansluiting uit;

-draai de zekeringen van de elektrische aansluiting er helemaal uit;

-trek de stekker (indien aanwezig) uit het stopcontact. Trek daarbij niet aan de elektriciteitskabel, maar aan de netstekker.

-Sluit de gastoevoer.

Gevaar voor elektrische schok.

Neem de wok niet in gebruik bij een defect of bij breuken, scheuren en barsten in de keramische plaat of schakel de wok meteen uit. Maak de wok spanningsvrij en sluit de gastoevoer af. Neem contact op met de Miele-klantendienst.

Als de wok achter een meubelfront (bijv. een deur) ingebouwd is, sluit dit dan nooit wanneer u de wok gebruikt. Achter een gesloten meubelfront hopen warmte en vocht zich op. Daardoor kunnen de wok, de ombouwkast en de vloer beschadigd worden. Sluit het meubelfront pas als de wok volledig is afgekoeld.

10

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Veilig gebruik

De wok wordt bij gebruik heet en blijft dat ook nog enige tijd na het uitschakelen. Raak de wok daarom niet aan, zolang deze nog heet is.

Voorwerpen in de buurt van het ingeschakelde toestel kunnen door de hoge temperaturen vuur vatten.

Gebruik het toestel nooit om er een ruimte mee te verwarmen.

Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het toestel goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt. Blus een brand met olie of vet nooit met water.

Schakel het toestel uit en doof de vlammen voorzichtig met een deksel of een blusdeken.

Houd toezicht op het SmartLine-element tijdens het gebruik. Houd voortdurend toezicht bij korte kooken braadprocessen.

Vlammen kunnen de vetfilters van een dampkap in brand doen vliegen. Flambeer nooit onder een dampkap.

Als spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen of brandbaar materiaal warm worden, kunnen ze gaan branden. Bewaar daarom makkelijk ontvlambare voorwerpen nooit in laden direct onder de kookplaat. Eventueel aanwezige bestekbakken moeten van hittebestendig materiaal zijn.

Verwarm kookgerei nooit zonder inhoud.

In gesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en opwarmen een overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen. Gebruik de oven niet voor het inmaken en verwarmen van conservenblikken.

Als het toestel wordt afgedekt, bestaat het risico dat het materiaal van de afdekking in brand vliegt, barst of smelt als u het toestel per ongeluk inschakelt of als het nog heet is. Dek het toestel nooit af met bijvoorbeeld afdekplaten, een doek of beschermfolie.

11

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Als u het toestel per ongeluk inschakelt of als het nog warm is van het koken, bestaat het risico dat metalen voorwerpen die op de wok liggen heet worden. Andere materialen kunnen smelten of ontbranden. Gebruik de wok niet als werkblad.

U kunt zich aan het hete toestel branden. Gebruik daarom altijd ovenhandschoenen of pannenlappen als u met het hete toestel werkt. Gebruik alleen droge handschoenen of pannenlappen. Nat of vochtig textiel geleidt de warmte beter en kan door stoom verbrandingen veroorzaken. Zorg dat het textiel niet te dicht bij de vlammen komt. Gebruik dan ook geen al te grote pannenlappen, theedoeken of iets dergelijks.

Als u een elektrisch toestel (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt van de kookplaat gebruikt, mag de aansluitkabel niet in contact komen met de hete kookplaat. De isolatie van de kabel zou beschadigd kunnen raken.

Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een licht voorwerp zoals een zoutvaatje kan scheuren of barsten veroorzaken.

Serviesgoed van kunststof of aluminiumfolie smelt bij hoge temperaturen. Gebruik daarom geen serviesgoed van kunststof of aluminiumfolie.

Als u de bedieningsknop indrukt, genereert de ontstekingselektrode een vonk. Druk de bedieningsknop niet in als u de wok of de brander rond de ontstekingselektrode reinigt of aanraakt.

Zorg dat op een ontstoken brander altijd een pan staat. Een erboven geplaatste afzuigkap kan anders beschadigd raken of vlam vatten.

Zorg dat alle branderdelen op de juiste wijze zijn gemonteerd, voordat u een brander ontsteekt.

12

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Gebruik alleen pannen waarvan de bodemdiameter niet groter of kleiner is dan in de gebruiksaanwijzing staat aangegeven (zie ´De juiste pannen´). Als de diameter te klein is, staat de pan niet stevig genoeg. Als de diameter te groot is, dan worden de hete verbrandingsgassen te ver naar de zijkant gevoerd en kunnen het werkblad, een niet-hittebestendige wand of onderdelen van de wok beschadigd raken. Voor schade die op deze wijze is ontstaan, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld.

Zorg dat de vlammen van de brander niet onder het kookgerei vandaan komen.

Gebruik geen pannen met een te dunne bodem. De wok kan anders beschadigd worden.

Gebruik daarvoor de meegeleverde pannendragers. Het kookgerei mag niet rechtstreeks op een brander worden gezet.

Plaats pannendragers van boven op de kookplaat, zodat er geen krassen kunnen ontstaan.

Bewaar geen licht ontvlambare voorwerpen in de buurt van het toestel.

Verwijder vetspatten en andere brandbare verontreinigingen zo spoedig mogelijk van de kookplaat. Er ontstaat anders brandgevaar.

Bij gebruik van het toestel ontstaan warmte, vocht en verbrandingsgassen. Zorg daarom voor voldoende ventilatie in de ruimte waar het toestel zich bevindt. Open een buitenraam of zorg voor mechanische afzuiging (bijvoorbeeld via een afzuigkap).

Als u het toestel lang en intensief gebruikt, is het aan te raden de ruimte extra te ventileren, bijvoorbeeld door een buitenraam te openen of door de afzuigkap op een hoge stand in te schakelen.

Als het toestel gedurende een ongebruikelijk lange tijd niet is gebruikt, is het aan te bevelen het toestel grondig te reinigen voordat u het weer in gebruik neemt. Laat de correcte werking van het toestel zo nodig door een vakman controleren.

13

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Als u het kookelement op gas direct naast een werkbladdampkap

gebruikt, moet er tussen de werkbladdampkap en het kookelement

een FlameGuard worden geplaatst.

14

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Reiniging en onderhoud

De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.

Gebruik voor het reinigen van de kookplaat nooit een stoomreiniger.

15

Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu

Recycleerbare verpakking

De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd milieuvriendelijk en recycleerbaar verpakkingsmateriaal gekozen.

Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Uw toestel afdanken

Oude elektrische en elektronische toestellen bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude toestel bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude toestel daarom nooit bij het gewone huisafval.

Lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te danken toestel.

Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.

Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met

-de handelaar bij wie u het kocht of

-de firma Recupel, telefoon 0800/15 880, website: www.recupel.be of

-uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.

Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.

16

Overzicht

Wok

aBrander

bPannendrager

cBedieningsknop

17

Overzicht

Schakelaars

a Brander uit

De gastoevoer is afgesloten

b Grootste vlam

De buitenste en binnenste brander branden op de hoogste stand

c Grote vlam

De buitenste brander brandt op de laagste stand, de binnenste brander op de hoogste stand

d Ontsteking hoge stand

De buitenste brander wordt ontstoken bij het regelen van een lage naar een hoge stand

e Kleine vlam

De buitenste brander is uit, de binnenste brander brandt op de hoogste stand

f Kleinste vlam

De buitenste brander is uit, de binnenste brander brandt op de laagste stand

18

Overzicht

Brander

a

b

c

d

e f

a Branderdop buiten

b Branderdop binnen

cBranderkop

dBrandervoet

eThermo-element

fOntstekingselektrode

19

Overzicht

Bijgeleverde accessoires

U kunt de bijgeleverde accessoires (en andere accessoires) desgewenst ook nabestellen (zie “Bij te bestellen accessoires”).

Wokring

Met de bijgeleverde wokring staat het kookgerei extra stevig op de brander. Dit geldt met name voor woks met een ronde bodem.

Combi-ring

Gebruik de bijgeleverde combi-ring als u kleinere pannen wilt gebruiken dan aangegeven in de tabel van het hoofdstuk “De juiste pannen”.

20

Eerste ingebruikneming

Plak het typeplaatje dat bij de documentatie gevoegd is op de daarvoor bestemde plaats in het hoofdstuk “Service”.

Verwijder eventueel aanwezige beschermfolies en stickers.

SmartLine-element voor het

eerst reinigen

Reinig de afneembare delen van de brander(s) met een sponsdoekje, afwasmiddel en warm water. Droog de delen daarna weer af en zet de brander(s) vervolgens weer in elkaar (zie het hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”).

Reinig het keramische oppervlak met een vochtige doek en wrijf het daarna weer droog.

SmartLine-element voor het

eerst in gebruik nemen

De metalen onderdelen worden met een onderhoudsmiddel beschermd. Als het SmartLine-element voor het eerst in gebruik wordt genomen, kunnen daardoor geurtjes en eventueel dampen ontstaan.

De geur en de eventueel optredende damp wijzen niet op een verkeerde aansluiting of een defect en zijn ook niet schadelijk voor de gezondheid.

21

De juiste pannen

Minimale bodemdiameter pannen = 14 cm

Maximale diameter bovenkant pannen in cm = 30 cm

-Gebruik alleen pannen met de aangegeven afmetingen. Als de diameter te klein is, staat de pan niet stevig genoeg. Is de bovendiameter te groot, dan worden de hete verbrandingsgassen te ver naar de zijkant gevoerd en kunnen deze het werkblad, een niet-hittebestendige wand of onderdelen van het SmartLine-element beschadigen. Voor schade die op deze wijze is ontstaan, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld.

-Houd er rekening mee dat pannenfabrikanten vaak de diameter aan de bovenkant vermelden. Van belang is echter alleen de bodemdiameter.

-Voor gas zijn er geen speciale pannen nodig. Het materiaal moet alleen hittebestendig zijn.

-Gebruik bij voorkeur pannen met een dikke bodem, omdat de warmteverdeling dan beter is. Bij pannen met een dunne bodem bestaat het gevaar dat de gerechten plaatselijk oververhit raken. Roer de gerechten dan ook regelmatig om.

-Zet de pannen altijd op de bijgeleverde pannendrager. De pannen mogen niet rechtstreeks op de brander worden gezet.

-Plaats pannen zo op de pannendrager dat deze niet kunnen kantelen. Minimale bewegingen kunnen echter nooit helemaal worden uitgesloten.

-Gebruik geen pannen of schalen met een rand langs de bodem.

22

Loading...
+ 50 hidden pages