MIELE CS 1327 User Manual [nl]

Gebruiks- en montageaanwijzing
Roestvrijstalen TepanYaki-plaat CS 1327
Lees in elk geval de ge­bruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
M.-Nr. 09 051 730
nl-BE
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................3
Bijgeleverd toebehoren ..............................................4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu ......................13
Het afdanken van het apparaat .......................................13
Vóór het eerste gebruik............................................14
Bediening .......................................................15
In- en uitschakelen.................................................15
Restwarmte-indicator...............................................15
Mogelijke instellingen ..............................................16
Tips voor het braden ...............................................17
Reiniging en onderhoud ...........................................18
Wat gedaan als ....................................................20
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................21
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw ........................22
Toestel- en uitsparingsafmetingen ..................................26
Het werkblad voorbereiden.........................................27
Inbouw van meerdere toestellen ....................................28
Klemveren en tussenlijsten bevestigen...............................31
Toestel/toestellen plaatsen .........................................33
Algemene inbouwaanwijzingen .....................................34
Elektrische aansluiting ............................................35
Technische Dienst van Miele / typeplaatje ............................37
2
a Braadzone achteraan
b Braadzone vooraan
c Symbool voor braadzone
Beschrijving van het toestel
d Weergave-elementen
e Bedieningsknop voor braadzone achteraan
f Bedieningsknop voor braadzone vooraan
Weergave-elementen
g Werkingsindicator
h Temperatuurcontrolelampje
i Restwarmte-indicator
3
Beschrijving van het toestel
Bijgeleverd toebehoren
U kunt het bijgeleverde toebehoren alsook ander toebehoren indien gewenst nabestellen (zie rubriek "Mits toeslag verkrijg baar toebehoren").
Receptenboekje
-
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze braadplaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees deze gebruiks- en montageaanwijzing daarom eerst aan dachtig door voordat u het toestel in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Deze braadplaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen.
Deze braadplaat is niet bestemd voor gebruik buiten.
~
Gebruik de braadplaat uitsluitend in huishoudelijke context voor
~
het bereiden en warmhouden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om deze braadplaat veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog worden gehouden. Deze personen mogen het toestel zonder toezicht bedienen, maar alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van de braad
~
plaat worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden ge houden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de braadplaat zonder toezicht
~
bedienen, maar alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de even tuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
Kinderen mogen de braadplaat niet zonder toezicht reinigen.
~
Let op kinderen die in de buurt van de braadplaat komen. Laat
~
kinderen nooit met het toestel spelen.
Tijdens de werking wordt de braadplaat heet en dat blijft nog
~
enige tijd zo nadat u het toestel hebt uitgeschakeld. Hou kinderen van het toestel weg totdat het is afgekoeld en er geen gevaar meer bestaat dat ze er zich aan verbranden.
Gevaar voor verstikking!
~
Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkingsmateriaal.
-
-
-
Gevaar voor verbranding!
~
Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn, boven of achter de braadplaat. Anders worden kinderen ertoe verleid op het toestel te klauteren.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of
~
herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen al leen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Een beschadigde braadplaat kan uw veiligheid in gevaar
~
brengen. Controleer of de braadplaat zichtbaar beschadigd is. Een beschadigd toestel mag u nooit in gebruik nemen.
-
De elektrische veiligheid van de braadplaat wordt enkel gewaar
~
borgd als u deze op een aardsysteem aansluit dat volgens de voor­schriften werd geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat aan deze fun­damentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elek­tricien controleren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
~
van de braadplaat moeten absoluut overeenstemmen met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan uw toestel. Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aansluit. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Gebruik deze niet om de braadplaat aan te sluiten op het elektriciteitsnet.
Gebruik de braadplaat enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan
~
is een veilige werking gewaarborgd.
Deze braadplaat mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
~
schip) worden gebruikt.
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek
~
trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de braad plaat leiden. Open nooit de behuizing van het toestel.
Het recht op garantie vervalt wanneer de braadplaat door een
~
klantendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat ze ten
~
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mo gen enkel worden vervangen door originele Miele-wisselstukken.
De braadplaat is niet bestemd voor gebruik met een externe
~
schakelklok (timer) of een systeem voor besturing op afstand.
Wordt de stekker van de aansluitkabel verwijderd of is de aan-
~
sluitkabel niet uitgerust met een stekker, dan moet de braadplaat door een vakman of vakvrouw die op de hoogte is van elektriciteitsaansluitingen, worden aangesloten op het elektriciteits­net. Om een beschadigde aansluitkabel te vervangen, moet een speciale aansluitkabel worden geïnstalleerd. Zie rubriek "Elektrische aansluiting".
-
-
-
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet de
~
braadplaat van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Ga daartoe als volgt te werk:
Schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of
draai de schroefzekeringen in uw zekeringkast helemaal uit of
trek de stekker van het toestel (als de aansluitkabel uitgerust is met een stekker) uit het stopcontact. Trek daarbij niet aan de aansluitkabel, wel aan de stekker.
Als de braadplaat defect is, mag u deze niet in gebruik nemen en
~
dient u het toestel direct uit te schakelen. Ontkoppel het toestel in dat geval van het elektriciteitsnet.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Door oververhitting kunnen olie en vet in brand vliegen en kan
~
vervolgens het toestel in brand vliegen. Laat de braadplaat nooit zonder toezicht achter. Brand door olie of vet mag u nooit met water blussen. Schakel het toestel uit en verstik de vlammen voorzichtig met een blusdeken of een vochtige vaatdoek.
Vlammen kunnen de vetfilters van een dampkap in brand doen
~
vliegen. Flambeer nooit gerechten onder een dampkap.
Wanneer spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen of andere
~
brandbare voorwerpen worden verwarmd, kunnen deze in brand vliegen. Bewaar daarom nooit licht ontvlambare voorwerpen in laden vlak onder de braadplaat. Is die lade met een bestekinzet uitgerust, dan dient die vervaardigd te zijn van materiaal dat tegen hitte be­stand is.
In afgesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en ver-
~
warmen overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen. Gebruik de braadplaat niet om conservenblikken te verwarmen.
Wanneer de braadplaat wordt afgedekt, bestaat het risico dat het
~
materiaal van de afdekking in brand vliegt, springt of smelt als u het toestel per ongeluk inschakelt of als het nog warm is van een berei ding. Dek de braadplaat nooit af, bijv. met een afdekplaat, doek of folie.
Wanneer u een elektrisch toestel (bijv. een handmixer) gebruikt in
~
de buurt van de braadplaat, zorgt u ervoor dat de aansluitkabel niet met de hete braadplaat in contact komt. De isolatie van de aansluit kabel kan beschadigd raken.
10
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als de braadplaat is ingebouwd achter een meubeldeur, mag het
~
toestel alleen worden gebruikt wanneer de meubeldeur geopend is. Sluit de meubeldeur pas zodra de restwarmte-indicator is gedoofd.
Tijdens de werking wordt de braadplaat heet en dat blijft nog
~
enige tijd zo nadat u het toestel hebt uitgeschakeld. Pas zodra de restwarmte-indicator is gedoofd, is het gevaar om u te verbranden geweken.
U kunt zich verbranden aan de hete braadplaat. Bescherm uw
~
handen telkens als u met het hete toestel omgaat door gebruik te maken van ovenwanten of pannenlappen. Gebruik alleen droge ovenwanten of pannenlappen. Met nat of vochtig textiel wordt de warmte sterker overgedragen. Dat kan brandwonden door stoom veroorzaken.
Bij inbouw van meerdere toestellen
~
Hete voorwerpen kunnen de dichting van de tussenlijst bescha­digen. Zet geen hete kookpotten of pannen op of vlak bij de tussen­lijst.
Als de braadplaat ingeschakeld is, als u de braadplaat per onge-
~
luk inschakelt of als de braadplaat nog warm is van een bereiding, bestaat het risico dat metalen voorwerpen die op de braadplaat lig gen verhitten. Andere materialen kunnen smelten of ontvlammen. Gebruik de braadplaat niet om er voorwerpen op neer te leggen. Vergeet niet de braadplaat na gebruik uit te schakelen!
Voorwerpen in de omgeving van de ingeschakelde braadplaat
~
kunnen in brand vliegen door de hoge temperaturen. Gebruik de braadplaat nooit om het vertrek te verwarmen.
De braadplaat wordt zeer heet. Gebruik geen behandeld
~
grillbestek. Ook behandeld bestek dat bestand is tegen hoge tem peraturen, is niet geschikt.
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderde
~
len die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de braadplaat nooit een stoomreini ger.
-
-
12
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd voor milieu vriendelijk en recycleerbaar verpak kingsmateriaal gekozen.
Het recycleren van het verpakkingsma teriaal vermindert de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Uw han delaar neemt de verpakking terug.
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade­lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa­raat dan ook nooit met het gewone af­val.
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
of
­de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
13
Vóór het eerste gebruik
Kleef het typeplaatje dat bij de docu mentatie bijgevoegd is op de daarvoor bestemde plaats in de rubriek "Type plaatje".
-
-
Eerste reiniging
Verwijder eventuele beschermfolies.
^
Reinig het toestel met een beetje
^
handafwasmiddel en warm water. Wrijf daarna alles droog met een zachte doek.
De metalen delen van het toestel zijn voorzien van een speciaal bescherm­laagje. Daarom is er een tijdelijke geur­vorming als het toestel voor het eerst gebruikt. Die geurtjes en de eventuele damp trekken gauw weg. Deze verschijnselen wijzen niet op een verkeerde aan­sluiting noch op een defect aan het toe­stel.
14
Bediening
De braadplaat is in twee verwarmingsgedeeltes opgedeeld, die los van elkaar kunnen worden inge schakeld en geregeld. Voor het braden van grote hoeveelheden kunt u het hele oppervlak gebruiken. Voor kleine hoe veelheden kunt u het gedeelte vooraan gebruiken om te braden en het gedeel te achteraan op een lagere stand zet ten om voedsel warm te houden.
-
-
-
In- en uitschakelen
De braadplaat wordt ingeschakeld door de knop naar rechts te draaien, en uitgeschakeld door de knop naar links te draaien.
-
"0" worden gedraaid.
Na het inschakelen gaan de werkingsindicator controlelampje % aan. Het temperatuur controlelampje schakelt aan en uit over eenkomstig de opwarming van de braadplaat, m.a.w. het controlelampje brandt enkel als de verwarming in wer­king is.
N en het temperatuur
Restwarmte-indicator
Na het uitschakelen gaat de restwarmte-indicator aan.
De restwarmte-indicator dooft pas zo­dra u de braadplaat zonder enig risico kunt aanraken.
-
-
-
Raak de braadplaat niet aan zolang de restwarmte-indicator aan is. Leg er ook geen voorwerpen op die geen hitte kunnen verdragen. Gevaar voor brandwonden en brand!
15
Bediening
Mogelijke instellingen
Bereiding Stand
Warmhouden van bereide voedingsmiddelen 1 - 2
Stoven van fruit, bijv. stukjes appel, perzikhelften, stukjes banaan enz.
Groenten stoven, bijv. preiringen, champignon­schijfjes, paprikareepjes, uiringen enz.
Behoedzaam braden van vis (gepaneerd, in eiomhulsel) 7 - 9
Vlot na elkaar bakken van vlees, vaste vis, spiegeleieren, pannenkoeken enz.
Bakken van pannenkoeken, garnalen, maïskolven 11 - 12
De gegevens hierboven zijn richtwaarden. De braadduur hangt af van het soort, de toestand en de dikte van het te braden voedsel.
2-4
5-7
9-11
16
Bediening
Tips voor het braden
Veeg voor elk gebruik de braadplaat vochtig af, om stofdeeltjes en an dere resten te verwijderen.
Verwarm de braadplaat op voorhand
gedurende 8-10 minuten. Kies daar voor de temperatuur waarop u ver volgens wilt bakken of braden. Bij de standen 9 tot 12 kunt u met stand 12 voorverwarmen.
De braadplaat moet vooral bij vlees
heet genoeg zijn. Als de temperatuur te laag is, komt er te veel sap uit het vlees.
– Om op de braadplaat te braden,
moet u maar weinig vet op de braad­plaat doen, bij gemarineerd voedsel heeft u zelfs geen vet nodig. Wan­neer u braadvet gebruikt, doet u dit pas op de braadplaat wanneer het temperatuurcontrolelampje gedoofd is.
Wij bevelen aan het voedsel te mari
neren. Daardoor smaakt het extra aromatisch.
-
-
-
Dep vochtig voedsel droog met
keukencrêpe om spatten te ver mijden.
Zout vlees pas na het braden, an
ders wordt het te droog.
-
-
-
Gebruik enkel olie of vet die/dat ge schikt is voor hoge temperaturen.
-
17
Reiniging en onderhoud
Gebruik voor het reinigen in
,
geen geval een stoomreiniger. De stoom kan op stroomvoerende on derdelen terechtkomen en een kort sluiting veroorzaken.
Reinig het hele toestel na elk gebruik. Laat het toestel eerst afkoelen. Wrijf het toestel na elke vochtige reini ging droog. Zo voorkomt u kalkafzet ting.
-
Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende mid delen niet worden gebruikt om de op pervlakken te reinigen:
-
-
-
reinigingsmiddelen die soda, alkali,
ammoniak, zuur of chloor bevatten,
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
vlek- en roestverwijderaars,
schurende reinigingsproducten, zo
als schuurpoeder, schuurmelk, poetsstenen,
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
– afwasmiddelen voor de afwasauto-
maat,
– grill- of ovensprays,
– glasreinigers,
-
-
-
18
– schurende harde borstels en spons-
jes (bijv. schuursponsen), of ge­bruikte sponsen die nog resten van een schuurmiddel bevatten,
scherpe voorwerpen (om te vermijden dat de dichtingen tussen het frame en het werkblad be schadigd raken).
-
Reiniging en onderhoud
Lees bij gebruik van speciaal reini gingsmiddel voor roestvrij staal de richtlijnen van de fabrikant.
Braadplaat
Grote hoeveelheden vuil verwijdert u het best onmiddellijk met een schraper.
Laat het toestel afkoelen tot het handlauw is. Doe dan wat warm water met afwasmiddel op de vuile plekken en laat die even inweken. Reinig het toestel met de ruwe kant van een afwasspons en enkele druppels reini gingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal van Miele (zie "Mits toe­slag verkrijgbaar toebehoren"). Wis de braadplaat daarna vochtig af en wrijf ze ten slotte met een propere doek droog.
Reinig daarna altijd met zuiver water. Zo voorkomt u dat resten van reini­gingsmiddel achterblijven en bij het volgende gebruik in contact komen met het voedsel.
-
-
Roestvrijstalen frame / bedieningspa neel
Reinig het roestvrijstalen frame / bedie ningspaneel met enkele druppels reini gingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal van Miele (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren") en een zachte, vochtige doek.
Bedrukking (standsymbolen) Gebruik geen reinigingsmiddel voor roestvrij staal voor het deel met de bedrukking. U zou de bedrukking af schuren.
Bedieningsknop
Reinig de bedieningsknop met een sponsdoek, een beetje handafwasmid­del en warm water. Hardnekkig vuil laat u eerst inweken.
Wrijf alles na afloop met een schone doek droog.
-
-
-
-
Behandel de braadplaat nooit met een onderhoudsmiddel voor roestvrij staal!
19
Wat gedaan als ...
Reparaties aan elektrische toestellen mogen alleen door vakmensen wor den uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's voor de gebruiker ontstaan.
Wat gedaan als ...
... het toestel na het inschakelen niet heet wordt?
Controleer of de zekering van uw elek­trische installatie niet gesprongen is. Neem contact op met een elektricien of de Technische Dienst van Miele.
-
20
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Het Miele-assortiment omvat reinigings- en onderhoudsmid delen die op uw toestel zijn afgestemd.
U kunt deze producten via het internet bestellen.
U kunt ze ook verkrijgen via de Technische Dienst van Miele (zie omslag) of bij uw Miele-handelaar.
Reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal (250 ml)
Verwijdert sterke vervuiling, kalkvlekken en lichte verkleu­ringen
Multifunctionele microvezeldoek
Verwijdert vingerafdrukken en lichte vervuiling
-
21
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
Zorg ervoor dat de aansluitkabel Om schade aan het toestel te ver mijden, mag u het pas inbouwen na dat de wandkasten en de dampkap zijn gemonteerd.
De lijsten en randen van het werk
~
blad moeten met een hittebestendige lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze niet loskomen of vervormen. Ook de wandafdichtstrips moeten hitte bestendig zijn.
Deze braadplaat mag niet op
~
niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip) worden gebruikt.
De TepanYaki mag niet vlak naast
~
de salamander (CS 1421) worden inge­bouwd. Tussen de salamander en de TepanYaki moet een minimumafstand van 150 mm in acht worden genomen.
-
~
van het toestel na de inbouw niet in
-
aanraking komt met de bodemplaat en ook niet mechanisch wordt belast.
Gebruik geen middel om de voegen
~
te dichten, tenzij dat uitdrukkelijk wordt
­gevraagd. De dichtingsstrook van het
toestel zorgt reeds voor voldoende af dichting met het werkblad. Zie rubriek "Algemene inbouwaanwijzingen".
­Neem de veiligheidsafstanden op
~
de volgende pagina's strikt in acht.
Alle afmetingen zijn opgegeven in mm.
-
De elektrische aansluiting van het
~
toestel moet zo zijn geplaatst, dat ze na inbouw van het toestel nog vlot toegan­kelijk is voor de Service After Sales van Miele.
Het toestel mag niet worden inge
~
bouwd boven koeltoestellen, vaatwas sers, wasmachines en droogkasten.
22
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
Veilige afstand naar boven toe
Hou tussen het toestel en een dampkap erboven de veiligheidsafstand aan die door de fabrikant van de dampkap wordt opgegeven. Is er door de fabrikant van de dampkap geen afstand vermeld of zijn er licht ontvlambare materialen (bijv. een rekje) boven het toestel geïnstalleerd, dan dient de veiligheidsafstand minstens 760 mm te bedragen.
Bij inbouw van verschillende toestellen (bijv. een wokbrander en een elektrisch kookvlak) naast elkaar onder een dampkap, neemt u de grootste afstand die vermeld is in de gebruiks- en mon tageaanwijzing.
-
23
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
Veilige afstand opzij
Bij inbouw van het toestel mogen er zich aan een van de zijkanten en aan de achterzijde kasten of wanden van gelijk welke hoogte bevinden. Aan de andere zijkant mag er evenwel geen toestel of meubel hoger zijn dan de braadplaat (zie afbeeldingen).
Het toestel straalt hoge temperaturen af. Daarom is tussen de uitsparing in het werkblad en de achterwand een veiligheidsafstand van minstens 50 mm vereist.
Tussen de uitsparing in het werkblad en de meubels errond (bijv. een kolom­kast rechts of links) is de veiligheidsaf­stand a
40 mm bij CS 1212 / CS 1212-1
CS 1221 CS 1234 / CS1234-1 CS 1223
Zeker aan te bevelen!
50 mm bij CS 1112
CS 1122 CS 1134 CS 1326 / CS 1327 CS 1411
100 mm bij CS 1012 / CS 1012-1
150 mm bij CS 1421
CS 1312 CS 1322
200 mm bij CS 1034 / CS 1034-1
250 mm bij CS 1011
CS 1021
in acht te nemen.
24
Niet aan te bevelen!
Niet toegestaan!
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
Veiligheidsafstand tot nisbekleding
Als de nis bekleed is, moet een minimumafstand in acht worden genomen tussen de uitsparing in het werkblad en de bekleding. Hoge temperaturen kunnen im mers het bekledingsmateriaal vervormen of beschadigen.
-
Als de bekleding vervaardigd is uit brandbaar materiaal (bijv. hout) moet de af stand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding ten minste 50 mm bedragen.
Als de bekleding vervaardigd is uit niet-brandbaar materiaal (bijv. metaal, na tuursteen of keramische tegels) moet de afstand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding ten minste 50 mm min de dikte van de bekleding be dragen. Voorbeeld: de dikte van de nisbekleding bedraagt 15 mm 50 mm - 15 mm = minimumafstand van 35 mm
-
-
-
a Wand
b Nisbekleding
Afstand x = dikte van de nisbekleding
c Werkblad
d Uitsparing in het werkblad
e Minimumafstand
bij brandbare materialen: 50 mm bij niet-brandbare materialen: 50 mm - afstand x
25
Toestel- en uitsparingsafmetingen
a Bevestigingsprofiel(en)
b Vooraan
c Inbouwhoogte
d Aansluitkastje met aansluitsnoer, L = 2000 mm
26
Maak een uitsparing in het werkblad
^
voor een of meer toestellen volgens de maatschets. Hou rekening met de minimumaf
stand tot de achterwand en tot een zijwand rechts of links.
Zie rubriek "Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw".
Bescherm het zaagpatroon bij houten
^
werkbladen met speciale lak, siliconenrubber of giethars om op zwellen door vocht te verhinderen. De gebruikte materialen moeten hitte bestendig zijn.
Mocht bij het inbouwen vastgesteld worden dat de omranding in de hoeken niet precies op het werkblad ligt, dan kan de hoek ß R4 met de decoupeerzaag voorzichtig bijgewerkt worden.
Het werkblad voorbereiden
-
-
-
27
Inbouw van meerdere toestellen
Wanneer meer dan een toestel wordt ingebouwd, moet tussen de afzonderlijke toestellen telkens een tussenlijst b worden gemonteerd. Zie rubriek "Klemveren en tussenlijsten bevestigen".
Uitsparing in het werkblad
- twee toestellen
Bij het inbouwen van twee toestellen is de breedte van de uitsparing in het werkblad D af te leiden uit afmetingen AenC.
A = toestelbreedte (288 mm of 380 mm of 576 mm) min8mm
B = toestelbreedte (288 mm of 380 mm of 576 mm)
C = toestelbreedte (288 mm of 380 mm of 576 mm) min8mm
D = breedte van de uitsparing in het werkblad
Uitsparing in het werkblad
- drie toestellen
Bij het inbouwen van drie toestellen is de breedte van de uitsparing in het werkblad D af te leiden uit afmetingen A,BenC.
28
Bij het inbouwen van meer dan drie toestellen moet voor elk nieuw toe stel bij de afmetingen A en B en C de correcte toestelbreedte B (288 mm of 380 mm of 576 mm) worden opge teld.
-
-
Inbouw van meerdere toestellen
Voorbeeldberekeningen voor een uitsparing bij het inbouwen van drie toe stellen
A
Toestelbreedte min 8BToestelbreed
te
280 288 280 848
280 380 372 1032
280 576 568 1424
372 288 280 940
372 380 372 1124
372 576 568 1516
568 288 280 1136
568 380 372 1320
568 - 568 1136
Alle afmetingen in mm.
Toestelbreedte min
C
Uitsparing in het
8
D
werkblad
-
29
Inbouw van meerdere toestellen
a Klemveren
b Tussenlijsten
c Tussenruimte tussen lijst en werkblad
d Afdekking
Op de afbeelding ziet u hoe de klemveren a en tussenlijsten b dienen te worden bevestigd voor 3 toestellen.
Voor elk extra toestel is een extra tussenlijst vereist. De positie voor de bevesti ging van een extra tussenlijst is afhankelijk van de toestelbreedte B (288 mm / 380 mm / 576 mm).
30
-
Werkblad van hout
Klemveren en tussenlijsten bevestigen
^
Leg de bijgeleverde klemveren a en de tussenlijsten b op de aangeduide plaatsen op de bovenste rand van het uitgespaarde gedeelte.
^
Bevestig de klemveren en tussen lijsten met de bijgeleverde schroeven (3,5 x 25 mm).
-
31
Klemveren en tussenlijsten bevestigen
Werkblad van natuursteen
De schroeven hebt u voor natuurste nen werkbladen niet nodig.
-
^
Positioneer en bevestig de klemveren a en tussenlijsten b met sterke, dubbelzijdige kleefband c.
32
^
Kleef de zijranden en onderrand van de klemveren a en tussenlijsten b vast met silicone.
^
Vul de tussenruimte e tussen de lijsten en het werkblad met silicone.
Toestel/toestellen plaatsen
Voer de aansluitkabel van het toestel
^
naar onderen door de uitsparing in het werkblad.
Plaats het toestel. Plaats hierbij de
^
voorkant eerst in de uitsparing in het werkblad.
Duw het toestel gelijkmatig met beide
^
handen omlaag. U dient een klik te horen. Let erop dat de dichting van het toestel op het werkblad ligt. Enkel dan bent u zeker dat de inbouw langs alle zijden goed dicht is. Ge
bruik geen voegdichtingsmiddel!
^ Schuif het ingebouwde toestel opzij
tot de gaten van de tussenlijst te zien zijn.
Plaats het volgende toestel. Plaats
^
hierbij de voorkant eerst in de uitspa ring in het werkblad.
Sluit het toestel/de toestellen aan op
^
het elektriciteitsnet (zie "Elektrische aansluiting").
Ga na of het toestel/de toestellen cor
^
rect werkt/werken.
-
Het toestel of de toestellen kunnen enkel met speciaal gereedschap uit de uitsparing worden getild. U kunt de toestellen ook van onderen af eruit drukken. Druk hierbij eerst de achterkant omhoog.
-
-
^
Plaats de afdekking d in de voor ziene gaten van de tussenlijst b en zorg dat deze vastklikt.
-
33
Algemene inbouwaanwijzingen
Dichting tussen het toestel en het werkblad
De dichtingsstrook onder de rand van het bovenste deel van het toestel zorgt reeds voor voldoende afdichting met het werkblad.
Het toestel mag in geen geval met voegdichtingsmiddel (bijv. silicone) worden afgedicht. Het toestel en het werkblad kunnen beschadigd raken wanneer het toe stel moeten worden verwijderd.
-
Betegeld werkblad
De voegen a en het gearceerde deel onder het toestel moeten vlak en effen zijn, zodat het frame er gelijkmatig op ligt en de dichtingsstrook onder de rand van het bovenste deel van het toe­stel een voldoende goede afdichting tot het werkblad garandeert.
34
Het is aan te bevelen het toestel via een stekker aan te sluiten op het elektrici teitsnet. Daardoor worden onderhouds­en herstelwerken eenvoudiger. Zorg ervoor dat het stopcontact na de inbouw van uw toestel nog vlot toegan kelijk blijft.
Als de aansluiting niet via een stopcon tact gebeurt, dient u de aansluiting te laten uitvoeren door een elektricien, die goed op de hoogte is van de nationale voorschriften en aanvullende voor schriften van het lokale energiebedrijf, en deze voorschriften nauwkeurig op volgt.
Is het stopcontact voor de gebruiker niet meer toegankelijk of is er een vaste aansluiting voorzien, dan moet die voor elke fase met een stroomonderbreker uitgerust zijn. Als stroomonderbrekers kunnen schakelaars worden gebruikt met een contactopening van minstens 3 mm. Bijvoorbeeld automatische uitschakelaars, zekeringen en contact­sluiters.
Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het door een speciaal aansluit snoer van het type H 05 VV-F (pvc-isolatie) worden vervangen. Dit snoer is verkrijgbaar bij de fabrikant of de Technische Dienst van Miele.
De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje. De informatie moet overeenkomen met de gegevens van het net.
-
-
-
-
Elektrische aansluiting
De fabrikant wijst erop dat hij geen aansprakelijkheid aanvaart voor (on)rechtstreekse schade die voortvloeit uit een ondeskundige in bouw of verkeerde aansluiting.
-
De fabrikant is niet aansprakelijk
-
voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er zijn elek trische schokken mogelijk.
Na de montage moet de aarding ge controleerd worden!
Totaal vermogen
zie typeplaatje
Aansluiting en beveiliging
AC230V/50Hz Overstroombeveiliging 16 A Onderbrekingskarakteristiek type B of C
Verliesstroomschakelaar
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen. Bij een beveiliging ß 100 mA kan het voorvallen dat de veiligheidsschakelaar na een langere periode van niet-gebruik in werking treedt.
-
-
-
-
35
Elektrische aansluiting
Van het net loskoppelen
Als het stroomcircuit van het toestel van het net dient losgekoppeld te worden, gaat u afhankelijk van de installatie als volgt te werk:
Smeltzekeringen
De inzetstukken helemaal uit de schroefkappen nemen. of:
Automatische schroefzekeringen
De testknop (rood) indrukken tot de middelste knop (zwart) terugspringt.
of:
Automatische zekeringen
(inbouwtype)
(beveiligingsschakelaar, min. type B of C !): De hendel van 1 (aan) op 0 (uit) zetten. of:
FI-veiligheidsschakelaars
(verliesstroomschakelaars) De hoofdschakelaar van 1 (aan) op 0 (uit) schakelen of de proeftoets be­dienen.
Aansluitsnoer vervangen
Bij het vervangen van het aansluitsnoer mag alleen een speciaal aansluitsnoer van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) worden gebruikt. Dit snoer is verkrijg baar bij de fabrikant of de Technische Dienst van Miele. Het snoer mag enkel worden vervangen door de fabrikant van het toestel, een door hem erkende klanten dienst of een elektricien. De vereiste aansluitgegevens vindt u op het type plaatje.
-
-
-
Het net moet na het loskoppelen be veiligd worden tegen opnieuw in schakelen.
36
-
-
Technische Dienst van Miele / typeplaatje
Neem bij storingen die u zelf niet kunt oplossen contact op met:
de Miele-vakhandel of
de Technische Dienst van Miele
Het telefoonnummer van de Technische Dienst van Miele vindt u op de achter zijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u een beroep doet op de Technische Dienst, geef dan altijd het toesteltype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Kleef hier het bijgeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming overeen stemt met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing.
-
-
37
38
39
Wijzigingen voorbehouden / 0413
M.-Nr. 09 051 730 / 02
M.-Nr. 09 051 730 / 02
Loading...