BDGL 5.64-2 UT / BDGL 8664-2 UT / BDGL 5.64-3 UT / BDGL 8664-3 UT . . . . . 82
4
Page 5
B 5.64-2 UT, B 8664-2 UT
Algemeen
Bedieningspaneel *
a Temperatuurdisplay en
temperatuurtoets met – en + toets
b Functiekeuzeschakelaar
c Tijddisplay en
tijdtoets met – en + toets voor de klok
en de programmering van de berei
dingstijd
*afhankelijk van het model
Ovenruimte
d Schuifknop voor inschakelen kataly
sator
e Verwarmingselement voor "Boven
warmte" en "Grilleren", met
bovenwand
-
f Aanzuigopening voor de ventilator
g Aansluitpunt voor de kerntempera
tuurvoeler
h Geleiderails met inschuifhoogten 1,
2, 3, 4
i Ovendeur *
-
-
-
5
Page 6
Algemeen
BML, BDGL
Bedieningspaneel *
a Temperatuurdisplay en
temperatuurtoets met – en + toets
b Functiekeuzeschakelaar
c Tijddisplay en
tijdtoets met – en + toets voor de klok
en de programmering van de berei
dingstijd
*afhankelijk van het model
6
Ovenruimte
d Liftdeur van de combinaties
e Verwarmingselement voor "Boven
warmte" en "Grilleren", met
bovenwand
f Aanzuigopening voor de ventilator
-
g Aansluitpunt voor de kerntempera
tuurvoeler
h Geleiderails met inschuifhoogten 1,
2, 3, 4
i Ovendeur *
-
-
Page 7
Algemeen
Uitvoering
Ovenelektronica
Dankzij de elektronica van het apparaat
kunt u niet alleen bakken, braden en
grilleren. U kunt de elektronica ook ge
bruiken:
als klok,
–
als kookwekker,
–
voor het automatisch in- en uitscha
–
kelen van het apparaat met automa
tische restwarmtebenutting,
– als beveiliging om onbedoeld in-
schakelen te voorkomen,
– voor automatische uitschakeling als
het apparaat te lang aanstaat.
PerfectClean-veredelde oppervlakken
De oppervlakken van
– de ovenruimte,
– de geleiderails,
-
-
-
Katalytisch geëmailleerde oppervlak
ken
De achter- en de bovenwand zijn voor
zien van donkergrijs katalytisch email.
Dankzij dit speciale email worden olieen vetspatten bij hoge temperaturen
vanzelf verwijderd.
De reiniging van deze moeilijk toegan
kelijke ovendelen is hierdoor veel een
voudiger. Zie ook de aanwijzingen in
het hoofdstuk "Reiniging en onder
houd".
Wasemkoeling
Zodra u de oven aanzet, wordt automatisch een ventilator ingeschakeld. Deze
zorgt ervoor dat de hete wasem uit de
ovenruimte gemengd wordt met koele
lucht uit de keuken waardoor de wasem
afkoelt voordat deze vrijkomt tussen
ovendeur en bedieningspaneel. De bedieningselementen en de deurgreep
blijven zo koel genoeg om te worden
aangeraakt.
-
-
-
-
-
–
de bakplaat,
–
de braadslede en
–
het rooster
zijn PerfectClean-veredeld.
Deze oppervlaktebehandeling resul
teert in zeer goede
anti-aanbakeigenschappen en een zeer
eenvoudige reiniging. Zie ook de aan
wijzingen in het hoofdstuk "Reiniging en
onderhoud".
-
-
Ook na het uitschakelen van de oven
blijft de ventilator nog enige tijd inge
schakeld. Zo wordt voorkomen dat zich
vocht ophoopt in de ovenruimte, de
keukenkast en op het bedieningspa
neel. De ventilator wordt automatisch
uitgeschakeld, zodra de temperatuur in
de ovenruimte onder een bepaalde
waarde zakt.
-
-
7
Page 8
Algemeen
Deurcontactschakelaar
Bij het rechter deurscharnier bevindt
zich de deurcontactschakelaar. Wordt
de ovendeur tijdens een bereiding geo
pend, dan worden de verwarmingsele
menten automatisch uitgeschakeld en
afhankelijk van de gekozen ovenfunctie
ook de heteluchtventilator.
Zo blijft het warmteverlies beperkt als u
de deur opent om bijvoorbeeld het
vlees te besprenkelen.
Katalysator
De katalysator is in het ventilatiesysteem (de wasemkoeling) van het apparaat ingebouwd.
De katalysator filtert het vet uit de wasem en vermindert de etensluchtjes.
Energie-efficiëntieklasse
volgens EN 50304
B 5.64-2 UT, B 8664-2 UT
-
-
De energie-efficiëntieklasse B van deze
apparaten is vastgesteld op basis van
EN 50304 en heeft betrekking op de
meetwaarden bij de ovenfunctie "Hete
lucht".
De katalysator is daarbij uitgeschakeld.
BML 5.64-2 UT, BML 8664-2 UT
BDGL 5.64-2 UT, BDGL 8664-2 UT
BDGL 5.64-3 UT, BDGL 8664-3 UT
De energie-efficiëntieklasse B van deze
apparaten is vastgesteld op basis van
EN 50304 en heeft betrekking op de
meetwaarden bij de ovenfunctie "Hetelucht".
-
8
Page 9
Algemeen
Accessoires
De volgende accessoires worden bij
het apparaat geleverd.
Extra accessoires zijn verkrijgbaar bij
uw vakhandelaar of bij de fabrikant.
Meer informatie vindt u in het gelijkna
mige hoofdstuk.
Bakplaat, braadslede, rooster
De bakplaat, de braadslede en het
rooster zijn voorzien van een bevei
liging die voorkomt dat u deze toebeho
ren per ongeluk helemaal uit de oven
trekt, terwijl u ze slechts gedeeltelijk eruit had willen trekken.
-
-
Vetfilter
Plaats het vetfilter voor de aanzuigope
ning van de ventilator:
bij "Hetelucht D" voor braden op het
–
rooster, in een open pan of in de
braadslede.
bij "Grilleren met luchtcirculatie p".
–
-
De vetdruppels worden nu door het vetfilter opgevangen. De binnenruimte van
de oven en de ruimte achter de achterwand van de oven blijven hierdoor
schoner.
-
Let er daarom bij het inschuiven op
dat de uittrekbeveiliging altijd aan
de achterkant zit.
De bakplaat, de braadslede en het
rooster kunnen nu alleen uit de oven
worden gehaald als deze worden opge
tild.
Plaats het vetfilter niet bij bakken,
anders neemt de baktijd toe.
-
9
Page 10
Algemeen
Kerntemperatuurvoeler
Met de kerntemperatuurvoeler kunt u tij
dens de bereiding de temperatuur van
het gerecht nauwkeurig controleren (zie
ook het hoofdstuk "Braden met de kern
temperatuurvoeler").
Spatel
De spatel gebruikt u als u de afdekking
van de halogeenverlichting moet verwij
deren als de lamp defect is.
-
-
-
10
Page 11
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpak
kingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri
aal remt de afvalproductie en het ge
bruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw ge
meente waar u die kunt afgeven.
-
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
paraten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio
neren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde be
handeling kunnen deze stoffen schade
lijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
raat dan ook nooit met het gewone af
val.
Lever het apparaat in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en
elektronische apparatuur.
-
-
-
-
-
-
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
den opgeslagen. Hierover vindt u meer
informatie in het hoofdstuk "Veiligheids
instructies en waarschuwingen".
-
-
11
Page 12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Dit apparaat voldoet aan de gelden
de veiligheidsbepalingen. Onjuist
gebruik echter kan persoonlijk letsel
of beschadiging van het apparaat
tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiksaanwijzing
aandachtig door, voordat u het ap
paraat in gebruik neemt. In de ge
bruiksaanwijzing vindt u belangrijke
instructies met betrekking tot in
bouw, veiligheid, gebruik en onder
houd.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan een
eventuele volgende eigenaar!
Verantwoord gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik, en wel
voor het bakken, braden, ontdooien,
koken, inmaken, drogen en grilleren
van levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is niet
toegestaan en kan gevaarlijk zijn. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die wordt veroor
zaakt door gebruik voor andere doel
einden dan hier aangegeven of door
foutieve bediening.
Kinderen mogen het apparaat al
leen zonder toezicht gebruiken als
ze weten hoe ze het apparaat veilig
moeten bedienen. De kinderen moeten
zich bewust zijn van de gevaren van
een foutieve bediening.
-
-
-
-
-
-
-
-
Voordat u het apparaat aansluit,
dient u de aansluitgegevens (span
ning en frequentie) op het typeplaatje
te vergelijken met de waarden van het
elektriciteitsnet. Deze gegevens moe
ten beslist overeenkomen om bescha
diging van het apparaat te voorkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is uitsluitend gegaran
deerd, als het wordt aangesloten op
een aardingssysteem dat volgens de
geldende veiligheidsbepalingen is ge
ïnstalleerd. Het is zeer belangrijk dat
wordt nagegaan of aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan en dat de huisinstallatie bij twijfel
door een vakman wordt geïnspecteerd.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld
een elektrische schok).
Gebruik het apparaat alleen als het
is ingebouwd. Dit om te voorkomen
dat u per ongeluk elektrische onderde
len aanraakt.
Open in geen geval de ommante
ling van het apparaat.
Wanneer onderdelen worden aange
raakt die onder spanning staan of wan
neer elektrische of mechanische onder
delen worden veranderd, levert dit ge
vaar op voor de gebruiker. Het kan er
tevens toe leiden dat het apparaat niet
meer goed functioneert.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
12
Page 13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Laat installatie-, onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden uitslui
tend door erkende vakmensen uitvoe
ren. Ondeskundig uitgevoerde werk
zaamheden leveren grote risico’s op
voor de gebruiker. De fabrikant kan
hiervoor niet aansprakelijk worden ge
steld.
Er staat alleen dan geen elek
trische spanning op het apparaat
als aan één van de volgende voorwaar
den is voldaan:
als de hoofdschakelaar van de huis
–
installatie is uitgeschakeld.
– als de zekering van de huisinstallatie
er geheel is uitgedraaid.
– als de stekker uit het stopcontact is
getrokken. Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Het apparaat mag niet via een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet
worden aangesloten. Met verlengsnoeren kan een veilig gebruik van het apparaat niet worden gewaarborgd (er
kan bijvoorbeeld oververhitting ont
staan).
Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman op een niet-stationaire
locatie (bijvoorbeeld een boot of cam
per) worden ingebouwd en aangeslo
ten. Hierbij moet aan alle voorwaarden
voor een veilig gebruik worden vol
daan.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Gebruik
Pas op! Bepaalde delen van het ap
paraat worden zeer heet!
Zorg dat kinderen uit de buurt van
het apparaat blijven als het in wer
king is. De huid van kinderen is gevoe
liger voor hoge temperaturen dan de
huid van volwassenen. Het apparaat
wordt heet bij de deur, de wasemafvoer
en het bedieningspaneel.
Kinderen kunnen ook hete pannen en
schalen omlaag trekken!
-
Oven
Draag altijd ovenwanten als u gerechten in de oven zet of eruit
haalt, of als u in de oven bezig bent.
Wanneer u "Boven- en onderwarmte" of
bijvoorbeeld de grill gebruikt, worden
het bovenste verwarmingselement en
de bovenwand zeer heet. U kunt zich
eraan branden!
U kunt het verwarmingselement la
ten zakken, om de bovenwand van
de oven te reinigen. Laat het element
wel eerst afkoelen, anders kunt u zich
eraan branden.
Duw het verwarmingselement niet
met geweld omlaag, want daar
door kan het beschadigd raken.
-
-
-
-
-
13
Page 14
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik alleen de bijgeleverde
kerntemperatuurvoeler. Een nieuwe
voeler kunt u bij de vakhandel of bij de
fabrikant bestellen.
Laat de kerntemperatuurvoeler niet
in de oven als u met de grill werkt.
Door de hoge temperaturen kan de
kunststof smelten.
Gebruik geen kunststof servies
goed. Kunststof smelt bij hoge
temperaturen, waardoor de oven be
schadigd kan raken.
Gebruik bij inmaken in de oven
nooit conservenblikken. Deze kunnen door overdruk uiteenspatten en de
oven beschadigen.
Schuif geen pannen en dergelijke
over de bodem van de oven heen
en weer, anders beschadigt u het oppervlak van de bodem.
Ga niet op de geopende ovendeur
zitten of staan. Zet er ook geen
zware voorwerpen op, anders kunt u
het apparaat beschadigen. Het maxi
mumgewicht dat de deur kan dragen,
is 15 kg.
Zorg dat niets tussen de deur van
het apparaat vastgeklemd raakt.
-
-
-
Dek gerechten altijd af als ze in de
oven worden bewaard. Het vocht
uit de gerechten kan corrosie veroorza
ken. Bovendien voorkomt u door het af
dekken dat de gerechten uitdrogen.
Schakel het apparaat niet uit, als u
de restwarmte wilt benutten om ge
rechten warm te houden. Stel de laag
ste temperatuur in, maar kies geen an
dere ovenfunctie.
Schakel de oven in geen geval uit, an
ders stijgt de luchtvochtigheid in het
apparaat, wat leidt tot het beslaan van
het bedieningspaneel, tot condensvor
ming onder het werkblad en tot het beslaan van het meubelfront.
Door condenswater kan
– de kastombouw/het werkblad be-
schadigd raken.
– in het apparaat corrosie ontstaan.
Bovendien kan wasem in de katalysator
neerslaan, waardoor bij een volgend
gebruik geurtjes kunnen ontstaan.
Bereid diepvriesproducten (zoals
pizza) niet op de bakplaat of de
braadslede. De bakplaat en de braad
slede kunnen zo kromtrekken dat ze
niet meer uit de oven gehaald kunnen
worden als ze heet zijn. Bij elk volgend
gebruik trekken ze weer krom. Gebruik
daarom het rooster en leg onder het
diepvriesproduct bakpapier. Voor patat,
kroketten en dergelijke kunt u de bak
plaat of de braadslede wel gebruiken.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
14
Page 15
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Giet nooit water op de bakplaat, de
braadslede of in de ovenruimte,
zolang deze heet zijn, anders vormt
zich waterdamp die ernstige brandwon
den kan veroorzaken, alsmede schade
aan het email.
Leg nooit aluminiumfolie op de bo
dem van de oven, wanneer u de
ovenfunctie "Boven- en onderwarmte A"
en "Intensief bakken o" gebruikt. Zet
ook geen pannen, schalen, bakplaten
of een braadslede op de bodem van
het apparaat.
Gebruikt u een braadslede van een an
der merk, let er dan op dat de afstand
tussen de onderkant van de braadslede en de bodem van de oven minimaal
6 cm is. Neemt u deze aanwijzingen
niet in acht, dan kan de onderwarmte
niet goed worden afgegeven, waardoor
de emaillaag van de bodem kan scheuren en loslaten.
In de handel worden soms produc-
ten van aluminiumfolie aangeboden die de ovenruimte moeten schoon
houden en de reiniging moeten verge
makkelijken. Gebruik dergelijke produc
ten niet, aangezien ze een negatief
effect op het bak- en braadresultaat
hebben en de oven kunnen bescha
digen (bijvoorbeeld door warmteopho
ping).
-
-
-
Bij BML 5.64-2 UT en BML 8664-2
UT:
Open en sluit de liftdeur alleen met de
greep. U kunt zich anders verwonden.
-
Sluit de liftdeur niet als u de magnetron
gebruikt.
-
Algemeen
Houd het apparaat goed in de ga
ten als u met olie en/of vetten
werkt. Olie en vet kunnen vlam vatten.
Brandgevaar!
-
-
-
Gebruik het apparaat niet om er
een ruimte mee te verwarmen.
Door de hoge temperaturen in de ovenruimte kunnen licht ontvlambare voorwerpen, die zich in de buurt van het apparaat bevinden, vlam vatten.
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol-
doende wordt verwarmd. De tijd
die daarvoor nodig is, hangt af van verschillende factoren, zoals de temperatuur van de ingrediënten op het moment dat het gerecht in de oven wordt
gezet, de hoeveelheid, het soort voed
sel, de kwaliteit ervan en eventuele wij
zigingen in het recept. Eventuele bacte
riën in het eten worden alleen gedood
wanneer de temperatuur hoog genoeg
is (> 70 °C) en lang genoeg wordt aan
gehouden (> 10 min.). Wanneer u twij
felt of een gerecht voldoende verwarmd
is, kies dan liever een iets langere tijd.
Het is belangrijk dat de temperatuur in
het gerecht gelijkmatig wordt verdeeld
en bovendien hoog genoeg is. Roer de
gerechten daartoe regelmatig door of
draai ze om.
-
-
-
-
-
-
15
Page 16
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer u een stopcontact in de
buurt van de oven gebruikt, zorg er
dan voor dat de aansluitsnoeren van de
betreffende apparaten niet tussen de
ovendeur beklemd raken, anders kan
schade aan de kabelisolatie het gevolg
zijn. U kunt dan een elektrische schok
krijgen.
Gebruik voor het reinigen van het
apparaat nooit een stoomreiniger.
De stoom kan in aanraking komen met
delen die onder spanning staan en
kortsluiting veroorzaken.
Let op als u alcoholhoudende
dranken voor het bakken of braden
gebruikt. Voor de bereiding van levensmiddelen in de oven worden vaak alcoholhoudende dranken gebruikt, zoals
rum, cognac of wijn. Door de hoge temperaturen verdampt de alcohol. Houd
er rekening mee dat deze damp door
het verwarmingselement vlam kan vatten.
Het afdanken van het apparaat
Maak afgedankte apparaten on
bruikbaar. Haal de stekker uit het
stopcontact en maak deze samen met
de aansluitkabel onbruikbaar. Een ap
paraat met een vaste aansluiting moet
door een vakman worden losgekop
peld. Hiermee voorkomt u dat het ap
paraat gevaar oplevert, bijvoorbeeld
voor spelende kinderen.
Wanneer de "Veiligheidsinstructies
en waarschuwingen" niet worden op
gevolgd, kan de fabrikant niet aan
sprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
-
-
-
-
-
-
16
Page 17
Beveiligingen
Vergrendeling
De vergrendelingsfunctie voorkomt dat
de oven onbedoeld wordt ingescha
keld.
Vergrendeling inschakelen
Druk op de temperatuurtoets totdat
^
het driehoekje - in het display onder
het symbool a staat.
In het display verschijnen 3 liggende
streepjes.
-
Vergrendeling uitschakelen
Zet de functiekeuzeschakelaar op "0".
^
Kies met de temperatuurtoets het
^
symbool a.
In het temperatuurdisplay verschijnt het
sleutelsymbool 0-§.
Druk op de toets – naast de tempera
^
tuurtoets.
In het display verschijnen 3 liggende
streepjes.
De vergrendeling is uitgeschakeld. U
kunt de oven weer gewoon gebruiken.
Automatische uitschakeling
De oven wordt automatisch uitgeschakeld als het apparaat ongebruikelijk
lang ingeschakeld is geweest. Wanneer
het apparaat wordt uitgeschakeld,
hangt van de ingestelde ovenfunctie af.
-
^
Druk op de toets + naast de tempe
ratuurtoets.
In het temperatuurdisplay verschijnt het
sleutelsymbool 0-§ dat na korte tijd
dooft.
Als u aan de functiekeuzeschakelaar
draait of op een knop drukt, verschijnt
het sleutelsymbool 0-§ weer om u er
aan te herinneren dat de vergrendeling
ingeschakeld is.
Na een stroomstoring blijft de vergren
deling ingeschakeld.
-
-
-
In het temperatuurdisplay verschijnt de
foutmelding "F55".
Als u de functiekeuzeschakelaar op "0"
zet, kunt u het apparaat gewoon weer
in gebruik nemen.
17
Page 18
Vóór het eerste gebruik
Het is mogelijk dat de vergrendeling
in de fabriek is ingeschakeld. Dit is
te herkennen aan het sleutelsymbool
0-§ dat in het temperatuurdisplay
verschijnt als u de functiekeuze
schakelaar of een toets bedient.
Om het apparaat te kunnen ge
bruiken, moet u eerst de vergrende
ling uitschakelen. Zie daarvoor de
gelijknamige rubriek.
Voordat u de oven kunt gebruiken,
moet u eerst de dagtijd instellen.
Als u aan de functiekeuzeschakelaar
draait of op een toets drukt, wordt automatisch 12.00 uur als dagtijd ingesteld.
-
-
-
Om het energieverbruik te verlagen,
wordt het display enkele seconden
na het instellen van de dagtijd don
ker. De tijd loopt op de achtergrond
door. U kunt de dagtijd ook continu
laten weergeven, zie de rubriek
"Dagtijdweergave inschakelen".
Reinig het apparaat daarna en scha
kel de oven leeg in. Bij nieuwe appara
ten ontstaan vaak onaangename geur
tjes. Als u de lege oven enige tijd op
een hoge temperatuur aanzet, verdwij
nen deze geurtjes snel.
Schakel bij de modellen B 5.64-2 UT
en B 8664-2 UT vóór het eerste gebruik de katalysator in.
-
-
-
-
-
18
Page 19
Vóór het eerste gebruik
Het voor het eerst instellen van
de dagtijd
U kunt de dagtijd alleen instellen als
de functiekeuzeschakelaar op "0"
staat.
In het display
brandt het symbool m (dagtijd),
–
knipperen de waarde "12:00" en het
–
driehoekje - onder het symbool m.
^ Druk op de tijdtoets totdat het drie-
hoekje - in het display onder het
symbool m staat.
^ Zolang het driehoekje - knippert,
kunt u met de – of + naast de tijdtoets de juiste tijd invoeren.
De klok heeft een 24-uursweergave.
Dagtijd veranderen
Zet de functiekeuzeschakelaar op "0".
^
Druk op de tijdtoets totdat het drie
^
hoekje - in het display onder het
symbool m staat.
Voer vervolgens de gewenste tijd in
^
met de toets – of +. Dit is mogelijk
zolang het driehoekje - knippert.
Na enkele seconden dooft het symbool
m. De ingestelde tijd is dan overgenomen.
Is de dagtijdweergave ingeschakeld,
dan verschijnt in het display de actuele
dagtijd.
-
Dagtijdweergave inschakelen
^ Zet de functiekeuzeschakelaar op "0".
Als u de tijd heeft ingesteld, wordt het
display donker. De tijd loopt op de ach
tergrond door.
Zodra u aan de functiekeuzeschakelaar
draait, verschijnt de dagtijd weer.
-
^
Druk zo lang tegelijk op de temperatuuren de tijdtoets, totdat in het tempera
tuurdisplay drie en in het tijddisplay vier
liggende streepjes verschijnen.
^
Druk op de toets + naast de tijdtoets.
Doe dat zolang de driehoekjes in de
beide displays knipperen.
De dagtijd wordt nu continu weergege
ven.
-
-
19
Page 20
Vóór het eerste gebruik
Nachtverlichting tijddisplay
Tussen 22:00 en 6:00 uur wordt de
lichtintensiteit van het display automa
tisch verminderd om energie te bespa
ren. Wordt de dagtijd continu weerge
geven, dan verschijnen de cijfers min
der fel.
Als u gedurende die tijd de functiekeu
zeschakelaar bedient, functioneert het
display weer met de normale intensiteit.
Dagtijdweergave uitschakelen
^ Zet de functiekeuzeschakelaar op "0".
^ Druk zo lang tegelijk op de
temperatuur- en de tijdtoets, totdat in
het temperatuurdisplay drie liggende
streepjes verschijnen.
-
-
-
Katalysator inschakelen
In het wasemkoelsysteem van uw ap
paraat is een katalysator ingebouwd.
Is de katalysator ingeschakeld, dan fil
tert deze het vet uit de wasem en ne
men kookluchtjes af.
Standaard is de katalysator bij de mo
dellen B 5.64-2 UT en B 8664-2 UT uit
geschakeld.
Om de katalysator in te schakelen, zet
u de schuif (rechts onder het bedieningspaneel) op stand "I".
-
-
-
-
-
^
Druk op de toets – onder het tijddis
play. Doe dat zolang de driehoekjes
in de beide displays knipperen.
In het tijddisplay verschijnen vier lig
gende streepjes.
Zodra de instelling is overgenomen,
wordt het tijddisplay donker en loopt de
dagtijd op de achtergrond door.
20
-
-
Page 21
Vóór het eerste gebruik
Reiniging voor het eerste
gebruik
Verwijder
– eventuele stickers van de bak-
plaat, de braadslede en de
bodem van de oven.
– eventuele afstandshouders van
kurk boven uit de ovenruimte.
beschermfolie van het front van
het apparaat.
– de eventueel aanwezige
beschermfolie van het front van
het apparaat.
^ Reinig de ovenruimte met warm wa-
ter en een mild reinigingsmiddel. Wrijf
de ruimte daarna met een schone
doek droog.
Sluit de ovendeur pas wanneer de
binnenruimte droog is.
^ Was de accessoires af.
Bij nieuwe apparaten ontstaat vaak
een onaangename geur als ze voor het
eerst worden gebruikt. Als u de oven
enige tijd op een hoge temperatuur
aanzet, verdwijnt deze geur snel.
Zet de lege oven daartoe minstens 1
uur aan:
Zet de functiekeuzeschakelaar op
^
"Hetelucht D".
In het temperatuurdisplay verschijnt de
voorgeprogrammeerde temperatuur
van 160 °C.
^ Stel vervolgens, zolang het driehoek-
je - onder het symbool U knippert,
met de toets + de hoogste tempera-
tuur (250 °C) in.
Zodra de waarde is overgenomen,
–
wordt de ovenverwarming ingescha
keld,
–
verschijnt de actuele oventempera
tuur.
U kunt de oven ook automatisch laten
uitschakelen (zie "Bereidingsproces au
tomatisch uitschakelen").
Zorg dat de ruimte waar het appa
raat staat voldoende geventileerd
wordt.
-
-
-
-
21
Page 22
Bedieningselementen
Druktoetsen en displays
Temperatuurtoets
Voor de bediening van de oven maakt u
gebruik van:
a het temperatuurdisplay en de
temperatuurtoets - met de toetsen +
en –.
b de functiekeuzeschakelaar.
c het tijddisplay en de tijdtoets - met
de toetsen + en –.
Functiekeuzeschakelaar
Met deze toets selecteert u de oven
functies die gewijzigd of ingevoerd kun
nen worden.
a Vergrendeling
p, U Temperatuur
eKerntemperatuur
Temperatuurdisplay
Afhankelijk van onder welk symbool het
driehoekje staat, ziet u in het temperatuurdisplay:
– de oventemperatuur met het symbool
p of U.
– het symbool 0-§ als de vergrendeling
is ingeschakeld.
–
het symbool e als u met de kerntem
peratuurvoeler werkt.
–
de afkorting EC als de restwarmte
wordt benut.
-
-
-
Met de functiekeuzeschakelaar kiest u
de gewenste ovenfunctie, bijvoorbeeld
"Hetelucht D".
U kunt de schakelaar zowel rechts- als
linksom draaien.
22
Tijdtoets
Met deze toets kiest u de symbolen van
de tijdinstellingen die gewijzigd of inge
voerd kunnen worden.
mDagtijd
lKookwekker
f Begintijd
g Bereidingstijd
) Eindtijd
-
Page 23
Bedieningselementen
Tijddisplay
Afhankelijk van onder welk symbool het
driehoekje staat, ziet u in het tijddis
play:
de dagtijd m.
–
een ingevoerde kookwekkertijd l.
–
een begintijd f.
–
een bereidingstijd g.
–
een eindtijd ).
–
Het driehoekje - in het temperatuurof tijddisplay
Als u op de temperatuur- of tijdtoets
drukt, lichten in het desbetreffende display achtereenvolgens de symbolenvan de functies op die u kunt wijzigen.
U kiest de gewenste functie door de
temperatuur- of tijdtoets zo vaak in te
drukken totdat het driehoekje - onder
het betreffende symbool staat.
Als in het display het driehoekje - on
der een symbool
–
knippert, kunt u de gekozen functie
wijzigen.
-
Zolang het driehoekje - knippert,
kunt u met de toets – of + de gekozen
functie wijzigen:
Met de toets + wordt de waarde ver
–
hoogd of de functie ingeschakeld.
Met de toets – wordt de waarde ver
–
laagd of de functie uitgeschakeld.
Het driehoekje - knippert ca. 5 se
conden. Alleen als het knippert, kunt
u de functie met de toetsen – en +
wijzigen.
Is de invoertijd verstreken, dan moet
u het gewenste symbool opnieuw
kiezen.
Met elke druk op de toetsen – of + wijzigt u
– de oventemperatuur in stappen van
5 °C.
– de kerntemperatuur in stappen van
1 °C als u met de kerntemperatuurvoeler werkt.
–
tijden in stappen van een minuut.
Als u de toetsen langer ingedrukt
houdt, veranderen de waarden in het
display in een hoger tempo.
-
-
-
–
continu brandt, wordt de functie wel
weergegeven, maar kunt u geen wij
zigingen uitvoeren.
-
23
Page 24
Functies en symbolen in de displays
Afhankelijk van de stand van de functiekeuzeschakelaar kunt u door een symbool
te kiezen verschillende functies instellen of wijzigen.
De tabel geeft een overzicht van de mogelijkheden.
len (alleen bij "Hetelucht D" en
"Boven- en onderwarmte A")
e–Kerntemperatuur veranderen
als met de kerntemperatuurvoe
ler wordt gewerkt
24
-
Page 25
a Temperatuurdisplay en
temperatuurtoets - met de toetsen +
en –
b Functiekeuzeschakelaar
Principe
Om functies te wijzigen, gaat u altijd als
volgt te werk:
Zet de functiekeuzeschakelaar op
^
de juiste stand.
Druk op de toets - van het
^
temperatuur- of tijddisplay totdat het
driehoekje onder het gewenste symbool staat.
Zodra het driehoekje knippert, wij
^
zigt u meteen met de betreffende
toets – of + de instelling.
-
-
c Tijddisplay en
tijdtoets - met de toetsen + en –
Het driehoekje knippert ca. 5 secon
den. Is de invoertijd verstreken, dan
moet u het bewuste symbool opnieuw met de temperatuur- of tijdtoets kiezen.
Wijzigingen worden in principe altijd op
de beschreven wijze uitgevoerd.
In de rubrieken "Gebruik van de oven"
en "Bereiding programmeren" vindt u
enkele voorbeelden die het principe
verduidelijken.
-
25
Page 26
Ovenfuncties
Hetelucht D
Bij deze ovenfunctie wordt met een
hete luchtstroom gewerkt.
De ventilator aan de achterkant zuigt
de lucht uit de oven aan, leidt deze
langs het ringvormige verwarmingsele
ment en blaast de verwarmde lucht
door de openingen in de achterwand
weer terug.
Omdat de gerechten direct worden ver
warmd, is voorverwarmen van de oven
meestal niet nodig.
Bij gebruik van "Hetelucht" kan er op
verschillende niveaus tegelijk worden
gebakken en gebraden. Door de hete
luchtstroom kan bij deze ovenfunctie
met lagere temperaturen worden gewerkt dan bij "Boven- en onderwarmte".
Boven- en onderwarmte A
Bij deze conventionele ovenfunctie
wordt het gerecht van boven en van onderen verwarmd.
Intensief bakken o
Bij deze ovenfunctie worden de func
ties "Hetelucht" en "Onderwarmte" ge
combineerd. "Intensief bakken" is ideaal
voor bijvoorbeeld taart met vochtig be
leg en pizza’s.
-
-
-
Ontdooien G
Er kan zonder verwarming of bij een
temperatuur tot 50 °C worden ontdooid.
Als zonder verwarming wordt ontdooid,
zorgt de ventilator aan de achterkant
voor circulatie van de lucht in de oven
ruimte. Het ontdooien gaat dan nog be
hoedzamer.
Kleine grill m
Het binnenste gedeelte van het grill
element wordt gebruikt voor het grille
ren. Enkele minuten nadat het element
is ingeschakeld, wordt het roodgloeiend en levert de infraroodstraling die
voor het grilleren nodig is. Deze functie
is ideaal als u slechts kleine hoeveelheden grilleert.
Grote grill n
Het gehele bovenste verwarmingselement wordt voor het grilleren gebruikt.
Met deze ovenfunctie is het oppervlak
waarop gegrilleerd wordt groter en kunt
u dus grotere hoeveelheden bereiden.
Grilleren met luchtcirculatie p
De hitte van het grillelement wordt door
de ventilator aan de achterkant over het
gehele gerecht verspreid. Hierdoor kan
met een lagere temperatuur worden ge
werkt dan bij gewoon grilleren.
-
-
-
-
-
26
Page 27
Bediening van de oven
Om gerechten in de oven te kunnen be
reiden, moet u altijd een ovenfunctie
kiezen en een geschikte temperatuur
instellen.
Dankzij voorgeprogrammeerde tempe
raturen is het instellen van de juiste
temperatuur zeer eenvoudig.
Ovenfunctie kiezen
"Intensief bakken o"
–
Voor het bakken van taart met een
vochtige vulling, bijvoorbeeld kwark
taart, pruimentaart of quiche en ook
-
voor taart met couverture en
niet-voorgebakken bodem. Niet ge
schikt voor het bakken van plat ge
bak en niet voor braden (de fond zou
hierbij te donker worden).
"Boven- en onderwarmte A"
–
Voor het bakken en braden van tradi
tionele gerechten, bijvoorbeeld
soufflés.
"Bovenwarmte C"
–
Voor het gratineren van ovenschotels
en groente of om gerechten extra
bruin te laten worden.
– "Kleine grill m"
Voor het grilleren van kleine hoeveelheden plat vlees en voor het gratineren van gerechten in kleine ovenschalen. Sluit de ovendeur tijdens
het grilleren.
-
-
-
-
^
Draai de functiekeuzeschakelaar
naar links of rechts op de gewenste
ovenfunctie.
Tegelijk verschijnen de symbolen van
alle relevante functies waarover u in
deze stand kunt beschikken.
Met de functiekeuzeschakelaar kunt u
de volgende ovenfuncties kiezen:
–
"Hetelucht D"
Voor bakken en koken op meerdere
niveaus.
–
"Grote grill n"
Voor het grilleren van grote hoeveel
heden plat vlees en voor het gratine
ren van gerechten in grote oven
schalen. Sluit de ovendeur tijdens
het grilleren.
–
"Grilleren met luchtcirculatie p"
Voor het grilleren van gerechten met
een relatief grote doorsnede, zoals
een rollade of gevogelte. Sluit de
ovendeur tijdens het grilleren.
–
"Ontdooien G"
Om diepvriesproducten behoed
zaam te ontdooien.
-
-
-
-
27
Page 28
Bediening van de oven
Temperatuur instellen
Zodra u een ovenfunctie instelt, ver
schijnen in het temperatuurdisplay de
voorgeprogrammeerde temperatuur
en het symbool p of U.
Het symbool U geeft aan dat het snel
opwarmsysteem ingeschakeld is.
Als de voorgeprogrammeerde tempera-
tuur overeenkomt met de aanwijzingen
uit uw recept, wordt deze automatisch
na enkele seconden als gewenste tem-peratuur overgenomen. Het driehoekje
- verdwijnt en de ovenverwarming
gaat aan.
In het display verschijnt de werkelijketemperatuur in de oven en afhankelijk
van de ovenfunctie het symbool p of U.
In het display wordt het stijgen van de
temperatuur weergegeven totdat de in
gestelde temperatuur bereikt is.
Wordt de ovendeur geopend of een la
gere temperatuur ingesteld, dan daalt
de weergegeven temperatuur.
-
-
-
Af fabriek zijn de volgende temperatu
ren ingesteld:
Hetelucht D . . . . . . . . . . . . . . . . 160 °C
Intensief bakken o. . . . . . . . . . . 160 °C
Ontdooien G . . . . . . geen temperatuur
Grilleren met luchtcirculatie p. . 165 °C
Kleine grill m . . . . . . . . . . . . . . . 275 °C
Grote grill n . . . . . . . . . . . . . . . . 275 °C
Bovenwarmte C. . . . . . . . . . . . . 190 °C
Boven- en onderwarmte A . . . . 190 °C
Temperatuur veranderen
Komt de voorgeprogrammeerde tempe
ratuur niet overeen met de temperatuur
uit uw recept, dan kunt u de temperatuur binnen de grenzen van de desbetreffende ovenfuncties aanpassen:
Hetelucht D . . . . . . . . . . . . 30 – 250 °C
Intensief bakken o . . . . . . . 50 – 250 °C
Ontdooien G . . . . . . . . . . . . 30 – 50 °C
Grilleren met luchtcirc. p. 100 – 260 °C
Kleine grill m . . . . . . . . . . 240 – 300 °C
Grote grill n . . . . . . . . . . . 240 – 300 °C
Bovenwarmte C . . . . . . . . . 30 – 250 °C
Boven- en onderwarmte A 30 – 280 °C
Ga als volgt te werk:
^
Stel met de toets + of - de gewenste
temperatuur in.
Heeft u tijden voor een automatisch
bereidingsproces ingevoerd, dan
moet u eerst met de temperatuur
toets het symbool p of U kiezen. Pas
dan kunt u de temperatuur veran
deren.
-
-
-
-
28
Page 29
Bediening van de oven
Gebruik van de oven
In het volgende wordt met een voor
beeld toegelicht hoe u de oven op een
eenvoudige manier kunt gebruiken.
U wilt een taart bakken met "Hetelucht
D" op 150 °C.
Plaats de taart in de oven en sluit de
^
ovendeur.
Zet de functiekeuzeschakelaar op
^
"Hetelucht D".
In het temperatuurdisplay verschijnt de
voorgeprogrammeerde temperatuur
van 160 °C.
^ Verlaag de temperatuur met de toets
– tot 150 °C. Dit is mogelijk zolang
het driehoekje - onder symbool U
knippert.
-
Na het bereidingsproces kunt u de
^
taart uit de oven halen en de functie
keuzeschakelaar op "0" zetten.
Om te voorkomen dat er vocht in de
binnenruimte, op het bedieningspaneel
of in de inbouwkast neerslaat, blijft de
koudeluchtventilator nog een tijdje lo
pen.
Om aan te geven dat de oven nog heet
is, blijft de aanduiding "°C" in het display staan.
Als de temperatuur beneden een bepaalde waarde komt, wordt de ventilator automatisch uitgeschakeld en verdwijnt de aanduiding in het display. De
temperatuur daalt sneller als u de ovendeur een stukje of helemaal openzet.
-
-
Zodra de waarde is overgenomen,
–
verschijnt in het temperatuurdisplay
de werkelijke temperatuur in de
ovenruimte,
–
wordt de ovenverwarming ingescha
keld,
–
wordt de koudeluchtventilator inge
schakeld.
-
-
29
Page 30
Bediening van de oven
Bereidingsproces
vergrendelen
Als u alle instellingen voor een berei
ding heeft gedaan, kunt u het berei
dingsproces vergrendelen. Hiermee
voorkomt u dat de instellingen onbe
doeld worden gewijzigd.
Ga als volgt te werk:
Druk op de temperatuurtoets totdat
^
het driehoekje - in het display onder
het symbool a staat.
In het display verschijnen 3 liggende
streepjes.
^ Druk op de toets + naast de tempe-
ratuurtoets.
In het temperatuurdisplay verschijnt het
sleutelsymbool 0-§ dat na korte tijd
dooft.
Als u op een knop drukt, verschijnt het
sleutelsymbool 0-§ weer als teken dat
de vergrendeling is ingeschakeld.
-
-
-
De bereiding wordt stopgezet als
de functiekeuzeschakelaar niet bin
–
nen 10 seconden op de gekozen
ovenfunctie wordt teruggezet.
de functiekeuzeschakelaar op "0" ge
–
zet wordt.
Voordat u een bereiding opnieuw
kunt starten, moet u de vergrende
ling uitschakelen.
Ook na een stroomstoring blijft de ver
grendeling ingeschakeld.
Bereidingsproces ontgrendelen
^ Zet de functiekeuzeschakelaar op "0".
^ Kies met de temperatuurtoets het
symbool a.
In het temperatuurdisplay verschijnt het
sleutelsymbool 0-§.
^ Druk op de toets – naast de tempera-
tuurtoets.
In het display verschijnen 3 liggende
streepjes.
De vergrendeling is uitgeschakeld. U
kunt nu instellingen wijzigen.
-
-
-
-
Als u de functiekeuzeschakelaar op
een andere ovenfunctie zet, wordt u
ook akoestisch gewaarschuwd.
30
Page 31
Bediening van de oven
Snelopwarmsysteem
Gedurende de opwarmtijd wordt
bij "Hetelucht D" het verwarmings
–
element van de bovenwarmte
bij "Boven- en onderwarmte A" de
–
heteluchtverwarming
bijgeschakeld, zodat de oven sneller
de ingestelde temperatuur bereikt.
Het symbool U in de bovenste displayregel geeft aan dat het snelop-warmsysteem is ingeschakeld.
Bij ovenfuncties zonder snelopwarmsysteem verschijnt alleen het symbool p.
-
Snelopwarmsysteem uitschakelen
Bij sommige producten (zoals biscuit,
koekjes en pizza) kunt u het snelop
warmsysteem beter uitschakelen, an
ders worden ze aan de bovenkant te
snel bruin.
Ga als volgt te werk:
Kies met de temperatuurtoets het
^
symbool U.
Verlaag met de toets – de tempera
^
tuur tot 100 °C.
Het pijltje naast het symbool p ver
dwijnt.
^ Verhoog de temperatuur weer tot de
gewenste waarde met de toets +.
Het snelopwarmsysteem is nu voor
deze bereiding uitgeschakeld.
Het systeem wordt pas weer ingeschakeld als de functiekeuzeschakelaar op
"0" wordt gedraaid.
-
-
-
-
31
Page 32
Bediening van de oven
Oven voorverwarmen
De meeste gerechten kunt u in de kou
de oven plaatsen. Zo wordt ook de
warmte van de opwarmfase benut.
De oven hoeft slechts in enkele geval
len te worden voorverwarmd:
Bij "Hetelucht D":
voor het bakken van donker brood
–
deeg.
Bij "Boven- en onderwarmte A":
voor gebak met een korte baktijd (tot
–
ca. 30 minuten).
– voor het bakken van fijne deegsoor-
ten (biscuit).
– voor het bakken van donker brood-
deeg.
Gebruik bij pizza en gevoelige
deegsoorten (zoals biscuit en koekjes) niet het snelopwarmsysteem Ä
tijdens de opwarmfase, anders worden deze producten aan de boven
kant te snel bruin.
-
-
-
-
32
Page 33
Bereiding programmeren
Naast het eenvoudige gebruik van de
oven kunt u bak- en braadprocessen
ook automatisch laten uitschakelen,
dan wel laten in- en uitschakelen.
Door het juiste symbool te kiezen en
een tijd in te voeren, kunt u een berei
dingsproces programmeren.
Bereidingstijd g
Kies symbool g en voer de tijd in die
nodig is voor de bereiding van het gerecht.
Na afloop van die tijd wordt de oven
automatisch uitgeschakeld.
U kunt maximaal 12 uur instellen.
Begintijd f
Kies symbool f en bepaal het tijdstip
waarop het bereidingsproces moet be
ginnen. Op dat tijdstip wordt de oven
verwarming automatisch ingeschakeld.
Eindtijd )
Kies symbool ) en bepaal het tijdstip
waarop de oven automatisch moet worden uitgeschakeld.
-
-
33
Page 34
Bereiding programmeren
Symbolen in het tijddisplay
Naast het symbool m worden de sym
bolen voor de bereidingstijd, de be
gintijd en de eindtijd continu weergege
ven als u tijden voor een bereidingspro
ces heeft ingesteld.
Wilt u een bereidingproces na bijvoor
beeld 1
schakelen, dan verschijnen na het in
1
/2uur automatisch laten uit
-
voeren in het display:
– de bereidingstijd.
– de symbolen m en g.
Het driehoekje - onder het symbool
g geeft aan dat de ingevoerde bereidingstijd wordt weergegeven. U kunt
de tijd op het display volgen.
Als u een bereidingsproces automatisch wilt laten in- en uitschakelen,
kunt u de tijden op verschillende ma
nieren invoeren:
Bereidingstijd g plus eindtijd )
–
Begintijd f plus bereidingstijd g
–
-
-
Begintijd f plus eindtijd )
–
De bij deze 3 mogelijkheden niet inge
voerde tijd (respectievelijk begintijd,
eindtijd en bereidingstijd) wordt auto
matisch berekend. U kunt deze tijd wel
opvragen, maar niet wijzigen.
Totdat de oven wordt ingeschakeld,
worden naast het symbool m die symbolen weergegeven waarmee het bereidingsproces is ingevoerd, bijvoorbeeld
de symbolen voor bereidingstijd en
eindtijd.
-
-
-
-
Als u de dagtijd wilt oproepen, moet u
het driehoekje - onder het symbool m
zetten.
34
Het driehoekje - onder het symbool
wijst de tijd aan die het laatst is inge
-
voerd.
De andere tijden kunt u laten weerge
-
ven door het driehoekje te verschuiven.
Bij een lopend bereidingsproces wor
den in het display alleen nog de berei
dingstijd g of de eindtijd ) weerge
geven.
-
-
-
Page 35
Bereiding programmeren
Energiebesparende functie
Vlak voor het einde van een bereidings
proces wordt de ovenverwarming uitge
schakeld.
De restwarmte is voldoende om de be
reiding te voltooien.
In het temperatuurdisplay wordt de
energiebesparende functie aangegeven met de lettercombinatie "EC". De
werkelijke temperatuur is niet meer te
zien.
De koudeluchtventilator en (afhankelijk
van de gekozen ovenfunctie) ook de
heteluchtventilator blijven draaien.
De verwarming van de oven wordt weer
ingeschakeld als u
– de ingestelde temperatuur verandert.
–
de bereidingstijd aanzienlijk verlengt.
Na afloop van de bereidingstijd
klinkt ca. 3 seconden een akoestisch
–
signaal.
knippert het symbool ).
–
blijft de koudeluchtventilator inge
–
schakeld totdat de temperatuur in de
ovenruimte onder een bepaalde
waarde zakt.
U kunt het akoestische en het optische
signaal uitzetten door de functiekeuze
schakelaar op "0" te zetten.
Als u het akoestische signaal niet uitzet,
herinnert een signaal u er om de 5 minuten aan dat het bereidingsproces is
afgelopen. Dit herinneringsprogram-
ma duurt maximaal één uur.
Ingestelde tijden controleren
en veranderen
De tijden die voor een bepaalde berei
ding zijn ingesteld, kunt u op elk mo
ment controleren of veranderen. Kies
daarvoor het juiste symbool.
-
-
-
-
Ingestelde tijden wissen
^
Zet de functiekeuzeschakelaar op "0".
Bij een stroomstoring worden alle inge
voerde waarden gewist.
-
35
Page 36
Bereiding programmeren
Voorbeelden
Bereidingsproces automatisch
uitschakelen
Om een bereidingsproces automatisch
te laten uitschakelen, moet u de berei
dingstijd invoeren.
In het volgende voorbeeld wordt een
taart gebakken met "Hetelucht D" bij
een temperatuur van 160 °C. Berei
dingstijd 45 minuten.
Plaats de taart in de oven en sluit de
^
ovendeur.
^ Kies de ovenfunctie en stel de tem-
peratuur in.
^ Kies het symbool g voor de berei-
dingstijd.
In het tijddisplay verschijnt "0:00".
-
Na het invoeren,
kunt u het stijgen van de temperatuur
–
op het display volgen.
kunt u het aflopen van de bereidings
–
-
tijd op het display volgen als u geen
andere functie oproept.
Na afloop van de tijd wordt de oven au
tomatisch uitgeschakeld.
-
-
^
Voer de bereidingstijd in met de toets
+ (in uren en minuten).
36
Page 37
Bereiding programmeren
Bereidingsproces automatisch in- en
uitschakelen
Het automatisch in- en uitschakelen is
ideaal voor braden.
Als u een taart of brood wilt bakken,
kunt u de bereiding beter niet al te lang
van tevoren programmeren. Het deeg
kan uitdrogen en de werking van het
rijsmiddel kan afnemen.
Voorbeeld:
Het is 9:05 uur. Met de ovenfunctie
"Grilleren met luchtcirculatie" en een
temperatuur van 165 °C kan een stuk
vlees in 1
1
/2uur worden bereid. Het
vlees moet om 13:15 uur klaar zijn.
^ Plaats het vlees in de oven en sluit de
ovendeur.
^ Kies de ovenfunctie en stel de tem-
peratuur in.
Voer eerst de bereidingstijd in:
^ Kies het symbool g voor de berei-
dingstijd.
In het tijddisplay verschijnt "0:00".
Verschuif nu de eindtijd:
Kies het symbool ) voor de eind
^
-
tijd.
In het display verschijnt de dagtijd ver
meerderd met de ingevoerde berei
-
dingstijd (9:05 + 1:30 = 10:35).
Verschuif nu met de toets + de eind
^
tijd naar 13:15.
Zodra u klaar bent met het invoeren,
– worden de ovenverwarming en de
koudeluchtventilator uitgeschakeld,
– kunt u aan de symbolen g en )
zien dat een bereidingsproces is ingesteld.
-
-
^
Voer de bereidingstijd in (1
uren en minuten.
1
/2uur) in
De begintijd (11:45) verschijnt als u het
symbool f kiest.
Op dat tijdstip wordt de ovenverwar
ming ingeschakeld en verschijnt de be
reidingstijd.
Na afloop van de bereidingstijd wordt
de oven automatisch uitgeschakeld.
37
-
Page 38
Kookwekker
De kookwekker kunt u onder meer ge
bruiken als u iets buiten de oven be
reidt, bijvoorbeeld als u eieren kookt.
U kunt een kookwekkertijd van maxi
maal 12 uur instellen.
U kunt de kookwekker los van inge
stelde bereidingsprocessen gebruiken,
bijvoorbeeld om u eraan te herinneren
dat u na een bepaalde bereidingstijd
kruiden moet toevoegen of het vlees
moet besprenkelen.
-
-
-
Kookwekkertijd instellen of
veranderen
^ Kies het symbool l (kookwekker).
In het tijddisplay verschijnt "0:00".
Na afloop van de kookwekkertijd
klinkt ca. 3 seconden een akoestisch
–
signaal.
knippert gedurende 1 minuut het
–
symbool l.
Kookwekkertijd wissen
Kies opnieuw het symbool l. Het
^
driehoekje onder het symbool moet
knipperen.
Zet met de toets – de ingestelde
^
kookwekkertijd op "0:00".
^
Stel de gewenste tijd in uren en minu
ten in.
De kookwekkertijd loopt in minuten af.
Het symbool l brandt en herinnert u
aan de ingevoerde kookwekkertijd.
Kiest u het symbool l, dan kunt u de
aflopende kookwekkertijd in het display
volgen.
38
-
Page 39
Bakken
Voor bakken adviseren wij de volgende
ovenfuncties:
Hetelucht D
–
Intensief bakken o
–
Boven- en onderwarmte A
–
Bakvormen
Let bij de keuze van een ovenfunctie op
het materiaal waarvan de bakvorm is
vervaardigd.
Hetelucht D
Hiervoor kunt u elke bakvorm van hittebestendig materiaal gebruiken.
Boven- en onderwarmte A
Gebruik hiervoor matte, donker gekleurde bakvormen, bijvoorbeeld vormen van donker blik, donker email, mat
aluminium, hittebestendig glas of vormen met een anti-aanbaklaag.
Hetelucht D
U kunt op meerdere niveaus tegelijk
bakken. Wij adviseren:
Als u vochtig gebak, taart of brood
bakt, gebruik dan niet meer dan 2
bakplaten tegelijk.
Let op dat het vetfilter niet voor de
aanzuigopening is geplaatst. Door
het filter neemt de baktijd toe en het
product wordt niet gelijkmatig bruin.
Bij "Hetelucht D" ligt de baktempera-tuur lager dan bij "Boven- en onderwarmte A". Volg de aanwijzingen in de
"Tabel bakken".
Gebruik geen lichtgekleurde of blanke
bakvormen. Deze reflecteren de stra
lingswarmte van de oven. Daardoor kan
de warmte het gerecht minder goed
bereiken en wordt het gerecht in de
vorm ongelijkmatig of nauwelijks bruin.
Onder ongunstige omstandigheden
wordt het gerecht ook niet gaar.
-
39
Page 40
Bakken
Intensief bakken o
Let op dat het vetfilter niet voor de
aanzuigopening is geplaatst. Door
het filter neemt de baktijd toe en het
product wordt niet gelijkmatig bruin.
Deze ovenfunctie is bijzonder geschikt
voor het bakken van
taart met een vochtige vulling, zoals
–
kwarktaart, pruimentaart of quiche.
taart met couverture waarvan de bo
–
dem niet voorgebakken is.
Bak de taart op de 1e inschuifhoogte.
Als de taart van onderen te intensief is
gebakken, kies dan de volgende keer
een hogere inschuifhoogte.
Boven- en onderwarmte A
Gebruik bij voorkeur matte, donkere
bakvormen. Bij lichte vormen van
blank materiaal wordt het gerecht in
de vorm ongelijkmatig of nauwelijks
bruin. Onder ongunstige omstandig
heden wordt het ook niet gaar.
Verwarm de oven alleen voor bij:
gebak met een korte baktijd (tot ca.
–
-
30 minuten);
het bakken van fijne deegsoorten,
–
bijvoorbeeld biscuit;
– het bakken van donker brooddeeg.
Kies inschuifhoogte 1 of 2.
-
40
Page 41
Tips voor het bakken
Plaats een cakeblik of een langwerpige
bakvorm dwars in de oven.
Bereid diepvriesproducten (zoals piz
za) niet op de bakplaat of de braadsle
de. De bakplaat en de braadslede kun
nen zo kromtrekken dat ze niet meer uit
de oven gehaald kunnen worden als ze
heet zijn. Bij elk volgend gebruik trek
ken ze weer krom. Gebruik daarom het
rooster en leg onder het diepvriespro
duct bakpapier. Voor patat, kroketten
en dergelijke kunt u de bakplaat of de
braadslede wel gebruiken.
Bak vruchtentaart en hoge plaatkoek
in de braadslede. Op deze manier blijft
de oven schoon.
Als u de bakplaat of de braadslede gebruikt voor gebak waarbij tijdens de
deegbereiding natronloog is toegepast
(harde krakelingen en dergelijke), leg
dan altijd bakpapier onder het product.
Natronloog kan het
PerfectClean-veredelde oppervlak aan
tasten.
-
-
-
Bakken
Let op de temperaturen, inschuif
hoogten en baktijden in de tabel op
de volgende pagina’s.
Het gebak wordt gelijkmatig gebruind
-
als
-
de gemiddelde temperatuur wordt
–
aangehouden.
Vaak wordt voor het bakken een te
hoge temperatuur ingesteld. Het ge
bak is dan weliswaar sneller klaar,
maar het is niet mooi gelijkmatig ge
bruind. Onder ongunstige omstan
digheden wordt het gebak ook niet
gaar.
–deinschuifhoogte wordt aangepast
aan het soort gebak en de ovenfunctie.
– na afloop van de kortste baktijd
wordt gecontroleerd of het gebak
gaar is.
Prik met een houten stokje (bijvoor-
beeld een satéstokje) in het deeg.
Als niets aan het stokje blijft kleven,
is het gebak gaar.
Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd.
Bij een voorverwarmde oven zijn de baktijden ca. 10 minuten korter.
3) Gebruik tijdens de opwarmfase niet het "Snelopwarmsysteem Ä".
De getallen in de tabel zijn slechts algemene richtlijnen.
43
Page 44
Braden
Verwarm de oven bij "Grilleren met
luchtcirculatie p" niet voor! Plaats
het vlees in de koude oven.
Plaats het vetfilter als u vlees onaf
gedekt gaat braden.
Vetspatten op de braadslede kun
nen blijvende matte plekken veroor
zaken.
Gebruik voor braden bij voorkeur de
–
ovenfunctie "Grilleren met luchtcircu
latie p". Hierbij zijn de grill en de
ventilator tegelijk in gebruik. Het resultaat is een sappig stuk vlees met
een knapperig korstje. Rondspattend
vet wordt voorkomen, waardoor de
ovenwanden praktisch schoon blijven.
– U kunt ook met de ovenfuncties
"Boven- en onderwarmte A" of "Hetelucht D" braden. Stel dan een
20-30 °C hogere temperatuur in dan
in de tabel staat aangegeven en ver
laag de temperatuur bij "Hetelucht"
na 15-20 minuten tot 165 °C. Houdt u
er wel rekening mee dat het gerecht
bij deze ovenfuncties meer spat dan
bij "Grilleren met luchtcirculatie p".
–
Braad vlees niet als het nog bevroren
is, anders wordt het te droog. Laat
het vlees eerst ontdooien.
–
Zout het vlees pas vlak voor het bra
den. Het blijft dan sappiger.
Omdat u bij "Grilleren met luchtcircu
–
latie p" het vlees niet hoeft te be
sprenkelen, is het aan te bevelen het
zout en de kruiden in het vlees te
wrijven, anders hechten ze alleen
-
-
-
-
aan de oppervlakte. Met een beetje
spijsolie kunt u de smaak van droge
kruiden versterken.
Leg vet vlees, vlees met een korstje
–
en gevogelte gewoon op het rooster
en schuif de braadslede eronder in
de oven. Zo wordt het vlees gelijkma
tig bruin en vangt u tegelijk het vlees
sap op.
– Suddervlees daarentegen moet in
een braadpan of in de braadslede
worden bereid.
– Gebruik voor braadvlees altijd de
middelste inschuifhoogte. Alleen
voor heel dik vlees en groot gevogelte kunt u beter de onderste inschuifhoogte kiezen.
– Als het vlees op inschuifhoogte 1 niet
bruin genoeg is geworden, kunt u het
vlees de volgende keer een inschuif
hoogte hoger in de oven zetten.
–
U kunt de bereidingstijd ook bepalen
aan de hand van de dikte van het
vlees. Reken 10-12 minuten per cen
timeter.
–
Voor vlees dat heel koud is bewaard,
moet u een iets langere bereidings
tijd kiezen.
-
-
-
-
-
-
-
44
Page 45
Braden
Als u aan een vleesgerecht uien, to
–
maten, wortels en dergelijke wilt toe
voegen, raden wij u aan om dit bij
vlees met een lange bereidingstijd
pas halverwege de tijd te doen. De
genoemde producten worden anders
te donker en geven de saus een bit
tere smaak.
Wanneer u volgens het recept bouil
–
lon, fond of water moet toevoegen
(bijvoorbeeld halverwege de berei
dingstijd), zorg dan dat deze vloei
stoffen heet zijn.
Laat het vlees als het gaar is nog ca.
–
10 minuten "rusten". Zo kan het
vleessap zich weer gelijkmatig verdelen.
Tips om energie te besparen
-
-
-
-
-
-
Braad bij voorkeur meerdere stukken
–
vlees tegelijk.
Schakel de oven ca. 5 minuten voor
–
het einde van de bereidingstijd uit en
laat het vlees 5-10 minuten in de
restwarmte van de gesloten oven
staan.
45
Page 46
Braden met de kerntemperatuurvoeler
Met de kerntemperatuurvoeler kunt u tij
dens de bereiding de temperatuur van
het vlees nauwkeurig controleren.
De punt van de voeler, die u in het
vlees steekt, meet de temperatuur in
het vlees: de kerntemperatuur. Als de
gewenste temperatuur is bereikt, wordt
de verwarming van de oven automa
tisch uitgeschakeld.
Kies voor braden met de kerntempera
tuurvoeler de ovenfunctie "Grilleren met
luchtcirculatie p".
Let op! Plaats het vetfilter voordat u
vlees onafgedekt gaat braden.
Zo gebruikt u de kerntemperatuurvoeler
Houdt u bij de bediening een vaste
volgorde aan:
A Bereid het vlees voor.
-
Let op!
U kunt het vlees in een pan doen of op
het rooster leggen.
U kunt ook braadfolie gebruiken. Steek
de voeler dan door de folie tot in het
midden van het vlees.
Vet en botten kunnen de werking van
de voeler zodanig beïnvloeden dat de
oven voortijdig wordt uitgeschakeld.
Daarom mag de punt van de voeler
geen botten aanraken.
–
niet in zeer vette vleesdelen gesto
–
ken worden.
Kies bij doorregen vlees de hoogste
waarde van het kerntemperatuurbereik
uit de braadtabel.
-
B Steek de punt van de voeler hele
maal in het vlees.
De punt moet ongeveer in het mid
den van het vlees zitten.
46
Bij gevogelte kunt u de voeler het beste
tussen de poot en het lijf in het vlees
steken.
-
-
Page 47
Braden met de kerntemperatuurvoeler
C Plaats het gerecht in de oven.
U kunt de kerntemperatuur alleen
wijzigen als de ovendeur gesloten
is.
D Steek de stekker van de voeler in het
aansluitpunt totdat hij vastklikt.
E Sluit de deur van het apparaat.
F Zet de functiekeuzeschakelaar op
"Grilleren met luchtcirculatie p".
In het temperatuurdisplay verschijnen
de voorgeprogrammeerde temperatuur
van 165 °C en het symbool e.
Na het instellen van de oventempera
tuur verschijnt in het display de voorgeprogrammeerde kerntemperatuur van
80 °C.
U wijzigt de voorgeprogrammeerdekerntemperatuur als volgt:
H Kies met de temperatuurtoets het
symbool e.
I Stel met de + of – knop de gewenste
kerntemperatuur in. Doe dat zolang
het driehoekje V onder het symbool
e knippert.
Indien nodig kan deze temperatuur
worden veranderd tot een waarde tus
sen 40 en 99 °C. De juiste kerntempe
ratuur hangt af van het soort vlees (zie
"Tabel braden").
-
-
-
-
G Zolang het driehoekje - onder het
symbool p knippert, kunt u de ge
wenste oventemperatuur veranderen.
-
47
Page 48
Braden met de kerntemperatuurvoeler
Nadat de oven- en de kerntemperatuur
zijn ingevoerd
wordt de ovenverwarming ingescha
–
keld.
verschijnt de werkelijke kerntempe
–
ratuur in het temperatuurdisplay. Als
de temperatuur lager is dan 20 °C,
geeft het display 20 °C aan totdat
deze temperatuur wordt overschreden.
Zodra de ingestelde kerntemperatuur
bereikt is,
– klinkt ca. 3 seconden een akoestisch
signaal.
– knipperen het symbool e en de kern-
temperatuur.
–
blijft de koudeluchtventilator inge
schakeld totdat de temperatuur in de
ovenruimte onder een bepaalde
waarde zakt.
U kunt het akoestische en het optische
signaal uitzetten door de functiekeuze
schakelaar op "0" te zetten.
-
-
Let op het volgende
Ook bij gebruik van de kerntempera
tuurvoeler kunt u de bereiding naar een
later tijdstip verschuiven.
Stel daartoe de gewenste temperaturen
in en kies vervolgens het symbool f
in het tijddisplay. Stel nu de gewenste
begintijd in.
Bedek het vlees na het braden met alu
miniumfolie en laat het ca. 10 minuten
-
staan. De kerntemperatuur wordt dan
nog 5 tot 10 °C hoger.
Als de temperatuurvoeler na afloop van
het bereidingsproces in het vlees gelaten wordt, verschijnt in het display van
de oven eerst het stijgen en vervolgens
het dalen van de kerntemperatuur.
Steek de voeler nog eens op een andere plaats in het vlees en herhaal de
bereiding als:
– de voeler bij grote stukken vlees
(vanaf 3 kg) niet tot in het midden
gestoken kan worden.
–
het vlees nog niet gaar genoeg is.
De tijd voor het braden met tempera
tuurbewaking (met de kerntemperatuur
voeler) is ongeveer gelijk aan die voor
het tijdafhankelijke braden.
-
-
-
-
Als u het akoestische signaal niet uitzet,
herinnert een signaal u er om de 5 mi
nuten aan dat het bereidingsproces is
afgelopen. Dit herinneringsprogramma duurt maximaal één uur.
* Plaats het vetfilter bij "Grilleren met luchtcirculatie p".
De getallen in de tabel zijn slechts algemene richtlijnen.
tuur e in °C
-
Resultaat
49
Page 50
Ontdooien
U kunt de oven ook voor ontdooien ge
bruiken.
Zet de functiekeuzeschakelaar op
^
"Ontdooien G".
Stel een temperatuur in van maximaal
50 °C.
Stel geen temperatuur in als u een ge
recht extra behoedzaam wilt ontdooien.
De luchtstroom van de ventilator zorgt
ervoor dat het product sneller ontdooit
dan buiten de ovenruimte.
Let op het volgende:
– Haal het diepgevroren product uit de
verpakking en leg het op een schaal
of bakplaat.
– Gebruik voor het ontdooien van ge-
vogelte het rooster met daaronder de
braadslede. Zo komt het gevogelte
niet in het vocht te liggen.
Let bij het ontdooien van gevogelte
extra op de hygiëne. Gebruik het
vocht dat bij het ontdooien vrijkomt
niet. De kans op bacteriën is groot
(bijvoorbeeld salmonella).
-
Tijden voor het ontdooien
De tijden hangen af van het soort en
het gewicht van het voedsel dat wordt
ontdooid.
kip, 800 g . . . . . . . . . . . . . 90 – 120 min.
vlees, 500 g . . . . . . . . . . . . 60 – 90 min.
vlees, 1000 g . . . . . . . . . . 90 – 120 min.
braadworst, 500 g . . . . . . . 30 – 50 min.
vis, 1000 g . . . . . . . . . . . . . 60 – 90 min.
aardbeien, 300 g . . . . . . . . 30 – 40 min.
plaatkoek, 500 g . . . . . . . . 20 – 30 min.
brood, 500 g . . . . . . . . . . . 30 – 40 min.
–
Vlees, gevogelte en vis moeten zijn
ontdooid, als u deze producten met
de ovenfunctie "Grilleren met lucht
circulatie p" wilt bereiden.
50
-
Page 51
Koken
Voor koken adviseren wij de volgende
ovenfuncties:
Hetelucht D
–
Boven- en onderwarmte A
–
U kunt het volgende serviesgoed ge
bruiken:
vuurvaste glazen schalen, porseleinen
serviesgoed, een römertopf of pannen
met hittebestendige handgrepen.
Schuif het rooster op de 1
^
hoogte in de oven en plaats het ser
viesgoed er op.
als ze gesmoord of geblancheerd moe
ten worden, bijvoorbeeld aardappelen
of groente. Daardoor voorkomt u dat
het gerecht uitdroogt. Als u geen ge
schikt deksel heeft, gebruik dan bij
voorbeeld aluminiumfolie of vochtig
bakpapier.
Dek de gerechten niet af
als ze een korstje moeten krijgen, bij
voorbeeld vlees of gegratineerde scho
tels.
Het is mogelijk om pannen of schalenop elkaar te zetten. Leg dan het deksel van de onderste pan/schaal op zijn
kop. Zet gerechten die bruin moeten
worden bovenop.
-
-
-
-
-
51
Page 52
Inmaken
Voor inmaken bevelen wij de ovenfunc
tie "Hetelucht D" aan.
De volgende potten zijn geschikt voor
het inmaken:
weckpotten (bereid deze op de ge
–
wone manier voor).
Bij gebruik van rubberen ringen kan
soms een onaangename rubbergeur
vrijkomen. U kunt de geurvorming
verminderen door nat keukenpapier
op de voorbereide potten in de oven
te leggen.
glazen potten met schroefdeksel (ge
–
bruik alleen potten die speciaal voor
inmaken zijn; deze zijn verkrijgbaar
bij de vakhandel).
Gebruik geen conservenblikken!
^ Schuif de braadslede op de 1
e
in-
schuifhoogte in de oven en plaats
de potten/glazen er op.
Als het vocht begint de borrelen
-
Verlaag de temperatuur om te voor
komen dat de levensmiddelen over
koken.
-
Bij fruit en komkommer
–
Zet de functiekeuzeschakelaar op "0".
^
Laat de potten nog 25 tot 30 minuten in
de oven staan zodat de inhoud nog
even kan doorkoken.
Bij groente
–
Verlaag de temperatuur tot 100 °C.
^
Laat de groente verder koken:
asperges, worteltjes. . . 60 – 90 minuten
erwten . . . . . . . . . . . . 90 – 120 minuten
^ Zet de functiekeuzeschakelaar op "0".
Laat de potten nog 25 tot 30 minuten in
de oven staan zodat de inhoud nog
even kan doorkoken.
-
-
Er kunnen maximaal 5 potten/glazen
tegelijk in de oven.
^
Stel de temperatuur in op
150-170 °C.
Deze temperatuur geldt totdat de in
houd gaat borrelen (het gelijkmatig op
stijgen van luchtbelletjes).
52
Na het inmaken
Haal de potten/glazen uit de oven, leg
er een doek overheen en laat ze ca. 24
uur op een tochtvrije plaats staan.
^
Verwijder de klemmen en controleer
of alle potten/glazen goed gesloten
zijn.
-
Page 53
Tijdens grilleren moet de ovendeur
gesloten zijn. Als u de deur niet sluit,
wordt de uitstromende hete wasem
niet automatisch langs de wasem
koeling geleid en dus niet afge
koeld. De bedieningselementen kun
nen dan heet worden waardoor u
zich kunt branden.
-
Grillinstellingen
Kleine grill m
Grilleren
Grote grill n
-
-
Voor het grilleren van grote hoeveelheden en voor het gratineren van grote
ovenschalen. Het gehele grillelement is
ingeschakeld.
Vlees voorbereiden
Spoel het vlees af met koud water en
droog het goed af. Zout het vlees niet
voor het grilleren, anders verliest het
zijn vocht.
Voor het grilleren van kleine hoeveelhe
den en voor het gratineren van kleine
ovenschalen. Het binnenste deel van
het grillelement wordt roodgloeiend.
Bestrijk mager vlees met een beetje
olie. Andere soorten vet worden snel te
donker of leiden tot rookontwikkeling.
Platte vissen en moten vis kunt u zouten
en met een beetje citroensap bespren
kelen.
-
53
Page 54
Grilleren
Grilleren op het rooster
Plaats het rooster op de braadslede,
^
zoals op de afbeelding hierboven.
^ Leg het vlees op het rooster.
^ Kies de gewenste ovenfunctie.
^ Stel de temperatuur in.
^ Verwarm het grillelement ongeveer 5
minuten voor. Laat hierbij de ovendeur dicht.
^ Leg het vlees in de oven en sluit de
ovendeur.
Plat vlees = inschuifhoogte 3 of 4.
Dik vlees = inschuifhoogte 1 of 2.
^
Draai het vlees halverwege de berei
dingstijd om.
Temperatuur
Plat vlees (bijvoorbeeld
karbonade en biefstuk) . . . . . . . 275 °C.
Dikkere stukken (bijvoorbeeld
gevogelte en rollade). . . . . . . . . 240 °C.
Zie verder de "Tabel grilleren".
Als tijdens het grilleren blijkt dat het
vlees aan de buitenkant al een korstje
krijgt, terwijl het van binnen nog niet
gaar is, dan kunt u op een lagere tem
peratuur verder grilleren.
Tijden voor het grilleren
Houd bij het grilleren de volgende tijden aan:
– plat vlees/vis:6-8 min. per kant
– dikkere stukken: iets langer
Tips voor het grilleren
U kunt het beste stukken vlees grilleren
die ongeveer even groot zijn, zodat de
bereidingstijden niet teveel uiteenlo
pen.
Als u wilt vaststellen in hoeverre het
vlees al gaar is, druk dan met een lepel
op het vlees.
–
Als het nog veerkrachtig aanvoelt, is
het vlees van binnen nog rood.
-
-
54
–
Als het een beetje meegeeft, is het
vlees van binnen roze ("medium").
–
Als het bijna niet meegeeft, is het
door en door gaar ("doorbakken").
Page 55
Tabel grilleren
Verwarm het grillelement ongeveer 5 minuten voor. Laat hierbij de ovendeur dicht.
GerechtenKleine grill m / Grote grill n
Aanbevolen
inschuifhoogte
Runderbiefstuk3 of 4275 °C10 – 16
Schaschlik3240 °C25 – 30
Spies met gevogelte3240 °C20 – 25
Schnitzel3 of 4275 °C12 – 18
Lever3 of 4275 °C8 – 12
Gehaktballen
Braadworst3 of 4275 °C6 – 10
Visfilet
Forel
Toast3 of 4275 °C2 – 4
Toast Hawaii3 of 4275 °C7 – 9
Tomaten3 of 4275 °C6 – 8
Perziken2 of 3275 °C6 – 8
2)
2)
2)
3 of 4275 °C14 – 20
3 of 4275 °C12 – 16
3 of 4275 °C16 – 20
TemperatuurTotale
bereidings-
tijd in min.
1)
1) Draai het gerecht halverwege de bereidingstijd om.
2) Kan ook met de ovenfunctie "Grilleren met luchtcirculatie p" (165° C) worden bereid.
De bereidingstijd neemt dan met 5-10 minuten toe.
Plaats bij "Grilleren met luchtcirculatie p" het vetfilter.
De getallen in de tabel zijn slechts algemene richtlijnen.
55
Page 56
Reiniging en onderhoud
Front, bedieningselementen
Reinig alle oppervlakken alleen met
^
een sponsdoekje, afwasmiddel en
warm water.
Wrijf ze daarna met een zachte doek
^
droog.
Neem ook de volgende aanwijzingen in
acht voor uw glazen of roestvrijstalen
front om krassen en aantasting van de
oppervlakken te voorkomen.
Apparaten met glazen front
Het front en de bedieningselementen
zijn krasgevoelig.
Gebruik geen:
– schurende reinigingsmiddelen, zoals
schuurpoeder en vloeibaar schuurmiddel.
– schurende sponsjes, zoals pannen-
sponsjes of gebruikte sponsjes die
nog resten schuurmiddel bevatten.
– ovenspray.
Reinig de greep van de deur en de be
dieningselementen bij voorkeur na
ieder gebruik. Als u te lang wacht, kun
nen vetspatten en andere verontreini
gingen soms niet meer worden verwij
derd.
-
-
Apparaten met aluminium front
Aluminium is een bijzonder materiaal.
Gezichtshoek, lichtval en de omgeving
bepalen het reflecterende effect en
daarmee de optische uitstraling van het
apparaat.
Aluminium oppervlakken en bedie
ningselementen kunnen verkleuren
of aangetast worden als verontreini
gingen lang inwerken. Verwijder ver
ontreinigingen daarom meteen.
Het front en de bedieningselementen
zijn krasgevoelig.
Gebruik geen:
– soda-, zuur-, of chloorhoudende rei-
nigingsmiddelen.
– schurende reinigingsmiddelen, zoals
schuurpoeder en vloeibaar schuurmiddel.
– schurende sponsjes, zoals pannen-
sponsjes of gebruikte sponsjes die
nog resten schuurmiddel bevatten.
–
reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal.
–
kalkoplossende reinigingsmiddelen.
-
–
reinigingsmiddelen voor afwasauto
maten.
–
ovenspray.
-
-
-
-
56
Apparaten met roestvrijstalen
front
Het front en de bedieningselementen
zijn krasgevoelig.
Houdt u zich aan de speciale reini
gingsinstructies voor:
–
Gebruik voor het reinigen een
niet-schurend middel voor roestvrij
staal.
Gebruik geen:
soda-, zuur-, of chloorhoudende rei
–
nigingsmiddelen.
schurende reinigingsmiddelen, zoals
–
schuurpoeder en vloeibaar schuur
middel.
schurende sponsjes, zoals pannen
–
sponsjes of gebruikte sponsjes die
nog resten schuurmiddel bevatten.
U kunt de delen extra tegen vervuiling
beschermen door deze in te wrijven
met een speciaal onderhoudsmiddel.
Verdeel een kleine hoeveelheid van het
middel met een zachte doek gelijkmatig
over het gehele oppervlak.
De bedieningselementen kunnen
verkleuren of aangetast worden als
verontreinigingen lang inwerken.
Verwijder verontreinigingen daarom
meteen.
Gebruik geen:
–
soda-, zuur-, of chloorhoudende rei
nigingsmiddelen.
–
schurende reinigingsmiddelen, zoals
schuurpoeder en vloeibaar schuur
middel.
–
schurende sponsjes, zoals pannen
sponsjes of gebruikte sponsjes die
nog resten schuurmiddel bevatten.
–
reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal.
–
ovenspray.
-
-
-
-
-
-
Rooster en geleiderails
De roestvrijstalen oppervlakken van
deze delen zijn PerfectClean-veredeld.
Voor het rooster en de geleiderails gel
den daarom dezelfde reinigings- en on
derhoudsvoorschriften als voor het
PerfectClean-veredelde email. Zie ook
de gelijknamige rubriek.
-
Vetfilter
Reinig het vetfilter in heet water met af
wasmiddel of in de vaatwasser.
In de vaatwasser wordt het filter het
schoonst als u het plat in het apparaat
legt.
Bij reiniging in de vaatwasser kan (afhankelijk van het gebruikte reinigingsmiddel) het filteroppervlak blijvend verkleuren. Het functioneren van het filter
wordt hierdoor niet beïnvloed.
-
Kerntemperatuurvoeler
Neem de voeler met een vochtige doek
af.
Leg de temperatuurvoeler niet in wa
ter en reinig deze niet in de vaatwas
ser. De voeler kan anders bescha
digd raken.
-
-
-
-
57
Page 58
Reiniging en onderhoud
PerfectClean-veredeld email
De geëmailleerde oppervlakken van
de ovenruimte, de bakplaat en de
braadslede zijn PerfectClean-veredeld.
Deze oppervlaktebehandeling resul
teert in zeer goede
anti-aanbakeigenschappen en een
zeer eenvoudige reiniging.
Na het bakken of braden laat het ge
recht gemakkelijk los en verontreini
gingen kunnen veel eenvoudiger wor
den verwijderd dan bij normaal email.
Om jarenlang plezier te hebben van het
email dient u bij de reiniging met de
volgende aanwijzingen rekening te
houden.
PerfectClean-veredelde oppervlakken
kunt u in principe net zo reinigen als
glas. Als u niet zeker weet of een middel geschikt is voor PerfectClean, ga
dan na of u uw ramen ermee zou kunnen reinigen.
Op PerfectClean kunt u uw gerechten
in stukken snijden en verdelen, zoals
dat ook bij bakplaten met gewoon email
mogelijk is.
Laat de oven voor het reinigen af
koelen. U kunt zich anders branden!
-
-
-
-
-
Gebruik bij normale verontreinigingen
een zacht keukensponsje, heet water
en afwasmiddel. U kunt de onderdelen
nog gemakkelijker reinigen, als u de
verontreinigingen eerst enkele minuten
laat weken in een sopje van afwasmid
del. U kunt eventueel ook de harde kant
van een keukensponsje gebruiken.
Spoel de onderdelen na afloop met
schoon water af. Het water moet van
het oppervlak parelen. Resten afwas
middel hebben hierop een negatief ef
fect.
Bij hardnekkige verontreinigingen
kunt u ovenspray gebruiken.
Verwijder de katalytisch geëmailleerde achter- en bovenwand, voordat u de ovenruimte met ovenspray
inspuit. Het katalytische email wordt
door ovenspray aangetast.
Laat de te reinigen delen tot kamertemperatuur afkoelen. Spuit de oppervlakken met ovenspray in en laat deze kort
(ca. 10 minuten) inwerken. Indien nodig
kunt u na de inwerktijd ook nog de har
de kant van een keukensponsje ge
bruiken. Herhaal zo nodig deze stap
pen. Reinig de oppervlakken
vervolgens met water en droog de de
len af.
-
-
-
-
-
-
-
58
Page 59
Reiniging en onderhoud
Voor vastzittende verontreinigingen
kunt u ook een glasschraper of een
speciaal sponsje gebruiken (bijvoor
beeld Spontex Spirinette).
Met de genoemde hulpmiddelen kunt u
de oppervlakken altijd goed en zonder
beschadigingen reinigen.
Voor een optimaal effect dient u de op
pervlakken bij voorkeur na ieder ge
bruik te reinigen, zodat de
anti-aanbakwerking niet ongunstig
wordt beïnvloed. Het effect neemt af,
wanneer het PerfectClean-oppervlak
verontreinigd is.
Bij herhaaldelijk gebruik zonder tussentijdse reiniging zijn verontreinigingen
moeilijker te verwijderen.
Om de PerfectClean-veredelde oppervlakken niet te beschadigen,
dient u het volgende te vermijden:
– schurende reinigingsmiddelen,
zoals schuurpoeder en vloeibaar schuurmiddel,
– reinigingsmiddelen voor
keramische kookplaten,
– staalsponsjes,
– schurende sponsjes zoals
pannensponsjes en gebruikte
sponsjes die nog resten
schuurmiddel bevatten,
– ovenspray op niet afgekoelde
PerfectClean-oppervlakken en
een te lange inwerktijd,
– reiniging in de vaatwasser.
-
-
Maar zelfs als door onjuist onderhoud
de PerfectClean-veredelde oppervlak
ken beschadigd zijn, blijven de
anti-aanbak- en de reinigingseigen
schappen vergelijkbaar met die van an
dere onderhoudsvriendelijke email
soorten.
-
Let ook op het volgende:
Vruchtensap of deeg, dat bijvoor
–
beeld uit een slecht sluitende bak
vorm is gelopen, kunt u het beste
verwijderen als de oven nog warm is.
Vruchtensap kan blijvende verkleu
–
ringen veroorzaken. Ook op de
braadslede kunnen na het braden
doffe plekken ontstaan. Dergelijke
verkleuringen hebben echter geen
effect op de eigenschappen van de
veredeling. Probeer de vlekken niet
met alle geweld te verwijderen. Gebruik alleen de beschreven reinigingsmiddelen.
– Door de lichtgrijze kleur van het
email oogt de ovenruimte heel licht
en heeft u optimaal zicht op het ge
recht. Bovendien kunt u zo verontrei
nigingen na het bakken of braden
meteen zien en verwijderen.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
59
Page 60
Reiniging en onderhoud
Katalytisch email
De achter- en bovenwand zijn voor
zien van een laag donkergrijs katalytisch email.
Katalytisch email is een coating met
zelfreinigende eigenschappen.
Door de luchtcirculatie bij ovenfuncties
met "Hetelucht" raakt met name de ach
terwand met olie- en vetspatten veront
reinigd.
Dankzij het speciale email worden olieen vetspatten bij temperaturen boven
200 °C vanzelf verwijderd. Hoe hoger
de temperatuur, des te beter werkt het
reinigingsproces.
-
-
Katalytisch email mag niet met
schuurmiddelen, harde borstels of
schuursponsjes worden behandeld.
Gebruik ook geen ovenspray! De
coating kan beschadigd raken en
zijn zelfreinigende eigenschappen
verliezen.
Haal de katalytisch geëmailleerde
delen dan ook uit de oven voordat u
PerfectClean-veredelde oppervlak
ken met ovenspray reinigt.
Resten van kruiden, suiker en dergelijke worden niet tijdens de katalyse verwijderd. Verwijder dergelijke verontreinigen handmatig.
Wacht niet te lang met het schoonmaken, want elke keer als de oven weer
wordt gebruikt, branden de verontreinigingen verder in.
-
60
Page 61
Reiniging en onderhoud
Het reinigen van het katalytische
email
Laat de oven afkoelen voordat u
deze gaat schoonmaken. U kunt
zich anders branden!
Reinig de oven na ieder gebruik.
Hoe langer u wacht, des te moei
lijker wordt het om de verontreini
gingen te verwijderen. Soms lukt dat
helemaal niet meer.
Reinig de achter- en de bovenwand
^
met een sopje van warm water en af
wasmiddel en eventueel een zachte
borstel.
Daarna kunt u nog vet- en olievlekken
van de katalytische achter- en bovenwand verwijderen door de oven te verhitten.
-
-
Ga als volgt te werk:
Haal de accessoires uit de ovenruim
^
te.
Kies de ovenfunctie "Hetelucht D".
^
Stel de hoogste temperatuur in.
^
Zet de oven ongeveer een uur aan. De
benodigde tijd hangt af van de mate
van vervuiling.
Elke keer als de oven met hoge tempe
raturen wordt gebruikt, verdwijnen
eventueel achtergebleven verontreini
gingen geleidelijk.
Laat het reinigingsproces eventueel automatisch beëindigen. Zo vergeet u niet
de oven op tijd uit te schakelen.
Mocht de katalytische emaillaag van
de achter- of de bovenwand door
onjuist onderhoud of door sterke
vervuiling niet meer (goed) werken,
dan kunt u bij de vakhandelaar of bij
de fabrikant een nieuwe plaat bestellen.
-
-
-
61
Page 62
Reiniging en onderhoud
Ovenruimte
Om de oven makkelijker te kunnen rei
nigen, kunt u
de ovendeur verwijderen,
–
de ovendeur uit elkaar halen,
–
de geleiderails verwijderen,
–
het bovenste verwarmingselement
–
laten zakken,
de achterwand en de bovenwand
–
verwijderen.
Ovendeur verwijderen
De ovendeur is via speciale houders
met de deurscharnieren verbonden.
Open de deur helemaal.
^
-
Ontgrendel de beugels van de deur
^
scharnieren met een draaibeweging.
Draai de beugels tot aan de aanslag.
Ze staan dan schuin.
^ Sluit de deur tot aan de aanslag.
Trek de deur nooit in horizontale
stand van de houders. De houders
klappen dan terug en kunnen het
apparaat beschadigen dan wel letsel veroorzaken.
-
Voordat u de deur van deze houders
kunt loshalen, moet u eerst de vergren
delingsbeugels van de beide scharnie
ren ontgrendelen.
62
-
-
Page 63
Reiniging en onderhoud
Ovendeur uit elkaar halen
^ Pak de deur bij de zijkanten vast en
trek de deur naar boven toe van de
houders.
Trek niet aan de deurgreep. De
greep zou kunnen afbreken.
Pas op dat de deur bij het uitnemen
niet kantelt!
De ovendeur is aan alle kanten afge
dicht, zodat geen wasem kan binnen
dringen.
Mocht er onverhoopt toch iets tussen
de glasplaten komen, dan kunt u de
ovendeur demonteren en de binnen
kanten van de glasplaten reinigen.
Gebruik voor het reinigen van de
glasplaten geen schuurmiddelen,
dan wel harde sponzen of borstels.
Deze veroorzaken krassen op het
oppervlak.
Gebruik geen ovensprays. Deze tasten het oppervlak van de aluminium
profielen aan.
^ Verwijder in elk geval eerst de oven-
deur voordat u deze uit elkaar haalt.
^ Leg de deur op een zachte onder-
grond (bijvoorbeeld een theedoek). U
voorkomt zo krassen. Leg de deur zo
dat de greep over de rand van de ta
fel ligt. De glasplaat ligt dan plat op
de ondergrond en zal tijdens het rei
nigen niet zo gauw breken.
-
-
-
-
-
63
Page 64
Reiniging en onderhoud
^ Druk op de beide pennetjes aan de
onderkant van de ovendeur (1.) totdat de binnenste glasplaat uit de
houders vrijkomt.
De plaat komt nu automatisch iets
omhoog.
Klap de glasplaat voorzichtig omhoog (2.) en haal deze uit de aluminium profielen.
De aluminium profielen op de buitenste en de binnenste glasplaat zijn
vastgelijmd en kunnen daarom niet
worden verwijderd.
Afhankelijk van het type heeft de oven
deur twee of drie glasplaten.
Bij een ovendeur met drie glasplaten
kunt u ook de middelste glasplaat ver
wijderen.
^ Haal de glasplaat iets omhoog en
verwijder deze.
^ Reinig de verschillende glasplaten.
Leg de glasplaten op een veilige
plaats neer, zodat ze niet kunnen breken.
^
Zet de ovendeur als volgt weer in el
kaar.
-
-
-
64
Page 65
^ Plaats de middelste glasplaat (indien
aanwezig) terug.
Let hierbij op de details op de afbeeldingen:
– De beide kanten van de middelste
glasplaat hebben een verschillende
coating. Zorg dat het opgedrukte
nummer zichtbaar is. De warmtere
flecterende coating bevindt zich dan
aan de juiste kant (ovenruimte).
-
Reiniging en onderhoud
^ Als u de binnenste glasplaat terug-
plaatst, moet het aluminium profiel
met de greep naar boven gericht zijn.
Als de dichtingen van de binnenste
glasplaat bij het reinigen zijn losgeraakt, moet u deze zo weer op de
profielen schuiven dat de afdichtlipjes naar binnen gericht zijn (zie de
details op de afbeeldingen).
–
De plaat moet goed op de dich
tingen aansluiten, maar mag niet op
de koppen van de schroeven in de
aluminium profielen liggen.
-
65
Page 66
Reiniging en onderhoud
^ Plaats de binnenste glasplaat in de
daarvoor bestemde houders op de
aluminium profielen en klap de plaat
voorzichtig omlaag. Let goed op dat
de plaat bij het omlaagklappen niet
weer uit de houders schiet.
De glasplaat ligt nu op de houders bij
de twee pennetjes en moet weer wor
den vastgeklikt.
Dit vastklikken gaat gemakkelijker als u
de beide kanten na elkaar in de hou
ders drukt.
^ Druk met uw handen (zie afbeelding)
op het aluminium profiel van de binnenste glasplaat, totdat deze weer in
de houders vastklikt. U moet daarbij
aan beide kanten een duidelijke "klik"
horen. De pennetjes worden daarbij
weer naar buiten gedrukt.
-
-
66
Controleer voordat u de deur in de
oven terugplaatst of de binnenste
glasplaat goed in de houders zit en
niet per ongeluk kan losraken. De
glasplaat zou anders beschadigd
kunnen raken.
Page 67
Reiniging en onderhoud
Ovendeur terugplaatsen
^ Pak de deur bij de zijkanten vast en
plaats de deur op de houders van de
scharnieren.
Pas op dat de deur niet kantelt!
Open de deur helemaal.
^
Draai de beide vergrendelingsbeu
^
gels weer terug, zodat de vergrende
ling weer actief is. Draai de beugels
tot aan de aanslag. Ze staan dan horizontaal. Het neusje van de vergrendelingsbeugel moet in het oogje van
deur vallen.
De beugels moeten na het reinigen
beslist weer worden vergrendeld. De
deur kan anders losgaan en beschadigd raken.
-
-
67
Page 68
Reiniging en onderhoud
Geleiderails verwijderen
De verwarmingselementen moeten
uitgeschakeld en afgekoeld zijn. U
kunt zich anders branden!
^ Trek de bevestigingsknop uit.
Bovenste verwarmingselement laten
zakken
De verwarmingselementen moeten
uitgeschakeld en afgekoeld zijn. U
kunt zich anders branden!
Haal de geleiderails uit de oven.
^
^ Trek de bevestigingsknop uit.
^
Haal de geleiderails uit de oven.
Het terugplaatsen van de onderdelen
gebeurt in omgekeerde volgorde. Mon
teer de onderdelen zorgvuldig.
68
^
Laat het verwarmingselement zak
-
ken.
Duw het verwarmingselement niet
met geweld omlaag, want daardoor
kan het beschadigd raken.
-
Page 69
Reiniging en onderhoud
Achterwand en bovenwand
verwijderen
De verwarmingselementen moeten
uitgeschakeld en afgekoeld zijn. U
kunt zich anders branden!
Afhankelijk van de mate van vervuiling
kunt u ook die delen uit de oven halen
die van katalytisch email zijn voorzien.
Neem daarbij de instructies voor reini
ging en onderhoud in acht.
– Achterwand
^ Haal de geleiderails uit de oven.
– Bovenwand
Haal de geleiderails uit de oven.
^
Laat het bovenste verwarmingsele
^
ment zakken.
-
Houd de bovenwand vast en draai
^
het moertje los.
^ Verwijder de bovenwand.
Het terugplaatsen van de onderdelen
gebeurt in omgekeerde volgorde. Monteer de onderdelen zorgvuldig.
-
^
Draai de schroeven in de achterwand
los en verwijder de achterwand.
De oven mag niet worden gebruikt
als de achterwand niet is inge
bouwd. Er bestaat anders gevaar
voor verwondingen!
Het terugplaatsen van de onderdelen
gebeurt in omgekeerde volgorde. Mon
teer de onderdelen zorgvuldig.
-
-
69
Page 70
Nuttige tips
Laat installatie-, onderhouds- en re
paratiewerkzaamheden uitsluitend
door erkende vakmensen uitvoeren.
Ondeskundig uitgevoerde werk
zaamheden leveren grote risico’s op
voor de gebruiker. De fabrikant kan
hiervoor niet aansprakelijk worden
gesteld.
Druk op de toets – onder het tempe
–
-
-
ratuurdisplay. Er verschijnen nu drie
liggende streepjes.
De demo-functie is gedeactiveerd. U
kunt het apparaat weer gewoon ge
bruiken.
. . .de ovenverwarming wel werkt,
maar de verlichting niet?
-
-
De volgende storingen kunt u echter
zelf verhelpen.
Wat moet u doen als .. .
. . .de oven niet heet wordt?
Controleer
^ of de vergrendeling ingeschakeld is
(in het display verschijnt 0-§).
^ of de zekering van de huisinstallatie
is doorgeslagen. Waarschuw indien
nodig een elektricien of de Technische Dienst.
^
of in het temperatuurdisplay korte tijd
"dEM" verschijnt, als u de functiekeu
zeschakelaar terug op "0" zet.
Deze melding geeft aan dat de zoge
naamde "demo-functie" is geactiveerd.
In deze stand kunt u wel ovenfuncties
instellen, maar het verwarmingssys
teem wordt niet ingeschakeld.
Om de demo-functie te deactiveren,
gaat u als volgt te werk:
-
-
De halogeenlamp is defect.
Zo kunt u de lamp vervangen:
Maak het apparaat spanningsvrij.
^
Trek daarvoor de stekker uit het stop
contact of schakel de zekering van
de huisinstallatie uit.
^ Verwijder de geleiderail.
^ Leg een theedoek op de bodem van
de ovenruimte. U voorkomt zo dat het
email beschadigd raakt als de glazen
lampafdekking valt.
-
-
–
Druk zo lang tegelijk op de
temperatuur- en de tijdtoets, totdat in
het temperatuurdisplay "dEM" ver
schijnt.
70
^
Maak met de bijgeleverde spatel de
-
glazen afdekking aan de voorkant
los.
Page 71
De afdekking zit aan de achterkant vast
met twee metalen klemmen die aan de
reflector bevestigd zijn.
Buig deze klemmen niet opzij omdat
de klemmen en de reflector anders
beschadigd kunnen raken. U kunt
de afdekking dan misschien niet
meer goed terugplaatsen.
^ Trek de afdekking uit de achterste
klemmen.
Afhankelijk van het model verwijdert u
met de afdekking ook het afdekplaatje
van de halogeenlamp.
Nuttige tips
^ Trek de defecte halogeenlamp eruit
en schuif de nieuwe er horizontaal in
(zie afbeelding). Gebruik een halogeenlamp van het type: 12 V, 20 W,
thermisch belastbaar tot 300 °C, fit
ting G4, merk Osram, type 64428.
Pak de halogeenlamp niet met blote
vingers vast. Neem de aanwijzingen
van de fabrikant in acht.
-
71
Page 72
Nuttige tips
...ubijgebruik van de oven duidelijk
kookluchtjes ruikt?
Schuif de afdekking met de uitsparin
^
gen aan de achterkant in de metalen
klemmen (zie afbeelding).
Controleer of de schuif voor de katalysa
tor op "0" staat. Is dat het geval, dan is
de katalysator uitgeschakeld.
Zet de schuif op "I" om de katalysator in
te schakelen.
. . .na de bereiding een geluid te ho
ren is?
Dit is geen storing! Om te voorkomen
dat er na het uitschakelen van de oven
vocht in de binnenruimte, op het bedie
ningspaneel of in de inbouwkast neer-
slaat, blijft de koudeluchtventilator nog
een tijdje lopen. Als de temperatuur beneden een bepaalde waarde komt,
wordt de ventilator automatisch uitgeschakeld. De temperatuur daalt sneller
als u de ovendeur een stukje of helemaal openzet.
. . .het gebak na de in de tabel aangegeven bereidingstijd nog niet gaar
is?
-
-
-
^
Druk de afdekking aan de voorkant
vast.
^
Plaats de geleiderail weer terug.
Het terugplaatsen van de onderdelen
gebeurt in omgekeerde volgorde. Mon
teer de onderdelen zorgvuldig.
72
Controleer
^
of u de juiste temperatuur heeft inge
steld.
^
of u het recept heeft veranderd. Als
het deeg vochtiger is door bijvoor
beeld het toevoegen van eieren of
melk, is een langere bereidingstijd
nodig.
^
of het vetfilter is geplaatst bij bakken
-
met "Hetelucht D" of "Intensief bak
ken o". In dat geval moet de berei
dingstijd ongeveer 10 tot 15 minuten
langer zijn.
-
-
-
-
Page 73
Nuttige tips
. . .het gebak niet overal even bruin
is geworden?
Kleine verschillen zijn normaal. Daarom
wordt in de Standaard Product Informa
tie (S.P.I.) van ovens en fornuizen van
alle producenten het verschil in brui
ning in procenten aangegeven. De
waarde geldt voor een bakplaat en is
volgens bepaalde normen vastgesteld.
Als het verschil erg groot is, controleer
dan
bij bakken met "Hetelucht D"
of de ingestelde temperatuur niet te
–
hoog is geweest.
– of het vetfilter voor de ventilator is
geplaatst.
– of de juiste inschuifhoogte is geko-
zen.
bij bakken met "Boven- en onder-warmte A"
– van welk materiaal de bakvorm is en
welke kleur deze heeft. Bakvormen
van licht, helder en dun materiaal zijn
minder geschikt.
–
of de juiste inschuifhoogte is geko
zen.
. . .zich op het katalytische email
roestkleurige vlekken bevinden?
-
-
. . .na een stroomstoring in het dis
play "12:00" en het driehoekje - on
der het symbool m knipperen?
-
Alle ingestelde tijden zijn bij de stroom
storing gewist.
Stel de dagtijd en de eventueel inge
^
stelde bereidingstijden opnieuw in.
. . .in het display van de oven een "F"
met een getal verschijnt?
Deze combinatie geeft een foutmelding
aan.
"F54": De kerntemperatuurvoeler is
–
defect. Zodra u de voeler uit de aansluiting trekt, verdwijnt de foutmelding.
–"F55": De oven is tijdens het gebruik
automatisch uitgeschakeld. Dit gebeurt wanneer de oven langer dan
gebruikelijk aanstaat. De tijdsduur
hangt af van de gekozen ovenfunctie.
Als u de functiekeuzeschakelaar op
"0" zet en de instellingen opnieuw in
voert, kunt u het apparaat gewoon
weer in gebruik nemen.
–
Andere foutmeldingen:
Waarschuw de Technische Dienst als
er een andere foutmelding verschijnt.
Vermeld daarbij de foutmelding.
-
-
-
-
-
Bij het braden op het rooster worden
deeltjes van kruiden door de lucht
stroom meegevoerd. Deze kleven soms
aan de binnenwanden vast. Zulke vlek
ken worden door de katalyse niet ver
wijderd. U kunt ze met warm water met
afwasmiddel en een zachte borstel ver
wijderen.
-
-
-
-
73
Page 74
Technische Dienst
Voor storingen die u niet zelf kunt ver
helpen, waarschuwt u uw vakhandelaar
of de Technische Dienst.
Het adres en het telefoonnummer van
de Technische Dienst vindt u op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing.
-
Voor een goede en vlotte afhandeling is
het noodzakelijk dat de Technische
Dienst weet welk type apparaat u heeft
en welk serienummer het heeft.
Het typeplaatje is bij geopende oven
deur onder bij de binnenruimte zicht
baar.
Voor informatie over het
Service-Verzekering-Certificaat kunt u
zich wenden tot uw vakhandelaar of de
betreffende folder raadplegen.
-
-
74
Page 75
Extra accessoires
De extra accessoires zijn verkrijgbaar
bij uw vakhandelaar of bij de fabrikant.
Telescopische geleiderails
De telescopische geleiderails hebben
drie inschuifhoogten.
Elke inschuifhoogte kan helemaal uit de
oven worden getrokken. Hierdoor heeft
u goed zicht op de gerechten.
Lekblad
Deze plaat wordt bij het grilleren en
braden op het rooster in de braadslede
gelegd. De plaat vangt het vleessap in
de braadslede op en voorkomt dat het
verbrandt. Zo kan het na afloop voor
verdere bereiding worden gebruikt.
Koudhandgreep
Voor het uitnemen en plaatsen van de
braadslede, de bakplaat en het rooster.
75
Page 76
Extra accessoires
Pizzavorm
Deze ronde vorm is ideaal voor pizza’s,
plat gebak van gist- of roerdeeg, zoete
en hartige taarten, gegratineerde des
serts, Turks brood en dergelijke, alsme
de voor het afbakken van diepvriesge
bak en -pizza’s.
Gourmetsteen
Braadpan
Deze speciale braadpan kan in tegen
stelling tot andere braadpannen zo in
de geleiderails van de oven worden ge
schoven. De pan is voorzien van een
uittrekbeveiliging en een
anti-aanbaklaag.
De braadpan is verkrijgbaar met een
diepte van 22 en 35 cm. Bijpassende
deksels worden apart geleverd.
Zijwanden met katalytisch email
De zijwanden worden achter de geleiderails aangebracht en voorkomen dat
de zijwanden van de oven verontreinigd
raken.
-
-
Met de gourmetsteen bereikt u een op
timaal bakresultaat bij gerechten die
een krokante bodem moeten hebben,
zoals pizza, quiche, brood, broodjes en
hartig gebak.
De gourmetsteen is van chamottesteen
die warmte vasthoudt en voorzien van
een glazuurlaag. De steen wordt ge
woon op het rooster gelegd.
Bij de gourmetsteen hoort een spatel
van niet behandeld hout waarmee u de
gerechten op de steen legt en na af
loop weer verwijdert.
76
-
-
-
Vermeld bij een bestelling het type ap
paraat en of het is voorzien van gelei
derails of telescopische rails.
-
-
Page 77
Dit apparaat mag alleen door een
erkend elektricien op het elektrici
teitsnet worden aangesloten. Hierbij
moeten de landelijke voorschriften
en de voorschriften van het energie
bedrijf in acht genomen worden.
Ondeskundig uitgevoerde installatieen onderhoudswerkzaamheden, als
mede ondeskundig uitgevoerde re
paraties leveren gevaar op voor de
gebruiker. De fabrikant kan daarvoor
niet aansprakelijk worden gesteld.
De elektrische huisinstallatie moet volgens NEN 1010 zijn geïnstalleerd!
Voor de modellen B 5.64-2 UT/
B 8664-2 UT is aansluiting op een ge-schikt stopcontact aan te bevelen,
aangezien dit eventuele werkzaamheden van de Technische Dienst vergemakkelijkt.
-
-
-
Elektrische aansluiting
Voordat u het apparaat aansluit, dient u
de aansluitgegevens (spanning en fre
quentie) op het typeplaatje met de
waarden van het elektriciteitsnet te ver
gelijken. Deze gegevens moeten beslist
overeenkomen. Het typeplaatje bevindt
zich achter de deur, onder bij de oven
ruimte.
Vermeld altijd het voltage en het type-
en serienummer als u contact opneemt
met de fabrikant.
Als de aansluiting wordt veranderd
of als de kabel wordt vervangen,
moet dit volgens het aansluitschema
gebeuren. Gebruik een aansluitkabel van het type H 05 VV-F of
H 05 RR-F. Let op de juiste draaddoorsnede.
-
-
-
Als de gebruiker niet meer bij het stopcontact kan komen of als er sprake is
van een vaste aansluiting(BML,
BDGL), dan moet het apparaat via een
schakelaar met alle polen van de net
spanning kunnen worden losgekop
peld.
De contactopening in uitgeschakelde
toestand moet 3 mm bedragen. Ge
schikte schakelaars zijn
zelf-uitschakelaars, zekeringen en re
lais (EN 60 335).
De elektrische huisinstallatie waarop
het apparaat wordt aangesloten, moet
zijn voorzien van een aardlekschake
laar (richtlijnen van de EU voor Neder
land).
-
-
-
-
-
-
77
Page 78
Elektrische aansluiting
AansluitschemaOvens
B 5.64-2 UT / B 8664-2 UT
De leidingen moeten volgens het aan
sluitschema worden aangesloten. De
leidingen dienen van het type
H 05 VV-F (PVC-isolatie) of H 05 RR-F
(rubberen isolatie) te zijn en moeten
voldoende doorsnede hebben.
Maximale aansluitwaarde: zie type
plaatje.
Ovens van de combinaties
BML 5.64-2 UT / BML 8664-2 UT
BDGL 5.64-2 UT / BDGL 8664-2 UT
BDGL 5.64-3 UT / BDGL 8664-3 UT
Deze apparaten zijn voorzien van een
aansluitkabel zonder stekker voor aansluiting op wisselstroom 50 Hz, 230 V.
Zekering: 16 A.
Maximale aansluitwaarde: zie type-
plaatje.
-
-
78
Page 79
Demo-functie
Voor demonstratiedoeleinden bij de
vakhandel en dergelijke kan de
demo-functie worden ingeschakeld.
Als de demo-functie geactiveerd is, kan
men het apparaat bedienen en
demonstreren, zonder dat de verwar
ming wordt ingeschakeld.
Demo-functie inschakelen
De functiekeuzeschakelaar moet op
"0" staan.
Druk tegelijk op de temperatuur- en
^
de tijdtoets en houd deze toetsen ingedrukt, totdat in het temperatuurdisplay drie liggende streepjes "---" verschijnen.
^ Druk vervolgens zo vaak op de toets
+ onder het temperatuurdisplay, totdat in het display de lettercombinatie
"dEM" verschijnt.
Zodra het display dooft, is de
demo-functie ingeschakeld.
-
Demo-functie uitschakelen
Om de demo-functie uit te zetten, gaat
u als volgt te werk:
Druk tegelijk op de temperatuur- en
^
de tijdtoets en houd deze toetsen in
gedrukt, totdat in het temperatuurdis
play "dEM" verschijnt.
Druk vervolgens op de toets – onder
^
het temperatuurdisplay. Er verschij
nen nu drie liggende streepjes "---".
Zodra het display dooft, is de
demo-functie uitgeschakeld.
U kunt het apparaat nu weer normaal
gebruiken.
-
-
-
De bediening van het apparaat kan nu
worden gedemonstreerd, zonder dat de
verwarming wordt ingeschakeld.
Dat de demo-functie actief is, herkent u
daaraan dat in het temperatuurdisplay
korte tijd de melding "dEM" verschijnt als
u de functiekeuzeschakelaar weer op
"0" zet.
79
Page 80
Oven inbouwen
B 5.64-2 UT / B 8664-2 UT
Monteer geen warmtewerende lijs
ten aan de ombouwkast. Dergelijke
lijsten belemmeren de koeling van
het apparaat.
Haal de spanning van het aansluit
-
punt.
Sluit de oven op het elektriciteitsnet
^
aan.
Schuif de oven tot aan de wasemlijst
^
in de inbouwkast en stel de oven.
-
80
^
Open de ovendeur en schroef het
apparaat met de bijgeleverde
schroeven aan de zijwanden van de
kast vast.
Het apparaat mag alleen worden ge
bruikt als het is ingebouwd.
-
Page 81
BML 5.64-2 UT /
BML 8664-2 UT
Monteer geen warmtewerende lijs
ten aan de ombouwkast. Dergelijke
lijsten belemmeren de koeling van
het apparaat.
Oven inbouwen
Haal de spanning van het aansluit
punt.
Sluit de oven op het elektriciteitsnet
^
aan.
Schuif de oven tot aan de wasemlijst
^
in de inbouwkast en stel de oven.
-
^
Open de ovendeur en schroef het
apparaat met de bijgeleverde
schroeven aan de zijwanden van de
kast vast.
Het apparaat mag alleen worden ge
bruikt als het is ingebouwd.
-
81
Page 82
Oven inbouwen
BDGL 5.64-2 UT /
BDGL 8664-2 UT /
BDGL 5.64-3 UT /
BDGL 8664-3 UT
Monteer geen warmtewerende lijs
ten aan de ombouwkast. Dergelijke
lijsten belemmeren de koeling van
het apparaat.
Voor de inbouwnis van de ovens van de
combinaties BDGL gelden de aange
geven afmetingen.
Voor de details zie de aparte montagehandleiding van de stoomoven.
-
-
82
Page 83
83
Page 84
M.-Nr.05 839 911 / 02 - 4804nl-NL
Wijzigingen voorbehouden.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.