De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip
voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek
moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de
instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn
mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van
toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een ,
gebruiksresultaten met een .
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht
Voorbeeldweergave van het apparaatmodel
Fig. 1
(1) Bedienings- en
controle-elementen
(2) Sluitdempers(16) IceMaker
(3) Dozenrek(17) Fruit & Vegetable-Safe,
(7) LED-binnenverlichting(21) Variabele flessenplank
(8) Deksel Fruit & Vege-
table-Safe
(9) LED-verlichting vriesge-
deelte
(10) Vrieslade(24) Draagplateau, deelbaar
(11) Stelvoeten(25) Ventilator, met opname
(12) Transportdraaggrepen
voor, transportrollen
achter
(15) VarioSpace
regelbaar
gedeelte
(22) Weergave BioFresh-Plus
(23) Draagplateaus
voor FreshAir-filter
(26) LED-binnenverlichting,
zwenkbaar
2* afhankelijk van model en uitvoering
Het apparaat in vogelvlucht
(13) Ventilatieroosters(27) Transportdraaggrepen
achter
(14) Typeplaatje
Aanwijzing
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
u
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
1.2 Toepassingsgebied van het apparaat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het
koelen van levensmiddelen voor huishoudelijke
of soortgelijke doeleinden. Hieronder valt bijv.
het gebruik
-
in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels en
andere accommodaties,
-
bij catering en vergelijkbare service in de
groothandel.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk
verboden:
-
Opslag en koeling van medicijnen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of vergelijkbare, overeenkomstig de Europese richtlijn
2007/47/EG medische hulpmiddelen, ten
grondslag liggende stoffen en producten
-
Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
-
Gebruik op beweegbare ondergronden zoals
schepen, railverkeer of vliegtuigen
-
Opslag van levende dieren
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot
beschadigingen van de opgeslagen goederen
of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaatklasse, bij begrensde omgevingstemperaturen,
worden gebruikt. De voor uw apparaat betreffende klimaatklasse staat op het typeplaatje
vermeld.
Aanwijzing
Om een probleemloze werking te waar-
u
borgen, moet de aangegeven omgevingstemperatuur worden aangehouden.
Klimaatklasse voor omgevingstemperaturen van
SN10 °C t/m 32 °C
N16 °C t/m 32 °C
ST16 °C t/m 38 °C
T16 °C t/m 43 °C
1.3 Conformiteit
Het koudemiddelcircuit is gecontroleerd op dichtheid. Het
apparaat voldoet aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften alsmede de richtlijnen 2014/35/EU, 2014/30/EU,
2009/125/EG, 2011/65/EU en 2010/30/EU.
De BioFresh-lade voldoet aan de eisen van een koelvak
conform DIN EN 62552.
1.4 Productgegevens
De productgegevens zijn conform de richtlijn van de (EU)
2017/1369 bij het apparaat gevoegd. Het volledige productgegevensblad kunt op de website van Liebherr in het downloadbereik downloaden.
1.5 Plaatsingsmaten
Fig. 2
Modela
[mm]b [mm]c [mm]d [mm]e [mm]f [mm]g [mm]
CBNes
48..
x
Bij gebruik van wandafstandshouders wordt de maat met
15 mm (zie 4.2) vergroot.
600 2010
600 x665 x709
x
1223 x640 90
h [°]
1.6 Energie sparen
Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope-
-
ningen resp. -roosters niet af.
Houd de ventilatieluchtopeningen altijd vrij.
-
Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming of
-
dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht.
Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsingscondities
-
zoals bijv. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . Bij een van
de normtemperatuur afwijkende omgevingstemperatuur van
25° C kan het energieverbruik veranderen.
* afhankelijk van model en uitvoering3
Algemene veiligheidsvoorschriften
Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
-
energieverbruik.
Levensmiddelen gesorteerd plaatsen (zie 1) .
-
Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
-
Condensvorming wordt voorkomen.
Levensmiddelen zolang als nodig eruit halen, zodat ze niet
-
te warm worden.
Warme gerechten plaatsen: eerst tot op kamertemperatuur
-
laten afkoelen.
Diepvriesproducten in de koelruimte ontdooien.
-
Bij langere vakantieperioden de Holiday-functie gebruiken .
-
De bij de levering vooringestelde uitschakeling van het
-
beeldscherm gebruiken om het beeldscherm na 24 uur uit te
schakelen, (zie 5.1.5) .
1.7 Indelingsvoorbeeld
Fig. 3
1.8 SmartDevice
Het apparaat is voor de integratie in een Smart
Home en voor uitgebreidere servicevoorzieningen
voorbereid. Door een SmartDeviceBox kunnen
overige opties worden vrijgeschakeld. De activering
vindt plaats via het klantenportaal MyLiebherr.
Nadere informatie over de beschikbaarheid, voorwaarden en
de afzonderlijke opties vindt u op internet onder: www.smartdevice.liebherr.com.
2 Algemene veiligheidsvoorschriften
Gevaren voor de gebruiker:
-
Dit apparaat kan door kinderen alsmede door
personen met verminderde psychische,
sensorische of mentale bekwaamheden of
een gebrek aan ervaring en kennis worden
gebruikt onder toezicht van een derde of met
betrekking tot het veilige gebruik van het
apparaat zijn onderwezen en de gevaren
kennen en begrijpen. Kinderen mogen niet
met het apparaat spelen. De reiniging en het
onderhoud mag niet door kinderen zonder
toezicht worden uitgevoerd. Kinderen van 3-8
jaar mogen het apparaat inladen en uitladen.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt
van het apparaat te worden gehouden, als het
apparaat niet continu onder toezicht staat.
-
Als u het stroomsnoer van het apparaat uit
het stopcontact trekt, altijd bij de stekker
nemen. Niet aan het snoer trekken.
-
Trek, in geval van een storing, de stekker uit
het stopcontact of schakel de beveiliging uit.
-
Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het
apparaat niet wanneer het netsnoer defect is.
-
Reparaties en ingrepen aan het apparaat
alleen door de klantenservice of ander hiervoor opgeleid vakpersoneel laten uitvoeren.
-
Het apparaat alleen conform de beschrijving
in de handleiding monteren, aansluiten en
afvoeren.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
en geef hem eventueel aan de volgende eigenaar door.
-
Alle reparaties resp. aanpassingen aan de
IceMaker alleen laten uitvoeren door de Technische Dienst of ander daarvoor opgeleid
vakpersoneel.
-
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade
die door een verkeerde aansluiting aan de
watervoorziening is ontstaan.
-
Speciale lampen zoals LED-lampen in het
apparaat dienen voor de verlichting van de
binnenruimte van het apparaat en zijn niet
geschikt voor de verlichting van de ruimte.
Brandgevaar:
-
Het gebruikte koelmiddel (gegevens op het
typeplaatje) is milieuvriendelijk maar brandbaar. Koelmiddel dat ontsnapt kan
ontbranden.
•
Pijpleidingen van het koelcircuit niet
beschadigen.
•
Gebruik binnen in het apparaat nooit open
vuur of ontstekingsbronnen.
•
Binnen het apparaat geen elektrische
toestellen gebruiken (bijv. stoomreinigers,
verwarmingen, ijsmakers, enz.).
•
Als koudemiddel weglekt: Open vuur of
ontstekingsbronnen vlakbij het lek verwijderen. Vertrek goed ventileren. Informeer
de klantendienst.
4* afhankelijk van model en uitvoering
-
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met
brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan,
propaan, pentaan enz. in het apparaat
bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar
aan de op de verpakking vermelde inhoudsstoffen of een vlammensymbool. Eventueel
ontsnappende gassen kunnen door elektrische componenten vlam vatten.
-
Houd brandende kaarsen, lampen en andere
voorwerpen met open vlammen uit de buurt
van het apparaat, zodat ze geen brand
veroorzaken.
-
Alkoholische dranken of andere verpakkingen
die alcohol bevatten, mogen uitsluitend goed
afgesloten worden bewaard. Eventueel uittredende alcohol kan door elektrische componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun
of om te leunen misbruiken. Dit geldt in het
bijzonder voor kinderen.
-
Kantelgevaar bij geopende deur als het apparaat nog niet correct werd ingebouwd.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer
nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid
en pijn:
-
Langdurig huidcontact met koude oppervlakken en gekoelde of ingevroren levensmiddelen vermijden of veiligheidsmaatregelen
treffen, b.v. handschoenen dragen.
Consumptie-ijs, met name waterijs of
ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud
consumeren.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-
Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben.
Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomreinigers, open vuur of ontdooispray gebruiken.
-
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
Klemgevaar:
-
Bij het openen en sluiten van de deur niet in
het scharnier grijpen. Vingers kunnen ingeklemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor
bevinden. Het heeft betrekking op de olie in
de compressor en wijst op het volgende
gevaar: Kan bij het inslikken en indringen in
de luchtwegen dodelijk zijn. Deze aanwijzing
is alleen voor het recyclingproces van belang.
In de normale modus bestaat er geen gevaar.
Bedienings- en controle-elementen
Het symbool bevindt zich op de compressor
en wijst op het gevaar van ontvlambare
stoffen.
Deze of een vergelijkbare sticker kan op de
achterkant van het apparaat zijn aangebracht. Deze heeft betrekking op de schuimpanelen in de deur en/of de behuizing. Deze
aanwijzing is alleen voor het recyclingproces
van belang. De sticker niet verwijderen.
Neem de specifieke aanwijzingen in de
overige hoofdstukken in acht:
GEVAARduidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot
gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAARSCHUWING
VOORZICH
TIG
LET OPduidt een gevaarlijke situatie aan,
Aanwijzinggeeft aan dat praktische aanwij-
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichamelijk
letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die licht of middelzwaar lichamelijk
letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
die materiële schade tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
Het statusbeeldscherm wordt in de normale modus weergegeven, als er geen instellingen zijn uitgevoerd. Indien geselecteerd worden alle ingestelde temperaturen, de tijd en de datum
weergegeven.
(7) Datumweergave, indien
geselecteerd
* afhankelijk van model en uitvoering5
Bedienings- en controle-elementen
Door op de temperatuurweergave te drukken, komt u terecht bij
het homebeeldscherm en de instelmogelijkheden.
Door op de klok te drukken kan een timer worden geactiveerd.
3.2 Homebeeldscherm
Fig. 5
(1) Beeldscherm(6) Liebherr-toets
(2) Programmakeuze(7) Veld programma
(3) Veld koelgedeelte(8) Menu
(4) Veld BioFresh-Plus(9) Bewerken
(5) Veld vriesgedeelte
Het homebeeldscherm biedt toegang tot de instelmogelijkheden en de programmakeuze.
Door het aanraken van het beeldscherm kunnen de functies
worden opgeroepen en de waarden worden gewijzigd.
Programmakeuze
Koel- en BioFresh-Plus-gedeelte uit- en inschakelen
-
Veld vriesgedeelte
Fig. 9 Temperatuurweergave vriesgedeelte
In het veld vriesgedeelte wordt de temperatuur van het vriesgedeelte weergegeven.
Bij een wijziging van de temperatuur wordt de nieuwe ingestelde waarde onmiddellijk weergegeven. De pijlen geven de
temperatuurverandering weer.
De volgende instellingen kunnen worden uitgevoerd:
Temperatuurinstellingen
-
Apparaat uit- en inschakelen. Het beeldscherm blijft inge-
-
schakeld.
Veld temperatuur
Het veld temperatuur bevat het koel-, BioFresh-Plus- en vriesgedeelte.
Liebherr-toets
Het volledige vlak onder het beeldscherm is een toets. Door op
deze toets te drukken, komt u terecht bij het statusbeeldscherm.
Veld programma
Fig. 6 Programmanaam
In de programmakeuze wordt het actuele ingestelde
programma weergegeven.
Er kunnen 5 verschillende programma's geselecteerd worden.
Ieder programma biedt individuele temperatuur- en functieinstellingen voor verschillende behoeften.
Veld koelgedeelte
Fig. 7 Temperatuurweergave koelgedeelte
In het veld koelgedeelte wordt de temperatuur van het koelgedeelte weergegeven.
Bij een wijziging van de temperatuur wordt de nieuwe ingestelde waarde onmiddellijk weergegeven. De pijlen geven de
temperatuurverandering weer.
De volgende instellingen kunnen worden uitgevoerd:
Temperatuurinstellingen
-
Koelgedeelte uit- en inschakelen
-
Bij het uitschakelen van het koelgedeelte wordt ook het
BioFresh-Plus-gedeelte uitgeschakeld.
Veld BioFresh-Plus
Fig. 8 Temperatuurweergave BioFresh-Plus
In het veld BioFresh-Plus wordt de temperatuur van de
BioFresh-Plus weergegeven.
Bij een wijziging van de temperatuur wordt de nieuwe ingestelde waarde onmiddellijk weergegeven.
De volgende instellingen kunnen worden uitgevoerd:
Temperatuurinstellingen
-
Fig. 10 Programmaspeci-
fieke opties
In het veld programma worden programmaspecifieke opties
weergegeven. Deze bieden instelmogelijkheden voor het koelen vriesbereik.
Er kunnen maximaal 6 opties in het veld programma worden
weergegeven.
Menu
Via menu kunnen de basisinstellingen en de programma-onafhankelijke instellingen worden uitgevoerd.
Bewerken
Via bewerken kunnen programmaspecifieke opties voor de
weergave op het homebeeldscherm geselecteerd of gedeselecteerd worden.
3.3 Navigatie
De bediening van het apparaat vindt overwegend plaats via de
volgende symbolen:
Stand-by:
Apparaat of temperatuurzone in- en
uitschakelen.
Menu:
Toegang tot de afzonderlijke opties
en instellingen.
Bewerken:
Programmaspecifieke opties selecteren en deselecteren.
6* afhankelijk van model en uitvoering
Bedienings- en controle-elementen
Liebherr-toets:
Keuze annuleren opent het statusbeeldscherm.
Navigatiepijl omhoog / omlaag:
Datum- en tijdsinstelling.
Na de weergave van de laatste instelmogelijkheid wordt de eerste optie
weer weergegeven.
Navigatiepijl links / rechts:
Keuze selecteren en navigeren.
Hebt u de keuze uit meerdere instellingen, kunnen deze via de navigatiepijlen worden geselecteerd. Na de
weergave van de laatste of eerste
instelmogelijkheid worden de navigatiepijlen grijs weergegeven.
Terug:
Keuze annuleren of instelling
verlaten.
De weergave wisselt naar het
volgende hogere niveau resp. naar
het homebeeldscherm.
Home:
Keuze annuleren of instelling
verlaten.
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
Statustoets On/Off
: Optie geactiveerd, functie
actief.
: Optie gedeactiveerd, functie
niet actie.
Keuzecirkel
Bij temperatuurveranderingen en na
het beëindigen van opties, geven
omhoog gerichte pijlen tot het
bereiken van de ingestelde temperatuur de temperatuurverhoging weer.
Pijlen omlaag:
Temperatuur wordt verlaagd.
Bij temperatuurveranderingen en na
het inschakelen van opties, geven
omlaag gerichte pijlen tot het
bereiken van de ingestelde temperatuur de temperatuurverlaging weer.
Stand-by:
Apparaat of temperatuurzone is
uitgeschakeld.
Actief
1
van
... / Navigatiebalk:
Geactiveerde optie:
Weergegeven opties op het homebeeldscherm worden met
aangeduid, als deze zijn ingeschakeld.
De navigatiebalk toont de actuele
positie binnen een keuze.
actief
3.5 Apparaatopties
De volgende opties kunnen geactiveerd of ingesteld worden,
toelichtingen en instelmogelijkheid, (zie 5) :
SymboolOptie
Kinderbeveiliging
SuperCool
SuperFrost
: Instelling / keuze actief.
: Instelling / keuze inactief.
Meldingen:
Actieve foutmeldingen en herinneringen zijn aanwezig.
Details over de meldingen kunnen
opnieuw worden weergegeven.
xAnnuleren:
Keuze annuleren.
Na bevestiging van een functie of optie klinkt er een geluidssignaal, als de signaal- en herinneringstonen actief zijn.
Aanwijzing
Als na 1 minuut geen keuze plaatsvindt, wisselt de weergave
naar het homebeeldscherm.
3.4 Symbolen
De symbolen geven informatie over de actuele staat van het
apparaat.
Pijlen omhoog:
Temperatuur wordt verhoogd.
IceMaker
SabbathMode
PartyTimer
BottleTimer
NightMode
Bewaaradviezen
Energiebespaartips
Displayinstellingen
* afhankelijk van model en uitvoering7
In gebruik nemen
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat transporteren
Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd transport!
u
u
u
4.2 Apparaat opstellen
Brandgevaar door vocht!
Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting
vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
u
Brandgevaar door kortsluiting!
Wanneer netsnoer/stekker van het apparaat of een ander
apparaat en de achterzijde van het apparaat tegen elkaar
liggen, kunnen netsnoer/stekker door trillen van het apparaat
worden beschadigd, wat tot kortsluiting kan leiden.
u
u
VOORZICHTIG
Het apparaat verpakt transporteren.
Het apparaat rechtop transporteren.
Het apparaat niet alleen transporteren.
WAARSCHUWING
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten
ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving
of binnen bereik van spatwater plaatsen.
WAARSCHUWING
Apparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen het
apparaat liggen.
Stopcontacten die zich aan de achterzijde van het apparaat
bevinden niet gebruiken om het apparaat of andere apparaten aan te sluiten.
Aanwijzing
Worden meerdere apparaten naast elkaar geplaatst, moet een
afstand van 70 mm tussen de apparaten worden gelaten.
Wordt deze afstand niet aangehouden, vormt zich condenswater tussen de zijwanden van de apparaten.
Fig. 11
Bij schade aan het apparaat onmiddellijk vóór het aansluiten
q
contact met de leverancier opnemen.
De vloer op de standplaats moet horizontaal en vlak zijn.
q
Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming of
q
dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht.
Het apparaat met de achterkant en het gebruik van de
q
meegeleverde wandafstandhouders (zie onder) altijd direct
tegen de wand plaatsen.
Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden
q
verplaatst.
De ondergrond van het apparaat moet dezelfde hoogte
q
hebben als de omgeven bodem.
Het apparaat niet zonder hulp plaatsen.
q
Des te meer koelmiddel in het apparaat aanwezig is, des te
q
groter moet de ruimte zijn waarin het apparaat staat. In te
kleine ruimten kan bij een lek een brandbaar gas-luchtmengsel ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet de ruimte minimaal 1 m3 groot zijn. Gegevens over het gebruikte koelmiddel staan op het typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat.
Haal de beschermfolie van de buitenzijde van het apparaat.
u
Brandgevaar door koelmiddel!
Het gebruikte koelmiddel is milieuvriendelijk maar brandbaar.
Koelmiddel dat ontsnapt kan ontbranden.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
u
digen.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging!
Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron,
u
toaster enz. op het apparaat!
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatieopeningen!
De ventilatieopeningen regelmatig schoonmaken. Zorg altijd
u
voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
LET OP
Gevaar voor beschadiging door condenswater!
het apparaat niet strak naast een ander koel-/vriesapparaat
u
zetten.
LET OP
Beschadigingsgevaar door reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal!
De roestvrijstalen deuren en roestvrijstalen zijwanden zijn
behandeld met een hoogwaardige oppervlakcoating.
Reinigingsmiddelen voor roestvrij staal tasten de oppervlakken
aan.
Gecoate deur- en zijwandoppervlakken alsmede gelakte
u
deur- en zijwandoppervlakken uitsluitend afvegen met
een zachte, schone doek. Bij sterke vervuiling een beetje
water of een neutraal reinigingsmiddel gebruiken. Optioneel
kan ook een microvezeldoek worden gebruikt.
Trek de beschermfolie van de sierlijsten en van de lade-
u
fronten.
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
u
De afstandhouders dienen gebruikt te worden om het opgegeven energieverbruik te bereiken en het condenswater bij een
hoge omgevingsvochtigheid te voorkomen. Daardoor wordt de
diepte van het apparaat vergroot met circa 15 mm. Het apparaat is zonder gebruik van de afstandhouder volledig functioneel, alleen het verbruik is een beetje hoger.
8* afhankelijk van model en uitvoering
Bij een apparaat met meegele-
u
verde wandafstandhouders deze
links- en rechtsonder aan de
achterzijde van het apparaat
monteren.
Voer de verpakking af (zie 4.6) .
u
Stel het apparaat met de
u
meegeleverde steeksleutel en
met behulp van de stelpootjes
(A) en een waterpas stevig en
vlak op.
In gebruik nemen
4.3.1 Bovenste sluitdemper verwijderen
Daarna deur ondersteunen: Stelvoet met steeksleutel M10
u
op de lagerbus (B) eruit draaien, totdat deze op de bodem
rust, dan 90° verder draaien.
Aanwijzing
Apparaat reinigen (zie 6.4) .
u
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er
condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
Zorg altijd goed voor een goede ventilatie van de plaatsings-
u
ruimte.
4.3 Deurscharniering veranderen
Indien nodig kunt u de scharniering veranderen:
Zorg ervoor dat de volgende gereedschappen klaarliggen:
Torx® 25 (T25)
q
Torx® 15 (T15)
q
Sleufschroevendraaier
q
Steeksleutel M10
q
Waterpas
q
Bijgevoegde steeksleutel met T25-gereedschap
q
Indien nodig een accuboormachine
q
Indien nodig trapladder
q
Indien nodig een tweede persoon inzetten voor de montage-
q
werkzaamheden
Fig. 12
Bovenste deur openen.
u
LET OP
Gevaar voor beschadiging!
Wanneer de deurdichting wordt beschadigd sluit de deur evt.
niet goed en is de koeling niet voldoende.
Beschadig de deur niet met de schroevendraaier!
u
Buitenste afdekking verwijderen.
u
Lagerbusafdekking ontgrendelen en losmaken. Afdekking
u
van de lagerbus verwijderen.
Paneel met de sleufschroevendraaier losmaken en naar de
u
zijkant draaien.
Fig. 12 (3)
Fig. 12 (1)
Fig. 12 (2)
Fig. 13
VOORZICHTIG
Klemgevaar door dichtklappen scharnier!
Vergrendeling vastklikken.
u
Borging in de opening klikken.
u
Bout met schroevendraaier eruit schuiven.
u
Bout vanaf de bovenkant eruit halen.
u
Scharnier in de richting van de deur draaien.
u
Fig. 13 (1)
Fig. 13 (2)
Fig. 13 (3)
Fig. 13 (4)
* afhankelijk van model en uitvoering9
In gebruik nemen
Fig. 14
Lip met de sleufschroevendraaier indrukken.
u
Afdekking uit de vergrendeling trekken.
u
Fig. 14 (1)
Fig. 14 (2)
LET OP
Gevaar voor beschadiging!
Wanneer de deurdichting wordt beschadigd sluit de deur evt.
niet goed en is de koeling niet voldoende.
Beschadig de deur niet met de schroevendraaier!
u
Paneel met de sleufschroevendraaier losmaken en naar de
u
zijkant draaien.
Fig. 17
Fig. 15
Schroef op de sluitdempereenheid met schroevendraaier
u
T15 ca. 14 mm losdraaien.
Een schroevendraaier aan de kant van de handgreep achter
u
de sluitdempereenheid plaatsen en naar voren draaien.
Fig. 15 (1)
Fig. 15 (2)
Sluitdempereenheid eruit trekken.
u
Fig. 15 (3)
4.3.2 Onderste sluitdemper verwijderen
Klemgevaar door dichtklappen scharnier!
Vergrendeling vastklikken.
u
Borging in de opening klikken.
u
Fig. 18
Afdekking van de lagerbus eraf trekken en langs het schar-
u
VOORZICHTIG
nier verschuiven.
Bout met de vinger of schroevendraaier vanaf de onderkant
u
optillen.
De schroevendraaier onder de kop van de bout aanbrengen
u
en eruit trekken.
Fig. 18 (2)
Fig. 18 (1)
Fig. 18 (3)
Fig. 16
Onderste deur openen.
u
Fig. 19
Scharnier in de richting van de deur draaien.
u
Fig. 19 (1)
10* afhankelijk van model en uitvoering
In gebruik nemen
Afdekking van de lagerbus verwijderen.
u
Fig. 19 (2)
Fig. 22
Grijze kabel voorzichtig uit de geleiding in de deur
u
losmaken.
Las naar boven duwen.
u
Stekker voorzichtig eruit trekken.
u
Fig. 22 (1)
Fig. 22 (2)
Fig. 22 (3)
Fig. 20
Schroef op de sluitdempereenheid met schroevendraaier
u
T15 ca. 14 mm losdraaien.
De schroevendraaier aan de kant van de greep achter de
u
sluitdempereenheid aanbrengen. Eenheid naar voren
draaien.
Eenheid eruit trekken.
u
Sluitdempereenheid opzij plaatsen.
u
Fig. 20 (2)
Fig. 20 (1)
Fig. 20 (3)
4.3.3 Kabelverbinding losmaken
Fig. 21
Kabel via de lagerbus voorzichtig uit de geleiding losmaken.
u
Fig. 21 (1)
Kabeldraad voorzichtig uit de schacht trekken.
u
Las naar boven duwen en stekker voorzichtig eruit trekken.
u
Fig. 21 (3)
Fig. 21 (2)
Fig. 23
Tegen las drukken.
u
Kabelhouder met de hieraan bevestigde kabel eruit trekken.
u
Fig. 23 (1)
Fig. 23 (2)
4.3.4 Bovenste deur eruit halen
Aanwijzing
Verwijder levensmiddelen uit de deurvakken voordat de deur
u
wordt afgenomen, zodat er geen levenmiddelen uit vallen.
* afhankelijk van model en uitvoering11
In gebruik nemen
4.3.5 Onderste deur eruit halen
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
u
Veiligheidsafdekking voorzichtig eraf trekken.
u
Bout met schroevendraaier T15 een stukje eruit draaien.
u
Fig. 24 (1)
Fig. 24 (2)
VOORZICHTIG
De deur vasthouden en de bout met de vingers eruit trekken.
u
Fig. 24 (3)
De deur optillen en aan de kant zetten.
u
Stop voorzichtig met een sleufschroevendraaier uit de
u
lagerbus van de deur optillen en eruit trekken.
Fig. 24 (4)
Fig. 24
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
u
Bouten vanaf de bovenkant eruit trekken.
u
Deur naar buiten draaien, naar boven trekken en aan de
u
zijkant stellen.
Fig. 25 (2)
Fig. 25 (1)
4.3.6 Bovenste lagerdelen omzetten
VOORZICHTIG
Fig. 25
Fig. 26
12* afhankelijk van model en uitvoering
Met schroevendraaier T25 beide schroeven eruit draaien.
u
Lagerbus en kabel optillen en verwijderen.
u
Fig. 27
Lagerbussen uit de geleiding trekken.
u
Kabelhouder naar buiten draaien.
u
Fig. 27 (1)
Fig. 27 (2)
In gebruik nemen
Fig. 30
Lagerbus op de andere kant aanbrengen en vastklikken.
u
Fig. 28
Kabel uit de geleiding losmaken.
u
Fig. 28 (3)
LET OP
Afknelling kabel
Let bij het verlengen van de kabel op de markering. In de
u
kabelhouder wordt het kortere uiteinde van de kabel vanaf
de markering verlegd.
Fig. 29
Kabel gespiegeld aanbrengen.
u
De zwarte markering moet daarbij aan de kant van de kabel-
w
houder zijn.
Kabelhouder naar binnen draaien.
u
Afdekking losmaken en zijdelings verwijderen.
u
Afdekking 180° gedraaid op de andere kant van rechts
u
aanbrengen.
Afdekking vastklikken.
u
Schroef met schroevendraaier T25 aandraaien.
u
Bovenste lagerbus plaatsen.
u
Tapeinden bevinden zich in de desbetreffende schroefgaten.
w
Schroef vastdraaien.
u
Schroef met schroevendraaier T25 aanbrengen en vast-
u
draaien.
Fig. 31 (2)
Fig. 31 (3)
Fig. 31 (5)
Fig. 31 (4)
Fig. 31 (6)
Fig. 31 (1)
Fig. 31 (4)
Fig. 31
* afhankelijk van model en uitvoering13
In gebruik nemen
4.3.7 Middelste lagerdelen omzetten
Fig. 32
Schijf eraf trekken.
u
Schroeven met schroevendraaier T25 eruit draaien.
u
Fig. 32 (2)
Afdekking voorzichtig eraf trekken.
u
Lagerbus met folie 180° gedraaid op de andere kant beves-
u
tigen.
Fig. 32 (4)
Afdekking 180° gedraaid op de andere kant aanbrengen.
u
Fig. 32 (5)
Schijf vanaf de voorkant erop schuiven.
u
4.3.8 Onderste lagerdelen omzetten
Fig. 32 (1)
Fig. 32 (3)
Fig. 32 (6)
Afdekking eraf halen en op de andere kant aanbrengen.
u
Fig. 34 (1)
Lagerbus op de andere kant aanbrengen en met behulp van
u
een schroevendraaier T25 vastschroeven. Met schroef 2
onder in het midden beginnen.
Schroef 3 en 4 vastschroeven.
u
Sluitdemperverbinding 180° draaien. Aan de andere kant
u
van de lagerbus met schroevendraaier T25 vastschroeven.
Fig. 34 (2)
Fig. 34 (3, 4)
Fig. 34 (5)
Lagerbout volledig aanbrengen. Let op dat de vergren-
u
delnok naar achter wijst.
Fig. 34 (6)
Fig. 34
Lagerbouten compleet vanaf de bovenkant eruit trekken.
u
Fig. 33 (1)
Schroeven met schroevendraaier T25 eruit draaien en de
u
sluitdemperverbinding eraf halen.
Schroeven met schroevendraaier T25 eruit draaien en
u
lagerbus eraf halen.
Fig. 33 (3)
Fig. 33 (2)
Fig. 33
4.3.9 Lagerdeel van de deur omzetten
Deur boven
Fig. 35
Onderkant van de deur wijst naar boven: Deur draaien.
u
14* afhankelijk van model en uitvoering
Geleidingsbus eruit trekken: Lip met de sleufschroeven-
u
draaier indrukken en gelijktijdig de sleufschroevendraaier
onder de geleidingsbus plaatsen.
De bij de levering geleverde geleidingsbus op de andere
u
zijde van de behuizing aanbrengen.
Bovenkant van de deur wijst naar boven: Deur draaien.
u
Fig. 35 (1, 2)
Fig. 35 (3)
4.3.10 Greep omzetten
In gebruik nemen
Fig. 37
Greep op de tegenoverliggende zijde aanbrengen.
u
Fig. 37 (1)
De schroefgaten moeten precies boven elkaar liggen.
w
Schroeven met schroevendraaier T15 vastschroeven.
u
Fig. 37 (2)
Afdekkingen zijdelings aanbrengen en erop schuiven.
u
Fig. 37 (3)
Let op het correct vastklikken.
w
Fig. 36
Afdekking eraf trekken.
u
Schroeven met schroevendraaier T15 eruit draaien.
u
Fig. 36 (1)
Fig. 36 (2)
Greep eraf halen.
u
Zijdelingse stop voorzichtig met een sleufschroevendraaier
u
optillen en eruit trekken.
Stop op de andere kant weer aanbrengen.
u
Fig. 36 (3)
Fig. 36 (4)
Fig. 36 (5)
* afhankelijk van model en uitvoering15
In gebruik nemen
4.3.11 Onderste deur monteren
4.3.12 Bovenste deur monteren
Fig. 38
Stop voorzichtig met een sleufschroevendraaier optillen en
u
eruit trekken.
Deur van boven op de onderste lagerbout plaatsen.
u
Fig. 38 (1)
Fig. 38 (2)
Het midden van de lagerbout door het midden van de
u
lagerbus in de onderste deur aanbrengen. Let op dat de
vergrendelnok naar achter wijst.
Stop op de andere deurzijde weer aanbrengen.
u
Fig. 38 (3)
Fig. 38 (4)
Fig. 39
Bovenste deur op de middelste lagerbout plaatsen.
u
Fig. 39 (1)
Deur boven uitlijnen op de opening in de lagerbus.
u
Fig. 39 (2)
Bouten aanbrengen en met schroevendraaier T15 vast-
u
schroeven.
Veiligheidsafdekking voor de veiligheid van de deur
u
monteren: Veiligheidsafdekking aanbrengen en controleren
of deze op de deur rust. Anders bout volledig aanbrengen.
Fig. 39 (3)
Fig. 39 (4)
LET OP
Afknelling kabel
De markering op de kabel moet zich in het midden van de
u
houder bevinden. De las met de langere opening moet naar
voren wijzen.
Houder met de hieraan bevestigde kabel in de opening
u
aanbrengen.
Houder naar onder drukken tot de las vastklikt.
u
Stop aanbrengen.
u
Fig. 39 (5)
Fig. 39 (6)
Fig. 39 (7)
16* afhankelijk van model en uitvoering
In gebruik nemen
4.3.13 Kabelverbinding monteren
Fig. 40
Stekker boven bovenste lagerbus vastklikken en de kabel-
u
draad voorzichtig in de schacht plaatsen.
Grijze kabel voorzichtig in de geleiding boven de bovenste
u
lagerbus plaatsen.
Fig. 40 (2)
Fig. 41
Grijze kabel in de geleiding in de bovenste deur plaatsen.
u
Fig. 41 (1)
Stekker vastklikken.
u
Resterende kabellengte, indien nodig, als lus in de geleiding
u
plaatsen.
Fig. 41 (2)
Fig. 40 (1)
4.3.15 Onderste sluitdemper monteren
Fig. 42
Sluitdempereenheid aan de zijde van de lagerbus tot de
u
aanslag schuin in de uitsparing schuiven.
Sluitdempereenheid volledig in de uitsparing schuiven.
u
Fig. 42 (2)
De eenheid is correct gepositioneerd als de rib van de sluit-
w
dempereenheid in de geleiding ligt.
Schroef met een schroevendraaier T15 vastschroeven.
u
Fig. 42 (3)
Afdekking over het scharnier schuiven.
u
Fig. 42 (1)
Fig. 42 (4)
4.3.14 Deuren uitlijnen
Gevaar voor verwonding door eruit vallende deur!
Als de lageronderdelen niet goed zijn vastgeschroefd, kan de
deur eruit vallen. Dit kan zwaar letsel tot gevolg hebben.
Bovendien sluit de deur evt. niet, zodat het apparaat niet goed
koelt.
u
u
u
u
WAARSCHUWING
De lagerbussen met 4 Nm goed vastschroeven.
Alle schroeven controleren en evt. aandraaien.
De deur eventueel via de beide slobgaten in de lagerbus
onder en lagerbus midden t.o.v. het apparaathuis uitlijnen.
Hiervoor de middelste schroef in de lagerbus onder met het
bijgevoegde T25-gereedschap eruit schroeven. De overige
schroeven met het T25-gereedschap of met een schroevendraaier T25 een beetje losdraaien en via de slobgaten
uitlijnen. In de lagerbus middelste schroeven met het T25gereedschap losdraaien en lagerbus midden via de slobgaten uitlijnen.
Deur ondersteunen: Stelvoet met steeksleutel M10 op de
lagerbus aan de onderkant eruit draaien, totdat deze op de
bodem rust, dan 90° verder draaien.
Fig. 43
De deur is 90° geopend.
Scharnier in de ophanging draaien.
u
Bout met een schroevendraaier T15 in de ophanging en het
u
scharnier plaatsen. Opletten dat hierbij de vergrendelnok
correct in de groef zit.
Afdekking van de lagerbus langs het scharnier schuiven en
u
over de ophanging monteren.
Borging verwijderen.
u
Paneel aan de kant van de greep aanbrengen en naar
u
binnen draaien.
Fig. 43 (2)
Fig. 43 (4)
Fig. 43 (5)
Fig. 43 (1)
Fig. 43 (3)
* afhankelijk van model en uitvoering17
In gebruik nemen
Paneel is vastgeklikt.
w
Onderste deur sluiten.
u
4.3.16 Bovenste sluitdemper monteren
Fig. 44
Sluitdempereenheid aan de zijde van de lagerbus tot de
u
aanslag schuin in de uitsparing schuiven.
Eenheid volledig erin schuiven.
u
De eenheid is correct gepositioneerd als de rib van de sluit-
w
dempereenheid in de geleiding in de behuizing ligt.
Schroef met een schroevendraaier T15 vastschroeven.
u
Fig. 44 (2)
Fig. 44 (1)
Fig. 46
Afdekking van de lagerbus aanbrengen en vastklikken, en
u
indien nodig, voorzichtig uit elkaar drukken.
Paneel aanbrengen.
u
Paneel naar binnen draaien en vastklikken.
u
Buitenste afdekking erop schuiven.
u
Bovenste deur sluiten.
u
Fig. 46 (2)
Fig. 46 (4)
Fig. 46 (5)
Fig. 46 (1)
Fig. 46 (3)
4.4 Wateraansluiting
Gevaar voor elektrische schokken!
u
u
u
WAARSCHUWING
Trek de stekker uit het stopcontact, voordat u de waterleiding aansluit.
Sluit de watervoorziening af, voordat u de watertoevoerleidingen voor de ijsblokjesmaker aansluit.
De aansluiting aan het drinkwaternet uitsluitend door een
gekwalificeerde gas- en waterinstallateur laten uitvoeren.
Vergiftigingsgevaar!
De waterkwaliteit moet voldoen aan de drinkwatervoor-
Fig. 45
De deur is 90° geopend.
Scharnier in lagerbus draaien.
u
Bout in de lagerbus en het scharnier aanbrengen. Opletten
u
dat hierbij de vergrendelnok correct in de groef zit.
Fig. 45 (1)
Fig. 45 (2)
Borging verwijderen.
u
Afdekking erop schuiven.
u
Fig. 45 (3)
Fig. 45 (4)
u
schriften van het betreffende land (b.v. 98/83/EU) , waar het
apparaat wordt in bedrijf wordt genomen.
Sluit het apparaat uitsluitend aan op de drinkwatervoorzie-
u
ning.
De IceMaker is uitsluitend bedoeld voor het maken van
u
ijsblokjes voor privé-huishoudens en moet worden voorzien
van daarvoor geschikt water.
Fig. 47
WAARSCHUWING
abcM
~ 1100 mm ~ 700 mm ~ 110 mm Magneetventiel
18* afhankelijk van model en uitvoering
- De waterdruk moet tussen de 0,15 MPa en 0,6 MPa (1,5 bar
- 6 bar) liggen.
- De watertoevoer naar het apparaat moet via een koudwaterleiding plaatsvinden die bestand is tegen de bedrijfsdruk en
aan de hygiënevoorschriften voldoet.
Gebruik de meegeleverde roestvrijstalen slang (lengte
1,5 m). Oude slangen niet meer gebruiken. Een slang van
3 m is als accessoire verkrijgbaar. De slang moet door een
vakman worden gemonteerd.
In het aansluitstuk van de slang bevindt zich een opvangzeef
met afdichting.
- Tussen de slangleiding en de kraanwateraansluiting moet
een afsluitkraan zijn aangebracht om indien nodig de watertoevoer te kunnen onderbreken.
- De afsluitkraan moet zich in een gebied buiten de achterkant van het apparaat bevinden en gemakkelijk toegankelijk
zijn, zodat het apparaat zo diep mogelijk erin geschoven kan
worden en de kraan snel kan worden dichtgedraaid.
Afstandsmaat aanhouden.
- Alle apparaten en voorzieningen die voor de toevoer van
water worden gebruikt, moeten aan de geldige voorschriften
van het desbetreffende land voldoen.
- De waterleiding bij het plaatsen niet beschadigen of knikken.
In gebruik nemen
Fig. 49
LET OP
De beschadigde schroefdraadgang van het magneetventiel!
Magneetventiel is lek: Er kan water uitlopen.
De moer
u
vingers recht op de schroefdraad draaien tot een correcte
passing wordt bereikt.
Fig. 49 (1)
voorzichtig aanbrengen en met twee
Fig. 48
Het magneetventiel bevindt zich onder aan de achterkant van
het apparaat. De slang heeft een metrische aansluitdraad van
R 3/4.
Voor experts:
Aansluiting roestvrijstalen slang: De achterkant van het apparaat moet toegankelijk zijn.
WAARSCHUWING
Gebroken hulpgereedschap
Snijwonden.
Hulpgereedschap
u
tuur gebruiken.
Fig. 48 (6)
Fig. 48 (6)
!
uitsluitend op kamertempera-
De moer
u
Fig. 48 (6)
aanhaalmoment is bereikt en het hulpgereedschap
Fig. 48 (6)
Slang op de afsluitkraan aansluiten:
De moer
u
De moer
u
Fig. 48 (6)
aanhaalmoment is bereikt en het hulpgereedschap
Fig. 48 (6)
De afsluitkraan
u
en het volledige watersysteem op dichtheid controleren.
Flushing-functie van de IceMaker inschakelen: Hoofdstuk
u
IceMaker inschakelen .
De lus
u
aanbrengen en voor het opbergen aan de roestvrijstalen
slang bevestigen.
Fig. 49 (1)
rechtsom worden vastgedraaid tot het maximale
is dolgedraaid.
Fig. 48 (8)
Fig. 48 (8)
rechtsom worden vastgedraaid tot het maximale
is dolgedraaid.
Fig. 48 (9)
Fig. 48 (7)
moet met het hulpgereedschap
op de afsluitkraan
moet met het hulpgereedschap
van de watervoorziening openen
in hethulpgereedschap
Fig. 48 (9)
Fig. 48 (6)
schroeven.
Slang op het apparaat aansluiten:
Afdekking
u
Gemakkelijkere montage: Recht uiteinde van de slang
u
Fig. 48 (8)
Schuif de moer
u
slang
Afdichting
u
aandrukken.
De afdichting
w
vastgehouden.
Fig. 48 (2)
aan de linkerkant op de bodem leggen.
Fig. 48 (4)
Fig. 48 (3)
eraf trekken.
Fig. 48 (5)
tot aan het uiteinde en houd de moer vast.
Fig. 48 (3)
via het haakse uiteinde van de
bevochtigen en in de moer
zit er vlak tegenaan en wordt licht
Fig. 48 (5)
* afhankelijk van model en uitvoering19
In gebruik nemen
4.5 Inbouw in het keukenblok
Onder het plafond moet de ventilatiedoorsnede
-
worden aangehouden.
Hoe groter de ventilatieruimte, hoe energiezuiniger het
-
apparaat werkt.
Wanneer het apparaat met de scharnieren naast een wand
Fig. 50 (4)
apparaat en wand worden aangehouden. Dit komt overeen met
de uitsteekmaat van de handgreep bij geopende deur.
wordt geplaatst, moet de afstand
Fig. 50 (C)
Fig. 50 (E)
tussen
4.6 Afvalverwerking van de verpakking
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
u
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-
-
-
-
-
u
WAARSCHUWING
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
Golfkarton/karton
Onderdelen uit geschuimd polystyreen
Folies en zakken uit polyetheen
Spanbanden uit polypropeen
Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met polyethy-
leen*
Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamelpunt.
4.7 Apparaat aansluiten
Fig. 50
A [mm]B [mm]
x
665
x
Bij gebruik van wandafstandhouders wordt de afmeting
15 mm (zie 4.2) groter.
De maten gelden voor een openingshoek van 90 °. Afstands-
maten verschillen afhankelijk van openingshoek.
Een set voor de begrenzing van de openingshoek van de deur
tot 90° kan bij apparaten met sluitdemper via de klantenservice
worden verkregen.
Het apparaat kan in keukenkasten worden ingebouwd. Om het
apparaat
passen, kan boven het apparaat een opzetkast
worden aangebracht.
Het apparaat kan direct naast de keukenkast
worden geplaatst. Om de deuren volledig te kunnen openen,
moet het apparaat overeenkomstig de diepte
het keukenkastfront uitsteken. Afhankelijk van de diepte van de
keukenkast en het gebruik van de wandafstandshouders kan
het apparaat verder uitsteken.
65 min. 300 min. 50 min. 46
Fig. 50 (2)
C [cm2]
aan de hoogte van het keukenblok aan te
D [mm]E [mm]
Fig. 50 (1)
Fig. 50 (3)
Fig. 50 (B)
t.o.v.
LET OP
Risico op beschadiging door oververhitting als gevolg van
onvoldoende ventilatie!
Bij te weinig ventilatie kan de compressor worden beschadigd.
Let op voldoende ventilatie.
u
Neem de ventilatie-eisen in acht.
u
Ventilatie-eisen:
De afstandribben aan de achterzijde van het apparaat zijn
-
bedoeld voor voldoende ventilatie. Deze mogen in de eindpositie niet in uitsparingen of openingen liggen.
Aan de achterzijde van de opzetkast moet een luchtafvoer-
-
kanaal met de diepte
van de opzetkast aanwezig zijn.
Fig. 50 (D)
over de volledige breedte
Verkeerd aansluiten!
Brandgevaar.
Geen verlengkabel gebruiken.
u
Geen verdeeldozen gebruiken.
u
LET OP
WAARSCHUWING
Verkeerd aansluiten!
Beschadiging van de elektronica.
Geen omvormer gebruiken.
u
Geen energiespaarstekker gebruiken.
u
Aanwijzing
Uitsluitend het meegeleverde netsnoer gebruiken.
Een langer netsnoer kan bij de klantenservice worden
u
besteld.
Fig. 51
abcdG
~ 1800 mm ~ 1400 mm ~ 2100 mm ~ 200 mm Apparaat-
stekker
Zorg ervoor dat aan de volgende eisen zijn voldaan:
- Het type stroom en de spanning op de opstelplaats komen
overeen met de gegevens op het typeplaatje (zie 1) .
- De contactdoos is overeenkomstig de voorschriften geaard
en elektrisch gezekerd.
20* afhankelijk van model en uitvoering
In gebruik nemen
- De uitschakelstroom van de zekering ligt tussen de 10 en 16
A.
- De contactdoos is gemakkelijk toegankelijk.
- De contactdoos bevindt zich buiten het bereik van de
achterzijde van het apparaat in het desbetreffende gedeelte
Fig. 51 (a, b, c)
Elektrische aansluiting controleren.
u
Breng de apparaatstekker
u
van het apparaat aan. Let op het correct vastklikken.
De netstekker op de voeding aansluiten.
u
Het logo van Liebherr verschijnt op het beeldscherm.
w
De weergave verandert in het stand-bysymbool.
w
.
Fig. 51 (G)
aan de achterzijde
4.8 Apparaat inschakelen
Aanwijzing
Demomodus is actief:
scherm weergegeven.
Demonstratiemodus deactiveren (zie 7) .
u
Aanwijzing
De fabrikant adviseert:
Diepvriesproducten bij -18 °C of kouder in het apparaat
u
leggen.
Apparaat ca. 2 uur vóór de eerste lading aansluiten en inschakelen. (zie 4.7)
4.8.1 Eerste inbedrijfname
In 4 stappen worden de fundamentele systeeminstellingen
vastgelegd.
Druk op stand-bysymbool.
u
Stap 1: Taal instellen
Overige talen weergeven: Indien nodig op de navigatiepijlen
u
drukken.
Taal kiezen: Druk op de keuzecirkel rechts naast de geselec-
u
teerde taal.
Druk op
u
Stap 2: Datum instellen
Datumformaat kiezen: Druk op de keuzecirkel rechts naast
u
het geselecteerde datumformaat.
Dag, maand en jaar instellen: Navigatiepijlen meerdere
u
keren of lang indrukken.
Datum op het statusbeeldscherm weergeven: Indien nodig
u
op de statustoets On/Off drukken.
Druk op
u
Stap 3: Tijd instellen
Kies tijdformaat: Druk op de keuzecirkel rechts naast het
u
geselecteerde tijdformaat.
Uren en minuten instellen: Navigatiepijlen meerdere keren of
u
lang indrukken.
Druk op
u
Stap 4: Temperatuureenheid instellen
Temperatuureenheid kiezen: Druk op de keuzecirkel rechts
u
naast de geselecteerde temperatuureenheid.
Druk op
u
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
Het apparaat is ingeschakeld en stelt zich op de weerge-
w
geven temperatuur in.
Verder
Verder
Verder
Verder
4.8.2 Herinbedrijfname
Is het apparaat van het net losgekoppeld, moet de taalinstelling
opnieuw worden uitgevoerd.
Overige talen weergeven: Indien nodig op de navigatiepijlen
u
drukken.
Taal kiezen: Druk op de keuzecirkel rechts naast de geselec-
u
teerde taal.
Druk op
u
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
Verder
DemoMode actief!
.
.
.
.
.
wordt op het beeld-
Het apparaat start met de laatste instellingen in
w
programma
.
Day-to-Day-
4.8.3 Apparaat inschakelen
Het stand-bysymbool wordt in het veld koel-, BioFreshPlus- en vriesgedeelte weergegeven:
Druk op het veld vries-, BioFresh-Plus- of koelgedeelte.
u
Overige temperatuurwaarden weergeven: Indien nodig op
u
de navigatiepijlen drukken.
Druk op de temperatuurwaarde.
u
Het apparaat is ingeschakeld en stelt zich op de weerge-
w
geven temperatuur in.
Het beeldscherm is zwart:
Druk op beeldscherm.
u
Het stand-bysymbool verschijnt op het beeldscherm.
w
Het stand-bysymbool wordt op het volledige beeldscherm
weergegeven:
Druk op het stand-bysymbool.
u
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
u
Het apparaat start met de laatste instellingen in
w
programma
.
Day-to-Day-
4.8.4 Koel- en BioFresh-Plus-gedeelte inschakelen
Het stand-bysymbool wordt in het veld koel-, BioFresh-Plus- en
vriesgedeelte weergegeven.
Druk op het veld koel- of BioFresh-Plus-gedeelte.
u
Overige temperatuurwaarden weergeven: Indien nodig op
u
de navigatiepijlen drukken.
Druk op de temperatuurwaarde.
u
4.9 SmartDeviceBox
SmartDeviceBox : Handleiding over de inge-
bruikname: www.smartdevice.liebherr.com/install
Wordt de SmartDeviceBox (SDB) correct toegepast,
verschijnt het hieronder weergegeven menu. Het apparaat
wordt met ingeschakelde WLAN geleverd.
Fig. 52
Open het menu SmartDevice om meerdere wifi-functies op te
roepen.
Druk op SmartDevice.
u
Het menu SmartDevice wordt geopend.
w
Menuonderdeel SmartDevice
* afhankelijk van model en uitvoering21
In gebruik nemen
Druk op de knop SmartDevice.
u
Het submenu voor het activeren of deactiveren van de
w
SmartDeviceBox wordt weergegeven.
SmartDeviceBox in-/uitschakelen
Fig. 53
SSID: ***WPS*** = De SmartDeviceBox bevindt zich 3 min.
w
In de WPS-modus. Er kan een automatische verbinding met
de SmartDeviceBox tot stand worden gebracht.
SSID: LHSDB_xxxxxxxxx = de SmartDeviceBox bevindt
w
zich 30 min. in de handmatige verbindingsmodus. De
SmartDeviceBox stuurt een eigen netwerk uit waarmee
men verbinding kan maken om de WLAN-gegevens over te
brengen.
SSID: leeg = de SmartDeviceBox bevindt zich in de Sleep-
w
modus. Voer a.u.b. een WIFI-Reset uit en verbind uw
SmartDeviceBox met uw thuisnetwerkSSID: TP-LINK_2D43A2 of Fritz!Box7069 = de SmartDevi-
w
ceBox is alleen met uw thuisnetwerk verbonden.
Menuonderdeel WIFI RESET
Met de schuif rechtsonder in het menu de SmartDeviceBox
u
activeren of deactiveren
Schuif op OFF = SmartDeviceBoxis gedeactiveerd.
w
Schuif op ON = SmartDeviceBox is geactiveerd.
w
Druk op de knop Home om het menu te verlaten.
u
Menuonderdeel SmartDevice INFO
Fig. 55
Bij dit menuonderdeel kunt u de status van uw SmartDevi-ceBox oproepen.
Druk op de knop SmartDevice INFO.
u
De weergave SmartDevice Information wordt geopend.
w
Fig. 54
Fig. 57
Onder dit menuonderdeel kunt u het submenu oproepen om
uw SmartDeviceBox op de basisinstellingen terug te zetten.
Druk op de knop WIFI RESET.
u
Het submenu voor het terugzetten van de wifi-instellingen
w
wordt weergegeven.
SmartDevice Reset
Fig. 58
Bij dit menuonderdeel kunt u de wifi-instellingen van uw Smart-DeviceBox op de basisinstelling terugzetten.
Bevestig deze keuze met RESET.
u
De SmartDeviceBox wordt op de basisinstellingen terug-
w
gezet.
De statusweergave voor wifi op het homebeeldscherm
Status: WiFi on & connected
Fig. 56
De volgende statussen kunnen worden weergegeven:
w
Fig. 59
22* afhankelijk van model en uitvoering
De wifi-indicatie is wit.
u
Wifi is ingeschakeld.
w
Er bestaat een succesvolle verbinding tussen uw thuisnet-
w
werk en de server van Liebherr.
Status: WiFi on & connecting
De wifi-indicatie is rood.
u
Wifi is ingeschakeld.
w
Er is geen verbinding met uw thuisnetwerk en/of de server
w
van Liebherr.
Status: WiFi on & disconnected
Fig. 60
Bediening
Fig. 62
FreshAir-filter in afdekking plaatsen en naar rechts draaien.
u
Zorg ervoor dat het filter vastklikt.
u
Afdekking ventilator weer aanbrengen.
u
Herinneringsfunctie inschakelen
Druk op menu.
u
Navigeer naar
u
pijlen.
Druk op
u
Navigeer naar
u
Druk op
u
Druk op
u
Druk op de statustoets On/Off.
u
Melding vraagt na beëindiging van de herinneringsfunctie
w
om het filter te vervangen.
Systeem-instellingen
Systeem-instellingen
Apparaatfilter
Apparaatfilter
FreshAir-filter
.
.
: Druk op de navigatie-
.
: Druk op de navigatiepijlen.
Fig. 61
De wifi-indicatie is doorgestreept.
u
Wifi is ingeschakeld.
w
De SmartDeviceBox is niet met een netwerk verbonden of
w
de SmartDeviceBox is wel met een netwerk verbonden
maar het netwerk wordt niet gevonden, bijv. nachtuitschakeling.
4.10 FreshAir-filter aanbrengen
Het bijgevoegde FreshAir-filter waarborgt een optimale luchtkwaliteit. Het vervangingsinterval bedraagt 12 maanden. Bij
een geactiveerde herinneringsfunctie vraagt een melding, op
de weergave, om het filter te vervangen.
Voor een toereikende ventilatie moet het luchtrooster minimaal
1 keer per jaar worden gereinigd. Bij een geactiveerde herinneringsfunctie vraagt een melding, op de weergave, om te
reinigen.
Druk op menu.
u
Navigeer naar
u
pijlen.
Druk op
u
Navigeer naar
u
Druk op
u
Druk op
u
Druk op de statustoets On/Off.
u
Melding vraagt na beëindiging van de herinneringsfunctie
w
om te reinigen.
Systeem-instellingen
Systeem-instellingen
Apparaatfilter
Apparaatfilter
Luchtrooster
.
.
: Druk op de navigatie-
.
: Druk op de navigatiepijlen.
5 Bediening
5.1 Systeeminstellingen
Onder
Systeem-instellingen
stellingen worden uitgevoerd.
Druk op menu.
u
Navigeer naar
u
pijlen.
Druk op
u
Naar de betreffende systeeminstelling navigeren: Druk op
u
de navigatiepijlen.
De volgende systeeminstellingen zijn afzonderlijk vermeld:
Apparaatfilter
-
Apparaatinformatie
-
Systeem-instellingen
Systeem-instellingen
: (zie 4)
kunnen de fundamentele basisin-
: Druk op de navigatie-
.
: (zie 6)
5.1.1 Taal instellen
Onder
Taal
kan de weergavetaal worden ingesteld.
Druk op
u
Overige talen weergeven: Druk op de navigatiepijlen.
u
Druk op de keuzecirkel rechts naast de geselecteerde taal.
u
* afhankelijk van model en uitvoering23
Taal
.
Bediening
5.1.2 Datum instellen
Onder
Datum
kan het datumformaat en de datum worden inge-
steld.
Druk op
u
Datumformaat kiezen: Druk op de keuzecirkel rechts naast
u
het geselecteerde datumformaat.
Dag, maand en jaar instellen: Navigatiepijlen meerdere
u
keren of lang indrukken.
Datum op het statusbeeldscherm weergeven of verwijderen:
u
Indien nodig op de statustoets On/Off drukken.
Datum
.
5.1.3 Tijd instellen
Onder
Tijd
kan de tijd en de tijdweergave worden ingesteld.
Druk op
u
Kies tijdformaat: Druk op de keuzecirkel rechts naast het
u
geselecteerde tijdformaat.
Uren en minuten instellen: Navigatiepijlen meerdere keren of
u
lang indrukken.
Tijd
.
5.1.4 Temperatuureenheid instellen
Onder
Temperatuureenheid
seld.
Druk op
u
Druk op de keuzecirkel rechts naast de geselecteerde
u
temperatuureenheid.
Temperatuureenheid
kan tussen °C en °F worden gewis-
.
5.1.5 Helderheid van het beeldscherm
instellen
Onder
display
kan de helderheid van het statusbeeldscherm,
de tijd tot het dimmen van het statusbeeldscherm en de
uitschakeling van het beeldscherm na 24 uur, zonder de deur
te openen, worden ingesteld.
Wordt de bij de levering vooraf ingestelde beeldscherminschakeling uitgeschakeld, neemt het energieverbruik gering toe.
Druk op
u
Helderheid van het statusbeeldscherm in 5 niveaus, instel-
u
baar van 1 t/m 5: Druk op de navigatiepijlen.
Tijd tot het dimmen van het statusbeeldscherm in 5 niveaus,
u
instelbaar van 30 seconden t/m 10 minuten: Druk op de
navigatiepijlen.
Uitschakeling beeldscherm na 24 uur in- of uitschakelen:
u
Indien nodig op de statustoets On/Off drukken.
Display
.
5.1.6 Signaaltonen instellen
Onder
Geluid
kunnen akoestische signalen voor de volgende
gevallen in- of uitgeschakeld worden:
SignaaltoonUitwerking
Akoestisch signaal bij
aanwijzingen
Akoestisch signaal bij
herinneringen
Akoestisch signaal bij
bevestiging
Druk op
u
Akoestische signalen in- of uitschakelen: Druk op de status-
u
toets On/Off.
Geluid
.
Aanwijsmeldingen, die bij de bediening optreden. Deze hebben geen
directe invloed op de koelfunctie van
de koelkast. In geval van een
melding wordt aanvullend een
beeldschermmelding weergegeven.
Herinnering aan verbruiksmaterialen, die vervangen moeten
worden. Deze hebben geen onmiddellijke uitwerking op de koelfunctie.
In geval van een melding wordt
aanvullend een beeldschermmelding weergegeven.
Bevestigingstoon bij wijzigingen van
opties en functies.
5.1.7 Systeem resetten
Onder
Reset
kunnen de instellingen op de leveringstoestand
worden teruggezet.
Druk op
u
Druk op
u
De instellingen zijn teruggezet op de leveringstoestand.
w
Weergave wisselt naar de taalinstelling.
w
Instellingen voor de eerste inbedrijfname opnieuw uitvoeren.
u
(zie 4.8.1)
Reset
Reset
.
.
5.2 Timer
Op het statusbeeldscherm kan een timer geactiveerd worden.
Tijdens de looptijd van de timer kunnen alle instellingen worden
Verdere tijdseenheid wijzigen: Druk op de gewenste tijds-
u
eenheid en de looptijd overeenkomstig met plus en min
wijzigen.
Druk op
u
Looptijd van de timer en
w
geeft de geselecteerde tijdseenheid aan.
Start
.
(9) Min
Stop
worden weergegeven.
5.2.2 Timer vroegtijdig uitschakelen
Druk op
u
Stop
.
5.2.3 Looptijd timer is verstreken
De melding
geven.
Druk op OK.
u
Timer-Alarm
wordt op het beeldscherm weerge-
5.3 Programma's
Het apparaat kan met 5 vooraf ingestelde programma's worden
bediend. Ieder programma biedt individuele temperatuur- en
functie-instellingen voor verschillende behoeften. Afhankelijk
van het programma kunnen verschillende instellingen aangepast en opties geactiveerd worden.
24* afhankelijk van model en uitvoering
Bediening
Opties die geactiveerd kunnen worden, worden op het homebeeldscherm weergegeven. Bij iedere programmastart wordt
een voorkeuze aan opties weergegeven. Via Bewerken kunnen
deze opties geselecteerd of gedeselecteerd worden.
5.3.1 Programma veranderen
Op het homebeeldscherm wordt linksboven het geselecteerde
programma weergegeven.
Programma veranderen: Druk op de navigatiepijlen.
u
Druk op
u
5.3.2
Het
gramma aan de behoeften van een normale dag aangepast.
De ingestelde temperaturen bieden een optimaal koelvermogen voor de afzonderlijke temperatuurzones. De instellingen
kunnen afzonderlijk worden uitgevoerd. Wijzigingen in het
to-Day-programma
programmawissel niet verloren gaan. Tijdelijk begrensde opties
worden bij het opnieuw oproepen van het programma niet automatisch gestart.
Vooraf ingestelde temperaturen:
Koelgedeelte 5 °C
-
Vriesgedeelte -18 °C
-
BioFresh-Plus 0 °C / 0 °C / 0 °C
-
Voorgeselecteerde opties:
SuperCool
-
SuperFrost
-
Energiebespaartips
-
Bewaaradviezen
-
Via bewerken selecteerbare opties:
SabbathMode
-
NightMode
-
BottleTimer
-
IceMaker
-
5.3.3
Het
het energieverbruik. In alle temperaturzones zijn hogere temperaturen vooringesteld, waardoor het apparaat minder vaak
hoeft te koelen. Wijzigingen van opties worden na een
programmawissel niet meegenomen.
Vooraf ingestelde temperaturen:
Koelgedeelte 7 °C
-
Vriesgedeelte -16 °C
-
BioFresh-Plus 0 °C / 0 °C / 0 °C
-
Voorgeselecteerde opties:
Energiebespaartips
-
Bewaaradviezen
-
Displayinstellingen
-
De voorkeuze omvat alle via bewerken selecteerbare en deselecteerbare opties.
Activeren
.
Day-to-Day-programma
Day-to-Day-programma
worden opgeslagen, zodat deze een
wordt als standaardpro-
EnergySaver-programma
EnergySaver-programma
richt zich op de daling van
Day-
5.3.4
Het
maal koelvermogen. Dit programma is zeer geschikt voor het
bewaren van grote hoeveelheden levensmiddelen. In alle
temperatuurzones zijn de koudste temperaturen ingesteld.
Wijzigingen van opties worden na een programmawissel niet
meegenomen.
Vooraf ingestelde temperaturen:
-
-
-
Voorgeselecteerde opties:
-
-
Via bewerken selecteerbare opties:
-
-
Geactiveerde opties:
-
-
Na afloop van tijdelijk begrensde opties wisselt het programma
naar het
5.3.5
Het
voor en tijdens een party. Dranken kunnen bijvoorbeeld bij
gebruik van de
optie
aansluitprogramma worden geselecteerd. In alle temperatuurzones zijn de koudste temperaturen ingesteld. Wijzigingen van
opties worden na een programmawissel niet meegenomen.
Vooraf ingestelde temperaturen:
-
-
-
Voorgeselecteerde opties:
-
-
-
-
-
-
Via bewerken selecteerbare opties:
-
Geactiveerde opties:
-
-
-
MaxPerformance-programma
MaxPerformance-programma
Koelgedeelte 3 °C
Vriesgedeelte -26 °C
BioFresh-Plus 0 °C / 0 °C / 0 °C
SuperCool
SuperFrost
IceMaker
BottleTimer
SuperCool
SuperFrost
Day-to-Day-programma
zorgt voor een maxi-
.
Party-programma
Party-programma
PartyTimer
Koelgedeelte 3 °C
Vriesgedeelte -26 °C
BioFresh-Plus 0 °C / 0 °C / 0 °C
Het
zigheid voor een minimaal energieverbruik. De temperatuur in
het koelgedeelte wordt verhoogd tot 15 °C, op deze manier
wordt energie bespaard en onaangename geuren en schimmelvorming voorkomen. Het koelgedeelte moet tijdens de
programmaduur volledig leeg worden gemaakt. De ingestelde
vriestemperatuur blijft behouden.
Voorgeselecteerde opties:
-
-
De voorkeuze omvat alle via bewerken selecteerbare en deselecteerbare opties.
Holiday-programma
Holiday-programma
Energiebespaartips
IceMaker
zorgt tijdens een langere afwe-
5.4 Opties
Algemene opties die niet speciaal aan een programma toegewezen kunnen worden, kunnen via het menu in het homebeeldscherm worden ingesteld.
Programmaspecifieke opties kunnen in het betreffende
programma via bewerken worden geselecteerd en op het
homebeeldscherm worden weergegeven. Bij iedere programmastart wordt een voorkeuze aan opties weergegeven.
Via Bewerken kunnen deze opties programma-afhankelijk
geselecteerd of gedeselecteerd worden. Een overzicht biedt
(zie 5.3)
5.4.1 opties selecteren en deselecteren
Aanwijzing
De keuze van de opties omvat maximaal 6 opties.
Max. 6 opties gelijktijdig kiezen.
u
Druk op bewerken.
u
Een lijst met programmaspecifieke opties wordt weerge-
w
geven
De optie wordt niet op het homebeeldscherm weergegeven.
De optie wordt op het homebeeldscherm weergegeven.
Overige opties oproepen: Druk op de navigatiepijlen.
u
Optie selecteren of deselecteren: Druk op de keuzecirkel
u
rechts naast de optie.
Keuze opslaan: Druk op het symbool Home of Terug.
u
Melding
meer dan 6 opties geselecteerd.
u
w
w
u
5.4.2 Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderen bij
het spelen het apparaat niet onbedoeld uitschakelen.
Kinderbeveiliging in- en uitschakelen
u
u
u
u
Maximaal aantal bereikt
Druk op OK.
Wijzigingen worden niet overgenomen.
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
Opties opnieuw selecteren en deselecteren: Druk op
bewerken.
Druk op menu.
Navigeer naar de
pijlen.
Druk op de
Druk op de statustoets On/Off.
Kinderbeveiliging
Kinderbeveiliging
wordt weergegeven: Er zijn
: Druk op de navigatie-
.
5.4.3 Sabbatmodus
Deze functie vervult de religieuze eisen op de sabbat resp.
Joodse feestdagen. Als de sabbatmodus is geactiveerd, zijn
enkele functies van de besturingselektronica uitgeschakeld. Na
het instellen van de sabbatmodus hoeft u zich niet meer bezig
te houden met controlelampjes, cijfers, symbolen, weergaven,
alarmmeldingen en ventilatoren. De ontdooicyclus werkt alleen
tot de ingestelde tijd, zonder rekening te houden met het
gebruik van de koelkast. Na een stroomuitval schakelt het
apparaat automatisch terug naar de sabbatmodus.
Een lijst over de Star-K gecertificeerde apparaten treft u aan op
de website: www.star-k.org/appliances.
WAARSCHUWING
Gevaar van een levensmiddelenvergiftiging!
Treedt er een stroomuitval op, als de sabbatmodus is geactiveerd, wordt deze melding niet opgeslagen. Is de stroomuitval
beëindigd, werkt het apparaat verder in de sabbatmodus. Als
deze modus is beëindigd, wordt er geen melding weergegeven
over de stroomuitval in de temperatuurweergave.
Als tijdens de sabbatmodus een stroomuitval is opgetreden:
Levensmiddelen op hun kwaliteit controleren. Ontdooide
u
levensmiddelen niet consumeren!
Alle functies zijn vergrendeld m.u.v. het uitschakelen van de
-
sabbatmodus.
Zijn de functies zoals SuperFrost, SuperCool, Ventilation
-
enz. geactiveerd, als de sabbatmodus is ingeschakeld,
blijven deze actief.
De IceMaker is uitgeschakeld.
-
Er worden geen akoestische signalen weergegeven en in de
-
temperatuurweergave worden geen waarschuwingen/instellingen weergegeven (bijv. temperatuuralarm, deuralarm)
De binnenverlichting is uitgeschakeld.
-
SabbathMode
Druk in het homebeeldscherm op het symbool
u
hMode
-of-
Druk op menu.
u
Navigeer naar
u
Druk op
u
Het symbool
w
weergegeven.
SabbathMode
w
deze niet vooraf handmatig wordt uitgeschakeld. De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
SabbathMode
Druk op beeldscherm.
u
Druk op
u
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
inschakelen
.
SabbathMode
Activeren
.
SabbathMode
schakelt zich na 120 uur automatisch uit, als
uitschakelen
Stop
.
: Druk op de navigatiepijlen.
wordt op het beeldscherm
Sabbat-
5.4.4 Energiebespaartips
Onder
opgeroepen voor het verlagen van het energieverbruik.
u
-of-
u
u
u
u
Energiebespaar-tips
Druk in het homebeeldscherm op het symbool
Energiebespaar-tips
Druk op menu.
Navigeer naar
pijlen.
Druk op
Overige
gatiepijlen.
Energiebespaar-tips
Energiebespaar-tips
Energiebespaar-tips
kan nuttige informatie worden
.
: Druk op de navigatie-
.
weergeven: Druk op de navi-
26* afhankelijk van model en uitvoering
Bediening
5.4.5 Bewaaradviezen
Onder
Bewaaradviezen
roepen over de opslag van levensmiddelen in het koel- en
BioFresh-gedeelte.
Druk in het homebeeldscherm op het symbool
u
Bewaaradviezen
-of-
Druk op menu.
u
Navigeer naar
u
Druk op
u
Er worden verschillende levensmiddelengroepen weerge-
w
geven.
Overige levensmiddelengroepen weergeven: Druk op de
u
navigatiepijlen.
Druk op levensmiddelengroepen.
u
Er worden verschillende levensmiddelen weergegeven.
w
Overige levensmiddelen weergeven: Druk op de navigatie-
u
pijlen.
Druk op levensmiddelen.
u
Er worden tips weergegeven voor de opslag van vitaminen
w
en mineralen.
5.4.6
Met de
geen akoestische aanwijzingen en herinneringen te horen zijn.
NightMode
Druk in het homebeeldscherm op het symbool
u
NightMode
Bewaaradviezen
NightMode
NightMode
inschakelen:
.
kan nuttige informatie worden opge-
.
Bewaaradviezen
kunnen perioden worden ingesteld waarbij
: Druk op de navigatiepijlen.
.
5.4.8 SuperCool
Met SuperCool schakelt u het hoogste afkoelvermogen
in. Daarmee bereikt u lagere koeltemperaturen. Gebruik
SuperCool om grote hoeveelheiden levensmiddelen snel
af te koelen.
Wanneer SuperCool ingeschakeld is, kan de ventilator*
draaien. Het apparaat werkt met maximaal koelvermogen,
daardoor kan het geluid van het koelaggregaat tijdelijk luider
zijn.
SuperCool heeft een iets hoger energieverbruik.
SuperCool inschakelen
Druk in het homebeeldscherm op het symbool
u
Cool
.
Looptijd in 4 niveaus, instelbaar van 3 uur t/m 12 uur: Druk
u
op de navigatiepijlen.....
Druk op de statustoets On/Off.
u
Temperatuur daalt stapsgewijs.
w
De looptijd wordt op het homebeeldscherm bij het symbool
w
weergegeven.
Op het statusbeeldscherm wordt het symbool
w
weergegeven.
Na de ingestelde looptijd, loopt het apparaat in de normale
modus verder. De temperatuur stelt zich stapsgewijs in op de
vooraf ingestelde temperatuur.
SuperCool vroegtijdig uitschakelen
Super-
SuperCool
-of-
Druk op menu.
u
Navigeer naar de
u
Druk op de
u
Start- en eindtijd in uren en minuten instellen: Navigatiepijlen
u
meerdere keren of lang indrukken.
Druk op de statustoets On/Off.
u
NightMode
w
lijks op het geselecteerde tijdstip.
NightMode
Druk in het homebeeldscherm op het symbool
u
uitschakelen:
NightMode
-of-
Druk op menu.
u
Navigeer naar de
u
Druk op de
u
Druk op de statustoets On/Off.
u
5.4.7
Met de
een volgprogramma worden ingesteld, waar na afloop van de
PartyTimer
PartyTimer
u
u
u
u
w
PartyTimer
u
u
w
PartyTimer
PartyTimer
gewisseld moet worden.
Druk in het homebeeldscherm op het symbool
Timer
Programmaduur in 4 niveaus, instelbaar van 6 uur t/m 24
uur: Druk op de navigatiepijlen.
Kies volgprogramma: Druk op de navigatiepijlen.
Druk op de statustoets On/Off.
De looptijd wordt op het homebeeldscherm bij het symbool
weergegeven.
Druk in het homebeeldscherm op het symbool
Timer
Druk op
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
inschakelen:
.
vroegtijdig uitschakelen:
.
Stop
NightMode
NightMode
is ingeschakeld en deze start en eindigt dage-
.
NightMode
NightMode
kan de looptijd van het
: Druk op de navigatiepijlen.
.
: Druk op de navigatiepijlen.
.
Party-programma
en
Party-
Party-
.
Druk in het homebeeldscherm op het symbool
u
Druk op
u
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
u
De temperatuur stelt zich stapsgewijs in op de vooraf inge-
w
stelde temperatuur.
Stop
.
SuperCool
.
5.4.9 SuperFrost
Met deze functie kunt u nieuwe levensmiddelen snel
tot op de kern invriezen. Het apparaat werkt met maximaal koelvermogen, daardoor kunnen geluiden van
het koelaggregaat tijdelijk luider zijn.
U kunt maximaal zoveel kilogram aan verse levensmiddelen
invriezen binnen 24 uur, zoals aangegeven op het typeplaatje
onder „vriescapaciteit ... kg/24u”. Deze maximale invriescapaciteit is afhankelijk van het model en de klimaatklasse.
Afhankelijk van de hoeveel nieuwe levensmiddelen die worden
ingevroren, moet SuperFrost bijtijds worden ingeschakeld: bij
een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca. 6h, bij
de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen 24h
voordat u de levensmiddelen in de vriezer legt.
Verpak de levensmiddelen en leg ze zo breed mogelijk uit. In te
vriezen levensmiddelen niet met reeds ingevroren producten in
contact brengen om ontdooien van deze producten te voorkomen.
SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te schakelen:
wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt
-
bij het invriezen van max. ca. 2 kg nieuwe levensmiddelen
-
per dag
SuperFrost inschakelen.
Druk in het homebeeldscherm op het symbool
u
SuperFrost
Druk op de statustoets On/Off.
u
Temperatuur daalt stapsgewijs.
w
Op het statusbeeldscherm wordt het symbool
w
weergegeven.
Bij een geringe hoeveelheid aan diepvriesproducten:
Ongeveer 6 uur wachten.
u
.
SuperFrost
* afhankelijk van model en uitvoering27
Bediening
Apparaat met NoFrost: Verpakte levensmiddelen in de
u
bovenste laden plaatsen.
Apparaat zonder NoFrost: Verpakte levensmiddelen in de
u
onderste laden plaatsen.
Bij de maximale hoeveelheid aan diepvriesproducten (zie typeplaatje):
Ongeveer 24 uur wachten.
u
Apparaat met NoFrost: Bovenste laden eruit halen en de
u
levensmiddelen direct op de bovenste draagplateaus
leggen.
Apparaat zonder NoFrost: De onderste lade eruit halen en
u
de levensmiddelen direct in het apparaat plaatsen, zodat de
levensmiddelen contact met de bodem of de zijwanden
maken.
SuperFrost schakelt zich uiterlijk na ca. 65 uur automatisch
w
uit. De temperatuur stelt zich stapsgewijs in op de vooraf
ingestelde temperatuur.
Levensmiddelen in de laden leggen en deze weer erin
u
schuiven.
SuperFrost vroegtijdig uitschakelen
Druk in het homebeeldscherm op het symbool
u
SuperFrost
Druk op de statustoets On/Off.
u
De temperatuur stelt zich stapsgewijs in op de vooraf inge-
w
stelde temperatuur.
5.4.10
Met de
gekoeld worden. Een melding en een waarschuwingssignaal
roepen tijdig op voor het eruit halen van de dranken.
Te lange opslag van flessen en blikken in het vriesgedeelte!
Verwondingsgevaar door glasscherven.
Melding
u
eruit halen.
BottleTimer
Druk in het homebeeldscherm op het symbool
u
Timer
Aantal bakken in 25 niveaus, instelbaar van 1 bak t/m 25
u
bakken: Navigatiepijlen meerdere keren of lang indrukken.
Totale hoeveelheid in liter in 13 niveaus, instelbaar van 0,2
u
liter t/m 5 liter: Navigatiepijlen meerdere keren of lang
indrukken.
Druk op de statustoets On/Off.
u
BottleTimer
w
Temperatuur daalt stapsgewijs.
w
De looptijd wordt op het homebeeldscherm bij het symbool
w
BottleTimer
Op het statusbeeldscherm wordt het symbool
w
weergegeven.
Flessen eruit halen
De melding
gegeven en gelijktijdig klinkt er een waarschuwingssignaal
Dranken eruit halen.
u
Druk op OK.
u
BottleTimer
w
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm en tegelij-
w
kertijd dooft het waarschuwingssignaal.
BottleTimer
Druk in het homebeeldscherm op het symbool
u
Timer
Druk op
u
BottleTimer
w
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm en tegelij-
w
kertijd dooft het waarschuwingssignaal.
.
BottleTimer
BottleTimer
WAARSCHUWING
BottleTimer-Alarm
inschakelen:
.
BottleTimer-Alarm
vroegtijdig uitschakelen
.
Stop
kunnen dranken in het vriesgedeelte snel
en
SuperFrost
weergegeven.
en
SuperFrost
.
en
SuperFrost
: Flessen en blikken onmiddellijk
Bottle-
zijn ingeschakeld.
SuperFrost
wordt op het beeldscherm weer-
zijn uitgeschakeld.
Bottle-
zijn uitgeschakeld.
5.4.11 Helderheid van het beeldscherm
instellen
Onder
Display instellingen
beeldscherm en de tijd worden ingesteld.
In het
beeldscherm via het homebeeldscherm worden ingesteld. In
andere programma's vindt de instelling plaats onder systeeminstellingen, (zie 5.1.5)
Helderheid van het beeldscherm instellen in het
programma
u
EnergySaver-programma
:
Druk in het homebeeldscherm op het symbool
Display instellingen
Instelmogelijkheid, (zie 5.1.5)
u
kan de helderheid van het status-
kan de helderheid van het
EnergySaver-
.
5.5 Koelgedeelte
Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte ontstaan
er verschillende temperatuurbereiken. Direct boven de afscheiding tussen de BioFresh zone en de achterzijde is het het
koudste. Voorin aan de bovenkant en in de deur is het het
warmste.
5.5.1 Levensmiddelen koelen
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij
onvoldoende ventilatie.
Ventilatieluchtspleten altijd vrijlaten.
u
In het bovengedeelte en in de deur boter en conserven
u
bewaren. (zie 1)
Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
u
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie.
Rauw vlees of vis altijd in schone, afgesloten bakjes op de
u
onderste plank van het koelgedeelte bewaren, zodat ze niet
in contact komen met ander voedsel en er geen vloeistof
van vlees of vis op ander voedsel kan druipen.
Levensmiddelen die gemakkelijk geur of smaak opnemen of
u
afgeven, zoals vloeistoffen, altijd in gesloten verpakking of
afgedekt bewaren.
het gedeelte vooraan op de bodem van het koelgedeelte
u
alleen gebruiken om producten korte tijd neer te zetten, bijv.
bij het opruimen of sorteren. Levensmiddelen daar niet laten
liggen, ze kunnen bij het sluiten van de deur naar achter
worden geschoven of omvallen.
Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
u
goed kan circuleren.
5.5.2 Temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
hoe vaak de deur wordt geopend
-
de duur van het openen van de deur
-
de ruimtetemperatuur op de opstellocatie
-
de aard, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
-
De temperatuur is instelbaar van 9 °C tot 3 °C.
Aanbevolen waarden temperatuurinstelling: 5 °C
Druk op het homebeeldscherm op het veld koelgedeelte.
u
Overige waarden weergeven: Indien nodig op de navigatie-
u
pijlen drukken.
Druk op de temperatuurwaarde.
u
Het apparaat stelt zich op de weergegeven temperatuur in.
w
5.5.3 Draagplateaus
Plateaus verplaatsen of uitnemen
De draagplateaus moeten worden beveiligd tegen het per
ongelijk omlaag vallen door uittrekaanslagen.
28* afhankelijk van model en uitvoering
Fig. 64
Draagplateau omhoog tillen en een beetje naar voren
u
trekken.
Draagplateau qua hoogte instellen. Schuif hiervoor de
u
uitsparingen langs de steunen.
Om het plateau helemaal uit te nemen, moet het schuin
u
worden gezet en er naar voren toe uit worden getrokken.
Plateaus op gewenste hoogte terugschuiven. De uittrek-
u
stops moeten naar beneden wijzen en achter de voorste
steunrib liggen.
Let bij het opbergen en uitnemen van levensmiddelen op het
bovenste plateau op de uitgeklapte verlichting.
Draagplateaus demonteren
De draagplateaus kunnen
u
voor het reinigen gedemonteerd worden.
5.5.4 Deelbare draagplateau gebruiken
Bediening
5.5.6 Opbergvakken
Opbergvakken in de deur verplaatsen
Fig. 66
De boxen kunnen worden
uitgenomen en zo op tafel
worden gezet.
Men kan zowel slechts één als beide boxen gebruiken.
Wanneer er hele hoge flessen moeten worden opgeborgen,
moet er slechts één box boven het flessenrek worden opgehangen.
Boxen omzetten: naar boven
u
uitnemen en op de
gewenste plaats terugzetten.
Fig. 65
In de hoogte verstellen:
Glasplaten één voor één naar voren toe naar buiten trekken.
u
Steun uit vergrendeling trekken en op de gewenste hoogte
u
vastklikken.
Beide oppervlakken gebruiken:
Bovenste glasplaat omhoog tillen, onderste glasplaat naar
u
voren trekken.
De glasplaat (1) met de uittrekaanslag moet zich vóór
w
bevinden, zodat de aanslagen (3) omlaag gericht zijn.
5.5.5 Geïntegreerd flessenrek gebruiken
Op de bodem van het koelgedeelte kan naar keuze het geïntegreerde flessenrek of de glasplaat worden gebruikt:
Flessenrek gebruiken: de
u
glasplaat ruimtebesparend
onder het flessenrek
plaatsen.
Flessen met de onderkant
u
naar achter tegen de achterwand leggen.
Indien de flessen uit het flessenrek steken:
De onderste opbergvakken
u
in de deur een positie hoger
zetten.
Aanwijzing
Te hoge levensmiddelen in het bovenste gedeelte van de deur
kunnen in contact komen met de verlichting.
Let er bij het sluiten van de deur op,
dat het deksel van het boxenrekje gesloten is of
u
dat bij het bewaren van levensmiddelen in de bovenste
u
opbergvakken tot de bovenkant van het apparaat een
afstand van 30 mm in acht wordt genomen.
Opbergvakken demonteren
Fig. 67
* afhankelijk van model en uitvoering29
Bediening
Fig. 68
De opbergvakken kunnen worden gedemonteerd om te
u
worden gereinigd.
5.5.7 Flessenhouder gebruiken
Om ervoor te zorgen dat de
u
flessen niet omvallen, moet
de flessenhouder worden
verschoven.
Fig. 70
De botervloot kan voor het reinigen uit elkaar worden
u
gehaald.
5.5.9 Eierhouder
De eierhouder kan eruit getrokken worden en is draaibaar. De
beide delen van de eierhouder kunnen bijvoorbeeld worden
gebruikt om verschillen qua aankoopdatum aan te geven.
5.5.8 Botervloot
Botervloot openen / sluiten
Fig. 69
Botervloot uit elkaar halen
Gebruik de bovenste zijde voor de opslag van kippeneieren.
u
Gebruik de onderste zijde voor de opslag van kwarteleieren.
u
5.6 BioFresh-gedeelte
Het BioFresh-gedeelte zorgt ervoor dat sommige verse levensmiddelen langer bewaard kunnen worden dan bij traditioneel
koelen.
Het BioFresh-gedeelte is in verschillende bereiken verdeeld.
Het bovenste BioFresh-Plus-vak kan tot -2 °C worden afge-
koeld en is daardoor zeer geschikt voor verse zeevruchten en
vis. Dit vak kan in twee zones worden verdeeld, zodat in de
rechter en linker zone van het vak verschillende temperaturen
mogelijk zijn. Een toegevoegd Fisch & Seafood-vak ondersteunt de temperatuurscheiding.
Bij het bereik eronder gaat het om een normale BioFresh.
Via een vochtreguleringsplaat kan de vochtigheid voor de koel-
producten optimaal worden aangepast.
Vakken zonder vochtreguleringsplaat (DrySafe) zijn geschikt
voor droge of verpakte levensmiddelen. Vakken met vochtreguleringsplaat (HydroSafe) zijn, afhankelijk van de instelling,
geschikt voor niet-verpakte levensmiddelen met een hoger
vochtpercentage of voor droge of verpakte levensmiddelen.
Voor nadere informatie zie het volgende hoofdstuk.
Voor levensmiddelen met een vervaldatum geldt altijd de
datum vermeld op de verpakking.
Zakken de temperaturen onder de 0 °C, kunnen levensmid-
delen vastvriezen.
5.6.1 Fruit & Vegetable-Safe
De luchtvochtigheid in Fruit & Vegetable-Safe is afhankelijk van
het in het vak geplaatste koelgoed alsmede van de frequentie
30* afhankelijk van model en uitvoering
Bediening
van het openen en sluiten van het vak. U kunt de vochtigheid
zelf instellen.
De Fruit & Vegetable-Safe is geschikt voor het instellen van de
hoge luchtvochtigheid voor het opslaan van niet verpakte
salade, groenten en fruit met een hoog vochtgehalte. Bij een
goed gevulde schuiflade wordt een dauwvers klimaat ingesteld.
Bij de instelling drogen is het vak geschikt voor de opslag van
droge of verpakte levensmiddelen (bijv. zuivelproducten, vlees,
worst). Hier wordt een relatief droog klimaat ingesteld.
5.6.2 Vochtigheid in Fruit & Vegetable-Safe
instellen
Fig. 71
De luchtvochtigheid in Fruit & Vegetable-Safe kan traploos
worden ingesteld.
u
Lage luchtvochtigheid: De schuifregelaars naar achter
plaatsen.
De openingen in de deksel zijn deels of volledig geopend.
w
De luchtvochtigheid in Fruit & Vegetable-Safe neemt af.
u
Hoge luchtvochtigheid: De schuifregelaar naar
voren trekken.
De openingen in de deksel zijn deels of volledig dicht. De
w
luchtvochtigheid in Fruit & Vegetable-Safe neemt toe.
5.6.3 BioFreshPlus-vak (regelbaar)
Het regelbare BioFreshPlus-vak is, afhankelijk van de instelling,
geschikt voor de opslag van verse zeevruchten, vis bij -2 °Cof
voor fruit en groeten bij 0 °C. De volgende instellingen zijn
mogelijk: 0 °C I 0 °C, 0 °C I -2 °C, -2 °C I -2 °C.
5.6.4 Levensmiddelen bewaren
Aanwijzing
In het BioFresh-gedeelte horen geen groenten zoals
u
augurken, aubergines, tomaten, zucchini en zeevruchten die
gevoelig zijn voor kou.
Zorg ervoor dat levensmiddelen niet bederven door overge-
u
dragen bacteriën: bewaar onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen gescheiden van elkaar in de laden. Dat
geldt ook voor verschillende soorten vlees.
Als u levensmiddelen omwille van plaatsgebrek samen moet
bewaren:
de levensmiddelen verpakken.
u
Zeer vochtige levensmiddelen bewaren: Vooraf laten
u
uitdruppelen.
Als er te veel vocht in het vak zit:
Instelling te lage luchtvochtigheid kiezen.
u
-of-
Vocht met een doek verwijderen.
u
5.6.5 Bewaartijden
Richtwaarden voor de opslagduur bij een lage luchtvochtigheid bij 0 °C
botertot90dagen
Richtwaarden voor de opslagduur bij een lage luchtvochtigheid bij 0 °C
harde kaastot110dagen
melktot12dagen
worst, belegtot9dagen
gevogeltetot6dagen
varkensvleestot7dagen
rundvleestot7dagen
wildtot7dagen
Aanwijzing
Denk erom dat eitwitrijke levensmiddelen sneller bederven.
u
D.w.z. schaal- en schelpdieren bederven sneller dan vis, vis
sneller dan vlees.
Richtwaarden voor de opslagduur bij een hoge luchtvochtigheid bij 0 °C
groenten, salade
artisjokkentot14dagen
selderijtot28dagen
bloemkooltot21dagen
broccolitot13dagen
chicoréetot27dagen
veldslatot19dagen
erwtentot14dagen
boerenkooltot14dagen
wortelstot80dagen
knoflooktot160dagen
koolrabitot55dagen
kropslatot13dagen
kruidentot13dagen
preitot29dagen
champignonstot7dagen
radijsjestot10dagen
spruitjestot20dagen
aspergetot18dagen
spinazietot13dagen
savooiekooltot20dagen
Fruit
abrikozentot13dagen
appelstot80dagen
perentot55dagen
braambessentot3dagen
dadelstot180dagen
aardbeientot7dagen
vijgentot7dagen
blauwe bosbessentot9dagen
frambozentot3dagen
* afhankelijk van model en uitvoering31
Bediening
Richtwaarden voor de opslagduur bij een hoge luchtvochtigheid bij 0 °C
rode bessentot7dagen
kersen, zoettot14dagen
kiwitot80dagen
perzikentot13dagen
pruimentot20dagen
vossenbessentot60dagen
rabarbertot13dagen
kruisbessentot13dagen
druiventot29dagen
Extra richtwaarden voor de opslagduur in het vak van de
BioFreshPlus bij –2 °C
zeevruchten
kreeftenbij -2 °Ctot4dagen
mosselenbij -2 °Ctot6dagen
sushibij -2 °Ctot4dagen
visbij -2 °Ctot4dagen
Navigeren naar
u
nodig op de navigatiepijlen drukken.
Druk op
u
De BioFresh-temperatuur in 9 niveaus, instelbaar van 1 t/m
u
9: Druk op de navigatiepijlen.
Temperatuur stelt zich langzaam op de nieuwe waarde in.
w
BioFresh-temperatuur aanpassen
BioFresh-temperatuur aanpassen
.
: Indien
5.6.8 Schuifladen met demper
Fig. 72
Schuiflade uittrekken, achterkant optillen en naar voren eruit
u
lichten.
Rails weer inschuiven!
u
5.6.6 Temperatuur in het BioFresh-Plusgedeelte instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
De frequentie van het openen van de deur
-
De ruimtetemperatuur van de opstelplaats
-
Het type, temperatuur en hoeveelheid van het levensmiddel
-
Het BioFresh-Plus-vak kan in twee temperatuurzones worden
verdeeld en via het veld BioFresh-Plus worden ingesteld. De
volgende instellingen zijn mogelijk: 0 °C I 0 °C, 0 °C I -2 °C,
-2 °C I -2 °C. De BioFresh-temperatuur blijft daarbij onveranderd.
Instelling voor vis en zeevruchten: -2 °C Kiezen.
Instelling als BioFresh-vak: 0 °C Kiezen.
VOORZICHTIG
Misselijkheid!
Bedorven levensmiddelen door onvoldoende ventilatie.
De BioFresh-Plus-lade met het opschrift "BioFresh-Plus
u
Safe" boven plaatsen.
Bij de instelling 0 °C I -2 °C Fish & Seafood-vak rechts in de
u
BioFresh-Plus-lade gebruiken.
Druk op het homebeeldscherm op het veld BioFresh-Plus.
u
Druk op de temperatuurwaarde.
u
Het apparaat stelt zich op de weergegeven temperatuur in.
w
5.6.7 Temperatuur in het BioFresh-gedeelte
instellen
Aanbevolen instelling koelgedeelte: 5 °C. De BioFresh-temperatuur wordt automatisch geregeld en ligt tussen het bereik van
0 °C en 3 °C.
De temperatuur kan een beetje kouder of warmer worden ingesteld. De temperatuur is instelbaar van niveau 1 (koudste
temperatuur) tot niveau 9 (warmste temperatuur). Vooraf ingesteld op niveau 5. Bij niveau 1 t/m 4 kan de temperatuur onder
0 °C zakken, zodat de levensmiddelen kunnen aanvriezen.
Druk op menu.
u
Fig. 73
Rails inschuiven.
u
BioFresh-Plus-vak boven BioFresh-vak plaatsen:
Schuiflade aanbrengen en erin schuiven totdat het hoorbaar
u
vastklikt.
5.6.9 Deksel Fruit & Vegetable-Safe
Fig. 74
Deksel Fruit & Vegetable-Safe eruit halen: De deksel bij eruit
u
gehaalde schuifladen voorzichtig naar voren trekken en
vanaf de onderkant eruit halen.
Deksel Fruit & Vegetable-Safe aanbrengen: Dekselranden
u
van onder in de achterste houder
voren in de houder
Fig. 74 (2)
Fig. 74 (1)
klikken.
plaatsen en van
5.6.10 Fish & Seafood-vak gebruiken
Het Fish & Seafood-vak ondersteunt de flexibele temperatuurscheiding in het BioFresh-Plus-vak. Een kleinere hoeveelheid
verse levensmiddelen zoals vis en zeevruchten kunnen in het
Fish & Seafood-vak van de overige levensmiddelen worden
scheiden en bijvoorbeeld bij -2 °C optimaal worden opgeslagen. Het andere BioFresh-Plus-vak kan afhankelijk van de
instelling bij 0 °C of -2 °C worden gebruikt.
32* afhankelijk van model en uitvoering
Fig. 75
Het Fish & Seafood-vak in het BioFresh-Plus-vak rechts-
u
buiten gebruiken om een optimale temperatuurregeling te
garanderen.
Fig. 76
Voor het eruit halen het BioFresh-Plus-vak volledig eruit
u
trekken en het Fish & Seafood-vak verticaal naar boven eruit
halen.
5.7 Vriesgedeelte
In het vriesgedeelte kunt u diepvriesproducten of ingevroren
levensmiddelen bewaren, ijsblokjes maken en verse levensmiddelen invriezen.
5.7.1 Levensmiddelen invriezen
U kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen
24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie 1) onder „Invriescapaciteit ... kg/24h” is aangegeven.
De schuifladen kunnen met max. 25 kg diepvriesproducten
worden belast.
De plateaus kunnen elk met 35 kg diepvriesproducten worden
belast.
Na het sluiten van de deur ontstaat een vacuüm. Na het sluiten
ca. 1 min wachten, dan kan de deur gemakkelijker worden
geopend.
Verwondingsgevaar door glasscherven!
Flessen en blikken met drank kunnen bij bevriezen openbarsten. Dit geldt met name voor koolzuurhoudende dranken.
u
VOORZICHTIG
Flessen en blikken met drank alleen invriezen met de
Timer
-functie.
Bottle-
Bediening
Richtwaardes voor de opslagduur van de verschillende
levensmiddelen in het vriesgedeelte:
Wild, varkensvlees6 tot 10 maanden
Vis, vet2 tot 6 maanden
Vis, mager6 tot 12 maanden
Kaas2 tot 6 maanden
Gevogelte, rundvlees6 tot 12 maanden
Groente, fruit6 tot 12 maanden
De aangegeven bewaartijden zijn richtwaardes.
5.7.3 Levensmiddelen ontdooien
- in het koelgedeelte
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
- bij kamertemperatuur
Neem alleen zoveel levensmiddelen als u nodig heeft.
u
Ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verwerken.
Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
u
weer invriezen.
5.7.4 De temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
De frequentie van het openen van de deur
-
de duur van het openen van de deur
-
De ruimtetemperatuur van de opstelplaats
-
Het type, temperatuur en hoeveelheid van het levensmiddel
-
De temperatuur is instelbaar van -26 °C tot -16 °C.
Aanbevolen waarden temperatuurinstelling: -18 °C
Druk op het homebeeldscherm op het veld vriesgedeelte.
u
Overige waarden weergeven: Indien nodig op de navigatie-
u
pijlen drukken.
Druk op de temperatuurwaarde.
u
Het apparaat stelt zich op de weergegeven temperatuur in.
w
5.7.5 Laden
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij
onvoldoende ventilatie.
Houd de ventilatiespleet binnen aan de achterkant altijd vrij!
u
Om ervoor te zorgen dat de levensmiddelen door en door ingevroren worden, dient u de volgende hoeveelheden per verpakking niet te overschrijden:
- Groente, fruit tot 1 kg
- Vlees tot 2,5 kg
Levensmiddelen in diepvrieszakjes, her te gebruiken kunst-
u
stof, metalen of aluminium bakjes in porties verpakken.
5.7.2 Bewaartijden
Richtwaardes voor de opslagduur van de verschillende
levensmiddelen in het vriesgedeelte:
Consumptie-ijs2 tot 6 maanden
Worst, ham2 tot 6 maanden
Brood en banket2 tot 6 maanden
Om de diepvriesproducten direct op de draagplateaus op te
u
bergen: Schuiflade naar voren trekken en eruit halen.
5.7.6 Plateaus
Plateaus verplaatsen
Plateau uitnemen: vooraan
u
optillen en uittrekken.
Plateau terugplaatsen: tot
u
aanslag inschuiven.
* afhankelijk van model en uitvoering33
Bediening
Plateaus demonteren
De plateaus kunnen worden
u
gedemonteerd om te worden
gereinigd.
5.7.7 VarioSpace
U kunt naast de schuifladen
ook de draagplateaus eruit
halen. Zo maakt u plaats voor
grotere levensmiddelen zoals
gevogelte, vlees, groter wild en
kunnen hoge producten van de
bakkerij volledig worden ingevroren en verder worden klaargemaakt.
De schuifladen kunnen met max. 25 kg diepvriesproducten
u
worden belast.
De plateaus kunnen elk met 35 kg diepvriesproducten
u
worden belast.
5.7.8 Koelaccu
De koelaccu's verhinderen bij stroomuitval dat de temperatuur
te snel stijgt.
Koelaccu's gebruiken
De bevroren koelaccu's in
u
het bovenste, voorste bereik
van de vriesruimte op de
diepvriesproducten leggen.
5.7.9 IceMaker
De IceMaker bevindt zich in de bovenste schuiflade van het
vriesgedeelte, aan de linkerzijde.
Controleer of aan volgende voorwaarden is voldaan:
het apparaat staat waterpas.
-
het apparaat is ingeschakeld.
-
het vriesgedeelte is ingeschakeld.
-
de IceMaker is aangesloten op de waterleiding.
-
IJsblokjes maken
De productiecapaciteit hangt af van de vriestemperatuur. Hoe
lager de temperatuur, hoe meer ijsblokjes er in een bepaalde
tijd worden gemaakt.
De ijsblokjes vallen uit de IceMaker in de schuiflade. Bij het
bereiken van een bepaalde vulhoogte, worden geen ijsblokjes
meer gemaakt. De IceMaker vult de lade niet tot de rand.
Ijsblokjes gelijkmatig in de schuiflade verdelen om de vulhoeveelheid te verhogen.
Als u een grote hoeveelheid ijsblokjes nodig heeft, kunt u de
volledige IceMaker schuiflade verwisselen voor de schuiflade
ernaast. Als u de schuiflade sluit, schakelt de IceMaker vanzelf
opnieuw in.
Wanneer u de IceMaker voor het eerst inschakelt, kan het tot
24 u duren voor de eerste ijsblokjes worden gemaakt.
Aanwijzing
Wanneer het apparaat voor het eerst wordt gebruikt of lang niet
gebruikt is, kunnen zich in de IceMaker resp. de waterleiding
deeltjes verzamelen.
IJsblokjes die 24 uur na de eerste productie van ijsblokjes
u
zijn gemaakt, niet gebruiken of consumeren.
IceMaker inschakelen
Druk in het homebeeldscherm op het symbool
u
IceMaker
-of-
Druk op menu.
u
Naar
u
Druk op
u
Druk op
u
Druk op de statustoets On/Off.
u
De IceMaker is ingeschakeld.
w
Aanwijzing
De IceMaker maakt alleen ijsblokjes als de schuiflade
u
volledig gesloten is.
FlushClean
De spoelfunctie voor het uitspoelen van de waterleiding bij de
eerste ingebruikname.
Aanwijzing
Het uitspoelen van de waterleiding werkt alleen als de temperatuur hoger is dan 0 °C.
De optie
u
in het apparaat gebruiken.
.
IceMaker
IceMaker
IceMaker
:
FlushClean
navigeren: Druk op de navigatiepijlen.
.
.
alleen bij temperaturen boven de 0 °C
LET OP
Geblokkeerde IceMaker en waterafvoer!
Beschadigingsgevaar voor de IceMaker en de afvoer van de
schuiflade.
De bak in de schuiflade met een maximale hoogte van
u
12 cm onder de IceMaker plaatsen.
Zorg ervoor dat de schuiflade van de IceMaker leeg is
gemaakt.
In de schuiflade onder de IceMaker een bak plaatsen met
u
een hoogte van max. 12 cm.
Druk in het homebeeldscherm op het symbool
u
IceMaker
-of-
Druk op menu.
u
Naar
u
Druk op
u
Naar
u
Druk op
u
Druk op
u
Het beeldscherm niet bedienen.
u
De waterleidingen worden gespoeld en gelijk-
w
tijdig wordt het ijsblokjesbakje in de reinigingspositie en weer terug gezet.
Spoelfunctie beëindigd: Symbool wordt weergegeven.
Schuiflade eruit halen en bak verwijderen.
u
Schuiflade reinigen en zo nodig overgelopen water uit de
u
schuiflade verwijderen.
Vakantiefunctie IceMaker
De vakantiefunctie van de IceMaker is geschikt voor korte
perioden waarin geen ijsblokjes worden gemaakt, bijvoorbeeld
tijdens een vakantieperiode.
Vakantiefunctie IceMaker inschakelen
De schuiflade van de IceMaker moet leeg en erin geschoven
zijn.
Druk in het homebeeldscherm op het symbool
u
IceMaker
-of-
Druk op menu.
u
.
IceMaker
navigeren: Druk op de navigatiepijlen.
IceMaker
FlushClean
FlushClean
Activeren
.
.
navigeren: Druk op de navigatiepijlen.
.
.
34* afhankelijk van model en uitvoering
Naar
u
u
u
u
w
w
IceMaker
Druk op
Druk op
Druk op
IJsblokjesbakje gaat in de reinigingspositie. De IceMaker
wordt in de vakantiefunctie gezet.
Op het homebeeldscherm wordt het symbool
IceMaker-HolidayMode
Haal de schuiflade eruit.
u
Reinig het ijsblokjesbakje en de schuiflade met een zachte
u
poetsdoek en warm water. Gebruik, indien nodig, een mild
afwasmiddel. Daarna uitspoelen.
De schuiflade er weer inschuiven.
u
Vakantiefunctie IceMaker uitschakelen
navigeren: Druk op de navigatiepijlen.
IceMaker
IceMaker-HolidayMode
Activeren
.
.
.
weergegeven
LET OP
Onpasselijkheid door vuil ijsblokjesbakje!
Na een lange uitschakeltijd van de IceMaker, ijsblokjesbakje
u
reinigen.
LET OP
Spoelmiddelresten in ijsschaal en schuiflade.
Misselijkheid of geïrriteerdheid van de slijmvlies.
Spoelmiddelresten verwijderen: Eerst drie ladingen
u
ijsblokjes weggooien.
Onderhoud
6 Onderhoud
6.1 FreshAir-filter vervangen
Het FreshAir-filter waarborgt een optimale luchtkwaliteit. Het
vervangingsinterval bedraagt 12 maanden. Bij een geactiveerde herinneringsfunctie vraagt een melding, op de weergave, om het filter te vervangen. Het FreshAir-filter kan bij de
vakhandelaar worden besteld.
Filter vervangen
De melding
geven.
Afdekking ventilator
u
verwijderen.
FreshAir-filter vervangen!
wordt weerge-
Haal de schuiflade eruit.
u
Reinig het ijsblokjesbakje en de schuiflade met een zachte
u
poetsdoek en warm water. Gebruik, indien nodig, een mild
afwasmiddel. Daarna uitspoelen.
De schuiflade er weer inschuiven.
u
Druk in het homebeeldscherm op het symbool
u
IceMaker-HolidayMode
-of-
Druk op menu.
u
Naar
u
u
u
u
w
IceMaker uitschakelen
Wanneer u geen ijsblokjes nodig heeft, kan de IceMaker onafhankelijk van het vriesgedeelte worden uitgeschakeld.
Als de IceMaker is uitgeschakeld, kan de schuiflade van de
IceMaker voor het invriezen en de opslag van levensmiddelen
worden gebruikt.
u
u
IceMaker
Druk op
Druk op
Druk op
IJsblokjesbakje gaat in de bedrijfsmodus. De
IceMaker wordt ingeschakeld.
IceMaker reinigen (zie 6.5) .
Druk in het homebeeldscherm op het symbool
IceMaker
-of-
Druk op menu.
u
Naar
u
u
u
u
w
u
IceMaker
Druk op
Druk op
Druk op de statustoets On/Off.
De IceMaker is uitgeschakeld.
De levensmiddelen kunnen nu zo nodig tot een maximale
hoogte van 7 cm in de schuiflade worden ingevroren.
navigeren: Druk op de navigatiepijlen.
IceMaker
IceMaker-HolidayMode
Stop
.
.
navigeren: Druk op de navigatiepijlen.
IceMaker
IceMaker
.
.
.
.
.
Fig. 77
FreshAir-filter eruit halen.
u
Nieuw filter in omgekeerde volgorde aanbrengen.
u
Zorg ervoor dat het filter vastklikt.
u
Afdekking ventilator weer aanbrengen.
u
Druk op OK.
u
De melding
w
Druk op OK.
u
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
Filter later vervangen
Moet u er op een later tijdstip aan herinnerd worden dat u het
filter moet vervangen, kan het vervangen van het filter 30
dagen naar achter worden verplaatst.
De melding
geven.
Druk op
u
De melding wordt na 30 dagen opnieuw weergegeven.
w
Indien nodig melding opnieuw weergeven: Druk in het
u
homebeeldscherm op het symbool .
Indien nodig naar de melding navigeren: Druk op OK.
u
Herinneringsfunctie uitschakelen
Wordt er geen nieuw FreshAir-filter ingezet, kan de herinneringsfunctie gedeactiveerd worden.
Druk op menu.
u
Navigeer naar
u
pijlen.
Druk op
u
Navigeer naar
u
Druk op
u
Druk op
u
Druk op de statustoets On/Off.
u
FreshAir-filter gewisseld
FreshAir-filter vervangen!
Later herinneren
.
Systeem-instellingen
Systeem-instellingen
Apparaatfilter
Apparaatfilter
.
FreshAir-filter
.
: Druk op de navigatiepijlen.
.
wordt weergegeven.
wordt weerge-
: Druk op de navigatie-
* afhankelijk van model en uitvoering35
Onderhoud
6.2 Ontdooien met NoFrost
Het NoFrost-systeem ontdooit het apparaat automatisch.
Koelgedeelte:
Het dooiwater verdampt door de warmte van de compressor.
Vriesgedeelte:
Het vocht slaat neer op de verdamper, wordt regelmatig
ontdooid en verdampt dan.
U hoeft het apparaat niet handmatig te ontdooien.
u
6.3 Het ventilatierooster reinigen
Het ventilatierooster waarborgt een probleemloze werking van
het apparaat door een optimale be- en ontluchting.
Ventilatierooster regelmatig met een stofzuiger afzuigen.
u
Hardnekkige vervuilingen met een vochtige doek verwij-
u
deren.
Bij een geactiveerde herinneringsfunctie vraagt een melding
jaarlijks, op de weergave, om te reinigen.
Het luchtrooster reinigen
De melding
Luchtrooster reinigen.
u
Druk op
u
De melding
w
Druk op OK.
u
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
Het luchtrooster later reinigen
Moet u er op een later tijdstip aan herinnerd worden dat het
luchtrooster gereinigd moet worden, kan de herinnering 30
dagen naar achter worden verplaatst.
De melding
Druk op
u
De melding wordt na 30 dagen opnieuw weergegeven.
w
Indien nodig melding opnieuw weergeven: Druk in het
u
homebeeldscherm op het symbool .
Indien nodig naar de melding navigeren: Druk op OK.
u
Herinneringsfunctie uitschakelen
Wilt u niet meer herinnerd worden aan het reinigen van het
luchtrooster, kan de herinneringsfunctie worden uitgeschakeld.
Druk op menu.
u
Navigeer naar
u
pijlen.
Druk op
u
Navigeer naar
u
Druk op
u
Druk op
u
Druk op de statustoets On/Off.
u
Luchtrooster reinigen!
OK
.
Luchtrooster reinigen
Luchtrooster reinigen!
Later herinneren
.
Systeem-instellingen
Systeem-instellingen
Apparaatfilter
Apparaatfilter
Luchtrooster
.
.
wordt weergegeven.
wordt weergegeven.
wordt weergegeven.
: Druk op de navigatie-
.
: Druk op de navigatiepijlen.
6.4 Apparaat reinigen
Het apparaat regelmatig reinigen.
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende
u
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
u
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische
Dienst.
Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
u
beschadigen.
Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-
u
roosters en elektrische delen terecht komen.
Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
u
neutrale pH-waarde.
Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
u
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
Apparaat uitruimen.
u
Trek de stekker uit.
u
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
u
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand
reinigen.
LET OP
Beschadigingsgevaar door reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal!
De roestvrijstalen deuren en roestvrijstalen zijwanden zijn
behandeld met een hoogwaardige oppervlakcoating.
Reinigingsmiddelen voor roestvrij staal tasten de oppervlakken
aan.
Gecoate deur- en zijwandoppervlakken alsmede gelakte
u
deur- en zijwandoppervlakken uitsluitend afvegen met
een zachte, schone doek. Bij sterke vervuiling een beetje
water of een neutraal reinigingsmiddel gebruiken. Optioneel
kan ook een microvezeldoek worden gebruikt.
De meeste onderdelen kunnen worden gedemonteerd om
u
te worden gereinigd: zie het desbetreffende hoofdstuk.
De laden met lauw water en een beetje afwasmiddel hand-
u
matig reinigen.
Deksel Fruit & Vegetable-Safe met lauw water en een
u
beetje spoelmiddel met de hand reinigen.
De overige uitrustingsdelen mogen in de vaatwasser
u
worden gereinigd.
Telescooprails alleen met een vochtige doek reinigen. Het
u
vet in de geleiders dient ter smering en mag niet worden
verwijderd.
Na het reinigen:
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
SuperFrost inschakelen (zie 5.4.9) .
u
Wanneer de temperatuur voldoende koud is:
de levensmiddelen er weer in leggen.
u
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
WAARSCHUWING
Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de oppervlakken beschadigen.
Gebruik geen stoomreinigers!
u
6.5 IceMaker reinigen
De schuiflade van de IceMaker moet leeg en erin geschoven
zijn. De IceMaker moet ingeschakeld zijn.
Druk in het homebeeldscherm op het symbool
u
IceMaker
-of-
Druk op menu.
u
Naar
u
Druk op
u
.
IceMaker
IceMaker
navigeren: Druk op de navigatiepijlen.
.
36* afhankelijk van model en uitvoering
Storingen
Druk op
u
Druk op
u
IJsblokjesbakje gaat in de reinigingspositie.
w
Het beeldscherm kan intussen niet worden
bediend.
De draaibeweging is afgesloten en de IceMaker schakelt
de reinigingsmodus uit.
Haal de schuiflade eruit.
u
Reinig het ijsblokjesbakje en de schuiflade met een zachte
u
poetsdoek en warm water. Gebruik, indien nodig, een mild
afwasmiddel. Daarna uitspoelen.
De schuiflade er weer inschuiven.
u
Druk op
u
IJsblokjesbakje gaat in de bedrijfsmodus.
w
TwistClean
Activeren
Stop
.
.
.
LET OP
Spoelmiddelresten in ijsschaal en schuiflade.
Misselijkheid of geïrriteerdheid van de slijmvlies.
Spoelmiddelresten verwijderen: Eerst drie ladingen
u
ijsblokjes weggooien.
IceMaker niet uitschakelen.
u
-of-
IceMaker uitschakelen (zie 5.7.9.4)
u
6.6 Technische Dienst
Controleer eerst of u de fout zelf kunt oplossen (zie 7) . Als dit
niet het geval is, dient u contact op te nemen met de klantenservice. Het adres vindt u in het bijgevoegd overzicht.
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
u
Apparaataanduiding (model en index), servicenummer
(service) en serienummer (S-nr.) via het beeldscherm
oproepen:
u
u
u
u
u
w
u
u
u
Bovendien kan de apparaatinformatie van het typeplaatje
worden afgelezen:
u
Klantmenu
In het klantmenu kunnen de volgende functies worden opgeroepen:
- Zelfdiagnose
WAARSCHUWING
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaansluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie 6) ,
uitsluitend door de Technische Dienst laten uitvoeren.
Druk op menu.
Navigeer naar
pijlen.
Druk op
Navigeer naar
pijlen.
Druk op
De apparaatinformatie wordt weergegeven.
Apparaatinformatie noteren.
Contact met de klantenservice opnemen en de benodigde
apparaatinformatie verstrekken.
Overige aanwijzingen van de klantenservice opvolgen.
Apparaataanduiding
Fig. 78 (1)
nummer
serienummer
Fig. 78 (3)
typeplaatje aflezen.
Het typeplaatje
bevindt zich aan de
binnenkant van het
apparaat.
Systeem-instellingen
Systeem-instellingen
Apparaatinformatie
Apparaatinformatie
, service-
Fig. 78 (2)
en
van het
.
: Druk op de navigatie-
.
: Druk op de navigatie-
Fig. 78
Het apparaat voert een zelfdiagnose uit en controleert alle
elektrische componenten.
- RESET
Het apparaat wordt teruggezet naar de fabrieksinstellingen.
- Handmatig ontdooien
Handmatig ontdooien wordt gestart.
- Watertoevoertijd
Bij apparaten met een ijsblokjesmaker is deze functie actief.
De grootte van de ijsblokjes wordt bepaald door de watertoevoertijd.
Om in het klantmenu te komen, gaat u als volgt te werk:
Druk op
u
Raak Service-toegang aan.
u
Door de cijfercode 151 in te voeren kan het klantmenu
u
worden geselecteerd.
Apparaatinformatie
.
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er
desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of
de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit
geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode
in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
→
Apparaat inschakelen.
u
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
→
Stekker controleren.
u
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
→
Zekering controleren.
u
De apparaatstekker is niet correct in het apparaat gestoken.
→
Apparaatstekker controleren.
u
Het apparaat is langer dan 24 uur niet meer bediend. Daar-
→
door is het beeldscherm uitgeschakeld.
Deur openen.
u
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
→
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daardoor langer is, wordt energie bespaard.
Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
u
SuperFrost is ingeschakeld.
→
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
SuperCool is ingeschakeld.
→
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
Geluiden zijn te luid.
Toerentalgeregelde* compressoren kunnen naar aanleiding
→
van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden
veroorzaken.
Het geluid is normaal.
u
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
→
stroomt.
Het geluid is normaal.
u
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
→
van het koelaggregaat (de motor).
Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levens-
→
middelen of na lang geopende deur wordt het koelvermogen automatisch verhoogd.
Het geluid is normaal.
u
* afhankelijk van model en uitvoering37
Meldingen
Bij ingeschakelde SuperCool, nieuw opgeslagen levens-
→
middelen of na lang geopende deur wordt het koelvermogen automatisch verhoogd.
Het geluid is normaal.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
→
Oplossing: (zie 1.2)
u
Een lage bromtoon.
Het geluid ontstaat door luchtstromingsgeluiden van de
→
ventilator.
Het geluid is normaal.
u
Trilgeluiden
Het apparaat staat niet vast op de vloer. Daardoor gaan
→
voorwerpen en meubels in de buurt van het lopende
koelaggregaat trillen.
Lijn het apparaat via de stelvoeten uit.
u
Flessen en bakken uit elkaar drukken.
u
Een stromingsgeluid aan de sluitdemper.
Het geluid ontstaat bij het openen en sluiten van de deur.
→
Het geluid is normaal.
u
Melding
op het beeldscherm.
→
u
DEMO wordt in de rechter onderhoek van het beeldscherm weergegeven.
→
u
u
Het apparaat is aan de buitenkant warm*.
→
u
U kunt de IceMaker niet aanzetten.
→
u
De IceMaker maakt geen ijsblokjes.
→
u
→
u
→
u
Functies in het submenu IceMaker starten niet.
→
u
Temperatuur is niet laag genoeg.
→
u
→
u
→
u
→
u
→
u
→
u
→
u
DemoMode actief!
Demonstratiemodus is geactiveerd.
Druk op
Demonstratiemodus is geactiveerd.
Netstekker uit het stopcontact halen.
Netstekker weer aansluiten.
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
condenswater te voorkomen.
Dit is normaal.
Het apparaat en dus ook de IceMaker zijn niet aangesloten.
Apparaat aansluiten (zie 4) .
De IceMaker is niet ingeschakeld.
IceMaker inschakelen.
De schuiflade van de IceMaker is niet goed dicht.
Schuiflade correct inschuiven.
De watertoevoer is niet open.
Watertoevoer openen.
IJsblokjesbakje draait zich.
Na 1 minuut opnieuw proberen.
De deur is niet goed gesloten.
Deur van het apparaat sluiten.
Niet voldoende be- en ontluchting.
Ventilatieroosters vrijmaken en reinigen.
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2) .
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf wordt
bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische
Dienst (zie 6) .
U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
opgeslagen.
Oplossing: (zie 5.4.9)
De temperatuur is verkeerd ingesteld.
Stel de temperatuur lager in en controleer deze na 24 uur.
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,
verwarming enz.).
Verander de standplaats van het apparaat of van de warmtebron.
Stop
.
met aflopende tijd verschijnt
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
→
Apparaat inschakelen.
u
De deur was langer dan 15 min. open.
→
De binnenverlichting schakelt zich bij een geopende deur
u
na ca. 15 min. automatisch uit.
Het apparaat is langer dan 24 uur niet meer bediend. Daar-
→
door is het beeldscherm en de verlichting uitgeschakeld.
Deur openen en kort wachten
u
De LED-verlichting is defect of de afdekking is beschadigd:
→
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door een elektrische schok!
Onder de afdekking bevinden zich stroomgeleidende delen.
LED-binnenverlichting uitsluitend door de Technische Dienst
u
of daarvoor geschoold personeel laten vervangen of repareren.
WAARSCHUWING
Risico op letsel door LED-lamp!
De lichtintensiteit van de led-verlichting komt overeen met risicogroep RG 2.
Als de afdekkap defect is:
Niet met optische lensen uit directe nabijheid direct in de
u
verlichting kijken. Hierdoor kan oogletsel ontstaan.
Het deurrubber is defect of moet om een andere reden
worden vervangen.
Het deurrubber kan worden vervangen. Er kan zonder
→
gereedschap een nieuw deurrubber worden geplaatst.
Neem contact op met de technische dienst (zie 6) :
u
Het apparaat is bevroren of er vormt zich condenswater.
De deurafdichting kan uit de sleuf zijn weggegleden.
→
De deurafdichting controleren op juiste bevestiging in de
u
sleuf.
8 Meldingen
Foutmeldingen en herinneringen worden door een
geluidssignaal en een melding op het beeldscherm
weergegeven. Het geluidssignaal bij foutmeldingen
versterkt zich en wordt luider. Pas als de melding wordt
bevestigd, dooft het geluidssignaal. Meldingen van de
hoogste prioriteit worden eerst weergegeven, als er
meerdere gelijktijdig optreden. Iedere melding moet
afzonderlijk worden bevestigd.
Zolang een melding actief is resp. de fout niet wordt opgelost,
blijft de melding op het homebeeldscherm staan.
Aanwijzing
Details over de melding kunnen opnieuw op het homebeeldscherm worden weergegeven.
u
Druk op het symbool Meldingen
Bij meerdere actieve meldingen vermeldt de navigatiebalk het
aantal en de actuele positie in de meldingen.
OK
Druk op
Na de laatste actieve melding wisselt de weergave naar het
homebeeldscherm.
Deuralarm
Als de deur langer dan 60 seconden open staat,
klinkt er een geluidssignaal. Op de weergave
verschijnt de melding
dooft automatisch, als de deur wordt gesloten.
om de volgende melding weer te geven.
Deuralarm
.
. Het geluidssignaal
38* afhankelijk van model en uitvoering
Uitzetten
Het geluidssignaal kan bij geopende deur stil
geschakeld worden. Het uitschakelen van het geluid
werkt zolang de deur geopend is.
Druk op
u
Het geluidssignaal dooft.
w
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
Temperatuuralarm
Als de temperatuur in het vriesgedeelte niet koud
genoeg is, klinkt er een geluidssignaal. Op de weergave verschijnt de melding
De temperatuur was tijdens de laatste uren of dagen te
hoog. Als de storing is verholpen, werkt het apparaat
op de laatste temperatuurinstelling verder.
De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
het plaatsen van warme frisse levensmiddelen in het appa-
-
raat
dat bij het hersorteren en het eruit halen van levensmiddelen
-
teveel warme lucht in het apparaat is gestroomd
dat de stroom te lang is uitgevallen
-
dat het apparaat defect is
-
Druk op OK.
u
Het geluidssignaal dooft.
w
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
Het symbool Temperatuuralarm verschijnt in het desbetref-
w
fende veld temperatuur.
Levensmiddelen op hun kwaliteit controleren. Bedorven
u
levensmiddelen niet meer consumeren. Ontdooide levensmiddelen niet meer invriezen.
Na het bereiken van de ingestelde temperatuur verdwijnt het
w
symbool.
Als de alarmtoestand blijft bestaan of de temperatuur zich niet
meer automatisch instelt: (zie 7) .
Stroomuitval
Er klinkt een geluidssignaal. Op de weergave
verschijnt de melding
gave wordt de warmste temperatuur in het vriesgedeelte weergegeven, die tijdens de stroomuitval is
bereikt.
De temperatuur is door een stroomuitval of een
stroomonderbreking tijdens de laatste uren of dagen
te hoog.
Als de stroomonderbreking is beëindigd, werkt het apparaat op
de laatste temperatuurinstelling verder in het
programma
vervangen van het FreshAir-filter en het reinigen van het luchtrooster blijven behouden. Was voor de stroomuitval het
Holiday-programma
Holiday-programma
Druk op OK.
u
Het geluidssignaal dooft.
w
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
Het symbool Temperatuuralarm verschijnt in het desbetref-
w
fende veld temperatuur.
Levensmiddelen op hun kwaliteit controleren. Bedorven
u
levensmiddelen niet meer consumeren. Ontdooide levensmiddelen niet meer invriezen.
Na het bereiken van de ingestelde temperatuur verdwijnt het
w
symbool.
Apparaatfout
Er klinkt een geluidssignaal. Op de weergave
verschijnt de melding
foutcode.
In een onderdeel van het apparaat is een storing
opgetreden.
Foutcode noteren.
u
Druk op
u
Het geluidssignaal dooft.
w
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
Contact met de klantenservice opnemen (zie 6) .
u
OK
.
Temperatuuralarm
Alarm stroomuitval
.
. In de weer-
Day-to-Day-
. De geactiveerde herinneringen voor het
actief, werkt het apparaat verder in het
.
Storing
met de bijbehorende
OK
.
Betreft de fout een bepaalde temperatuurzone, wordt in het
temperatuurveld van de zone in plaats van de temperatuur het
symbool apparaatfout weergegeven.
Fout watertoevoer
Er klinkt een geluidssignaal. Op de weergave
verschijnt de melding
De wateraansluiting naar de IceMaker is niet open, de watertoevoer is onderbroken of de zeef in het aansluitstuk van de
watertoevoerslang is verstopt.
Druk op
u
Het geluidssignaal dooft.
w
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
De wateraansluiting openen.
u
-of-
De wateraansluiting en leidingen controleren (zie 4) .
u
-of-
De zeef reinigen.
u
IceMaker inschakelen (zie 5.7.9.2) .
u
Wanneer de melding blijft optreden contact met de klanten-
u
service opnemen (zie 6) .
Overige meldingen
OK
Storing
met foutcode WATER.
.
FreshAir-filter vervangen!
Luchtrooster reinigen!
BottleTimer-Alarm
Timer-Alarm
Schuiflade IceMaker openen, schuiflade
sluiten
(zie 5)
(zie 6)
(zie 6)
(zie 5)
9 Uitzetten
9.1 Apparaat uitschakelen
Aanwijzing
Als het apparaat resp. het vries- of koelgedeelte niet uitgeschakeld kan worden, is de kinderbeveiliging actief.
Kinderbeveiliging deactiveren (zie 5.4.2) .
u
9.1.1 Volledige apparaat via het menu uitscha-
kelen
Het volledige apparaat wordt uitgeschakeld. Het beeldscherm
wordt zwart.
Druk op menu.
u
Navigeer naar
u
pijlen.
Druk op
u
Druk op
u
Druk op
u
Het stand-bysymbool verschijnt knipperend op het volledige
w
beeldscherm.
Na 1 minuten verdwijnt het stand-bysymbool weer.
w
Apparaat uitschakelen
Apparaat uitschakelen
Uitschakelen
Uitschakelen
.
.
: Druk op de navigatie-
.
* afhankelijk van model en uitvoering39
Apparaat afdanken
9.1.2 Volledige apparaat via het vriesgedeelte
uitschakelen
Bij het uitschakelen van het vriesgedeelte worden het koel- en
Biofresh-Plus-gedeelte ook automatisch uitgeschakeld! Het
beeldscherm blijft ingeschakeld, daardoor kan bijvoorbeeld de
timer verder worden gebruikt.
Druk op het veld vriesgedeelte.
u
Druk op het stand-bysymbool.
u
Zone uitschakelen?
w
Druk op OK.
u
9.1.3 Koel- met BioFresh-Plus-gedeelte
uitschakelen
Koel- en BioFresh-Plus-gedeelte kunnen, indien nodig, afzonderlijk worden uitgeschakeld.
Druk op het veld koel- of BioFresh-Plus-gedeelte.
u
Druk op het stand-bysymbool.
u
Zone uitschakelen?
w
Druk op OK.
u
9.2 Buiten werking stellen
Apparaat leegmaken.
u
IceMaker in reinigingsstand zetten (zie 6) .
u
Apparaat uitschakelen (zie 9) .
u
Netstekker eruit halen.
u
Indien nodig de apparaatstekker eruit halen: Eruit
u
halen en gelijktijdig van links naar rechts
bewegen.
Apparaat reinigen (zie 6.4) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
u
gename geuren kunnen ontstaan.
wordt weergegeven.
wordt weergegeven.
10 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en
mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden
meegegeven. Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de
plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het
koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel
(informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrijkomen.
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
u
40* afhankelijk van model en uitvoering
Apparaat afdanken
* afhankelijk van model en uitvoering41
Liebherr-Hausgeräte Ochsenhausen GmbH
Memminger Straße 77-79
88416 Ochsenhausen
Deutschland
home.liebherr.com
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.