De inhoud van deze handleiding kan op bepaalde punten afwijken van uw
telefoon, afhankelijk van de software op de telefoon of uw service provider.
G
Issue 1.0
Printed in Korea
Gebruikershandleiding
NEDERLANDS / FRANÇAIS / ENGLISH
KG220 Gebruikershandleiding - NEDERLANDS
Uw oude toestel wegdoen
1. Als het symbool met de doorgekruiste verrijdbare afvalbak
op een product staat, betekent dit dat het product valt
onder de Europese Richtlijn 2002/96/EC.
2. Elektrische en elektronische producten mogen niet worden
meegegeven met het huishoudelijk afval, maar moeten
worden ingeleverd bij speciale inzamelingspunten die door
de lokale of landelijke overheid zijn aangewezen.
3. De correcte verwijdering van uw oude toestel helpt
negatieve gevolgen voor het milieu en de menselijke
gezondheid voorkomen.
4. Wilt u meer informatie over de verwijdering van uw oude
toestel? Neem dan contact op met uw gemeente, de
afvalophaaldienst of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Inhoudsopgave
Introductie ………………………………………………… 8
Richtlijnen voor juist en veilig gebruik …………………… 9
KG220 functies …………………………………………… 13
Onderdelen van de telefoon ……………………………… 13
Scherminformatie ………………………………………… 16
Basisscherm ……………………………………………… 18
Toestel klaarmaken voor gebruik ………………………… 19
De SIM-kaart en de batterij installeren ………………… 19
De batterij opladen ……………………………………… 20
Adapter loskoppelen …………………………………… 21
Telefoon aan- en uitzetten………………………………… 22
Toegangscodes …………………………………………… 22
Blokkeerwachtwoord …………………………………… 23
Hoofdfuncties……………………………………………… 24
Bellen en gebeld worden ………………………………… 24
Contacten ………………………………………………… 29
Menu in gesprek ………………………………………… 30
Conferentiegesprekken …………………………………… 31
4
Menu-overzicht …………………………………………… 34
Selecteren van functies en opties………………………… 37
Belgeschiedenis ………………………………………… 38
Gefeliciteerd met de aanschaf van de geavanceerde
en compacte mobiele telefoon KG220, met de laatste
digitale mobiele communicatietechnologie.
8
Deze gebruikershandleiding bevat belangrijke
informatie over het gebruik en de bediening van
uw telefoon. Lees alle informatie aandachtig door
om het toestel optimaal te benutten en schade aan
of misbruik van de telefoon te voorkomen. Bij
aanpassingen aan de telefoon die niet uitdrukkelijk
in deze gebruikershandleiding zijn vermeld, kan de
garantie op het toestel vervallen.
Richtlijnen voor juist en veilig gebruik
Lees deze eenvoudige richtlijnen door. Het niet
respecteren van de voorschriften kan gevaarlijk of
illegaal zijn. Meer informatie vindt u in deze
handleiding.
Blootstelling aan RF-energie
Informatie over blootstelling aan radiogolven en over
SAR (Specific Absorption Rate)
Deze mobiele telefoon, model KG220, is ontworpen
in overeenstemming met de limiet voor
blootstelling aan radiogolven. Deze limiet is gebaseerd
op wetenschappelijke richtlijnen waarbij
veiligheidsmarges zijn ingebouwd om de veiligheid van
alle personen te kunnen waarborgen, ongeacht hun
leeftijd of gezondheidstoestand.
• De richtlijnen voor blootstelling aan radiogolven
maken gebruik van de maateenheid SAR (Specific
Absorption Rate). SAR-testen worden uitgevoerd
volgens een standaardmethode, waarbij de telefoon
in alle frequentiebanden het hoogst toegestane
energieniveau gebruikt.
• Hoewel er verschillen kunnen zijn tussen de
SARniveaus van verschillende modellen LGtelefoons, voldoen deze allemaal aan de eisen op het
gebied van blootstelling aan radiogolven.
• De door de ICNIRP (International Commission on
Non-Ionizing Radiation Protection) geadviseerde
SAR-limiet is gemiddeld 2 W/kg per tien (10) gram
weefsel.
• De hoogst gemeten SAR-waarde voor dit type
telefoon tijdens tests tegen het oor is 0.917 W/kg (per
10 gram).
Onderhoud
Waarschuwing! Gebruik uitsluitend originele
batterijen, opladers en accessoires die zijn
goedgekeurd voor dit specifieke type telefoon. Het
gebruik van andere types kan gevaarlijk zijn en kan
de garantie op het toestel doen vervallen.
• Haal het toestel niet uit elkaar. Raadpleeg voor
reparaties een erkend technicus.
• Houd het toestel uit de buurt van elektrische
apparaten zoals tv, radio en pc.
9
Richtlijnen voor juist en veilig gebruik
• Houd het toestel uit de buurt van warmtebronnen
zoals radiators en fornuizen.
• Plaats uw telefoon nooit in een magnetron, dit zal de
accu doen ontploffen
• Laat het toestel niet vallen.
• Stel het toestel niet bloot aan mechanische trillingen
of schokken.
• Het omhulsel van het toestel kan beschadigd raken
als het wordt verpakt in papier of vinylpapier.
• Gebruik een droge doek om de buitenkant van het
toestel te reinigen. (Gebruik geen oplosmiddelen
zoals benzeen, thinner of alcohol.)
• Stel het toestel niet bloot aan overmatige rook of
stof.
• Houd het toestel uit de buurt van creditcards en
andere pasjes; dit kan de informatie op de
magnetische strips beïnvloeden.
• Tik niet op het scherm met scherpe objecten, dit kan
de telefoon beschadigen.
• Stel het toestel niet bloot aan vocht.
10
• Gebruik accesoires, zoals hoofdtelefoons en
headsets altijd met voorzichtigheid. Zorg ervoor dat
kabels altijd veilig weggestopt zitten en vermijd
onnodig contact met de antenne.
• Gebruik de accessoires zoals de oortelefoon
zorgvuldig. Raak de antenne niet onnodig aan.
Elektronische apparaten
Alle mobiele telefoons kunnen onderhevig zijn aan
storingen die de prestaties nadelig beïnvloeden.
• Gebruik uw telefoon niet in de buurt van medische
apparatuur zonder hiervoor vooraf toestemming te
vragen. Houd de telefoon op afstand van uw
pacemaker, draag deze niet in een borstzak.
• Sommige gehoorapparaten kunnen storing
ondervinden van mobiele telefoons.
• De telefoon kan ook enige storing veroorzaken bij
tv’s, radio’s, pc’s, enz.
Veiligheid op de weg
Kijk de bestaande wetten en regels na over het
gebruik van mobiele telefoons in uw voertuig in de
Richtlijnen voor juist en veilig gebruik
landen waar u rijdt.
• Houd de telefoon niet in de hand terwijl u aan het
rijden bent.
• Houd uw aandacht bij de weg.
• Maak gebruik van een handsfree kit, indien
beschikbaar.
• Als dit gezien de rijomstandigheden verstandiger is,
verlaat dan de weg en parkeer uw auto alvorens een
telefoongesprek te gaan voeren.
• RF-energie kan sommige elektronische systemen in
uw gemotoriseerde voertuig, zoals autoradio en
beveiligingsapparatuur, nadelig beïnvloeden.
• Als uw voertuig is voorzien van een airbag, plaats
dan geen geïnstalleerde of draadloze apparatuur in
de ruimte boven de airbag of waar de airbag wordt
opgeblazen. Dit kan ernstige verwondingen
veroorzaken als de airbag wordt opgeblazen.
Als u naar muziek luisterd wanneer u buiten de deur
bent, zorg dan alstublieft voor een verantwoord
volume zodat u alert blijft op wat er in uw omgeving
gebeurt. Vooral bij zaken als oversteken is dit van zeer
groot belang.
VERMIJD GEHOORBESCHADIGING
Gehoorbeschadiging kan optreden als u uw gehoor
voor langere tijd blootsteld aan een hoog volume. Wij
raden u daarom aan om de telefoon niet dicht bij het
oor aan of uit te schakelen. Ook adviseren wij u om
het muziek- en belvolume op een verantwoord niveau
in te stellen.
Gebied waar ontploffingen plaatsvinden
Gebruik de telefoon niet op plaatsen waar met
explosieven wordt gewerkt. Houd u aan de geldende
voorschiften en regels.
Mogelijk explosieve atmosfeer
• Gebruik de telefoon niet in de nabijheid van
tankstations. Gebruik hem niet in de buurt van
brandstof of chemicaliën.
• Vervoer of bewaar geen brandbaar gas, vloeistof of
ander materiaal op dezelfde plaats in uw voertuig als
uw mobiele telefoon en accessoires.
11
Richtlijnen voor juist en veilig gebruik
Vliegtuig
Draadloze apparatuur kan storingen veroorzaken in
vliegtuigen.
• Schakel uw mobiele telefoon uit voordat u aan boord
van een vliegtuig gaat.
• Gebruik de telefoon niet aan de grond zonder
toestemming van de bemanning.
Kinderen
Bewaar de telefoon op een veilige plaats buiten het
bereik van kinderen. De telefoon bevat kleine
afneembare onderdelen die tot verstikking kunnen
leiden.
Alarmnummers
Alarmnummers kunt u niet via alle GSM-netwerken
bellen. Zorg daarom dat u in noodsituaties nooit alleen
afhankelijk bent van de telefoon. Neem contact op met
uw netwerkexploitant voor meer informatie.
Informatie en onderhoud batterij
• U hoeft de batterij niet volledig te ontladen voor u
12
deze oplaadt. In tegenstelling tot andere
batterijsystemen heeft dit systeem geen
geheugeneffect dat de capaciteit van de batterij
beïnvloedt.
• Gebruik uitsluitend LG-batterijen en -laders. LGladers zorgen voor een maximale levensduur van de
batterij.
• Haal de batterij niet uit elkaar en voorkom
kortsluiting in de batterij.
• Houd de metalen contactpunten van de batterij
schoon.
• De batterij kan honderden malen worden opgeladen
voordat deze aan vervanging toe is.
• Laad de batterij opnieuw op als deze lange tijd niet is
gebruikt, voor een optimale betrouwbaarheid.
• Stel de batterijlader niet bloot aan direct zonlicht en
gebruik deze niet in vochtige ruimtes, zoals de
badkamer.
• Bewaar de batterij niet op warme of koude plaatsen,
omdat dit de capaciteit van de batterij nadelig kan
beïnvloeden.
KG220 functies
Onderdelen van de telefoon
Voorkant
1. Headset
aansluiting
2. Zijtoetsen omhoog
/omlaag
3. Cameralens
1. Headset aansluiting
• Headset hier aansluiten.
2. Zijtoetsen omhoog/omlaag
• Hiermee regelt u het volume van de toetsentonen
in de standby-modus bij geopende klep.
• Hiermee regelt u het volume van de oormicrofoon
tijdens een telefoongesprek.
3. Cameralens
n Opmerking Vuil op de cameralens kan de
beeldkwaliteit beïnvloeden.
13
KG220 functies
Achterkant
14
Ruimte voor
SIM-kaart
SIM-kaart-terminals
Ontgrendelingsknop
Schuif de knop omhoog om de
batterij te verwijderen.
220
KG
Opladeraansluiting
/ Kabelaansluiting
Opening voor een
draagkoord
Batterij
Batterijcontacten
KG220 functies
Klep open
1. Oortelefoon
2. Linker softkey
3. Toets Orange
World
4. Verzendtoets
5. Alfanumerieke
toetsen
6. Microfoon
MenuBericht
7. Hoofdscherm
8. Navigatietoetsen
9. Bevestigingstoets
10. Rechter softkey
11. Cameratoets
12. Einde-/Aan-uit-toets
13. Annuleertoets
14. Speciale
functietoetsen
1. Oortelefoon
2, 10. Linker softkey/ Rechter softkey: Elk van deze
toetsen verricht de functie die erboven in het
scherm wordt weergegeven.
3. Toets Orange World: Met deze sneltoets gaat u naar
het menu Orange World.
4. Verzendtoets: U kunt een telefoonnummer kiezen en
een oproep beantwoorden. In de standby-modus
hebt u ook snel toegang tot de laatste inkomende,
uitgaande en gemiste oproepen.
5. Alfanumerieke toetsen: U kunt cijfers, letters en
MenuMsg
speciale tekens invoeren.
6. Microfoon: U kunt het geluid van de microfoon
tijdens een oproep uitschakelen.
7. Hoofdscherm: Geeft icoontjes met telefoonstatus
weer, evenals menuopties, webinformatie, foto’s en
meer, in kleur.
8. Navigatietoetsen: Hiermee kunt u door menu's
bladeren en de cursor verplaatsen.
15
KG220 functies
9. Bevestigingstoets: Selecteert en bevestigt opties en
bevestigt acties.
11. Cameratoets: Druk deze toets in om de camera te
gebruiken. Komt onmiddellijk in cameramenu te
staan.
12. Einde-/Aan-uit-toets: U kunt een oproep
beëindigen of weigeren met deze toets, en tevens
teruggaan naar de standby-modus. U houdt de
toets ingedrukt om de telefoon aan of uit te zetten.
13. Annuleertoets: Als u de toets kort indrukt worden
de tekens een voor een gewist, als u de toets
ingedrukt houdt worden alle tekens op het scherm
gewist. U kunt met deze toets ook teruggaan naar
het vorige scherm.
14. Speciale functietoetsen:
• : Ingedrukt houden van deze toets
activeert/deactiveert de trilfunctie.
• : Door deze toets lang in te drukken wordt
het internationale oproep- teken “+”
ingevoerd.
16
• : Door tijdens het intoetsen van een
telefoonnummer lang op deze toets te
drukken wordt er een pauze ingelast.
Scherminformatie
Op het scherm worden verschillende pictogrammen
weergegeven. Hieronder vindt u een beschrijving van
elk pictogram of icoontje dat op het scherm kan
verschijnen.
Schermpictogrammen
Pictogram
Geeft aan hoe sterk het netwerksignaal is.
Verschijnt wanneer er een gesprek wordt
gevoerd.
Geeft aan dat u gebruik maakt van een
roamingdienst.
Geeft aan dat GPRS-diensten beschikbaar
zijn.
Beschrijving
KG220 functies
Pictogram
Beschrijving
Geeft aan dat de alarmklok is ingesteld en
actief is.
Geeft de status van de batterij aan.
Duidt het ontvangstbewijs van een bericht
aan.
Geeft aan dat u een spraakbericht hebt
ontvangen.
Geeft aan dat de trilfunctie is ingesteld.
Luid menu in profiel.
Stil menu in profiel.
Headsetmenu in profiel.
U kunt een oproep doorschakelen.
Normaal menu in profiel.
Geeft aan dat u de diensten voor
push-berichten kunt beheren.
Pictogram
Beschrijving
Geeft aan dat de telefoon verbinding
maakt met WAP.
Geeft aan dat u GPRS gebruikt.
Geeft aan dat u zich op de
beveiligingspagina bevindt.
17
Basisscherm
Menu 1
Orange heeft het basisscherm aan uw telefoon
toegevoegd, zodat u snel toegang hebt tot de
meestgebruikte functies en in één oogopslag gemiste
oproepen en nieuwe berichten kunt zien.
Menu Bericht
Snelle toegang
In het basisscherm kunt u met twee toetsdrukken de
belangrijkste functies van de telefoon en handige
services van Orange starten. Of u nu een tekstbericht
wilt verzenden, een foto maken of Orange World wilt
verkennen, nu kan dat allemaal sneller dan ooit.
18
Alle opties
Steeds als u een van de pictogrammen aan de
linkerzijde van het scherm selecteert, krijgt u een lijst
met opties die uw keuzemogelijkheden vergroten. U
kunt bijvoorbeeld bij Orange World direct kiezen voor
Nieuws & Weer, Fun & Chat en Film & Music.
Toestel klaarmaken voor gebruik
De SIM-kaart en de batterij installeren
Zorg ervoor dat de telefoon is uitgeschakeld voor u de
batterij verwijdert.
1. De batterij verwijderen
Schuif het batterijklepje omhoog en til de bovenkant
van de batterij op.
220
20
G2
K
n Opmerking Verwijdering van de batterij als het toestel
aanstaat, kan tot storingen of defecten
leiden.
KG
2. De SIM-kaart installeren
Plaats de SIM-kaart in de kaarthouder. Schuif de
SIM-kaart volledig in de houder. Plaats de kaart met
het metalen stukje naar beneden. Om de SIM-kaart
te verwijderen drukt u enigszins op de kaart en trekt
u deze uit de houder.
Plaatsen van de SIM-kaart Verwijderen van de SIM-kaart
n Let op Het metalen stukje in de SIM-kaart kan
gemakkelijk worden beschadigd door krassen.
Behandel de SIM-kaart daarom voorzichtig en
volg de bij de kaart geleverde instructies op.
19
Toestel klaarmaken voor gebruik
3. De batterij installeren
Plaats eerst de onderzijde van de batterij in het
batterijvak. Druk vervolgens op de bovenzijde tot de
batterij vastklikt.
20
2
G
K
20
De batterij opladen
Als u de reisadapter wilt aansluiten op de telefoon,
dient de batterij te zijn geïnstalleerd.
1. Zorg ervoor dat de batterij volledig is opgeladen
voor u de telefoon voor het eerst gebruikt.
2. Sluit het andere uiteinde van de adapter aan op een
stopcontact. Gebruik alleen de meegeleverde lader.
3. Als de balkjes van het batterijpictogram niet meer
bewegen, is de batterij volledig opgeladen.
Toestel klaarmaken voor gebruik
n Let op • Oefen niet te veel druk uit op de aansluiting om
beschadiging van telefoon en/of oplader te
voorkomen.
• Gebruikt u de batterijoplader in het buitenland,
zorg er dan voor dat u de juiste
aansluitingsadapter hebt en de lader van de
correcte netspanning word voorzien.
• Verwijder de batterij of de SIM-kaart nooit
terwijl het toestel aan het opladen is.
n Waarschuwing • Koppel bij onweer het stroomsnoer en
de oplader los, om elektrische
schokken of brand te voorkomen.
• Zorg dat er geen scherpe voorwerpen
zoals tanden en nagels van
huisdieren in contact komen met de
batterij. Hierdoor zou brand kunnen
ontstaan.
• Gebruik de telefoon niet tijdens het
opladen. Dit kan leiden tot kortsluiting
en/of elektrische schokken of brand.
Adapter loskoppelen
1. Als de balkjes van het batterijpictogram niet meer
bewegen en ‘Vol’ op het scherm verschijnt, is de
batterij volledig opgeladen.
2. Haal de adapter uit het stopcontact. Koppel de
adapter los van de telefoon door op de grijze
toetsen aan de zijkant van de aansluiting te drukken
terwijl u deze uit de telefoon trekt.
➁
➀
➀
n Opmerking • Zorg ervoor dat de batterij volledig is
opgeladen voor u de telefoon voor het
eerst gebruikt.
• Verwijder de batterij of de SIM-kaart nooit
terwijl het toestel aan het opladen is.
• Als de batterij niet goed is opgeladen,
schakelt u de telefoon uit en weer in met
behulp van de aan-uitknop. Verwijder
vervolgens de batterij, plaats deze terug en
laad de telefoon opnieuw op.
21
Toestel klaarmaken voor gebruik
Telefoon aan- en uitzetten
Telefoon aanzetten
1. Sluit de telefoon aan op bijvoorbeeld de reisadapter,
de aanstekeradapter of de handsfree carkit. Of
plaats een opgeladen batterij in de telefoon.
2. Druk enkele seconden op tot het LCD-scherm
oplicht.
3. Afhankelijk van de PIN-code-instellingen, dient u al
dan niet de PIN-code in te toetsen.
Telefoon uitzetten
1. Druk enkele seconden op tot het LCD-scherm
wordt uitgeschakeld.
22
Toegangscodes
Met de in dit hoofdstuk beschreven toegangscodes
voorkomt u dat er ongeoorloofd gebruik wordt
gemaakt van uw telefoon. De toegangscodes
(met uitzondering van de PUK- en PUK2-codes)
kunnen worden gewijzigd via de functie Codes
wijzigen [Menu 3-4-5]. Zie pagina 50.
PIN-code (4 tot 8 cijfers)
De PIN-code (Personal Identification Number)
beveiligt de SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik.
Gewoonlijk wordt deze code samen met de SIM-kaart
geleverd. Als u PIN-code invoeren hebt geactiveerd,
moet u telkens als u het toestel aanzet deze code
intoetsen. Is de functie PIN-code invoeren
gedeactiveerd, dan maakt het toestel rechtstreeks
verbinding met het netwerk zonder om de PIN-code te
vragen.
Toestel klaarmaken voor gebruik
PIN2-code (4 tot 8 cijfers)
De PIN2-code, die bij sommige SIM-kaarten wordt
geleverd, hebt u nodig om toegang te krijgen tot
bepaalde functies zoals Overzicht telefoonrekening of
Beperkt kiezen. Deze functies zijn alleen beschikbaar
als ze door uw SIM-kaart worden ondersteund.
PUK-code (4 tot 8 cijfers)
De PUK-code (Personal Unblocking Key) is vereist om
een geblokkeerde PIN-code te wijzigen. Mogelijk zit
de PUK-code al bij de SIM-kaart. Is dat niet het geval,
neem dan contact op met de netwerkexploitant om de
code aan te vragen. Neem ook bij verlies van de
PUK-code contact op met uw netwerkexploitant.
PUK2-code (4 tot 8 cijfers)
De PUK2-code, die bij sommige SIM-kaarten wordt
geleverd, hebt u nodig om een geblokkeerde
PIN2-code te wijzigen. Neem ook bij verlies van de
PUK2-code contact op met uw netwerkexploitant.
Beveiligingscode (4 tot 8 cijfers)
De beveiligingscode voorkomt dat onbevoegden
gebruik kunnen maken van uw telefoon. De code is
standaard op ‘0000’ ingesteld en u hebt de code nodig
om alle ingevoerde telefoongegevens te wissen en om
het menu Instellingen resetten te activeren. U hebt
deze tevens nodig om de telefoonbeveiliging te
activeren en deactiveren. Door de telefoonbeveiliging
te activeren voorkomt u ongeoorloofd gebruik van uw
telefoon. U kunt de standaardcode wijzigen in het
menu Beveiligingsinstellingen.
Blokkeerwachtwoord
Het blokkeerwachtwoord hebt u nodig als u gebruik
wilt maken van de functie oproepen blokkeren. Het
wachtwoord krijgt u van uw netwerkexploitant nadat u
zich op deze dienst hebt geabonneerd. Zie pagina 48
voor meer informatie.
23
Hoofdfuncties
Bellen en gebeld worden
Een oproep verrichten
1. Controleer of uw telefoon is ingeschakeld.
2. Toets het volledige telefoonnummer in, dus inclusief
het netnummer.
] Houd de annuleertoets ( ) enige tijd
ingedrukt om het volledige nummer te wissen.
3. Druk op de verzendtoets ( ) om het nummer
dat wordt weergegeven te bellen.
4. Om het gesprek te beëindigen drukt u op ( ) of
de rechter.
Een oproep plaatsen vanuit de
belgeschiedenislijst
1. Als u in de standby-modus op de verzendtoets
() drukt worden de telefoonnummers van de
laatste inkomende, uitgaande en gemiste oproepen
weergegeven.
2. Selecteer het gewenste nummer met de
navigatietoetsen.
24
3. Druk op om het nummer te bellen.
Internationaal bellen
1. Houd de toets ngedrukt om de internationale
toegangscode in te voeren. Het teken ‘+’ kunt u
vervangen door de internationale toegangscode.
2. Voer de landcode, het netnummer en het
telefoonnummer in.
3. Druk op om het nummer te bellen.
Een oproep beëindigen
Als u een oproep wilt beëindigen, drukt u op de toets
( ).
Bellen via het Telefoonboek
U kunt namen en telefoonnummers die u regelmatig
belt opslaan op de Sim-kaart of in het
telefoongeheugen, in het Telefoonboek.
U kunt een nummer bellen door simpelweg de
bijbehorende naam op te zoeken in het Telefoonboek
en vervolgens opte drukken.
Hoofdfuncties
Volume aanpassen
U kunt tijdens een gesprek het volume aanpassen met
behulp van de zijtoetsen ( ) . Druk op de bovenste
zijtoets om het geluid harder te zetten en op de
onderste zijtoets om het geluid zachter te zetten.
n Opmerking In de standby-modus, als de klep open is, kunt
u het volume van het toetsenbord
aanpassen met de zijtoetsen.
Een oproep beantwoorden
Als u wordt gebeld gaat de telefoon over en verschijnt
een knipperend telefoontje op het scherm. Als de
beller bekend is wordt het telefoonnummer (of de
naam, als het nummer is opgeslagen in het
Telefoonboek) weergegeven.
1. Als u een binnenkomende oproep wilt
beantwoorden, klapt u de telefoon open. (Als de
antwoordmodus is ingesteld op Klep open. Zie
pagina 47 [Menu 3-3-2].)
n Opmerking Als Willekeurige toets is ingesteld als
antwoordmodus (zie pagina 47) kunt u een
inkomende oproep beantwoorden door op
een willekeurige toets te drukken, behalve
of de rechter softkey.
] U kunt een inkomende oproep weigeren door een
van de zijtoetsen aan de linkerkant van het toestel
ingedrukt te houden terwijl de klep gesloten is.
] U kunt een oproep beantwoorden terwijl u het
adresboek of andere menufuncties gebruikt.
2. Om het gesprek te beëindigen sluit u de klep of
drukt u op .
Trilmodus (snel)
U kunt de trilmodus activeren door na het
openklappen van de telefoon de toets ingedrukt
te houden.
Sterkte netwerksignaal
U hoeft de antenne niet uit te trekken, deze zit vast.
Als u zich in een gebouw bevindt kan het zijn dat u
een betere ontvangst hebt als u bij een raam staat. U
kunt de sterkte van uw netwerksignaal aflezen aan de
signaalsterkte-indicator () op het scherm van uw
telefoon.
25
Hoofdfuncties
Tekst invoeren
U kunt alfanumerieke tekens invoeren met behulp van
het toetsenbord. Om bijvoorbeeld namen op te slaan in
het Telefoonboek, een bericht te schrijven, een
persoonlijke welkomsttekst op te stellen of afspraken
in de agenda te zetten, moet u tekst invoeren.
Op uw telefoon kunt u tekst op de volgende manieren
invoeren:
T9-invoermodus
In deze modus hoeft u maar één keer op de juiste
toets te drukken om een letter in te geven. Onder
elke toets zitten meerdere letters. In T9 worden uw
toetsaanslagen automatisch vergeleken met
woorden in een ingebouwd woordenboek, waarin
wordt gezocht naar overeenkomende woorden.
U kunt snel en eenvoudig woorden invoeren, met
een minimaal aantal toetsaanslagen.
26
ABC-invoermodus
In deze modus kunt u letters ingeven door de toets
waar de gewenste letter onder zit een, twee, drie of
vier keer kort in te drukken, tot de gewenste letter
op het scherm verschijnt.
123-invoermodus (numerieke modus)
U kunt met behulp van het toetsenbord nummers
invoeren. Om de modus te wijzigen van een
tekstmodus naar 123 drukt u op de toets tot op
het scherm 123-modus wordt weergegeven.
Hoofdfuncties
Verander de modus voor tekstinvoer
1. Al u in een veld staat waarin
tekens ingevoerd kunnen
worden, ziet u rechtsonder op
het scherm de huidige
invoermodus.
2. U kunt de modus voor
tekstinvoer veranderen door op
te drukken. Rechtsonder in
het scherm ziet u de huidige
invoermodus.
] Gebruik T9-modus
De T9-modus voor tekstinvoer met woordenlijst maakt
het mogelijk woorden snel en eenvoudig in te voeren,
met een minimaal aantal toetsaanslagen. Om een
letter in te voeren, drukt u gewoon eenmaal op de
bijbehorende toets en het toestel kiest de letter die
hoort bij het woord dat het denkt dat u aan het
ingeven bent, gebaseerd op een ingebouwde
woordenlijst. U kunt ook nieuwe woorden aan de lijst
toevoegen. Het woord verandert telkens als u een
letter toevoegt in het woord dat het toestel denkt dat u
aan het ingeven bent.
tekstinvoer modus
1p
OptiesInvoegen
1. In de T9-modus voor tekstinvoer met woordenlijst
kunt u woorden invoeren met behulp van de toetsen
tot . Druk eenmaal op een toets voor een
letter.
- Het woord verandert naarmate u meer letters
invoert. Negeer wat op het scherm staat tot u het
volledige woord hebt ingegeven.
- Als daarna niet het juiste woord op het scherm
staat, drukt u een of meerdere keren op de
onderste navigatietoets om door de andere
mogelijke woorden te bladeren.
Voorbeeld:
Toets om Hond in te voeren.
Toets en vervolgens
[onderste navigatietoets] om Home in te voeren.
- Als het gewenste woord niet in de woordenlijst
voorkomt, kunt u het toevoegen in de ABC-modus.
- U kunt de taal voor de T9-invoermodus selecteren.
Druk op de linker softkey [Opties] en selecteer
vervolgens T9-talen. Kies nu de gewenste taal
voor de T9-invoermodus. U kunt de T9-modus ook
27
Hoofdfuncties
uitschakelen door T9 uit te selecteren. De telefoon
is standaard ingesteld op de T9-invoermodus.
2. Voer het volledige woord in voor u toetsaanslagen
bewerkt of wist.
3. Voer aan het einde van elk woord een spatie in door
op toets te drukken. Druk op om letters
te wissen. Houd de toets .
n Opmerking Om de modus voor tekstinvoer te verlaten
zonder de ingevoerde tekst op te slaan, drukt u
op . keert terug naar het vorige scherm.
] Gebruik ABC-modus
Voer woorden in met behulp van de toetsen tot
.
1. Druk op de toets waarop de gewenste letter staat:
- een keer voor de eerste letter,
- twee keer voor de tweede letter,
- enzovoort.
28
2. Druk eenmaal op om een spatie in te voegen.
Druk opom letters te wissen. Houd de toets
enige tijd ingedrukt om het scherm leeg te
maken.
n Opmerking In de onderstaande tabel vindt u een
beschrijving van de beschikbare tekens onder
de alfanumerieke toetsen.
Hoofdfuncties
Toets
Beschrijving tekens Hoofdletters
Hoofdletters
. , / ? ! - : ' '' 1
A B C 2 Ä À Á Â Ã Å Æ Ç
D E F 3 Ë È É Ê
G H I 4 Ï Ì Í Î
J K L 5
M N O 6 Ñ Ö Ø Ò Ó Ô Õ Œ
P Q R S 7 ß S
T U V 8 Ü Ù Ú Û
W X Y Z 9
Spatietoets, 0
] Gebruik 123(nummer)-modus
Kleine letters
. , / ? ! - : ' '' 1
a b c 2 ä à á â ã å æ ç
d e f 3 ë è é ê
ˇ
G
¸
g h i 4 ï ì í î g
j k l 5
m n o 6 ñ ö ø ò ó ô õ œ
p q r s 7 ß s
t u v 8 ü ù ú û
w x y z 9
Spatietoets, 0
ˇ
¸
In de 123-modus kunt u nummers invoeren in een
tekstbericht (bijvoorbeeld een telefoonnummer).
Druk op de gewenste nummertoetsen voor u
handmatig teruggaat naar de juiste modus voor
tekstinvoer.
Contacten
U kunt namen en nummers opslaan in het geheugen
van uw SIM-kaart.
Bovendien kunt u tot 500 namen en nummers opslaan
in het telefoongeheugen.
Het totale geheugen van de SIM-kaart en de telefoon,
hoewel op andere plaatsen opgeslagen, omvat alle
contacten.
29
Hoofdfuncties
Menu in gesprek
Uw toestel biedt u toegang tot extra functies terwijl u
een gesprek voert. Voor toegang tot deze functies
drukt u op de linker softkey [Opties] tijdens het
gesprek.
Tijdens een oproep
Het menu dat tijdens een oproep op het scherm wordt
weergegeven, verschilt van het standaard hoofdmenu
in de standby-modus. Hieronder vindt u een
beschrijving van de opties.
Een tweede oproep verrichten
U kunt een nummer opvragen uit het Telefoonboek om
een tweede nummer te bellen. Druk op de rechter
softkey en selecteer vervolgens Zoeken. Om een
nummer tijdens een oproep in het Telefoonboek op te
slaan, drukt u op de rechter softkey en selecteert u
Nieuw toevoegen.
30
Tussen twee oproepen wisselen
Als u tussen de twee gesprekken wilt wisselen, drukt
u op de linker softkey en kiest u Wisselgesprek of
drukt u op de toets .
Een inkomende oproep beantwoorden
Om bij een belsignaal een inkomende oproep aan te
nemen, drukt u op de toets . U kunt ook worden
gewaarschuwd als u een oproep ontvangt wanneer u
reeds in gesprek bent. Er klinkt dan een geluid in de
oortelefoon en op het scherm wordt aangegeven dat
er een tweede oproep in de wacht staat. De functie
Oproep in wacht is alleen beschikbaar als het netwerk
deze ondersteunt. Zie Oproep in wacht [Menu 3-3-4]
voor meer informatie over het activeren en
deactiveren van deze functie.
Als Oproep in wacht is geactiveerd, kunt u een oproep
in de wacht zetten en een andere oproep
beantwoorden door op of de linker softkey
[Antwoorden] te drukken.
Hoofdfuncties
Een inkomende oproep weigeren
U kunt een inkomende oproep weigeren zonder deze
eerst te beantwoorden door op de toets te
drukken. Tijdens een gesprek kunt u inkomende
oproepen weigeren door op de rechter softkey
[Beëindigen] ofte drukken.
Microfoon uitschakelen
U kunt het geluid van de microfoon tijdens een oproep
uitschakelen door op de toets [Menu] te drukken en
vervolgens Microfoon uit te selecteren. U kunt het
geluid opnieuw aanzetten door Microfoon aan te
selecteren. Als het geluid op het toestel wordt
uitgeschakeld, kan de beller u niet horen, maar u hem
of haar wel.
DTMF-tonen aanzetten tijdens een oproep
Om tijdens een oproep DTMF-tonen in te schakelen,
drukt u op de linker softkey en vervolgens selecteert u
DTMF aan. U kunt DTMF-tonen op dezelfde wijze
uitschakelen. Met DTMF-tonen kan uw telefoon
gebruik maken van een automatische centrale.
Conferentiegesprekken
De ‘multiparty’- of conferentieservice biedt u de
mogelijkheid om tegelijkertijd met meer dan één beller
te praten, mits uw netwerkexploitant deze functie
ondersteunt. Een conferentiegesprek kan alleen
worden opgezet als u reeds één actieve oproep hebt
en er een oproep in de wacht staat en wanneer beide
oproepen zijn beantwoord. Als een
conferentiegesprek is opgezet, kunnen daar andere
oproepen aan worden toegevoegd. Ook kunnen er
verbindingen worden verbroken of gescheiden (d.w.z
uit het conferentiegesprek worden gehaald maar nog
steeds in verbinding zijn) door de persoon die het
conferentiegesprek heeft opgezet. Deze opties zijn
beschikbaar vanuit het menu Inkomende oproepen en
worden beschreven in het desbetreffende hoofdstuk.
Er kunnen maximaal vijf personen deelnemen aan een
conferentiegesprek. Als u het conferentiegesprek hebt
opgezet, hebt u de leiding over het gesprek en kunt
alleen u oproepen aan het conferentiegesprek
toevoegen.
31
Loading...
+ 213 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.