Lexmark X850E, X854E, X852E Menu and notifications [nl]

X
850e,
X
X
Handleiding voor menu's en berichten
852e en
854e
Januari 2006
www.lexmark.com
Uitgave: Januari 2006
De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de volgende voorwaarden strijdig zijn met de plaatselijke wetgeving:
LEXMARK INTERNATIONAL, INC. LEVERT DE ZE PUBLICATIE IN DE STAAT W AARI N DEZE VERKEERT, ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET , INCLUSI EF MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. In bepaalde rechtsgebieden is afwijzing van expliciete of impliciete garanties in bepaalde transacties niet toegestaan; het is daarom mogelijk dat deze verklaring niet op u van toepassing is. Deze publicatie kan technische onjuistheden of typografische fouten bevatten. De informatie in deze publicatie wordt regelmatig herzien; wijzigingen zullen in latere uitgaven worden opgenomen. De producten of programma’s die worden beschreven, kunnen te allen tijde worden verbeterd of gewijzigd. Opmerkingen kunnen worden gestuurd aan Lexmark International, Inc., Department F95/032-2, 740 West New Circle Road, Lexington, Kentucky 40550, Verenigde Staten. Als u in het Verenigd Koninkrijk of Ierland woont, kunt u eventuele opmerkingen sturen naar Lexmark International Ltd., Marketing and Services Department, Westhorpe House, Westhorpe, Marlow, Buckinghamshire SL7 3RQ. Lexmark behoudt zich het recht voor de door u verstrekte informatie naar eigen goeddunken te gebruiken en te verspreiden, zonder hiermee enige verplichting op zich te nemen tegenover u. Extra exemplaren van aan dit product gerelateerde publicaties kunnen worden verkregen door vanuit de Verenigde Staten of Canada te bellen naar +1-800-553-9727. Vanuit het Verenigd Koninkrijk en Ierland belt u +44 (0)8704 440
044. Neem in andere landen contact op met de leverancier. Als in deze publicatie wordt verwezen naar producten, programma's of diensten, impliceert dit niet dat de producent het voornemen heeft
deze beschikbaar te stellen in alle landen waarin de producent actief is. Geen enkele verwijzing naar een product, programma of dienst moet worden opgevat als een verklaring of suggestie dat alleen dat product, dat programma of die dienst mag worden gebruikt. Het staat u vrij functioneel gelijkwaardige producten, programma's of diensten te gebruiken, mits die geen inbreuk maken op enig bestaand intellectueel eigendomsrecht. Het beoordelen en controleren van de werking in combinatie met andere producten, programma’s of diensten, met uitzondering van die producten, programma’s of diensten die uitdrukkelijk door de producent worden genoemd, behoort tot de verantwoordelijkheden van de gebruiker. Lexmark, Lexmark met het diamantlogo, MarkNet, MarkTrack en MarkVision zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of in andere landen.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company . PostScript® is een gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems
PCL Incorporated. De onderstaande termen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de volgende ondernemingen:
Albertus The Monotype Corporation plc ITC Lubalin Graph International Typeface Corporation Antique Olive Monsieur Marcel OLIVE ITC Mona Lisa International Typeface Corporation Apple-Chancery Apple Computer, Inc. ITC Zapf Chancery International Typeface Corporation Arial The Monotype Corporation plc Joanna The Monotype Corporation plc
Gebaseerd op Times New Roman onder licentie van CG Times Chicago Apple Computer, Inc. Monaco Apple Computer, Inc. Clarendon Linotype-Hell AG en/of dochterondernemingen New York Apple Computer, Inc. Eurostile Nebiolo Oxford Arthur Baker
Geneva Apple Computer, Inc. Palatino
GillSans The Monotype Corporation plc Stempel Garamond Helvetica Linotype-Hell AG en/of dochterondernemingen Taffy Agfa Corporation Hoefler Jonathan Hoefler Type Foundry Times New Roman The Monotype Corporation plc ITC Avant Garde
Gothic International Typeface Corporation Univers
ITC Bookman International Typeface Corporation
The Monotype Corporation plc, een product van Agfa
Corporation Marigold Arthur Baker
Linotype-Hell AG en/of dochterondernemingen
Linotype-Hell AG en/of dochterondernemingen
Linotype-Hell AG en/of dochterondernemingen
© 2006 Lexmark International, Inc. Alle rechten voorbehouden. UNITED STATES GOVERNMENT RIGHTS
This software and any accompanying documentation provided under this agreement are commerci al computer software and documentation developed exclusively at private expense.
2
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Menu's van de MFP gebruiken .................................................................... 5
Bedieningspaneel van de multifunctionele printer (MFP) ................................................................................5
Beginscherm .............................................................................................................................................8
Knoppen op het aanraakscherm van het LCD-display gebruiken ..................................................................11
Voorbeeldscherm 1 ................................................................................................................................11
Informatie over de knoppen op het aanraakscherm van het LCD-display ..............................................11
Voorbeeldscherm 2 ................................................................................................................................13
Informatie over de knoppen op het aanraakscherm van het LCD-display ..............................................13
Andere knoppen op het aanraakscherm van het LCD-display ...............................................................15
Functies ..................................................................................................................................................16
Menu's ...........................................................................................................................................................17
Menu-overzicht .......................................................................................................................................17
Menu Papier ..................................................................................................................................................18
Standaardbron ........................................................................................................................................18
Papierformaat/-soort ...............................................................................................................................18
Configuratie U-lader ........................................................................ ...... ...... ..... ...... ................................21
Ander formaat ....................................................................... ...... ..... ...... ...... ...........................................21
Papiergewicht .........................................................................................................................................22
Papier plaatsen .......................................................................................................................................23
Aangepaste soorten ............................................................. ...... ..... ...... .................................................23
Aangepaste namen ........................................ ..... ........................................ ..... ...... ..... ...........................23
Aangepaste ladenamen .................................. ..... ........................................ ..... ...... ..... ...........................24
Universal-instelling .................................................................................................................................24
Lade-instelling ........................................................................................................................................25
Rapporten ......................................................................................................................................................25
Netwerk/poorten ............................................................................................................................................27
TCP/IP ....................................................................................................................................................27
IPv6 ........................................................................................................................................................29
Instellingen e-mailserve r ........................... ...... ..... ...... ...... ....................................... ..... ...... . ....................30
Draadloos ...............................................................................................................................................32
Standaardnetwerk of Netwerk <x> .........................................................................................................32
Standaard USB of USB <x> ...................................................................................................................33
Standaard parallel of Parallel <x> ..........................................................................................................35
Serieel <x> .............................................................................................................................................38
NetWare .................................................................................................................................................41
AppleTalk ................................................................................................................................................41
LexLink ...................................................................................................................................................42
Instellingen .....................................................................................................................................................42
Algemene instellingen ............................................................................................................................42
Kopieerinstellingen .................................................................................................................................50
Faxinstellingen ........................................................................................................................................55
E-mailinstellingen ..................................................................................................................................66
FTP-instellingen ......................................................................................................................................70
Afdrukinstellingen ...................................................................................................................................74
Beveiliging ..............................................................................................................................................90
Datum en tijd instellen ............................................................................................................................97
3
Inhoudsopgave
Help-pagina's .................................................................................................................................................98
Snelkoppelingen behere n ........................................... ...... ...... ..... ....................................... .........................100
Hoofdstuk 2: MFP-beric h te n ........... ... .......................... .. .. ........................................ .. ... . 102
Statusberichten ............................................................................................................................................102
Faxstatusberichten ......................................................................................................................................106
Taakannuleringsberichten ...........................................................................................................................106
Wachtwoord- en PIN-berichten ....................................................................................................................107
Kopiëer-, e-mail-, fax-, FTP- en scanberichten ............................................................................................107
Interventieberichten .....................................................................................................................................108
Berichten over tijdelijk uitgeschakelde functies ............................................................................................126
Index ..................................................................................................................................127
4
1

Menu's v an d e MFP gebruik en

Bedieningspaneel van de multifunctionele printer (MFP)

De meeste afdrukinstellingen kunt u wijzigen via de gebruikte toepassing of in het printerstuurprogramma. Instellingen die u via de toepass ing of in h et p rint erstuurprogramma wijzigt, zij n a lle en van toepassing op de taak di e u naar de MFP zendt.
Wijzigingen die u via een to epass ing in de printerins tellin gen aa nbre ngt, he bbe n v oorr ang b o v en de wijz iginge n die u v ana f het bedieningspaneel invoert.
Als u een instelling niet via de toepassing kunt wijzigen, kunt u het bedieningspaneel van de MFP, MarkVision™ Professional of de pagina's van de Embedded Web Server (EWS) gebruiken. Een instelling die u op een van deze manieren wijzigt, wordt de nieuwe standaardinstelling.
Het bedieningspaneel van de MFP heeft de volgende onderdelen:
12
ABC
10
DEF
GHI
JKL
MNO
PQRS
TUV
WXYZ
3
4
11
9
5
6
7
8
5
Bedieningspaneel van de multifunctionele printer (MFP)
Nummer Onderdeel op bedieningspaneel Functie
1 LCD LCD-display (liquid crystal display) waarop
beginschermknoppen, menu's, menu-items en waarden worden weergegeven. Maakt het mogelijk om selecties te maken in Kopiëren, Faxen, enzovoort.
2 Indicatielampje Geeft de status van de MFP aan met de kleuren rood en
3 0–9
Opmerking: Aangeduid als het
numerieke toetsenblok.
4 # (Hekje of aantalteken) Druk op deze knop:
groen.
Status Betekenis
Uit De MFP is uitgeschakeld. Knippert groen De MFP is bezig met opwarmen, het
verwerken van gegevens of het
afdrukken van gegevens. Brandt groen De MFP staat aan, maar is niet actief. Brandt rood Ingrijpen van gebruiker is vereist.
Met deze knoppen kunt u waarden invoeren wanneer er op het LCD-display een numeriek invoerveld wordt weergegeven. Verder kunt u met deze knoppen faxnummers kiezen.
Opmerking: Als u op het beginscherm op een nummertoets drukt zonder eerst op de knop # te drukken, wordt het menu Kopiëren geopend en het aantal kopieën gewijzigd.
• Voor de identifier van een snelkoppeling.
• Binnen telefoo nn um m ers. Bij een faxnu mmer me t een # drukt u de knop twee keer in: ##.
• Vanuit het beginscherm of de lijsten met faxbestemmingen, e-mailbestemmingen of profielen voor toegang tot de snelkopp elingen.
5 Kiespauze Druk op deze knop om een kiespauze van twee of drie
6 Alles wissen Als u op deze knop drukt binnen de functionele menu's,
seconden in een faxnummer in te lassen. De knop is alleen actief in het menu Fax of bij faxfuncties.
Op het beginscherm kunt u op deze knop drukken om een faxnummer opnieuw te kiezen.
Als u buiten het menu Fax, de faxfunctie of het beginscherm op Kiespauze drukt, wordt er een geluidssignaal weergegeven.
Bij het verze nden v an een f ax w ordt een druk op de knop Kiespauze in het veld Faxen naar: weergegeven door middel van een komma (,).
zoals Kopiëren, Faxen, E-mail en FTP, worden alle instellingen volgens de standaardwaarden hersteld en keert u terug naar het beginscherm van de MFP.
Als u op deze knop drukt binnen een ander menu terwijl de MFP Gereed is, worden alle niet opgeslagen wijzigingen geannuleerd en keert u terug naar het beginscherm van de MFP.
6
Bedieningspaneel van de multifunctionele printer (MFP)
Nummer Onderdeel op bedieningspaneel Functie
7 Start Druk op deze knop om de hu idige taak die op het
8 Stop Druk op deze knop om het afdrukken of scannen te
9 Backspace In het menu Kopiëren, dat u met de knop Kopiëren kunt
bedieningspaneel wordt aangegeven, te starten. Op het beginscherm kunt u op deze knop drukken om
een kopieertaak met de standaardinstellingen te starten. Als u op deze knop drukt terwijl er een taak door de
scanner wordt uitg evoerd, heeft de knop geen uitwerking.
stoppen. Tijdens een scantaak zal de scanner eerst de actieve
pagina voltooi en en v erv olgens stoppe n. Dit betek e nt dat er papier in de ADF (Automatic Document Feeder) kan achterblijven.
Tijdens een afdruktaak wordt het pad van het afdrukmateriaal leeggemaakt voordat het afdrukken stopt.
Tijdens dit proces wordt Bezig met stoppen op het bedieningspaneel weergegeven.
oproepen, kunt u op Backspace drukken om het laatste cijfer van de waarde voor het aantal kopieën te wissen. Als u het gehele aantal wist door herhaaldelijk op Backspace te drukken, wordt de standaardwaarde 1 weergegeven.
In de lijst met faxbestemmingen kunt u op Backspace drukken om het laatste getal van het handmatig ingevoerde nummer te wissen. Verder kunt u hiermee een gehele snelkoppeling wissen. Als u een volledige regel hebt gewist, gaat de cursor naar de vorige regel zodra u nogmaals op Backspace drukt.
In de lijst met e-mailbes temming en ku nt u op Backspace drukken om het teken links van de cursor te wissen. Als het item een snelkoppeling is, wordt het gehele item gewist.
10 Asterisk (*) * wordt als deel van een faxnummer of als alfanumeriek
11 USB-aansluiting De USB-aansluiting op het bedieningspaneel dient voor
teken gebruikt.
aansluiting van apparaten met USB-flash-geheugen en het afdrukken van pdf -bestanden (Portable Docume nt Format), jpeg- of jpg-bestanden (Joint Photographic Experts Group), tiff- of tif-bestanden (Tagged Image File Format), gif-bestanden (Graphics Interchange Format), bmp-bestanden (Basic Multilingual Plane), png­bestanden (Portable Network Graphics), pcx -bestanden (PiCture eXchange) en dcx-be standen (be standsindel ing van PC Paintbrush).
Met de USB Direct-interface kunt u ook documenten scannen naar een apparaat met een USB­flashgeheugen. U kunt hiervoor de bestandsindelingen PDF, TIFF of JPEG gebruiken.
7
Bedieningspaneel van de multifunctionele printer (MFP)

Beginscherm

Nadat de MFP is ingeschakeld en een korte opwarmperiode heeft doorlopen, wordt op het LCD-display het volgende beginscherm weergegeven. Met de knoppen van het beginscherm op het aanraakscherm van het LCD-display kunt u menu's openen. Eenmaal in een menu aanbeland, kunt u met andere knoppen een lijst met menu-items of waarden doorbladeren, een waarde selecteren om de standaardinstelling te wijzigen, en op berichten reageren.
1
8
Faxen
Kopiëren
FTP
E-mail
2
7
Status/ Supplies
6
Gereed. Toner bijna op. Raak een willekeurige knop aan om te beginnen.
5
4
Menu's
3
Nummer Knop of schermonderdeel Functie
1 Kopiëren Raak deze knop aan om de menu's van de functie
2 E-mail Raak deze knop aa n om d e men u' s v an de functi e E-mai l
3 Menu's (Op de knop wordt een sleutel
weergegeven.)
Kopiëren weer te geven. Als het beginscherm wordt weergegeven, kunt u ook op
een cijfertoets drukken om het menu Kopiëren weer te geven.
weer te geven. U kunt een document rechtstreeks naar een e-mailadres scannen.
Raak deze knop aan om de menu's weer te geven. Deze menu's zijn alleen beschikbaar als de MFP in de werkstand Gereed staat.
De knop Menu's bevindt zich op een grijze balk die de navigatiebalk wordt genoemd. De andere knoppen op deze balk komen hieronder aan de orde.
8
Bedieningspaneel van de multifunctionele printer (MFP)
Nummer Knop of schermonderdeel Functie
4 Statusbalk Geeft de actuele status (zoals Gereed of Bezig) van de
5 Status/Supplies Wordt op het LCD-display weergegeven wanneer de
6 ? (Tips) In alle menu's is de knop Tips aanwezig. Tips is de
7 FTP Raak deze knop aan om de menu's van de functie FTP
8 Faxen Raak deze knop a an om de m en u' s van de functie Faxen
Op het beginscherm kunnen ook andere aanraakknoppen van het LCD-display worden weergegeven. Dit zijn:
Knop Knopnaam Functie
Faxen in wachtrij vrijgeven (in de handmatige modus Faxen in wachtrij)
Er bevinden zich faxen in de wachtrij waarvoor een geplande wachttijd is ingesteld. Raak deze knop aan om de lijst met faxen in de wachtrij weer te geven.
MFP weer . Geeft omstandigheden (z oal s Toner bijna op ) van de
MFP weer . Geeft interventieberichten weer. Deze beva tten
instructies die de gebruiker dient uit te voeren om de verwerking door de MFP voort te zetten, zoals Sluit klep of Plaats tonercartridge.
MFP-status een verzoek tot interventie bevat. Raak deze knop aan om het berichtenscherm te openen voor meer informatie ov er het bericht en de manier w aarop u dit k unt wissen.
contextge v oelig e Help-functi e in de aan raaksc hermen op het LCD-displa y.
(File Transfer Protocol) te openen. U kunt een document rechtstreeks naar een FTP-site scannen.
weer te geven.
Taken in wacht zoeken
Taken in wacht Hiermee kunt u een scherm met alle containers met in de wacht
Hiermee kunt u taken zoe ken en weergeven op basis van de vol gen de criteria:
• Gebruikersnamen voor in de wacht geplaatste of vertrouwelijke afdruktaken
• Namen van taken in de wacht, exclusief vertrouwelijke afdruktaken
• Profielnamen
• Bladwijzercontainers of taaknamen
• USB-containers of taaknamen, alleen voor ondersteunde extensies
geplaatste taken openen.
9
Bedieningspaneel van de multifunctionele printer (MFP)
Knop Knopnaam Functie
Apparaat vergrendelen
Apparaat ontgrendelen
Taken annuleren Met deze knop opent u het scherm Taken annuleren. Op het scherm
Taken annuleren
Deze knop wordt op het scherm weergegeven wanneer de MFP ontgrendeld is en de PIN voor a ppa r aatvergrendeling niet nul of leeg i s .
U kunt de MFP als volgt ve rg ren del en: 1 Raak Apparaat ve r g rend e le n aan om een scherm voor invoer van
de PIN te openen.
2 Voer de correcte PIN in om het bedieningspaneel te vergrendelen.
Hierdoor worden zo wel de knop pen v an h et bedie ningspan eel als de knoppen van het aanraakscherm vergrendeld.
Nadat het bedieningspaneel is vergrendeld, wordt het scherm voor invoer van de PIN leeggemaakt en wordt de knop Apparaat vergrendelen vervangen door de knop Apparaat ontgrendelen.
Opmerking: Als er een ongeldige PIN wordt ingevoerd, wordt Ongeldige pincode weergeg ev en en v ersch ijnt er e en pop-up scherm met de knop Doorgaan. Raak Doorgaan aan. U keert terug naar het beginscherm waarin de knop Apparaat vergrendelen opnieuw wordt weergegeven.
Deze knop wordt op het scherm weergegeven wanneer de MFP is vergrendeld. Als deze knop wordt weergegeven, kunnen de knoppen en snelkoppelingen van het bedieningspaneel niet worden gebruikt en kunnen er geen standaardkopieerbewerkingen worden gestart.
U kunt de MFP als volgt ontgren delen: 1 Raak Apparaat ont gr end el en aan om een scherm voor invoer van
de PIN te openen.
2 V o er de c orre cte PIN i n om het n um erieke toetsenblok (0 – 9) en de
knop Backspace op het bedieningspaneel te ontgrendelen.
Opmerking: Als er een ongeldige PIN wordt ingevoerd, wordt Ongeldige pincode weergeg ev en en v ersch ijnt er e en pop-up scherm met de knop Doorgaan. Raak Doorgaan aan. U keert terug naar het beginscherm waarin de knop Apparaat ontgre ndelen opnieuw wordt weergegeven.
Taken annuleren kunnen onder de koppen Afdrukken, Faxen en Netwerk de volgende items worden weergegeven:
•afdruktaak
• kopieertaak
•fax
•profiel
•FTP
• e-mailverzending
In de kolom onder elke kop wordt een lijst met taken weergegeven. In elke kolom kunnen slechts drie taken per scherm worden weergegeven. De taken worden in de vorm van een knop weergegeven. Als er meer dan drie taken in een kolom aanwezig zijn, wordt onder aan de kolom een pijl omlaag weergegeven. Telkens wanneer u de pijl omlaag aanraakt, bladert u één taak omlaag in de lijst. Als er meer dan drie taken zijn, wordt boven aan de kolom een pijl omhoog weergege v en zodra u de vierde taak in de lijst hebt bereikt. Zie
Informatie over de knoppen op het aanraakscherm van het LCD­display op pagina 13 voor illustraties van de knoppen Pijl omhoog en
Pijl omlaag. Als u een taak wilt annuleren, volgt u de instructies in de
Gebruikershandleiding.
10

Knoppen op het aanraakscherm van het LCD-display gebruiken

Knoppen op het aanraakscherm van het LCD-display gebruiken
Het volgende gedeelte b iedt inf ormatie o v er het na vigeren door de v ersch illende s chermen. Het gebruik van de knoppen o p het aanraakscherm zal aan de hand van enkele knoppen worden gedemonstreerd.

Voorbeeldscherm 1

Kopiëren van
Letter (8,5 x 11 inch)
Kopiëren naar
Letter (8,5 x 11 inch) Normaal papier
Schalen
Auto
(100%)
Intensiteit
Scan via
ADF
Zijden (Duplex)
Staand 1-zijdig naar 1-zijdig
Inhoud
Tekst Tekst/foto
Foto Afgedrukte afbeelding
Scan via
flatbed
Terug

Informatie over de knoppen op het aanraakscherm van het LCD-display

Knop Knopnaam Functie of beschrijving
Knop Selecteren Raak de knop Selecteren aan om een volgen d scherm met e xtra ite ms
Knop Aflopend naar links bladeren
Knop Oplopend naar rechts bladeren
weer te geven. Op het eerste scherm wordt de standaardinstelling weergegeven. Nadat u de knop Selecteren hebt aangeraakt en het volgende scherm wordt weergegeven, kunt een ander item op het scherm aanraken om de standaardinstelling te wijzigen.
Raak de knop Aflopend naar links bladeren aan om in aflopende volgorde naar een andere waarde te bladeren.
Raak de knop Oplopend naar rechts bladeren aan om in oplopende volgorde naar een andere waarde te bladeren.
11
Knoppen op het aanraakscherm van het LCD-display gebruiken
Knop Knopnaam Functie of beschrijving
Knop Pijl naar links Raak de knop Pijl naar links aan om naar links te bladeren en:
• naar een lagere weergegeven waarde te gaan;
• de inhoud van een tekstveld aan de linkerkant te zien.
Knop Pijl naar rechts Raak de knop Pijl naar rechts aan om naar rechts te bladeren en:
• naar een hogere weergegeven waarde te gaan;
• de inhoud van een tekstveld aan de rechterkant te zien.
Scan via
ADF
Scan via flatbed
Terug
Scan via ADF Scan via flatbed
Indienen Een groene knop geeft een keuze aan. Als er een andere waarde in
Terug Als de knop Terug deze vorm heeft, zijn er geen andere
Terug Als de knop Terug deze vorm heeft, kan er zowel voorwaarts als
Deze beide opties op de grijze navigatiebalk geven aan dat er twee soorten scans mogelijk zijn. Er kan vanuit de ADF of vanaf de flatbed worden gescand.
een menu-item wordt aangeraakt, moet deze eerst worden opgeslagen voordat deze de standaardinstelling van de huidige gebruiker wordt. Raak Indienen aan om de waarde als de nieuwe standaardinstelling van de gebruiker op te slaan.
Indienen
Zie pagina 17 voor informatie over de standaardinstellingen.
navigatieopties op het scherm beschikbaar dan de optie om terug te gaan. Als er een andere keuze op de navigatiebalk wordt gemaakt, wordt het scherm gesl oten.
In Voorbeeldscherm 1 bijvo orbe el d z ijn alle keuzes voor het scannen gemaakt. In dat geval moet een van de voorgaande groene knoppen worden aangeraakt. De enige andere beschikbare knop is de knop Terug. Raak Terug aan om naar het vorige scherm te gaan. Alle instellingen die in Voorbeeldscherm 1 voor de scantaak zijn opgegev e n, gaa n verloren.
achterwaarts op het scherm worden genavigeerd, zodat er naast de optie Terug ook nog andere opties op het scherm beschikbaar zijn.
Terug
12
Knoppen op het aanraakscherm van het LCD-display gebruiken

Voorbeeldscherm 2

Onbekend papierformaat. Kopiëren vanuit:
Letter (8,5 x 11 inch)
Legal (8,5 x 14 inch)
Executive (7,25 x 10,5 inch)
Folio (8,5 x 13 inch)
Statement (5,5 x 8,5 inch)
A4 (210 x 297 mm)
T aak annuleren
Doorgaan

Informatie over de knoppen op het aanraakscherm van het LCD-display

Knop Knopnaam Functie of beschrijving
Pijl omlaag Raak de pijl omlaag aan om omlaag te bladeren naar het
Pijl omhoog Raak de pijl omhoog aan om omhoog te bladeren naar het
Niet-geselecteerd keuzerondje
volgende item in ee n lijst, zoa ls in een lijst me t men u-item s of waarden. De pijl omlaag wordt niet weergegeven op een scherm met een korte lijst. De pijl verschijnt alleen als de lijst te lang is om vol ledig op het s cherm te wo rden we ergegeven. Op het laatste scherm van de lijst is de pij l oml aag grij s om aan te geven dat deze niet actief is omdat het einde van de lijst is bereikt.
volgende item in ee n lijst, zoa ls in een lijst me t men u-item s of waarden. Op het eerste scherm van een lange lijst is de pijl omhoog grijs om aan te geven dat deze niet actief is. Op het tweede scherm van de lijs t is de pijl o mhoog b lauw om aan te geven dat deze nu wel actief.
Dit is een niet-geselecteerd keuzerondje.
13
Knoppen op het aanraakscherm van het LCD-display gebruiken
Knop Knopnaam Functie of beschrijving
Taak annuleren
Doorgaan
Geselecteerd keuzerondje Dit is een geselecteerd keuzerondje. Raak het keuzerondje
aan om dit te selecteren. Het k euzer ondje v erandert van kleur om aan te geven dat het geselecteerd is. In V o orbee ldscherm 2 is alleen het papierformaat Letter geselecteerd.
Taak annuleren Zie Taken annuleren op pagina 10.
Doorgaan Raak Doorgaan aan nadat u een menu-item of waarde op
een scherm hebt geselecteerd en u vanuit het oorspronkelijke scherm nog meer wijzigingen voor een taak wilt opgeven. Nadat u Doorgaan hebt aanger aakt, wordt het oorspron kelijk e scherm weergegeven.
Als u bijvoorbeeld Kopiëren op het beginscherm aanraakt, wordt het scherm Kopiëren weergegeven. Zie Voorbeeldscherm 1 op pagina 11. In het volgende voorbeeld wordt aangegeven hoe de knop Doorgaan reageert.
1 Raak de knop Selecteren bij het vak Kopiëren naar aan.
Hierdoor wordt een ander scherm weergegeven.
2 Raak U-lade r aan. Hierdoor wordt een ander scherm
weergegeven.
3 Raak Legal aan. Hierdoor wordt een ander scherm
weergegeven.
4 Raak Volgende aan. Hierdoor wordt een ander scherm
weergegeven.
5 Raak Normaal papier aan als de benodigde soort
afdrukmateriaal.
6 Raak Doorgaan aan. Het scherm Kopiëren wordt opnieuw
weergegeven. Hierin kunt u behalve Kopiëren naar nog een aantal andere instellingen selecteren. Deze andere instellingen op het scherm Kopiëren zijn Duplex, Schalen, Intensiteit, Sorteren en Exemplaren.
Raak Doorgaan aan om naar het oorspronkelijke scherm terug te gaan en eventuele a ndere wijzigingen in de instellingen voor de kopieertaak aan te brengen voordat u de knop Kopiëren aanraakt om de taak te starten.
14
Knoppen op het aanraakscherm van het LCD-display gebruiken

Andere knoppen op het aanraakscherm van het LCD-display

Knop Knopnaam Functie of beschrijving
Annuleren
Gereed
Terug
Aangepast Biedt de mogelijkheid om een knop Aangepast te
maken op basis van de behoeften van de gebruiker.
Annuleren Raak Annuleren aan om een actie of selectie te
annuleren. Raak deze knop verder aan om ee n scherm te
annuleren en naar het vorige scherm terug te keren.
Selecteren Raak deze knop aan om een menu te selecteren. Het
volgende scherm met menu-items wordt weergegeven. Raak deze knop aan om een menu-item te selecteren.
Het volgende scherm met waarden wordt weergegeven.
Gereed Geeft aan dat een taak voltooid is. Wanneer u
bijvoorbeeld een origineel document scant, kunt u hiermee aangeven dat de laatste pagina is gescand, waarna de afdruktaak begint.
Terug Raak de knop Terug aan om naar het vorige scherm
terug te gaan. De instellingen die zijn aangebracht op het scherm waarop de kn op is a anger aakt, w ord en nie t opgeslagen. De knop Terug wordt op elk menuscherm weergegeven. Alleen op het beginscherm is de knop afwezig.
Beginscherm Raak de knop Beginscherm aan om naar het
Grijs weergege ven knop Bij een dergelijke knop zijn het uiterlijk en op sc hrif t van
Grijze knop Raak d ez e knop aan om de ac tie v a n het k nopop schrift
beginscherm terug te gaan. De knop Beginscherm wordt op elk scherm weergegeven. Alleen op het beginscherm is de knop afwezig. Zie Beginscherm op pagina 8 voor meer infor matie.
de knop va ag gemaakt . Hiermee wordt a angege ven dat de knop op dit scherm niet actief of nie t beschik baar is . De knop was op het vorige scherm waarschijnlijk wel actief, maar is door de selec ties die op het vorige scherm zijn gemaakt, op het huidige scherm niet meer beschikbaar.
Zie pagina 100 voor een voorbeeld.
te selecteren. Zie pagina 101 voor een voorbeeld.
15
Knoppen op het aanraakscherm van het LCD-display gebruiken

Functies

Functie Functienaam Beschrijving
Menu's
Æ Instellingen Æ Kopieerinstel lingen Aantal exemplaren
Menupad Boven in elk menuscherm wordt een pad weergegeven.
Æ
Dit toont de route naar het betreffende scherm en de exacte locatie binnen de menu's. U kunt elk onderstreepte woord aanraken om naar het betreffende menu of menu- item terug te gaan. Aant al exemplaren is niet onderstreept, aangezien dit het actieve scherm is.
Als deze func tie op het scherm Aantal exemplaren wordt gebruikt voordat het aantal exemplaren is ingesteld en opgeslagen, wordt de selectie niet opgeslagen en wordt dit niet de standaardinstelling van de gebruiker.
Waarschuwing interventiebericht Als er een interventiebericht wordt weergegeven
waardoor een functie als Kopiëren of Faxen wordt afgesloten, verschijnt er een knipperend rood uitroepteken op de functieknop op het beginscherm. Dit geeft aan dat er een interventiebericht aanwezig is.
16

Menu's

Menu's
De eerste keer dat de MFP wordt ingeschakeld, zijn de Fabrieksinstellingen van kracht. Deze blijven in werking totdat de instellingen worden gewijzigd. U kunt de fabrieksinstellingen herstellen door de waarde Herstellen voor het menu-item Fabrieksinstellingen te selecteren.
Als u een waarde of instelling voor functies van de MFP selecteert en opslaat, wordt deze in het geheugen van de MFP opgeslagen. Nadat de instellingen zijn opgeslagen, blijven deze actief totdat nieuwe instellingen worden opgeslagen of de fabrieksinstellingen worden hersteld. Deze instellingen worden standaardinstellingen van de gebruiker genoemd omdat deze per gebruiker kunnen worden geselecteerd en opgeslagen.
Opmerking: Instellingen voor het faxen, scannen, e-mailen en kopiëren, evenals instellingen voor het afdrukken
vanuit een toepassing hebben voorrang boven de standaardinstellingen van de gebruiker.

Menu-overzicht

In het volge nde m en u-overzicht w orde n a lle menu's en men u-ite ms ge too nd die beschikbaar zijn op he t be die nin gs pan eel . Selecteer een menu of men u - ite m voor meer informatie. De waarden of instelling en voor elk menu-item zijn opgenomen in de afzonderlijke beschrijvingen van de menu-items na het menu-overzicht. In de menuhiërarchie is nog een extra niveau mogelijk, zodat er menu's, menu-items, submenu-items (waarvan er verscheidene onder een menu-item kunnen voorkomen) en waarden zijn.
Klik op het gewenste menu of menu-item voor meer informatie:
Menu Papier
Standaardbron Papierformaat/­soort Configuratie U-lader Ander formaat Papierstructuur Papiergewicht Papier plaatsen Aangepaste soorten Aangepaste namen Aangepaste ladenamen Universal-instelling Lade-instelling
Rapporten
Pagina Menu-instellingen Apparaatstatistieken Pagina N etw erkin ste lli ngen Snelkoppelingenlijst Faxtaaklog Kieslog faxnummers E-mailsnelkoppelingen Faxsnelkoppelingen FTP-snelkoppelingen Profielenlijst Pagina NetWare­instellingen Lettertypen afdrukken Directory afdrukken
Snelkoppelingen beheren
Faxs nel koppelingen beheren E-mailsnelkopp el ing en beh eren FTP-snelkoppelingen beheren Profielsnelkoppelingen beheren
Netwerk/poorten
TCP/IP IPv6 Instellingen e-mailserver Draadloos Standaard netwerk Netwerk <x> Standaard-USB USB <x> Standaard parallel Parallel <x> Serieel <x> NetWare AppleTalk LexLink
Instellingen
Algemene instellingen Kopieerinstellingen Faxinstellingen E-mailinstellingen FTP-instellingen Afdrukinstellingen Beveiliging Datum en tijd instellen
Help-pagina's
Alles afdrukken Handleiding met informatie Kopiëren E-mail Faxen FTP Afdrukstoringen Handleiding voor supplies
Opmerking: In de volgende tabellen is de waarde waarbij een asterisk (*) wordt weergegeven de
fabrieksinstelling.
17

Menu Papier

Menu Papier
In het menu Papier bepaalt u de instellingen voor het afdrukmateriaal.

Standaardbron

Met dit item stelt u de standaardinvoerlade voor het afdrukmateriaal in.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Standaardbron Geeft de standaardinvoerlade voor
het afdrukmateriaal aan.
Lade <x> Als u afdrukmateriaal van hetzelfde U-lader Enveloppenlader Handmatige
invoer pap ier Handm. invoer
envelop
formaat en dezelfde soort gebruikt in twee invoerlade n (en voor papierformaat en papiersoort de juiste waarden zijn ingesteld), worden de invoerladen automatisch gekoppeld. Als één lade leeg is, wordt het afdrukmateriaal automatisch vanuit de andere lade ingevoerd.
Lade 1 is de standaardinstel lin g. x staat voor het ladenummer,
bijvoorbeeld Lade 1 voor de standaardlade en Lade 2 voor een optionele lade.
Opmerking: De waarde van de U-lader, oftewel de universeellader, wordt alleen weergegeven wanneer Configuratie U-lader is ingesteld op Cassette. Zie Configuratie U-lader voor meer informatie.

Papierformaat/-soort

Opmerking: Bij dit menu-item worden alleen de geïnstalleerde invoerladen met afdrukmateriaal weergegeven.
Met deze men u-ite ms s telt u het formaat en de so ort in v an het afdrukmateriaal dat in een lad e , de U- lad er o f de sl euf voor handmatige in voer is geplaatst. Het instellen van het formaat e n d e s oo rt van het afd rukmateriaal gebeurt in twee stappen . In het eerste menu-item wordt Formaat vet weergegeven. Nadat u he t formaat hebt gese lec tee rd, verandert het scherm en wordt Soort vet weergegeven. U kunt vervolgens de soort afdrukmateriaal selecteren.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Formaat lade <x> Hiermee wordt het standaardformaat
voor elke invoerlade vastgesteld. Er worden alleen geïnstalleerde
invoe rladen weergegeven. Opmerking: Bij laden met
automatische formaatdetectie wordt alleen de waarde weergegeven die door de hardware is gedetecteerd .
A4* (niet-VS) A5 JIS B5 Letter* (VS) Legal Executive JIS B4 A3 11x17 Folio Statement Universal
Als u afdrukmateriaal van hetzelfde formaat en dezelfde soort in twee invoerladen gebruikt (en voor papierformaat en papiersoort de juiste waarden z ijn inge steld), w orden de invoerladen automatisch gekoppeld. Als één lade leeg is , word t het afdrukmateriaal automatisch vanuit de andere lade ingevoerd.
Zie Soort lade <x> voor meer informatie.
18
Menu Papier
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Soort lade <x> Hiermee wordt de soort
afdrukmateriaal in elke invoerlade vastgesteld.
Opmerking: Als u zelf een naam h ebt opgegeven, wordt deze weergegeven in plaats van Aangepast <x>. Als twee of meer aangepaste soorten dezelfde naam hebben, staat deze naam slechts één keer in de lijst met papiersoorten.
Formaat U-lader Hiermee stelt u het formaat van het
afdrukmateriaal in de universeellader vast.
Norm. papier Karton Transparant Etiketten Bankpostpapier Briefhoofdpapier Voorbedrukt Gekleurd papier Aangepast <x>
(waarbij x v oo r 1–6 staat)
A3 A4 (niet-VS)* A5 JIS B4 JIS B5 Letter (VS)* Legal 11 x 17 Executive Folio Statement Universal 7 3/4-envelop 10-envelop DL-envelop C5-envelop Andere envelop
U gebruikt dit menu-item voor het volgende:
• Het optimaliseren van de afdrukkwaliteit v oor het opg ege ve n afdrukmateriaal.
• Het selecteren van invoerladen vanuit de softwaretoepassing door de soort te selecteren.
• Het automatisch koppelen van invoerladen.
Als u de juiste waarden hebt inge steld voor papiersoort en papierformaat, worden invoerladen met afdrukmateriaal van d ezelfde soort en hetzelfde formaat automatisch door de MFP gekoppeld.
De universeellader wordt alleen weergegeven op het bedieningspaneel als Con fig ur atie U-lader is ingesteld op Cassette.
Opmerking: Zie C onfiguratie U-lader voor meer informatie .
Soort U-lader Hiermee stelt u de soort van het
afdrukmateriaal in de universeellader vast.
Opmerking: Als u zelf een naam h ebt opgegeven, wordt deze weergegeven in plaats van Aangepast <x>. Als twee of meer aangepaste soorten dezelfde naam hebben, staat deze naam slechts één keer in de lijst met papiersoorten.
Normaal papier* Karton Transparant Etiketten Bankpostpapier Envelop Briefhoofdpapier Voorbedrukt Gekleurd papier Aangepast <x>
(waarbij x v oo r 1–6 staat)
19
De universeellader wordt alleen weergegeven op het bedieningspaneel als Con fig ur atie U-lader is ingesteld op Cassette.
Aangepast 6 is de fabrieksinstelling voor Aangepaste soorten.
Opmerking: Zie C onfiguratie U-lader voor meer informatie .
Menu Papier
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Env.lader formaat Hiermee stelt u het formaat van de
Env .lader soort Hiermee stelt u de soort enveloppen in
Papierformaat handm. inv o er
Papiersoort handm. inv o er
enveloppen in de enveloppenlader vast.
Dit menu-item wordt alleen weergegeven als de optionele enveloppenlader is geïnstalleerd.
de enveloppenlader vast. Dit menu-item wordt alleen
weergegeven als de optionele enveloppenlader is geïnstalleerd.
Hiermee wordt het formaat aangegeven van het afdrukmateriaal dat handmatig wordt geplaatst.
Hiermee wordt de soort aangegeven van het afdrukmateriaal dat hand matig wordt geplaatst.
7 3/4-envelop 9-envelop 10-envelop* (VS) DL-envelop* (nie t-VS) C5-envelop B5-envelop Andere envelop
Envelop Aangepast <x>
(waarbij x v oo r 1–6 staat)
A3 A4* (niet-VS) A5 JIS B4 JIS B5 Letter* (VS) Legal 11 x 17 Executive Folio Statement Universal
Normaal papier* Karton Transparant Etiketten Bankpostpapier Briefhoofdpapier Voorbedrukt Gekleurd papier Aangepast <x> (waarbij x voor 1– 6 staat)
Opmerking: Als u zelf een naam hebt opgegeven, wordt deze weergegeven in plaats van Aangepast <x>. Als twee of meer aangepaste soorten dezelfde naam hebben, staat dez e naam s lech ts é én keer in de lijst met soorten enveloppenladers.
Envelopformaat handm. inv o er
Envelopsoort handm. inv o er
Hiermee wordt het envelopformaat aangegeven dat handmatig wordt geplaatst.
Hiermee wordt de envelopsoort aangegeven die handmatig wordt geplaatst.
7 3/4-envelop 10-envelop (VS)* DL-envelop (niet-VS)* C5-envelop Andere envelop
Envelop* Aangepast <x> (waarbij x voor 1– 6 staat)
20
Menu Papier
Configuratie U-lader
Met dit menu-item configureert u de universeellader als een extra invoerlade of handmatige invoer. Als de universeellader is gekoppeld a an een andere lad e, kan de MFP afd rukmateriaal v an uit de U -lad er in v oer en a lv orens a fdrukmate riaal v an uit een andere lade in te voeren.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Configuratie U-lader
Hiermee bepaalt u wanneer de MFP afdrukma teriaal vanuit de universeellader dient in te voeren.
Cassette* De MFP behandelt de
Handm. inv oe r De MFP behandelt de
Eerst MFP neemt afdrukmateriaal uit de
universeellader op dezelfde wijze als elke andere lade. Als voor een afdruktaak afdrukmateriaal v an een formaat of soort wordt gevr aagd dat alleen in de universeellader aanwezig is, gebruikt de MFP afdrukmateriaal uit de universeellader voor de taak.
universeellader op dezelfde wijze als een lade voor handmatige invoer. Er wordt
invoer
enkel vel afdrukmateriaal in de lader moet worden geplaatst.
universeellader totdat deze leeg is, ongeacht welke invoerlade of welk formaat voor de taak werd aangevraagd.
weergegeven als er een
Vul handm.

Ander formaat

Met dit menu-item bepaalt u of de MFP afdrukmateriaal van een ander formaat kan gebruiken als het gevraagde formaat niet is geïnstalleerd in een van de invoerladen. Als Ander formaat bijvoorbeeld is ingesteld op Letter/A4 en alleen papier van Letter-formaat in de MFP is ge pla ats t, g eb ruikt d e MFP Letter in plaats v an A4 wanneer het v e rz o ek bi nn enkomt om af te drukken op A4-papier. De MFP drukt de taak af in plaats van een verzoek weer te geven voor het plaatsen van A4-papier.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Ander formaat De MFP vervangt het opgegeven
afdrukmateriaalfo rmaat als het gevraag de formaat niet is geplaatst.
Uit De MFP vraagt de gebruiker om het
gevraagde papierformaat te plaatsen. Het papier mag niet door andere formaten worden vervangen.
Statemen t/A5 Drukt taken van A5-formaa t af op
papier van statement-formaat als er alleen papier v a n stat ement- f ormaat is geplaatst, en drukt taken van statement-formaat af op A5-papier als er alleen A5-papier is geplaatst.
Letter/A4 Drukt taken van A4-formaat af op
papier van Letter-formaat als er alleen papier van Letter-formaat is geplaatst, en drukt taken van Letter­formaat af op A4 -papier als er alleen A4-papier is geplaatst.
Alles in lijst* Vervangt zowel Letter/A4 als
Statement/A5, zodat alle beschikbare vervangingen toegestaan zijn.
21
Menu Papier
Papierstructuur
Met dit menu-item stelt u de structuur van het afdrukmateriaal in voor elk van de opgegeven soorten afdrukmateriaal. Hiermee kan de afdrukkwaliteit voor het opgegeven afdrukmateriaal worden geoptimaliseerd in de MFP.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Normale structuur Hiermee wordt de structuur Structuur
transparant Structuur glossy Structuur etiket Structuur bankpost Structuur envelop Structuur briefhoofd Structuur
voorbedrukt Structuur gekleurd Structuur karton Hiermee wordt de structuur
Structuur aangepast <x>
aangegeven van het aangepaste afdrukmateriaal dat in een specifieke invoerlade is gep laatst.
aangegev en v an he t karton dat in een specifieke invoerlade is geplaatst.
Hiermee wordt de structuur aangegeven van het aangepaste afdrukmateriaal dat in een specifieke invoerlade is gep laa t st . (x staat voor 1–6.)
Glad Normaal* Ruw
Glad Normaal* Ruw
Glad Normaal* Ruw
Opmerking: De standaardinstelling voor Structuur bankpost is Ruw.
Wordt weergegeven als karton wordt ondersteund in de opgegeven invoerlade.
Wordt weergegeven als aangepast afdrukmateriaal wordt onderst eun d in de opgegev e n in voerlade.

Papiergewicht

Met deze menu-items stelt u het papiergewicht in voor elk van de opgegeven soorten afdrukmateriaal. Hiermee kan de afdrukkwaliteit voor het opgegeven gewicht van het afdrukmateriaal worden geoptimaliseerd in de MFP.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Gewicht normaal Hiermee bepaalt u het relatieve Gewicht karton Gewicht
transparanten Gewicht etiket Gewicht bankpost Gewicht envelop Gewicht briefhoofd Gewicht
voorbedrukt Gewicht gekleurd Gewicht aangepast
<x>
gewicht van het afdrukmateriaal in een specifieke invoerlade om te zorgen dat de toner goed aan het papier hecht.
Hiermee wordt het relatieve gewicht aangegeven van het aangepaste papier dat in een specifieke invoerlade is gep laa t st . (x staat voor 1–6.)
Licht Normaal* Zwaar
Licht Normaal* Zwaar
Opmerking: Karton wordt alleen op het bedieningspaneel weergegeven als dit in een gespecificeerde invoerlade wordt ondersteund.
Wordt weergegeven als aangepast afdrukmateriaal wordt ondersteund in de opgegeven invoerlade.
22
Menu Papier

Papier plaatsen

Met deze menu-items stelt u de plaatsingsrichting in voor elk soort afdrukmateriaal. U kunt voorbedrukt afdrukmateriaal plaatsen en vervolgens op de MFP aangeven dat het afdrukmateriaal is geplaatst voor dubbelzijdig afdrukken. Gebruik de toepassingssoftware om enkelzijdig afdrukken aan te geven. Als enkelzijdig afdrukken is geselecteerd, voegt de MFP automatisch blanco pagina's in om de enkelzijdige afdruktaak correct af te drukken.
Papier plaatsen wordt alleen op het bedieningspaneel weergegeven als er een duplexeenheid is geïnstalleerd.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Karton plaatsen Hiermee verwerkt u op correcte wijze Etiketten plaatsen Bankpostpapier
plaatsen Briefhoofdpap.
plaatsen Voorbedrukt
plaatsen Gekleurd plaatsen Aangepast <x>
plaatsen
specifiek voorbedrukt afdrukmateriaal, ongeacht of het een dubbelzijdige of enkelzijdige afdruktaak betreft.
Hiermee verwerkt u op co rrecte wijze voorbedrukt aangepast papier, ongeacht of het een dubbelzijdige of enkelzijdige afdruktaak betreft. x staat voor 1– 6.
Duplex Uit*
Duplex Uit*
Duplex is bestemd voor het dubbelzijdig afdrukken op afdrukmateriaal, terwijl Uit aangeeft dat het dubbe lzijdig afdrukken is uitgeschakeld.
Wordt weergegeven als aangepast afdrukmateriaal wordt ondersteund in de opgegeven invoerlade.

Aangepaste soorten

Met dit menu-item stelt u naam in voor elke aangepaste papiersoort. U kunt namen toewijzen met behulp van een hulpprogramma zoals MarkVision of vanaf het bedieningspaneel.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Aangepast <x> Hiermee geeft u de soort
afdrukmateriaal op voor elk van de beschikbare aangepaste soorten in het menu Papiersoort.
Papier* Karton Transparant Etiketten
Bankpostpapier Envelop
U kunt alleen een d oor de geb ruiker gedefinieerde naam toewijzen als de aangepaste soort afdrukmateriaal wordt onderst eun d in de aangegeven invoerlade .
Nadat de naam is toegewezen, wordt deze naam weergegeven in plaats van Aangepast <x>.

Aangepaste namen

Met dit menu-item stelt u een aangepaste naam in voor elk aangepaste afdrukmateriaal.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
<door gebruiker opgegeven aangepaste naam>
Hiermee geeft u de naam op voor het afdrukmateriaal dat aan elke Aangepaste naam <x> in het menu Papiersoort is gekoppeld en waarbij x voor 1 – 6 staat.
[door gebruiker opgegeven naam], zoals:
Stef’s etiketten Ria’s karton
23
U kunt alleen een d oor de geb ruiker gedefinieerde naam toewijzen als het aangepaste afdrukmateriaal wordt ondersteund in de aangegeven invoerlade.
Menu Papier

Aangepaste ladenamen

Met dit menu-item stelt u een aangepaste naam in voor elke uitvoerlade op basis van een persoon of de soort afdrukmateriaal die is toegewezen aan een bepaalde uitvoerlade.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
<door gebruiker opgegeven aangepaste ladenaam>
Hiermee geeft u de aangepaste naam op voor uitvoerlade <x> waarbij x een cijfer is tussen de 1 en de 10, afhankelijk van het MFP-model of de optionele finisher (indien aangesloten).
[door gebruiker opgegeven naam], zoals:
Uitvoerlade van <naam bedrijf>
Uitvoerlade van <naam advocaat>
Ria's uitvoerlade Stefans uitvoerlade
U kunt alleen een d oor de geb ruiker gedefinieerde naam toewijzen als het soort afdrukmateriaal wordt ondersteund in de toegewezen aangepaste uitvoerlade.

Universal-instelling

Met deze menu-i tem s g eeft u de h oog te en br ee dte o p voor het univer sele papierformaat. Als u de ho ogte en b reed te voor het universe le papierf ormaat opg eeft, gebruikt d e MFP de Uni ver sal-inste lling op de zelfd e wijze als andere p apierf ormaten, met inbegrip van ondersteuning voor dubbelzijdig afdrukken en n per vel. Zie N/vel afdrukken voor meer informatie over n per vel.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Maateenheden Hiermee bepaalt u de maateenheid
die wordt gebruikt v oor h et invoeren van de universele hoogte en breedte.
Breedte Staand Hiermee stelt u de staande breedte
van het universele afdrukmateriaal in.
Opmerking: Als de ingestelde waarde groter is dan de maximale breedte, gebruikt de MFP de maximale toegestane breedte in inches of millimeters.
Hoogte Staand Hiermee stelt u de staande hoogte
van het universele afdrukmateriaal in.
Opmerking: Als de ingestelde waarde groter is dan de maximale hoogte, gebruikt de MFP de maximale toegestane hoogte in inches of millimeters.
Invoerrichting Hiermee geeft u de invoerrichting
van het universele papierformaat op .
Inch Millimeter
3–17 inch in stappen van 0,01 inch
76 – 432 mm in stappen van 1 mm
3–17 inch in stappen van 0,01 inch
76 – 432 mm in stappen van 1 mm
Kort e zijde* Lange zijde
In de VS wordt standaard gebruikg emaakt van inches, terwijl millimeter de internationale standaardinstelling is.
Hiermee geeft u aan welke instelling voor maateenheid moet worden gebruikt: inches of millimeters. In de VS wordt standaard 11,69 inch gebruikt, terwijl internationaal 297mm als standaardwaarde wordt gehanteerd.
Hiermee geeft u aan welke instelling voor maateenheid moet worden gebruikt: inches of millimeters. In de VS wordt standaard 17 inch gebruikt, terwijl internationaal 432 mm als standaardwaarde wordt gehanteerd.
Invoerrichting wordt alleen weergegeven als er een waarde voor Lange zijde beschikbaar is. Lange zijde is beschikbaar als de lan gs te zijde korter is dan de maximal e fysiek e breedte die de lade ondersteunt.
Zie Bindzijde duplex op pagina 75 voor meer informatie over korte en lange zijden.
24

Rapporten

Lade-instelling

Met dit menu-item geef t u de ui tvoerlade op voor het afgedrukte materiaal. Dit menu-ite m w ordt alleen weergege ven als er ten minste één optionele uitvoerlade is geïnstalleerd. Alleen geïnstalleerde uitvoerladen worden weergegeven.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Uitvoerlade Hiermee geeft u de
Laden configureren
Soort/lade toewijzen
standaardlade voor afgedrukt materiaal op.
Hiermee bepaalt u welke uitvoerlade(n) de MFP gebruikt voor een bepaalde afdruktaak.
Hiermee stuurt u afdruktaken naar een bepaalde uitvoerlade op basis van de gewenste papiersoort.
Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven als Laden configureren verschijnt en is ingesteld op Mailbox of Toewijzing soort.
Als u zelf een naam hebt opgegeven, wordt deze weergegeven in plaats van Lade aangepast <x>. Als twee of meer uitvoerladen dezelfde naam hebben, verschijnt de ze naam slechts één keer in de lijst Soort/lade toewijzen.
Standaardlade* Uitvoerlade 1 Uitvoerlade 2
Mailbox* Afdruktaken worden naar de
Koppelen Twee of meer uitvoerladen worden Koppeli ng opti oneel
Toewijzing soort Alle optionele uitvoerladen worden
Lade normaal papier Uitgeschakeld* Lade karton Lade transparant Lade etiketten Lade bankpost Lade envelop Lade briefhoofd Lade voorbedrukt Lade gekleurd Lade aangepast <x> (waarbij
<x> een getal is tussen 1 en 6)
Als u zelf een naam hebt opgegeven, wordt in plaats hiervan de naam weergegeven.
Opmerking: Als meerdere laden dezelfde naam hebben, verschijnt deze naam slechts één keer in de lijst Uitvoerlade.
uitvoerlade gestuurd die aan die gebruiker is toegewezen.
gekoppeld, zodat ze als één grote lade functioneren. Als een gekoppelde uit voerlade vol is, begint de MFP de vo lgende gekoppelde lade te vullen, en gaat vervolgens verder met het één voor één vullen van alle gekoppelde laden.
Opmerking: De waarde Koppeling optioneel wordt alleen weergegeven als er tenminste twee optionele uitvoerladen zijn geïnstalleerd.
gekoppeld tot één grote lade, maar de standaarduitvoerlade blijft afzonderlijk adress ee r baa r.
Standaardlade Uitvoerlade 1 Uitvoerlade 2 Opmerking: Alleen geïnstalleerde
uitvoerladen worden weergegeven. Als Laden co nfigureren is ingestel d op Toewijzing soort, dan wordt standaard de standaardlade gebruikt.
Rapporten
Opmerking: Nadat een rapport is afgedrukt, wordt het beginscherm opnieuw weergegeven.
Elk rapport wordt afgedrukt met behulp van bepaalde standaardafdrukwaarden, zoals één exemplaar, afdrukresolutie van 600 dpi (dots per inch), normaal afdrukgebied, geen scheidingsvellen, dubbelzijdig afdrukken uitgeschakeld, meerdere pagina's per vel uitgeschakeld, tonerintensiteit acht, afdrukstand Staand, en afdrukmateriaal uit de standaardinvoerlade van de gebruike r.
25
Rapporten
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Pagina Menu-instellin gen Hiermee wordt i nformatie afge drukt met betrekking
Apparaatstatistieken Hiermee wordt informatie met betrekking tot de
Pagina Netwerkinstellingen Netwerk <x> Instell.pag.
wordt weergegeven als extra netwerkopties zijn geïnstalleerd.
Snelkoppeling enlij st Hiermee drukt u een lijst met eerder ge defini eerde
Faxtaaklog Hiermee drukt u een lijst af met de faxtaken in de
Kieslog faxnummers Hiermee drukt u een lijst af met de laatste 100
E-mailsnelkoppelingen Hiermee drukt u een lijst met e-mail-
Faxsnelkoppelingen Hiermee drukt u een l ij st m et faxsnelkoppelingen af. FTP-snelkoppelingen Hiermee drukt u een lijst met FTP-snelkoppelingen a f. Profielenlijst Hiermee drukt u een lijst af van de pro fie len die op
Pagina NetWare-instellingen Hiermee drukt u een pagina met de instellingen
Lettertypen afdrukken Hiermee drukt u een voorbeeld af van alle
Directory afdrukken Hiermee drukt u een lijst af van d e bronnen di e zijn
tot:
• Huidige instellingen van menu-items in alle menu's
• Cartridge-informatie
• Een lijst met geïnstalleerde opties en functies
• Hoeveelheid geheugen in de MFP
MFP-statistieken afgedrukt. Hiermee drukt u informatie af met betrekking tot
netwerkinstellingen en controleert u de netwerkverbinding.
Opmerking: Deze pagina bevat ook inf ormatie di e van belang is bij het configureren van afdrukken via een netwerk.
snelkoppelingen af.
wachtrij en de 200 meest recente faxtaken die zijn voltooid.
Opmerking: Het menu-item wordt alleen weerge­geven als Opdrachtlog inschakelen aan staat.
faxoproepen die door de MFP zijn verzonden of ontvangen.
Opmerking: Het menu-item wordt alleen weerge­geven als Kieslog inschakelen is geselecteerd.
snelkoppelingen af.
deze MFP zijn opgeslagen.
van het NetWare-protocol af.
beschikbare lettertypen voor de geselecteerde emulatie.
opgeslagen op de optionele flash-geheugenkaart of de interne vaste schijf.
Opmerking: Directory afdrukken is op het bedieningspanee l beschikbaar a ls er een option eel niet-defect flas h-geheu gen of ee n standa ard v as te schijf is geïnstalleerd en geformatteerd.
Nadat u dit item hebt geselecteerd, wordt de pagina afgedrukt en krijgt de MFP de status Gereed.
PCL-lettertypen Hiermee drukt u
PostScript­lettertypen
Nadat u dit item hebt geselecteerd, wordt de pagina afgedrukt en krijgt de MFP de status Gereed.
een voorbeeld af van alle beschikbare MFP­lettertypen voor PCL-emulatie.
Hiermee drukt u een voorbeeld af van alle beschikbare MFP­lettertypen voor PostScript­emulatie.
26

Netwerk/poorten

Netwerk/poorten

TCP/IP

Dit menu-item wordt gebruikt om de TCP/IP-instellingen (Transmission Control Protocol/Internet Protocol) te bekijken of te wijzigen. Met het Internet-protocol (IP) worden de indeling van de pakketten, ook wel datagrammen genoemd, en het adresseringsschema bepaald. De meeste netwerken combineren IP met het hogere protocol TCP (Transmission Control Protocol). TCP biedt de mogel ijkheid om tusse n twee hos ts een v e rbindi ng tot stand te bre ngen en ge gevensstromen uit te wisselen. TCP gara ndeert dat de gege vens worden afgeleve rd en da t de pa kk ette n in de ze lfde volgorde worden afgelev erd als waarin deze zijn verzonden.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Hostnaam instellen Adres Een specifiek adres op het netwerk
dat het apparaat aangeeft.
Netmasker Informatie waarmee het netwerk
kan bepalen op welke manier naar een specifiek IP-adres moe t worden gezocht.
Gateway Het adres van de computer die de
communicatie voor het subnetwerk beheert.
Statisch IP-adres instellen
DHCP inschakelen DHCP staat voor Dynamic Host
Configuration Protocol. Het netwerk wijst automatisch een nummer toe voor de netwerkinformatie.
RARP inschakelen RARP staat voor Reverse Address
Resolution Protocol.
BOOTP inschakelen BOOTP staat voor Bootstrap
Protocol.
AutoIP Biedt automatisch IP. Aan*
FTP/TFTP inschakelen Biedt de mogelijkheid om bestanden
naar het apparaat over te brengen. FTP (File Transfer Protocol) is een
protocol waarmee op het Inter net bestanden kunnen w orde n uitgewisseld. FTP maakt voor de gegevensoverdracht gebruik van de TCP/IP-protocollen.
TFTP staat voor Trivial File Transfer Protocol, een eenvoudige vorm van FTP.
IP-adres IP-adres met 4 velden
netmasker Masker met 4 velden
gateway IP-adr es met 4 velden
koppeling Koppeling naar de pagina voor het
Aan* Uit
Aan* Uit
Aan* Uit
Uit Aan* Uit
Alleen weergave
Alleen weergave
Alleen weergave
instellen van een statisch IP-adres. Als u het IP-adres wijzigt, worden DHCP, BOOTP en RARP uitgeschakeld.
27
Netwerk/poorten
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
HTTP-server ingeschakeld
WINS-serveradres Een server verwerkt hostnamen
DNS-serveradres Registreert de hostnaam bij de
Hiermee geeft u aan of er webpagina's kunnen worden weergegeven.
HTTP (HyperText Transfer Protocol) is het onderliggende protocol van het world wide web (WWW). HTTP definieert hoe berichten worden opgemaakt en verzonden, evenals welke acties webservers en browsers moeten nemen in antwoord op diverse opdrachten.
door het bijbehorende IP-adres hiervoor te achterhalen. Apparaten hebben een hostnaam die bij de WINS-server is geregistreerd .
WINS (Windows Internet Naming Service) is een systeem waarmee het IP-adres kan worden achterhaald, dat aan een specifieke netwerkcomputer is toegewezen. Dit wordt naamoplossing genoemd. WINS biedt ondersteuning voor netwerkclient- en -servercomputers met Windows en kan via speciale voorzieningen ook naamoplossing voor andere comp uters bied en.
DNS-server. Ondersteunt naamoplossing voor de e-mail­server, FTP en andere items met een hostnaam.
DNS (Domain Name System of Domain Name Service) is een Internet-service die domeinnamen in IP-adressen omzet. Domeinnamen zijn alfanumeriek en daarom eenvoudiger te onthouden. Het Internet is in werkelijkheid op IP-adressen gebaseerd. Telkens wanneer er een domeinnaam wordt gebruikt, moet deze naam door DNS-service in het overeen komstige IP-adres worden omgezet.
Aan* De functie is ingeschakeld. Er kunnen
webpagina's worden weergegeven.
Uit De functie is uitgeschakeld.
IP-adres met 4 velden
IP-adres met 4 velden
Back-up DNS­serveradres
Domeinzoekv olgorde Hiermee stelt u de z oekvolgo rde van
Beperkte serverlijst Hiermee definieert u een beperkt
MTU Hiermee stelt u het bereik van het
Dit wordt gebruikt als het DNS­serveradres niet beschikbaar is.
de domeinen in.
aantal IP-adressen.
type communicatie in.
28
IP-adres met 4 velden
alfanumeriek invoerveld
alfan um eri eke invoer
numerieke invoer
De zoekvolgorde wordt opgegeven in de vorm van een door komma's gescheiden lijst, zoals:
mijnserver.com, mijnprinter.com Dit is een door komma's gescheiden
lijst met maximaal 10 IP-adressen die TCP-verbindingen toestaan. In de lijst kunt u een nul (0) als jokerteken gebruiken.
Dit is bijvoorbeeld 256 – 1500 voor Ethernet en 256 – 4096 voor Token-Ring.
Netwerk/poorten
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Standaard-TTL* numerieke
DDNS Aan*
mDNS Aan*
Naam configuratieloze verbinding
SLP-broadcast Aan*
LPD-time-out numerieke
LPD-voorblad Aan
LPD-infopagina Aan
LPD­regelterugloopconversie
invoer
Uit
Uit alfan um eri eke
invoer
Uit
invoer
Uit*
Uit* Aan Uit*
Hiermee definieert u het bereik in seconden, zoals: 5 – 254 seconden
Bijv.: Jan’s kantoorprinter.
Het bereik bedraagt 0 – 65535 seconden.

IPv6

Gebruik dit menu-item om de IPv6-instellingen te bekijken of wijzigen.
Opmerking: Het wordt niet weergegeven bij modellen zonder netwerkondersteuning.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
IPv6 Hiermee stelt u het netwerk in op
IPv6 (Internet Protocol versie 6).
IPv6 inschakelen Ja*
Nee
Autom. configuratie Aan*
Uit Hostnaam alfanumeriek invoerveld Adres alfanumerie k invoerveld Routeradres alfanumeriek invoerveld Schakel DHCPv6 in Ja*
Nee
29
Netwerk/poorten

Instellingen e-mailserver

Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Primaire SMTP-gateway Veld met IP-adres Primaire SMTP-
gatewaypoort Secundaire SMTP-gateway Veld met IP-adres
numerieke invoer (25*)
Primaire SMTP­gatewaypoort
SMTP-time-out numerieke invoer
Verificatie header Server vereist verificatie Ja
Gebruikersnaam alfanumerieke
Wachtwoord alfanumerieke
Antwoordadres alfanumerieke
Onderwerp alfanumerieke
Bericht alfanumerieke
Stuur mij een kopie Hiermee ontvangt de
opsteller van een e-mailbericht een kopie van het beri cht.
Max. e-mailgrootte Geeft de maximumgrootte
van e-mailbe richten in kilobyte. Grotere e-mailberichten worden niet verzonden.
numerieke invoer (25*)
5 – 30 (30*)
Nee*
invoer
invoer (moet nog worden bev e stigd)
invoer
invoer
invoer
Wordt nooit weergegeve n*
Standaard ingeschakeld
Standaard uitgeschakeld
Altijd aan numerieke invoer Geef 0 (nul) op om de limie t uit te
De time-outwaarde ligt in een bereik van 5 tot 30 seconden, waarbij 30 seconden de standaardwaarde is.
Dit is een vereist item.
In het alfanumerieke veld kunnen maximaal 512 tekens worden ingevoerd.
De gebruiker moet worden geverifieerd.
schakelen.
Waarschuwing bij fout bestandsgrootte
Bestemmingen beperken Hiermee wordt een e-mail
Hiermee wordt een bericht verzonden wanneer een e-mail grot er dan de geconfigureerde limiet is.
alleen verzonden wanneer de domeinnaam (bijvoorbeeld van het bedrijf) in het adres aanwezig is. Er kan alleen e-mail naar het opgegeven domein worden verzonden.
alfanumerieke invoer
@alfanumerieke invoer
30
De limiet is één domein. De @ wordt permanent voor het alfanumerieke veld weergegeven.
Bijv.: @bedrijfsdomein.co m E-mails worden bijvoorbeeld alleen
verzonden als het adres op @bedrijfsdomein.co m eindigt.
Netwerk/poorten
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Instellingen webkoppeling header Server Hiermee geeft u de naam
van de server op.
alfanumerieke invoer
Bijvoorbeeld: server.mijn.com
Aanmelden alfanumerieke
Wachtwoord wachtwoord
Pad Hiermee bepaalt u de
padnaam.
Basisbestandsnaam Hiermee geeft u de
basisbestandsnaam op. Aan het eind van elke
bestandsnaam wordt een tijdcode toegevoegd.
Webkoppeling alfanumerieke
invoer
alfanumerieke invoer
alfanumerieke invoer
alfanumerieke invoer
afbeelding*
invoer
Bijvoorbeeld: /directory/pad
De volgende tekens en symbolen zijn niet toegestaan in een padnaam:
* – asterisk : – dubbele punt ? – vraagteken < – groter-dan-teken > – kleiner-dan-teken | – verticale streep
Standaard wordt het volgende woord weergegeven:
afbeelding Opmerking: De basisbestandsnaam
mag maximaal uit 53 tek en s best aan. De volgende tekens of symbolen zijn ongeldig:
* – asterisk : – dubbele punt ? – vraagteken < – groter-dan-teken > – kleiner-dan-teken | – verticale streep
Aan het eind van elke bestandsnaam wordt een tijdcode toegevoegd.
Bijv.: http://mijn.bedrijf.com/directory/pad
31
Netwerk/poorten

Draadloos

Menu-item Waarden
Modus Infrastructuur
Ad hoc
Netwerknaam lijst met beschikbare netwerknamen
afdrukserver*

Standaardnetwerk of Netwerk <x>

Gebruik deze men u-items o m de instell ingen te w ijzigen v an ta ken die naar de MFP wo rden v erstuurd via een n etwerkpoort (Standaardnetwerk of Netwerk <x>, waarbij x voor 1 of 2 staat).
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
PCL SmartSwitch
Hiermee configureert u de MFP zo dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak op de netwerkpoort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal.
Aan* De MFP controleert de gegevens op
de netwerkinterface en selecteert
PCL-emulatie als dit de vereiste
printertaal is. Uit De MFP controleert de
binnenkomende gegevens niet.
De printer gebruikt PostScript-
emulatie om de taak te verwerken als
PS SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Als PS SmartSwitch is ingesteld op
Uit, gebruikt de printer de
standaardprintertaal die is inges teld in
het menu Instellingen.
PS SmartSwitch Hiermee configureert u de MFP zo
dat deze automatisch overschakelt op PostScript-emulatie als dit door een afdruktaak op de netwerkpoort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal.
NPA-modus Hiermee geeft u aan of de MFP de
speciale verwerking voor bidirectionele communicatie uitvoert, zoals gedefinieerd in de specificaties van het NPA-protocol (Network Printing Alliance).
Opmerking: Als u dit menu-item wijzigt, wordt de MFP automatisch opnieuw ingesteld.
Aan* De MFP controleert de gegevens op
de netwerkinterface en selecteert
PostScript-emulatie als dit de vereiste
printertaal is. Uit De MFP controleert de
binnenkomende gegevens niet.
De printer gebruikt PCL-emulatie om
de taak te verwerken als PCL
SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Als PCL SmartSwitch is ingesteld op
Uit, gebruikt de printer de
standaardprintertaal die is inges teld in
het menu Instellingen. Uit De MFP past geen NPA-verwerking
toe. Auto* De MFP controleert welke indeling de
gegev en s heb b en en pas t de
verwerking hieraan aan.
32
Netwerk/poorten
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Netwerkbuffer Hiermee configureert u de grootte
van de netwerkinvoerbuffer. Opmerking: Als u de waarde voor
Netwerkbuffe r wijzigt, wordt de MFP automatisch opnieuw ingesteld. Eventuele permanente bronn en, zoals lettertypen of macro's, gaan verloren.
Taken in buffer Hiermee slaat u afdruktaken tijdelijk
op de vaste schijf van de MFP op voordat deze worden afgedrukt. Dit menu-item wordt alleen weergegev en als er een niet-d efecte geformatteerde vaste schijf is geïnstalleerd.
Opmerking: Als u dit menu-item wijzigt, wordt de MFP automatisch opnieuw ingesteld.
Mac binair PS Hiermee configureert u de MFP
voor de verwerking van binaire PostScript-afdruktaken voor Macintosh.
Auto* De MFP berekent automatisch de
3K tot maximum toegestane grootte (in stappen van 1K)
Uit* Hiermee slaat u geen taken op in de
Aan Hiermee slaat u afdruktaken op in de
Auto Hie rmee sla at u afdruktaken alleen op
Aan De MFP verwerkt ruwe binaire
grootte van de netwerkbuffer
(aanbevolen instelling).
De gebruiker geeft de gr ootte van de
netwerkbuff e r op . De m axim umg rootte
hangt af van de hoeveelheid
geheugen in de MFP, de grootte van
de andere koppelingsbuffers en of u
het menu-item Bronnen opslaan hebt
ingesteld op Aan of Uit. Als u het
bereik van de netwerkbuffer wilt
maximaliseren, kunt u de parallelle
buffer , de se riebuff er en de USB-buff er
uitschakelen of kleiner maken.
buffer op de vaste schijf.
buffer op de vaste schijf.
in de buff er als de MF P bezig is met de
verwerking van gegevens uit een
andere invoerpoort.
PostScript-a fdru kta ken die afkomstig
zijn van Macintosh-computers.
Opmerking: Door deze instelling
worden afdruktaken die afkomstig zijn
van een Windows-pc, vaak niet goed
afgedrukt. Uit De MFP filtert PostScript-afdruktaken
Auto* De MFP verwerkt afdruktaken van
met een standaardprotocol.
zowel Macintosh- als Windows-
computers.

Standaard USB of USB <x>

Deze menu's worden alleen weergegeven als er een USB-poort beschikbaar is. Gebruik deze menu-items om printerinstellingen voor een USB-poort (Universal Serial Bus) te wijzigen (USB <x>, waarbij x voor 1 of 2 staat).
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
PCL SmartSwitch
Hiermee configureert u de MFP zo dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal.
Aan* De MFP controleert de gegevens
op de USB-poort en selecteert
PCL-emulatie als dit de vereiste
printertaal is. Uit De MFP controleert de
binnenkomende gegevens niet.
De MFP gebruikt PostScript-emulatie
om de taak te verwerken als PS
SmartSwitch in het menu Instellingen
op Aan is ingesteld. Als PS
SmartSwitch op Uit is ingesteld,
gebruikt de printer de
standaardprintertaal.
33
Netwerk/poorten
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
PS SmartSwitch Hiermee configureert u de MFP zo
dat deze automatisch overschakelt op PostScript-emulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal.
NPA-modus Hiermee geeft u aan of de MFP de
speciale verwerking voor bidirectionele communicatie uitvoert, zoals gedefinieerd in de specificaties van het NPA-protocol (Network Printing Alliance).
Opmerking: Als u dit menu-item wijzigt, wordt de MFP automatisch opnieuw ingesteld zodra u de menu's hebt verlaten. Het apparaat wordt opnieuw ingesteld om het geheugen te configureren. Hierbij gaan eventuele permanente bronnen, zoals lettertypen of macro's, verloren.
USB-buffer Hiermee configureert u de grootte
van de USB-invoerbuffer. Opmerking: Als u de waarde voor
USB-buffer wijzigt, wordt de MFP automatisch opnieuw ingesteld. Eventuele permanente bronn en, zoals lettertypen of macro's, gaan verloren.
Aan* De MFP controleert de gegevens op
Uit De MFP controleert de
Aan De MFP past NPA-verwerking toe.
Uit De MFP past geen NPA-verwerking
Auto* De MFP controleert welke indeling de
Uitgeschakeld De taakbuffer wordt uitgeschakeld.
Auto* De MFP berekent automatisch de
3K tot maximum toegestane grootte
(in stappen van 1K)
de USB-poort en selecteert
PCL-emulatie als dit de vereiste
printertaal is.
binnenkomende gegevens niet.
De MFP gebruikt PCL-emulatie om
de taak te verwerken als PCL
SmartSwitch in het menu Instellingen
op Aan is ingesteld. Als PCL
SmartSwitch op Uit is ingesteld,
gebruikt de MFP de
standaardprintertaal.
Als de gegevens niet in de NPA-
indeling zijn opgesteld, worden deze
als onverwerkbaar beschouwd en
verwijderd.
toe.
gegevens hebben en past de
verwerking hieraan aan.
Afdruktaken die al in de buffer op de
vaste schijf zijn opgenomen, worden
afgedrukt voordat het normaal
verwerken van nieu we afdrukt aken
wordt hervat.
grootte van de USB-buffer
(aanbevolen instelling).
De gebruiker geeft de grootte van de
USB-buffer op. De maximumgrootte
hangt af van de ho ev eelheid geheuge n
in de MFP, de grootte van de andere
koppelingsbuffers en of u het menu-
item Bronnen opslaan hebt ingesteld
op Aan of Uit. Als u het bereik van de
USB-buffer wilt maximaliseren, kunt u
de parallelle buffer, de serie- en de
netwerkbuffer uitschakelen of kleiner
maken.
34
Netwerk/poorten
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Taken in buffer Dit menu-item wordt alleen
weergegeven als er een geformatteerde vaste schijf is geïnstalleerd.
Hiermee slaat u afdruktak en tij del ijk op de vaste schijf van de MFP op voordat deze worden afgedrukt.
Opmerking: Als u de waarde voor Taken in buffer wijzigt, wordt de MFP automatisch opnieuw ingesteld. Het apparaat wordt opnieuw ingesteld om het geheugen te configureren. Hierbij gaan eventuele permanente bronnen, zoals lettertypen of macro's, verloren.
Mac binair PS Hiermee configureert u de MFP
voor de verwerking van binaire PostScript-afdruktaken voor Macintosh.
ENA-adres Hiermee stelt u het ENA-adres van
de USB-poort in.
ENA-netmasker Hiermee stelt u het ENA-netmasker
van de USB-poort in.
Uit* Hiermee slaat u geen afdruktaken op
Aan Hiermee slaat u afdruktaken op in de
Auto Hiermee slaat u afdruktak en al leen op
Aan De MFP filtert PostScript-afdruktaken
Uit De MFP verwerkt ruwe binaire
Auto* De MFP verwerkt afdruktaken van
IP-adres met 4velden
(0.0.0.0*)
in de buffer op de vaste schijf.
buffer op de vaste schijf.
in de buffer al s de MFP bezig is me t de
verwerking van gegevens uit een
andere invo erpoort.
met een standaardprotocol.
PostScript-a fdruktaken die afkomstig
zijn van Macintosh-computers.
Opmerking: Door deze instelling
worden afdruktaken die afkomstig zijn
van een Windows-pc, vaak niet goed
afgedrukt.
zowel Macintosh- als Windows-
computers.
Wordt alleen weergegeven als een
ENA is aangesloten via de USB-poort.
ENA-gateway Hiermee stelt u de ENA-gateway
van de USB-poort in.

Standaard parallel of Parallel <x>

Gebruik deze menu-items om de printerinstellingen te wijzigen van taken die naar de MFP worden verstuurd via een parallelle poort (Standaard parallel of Parallel <x>).
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
PCL SmartSwitch Hierm ee configureert u de MFP zo
dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal.
Aan* De MFP controleert de gegev ens op de
parallelle interface en selecteert PCL­emulatie als dit de vereiste printertaal is.
Uit De MFP controleert de
binnenkomende gegevens niet. De MFP gebruikt PostScript-emulat ie om de taak te verwerken als PS SmartSwitch in het menu Instellingen op Aan is ingesteld. Als PS SmartSwitch op Uit is ingesteld, gebruikt de printer de standaardprintertaal.
35
Netwerk/poorten
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
PS SmartSwitch Hiermee configureert u de MFP zo
dat deze automatisch overschakelt op PostScript-emulatie als dit door een afdruktaak op de pa rallelle p oort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal.
NPA-modus Hiermee geeft u aan of de MFP de
speciale verwerking voor bidirectionele comm unicatie uitvoe rt, zoals gedefini eerd in de specifi caties van het NPA-protocol (Network Printing Alliance).
Opmerking: Als u dit menu-item wijzigt, wordt de MFP automatisch opnieuw ingesteld. Het apparaat wordt opnieuw ingesteld om het geheugen te configureren. Hierbij gaan eventuele permanente bronnen, zoals lettertypen of macro's, verloren.
Parallelbuffer Hiermee configureert u de grootte
van de parallelle invoerbuffer. Opmerking: Als u dit menu-item
wijzigt, wordt de MFP automatisch opnieuw ingesteld. Het apparaat wordt opnieuw ingesteld om het geheugen te configureren. Hierbij gaan eventuele permanente bronnen, zoals lettertypen of macro's, verloren.
Taken i n buffer Dit menu-item wordt alleen
weergegeven als er een geformatteerde vaste schijf is geïnstalleerd.
Hiermee slaat u afdruktaken tijdelijk op de vaste schijf van de MFP op voordat deze worden afgedrukt.
Opmerking: Als u dit menu-item wijzigt, wordt de MFP automatisch opnieuw ingesteld. Het apparaat wordt opnieuw ingesteld om het geheugen te configureren. Hierbij gaan eventuele permanente bronnen, zoals lettertypen of macro's, verloren.
Aan* De MFP controleert de gegev ens op de
Uit De MFP controleert de
Aan De MFP past NPA-verwerking toe.
Uit De MFP past geen NPA-verwerking
Auto* De MFP controleert de indeling van de
Uitgeschakeld Hiermee schakelt u de taakbuffer uit.
Auto* De MFP berekent automati sc h de
3K tot maximum toegestane grootte
(in stappen van 1K)
Uit* Hiermee slaat u geen afdruktaken op in
Aan Hiermee slaat u afdruktaken op in de
Auto Hiermee slaat u afdruktaken alleen op
parallelle interface en selecteert PCL­emulatie als dit de vereiste printertaal is.
binnenkomende gegevens niet. De MFP gebruikt PCL-emulatie om de taak te verwerken als PCL SmartSwitch in het menu Instellingen op Aan is ingesteld. Als PCL SmartSwitch op Uit is ingesteld, gebruikt de MFP de standaardprintertaal.
Als de gegevens niet in de NPA­indeling zijn opgesteld, worden deze als onverwerkbaar beschouwd en verwijderd.
toe.
gegev ens en past de ve rwerking hierop aan.
Afdruktaken die al in de buffer op de vaste schijf zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat.
grootte van de parallelbuffer (aanbevolen instelling).
De gebruiker geeft de grootte van de parallelbuffer op. De maximumgrootte hangt af va n de h oe v e elheid geheu ge n in de MFP, de grootte v an de and ere koppelingsbuffers en of u het menu­item Bronnen opslaan hebt ingesteld op Aan of Uit. Als u het bereik voor de parallelbuffer wilt maximaliseren, kunt u de serie- en USB-bu ffer uitschakelen of kleiner maken.
de buffer op de vaste schijf.
buffer op de vaste schijf.
in de buff er al s de M FP bezi g is m et de verwerking van gegevens uit een andere invoerpoort.
36
Netwerk/poorten
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Uitgebreide status
Protocol Hiermee geeft u een protocol op
INIT honoreren Hiermee stelt u vast of de MFP
Parallelle modus 2
Mac binair PS Hiermee con figureert u de MFP v oor
Hiermee schakelt u bidirectionele communicatie via de parallelle interface in.
voor de parallelle interface.
hardware-initialisatieverzoeken van de computer honoreert. De computer doet een initialisatieverzoek door het INIT­signaal op de parallelle interface te activeren. Veel computers activeren het INIT-signaal telkens opnieuw als de computer wordt aan- of uitgezet.
Hiermee bepaalt u hoe de geg e v ens van de parallelle poort worden gesampled aan de vo or- of achterkant van de strobe.
Dit menu-item wordt alleen weergegeven als de betreffende parallelle poort deze functie ondersteunt.
de verwerking van binaire PostScript-afdruktaken voor Macintosh.
Uit Hiermee schakelt u onderhand eling op
de parallelle poort uit.
Aan* Hiermee schakelt u bidirectionele
communicatie via de parallelle interface in.
Standaard Hiermee worden mogelijk een aantal
problemen met de parallelle interface opgelost.
Fastbytes* Biedt compatibiliteit met de meeste
parallelle interface-implementaties (aanbevolen instelling).
Uit* De MFP honoreert geen hardware-
initialis atieverzoeken van de computer.
Aan De MFP honoreert hardware-
initialis atieverzoeken van de computer.
Aan* Hiermee samplet u gegevens op de
parallelle poort aan de v oorkant v an de strobe.
Uit Hiermee sa mplet u gegevens op de
parallelle poort aan de achterkant van de strobe.
Aan De MFP verw e rkt ruwe binaire
PostScript-afdruktaken die afkomstig zijn van Macintosh-computers.
Opmerking: Door deze instelling worden afdruktaken die afkomstig zijn van een Windows-pc, vaak niet goed afgedrukt.
Uit De MFP filtert PostScript-afdruktaken
met een standaardprotocol.
Auto* De MFP verwerkt afdruktaken van
zowel Macintosh- als Windows­computers.
37
Netwerk/poorten

Serieel <x>

Gebruik deze menu-items om printerinstellingen te wijzigen die van invloed zijn op afdruktaken die naar de MFP worden verzonden via een optionele seriële poort.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
PCL SmartSwitch Hiermee configureert u de MFP zo
dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdrukt aak op de USB -poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal.
PS SmartSwitch Hiermee configureert u de MFP zo
dat deze automatisch overschakelt op PostScript-emulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal.
NPA-modus Hier mee geeft u aan of de MFP de
speciale verwerking voor bidirectionele c ommunicatie uitv oert, zoals gedefinie erd in de specificaties van het NPA-protocol (Networ k Printing Alliance).
Opmerking: Als u dit menu- item wijzigt, wordt de MFP automatisch opnieuw ingesteld. Het apparaat wordt opnieuw ingesteld om het geheugen te configureren. Hierbij gaan ev entu el e permanente bronnen, zoals lettertypen of macro's, verl oren .
Aan* Uit
Aan* Uit
Aan De MFP past NPA-verwerki ng toe.
Uit De MFP past geen NPA-verwerking
Auto* De MFP controleert welke indeling
Aan - De MFP controleert de gegev ens op de seriële interface en s electeert PCL-emulatie als dit de vereiste printertaal is.
Uit - De MFP controleert de binnenkomende gegevens niet. De MFP gebruikt PostScript-emulatie om de taak te ve rwerken als PS SmartSwitch in het menu Instellingen op Aan is ingesteld. Als PS SmartSwitch op Uit is ingesteld, gebruikt de printer de standaardprintertaal.
Aan - De MFP controleert de gegev ens op de seriële interface en s electeert PostScript-emulatie als dit de vereiste printertaal is.
Uit - De MFP controleert de binnenkomende gegevens niet. De MFP gebruikt PCL-emulatie om de taak te verwerken als PCL SmartSwitch in het menu Instellingen op Aan is ingesteld. Als PCL SmartSwitch op Uit is ingesteld, gebruikt de MFP de standaardprintertaal.
Als de gegevens niet in de NPA­indeling zijn opgesteld, worden deze als onverwerkbaar beschouwd en verwijderd.
toe.
de gegevens hebben en past de verwerking hieraan aan.
38
Netwerk/poorten
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Seriële buffer Hiermee configureert u de grootte
van de seriële invoerbuffer. Opmerking: Als u de waarde voor
Seriële buffer wijzigt, wordt de MFP automatisch opnieuw ingesteld. Eventuele permanente bronnen, zoals lettertypen of macro's, gaan verloren.
Taken in buffer Dit menu-item wordt alleen
weergegeven als er een geformatteerde v as te sc hijf is geïnstalleerd.
Hiermee slaat u afdruktaken tij delijk op de vaste schijf van de MFP op voordat deze worden afgedrukt.
Opmerking: Als u de waarde voor Taken in buff er wijz igt, w ordt de MFP automatisch opnieuw ingesteld. Het apparaat wordt opnieuw ingesteld om het geheugen te configureren. Hierbij gaan eventuele permanente bronnen, zoals lettertypen of macro's, verl oren .
Serieel protocol Hiermee selecteert u de waarden
van de hardware- en software­handshaking voor de seriële interface.
Robust XON Hiermee bepaalt u of d e MFP zijn
beschikbaarheid meldt aan de computer.
Dit menu-item is alleen van toepassing op de seriële poort als Serieel protocol is ingesteld op XON/XOFF.
Uitgeschakeld De MFP schakelt de taakbuffer uit.
Auto* De MFP berekent automatisch de
3K tot maximum toegestane grootte
(in stappen van 1K)
Uit* Hiermee slaat u geen afdruktaken op
Aan Hiermee slaat u afdruktaken op in de
Auto Hiermee slaat u afdruktaken alleen op
DTR* Hardware-handshaking DTR/DSR Hardware-handshaking XON/XOFF Software-handshaking XON/XOFF/DTR Gecombineerde hardware-
XONXOFF/DTRDSR Gecombineerde hardw are -
Uit* De MFP wacht op gegevens van
Aan De MFP zendt continu een stroom
Afdruktaken die al in de buffer op de vaste schijf zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat.
grootte van de seriële buffer (aanbevolen instelling).
De gebruiker geeft de grootte van de seriële buffer op. De maximumgrootte hangt af van de hoe vee lheid gehe ugen in de MFP, de grootte van de andere koppelingsbuffers en of u het menu­item Bronnen opslaan hebt ingesteld op Aan of Uit. Als u de seriële buffer wilt maximaliseren, kunt u de parallel­en USB-buffer uitschakelen of kleiner maken.
in de buffer op de vaste schijf.
buffer op de vaste schijf.
in de buff e r al s de MFP be zig i s met de verwerking van gegevens uit een andere invoerpoort.
en software-handshaking
en software-handshaking
de computer.
XON's naar de hostcomputer om te melden dat de seriële poort gereed is om meer gegevens te ontvangen.
39
Netwerk/poorten
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Baud Hiermee geeft u op met welke
snelheid gegevens via de seriële poort kunnen worden ontvangen.
Opmerking: De baudwaarden 138200, 172800, 23 0400 en 3 45600 worden weergegeven in het menu Std. serieel. Dezewaarden worden niet weergegeven in de menu's Serieel optie 1, Serieel optie 2 of Serieel optie 3.
Databits Hiermee geeft u op hoev eel databits
per transmissieframe worden verzonden.
Pariteit Hiermee selecteert u de paritei t vo or
seriële in- en uitvoer frames.
DSR honoreren Hiermee bepaalt u of de MFP
gebruikmaakt van het DSR-signaal (Data Set Ready). DSR is een van de handshaking-si gnalen die worden gebruikt voor de meeste seriële interfacekabels.
DSR wordt door de seriële interface gebruikt om onderscheid te maken tussen gegevens die door de computer zijn verzonden en gegevens die zijn veroorzaakt door elektrische ruis in de seriële kabel. Deze elektrische ruis kan tot gevolg hebben dat er ongewenste tekens worden afgedrukt. Stel deze optie in op Aan om te voorkomen dat er ongewenste tekens worden afgedrukt.
1200 2400 4800 9600* 19200 38400 57600 115200 138200 172800 230400 345600 7 8*
Even Oneven Geen* Negeren Uit* Alle gegevens die op de seriële poort
worden ontvangen, worden als geldig beschouwd.
Aan Alleen gegevens die met een hoog
DSR-signaal worden ontvangen, worden als geldig beschouwd.
40
Netwerk/poorten

NetWare

Gebruik deze menu-items om de NetWare-instellingen voor de printer te bekijken of te wijzigen.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Aanmeldings­naam
Afdrukmodus Wijst de NetWare-afdrukmodus toe. Pserver*
Netwerknummer Geeft het veld weer dat wordt
Inschakelen Hiermee schakelt u de NetWare-
Ethernet 802.2 Hiermee stelt u de waarde voor
Ethernet 802.3 Hiermee stelt u de waarde voor
Ethernet Type II Hiermee stelt u de waarde voor
Ethernet SNAP Hiermee stelt u de waarde voor
Packet Burst Hiermee stelt u de waarde voor
NSQ/GSQ­modus
Geeft het veld weer dat wordt gebruikt om de NetWar e­aanmeldingsnaam toe te wijzen.
gebruikt om het Netware-nummer toe te wijzen.
functie in of uit.
Ethernet 802.2 in op Aan of Uit.
Ethernet 802.3 in op Aan of Uit.
Ethernet Type II in op Aan of Uit.
Ethernet SNAP in op Aan of Uit.
Packet Burst in op Aan of Uit. Hiermee stelt u de waarde voor de
NSQ/GSQ-modus in op Aan of Uit.
alfanum erieke invoer Voer de aanmeldingsnaam in. Selecteer vervolgens
Aanmeldingsnaam als u de NetWare-naam op het bedieningspane el wilt w e ergeven.
Rprinter alfanum erieke invoer
Voer het Netware-nummer in. Selecteer vervolgens Netwerknumme r weergeven om het NetWare­netwerknummer op het bedieningspaneel weer te geven.
Uit Aan*
Aan* Uit
Aan* Uit
Aan* Uit
Aan* Uit
Aan Uit*
Aan Uit*
Uit - Hiermee schakelt u de NetWare­functie uit.
Aan - Hiermee schakelt u de NetWare­functie in.
Er wordt gebruikgemaakt van IPX­frametypes waarmee de adapter convers aties kan starten.
Dit is de broad cast-zoekm ethode op de webpagina's.

AppleTalk

Gebruik deze menu-items om de AppleTalk-instellingen voor de printer te wijzigen.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Naam Hiermee geeft u de toegewezen
AppleTalk-naam weer.
Adres Hiermee geeft u het toegewezen
AppleTalk-adres weer.
Selecteer Naam als u de AppleTalk-naam op het bedieningspaneel wilt weergev en.
Selecteer Adres als u het AppleTalk-adres op het bedieningspaneel wilt weergev en.
41

Instellingen

Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Inschakelen Hiermee schakelt u de AppleTalk-
functie in of uit.
Zone instellen Hiermee geeft u een lijst weer met
zones in het netwerk.
Uit Aan*
* lijst met zones in het
netwerk
Uit - Hiermee schakelt u de AppleTalk­functie uit.
Aan - Hiermee schakelt u de AppleTalk-functie in.
Standaard is de standaardzone voor het netwerk. Als geen standaardzone beschikbaar is in het netwerk, wordt * gebruik t als standaard.

LexLink

Gebruik deze menu-items om de LexLink-instellingen voor de printer te wijzigen.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Bijnaam Geeft het veld weer dat wordt
gebruikt om de Le xLink- bijnaam t oe te wijzen.
Inschakelen Hiermee schakelt u de LexLink-
functie in of uit.
alfanum erieke invoer Voer de bijnaam in. Selecteer vervolgens Bijnaam om de
LexLink-bijnaam op het bedieningspaneel weer te geven. Aan*
Uit
Aan - Hiermee schakelt u de LexLink­functie in.
Uit - Hiermee schakelt u de LexLink­functie uit.
Instellingen

Algemene instellingen

Gebruik deze menu-items om de diverse instellingen van de MFP op te geven.
Menu-item Doel Waarden en beschri jvin gen
Taal op display Hiermee bepaalt u de taal
waarin de tekst op de LCD van het bedieningspaneel wordt weergegeven.
English* (Engels) Français (Frans) Deutsch (Duits) Italiano (Italiaans) Español (Spaans) Dansk (Deens) Norsk (Noors) Nederlands (Nederlands) Svenska (Zweeds) Português (Braziliaans Portugees) Suomi (Fins) Русский (Russisch) Polski (Pools)
42
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschri jvin gen
Type toetsenbord Hiermee geeft u op welk type
Algemene standaardins­tellingen
virtueel alfanume riek toetsenbord op het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Hiermee bepaalt u de standaardinstellingen op basis van de geografische locatie.
English* (Engels) Français (Frans) Français Canadien (Canadees Frans) Deutsch (Duits) Italiano (Italiaans) Español (Spaans) Dansk (Deens) Norsk (Noors) Nederlands (Nederlands) Svenska (Zweeds) Suomi (Fins) Português (Braziliaans Portugees) Русский (Russisch) Polski (Pools) VS Als u het menu-item op een van de waarden Internationaal
instelt, is dat van invloed op de volgende instellingen:
• Lade <x> (waarbij x het nummer van de lade is), U-lader en Papierform. (ha ndm.) (Letter/A4)
• Handm. invoer env. (10-envelop, DL-envelop)
• Papierformaat U-lader
• Origineel formaat kopiëren
• Origineel formaat faxen verzenden
• Origineel formaat e-mail
• Origineel formaat FTP
• Universele maateenheden (mm/inch)
• Datum- en tijdsindeling – MM_DD_JJJJ voor VS – DD_MM_JJJJ voor Internationaal
Beginprompts weergeven
Gemengde formaten
Datumindeling Hiermee bepaalt u de
Tijdsindeling Stelt de klok in op een 12-
Hiermee stelt u in dat de MFP de beginprompts moet weergeven nadat het apparaat is opgestart, zodat de gebruiker de instellingen kan voltooien.
De MFP accepteert gemengde formaten.
indeling op basis van de geografische locatie.
uurs of 24-uurs indeling.
Ja* Nee
Letter/Legal (VS)
MM-DD-JJJJ* DD-MM-JJJJ* JJJJ-MM-DD
12-uurs klok 24-uurs klok
43
Als u de MFP voor de eerste keer inschakelt, is deze op de standaardwaarde Ja ingesteld. Nadat de gebruiker de instellingswizard heeft uitgevoerd en Gereed heeft geselecteerd op het scherm voor de landselectie, is de standaardwaarde Nee.
Maand, dag en jaar (VS) Dag, maand, jaar (internationaal) (* Geeft een land-/regiospecifieke
fabrieksinstelling aan) 12 A.M. – 12 P.M., 12:01 P.M. – 11:59 P.M.
00:00 – 24:00
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschri jvin gen
Helderheid van scherm
Bladwijzers weergeven
Aangepaste taakscans toestaan
Herstel na scannerstoring
Past de helderheid van het LCD-display op het bedieningspaneel aan.
Hiermee regelt u de weergav e- en verbergingsfunctie voor de instelling Aangepa ste taak en de instellingen Aangepaste taak scannen voor elke functie. Met de instellingen Aangepaste taak scannen bepaalt u de standaardwaarden voor de instelling Aangepaste taak voor elke functie. Deze worden niet w ee r geg even als er geen aangepaste taken toegestaan zijn.
Deze functie wordt soms ook wel Taak samenstellen genoemd.
Aangepaste taak wordt niet door alle modellen ondersteund.
Hiermee bepaalt u of de MFP de gehele afdruktaak of slechts de betref fende pagina van de afdruktaak herstelt in geval van een scannerstoring.
5–100 (100*)
Ja* Nee
Ja* Nee
Taakniveau* Aangepaste taken kunnen mogelijk niet
Paginaniveau Aangepaste taken kunnen altijd worden
Als u deze instelling op Ne e instelt, wordt de bladwijzercontainer niet bij Taken in wacht weergegeven.
Met dit menu-item regelt u het verbergen of weergeven van de instelling Aangepaste taak van de gebruikersinterface en de instellingen Aangepaste taak scannen voor elke functie. De instellingen Aangepaste taak scannen bepalen de standaardwaarden voor de instelling Aangepaste taak voor elke functie.
worden hersteld op taakniveau.
hersteld op paginaniveau.
Vernieuwings­frequentie webpagina
Contactpersoon tekstveld
Locatie tekstveld
LAA Hiermee stelt u de afdeling
voor systeemondersteuning in staat om het hardwareadres van de netwerkinterface te wijzigen, zodat dit een lokaal beheerd adres (locally administered address of LAA) is.
30 – 300 (120*)
NULL*
NULL* tekstveld
(000000000000*)
Bereik luidt in seconden.
In het tekstveld mogen alleen numerieke waarden worden ingevoerd.
44
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschri jvin gen
Alarmen Hiermee bepaalt u of de MFP een alarmsignaal
afgeeft als de operator moet ingrijpen.
Alarminstelling
Uit Eén keer* Continu
Toneralarm
Uit* Eén keer Continu
Nietjesalarm
Uit* Eén keer Continu
Perforatoralarm
Uit* Eén keer Continu
Met Alarminstelling kunt u de werking van elk alarm instellen.
Uit - De MFP geeft geen alarmsignaal af. Eén keer* - De MFP geeft drie korte
alarmsignalen af. Continu - De MFP herhaalt de drie
alarmsignalen elke tien seconden.
Het toneralarm wordt geactiveerd wanneer een tonercartridge bijna leeg is.
Het nietjesalarm wordt geactiveerd wanneer de nietcassette bijna leeg is.
Het perforatoralarm wordt geactiveerd wanneer de perforatiebak bijna vol is.
Opmerking: Het nietjesalarm wordt alleen weergegeven als er een optionele finisher is geïnstalleerd. Het perforatoralarm wordt alleen weergegeven als er een optionele finisher en een perforator zijn geïnstalleerd.
45
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschri jvin gen
Time-outs Hier mee bepaalt u hoe lang
(in seconden) de MFP wacht alvorens terug te gaan naar het beginscherm, een melding voor einde taak te ontvangen of meer gegevens van de computer te ontvangen.
Opmerking: Het menu-item Wachttime-out is alleen beschikbaar als u gebruikmaakt van PostScript­emulatie. Deze menuwaarde is niet van invloed op afdruktaken waarvoor PCL-emulatie wordt gebruikt.
Stand-bymodus
Uitgeschakeld 1 – 240 (15*)
Spaarstand
Uitgeschakeld 2 – 240 (60*)
Raak het LCD- display aan of d ruk o p ee n van de normale knoppen om deze modus af te sluiten.
Uitgeschakeld - Hiermee schakelt u de stand­bymodus uit.
1 – 240 - Hiermee bepaalt u hoeveel minuten de MFP wacht alvorens naar het beginscherm terug te gaan.
Hiermee bepaalt u hoeveel minuten er na het verlaten van de stand-bymodus moeten verstrijken voordat de MFP op de spaarstand overgaat.
Als Stand-bymodus is uitgeschakeld, waarbij van een instelli ng van 0 wordt uitge gaan, is de Spaarstand het aantal minuten inactiviteit dat moet verstrijken voordat op de spaarstand wordt overge gaa n.
Druk de pagina met menu-instellingen af om te zien wat de actieve instelling voor Spaarstand is. Ee n MF P di e i n de sp aa rsta nd staat, kan nog steeds afd ruktake n ontv angen.
Uitgeschakeld - Hiermee schakelt u de spaarstand uit. Uitgeschakeld is niet beschikbaar als Energiebes paring is ingeschakeld.
2 – 240 (60*) - Hiermee geeft u aan hoeveel tijd er na het verlaten van de Stand-bymodus of na het beëindigen van een afdruktaak moet verstrijken voordat de MFP op de spaarstand overgaat.
Selecteer bijvoorbeeld 15 om de MFP 15 minuten na voltooiing van een afdruktaak in de spaarstand te ze tten. Zo verbruikt de MFP veel minder ene rgie , maa r is er meer ti jd nodig om de printer op te warmen. Selecteer 15 als de MFP op hetzelfde stroomcircuit is aangesloten als de verlichting en de verlichting flikke ringen vertoont. Selecteer een hoge waarde als de MFP doorlopend wordt gebruikt. De MFP is dan meestal gereed om af te drukken met een minimale opwarmtijd. Selecteer een waarde tussen de 1 en 240 minuten voor een juiste balans tussen energiebesparing en een k orte opwarmtijd.
Opmerking: Als de MFP op de spaarstand overgaat, wordt Helderheid van scherm voor de gehele duur van deze modus op 15 ingesteld. Raak het LCD-scherm aan of druk op een van de normale knoppen als u deze modus wilt verlaten.
Time-out scherm
15 – 300 (30*)
46
Uitgeschakeld - Hiermee wordt de schermtime-out uitgeschakeld.
15 – 300 - hiermee geeft u aan na hoeveel seconden het bedieningspaneel naar het beginscherm terugkeert bij inactiviteit.
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschri jvin gen
Time-outs (vervolg)
Afdruk herstel Hiermee geeft u op of de
MFP doorgaat na bepaalde off line situaties, of vastgelopen pagina's opnieuw worden a fgedrukt en of de MFP wacht totdat de hele pagina is verwerkt en gereed is voor afdrukken.
Afdruktime-out
Uitgeschakeld 1 – 255 (90*)
Wachttime-out
Uitgeschakeld
15...65535 (40*)
Auto doorgaan
Uitgeschakeld* 5–255
Herstel na storing
Aan Uit Auto*
Uitgeschakeld - Hiermee schakelt u de afdruktime-out uit.
1 – 255 - Hiermee bepaalt u h oe l ang d e MF P wacht op een melding v oor einde taak voo rdat de rest van de afdruktaak wordt geannuleerd.
Opmerking: Als de ingestelde tijd is verstreken, wordt een gedeeltelijk opgemaakte pagina die z ic h nog ste eds in de MFP bevind t afged rukt en worde n all e a ndere invoerpoorten gecontroleerd om te bepalen of er gegevens beschikbaar zijn.
Uitgeschakeld - Hiermee schakelt u de wachttime-out uit.
15...65535 - Hiermee bepaalt u hoe lang de
MFP wacht op verde re gegevens voordat de afdruktaak wordt geannuleerd.
Hiermee krijgt de MFP opdracht automatisch door te gaan als bepaalde off line situaties niet binnen de opgegeven termijn zijn opgelost.
Uitgeschakeld - Hiermee schakelt u Auto doorgaan uit.
5 – 255 - Hiermee geeft u op hoe lang de MFP wacht.
Hiermee geeft u op of de MFP vastgelopen pagina's opnieuw afdrukt.
Aan - De printer drukt vastgelopen pagina's opnieuw af.
Uit - De printer drukt vastgelopen pagina's niet opnieuw af.
Auto - De printer drukt een vastgelopen pagina opnieuw af, tenzij het vereiste geheugen nodig is voor andere taken van de MFP.
Paginabeveiliging
Uit* Aan
47
Hiermee drukt u een pagina af die anders de fout Pagina is te complex zou veroorzaken.
Uit - Hiermee wordt een pagina gedeeltelijk afgedrukt als er onvoldoende geheugen beschikbaar is om de pagina in zijn geheel te verwerken.
Aan - Hiermee wordt ervoor gezorgd dat de gehele pagina wordt verwerkt voordat deze wordt afgedrukt.
Opmerking: Als u Aan hebt ingesteld en u kunt de pagina nog steeds niet afdrukken, moet u mogelijk ook het lettertypeformaat en het aantal lettertypen verkleinen of meer geheugen installeren.
Opmerking: Voor de meeste afdruktaken hoeft u Aan niet te selecteren. Als u Aan heb t geselecteerd, drukt de printer mogelijk langzamer af.
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschri jvin gen
Printertaal Hiermee stelt u de
Afdrukgebied Hiermee past u het logische
Download­bestemming
standaardprintertaal in voor het versturen van gegevens van de computer naar de MFP.
Opmerking: Dit menu-item is niet oproepbaar via het bedieningspaneel . U kunt het alleen oproepen via de Embedded Web Server van de MFP.Als een bepaalde printertaal als standaardtaal is ingesteld, betekent dit niet dat toepassingen geen afdruktaken kunnen verzenden die een andere printertaal gebruiken.
en fysieke afdrukbare gebied aan.
Opmerking: Dit menu-item is niet oproepbaar via het bedieningspaneel . U kunt het alleen oproepen via de Embedded Web Server van de MFP.
Hiermee geeft u de opslaglocatie van gedownloade bronnen op.
In het flash-geheugen of op de vaste schijf worden gedownloade bronnen permanent opgeslagen en in het RAM-geheugen worden deze bronnen tijdelijk opgeslagen. De bronnen blijve n ook in het flas h­geheugen of op de vaste schijf opgeslag en als de MFP wordt uitgezet.
Opmerking: Dit menu-item is niet oproepbaar via het bedieningspaneel . U kunt het alleen oproepen via de Embedded Web Server van de MFP.
PCL-emulatie PS-emulatie*
Normaal* Hele pagina
RAM* Alle geladen bronnen worden automatisch
Flash Alle geladen bronnen worden automatisch
Schijf Alle geladen bronnen worden automatisch
PCL-emulatie - Hierbij wordt een PCL-interpreter gebruikt vo or binnenk omende hostcommunicatie.
PostScript-emulatie - Hierbij wordt een PS-interpreter gebruikt voor binnenkomende hostcommunicatie.
Opmerking: De instelling Hele pagina is alleen van toep assin g op pagi na’s die worden afgedrukt met behulp van PCL 5-interpreter. Deze instelling is niet van invloed op pagina’s die worden afgedrukt met behulp van PCL XL- of PostScript-interpreters. Als u probeert gegevens af te drukken in het gedeelte dat is gedefinieerd door het afdrukgebied Normaal, dan snijdt de MFP de afbeelding bij op de begrenzing zoals die is gedefinieerd bij Normaal.
opgeslagen in het printergeheugen (RAM ).
opgeslagen in het flash-geh eug en. Opmerking: Het menu-item Flash wordt
weergegeven als er een geformatteerde, niet-defecte , optione le flash-geh eugenkaart is geïnstalleerd die niet met een wachtwoord tegen schrijven of lezen/schrijven is beveiligd.
opgeslagen op de vast e schij f. Opmerking: Het menu-item Schijf wordt
weergegeven als er een geformatteerde, niet-defecte, vaste schijf is geïnstalleerd die niet met een wachtwoord tegen schrijven of lezen/schrijven is beveiligd.
48
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschri jvin gen
Takenloggegevens Hiermee geeft u op of
statistische inf ormatie ov er de meest recente afdruktaken al dan niet moet worden opgeslagen op de vaste schijf. U krijgt bijvoorbeeld informatie over de uitvoering van de afdruktaak en eventuele fouten tijdens de uitvoering, hoeveel tijd de taak heeft gekost, de omv ang (in bytes) van de afdruktaak, het geselecteerde f ormaat en de geselecteerde soort van het afdrukmateriaal, het totale aantal afgedrukte pagina's en het geselecteerde aantal exemplaren.
Opmerking: Dit menu-item is niet oproepbaar via het bedieningspaneel . U kunt het alleen oproepen via de Embedded Web Server van de MFP.
Bronnen opslaan Hiermee geeft u op wat de
MFP moet doen met gedownloade bronnen, zoals lettertypen en macro's die zijn opgeslagen in RAM, als voor een afdruktaak niet voldoende geheugen beschikbaar is.
Opmerking: Dit menu-item is niet oproepbaar via het bedieningspaneel . U kunt het alleen oproepen via de Embedded Web Server van de MFP.
Uit* De MFP slaat geen statist ieken over t aken op
de vaste schijf op.
Aan De MFP slaat statistieken over de meest
recente afdruktaken op.
Uit* De MFP bewaart de gedow nloade bronnen tot
het geheugen nodig is voor andere taken. Zodra de printer meer geheugenruimte nodig heeft, worden de bronnen voor de inactieve printertaal verwijderd.
Aan De MFP bewaart alle gedownloade bronnen
voor alle printertalen als de taal wordt gewijzigd en de MFP opnieuw wordt ingesteld. Als de MFP onv oldoende geheugen heeft, wordt het bericht 38 Geheugen vol weergegeven.
Voorblad Hiermee bepaalt u of de
afdruktaak als voorblad moet worden afge drukt.
Opmerking: Dit menu-item is niet oproepbaar via het bedieningspaneel . U kunt het alleen oproepen via de Embedded Web Server van de MFP.
Uit* Aan
Schakel het selectievakje uit om dit menu-item in te stellen op Uit.
Schakel het selectievakje in om dit menu-item in te stellen op Aan.
49
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschri jvin gen
Fabrieks­instellingen
Hiermee stelt u de MFP­instellingen opnieu w in op de fabrieksinstellingen.
Nu herstellen De gebruikersinstellingen blijven van kracht. Niet herstellen* • Alle menu-items worden opni euw ingest eld
• Alle bronnen (lettertypen, macro's en

Kopieerinstellingen

Gebruik deze menu-items om de kopieerfunctie van de MFP in te stellen.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Inhoud Hiermee geeft u het type
inhoud van de k opi eertaak aan.
Tek s t De kopieertaak bestaat voornamelijk uit tekst of
lijnillustraties.
Tekst/foto* De kopi eertaak bestaat uit een c ombinatie v an tekst en
afbeeldingen.
op de fabrieksinstel lingen met uitz ondering van:
– Taal op display – Alle instellingen van de menu-items
Fax-, E-mail- en FTP-instellingen, de menu-items Standaard parallel en Parallel <x>, de menu-items Standaard serieel en Serieel <x>, de menu-i tems Standaardnetwerk en Netwerk <x>, evenals de menu-items Standaard USB en USB <x>.
symbolensets) die in het printergeheugen (RAM) zijn gedownload, worden verwijderd. (Bronnen in het optionele flash­geheugen of op de v aste schijf w orden niet verwijderd.)
Foto De kopieertaak bestaat uit een f o to- of i nkjeta fdruk v an
Afgedrukte afbeelding
hoge kwaliteit die voornamelijk uit afbeeldingen is samengesteld.
De kopieertaak wordt ger asterd, z oals d ocumente n die op een laserprinter worden afgedrukt of pagina's uit een tijdschrift die voornamelijk uit afbeeldingen zijn samengesteld. Een raster is een verzameling zwarte en witte punten die is gerangschikt om de helderheidswaarden van afbeeldingen met grijstinten te simuleren.
50
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Duplex Hiermee kunt u b ij het kopiëren
opgeven of de vellen van een origineel document dub belzijdig of enkelzijdig zijn.
De afdrukstand van elk vel is standaard ingesteld op Staand. De inbinding is standaard ingesteld op Lange zijde. Zie Bindzijde duplex op pagina 75 voor informatie over het inbinden langs de lange zijde.
1-zijdig naar 1-zijdig*
1-zijdig naar 2-zijdig
2-zijdig naar 1-zijdig
Het origineel dat in de ADF is geplaatst, is slechts aan één zijde van het vel papier bedrukt. Er wordt een enkelzijdige kopie gevraagd, zodat elk gekopieerd vel slechts aan één zijde een beeld bevat. De kopie vormt een exacte nabootsing van het origineel.
Het origineel is slechts aan één zij de v an het v el papie r bedrukt. Er wordt een dubbelzijdige kopie gevraagd, zodat er aan beide zijden van het gekopieerde vel het beeld van een pag in a ui t het orig ine el wordt afgedrukt. Als het origineel bijvoorbeeld uit tien vellen bestaat, omvat de kopie slechts vijf, aan beide zijden bedrukte vellen.
Het origineel is aan beide zijden van het vel papier bedrukt. Er wordt een enkelzijdige kopie gevraagd, zodat elk gekopieerde vel slechts aan één zijde een beeld bev at. Als het originee l bijv oo rbeeld uit vijf v e llen papier met een beeld aan beide zijden van elk vel bestaat, omvat de kopie tien ve llen met een beeld aan één zijde van elk vel.
2-zijdig naar 2-zijdig
51
Het origineel dat in de ADF is geplaatst, is aan beide zijden van elk vel bedrukt. Er wordt eveneens een dubbelzijdige kopie van het origineel gevraagd. De kopie vormt een exacte nabootsing van het origineel.
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Papier­besparing
Paginaranden afdrukken
Sorteren Hiermee houdt u de pagina's
Hiermee geeft u aan hoeveel beelden van pagina's uit een afdruktaak op elke pagina afdrukmateriaal moeten worden geplaatst.
Hiermee geeft u aan of er randen rond de marges van de pagina moeten worden afgedrukt.
van een afdruktaak op volgord e als u de taak meerdere malen afdrukt.
Uit* Hiermee plaatst u het beeld van één pagina uit de
afdruktaak op één afgedrukte pagina.
2 op 1, staand Hiermee plaatst u de beelden van twee pagin a' s ui t de
afdruktaak in de afdrukstand Staand op één afgedrukte pagina.
2 op 1, liggend Hie rmee plaats t u de be eld en van twee pagina's ui t de
afdruktaak in de afdrukstand Liggend op één afgedrukte pagina.
4 op 1, staand Hiermee plaatst u de beelden van vier pagina's uit de
afdruktaak in de afdrukstand Staand op één afgedrukte pagina.
4 op 1, liggend Hiermee plaatst u de beelden van vier pagina's uit de
afdruktaak in de afdrukstand Liggend op één afgedrukte pagina.
Aan* Er worden paginaranden afgedrukt wanneer
Papierbes paring op 2 op 1 staand , 2 op 1 liggend, 4op
1 staand of 4 op 1 liggend is ingesteld. Uit Er worden geen paginaranden afgedrukt. Aan* Hiermee kopieert u de hele afdruktaak het opgegeven
aantal keren. Als u bijvoorbeeld drie pagina's wilt
kopiëren en Exemplaren instelt op 2, worden de
pagina's als volgt uitgevoerd: pagina 1, pagina 2,
pagina 3, pagina 1, pagina 2, pagina 3. Uit Hiermee kopieert u elke pagina van een taak het
opgegeven aantal keren. Als u bijvoorbeeld drie
pagina's wilt kopiëren en Exemplaren instelt op 2,
worden de pagina's als volgt uitgevoerd: pagina 1,
pagina 1, pagina 2, pagina 2, pagina 3, pagina 3.
52
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Origineel formaat
Hiermee geeft u een lijst weer met scanformaten die u kunt selecteren om het formaat van het origineel op te geven.
Letter (8,5 x 11 inch)*
Legal (8,5 x 14 inch)
Executive (7,25 x 10,5inch)
Tabloid (11 x 17 inch)
Folio (8,5 x 13 inch)
Statement (5,5 x 8,5 inch)
A3 (297 x 420 mm)
A4 (210 x 297 mm)*
A5 (148 x 210 mm)
JIS-B4 (257 x 364 mm)
JIS-B5 (182 x 257 mm)
Boek origineel Automatische
formaatdetectie Gemengde
formaten
(* Geeft een land-/regiospecifieke fabrieksinstelling
aan)
Met Automatische formaatdetectie wordt één formaat
voor een taak vast ges tel d. Als de MFP gee n formaat
kan vaststellen, wordt de gebruiker gevraagd om het
formaat van het scanvenster op te geven. Op het LCD-
display moet vooraf een standaardformaat worden
geselecteerd.
Kopiëren naar bron
Scheidings­vellen transpa­ranten
Scheidings­vellen
Bron scheidings­pagina
Hiermee geeft u een lijst weer met mogelijke invoerladen met afdrukmateriaal die u kunt selecteren voor het afdrukken van de kopieertaak.
Hiermee plaatst u een vel papier tussen transparanten.
Hiermee plaatst u op basis van de geselecteerde waarde een vel papier tussen pagina's, kopieën of taken.
Hiermee geeft u een lijst weer met mogelijke invoerladen met afdrukmateriaal waarin de scheidingspagina's kunnen worden aangetroffen.
Lade 1* U-lader Lade 2
Aan* Uit
Geen* Tussen kopieën Tussen taken Tussen
pagina's Lade 1*
U-lader Lade 2
Lade 2 wordt alleen in de lijst met selecteerbare
waarden weergegeven als er een optionele lader is
geïnstalleerd.
Een enveloppenlader kan nooit als waarde worden
geselecteerd, zelfs als er een dergelijke lader is
geïnstalleerd.
Selecteer Aan als u vellen tussen transparanten wilt
voegen.
Selecteer Uit als u geen vellen tussen transparanten
wilt voegen.
Lade 2 wordt alleen in de lijst met selecteerbare
waarden weergegeven als er een optionele lader is
geïnstalleerd.
Een enveloppenlader kan nooit als waarde worden
geselecteerd, zelfs als er een dergelijke lader is
geïnstalleerd.
53
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Intensiteit Hiermee geeft u het
Uitvoerlade Hiermee kunt u opgeven in
Aantal exemplaren
Overlay Hiermee kunt u een
intensiteitsniveau voor de kopieertaak op .
welke lade de kopieertaak moet worden uitgevoerd.
Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een optionele uitvoerlade is geïnstalleerd.
Geeft het aantal exemplaren voor de kopieertaak aan.
overla ytekst sel ecteren die u op elke pagina van de kopiee rtaak wilt afdrukken.
De overlay wordt als volgt op een pagina weergegeven:
k
j
i
l
e
w
u
o
r
t
r
e
V
1 – 9 (5*) De waarden worden in een grafische weergave
aangegeven. U kunt de asterisk over de balk
verschuiv e n do or pijl naar rechts of pijl naar links aan
te raken. De waarde 1 bevindt zich naast de - en de
waarde 9 naast de +. In de weergave is 5 de
opgegeven waarde.
-+
Standaardlade* Uitvoerlade 1 Uitvoerlade 2
1 – 999 (1*)
Vertrouwelijk Kopie Concept Dringend Aangepast Uit*
De waarde Aangepast wordt alleen weergegeven als
er tekst in het tekstveld Aangepaste overlay van de
pagina EWS is ingevoerd. De tekst die voor de overlay
wordt gebruikt, is de tekst die de gebruiker op de
pagina EWS heeft ingevoerd. Desondanks moet in dit
menu Aangepast word en gesel ecteer d om de tekst als
overlay op elke pagina af te drukken.
Aangepaste overlay
Kopieën met prioriteit toestaan
Aangepaste taak scannen
Hiermee kunt u een aangepaste over lay opgeven.
Biedt de mogelijkheid om een vanaf het netwerk opgegeven afdruktaak tijdelijk te onderbreken, z odat de MFP als een kopieerapparaat kan worden gebruikt om ee n pagina of document te kopiëren.
Hiermee kunt u Aangepaste taak scannen aan- of uitze tten .
Deze functie wordt ook wel Taak samenstellen genoemd.
Aangepaste taak wordt niet door alle modellen ondersteund.
alfanumeriek invoerveld
Aan* Hiermee onderbreekt u de afdruktaak op de volgende
Uit Hiermee onderbreekt u de afdruktaak bij de volgende
Aan Uit*
Gebruik het alfanumerieke invoerveld om een
aangepaste overlay op te geven. Er mogen maximaal
64 tekens in het veld worden ingevoerd.
pagina.
taak, dat wil zeggen tussen twee afzonderlijke
binnenkomende afdruktaken.
Schakel het selectievakje in om dit menu-item in te
stellen op Aan.
Schakel het selectievakje uit om dit menu-item in te
stellen op Uit.
54
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Achtergrond verwijderen
Contrast Hiermee kunt u het contrast
Schaduwdetail Hiermee kunt u de
Van rand tot rand scannen
Hiermee kunt u de zichtbaarheid van de achtergrond op een kopie aanpassen.
voor de kopieertaak opgeven. De standaardwaa rde hierv an is afhankelijk van het menu-item Inhoud. Als de standaardwaarde van het menu-item Inhoud wordt gewijzigd, wordt ook de standaardwaar de van Contrast gewijzigd.
zichtbaarheid van de schaduwdetails op een kopie aanpassen.
Hiermee kunt u opgeven of een origineel document eerst van rand tot rand moet worden gescand voordat er kopieën worden gemaakt.
-4 tot +4 (0*) Met -4 schakelt u Achtergrond verwijderen uit.
0 – 5 De standaardwaarde voor tekst is 5.
-4 tot +4 (0*) Met -4 handhaaft u de minste schaduwdetails.
Uit* Aan

Faxinstellingen

Gebruik deze menu-items om de faxfunctie van de MFP in te stellen.
Met +4 stelt u Achtergrond verwijderen in op de
maximumwaarde.
De standaardwaarde voor andere items dan tekst is 0.
Met +4 handhaaft u de meeste schaduwdetails.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Faxmodus Hiermee kunt u
Analoge fax­instellingen
Instellingen faxserver
instellen welke faxmethode of faxmodus wordt gebruikt.
Hiermee kunt u de koppeling naar de analoge faxinstellingen opgeven. Bij een analoge fax wordt een telefoo nlijn als faxmethode gebruikt.
Hiermee kunt u de koppeling naar de instellingen van de faxserver opgeven. De faxtaak wordt voor de transmissie naar een faxserver verzonden.
Analoge faxserver Als de MFP geen modem heeft, wordt dit menu-item
koppeling Als de MFP geen modem heeft, wordt de koppeling
koppeling
niet weergegeven.
voor faxinstellingen niet weergegeven.
55
Instellingen
Analoge faxinstellingen
Bij een analoge fax wordt een telefoonlijn als faxmethode gebruikt. Gebruik de volgende menu-items om de analoge fax in te stellen.
Algemene faxinstellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Stationsnaam Hiermee kunt u de naam v an de f ax
Stationsnummer Hiermee kunt u het faxnummer
Station-ID Stationsnaam
Handmatig faxen inschakelen
Geheugengebruik Hiermee bepaalt u de relatieve
Faxen annuleren Hiermee biedt u de MFP de
binnen de MFP opgeven. Als naam kunt u de naam van een persoon of het bedrijf gebruiken.
opgeven.
Hiermee kunt u de MFP zo instellen dat hiermee alleen handmatig kan worden gefaxt. Dit vereist een telefoonlijnsplitter en een telefoonhandset. Gebruik vervolgens een normale telefoon om een binnenkomende faxtaak te beantwoorden en een faxnummer te kiezen.
Opmerking: Raak # 0 op het numerieke toetsenblok aan om rechtstreeks naar de functie Handmatig faxen te gaan.
hoev eelheid niet-v luchtig geheu gen die voor faxtaken kan worden gebruikt. Bij de standaardinstelling wordt voor het verzenden en ontvangen van faxtak en evenveel geheugen gebruikt. Als u echter een van de waarden instelt, wordt niet meer dezelfde hoeveelheid gebruikt.
mogelijkheid om faxtaken te annuleren. Als dat niet is toegestaan, wordt het menu-item Faxen annuleren verborgen en niet op het bedieningspaneel weergegeven.
alfanumeriek invoerveld
gelimiteerd alfanumeriek invoerveld
Stationsnummer Aan
Uit*
Alles ontvangen Het geheugen wordt volledig
Meestal ontvangen Het grootste deel van het geheugen
Gelijk* Voor het verzenden en ontvangen
Meestal verzenden Het grootste deel van het geheugen
Alles verzend en Het geheugen wordt volledig
Toestaan* Hiermee staat u het annuleren van
Niet toestaan Hier mee staat u het annuleren van
In het alfanumerieke invoerveld mogen maximaal acht tekens worden ingevoerd.
U kunt de naam met het virtuele alfanumerieke toetsenbord in het veld invoeren. Zie Virtueel
alfanumeriek toetsenbord op pagina 57.
In het veld mogen alleen de volgende tekens worden ingevoerd:
0 – 9, (, ), ., +, - en een spatie.
gebruikt voor het ontvangen van faxtaken.
wordt gebruikt voor het ontvangen van faxtaken.
van faxtaken worden gelijke delen van het geheugen gebruikt.
wordt gebruikt voor het verzenden van faxtaken.
gebruikt voor het verzenden van faxtaken.
faxtaken toe. Hierdoor wordt de kolom Fax weergegeven op het scherm Taken annuleren.
faxtaken niet toe, zodat het menu-item Faxen annuleren niet wordt weergegeven.
56
Virtueel alfanumeriek toetsenbord
Instellingen
abc
q
s
a
Caps lock
w
fdhg
xz
vcnb
Spatie
kj
Wissen
oytui
l
m
per
Terug
Backspace
Zoeken
Annuleren
57
Instellingen
Faxverzendinstellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Resolutie Hiermee kunt u de kwaliteit in dpi (dots
Origineel formaat
Duplex Hiermee schakelt u het dubbelzijdig
per inch) opgeven. Een hogere resolutie biedt een betere afdrukkwaliteit, ma ar leidt bij uitgaan de faxen tevens tot een lange re transmissietijd.
Hiermee geeft u een lijst weer met scanformaten di e u kunt selecte ren om het formaat van het origineel op te geven.
scannen in of uit voor uitgaande faxtaken.
Standaard* Fijn Superfijn Ultrafijn
Letter* Legal Executive Tabloid (11 x 17 inch) Folio (8,5 x 13 inch) Statement
(5,5 x 8,5 inch) A3 (297 x 420 mm) A4 (210 x 297 mm)* A5 (148 x 210 mm) JIS-B4
(257 x 364 mm) JIS-B5
(182 x 257 mm) Boek origineel Automatische
formaatdetectie Gemengde formaten
Uit* De faxtaak wordt niet ingesteld voor
Lange zijde De lange zijde van de pagin a
(* Geeft een land-/regiospecifieke fabrieksinstelling aan)
Bij 8,5 inch worden Gemengde formaten ondersteund.
dubbelzijdig afdrukken.
(de linkerzijde bij de afdrukstand staand en de bovenzijde bij de afdrukstand liggend). Zie Bindzijde duplex op pagina 75 voor meer informatie.
Inhoud Hiermee geeft u het type inhoud van
de faxtaak op.
Korte zij de De korte zijde van de pagina
(de bovenzijde bij de afdrukstand staand en de linkerzijde bij de afdrukstand liggend). Zie Bindzijde duplex op pagina 75 voor meer informatie.
Tekst* De faxtaak bestaat voornamelijk uit
tekst of lijnillustraties.
Tekst/foto De faxtaak bestaat uit een combinatie
van tekst en afbeelding en.
Foto De faxta ak bes taa t uit alle en
afbeeldingen.
58
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Intensiteit Hiermee geeft u het intensiteitsniveau
Prefix kiezen In het geboden numerieke invoerveld
Automatisch opnieuw kiezen
Aantal keren opnieuw kiezen
voor de fax t a ak op.
kunt u een prefixnummer invoeren. De eerder ingevoerde numm ers worden weergegeven.
De prefix kan bijvoorbeeld een landcode zijn of een code die binnen een bedrijf moet worden gekozen om een buitenlijn te krijgen.
Hiermee kunt u opgeven hoeveel keren de MFP automatisch opnieuw moet proberen om een faxtaak te verzenden door nogm aals he t nummer Faxen naar te kiezen.
Hiermee kunt u een bereik in minuten selecteren voor het aantal keren dat het nummer binnen deze periode opnieuw moet worden gekozen.
1 – 9 (5*) De waarden worden in een grafische
weergave aangegeven. U kunt de asterisk over de ba lk ve rschuiv en door pijl naar rechts of pijl naar links aan te raken. De waarde 1 bevindt zich naast de - en de waarde 9 naa st de +. In de weergave is 5 de opgegeven waarde.
-+
Nummerreeks In het invoerveld mogen maximaal
16 tekens worden ingevoerd. In het veld mogen al leen de v olgen de tek ens worden ingevoerd:
0 – 9, (, ), ., +, - en een spatie.
0–9 (5*)
1 – 200 (3*)
Achter een PABX
ECM inschakelen
Faxscans inschakelen
Stuurpro­gramma voor faxen
Opslaan als snelkoppeling toestaan
Hiermee kunt u het bellen zonder kiestoon in- of uitschak el en .
Hiermee kunt u de modus Foutcorrectie voor faxtaken inschakelen, waardoor het faxen betrouwbaarder zal verlopen.
Biedt de mogelijkheid om faxen te verzenden op basis van documenten die op de MFP worden gescand.
Biedt de mogelijkheid om via stuurpr ogramma's faxtaken naar d e MFP te verzenden.
Biedt de mogelijkheid om faxnummers als snelkoppelingen in de MFP op te slaan.
Ja Hiermee wordt niet op een kiestoon
gewacht.
Nee* Hiermee wordt op een kiestoon
gewacht. Ja* ECM is ingeschakeld. Nee ECM is uitgeschakeld.
Aan* Faxscans zi jn i ng esc ha keld. Uit Fa xs ca ns zi jn uitg es chakeld.
Aan* Via stuurprogramma's kunnen
faxtaken worden verzonden. Uit Via stuurprogramma's kunnen geen
faxtaken worden verzonden. Faxtaken
die via stuurprogramma's worden
verzonden, worden als PostScript-
taken behandeld. Ja* Er wordt een knop Opslaan als
snelkoppeling op het scherm
weergegeven. Nee Er wordt geen knop Opslaan als
snelkoppeling op het scherm
Faxbestemming weergegeven.
59
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Kiesmodus Hiermee kunt u opgeven of nummers
Aangepaste taak scannen
Achtergrond verwijderen
Contrast Hiermee kunt u het contrast voor de
Schaduw­detail
met tonen of pulsen moeten worden gekozen.
Opmerking: Dit menu-item is m ogeli jk niet in alle landen of regio's beschikbaar.
Biedt de mogelijkheid om aangepaste faxtaken te scannen.
Deze functie wordt soms ook wel Taak samenstellen genoemd.
Aangepaste taak wordt niet door alle modellen ondersteund.
Hiermee kunt u de zichtbaarheid van de achtergrond op een kopie aanpassen.
scantaak opgeven. De standaardwaarde hiervan is afhan kelijk van het menu-item Inhoud. Als de standaardwaa rde van het menu-item Inhoud wordt gewijzigd, wordt ook de standaardwaarde van Contrast gewijzigd.
Hiermee kunt u de zichtbaarheid van de schaduwdetails op een kopie aanpassen.
Toon* Bij elk nummer dat u kiest wordt een
Puls Bij elk nummer dat u kiest wordt een
Aan Uit*
-4 tot +4 (0*) Met -4 schakelt u Achtergrond
0 – 5 De standaardwaarde voor tekst is 5.
-4 tot +4 (0*) Met -4 handhaaft u de minste
toon weergege ven.
pulsgeluid weergegeven.
Schakel het selectievakje in om dit
menu-item in te stellen op Aan.
Schakel het selectievakje uit om dit
menu-item in te stellen op Uit.
verwijderen uit.
Met +4 stelt u Achterg rond v erwijderen
in op de maximumwaarde.
De standaardwaarde voor andere
items dan tekst is 0.
schaduwdetails.
Met +4 handhaaft u de meeste
schaduwdetails.
Van rand tot rand scannen
Hiermee kunt u opgeven of een origineel document eerst van rand tot rand moet worde n ges cand v oord at de faxtaak wordt verzonden.
Uit* Aan
60
Instellingen
Faxontvangstinstellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Faxen ontvangen inschakelen
Aantal belsignalen De MFP geeft een ingesteld aantal
Automatisch verkleinen
Papierbron Hier mee kunt u opgeven uit welke
Duplex Hiermee schakelt u het dubbelzijdig
Voettekst fax Hiermee kunt u de transmissie-
Stelt de MFP in staat om faxtaken te ontvangen.
belsignalen weer om een binnenkomende faxtaak aan te geven.
Hiermee kunt u een binnenkomende faxtaak zodanig schalen dat deze op het afdrukmateriaal in de opgegeven invoerlade past. Zie Papierbron verderop voor meer informatie.
invoe rlade de MFP het afdrukmateriaal voor het afdrukken van een binnenkomende fax moet nemen.
afdrukken in of uit voor binnenkomende faxtaken.
Dit menu-item wordt weergegeven als er een opti onele duplexeenheid is geïnstalleerd of als het MFP-model een ingebouwde duplexeenheid heeft.
informatie die onder aan elke pagina van een ontvangen fax wordt weergegeven, wel of niet afdrukken.
Ja* Er kunnen faxtaken worden
Nee Er kunnen geen faxtaken worden
1 – 25 (1*)
Aan* De binnenkomende fax wordt
Uit De binnenkomende fax wordt niet
Auto* De invoerlade voor afdrukmateriaal
Lade <x> Lade <x> of de standaardlade is de
U-lader De universeellader is de opgegeven
Lade <x> (als er een
optionele lader is geïnstalleerd)
Aan De binnenkomende fax is een
Uit* De binnenkomende fax is geen
Aan* Uit
ontvangen.
ontvangen.
geschaald.
geschaald.
wordt automatisch geselecteerd door
de MFP.
opgegeven invoerlade voor
afdrukmateriaal, waarbij <x> het
nummer van de lade is.
invoerlade voor afdrukmateriaal.
Lade <x>, die uit elke optionele lader
kan bestaan, is de opgegeven
invoerlade voor afdrukmateriaal,
waarbij <x> het nummer van de lade
in de lader is.
dubbelzijdige taak.
dubbelzijdige taak.
Selecteer Aan als u de voettekst wilt
afdrukken.
Selecteer Uit als u de voettekst niet
wilt afdrukken.
61
Instellingen
Faxloginstellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Transmissielog Hiermee kunt u opgeven of de MFP
Foutenlog ontvangen
Automatisch logs afdrukken
Papierbron logs Hiermee kunt u opgeven uit welke
een log met gegevens over de verzonden faxtaak moet afdrukken. Als de verzending van een faxtaak is mislukt, wordt in de header op de pagina “Fax mislukt” in plaats van “Transmissielog” weergegeven.
Hiermee kunt u opgeven dat de MFP een log moet afdrukken bij elke ontvangen faxtaak waarbij een fout is opgetreden tijdens de ontvangst.
Hiermee kunt u opge v en da t er een lo g moet worden afgedrukt nadat er 45 faxtaken zijn verzonden of ontvangen.
invoe rlade de MFP het afdrukmateriaal voor het a fdrukken v an ee n log v an alle verzonden en ontvangen faxen moet nemen. Hierbij kunt u geen enveloppen opgeven.
Opmerking: Dit menu-item geldt voor alle scanfuncties.
Altijd afdrukken* De MFP drukt een pagina met
Nooit afdrukken De MFP drukt nooit een log af. Afdrukken bij fout De MFP drukt een pagina met
Nooit afdrukken* De MFP drukt nooit een log af. Afdrukken bij fout De MFP drukt een log af.
Aan* De MFP drukt een log van de
Uit De MFP drukt geen log van de
Lade 1* Lade 1 of de standaardlade is de
U-lader De universeellader is de opgegeven
Lade 2 (als er een optionele lader is geïnstalleerd)
informatie ov er de verz onden f axtaak af. Deze bevat onder meer het faxnummer en het tijdstip waarop de faxtaak werd verzonden.
informatie af als de faxtaak niet kan worden verzonden.
verzonden of ontvangen faxtaken af.
verzonden of ontvangen faxtaken af.
opgegeven invoerlade voor afdrukmateriaal.
invoerlade voor afdrukmateriaal. Lade 2, een optionele lader, is de
opgegeven invoerlade voor afdrukmateriaal.
Weergave logs Hiermee kunt u opgeven of in een
Opdrachtlog inschakelen
Kieslog inschakelen Hiermee kunt u opgeven of de MFP de
Uitvoerlade log Hiermee kunt u de uitvoerlade v oor het
verzendlog een gekozen telefoonnummer of een naam van een station op afstand moet worden weergegeven.
Hiermee kunt u opge ven of de MFP de meest recente faxtaken moet volgen.
meest recente faxoproepen moet volgen.
afgedrukte faxlo g opgeven. Het menu-item wordt alleen
weergegeven als er een optionele uitvoerlade is geïnstalleerd.
Naam station op afstand*
Gekozen telefoonnummer
Ja* De MFP volgt de faxtaken. Nee De MFP volgt de faxtaken niet. Ja* De MFP volgt de faxoproepen. Nee De MFP volgt de faxoproepen niet. Er wordt een lijst
met beschikbare uitvoerladen weergegeve n, met waarden als Uitvoerlade 1, Uitvoerlade 2 enz. (afhankelijk van het aantal geïnstalleerde laden).
Hiermee geeft u de naam van het station op afstand van een faxtaak weer in het log.
Hiermee geeft u het tele f oonn umm er van een faxtaak weer in het log.
62
Instellingen
Luidsprekerinstellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Luidsprekermodus Hiermee kunt u opgeven hoe
lang de luidspreker aan moet blijven.
Luidsprekervolume Hiermee kunt u het volume
instellen.
V olume belsignaal Hiermee kunt u het v olume v oor
het belsignaal van de faxluidspreker in de MFP instellen.
Altijd uit De luidspreker is uitgeschakeld. Aan tot verbinding* De luidspreker is aan en geeft een
geluid weer totdat er een
faxverbinding tot stand is gebracht. Altijd aan De luidspreker is ingeschakeld. Hoog* Het luidsprekervolume is hoog. Laag Het luidsprekervo lum e is laa g. Uit Het luidsprekervolume is
uitgeschakeld. Aan* Het luidsprekervolume is
ingeschakeld.
Instellingen speciale belsignalen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Eenmalig signaal Hiermee beantwoordt u oproepen met
een eenmalig signaal .
Dubbel signaal Hiermee beantwoordt u oproepen met
een dubbel signaal.
Drie signalen Hiermee beantwoordt u oproepen met
drie signalen.
Aan* Het eenmalige signaal is ingeschakeld. Uit Het eenmalige signaal is uitgeschakeld. Aan* Het dubbele signaal is ingeschakeld. Uit Het dubbele signaal is uitgeschakeld. Aan* De drie signalen zijn ingeschakeld. Uit De drie signalen zijn uitgeschakeld.
Instellingen faxserver
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Volgens indeling alfanumeriek
Antwoordadres alfanumeriek
Onderwerp alfanumeriek
Bericht alfanumeriek
Primaire SMTP­gateway
Secundaire SMTP­gateway
invoerveld
invoerveld
invoerveld
invoerveld waarde in tekst Brengt een verbinding tot stand met de
waarde in tekst Brengt een verbinding tot stand met de
Gebruik [#] voor het faxnummer. Bijvoorbeeld:
[x]@fax.hetbedrijf.com Dit is een verplicht veld.
In het alfanumerieke invoerveld mogen maximaal 512 tekens worden ingevoerd.
primaire SMTP-gateway uit de instellingen van de e-mailserver in Netwerk/poorten.
secundaire SMTP-gateway uit de instellingen v an de e-m ail se rver in Netwerk/ poorten.
63
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Beeldformaat H ie rmee geeft u de
indeling op van het bestand dat moet worden gefaxt.
Inhoud Hiermee geeft u het type
inhoud van de faxtaak op.
Faxresolutie Hiermee kunt u de
kwaliteit in dpi (dots per inch) opgeven. Een hogere resolutie biedt een betere afdrukkwaliteit, maar leidt bij uitgaande faxen tevens tot een langere transmiss ie tij d.
Intensiteit Hiermee geeft u het
intensiteitsniveau voor de faxtaak op.
PDF* TIFF
Tekst* De faxtaak bestaat voornamelijk uit tekst of
Tekst/foto De faxtaak bestaat uit een combinatie van
Foto De faxtaak bestaat uit alleen afbeeldingen. Standaard
Fijn Superfijn Ultrafijn
1 – 9 (5*) De wa arden worden in een grafische
Portable Document Format Tagged Image File Format
lijnillustraties.
tekst en afbeeldingen.
Standaard is geschikt voor de me este documenten. Gebruik Fijn voor documenten met kleine letters. Gebruik Superfijn voor documenten met kleine details. Gebruik Ultrafijn voor documenten met afbeeldingen of foto's.
weergave aangegeven. U kunt de asterisk over de balk verschuiven door pijl naar rechts of pijl naar links aan te raken. De waarde 1 bevindt zich naast de - en de waarde 9 naast de +. In de w eerga v e is 5 de opgegeven waarde.
-+
Afdrukstand Hiermee geeft u op in
welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina voor de faxtaak worden afgedrukt.
Staand* T ekst en afbeeldinge n bevi nden zich par allel
aan de korte zijde. Zie Bindzijde duplex op pagina 75 voor meer informatie over de korte zi jde.
Liggend T ekst en afbeeldinge n be vinden zich parallel
aan de lange zijde. Zie Bindzijde duplex op pagina 75 voor meer informatie over de lange zijde.
64
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Origineel formaat Geeft een lijst weer met
Multipage TIFF gebruiken
scanformaten die u kunt selecteren om het f ormaat op te geven van het gescande origineel dat u wilt faxen.
Hiermee kunt u aangeven of u multipage TIFF­bestanden voor taken wilt maken.
Dit menu-item geldt voor alle scanfuncties.
Letter* Legal (8,5 x 14 inch) Executive
(7,25 x 10,5 inch) Tabloid (11 x 17 inch) Folio (8,5 x 13 inch) Statement
(5,5 x 8,5 inch) A3 (297 x 420 mm) A4 (210 x 297 mm)* A5 (148 x 210 mm) JIS-B4 (257 x 364 mm) JIS-B5 (182 x 257 mm) Boek ori gineel Automatische
formaatdetectie Gemengde formaten
Ja* Er worden multipage TIFF-bestanden
Nee Voor elke pagina wordt één enkel TIFF-
(* Geeft een land-/regiospecifieke fabrieksinstelling aan)
Bij 8,5 inch worden Gemengde formaten ondersteund.
gemaakt. Schakel het sel ectie v akje in om de ze func tie
in te schakelen.
bestand gemaakt. Schakel het selectievakje uit om deze
functie uit te schakelen.
65
Instellingen

E-mailinstellingen

Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Instellingen e-mailserver
Indeling Hiermee geeft u de indeling op van het
bestand dat moet worden gescand.
PDF-versie Hiermee kunt u de versie instellen van
het PDF-bestand dat moet worden verzonden.
Dit menu-item geldt voor alle scanfuncties.
Inhoud Hiermee geeft u het type inhoud van de
e-mail aan.
Kleur Hiermee kunt u opgeven of de MFP
een kleurenafbeelding in de e-mail als kleurenafbeelding of als grijstintafbeelding moet zien.
Resolutie Hiermee kunt u de resolutie van de
e-mail opgeven in dpi (dots per inch). De resolutie wordt beperkt door de
waarde die voor he t menu-item Kleu r is ingesteld. Als het menu-item Kleur op Kleur is ingesteld en Resolutie op 400 of 600 dpi wordt ingesteld, is dit welisw aar een toegestane c onfigur atie , maar wordt de resolutie niet weergegeven, zodat de combinaties ongeldig zijn. De resolutie wordt tot 300 dpi gereduceerd.
Zie Instellingen e-mailserver op pagina 30.
PDF* Portable Document Format JPEG Joint Photographic Experts Group TIFF Tagged Image File Format
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6 Tekst De e-mailtaak bestaat uit
Tekst/foto* De e-mailtaak bestaat uit een
Foto De e-mailtaak bestaat uit alleen
Grijs* Er wordt geen kleurenafbeelding met
Kleur Er wordt een kleurenafbeelding met
75 dpi 150 dpi 200 dpi 300 dpi 400 dpi 600 dpi
voornamelijk tekst of lijnillustraties.
combinatie van tekst en afbeeldingen.
afbeeldingen.
de e-mailtaak mee verzonden.
de e-mailtaak mee verzonden. Voor Grijs zijn de resoluties
75 – 600 dpi beschikbaar. Voor Kleur zijn de resoluties 75 – 300 dpi beschikbaar. Zie het voorgaande i tem Kleur.
Intensiteit Hiermee kunt u het intensiteitsniveau
voor de e-mail opgeven via een grafische weergave van een pagina waarin met behulp van een vulpatroon de verschillende niveaus van licht (1) naar donker (9) worden aangegeven.
66
1 – 9 (5*) Geeft het intensiteitsniveau voor de
e-mail aan. De waarden worden in een grafische
weergave aangegeven. U kunt de asterisk over de balk verschuiven door pijl naar rechts of pijl naar links aan te raken. De waarde 1 bevindt zich naast de - en de waarde 9 naast de +. In de weergave is 5 de opgegeven waarde.
-+
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Afdrukstand Hiermee kunt u de
standaardafdrukstand op gev en van het te verzenden doc umen t in de sca ntaak.
Origineel formaat Geeft een lijst weer met scanformaten
die u kunt selecteren om het formaat van het te scannen origineel op te geven.
Staand* Hiermee verzendt u het originele
Liggend Hiermee verzendt u het originele
Letter (8,5 x 11 inch)*
Legal (8,5 x 14 inch)
Executive (7,25 x 10,5 inch)
Tabloid (11 x 17 inch)
Folio (8,5 x 13 inch)
Statement (5,5 x 8,5 inch)
A3 (297 x 420 mm)
A4 (210 x 297 mm)*
A5 (148 x 210 mm)
JIS-B4 (257 x 364 mm)
JIS-B5 (182 x 257 mm)
Boek origineel Automatische
formaatdetectie Gemengde
formaten
document in de afdrukstand Staand voor de scantaak, zodat de tekst en afbeeldingen zich parallel aan de korte zijde bevinden. Zie Bindzijde duplex op pagina 75 voor meer informatie over de korte zi jde.
document in de afdrukstand Staand voor de scantaak, zodat de tekst en afbeeldingen zich parallel aan de lange zijde bevinden. Zie Bindzijde duplex op pagina 75 voor meer informati e over de lange zijde.
(* Geeft een land-/regiospecifieke fabrieksinstelling aan)
67
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Duplex Hiermee schakelt u het dubbelzijdig
scannen in of uit voor e-mails.
Foto JPEG-kwaliteit Hiermee kunt u de verhouding tussen
de kwaliteit van een JPEG- afbe elding met een foto en de bestandsgrootte instellen.
Dit menu-item heeft betrekking op alle scanfuncties.
JPEG-kwaliteit Hiermee kunt u de verhouding tussen
de kwaliteit van een JPEG- afbe elding met een tekst of tekst/foto en de bestandsgrootte inst el len .
Dit menu-item heeft betrekking op Tekst en Tekst/foto, evenals alle scanfuncties.
Uit* De scantaak wordt niet ingesteld v oor
dubbelzijdig afdrukken.
Lange zijde De lange zijde van de pagina
(de linkerzijde bij de afdrukstand staand en de boven zijde bij de afdrukstand liggend). Zie Bindzijde duplex op pagina 75 voor meer informatie.
Korte zij de De korte zijde van de pagina
(de bovenzijde bij de afdruksta nd staand en de linkerzijde bij de afdrukstand liggend). Zie Bindzijde duplex op pagina 75 voor meer informatie.
5 – 90 (50%*) Een instelling van 5 levert een kleiner
bestand op, maar tevens een afbeelding van lagere kwaliteit.
Een instelling van 90 biedt een afbeelding van de hoogste kwaliteit, maar teven s een bij z o nde r groo t bestand.
5 – 90 (75%*) Een instelling van 5 levert een kleiner
bestand op, maar tevens een afbeelding van lagere kwaliteit.
Een instelling van 90 biedt een afbeelding van de hoogste kwaliteit, maar teven s een bij z o nde r groo t bestand.
E-mailafbeeldingen verzonden als
Multipage TIFF gebruiken
Transmissielog Hiermee kunt u opgeven wanneer het
Hiermee kunt u kiezen tussen singlepage en multip age TIFF­bestanden. Bij een scan van meerdere pagina's ten behoeve van een e-mailtaak, kan één TIFF-bestand worden gemaakt dat alle pagina's van de taak bevat of kunnen meerdere TIFF-bestanden worden gemaakt die elk één pagina van de taak bevatten.
Dit menu-item geldt voor alle scanfuncties.
transmissielog moet worden afgedrukt. De logpagina is een bevestiging dat de
e-mails met succes zijn verzonden.
Bijlage* Webkoppeling
Ja* Er worden multipa ge TI FF-be standen
Nee Voor elke pagina wordt één enkel
Altijd afdrukken* Het e-mailtransmissielog wordt altijd
Nooit afdrukken Het e-mailtransmissielog wordt nooit
Afdrukke n bij fout
gemaakt. Schakel het selectievakje in om deze
functie in te schakelen .
TIFF-bestand gemaakt. Schakel het selectievakje uit om deze
functie uit te schakelen.
afgedrukt.
afgedrukt. Het e-mailtrans miss ielog wo rdt alle en
afgedrukt als er een fout optreedt.
68
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Papierbron logs Hiermee kunt u de invoerlade
Uitvoerlade log Hiermee kunt u de uitvoerlade v oor het
Bitdiepte e-mailen Hiermee kunt u de modus Gemengd
Aangepaste taak scannen
Opslaan als snelkoppeling toestaan
selecteren waaruit de MFP het afdrukmateriaal voor het afdrukken van een log van alle verzonden en ontvangen e-m ails moet nemen. Hierbij kunt u geen enveloppen opgeven.
Opmerking: Dit menu-item heeft betrekking op alle scanfuncties.
afgedrukte e-maillog opgeven. Het menu-item wordt alleen
weergegeven als er een optionele uitvoerlade is geïnstalleerd.
inschakelen om kleinere bestanden te verkrijgen door gebruik te maken van 1-bits afbeeldingen wanneer Kleur op Uit is ingesteld.
Biedt de mogelijkheid om aangepaste e-mails te scannen.
Deze functie wordt soms ook wel Taak samenstellen genoem d.
Aangepaste taak wordt niet door alle modellen ondersteund.
Biedt de mogelijkheid om e-mail­adressen a ls snelkoppelingen op te slaan.
Lade 1* Lade 1 of de standaardlade is de
U-lader De universeellader is de opgegeven
Lade 2 (als er een optionele lader is geïnstalleerd)
Er wordt een lijst met beschikbare uitvoerladen weergegeven, met waarden als Uitvoerlade 1, Uitvoerlade 2 enz. (afhankelijk van het aantal geïnstalleerde laden).
1-bits* 8-bits
Aan Uit*
Ja* Nee
opgegeven invoerlade voor afdrukmateriaal.
invoerlade voor afdrukmateriaal. Lade 2, een optionele lader, is de
opgegeven invoerlade voor afdrukmateriaal.
Schakel het selectievakje in om dit menu-item in te stellen op Aan.
Schakel het selectievakje uit om dit menu-item in te stellen op Uit.
Als deze optie op Nee is ingesteld, wordt de knop Opslaan als snelkoppeling niet weergegeven op het scherm E-mailbestemming.
Achtergrond verwijderen
Contrast Hiermee kunt u het contrast voor de
Schaduwdetail Hiermee kunt u de zichtbaarheid van
Van rand tot rand scannen
Hiermee kunt u de zichtbaarheid van de achtergrond op een kopie aanpassen.
e-mail opgeven. De standaardwaarde hiervan is afhankelijk van het menu­item Inhoud. Als de standaardwaarde van het menu-item Inhoud wordt gewijzigd, wordt ook de standaardwaarde van Contrast gewijzigd.
de schaduwdetails op een k op ie aanpassen.
Hiermee kunt u opgeven of een origineel document eerst van rand tot rand moet worden gescand voordat de e-mail wordt verzonden.
69
-4 tot +4 (0*) Met -4 schakelt u Achtergrond verwijderen uit.
Met +4 stelt u Achtergrond verwijderen in op de maximumwaarde.
0 – 5 De standaardwaard e voor tekst is 5.
De standaardwaard e voor andere items dan tekst is 0.
-4 tot +4 (0*) Met -4 handhaaft u de minste schaduwdetails.
Met +4 handhaaft u de meeste schaduwdetails.
Uit* Aan
Instellingen

FTP-instellingen

Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Indeling PDF*
JPEG TIFF
PDF-versie Hiermee kunt u de versie instellen
van het PDF-bestand dat mo et worden verzonden.
Dit menu-item geldt voor alle scanfuncties.
Inhoud Hiermee geeft u het type inhoud van
de FTP-taak aan.
Kleur Hiermee kunt u opgeven of de MFP
een kleurenafbeelding in de FTP­taak als kleurenafbeelding of als grijstintafbeelding moet zien.
Resolutie Hiermee kunt u de resolutie van de
FTP-taak opgeven in dpi (dots per inch).
De resolutie wordt beperkt door de waarde die voor het menu-item Kleur is ingesteld. Als het menu­item Kleur op Kleur is ingesteld en Resolutie op 400 of 600 dpi wordt ingesteld, is dit weliswaar een toegestane config uratie , maar wordt de resolutie niet weergegeven, zodat de combinaties ongeldig zijn. De resolutie wordt tot 300 dpi gereduceerd.
Intensiteit Hiermee kunt u het
intensiteitsniveau voor de FTP opgev en via een grafi sche weerga ve van een pagina waarin met behulp van een vulpatro on de v erschil lende niveaus v an licht (1) naar don k er (9) worden aangege ven.
1.2
1.3
1.4
1.5*
1.6 Tekst De FTP-taak bestaat uit voornamelijk
Tekst/foto* De FTP-taak bestaat uit een combinatie
Foto De FTP-taak bestaat uit alleen
Grijs* Er wordt geen kleurenafbeelding met de
Kleur Er wordt een kleurenafbeelding met de
75 dpi 150 dpi 200 dpi 300 dpi 400 dpi 600 dpi
1 – 9 (5*) Geeft het intensiteitsniveau voor de FTP
Portable Document Format Joint Photographic Experts Group Tagged Image File Format
tekst of lijnillustraties.
van tekst en afbeeldingen.
afbeeldingen.
FTP-taak mee verzonden.
FTP-taak mee verzonden. Voor Grijs zijn de resoluties 75 – 600 dpi
beschikbaar. Voor Kleur zijn de resoluties 75 – 300 dpi beschikbaar. Zie het voorgaande item Kleur.
aan. De waarden worden in een grafische
weergav e aangege ven . U kunt de as terisk over de balk verschuiven door pijl naar rechts of pijl naar links aan te raken. De waarde 1 bev indt zic h naast de - en d e waarde 9 naast de +. In de weergave is 5 de opgegev e n waarde.
70
-+
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Afdrukstand Hiermee kunt u de
Origineel formaat
standaardafdrukstand opgeven van het te verzenden document in de FTP-taak.
Hiermee geeft u een lijst weer met scanformaten die u kunt selecteren om het formaat van het te scannen origineel op te geven.
Staand* Hiermee verzendt u het originele
Liggend Hiermee verzendt u het originele
Letter (8,5 x 11 inch)*
Legal (8,5 x 14 inch)
Executive (7,25 x 10,5 inch)
Tabloid (11 x 17 inch)
Folio (8,5 x 13 inch)
Statement (5,5 x 8,5 inch)
A3 (297 x 420 mm)
A4 (210 x 297 mm)*
A5 (148 x 210 mm)
JIS-B4 (257 x 364 mm)
JIS-B5 (182 x 257 mm)
Boek origineel Automatische
formaatdetectie Gemengde
formaten
document in de afdrukstand Staand voor de FTP-taak, zodat de tekst en afbeeldingen zich parallel aan de korte zijde bevinden. Zie Bindzijde duplex op pagina 75 voor meer informatie over de korte zijde.
document in de afdrukstand Staand voor de FTP-taak, zodat de tekst en afbeeldingen zich parallel aan de lange zijde bevinden. Zie Bindzijde duplex op pagina 75 voor meer informatie over de lange zijde.
(* Geeft een land-/regiospecifieke fabrieksinstelling aan)
Duplex Hiermee schakelt u het dubbe lz ijd ig
afdrukken in of uit voor FTP-taken. Dit menu-item wordt weergegeven
als er een optionele duplexeenheid is geïnstal leerd of als het MFP­model een ingebouwde duplexeenheid heeft.
Uit* De FTP-taak wordt niet ingesteld voor
dubbelzijdig afdrukken.
Lange zijde De lange zijde van de pagina
(de linkerzijde bij de afdrukstand staand en de bovenzijde bij de afdrukstand liggend). Zie Bindzijde duplex op pagina 75 voor meer informatie.
Korte zijde De korte zijde van de pagina (de
bovenzijde bij de afdrukstand staand en de linkerzijde bij de afdrukstand liggend). Zie Bindzijde duplex op pagina 75 voor meer informatie.
71
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Foto JPEG­kwaliteit
JPEG-kwaliteit Hiermee kunt u de verhouding
Multipage TIFF gebruiken
Transmissielog Hiermee kunt u opgeven wanneer
Hiermee kunt u de verhouding tussen de kwaliteit van een JPEG­afbeelding met een foto en de bestandsgrootte instellen.
Dit menu-item heeft betrekking op alle scanfuncties.
tussen de kwaliteit van een JPEG­afbeelding met een tekst of tekst/ foto en de bestandsgrootte instellen.
Dit menu-item heeft betrekking op Tekst en Tekst/foto, evenals alle scanfuncties.
Hiermee kunt u kiezen tussen singlepage en multipage TIFF­bestanden. Bij een scan van meerdere pagina's te n b eho eve van een FTP-taak, kan één TIFF­bestand word en gemaakt dat alle pagina's van de taak bevat of kunnen meerdere TIFF-b est anden worden gemaakt die elk één pag ina van de taak bevatten.
Dit menu-item geldt voor alle scanfuncties.
het transmissielog moet worden afgedrukt.
De logpagina is een bevestiging dat de bestanden met succes zijn verzonden.
5 – 90 (50%*) Een instelling van 5 levert een kleiner
bestand op, maar tevens een afbeelding van lagere kwaliteit.
Een instelling v a n 90 b iedt e en afb eeldi ng van de hoog ste kw aliteit, maar te v ens e en bijzonder groot bestand.
5 – 90 (75%*) Een instelling van 5 levert een kleiner
bestand op, maar tevens een afbeelding van lagere kwaliteit.
Een instelling v a n 90 b iedt e en afb eeldi ng van de hoog ste kw aliteit, maar te v ens e en bijzonder groot bestand.
Ja* Er worden multipage TIFF-bestanden
gemaakt. Schakel het selectievakje in om deze
functie in te schakelen.
Nee Voor elke pagina wordt één enkel TIFF-
bestand gemaakt. Schakel het selectievakje uit om deze
functie uit te schakelen.
Altijd afdrukken* Het FTP-transmissielog wordt altijd
afgedrukt.
Nooit afdrukken Het FTP-transmissielog wordt nooit
afgedrukt.
Afdrukken bij fout Het FTP-transmissielog wordt alleen
afgedrukt als er een fout optreedt.
Papierbron logs Hiermee kunt u de invoerlade
Uitvoerlade log Hiermee kunt u de uitvoerlade voor
Bitdiepte e-mailen
selecteren waaruit de MFP het afdrukmateriaal voor het afdrukken van een log van alle verzonden en ontvangen FTP-taken moet nemen. Hierbij kunt u geen enveloppen opgeven.
Opmerking: Dit menu-item heeft betrekking op alle scanfuncties.
het afgedrukte FTP-log opgeven. Het menu-item wordt alleen
weergegeven als er een optionele uitvoerlade is geïnstalleerd.
Hiermee kunt u de modus Ge mengd inschakelen om kl ein ere bes tan den te verkrij gen door gebruik te maken van 1-bits afbeeldingen wanneer Kleur op Uit is ingesteld.
Lade 1* Lade 1 of de standaardlade is de
U-lader De universeellader is de opgegeven
Lade 2 (als er een optionele lader is geïnstalleerd)
Er wordt een lijst met beschikbare uitvoerladen weergegev en, met waarden als Uitvoerlade 1, Uitvoerlade 2 enz. (afhankelijk van het aantal geïnstalleerde laden).
1-bits* 8-bits
opgegeven invoerlade voor afdrukmateriaal.
invoerlade voor afdrukmateriaal. Lade 2, die uit een optionele lader
bestaat, is de opgegeven invoerlade voor afdrukmateriaal.
72
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Basis­bestandsnaam
Aangepaste taak scannen
Opslaan als snelkoppeling toestaan
Achtergrond verwijderen
Contrast Hiermee kunt u het contrast voor de
Biedt de mogelijkheid om aangepaste FTP-taken te scannen.
Deze functie wordt soms ook wel Taak samenstellen genoemd.
Aangepaste taak wordt niet door alle modellen ondersteund.
Biedt de mogelijkheid om FTP­adressen als snelkoppelingen op te slaan.
Hiermee kunt u de zichtbaarheid van de achtergrond op een kopie aanpassen.
FTP-taak opgeven. De standaardwaarde hiervan is afhankelijk van het menu-item Inhoud. Als de standaardw aard e van het menu-item Inhoud w ordt gewijzigd, wordt ook de standaardwaarde van Contrast gewijzigd.
alfanumerieke invoer
Aan Uit*
Ja* Nee
-4 tot +4 (0*) Met -4 schakelt u Achtergrond verwijderen
0 – 5 De standaardwaarde voor tekst is 5.
Standaard wordt het volgende woord weergegeven:
afbeelding Opmerking: De basisbestandsnaam mag
maximaal uit 53 teken s bes taa n. De volgende teke ns of sym bo len zijn ongeldig:
* – asterisk : – dubbele punt ? – vraagteken < – groter-dan-teken > – kleiner-dan-teken | – verticale streep
Aan het eind van elke bestandsnaam wordt een tijdcode toegevoegd.
Schakel het se lectievakje in om dit menu­item in te stellen op Aan.
Schakel het selectievakje uit om dit menu­item in te stellen op Uit.
Als deze optie op Nee is ingesteld, wordt de knop Opslaan als snelkoppeling niet weergegeven op het scherm FTP­bestemming.
uit. Met +4 stelt u Achtergrond verwijderen in
op de maximumwaa rde .
De standaardwaarde voor andere items dan tekst is 0.
Schaduwdetail Hiermee kunt u de zichtbaarheid
Va n rand tot rand scannen
van de scha duwdetails op ee n kopie aanpassen.
Hiermee kunt u opgeven of een origineel document eerst van rand tot rand moet worden gescand voordat de FTP-taak wo rdt verzonden.
-4 tot +4 (0*) Met -4 handhaaft u de minste schaduwdetails.
Met +4 handhaaft u de meeste schaduwdetails.
Uit* Aan
73
Instellingen

Afdrukinstellingen

De afdrukinstellingen zijn verdeeld over de volgende menu's. Klik op het gewenste menu voor meer informatie
Menu Afwerking Menu PCL-emulatie Menu Kwaliteit Menu PDF Menu Extra Menu HTML Menu Instellingen Menu Afbeelding Menu PostScript
Menu Afwerking
Gebruik deze menu-items om uw standaardinstellingen voor alle taken in te stellen. De instellingen die bij het afdrukken vanuit een toepassing worden opgegeven, hebben voorrang boven de standaardinstellingen van de gebruiker.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Duplex Hiermee stelt u dubbelzijdig
afdrukken in a ls d e sta ndaard modus voor alle afdruktaken.
Uit* Hiermee drukt u af op één zijde van het
afdrukmateriaal.
Aan Hiermee drukt af op beide zijden van
het afdrukmateriaal.
74
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Bindzijde duplex Hiermee bepaalt u hoe dubbelzijdig
afgedrukte pagina's worden ingebonden en wa t de afdrukstand is van de achterzijde van de pagina's (met de even nummers) en van de voorzijde van de pagina's (met de onev en n um me rs).
Lange zijde* Hiermee bereidt u inbinding aan de lange zijde van de pagina
voor (de link e rzijde bij de afdrukstand sta and en d e bovenzijde bij de afdrukstand liggend). In de volgende afbeelding ziet u een voorbeeld van inbinden over de lange zijde bij pagina's in de afdrukstand Staand en in de afdrukstand Liggend.
Inbinden
Achterzijde van het vel
Achterzijde van het vel
Staand
Korte zijde Hiermee bereidt u inbinding aan de korte zijde van de pagina
voor (de bovenzijde bij de afdrukstand staand en de linkerzijde bij de afdrukstand liggend). In de volgende afbeelding ziet u een voorbeeld van inbinden over de korte zijde bij pagina's in de afdrukstand Staand en in de afdrukstand Liggend.
Achterzijde van het vel
Voorzijde van het volgende vel
Voorzijde van het volgende vel
Inbinden
Inbinden
Achterzijde van het vel
V oorzijde van het volgende vel
Liggend
Inbinden
Voorzijde van het volgende vel
Liggend
Exemplaren Hiermee stelt u het aantal
exemplaren in dat u als standaardwaa rde wilt gebruiken.
Lege pagina’s Hiermee geeft u aan of de lege
pagina’s die door een toepassing zijn gegenereerd, moeten worden opgenomen in de afdruktaak.
Staand
1 – 999 (1*) Waarden die van uit de toep assin g of in
het stuurprogramma zijn opgegeven, hebben altijd voorrang boven de waarden die op het bedieningspaneel zijn ingesteld.
Niet afdrukken* Hiermee worden door een toepassing
gegenereerde lege pagina's niet afgedrukt als onderdeel van een afdruktaak.
Afdrukken Hiermee worden door een toepassing
gegenereerde lege pagina's wel afgedrukt als onderdeel van een afdruktaak.
75
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Sorteren Hiermee houdt u de pagina's van
Scheidings­pagina's
Bron scheidingspagina
een afdruktaak op volgorde als u de taak meerdere malen afdrukt.
Hiermee voegt u lege scheidingspagina's in tussen afdruktaken, tussen meerdere exemplaren van een taak of tussen de pagina's van een taak.
Hiermee geeft u aan uit welke bron de scheidingspagina's moeten worden ingevoerd.
Alleen geïnstalleerde bronnen worden in de lijst met waarden weergegeven.
Uit* Hiermee drukt u elke pagina van een
afdruktaak zo v aa k af al s is o pgegeven in het menu-item Exemplaren. Als u bijvoorbeeld drie pagina's wilt afdrukken en Exemplaren instelt op 2, worden de volgende pagina's afgedrukt: pagina 1, pagina 1, pagina 2, pagina 2, pagina 3, p agina 3.
Aan Hiermee drukt u de hele afdruktaak zo
vaak af als is opgegeven in het menu­item Exemplaren. Als u bijvoorbeeld drie pagina's wilt afdrukken en Exemplaren instelt op 2, worden de volgende pa gina' s afged rukt: pagina 1, pagina 2, pagina 3, pagin a 1, pagina 2, pagina 3.
Geen* Hiermee voegt u geen
scheidingspagina's in.
Tussen exemplaren Hiermee voegt u een leeg v el in tussen
alle exemplaren van een afdruktaak. Als Sorteren is ingesteld op Uit, wordt een lege pagina ingevoegd tussen alle sets van afgedrukte pagina's (alle pagina's 1, alle pagina's 2, enzovoort). Als Sorteren is ingesteld op Aan, wordt een lege pagina ingevoegd na elk gesorteerd exemplaar van dezelfde afdruktaak.
Tussen taken Hiermee voegt u een lege pagina in
tussen afdruktaken.
Tussen pagina's Hiermee voegt u een leeg vel in tussen
alle pagina's van een afdruktaak. Dit is nuttig als u transparanten afdrukt of pagina's voor aantekeningen in een document w ilt opnemen.
Lade <x> (Lade 1*) Hiermee haalt u de scheidingspagina' s
uit de opgegeven lade.
U-lader Hiermee selecteert u de
scheidingspagina's uit de universeellader.
Opmerking: Configuratie U-lad er moet ingesteld zijn op Cassette.
Enveloppenlader Hiermee selecteert u een envelop als
scheidingsvel.
76
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
N/vel afdrukken Hiermee drukt u meerdere pagina’s
af op één zijde van het papier. Dit wordt ook wel n per vel of papierbesparing genoemd.
N/vel volgor de Hiermee bepaalt u de pos itie van de
paginabeelden als er meerdere pagina’s op een vel worden afdrukt. Zie N/vel afdrukken op pagina 77.
De positie hangt af van het aantal beelden en de afdrukstand van de beelden (staand of liggend).
Als u bijvoorbeeld 4 per vel selecteert in de afdrukstand Staand, is het resultaat afhankelijk van de waarde die u kiest voor N/vel volgorde.
Horizontale
volgorde
Uit* Hiermee drukt u één paginabeeld per
2 per vel Hiermee drukt u twee paginabeelden
3 per vel Hiermee drukt u drie paginabeelden
4 per vel Hiermee drukt u vier paginabeelden
6 per vel Hiermee drukt u zes paginabeelden
9 per vel Hiermee drukt u negen paginabeelden
12 per vel Hiermee drukt u twaalf paginabeelden
16 per vel Hiermee drukt u zestien
Horizontaal* Verticaal Omgekeerd horizontaal Omgekeerd verticaal
Verticale volgorde
Omgekeerd
horizontaal
zijde af.
per zijde af.
per zijde af.
per zijde af.
per zijde af.
per zijde af.
per zijde af.
paginabeelden per zijde af.
Omgekeerd
verticaal
21
43
N/vel-beeld Hiermee bepaalt u de afdrukstand
van een vel waarop meerdere pagina's worden afgedrukt.
N/vel-rand Hiermee drukt u een rand af rond elk
paginabeeld wanneer N/vel afdrukken wordt gebruikt.
31
42
Auto* De MFP kiest automatisch tussen de
Lange zijde Hiermee stelt u de lange zijde van het
Korte zijde Hiermee stelt u de korte zijde van het
Geen* Hiermee drukt u geen rand af rond de
Effen Hiermee drukt u een effe n ran d af rond
12
34
afdrukstanden Staand en Liggend.
afdrukmateriaal in als bovenzijde (liggend). Zie Bindzijde duplex op pagina 75 voor meer informatie.
afdrukmateriaal in als bovenzijde (staand). Zie Bindzijde duplex op pagina 75 voor meer informatie.
paginabeelden.
de paginabeelden.
13
24
77
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Taak nieten Hiermee stelt u nieten in als
Perforeren H ie rmee perf o ree rt u het papier aan
Perforatiemodus Hiermee perforeert u het papier aan
Pagina's verschuiven
standaardwaa rde voor alle afdruktaken.
Opmerking: Dit menu-item wordt weergegeven als er een optionele finisher is geïnstalleerd.
de zijkant. Opmerking: Dit menu-item wordt
weergegeven als er een optionele finisher is geïnstalleerd.
de zijkant. Opmerking: Dit menu-item wordt
weergegeven als er een optionele finisher is geïnstalleerd.
Hiermee verschuift u de uitvoer van elke afdruktaak of elk e x empla ar van een afdruktaak, zodat de documenten die in de uitvoerlade van de finisher zijn gestapeld, eenvoudiger zijn te scheiden.
Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een optionele finisher is geïnstalleerd.
Uit* Afdruktaken worden niet geniet. Auto
Voor Terug Dubbel
Aan Alle afdruktaken worden geperfo reerd. Uit* Afdruktaken worden niet geperforeerd.
2 3*
2 4*
Geen* Hiermee stapelt u alle vellen direct
Tussen exemplaren Hier mee verschuift u elk exemplaar
Tussen taken Hiermee verschuift u elke afdruktaak.
Hiermee laat u alle afdruktaken van meerdere pagina’s nieten.
Gebaseerd op informatie vanuit het printerstuurprogramma of de toepassingssoftware wordt elke afdruktaak geniet.
Wordt alleen weergegeven als u een finisher voor 3 perforaties hebt geïnstalleerd.
Wordt alleen weergegeven als u een finisher voor 4 perforaties hebt geïnstalleerd.
boven op elkaar.
van een afdruktaak.
Menu Kwaliteit
Met deze menu-items wijzigt u de instellingen die van invloed zijn op de afdrukkwaliteit en waarmee toner kan worden bespaard. De instellingen die bij het afdrukken vanuit een toepassing worden opgegeven, hebben voorrang boven de standaardinstellingen van de gebruiker.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Afdrukresolutie Hiermee selecteert u de resolutie
van de afgedrukte uitvoer.
600 dpi Produceert afdrukken van hoge
kwaliteit voor afdruktaken die voornamelijk uit tekst bestaan.
1200 dpi Produceert afdrukken van de hoogste
kwaliteit voor taken waarbij de afdruksnelheid niet van belang is en voldoende geheugenruimte beschikbaar is.
2400 Image Q* Gebruikt lijnrastering voor afdruktaken
die bitmapafbeeldingen zoals gescande foto's bevatten.
78
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Tonerintensiteit Maakt afdrukken lichter of
Helderheid Past de grijswaarden van de
Contrast Past het contrast van de afgedrukte
Fine Lines­verbet.
donkerder en bespaart toner. Op het LCD-display op het
bedieningspaneel wordt de volgende schaal weergegeven. Met een verticale streep ( | ) wordt de fabrieksinstelling aangegeven. Met een pijlsymbool ( V ) wordt de standaardinstelling v an de gebruik er aangegeven. De V wordt naar links of rechts over de s chaal v ers cho v en wanneer de knoppen Pijl naar links of Pijl naar rechts worden aangeraakt. Als de standaardinstelling 8 wordt geselecteerd, wordt de verticale streep als volgt door de V afgedekt:
afgedrukte afbeeldingen aan.
afbeeldingen aan. Hiermee schakelt u een
afdrukmodus in die speciaal bedoeld is voor bestanden met nauwkeurige details , z o als bouwkundige tekeningen, kaarten, stroomcircuitschema's en flow charts.
Opmerking: Fine Lines-verbet. is niet als menu-item op het bedieningspaneel beschikbaar. Deze instelling is uitsluitend beschikbaar in het PCL­emulatiest uurpro gramma of het PostScript-stuurprogramma of op de Embedded Web Server op de MFP.
-.......v..+
1 – 10 (8*) • Selecteer een lagere waarde voor
een dunnere lijnen, lichtere grijstintafbeeldingen en lichtere afdrukken.
• Selecteer een hogere waard e voor dikkere lijnen of donkerdere grijstintafbeeldingen.
• Selecteer 10 voor een zeer vetgedrukte tekst.
• Selecteer een w aa r de ond er 7 a ls u toner wilt besparen.
-6 tot +6 (0*) -6 is de maximale verlaging. +6 is de maximale verhoging.
0 – 5 (0*) 0 is de maximale verlaging.
5 is de maximale verhoging.
Aan Schakel het vakje in het
stuurprogramma in.
Uit* Schakel het vakje in het
stuurprogramma uit.
Grijscorrectie Past automatisch de
contrastverbetering aan die is toegepast op de beelden.
Auto Schakel het vakje in het
stuurprogramma in.
Uit* Schakel het vakje in het
stuurprogramma uit.
79
Instellingen
Menu Extra
Met het menu Extra kunt u verschillende lijsten over de beschikbare bronnen, instellingen en afdruktaken van de MFP afdrukken. Met andere items uit dit menu kunt u de MFP-hardware instellen en problemen oplossen.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Fabrieks­instellingen
Wachttaken verwijd.
Flash formatteren Hiermee kunt u het flash-geheugen
Hiermee kunt u de fab rieksi ns tell in gen van de MFP herstellen.
Dit menu-item is ook beschikbaar in het menu Instellingen.
Hiermee verwijdert u beveiligde taken en wachtstandt aken v an de va ste schijf van de MFP.
Dit menu-item wordt weergegeven als er een vaste schijf is geïnstalleerd waarop taken in wacht of beveiligde taken aanwezig zijn.
formatteren. Zet de MFP niet uit als het flash-
geheugen wordt geformatteerd. Opmerking: Dit menu-item wordt
alleen weergegeven als er een niet­defecte opt ionele flash-gehe ugenkaart is geïnstalleerd, die niet tegen schrijven of lezen/schrijven is beveiligd.
Nu herstellen • De fabrieksinstellingen van
Niet herstellen* De gebruikersinstel lin gen blijven
Vertrouwelijk In wacht Niet hersteld Alles
Ja Hiermee verwijdert u alle
Nee* Hiermee annuleert u het
alle menu-it ems worden hersteld, met uitzondering van: – Taal op display – Alle instellingen van de
menu-items Fax-, E-mail­en FTP-instellingen, de menu-items Standaard parallel en Parallel <x>, de menu-items Standaard serieel e n S e ri eel <x>, de menu-items Standaardnetwerk en Netwerk <x>, evenals de menu-items Standaard USB en USB <x>.
• Alle bronnen (lettertypen, macro's en symbol ensets) die in het MFP-geheugen (RAM) zijn gedownload, worden verwijderd. (Dit is niet van invloed op de bronnen in het flash-geheugen.)
van kracht. Als u een menuwaarde
selecteert, is dat alleen van invloed op de taken die zich in de MFP bevinden. Bladwijzers, taken op apparate n met USB­flash-geheugen en andere typen wachttaken worden niet beïnvloed.
gegevens uit het flash­geheugen en maak t u dit gereed voor ontvangst van nieuwe bronnen.
verzoek om het flash-geheugen te formatteren. De huidige bronnen blijven in het flash­geheugen staan.
80
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Flash defragmenteren
Schijf formatteren Hiermee formatteert u de vaste schijf
Takenlog­gegevens
Hiermee kunt u opslagruimte terughalen die verloren is gegaan bij het verwijderen van bronnen uit het flash-geheugen.
Waarschuwing: Zet de MFP niet uit
tijdens de defragmentatie van het flash-geheugen.
Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een niet­defecte opt ionele flash-gehe ugenkaart is geïnstalleerd, die niet tegen schrijven of lezen/schrijven is beveiligd.
in de MFP.
Waarschuwing: Zet de MFP niet uit
tijdens het formatteren van de vaste schijf.
Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergeg e v en al s de v aste schij f niet met een wachtwoord tegen schrijven of lezen/schrijven is beveiligd.
Hiermee kunt u een lijst met statistieken van alle taken op de vaste schijf afdrukken of alle statis tiek en v a n de vaste schijf wissen.
Waarschuwing: Wissen wordt alleen
weergegeven als Takenloggegevens niet op Mar kTrack™ is ingesteld.
Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergeg e v en al s de v aste schij f niet met een wachtwoord tegen schrijven of lezen/schrijven is beveiligd.
Ja Hiermee brengt de MFP alle
bronnen van het flash-geheugen naar het MFP-geheugen o ver en formatteert vervolgens het flash­geheugen. Nadat het flash­geheugen is geformatteerd, worden de bronnen opnieuw in het flash-geheugen geladen.
Nee* De MFP annuleert het verzoek
om het flash-geheugen te defragmenteren.
Ja Hiermee verwijdert u alle
gegevens op de vaste schijf en maakt u deze gereed voor ontvangst van nieuwe bronnen.
Nee* Hiermee annuleert u het
verzoek om de vaste schijf te formatteren. De actie v e bronnen blijven op de schijf staan.
Afdrukken Hiermee drukt u alle statistieken
over de meest recent e afdruktaken af.
Wissen Hiermee verwijdert u alle
taakstatistieken van de vaste schijf. Terwijl de MFP de opgeslagen taakstatistieken wist, wordt het bericht
Takenloggegevens worden gewist weergegeven.
Hex Trace inschakelen
Dekkingsindicatie Geeft een schatting van het
Helpt bij het opspo ren v an de bron v a n een afdrukprobleem. Als Hex Trace is geselecteerd, worden alle gegevens die naar de MFP worden gestuurd zowel in een hexadecimale weergave als in een tekenweergave afgedrukt. Besturingscodes worden niet uitgevoerd.
dekkingspercentage voor cyaan, magenta, geel en zwart op elke pagina. De schatting wordt afgedrukt op een scheidingspagina.
Raak Hex T race inschakelen aan om de modus Hex Trace in te schakelen.
U kunt de modus Hex Trace uitschakelen door de MFP uit te schakelen, 15 seconden te wachten en de MFP vervolgens weer in te schakelen.
Uit* Het dekkingspercentage wordt
niet afgedrukt.
Aan Het geschatte
dekkingspercentage van elke kleur wordt afgedrukt op de pagina.
81
Instellingen
Menu Instellingen
Met het menu Instellingen kunt u allerlei functies van de MFP configureren.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Printertaal Hier mee stelt u de
Bronnen opslaan Hiermee geeft u op wat de MFP moet
Download­bestemming
standaardprintertaal in voor het versturen van gegevens van de computer naar de MFP.
Opmerking: Als een bepaalde printertaal als standaardtaal is ingesteld, betekent dit niet dat toepassingen geen afdruktaken kunnen verzenden die een andere printertaal gebruiken.
doen met gedownloa de bronnen, zoals lettertypen en macro's die zijn opgeslagen in RAM, als voor een afdruktaak niet voldoende geheugen beschikbaar is.
Als u Bronnen opslaan op Aan instelt, wordt de MFP opnieuw ingesteld en wordt het beginscherm op het LCD­display weergegeven.
Hiermee geeft u de opslaglocatie van gedownloade bronnen op.
In het flash-geheugen of op de vaste schijf worden gedownloade bronnen permanent opgeslagen en in het RAM­geheugen worden deze bronnen tijdelijk opg eslagen. De bronnen b lijven ook in het flash-geheugen of op de vaste schijf opgeslagen als de MFP wordt uitgezet .
PCL-emulatie* PS-emulatie
Uit* De MFP bewaart de
Aan De MFP bewaart alle
RAM* Alle gedownloade bronnen
Flash Alle gedownloade bronnen
PCL-emulatie - Hierbij wordt een PCL-interpreter gebruikt voor binnenkomende hostcommunicatie.
PostScript-emulatie ­Hierbij wordt een PS­interpreter gebruikt voor binnenkomende hostcommunicatie.
gedownloade bronnen tot het geheugen nod ig i s voor andere taken. Zodra de printer meer geheugenruimte nodig heeft, worden de bronnen voor de inac tieve prin tertaal verwijderd.
gedownloade bronne n voor alle printertalen als de taal wordt gewijzigd en de M FP opnieuw wordt ingesteld. Als de MFP onvoldoende geheugen heeft, wordt het bericht 38 Geheugen vol weergegeven.
worden automatisch opgeslagen in het printergeheugen (RAM).
worden automatisch opgeslagen in het flash­geheugen.
Opmerking: Het menu­item Flash wordt weergegeven als er een geformatteerde, niet­defecte, optionele flash­geheugenkaart is geïnstalleerd die niet met een wachtwoord tegen schrijven of lezen/schrijven is beveiligd.
Schijf Alle gedownloade bronnen
worden automatisch opgeslagen op de vaste schijf.
Opmerking: Het menu­item Schijf wordt weergegeven als de vaste schijf niet tegen s chrijven of lezen/schrijven is bevei lig d.
82
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Takenloggegevens Hiermee geeft u op of statistische
informatie over de meest recente afdruktake n al dan niet moet worden opgeslagen op de vaste schijf. U krijgt bijvoorbeeld informatie over de uitvoering van de afdruktaak en eventuele fouten tijdens de uitvoering, hoeveel tijd de taak heeft gekost, de omvang (in bytes) van de afdruktaak, het geselecteerde formaat en de geselecteerde soort van het afdrukmateriaal, het totale aantal afgedrukte pagina's en het geselecteerde aantal exemplaren.
Opmerking: Takenloggegevens wordt alleen weergegeven als er een niet­defecte vaste schijf is geïnstalleerd.
Afdrukgebied Hiermee past u het logische en fysi eke
afdrukbare gebied aan.
Uit* De MFP slaat geen
Aan De MFP slaat statistieken
Normaal* Passend Hele pagina
statistieken over taken op de vaste schijf op.
over de meest recente afdruktaken op.
Opmerking: De instelling Hele pagina is alleen van toepassing op pagina’s die zijn afgedrukt met behulp van PCL 5-interpreter. Deze instelling is niet van invloed op pagina’s die zijn afgedrukt met behulp van PCL XL- of PostScript­interpreters. Als u probeert gegevens af te drukken in het gedeelte dat is gedefinieerd door het afdrukgebied Normaal, dan snijdt de MFP de afbeelding bij op de begrenzing zoals die is gedefinieerd bij Normaal.
83
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Fabrieksinstellingen Hiermee stelt u de printerinstellingen
weer in op de fabriekswaarden.
Nu herstellen • Alle menu-items worden
weer ingesteld op de fabrieksinstellingen met uitzondering van: – Taal op display – Alle instellingen van
de menu-items Standaard parallel en Parallel <x>, de menu-items Standaard serieel en Serieel <x>, de menu­items Standaardnetwerk en Netwerk <x>, en de menu-items Standaard USB en USB <x>.
• Alle bronnen (lettertypen, macro's en symbolensets) di e in het printergeheugen (RAM) zijn gedownload, w orden verwijderd. (Bronnen in het optionele flash­geheugen of op de v aste schijf worden niet verwijderd.)
Niet herstellen* De gebruikersinstell ing en
blijven van kracht.
Menu PostScript
Gebruik deze menu-items om printerinstellingen te wijzigen die van invloed zijn op afdruktaken waarbij de PostScript­printertaal wordt gebruikt. De instell ingen die bij h et af drukken v anu it een to epa ssing w orde n opgeg e v en, h ebb en v oorr an g boven de standaardinstellingen van de gebruiker.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
PS-fout afdrukken Hiermee drukt u een
analysepagina af als een PostScript-emulatiefout is opgetreden.
V oo rkeurslettertype Hiermee bepaalt u waar de printer
het eerst naar het gewenste lettertype zoekt.
Opmerking: Voorkeurslettertype wordt alleen weergegeven als een geformatteerde vaste schijf of een geformatteerd flash-geheugen is geïnstalleerd. Deze mag niet beveiligd zijn tegen lezen/schrijven of schrij ven en de Buffergrootte mag niet zijn ingesteld op 100%.
Uit* Hiermee verwijdert u de
afdruktaak zonder een foutbericht af te drukken.
Aan Hiermee drukt u een
foutbericht af en verwijdert u de afdruktaak.
Intern* De MFP zoekt eerst in het
geheugen naar het gewenste lettertype en daarna in het flash-geheugen of op de v aste schijf.
Flash/schijf De MFP zoekt eerst op de
vaste schijf en in het flash­geheugen naar het gewenste lettertype en daarna in het printergeheugen.
84
Instellingen
Menu PCL-emulatie
Gebruik deze menu-items om printerinstellingen te wijzigen die van invloed zijn op afdruktaken waarbij de PCL-printertaal wordt gebruikt. De instellingen die bij het afdrukken vanuit een toepassing worden opgegeven, hebben voorrang boven de standaardinstellingen van de gebruiker.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Lettertypebron Hiermee bepaalt u welke lettertypen
worden weergegeven in het menu­item Lettertypenaam.
Lettertypenaam Hiermee kiest u een lettertype uit de
opgegeven lettertypebron.
Symbolenset Hiermee kiest u een symbolenset
voor een geselecteerde lettertypenaam.
Intern* Hiermee geeft u alle interne
Schijf Opmerking: Hiermee geeft u alle
Flash Hiermee geeft u alle lettertypen in het
Laadbaar Hiermee geeft u alle lettertypen weer
Alles Hiermee geeft u alle beschikbare
R0 Courier* De lettertypenaam en de lettertype-
10U PC-8 (VS)* (land- en
regiospecifieke fabrieksinstellingen)
12U PC-850 (niet-VS)* (land- en
regiospecifieke fabrieksinstellingen)
lettertypen weer die in de fabriek in het RAM van de MFP zijn geladen.
lettertypen weer die op de v aste sc hijf van de MFP zijn opgesl ag en.
flash-geheugen weer.
die vanuit andere bron nen in het RAM zijn geladen.
lettertypen uit alle bronnen weer.
ID van alle lettertypen in de geselecteerde lettertypebron worden weergegeven. De afkorting van de naam van de lettertypebron is R voor Intern, F voor Flash, K voor Vaste schijf en D voor Laadbaar.
Een symbolenset is een set alfabetische en numerieke tekens, interpunctietekens en speciale symbolen die worden gebruikt als u in een bepaald lettertype afdrukt. Alleen symbolensets die worden ondersteund door de geselecteerde lettertypenaam, worden weergegeven.
85
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Instellingen voo r PCL-emulatie
Hiermee wijzigt u de p untgroott e v an schaalbare typografische lettertypen.
Hiermee geeft u de lettertypepitch op voor schaalbare lettertypen met een vaste tekenafstand (monogespatieerd).
Hiermee geeft u op in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt.
Hiermee bepaalt u het aantal regels dat per pagina wordt afgedrukt.
Hiermee selecteert u de breed te v an de logische pagina op A4-papier.
Hiermee geeft u op of de MFP automatisch een harde return (CR) moet geven na de opdracht o m naar een nieuwe regel te gaan (LF).
Hiermee geeft u op of de printer automatisch op een nieuwe regel moet beginnen na een opdra cht v oor een harde return.
Puntgrootte
1,00 – 1008,00 (12*)
Pitch
0,08 – 100,00 (10*)
Afdrukstand
Staand* Liggend
Regels per pagina
1 – 255 60* (VS) 64* (niet-VS)
A4-breedte
198 mm* 203 mm
Automatisch HR na NR
Uit* Aan
Automatisch NR na HR
Uit* Aan
Puntgrootte heeft betrekking op de hoogte van de tekens in het lettertype. Eén punt is on gev eer gelij k aan 0,35 mm. U kunt voor de puntgrootte een waarde selecteren tussen 1 en 1008 punten, in veelvouden van 0,25 punten.
Opmerking: Puntgrootte wordt alleen weergegeven voor typografisc he let tertypen.
Pitch heeft betrekking op het aantal niet-proportionele tekens per inch (in horizontale richting). U kunt een pitch selecteren met een waarde tussen 0,08 en 100 tekens per inch (cpi, characters per inch), in veelvouden van 0,01 cpi. Voor niet­schaalbare, monogespatieerde lettertypen wordt de pitch wel weergegeven, maar kunt u deze niet wijzigen.
Opmerking: De pitch wordt alleen weergegeven voor vaste (monogespatieerde) lettertypen.
Staand - Hiermee drukt u de tekst en afbeeldingen parallel aan de korte zijde van het papier af.
Liggend - Hiermee drukt u d e tekst en afbeeldingen parallel aan de lange zijde van het papier af.
Zie Bindzijde duplex op pagina 75 voor meer informatie over korte en lange zijden.
De ruimte tussen de regels (verticale regelafstand) wordt automatisch ingesteld op basi s va n de ins tellingen voor regels/pagina, papierformaat en afdrukstand. Selecteer het juiste papierformaat en de juiste afdrukstand voordat u het aantal regels per pagina instelt.
Opmerking: Met de instelling voor 203 mm wordt de logische pagina breed genoeg om tachtig 10-pitch tekens af te drukken.
Uit - De MFP voert geen harde return uit na de opdracht voor een nieuwe regel.
Aan - De MFP voert een harde return uit na de opdracht voor een nieuwe regel.
Uit - De MFP voert geen nieuw e regel uit na de opdracht voor een harde return.
Aan - De MFP voert een nieuw e regel uit na de opdracht voor een harde return.
86
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Lade-nr. wijzigen Hiermee configureert u de MFP
zodanig dat deze werkt met printerstuurprogramma's of toepassingen die andere laden als invoerlade hebben gedefinieerd: invoerladen, de universeellader en de sleuf voor handmatige invoer.
Opmerking: Raadpleeg de Technical Reference v oor meer informatie over het toewijzen van nummers aan bronnen.
Waarde U-lader
Uit* Geen 0 – 199
Waarde lade [x]
Uit* Geen 0 – 199
Waarde handm . in voer
Uit* Geen 0 – 199
Waarde en v. (handm.)
Uit* Geen 0 – 199
Uit - De MFP gebruikt de fabrieksinstellingen voor de invoerlade.
Geen - De invoerlade negeert de opdracht voor het selecteren van de papierinv oer. Geen wordt alleen weergegeven als dit de actieve standaardwaarde is . Geen moet door de PCL-interpreter worden geselecteerd.
0 – 199 - Selecteer een numerieke waarde als u ee n aangepa ste waarde wilt toewijzen aan een invoerlade.
Uit - De MFP gebruikt de fabrieksinstellingen voor de invoerlade.
Geen - De invoerlade negeert de opdracht voor het selecteren van de papierinv oer. Geen wordt alleen weergegeven als dit de huidige standaardwaarde is . Geen moet door de PCL-interpreter worden geselecteerd.
0 – 199 - Selecteer een numerieke waarde als u ee n aangepa ste waarde wilt toewijzen aan een invoerlade.
Uit - De MFP gebruikt de fabrieksinstellingen voor de invoerlade.
Geen - De invoerlade negeert de opdracht voor het selecteren van de papierinv oer. Geen wordt alleen weergegeven als dit de actieve standaardwaarde is . Geen moet door de PCL-interpreter worden geselecteerd.
0-199 - Selecteer een numerieke waarde als u ee n aangepa ste waarde wilt toewijzen aan een invoerlade.
Uit—De MFP gebruikt de fabrieksinstellingen voor de invoerlade.
Geen - De invoerlade negeert de opdracht voor het selecteren van de papierinv oer. Geen wordt alleen weergegeven als dit de actieve standaardwaarde is . Geen moet door de PCL-interpreter worden geselecteerd.
0 – 199 - Selecteer een numerieke waarde als u ee n aangepa ste waarde wilt toewijzen aan een invoerlade.
87
Instellingen
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Lade-nr. wijzigen (vervolg)
Fabrieksinstelling Hiermee wordt de fabrieksinstelling
Std.instell. herstellen
Ja Nee
weergegeven voor elke invoerlade. Bijvoorbeeld:
Std. U-lader = 8 T1 Std.inst. = 1 T2 Std.inst. = 4 T3 Std.inst. = 5 T4 Std.inst. = 20 T5 Std.inst. = 21 Std.inst. env. = 6 Std.inst. handinv. = 2 Std.inst. env.inv. = 3 Het menu-item dient alleen voor het
weerge ve n v a n inf ormatie . Er k unnen geen items in de lijst worden geselecteerd.
Alle mogelijke opties worden weergegeven, zelfs als deze niet zijn geïnstalleerd.
Selecteer Ja om alle toewijzingen aan invo erladen w eer op de fabrieksinstellingen in te stellen.
Menu PDF
Gebruik deze menu-items om de printerinstellingen te wijzigen die van invloed zijn op PDF-taken.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Formaat p asse nd maken
Aantekeningen Hiermee geeft u op of u
Hiermee past u de inhoud van een pagina aan het formaat v an het geselecteerde afdrukmateriaal aan.
aantekeningen in het PDF-bestand wilt afdrukken.
Ja Nee*
Niet afdrukken* Afdrukken
Ja - Hiermee schaal t u de pagina z odat deze op het geselecteerde afdrukmateriaal past.
Nee - Hiermee schaalt u de pagina niet. Afgedrukte tekst of afbeeldingen worden bijgesneden als deze groter zijn dan het geselecteer de afdrukmateriaal.
Niet afdrukken - PDF-aantekeningen worden niet afgedrukt.
Afdrukken - PDF-aantekeni nge n worden afgedrukt.
88
Instellingen
Menu HTML
Deze menu-items worden gebruikt om de HTML-instellingen voor de printer te wijzigen.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Lettertypenaam Hiermee stelt u het
standaardlettertype voor HTML­documenten in.
Opmerking: Times wordt gebruikt in HTML-documenten waarin geen lettertype wordt opgegeven.
Lettertypegrootte Hiermee stelt u de
standaardlettertypegroo tte voor HTML-documenten in.
Schalen Hiermee stelt u het
standaardlettertype voor HTML­documenten in.
Afdrukstand Hiermee stelt u de afdrukstand voor
HTML-documenten in.
Margegrootte Hiermee stelt u de paginamarge
voor HTML-documenten in.
Achtergronden Hiermee geeft u op of u
achtergronden in HTML­documenten wilt afdrukken.
Albertus MT Antique Olive Apple Chancery Arial MT Avant Garde Bodoni Bookman Chicago Clarendon Cooper Black Copperplate Coronet Courier Eurostile Garamond Geneva Gill Sans Goudy Helvetica Hoefler Text
1 pt – 255 pt (12 pt*) U kunt v oor de p untg root te een wa ard e
1% – 400% (100%*) U kunt voor de schaalgrootte een
Staand* Liggend
8 mm – 255 mm (19 mm*)
Afdrukken* Niet afdrukken
Intl CG Times Intl Courier Intl Univers Joanna MT Letter Gothic Lubalin Graph Marigold MonaLisa Recut Monaco New CenturySbk New York Optima Oxford Palatino StempelGaramnd Taffy Times TimesNewRoman Univers Zapf Chancery
selecteren tussen 1 en 255 punten, in stappen van 1 punt.
waarde selecteren tussen 1 en 100%, in stappen van 1%.
Staand - Hiermee drukt u de tekst en afbeeldingen para llel aan de ko rte zijde van het papier af.
Liggend - Hiermee drukt u de tekst en afbeeldingen parallel aan de lange zijde van het papier af.
Zie Bindzijde duplex op pagina 75 voor meer informatie over korte en lange zijden.
Hiermee kunt u voor de marge een waarde instellen tussen 8 en 255 mm, in stappen van 1 mm.
Afdrukken - Hiermee worden HTML­achtergronden afgedrukt.
Niet afdrukken - Hiermee worden HTML-achtergronden niet afgedrukt.
89
Instellingen
Menu Afbeelding
Deze menu-items worden gebruikt om het formaat of de afdrukstand van een afgedrukte afbeelding te wijzigen of om een afgedrukte afbeelding om te keren.
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Autom. aanpassen
Omkeren Hiermee keert u tweekleurige
Schaling Hiermee schaalt u de afbee ldi ng
Afdrukstand Hiermee stelt u de afdrukstand van
Hiermee selecteert u optimale waarden voor afdrukmateriaalformaat, schaling en afdrukstand.
monochrome afbeeldingen om.
zodat deze past op het afdrukmateriaal.
een afbeelding in.
Aan* Uit
Aan Uit*
Linkerbvnhoek verank. Meest gelijkend* Midden verankeren Hgte/breedte passend Aanpassen aan hoogte Aanpassen breedte Staand* Liggend
Opmerking: Als deze optie wordt ingesteld op Aan, wordt de instelling voor de schaling genegeerd en kan de instelling voor de afdrukstand voor sommige afbeeldingen worden genegeerd.
Opmerking: Geldt niet voor GIF of JPEG.
Opmerking: Als de instelling Autom. aanpassen is ingesteld op Aan, wordt Schaling automatisch ingesteld op Meest gelijkend.
Staand - Hiermee drukt u de tekst en afbeeldingen par allel aan de k orte zijde van het papier af.
Liggend - Hiermee drukt u de tekst en afbeeldingen para llel aan de la nge zijde van het papier af.
Zie Bindzijde duplex op pagina 75 voor meer informatie over korte en lange zijden.

Beveiliging

Deze menu-items worden gebruikt om beveiligingsniveaus in te stellen voor individuele afdruktaken waarvoor een PIN is vereist en waarbij de instellingen worden beveiligd.
Menu-item Doel Waar den en besc h rijvingen
V erifi ca tie me thod e Verificatie uitgeschakeld*
Intern NTLM Kerberos 5 LDAP LDAP + GSSAPI
Autom. vertraging bij uitloggen
Scannen naar PC Port Ra nge
Hiermee kunt u instell en na hoeveel seconden een geverifieerde gebruiker automatisch moet worden afgemeld op het beginscherm.
Dit menu-item wordt gebruikt door een systeem­beheerder die tussen de MFP en de gebruikers een firewall heeft geïnstalleerd waarmee bepaalde poorten worden geblokkeerd.
1–60 (3*)
alfanum erieke invoer In dit veld kunnen twee verzamelingen,
Als Verificatie uitgeschak e ld is geselectee rd, worden de instellingen van Toegang tot functies die gebruikers-ID's of wachtwoorden vereisen, genege erd . Zie Toegang tot
functies voor meer informatie. Opmerking: Gebruik voor LDAP en
LDAP + GSSAPI de EWS-interface (Embedded Web Server) van de MFP.
door een dubbele punt van elkaar gescheiden numerieke waarden worden ingevoerd.
Standaard is dit veld leeg.
90
Instellingen
Menu-item Doel Waar den en besc h rijvingen
Toegang tot functies Menu's
Ingeschakeld* Uitgeschakeld
Toegang tot kopiëren
Geen verificatie vereist* Alleen gebruikers-ID
vereist Gebruikers-ID en
wachtwoord vereist Functie uitgeschakeld
Toegang tot fax
Geen verificatie vereist* Alleen gebruikers-ID
vereist Gebruikers-ID en
wachtwoord vereist Functie uitgeschakeld
Toegang tot e-mail
Geen verificatie vereist* Alleen gebruikers-ID
vereist Gebruikers-ID en
wachtwoord vereist Functie uitgeschakeld
Toegang tot FTP
Geen verificatie vereist* Alleen gebruikers-ID
vereist Gebruikers-ID en
wachtwoord vereist Functie uitgeschakeld
Toegang tot taken in wacht
Geen verificatie vereist* Alleen gebruikers-ID
vereist Gebruikers-ID en
wachtwoord vereist Functie uitgeschakeld
Scanprofiel maken
Geen verificatie vereist* Alleen gebruikers-ID
vereist Gebruikers-ID en
wachtwoord vereist Functie uitgeschakeld
Als Uitgeschakeld is geselecteerd en als standaardinstelling van de gebruiker is ingesteld, is geen van de items onder de knop Menu toegankelijk.
Als Functie uitgeschakel d is geselecteerd, wordt het menu-item niet op het LCD-display weergegeven.
Zie Berichten over tijdelijk uitgeschakelde functies voor meer informatie.
Als Functie uitgeschakel d is geselecteerd, wordt het menu-item niet op het LCD-display weergegeven.
Zie Berichten over tijdelijk uitgeschakelde functies voor meer informatie.
Als Functie uitgeschakel d is geselecteerd, wordt het menu-item niet op het LCD-display weergegeven.
Zie Berichten over tijdelijk uitgeschakelde functies voor meer informatie.
Dit menu-item en de waarden ervan regelen de toegang tot de functie Scannen naar FTP.
Als Functie uitgeschakel d is geselecteerd, wordt het menu-item niet op het LCD-display weergegeven.
Zie Berichten over tijdelijk uitgeschakelde functies voor meer informatie.
Als Functie uitgeschakel d is geselecteerd, wordt het menu-item niet op het LCD-display weergegeven.
Zie Berichten over tijdelijk uitgeschakelde functies voor meer informatie.
Als Functie uitgeschakel d is geselecteerd, wordt het menu-item niet op het LCD-display weergegeven.
Zie Berichten over tijdelijk uitgeschakelde functies voor meer informatie.
91
Instellingen
Menu-item Doel Waar den en besc h rijvingen
Toegang tot functies (vervolg)
Scannen naar flash-station
Geen verificatie vereist* Alleen gebruikers-ID
vereist Gebruikers-ID en
wachtwoord vereist Functie uitgeschakeld
Afdrukken van flash -st atio n
Geen verificatie vereist* Alleen gebruikers-ID
vereist Gebruikers-ID en
wachtwoord vereist Functie uitgeschakeld
Toegang Lexmark Emb edd ed Solutions (LES)
Geen verificatie vereist* Alleen gebruikers-ID
vereist Gebruikers-ID en
wachtwoord vereist Functie uitgeschakeld
Als Functie uitgeschakel d is geselecteerd, wordt de knop Scannen niet weergegeven. Als Geen verificatie vereist is geselecteerd, kunnen alle gebruikers scannen.
Als Alleen gebruikers-I D v er eis t of Gebruikers-ID en w achtwoord v ereist is geselecteerd, wordt er een verificatieprompt weergegeven als de knop Scannen naar USB-station wordt aangeraakt. Dez el fde prom pt w o rdt weergegeven als er een functieknop zoals Scannen of E-mail op het beginscherm wordt aangeraakt.
Als Functie uitgeschakel d is geselecteerd, wordt het menu-item niet op het LCD-display weergegeven.
Zie Berichten over tijdelijk uitgeschakelde functies voor meer informatie.
Als Functie uitgeschakel d is geselecteerd, kunnen bestanden op het flash-station niet w orden a fgedrukt. Als wordt geprobeerd om een dergelijk bestand af te drukken, wordteen scherm weergegeven waarin wordt gemeld dat het bestand niet wordt herkend. Het bestand kan alleen worden gewist.
Als Alleen gebruikers-I D v er eis t of Gebruikers-ID en wachtwoord vereist wordt geselecteerd, wordt het verificatiescherm weergegeven wanneer de knop Afdrukken wordt aangeraakt. De gebruiker moet zich eerst aanmelden voordat er kan worden afgedrukt.
Als Functie uitgeschakel d is geselecteerd, wordt het menu-item niet op het LCD-display weergegeven.
Zie Berichten over tijdelijk uitgeschakelde functies voor meer informatie.
Als Functie uitgeschakel d is geselecteerd, wordt het menu-item niet op het LCD-display weergegeven.
Zie Berichten over tijdelijk uitgeschakelde functies voor meer informatie.
92
Instellingen
Menu-item Doel Waar den en besc h r ijvin gen
Vertrouwelijke taken afdrukken
Dit menu-item wordt alleen weergegeven op de webpagina en niet op het LCD-display van het bedieningspaneel.
Max. ongeldige PIN
Uit* 2–10
Vervaltijd taak
Uit* 1 uur 4 uur 24 uur 1 week
Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een vaste schijf is geïnstalleerd. Hiermee kunt u het aantal keren instellen dat er een ongeldige PIN voor een gebruikersnaam mag worden ingevoerd voordat alle taken worden verwijderd.
Hiermee bepaalt u hoe lang een beveiligde taak in het geheugen wordt gehouden voordat deze wordt verwijderd.
93
Instellingen
Menu-item Doel Waar den en besc h rijvingen
Menu's beveiligen Deze menu-items zijn altijd
Wachtwoorden maken/wijzigen
beveiligd met een wachtwoord als er een Geavanceerd wachtwoord of Gebruikerswachtwoord is ingesteld. Als beide wachtwoorden zijn ingesteld, is alleen het geavanceerde wachtwoord geldig.
Zie Wachtwoorden maken en wijzigen op pagina 96.
Menu Papier
Niet beveiligd Alleen geavancee rd
wachtwoord accepteren* Geavanc. wachtw. en
gebruikerswachtw. accepteren
Rapporten
Niet beveiligd Alleen geavancee rd
wachtwoord accepteren* Geavanc. wachtw. en
gebruikerswachtw. accepteren
Instellingen
Niet beveiligd Alleen geavancee rd
wachtwoord accepteren* Geavanc. wachtw. en
gebruikerswachtw. accepteren
Netwerk/poorten
Niet beveiligd Alleen geavancee rd
wachtwoord accepteren* Geavanc. wachtw. en
gebruikerswachtw. accepteren
Snelkoppelingen
Niet beveiligd Alleen geavancee rd
wachtwoord accepteren* Geavanc. wachtw. en
gebruikerswachtw. accepteren
Configuratie LES
Niet beveiligd Alleen geavancee rd
wachtwoord accepteren* Geavanceerde
wachtwoorden of gebruikerswachtwoorden accepteren
Er wordt geen beveiliging toegepast tenzij het wachtwoord is ingesteld, wat betekent dat het wachtw oo rdveld niet leeg mag zijn.
Er wordt geen beveiliging toegepast tenzij het wachtwoord is ingesteld, wat betekent dat het wachtw oo rdveld niet leeg mag zijn.
Er wordt geen beveiliging toegepast tenzij er een geldig wachtwoord is ingesteld, wat betekent da t het wachtwoordveld niet leeg mag zijn. Het wachtwoord beveiligt Algemene instellingen, Kopieerinstellingen, Faxinstellingen, E-mailinstellingen, FTP-instellingen, Afdrukinstellingen en Datum en tijd instellen. Beveiligd als wachtwoord is ingesteld.
Als het geav anc ee rde w ac htwoord en gebruikerswachtwoord beide zijn ingesteld, geldt alleen het geavanceerde wachtwoord voor de beveiliging.
Er wordt geen beveiliging toegepast tenzij het wachtwoord is ingesteld, wat betekent dat het wachtw oo rdveld niet leeg mag zijn.
Er wordt geen beveiliging toegepast tenzij het wachtwoord is ingesteld, wat betekent dat het wachtw oo rdveld niet leeg mag zijn.
Er wordt geen beveiliging toegepast op een LES-configuratie (Lexmark Embedded Solutions) tenzij het wachtwoord is ingesteld, wat betekent dat het wachtwoor dveld niet leeg mag zijn.
94
Instellingen
Menu-item Doel Waar den en besc h rijvingen
Intern accountbeheer
Instellingen NTLM­verificatie
Hiermee kan een gebruike r met beheerdersrechten binnen een NT-domein de MFP bij het do mein registreren of de registr a tie van de MFP ongedaan maken.
Opmerking: Op de statusbalk wordt
Geregistreerd of Niet geregistreerd
weergegeven. Doorgaan is het pop-upbericht voor het ongedaan maken van de registratie.
Naam
alfanumerieke invoer
Gebruikers-ID
alfanumerieke invoer
Wachtwoord
alfanumerieke invoer
Voer het wachtwoord opnieuw in
alfanumerieke invoer
E-mail
alfanumerieke invoer Domeinnaam Domein PDC-naam
Domeinnaam - Voer de tekenreeks voor de domeinnaam in. De fabrieksinstelling voor de var iabele domeinnaam is <dom ein>. G ebruik he t virtuele alfanumeriek toetsenbord om de tekst in te voeren.
Domein PDC-naam - Voer de tekenreeks v oor Domein PDC-naam in. De fabrieksinstelling voor de variabele Domein PDC-naam is een asterisk (*). Gebruik het virtuele alfanumeriek toetsenbord om de tekst in te voeren.
Opmerking: Andere pop-upberichten zijn:
• Door de registratie van dit apparaat ongedaan te maken, kunt u geen gebruik meer maken van NTLM­verificatie tot dat het apparaat weer is geregistreerd.
• Registratie behouden
• Registratie nu ongedaan maken
95
Instellingen
Wachtwoorden maken en wijzigen
Geavanceerd wachtwoord maken/wijz igen
Menu-item Waarden en beschrijvingen Pop-upbericht
Wachtwoord alfanumerieke
Voer het wachtwoord opnieuw in
invoer
alfanumerieke invoer
Een wachtwoord mag uit 8 – 127 tekens bestaan.
Als er een wachtwoord van minder dan acht tekens wordt ingevoerd, wordt er een pop­upbericht weergegeven waarin wordt gemeld dat er een wachtwoord van minimaal acht tekens moet worden ingevoerd.
De nieuwe invoer moet exact overeenkomen met het eerder opgegeven wachtwoord. Als dat niet het geval is, wordt een foutbericht weergegeven.
Wachtwoord moet min. 8 tekens bevatten.
Wachtw. niet gelijk aan opn. ingev. wachtw.
Gebruikerswachtwoord maken/wijzigen
Menu-item Waarden en beschrijvingen Pop-upbericht
Wachtwoord alfanumerieke
Voer het wachtwoord opnieuw in
invoer
alfanumerieke invoer
Een wachtwoord mag uit 8 – 127 tekens bestaan.
Als er een wachtwoord van minder dan acht tekens wordt ingevoerd, wordt er een pop­upbericht weergegeven waarin wordt gemeld dat er een wachtwoord van minimaal acht tekens moet worden ingevoerd.
De nieuwe invoer moet exact overeenkomen met het eerder opgege v e n w achtw oord. Al s dat niet het geval is, wordt een foutbericht weergegeven.
Wachtwoord moet min. 8 tekens bevatten.
Wachtw. niet gelijk aan opn. ingev. wachtw.
PIN apparaatvergrendeling maken/wijzigen
Menu-item Waarden en beschrijvingen Pop-upbericht
PIN numerieke invoer
PIN opnieuw invoeren
van 4 cijfers
numerieke in voer van 4 cijfers
In dit veld moeten 4 cijfers worden ingevoerd. Alleen de cijfers 0 – 9 zijn toegestaan. Met behulp van de PIN kunnen alle activiteiten van de MFP worden geblokkeerd.
Als er een wachtwoord van minder dan vier cijfers of een andere numerieke waarde dan 0 – 9 wordt i ngevoerd, verschijnt er een pop­upbericht en wordt het veld leeggemaakt.
Dit menu-item wordt alleen weergeg even als er een niet-defecte vaste schijf is geïnstalleerd.
De nieuwe invoer moet exact overeenkomen met de eerder opgegeven PIN. Als dat niet het geva l i s , wo rdt een foutbericht we erg egeven en wordt het veld leeggemaakt.
PIN moet bestaan uit 4 cijfers.
PIN niet gelijk aan opn. ingev. PIN.
96
Instellingen

Datum en tijd instellen

Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Tijdzone Hiermee kunt u de
tijdzone voor de fax instellen.
Huidige datum en tijd Dit item dient alleen ter
weergave.
Jaar Hiermee kunt u het
jaar handmatig wijzigen.
Niet inges teld* Hawaii Alaska Pacific time (VS/ Can) Tijuana Mountain time (VS/ Can) Central time (VS/Can) Eastern time (VS/Can) Atlantic time (VS/Can) Newfoundland Brasilia, Braz. Mid-Atlantic Azoren Kaapverdië GMT Ierland Londen Centraal-Europa Amsterdam Berlijn Bern Brussel Lissabon Madrid Parijs
JJJJ-MM-DD UU:MM De huidige waarden van jaar, maand, dag,
2003 – 2028 Het jaar wordt uitgedrukt in stappen van één
Praag Rome Stockholm Wenen Warschau Oost-Europa Caïro Helsinki Athene Istanbul Israël Zuid-Afrika Moskou Te heran, Iran Peking, China Urumqi West-Australië Centraal-Australië Oost-Australië Queensland Tasmanië Noordelijke Ter. Nieuw-Zeeland Korea
uur en minuut.
jaar.
Maand Hiermee kunt u de
maand handmatig wijzigen.
Dag Hiermee ku nt u de dag
handmatig wijzigen.
Uur Hiermee kunt u de
uren handmatig wijzigen.
Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
1 – 31 De dag wordt uitgedrukt in stappen van één
dag. Als de dag wordt ingesteld op een dag die niet in de maand voorkomt, wordt de maand opgehoogd en wordt de toepasselijke dag uit de betreffende maand genomen. Als bijvoorbeeld 31 juni word t inges teld, w ordt dit 1 juli. Als 32 juni wordt ingevoerd, wordt dit 2juli.
0 – 23 De uren worden uitgedrukt in stappen van
één uur.
97

Help-pagina's

Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Minuut Hiermee kunt u de
minuten handmatig wijzigen.
DST-modus Hiermee kunt u de
methode voo r wijziging van de DST-modus (zomertijd) wijzigen.
Zomertijd Ja
Tijdserver IP
Naam tijdserver tekstveld NTP-broadcast
toestaan
0 – 59 De minuten worden uitgedrukt in stappen van
Automatisch* De tijd wordt ingesteld door de tijdserver. Handmatig De tijd wordt handmatig ingesteld.
Nee
Geen
Ja Nee*
één minuut.
De standaardwaarde is afhankelijk van de datum en tijd.
Opmerking: Nadat deze wa ard e i s gewijzigd, kan DST-modus op Handmatig worden ingesteld.
Schakel het selectievakje in voor Ja. Schakel het selectievakje uit voor Nee.
Help-pagina's
Deze menu-items worden gebruikt om een aantal of alle beschikbare Help-pagina's af te drukken. Deze pagina's bev atte n informatie over de kopieer-, fax-, e-m ail - en FT P-ins tel li nge n van de MFP, evenals over het bestellen van supplies.
Als het bedieningspaneel is ingesteld op een andere taal dan Engels, Braziliaans Portugees, Frans, Duits, Spaans of Italiaans, wordt het document afgedrukt in het Engels.
De pagina's van het menu Help op de cd met software en documentatie kunnen worden afgedrukt in de volgende talen.
Engels Spaans Nederlands Pools Braziliaans Portugees Italiaans Fins Russisch Frans Deens Noors Zweeds Duits
98
Help-pagina's
Menu-item Doel Waarden en beschrijvingen
Alles afdrukken Hiermee drukt u alle
onderwerpen van de Help- pagina's af.
Nadat u dit menu-item hebt geselecteerd, worden de Help- pagina's afgedrukt en krijgt de MFP de status Gereed.
Handleiding met informatie
Kopiëren Hiermee drukt u de Helpgids
E-mail Hiermee drukt u de Helpgids e-
Faxen Hiermee drukt u de Helpgids
FTP Hiermee drukt u de Helpgids
Afdrukstoringen Hiermee drukt u de handleiding
Hierm ee drukt u de Handleiding met informatie af.
kopiëren af. Deze biedt informatie over het maken van kopieën en het wijzigen van instellingen.
mail af. Deze biedt informatie over het ve rzenden van taken naar adressen, evenals het gebruik van snelkoppelingsnummers en adresboeken.
faxen af. Deze biedt informatie over het invoeren van faxnummers, het gebruik van snelkoppelingsnummers en het faxen naar een of meer geadresseerden.
FTP af. Deze biedt informatie over het scannen v an it ems die u naar een FTP-site wilt zenden.
Afdrukstoringen af. Deze biedt informatie over het verhelpen van terugkerende storingen bij het kopiëren en afdruk ke n.
Nadat u dit menu-item hebt geselecteerd, worden de Help- pagina's afgedrukt en krijgt de MFP de status Gereed.
Handleiding voo r supplies
Hierm ee drukt u de Handleiding voor supplies af. Deze biedt informatie ov er het be stellen v an supplies.
99

Snelkoppelingen beheren

Snelkoppelingen beheren
Het beheer va n de f ax-, e-m ail-, FTP- e n profiels nelk oppeling en omv at alleen het v erwij deren v an afz onderlijk e items of een complete lijst. Als er z o v eel items z ijn dat de pijlen omhoog en omlaa g op het sc herm worden w eerg ege v e n, ku nt u met de pijl omhoog en omlaag door de lijst met snelkoppelingsitems bladeren. Het volgende voorbeeld toont een scherm Profielsnelkoppelingen waarin geen items in de lijst zijn geselecteerd. Er worden geen pijlen weergegeven omdat de lijst slechts drie snelk oppel ingen be v at die alle op éé n scherm pass en. Zoals d e statusb alk aang eeft, toont d e lijst de items 1 to t en met 3 van in totaal 3 items. Als er meer items zouden zijn, zou u met de pijlknoppen omhoog en omlaag kunnen bladeren. Omdat geen van de items is geselecteerd, is de knop Item verwijderen niet beschikbaar. Alleen de knop Lijst verwijderen is beschikbaar.
Menu's->Snelkoppelingen beheren->Profielsnelkoppelingen beheren
legal1/mijn_twain_net_scan
scan_financieel_rapport
Item
aangepastemap/personeel/rolprofielen
verwijderen
Weergave 1 - 3 / 3
Lijst verwijderen
100
Loading...