KENNISGEVING BEGRENSDE EN BEPERKTE RECHTEN: als gegevens of software word(t)(en) geleverd conform een
'GSA'-contract (General Services Administration), zijn gebruik, vermenigvuldiging en openbaarmaking onderhevig aan
beperkingen zoals beschreven in Contractnr. GS-35F-05925.
Dit lampje brandt wanneer het opslagstation in gebruik is.
Ondersteunde kaarten:
• SD-kaart (Secure Digital)
• SDXC (Secure Digital eXtended-Capacity) USH-1-kaart
• SDHC (Secure Digital eXtended-Capacity) USH-1-kaart
Opmerking: Uw computer ondersteunt de functie Content Protection for
Recordable Media (CPRM) voor de SD-kaart niet.
Zie 'Een mediakaart gebruiken (voor bepaalde modellen)' op pagina 14.
Indrukken om de computer aan te zetten.
6. Aan/uit-knop
7. Microfoonaansluiting
8. Headsetaansluiting (ook wel
gecombineerde audioaansluiting)
9. USB 3.1 Gen 1-aansluitingen
(2)
10. ThinkCentre
®
LED
* voor bepaalde modellen
Als u de computer wilt uitschakelen, opent u het menu Start, klikt u op het
Aan/
uit en klikt u vervolgens op Afsluiten.
Het lampje in de aan/uit-knop geeft de systeemstatus van uw computer aan.
• Knippert drie keer: de computer wordt voor de eerste keer aangesloten op
voeding.
• Aan: de computer staat aan.
• Uit: de computer staat uit of staat in de sluimerstand.
• Knippert snel: de computer gaat naar de sluimerstand of naar de slaapstand.
• Knippert langzaam: de computer staat in de slaapstand.
Een microfoon aansluiten.
Een headset of hoofdtelefoon op uw computer aansluiten.
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis,
USB-opslagapparaat of USB-printer.
Dit lampje brandt als de computer aan staat.
2
M720e Gebruikershandleiding
Achterkant
1. Audio lijnuitgang
2. DisplayPort
®
1.2-uitgang
3. VGA uit-aansluiting
4. USB 2.0-aansluitingen (2)
5. USB 3.1 Gen 1-aansluitingen
(2)
Audiosignalen versturen van de computer naar externe apparaten, zoals actieve
stereoluidsprekers, hoofdtelefoons of multimediatoetsenborden. Als u een
stereosysteem of een ander extern opnameapparaat wilt aansluiten, sluit u een
kabel aan tussen de audio-lijningang van het apparaat en de audio-lijnuitgang van
de computer.
Opmerking: Als uw computer een audiolijnuitgang en een headset- of
hoofdtelefoonaansluiting heeft, gebruikt u altijd de headset- of
hoofdtelefoonaansluiting voor een oortelefoon, een hoofdtelefoon of een headset.
De hoofdtelefoonaansluiting ondersteunt geen headsetmicrofoons.
Audio- en videosignalen van de computer naar een ander audio- of videoapparaat
sturen, zoals een high-performance beeldscherm. Zie voor meer informatie
Videosignalen van de computer naar een ander videoapparaat sturen, zoals een
beeldscherm.
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis,
USB-opslagapparaat of USB-printer.
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis,
USB-opslagapparaat of USB-printer.
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen3
6. Aansluiting voor netsnoer
7. Seriële aansluiting
8. Ethernet-aansluiting
Sluit het netsnoer aan op uw computer, zodat de computer van stroom wordt
voorzien.
Een externe modem, een seriële printer of een ander apparaat aansluiten dat
gebruikmaakt van een seriële aansluiting.
Maak een verbinding met een LAN (local area network). Als het groene lampje
brandt, is de computer aangesloten op een LAN. Wanneer het gele lampje
knippert, worden er gegevens overgedragen.
9. Sleuven voor slimme
kabelklem (2)
10. Oog voor hangslotVergrendel de computerkap met een hangslot.
11. Kabelslot
12. Seriële aansluiting*
13. PCI Express-kaartsleuf
Vergrendel apparaten (zoals een toetsenbord of muis) op uw computer met een
slimme kabelklem.
Maak uw computer vast aan een bureau, tafel of een ander vast voorwerp met een
Kensington-kabelslot.
Een externe modem, een seriële printer of een ander apparaat aansluiten dat
gebruikmaakt van een seriële aansluiting.
Om de snelheid van de computer te verbeteren, kunt u PCI Express-kaarten in dit
gedeelte installeren. Deze aansluitingen variëren afhankelijk van het
computermodel.
* voor bepaalde modellen
4
M720e Gebruikershandleiding
Systeemplaat
1 4-pens CPU-voedingsaansluiting
3 Aansluiting microprocessorventilator
5 Geheugencompartiment (DIMM2)
7 6-pens voedingsaansluiting
9 Aansluiting voor interne luidspreker
11 4-pens SATA-voedingsaansluiting12 SATA 3.0-aansluiting
13 SATA 3.0-aansluiting14 USB 2.0-aansluiting (kaartlezeraansluiting) voorzijde
15 Seriële poort (COM2)16 PCH
17 Sleuf voor PCI Express x16 grafische kaart
2 Microprocessoraansluiting
4 Geheugencompartiment (DIMM1)
6 Knoopcelbatterij
8 ThinkCentre LED-aansluiting
10 Sleuf voor M.2-opslagstation
18 Aansluiting voor aanwezigheidsschakelaar voor kap
(inbraakverklikker)
19 Sleuf voor PCI Express x1-kaart
20 Parallelle poort
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen5
Voorzieningen en specificaties
• Breedte: 100 mm
Afmetingen
• Hoogte: 273,5 mm
• Diepte: 303,5 mm
Gewicht (zonder het pakket)
Hardwareconfiguratie
Voedingseenheid
Elektrische invoer
Microprocessor
GeheugenDouble data rate 4 (DDR4) small outline dual in-line geheugenmodule (UDIMM)
Opslagapparaat
Maximumconfiguratie bij levering: 4,2 kg
1. Klik met de rechtermuisknop op de Start knop om het Start-contextmenu te
openen.
2. Klik op Apparaatbeheer. Typ het beheerderswachtwoord of geef een
bevestiging als daarom wordt gevraagd.
• 180 watt voedingseenheid met automatische voltagedetectie
• Ingangsspanning: 100 tot 240 V ac
• Invoerfrequentie: 50/60 Hz
Als u de informatie over de microprocessor van uw computer wilt bekijken, klikt u
met de rechtermuisknop op de knop Start en klikt u vervolgens op Systeem.
• 2,5-inch vaste-schijfstation met een hoogte van 7 mm
• 3,5-inch vaste-schijfstation met een hoogte van 7 mm
• M.2 SSD-station
®
• Intel
De opslagstationcapaciteit weten:
Optane™-geheugen*
1. Klik met de rechtermuisknop op de Start knop om het Start-contextmenu te
openen.
2. Klik op Schijfbeheer.
Audiovoorzieningen
6M720e Gebruikershandleiding
Opmerking: De door het systeem aangegeven opslagstationcapaciteit is minder
dan de nominale capaciteit.
• De geïntegreerde audiokaart ondersteunt het volgende:
• De optionele afzonderlijke geluidskaart biedt uitgebreide geluidsmogelijkheden
en uitgebreide functies.
Uitbreidingsmogelijkheden
• Kaartlezer
• M.2 SSD-stationsleuf
• Geheugencompartimenten
• Optisch station
• Sleuf voor PCI Express x1-kaart
• Sleuf voor PCI Express x16 grafische kaart
• Compartiment voor opslagstation
Netwerkfuncties
• Ethernet LAN
* voor bepaalde modellen
Verklaring op USB overdrachtssnelheid
Afhankelijk van vele factoren, zoals de verwerkingscapaciteit van de host en randapparaten,
bestandseigenschappen en andere factoren die betrekking hebben op de systeemconfiguratie en
gebruiksomgevingen, kan de feitelijke overdrachtssnelheid met behulp van de verschillende USBaansluitingen op dit apparaat variëren en langzamer zijn dan de opgegeven gegevenssnelheid voor elk
onderstaand overeenkomstig apparaat.
USB-apparaatGegevenssnelheid (Gbit/s)
3.1 Gen 1
3.1 Gen 2
3.220
5
10
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen7
8M720e Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 2.Aan de slag met uw computer
Aan de slag met Windows 10
Maak kennis met de basisbeginselen van Windows 10 en ga meteen met het besturingssysteem aan de slag.
Raadpleeg de Help-informatie van Windows voor meer informatie over Windows 10.
Windows-account
Een gebruikersaccount moet gebruik maken van het Windows-besturingssysteem. Dit kan een Windowsgebruikersaccount of een Microsoft-account zijn.
Windows-gebruikersaccount
Als u Windows voor de eerste keer start, wordt u gevraagd om een Windows-gebruikersaccount aan te
maken. Het eerste account dat u maakt, is van het type 'Beheerder'. U kunt met een beheerdersaccount
extra gebruikersaccounts maken of accounttypen als volgt wijzigen:
1. Open het menu Start en kies Instellingen ➙ Accounts ➙ Gezin en andere gebruikers.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Microsoft-account
U kunt zich ook aanmelden bij het Windows-besturingssysteem met een Microsoft-account.
Als u een Microsoft-account wilt maken, gaat u naar de Microsoft-aanmeldingspagina op
signup.live.com
Een Microsoft-account biedt de volgende voordelen:
• U kunt profiteren van eenmalige aanmelding als u andere services van Microsoft gebruikt, zoals OneDrive,
Skype en Outlook.com.
• U kunt persoonlijke instellingen synchroniseren met andere Windows-apparaten.
9. Windows-systeemvakGeef kennisgevingen en de status van enkele functies weer.
10. Pictogram van de
batterijstatus
11. Netwerkpictogram
Wijzig accountinstellingen, vergrendel de computer of meld u af bij het huidige
account.
Open de map Documenten, een standaardmap om ontvangen bestanden in op te
slaan.
Open de map Afbeeldingen, een standaardmap om ontvangen afbeeldingen in
op te slaan.
Start Instellingen.
Schakel de computer uit, herstart deze of zet de computer in de slaapstand.
Open het menu Start.
Typ wat u zoekt in het zoekveld en haal zoekresultaten op van uw computer en
het internet.
Geef alle geopende apps weer en schakel tussen de apps.
Geef de stroomstatus weer en wijzig de instellingen voor de batterij of de energieinstellingen. Als uw computer niet is aangesloten op netvoeding, verandert het
pictogram in
Maak verbinding met een beschikbaar draadloos netwerk en geef de
netwerkstatus weer. Als de computer is aangesloten op een bekabeld netwerk,
verandert het pictogram in
.
.
12. Actiecentrum
Geef de meest recente kennisgevingen van apps weer en voer snel bepaalde
acties uit.
Het menu Start openen
• Klik op de knop Start.
• Druk op de toets met het Windows-logo op het toetsenbord.
10
M720e Gebruikershandleiding
Het Start-contextmenu openen
Klik met de rechtermuisknop op de Start knop.
Het configuratiescherm openen
• Open het menu Start en klik op Windows-systeem ➙ Configuratiescherm.
• Windows Search gebruiken.
Een app starten
• Open het Startmenu en selecteer de app die u wilt starten.
• Windows Search gebruiken.
Verbinding maken met een bekabeld Ethernet
Maak met een Ethernet-kabel een verbinding tussen uw computer en een lokaal netwerk via de Ethernetaansluiting op uw computer.
Lenovo Vantage gebruiken
De vooraf geïnstalleerde app Lenovo Vantage is een aangepaste oplossing waarmee u uw computer kunt
onderhouden met automatische updates en oplossingen, hardware-instellingen kunt configureren en
gepersonaliseerde ondersteuning kunt krijgen.
Lenovo Vantage openen
Open het menu Start en klik op Lenovo Vantage. U kunt ook Lenovo Vantage in het zoekvak typen.
Ga naar de Microsoft Store en zoek op de naam van de app om de nieuwste versie van Lenovo Vantage te
downloaden.
Belangrijke functies
Met Lenovo Vantage kunt u:
• eenvoudig nagaan wat de apparaatstatus is en apparaatinstellingen aanpassen;
• UEFI BIOS-, firmware- en stuurprogramma-updates downloaden en installeren om uw computer up-todate te houden;
• de status van uw computer monitoren en uw computer beveiligen tegen externe bedreigingen;
• de garantiestatus van de computer opzoeken (online);
• toegang krijgen tot de gebruikershandleiding en nuttige artikelen.
Opmerkingen:
• De beschikbare functies variëren, afhankelijk van het computermodel.
• Lenovo Vantage werkt regelmatig de functies bij om uw ervaring met de computer te verbeteren. De
omschrijving van functies kan afwijken van die in uw eigen gebruikersinterface.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer11
Multimedia gebruiken
Uw computer gebruiken voor business of ontspanning met apparaten zoals een camera, beeldscherm of
luidsprekers.
Audio gebruiken
Sluit om het geluid te verbeteren luidsprekers, een hoofdtelefoon of een headset aan op de audioaansluiting.
Het volume aanpassen
1. Klik op het volumepictogram in het Windows-systeemvak op de taakbalk.
2. Volg de instructies op het scherm om het volume aan te passen. Klik op het luidsprekerpictogram om
het geluid te dempen.
De geluidsinstellingen wijzigen
1. Ga naar het Configuratiescherm en selecteer Weergeven op categorie.
2. Klik op Hardware en geluiden ➙ Geluid.
3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen.
12
M720e Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 3.Uw computer verkennen
Energie beheren
Gebruik de informatie in dit gedeelte om de beste balans te vinden tussen prestaties en efficiënt
stroomverbruik.
Het gedrag van de aan/uit-knop instellen
U kunt het gedrag van aan/uit-knop aan uw eigen voorkeur aanpassen. Als u bijvoorbeeld op de aan/uit-knop
drukt, kunt u de computer uitschakelen of in de slaap- of de sluimerstand zetten.
De werking van de aan/uit-knop wijzigen:
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor weergave in grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Energiebeheer ➙ Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen.
3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen.
Het energiebeheerschema instellen
Voor computers die compatibel zijn met ENERGY STAR® wordt het volgende energiebeheerschema van
kracht wanneer uw computers gedurende een bepaalde tijd niet actief zijn geweest:
Tabel 1. Standaard energiebeheerschema (bij aansluiting op de netvoeding)
• Beeldscherm uitzetten na: 10 minuten
• Computer naar slaapstand na: 25 minuten
Om het systeem uit slaapstand te laten ontwaken, drukt u op een toets op het toetsenbord.
De instellingen van uw energiebeheerschema opnieuw instellen om de beste balans te vinden tussen
snelheid en energiebesparing:
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor weergave in grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Energiebeheer en kies een energiebeheerschema van uw voorkeur of pas het aan.
Gegevens overbrengen
Deel snel uw bestanden via de ingebouwde Bluetooth-technologie met apparaten die over dezelfde functies
beschikken. U kunt ook een schijf of mediakaart installeren om gegevens over te brengen.
Het optisch station gebruiken (voor bepaalde modellen)
Als uw computer een optisch station heeft, lees dan de volgende informatie.
Weet welk type optisch station u heeft
1. Klik met de rechtermuisknop op de Startknop om het contextmenu voor Start te openen.
2. Klik op Apparaatbeheer. Typ het beheerderswachtwoord of geef een bevestiging als daarom wordt
gevraagd.
1. Als de computer aan staat, drukt u op de uitwerpknop van het optische station. De lade schuift uit het
station.
2. Plaats een schijf in de lade of verwijder een schijf uit de lade en druk dan opnieuw op de uitwerpknop
om de lade te sluiten.
Opmerking: Als de lade niet opengaat als u op de uitwerpknop drukt, schakelt u de computer uit.
Vervolgens plaatst u een rechtgebogen paperclip in het kleine daarvoor bestemde gaatje naast de
uitwerpknop. Gebruik deze noodoplossing alleen in geval van nood.
Een schijf opnemen
1. Plaats een opneembare schijf in het optische station dat opnemen ondersteunt.
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
• Open het menu Start en klik op Instellingen ➙ Apparaten ➙ Automatisch afspelen. Selecteer
Automatisch afspelen gebruiken voor alle media en apparaten of schakel deze functie in.
• Open Windows Media Player.
• Dubbelklik op het ISO-bestand.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Een mediakaart gebruiken (voor bepaalde modellen)
Als uw computer een SD-kaartsleuf heeft, lees dan de volgende informatie.
Een mediakaart installeren
1. Zoek de SD-kaartsleuf.
2. Zorg ervoor dat de metalen contactpunten op de kaart en in de SD-kaartsleuf naar elkaar wijzen. Steek
de kaart stevig in de SD-kaartsleuf tot deze op zijn plaats vastzit.
Een mediakaart verwijderen
Attentie: Voordat u een mediakaart verwijdert, moet u eerst de kaart van het Windows-besturingssysteem
verwijderen. Als u dat niet doet, kunnen de gegevens op de kaart beschadigd raken of verloren gaan.
1. Klik op het driehoekige pictogram in het systeemvak van Windows om verborgen pictogrammen weer te
geven. Klik dan met de rechtermuisknop op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen.
2. Selecteer het corresponderende item om de kaart uit het Windows-besturingssysteem te verwijderen.
3. Druk op de kaart en verwijder deze uit de computer. Bewaar de kaart op een veilige plaats voor
toekomstig gebruik.
Een slimme kabelklem gebruiken
Opmerking: U kunt bij Lenovo een slimme kabelklem kopen.
14
M720e Gebruikershandleiding
Vergrendel apparaten (zoals een toetsenbord of muis) op uw computer met een slimme kabelklem.
1. Steek het klemmetje
1 in de kabelslotsleuf 4 .
2. Trek de kabels die u wilt vergrendelen, door de groeven in de slimme kabelklem.
3. Duw het klemmetje
2 in de kabelslotsleuf 3 tot deze vastklikt.
Accessoires aanschaffen
Lenovo heeft allerlei hardwareaccessoires en upgrades om de mogelijkheden van uw computer uit te
breiden. Onder de opties vallen geheugenmodules, opslagapparaten, netwerkkaarten, voedingsadapters,
toetsenborden, muizen en meer.
Om bij Lenovo te winkelen, gaat u naar
https://www.lenovo.com/accessories.
Hoofdstuk 3. Uw computer verkennen15
16M720e Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 4.De computer en computergegevens beveiligen
De computer vergrendelen
Opmerking: U bent zelf verantwoordelijk voor de keuze en toepassing van het specifieke slot en andere
beveiligingsvoorzieningen. Lenovo geeft geen oordeel, commentaar of garantie met betrekking tot de
functionaliteit, kwaliteit of prestaties van het slot en de beveiligingsvoorziening. U kunt de computersloten
aanschaffen bij Lenovo.
Hangslot
Door de computerkap af te sluiten met een hangslot voorkomt u dat onbevoegden toegang krijgen tot
onderdelen in uw computer.
Kensington-kabelslot
Maak uw computer vast aan een bureau, tafel of een ander vast voorwerp met een Kensington-kabelslot.
Meld u op een veilige manier aan op uw computer
In dit gedeelte vindt u veilige manieren om u aan te melden op uw computer met een wachtwoord, een
vingerafdruk of uw gezicht.
U kunt de volgende wachtwoorden instellen in de UEFI (Unified Extensible Firmware Interface) BIOS (Basic
Input/Output System) om te voorkomen dat onbevoegden toegang krijgen tot uw computer. U wordt echter
niet om een UEFI BIOS-wachtwoord gevraagd wanneer de computer uit de slaapstand wordt gehaald.
• Systeemwachtwoord
Als er een systeemwachtwoord is ingesteld, wordt u elke keer dat u de computer inschakelt, gevraagd dat
wachtwoord in te voeren. De computer kan pas worden gebruikt als het juiste wachtwoord is ingevoerd.
• Supervisorwachtwoord
Het supervisorwachtwoord voorkomt dat de configuratie-instellingen door onbevoegden worden
gewijzigd. Als u verantwoordelijk bent voor de configuratie-instellingen van diverse computers, is het
verstandig met een supervisorwachtwoord te werken.
Als er een supervisorwachtwoord is ingesteld, wordt u elke keer dat u probeert naar het BIOS-menu te
gaan, gevraagd dat wachtwoord in te voeren.
Als u zowel een systeemwachtwoord als een supervisorwachtwoord hebt ingesteld, kunt u een van beide
wachtwoorden invoeren. Als u echter van plan bent uw configuratie-instellingen te wijzigen, moet u het
supervisorwachtwoord opgeven.
• Vaste-schijfwachtwoord
Door een vaste-schijfwachtwoord in te stellen, voorkomt u dat er onbevoegd gebruik wordt gemaakt van
de gegevens op het opslagstation. Als er een vaste-schijfwachtwoord is ingesteld, wordt u bij het
opstarten gevraagd een geldig wachtwoord voor toegang tot het opslagstation in te voeren.
Opmerking: Nadat u een vaste-schijfwachtwoord hebt ingesteld, zijn uw gegevens op het opslagstation
beveiligd; zelfs als het opslagstation uit uw computer wordt gehaald en in een andere computer wordt
geïnstalleerd.
• Wachtwoord systeembeheer (voor bepaalde modellen)
U kunt het systeembeheerwachtwoord zo instellen dat dit dezelfde autoriteit heeft als het
supervisorwachtwoord om beveiligingsfuncties te beheren. De autoriteit van het
systeembeheerwachtwoord aanpassen via het UEFI BIOS-menu:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Security ➙ System Management Password Access Control.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Als u het supervisorwachtwoord én het systeembeheerwachtwoord hebt ingesteld, heeft het
supervisorwachtwoord een hogere autoriteit dan het systeembeheerwachtwoord.
Een wachtwoord instellen, wijzigen of verwijderen
Druk deze aanwijzingen af voordat u begint.
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Security.
3. Afhankelijk van het type wachtwoord selecteert u Set Supervisor Password, Set Power-On Password, Set System Management Password of Hard Disk Password en drukt u op Enter.
4. Volg de instructies op het scherm om een wachtwoord in te stellen, te wijzigen of te verwijderen.
5. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
18
M720e Gebruikershandleiding
Noteer de wachtwoorden en bewaar ze op een veilige plaats. Zie 'CMOS wissen' op pagina 28 als u de
wachtwoorden bent vergeten en ze zelf wilt verwijderen. U kunt ook contact opnemen met een
geautoriseerde Lenovo-serviceprovider om de wachtwoorden te laten verwijderen.
Opmerkingen:
• Als u het supervisorwachtwoord bent vergeten, kan deze mogelijk niet worden verwijderd door CMOS te
wissen, afhankelijk van uw BIOS-instellingen.
• Als u het vaste-schijfwachtwoord bent vergeten, kan Lenovo het wachtwoord niet verwijderen en
gegevens van het opslagstation niet herstellen.
De vingerafdruklezer gebruiken
Als u een toetsenbord met vingerafdruklezer gebruikt, kunt u ook vingerafdrukverificatie gebruiken in plaats
van wachtwoorden om u eenvoudig en veilig bij uw computer aan te melden.
Uw vingerafdrukken registreren
Open het menu Start en klik op Instellingen ➙ Accounts ➙ Aanmeldingsopties. Volg nu de aanwijzingen
op het scherm om de registratie te voltooien.
Tijdens de inschrijving worden de vingerafdrukken automatisch gekoppeld aan het Windows-wachtwoord. U
wordt aangeraden meer dan één vingerafdruk te registreren in geval van eventueel letsel aan een van uw
vingers.
Aanmelden met uw vingerafdruk
Als het indicatielampje van de vingerafdruklezer oranje knippert, kan de vingerafdrukverificatie niet worden
uitgevoerd.
Uw vingerafdrukken koppelen aan het systeemwachtwoord en vaste-schijfwachtwoord
1. Zet de computer uit en daarna weer aan.
2. Scan uw vinger op de vingerafdruklezer op het moment dat hierom wordt gevraagd.
3. Voer uw systeemwachtwoord, harde-schijfwachtwoord of beide (zoals vereist) in. De verbinding is tot
stand gebracht.
Als u de computer opnieuw start, kunt u uw vingerafdrukken gebruiken om zich bij de computer aan te
melden zonder dat u uw Windows-wachtwoord, systeemwachtwoord of vaste-schijfwachtwoord hoeft in te
voeren. Ga naar het BIOS-menu om de instellingen te wijzigen.
Attentie: Als u altijd uw vingerafdruk gebruikt om u aan te melden op de computer, is de kans groot dat u
uw wachtwoorden vergeet. Noteer daarom uw wachtwoorden en bewaar het op een veilige plek.
De vingerafdruklezer onderhouden
Om ervoor te zorgen dat de vingerafdruklezer correct werkt, moet u het volgende niet doen:
• Krassen op het oppervlak van de lezer met een hard voorwerp.
Hoofdstuk 4. De computer en computergegevens beveiligen19
• De lezer gebruiken of aanraken met een natte, vuile, gerimpelde of gewonde vinger.
Software beveiligingsoplossingen gebruiken
In dit gedeelte vindt u software-oplossingen om uw computer en informatie te beveiligen.
Firewalls gebruiken
Een firewall kan hardware, software of een combinatie van beide zijn afhankelijk van het vereiste
veiligheidsniveau. Firewalls werken volgens een set regels om te bepalen welke inkomende en uitgaande
verbindingen zijn toegelaten. Als de computer met een vooraf geïnstalleerd firewall-programma wordt
geleverd, helpt dit de computer te beschermen tegen gevaren van internet, tegen ongeoorloofde toegang,
tegen inbraak en tegen aanvallen via het internet. Deze beschermt ook uw privacy. Meer informatie over het
gebruik van de firewall-programma vindt u in het Help-systeem van uw firewall-programma.
Firewalls gebruiken:
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor weergave in grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Windows Defender Firewall, en volg dan de instructies op het scherm.
Antivirusprogramma‘s gebruiken
Op de computer is vooraf al een antivirusprogramma geïnstalleerd voor het beschermen tegen, detecteren
en verwijderen van virussen.
Lenovo heeft een volledige versie van de antivirussoftware op de computer geplaatst en biedt u een gratis
abonnement van 30 dagen aan. Na die 30 dagen moet u de licentie vernieuwen om updates voor de
antivirussoftware te blijven ontvangen.
Opmerking: Virusdefinitiebestanden moeten worden geactualiseerd om beveiligd te zijn tegen nieuwe
virussen.
Meer informatie over het werken met de antivirussoftware vindt u in het Help-systeem van die software.
Gebruik in de firmware geïntegreerde Computrace Agent-software (voor
geselecteerde modellen)
Computrace Agent-software is een oplossing voor IT-eigendomsbeheer en het herstellen van uw computer
na diefstal. De software detecteert de wijzigingen die mogelijk op de computer zijn aangebracht, zoals in de
hardware, software of inbellocatie van de computer. Mogelijk dient u een abonnement te kopen om de
software Computrace Agent te kunnen activeren.
BIOS-beveiligingsoplossingen gebruiken
In dit gedeelte vindt u BIOS-oplossingen om uw computer en informatie te beveiligen.
Verwijder alle gegevens op een opslagstation
Het wordt aanbevolen om alle gegevens op het opslagstation te wissen voordat u een opslagstation of de
computer recyclet.
Alle gegevens op een opslagstation verwijderen:
1. Stel een vaste-schijfwachtwoord in voor het opslagstation dat u wilt recyclen. Zie 'Wachtwoorden
gebruiken' op pagina 18.
2. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
20
M720e Gebruikershandleiding
3. Selecteer Security ➙ Hard Disk Password ➙ Security Erase HDD Data en druk op Enter.
4. Selecteer het opslagstation dat u wilt recyclen en druk op Enter.
5. Er wordt een bericht weergegeven waarin u wordt gevraagd de bewerking te bevestigen. Selecteer Yes
en druk op Enter. Het wisproces start.
Opmerking: Tijdens het wissen zijn de aan-uitknop en het toetsenbord uitgeschakeld.
6. Nadat het wissen is voltooid, wordt een bericht weergegeven waarin u wordt gevraagd het systeem te
resetten. Selecteer Continue.
Opmerking: Afhankelijk van de capaciteit van het opslagstation duurt het wissen een half uur tot drie
uur.
7. Nadat het resetten is voltooid, zal het volgende gebeuren:
• Als een opslagstation met systeemgegevens is gewist, krijgt u de melding dat er geen
besturingssysteem beschikbaar is.
• Als een opslagstation met andere dan systeemgegevens is gewist, start de computer automatisch
weer op.
De aanwezigheidsschakelaar voor de kap gebruiken
De schakelaar op de kap voorkomt dat de computer inlogt in het besturingssysteem, wanneer de kap van de
computer niet goed is geïnstalleerd of gesloten.
De schakelaar van het computerdeksel op het systeembord inschakelen:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Security ➙ Cover Tamper Detected en druk Enter.
3. Selecteer Enabled en druk op Enter.
4. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Wanneer de schakelaar van de computerkap op de systeemplaat ingeschakeld is en als de schakelaar op de
kap detecteert dat de computerkap niet naar behoren is geïnstalleerd of gesloten, zal er een foutbericht
worden weergegeven wanneer u de computer aanzet. De foutmelding omzeilen en inloggen op het
besturingssysteem:
1. Installeer of sluit de kap van de computer op de juiste manier.
2. Ga naar het BIOS-menu, sla op en sluit weer af.
Intel BIOS guard gebruiken
De BIOS guard module verifieert cryptografisch alle BIOS-updates van de BIOS-flash op het systeem. Op
deze manier wordt malware geblokkeerd en kan het BIOS niet worden aangevallen.
Smart USB Protection gebruiken
De functie Smart USB Protection is een beveiligingsfunctie waarmee u kunt voorkomen dat gegevens van de
computer worden gekopieerd naar USB-opslagapparaten die op de computer zijn aangesloten. U kunt de
functie Smart USB Protection instellen op een van de volgende werkstanden:
• Disabled (standaardinstelling): u kunt USB-opslagapparaten gebruiken zonder beperking.
• Read Only: u kunt geen gegevens van de computer naar USB-opslagapparaten kopiëren. U hebt echter
wel toegang tot gegevens op de USB-opslagapparaten en kunt deze wijzigen.
• No Access: u hebt geen toegang tot USB-opslagapparaten vanaf de computer.
De functie Smart USB Protection configureren:
Hoofdstuk 4. De computer en computergegevens beveiligen21
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Security ➙ Smart USB Protection en druk op Enter.
3. Kies de gewenste instelling en druk op Enter.
4. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
22
M720e Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 5.UEFI BIOS
In dit hoofdstuk vindt u informatie over het configureren en bijwerken van UEFI BIOS en het wissen van
CMOS.
Wat is UEFI BIOS
Opmerking: De instellingen die u in uw besturingssysteem kiest, kunnen eventuele vergelijkbare instellingen
in UEFI BIOS overschrijven.
Het UEFI BIOS is het eerste programma dat op de computer wordt uitgevoerd wanneer de computer wordt
ingeschakeld. Met het UEFI BIOS worden de hardware-onderdelen geïnitialiseerd en worden het
besturingssysteem en andere programma´s geladen. Uw computer wordt geleverd met een
installatieprogramma waarmee u de UEFI BIOS-instellingen kunt wijzigen.
Het BIOS-menu openen
Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt onmiddellijk op de toets F1 of
toetsencombinatie Fn+F1 om het BIOS-menu weer te geven.
Opmerking: Als u een BIOS-wachtwoord hebt ingesteld, voer dan het juiste wachtwoord in wanneer dat
wordt gevraagd. U kunt ook op Enter drukken om de wachtwoordvraag over te slaan en het BIOS-menu te
openen. U kunt echter niet de systeemconfiguraties wijzigen die met wachtwoorden zijn beschermd.
Navigeren in de BIOS-interface
Attentie: De standaardconfiguraties zijn al vooraf voor u ingesteld en worden vetgedrukt weergegeven.
Verkeerde wijzigingen van de configuraties kunnen onverwachte gevolgen hebben.
Afhankelijk van uw toetsenbord kunt u navigeren in de BIOS-interface door op de volgende toetsen of
combinaties van Fn- en de volgende toetsen te drukken:
F1 of Fn+F1Het scherm met algemene hulp weergeven.
Esc of Fn+EscHet submenu afsluiten en terugkeren naar het bovenliggende menu.
↑↓ of Fn+↑↓Een item zoeken.
← → of Fn+← →Een tabblad selecteren.
+/– of Fn++/–Naar een hogere of lagere waarde wijzigen.
EnterHet geselecteerde tabblad of submenu openen.
F9 of Fn+F9De fabrieksinstellingen herstellen.
F10 of Fn+F10De configuratie opslaan en afsluiten.
De weergavetaal van UEFI BIOS wijzigen
UEFI BIOS ondersteunt drie weergavetalen: Engels, Frans en Vereenvoudigd Chinees.
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Main ➙ System Time & Date en druk op Enter.
3. Stel de gewenste datum en tijd voor het systeem in.
4. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
De opstartvolgorde wijzigen
Als de computer niet zoals verwacht opstart vanaf een bepaald apparaat, kunt u ervoor kiezen de
opstartvolgorde van de apparaten permanent te wijzigen of een tijdelijk opstartapparaat te selecteren.
De opstartvolgorde van apparaten permanent wijzigen
1. Afhankelijk van het type opslagapparaat doet u een van de volgende dingen:
• Als het opslagapparaat een intern apparaat is, gaat u naar stap 2.
• Als het opslagapparaat een schijf is, controleert u of de computer aan is of zet u de computer aan.
Plaats vervolgens de schijf in het optische station.
• Als het opslagapparaat een ander extern apparaat is dan een schijf, sluit u het opslagapparaat aan op
de computer.
2. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
3. Selecteer Startup, en volg dan de instructies op het scherm om de opstartvolgorde van de apparaten te
wijzigen.
4. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Kies een tijdelijk opstartapparaat
Opmerking: Niet alle schijven en opslagstations zijn opstartbaar.
1. Afhankelijk van het type opslagapparaat doet u een van de volgende dingen:
• Als het opslagapparaat een intern apparaat is, gaat u naar stap 2.
• Als het opslagapparaat een schijf is, controleert u of de computer aan is of zet u de computer aan.
Plaats vervolgens de schijf in het optische station.
• Als het opslagapparaat een ander extern apparaat is dan een schijf, sluit u het opslagapparaat aan op
de computer.
2. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F12 of Fn+F12.
3. Selecteer het gewenste opslagapparaat en druk op Enter.
Als u de opstartvolgorde van apparaten permanent wilt wijzigen, selecteert u Enter Setup in Startup Device
Menu en drukt u op Enter om het BIOS-menu te openen.
Schakel de configuration change detection-functie in- of uit
Als u de functie Configuration Change Detection inschakelt en de POST gewijzigde configuraties van
sommige hardwareapparaten (zoals opslagstations of geheugenmodules) detecteert, wordt een foutmelding
weergegeven wanneer u uw computer aanzet.
De Configuration Change Detection-functie in- of uitschakelen:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
24
M720e Gebruikershandleiding
Loading...
+ 78 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.