Kyocera FS-C5100DN, FS-C5300DN, FS-C5200DN, FS-C5350DN User Manual [nl]

Page 1
GEBRUIKERSHANDLEIDING
FS-C5100DN/FS-C5200DN/ FS-C5300DN/FS-C5350DN
Page 2
Page 3

Inhoud

1 Onderdelen van de machine
Onderdelen aan de voorkant van de printer ............................ 1-2
Onderdelen aan de linkerkant van de printer .......................... 1-2
Interne onderdelen ..................................................................... 1-3
Onderdelen aan de achterkant van de printer ......................... 1-3
Bedieningspaneel ....................................................................... 1-4
2 Afdrukken
Netwerkinterfaceparameters wijzigen ...................................... 2-2
Een Netwerkinterface-statuspagina afdrukken ..................... 2-10
Printerdriver installeren ........................................................... 2-11
Afdrukken vanuit applicaties ................................................... 2-18
Status Monitor .......................................................................... 2-19
Software verwijderen (Windows PC) ...................................... 2-23
3 Onderhoud
Algemene informatie .................................................................. 3-2
Vervanging toner container ....................................................... 3-2
De tonerafvalbak vervangen ...................................................... 3-6
De printer reinigen ...................................................................... 3-8
4 Problemen oplossen
Algemene richtlijnen .................................................................. 4-2
Problemen met de afdrukkwaliteit ............................................ 4-3
Foutberichten .............................................................................. 4-6
Papierstoringen oplossen ....................................................... 4-12
5 Specificaties
iii
Page 4
iv
Page 5

Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften

VOORZICHTIG ER WORDT GEEN AANSPRAKELIJKHEID AANVAARD VOOR SCHADE DIE IS VEROORZAAKT DOOR ONJUISTE INSTALLATIE.

Kennisgeving met betrekking tot software

DE SOFTWARE DIE MET DEZE PRINTER WORDT GEBRUIKT, MOET DE EMULATIEMODUS VAN DE PRINTER ONDERSTEUNEN. De printer is fabrieksmatig ingesteld op het emuleren van de PCL.

Kennisgeving

De informatie in deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. In toekomstige edities kunnen extra pagina's worden ingevoegd. De huidige editie kan technische onvolkomenheden of drukfouten bevatten.
Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor ongevallen die het gevolg zijn van het niet opvolgen van de instructies in deze handleiding. Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor fouten in de firmware van de printer (de inhoud van het ROM).
Deze handleiding en al het materiaal dat onder het auteursrecht valt en wordt verkocht of meegeleverd bij of in verband met de verkoop van de laserprinter, zijn auteursrechtelijk beschermd. Alle rechten voorbehouden. Het kopiëren of op een andere manier reproduceren van de gehele handleiding of gedeelten van de handleiding, of een willekeurig onderwerp waarop auteursrecht van toepassing is, is verboden zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Kyocera Mita Corporation. Elke kopie die van deze handleiding of een deel daarvan wordt gemaakt, en alles wat onder het auteursrecht valt, moet dezelfde copyright­vermelding bevatten als het materiaal dat wordt gekopieerd.

Wat betreft handelsnamen

PRESCRIBE is een gedeponeerd handelsmerk van Kyocera Corporation. KPDL is een handelsmerk van Kyocera Corporation.
Hewlett-Packard, PCL en PJL zijn gedeponeerde handelsmerken van Hewlett-Packard Company. Centronics is een handelsmerk van Centronics Data Computer Inc. PostScript is een gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. Macintosh is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. Microsoft, Windows en Windows NT zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. PowerPC en Microdrive zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation. CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation. ENERGY STAR is een in de Verenigde Staten gedeponeerd handelsmerk. Alle overige merk- en productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van de respectieve bedrijven.
Dit product is ontwikkeld met behulp van het Tornado™ Real Time besturingssysteem en de hulpprogramma's van Wind River Systems.
®
Dit product bevat UFST™ en MicroType
v
van Monotype Imaging Inc.
Page 6

Licentieovereenkomsten

Erkenning van typeface-handelsmerken

Alle in deze printer voorkomende lettertypen zijn gelicentieerd van Monotype Imaging Inc..
Helvetica, Palatino en Times zijn gedeponeerde handelsmerken van Linotype-Hell AG. ITC Avant Garde Gothic, ITC Bookman, ITC ZapfChancery en ITC Zapf Dingbats zijn gedeponeerde handelsmerken van International Typeface Corporation.

Monotype Imaging License Agreement

1 "Software" shall mean the digitally encoded, machine readable,
scalable outline data as encoded in a special format as well as the UFST Software.
2 You agree to accept a non-exclusive license to use the Software to
reproduce and display weights, styles and versions of letters, numerals, characters and symbols (“Typefaces”) solely for your own customary business or personal purposes at the address stated on the registration card you return to Monotype Imaging. Under the terms of this License Agreement, you have the right to use the Fonts on up to three printers. If you need to have access to the fonts on more than three printers, you need to acquire a multi-user license agreement which can be obtained from Monotype Imaging. Monotype Imaging retains all rights, title and interest to the Software and Typefaces and no rights are granted to you other than a License to use the Software on the terms expressly set forth in this Agreement.
3 To protect proprietary rights of Monotype Imaging, you agree to
maintain the Software and other proprietary information concerning the Typefaces in strict confidence and to establish reasonable procedures regulating access to and use of the Software and Typefaces.
4 You agree not to duplicate or copy the Software or Typefaces,
except that you may make one backup copy. You agree that any such copy shall contain the same proprietary notices as those appearing on the original.
5 This License shall continue until the last use of the Software and
Typefaces, unless sooner terminated. This License may be terminated by Monotype Imaging if you fail to comply with the terms of this License and such failure is not remedied within thirty (30) days after notice from Monotype Imaging. When this License expires or is terminated, you shall either return to Monotype Imaging or destroy all copies of the Software and Typefaces and documentation as requested.
6 You agree that you will not modify, alter, disassemble, decrypt,
reverse engineer or decompile the Software.
7 Monotype Imaging warrants that for ninety (90) days after delivery,
the Software will perform in accordance with Monotype Imaging­published specifications, and the diskette will be free from defects in material and workmanship. Monotype Imaging does not warrant that the Software is free from all bugs, errors and omissions.
8 THE PARTIES AGREE THAT ALL OTHER WARRANTIES,
EXPRESSED OR IMPLIED, INCLUDING WARRANTIES OF FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE AND MERCHANTABILITY, ARE EXCLUDED.
vi
Page 7
9 Your exclusive remedy and the sole liability of Monotype Imaging in
connection with the Software and Typefaces is repair or replacement of defective parts, upon their return to Monotype Imaging.
10 IN NO EVENT WILL MONOTYPE IMAGING BE LIABLE FOR LOST
PROFITS, LOST DATA, OR ANY OTHER INCIDENTAL OR CONSEQUENTIAL DAMAGES, OR ANY DAMAGES CAUSED BY ABUSE OR MISAPPLICATION OF THE SOFTWARE AND TYPEFACES.
11 Massachusetts U.S.A. law governs this Agreement. 12 You shall not sublicense, sell, lease, or otherwise transfer the
Software and/or Typefaces without the prior written consent of Monotype Imaging.
13 Use, duplication or disclosure by the Government is subject to
restrictions as set forth in the Rights in Technical Data and Computer Software clause at FAR 252-227-7013, subdivision (b)(3)(ii) or subparagraph (c)(1)(ii), as appropriate. Further use, duplication or disclosure is subject to restrictions applicable to restricted rights software as set forth in FAR 52.227-19 (c)(2).
14 YOU ACKNOWLEDGE THAT YOU HAVE READ THIS
AGREEMENT, UNDERSTAND IT, AND AGREE TO BE BOUND BY ITS TERMS AND CONDITIONS. NEITHER PARTY SHALL BE BOUND BY ANY STATEMENT OR REPRESENTATION NOT CONTAINED IN THIS AGREEMENT. NO CHANGE IN THIS AGREEMENT IS EFFECTIVE UNLESS WRITTEN AND SIGNED BY PROPERLY AUTHORIZED REPRESENTATIVES OF EACH PARTY. BY OPENING THIS DISKETTE PACKAGE, YOU AGREE TO ACCEPT THE TERMS AND CONDITIONS OF THIS AGREEMENT.
GPL
De firmware van dit apparaat maakt deels gebruik van de onder GPL toegepaste codes (www.fsf.org/copyleft/gpl.html). Ga naar "http:// www.kyoceramita.com/gpl" voor meer informatie over hoe u onder GPL toegepaste codes beschikbaar kunt maken.

Open SSLeay License

Copyright © 1998-2006 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1 Redistributions of source code must retain the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer.
2 Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
3 All advertising materials mentioning features or use of this software
must display the following acknowledgment: "This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit. (http://www.openssl.org/)"
4 The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be
used to endorse or promote products derived from this software without prior written permission. For written permission, please contact openssl-core@openssl.org.
5 Products derived from this software may not be called "OpenSSL"
nor may "OpenSSL" appear in their names without prior written permission of the OpenSSL Project.
vii
Page 8
6 Redistributions of any form whatsoever must retain the following
acknowledgment: "This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit (http:// www.openssl.org/)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT "AS IS" AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.

Original SSLeay License

Copyright © 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com) All rights reserved.
This package is an SSL implementation written by Eric Young (eay@cryptsoft.com). The implementation was written so as to conform with Netscapes SSL.
This library is free for commercial and non-commercial use as long as the following conditions are aheared to. The following conditions apply to all code found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code; not just the SSL code. The SSL documentation included with this distribution is covered by the same copyright terms except that the holder is Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com).
Copyright remains Eric Young's, and as such any Copyright notices in the code are not to be removed.
If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution as the author of the parts of the library used.
This can be in the form of a textual message at program startup or in documentation (online or textual) provided with the package.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1 Redistributions of source code must retain the copyright notice, this
list of conditions and the following disclaimer.
2 Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
3 All advertising materials mentioning features or use of this software
must display the following acknowledgement: "This product includes cryptographic software written by Eric Young (eay@cryptsoft.com)" The word 'cryptographic' can be left out if the rouines from the library being used are not cryptographic related :-).
viii
Page 9
4 If you include any Windows specific code (or a derivative thereof)
from the apps directory (application code) you must include an acknowledgement: "This product includes software written by Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG "AS IS" AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE AUTHOR OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
The licence and distribution terms for any publically available version or derivative of this code cannot be changed. i.e. this code cannot simply be copied and put under another distribution licence [including the GNU Public Licence.]
ix
Page 10

Compliance and Conformity

This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures:
Reorient or relocate the receiving antenna.
Increase the separation between the equipment and receiver.
Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
The use of a non-shielded interface cable with the referenced device is prohibited.
CAUTION — The changes or modifications not expressly approved by the party responsible for compliance could void the user’s authority to operate the equipment.
This device complies with Part 15 of FCC Rules and RSS-Gen of IC Rules.
Operation is subject to the following two conditions; (1) this device may not cause interference, and (2) this device must accept any interference, including interference that may cause undesired operation of the device.
* The above warning is valid only in the United States of America.

Interfacekabels

BELANGRIJK Zorg ervoor dat u de printer uitschakelt voordat u een
interfacekabel aansluit of ontkoppelt. Bescherm interfacekabels die niet worden gebruikt met behulp van de meegeleverde dop tegen statische elektrische ontlading via de interfacekabel(s) naar de interne elektronica van de printer.
Opmerking Gebruik beschermde interfacekabels.
x
Page 11

Veiligheidsinformatie

Laserveiligheid

Deze printer wordt geclassificeerd als een Klass 1 laserproduct volgens de Radiation Performance Standard van het Amerikaanse Department of Health and Human Services (DHHS), in overeenstemming met de Radiation Control for Health and Safety Act uit 1968. Dit betekent dat de printer geen gevaarlijke laserstraling produceert. Omdat de uitgestoten straling in de printer binnen beschermende behuizing en externe bedekkingen blijft, kan de laserstraal op geen enkel moment van gebruik uit de printer ontsnappen.

Laserkennisgeving

Deze printer wordt in de V.S. geclassificeerd in overeenstemming met de eisen van DHHS 21 CFR Subchapter voor Klasse I (1) laserproducten, en is elders geclassificeerd als Klasse I laserproduct in overeenstemming met de eisen van IEC 825.
GEVAAR KLASSE 3B ONZICHTBARE LASERSTRALING BIJ OPENEN. VERMIJD RECHTSTREEKSE BLOOTSTELLING AAN STRAAL.
VOORZICHTIG Het gebruik van andere instellingen of aanpassingen of de uitvoering van andere procedures dan hierin vermeld, kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan straling.

Radiofrequentiezender

Dit apparaat bevat een zendermodule. De fabrikant (Kyocera Mita Corporation) verklaart dat deze apparatuur (paginaprinter), model FS-C5100DN, FS-C5200DN, FS-C5300DN en FS-C5350DN voldoet aan de van toepassing zijnde eisen en andere relevante bepalingen conform Directief 1999/5/EC.

Radio Tag Technologie

In sommige landen kan de radiotagtechnologie die in deze apparatuur gebruikt wordt om de toner container te identificeren, onderworpen zijn aan autorisatie, en kan het gebruik van deze apparatuur dientengevolge beperkt zijn.
xi
Page 12

Waarschuwingsetiketten

Op de printer bevindt zich een van de volgende etiketten.
Etiket in de printer (Laserstralingwaarschuwing)
Hoge temperatuur binnenin Raak geen onderdelen in dit gebied aan, want dit kan leiden tot brandwonden.
Voor Europa, Azië en andere landen
Voor de V.S. en Canada
xii
Page 13

CDRH-voorschriften

Het Center for Devices and Radiological Health (CDRH) van de U.S. Food and Drug Administration heeft voorschriften opgesteld voor laserproducten op 2 augustus 1976. Deze voorschriften zijn van toepassing op laserproducten die zijn geproduceerd na 1 augustus 1976. Producten die in de Verenigde Staten op de markt worden gebracht moeten voldoen aan deze voorschriften. Laserproducten die in de Verenigde Staten op de markt worden gebracht moeten een label dragen ten teken van overeenstemming met de CDRH-voorschriften.

Ozonconcentratie

De printers genereren ozongas (O3), dat zich op de plaats van installatie kan concentreren en een onplezierige geur kan veroorzaken. Wij raden u
aan de printer niet op een afgesloten plek te zetten waar de ventilatie wordt geblokkeerd, om zo de concentratie van ozongas te minimaliseren tot minder dan 0,1 ppm.

Veiligheidsinstructies met betrekking tot het ontkoppelen van de stroom

Waarschuwing: De stekker is het belangrijkste isolatieapparaat! Andere
schakelaars op het apparaat zijn slechts bedieningsschakelaars en zijn niet geschikt om het apparaat te isoleren van de voedingsbron.
VORSICHT: Der Netzstecker ist die Hauptisoliervorrichtung! Die anderen Schalter auf dem Gerät sind nur Funktionsschalter und können nicht verwendet werden, um den Stromfluß im Gerät zu unterbrechen.
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
NAAR
2004/108/EC, 2006/95/EEC, 93/68/EEC en 1999/5/EC
We verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat het product waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de volgende specificaties.
EN55024
EN55022 Klasse B
EN61000-3-2
EN61000-3-3
EN60950-1
EN60825-1
EN300 330-1
EN300 330-2
xiii
Page 14

Canadian Department of Communications Compliance Statement

This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003.

Avis de conformité aux normes du ministère des Communications du Canada

Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada.

EN ISO 7779

Maschinenlärminformations-Verordnung 3. GPSGV, 06.01.2004: Der höchste Schalldruckpegel beträgt 70 dB (A) oder weniger gemäß EN ISO
7779.

Afwijzing van verantwoordelijkheid

Kyocera Mita is niet aansprakelijk tegenover klanten of een andere persoon of entiteit met betrekking tot verlies of schade direct of indirect veroorzaakt door of naar zeggen veroorzaakt door apparatuur die door ons is verkocht of geleverd, inclusief maar niet beperkt tot onderbroken service, omzetverlies of winstderving, of gevolgschade die het resultaat is van het gebruik of de bediening van de apparatuur of software.
xiv
Page 15

Energiebesparingfunctie

Het apparaat is uitgerust met een Laag stroomverbruik modus waarbij het energieverbruik wordt beperkt nadat een bepaalde tijd na het laatste gebruik van het apparaat, is verstreken (enkel de FS-C5100DN, FS­C5200DN, FS-C5300DN). Het apparaat is uitgerust met een slaapstand waarbij de printer in een wachtstand blijft, maar het stroomverbruik toch tot een minimum wordt beperkt als er geen activiteit is binnen een ingesteld tijdsbestek.
Laag stroomverbruik modus (Enkel de FS-C5100DN, FS­C5200DN, FS-C5300DN)
Het apparaat schakelt automatisch na ongeveer 10 minuten in de Laag stroomverbruik modus nadat het apparaat voor het laatst gebruikt is. De tijdsduur die zonder activiteit voorbij moet gaan voordat de Laag stroomverbruik modus geactiveerd wordt, kan verlengd worden.

Slaapstand

Het apparaat schakelt automatisch na ongeveer 15 minuten (FS­C5100DN, FS-C5200DN, FS-C5300DN)/30 minuten (FS-C5350DN) in de slaapstand nadat het apparaat voor het laatst gebruikt is. De tijdsduur die zonder activiteit voorbij moet gaan voordat de slaapstand geactiveerd wordt, kan verlengd worden. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Slaaptimerfunctie (timeout instelling slaaptimerfunctie) van de Advanced Operation Guide.

Functie Automatisch dubbelzijdig afdrukken

Dit apparaat heeft dubbelzijdig afdrukken als standaardfunctie. Bijvoorbeeld bij het afdrukken van twee originelen op een vel papier als dubbelzijdige afdruk, is het mogelijk om papierverbruik te verminderen. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Duplex (dubbelzijdig afdrukken) van de Advanced Operation Guide.

Hergebruikt papier

Dit apparaat ondersteunt het gebruik van hergebruikt papier, wat de belasting op het milieu vermindert. Uw verkoop- of servicevertegenwoordiger kan u informatie verschaffen over aanbevolen papiersoorten.

Energy Star (ENERGY STAR®) -programma

Als deelnemend bedrijf aan het International Energy Star-programma hebben wij vastgesteld dat dit product voldoet aan de richtlijnen van het International Energy Star-programma.
xv
Page 16

Voorzorgsmaatregelen bij de installatie

Omgeving

VOORZICHTIG Plaats de printer niet op of in plaatsen die
niet stabiel of vlak zijn. De printer zou kunnen vallen op dergelijke plaatsen. Dergelijke situaties leveren gevaar van lichamelijk letsel of beschadiging van de printer op.
Plaats het apparaat niet op vochtige of stoffige/vuile locaties. Reinig de stekker om gevaar van brand en elektrische schokken te voorkomen, wanneer er stof en vuil op de stekker zijn terechtgekomen.
Plaats het apparaat niet op locaties in de buurt van radiatoren, kachels of andere warmtebronnen, of in de buurt van ontvlambare voorwerpen; dit om het gevaar van brand te voorkomen.
Laat ruimte vrij, zoals hieronder wordt aangegeven, om de printer koel te houden en het vervangen van onderdelen en onderhoud te vergemakkelijken. Laat met name rond de zijklep voldoende ruimte vrij, zodat de lucht de printer makkelijk kan verlaten.
Boven: 400 mm
Links: 400 mm Rechts: 250 mm Achter: 200 mm Voor: 600 mm

Overige voorzorgsmaatregelen

Ongunstige omgevingsomstandigheden kunnen van invloed zijn op de veilige werking en de prestaties van de printer. Installeer de printer in een ruimte met airconditioning (aanbevolen kamertemperatuur: circa 23 °C, luchtvochtigheid: circa 60% RV), en vermijd de volgende locaties wanneer u een plaats voor de printer kiest.
- Vermijd plaatsen bij een venster of direct in het zonlicht.
- Vermijd plaatsen met trillingen.
- Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen.
- Vermijd plaatsen met directe blootstelling aan warme of koude lucht.
- Vermijd slecht geventileerde locaties.
Indien de vloer uit zacht materiaal is gemaakt, kan deze beschadigd zijn door de wieltjes wanneer dit product wordt verplaatst na installatie.
xvi
Page 17

Stroomtoevoer/aarding van de printer

WAARSCHUWING Gebruik geen stroomtoevoer met een
ander voltage dan aangegeven. Sluit niet meerdere apparaten op één stopcontact aan. Dergelijke situaties leveren gevaar van brand of elektrische schokken op.
Steek de stekker stevig in het stopcontact. Als metalen voorwerpen in contact komen met de pinnen van de stekker, kan dit brand of elektrische schokken veroorzaken. Sluit de printer altijd aan op een geaard stopcontact, om het gevaar van brand of elektrische schokken bij kortsluiting te voorkomen. Neem contact op met uw onderhoudstechnicus als een geaarde aansluiting niet mogelijk is.

Overige voorzorgsmaatregelen

Sluit de stekker aan op het dichtstbijzijnde stopcontact.

Gebruik van plastic zakken

WAARSCHUWING Houd de plastic zakken die bij de
printer worden gebruikt uit de buurt van kinderen. Het plastic kan aan neus en mond vast blijven zitten en verstikking veroorzaken.
xvii
Page 18

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

Waarschuwingen bij het gebruik van de printer

Plaats geen metalen voorwerpen of voorwerpen die water bevatten
(vazen, bloempotten, kopjes, enz.) op of in de buurt van de printer. Dit vormt een risico voor brand of elektrische schokken, mocht het water in het apparaat terechtkomen.
Verwijder geen van de panelen van de printer, omdat er dan kans
bestaat op elektrische schokken als gevolg van de hoge spanning binnen in de printer.
• Zorg dat het netsnoer niet beschadigd raakt of breekt en probeer het
niet te repareren. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer, trek er niet aan, buig het niet onnodig en veroorzaak geen andere schade. Dergelijke situaties leveren gevaar van brand of elektrische schokken op.
• Probeer nooit de printer of onderdelen ervan te repareren of te
demonteren, omdat er dan gevaar van brand, elektrische schokken of schade aan de laser bestaat. Als de laserstraal buiten het apparaat komt, kan deze blindheid veroorzaken.
• Als de printer uitzonderlijk heet wordt, als er rook uit de printer komt, als er een vreemde geur ontsnapt, of als er zich een andere ongewone situatie voordoet, bestaat er gevaar van brand of een elektrische schok. Zet de stroomschakelaar onmiddellijk op OFF ({), zorg dat u de stekker uit het stopcontact haalt en neem contact op met uw onderhoudstechnicus.
• Als er schadelijke zaken (paperclips, water, andere vloeistoffen, enz.) in het apparaat terechtkomen, moet u onmiddellijk de hoofdstroomschakelaar OFF ({) zetten. Vervolgens moet u direct de stekker uit het stopcontact halen, om gevaar van brand of elektrische schokken te voorkomen. Neem hierna contact op met uw servicevertegenwoordiger.
• Zorg dat u een stekker niet met natte handen in het stopcontact steekt of eruit haalt, omdat er dan gevaar van elektrische schokken bestaat.
• Neem altijd contact op met uw onderhoudstechnicus voor onderhoud of reparatie van interne onderdelen.
•Trek niet aan het netsnoer wanneer u dit uit het stopcontact haalt. Als u aan het netsnoer trekt, kunnen de draden breken en bestaat er gevaar van brand of elektrische schokken. (Pak altijd de stekker vast wanneer u het netsnoer wilt loskoppelen van het stopcontact.)
• Haal altijd de stekker uit het stopcontact wanneer u het apparaat verplaatst. Als het netsnoer beschadigd raakt, bestaat er gevaar van brand of elektrische schokken.
• Als het apparaat korte tijd (bijvoorbeeld 's nachts) niet wordt gebruikt, moet u de stroomschakelaar op OFF ({) zetten. Als de printer langere tijd niet wordt gebruikt (tijdens vakanties, enz.), haalt u voor de veiligheid de stekker uit het stopcontact.
• Verwijder om veiligheidsredenen de stekker altijd uit het stopcontact bij het reinigen van het apparaat.
• Als zich in de printer stof ophoopt, bestaat er gevaar van brand of andere problemen. Het wordt daarom aanbevolen uw onderhoudstechnicus te raadplegen met betrekking tot het reinigen van interne onderdelen. Dit is met name effectief als u dit laat doen voorafgaande aan een periode van hoge luchtvochtigheid. Raadpleeg uw servicevertegenwoordiger over de kosten voor het reinigen van de interne onderdelen in de printer.
xviii
Page 19

Overige voorzorgsmaatregelen

Plaats geen zware voorwerpen op het apparaat en zorg dat het
apparaat niet beschadigd raakt.
• Open tijdens het afdrukken de bovenste voorklep niet, schakel de
hoofdschakelaar niet uit en trek de stekker niet uit het stopcontact.
• Tijdens het afdrukken komt er een kleine hoeveelheid ozon vrij, maar dit heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid. Als de printer echter langere tijd in een slecht geventileerde ruimte wordt gebruikt of wanneer er een zeer groot aantal kopieën wordt gemaakt, kan de geur onaangenaam worden. Een juiste omgeving voor afdrukwerk moet goed geventileerd zijn.
Raak geen elektrische onderdelen, zoals connectoren of printplaten aan. Deze kunnen beschadigd raken door statische elektriciteit.
Probeer geen handelingen te verrichten die niet in deze handleiding zijn beschreven.
• Als de printer langere tijd niet wordt gebruikt, verwijdert u het papier uit de cassette, legt u dit terug in de oorspronkelijke verpakking en verzegelt u deze weer.
VOORZICHTIG Het gebruik van andere instellingen of aanpassingen of de uitvoering van andere procedures dan hierin vermeld, kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan straling.

Waarschuwingen voor tonergebruik

• Toner en tonercontainers mogen niet worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
• Open de tonercontainer nooit.
• Adem de toner niet in.
•Wrijf niet in uw ogen of over uw mond als er toner op uw handen terechtkomt. Was de toner van uw handen.
• Raadpleeg voor het weggooien van de oude tonercontainer uw servicevertegenwoordiger of gooi de toner of tonercontainers na gebruik altijd overeenkomstig de plaatselijke milieuwetgeving weg.
xix
Page 20

Over de gebruikershandleiding

Deze gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken:
Hoofdstuk 1 - Onderdelen van de machine
In dit hoofdstuk worden de namen van de onderdelen toegelicht.
Hoofdstuk 2 - Afdrukken
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u vanaf uw werkstation kunt afdrukken.
Hoofdstuk 3 - Onderhoud
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de tonercontainer wordt vervangen en hoe u de printer onderhoudt.
Hoofdstuk 4 - Problemen oplossen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u eventueel optredende printerproblemen, zoals papierstoringen, oplost.
Hoofdstuk 5 - Specificaties
Dit hoofdstuk bevat de specificaties van de printer.

Conventies

In deze handleiding worden de volgende conventies gebruikt.
Conventie Beschrijving Voorbeeld
Cursief lettertype
Vet
Vet tussen haakjes
Opmerking
Belangrijk
Voorzichtig
Waarschuwing
Wordt gebruikt om een sleutelwoord, een woordgroep of verwijzing naar aanvullende informatie te benadrukken.
Wordt gebruikt om softwareknoppen aan te duiden
Wordt gebruikt om toetsen op het bedieningspaneel aan te duiden.
Wordt gebruikt om aanvullende, nuttige informatie over een functie of toepassing te geven.
Wordt gebruikt om belangrijke informatie te verstrekken.
Met deze waarschuwingen wordt aangegeven dat er als gevolg van een actie mechanische beschadiging kan optreden.
Wordt gebruikt om gebruikers te wijzen op het gevaar van lichamelijk letsel.
Zie Vervanging tonercontainer op pagina 3-2 voor het vervangen van de toner container.
Klik op OK om te beginnen met afdrukken.
Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken.
Opmerking Raadpleeg uw
netwerkbeheerder voor de netwerkadresinstellingen.
BELANGRIJK Zorg dat het papier niet gevouwen, gekruld of beschadigd is.
VOORZICHTIG De onderdelen binnenin de fuserklep zijn heet. Raak deze niet met uw handen aan, aangezien dit brandwonden kan veroorzaken.
WAARSCHUWING Het ladergedeelte staat onder hoogspanning.
xx
Page 21

1 Onderdelen van de machine

In dit hoofdstuk vindt u uitleg en afbeeldingen, zodat u de onderdelen en de functies van die onderdelen kunt vaststellen. Probeer voor het juiste gebruik en optimale prestaties thuis te raken in de namen en functies van deze onderdelen.
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Onderdelen aan de voorkant van de printer 1-2 Onderdelen aan de linkerkant van de printer 1-2 Interne onderdelen 1-3 Onderdelen aan de achterkant van de printer 1-3 Bedieningspaneel 1-4
Onderdelen van de machine 1-1
Page 22

Onderdelen aan de voorkant van de printer

1
5
6
1 Bedieningspaneel 2 Voorklep 3 Papierstopper 4 Bovenklep (Bovenlade) 5 MF (Multifunctionele) -lade 6 Papiercassette 7 Aan/uit-schakelaar
2
3
4
7

Onderdelen aan de linkerkant van de printer

11 12 13 14
8
10
9
8 Linkerklep 9 Tonerafvalbak 10 Hoofdopladers op de drumeenheden 11 Magenta Tonercontainer (M) 12 Cyaan Tonercontainer (C) 13 Geel Tonercontainer (Y) 14 Zwart Tonercontainer (K)
1-2 Onderdelen van de machine
Page 23

Interne onderdelen

15
16
17
15 Papiertransfereenheid 16 Papierhelling 17 Duplexeenheid 18 Envelopschakelaar

Onderdelen aan de achterkant van de printer

25
20 21 22 23
18
19
24
19 USB-geheugenslot 20 Netsnoeraansluiting 21 Optionele interfaceslot 22 Netwerklampjes 23 Netwerkaansluiting 24 USB-aansluiting 25 Achterklep
Onderdelen van de machine 1-3
Page 24

Bedieningspaneel

26 27 28
29
26 Berichtenscherm 27 Ready Indicator 28 Data Indicator 29 Attention Indicator 30 Pijltoetsen 31 [MENU] toets 32 [OK] toets 33 [GO] toets 34 [Cancel] toets
30 31
32
33 34
1-4 Onderdelen van de machine
Page 25

2 Afdrukken

Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Netwerkinterfaceparameters wijzigen 2-2 Een Netwerkinterface-statuspagina afdrukken 2-10 Printerdriver installeren 2-11 Afdrukken vanuit applicaties 2-18
Afdrukken 2-1
Page 26

Netwerkinterfaceparameters wijzigen

Deze printer ondersteunt TCP/IP, TCP/IP (IPv6), NetWare, AppleTalk, IPP, SSL-server, IPSec-protocollen en Beveiligingsniveau. (Raadpleeg
de Advanced Operation Guide voor meer informatie.)
Opmerking Zet het toestel op OFF en opnieuw ON nadat alle
netwerkgerelateerde instellingen zijn gebeurd. Dit is vereist om de instellingen toe te passen!

TCP/IP, TCP/IP (IPv6) instellingen

1 Druk op [MENU].
Netwerk >
>TCP/IP > Uit
>TCP/IP (IPv6) > Uit
2 Druk meermaals op U of V totdat Netwerk > verschijnt.
3 Druk op Z. Telkens u op U of V drukt, wijzigt de selectie. Raadpleeg
de onderstaande uitleg bij het specificeren van de instellingen.
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een netwerk m.b.v. TCP/IP. Submenu bevat onderdelen zoals DHCP, IP-adres, Subnetmasker, Gateway en Bonjour.
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een netwerk m.b.v. TCP/IP (IPv6). Submenu bevat onderdelen zoals RA(Stateless)en DHCPv6.
2-2 Afdrukken
Page 27
TCP/IP
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe het TCP/IP-protocol in te schakelen.
>TCP/IP > Aan
>>DHCP Uit
>>IP-adres
000.000.000.000
>>Subnetmasker
000.000.000.000
>>Gateway
000.000.000.000
1 Indien TCP/IP is ingesteld op Uit, gebruik U of V om Aan te
selecteren en druk op [OK].
2 Druk op Z. Telkens u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
>>Bonjour Uit
>>Subnetmasker 0
00.000.000.000
3 Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK]. Een
knipperend vraagteken (?) verschijnt terwijl u DHCP en Bonjour instelt. Een knipperende cursor (_) verschijnt terwijl u IP-adres, Subnetmasker en Gateway instelt.
4 Druk op U of V om Aan of Uit te selecteren als instelling voor DHCP
en Bonjour.
Druk voor de IP-adres, Subnetmasker en Gateway instelling op U of V om de knipperende cursor te verplaatsen naar het nummer dat u wilt wijzigen (000 tot 255). Gebruik Y en Z om de cursor naar rechts en links te bewegen.
Opmerking Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor de
netwerkadresinstellingen.
5 Druk op [OK].
6 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
Afdrukken 2-3
Page 28
TCP/IP (IPv6)
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe het TCP/IP (IPv6)-protocol in te schakelen.
>TCP/IP (IPv6) > Aan
>>RA(Stateless) Uit
>>DHCPv6 Uit
>>RA(Stateless) ?Uit
>>DHCPv6 ?
Uit
1 Indien TCP/IP (IPv6) is ingesteld op Uit, gebruik U of V om Aan
te selecteren en druk op [OK].
2 Druk op Z. Telkens u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
3 Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK]. Een
knipperend vraagteken (?) verschijnt terwijl u RA(Stateless) en DHCPv6 instelt.
4 Druk op U of V om Aan of Uit te selecteren als instelling voor
RA(Stateless) en DHCPv6.
Beveiliging >
Opmerking Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor de
netwerkadresinstellingen.
5 Druk op [OK].
6 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.

NetWare, AppleTalk, IPP, SSL-server, IPSec en Beveiligingsniveau-instellingen

1 Druk op [MENU].
2 Druk meermaals op U of V totdat Beveiliging > verschijnt.
2-4 Afdrukken
Page 29
ID _
Wachtwoord _
3 Druk op Z. Telkens u op U of V drukt, wijzigt de selectie. Raadpleeg
de onderstaande uitleg bij het specificeren van de instellingen.
Als u NetWare, AppleTalk, IPP, SSL-server of IPSec gebruikt om verbinding te maken met een netwerk, moet u een beheerder-ID invoeren. De beheerder-ID is standaard het numerieke gedeelte van de modelnaam van uw printer. Als u FS-C5300DN gebruikt, voer dan "5300" in. Als u FS-C5350DN gebruikt, voer dan "3000" in.
Als u NetWare, AppleTalk, IPP, SSL-server of IPSec gebruikt om verbinding te maken met een netwerk, moet u een beheerderwachtwoord invoeren. Het beheerderwachtwoord is standaard het numerieke gedeelte van de modelnaam van uw printer. Als u FS-C5300DN gebruikt, voer dan "5300" in. Als u FS-C5350DN gebruikt, voer dan "3000" in.
>NetWare > Aan
>AppleTalk Aan
>IPP Uit
>SSL-server > Uit
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een netwerk m.b.v. NetWare. In het submenu kan de framemodus worden geselecteerd uit Auto, 802.3, Ethernet-II, SNAP en
802.2.
AppleTalk moet worden geactiveerd (Aan) om netwerkverbinding
te maken met Macintosh computers.
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een netwerk m.b.v. IPP.
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een netwerk m.b.v. SSL-server. Submenu bevat onderdelen zoals DES,
3DES, AES, IPP over SSL en HTTPS.
>IPSec
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een netwerk m.b.v.
IPSec.
Uit
Vervolg op de volgende pagina.
Afdrukken 2-5
Page 30
>Beveilig.niveau Hoog
Stel het Beveiligingsniveau in op Hoog.
NetWare
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van NetWare beschreven.
>NetWare > Aan
>>Frametype Auto
>>Frametype ?Auto
>>Frametype ?802.3
>>Frametype ?Ethernet-II
1 Voer de beheerder-ID en het wachtwoord in. Indien NetWare is
ingesteld op Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren en druk op [OK].
2 Druk op Z.
3 Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?). Telkens
u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
>>Frametype ?SNAP
>>Frametype ?802.2
4 Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK].
5 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
2-6 Afdrukken
Page 31
AppleTalk
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van AppleTalk beschreven.
>AppleTalk Aan
>AppleTalk ?Aan
>IPP Aan
>IPP ?Aan
1 Voer de beheerder-ID en het wachtwoord in. Indien AppleTalk is
ingesteld op Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren.
2 Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?).
3 Druk opnieuw op [OK].
4 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
IPP
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van IPP beschreven.
1 Voer de beheerder-ID en het wachtwoord in. Indien IPP is ingesteld
op Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren.
2 Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?).
3 Druk opnieuw op [OK].
4 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
Afdrukken 2-7
Page 32
SSL-server
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van de SSL­server beschreven.
>SSL-server > Aan
>>DES Uit
>>3DES Uit
>>AES Uit
>>IPP over SSL Uit
1 Voer de beheerder-ID en het wachtwoord in. Indien SSL-server is
ingesteld op Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren en druk op [OK].
2 Druk op Z. Telkens u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
>>HTTPS Uit
>>DES ?Uit
>IPSec Aan
>IPSec ?Aan
3 Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK]. Er
verschijnt een knipperend vraagteken (?).
4 Selecteer Aan of Uit m.b.v. U of V.
5 Druk op [OK].
6 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
IPSec
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van IPSec beschreven.
1 Voer de beheerder-ID en het wachtwoord in. Indien IPSec is
ingesteld op Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren.
2 Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?).
3 Druk opnieuw op [OK].
4 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
2-8 Afdrukken
Page 33
>Beveilig.niveau Hoog
Beveiligingsniveau
Beveiligingsniveau
servicepersoneel voor onderhoudswerk. Klanten hoeven dit menu niet te gebruiken.
is een menu dat voornamelijk wordt gebruikt door
Afdrukken 2-9
Page 34

Een Netwerkinterface-statuspagina afdrukken

U kunt een statuspagina voor de netwerkinterface afdrukken. De netwerkstatuspagina toont de netwerkadressen, en andere informatie onder verschillende netwerkprotocollen over de netwerkinterface.

Aanpassen/Onderhoud

Aanpassen/Onderhoud wordt gebruikt om de afdrukkwaliteit aan te passen en printeronderhoud uit te voeren.
De beschikbare opties in Aanpassen/Onderhoud zijn de volgende:
• Kleur Kalibratie
• Registratie Normaal
• Registratie Details
• Printer opnieuw starten
• Service
BELANGRIJK Service is een menu dat voornamelijk wordt gebruikt door servicepersoneel voor onderhoudswerk. Klanten hoeven dit menu niet te gebruiken.
1 Druk op [MENU].
Aanpassen / Onderhoud>
>>Netwerk afdr. Statuspagina ?
2 Druk meermaals op U of V totdat Aanpassen/Onderhoud >
verschijnt.
3 Druk op Z terwijl Aanpassen/Onderhoud > wordt weergegeven.
4 Druk meermaals op U of V totdat >Service > verschijnt.
5 Druk op Z.
6 Druk meermaals op U of V totdat >>Netwerk afdr.
Statuspagina verschijnt.
7 Druk op [OK]. Er verschijnt een vraagteken (?).
8 Druk op [OK]. Bezig m verwerkn verschijnt en er wordt een
statuspagina afgedrukt.
9 Wanneer het afdrukken is beëindigd, keert het scherm terug naar
Klaar.
2-10 Afdrukken
Page 35

Printerdriver installeren

Zorg ervoor dat de printer aan staat en is aangesloten op de pc voordat u de printerdriver vanaf de cd-rom installeert.

De software in Windows installeren

Volg de onderstaande stappen om de printerdriver te installeren als u deze printer aansluit op een Windows pc. Het voorbeeld toont hoe uw printer aan te sluiten op een Windows Vista pc.
Opmerking In Windows Vista, Windows XP en Windows 2000
moet u ingelogd zijn met beheerderrechten.
U kunt de Snelle modus of de Aangepaste modus gebruiken om de software te installeren. Snelle modus detecteert automatisch aangesloten printers en installeert de vereiste software. Gebruik Aangepaste modus als u de printerpoort wilt specificeren en de te installeren software selecteren.
1 Schakel de computer in en start Windows.
Als het dialoogvenster Wizard Nieuwe hardware gevonden verschijnt, selecteert u Cancel.
2 Plaats de cd-rom die met de printer is meegeleverd in het optische
station van de pc. In Windows Vista verschijnt het scherm voor gebruikersaccountbeheer. Kies Allow.
Het installatieprogramma wordt gestart.
Opmerking Indien de software-installatiewizard niet
automatisch start, open dan het cd-rom venster in Windows Verkenner en dubbelklik op Setup.exe.
3 Kies Gebruiksrechtovereenkomst weergeven en lees de
Gebruiksrechtovereenkomst. Kies Accepteren.
4 Kies Software installeren.
De software-installatiewizard wordt opgestart. Kies Volgende.
Vanaf hier verschilt de procedure naargelang uw versie van Windows en uw verbindingsmethode. Kies de correcte procedure voor uw verbindingstype.
• Snelle modus
• Aangepaste modus
Afdrukken 2-11
Page 36

Snelle modus

In Snelle modus detecteert het installatieprogramma automatisch de printer wanneer deze aan staat. Gebruik Snelle modus voor standaard verbindingsmethodes.
1 Selecteer in het selectievenster voor de installatiemethode Snelle
modus. Het venster voor afdruksysteemdetectie verschijnt en het
installatieprogramma detecteert de aangesloten printers. Indien het installatieprogramma geen afdruksysteem detecteert, controleer dan of het afdruksysteem is aangesloten via USB of een netwerk en of het is ingeschakeld. Keer vervolgens terug naar het venster voor afdruksysteemdetectie.
Opmerking Hoewel de informatie die wordt weergegeven in
de installatiedialoogvensters in Windows Vista en Windows XP lichtjes verschilt, is de installatieprocedure dezelfde.
2 Selecteer het afdruksysteem dat u wilt installeren, en kies Volgende.
Opmerking Als de wizard Nieuwe hardware gevonden
verschijnt, kiest u Cancel. Als er een waarschuwingsmelding bij hardware-installatie verschijnt, kiest u Continue.
3 U kunt de afdruksysteemnaam aanpassen in het installatie-
instellingenvenster. Deze naam zal worden weergegeven in het printervenster en in de printerlijsten weergegeven in applicaties. Specificeer of u de afdruksysteemnaam wilt delen of het afdruksysteem als bestaande printer wilt instellen en klik op
Volgende.
BELANGRIJK Stap 3 verschijnt enkel indien het afdruksysteem
is verbonden via een netwerk. Hij verschijnt niet indien het afdruksysteem is verbonden via USB.
4 Er verschijnt een venster waarin u de instellingen kunt controleren.
Controleer de instellingen nauwkeurig en kies Installeren.
Opmerking Als het Windows Beveiliging venster verschijnt,
kies Deze driversoftware installeren.
5 Er verschijnt een melding die zegt dat de printer goed is
geïnstalleerd. Kies Exit om de printerinstallatiewizard te verlaten en terug te keren naar het hoofdmenu van de cd-rom.
Indien het dialoogvenster voor apparaatinstelling verschijnt nadat u Exit heeft gekozen, kunt u de instellingen specificeren voor onderdelen zoals optionele functies die in het afdruksysteem zijn geïnstalleerd. U kunt ook de apparaatinstellingen specificeren nadat u de installatie heeft verlaten. Zie voor meer informatie
2-12 Afdrukken
Page 37
Apparaatinstellingen in de printerdriver gebruikershandleiding op de cd-rom.
Hiermee is de installatieprocedure van de printerdriver voltooid. Volg de instructies op het scherm om het systeem opnieuw op te starten, indien nodig.
Afdrukken 2-13
Page 38

Aangepaste modus

Gebruik Aangepaste modus als u de printerpoort wilt specificeren en de te installeren software selecteren.
Als u bijvoorbeeld niet wilt dat op uw computer geïnstalleerde lettertypes worden vervangen, selecteer dan Aangespaste modus en vink het Lettertypes selectievakje in het installatievenster uit.
1 Selecteer Aangepaste modus.
2 Volg de instructies in het venster van de installatiewizard, selecteer
de softwarepakketten die moeten worden geïnstalleerd en specificeer de poort, enz.
Zie voor meer informatie Aangepaste installatie in de printerdriver gebruikershandleiding op de cd-rom.

Installatie op een Macintosh

1 Schakel de printer en de Macintosh in.
2 Plaats de bijgeleverde cd-rom (Product Library) in het cd-
romstation.
3 Dubbelklik op het cd-rom pictogram.
4 Dubbelklik op OS X 10.2 and 10.3 only of OS X 10.4 or higher
afhankelijk van uw MAC OS-versie.
5 Dubbelklik op Kyocera OS X x.x.
2-14 Afdrukken
Page 39
6 Het installatieprogramma van de printerdriver start.
7 Kies Bestemming selecteren, Installatietype en installeer
vervolgens de printerdriver zoals aangegeven door de instructies in de installatiesoftware.
Opmerking Behalve Eenvoudige installatie, omvatten de
Installatietype opties Aangepaste installatie, waarmee u de
te installeren onderdelen kunt specificeren.
BELANGRIJK Voer in het scherm Verificatie de naam en het wachtwoord in die worden gebruikt voor het besturingssysteem.
Hiermee is de installatie van de printerdriver voltooid. Specificeer vervolgens de afdrukinstellingen.
Indien er een IP- of AppleTalk verbinding wordt gebruik, zijn de onderstaande instellingen vereist. Indien een USB-verbinding wordt gebruikt, wordt de printer automatisch herkend en verbonden.
8 Open Systeemvoorkeuren en kies Afdrukken en faxen.
9 Klik op het plus-symbool (+) om de geïnstalleerde printerdriver toe te
voegen.
Afdrukken 2-15
Page 40
10Kies het IP-icoon voor een IP-verbinding of het AppleTalk-icoon voor
een AppleTalk-verbinding en voer dan het IP-adres en de printernaam in.
11Selecteer de geïnstalleerde printerdriver en kies Voeg toe.
12Selecteer de beschikbare opties voor de printer en kies Gadoor.
2-16 Afdrukken
Page 41
13De geselecteerde printer wordt toegevoegd. Hiermee is de procedure
voor de printerinstelling voltooid.
Afdrukken 2-17
Page 42

Afdrukken vanuit applicaties

Hieronder worden de stappen beschreven die nodig zijn voor het afdrukken van een document dat met een applicatie gemaakt is. U kunt het papierformaat en de afleveringsbestemming voor de afdrukken selecteren.
1 Plaats het gewenste papier in de papiercassette.
2 Selecteer vanuit de applicatie in het menu Bestand de optie
Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven.
3 Klik op de vervolgkeuzelijst met printernamen. Alle printers die in
Windows zijn geïnstalleerd, staan vermeld. Klik op de naam van het apparaat.
4 Voer bij Aantal exemplaren het aantal afdrukken in dat u wilt maken.
Er kunnen maximaal 999 kopieën worden gemaakt. Voor Microsoft Word wordt aanbevolen dat u op Opties klikt en
Printerinstellingen gebruiken als Standaardpapierlade specificeert.
3
4
5 Klik op OK om te beginnen met afdrukken.
Opmerking Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik
van de printerdriver de KX Printer Driver User Guide.
2-18 Afdrukken
Page 43

Status Monitor

r
De Status Monitor bewaakt de printerstatus en voorziet in een doorlopend functioneringsrapport. Het stelt u ook in de gelegenheid om instellingen voor printers te specificeren en te wijzigen die niet in de KX driver voorkomen.
De Status Monitor wordt automatisch geïnstalleerd tijdens de KX driver installatie.

Toegang tot de Status Monitor

Gebruik een van onderstaande methodes voor het starten van de Status Monitor.
• Start wanneer het afdrukken begint: Wanneer u een printer specificeert en een afdruktaak start, wordt een Status Monitor gestart voor iedere printernaam. Als een Status Monitor start wordt vereist voor meerdere printers, wordt een Status Monitor gestart voor iedere printer die dat verzoek uitvaardigt.
• Start van de KX driver Properties (eigenschappen): Klik met de rechter muisknop op de knop Over... in het KX driver Properties dialoogvenster. Klik dan op Status Monitor in het dialoogvenster Over... om de Status Monitor op te starten.

Verlaten van de Status Monitor

Gebruik een van onderstaande methodes voor het verlaten van de Status Monitor.
• Handmatig verlaten: Klik met de rechter muisknop op het pictogram van de Status Monitor in de taakbalk en kies Verlaten in het menu, voor het verlaten van de Status Monitor.
• Automatisch verlaten: De Status Monitor sluit automatisch na 5 minuten als deze niet wordt gebruikt.

Schermoverzicht

Het schermoverzicht van de Status Monitor is als volgt.
Pop-upvenster
3D-Beeld
Pictogram Status Monito
Pop-upvenster
Als een gebeurtenismelding zich voordoet, verschijnt een pop-upvenster. Dit venster verschijnt alleen als het 3D-Beeld geopend is op het bureaublad.
Afdrukken 2-19
Page 44
3D-Beeld
Dit laat de status van de bewaakte printer zien als een 3D-afbeelding. U kunt kiezen om het 3D-beeld te laten zien of te verbergen in het weergegeven menu wanneer u met de rechter muisknop op het pictogram van de Status Monitor klikt.
Als een gebeurtenismelding zich voordoet, worden het 3D-beeld en een geluidsmelding gebruikt om u in kennis te stellen. Raadpleeg voor meer informatie over de geluidsmelding Instellingen Status Monitor op pagina 2-21.

Pictogram Status Monitor

Wanneer de Status Monitor loopt wordt het pictogram daarvan weergegeven in het meldingsgebied van de taakbalk Wanneer u de cursor over het pictogram beweegt, verschijnt de printernaam. Door met uw rechter muisknop op het pictogram van de Status Monitor te klikken, kunt u de onderstaande opties instellen.
De Status Monitor weergeven
Hiermee wordt het pictogram van de Status Monitor weergegeven of verborgen.
Configureren...
Als de printer is verbonden met een TCP/IP-netwerk en zijn eigen IP­adres heeft, gebruikt u een webbrowser om naar het COMMAND CENTER te gaan om de netwerkinstellingen te wijzigen of bevestigen. Raadpleeg voor meer informatie de COMMAND CENTER Operation Guide.
Voorkeur
Specificeer de Geluidsmelding en Uiterlijk -instellingen voor de Status Monitor. Raadpleeg voor meer informatie Instellingen Status Monitor op pagina 2-21.
Kyocera Online
Hierdoor gaat u naar de Kyocera Mita website.
Verlaten
Hiermee verlaat u de Status Monitor.
2-20 Afdrukken
Page 45

Instellingen Status Monitor

Gebruik de Voorkeur functie voor het instellen van de Status Monitor. De Status Monitor heeft twee tabbladen waar u instellingen kunt configureren.
Tabblad geluidsmelding
Het tabblad Geluidsmelding bevat de volgende onderdelen.
BELANGRIJK Uw computer vereist geluidsmogelijkheden zoals een geluidskaart en luidsprekers om de instellingen op het tabblad Geluidsmelding te kunnen bevestigen.
Gebeurtenismelding inschakelen
Kies in- of uitschakelen van gebeurtenissenbewaking in Gebeurtenissen beschikbaar.
Geluidsbestand
Een geluidsbestand kan geselecteerd worden als u een kennisgeving met geluid wilt ontvangen. Kies Bladeren om het geluidsbestand te zoeken.
Gebruik tekst naar spraak
Kies dit selectievakje om uw tekst in te voeren die u wilt horen tijdens gebeurtenissen. Hoewel een geluidsbestand niet nodig is, is deze functie alleen toepasbaar voor Windows XP of hoger.
Neem de volgende stappen om deze functie te gebruiken.
1 Kies Inschakelen gebeurtenismelding. 2 Selecteer een gebeurtenis die gebruikt moet worden met de optie
tekst naar spraak in Beschikbare gebeurtenissen.
3 Kies Bladeren om de gebeurtenis te melden door een geluidbestand.
Opmerking De beschikbare bestandsopmaak is WAV.
Kies Gebruik tekst naar spraak om tekst die ingegeven is in het vakje Tekst naar spraak uit te spreken wanneer een gebeurtenis plaatsvond.
4 Kies om het juist afspelen van het geluid of de tekst te
bevestigen.
Afdrukken 2-21
Page 46
Tabblad uiterlijk
Het tabblad Uiterlijk bevat de volgende onderdelen.
Venster vergroten
Verdubbelt het formaat van het Status Monitor venster.
Altijd op voorgrond
Geeft de Status Monitor bovenop andere geopende vensters.
Transparant
Geeft de Status Monitor als een transparant venster weer.
2-22 Afdrukken
Page 47

Software verwijderen (Windows PC)

De software kan worden verwijderd m.b.v. de cd-rom (Product Library) die bij de printer is geleverd.
BELANGRIJK Op Macintosh computers kan de software niet worden verwijderd m.b.v. de cd-rom (Product Library), omdat de printerinstellingen worden gespecificeerd m.b.v. een PPD (PostScript Printer Description) -bestand.
1 Sluit alle actieve softwareapplicaties af.
2 Plaats de bijgeleverde cd-rom (Product Library) in het cd-romstation.
3 Volg de procedure die u heeft gebruikt om de printerdriver te
installeren en kies Software verwijderen. De Kyocera Uninstaller wizard verschijnt.
4 Selecteer de te verwijderen softwareprogramma's.
5 Kies Verwijderen.
Opmerking In Windows Vista, verschijnt het Verwijder
stuurprogramma en Pakket venster. Kies Verwijder stuurprogramma en stuurprogrammapakket, en klik op OK.
De uninstaller start.
6 Als het venster Verwijderen voltooid verschijnt, selecteert u
Volge nde.
7 Kies of u uw computer wilt herstarten of niet, en klik op Finish.
Afdrukken 2-23
Page 48
2-24 Afdrukken
Page 49

3 Onderhoud

Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Algemene informatie 3-2 Vervanging toner container 3-2 De tonerafvalbak vervangen 3-6 De printer reinigen 3-8
Onderhoud 3-1
Page 50

Algemene informatie

In dit hoofdstuk worden basisonderhoudstaken beschreven die u op de printer kunt uitvoeren. U kunt de volgende onderdelen vervangen naar aanleiding van een bericht op het printerscherm:
• Tonerpakketten
• Tonerafvalbak
De volgende onderdelen dienen ook regelmatig te worden gereinigd:
• Papiertransfereenheid
Opmerking Verzamelen van informatie op geheugenchips - De
geheugenchip die aan de tonercontainer vast zit, is ontwikkeld om het gemak voor de eindgebruiker te vergroten; om hergebruik van lege tonercontainers te ondersteunen; en om informatie te verzamelen ter ondersteuning van nieuwe productplanning en ontwikkeling. De verzamelde informatie is anoniem - het kan met niemand in verband gebracht worden en de gegevens worden vertrouwelijk behandeld.

Vervanging toner container

De tonercontainer in de printer moet worden vervangen zodra het berichtenscherm de melding Toner laag toont of zo snel mogelijk daarna. Als u de printer blijft gebruiken zal de tonervoorraad uiteindelijk op raken en zal de printer stoppen met afdrukken en er zal Vervang toner C,M,Y,K een bericht worden getoond dat u instructies geeft hoe u een nieuw tonerpakket installeert.

Hoe vaak de tonercontainer moet worden vervangen

De levensduur van de tonercontainers hangt af van de hoeveelheid toner die nodig is om uw afdruktaken uit te voeren. Conform ISO/IEC 19798 en met de EcoPrint-functie uitgeschakeld, kan de tonercontainer de volgende aantallen afdrukken (uitgaande van A4/Letter-papier):
FS-C5100DN
Tonerkleur
Zwart 5.000 afbeeldingen
Cyaan 4.000 afbeeldingen
Magenta 4.000 afbeeldingen
Geel 4.000 afbeeldingen
FS-C5200DN
Tonerkleur
Zwart 7.000 afbeeldingen
Cyaan 6.000 afbeeldingen
Magenta 6.000 afbeeldingen
Geel 6.000 afbeeldingen
Levensduur van de tonercontainer (afdrukbare pagina's)
Levensduur van de tonercontainer (afdrukbare pagina's)
3-2 Onderhoud
Page 51
FS-C5300DN en FS-C5350DN
Tonerkleur
Zwart 12.000 afbeeldingen
Cyaan 10.000 afbeeldingen
Magenta 10.000 afbeeldingen
Geel 10.000 afbeeldingen
Levensduur van de tonercontainer (afdrukbare pagina's)
Opmerking De tonercontainers die bij de nieuwe printer zijn
verpakt, zijn starttonercontainers. De starttonercontainer kan tot 50 % van de printercapaciteit afdrukken alvorens op te raken (Bijvoorbeeld: FS-C5200DN kan 3.500 (FS-C5350DN: 6,000) monochrome afbeeldingen afdrukken met de zwarte starttonercontainer).
Tonerpakketten
Wij raden u aan om voor de beste resultaten alleen originele Kyocera onderdelen en voorraad te gebruiken. Indien schade is onstaan door gebruik van een andere toner dan een originele Kyocera Mita toner, dan valt deze schade buiten de garantie.
De tonerpakketten worden geleverd in 4 verschillende kleuren: cyaan, magenta, geel en zwart.
Een nieuw tonerpakket voor elke kleur bevat de volgende onderdelen:
• Tonercontainer
• Plastic afvalzakken voor de oude tonercontainer en de oude tonerafvalbak
• Tonerafvalbak
• Installatiehandleiding
Opmerking Haal de tonercontainer pas uit de doos als u klaar
bent om de container in de printer te plaatsen.

Uitleg over berichten waarin u wordt verzocht de tonercontainer te vervangen

De printer geeft op twee verschillende momenten berichten weer voor individuele tijdens het gebruik van toner. Dit bericht wordt automatisch afgewisseld met het andere printerbericht (zoals Klaar):
• Wanneer de toner in de printer bijna op is, bijvoorbeeld in de cyaan container, toont de printer het bericht Toner laag C als eerste waarschuwing. Merk op dat vervanging op dit moment niet altijd nodig is.
• Als u het bovenstaande bericht negeert en doorgaat met afdrukken, toont de printer vlak voordat de toner op is, het bericht Vervang toner. De tonercontainer dient onmiddellijk vervangen te worden. Reinig de afzonderlijke laderdraden, enz. Nadat het reinigen is gebeurd, verandert het bericht echter niet automatisch in Klaar. Als u weer met afdrukken wilt beginnen, drukt u op [GO], zodat de printer klaar is.
Vervang in beide gevallen de tonercontainer. Raadpleeg Vervanging toner container op pagina 3-2.
Onderhoud 3-3
Page 52

De tonercontainer vervangen

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de tonercontainers vervangt. Wanneer u de tonercontainer van een kleur vervangt, dient u altijd tegelijkertijd de tonerafvalbak te vervangen. Als deze bak vol is, kan de printer beschadigd raken of worden vervuild door het tonerafval dat uit de bak kan lekken.
VOORZICHTIG De tonercontainer mag niet worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
BELANGRIJK Verwijder tijdens het vervangen van de tonercontainer opslagmedia en computerbenodigdheden (zoals diskettes) uit de buurt van de tonercontainer. Zo wordt schade aan de media vermeden als gevolg van de magnetische lading van de toner.
BELANGRIJK Kyocera Mita Corporation aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade of problemen die voortkomen uit het gebruik van andere tonercontainers dan de originele Kyocera tonercontainers. Het is ook aanbevolen om voor een optimale prestatie alleen Kyocera tonercontainers te gebruiken die speciaal bedoeld zijn voor gebruik in uw land of regio. Als de toner voor andere doeleinden is geïnstalleerd, zal de printer stoppen met afdrukken.
Opmerking U hoeft de printer niet uit te zetten voordat u met
vervanging begint. Gegevens die zich al in het proces van de printer bevinden, worden verwijderd als u de printer uit zet.
Bovenklep (Bovenlade)
Zorg er voor het vervangen van de tonercontainer eerst voor dat u de juiste kleur heeft voor de tonercontainer die moet worden vervangen. In dit voorbeeld wordt er vanuit gegaan dat u de gele tonercontainer vervangt.
1 Open de bovenklep (bovenlade).
Magenta (M) Cyaan (C) Geel (Y) Zwart (K)
2 Verwijder de oude tonercontainer voorzichtig uit de printer.
3-4 Onderhoud
Page 53
Plastic zak
3 Plaats de oude tonercontainer in de plastic zak (bij het tonerpakket
meegeleverd) en gooi de zak later weg volgens de plaatselijke regels of bepalingen voor het weggooien van afval.
4 Haal de nieuwe tonercontainer uit het tonerpakket.
5 Schud de nieuwe tonercontainer 5 à 6 keer heen en weer zoals in de
afbeelding aangegeven om de toner gelijkmatig in de container te verspreiden. Druk niet te hard op het midden van de tonercontainer en raak de tonerinvoersleuf.
Tonerinvoersleuf
6 Plaats de nieuwe tonercontainer in de printer zoals aangegeven in de
onderstaande afbeelding.
7 Duw op de bovenkant van de tonercontainer om deze stevig op zijn
plaats vast te zetten.
Gebruik dezelfde procedure om de andere kleurtonercontainers te vervangen.
8
Sluit de bovenklep (bovenlade).
Opmerking Als de bovenklep (bovenlade) niet sluit,
controleer of de nieuwe tonercontainer correct is geplaatst (in stap 7). Gooi de tonercontainer en de tonerafvalbak na gebruik altijd overeenkomstig de plaatselijke milieuwetgeving weg.
Ga verder naar het volgende gedeelte.
Onderhoud 3-5
Page 54
Linkerklep

De tonerafvalbak vervangen

Vervang de tonerafvalbak wanneer het bericht Controleer tonerafvalbak wordt weergegeven. Er zit een nieuwe tonerafvalbak in
het tonerpakket. De tonerafvalbak dient te worden vervangen voordat de printer in gebruik wordt genomen.
1 Open de linkerklep.
2 Houd de tonerafvalbak vast en druk op de vergrendelingshendel.
Verwijder de tonerafvalbak nu voorzichtig.
Opmerking Verwijder de tonerafvalbak zo voorzichtig
mogelijk, zodat de toner niet wordt verstrooid. Zorg ervoor dat de opening van de tonerafvalbak omhoog wijst.
Vergrendelingshendel
Plastic zak
3 Sluit, nadat u de bak uit de printer heeft gehaald, de dop van de oude
tonerafvalbak.
Dop
Oud afval Tonerafvalbak
4 Plaats, om te voorkomen dat er toner wordt gemorst, de oude
tonerafvalbak in de plastic zak (bij het tonerpakket inbegrepen) en gooi de zak later weg volgens de plaatselijke regels of bepalingen voor het weggooien van afval.
3-6 Onderhoud
Page 55
Nieuwe tonerafvalbak
5 Open de dop van de nieuwe tonerafvalbak.
Dop
Nieuw afval Toner­afvalbak
6 Plaats de nieuwe tonerafvalbak zoals in afbeelding aangegeven.
Wanneer de bak goed is geplaatst, wordt de bak vastgeklikt.
7 Zorg ervoor dat de tonerafvalbak goed is geplaatst en sluit de
linkerklep.
Nadat de tonercontainers en de tonerafvalbak zijn vervangen, dient u de papiertransfereenheid te reinigen. Raadpleeg voor instructies De printer reinigen op pagina 3-8.
Onderhoud 3-7
Page 56

De printer reinigen

De papiertransfereenheid dient te worden gereinigd telkens de tonercontainer en tonerafvalbak worden vervangen.
Om een optimale afdrukkwaliteit te behouden, is het ook aan te bevelen dat de binnenkant van de printer eenmaal per maand wordt gereinigd, alsook wanneer de tonercontainer wordt vervangen.
Hij dient ook te worden gereinigd indien er strepen of lijnen verschijnen op afgedrukte kopieën of indien afdrukken vaag of onduidelijk zijn.

De papiertransfereenheid reinigen

Afdrukproblemen zoals vlekken op de achterkant van afgedrukte pagina's kunnen zich voordoen indien de papiertransfereenheid vuil wordt. Voor het reinigen van de papiertransfereenheid moet u de droge doek gebruiken.
VOORZICHTIG De onderdelen binnenin de fuserklep zijn heet. Raak deze niet met uw handen aan, aangezien dit brandwonden kan veroorzaken.
1 Druk op de hendel om de vergrendeling te ontgrendelen.
2 Trek de voorklep naar buiten.
3-8 Onderhoud
Page 57
3 Veeg de papierdeeltjes op de registratierol en de papierhelling weg
met de droge doek.
Papiertransfereenheid
Duplexeenheid
Papierhelling
Opmerking Zorg dat u de zwarte transferrol en de zwarte
transferband niet aanraakt tijdens het reinigen; de afdrukkwaliteit kan er negatief worden door beïnvloed.
4 Duw de voorklep weer goed terug naar binnen.
Opmerking Zorg dat uw handen niet bekneld raken onder
de voorklep wanneer u deze sluit.
Droge doekk
Transferband (zwart)
Registratie Rol (metaal)
Transferrol (zwart)
Onderhoud 3-9
Page 58
3-10 Onderhoud
Page 59

4 Problemen oplossen

Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Algemene richtlijnen 4-2 Problemen met de afdrukkwaliteit 4-3 Foutberichten 4-6 Papierstoringen oplossen 4-12
Als een probleem niet kan worden opgelost, neemt u contact op met uw servicetechnicus.
Problemen oplossen 4-1
Page 60

Algemene richtlijnen

In de onderstaande tabel staan basisoplossingen voor problemen die bij de printer kunnen optreden. Voordat u service belt, raden wij u aan eerst deze tabel te raadplegen om problemen op te lossen.
Symptoom Controles Correctie
Afdrukkwaliteit is niet goed. Raadpleeg Problemen met de afdrukkwaliteit op pagina 4-3.
Papier is vastgelopen. Raadpleeg Papierstoringen oplossen op pagina 4-12.
Er branden geen lampjes op het bedieningspaneel, zelfs niet wanneer de printer aan staat, en de ventilator maakt geen geluid.
De printer drukt een statuspagina af, maar er worden geen taken vanaf de computer afgedrukt.
Er komt stoom uit de printer in het gebied rond de bovenlade.
Controleer of het netsnoer goed op het stopcontact is aangesloten.
Controleer of de aan/uit-schakelaar in de stand ON (I) staat.
Controleer de printerkabel of de aansluitingskabel.
Controleer de programmabestanden en de applicatiesoftware.
Controleer of de kamertemperatuur laag is, of of er vochtig papier werd gebruikt.
Zet de printer uit, sluit het netsnoer goed aan en zet de printer weer aan.
Zet de aan/uit-schakelaar in de stand ON.
Sluit beide uiteinden van de printerkabel stevig aan. Probeer de printerkabel of de aansluitingskabel te vervangen.
Probeer een ander bestand af te drukken of een andere afdrukopdracht te gebruiken. Als het probleem zich alleen bij een bepaald bestand of een specifieke applicatie voordoet, controleert u de instellingen van de printerdriver voor die applicatie.
Afhankelijk van de afdrukomgeving en de toestand van het papier, zal de hitte die ontstaat tijdens het afdrukken het vocht in het papier doen verdampen en de stoom die daarbij vrijkomt kan eruit zien als rook. Dat is geen probleem en u kunt gewoon doorgaan met afdrukken. Als u bezorgd bent om de stoom, verhoog dan de kamertemperatuur, of vervang het papier door nieuwer, droger papier.

Tips

Printerproblemen kunnen gemakkelijk worden opgelost met behulp van onderstaande tips. Wanneer u een probleem tegenkomt dat met de bovenstaande richtlijnen niet kan worden opgelost, probeert u het volgende:
• Zet de printer uit en wacht enkele seconden. Zet de printer dan weer aan.
• Start de computer, waarvandaan de afdruktaken naar de printer worden verzonden, opnieuw op.
• Zorg ervoor dat u over de nieuwste versie van de printerdriver beschikt en deze gebruikt. De nieuwste versies van printerdrivers en hulpprogramma's zijn beschikbaar op: http://www.kyoceramita.com/download/.
• Zorg ervoor dat de afdrukprocedures in de applicatiesoftware correct worden opgevolgd. Raadpleeg de documentatie die met de applicatiesoftware is meegeleverd.
4-2 Problemen oplossen
Page 61

Problemen met de afdrukkwaliteit

In de tabellen en diagrammen van de volgende gedeelten worden problemen met de afdrukkwaliteit gedefinieerd en vindt u de correcties die u kunt uitvoeren om de problemen op te lossen. Bij sommige oplossingen dient u onderdelen van de printer te reinigen of te vervangen.
Als het probleem niet wordt opgelost door de voorgestelde correctie, belt u service.
Afgedrukte resultaten Correctie
Afwijkende kleurafdruk Voer kleurregistratie uit m.b.v. het bedieningspaneel van de printer.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Registratie normaal (Kleurregistratie [standaard]) of het gedeelte Registratiedetails (Kleurregistratie [gedetailleerd]) van de Advanced Operation Guide.
Geheel lege afdruk Controleer de tonercontainers.
Open de bovenklep (bovenlade) van de printer en controleer of de tonercontainers goed in de printer zijn geplaatst. Voor meer informatie over het installeren van de tonercontainers, zie Vervanging toner container op pagina 3-2.
Controleer of de applicatiesoftware goed werkt.
Geheel zwarte pagina Controleer de hoofdoplader.
Open de linkerklep en controleer of de hoofdoplader goed is geplaatst.
Dropouts of afgedwaalde punten Reinig de hoofdopladers.
Zie voor meer informatie het gedeelte LSU/Oplader (LSU/Instelling reinigingsmodus hoofdoplader) van de Advanced Operation Guide.
Problemen oplossen 4-3
Page 62
Afgedrukte resultaten Correctie
Zwarte of witte verticale strepen Controleer de toner op het bedieningspaneel.
Als het bericht Toner laag C,M,Y,K wordt weergegeven met kleurbeschrijving, dient u een nieuw tonerpakket voor die kleur te installeren. Zie Vervanging toner container op pagina 3-2 voor het
vervangen van de tonercontainer.
Reinig de hoofdopladers. Zie voor meer informatie het gedeelte LSU/Oplader (LSU/Instelling
Richting van papier­invoer
reinigingsmodus hoofdoplader) van deAdvanced Operation Guide.
Vernieuw drum. Voer de volgende procedures uit op het bedieningspaneel en probeer het drumoppervlak te reinigen m.b.v. het ingebouwde reinigingssysteem van de printer.
1 Druk op [MENU]. 2 Druk meermaals op U of V totdat Aanpassen/Onderhoud >
verschijnt.
3 Druk op Z. Druk meermaals op U of V totdat >Service >
verschijnt.
4 Druk op Z. Druk meermaals op U of V totdat >>Drum verschijnt. 5 Druk tweemaal op [OK]. 6 Het berichtenscherm toont Een ogenblik. Na ongeveer 3 minuten
keert het scherm terug naar Klaar.
Vage of onduidelijke afdrukken Reinig de hoofdopladers.
Zie voor meer informatie het gedeelte LSU/Oplader (LSU/Instelling reinigingsmodus hoofdoplader) van de Advanced Operation Guide.
Zorg ervoor dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het gebruikte papier. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Papierinstellingen van de Advanced Operation Guide.
Voer kleurkalibratie uit door ofwel de printer uit en in te schakelen ofwel met behulp van het bedieningspaneel van de printer. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Kleurkalibratie van de Advanced Operation Guide.
Probeer de kleurcontrole-instellingen aan te passen m.b.v. de printerdriver.
Controleer het bedieningspaneel. Als het bericht Toner laag C,M,Y,K wordt weergegeven met kleurbeschrijving, dient u een nieuw tonerpakket voor die kleur te installeren. Raadpleeg Vervanging toner container op
pagina 3-2 voor het vervangen van de toner.
4-4 Problemen oplossen
Page 63
Afgedrukte resultaten Correctie
Vernieuw drum. Voer de volgende procedures uit op het bedieningspaneel en probeer het drumoppervlak te reinigen m.b.v. het ingebouwde reinigingssysteem van de printer.
1 Druk op [MENU]. 2 Druk meermaals op U of V totdat Aanpassen/Onderhoud >
verschijnt.
3 Druk op Z. Druk meermaals op U of V totdat >Service >
verschijnt.
4 Druk op Z. Druk meermaals op U of V totdat >>Drum verschijnt. 5 Druk tweemaal op [OK]. 6 Het berichtenscherm toont Een ogenblik. Na ongeveer 3 minuten
keert het scherm terug naar Klaar.
Grijze achtergrond Reinig de hoofdopladers.
Zie voor meer informatie het gedeelte LSU/Oplader (LSU/Instelling reinigingsmodus hoofdoplader) van de Advanced Operation Guide.
Voer kleurkalibratie uit door ofwel de printer uit en in te schakelen ofwel met behulp van het bedieningspaneel van de printer. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Aanpassen/Onderhoud
(Aanpassen/Onderhoud selectie/instelling) van de Advanced Operation Guide.
Vuil op de bovenrand of achterkant van het papier
Controleer de papierinvoer en de helling. Trek de papiertransfereenheid naar buiten en controleer of er zich toner bevindt op de papierhelling. Reinig de papierhelling m.b.v. een zachte, droge, pluisvrije doek. Raadpleeg voor meer informatie De papiertransfereenheid reinigen op pagina 3-8.
Reinig de hoofdopladers. Zie voor meer informatie het gedeelte LSU/Oplader (LSU/Instelling reinigingsmodus hoofdoplader) van de Advanced Operation Guide.
Problemen oplossen 4-5
Page 64
Bericht Correctie

Foutberichten

In de volgende tabel staan fouten en onderhoudsberichten die u zelf kunt corrigeren en uitvoeren. Als
Call service
uit, ontkoppelt u het netsnoer en neemt u contact op met uw servicetechnicus.
Call service
Indien
of
Fout.Uit en aan
de printer uit en weer aan om te kijken of de printer zich hersteld heeft. Als het bericht nog steeds wordt weergegeven, schakelt u de printer uit, ontkoppelt u het netsnoer en neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf.
Bij sommige fouten hoort u het alarm. Druk op [Cancel] om het alarm uit te zetten.
verschijnt, zet u de printer
wordt weergegeven, zet u
Accountfout ## Druk op GO
Plts pap MP-lade
Call service F000F###:
Bel service ####:0123456
Data wrdn gewist
Papiercassette # is leeg
Wijzig positie envelopschakel.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de taakaccounting-functie is ingeschakeld en een poging om taakaccountinginstellingen te specificeren of om een account te registreren of verwijderen, mislukt. Druk op [GO] om de printer naar de status online te doen terugkeren.
Het papier in de weergegeven papierbron is op. Plaats papier in de weergegeven bron (papiercassettes, MP-lade, of optionele papierinvoer). Dit bericht wordt om en om weergegeven met berichten die de printerstatus aangeven, zoals Klaar, Een ogenblik, en Bezig m verwerkn.
F### staat voor een controller-fout (#=0, 1, 2, ...). Bel service. De printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven.
#### staat voor een mechanische fout (#=0, 1, 2, ...). Bel service. De printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven. Het totale aantal afgedrukte pagina's wordt tevens aangegeven. Bijvoorbeeld 0123456.
Wordt weergegeven wanneer data worden geannuleerd.
De overeenkomende papiercassette is niet geplaatst. Plaats de cassette. Het cassettenummer kan 1 (bovenste) tot 4 (onderste) zijn.
Wordt weergegeven wanneer de papiersoort niet overeenkomt met de instelling van de envelopschakelaar.
Controleer cassette #
Dit bericht wordt weergegeven wanneer er zich een papierhijsfout heeft voorgedaan in de cassette van de papierbron. Trek de cassette voor de weergegeven papierbron naar buiten (de papiercassettes of optionele papierinvoeren) en controleer of het papier correct wordt geladen.
Het bericht Call service wordt weergegeven wanneer deze fout zich herhaaldelijk voordoet.
Controleer tonerafvalbak
Dit bericht waarschuwt in de volgende twee gevallen. Installeer de nieuwe tonerafvalbak. De tonerafvalbak is niet geplaatst. De tonerafvalbak is vol.
Reinig printer Druk op GO
Reinig de binnenkant van de printer. Raadpleeg De printer reinigen op pagina 3-8. Dit bericht wordt weergegeven wanneer u de toner container heeft vervangen nadat het bericht Vervang toner Reinig printer is weergegeven. Druk nadat u de binnenkant van de printer heeft gereinigd op [GO]. De printer is nu klaar om af te drukken.
4-6 Problemen oplossen
Page 65
Bericht Correctie
Sluit voorklep
Sluit linkerklep
Sluit bovenklep
USB in gebr.
Duplex uit Druk op GO
Voer account in
Envelopmodus
De voorklep van de printer staat open. Sluit de voorklep.
De linkerklep van de printer staat open. Sluit de linkerklep.
De bovenklep van de printer staat open. Sluit de bovenklep van de printer.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer Appar. verwijd. werd geselecteerd terwijl een USB-geheugen in gebruik was. Het vorige scherm wordt opnieuw 1 of 2 seconden weergegeven.
U heeft geprobeerd af te drukken met een papierformaat en papiersoort dat niet kan worden gebruikt voor dubbelzijdig afdrukken. Druk op [GO] om alleen op één kant van het papier af te drukken.
Er dient een accountcode te worden ingevoerd. Dit bericht wordt weergegeven indien u probeert af te drukken vanaf het bedieningspaneel (bv. een statuspagina afdrukken of de Taken bijhouden-functie gebruiken) wanneer de taakaccountingfunctie is ingeschakeld. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Taakaccounting (Taakaccounting selectie/ instelling) van de Advanced Operation Guide.
Wordt weergegeven wanneer de envelopschakelaar is ingesteld op envelopmodus.
Indien het waarschuwingslampje knippert, controleer dan de geïnstalleerde optionele harde schijf of de geheugenkaartindeling.
Fout.Uit en aan F###
Error.Power off. F000
Max. uitv. limiet Druk op GO
Bestand afwezig Druk op GO
Formatteringfout Harde schijf
Formatteringfout Geheugenkaart
Schakel het apparaat uit- en weer in. Als het bericht nog steeds wordt weergegeven, schakelt u het apparaat uit en neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf.
De printercontroller en het bedieningspaneel kunnen geen data uitwisselen. Schakel de printer uit en ontkoppel hem van de netvoeding. Neem hierna contact op met uw servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf. Zie de achterste pagina van deze handleiding voor de relevante telefoonnummers.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de taakaccounting-functie is ingeschakeld en er een poging is ondernomen om de afdruklimiet die voor elke account is ingesteld, te overschrijden. Druk op [GO] om de printer naar de status online te doen terugkeren. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Taakaccounting (Taakaccounting selectie/ instelling) van de Advanced Operation Guide.
Het gespecificeerde bestand werd niet gevonden op de harde schijf, RAM-schijf of geheugenkaart. Raadpleeg voor meer informatie over de harde schijf, RAM-schijf en geheugenkaarten het gedeelte Gedeeld apparaat (selectie/instelling van het gedeelde apparaat) van de Advanced Operation Guide.
De in de printer geïnstalleerde harde schijf is niet geformatteerd en kan daarom niet worden gebruikt om te lezen of schrijven.
De in de printer geplaatste geheugenkaart is niet geformatteerd en kan daarom niet worden gebruikt om te lezen of schrijven. Volg om een geheugenkaart te formatteren de procedure in het gedeelte Geheugenkaart (Gebruik van de geheugenkaart) van de Advanced Operation Guide.
Problemen oplossen 4-7
Page 66
Bericht Correctie
H. schijffout ## Druk op GO
ID-fout
Illegaal account Druk op GO
Installeer MK
Job niet bewaard Druk op GO
Beperkte rechten Druk op GO
Er is een fout op de harde schijf opgetreden. Bekijk de foutcode die op de plaats van ## staat en raadpleeg Foutcodes met betrekking tot opslag op pagina 4-10. Wilt u de fout op de harde schijf negeren, dan drukt u op [GO].
De gebruikers-ID die voor een privé-taak of een opgeslagen taak is ingevoerd, is niet correct. Controleer de gebruikers-ID die u op de printerdriver heeft ingevoerd. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Taak box van de Advanced Operation Guide.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de taakaccounting-functie is ingeschakeld en er geen account is ingesteld voor een verzonden afdruktaak of de gespecificeerde account niet is geregistreerd (de verkeerde account is ingesteld). Druk op [GO] om de printer naar de status online te doen terugkeren. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Taakaccounting (Taakaccounting selectie/ instelling) van de Advanced Operation Guide.
Vervang het onderhoudspakket dat op het berichtenscherm wordt weergegeven. Het onderhoudspakket dient om de 200.000 afgedrukte afbeeldingen te worden vervangen. U heeft hier een professionele servicetechnicus voor nodig. Neem contact op met uw servicetechnicus.
Afdrukken m.b.v. de Taak box-functie is mislukt omdat er onvoldoende ruimte was op de harde schijf of de RAM-schijf, of omdat de RAM-schijf uitgeschakeld was bij het demonteren van de harde schijf. Druk op [GO] om een foutenoverzicht af te drukken en de printer naar de status online te doen terugkeren.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer een poging tot afdrukken werd ondernomen, ondanks het feit dat de Taakaccountfunctie geactiveerd was met Beperking ingesteld als de taaklimit voor elke taakaccount. Druk op [GO] om de printer naar de status online te doen terugkeren. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Taakaccounting (Taakaccounting selectie/ instelling) van de Advanced Operation Guide.
KPDL-fout ## Druk op GO
Vul pap.cass. # (A4)/(NORMAAL)
Vul MF Lade (A4)/(NORMAAL)
Lage beveiliging
Het huidige afdrukproces kan niet worden voortgezet, als gevolg van een KPDL-fout die in de categorie ## valt. Geef voor het afdrukken van een foutenoverzicht in het systeemmenu >>Foutenrapport weer en selecteer Aan. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. U kunt ophouden met afdrukken door op [Cancel] te drukken. Als Auto fout Wissen op Aan staat, wordt het afdrukken na een vooraf ingestelde periode automatisch hervat.
De papiercassette met het papierformaat en de papiersoort van de afdruktaak is leeg. Laad papier in de papiercassette die op de plaats van # wordt weergegeven. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. Als u vanuit een andere papierbron wilt afdrukken, drukt u op U of V om Gebrk alternat? weer te geven. U kunt dan de bron voor de papierinvoer wijzigen. Als u een papierbron heeft geselecteerd en op [MENU] heeft gedrukt, verschijnt Papierinst. >. Als u op U drukt, verschijnt het menu met de instellingen voor de papiersoort. Druk na het instellen van de juiste papiersoort op [OK]. Het afdrukken begint nu.
Er is geen papiercassette in de printer geïnstalleerd die overeenkomt met het papierformaat en de papiersoort van de afdruktaak. Plaats papier in de MP-lade. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. (Let op: als u papier invoert met een papierformaat dat niet overeenkomt met het huidige papierformaat van de MP-lade, kan het papier vastlopen.) Als u vanuit een andere papierbron wilt afdrukken, drukt u op U of V om Gebrk alternat? weer te geven. U kunt dan de bron voor de papierinvoer wijzigen. Als u een papierbron heeft geselecteerd en op [MENU] heeft gedrukt, verschijnt Papierinst. >. Als u op U drukt, verschijnt het menu met de instellingen voor de papiersoort. Druk na het instellen van de juiste papiersoort op [OK]. Het afdrukken begint nu.
Dit bericht wordt weergegeven wanner Laag werd geselecteerd in Beveiligingsniveau.
4-8 Problemen oplossen
Page 67
Bericht Correctie
Geheugen vol Druk op GO
Geh.kaart Fout## Druk op GO
Slechts 1 ex. Druk op GO
Geen voeding Cassette
Originele toner geïnstall.
Papierstoring ###############
De totale hoeveelheid door de printer ontvangen gegevens overschrijdt het interne geheugen van de printer. Probeer geheugen toe te voegen. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. U kunt ophouden met afdrukken door op [Cancel] te drukken.
Als Auto fout Wissen op Aan staat, wordt het afdrukken na een vooraf ingestelde periode automatisch hervat.
Er is een fout op de geheugenkaart opgetreden. Bekijk de foutcode die op de plaats van ## staat en raadpleeg Fouten met betrekking tot de geheugenkaart kaart en het USB- geheugen op pagina 4-11. Druk op [GO] om de printer naar de status online te doen terugkeren.
Er kan maar één exemplaar worden afgedrukt, omdat de RAM-schijf is uitgeschakeld of omdat de harde schijf niet is geïnstalleerd. Probeer geheugen toe te voegen of een harde schijf te installeren, en de instellingen van de RAM-schijf te configureren.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de optionele papierinvoer PF-510 niet aangesloten is op een voedingsbron en GECOAT (gecoat papier) is geselecteerd als de instelling van de papiersoort. Sluit deze aan op een voedingsbron via de printer.
Wordt weergegeven wanneer de geïnstalleerde toner een origineel Kyocera product is.
Er heeft zich een papierstoring voorgedaan. De locatie van de papierstoring wordt aangegeven op de plaats van de #’s. Raadpleeg Papierstoringen oplossen op pagina 4-12 voor meer informatie.
Papier wordt geplaatst
Fout papierpad
Data te complex Druk op GO
RAM-schijffout## Druk op GO
Vervang toner C,M,Y,K
Vervang toner Reinig printer
Toner laag C,M,Y,K
De geselecteerde cassette wordt voorbereid.
Er bevindt zich geen papiercassette in de invoereenheid of de cassette is niet goed geplaatst. U kunt na het opnieuw plaatsen van de papiercassette weer afdrukken. Wanneer twee of meer optionele invoereenheden zijn geïnstalleerd en de onderste wordt geselecteerd, verschijnt hetzelfde bericht als een van de bovenste papierinvoereenheden en de printercassette niet goed zijn geïnstalleerd.
De data die naar de printer zijn overgebracht, zijn te ingewikkeld om op een pagina te kunnen afdrukken. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken.
Er is een fout op de RAM-schijf opgetreden. Bekijk de foutcode die op de plaats van ## staat en raadpleeg Foutcodes met betrekking tot opslag op pagina 4-10. Wilt u de fout op de RAM­schijf negeren, dan drukt u op [GO].
Twee berichtonderdelen worden om en om weergegeven. Toner is op in de tonercontainer(s). Vervang de tonercontainer met behulp van een nieuw tonerpakket voor de kleur in kwestie. De printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven. Als er bijvoorbeeld Vervang toner C,K wordt weergegeven, dan vervangt u de cyaan en de zwarte tonercontainers.
Vervang de tonercontainer met behulp van een nieuwe tonerset. De kleur van de tonercontainer die dient te worden vervangen wordt voorgesteld door C (Cyaan), M (Magenta), Y (Geel), en K (Zwart).
Problemen oplossen 4-9
Page 68
Bericht Correctie
Boven opvangbak vol met papier
OnbekendeTonerPC C,M,Y,K
Onbekende toner geïnstall.
Fout USB-gehg.## Druk op GO
Gebrk alternat? Pap.cass. 1
Verkeerde acc.
Verkeerde ID
De bovenste lade zit vol (ongeveer 250 pagina's). U moet alle afgedrukte pagina's uit de bovenste lade verwijderen. Wanneer de printer merkt dat de bovenste lade weer leeg is, gaat de printer verder met het afleveren van afdrukken in de bovenste lade.
Dit bericht wordt weergegeven indien de regionale specificatie van de geïnstalleerde tonercontainer niet overeenkomt met die van de printer. Installeer de gespecificeerde tonercontainer.
Wordt weergegeven wanneer de geïnstalleerde toner geen origineel Kyocera product is. Installeer een originele Kyocera toner.
Er is een fout opgetreden in het USB-geheugenapparaat. Druk op [GO] om de printer naar de status online te doen terugkeren.
Wanneer de cassette geen papier bevat dat overeenkomt met de afdrukgegevens (papierformaat en -soort), kunt u aan de hand van dit bericht een andere cassette specificeren om te gebruiken. Een papierbronnummer wordt enkel weergegeven wanneer een optionele papierinvoereenheid is geïnstalleerd. Raadpleeg om af te drukken van een verschillende papierbron het gedeelte Papierinvoermodus (Instelling van de papierinvoerbron) van de Advanced Operation Guide.
Wordt weergegeven wanneer wordt geprobeerd een account te registreren in het Taakaccounting-menu door een accountcode in te voeren die al bestaat. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Taakaccounting (Taakaccounting selectie/ instelling) van de Advanced Operation Guide.
De ID of het wachtwoord ingevoerd voor de Taakaccounting-functie is niet correct. Controleer de ID of het wachtwoord. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Taakaccounting (Taakaccounting selectie/ instelling) van de Advanced Operation Guide.
Verkeerd wachtw.
Het wachtwoord komt niet overeen met het ingestelde wachtwoord. Voer het correcte wachtwoord in. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Taakaccounting (Taakaccounting selectie/instelling) van de Advanced Operation Guide.

Foutcodes met betrekking tot opslag

Fouten met betrekking tot de harde schijf
Code Betekenis
01 Formatteringfout harde schijf. Als deze fout zich blijft voordoen, ook als de
stroom uit- en weer aangezet is, dient u de harde schijf opnieuw te formatteren.
02 Het schijfsysteem is niet geïnstalleerd. Controleer nogmaals de vereisten
voor het gebruik van het systeem en de apparaten.
04 Er is geen harde schijf-ruimte beschikbaar. Verwijder onnodige bestanden
e.d. om ruimte vrij te maken.
05 Het opgegeven bestand bestaat niet op de harde schijf.
06 Er is geen geheugen op het harde schijf-systeem beschikbaar. Vergroot het
beschikbare geheugen.
10 Formatteren is niet mogelijk, omdat er hostgegevens op de harde schijf
worden gespoold. Wacht met formatteren tot de harde schijf klaar is.
97 Het aantal permanente codetaken dat kan worden opgeslagen, heeft de
limietwaarde bereikt. Er kan niet meer worden opgeslagen. Verwijder onnodige taken e.d. of verhoog de limiet.
4-10 Problemen oplossen
Page 69
Code Betekenis
98 Er is een onleesbare pagina in een taak gevonden (de taak is beschadigd).
99 Er bestaat geen afdruktaak voor de opgegeven ID op de harde schijf.
Fouten met betrekking tot de geheugenkaart kaart en het USB­geheugen
Code Betekenis
01 De printer ondersteunt de geplaatste geheugenkaart niet, of de
geheugenkaart is defect. Plaats de correcte geheugenkaart. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Geheugenkaart (Gebruik van de geheugenkaart) van de Advanced Operation Guide.
02 De geheugenkaart is niet geïnstalleerd. Controleer nogmaals de vereisten
voor het gebruik van het systeem en de geheugenkaart.
03 De geheugenkaart is beveiligd tegen schrijven. Controleer de status van de
geheugenkaart.
04 Er is onvoldoende ruimte op de geheugenkaart. Verwijder onnodige
bestanden of gebruik een nieuwe geheugenkaart.
05 Het opgegeven bestand staat niet op de geheugenkaart of het USB-
geheugen.
06 Er is onvoldoende printergeheugen om het geheugenkaartsysteem te
ondersteunen. Breid het printergeheugen uit.
50 De geheugenkaart is beveiligd tegen schrijven, of ongeldig. Controleer de
status van de geheugenkaart.
Fouten met betrekking tot de RAM-schijf
Code Betekenis
01 Formatteringfout. Zet de stroom uit en weer aan.
02 RAM disk-modus staat Uit. Zet de RAM disk-modus Aan via het
bedieningspaneel.
04 Geen schijfruimte. Verwijder onnodige bestanden.
05 Opgegeven bestand staat niet op schijf.
06 Onvoldoende printergeheugen om het RAM DISK-systeem te ondersteunen.
Breid het printergeheugen uit.
Problemen oplossen 4-11
Page 70

Papierstoringen oplossen

Als het papier in het papiertransportsysteem is vastgelopen, of als er helemaal geen papier is doorgevoerd, verschijnt het bericht Papierstoring met de locatie van de papierstoring (het onderdeel waar de papierstoring zich heeft voorgedaan). De printer schakelt automatisch offline wanneer dit bericht wordt weergegeven. Verwijder het vastgelopen papier. Wanneer u het vastgelopen papier heeft verwijderd, begint de printer weer met afdrukken.

Mogelijke locaties van papierstoringen

In het onderstaande diagram worden de papierpaden van de printer, inclusief de opties, uitgelegd. De locaties waar de papierstoringen zich kunnen voordoen, worden hier tevens weergegeven, waarbij elke locatie in de onderstaande tabel wordt uitgelegd. Papierstoringen kunnen zich in meer dan één component langs de papierpaden voordoen.
Multifunctionele cassette
Papiercassette
Papierinvoer PF-500, PF-510
(Er kunnen slechts 2 opeengestapelde papierinvoeren worden gebruikt met de FS-C5100DN)
Papierstorings-bericht Beschrijving Pagina
Papierstoring Printer
Papierstoring Pap. cas. 2 (tot 4)
Het papier is in de printer, de papiercassette of de MP-lade vastgelopen.
Het papier is in de optionele papierinvoercassette vastgelopen.
pagina 4-13 pagina 4-15 pagina 4-16
pagina 4-16
4-12 Problemen oplossen
Page 71

Algemene aandachtspunten bij het oplossen van storingen

Houd rekening met de volgende aandachtspunten wanneer u papier probeert te verwijderen:
VOORZICHTIG De onderdelen binnenin de fuserklep zijn heet. Raak deze niet met uw handen aan, aangezien dit brandwonden kan veroorzaken.
• Als er regelmatig een papierstoring optreedt, kunt u een andere papiersoort proberen, het papier vervangen door nieuw papier, de papierstapel omdraaien of de papierstapel 180 graden draaien. Het kan zijn dat de printer problemen ondervindt als de papierstoringen blijven optreden nadat het papier is vervangen.
• Of de vastgelopen pagina's gewoon worden gereproduceerd wanneer het afdrukken wordt hervat, hangt af van de locatie van de papierstoring.
Gebruik maken van online help-berichten
Online help-berichten zijn beschikbaar op het berichtenscherm van de printer en bieden eenvoudige instructies voor het oplossen van
papierstoringen. Druk op ( ) wanneer het bericht met de papierstoring verschijnt. Er verschijnt dan een help-bericht om het oplossen van de storing op de locatie mogelijk te maken.

Papierstoring bij cassette

Het papier is in de papiercassette vastgelopen.
1 Open eerst de voorklep van de printer en controleer op
papierstoringen in de papiertransfereenheid. Raadpleeg voor meer informatie Papierstoring in printer op pagina 4-
15.
2 Trek de papiercassette naar buiten en verwijder het vastgelopen
papier.
Problemen oplossen 4-13
Page 72

Papierstoring in de MP-lade

Het papier is in de MP-lade vastgelopen. Verwijder het vastgelopen papier met behulp van onderstaande procedure.
1 Open eerst de voorklep van de printer en controleer op
papierstoringen in de papiertransfereenheid. Raadpleeg voor meer informatie Papierstoring in printer op pagina 4-
15.
2 Verwijder het vastgelopen papier.
4-14 Problemen oplossen
Page 73

Papierstoring in printer

Het papier is in de papiercassette of in de printer vastgelopen. Verwijder het vastgelopen papier met behulp van onderstaande procedure.
VOORZICHTIG De onderdelen binnenin de fuserklep zijn heet. Raak deze niet met uw handen aan, aangezien dit brandwonden kan veroorzaken.
1 Druk op de hendel om de vergrendeling te ontgrendelen.
2 Trek de voorklep naar u toe.
A
B
Fuserklep
Registratie Rol
3 Indien het papier is vastgelopen nabij de registratierol, zoals
afgebeeld in A, verwijdert u het papier door het uit het midden te trekken.
Als het papier vastgelopen is binnenin de fusereenheid, zoals afgebeeld in B, open dan de fuserklep en verwijder het papier door het aan de rand eruit te trekken.
VOORZICHTIG De fuser-eenheid binnenin de printer is heet. Raak de eenheid niet aan, aangezien dit brandwonden kan veroorzaken. Verwijder vastgelopen papier voorzichtig.
Problemen oplossen 4-15
Page 74
C
Duplexeenheid
Als het papier vastgelopen is binnenin de fusereenheid, zoals afgebeeld in C, til dan de fuserklep omhoog en verwijder het papier terwijl u het in het midden vasthoudt.
4 Sluit de voorklep.

Papierstoring bij cassette 2 (tot 4)

Het papier is in de papiercassette vastgelopen. Verwijder het vastgelopen papier met behulp van onderstaande procedure.
Trek de papierinvoereenheid naar buiten en verwijder het vastgelopen papier.
4-16 Problemen oplossen
Page 75
Item

5 Specificaties

Opmerking Specificaties kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Beschrijving
FS-C5100DN FS-C5200DN FS-C5300DN FS-C5350DN
Afdruk­methode
Afdruk­snelheden
Cassette A4: 21 ppm, B5, A5, A6: 23 ppm
Elektrofotografisch afdrukken in vier kleuren (CMYK) met gebruik van tandem (4) drumsysteem
Letter: 23 ppm, Legal: 17 ppm
MF Lade A4: 19 ppm, B5, A5, A6: 20 ppm
Letter: 20 ppm, Legal: 17 ppm
Duplex afdruksnelheid A4: 11 ppm, B5, A5: 11 ppm
*2
11 ppm, Legal: 8 ppm
Resolutie 600 dpi
Eerste afdruk Z/W: 10,5 seconden of minder
Kleur: 12 seconden of minder (Sleep: 35 seconden of minder)
*1
,
*1
,
, Letter:
A4: 26 ppm, B5, A5, A6: 28 ppm
*1
, Letter: 28
ppm, Legal: 22 ppm
A4: 23 ppm, B5, A5, A6: 24 ppm
*1
, Letter: 24
ppm, Legal: 20 ppm
A4: 26 ppm, B5, A5: 28 ppm
*1
, Letter: 28
ppm, Legal: 11 ppm
Z/W: 9 seconden of minder Kleur: 10,5 seconden of minder (Sleep: 35 seconden of minder)
A4: 30 ppm, B5, A5, A6: 27 ppm*1, Letter: 32 ppm, Legal: 26 ppm
A4: 27 ppm, B5, A5, A6: 27 ppm
*1
, Letter: 28 ppm, Legal: 23 ppm
A4: 30 ppm, B5, A5: 27 ppm*1, Letter: 32 ppm, Legal: 15 ppm
Als EcoPower UIT staat, Z/W: 8,5 seconde of minder / Kleur: 10 seconden of minder Als EcoPower AAN staat, Z/W: 38,5 seconde of minder / Kleur: 40 seconden of minder
Opwarmtijd
Ingeschakeld 44 seconden of minder 36 seconden of minder
(22°C, 60%RV)
Slaapstand
25 seconden of minder 30 seconden of minder
(binnen 3 uur)
Controller PowerPC440-533 MHz PowerPC440-667 MHz PowerPC750CL-600
MHz
Geheugen Standaard 256 MB
Maximaal 1280 MB
Besturingssystemen Microsoft Windows 2000/XP/Vista, Windows Server 2003
Apple Macintosh OS X
Interface Standaard USB: Hi-Speed USB
Netwerk: 10 BASE-T/100 BASE-TX KUIO-LV-sleuf
Optie - Harde schijf
Specificaties 5-1
Page 76
Beschrijving
Item
FS-C5100DN FS-C5200DN FS-C5300DN FS-C5350DN
Geheugenkaartsleuf 1 (Compact Flash, 4 GB of minder)
Maandelijkse
Gemiddeld 1.500 pagina's 2.000 pagina's 3.000 pagina's 3.000 pagina's
opbrengst
Maximaal 50.000 pagina's 65.000 pagina's 100.000 pagina's 100.000 pagina's
*1 : Na 16 pagina's wordt de afdruksnelheid 14 ppm. *2 : Na 16 pagina's wordt de afdruksnelheid 7 ppm.
Papier­formaten
Cassette A4, B5, A5, Folio, 8 1/2 × 14"(Legal), 8 1/2 × 11"(Letter), Oficio II, Statement, Executive,
ISO B5, A6, Envelop C5, 16K, en Custom
Cassette (Optionele papierinvoer­eenheid PF­500/ PF-510)
Envelope Monarch, Envelop #10, Envelop #9, Envelop #6, Envelop DL, Envelop C5, A5, B5, ISO B5, A4, Executive, Letter, Legal, OufukuHagaki, Oficio II, Statement, Folio, Youkei 2, Youkei 4, 16K, en Custom
MF Lade A4, B5, A5, Folio, 8 1/2 × 14"(Legal), 8 1/2 × 11"(Letter), Oficio II, Statement, Executive,
A6, B6, ISO B5, Env. Monarch, Envelop #10, Envelop #9, Envelop #6, Envelop DL, Envelop C5, 16K, Hagaki, OufukuHagaki, Youkei 2, Youkei 4, en Custom
Papiersoorten
Cassette (Optionele
Normaal, voorgedrukt, bond, gerecycled, ruw, letterhead, kleur, geperforeerd, hoge
kwaliteit en custom Papierinvoer­eenheid
PF-
500)
(normaal, A4-papier)
(normaal, A4-papier)
Cassette (Optionele papierinvoer­eenheid PF-510)
Normaal, voorgedrukt, etiketten, bond, gerecycled, ruw, letterhead, kleur, geperforeerd,
envelop, kaarten, gecoat, dik, hoge kwaliteit en custom
MF Lade Normaal, transparant, voorgedrukt, etiketten, bond, gerecycled, vellum, ruw, letterhead,
kleur, geperforeerd, envelop, kaarten, gecoat, dik, hoge kwaliteit en custom
Capaciteit bron
Cassette 250 vel (80 g/m
2
) 500 vel (80 g/m2)
papierinvoer
MF Lade 150 vel (80 g/m
2
) 150 vel (80 g/m2)
Marge 4 mm (links, rechts, boven en onder)
Capaciteit
Bovenlade 250 vel (80 g/m
2
)
uitvoerlade
Bedrijfs­omgeving
Temperatuur 10 tot 32,5°C
Relatieve
15 tot 80 % vochtigheid
Hoogte 2.500 m maximaal
Verlichting maximaal 1.500 lux
Voedingsbron 220-240 V, 50 Hz/60 Hz, max. 4,7 A (Europese landen) Max. toelaatbare
spanningsfluctuatie: ±10 % Max. toelaatbare frequentiefluctuatie: ±2 %
5- Specificaties
Page 77
Item
Beschrijving
FS-C5100DN FS-C5200DN FS-C5300DN FS-C5350DN
Stroomverbruik Maximaal 1.231 W of minder 1.221 W of
1.233 W of minder 1.107 W of minde
minder
Tijdens
405 W 420 W 477 W 516 W
afdrukken
Tijdens
69 W 70 W 79 W 74 W
stand-by
Tijdens
7 W 7 W 7 W 8 W
slaapstand
Stroom uit 0 W 0 W 0 W 0
Geluid tijdens bediening
††
Tijdens afdrukken
Tijdens
LpA = 53 dB (A) LpA = 55 dB (A)
LpA = 36 dB (A)
stand-by
Tijdens
onmeetbaar laag
slaapstand
Afmetingen (B x D x H) 345 × 518 × 455 mm345 × 518 × 480 mm
Gewicht Ongeveer 28 kg Ongeveer 29 kg Ongeveer 29,5 kg
†. Wanneer u CUSTOM 1 (tot 8) gebruikt, gebruik dan de MF lade voor papierformaten kleiner dan 105 × 148
mm. De MF lade kan worden gebruik bij papierformaten boven 70 × 138 mm.
††. Geluidsdrukniveau op positie omstander [voorkant] in overeenstemming met EN ISO 7779.
Specificaties 5-3
Page 78
5-4 Specificaties
Page 79
We bevelen het gebruik van onze eigen merkonderdelen aan. We zijn niet aansprakelijk voor eventuele schade veroorzaakt door het gebruik van onderdelen van andere merken in dit apparaat.
E6
Page 80
Page 81
Eerste editie 2009.7
Loading...