magicolor ® 5440 DL gebruiksaanwijzing
4138-7747-03Q
1800782-013C
KONICA MINOLTA en het KONICA MINOLTA logo zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van KONICA MINOLTA HOLDINGS, INC.
magicolor is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van KONICA MINOLTA PRINTING SOLUTIONS U.S.A., INC.
Copyright © 2004 KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC., Marunouchi Center Building, 1-6-1 Marunouchi, Chiyoda-ku, Tokyo, 100-0005, Japan. Alle rechten voorbehouden. Dit document mag niet worden gekopieerd, geheel of gedeeltelijk, niet worden overgedragen op enig ander medium of worden vertaald in enige andere taal, zonder de schriftelijke toestemming van KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC.
KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC. behoudt zich het recht voor veranderingen in de gebruiksaanwijzing en aan de daarin beschreven apparatuur uit te voeren zonder aankondiging vooraf. Deze gebruiksaanwijzing is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Echter, KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC. geeft geen enkele garantie, inclusief, maar niet beperkt tot, enige geïmpliceerde garanties op verhandelbaarheid en geschiktheid voor een bepaald doel, m.b.t. deze gebruiksaanwijzing. KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC. is niet verantwoordelijk, of aansprakelijk voor, fouten in deze gebruiksaanwijzing of voor incidentele, speciale of gevolgschade die voortkomt uit de levering van deze gebruiksaanwijzing, of het gebruik van deze gebruiksaanwijzing bij het bedienen van de apparatuur, of in verband met de prestaties van de apparatuur wanneer zodanig bediend.
Dit pakket bevat de volgende materialen geleverd door Konica Minolta Business Technologies, Inc. (KMBT): software als onderdeel van het afdruksysteem, de digitaal gecodeerde machinereadable basisdate gecodeerd in het speciale formaat en in de gecodeerde vorm ("fontprogramma's", ander software die draait o een computersysteem voor gebruik in combinatie met de afdruksoftware ("Host software"), en bijbehorende verklarende materialen ("documentatie"). De term “Software” zal worden gebruikt voor het beschrijven van de afdruksoftware, fontprogramma's en/of Host software en ook omvatten upgrades, gemodificeerde versies en kopieën van de software.
De software is aan u gelicenseerd onder de voorwaarden van deze overeenkomst.
KMBT verleent u een niet-exclusieve sublicentie voor gebruik van de software en documentatie onder voorwaarde dat u akkoord gaat met het volgende:
1.U mag de afdruksoftware en de bijbehorende fontprogramma's gebruiken voor afbeelden op de gelicenseerde uitvoerapparatuur, alleen voor uw eigen interne doeleinden.
2.Naast de licentie voor de fontprogramma's genoemd in sectie 1 ("afdruksoftware"), mag u Roman Font programma's gebruiken voor het reproduceren van grootte, stijlen en versies van letters, nummers, karakters en symbolen ("typefaces") op het display of de monitor voor uw eigen interne doeleinden.
3.U mag een backup-kopie maken van de Host software, mits deze backup-kopie niet wordt geïnstalleerd of gebruikt op een computer. Niettegenstaande de bovenstaande beperkingen, mag u de software installeren op ieder willekeurig aantal computers alleen voor gebruik met een of meer afdruksystemen waarop de afdruksoftware draait.
4.U mag de rechten van deze licentie overdragen naar een gevolmachtigde of alle rechten en belangen aan een dergelijke software en documentatie (“Gevolmachtigde”) vooropgesteld dat u aan de gevolmachtigde alle exemplaren van dergelijke software en documentatie overdraagt en dat de gevolmachtigde instemt zich te houden aan alle voorwaarden en condities van deze overeenkomst.
5.U zult de software en documentatie niet wijzigen, aanpassen of vertalen.
6.U zult niet proberen de software te veranderen, uit elkaar te halen, te decoderen, reverse te engineeren of de decompileren.
7.Het eigendomsrecht en het eigendom van de software en documentatie en alle reproducties daarvan blijven bij KMBT.
8.Handelsmerken mogen worden gebruikt in overeenstemming met de geaccepteerde handelsmerkpraktijk, inclusief identificatie van de naam van de eigenaar van het handelsmerk. Handelsmerken kunnen alleen worden gebruikt om de afgedrukte uitvoer geproduceerd door de software te identificeren. Een dergelijke gebruik van handelsmerken verleent u geen rechten omtrent het eigendom van dat handelsmerk.
9.U mag versies of kopieën, of software op enige ongebruikte media, die de software licentiehouder niet gebruikt, niet verhuren, leasen, sublicenseren uitlenen of overdragen behalve wanneer het gaat over de permanente overdracht van alle software en documentatie zoals hierboven omschreven.
10.In geen geval zal KMBT of haar licentieverlener aansprakelijk zijn voor gevolgschade, incidentele, indirecte, zeer grote of speciale schade, inclusief winstderving of gederfde besparingen, zelfs wanneer KMBT is geadviseerd omtrent de mogelijkheid tot dergelijke schade, of voor claims van een willekeurige derde partij. KMBT of haar licentieverlener wijst alle garanties af met betrekking tot de software, direct of indirect, inclusief, zonder beperking, geïmpliceerde garanties met betrekking tot verhandelbaarheid, geschiktheid voor een bepaald doel, eigendom en inbreuk op rechten van derden. In bepaalde staten of jurisdic-
ties is uitsluiting of beperking van incidentele, gevolgof speciale schade niet toegestaan, waardoor de voornoemde beperkingen voor u niet van toepassing kunnen zijn.
11.Opmerking voor overheidseindgebruikers: de software is een "commercieel product", zoals gedefinieerd in 48 C.F.R.2.101, bestaan de uit “commerciële computer software” en" commerciële computersoftware documentatie”, zoals termen worden gebruikt in 48 C.F.R.
12.212. Consistent met 48 C.F.R. 12.212 en 48 C.F.R. 227.7202-1 t/m 227.7202-4, verwerven alle U.S. overheidseindgebruikers de software alleen met de rechten daarin genoemd.
12.U komt overeen dat u de software in geen enkele vorm zult exporteren wanneer er dan sprake is van overtreding van van toepassing zijnde wetgeving en regelgeving m.b.t. exportbeperkingen van bepaalde landen.
Inhoud
1 |
Inleiding ............................................................................................................. |
1 |
|
Eerste kennismaking met uw printer 2 |
|
|
Benodigde ruimte |
2 |
|
Onderdelen printer |
3 |
|
Vooraanzicht 3 |
|
|
Achteraanzicht 4 |
|
|
Toebehoren 4 |
|
|
Vooraanzicht met opties 4 |
|
2 |
Software- |
|
installatie ................................................................................................................. |
5 |
|
|
Hulpprogramma's en documentatie CD-ROM 6 |
|
|
Drivers 6 |
|
|
Hulpprogramma's |
6 |
|
Systeemeisen 7 |
|
|
Kiezen van driver-opties/standaard |
|
(voor Windows) 8 |
|
|
|
Deïnstalleren van de printer-driver |
|
(voor Windows) 9 |
|
|
|
Weergave van de printer-driver instellingen |
Contents |
i |
(voor Windows) 9
Windows XP/Server 2003 9 Windows 2000/Me/98SE/NT 4.0 10
Gebruik van de printer-driver 10 |
|
|
Algemene knoppen 10 |
|
|
OK 10 |
|
|
Annuleren 10 |
|
|
Toepassen 10 |
|
|
Help 10 |
|
|
Easy Set 11 |
|
|
Paginalayout 11 |
|
|
Printerafbeelding 11 |
|
|
Tabblad Setup |
11 |
|
Tabblad Papier |
11 |
|
Tabblad Kwaliteit |
12 |
|
Met het tabblad kwaliteit kunt u |
12 |
|
Tabblad Instelling apparaatopties |
12 |
3 Gebruik van het Windows Statusdisplay en het Printer Status Monitor Cen-
ter ........................................................................................................................... |
|
|
|
|
|
|
13 |
Werken met het Statusdisplay |
14 |
|
|
||||
Inleiding |
14 |
|
|
|
|
|
|
Openen van het Statusdisplay en weergeven van de voorraadstatus 14 |
|||||||
Veranderen van de afmetingen van het Statusdisplay-venster |
14 |
||||||
Gebruik van het Statusdisplay |
14 |
|
|
||||
Herkennen van Statusdisplay-signaleringen 15 |
|
||||||
Herstellen van een Statusdisplay-signalering |
15 |
|
|||||
Sluiten van het Statusdisplay 15 |
|
|
|||||
Werken met het Printer Status Monitor Center |
16 |
|
|||||
Inleiding |
16 |
|
|
|
|
|
|
Systeemeisen |
16 |
|
|
|
|
||
Openen van het Printer Status Monitor Center en weergeven van de |
|||||||
Voorraadstatus |
|
16 |
|
|
|
|
|
Gebruik van het Printer Status Monitor Center |
17 |
|
|||||
Herkennen van Printer Status Monitor Center-signaleringen |
18 |
||||||
Sluiten van het Printer Status Monitor Center |
18 |
|
|||||
4 Printer bedieningspaneel en configuratiemenu |
........................................... |
19 |
|||||
Over het bedieningspaneel |
20 |
|
|
|
|||
Indicatoren en toetsen van het bedieningspaneel 20 |
|
||||||
Indicatoren tonervoorraad |
22 |
|
|
||||
Configuratiemenu overzicht |
22 |
|
|
||||
Configuratiemenu |
23 |
|
|
|
|
||
Special Pages menu 26 |
|
|
|
|
|||
Language menu |
26 |
|
|
|
|
||
Engine menu |
26 |
|
|
|
|
ii |
Contents |
|
Network menu |
29 |
|
|
|
|||
|
Consumable Usage menu |
31 |
|
|||||
|
Direct Print menu |
31 |
|
|
||||
5 |
Direct afdrukken .............................................................................................. |
|
|
|
35 |
|||
|
Direct afdrukken |
36 |
|
|
|
|||
|
Afdrukken direct vanuit een digitale camera 36 |
|||||||
6 |
Medium gebruiken .......................................................................................... |
|
|
39 |
||||
|
Mediumspecificaties |
40 |
|
|
||||
|
Media Types |
41 |
|
|
|
|
||
|
Normaal papier (recycled papier) |
41 |
||||||
|
Thick Stock |
|
42 |
|
|
|
||
|
Enveloppen |
43 |
|
|
|
|||
|
Labels |
44 |
|
|
|
|
|
|
|
Briefhoofd |
|
45 |
|
|
|
|
|
|
Postkaarten |
45 |
|
|
|
|||
|
Transparenten |
46 |
|
|
|
|||
|
Glossy |
47 |
|
|
|
|
|
|
|
Wat is het gegarandeerde afdrukbare gebied? 48 |
|||||||
|
Afdrukbaar gebied—enveloppen 49 |
|||||||
|
Paginamarges |
49 |
|
|
|
|||
|
Media vullen |
50 |
|
|
|
|
||
|
Lade 1 |
50 |
|
|
|
|
|
|
|
Normaal papier vullen 50 |
|
||||||
|
Lade 2/3 (Optionele onderste invoereenheden) 53 |
|||||||
|
Normaal papier vullen 53 |
|
||||||
|
Handmatige invoerlade 56 |
|
|
|||||
|
Normaal papier vullen 56 |
|
||||||
|
Andere media 58 |
|
|
|||||
|
Vullen van enveloppen 58 |
|
||||||
|
Labelvellen/postkaarten/Thick Stock/Glossy/transparanten vullen 62 |
|||||||
|
Dubbelzijdig afdrukken 64 |
|
|
|||||
|
Uitvoerlade |
65 |
|
|
|
|
||
|
Mediumopslag |
66 |
|
|
|
|||
7 |
Vervangen verbruiksartikelen |
........................................................................ |
67 |
|||||
|
Vervangen verbruiksartikelen |
68 |
|
|||||
|
Info tonercartridge |
68 |
|
|
||||
|
Vervangen van een tonercartridge 72 |
|||||||
|
Vervangen van de resttonerfles |
77 |
||||||
|
Vervangen van de transfer roller |
79 |
Vervangen van de transfer roller 80
Vervangen van het ozonfilter 83
Vervangen van de transfer belt eenheid 84
Contents |
iii |
8 |
Onderhoud van de printer .............................................................................. |
91 |
|
9 |
Onderhoud..........................................................................................................................van de printer 92 |
91 |
|
|
|
||
|
Reinigen van de printer 94 |
|
|
|
Exterieur |
94 |
|
|
Media rollers 95 |
|
|
|
Reinigen van de media toevoer rollers (alle lades) 95 |
||
|
Reinigen van de toevoer rollers duplex-optie 96 |
||
|
Reinigen van de media transfer rollers voor lade 2 en 3 97 |
||
|
Reinigen van de laserlens van de printer 98 |
|
|
10 |
Probleemoplossen .......................................................................................... |
99 |
|
|
Introduction |
100 |
|
|
Afdrukken van de configuratiepagina 100 |
|
|
|
Voorkomen van storingen in het mediumtransport |
101 |
|
|
Overzicht van de mediumroute 102 |
|
|
|
Oplossen van storingen in het mediumtransport |
103 |
Berichten storing mediumtransport en oplossingsprocedures 104 Oplossen van een storing in het mediumtransport in lade 1 104 Oplossen van een storing in het mediumtransport in lade 2/3 108 Oplossen van een storing in het mediumtransport in de Duplex-optie 110 Oplossen van een storing in het mediumtransport in de fuser-eenheid 111 Oplossen van een storing in het mediumtransport bij de handmatige invoerlade en de transfer roller 114
|
Oplossen van problemen met storingen in het mediumtransport 117 |
||||
|
Oplossen van andere problemen |
120 |
|
||
|
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen |
126 |
|||
|
Status-, fouten servicemeldingen 132 |
|
|||
|
Standard Status Messages |
132 |
|
||
|
Foutmeldingen (waarschuwing) |
133 |
|
||
|
Foutmeldingen (operator) |
135 |
|
|
|
|
Servicemeldingen 139 |
|
|
|
|
11 |
Installeren van accessoires .......................................................................... |
|
|
141 |
|
|
Inleiding |
142 |
|
|
|
|
Antistatisch bescherming 142 |
|
|
||
|
Dual In-Line Memory Module (DIMM) 143 |
|
|||
|
Installeren van een DIMM |
143 |
|
|
|
|
Duplex-optie 146 |
|
|
|
|
|
Installeren van de duplex-optie |
146 |
|
||
|
Onderste toevoereenheid 149 |
|
|
||
|
Inhoud |
149 |
|
|
|
|
Installeren van de onderste toevoereenheid |
149 |
|||
A |
Appendix |
........................................................................................................ |
|
|
155 |
iv |
Contents |
Veiligheidsspecificaties |
156 |
|
Technische specificaties |
156 |
|
Printer 156 |
|
|
Verwachte levensduur verbuiksartikelen |
159 |
|
Onze inspanning voor milieubescherming |
161 |
Wat is een ENERGY STAR product? 161
Contents |
v |
Houd de hieronder aangegeven vrije ruimte rondom de printer aan, om gemakkelijke bediening, bijvullen en onderhoud te waarborgen.
|
22 mm (0.9") |
|
|
|||||||
|
|
|||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||||
mm (27.0") |
|
|
|
440 mm (17.3") |
|
|
|
|
||
683 |
|
|
|
110.5 mm (4.4") |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
110.5 mm (4.4") |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
733 mm (28.9")
480 mm (18.9") |
|
|
60 mm |
||||
|
|||||||
420 mm (16.5") |
|
|
|
(2.4") |
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
Vooraanzicht
957 mm (37.7")
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
100 mm |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
337 mm (13.3") |
|
|
|
|
520 mm (20.5") |
|
|
|
|
(3.9") |
|
|||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Zijaanzicht
" De mogelijke opties zijn grijs weergegeven in deze afbeelding.
2 |
Eerste kennismaking met uw printer |
De afbeelding hierna toont de onderdelen van uw printer die in deze gebruiksaanwijzing regelmatig worden genoemd. Neem s.v.p. de tijd om deze te leren kennen.
Vooraanzicht |
|
1 |
2 |
3 |
1—Bedieningspaneel |
|
|
|
4 |
2—Uitvoerlade |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3—Bovenklep |
13 |
|
|
|
4—Fuser-eenheid |
12 |
|
|
|
5—Rechter zijdeur |
|
|
|
5 |
|
|
|
|
|
6—Handmatige invoerlade |
|
|
|
6 |
7—Transfer roller |
|
|
|
|
11 |
|
|
7 |
|
8—Transfer belt eenheid |
10 |
9 |
8 |
|
|
|
|||
9—Lade 1 |
|
|
|
|
10—Greep |
|
|
|
|
11—Frontdeur |
|
7 |
|
|
12—Resttonerfles |
|
|
|
|
13—Toner cartridge
8
12 |
13 |
|
Eerste kennismaking met uw printer |
3 |
1—KONICA MINOLTA Digital Cam-
era Direct Print Port |
7 |
|
2—Voedingsschakelaar |
|
|
|
1 |
|
|
|
|
3—Ozon filter |
|
|
4—Voedingsaansluiting |
|
2 |
5—10Base-T/100Base-TX |
|
|
|
|
|
(IEEE 802.3) Ethernet Inter- |
|
|
face-poort |
6 |
|
6—USB poort |
|
|
7—Ventilatiesleuven |
5 |
3 |
|
||
|
|
4 |
Toebehoren |
|
|
1—Reinigingshulpmiddel voor laser- |
1 |
|
lens |
||
|
1
1—Duplex-optie
2—Onderste toevoereenheden (lade 2 en lade 3)
2
4 |
Eerste kennismaking met uw printer |
Softwareinstallatie
Hulpprogramma's en documentatie
CD-ROM
Drivers |
Gebruik/voordeel |
|
Printer-driver voor Windows XP/ |
Deze drivers geven u toegang tot alle |
|
Server 2003/2000 |
printerfunctionaliteit, inclusief afwer- |
|
|
ken, geavanceerde layout. Zie ook |
|
Printer-driver voor Windows Me/ |
||
98SE |
“Weergave van de printer-driver instel- |
|
|
lingen (voor Windows)” op pagina 9. |
|
Printer-driver voor Windows NT 4.0 |
||
|
||
Printer-driver voor Macintosh OS X |
|
|
Printer-driver voor Linux |
|
" Zie voor meer informatie omtrent de Macintosh en Linux printer-driver, de magicolor 5440 DL Reference Guide.
" Zie voor meer informatie omtrent de Windows printer-driver, de magicolor 5440 DL Installatiegids.
Hulpprogramma's |
Gebruik/voordeel |
Statusdisplay (alleen Windows) |
Met het statusdisplay kan de huidige |
|
status van de printer worden |
|
gecontroleerd, zoals bijv. status |
|
verbruiksartikelen en foutinformatie. |
|
Zie voor meer informatie “Werken met |
|
het Statusdisplay” op pagina 14. |
|
|
Printer Status Monitor Center (alleen |
De status van KONICA MINOLTA |
Windows) |
producten op een netwerk kan worden |
|
beheerd. |
|
Zie voor meer informatie “Werken met |
|
het Printer Status Monitor Center” op |
|
pagina 16. |
|
|
PageScope web-aansluiting |
Met de web-browser, kan de status |
|
van printers worden beheerd, en kan |
|
de instelling worden veranderd. |
|
Zie voor meer informatie de magicolor |
|
5440 DL Reference Guide |
|
|
6 |
Hulpprogramma's en documentatie CD-ROM |
Personal computer
–Pentium 2; 400 MHz (Pentium 3; 500 MHz of hoger verdient aanbeveling.)
–Power Mac G3 of later (G4 of later verdient aanbeveling)
Besturingssysteem
–Microsoft Windows XP Home Edition/Professional,
Windows Server 2003, Windows 2000, Windows Me, Windows 98SE, Windows NT 4.0
–Mac OS X v10.2 or later (Het verdient aanbeveling de nieuwste patches te installeren.)
–Red Hat Linux 8.0 of later (CUPS 1.1.15 or later), SuSE Linux 8.1 of later (CUPS 1.1.15 of later)
" Deze printer-driver kan ook worden gebruikt met andere Linux versie’s dan bovengenoemde, indien CUPS 1.1.15 of later is geïnstalleerd.
Vrije ruimte harde schijf
–Ca. 20 MB vrije ruimte op de harde schijf voor de printer-driver en het Statusdisplay
–Ca. 128 MB vrije ruimte op de harde schijf voor beeldverwerking
RAM
128 MB of meer
CD-ROM/DVD drive
I/O interface
–10Base-T/100Base-TX (IEEE 802.3) Ethernet interfacepoort
–USB revisie 2.0 compatibele poort
" Zie voor meer informatie omtrent de Macintosh en Linux printer-dri- vers, de magicolor 5440 DL Reference Guide.
Systeemeisen |
7 |
Voordat u de printer gaat gebruiken, verdient het aanbeveling de standaard driver-instellingen te verifiëren/wijzigen. Ook moet u in geval van geïnstalleerde opties, deze "activeren" in de driver.
1 Choose the driver’s properties as follows:
–(Windows XP/Server 2003)
Kies vanuit het Start menu, Printers en Faxen voor weergave van de directory Printers en faxen. Klik met de rechter muisknop op het KONICA MINOLTA magicolor 5440DL printer pictogram en kies Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
–(Windows 2000)
Kies vanuit het Start menu, Instellingen en dan Printers voor weergave van de directory Printers. Klik met de rechter muisknop op het KONICA MINOLTA magicolor 5440DL printer pictogram en kies Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
–(Windows Me/98SE)
Kies vanuit het Start menu, Instellingen en dan Printers voor weergave van de directory Printers. Klik met de rechter muisknop op het KONICA MINOLTA magicolor 5440DL printer pictogram en kies
Eigenschappen. Kies de Printereigenschappen.
–(Windows NT 4.0)
Kies vanuit het Start menu, Instellingen en dan Printers voor weergave van de directory Printers. Klik met de rechter muisknop op het KONICA MINOLTA magicolor 5440DL printer pictogram en kies
Document standaarden.
2 Wanneer u opties heeft geïnstalleerd, gaat u verder met de volgende stap. Anders gaat u verder met stap 8.
3 Kies het tabblad Instelling apparaatopties.
4
" Omdat Automatisch configureren is gekozen als standaard bij deze driver, worden de geïnstalleerde opties automatisch geïdentificeerd. Wanneer, om wat voor reden dan ook, de opties niet correct zijn geïdentificeerd, volgt dan de stappen 5 t/m 7.
5 De-activeer het selectievakje Automatisch configureren.
6 Kies een optie (één per keer) en klik op Toevoegen. De optie verplaatst naar de lijst Geïnstalleerde opties.
8 |
Kiezen van driver-opties/standaard (voor Windows) |
" Wanneer u per abuis een niet geïnstalleerde optie toevoegt, kies deze optie dan weer in de lijst Geïnstalleerde opties en klik op Verwijderen.
7 Klik op Toepassen.
" Afhankelijk van de versie van het besturingssysteem, kan Toepassen ook niet verschijnen. Ga in dat geval verder met de volgende stap.
8 Kies de papier tablijst. Kies de standaard instelling voor uw printer, zoals het standaard mediumformaat dat u gebruikt.
9
10
Klik op Toepassen.
Klik op OK om het dialoogvenster te verlaten.
Deze paragraaf beschrijft hoe de magicolor 5440 DL printer-driver moet worden gedeïnstalleerd wanneer dit nodig mocht zijn.
1 Kies vanuit het Start menu, Programma's (Windows XP/Server 2003:
Alle programma's), KONICA MINOLTA, magicolor 5440DL en dan Deïnstalleren.
2 In het deïnstallatievenster kiest u de KONICA MINOLTA magicolor 5440DL. Klik vervolgens op Deïnstalleren.
3 De magicolor 5440 DL driver wordt verwijderd van uw computer.
" Herstart uw computer bij gebruik van Windows 98SE na het deïnstalleren van de printer-driver.
1 Kies vanuit het Start menu, Printers en faxen voor weergave van de directory Printers en faxen.
2 Klik met de rechter muisknop op het KONICA MINOLTA magicolor 5440DL printer pictogram en kies Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Deïnstalleren van de printer-driver (voor Windows) |
9 |
1 Kies het Start menu, wijs op Instellingen, en klik vervolgens op Printers voor weergave van de directory Printers.
2 Weergave van de instellingen van de printer-driver:
Windows 2000—Klik met de rechter muisknop op het KONICA MINOLTA magicolor 5440DL printer pictogram en kies Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Windows Me/98SE—Klik met de rechter muisknop op het magicolor 5440DL printer pictogram en kies Eigenschappen; kies daarna
Apparaatopties
Windows NT 4.0—Klik met de rechter muisknop op het KONICA MINOLTA magicolor 5440DL printer pictogram en kies Document standaarden.
De hieronder beschreven knoppen verschijnen op ieder tabblad.
OK
Klik hierop om het dialoogvenster eigenschappen te verlaten en daarbij de uitgevoerde veranderingen op te slaan.
Klik hierop om het dialoogvenster eigenschappen te verlaten zonder de uitgevoerde veranderingen op te slaan.
Klik hierop om alle veranderingen op te slaan zonder dat het dialoogvenster eigenschappen wordt verlaten.
" Afhankelijk van de versie van het besturingssysteem, kan Toepassen ook niet verschijnen.
Klik hierop om de help te bekijken.
10 |
Gebruik van de printer-driver |
Om de huidige instellingen te bewaren, voert u een naam in en klikt u vervolgens op Opslaan. Daarna kunnen de opgeslagen instellingen worden gekozen uit de vervolgkeuzelijst.
Kies Standaard uit de vervolgkeuzelijst om de functies in alle tabbladen naar de standaard waarden te resetten.
Met deze optieknop krijgt u een voorbeeld van de paginalayout in het afbeeldingsgebied.
Kies deze optieknop om een afbeelding van de printer weer te geven (met alle geïnstalleerde opties) in het afbeeldingsgebied.
Met het tabblad setup kunt u
Verschillende pagina's van een document op dezelfde pagina afdrukken (N-per-vel afdrukken)
Een watermerk toevoegen op afgedrukte documenten
Aangepaste watermerken ontwerpen
Dubbelzijdig en boekje afdrukken specificeren
De papierbron specificeren
Het mediumtype definiëren
Ander papier specificeren voor de eerste pagina van een document
Met het tabblad papier kunt u
Het formaat van het originele document specificeren
Aangepaste papierformaten definiëren
Af te drukken documenten aanpassen op een gespecificeerd papierformaat
Het uitvoerpapierformaat kiezen
Documenten schalen (vergroten/verkleinen)
De afdrukstand specificeren
Gebruik van de printer-driver |
11 |
Het afdrukbeeld 180 graden roteren
Het aantal exemplaren specificeren
De sorteerfunctie van de printer in-/uitschakelen
De Eenmaal overdragen functie in-/uitschakelen
Afdrukken met gebruik van een formulier-afbeelding
Aanmaken/bewerken van een formulier-afbeelding
Het veranderen van de afdrukpositie (beeldverschuivend afdrukken)
Omschakelen tussen kleur en monochroom afdrukken
Kleurvergelijking specificeren (afbeeldingen, grafische figuren en tekst)
De resolutie voor het afdrukken specificeren
De tonen van een afbeelding instellen (contrast)
De donkerte van een afbeelding instellen (helderheid)
De kleurzuiverheid van een afbeelding instellen (verzadiging)
De duidelijkheid van een afbeelding instellen (scherpte)
Met het tabblad Instelling apparaatopties kunt u
Automatisch geïnstalleerde opties identificeren
De optionele onderste toevoereenheden activeren (lade 2/3) en/of de duplex-optie
De gebruikersnaam invoeren die met de afdruktaken wordt meegestuurd
Informatie over de printer-driver bekijken
12 |
Gebruik van de printer-driver |
Het Statusdisplay toont informatie omtrent de momentele status van de printer.
Ga op een van de volgende manieren te werk om het Statusdisplay te openen:
Windows XP/Server 2003—Kies vanuit het Start menu, Alle programma's, KONICA MINOLTA, magicolor 5440DL, en dan Status.
Windows 2000/Me/98SE/NT 4.0—Kies vanuit het Start menu, Programma's, KONICA MINOLTA, magicolor 5440DL, en dan Status.
Veranderen van de afmetingen van het
Statusdisplay-venster
Kies vanuit het Display-menu, Status (verkleinen) om de afmetingen van het venster te verkleinen.
Kies vanuit het Display-menu, Status (vergroten) om de afmetingen van het venster te vergroten.
Wanneer de achtergrond van de rechter printerafbeelding groen is, staat de printer in de standby-modus of wordt een taak normaal afgedrukt.
Wanneer de achtergrond van de rechter printerafbeelding rood of geel is, dan is er een fout opgetreden en is de taak onderbroken. De printerstatus en de foutmelding worden in de dialoogvensters aan de linkerkant getoond.
De functiegebieden omvatten:
Printerstatus—toont tekstmeldingen die de huidige bedrijfsstatus van de printer beschrijven.
Hoe te herstellen—geeft uitleg over wat u moet doen om problemen op te lossen en fouten te herstellen.
Waarschuwingsstatus—toont tekstmeldingen die wijzen op bepaalde condities zoals toner bijna op.
14 |
Werken met het Statusdisplay |
Printerstatus figuur—geeft een grafische weergave van de printer en geeft aan waar het probleem zit.
Afdrukstatus —toont de status van de huidige afdruktaak.
Kies popup-melding—hiermee kiest u welke melding(en) u op de voorgrond wilt laten verschijnen wanneer dit bepaalde situatie zich voordoet met de printer.
Printerinformatie—mogelijkheid tot controle van uiteenlopende informatie zoals het aantal afdrukken.
Voorraadstatus—toont de status (geschatte overblijvend percentage) van iedere tonercartridge
Wanneer het statusdisplay een afdrukprobleem onderkent, verandert het pictogram op de Windows-taakbalk van groen (normaal) naar geel (waarschuwing) of rood (fout), afhankelijk van de ernst van het probleem.
Herstellen van een
Statusdisplay-signalering
Wanneer het statusdisplay een afdrukprobleem signaleert, dubbelklik dan op het pictogram op de Windows-taakbalk om het Statusdisplay te openen. Het Statusdisplay geeft aan welk type fout is opgetreden.
Om het Statusdisplay te sluiten vanuit het Bestandsmenu kiest u Afsluiten.
" Wanneer u op de X knop in de rechterbovenhoek van het Statusdis- play-venster klikt om het venster te sluiten, blijft het Statusdisplay daarna wel beschikbaar op de taakbalk rechtsonder. Dubbelklik op het pictogram op het Statusdisplay-venster weer te openen.
Herkennen van Statusdisplay-signaleringen |
15 |
Printer Status Monitor Center is een applicatie die de status van meerdere printers weergeeft die zijn aangesloten op de host via lokale poorten (USB) of netwerkpoorten. Het Printer Status Monitor Center lokaliseert netwerkprinters via het Service Location Protocol (SLP), en ondersteunt alleen printers die reageren op KONICA MINOLTA–specifieke SLP en PJL queries zoals de magicolor 2430 DL, de magicolor 5430 DL en de magicolor 5440 DL.
" Wanneer een KONICA MINOLTA product niet compatibel is met zowel de SLP als KONICA MINOLTA–specifieke PJL, dan kan Printer Status Monitor Center niet worden gebruikt.
Besturingssysteem
Windows XP/Server 2003/2000/Me/98SE/NT 4.0
Printerpoorten die worden ondersteund door Printer Status Monitor Center
–Ethernet-poort
–USB-poort
Volgt de juiste onderstaande procedure om het Printer Status Monitor Center te openen.
Windows XP/Server 2003—Kies vanuit het Start menu, Alle programma's, KONICA MINOLTA, magicolor 5440DL, en dan Printer Status Monitor Center.
Windows 2000/Me/98SE/NT 4.0—Kies vanuit het Start menu, Programma's, KONICA MINOLTA, magicolor 5440DL, en dan Printer Status Monitor Center.
16 |
Werken met het Printer Status Monitor Center |
Printernaam—toont de modelnaam van de lokale printer of de printer op het netwerk samen met een printerpictogram. Het printerpictogram verandert van kleur afhankelijk van de aansluiting en de printerstatus. Een rood pictogram betekent een storing, een geel pictogram een waarschuwing en een groen pictogram betekent normaal bedrijf.
Afhankelijk van de instellingen in het dialoogvenster Opties, verschijnt Statusdisplay of PageScope web-aansluiting wanneer u dubbelklikt op de printernaam.
" Wanneer de naam van de printer niet kan worden gevonden, verschijnt de tekst "Onbekend" naast de printernaam.
" Wanneer de gekozen printer niet compatibel is met Statusdisplay of PageScope web-aansluiting, zal deze niet verschijnen wanneer u dubbelklikt op de printernaam.
" Wanneer het apparaat op de USB-poort is aangesloten via een lokale aansluiting of wanneer “Aansluiten niet mogelijk” verschijnt onder Status, zullen Statusdisplay of PageScope web-aansluiting niet verschijnen, zelfs als u op de printernaam dubbelklikt.
Poort—toont de naam van de poort waarop de printer is aangesloten. Voor een lokale printer wordt het type (USB) getoond.
Voor een netwerkprinter wordt het IP-adres getoond.
Status—toont de printerstatus. Dezelfde informatie voor de printerstatus wordt getoond in het Statusdisplay.
Voorraadstatus: C,M,Y,K %resterend—toont (in procenten) de geschatte hoeveelheid toner die nog aanwezig is in de cartridges. De opgesomde waarden zijn, vanaf links: C (cyaan), M (magenta), Y (geel) en K (zwart).
" Klik op de kop van iedere kolom om de volgorde om te schakelen van afnemend naar toenemend.
Actiemenu
Update printers—zoekt opnieuw naar printers op het netwerk.
Netwerkprinters—maakt toevoegen of verwijderen van de IP-adressen van netwerkprinters mogelijk.
Werken met het Printer Status Monitor Center |
17 |
Opties
Status Monitor toepassing |
Specificeer of Statusdisplay of PageScope |
voor netwerkprinters |
web-aansluiting moet verschijnen wanneer u |
|
dubbelklikt op de printernaam op het scherm. |
|
De standaard instelling is Statusdisplay. Deze |
|
instelling is alleen van toepassing voor |
|
netwerkprinters. |
|
|
Timeout |
Er kunnen twee timeout-intervallen worden |
|
gespecificeerd. |
|
Printerdetectie timeout |
|
Printerstatus query timeout |
|
|
Wanneer een rood of geel pictogram verschijnt, open dan Statusdisplay of PageScope web-aansluiting, en controleer de gedetailleerde informatie. Zie voor meer informatie omtrent Statusdisplay “Werken met het Statusdisplay” on page 14. Voor meer informatie over PageScope web-aansluiting, zie de magicolor 5440 DL Reference Guide
Kies Afsluiten uit het Bestandsmenu, of klik op de X-knop in de rechterbovenhoek van het Printer Status Monitor Center-venster om deze af te sluiten.
18 |
Herkennen van Printer Status Monitor |
Het bedieningspaneel, dat zich aan de bovenzijde van de printer bevindt, maakt directe bediening van de printer mogelijk. Bovendien toont deze de momentele status van de printer, inclusief omstandigheden die speciale aandacht nodig hebben.
4 |
5 |
6 |
1
BERICHTMESSAGEN
VENSTER
WINDOW
2
3
8 7
No. |
Indicator |
Off |
On |
|
|
|
|
1 |
|
De printer is niet gereed |
De printer is gereed om |
|
|
om data te accepteren. |
data te accepteren. |
|
|
|
|
2 |
|
Geen probleem. |
Aandacht van de |
|
|
|
gebruiker is nodig |
|
|
|
(meestal verschijnt ook |
|
|
|
een statusmelding in het |
|
|
|
berichtenvenster.) |
|
|
|
|
20 |
Over het bedieningspaneel |