Bedankt dat u een magicolor 2400W heeft gekocht. Dit was een uitstekende keuze.
Uw magicolor 2400W is speciaal ontworpen voor optimale prestaties in Windowsomgevingen.
Handelsmerken
KONICA MINOLTA en het KONICA MINOLTA logo zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van KONICA MINOLTA HOLDINGS, INC.
magicolor is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van KONICA MINOLTA
PRINTING SOLUTIONS U.S.A., INC.
KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC. behoudt zich het recht voor
veranderingen in de gebruiksaanwijzing en aan de daarin beschreven apparatuur uit
te voeren zonder aankondiging vooraf. Deze gebruiksaanwijzing is met de grootst
mogelijke zorg samengesteld. Echter, KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLO
GIES, INC. geeft geen enkele garantie, inclusief, maar niet beperkt tot, enige geïmpliceerde garanties op verhandelbaarheid en geschiktheid voor een bepaald doel,
m.b.t. deze gebruiksaanwijzing.
KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC. is niet verantwoordelijk, of
aansprakelijk voor, fouten in deze gebruiksaanwijzing of voor incidentele, speciale of
gevolgschade die voortkomt uit de levering van deze gebruiksaanwijzing, of het
gebruik van deze gebruiksaanwijzing bij het bedienen van de apparatuur, of in ver
band met de prestaties van de apparatuur wanneer zodanig bediend.
-
-
-
Page 3
Inhoud
Bedankt 2
Handelsmerken 2
Opmerking omtrent het copyright 2
Opmerking 2
3 Gebruik van het Statusdisplay .......................................................................17
Werken met het Statusdisplay 18
Inleiding 18
Openen van het Statusdisplay en weergeven van de voorraadstatus 18
Veranderen van de afmetingen van het Statusdisplay-venster 18
Gebruik van het Statusdisplay 18
Herkennen van Statusdisplay-signaleringen 20
Herstellen van een Statusdisplay-signalering 20
Sluiten van het Statusdisplay 20
4 Medium gebruiken ...........................................................................................21
Mediumspecificaties 22
Mediumtype 23
Gewoon papier 23
Thick Stock 24
Enveloppen 25
Labels 26
Briefhoofd 27
Postkaarten 27
Transparanten 28
Glossy Stock 29
Wat is het gegarandeerde afdrukbare gebied? 30
Afdrukbaar gebied—enveloppen 30
Paginamarges 30
Inhoud ii
Page 5
Media plaatsen 31
Lade 1 (multifunctionele lade) 31
Gewoon papier plaatsen 32
Andere media 33
Enveloppen plaatsen 34
Labelvellen/postkaarten/Thick Stock/transparanten plaatsen 37
Houd de hieronder aangegeven vrije ruimte rondom de printer aan, om
gemakkelijke bediening, bijvullen van verbruiksartikelen en onderhoud te
waarborgen.
259 mm
(10,2")
600 mm (23,6")
31 mm
341 mm (13,4")
430 mm (16,9")
VooraanzichtZij-aanzicht
(1,2")
489 mm (19,3")
520 mm (20,5")
Eerste kennismaking met uw printer2
Page 9
Onderdelen printer
De afbeelding hierna toont de onderdelen van uw printer die in deze
gebruiksaanwijzing regelmatig worden genoemd. Neem s.v.p. de tijd om deze
te leren kennen.
Eerste kennismaking met uw printer
3
Page 10
Vooraanzicht
1—Uitvoerlade
2—Bedieningspaneel
3—Frontdeur
4—Lade 1 (multifunctionele lade)
5—Voedingsschakelaar
6—Bovenklep
7—Transfer belt eenheid
8—Fixeereenheid
9—Separatiehendels
10—Drumcartridge
11— Tonercartridgecarrousel (met 4
tonercartridges: C, M, Y en K)
12— USB poort
13—Toner cartridge
1
6
5
2
3
4
7
8
9
10
12
10
13
11
Eerste kennismaking met uw printer4
Page 11
Over het bedieningspaneel
12
3
1—Gereed-lampje
2—Fout-lampje
3—Toets Toner draaien
4—Toner-lampjes
5—Toets Annuleren
4
Informatie over de indicatielampjes
De indicatielampjes gebruiken vijf verschillende signalen:
Uit
Aan
Langzaam knipperen—1x knipperen per 2 seconden
Knipperen—1x knipperen per seconde
Snel knipperen—2x knipperen per seconde
5
Over het bedieningspaneel
5
Page 12
Statusmeldingen (Gereed-lampje, Fout-lampje)
Statusmeldingen geven de huidige toestand van de printer aan. De printerstatus kan ook op het Statusdisplay gecontroleerd worden. (Raadpleeg “Werken
met het Statusdisplay” op pagina 18.)
Gereed-lam
pje (groen)
UitUitSpanning uitGeen
AanUitGereed om af te druk-
Snel knipperen
KnipperenUitGegevens verwerkenGeen
AanAanInitialiseren (spanning
Langzaam
knipperen
AanLangzaam
AanKnipperenDrum verbruiktVervang de drum-
Fout-lampje
(oranje)
UitOpwarmenGeen
UitSpaarstandfunctieGeen
knipperen
ToestandHandeling
Geen
ken
Kalibreren
Afdrukken
Geen
aan)
Printopdracht annuleren
Drum bijna aan het
einde van zijn levens
duur
Pak een nieuwe
drumcartridge.
-
cartridge.
Statusmeldingen (Toner-lampjes)
De hoeveelheid resterende toner kan ook op het Statusdisplay gecontroleerd
worden.
(Raadpleeg “Werken met het Statusdisplay” op pagina 18.)
Toner-lampje
(oranje)
Langzaam knipperen
AanToner opVervang de tonercartridge.
ToestandHandeling
Toner bijna opPak een nieuwe tonercar-
tridge.
Over het bedieningspaneel6
Page 13
Tonerlampje
(oranje)
Snel knipperen
Gereedlampje
(groen)
AanSnel knippe-
Fout-lampje
(oranje)
ren
ToestandHandeling
De geïnstalleerde tonercartridge is van
een fout type.
Installeer een
KONICA
MINOLTA toner
cartridge.
Informatie over de toets Toner draaien
Eén keer drukken op de toets Toner draaien beweegt de cyaan tonercartridge
zodat deze vervangen kan worden. Bij telkens opnieuw drukken op de toets
Toner draaien beweegt de zwarte, gele en dan magenta tonercartridge zodat
deze vervangen kunnen worden.
Informatie over de toets Annuleren
Met de toets Annuleren kunt u:
een printopdracht voortzetten na het afhandelen van een foutmelding
een printopdracht annuleren
de printer resetten na het vervangen van een tonercartridge
" Raadpleeg voor meer informatie over het resetten van de printer na
het vervangen van een tonercartridge
tridge” op pagina 45.
het afdrukken op de achterkant van de pagina starten bij handmatig dub-
belzijdig afdrukken
“Vervangen van een tonercar-
-
" Raadpleeg voor meer informatie over handmatig dubbelzijdig afdruk-
ken “Hoe druk ik handmatig dubbelzijdig af?” op pagina 39.
Een printopdracht voortzetten na een foutmelding
U kunt een printopdracht voortzetten na het verhelpen van de volgende soort
fouten:
Geen papier meer in de lade
Papier met een ander formaat dan ingesteld in de printer-driver werd in de
printer ingevoerd
" Raadpleeg voor meer informatie over de foutmeldingen “Meldingen”
op pagina 66.
1 Controleer of een van de bovenstaande fouten is opgetreden.
Over het bedieningspaneel
7
Page 14
2 Voer de corrigerende handeling uit.
3 Druk op de toets Annuleren (korter dan 5 seconden).
De printopdracht gaat verder.
Printopdracht annuleren
U kunt een printopdracht annuleren die momenteel verwerkt wordt.
1 Houd tijdens het verwerken of afdrukken van gegevens (het groene
“Gereed”-lampje knippert) de toets Annuleren gedurende langer dan 5
seconden ingedrukt.
2 Laat de toets Annuleren los nadat beide lampjes zijn gaan branden.
De huidige printopdracht is nu geannuleerd.
Over het bedieningspaneel8
Page 15
Software-installatie
Page 16
Hulpprogramma's en documentatie
CD-ROM
Drivers
DriversGebruik/voordeel
Printer-driver voor
Windows XP/2000
Printer-driver voor Windows Me/
98SE
Deze drivers geven u toegang tot alle
printerfunctionaliteit, inclusief
afwerken en geavanceerde layout. Zie
“Instellingen van printer-driver
ook
weergeven” op pagina 12.
" Raadpleeg voor informatie over de installatie van de printer-drivers de
magicolor 2400W Installatiehandleiding.
Hulpprogramma's
Hulpprogramma'sGebruik/voordeel
StatusdisplayMet het statusdisplay kan de huidige
status van de printer worden
gecontroleerd, zoals bijv. status
verbruiksartikelen en foutinformatie.
Zie voor meer informatie “Werken met
het Statusdisplay” op pagina 18.
Hulpprogramma's en documentatie CD-ROM10
Page 17
Systeemeisen
Personal computer
Celeron 333 MHz of hoger
Besturingssysteem
Microsoft Windows XP Home Edition/Professional, Windows 2000 Professional, Windows Me, Windows 98SE
Vrije ruimte harde schijf
– Ca. 128 MB vrije ruimte op de harde schijf voor de printer-driver en het
Statusdisplay
– Ca. 128 MB vrije ruimte op de harde schijf voor beeldverwerking
RAM
Meer dan OS-aanbeveling
CD-ROM/DVD station
I/O interface
USB 2.0 compliant poort
" Als de printer aangesloten is via USB 1.1, is afdrukken met 2400 x
600 dpi niet altijd mogelijk. Deze printer ondersteunt printen met 2400
x 600 dpi bij gebruik van een USB 2.0 interface.
" Deze printer kan niet als een gedeelde printer gebruikt worden.
Standaard driver-instellingen kiezen
Voordat u de printer gaat gebruiken, verdient het aanbeveling de standaard
driver-instellingen te verifiëren/wijzigen.
1 Kies de instellingen van de driver als volgt:
– (Windows XP)
Kies vanuit het Start menu, Printers en Faxen voor weergave van de
directory Printers en faxen. Klik met de rechter muisknop op het
KONICA MINOLTA magicolor 2400W printer pictogram en kies Voor
keursinstellingen voor afdrukken.
– (Windows 2000)
Kies vanuit het Start menu, Instellingen en dan Printers voor weergave van de directory Printers. Klik met de rechter muisknop op het
KONICA MINOLTA magicolor 2400W printer pictogram en kies Voor-keursinstellingen voor afdrukken.
Systeemeisen
-
11
Page 18
– (Windows Me/98SE)
Kies vanuit het Start menu, Instellingen en dan Printers voor weergave van de directory Printers. Klik met de rechter muisknop op het
KONICA MINOLTA magicolor 2400W printer pictogram en kies Eigenschappen. Kies de Printereigenschappen.
2 Kies het tabblad Papier. Kies de standaardinstellingen voor uw printer,
zoals het standaard papierformaat dat u gebruikt.
3 Klik op Toepassen.
4 Klik op OK om het dialoogvenster te verlaten.
Printer-driver deïnstalleren
Deze paragraaf beschrijft hoe de magicolor 2400W printer-driver moet worden gedeïnstalleerd wanneer dit nodig mocht zijn.
1 Kies vanuit het Start menu, Programma's (Windows XP/Server: Alle
programma's), KONICA MINOLTA magicolor 2400W hulppro
gramma's, en dan KONICA MINOLTA magicolor 2400W deïnstalleren.
2 Kies in het venster Deïnstalleren de KONICA MINOLTA magicolor
2400W. Klik vervolgens op Deïnstalleren.
3 De magicolor 2400W driver wordt verwijderd van uw computer.
4 Herstart uw computer.
-
-
Instellingen van printer-driver weergeven
Windows XP
1 Kies vanuit het Start menu, Printers en faxen voor weergave van de
directory Printers en faxen.
2 Klik met de rechter muisknop op het KONICA MINOLTA magicolor 2400W
printer pictogram en kies Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Printer-driver deïnstalleren12
Page 19
Windows 2000/Me/98SE
1 Kies het Start menu, wijs op Instellingen, en klik vervolgens op Printers
voor weergave van de directory Printers.
2 Weergave van de instellingen van de printer-driver:
Windows 2000—Klik met de rechter muisknop op het KONICA
MINOLTA magicolor 2400W printer pictogram en kies Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Windows Me/98SE—Klik met de rechter muisknop op het magicolor
2400W printer pictogram en kies Eigenschappen; kies daarna Appa
raatopties.
Gebruik van de printer-driver
Algemene knoppen
De hieronder beschreven knoppen verschijnen op ieder tabblad.
OK
Klik hierop om het dialoogvenster eigenschappen te verlaten en daarbij de
uitgevoerde veranderingen op te slaan.
-
-
Annuleren
Klik hierop om het dialoogvenster eigenschappen te verlaten zonder de uitgevoerde veranderingen op te slaan.
Toepassen
Klik hierop om alle veranderingen op te slaan zonder dat het dialoogvenster
eigenschappen wordt verlaten.
" Afhankelijk van de versie van het besturingssysteem, kan Toepassen
ook niet verschijnen.
Help
Klik hierop om de help te bekijken.
Gebruik van de printer-driver
13
Page 20
Easy Set
Om de huidige instellingen te bewaren, voert u een naam in en klikt u vervolgens op Opslaan. Daarna kunnen de opgeslagen instellingen worden gekozen uit de vervolgkeuzelijst.
Kies Standaard uit de vervolgkeuzelijst om de functies in alle tabbladen naar
de standaard waarden te resetten.
Paginalayout
Met deze optieknop krijgt u een voorbeeld van de paginalayout in het afbeeldingsgebied.
Printerafbeelding
Met deze optieknop krijgt u een beeld van de printer in het afbeeldingsgebied.
Tabblad Setup
Met het tabblad setup kunt u
Verschillende pagina's van een document op dezelfde pagina afdrukken
(N-per-vel afdrukken)
Een watermerk toevoegen op afgedrukte documenten
Aangepaste watermerken ontwerpen
Dubbelzijdig en boekje afdrukken specificeren
De handleidingpagina voor handmatig dubbelzijdig afdrukken
Het aantal exemplaren specificeren
De sorteerfunctie van de printer in-/uitschakelen
Afdrukken met gebruik van een formulier-afbeelding
Aanmaken/bewerken van een formulier-afbeelding
Tabblad Papier
Met het tabblad papier kunt u
Het formaat van het originele document specificeren
Aangepaste papierformaten definiëren
Af te drukken documenten aanpassen op een gespecificeerd papierfor-
maat
Het uitvoerpapierformaat kiezen
Gebruik van de printer-driver14
Page 21
Documenten schalen (vergroten/verkleinen)
De afdrukstand specificeren
Het afdrukbeeld 180 graden draaien
Het mediumtype definiëren
De papierbron specificeren
De afdrukpositie wijzigen (afdrukken met beeldverschuiving)
Tabblad Kwaliteit
Met het tabblad kwaliteit kunt u
Omschakelen tussen kleur en monochroom afdrukken
Kleurvergelijking specificeren (afbeeldingen, grafisch figuur en tekst)
De resolutie voor het afdrukken specificeren
De tonen van een afbeelding instellen (contrast)
De donkerte van een afbeelding instellen (helderheid)
De kleurzuiverheid van een afbeelding instellen (verzadiging)
De duidelijkheid van een afbeelding instellen (scherpte)
Gebruik van de printer-driver
15
Page 22
Page 23
Gebruik van het
Statusdisplay
Page 24
Werken met het Statusdisplay
Inleiding
Het Statusdisplay toont informatie over de huidige status van de printer (en
zijn verbruiksartikelen) en stelt u in staat om diverse instellingen vast te leg
gen zoals de tijd die verstrijkt voordat de printer naar de spaarstandfunctie
gaat.
Openen van het Statusdisplay en weergeven van de
voorraadstatus
Ga op een van de volgende manieren te werk om het Statusdisplay te openen:
Windows XP—Kies vanuit het Start menu Alle programma's, dan
KONICA
KONICA
Windows 2000/Me/98SE—Kies vanuit het Start menu Programma's,
dan KONICA MINOLTA magicolor 2400W hulpprogramma's en dan
KONIICA
Veranderen van de afmetingen van het
Statusdisplay-venster
Kies vanuit het Display-menu, Status (verkleinen) om de afmetingen van
het venster te verkleinen.
Kies vanuit het Display-menu, Status (vergroten) om de afmetingen van
het venster te vergroten.
MINOLTA magicolor 2400W hulpprogramma's en dan
MINOLTA magicolor 2400W Status.
MINOLTA magicolor 2400W Status.
-
Gebruik van het Statusdisplay
Wanneer de achtergrond van de printerafbeelding groen is, staat de prin-
ter in de standby-modus of wordt een opdracht normaal afgedrukt.
Wanneer de achtergrond van de printerafbeelding rood of geel is, dan is
er een fout opgetreden en is de opdracht onderbroken. De printerstatus
en de foutmelding worden in de dialoogvensters aan de linkerkant
getoond.
De functiegebieden omvatten:
Printerstatus—toont tekstmeldingen die de huidige bedrijfsstatus van de
printer beschrijven.
Hoe te herstellen—geeft uitleg over wat u moet doen om problemen op
te lossen en fouten te herstellen.
Werken met het Statusdisplay18
Page 25
Waarschuwingsstatus—toont tekstmeldingen die wijzen op bepaalde
condities zoals toner bijna op.
Printerstatus figuur—geeft een grafische weergave van de printer en
geeft aan waar het probleem zit.
Afdrukstatus —toont de status van de huidige afdruktaak.
Popup Instelling—hiermee kiest u welke melding(en) u op de voorgrond
wilt laten verschijnen wanneer dit bepaalde situatie zich voordoet met de
printer.
Kies printer—hiermee selecteert u de printer die wordt weergegeven in
het Statusdisplay, wanneer meerdere magicolor 2400W op één computer
zijn aangesloten.
Als het vakje Starten is geselecteerd, wordt het Statusdisplay bovendien
automatisch gestart wanneer de computer wordt gestart.
Printerinformatie—mogelijkheid tot controle van uiteenlopende informa-
tie zoals het aantal afdrukken.
Voorraadstatus—toont de status (geschatte overblijvend percentage)
van iedere tonercartridge.
Modusinstelling—hiermee kunt u het volgende vastleggen:
z Automatisch verdergaan:als het vakje Automatisch verdergaan is
geselecteerd, kan het afdrukken doorgaan, zelfs
als het papierformaat dat in de printer-driver is
ingesteld anders is dan het formaat van het
papier dat in de lade is geplaatst.
z Automatische tonervervanging:legt vast of het afdrukken wel of niet
stopt wanneer de toner op raakt. Als het vakje
Automatische tonervervanging is geselecteerd,
stopt het afdrukken wanneer de toner op raakt
en beweegt de lege tonercartridge, zodat deze
vervangen kan worden.
Start de printer opnieuw na wijzigen van de
instelling Automatische tonervervanging.
z Energiespaarfunctie: legt de tijd vast die verstrijkt voordat de printer
naar de spaarstandfunctie gaat.
Voedings test—voert een AIDC (Automatische Dichtheid Afbeeldings-
test) kalibrering uit.
Statuspagina afdrukken—drukt een lijst met statusmeldingen af die wor-
den aangegeven door de indicatielampjes op het bedieningspaneel, en
een lijst met foutmeldingen.
Configuratiepagina afdrukken—drukt de configuratiepagina af.
Werken met het Statusdisplay
19
Page 26
Herkennen van Statusdisplay-signaleringen
Wanneer het statusdisplay een afdrukprobleem onderkent, verandert het pictogram op de Windows-taakbalk van groen naar geel of rood, afhankelijk van
de ernst van het probleem.
Herstellen van een
Statusdisplay-signalering
Wanneer het statusdisplay een afdrukprobleem signaleert, dubbelklik dan op
het pictogram op de Windows-taakbalk om het Statusdisplay te openen. Het
Statusdisplay geeft aan welk type fout is opgetreden.
Sluiten van het Statusdisplay
Om het Statusdisplay te sluiten vanuit het Bestandsmenu kiest u Afsluiten.
" Wanneer u op de X knop in de rechterbovenhoek van het Statusdis-
play-venster klikt om het venster te sluiten, blijft het Statusdisplay
daarna wel beschikbaar op de taakbalk rechtsonder. Dubbelklik op het
pictogram op het Statusdisplay-venster weer te openen.
" Wacht tenminste 5 seconden voordat u de Statusdisplay weer opent,
nadat het gesloten is.
Herkennen van Statusdisplay-signaleringen20
Page 27
Medium
gebruiken
Page 28
Mediumspecificaties
Welke typen en formaten kan ik gebruiken?
MediumMediumformaat
Inch Millimeter
Normaal
papier
A4 transparant8,2 x 11,7210,0 x 297,0
Letter transparant8,5 x 11,0215,9 x 279,4
Japanse postkaart3,9 x 5,8100,0 x 148,0
Envelop C56,4 x 9,0162,0 x 229,0
Envelop C64,5 x 6,4114,0 x 162,0
Envelop #10 4,1 x 9,5104,1 x 241,3
Envelop DL4,3 x 8,7110,0 x 220,0
Envelop Monarch3,9 x 7,599,0 x 190,5
Thick Stock, Glossy —Alleen ondersteund voor letter, A4, of kleinere media.
Aangepast, minimum3,6 x 7,292,0 x 184,0
Aangepast, maximum8,5 x 11,7216,0 x 297,0
A48,2 x 11,7210,0 x 297,0
A55,9 x 8,3148,0 x 210,0
B5 (JIS)7,2 x 10,1182,0 x 257,0
B5 (ISO)6,9 x 9,8176,0 x 250,0
Executive7,25 x 10,5184,0 x 267,0
Folio8,3 x 13,0210,0 x 330,0
Foolscap8,0 x 13,0203,2 x 330,2
Kai 167,3 x 10,2185,0 x 260,0
Legal8,5 x 14,0215,9 x 355,6
Government Legal8,5 x 13,0216,0 x 330,0
Letter8,5 x 11,0215,9 x 279,4
Letter Plus8,5 x 12,7215,9 x 322,3
Statement5,5 x 8,5140,0 x 216,0
UK Quarto8,0 x 10,0203,2 x 254,0
Aangepast, minimum3,6 x 7,892,0 x 198,0
Aangepast, maximum8,5 x 14,0216,0 x 356,0
" Voor aangepaste formaten, moet de printer-driver worden gebruikt om
de instellingen uit te voeren binnen de grenzen zoals in de boven
staande tabel aangegeven.
Mediumspecificaties22
-
Page 29
Mediumtype
Voer een testafdruk uit voordat grote hoeveelheden speciaal medium worden
aangeschaft en controleer de afdrukkwaliteit.
Bewaar het medium op een vlak, horizontaal oppervlak in de originele verpakking. Zie voor een lijst met goedgekeurde media printer.konicaminolta.com.
Gewoon papier
CapaciteitLade 1Max. 200 vellen, afhankelijk van het gewicht
van het papier
Afdrukstand Bedrukte zijde boven
Mediumtype
driver
Gewicht60 tot 90 g/m² (16 tot 24 lb bond)
Gebruik gewoon papier dat
geschikt is voor gewoon papier laserprinters, zoals standaard kantoorpa-
pier.
Opmerking
Gebruik geen van de hierna opgesomde media. Deze kunnen slechte
afdrukkwaliteit, toevoerstoringen of schade aan de printer veroorzaken.
Gewoon papier
Gebruik GEEN gewoon papier dat
is gecoat (zoals carbonpapier, digitaal glossy gecoate media en gekleurd,
behandeld papier)
is voorzien van een carbon achterkant
niet is goedgekeurd voor strijktoepassing (zoals hittegevoelig papier en
hitte-pers overdrachtspapier)
bedoeld is voor koudwateroverdracht
drukgevoelig is
speciaal is ontworpen voor inkjet-printers (zoals superfine-papier, glossy
papier en postkaarten)
al door een andere printer, fax of kopier is bedrukt.
stoffig is
nat (of vochtig) is
" Bewaar de media tussen 35% en 85% relatieve vochtigheid. De
toner hecht niet goed aan vochtig of nat papier.
Mediumtype
23
Page 30
gelaagd is
kleverig is
is gevouwen, gekruld of gekreukeld
is geperforeerd of gescheurd
te glad, te grof of te ruw is
verschilt qua ruwheid op achter- en voorzijde
te dun of te dik is
samenkleeft door statische elektriciteit
is samengesteld met folie, te reflecterend is.
warmtegevoelig is of niet bestand is tegen de fixeertemperatuur (180°C
[356°F])
onregelmatig is gevormd (niet rechthoekig)
is voorzien van lijm, tape, paperclips, nietjes, linten, haken of knopen
zuur is
niet is goedgekeurd
Thick Stock
Papier dikker dan 90 g/m2 (24 lb bond) wordt Thick Stock genoemd. Test alle
Thick Stock om een acceptabel resultaat te waarborgen en ervoor te zorgen
dat de afbeelding niet verschuift.
gemengd is met andere media in de lades (toevoerstoring zal ontstaan)
Mediumtype24
Page 31
Enveloppen
Alleen op de voorkant (adreskant) afdrukken. Sommige delen van de envelop
bestaan uit drie lagen papier—de voorkant, de achterkant en de klep. Afdruk
ken in deze gelaagde gebieden wordt afgeraden.
CapaciteitLade 1Maximaal 10 enveloppen, afhankelijk van de
dikte
Afdrukstand Bedrukte zijde boven
Mediumtype
driver
Gewicht91 tot 163 g/m² (25 tot 43 lb)
Gebruik enveloppen
Envelop
die zijn goedgekeurd voor laserprinters met diagonale verbindingen,
scherpe vouwen en randen en normaal plakstroken op de klep
" Omdat de enveloppen hete rollen passeren, kan de plakstrook op
de klep sluiten. Door gebruik te maken van enveloppen met lijm op
emulsiebasis wordt dit probleem voorkomen.
die zijn goedgekeurd voor laserprinters
die droog zijn
Gebruik geen enveloppen die
kleverige kleppen hebben
tape-afdichting, metalen klemmen, papierclips, nietjes of afneembare
stroken hebben.
een venster hebben
een te ruw oppervlak hebben
materiaal bevatten dat kan smelten, verdampen, verkleuren of schadelijk
emissie kan veroorzaken.
al dicht zijn
-
Mediumtype
25
Page 32
Labels
Een vel labels bestaat uit een afdrukbaar vel (het afdrukoppervlak), de hechtlaag en een draagvel:
Het afdrukbare vel moet voldoen aan de specificaties voor gewoon
papier.
Het afdrukbare vel moet het gehele draagvel bedekken en er mag geen
hechtmiddel op het oppervlak aanwezig zijn.
U kunt continu afdrukken met labelvellen. Echter, dit kan de mediumtoevoer
wel beïnvloeden afhankelijk van de mediumkwaliteit en de afdrukomgeving.
Wanneer problemen ontstaan, stop dan het continue afdrukken en druk één
vel per keer af.
Formatteer de labeldata binnen uw toepassing. Probeer eerst uw gegevens
af te drukken op een vel gewoon papier om de plaatsing te controleren. Zie
de documentatie van uw toepassing voor meer informatie over het afdrukken
van labels.
CapaciteitLade 1Maximaal 50 labelvellen, afhankelijk van de
dikte
Afdrukstand Bedrukte zijde boven
Mediumtype
driver
Gewicht60 tot 163 g/m² (16 tot 43 lb)
Gebruik labelvellen die
zijn goedgekeurd voor laserprinters
Gebruik geen labelvellen die
labels bevatten die gemakkelijk zijn los te maken
met al (deels) verwijderde draagvel of met bloot liggende hechtmiddel.
Labels
" Labels kunnen blijven plakken aan de fixeereenheid, daardoor los-
laten en daardoor toevoerstoringen veroorzaken.
Mediumtype26
Page 33
zijn voorgesneden of geperforeerd
)
Niet gebruiken
Glimmend draagvel
Wel gebruiken
Full-page labels
(niet voorgesneden
Briefhoofd
Formatteer de briefhoofd-gegevens binnen uw toepassing. Probeer eerst uw
gegevens af te drukken op een vel gewoon papier om de plaatsing te contro
leren.
CapaciteitLade 1Maximaal 200 vellen, afhankelijk van de dikte
en het formaat
Afdrukstand Bedrukte zijde boven
Mediumtype
driver
Gewicht60 tot 90 g/m² (16 tot 24 lb)
Briefhoofd
-
Postkaarten
Formatteer de postkaartgegevens binnen uw toepassing. Probeer eerst uw
gegevens af te drukken op een vel gewoon papier om de plaatsing te contro
leren.
CapaciteitLade 1Maximaal 50 postkaarten, afhankelijk van de
dikte
Afdrukstand Bedrukte zijde boven
Mediumtype
driver
Gewicht60 tot 163 g/m² (16 tot 43 lb)
Gebruik postkaarten die
Postkaart
zijn goedgekeurd voor laserprinters
Gebruik geen postkaarten die zijn
Mediumtype
-
27
Page 34
gecoat
ontworpen voor inkjet-printers
voorgesneden of geperforeerd
voorbedrukt of meerdere kleuren hebben (toevoer-
storingen)
" Wanneer de postkaart vervormd is, strijk deze
dan glad voordat de postkaart in lade 1 wordt
geplaatst.
Gevouwen of gekreukeld
Transparanten
" Wapper niet met de transparanten voordat deze worden geplaatst. De
resulterende statische elektriciteit kan afdrukfouten veroorzaken.
" Wanneer u de afdrukbare zijde van de transparanten met blote han-
den aanraakt kan de afdrukkwaliteit daardoor negatief worden beïnvloed.
" Houd de printer schoon. Transparanten zijn extra gevoelig voor een
vuile mediumroute. Wanneer schaduwen ontstaan aan de boven- of
onderzijde van de vellen, zie dan
printer” .
hoofdstuk 6, “Onderhoud van de
" Verwijder transparanten zo snel mogelijk uit de uitvoerlade om
opbouw van statische elektriciteit te voorkomen.
U kunt continu afdrukken met transparanten. Echter, dit kan de mediumtoevoer wel beïnvloeden afhankelijk van de mediumkwaliteit, de opbouw van
statische elektriciteit en de afdrukomgeving.
Formatteer de informatie die moet worden afgedrukt op de transparanten in
uw toepassing. Probeer eerst uw gegevens af te drukken op een vel gewoon
papier om de plaatsing te controleren.
Mediumtype28
Page 35
" Wanneer u problemen heeft met de toevoer van 50 vellen, probeer
dan slechts 1 - 10 vellen per keer. Plaatsen van een groot aantal
transparanten in één keer kan opbouw van statische elektriciteit tot
gevolg hebben, waardoor toevoerproblemen kunnen ontstaan.
CapaciteitLade 1Maximaal 50 transparanten, afhankelijk van
de dikte
Afdrukstand Bedrukte zijde boven
Mediumtype
driver
Gebruik transparanten
die zijn goedgekeurd voor laserprinters
Gebruik geen transparanten die
statisch elektrisch zijn waardoor deze aan elkaar plakken.
speciaal zijn bestemd voor inkjet-printers
Glossy
Test alle glossy om een acceptabel resultaat te waarborgen en ervoor te zorgen dat de afbeelding niet verschuift.
CapaciteitLade 1 Maximaal 50 glossy vellen, afhankelijk van
Afdrukstand Bedrukte zijde boven
Mediumtype
driver
Transparant
de dikte
Glossy
Gebruik GEEN glossy die
gemengd is met andere media in de lades (toevoerstoring zal ontstaan)
speciaal is bestemd voor inkjet-printers
Mediumtype
29
Page 36
Wat is het gegarandeerde afdrukbare gebied?
Het afdrukbare gebied op alle papierformaten is maximaal 4 mm (0,157")
vanaf de randen van het medium.
Ieder mediumformaat heeft een specifiek afdrukbaar gebied, het maximale
gebied waarbinnen de printer duidelijk
en zonder verstoring af kan drukken.
Dit gebied wordt beïnvloed door zowel
hardwaregrenzen (het fysische medi
umformaat en de marges nodig door
de printer) en de software-beperkin
gen (hoeveelheid beschikbaar geheugen voor full-page frame buffer). Het
gegarandeerde afdrukbare gebied voor alle mediumformaten is het pagina
formaat min 4 mm (0,157") vanaf alle randen.
-
-
a
a
afdrukbaar
a
a = 4 mm (0,157")
a
gebied
-
" Bij afdrukken in kleur op papier van legal-formaat is de onderste
marge 10,4
mm (0,409").
" Bij afdrukken op glossy is de top margin 10 mm (0,394").
Afdrukbaar gebied—enveloppen
Enveloppen hebben een niet gegarandeerd afdrukbaar gebied dat afhankelijk
is van het type envelop.
" De afdruk-
stand van de
envelop wordt
bepaald door
uw toepassing.
Niet gegarandeerd
gebied
Gegarandeerd
gebied
Paginamarges
Marges worden in uw toepassing ingesteld. In bepaalde toepassingen kunt u
aangepaste papierformaten en marges instellen terwijl in andere toepassin
gen alleen uit standaard paginaformaten en marges kan worden gekozen.
Wanneer u een standaard formaat kiest, kunt u een deel van uw afbeelding
verliezen (vanwege beperkingen afdrukbaar gebied). Indien u het formaat
van uw pagina kunt aanpassen in uw toepassing, gebruik dan deze formaten
voor het afdrukbare gebied voor een optimaal resultaat.
Mediumtype30
-
Page 37
Media plaatsen
Hoe plaats ik media?
Verwijder het bovenste en onderste vel
van een stapel papier. Neem een stapel
van ca. 200 vel en wapper hiermee om
opbouw van statische elektriciteit te voor
komen voordat deze in de lade wordt
geplaatst.
-
" Wapper niet met transparanten.
Opmerking
Alhoewel deze printer is ontworpen voor afdrukken op zeer veel
verschillende mediatypen, is het niet de bedoeling uitsluitend op één
bepaald mediumtype af te drukken met uitzondering van gewoon papier.
Continu afdrukken op andere media (zoals enveloppen, labels, Thick
Stock of transparanten) kan de afdrukkwaliteit nadelig beïnvloeden of
de levensduur van de machine reduceren.
Wanneer medium wordt bijgevuld, moet eerst de lade worden leeggemaakt.
Stapel oud en nieuw medium zorgvuldig op, en plaatst dan de gehele stapel
in de lade.
Meng geen papier van verschillende soorten en formaten, aangezien dan het
papier kan vastlopen.
Lade 1 (multifunctionele lade)
Voor informatie over de mediumtypen en -formaten die vanuit lade 1 kunnen
worden bedrukt zie
“Mediumspecificaties” op pagina 22.
Media plaatsen
31
Page 38
Gewoon papier plaatsen
1 Open lade 1.
2 Schuif de geleiders uit elkaar
voor meer ruimte.
3 Plaats het papier met de bedruk-
bare zijde naar boven in de lade.
Media plaatsen32
Page 39
" Nooit papier vullen tot
boven de
Maximaal 200 vel (80 g/
2
m
kunnen in één keer in de
lade worden geplaatst.
4 Schuif de geleiders terug tegen
de randen van het papier.
M
-markering.
[22 lb]) gewoon papier
Andere media
Bij het plaatsen van andere media dan gewoon papier, moet de mediummodus (bijvoorbeeld, Envelop, Label, Thick Stock 1, Thick Stock 2, of Transparant) in de driver worden ingesteld voor optimale afdrukkwaliteit.
Media plaatsen
33
Page 40
Enveloppen plaatsen
1 Open lade 1.
2 Maak de lade leeg.
3 Schuif de geleiders uit elkaar
voor meer ruimte.
4 Plaats de enveloppen met de
klep naar beneden gericht in de
lade.
" Voordat de enveloppen
worden geplaatst, moe
ten deze worden samengedrukt om te
waarborgen dat alle lucht
is verdwenen. Zorg er
ook voor dat de vouwen
van de kleppen goed zijn
aangedrukt omdat
anders de enveloppen kunnen kreukelen en er storing in de toe
voer kan ontstaan.
-
-
Media plaatsen34
Page 41
" Maximaal 10 enveloppen kunnen in één keer in de lade worden
geplaatst.
" Enveloppen met de klep
aan de lange zijde, moe
ten met de klep naar de
linkerkant van de printer
worden geplaatst.
5 Schuif de geleiders terug tegen
de randen van de enveloppen.
-
Media plaatsen
35
Page 42
6 Trek aan de hendel en open de
bovenklep.
" Als er papier in de uit-
voerlade ligt, verwijder dit
dan en vouw vervolgens
de uitvoerlade in voordat
de bovenklep wordt geo
pend.
" Raak de transfer belt niet
aan.
7 Zet de separatiehendels op de
fixeereenheid omhoog.
-
Media plaatsen36
Page 43
8 Sluit de bovenklep zorgvuldig.
" Voordat er weer afge-
drukt wordt op andere
media dan enveloppen,
moet u de separatiehen
dels op de fixeereenheid
weer in de oorspronke
lijke positie zetten.
Labelvellen/postkaarten/Thick Stock/transparanten
plaatsen
1 Open lade 1.
-
-
2 Maak de lade leeg.
Media plaatsen
37
Page 44
3 Schuif de geleiders uit elkaar
voor meer ruimte.
4 Plaats het medium met de
bedrukbare zijde naar boven in
de lade.
" Er kunnen maximaal 50
vellen in één keer in de
lade worden geplaatst.
5 Schuif de geleiders terug tegen
de randen van het medium.
Media plaatsen38
Page 45
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
Kies papier met een hoge ondoorschijnendheid voor dubbelzijdig (2-zijden)
afdrukken. Voor de beste resultaten verdient het aanbeveling een kleine hoe
veelheid af te drukken zodat kan worden gecontroleerd of de ondoorschijnendheid voldoende is.
Alleen gewoon papier kan worden gebruikt voor handmatig dubbelzijdig
afdrukken. Andere papiersoorten kunnen niet worden gebruikt.
Hoe druk ik handmatig dubbelzijdig af?
1 Kies in de printer-driver (tabblad Setup/Duplex/Boekje) de juiste instel-
ling: Korte zijde binden, Lange zijde binden, Boekje links binden of
Boekje rechts binden.
" Om een leidraad voor handmatig dubbelzijdig afdrukken op de
eerste pagina af te drukken, kiest u het controlevakje Geleidepa
pier en begint u met afdrukken.
2 Kies in het dialoogvenster Afdrukken van uw toepassing de noodzakelijke
instellingen en druk alle pagina's af.
3 Verwijder de enkelzijdige afdruk-
ken uit de uitvoerlade en plaats
deze in lade 1, met de bedrukte
kant omlaag.
" Lijn de randen van het uit
de uitvoerlade gehaalde
papier uit en zorg ervoor,
dat het papier vlak is bij
het plaatsen in de lade.
Het papier kan vastlopen,
als de randen niet uitge
lijnd zijn of het papier niet
vlak is.
-
-
-
4 Klik op Doorgaan op het scherm van uw PC of druk op de toets Annuleren
(minder dan 5 seconden).
Het afdrukken op de achterkant van het papier begint.
" Als het papier vastloopt tijdens het dubbelzijdig afdrukken, kan het
afdrukken niet verdergaan vanaf het punt waar dit werd gestopt,
na het verwijderen van het vastgelopen papier. Herhaal de proce
dure vanaf stap 2.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
-
39
Page 46
Uitvoerlade
Alle afgedrukte media wordt uitgevoerd naar de uitvoerlade bovenop de printer. Deze lade heeft een capaciteit van ca. 200 vel (A4/Letter) van 80 g/m2 (22
lb) papier.
" Wanneer het medium te hoog wordt gestapeld in de uitvoerlade, kun-
nen toevoerproblemen, schade aan het medium of opbouw van statische elektriciteit ontstaan.
" Verwijder transparanten zo snel mogelijk uit de uitvoerlade om
opbouw van statische elektriciteit te voorkomen.
Mediumopslag
Hoe sla ik media op?
Bewaar het medium op een vlak, horizontaal oppervlak in de originele
verpakking.
Medium dat langere tijd buiten de verpakking is opgeslagen kan te veel
zijn uitgedroogd waardoor toevoerproblemen kunnen ontstaan.
Wanneer medium uit de verpakking is gehaald, plaats dit dan weer terug
in de originele verpakking en sla dit op in een koude, donkere ruimte op
een vlak oppervlak.
Voorkom vocht, overmatige luchtvochtigheid, direct zonlicht, overmatige
hitte (meer dan 35°C [95°F]) en stof.
Voorkom contact met andere objecten en plaats het medium niet verti-
caal.
Voer een testafdruk uit ter controle van afdrukkwaliteit voordat opgeslagen
medium gaat worden gebruikt.
Uitvoerlade40
Page 47
Vervangen
verbruiksartikelen
Page 48
Vervangen verbruiksartikelen
Opmerking
Door instructies in deze gebruiksaanwijzing niet aan te houden, kan de
garantie komen te vervallen.
Opnieuw gevulde tonercartridges
Opmerking
Gebruik geen opnieuw gevulde tonercartridges. Schade aan de printer
of kwaliteitsproblemen veroorzaakt door een hergebruikte
tonercartridge vallen niet onder de garantie. Er wordt geen technische
ondersteuning gegeven om deze problemen op te lossen.
Info tonercartridge
Uw printer gebruikt vier tonercartridges: zwart, geel, magenta en cyaan.
Behandel de tonercartridges voorzichtig om morsen van toner in de printer of
daarbuiten te voorkomen.
" Installeer uitsluitend nieuwe tonercartridges in uw printer. Als een
gebruikte tonercartridge wordt geïnstalleerd, verdwijnt de melding niet
en de verbruiksmateriaal status in het Statusdisplay wordt niet bijge
werkt.
-
" De toner is niet giftig. Wanneer u toner op de huid krijgt, was dit dan
met koud water en een milde zeep af. Wanneer u toner op uw kleren
krijgt, veeg deze dan zo goed mogelijk weg. Wanneer resten toner op
uw kleren achterblijven, gebruik dan koud, geen heet, water om de
toner af te spoelen.
VOORZICHTIG
Wanneer u toner in uw ogen krijgt, was dit dan direct uit met koud water
en raadpleeg een arts.
Zie de volgende tabel wanneer een tonercartridge moet worden vervangen.
Gebruik voor optimale afdrukkwaliteit en prestaties uitsluitend goedgekeurde
KONICA MINOLTA tonercartridges voor uw specifieke printertype, zoals ver
meld in onderstaande tabel. Uw printertype en de onderdeelnummers voor de
tonercartridges zijn te vinden op het etiket met bestelinformatie voor ver
bruiksartikelen, dat zich aan de binnenkant van de bovenklep van uw printer
bevindt.
in de originele verpakking tot deze moeten worden geïnstalleerd.
op een koude, droge plaats niet in zonlicht (vanwege opwarming).
De maximale opslagtemperatuur is 35° C (95° F) en de maximale
relatieve vochtigheid voor opslag is 85% (niet condenserend). Wanneer
de tonercartridge wordt verplaats vanuit een koude naar een warme,
vochtige locatie kan condensatie optreden waardoor de afdrukkwaliteit
afneemt. Neem 1 uur de tijd zodat de toner zich aan de omgeving kan
aanpassen voordat deze wordt gebruikt.
tijdens hantering en opslag recht houden.
Houd of plaats cartridges niet op
de zijkant of ondersteboven; de
toner in de cartridge kan gaan
aankoeken of ongelijk verdeeld
worden.
niet in de buurt van zoute lucht en corrosieve gassen zoals aërosolen.
Vervangen verbruiksartikelen44
Page 51
Vervangen van een tonercartridge
Opmerking
Zorg ervoor dat geen toner wordt gemorst bij het vervangen van een
tonercartridge. Wanneer toner wordt gemorst, veeg dit dan direct weg
met een zachte, droge doek.
Wanneer de toner op is, gaat het toner-lampje branden. Volg de hieronder
beschreven procedure voor het vervangen van de tonercartridge.
1 Controleer het bedieningspaneel om te zien welke kleur toner op is.
Bij wijze van voorbeeld wordt de procedure voor het vervangen van de
cyaan tonercartridge hieronder beschreven.
" Als het controlevakje Automatische tonervervanging van Modusin-
stelling in het Statusdisplay werd geselecteerd, stopt het afdrukken
wanneer de toner op is en de lege tonercartridge wordt verplaatst,
zodat deze vervangen kan worden. Ga door met stap 3.
2 Druk op de toets Toner draaien.
Het verlichte lampje voor de cyaan toner gaat uit en de tonercartridgecarrousel draait. Wanneer de cyan tonercartridge zodanig geplaatst is dat
deze kan worden vervangen, gaat het lampje voor de cyaan toner weer
branden.
" Druk één keer op de toets Toner draaien om de cyaan tonercar-
tridge te bewegen, zodat deze vervangen kan worden.Bij telkens
opnieuw drukken op de toets Toner draaien beweegt de zwarte,
gele en dan magenta tonercartridge zodat deze vervangen kunnen
worden.Het lampje voor de tonercartridge die werd bewogen,
zodat deze vervangen kan worden, gaat branden.
Vervangen verbruiksartikelen
45
Page 52
3 Trek aan de hendel en open de
bovenklep.
" Als er papier in de uit-
voerlade ligt, verwijder dit
dan en vouw vervolgens
de uitvoerlade in voordat
de bovenklep wordt geo
pend.
" Raak de transfer belt niet
aan.
4 Controleer of de te vervangen
tonercartridge naar voren ver
plaatst is, en open vervolgens de
frontdeur.
-
-
" U kunt de tonercartridge
herkennen aan de kleur
van de hendel en aan de
letter in de hendel: C
(cyaan), M (magenta), Y
(geel) en K (zwart).
Vervangen verbruiksartikelen46
Page 53
5 Trek de hendel op de tonercar-
tridge naar u toe, en trek vervolgens de tonercartridge omhoog
om deze te verwijderen.
" Draai de tonercartridge-
carrousel niet met de
hand. Draai bovendien
de carrousel niet met
kracht, anders kan deze
beschadigd raken.
Opmerking
Voer de lege tonercartridge af volgens de plaatselijke
voorschriften.Verbrandt de tonercartridge niet.
6 Pak een nieuwe tonercartridge.
7 Schud de cartridge een aantal
malen om de toner goed te ver
delen.
-
" Zorg ervoor, dat de
bescherming van de
tonerrol goed vastzit
voordat met de tonercar
tridge wordt geschud.
-
Vervangen verbruiksartikelen
47
Page 54
8 Verwijder de bescherming van
de tonerrol.
" Raak de tonerrol niet aan
of bekras deze niet.
9 Lijn de as aan elk uiteinde van
de tonercartridge uit met de hou
ders en plaats vervolgens de
cartridge.
" Zorg er vóór het plaatsen
van de tonercartridge
voor, dat de kleur van de
te installeren tonercar
tridge hetzelfde is als het
etiket op de tonercar
tridgecarrousel.
-
-
-
10 Druk de tonercartridge omlaag
totdat deze vastklikt.
Vervangen verbruiksartikelen48
Page 55
11 Sluit de frontdeur.
12 Sluit de bovenklep zorgvuldig.
" Wanneer de bovenklep is
gesloten, beweegt de
zwarte tonercartridge
automatisch, zodat deze
vervangen kan worden.
Bij telkens opnieuw druk
ken op de toets Toner
draaien beweegt de gele
en dan magenta toner
cartridge zodat deze vervangen kunnen worden.
-
-
" Indien de Auto Toner
Replace functie in Mode
Setting in de Status Display is geselecteerd, zal
indien de bovenklep
wordt gesloten na het vervangen van de tonercartidge, automatisch de volgende lege tonercartridge worden voorgedraaid. Indien
er geen lege tonercartridges meer aanwezig zijn, zal de printer
opwarmen en daarna automatisch resetten en klaar voor printen
zijn.
13 Druk op de toets Annuleren om de printer te resetten en de melding te
wissen.
" Als gedurende 30 seconden na het sluiten van de bovenklep geen
handeling wordt verricht, wordt de printer automatisch gereset.
Vervangen verbruiksartikelen
49
Page 56
" De printer moet een kalibreringscyclus uitvoeren (minder dan 2
minuten) na het vervangen van een tonercartridge. Als u een klep
opent, voordat de printer gereset is, stopt het kalibreren en begint
weer opnieuw na het sluiten van de klep.
Drumcartridge vervangen
1 Trek aan de hendel en open de
bovenklep.
" Als er papier in de uit-
voerlade ligt, verwijder dit
dan en vouw vervolgens
de uitvoerlade in voordat
de bovenklep wordt geo
pend.
-
" Raak de transfer belt niet
aan.
Vervangen verbruiksartikelen50
Page 57
2 Trek de drumcartridge er voor-
zichtig uit.
Opmerking
Voer de gebruikte drumcartridge af volgens de plaatselijke
voorschriften.Verbrand de drumcartridge niet.
3 Pak een nieuwe drumcartridge.
" Raak de PC-drum op de
drumcartridge niet aan.
4 Installeer de nieuwe drumcar-
tridge.
Vervangen verbruiksartikelen
51
Page 58
5 Sluit de bovenklep zorgvuldig.
" De printer moet een kalibreringscyclus uitvoeren (minder dan 2
minuten) na het vervangen van de drumcartridge. Als u een klep
opent, voordat de printer gereset is, stopt het kalibreren en begint
weer opnieuw na het sluiten van de klep.
Vervangen verbruiksartikelen52
Page 59
Onderhoud van
de printer
Page 60
Onderhoud van de printer
VOORZICHTIG
Lees zorgvuldig alle veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen op de
labels, zodat u alle instructies goed naleeft. Deze labels bevinden zich
aan de binnenkant van de kleppen van de printer en binnenin de
printerbehuizing.
Ga voorzichtig om met de printer, zodat deze lang mee kan gaan. Verkeerd
gebruik kan schade veroorzaken en leiden tot het vervallen van uw garan
tie.Als er stof en stukjes papier aan de binnen- of buitenkant van de printer
blijven zitten, kan dit de printerprestaties en afdrukkwaliteit nadelig beïnvloe
den. Daarom moet de printer met regelmatige tussenpozen schoongemaakt
worden. Houd rekening met de volgende richtlijnen.
WAARSCHUWING!
Schakel de printer uit, trek de stekker uit het stopcontact en koppel alle
interfacekabels los, voordat u gaat schoonmaken. Mors geen water of
schoonmaakmiddel in de printer; anders wordt de printer beschadigd
en kan een elektrische schok het gevolg zijn.
VOORZICHTIG
De fixeereenheid is heet. Wanneer de rechterklep geopend is,
daalt de temperatuur van de fixeereenheid geleidelijk
(wachttijd van één uur).
-
-
Ga voorzichtig te werk bij het schoonmaken van de binnenkant van de
printer of het verwijderen van vastgelopen papier, aangezien de fixeer
eenheid en andere interne onderdelen zeer heet kunnen zijn.
-
Plaats niets bovenop de printer.
Gebruik een zachte doek voor het schoonmaken van de printer.
Spuit nooit rechtstreeks een schoonmaakoplossing op het oppervlak van
de printer; de spray zou door de ventilatie-openingen van de printer kun
nen dringen en de interne stroomkringen kunnen beschadigen.
Vermijd het gebruik van schurende of bijtende schoonmaakmiddelen of
schoonmaakmiddelen die oplosmiddelen bevatten (zoals alcohol en benzeen), voor het schoonmaken van de printer.
Test altijd alle schoonmaakmiddelen (zoals mild afwasmiddel) op een
klein onzichtbaar plekje op uw printer, om te controleren hoe de uitwer
king ervan is.
-
Onderhoud van de printer54
-
Page 61
Gebruik nooit scherpe of ruwe hulpmiddelen, zoals staal- of schuurspons-
jes.
Sluit de kleppen van de printer altijd voorzichtig. Stel de printer nooit bloot
aan trillingen.
Dek de printer niet direct na gebruik af. Schakel de printer uit en wacht tot
deze afgekoeld is.
Laat de kleppen van de printer niet lang open staan, vooral in goed ver-
lichte ruimten; licht kan de drumcartridge beschadigen.
Open de printer niet tijdens het afdrukken.
Klop niet met papierstapels op de printer.
Smeer of demonteer de printer niet.
Kantel de printer niet.
Raak geen elektrische contacten, tandwielen of laserapparaten aan.
Gebeurt dit wel, dan kan de printer beschadigd worden, waardoor de
afdrukkwaliteit slechter wordt.
Laat de mediastapel in de uitvoerlade niet te hoog worden. Als de media-
stapel te hoog wordt, kan het papier in uw printer vastlopen of kan het
papier ernstig gaan krullen.
Houd de printer recht om het
morsen van toner te vermijden.
Pak de printer bij het optillen
vast bij de in de afbeelding
getoonde gebieden.
Wanneer u toner op de huid krijgt, was dit dan met koud water en een
milde zeep af.
Onderhoud van de printer
55
Page 62
VOORZICHTIG
Wanneer u toner in uw ogen krijgt, was dit dan direct uit met koud water
en raadpleeg een arts.
Zorg ervoor, dat onderdelen die bij het schoonmaken zijn verwijderd,
teruggeplaatst worden voordat u de stekker van de printer weer in het
stopcontact steekt.
De printer schoonmaken
VOORZICHTIG
Zorg ervoor dat u de printer uitschakelt en de stekker uit het
stopcontact trekt, voordat u deze gaat schoonmaken.
De printer schoonmaken56
Page 63
Buitenkant
Bedieningspaneel
Buitenkant printer
Ventilatie-openingen
Filter
De printer schoonmaken
57
Page 64
Binnenkant
De papiertoevoerrol en laserlens schoonmaken
1 Trek aan de hendel en open de
bovenklep.
" Als er papier in de uit-
voerlade ligt, verwijder dit
dan en vouw vervolgens
de uitvoerlade in voordat
de bovenklep wordt geo
pend.
-
" Raak de transfer belt niet
aan.
2 Trek de drumcartridge er lang-
zaam uit.
De printer schoonmaken58
Page 65
Opmerking
Plaats de verwijderde drumcartridge
zoals getoond in de afbeelding rechts.
Zorg ervoor, dat u de drumcartridge
horizontaal houdt en zet deze ergens
neer waar deze niet vuil kan worden.
Laat de drumcartridge niet langer dan 15
minuten buiten de printer en plaats de
verwijderde drumcartridge niet op een
plek waar deze wordt blootgesteld aan
direct licht (zoals zonlicht).
3 Maak de papiertoevoerrollen
schoon door deze met een
zachte, droge doek af te vegen.
ONDERKANT
De printer schoonmaken
59
Page 66
4 Maak de laserlens schoon door
deze met een zachte, droge
doek af te vegen.
5 Installeer de drumcartridge weer.
ONDERKANT
De printer schoonmaken60
Page 67
6 Sluit de bovenklep zorgvuldig.
Opbergen van de printer
Opmerking
Indien de printer
gedurende een langere
tijd niet wordt gebruikt,
verdient het aanbeveling
de printer op te bergen
met de hendels op de
fixeereenheid omhoog (in
de envelop-stand).
Opbergen van de printer
61
Page 68
Opbergen van de printer62
Page 69
Probleemoplossen
Page 70
Inleiding
Dit hoofdstuk geeft informatie en hulp bij het oplossen van printerproblemen
die kunnen optreden, en zal u de weg wijzen naar de juiste hulpbronnen.
Voorkomen van storingen in het mediumtransportpagina 65
Inzicht in de mediumroutepagina 66
Meldingenpagina 66
Oplossen van storingen in mediumtransportpagina 69
Oplossen van problemen met storingen in het mediumtransport pagina 73
Oplossen van andere problemenpagina 75
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossenpagina 78
Inleiding64
Page 71
Voorkomen van storingen in het
mediumtransport
Zorg ervoor dat...
Het medium past bij de printerspecificaties.
Het medium vlak is, vooral aan de bovenzijde.
De printer op een hard, vlak, horizontaal oppervlak staat.
De media worden opgeslagen op een droge plaats beschermd tegen vocht.
U transparanten direct na het afdrukken uit de uitvoerlade verwijdert om
opbouw van statische elektriciteit te voorkomen.
U altijd de mediumgeleiders in lade 1 instelt, nadat het medium is geplaatst
(een geleider die niet correct is geplaatst kan slechte afdrukkwaliteit, storin
gen in het mediumtransport en printerschade veroorzaken).
U het medium plaatst in de lade met de bedrukbare zijde boven (veel leveranciers plaatsen een pijl aan het uiteinde van de verpakking om de bedrukbare zijde aan te geven).
Voor k o m . ..
Dat het medium is gevouwen, gekreukeld of overmatig gekruld.
Dubbele toevoer (neem het medium uit de lade en wapper hiermee—het kan zijn dat de vellen samenkleven).
Wapperen met transparanten omdat deze dan statisch worden.
Laden van meer dan één type/formaat/gewicht medium tegelijkertijd in één
lade.
Te veel vullen van de lades.
Overvullen van de uitvoerlade (de uitvoerlade heeft een capaciteit van 200
vellen—storingen in het transport kunnen optreden wanneer u meer dan 200
vel tegelijkertijd in deze lade toestaat).
Vullen van de uitvoerlade met meer dan enkele transparanten.
-
Voorkomen van storingen in het mediumtransport
65
Page 72
Overzicht van de mediumroute
Inzicht in de mediumroute door de printer zal u helpen storingen in het
mediumtransport te lokaliseren.
1 uitvoerlade
2 transfer belt eenheid
3 tonercartridgecarrousel
4 drumcartridge
5 lade 1
6 fixeereenheid
1
2
3
4
5
Meldingen
De lampjes op het bedieningspaneel (Gereed, Fout) geven informatie over
uw printer en helpen u bij het opsporen van elk probleem.
Foutmeldingen
6
Deze meldingen geven fouten aan die u moet verhelpen, voordat een printopdracht kan verdergaan of de printerstatus terugkeert naar “Gereed”.
Gereedlampje
(groen)
KnipperenKnipperenCommunicatiefoutControleer de printer-
Foutlampje
(oranje)
Toe standHandeling
kabel.
Print overloopSchakel de printer uit.
Schakel de printer na
enkele seconden weer
in. Wijzig naar een
lagere resolutie.
Overzicht van de mediumroute66
Page 73
Gereedlampje
(groen)
Snel afwisselend knipperen
UitKnipperenPapier op
UitAanFrontdeur of bovenklep is
Foutlampje
(oranje)
ToestandHandeling
Het papier in de lade is
op geraakt tijdens het
afdrukken.
Er zit geen papier in de
lade die in de printer-dri
ver is ingesteld.
Mediumformaat fout
Als “Automatisch verdergaan” in het Statusdisplay is geactiveerd, wordt
het reeds ingevoerde vel
automatisch na een voor
ingestelde tijd uitgeworpen.
Wachten op afdrukken
op achterkant van papier
bij handmatig dubbelzij
dig afdrukken
Papier vastgelopenVerwijder het vastge-
De drumcartridge of
tonercartridge is niet
geïnstalleerd.
open.
-
Plaats papier in lade 1.
Plaats het juiste
-
mediumtype in lade 1.
Plaats het juiste mediumformaat in lade 1.
-
Plaats het papier
zodanig, dat op de
achterkant worden
afgedrukt, en druk
vervolgens op de toets
Annuleren (minder
dan 5 seconden). Zie
voor meer informatie
“Handmatig dubbelzijdig afdrukken” op
pagina 39.
Plaats papier in lade 1.
lopen papier, sluit de
kleppen en ga vervol
gens verder met de
printopdracht.
Installeer de drumcartridge en alle tonercartridges.
Sluit de frontdeur en
bovenklep.
-
Meldingen
67
Page 74
Service-melding
Deze melding geeft een ernstigere storing aan, die alleen kan worden verholpen door een servicetechnicus.
Gereed-lam
pje (groen)
UitSnel knippe-
Fout-lampje
(oranje)
ren
ToestandHandeling
Fatale foutSchakel de printer
uit en vervolgens
weer in. Wanneer
het probleem blijft
bestaan, neem
dan contact op
met uw leveran
cier of een geautoriseerd
servicebedrijf.
-
Meldingen68
Page 75
Oplossen van storingen in het
mediumtransport
Verwijder vastgelopen medium altijd voorzichtig zonder dit te scheuren om
schade te voorkomen. Mediumresten die achterblijven in de printer, klein of
groot, kunnen de mediumroute blokkeren en nog meer storingen in het
mediumtransport veroorzaken. Gebruik medium dat eenmaal is vastgelopen
niet opnieuw.
Opmerking
De afbeelding is niet gefixeerd op het medium voor het fusing-proces.
Wanneer u het bedrukte oppervlak aanraakt, kan de toner aan uw
handen kleven. Wees dus voorzichtig en raak het bedrukte oppervlak
van vastgelopen medium niet aan. Zorg ervoor dat er geen toner in de
printer wordt gemorst.
VOORZICHTIG
Toner die nog niet langs de fixeereenheid is geweest kan uw handen,
kleding en dergelijk vervuilen.
Wanneer u per ongeluk toner op uw kleren krijgt, veeg deze dan zo goed
mogelijk weg. Wanneer resten toner op uw kleren achterblijven, gebruik
dan koud, geen heet, water om de toner af te spoelen. Wanneer u toner
op de huid krijgt, was dit dan met koud water en een milde zeep af.
VOORZICHTIG
Wanneer u toner in uw ogen krijgt, was dit dan direct uit met koud water
en raadpleeg een arts.
Wanneer na het oplossen van de storing in het mediumtransport de melding
op het bedieningspaneel aanwezig blijft, moet u de panelen van de printer
openen en sluiten. Hierdoor moet het bericht verdwijnen.
Oplossen van storingen in het mediumtransport
69
Page 76
Procedures voor het verwijderen van vastgelopen
papier
1 Trek aan de hendel en open de
bovenklep.
" Als er papier in de uit-
voerlade ligt, verwijder dit
dan en vouw vervolgens
de uitvoerlade in voordat
de bovenklep wordt geo
pend.
-
" Raak de transfer belt niet
aan.
2 Trek de drumcartridge er lang-
zaam uit.
Oplossen van storingen in het mediumtransport70
Page 77
Opmerking
Plaats de verwijderde drumcartridge
zoals getoond in de afbeelding rechts.
Zorg ervoor, dat u de drumcartridge
horizontaal houdt en zet deze ergens
neer waar deze niet vuil kan worden.
Laat de drumcartridge niet langer dan 15
minuten buiten de printer en plaats de
verwijderde drumcartridge niet op een
plek waar deze wordt blootgesteld aan
direct licht (zoals zonlicht).
3 Verwijder eventueel vastgelo-
pen papier.
Oplossen van storingen in het mediumtransport
71
Page 78
4 Installeer de drumcartridge weer.
5 Sluit de bovenklep zorgvuldig.
Oplossen van storingen in het mediumtransport72
Page 79
Oplossen van problemen met storingen in
het mediumtransport
" Regelmatige storingen in bepaalde gebieden betekent dat dit gebied
moet worden gecontroleerd, gerepareerd of gereinigd. Herhaaldelijke
storingen kunnen ook optreden wanneer u niet-ondersteund medium
gebruikt.
SymptoomOorzaakOplossing
Een aantal
vellen wor
den samen
door de prin
ter getransporteerd.
Bericht over
storing
medium
transport
blijft aanwe
zig.
De randen van het
-
medium zijn niet
gelijk.
Het medium is voch-
tig door luchtvochtigheid.
Te veel statische
elektriciteit aanwezig.
Bovenklep moet worden geopend en weer
-
gesloten voor reset
ten van de printer.
Media is achtergeble-
ven in de printer.
Verwijder het medium en leg de voorranden gelijk. Plaats het dan weer in
de printer.
Verwijder het vochtige medium en vervang dit door nieuw, droog medium.
Wapper niet met transparanten.
Open en sluit de bovenklep van de
printer weer.
-
Controleer de mediumroute opnieuw
en waarborg dat al het vastgelopen
medium is verwijderd.
Oplossen van problemen met storingen in het
73
Page 80
SymptoomOorzaakOplossing
Storingen in
het
mediumtransport.
Storingen in
het
mediumtransport.
Het medium is niet
correct gepositio
neerd in de lade.
Het aantal vellen in
de lade overschrijdt
het toegestane maxi
mum.
De geleiders zijn niet
juist ingesteld op het
mediumformaat.
Vervormd of gekreukeld medium in de
lade.
Het medium is vochtig door luchtvochtigheid.
Het transparant of het
label-vel ligt verkeerd
om in lade 1.
Enveloppen liggen
verkeerd om in lade
1.
Transparanten zijn
elektrostatisch gela
den in de lade.
Niet ondersteund
medium (verkeerd
formaat, dikte, type,
enz.) wordt gebruikt.
De papiertoevoerrol
is vuil.
-
-
Verwijder vastgelopen medium en
positioneer het medium correct in de
lade.
Verwijder een deel van het medium en
vul het correcte aantal vellen in de
-
lade.
Stel de geleiders in lade 1 bij zodat
deze overeenkomen met het medium
formaat.
Verwijder dit medium, maak het glad
en plaats het terug. Als storingen blij
ven optreden, dit medium niet meer
gebruiken.
Verwijder het vochtige medium en vervang dit door nieuw, droog medium.
Plaats de transparanten of label-vellen
conform de instructies van de leveran
cier.
Plaats de enveloppen in lade 1 zodanig dat de flappen naar beneden wijzen.
Als de kleppen zich aan de lange zijde
bevinden, plaats dan de enveloppen
met de klep naar de linkerkant van de
printer.
Verwijder de transparanten en plaats
deze weer één voor één terug in lade
1. Wapper niet met de transparanten
voordat deze worden geplaatst.
Gebruik door KONICA MINOLTA goedgekeurd medium.
Zie “Mediumspecificaties” op pagina
22 voor ondersteunde formaten.
Maak de papiertoevoerrol schoon.
Zie voor meer informatie “Binnenkant”
op pagina 58.
-
-
-
Oplossen van problemen met storingen in het 74
Page 81
Oplossen van andere problemen
" Ga voor het bestellen van goedgekeurde KONICA MINOLTA ver-
bruiksartikelen naar www.q-shop.com.
SymptoomOorzaakOplossing
De printervoeding is
uit.
Het afdrukken duurt te
lang.
De voedingskabel zit
niet goed in het stop
contact.
Er is iets fout met het
stopcontact waarop
de printer is aange
sloten.
De voedingsschakelaar is niet correct
geschakeld (I-posi
tie).
De printer is aangesloten op een stopcontact met een
spanning of frequen
tie die niet overeenkomt met de
printerspecificatie.
De printer is ingesteld
op een langzame
printmodus (bijvoor
beeld thick stock of
transparant).
De printer staat in de
energiebesparings
modus.
De taak is zeer complex.
Een tonercartridge
voor een andere
regio of een
niet-goedgekeurde
tonercartridge is
geïnstalleerd.
-
-
-
-
Schakel de printer uit, zorg dat de voe-
-
dingskabel goed komt te zitten en
schakel de printer weer aan.
Verbindt een ander elektrisch apparaat
met het stopcontact en controleer of
deze wel werkt.
Schakel de voedingsschakelaar uit
(O-positie) en schakel dan weer terug
naar aan (I-positie).
Gebruik een voedingsbron met de specificaties zoals genoemd in appendix A
"Technische specificaties.”
-
Afdrukken met speciale media duurt
langer. Zorg ervoor wanneer gewoon
papier wordt gebruikt, dat het medium
type goed in de driver is ingesteld.
Het starten van het afdrukken duurt
enige tijd in de energiebesparingsmo
dus.
Wacht. Geen actie nodig.
Installeer een goedgekeurde KONICA
MINOLTA Tonercartridge in uw printer.
-
-
Oplossen van andere problemen
75
Page 82
SymptoomOorzaakOplossing
Er worden
blanco
pagina's tij
dens het
afdrukken
geprodu
ceerd.
Niet alle
pagina's zijn
afgedrukt.
Printer reset
of schakelt
regelmatig
uit.
Met
N-per-vel op
meerdere
exemplaren,
is de uitvoer
onjuist.
Eén of meer van de
tonercartridges zijn
defect of leeg.
-
Het verkeerde
medium wordt
gebruikt.
De printer heeft het
verkeerde type kabel
of de printer is niet
geconfigureerd voor
de juiste kabel en
poort.
De Cancel-toets was
ingedrukt.
De lade is leeg.Controleer of de lades op de juiste
Een document wordt
afgedrukt met een
overlay-bestand die
is gemaakt door een
andere dan een
magicolor 2400W dri
ver.
De voedingskabel zit
niet goed in het stop
contact.
Er is een systeemfout
opgetreden.
Zowel de driver als
de applicatie zijn
ingesteld op Sorte
ren.
Controleer de tonercartridges. De
afbeelding zal niet worden afgedrukt
wanneer de cartridges leeg zijn.
Controleer of het in de driver ingestelde
mediumtype overeenkomt met het
medium in de printer.
Controleer uw kabel.
Waarborg dat niemand de Cancel-toets
indrukt terwijl uw taak wordt afgedrukt.
wijze is gevuld met medium.
Druk het overlay-bestand af met een
magicolor 2400W driver vanuit de
magicolor 2400W hulpprogramma's en
documentatie CD-ROM.
-
Schakel de printer uit, zorg dat de voe-
-
dingskabel goed komt te zitten en
schakel de printer weer aan.
Neem contact op met de technische
service met de foutinformatie.
Voor N-per-vel op meerdere exemplaren moet u Sorteren alleen kiezen in
-
het Papier tabblad van de driver. Stel
Sorteren niet in de applicatie in.
Oplossen van andere problemen76
Page 83
SymptoomOorzaakOplossing
U hoort
ongebruike
lijke geluiden.
Het medium
is gekreu
keld.
De printer staat niet
-
horizontaal.
Er is een vreemd
object in de printer
terechtgekomen.
Het medium is voch-
-
tig door luchtvochtigheid of doordat er
water overheen is
gemorst.
De papiertoevoerrol
of fixeereenheid is
defect.
Niet ondersteund
medium (verkeerd
formaat, dikte, type,
enz.) wordt gebruikt.
Enveloppen worden
afgedrukt terwijl de
separatiehendels op
de fixeereenheid in
de ‘normaal papier’
stand zijn gezet.
Plaats de printer op een vlak, hard,
horizontaal oppervlak met niet meer
dan ±1° helling in alle richtingen.
Schakel de printer en verwijder het
object. Neem contact op met de techni
sche service wanneer u het object niet
kunt verwijderen.
Verwijder het vochtige medium en vervang dit door nieuw, droog medium.
Controleer deze op schade. Neem
indien nodig contact op met de techni
sche service met de foutinformatie.
Gebruik door KONICA MINOLTA goedgekeurd medium. Zie “Mediumspecificaties” op pagina 22 voor
ondersteunde formaten en types. Zie
voor een complete lijst met goedge
keurde media printer.konicaminolta.com.
Zorg er vóór het afdrukken van enveloppen voor, dat de separatiehendels
op de fixeereenheid in de stand ‘enve
loppen’ gezet zijn.
-
-
-
-
Oplossen van andere problemen
77
Page 84
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
SymptoomOorzaakOplossing
Niets wordt
afgedrukt, of
er zijn blanco
plekken op
de afge
drukte
pagina.
Eén of meer van de
tonercartridges zijn
defect.
De printer-driver is
niet correct ingesteld.
De drumcartridge is
defect.
Het medium is vochtig door luchtvochtigheid.
Het in de driver ingestelde mediumtype
komt niet overeen
met het medium in de
printer.
De voedingsbron
past niet op de speci
ficaties van de printer.
Een aantal vellen
worden tegelijkertijd
ingevoerd.
Het medium is niet
correct in de lade
geplaatst.
De printer staat niet
horizontaal.
Verwijder de tonercartridge en controleer deze op schade. Vervang deze
indien beschadigd.
Kies de juiste instelling in de printer-driver voor omschakeling van
transparanten naar gewoon papier.
Verwijder de drumcartridge en controleer deze op schade. Vervang deze
indien beschadigd.
Pas de luchtvochtigheid op de opslagplaats aan. Verwijder het vochtige
medium en vervang dit door nieuw,
droog medium.
Plaats het correcte medium in de printer.
Gebruik een voedingsbron met de
-
juiste specificaties.
Verwijder het medium uit de lade en
controleer deze op statische elektrici
teit. Wapper met gewoon papier of
andere media (uitgezonderd transpa
ranten) en plaats deze weer in de lade.
Verwijder het medium, maak er een
goede stapel van, plaats het weer in de
lade en stel de geleiders goed in.
Plaats de printer op een vlak, hard,
horizontaal oppervlak met niet meer
dan ±1° helling in alle richtingen.
-
-
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen78
Page 85
SymptoomOorzaakOplossing
Het gehele
vel wordt
zwart of in
een kleur
afgedrukt.
Eén of meer van de
tonercartridges zijn
defect.
De drumcartridge is
defect.
Verwijder de tonercartridge en controleer deze op schade. Vervang deze
indien beschadigd.
Verwijder de drumcartridge en controleer deze op schade. Vervang deze
indien beschadigd.
Afbeelding is
te licht, er is
een lage
afbeeldings
dichtheid.
Afbeelding is
te donker.
De laserlens is vuil.Reinig de laserlens.
Het medium is vochtig door luchtvochtig-
heid.
Er is niet voldoende
toner over in de car
tridge.
Eén of meer van de
tonercartridges zijn
defect.
Het mediumtype is
onjuist ingesteld.
Eén of meer van de
tonercartridges zijn
defect.
De drumcartridge is
defect.
Verwijder het vochtige medium en vervang dit door nieuw, droog medium.
Vervang de tonercartridge.
-
Verwijder de tonercartridge en controleer deze op schade. Vervang deze
indien beschadigd.
Specificeer bij het afdrukken op enveloppen, labels, postkaarten, thick stock
of transparanten het juiste mediumtype
in de printer-driver.
Verwijder de tonercartridge en controleer deze op schade. Vervang deze
indien beschadigd.
Verwijder de drumcartridge en controleer deze op schade. Vervang deze
indien beschadigd.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
79
Page 86
SymptoomOorzaakOplossing
Afbeelding is
wazig; de
achtergrond
is licht
gevlekt; de
afgedrukte
afbeelding
glimt onvol
doende.
Eén of meer van de
tonercartridges zijn
defect.
De drumcartridge is
defect.
-
Verwijder de tonercartridge en controleer deze op schade. Vervang deze
indien beschadigd.
Verwijder de drumcartridge en controleer deze op schade. Vervang deze
indien beschadigd.
De afdruk- of
kleurdicht
heid is ongelijk.
-
Eén of meer van de
tonercartridges zijn
defect of bijna leeg.
De drumcartridge is
defect.
De printer staat niet
horizontaal.
Installeer nieuwe tonercartridges.
Verwijder de drumcartridge en controleer deze op schade. Vervang deze
indien beschadigd.
Plaats de printer op een vlak, hard,
horizontaal oppervlak met niet meer
dan ±1° helling in alle richtingen.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen80
Page 87
SymptoomOorzaakOplossing
Onregelmatige afdruk of
gevlekte
afbeelding
verschijnt.
Er is onvoldoende
fusing of de
afbeelding
laat los wan
neer men
hierover
wrijft.
Het medium is vochtig door luchtvochtigheid.
Niet ondersteund
medium (verkeerd
formaat, dikte, type,
enz.) wordt gebruikt.
Eén of meer van de
tonercartridges zijn
defect.
De drumcartridge is
defect.
De separatiehendels
staan in de stand
‘enveloppen’.
Het medium is vochtig door luchtvochtigheid.
Niet ondersteund
medium (verkeerd
formaat, dikte, type,
enz.) wordt gebruikt.
Het mediumtype is
onjuist ingesteld.
De separatiehendels
staan in de stand
‘enveloppen’.
Stel de vochtigheid in de opslagruimte
bij.
Verwijder het vochtige medium en vervang dit door nieuw, droog medium.
Gebruik door KONICA MINOLTA goedgekeurd medium. Zie “Mediumspecificaties” op pagina 22 voor
ondersteunde formaten.
Verwijder de tonercartridge en controleer
deze op schade. Vervang deze indien
beschadigd.
Verwijder de drumcartridge en controleer deze op schade. Vervang deze
indien beschadigd.
Zet de separatiehendels terug in de
stand ‘normaal papier’.
Verwijder het vochtige medium en vervang dit door nieuw, droog medium.
Gebruik door KONICA MINOLTA goedgekeurd medium. Zie “Mediumspecificaties” op pagina 22 voor
ondersteunde formaten.
Specificeer bij het afdrukken op enveloppen, labels, postkaarten, thick stock
of transparanten het juiste mediumtype
in de printer-driver.
Zet de separatiehendels terug in de
stand ‘normaal papier’.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
81
Page 88
SymptoomOorzaakOplossing
Er zijn tonervlekken of
-restanten op
de afbeel
ding aanwezig.
Eén of meer van de
tonercartridges zijn
defect of onjuist geïn
-
stalleerd.
De separatiehendels
staan in de stand
‘enveloppen’.
Verwijder de tonercartridge en controleer deze op schade. Vervang deze
indien beschadigd.
-
Zet de separatiehendels terug in de
stand ‘normaal papier’.
Er zijn tonervlekken aanwezig op de
achterzijde
van de
pagina (of er
nu wel of niet
dubbelzijdig
is afgedrukt).
Abnormale
gebieden
(wit, zwart of
kleur) ver
schijnen in
een regelma
tig patroon.
-
De medium transfer
roller is vuil.
De mediumroute is
vervuild met toner.
Eén of meer van de
tonercartridges zijn
defect.
De drumcartridge is
defect.
De laserlens is vuil.Reinig de laserlens.
De tonercartridge is
defect.
De drumcartridge is
defect.
Reinig de medium transfer roller.
Wanneer u denkt dat de transfer roller
vervangen moet worden, neem dan
contact op met de Technische service
met de foutinformatie.
Druk een aantal blanco pagina's af en
de overtollige toner moet verdwijnen.
Verwijder de tonercartridge en controleer deze op schade. Vervang deze
indien beschadigd.
Verwijder de drumcartridge en controleer deze op schade. Vervang deze
indien beschadigd.
Verwijder de tonercartridge met de
kleur die de abnormale afbeelding ver
oorzaakt. Vervang deze door een
nieuwe tonercartridge.
Verwijder de drumcartridge en controleer deze op schade. Vervang deze
indien beschadigd.
-
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen82
Page 89
SymptoomOorzaakOplossing
Afbeelding
defect.
Laterale lijnen of banden
verschijnen
op de afbeel
ding.
De laserlens is vuil.Reinig de laserlens.
De tonercartridge
lekt.
De tonercartridge is
defect.
De drumcartridge is
defect.
De printer staat niet
horizontaal.
De mediumroute is
vervuild met toner.
Eén of meer van de
tonercartridges zijn
defect.
De drumcartridge is
defect.
Verwijder de tonercartridge en controleer deze op schade. Vervang deze
indien beschadigd.
Verwijder de tonercartridge met de
kleur die de abnormale afbeelding ver
oorzaakt.
Vervang deze door een nieuwe tonercartridge.
Verwijder de drumcartridge en controleer deze op schade. Vervang deze
indien beschadigd.
Plaats de printer op een vlak, hard,
horizontaal oppervlak met niet meer
dan ±1° helling in alle richtingen.
Druk een aantal blanco pagina's af en
de overtollige toner moet verdwijnen.
Verwijder de tonercartridge en controleer deze op schade. Vervang deze
indien beschadigd.
Verwijder de drumcartridge en controleer deze op schade. Vervang deze
indien beschadigd.
-
Kleuren zien
er totaal ver
keerd uit.
Eén of meer van de
tonercartridges zijn
defect.
Eén of meer van de
tonercartridges zijn
bijna leeg of leeg.
Verwijder de tonercartridges en controleer of de toner gelijkmatig wordt verdeeld over iedere cartridge roller.
Installeer de tonercartridges opnieuw.
Controleer het bedieningspaneel. Vervang indien nodig de gespecificeerde
tonercartridge.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
83
Page 90
SymptoomOorzaakOplossing
Kleuren worden niet
goed weer
gegeven;
kleuren zijn
gemengd of
verschillen
van pagina
tot pagina.
Line art
wordt niet in
kleur afge
drukt.
De kleur
wordt slecht
gereprodu
ceerd of
heeft een
slechte
kleurdicht
heid.
De bovenklep is niet
goed gesloten.
De drumcartridge is
niet goed geïnstal
leerd.
Eén of meer van de
tonercartridges zijn
defect.
Het medium is vochtig door luchtvochtigheid.
Voor de Line art
instelling voor 2400 x
-
600 dpi moet Kleur
vergelijking worden
uitgeschakeld.
De drumcartridge is
defect.
-
-
Zorg ervoor dat de bovenklep gesloten
is.
Verwijder de drumcartridge en instal-
-
leer deze opnieuw.
Verwijder de tonercartridge en controleer deze op schade. Vervang deze
indien beschadigd.
Verwijder het vochtige medium en vervang dit door nieuw, droog medium.
Ga in de driver naar Eigenschappen/
Kwaliteit en kies Uit voor Kleurvergelij
-
king.
Indien u kleur wenst, verlaag dan de
resolutie naar 1200 x 600 of 600 x 600
dpi.
Verwijder de drumcartridge en controleer deze op schade. Vervang deze
indien beschadigd.
-
Indien het probleem niet is opgelost, zelfs nadat al het voornoemde is uitgevoerd neem dan contact op met de technische service met de foutinformatie.
Raadpleeg voor contactinformatie de Algemene informatiegids.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen84
Page 91
Installeren van
accessoires
Page 92
Stofkap
De stofkap is een standaard printertoebehoren in Amerika, echter een optioneel toebehoren in andere landen.
Neem contact op met uw verkoper of ga naar printer.konicaminolta.com voor
meer informatie over de aanschaf ervan.
Wanneer de stofkap op lade 1 wordt bevestigd, wordt het papier beschermd
tegen stof en het afdruklawaai wordt gereduceerd. Wij adviseren dat de stof
kap bevestigd blijft, wanneer deze printer wordt gebruikt.
" Afhankelijk van de verkoopregio is de stofkap niet bij de levering van
deze printer inbegrepen. Koop indien nodig dit onderdeel bij uw leve
rancier.
Stofkap installeren
1 Open lade 1.
-
-
2 Installeer de stofkap.
Stofkap88
Page 93
3 Bevestig het deksel aan de stof-
kap.
Papier in lade 1 plaatsen met geïnstalleerde stofkap
1 Verwijder het deksel van de stof-
kap en open vervolgens het
frontpaneel van de stofkap.
2 Schuif de geleiders uit elkaar
voor meer ruimte.
Stofkap
89
Page 94
3 Plaats het medium met de
bedrukbare zijde naar boven in
de lade.
" Niet vullen tot boven de
Nooit meer dan 10 enveloppen of 50 vellen labels, postkaarten,
thick stock of transparanten tegelijkertijd laden.
4 Schuif de geleiders tegen de
randen van het medium.
5 Sluit het frontpaneel van de stof-
kap en bevestig vervolgens weer
het deksel op de stofkap.
M
-markering.
Stofkap90
Page 95
Appendix
Page 96
Veiligheidsspecificaties
Printer
Veiligheidsnormen U.S. modelUL 60950-1, CSA C22.2 No.
60950-1-03
Europees modelEU richtlijn 73/23/EEC
EU richtlijn 93/68/EEC
EN 60950-1 (IEC 60950-1)
China modelGB 4943
EMC normenU.S. modelFCC part 15 subpart B class B
ICES-003
Europees modelEU richtlijn 89/336/EEC
EU richtlijn 93/68/EEC
EN 55022 (CISPR pub. 22) class B
EN 61000-3-2
EN 61000-3-3
EN 55024
China modelGB 9254 class B, GB 17625.1
Australisch model AS/NZS CISPR22 class B
Technische specificaties
Printer
TypeDesktop kleuren laser beam printer
AfdruksysteemDubbele laserdioden en polygoonspiegel
OntwikkelsysteemMonocomponent-ontwikkelsysteem
Resolutie2400 dpi × 600 dpi,
1200 dpi × 600 dpi of 600 dpi × 600 dpi
Eerste afdrukMonochroom: 14,0 seconden voor A4, Letter
(gewoon papier)
Kleur:23,0 seconden voor A4, Letter
(gewoon papier)
AfdruksnelheidMonochroom: 20,0 pagina's per minuut voor
A4, Letter (gewoon papier)
Kleur:5,0 pagina's per minuut voor A4,
Letter (gewoon papier)
Veiligheidsspecificaties92
Page 97
Opwarmtijd100 V/120 V: 45 seconden
220 tot 240 V: 49 seconden
MediumformatenPapierbreedte: 92 ... 216 mm (3,6 ... 8,5")
0,58 kg (1,28 lb) (Y, M, C, K)
Vervangingscartridge (met tonerrolafdekking)=
Standaardcapaciteit:
0,63 kg (1,39 lb) (Y, M, C)
Hoge capaciteit:
0,70 kg (1,54 lb) (Y, M, C, K)
Technische specificaties
93
Page 98
CPUN4-chip
Standaard geheugen32 MB
Verwachte levensduur verbuiksartikelen
ItemGemiddelde levensduurverwachting
Ton erc art ridg eBij 5% dekking
Standaard cartridge in doos =
1.500 pagina's (Y, M, C, K)
Vervangingscartridge =
Standaardcapaciteit: 1.500 pagina's (Y, M, C)
Hoge capaciteit: 4.500 pagina's (Y, M, C, K)
DrumcartridgeBij 5% dekking, bij gebruik van gewoon papier
(A4/Letter)
Monochroom:
45.000 pagina's (continu)
10.000 pagina's (onderbroken)
Kleur:
11.250 pagina's (continu)
7.500 pagina's (onderbroken)
Onze inspanning voor milieubescherming
Als een ENERGY STAR® partner, hebben wij vastgesteld dat deze machine
voldoet aan de ENERGY STAR richtlijnen voor energie-efficiency.
Wat is een ENERGY STAR product?
Een ENERGY STAR product heeft een speciale functie waardoor het product
automatisch naar een “low-power" modus schakelt wanneer deze een
bepaalde periode niet is gebruikt. Een ENERGY STAR product gebruikt ener
gie efficiënter, bespaart u geld en helpt mee het milieu te sparen.