De regelgeving voor radioamateurs verschilt van land tot land.
Informeer naar de plaatselijk geldende regelgeving en
vereisten voor radioamateurs alvorens deze transceiver te
bedienen.
Afhankelijk van het formaat en type voertuig, kan het
maximale zendvermogen bij mobiel gebruik variëren. Het
maximale zendvermogen wordt meestal opgegeven door de
autofabrikant om storing van andere elektrische componenten
die in het voertuig gebruikt worden te voorkomen. Neem
contact op met de fabrikant van uw auto en de dealer van uw
radioamateurapparatuur over de vereisten en de installatie.
HARTELIJK DANK
eriosseccA
-leedrednO
remmun
latnaA
TAS084-STXH084-ST
KEKE
nooforciMXX-8360-19T1111
lebakmoortskjileGXX-9843-03E1122
rekketsinim-NID
)kjilennam,snep-6(
XX-4040-75E1111
rekketsinim-NID
)kjilennam,snep-8(
XX-5040-75E1111
lebakrialudoM
)m4,11-JR(
XX-8843-03E1111
lebakrialudoM
)mc02,11-JR(
XX-0053-03E–1–1
)A52(gnirekeZXX-1352-50F1122
)A4(gnirekeZXX-7204-60F1111
roovtesneveorhcS
)A(nenuets
XX-5302-99N1111
egimrov-L
nenuetssgnigitseveb
XX-6070-92J2222
reduohleenaprooVXX-3660-92J1212
teovleenaprooV
)leibom(
XX-7070-92J1111
teovleenaprooV
)tsav(
XX-9040-90J1111
temretlifnjiL
dnabsgnigitseveb
XX-8041-97L–1–2
roovretlifnjiL
leenaproov
XX-7141-97L1111
nuetssgnigitseveB
kiurbegraabgaard
XX-5070-92J–1–1
roovpeergdnaH
kiurbegraabgaard
XX-0240-10K–1–1
roovtesneveorhcS
nuetssgnigitseveb
)B(kiurbegraabgaard
XX-1402-99N–1–1
gnizjiwnaaskiurbeG
XX-5371-26BE1111
XX-0571-26BF–1–1
XX-2571-26BS–1–1
XX-6371-26BG–1–1
XX-1571-26BI–1–1
XX-3571-26BD–1–1
ehcsitamehcS
/nethcizrevo
s'amehcskolb
XX-9160-25B
XX-0260-25B
1–1–
traakeitnaraG–1111
HARTELIJK DANK
Hartelijk dank voor de aanschaf van deze KENWOOD-
transceiver TS-480HX/SAT. Deze transceiver is ontwikkeld
door een team technici dat vastberaden is de traditie van
uitzonderlijke prestaties en innovatieve technieken van
KENWOOD-transceivers voort te zetten.
Deze transceiver is voorzien van digitale signaalbewerking
(DSP) voor het verwerken van AF-signalen. Door de DSPtechnologie ten volle te benutten, biedt de TS-480HX/SAT
transceiver u verbeterde mogelijkheden de interferentie te
onderdrukken en de geluidskwaliteit te verhogen. U zult het
verschil merken wanneer u te maken krijgt met QRM en QRN
Terwijl u leert deze transceiver te bedienen, zal het u duidelijk
worden dat bij KENWOOD “gebruikersvriendelijkheid”
prioriteit heeft. Bijvoorbeeld, iedere keer als u het
Menunummer verandert in de Menufunctie, ziet u lopende
tekstberichten op het display die u vertellen wat u aan het
kiezen bent.
Ondanks zijn gebruikersvriendelijkheid, is deze transceiver
technisch zeer geavanceerd en kunnen bepaalde functies
nieuw voor u zijn. Beschouw deze instructiehandleiding als
persoonlijk onderricht van de ontwikkelaars. Laat deze
instructiehandleiding u eerst leiden door het leerproces, en
in de komende jaren dienen als naslagwerk.
EIGENSCHAPPEN
•Werkt op alle banden van de HF-band tot en met 50 MHzband voor radioamateurs
•Los afstandsbedieningspaneel voor gebruik als mobiel
station
•Digitale signaalbewerking (DSP)
•Instelbare DSP-filterfrequenties
•Ingebouwde antennetuner voor de HF/50 MHz-band
•200 watt
•100 watt uitgangsvermogen (SSB, CW, FSK, FM) of
(TS-480SAT)
50 watt
✽1
✽2
25 watt uitgangsvermogen (AM) voor de TS-480SAT.
✽1
uitgangsvermogen (SSB, CW, FSK, FM) of
✽2
uitgangsvermogen (AM) voor de TS-480HX.
50 MHz-band: 100 watt
50 MHz-band: 25 watt
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
Nadat u de transceiver voorzichtig hebt uitgepakt, controleert
u aan de hand van onderstaande tabel of alle items aanwezig
zijn. Wij adviseren u de doos en de verpakkingsmaterialen te
bewaren voor het geval u de transceiver in de toekomst
opnieuw moet inpakken.
N-i
HARTELIJK DANK
MODELLEN BESCHREVEN IN DEZE
GEBRUIKSAANWIJZING
De onderstaande modellen worden in deze
gebruiksaanwijzing beschreven:
TS-480SAT: HF-band/50 MHz-band transceiver voor alle
banden (200 watt
CW, FSK, FM; 50 watt
AM)
✽1
50 MHz-band: 100 watt
✽2
50 MHz-band: 25 watt
TS-480HX:HF-band/50 MHz-band transceiver voor alle
Gelieve de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht te
nemen om brand, persoonlijk letsel en beschadiging van de
transceiver te voorkomen.
•Sluit de transceiver alleen aan op een voeding die in deze
handleiding is beschreven of op de transceiver zelf
vermeld wordt.
•Zorg ervoor dat alle netsnoeren via een veilige route
lopen. Verzeker u ervan dat het niet mogelijk is op de
netsnoeren te stappen en deze niet knel kunnen komen te
zitten tussen voorwerpen die erop of vlakbij staan. Let
goed op plaatsen bij een stopcontact, contactdozen en de
aansluitplaatsen op de transceiver.
•Let erop dat u geen voorwerpen of vloeistoffen in de
transceiver laat vallen/morst door de ventilatieopeningen
in de behuizing. Metalen voorwerpen, zoals haarspelden
of naalden, die in de transceiver terechtkomen, kunnen
onderdelen onder spanning aanraken en zware
elektrische schokken veroorzaken. Let er altijd op dat
kinderen geen voorwerpen in de transceiver steken.
•Probeer nooit systemen voor aarding en elektrische
polarisatie in de transceiver te omzeilen, met name met
betrekking tot de netsnoeringang.
•Zorg voor een goede aarding voor alle buitenantennes
van deze transceiver volgens goedgekeurde methoden.
De aarding draagt bij aan bescherming tegen
spanningspieken veroorzaakt door bliksem. Het verlaagt
tevens de kans op een opeenhoping van statische
elektriciteit.
•Plaats de transceiver uit de buurt van warmtebronnen,
zoals een radiator, fornuis, versterker of andere apparaten
die een aanzienlijke hoeveelheid warmte afgeven.
•Gebruik geen vluchtige oplosmiddelen, zoals alcohol,
verdunner, benzine, enz., om het apparaat te reinigen.
Gebruik een schone doek met warm water of een zacht
schoonmaakmiddel.
•Koppel het gelijkstroomkabel los van de voeding als de
transceiver gedurende een lange tijd niet gebruikt gaat
worden.
•Open de behuizing van de transceiver alleen voor het
installeren van accessoires zoals beschreven in deze
instructiehandleiding of de installatiehandleiding van het
accessoire. Voer de beschreven instructies nauwgezet uit
om elektrische schokken te voorkomen. Als u niet bekend
bent met dit soort werk, vraagt u een ervaren persoon om
assistentie of laat u het werk uitvoeren door een
vakbekwame elektricien.
•Roep de hulp in van vakbekwaam personeel in de
volgende gevallen:
a) De voeding of de stekker is beschadigd.
b) Er is een voorwerp of vloeistof in de transceiver
gevallen/gemorst.
c) De transceiver is blootgesteld aan regen.
d) De transceiver werkt abnormaal of de prestaties zijn
sterk afgenomen.
e) De transceiver is gevallen of de behuizing is
beschadigd.
•Probeer niet een instelling te veranderen of het instellingenmenu te configureren terwijl u een voertuig bestuurt.
•Draag geen hoofdtelefoon tijdens het rijden.
•Stel de transceiver op een veilige en handige plaats in uw
voertuig op, zodanig dat u zichzelf niet blootstelt aan
gevaar tijdens het rijden. Neem contact op met uw
autodealer betreffende de installatie van de transceiver
om de veiligheid te waarborgen.
•Mobiele antennes voor de HF/50 MHz-band zijn groter en
zwaarder dan de VHF/UHF-antennes. Gebruik daarom
een sterke en stabiele bevestiging om de mobiele antenne
voor de HF/50 MHz-band veilig en stevig te bevestigen.
•De aanbevolen minimumafstand voor een buitenantenne
tot elektriciteitskabels is anderhalf keer de verticale hoogte
van de draagconstructie van de betreffende antenne.
Deze afstand voorziet in voldoende vrije ruimte tot de
elektriciteitskabels in het geval de draagconstructie het om
een of andere reden begeeft.
•Stel de transceiver zodanig op dat de ventilatie ervan niet
wordt gehinderd. Leg geen boeken of andere voorwerpen
bovenop de transceiver die de vrije luchtstroming kunnen
hinderen. Laat minimaal 10 cm vrije ruimte over tussen de
achterkant van de transceiver en de muur of andere
afscheiding.
•Gebruik de transceiver niet in de buurt van water of
vochtbronnen. Gebruik de transceiver bijvoorbeeld niet
nabij een bad, wastafel, zwembad of in een vochtige
kelder of zolder.
•Een abnormale geur of rook is doorgaans een teken van
storing. Schakel de transceiver onmiddellijk UIT en koppel
het netsnoer los. Vraag advies aan een servicecentrum
van KENWOOD of uw dealer.
Als u deze transceiver als een mobiel station gebruikt, mag u nooit proberen een instelling te veranderen of een instelling op het
instellingenmenu te maken terwijl u uw voertuig bestuurt. Dat is veel te gevaarlijk! Stop uw voertuig en maak daarna de gewenste
instellingen. Bovendien mag u geen hoofdtelefoon dragen tijdens het rijden.
U moet de transceiver op een veilige en handige plaats in uw voertuig opstellen, zodanig dat u zichzelf niet blootstelt aan gevaar
tijdens het rijden. Bevestig de transceiver bijvoorbeeld in uw auto onder het dashboard vóór de passagiersstoel, zodanig dat de
knieën en benen van de passagier er niet tegen komen wanneer u plotseling remt. Let er bovendien op dat u de transceiver en
bijbehorende accessoires niet op de afdekkingen van de airbags bevestigt. Wij adviseren u contact op te nemen met uw autodealer
betreffende de installatie van de transceiver om de veiligheid te waarborgen.
VOORBEELD VAN BEVESTIGING VAN HET TX/RX-HOOFDAPPARAAT
1 Bevestig de 2 bevestigingssteunen met behulp van de 6 bijgeleverde SEMS-schroeven (M4 x 10 mm), zoals aangegeven in
onderstaande afbeelding.
2 Plaats de transceiver in de bevestigingssteunen en bevestig de transceiver op zijn plaats met behulp van de 4 bijgeleverde
parkerschroeven (5 mm x 16 mm).
EXT.SP DATA
MIC
PADDLE
PANEL
KEY
REMOTE
COM
Stel het TX/RX-hoofdapparaat niet op in niet-geventileerde ruimten. Om het TX/RX-hoofdapparaat te koelen moet er luchtdoor kunnen
stromen.
AFSTANDSBEDIENINGSPANEEL BEVESTIGEN
1 Trek het dekvel van de zelfklevende bevestigingstap af op de onderkant van de waaiervormige voet.
2 Bevestig de houder aan het voertuig met de 4 parkerschroeven.
3 Bevestig de afstandsbedieningspaneelhouder aan de voet met behulp van de 2 bijgeleverde SEMS-schroeven.
Dekvel van zelfklevende tape
Parkerschroef
4 mm x 12 mm
Platte ring (4 mm)
Afstandsbedieningspaneelhouder
SEMS-schroeven
(M4 x 10 mm)
N-1
1 OPSTELLEN
DC
13.8V
1
D
C 2
13.8V
AT
GND
2
DC
13.8V
1
DC 2 13.8V
AT
GND
2
GELIJKSTROOMKABEL AANSLUITEN
Sluit de gelijkstroomkabel rechtstreeks via de kortste route
aan op de accupolen van het voertuig. Gebruik hiervoor niet
de sigarettenaanstekeraansluiting! De maximaal toelaatbare
stroomsterkte van de sigarettenaanstekeraansluiting is te laag
voor de transceiver. Zorg ervoor dat de accu van 12 V
voldoende stroomcapaciteit heeft. Als de stroomcapaciteit
onvoldoende is, kan het display tijdens het zenden donker
worden of kan de werking van de transceiver worden
onderbroken. Als u de transceiver gedurende een lange tijd
gebruikt terwijl de accu van het voertuig niet volledig is
opgeladen of de motor uit staat, kan de accu snel ontladen
raken en onvoldoende lading hebben om de motor te starten.
Vermijd gebruik van de transceiver onder dergelijke
omstandigheden. Onthoud dat tijdens het zenden de
TS-480SAT transceiver een piekstroom trekt van 20,5 A en de
TS-480HX transceiver een piekstroom trekt van 41 A (20,5 A
+ 20,5 A).
•Bevestig na het installeren de lijnfilter(s) aan de
gelijkstroomkabel(s) zoals afgebeeld (alleen modellen
voor de E-markt).
Opmerkingen:
◆
Sluit iedere gelijkstroomkabel van de TS-480HX transceiver niet
aan op 2 aparte accu’s. Het verschil in gelijkspanning tussen de
DC IN 1- en DC IN 2-aansluitingen op de transceiver moet
minder zijn dan 1,0 V voor de transceiver om te kunnen werken.
◆
De 2 bijgeleverde gelijkstroomkabels (of de 2 optionele
gelijkstroomkabels PG-20) moeten worden gebruikt. Als u
gelijkstroomkabels met verschillende lengte of diameter gebruikt,
kan een verschil in gelijkspanning optreden tussen de DC IN 1en DC IN 2-aansluitingen op de transceiver (TS-480HX).
Motorruimte
accu 12 V
Motorruimte
accu 12 V
Bevestig de gelijkstroomkabel stevig aan de wand van de
motorruimte. Voorkom dat de kabel in contact komt met
buitengewoon veel warmte, damp en water.
Rood (+)
Passagie-
Zwart (–)
Gebruik een rubberen of kunststoffen doorvoertule zodat de
kabel niet in rechtstreeks contact staat met het voertuig.
Rood (+)
Zwart (–)
Gebruik een rubberen of kunststoffen doorvoertule zodat de
kabel niet in rechtstreeks contact staat met het voertuig.
rsruimte
Chassis
Bevestig de gelijkstroomkabel stevig aan de wand van de
motorruimte. Voorkom dat de kabel in contact komt met
buitengewoon veel warmte, damp en water.
Passagiersruimte
Chassis
1
2
GNDGND
DC
13.8V
DC IN
1
2
D
DG
N
N
G
DC
13.8V
DC IN 1
Alleen modellen
voor de E-markt
TS-480SAT
DC IN 2
TS-480HX
ANTENNE AANSLUITEN
Over het algemeen zijn mobiele antennes voor de HF/50 MHz-band groter en zwaarder dan de VHF/UHF-antennes. Gebruik
daarom een sterke en stabiele bevestiging om de mobiele antenne voor de HF/50 MHz-band veilig en stevig te bevestigen.
Voor een stevige bevestiging, adviseren wij u de antenne op de bumper te bevestigen. De meeste moderne voertuigen hebben
echter kunststoffen bumpers. Bij dergelijke voertuigen moet u de antennebevestiging met een dikke draad aarden aan het chassis.
De bevestiging van de antenne is uiterst belangrijk voor de prestaties van de mobiele transceiver. Voor verdere informatie leest u
The Radio Amateur’s Handbook, Radio Handbook of andere naslagwerken.
AARDING
De aarde, die de andere helft van het antennesysteem is, is zeer belangrijk als u een sprietantenne voor een mobiele transceiver
gebruikt. Sluit de aardingsdraad van de steekleiding van de antenne stevig aan op het chassis van het voertuig en zorg ervoor dat
de carrosserie van het voertuig is aangesloten op (elektrisch doorverbonden met) het frame. Het plaatmetaal zorgt voor een
primaire aardingsplaat, dus zorg ervoor dat u een goede RF-verbinding tot stand brengt tussen de steekleiding van de antenne en
zowel het chassis als de carrosserie. Voor volledige informatie over de mobiele opstelling en het optimaliseren ervan, raadpleegt u
het ARRL Handbook of soortgelijke naslagwerken.
ONTSTEKINGSRUIS
Deze transceiver is uitgerust met een Ruisonderdrukker en een Digitale Ruisbegrenzer om ontstekingsruis uit te filteren. Het is
echter mogelijk dat sommige voertuigen uitzonderlijk veel ontstekingsruis produceren. Als er uitzonderlijk veel ruis is, gebruikt u
ruisonderdrukkende bougies (met weerstanden) en/of gelijkstroom-lijnfilters om de elektrische ruis te verlagen. Het ARRL
Handbook, of soortgelijke naslagwerken, bevat een schat aan informatie over dit onderwerp.
Opmerkingen:
◆
Nadat het bevestigen en aansluiten klaar is, controleert u eerst dat alle werkzaamheden correct zijn uitgevoerd, en sluit u daarna de stekker(s)
van de gelijkstroomkabel(s) aan op de transceiver.
◆
Als de zekering doorbrandt, koppelt u onmiddellijk de stekker(s) van de gelijkstroomkabel(s) los van de transceiver en controleert u de
gelijkstroomkabels om de reden van de kortsluiting vast te stellen. De gelijkstroomkabel kan beschadigd, kortgesloten, bekneld of geplet zijn.
Nadat u het probleem verholpen hebt, vervangt u de zekering door een nieuwe van dezelfde soort en sterkte.
◆
U mag onder geen enkele voorwaarde de zekeringhouder verwijderen.
N-2
1 OPSTELLEN
DC
13.8V
1
DC 2 13.8V
AT
GND
2
DC
13.8V
1
DC 2 13.8V
AT
GNDGND
22
1
Zwart (—)
Rood (+)
Zekering (25 A)
DC IN 1
DC 13,8 V
DC IN 2
DC 13,8 V
Rood (+)
Zekering (25 A)
Gelijkstroomvoeding
(20,5 A of hoger)
Gelijkstroomvoeding
(20,5 A of hoger)
VASTE OPSTELLING
Als u de transceiver als een vast station gebruikt, heeft de transceiver een voeding van 13,8 V gelijkstroom nodig (de TS-480HX
vereist 2 gelijkstroomvoedingen).
AFSTANDSBEDIENINGSPANEEL BEVESTIGEN
1 Bevestig de Afstandsbedieningspaneelhouder aan de ovale voet met behulp van de 2 bijgeleverde SEMS-schroeven
(M4 x 10 mm), zoals aangegeven in onderstaande afbeelding.
2 Schuif het Afstandsbedieningspaneel op de houder tot deze stevig vastzit.
SEMS-schroeven (M4 x 10 mm)
Paneelhouder
SEMS-schroeven (M4 x 10 mm)
Voet
GELIJKSTROOMVOEDING AANSLUITEN
Om deze transceiver te kunnen gebruiken, moet u een losse gelijkstroomvoeding van 13,8 V apart aanschaffen (2 losse
gelijkstroomvoedingen van 13,8 V/20,5 A of een enkele van 13,8 V/41 A zijn vereist om te kunnen zenden met de TS-480HX).
Sluit de transceiver nooit rechtstreeks aan op een wisselstroomstopcontact. Gebruik de bijgeleverde gelijkstroomkabels om de
transceiver aan te sluiten op een gestabiliseerde gelijkstroomvoedingseenheid. Vervang de kabel niet door draden met een
geringere diameter. De stroomcapaciteit van iedere voeding moet een piek van 20,5 A of hoger hebben.
1 Sluit de gelijkstroomkabel(s) aan op de gestabiliseerde gelijkstroomvoeding (2 losse gelijkstroomvoedingen van 13,8 V/20,5 A of
een enkele van 13,8 V/41 A zijn vereist voor de TS-480HX). De rode draad moet worden aangesloten op het positieve
aansluitpunt en de zwarte draad op het negatieve aansluitpunt.
•Als u een enkele gelijkstroomvoeding van 13,8 V/41 A gebruikt, sluit u 2 gelijkstroomkabels aan op de positieve en negatieve
aansluitpunten, zoals afgebeeld op pagina 2.
2 Sluit de stekker aan het andere uiteinde van de gelijkstroomkabel aan op de DC IN-aansluiting van de transceiver.
•Druk stekkers stevig in de aansluitingen totdat het vergrendelnokje vastklikt.
•Bevestig de lijnfilter(s) aan de gelijkstroomkabel(s) zoals hieronder is afgebeeld (alleen modellen voor de E-markt).
Opmerkingen:
◆
Voordat u de gelijkstroomvoedingseenheid op de transceiver aansluit, controleert u dat zowel de transceiver als de
gelijkstroomvoedingseenheid UIT geschakeld zijn.
◆
Steek de stekker van de gelijkstroomvoedingseenheid niet in het stopcontact voordat alle aansluitingen gemaakt zijn.
◆
Bij gebruik van 2 voedingen met de TS-480HX, moet het verschil in gelijkspanning aan de DC IN-aansluitingen van de transceiver minder dan
1,0 V zijn.
◆
Om verschil in gelijkspanning bij de TS-480HX te voorkomen, mag u geen verschillende typen (lengte en diameter) gelijkstroomkabels
gebruiken.
Gelijkstroomvoeding
(20,5 A of hoger)
Zekering (25 A)
Rood (+)
1
2
GNDGND
DC
13.8V
DC IN 1
DC 13,8 V
TS-480SATTS-480HX
Zwart (—)
Alleen modellen
voor de E-markt
N-3
1 OPSTELLEN
ANTENNE AANSLUITEN
Een antennesysteem bestaat uit een antenne, steekleiding en aardleiding. De transceiver kan uitstekende prestaties leveren als
zorgvuldig aandacht wordt besteed aan het antennesysteem en de installatie ervan. Gebruik een goed afgestelde 50 Ω antenne
van goede kwaliteit, een eersteklas 50 Ω coaxkabel en uitstekende stekkers. Alle aansluitingen moeten schoon en strak worden
uitgevoerd.
Nadat u de aansluitingen gemaakt hebt, stemt u de impedantie van de coaxkabel en de antenne op elkaar af zodat de staandegolfverhouding 1,5:1 of lager is. Een hoge staandegolfverhouding zal ertoe leiden dat het zendvermogen lager wordt en kan de
oorzaak zijn van RF-interferentie bij elektronische apparatuur, zoals stereoreceivers en televisies. Het kan zelfs uw eigen
transceiver storen. Opmerkingen dat uw signaal vervormd is, kan een aanwijzing zijn dat uw antennesysteem het zendvermogen
van de transceiver niet efficiënt uitstraalt.
Sluit de steekleiding van uw primaire HF/50 MHz-antenne aan op de ANT 1-aansluiting op het achterpaneel van de transceiver. Als
u 2 HF/50 MHz-antennes gebruikt, sluit u de secundaire antenne aan op de ANT 2-aansluiting. Kijk op pagina 16 voor de plaats van
de antenneaansluitingen.
Opmerkingen:
◆
Als u begint met zenden zonder eerst een antenne of andere passende belasting aan te sluiten, kan de transceiver worden beschadigd. Sluit
altijd de antenne aan op de transceiver, voordat u begint te zenden.
◆
Alle vaste stations dienen te zijn uitgerust met een bliksemafleider om het gevaar van brandt, elektrische schokken en beschadiging van de
transceiver te verlagen.
◆
De beveiligingsschakeling van de transceiver zal in werking treden wanneer de staandegolfverhouding hoger wordt dan 2,5:1. Laat echter de
beveiligingsschakeling niet opdraaien voor een slecht werkend antennesysteem.
AARDING
Minimaal is een goede gelijkstroomaarding vereist om het gevaar van elektrische schokken te vermijden. Voor de beste
communicatieprestaties is een goede RF-aarding vereist waartegen het antennesysteem kan werken. Aan deze beide voorwaarden
kan worden voldaan door voor een goede aarding van de transceiver te zorgen. Begraaf 1 of meer aardpennen of een grote
koperplaat onder de grond en sluit deze vervolgens aan op de GND-aansluiting van de transceiver. Gebruik voor het maken van
deze aansluiting een dikke draad of een koperen band, die zo kort mogelijk is afgeknipt. Gebruik geen gasleiding,
elektriciteitsleiding of kunststofregenpijp voor aarding.
BEVEILIGING TEGEN BLIKSEMINSLAG
Zelfs I gebieden waar onweer weinig voorkomt, zijn er meestal wel enkele onweersbuien per jaar. Denk goed na over hoe u uw
apparatuur en huis tegen blikseminslag wilt beschermen. Het aanbrengen van een bliksemafleider is een goed begin, maar er is
meer dat u kunt doen. U kunt bijvoorbeeld de zendkabels van uw antennesysteem afmonteren in een toegangspaneel dat u
buitenshuis opstelt. Aard dit toegangspaneel aan een goede buitenaardleiding, en sluit vervolgens de toepasselijke kabels aan
tussen het toegangspaneel en uw transceiver. In geval van een onweersbui, koppelt u deze kabels los van uw transceiver voor
extra bescherming.
N-4
1 OPSTELLEN
gnirekezednaveitacoLgnirekezednavetkretsmoortS
TAS/XH084-ST
)taarappadfooh-XR/XT(
A4
)renutennetnaenretxeneeroov(
edrevelegjiB
lebakmoortskjileg
A52
DC
13.8V
1
DC 2 13.8V
AT
GNDGNDGND
22
1
BEVESTIGINGSSTEUN VOOR DRAAGBAAR GEBRUIK (ALLEEN MODELLEN VOOR DE E-MARKT)
Met behulp van de bijgeleverde Bevestigingssteun voor mobiel gebruik kunt u het Afstandsbedieningspaneel en het TX/RXhoofdapparaat tezamen dragen. Het TX/RX-hoofdapparaat kan op 2 manieren worden bevestigd. Als u de EXT.SP, REMOTE enDATA-aansluitingen niet gebruikt, plaats u het TX/RX-hoofdapparaat naar voren gericht. Als u de EXT.SP, REMOTE en DATAaansluitingen wel gebruikt, plaats u het TX/RX-hoofdapparaat naar achteren gericht. U kunt indien gewenst de handgreep ook
bevestigen zoals afgebeeld. Gebruik de bijgeleverde, korte kabel (20 cm, RJ11) om het Afstandsbedieningspaneel aan te sluiten op
het TX/RX-hoofdapparaat.
Stellschraube
(M4 x 8 mm)
20 cm/ RJ11
SEMS-schroeven
(M4 x 10 mm)
Blechschraube
Tragegriff
(M4 x 12 mm)
ZEKERINGEN
De volgende zekeringen worden gebruikt in de TS-480HX/SAT transceiver. Als een zekering doorbrandt, dient u eerst de oorzaak te
achterhalen en te verhelpen. Pas nadat de oorzaak is verholpen, mag u de doorgebrande zekeringen door een nieuwe van de
aangegeven sterkte. Als net geplaatste zekeringen steeds weer doorbranden, koppelt u de voedingsstekker los en neemt u contact
op met een KENWOOD-servicecentrum of uw dealer voor hulp.
1 Verwijder de 7 schroeven vanuit de onderkant van het TX/
RX-hoofdapparaat.
2 Verwijder de 8 schroeven aan de binnenkant van het TX/
RX-hoofdapparaat.
3 Til de afdekking eraf.
4 Vervang de zekering van 4 A.
KEY
COM
REMOTE
DATA
EXT.SP
PADDLE
PANEL
MIC
COM
REMOTE
DATA
KEY
DDLE
PA
PANEL
EXT.SP
MIC
N-5
1 OPSTELLEN
PANEEL EN DE MICROFOON AANSLUITEN
Sluit de stekker van de microfoon aan op de MIC-aansluiting (8-pens, RJ45) en sluit daarna het Afstandsbedieningspaneel aan op
het TX/RX-hoofdapparaat met behulp van de bijgeleverde kabel (2 m, 6-pens, RJ11).
Microfoon
EXT.SP
DATAREMOTE
PANEL
COM
Naar MIC
3 cm
MIC
PADDLE
Naar PANEL
Lijnfilter
KEY
PANEEL EN DE MICROFOON AANSLUITEN MET PG-4Z (OPTIE)
Gebruik de kabels en stekkers van de PG-4Z-kabelset om het Afstandsbedieningspaneel aan te sluiten op het TX/RXhoofdapparaat, zoals in onderstaande afbeelding is aangegeven.
Verlengkabel-aansluitkabel (RJ45)
uit de PG-4Z-kabelset
Verlengkabel-aansluitblok (RJ45)
uit de PG-4Z-kabelset
Naar MIC
Lijnfilter (groot) uit de
PG-4Z-kabelset
Lijnfilter (klein) uit de
PG-4Z-kabelset
Naar EXT.SP
Verlengkabel-aansluitkabel
(RJ11) uit de PG-4Z-kabelset
Lijnfilter (klein) uit de
PG-4Z-kabelset
Verlengkabel-aansluitblok
(RJ11) uit de PG-4Z-kabelset
Naar externe luidspreker
Verlengkabel van externe
luidspreker uit de PG-4Zkabelset (in het geval de
externe luidsprekerset wordt
gebruikt)
Kabelhouder
N-6
Parkerschroef
(4 mm x 14 mm)
Platte ring
RJ45-adapter (8-draads)
Tweezijdig plakband
Microfoonkabel
ACCESSOIRES AANSLUITEN
TX/RX-HOOFDAPPARAAT
■ Microfoon (MIC)
Sluit een microfoon aan met een impedantie tussen 250
en 600 Ω. Wat betreft de bijgeleverde microfoon, steek de
stekker van het modulairsnoer in de MIC-aansluiting totdat
het vergrendelnokje vastklikt. U kunt, indien gewenst, nog
steeds microfoons met een 8-pens metalen stekker
gebruiken, zoals de MC-43S, MC-47, en MC-60A in
combinatie met de adapter MJ-88 (optie). U kunt echter
niet meer de condensatormicrofoons MC-44, MC-44DM,
MC-45, MC-45E, MC-45DM, MC-45DME of MC-53DM
gebruiken.
■ Externe luidspreker (EXT.SP)
Op het voorpaneel van het TX/RX-hoofdapparaat zit een
aansluiting voor een externe luidspreker. Als een externe
luidspreker is aangesloten op de EXP.SP-aansluiting, zal
de ingebouwde luidspreker op de achterkant van het
Afstandsbedieningspaneel worden uitgeschakeld. Gebruik
alleen externe luidsprekers met een impedantie van 4 tot
8 Ω (8 Ω nominaal). In deze aansluitingen past alleen een
3,5 mm, 2-draads stekker (mono).
•Het uitsteeksel “
luidspreker aan.
Opmerking:
Sluit geen hoofdtelefoon aan op deze aansluiting.
Het hoge volumeniveau van deze aansluiting kan uw gehoor
beschadigen.
” geeft de aansluiting voor de externe
1234
Microfoon met 8-pens
metalen stekker (optie)
MJ-88
(optie)
MIC
PADDLE
1 OPSTELLEN
Externe luidspreker (optie)
EXT.SP
DATA
PANEL
KEY
REMOTE
COM
■ Seinsleutels voor CW (PADDLE en KEY)
Voor bediening in de CW-functie met behulp van de
ingebouwde elektronische keyer, sluit u een paddle aan
op de PADDLE-aansluiting. Voor bediening in de CW-
functie zonder gebruikmaking van de ingebouwde
elektronische keyer, sluit u een rechte seinsleutel,
halfautomatische (bug-)seinsleutel, elektronische keyer of
de CW-seinuitgang van een Multifunctionele Communicatieprocessor (MCP) aan op de KEY-aansluiting. Op de
PADDLE-aansluiting kunt u een 3,5 mm, 3-draads stekker
(stereo) aansluiten, en op de KEY-aansluiting kunt u een
3,5 mm, 2-draads stekker (mono) aansluiten. Externe
elektronische keyers of MCP’s moeten een positieve
seinuitgang hebben om compatibel te zijn met deze
transceiver. Gebruik een gewapende kabel tussen de
seinsleutel en de transceiver.
•Het uitsteeksel “•” geeft de seinsleutel-aansluiting aan,
en het uitsteeksel “••” geeft de paddle-aansluiting aan.
Opmerking:
Als gevolg van de aanwezigheid van de
ingebouwde elektronische keyer, is het onnodig om zowel een
paddle als een andere keyer aan te sluiten, behalve als u een
keyer in een computer wilt gebruiken voor CW. Raadpleeg het
stukje “ELEKTRONISCHE KEYER” {pagina 39} om uzelf bekend
te maken met de ingebouwde elektronische keyer.
AFSTANDSBEDIENINGSPANEEL
■ Hoofdtelefoon (PHONES)
Sluit een mono- of stereohoofdtelefoon aan met een
impedantie van 4 tot 32 Ω. Op deze aansluiting kunt u een
3,5 mm, 2-draads stekker (mono) of een 3,5 mm 3-draads
stekker (stereo) aansluiten. Nadat u de hoofdtelefoon hebt
aangesloten, zal de ingebouwde (of de optionele externe)
luidspreker geen geluid meer voortbrengen.
GND streep punt
Paddle
+GND
Rechte seinsleutel
Bug-seinsleutel
Elektronische keyer
CW-uitvoer van de MCP
Hoofdtelefoon
N-7
UW EERSTE QSO
w
ONTVANGEN
PF
ANT 1/2
ATT/PRE
r
qu
AT
AFSQL
1 REC 2 REC
CH1CH2CH3
4
TX MONI
PWR
7
NB/T
CLR
MTR
5 RF.G
MICKEY
8
VOX
0 OFF
AGC
3 REC
6
DELAY
9
PROC
ENT
DNL
NRFIL
BC
STEPSG.SEL
FINESCAN
qr
Bent u er klaar voor om uw TS-480SAT/HX uit te proberen?
Door deze 2 pagina’s te lezen zit uw stem spoedig in de lucht
met uw eerste QSO op de HF/50 MHz-band. De onderstaande
instructies zijn slechts bedoeld als een beknopt overzicht. Als u
problemen ondervindt of iets tegenkomt wat u niet begrijpt, leest
u de gedetailleerde beschrijvingen verderop in deze
instructiehandleiding.
Opmerking:
die u nodig hebt om de transceiver uit te proberen.
q Stel de volgende bedieningselementen in zoals
Schakel daarna de gelijkstroomvoeding Aan als u die
gebruikt. Als u de transceiver voedt vanaf de autoaccu(’s),
controleert u dat de gelijkstroomvoeding(en) aangesloten zijn
op de DC IN-aansluiting(en).
w [
Dit hoofdstukje beschrijft alleen de bedieningselementen
aangegeven:
•AF-regelaar:Volledig linksom
•SQL-regelaar:Volledig linksom
] (AAN/UIT) kort ingedrukt om de transceiver AAN te
zetten.
•Houd de knop niet langer dan ongeveer 2 seconden
ingedrukt, omdat de transceiver dan UIT geschakeld
wordt.
•Na het inschakelen, wordt “HELLO” afgebeeld, gevolgd
door de gekozen frequentie en andere indicators.
M.IN
QMI
A=B
M VFO
QMR
M/V
A / B
SPLIT
e
CL
XIT
RIT
TF-SET
MULTIIFSHIFT
t
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
MODE
NAR
F.LOCK
MENU
CW.T
MHz
y
i
t Druk op [
]/[ ] om een gewenste HF/50 MHz-band voor
radioamateurs te kiezen.
y Druk op [MODE] om de gewenste communicatiefunctie te
kiezen.
•Er zijn 4 functieparen: USB/LSB, CW/CWR
(omgekeerde toon), FSK/FSR (omgekeerde
verschuiving) en AM/FM. Druk op [MODE] (1 s) om de
functie te verwisselen binnen ieder paar: USB
CW CWR, FSK FSR of AM FM.
•Om de alternatieve functie van ieder functiepaar te
kiezen, houd u de toets gedurende 1 seconde
ingedrukt. Bijvoorbeeld, als USB is gekozen, drukt u
op [MODE] (1 s) om over te schakelen naar de LSBfunctie. In onderstaand overzicht ziet u hoe u iedere
functie kunt kiezen.
MODE
(1 s)
MODE
MODE
MODE
MODE
MODE
MODE
(1 s)
(1 s)
(1 s)
LSB,
d
e Controleer dat VFO A is gekozen voor de communicaties.
“tA” moet op het display worden afgebeeld. Als dit niet
zo is, drukt u op [A/B / M/V] om VFO A te kiezen.
r Draai de AF-regelaar langzaam rechtsom totdat u een
acceptabel niveau van de achtergrondruis hoort.
N-8
MODE
u Als u FM hebt gekozen, draait u de SQL-regelaar
rechtsom totdat de achtergrondruis net niet meer hoorbaar
is en de groene LED (boven de [MODE] toets) Uit gaat.
•Als LSB of USB is gekozen, slaat u deze stap over.
i Draai de Afstemknop om op een station af te stemmen.
•Als u geen stations ontvangt, kan het zijn dat u de
verkeerde antenneaansluiting hebt gekozen. In dat
geval, probeert u een andere antenne te kiezen door
[ATT/PRE/ ANT1/2] (1 s) ingedrukt te houden.
TRANSMISSION
2 UW EERSTE QSO
ti
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
PF
ANT 1/2
ATT/PRE
we
AT
AFSQL
1 REC 2 REC
CH1CH2CH3
4
TX MONI
PWR
7
NB/T
CLR
MTR
5 RF.G
MICKEY
8
VOX
0 OFF
AGC
ro
3 REC
6
DELAY
9
PROC
ENT
DNL
NRFIL
BC
STEPSG.SEL
FINESCAN
NAR
CW.T
t
q Draai de Afstemknop om op een gewenst station af te
stemmen of om een ongebruikte frequentie te kiezen.
•Als u de TS-480HX transceiver zonder de AT-300
antennetuner gebruikt, gaat u verder met stap 4.
w Druk kort op [AT].
s
•“AT
T” wordt afgebeeld.
e Houd [AT] ingedrukt om het afstemmen van de
antennetuner te starten (op de TS-480SAT of op de
TS-480HX met de AT-300 antennetuner).
tATs
•“R
T” begint te knipperen en de LED boven de
[MODE] toets wordt rood.
•Het afstemmen moet binnen 20 seconden klaar zijn,
waarna een Morsecode “T” (een enkele, lange
pieptoon) klinkt en “AT
s
T” stopt met knipperen.
•Als het afstemmen niet binnen 20 seconden klaar is,
klinken fouttonen. Druk op [AT] om de fouttonen te
laten stoppen en het afstemmen van de antenne te
annuleren. Controleer uw antennesysteem voordat u
verdergaat. Als u niet op [AT] drukt, zal het afstemmen
gedurende ongeveer 60 seconden doorgaan.
Opmerkingen:
◆
U zult veel klikgeluiden uit de transceiver of de externe
antennetuner horen terwijl de antennetuner de antenne
probeert af te stemmen. Dit wordt veroorzaakt door de
relaisschakelaars die AAN en UIT schakelen.
◆
Als de TS-480HX transceiver is aangesloten op de externe
antennetuner AT-300, wordt het zendvermogen automatisch
verlaagd tot 100 watt (AM: 25 watt).
r Terwijl LSB, USB of AM is gekozen, drukt u op
[MIC/ 5/ RF.G] om de Microfoongevoeligheid in te stellen.
•“MIC -- 50” wordt afgebeeld.
MODE
F.LOCK
MENU
MHz
CL
XIT
RIT
q
M.IN
A=B
QMI
M VFO
QMR
M/V
A / B
SPLIT
TF-SET
MULTIIFSHIFT
u
t Druk op [PTT] op de microfoon.
•De LED brandt rood.
y Begin in uw normale stem in de microfoon te praten.
u LSB/USB: Terwijl u in de microfoon spreekt, draait u de
MULTI-regelaar zodanig dat de ALC-meter uitslaat
overeenkomstig het geluidsniveau van uw stem.
AM: Terwijl u in de microfoon spreekt, draait u de MULTIregelaar zodanig dat de vermogenmeter licht uitslaat
overeenkomstig het geluidsniveau van uw stem.
FM: Sla deze stap over.
i Nadat u klaar bent met spreken, laat u [PTT] op de
microfoon los om terug te keren naar de ontvangstfunctie.
o Druk op [MIC/ 5/ RF.G] om het instellen van de
Microfoongevoeligheid af te ronden.
Opmerking:
Indien gewenst, open Menunummer 44 {pagina 27}
om de Microfoongevoeligheid voor de FM-functie in te stellen
Hiermee is uw introductie in het gebruik van de TS-480
transceiver voltooid, maar er valt nog veel meer te leren.
“BASISBEDIENING” {pagina 18} en volgende hoofdstukken
beschrijven alle functies van deze transceiver, beginnend met
de meest eenvoudige, meest gebruikte functies.
•Als FM is gekozen, slaat u deze stap over.
N-9
EERSTE KENNISMAKING
AFSTANDSBEDIENINGSPANEEL (VOORKANT)
io
1 REC 2 REC
CH1CH2CH3
5 RF.G
4
TX MONI
MICKEY
PWR
7
8
NB/T
VOX
CLR
0 OFF
AGC
MTR
!1!3!2
3 REC
6
DELAY
9
PROC
ENT
DNL
NRFIL
BC
STEPSG.SEL
FINESCAN
q [
] (AAN/UIT) knop
w
e
r
t
q!0u
PF
ANT 1/2
ATT/PRE
AT
AFSQL
y
Houd deze knop kort ingedrukt om de transceiver AAN te
schakelen. Druk nogmaals op deze knop om de transceiver
UIT te schakelen {pagina 18}.
w PF-toets
Aan deze programmeerbare functietoets kunt u een functie
toewijzen. De standaardfunctie is VOICE1.
Voor het gebruik van de Spraakgids- en opslagfuncties is de
optionele VGS-1 vereist {pagina 64}.
e ATT/PRE/ ANT1/2-toets
Druk op deze toets om te wisselen tussen ontvangstdemping
Aan en Uit {pagina’s 49 en 61}.
Houd deze toets gedurende 1 seconde ingedrukt en laat deze
daarna los, om te kiezen tussen ANT 1 en ANT 2 {pagina 60}.
r AT
Druk op deze toets om de ingebouwde antennetuner
{pagina 60} of een externe antennetuner te activeren. Houd
deze toets ingedrukt om het afstemmen van de antenne te
starten.
t SQL-regelaar
Deze regelaar wordt gebruikt om de luidspreker, de
hoofdtelefoon en de AF-uitvoer via DATE (8-pens DINministekker) te onderbreken (“squelching”) als geen signaal
wordt ontvangen door de transceiver {pagina 19}.
y AF-regelaar
Draai deze regelaar om het volumeniveau in te stellen op de
transceiver {pagina 18}.
u CH1/ 1/ REC, CH2/ 2/ REC, CH3/ 3/ REC-toetsen
Druk op één van deze toetsen om de CW- of spraakberichten
weer te geven (de VGS-1 is vereist) {pagina 40}. Houd op één
van deze toetsen om de spraakberichten (de VGS-1 is
vereist) {pagina 68} of de CW-berichten op te nemen die
betrekking hebben op de ingebouwde elektronische keyer
{pagina 40}.
i PWR/ 4/ TX MONI-toets
Druk op deze toets om het zendvermogen in te stellen.
Houd deze toets ingedrukt om het volumeniveau van de
zendsignaal-monitorfunctie in te stellen {pagina 65}.
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
MODE
NAR
F.LOCK
MENU
CW.T
MHz
o
MIC/ 5/ RF.G-toets
Druk op deze toets om de microfoongevoeligheid in te stellen
{pagina 27}. Terwijl de Spraakprocessorfunctie Aan staat,
drukt u op deze toets om het uitgangsniveau van de
Spraakprocessor in te stellen {pagina 37}. Houd deze toets
ingedrukt om de RF-ontvangstversterking in te stellen
{pagina 18}.
!0 KEY/ 6/ DELAY-toets
Druk op deze toets om de seinsnelheid van de ingebouwde
elektronische keyer in te stellen. Houd deze toets ingedrukt
om de VOX-vertragingstijd {pagina 36} of de vertragingstijd
voor Volledig-Inbreken/Semi-Inbreken in te stellen in de CWfunctie {pagina 39}.
!1 NB/T/ 7-toets
Druk op deze toets om de Ruisonderdrukker Aan of Uit te
schakelen. Houd deze toets ingedrukt om het niveau van de
Ruisonderdrukker in te stellen {pagina 47}. Druk in de FMfunctie op deze toets om de Toonfunctie Aan of Uit te
schakelen {pagina 32}. Houd deze toets ingedrukt om een
onhoorbare toon te kiezen voor de Toonfunctie {pagina 32}.
!2 VOX/ 8-toets
Druk in de Spraakfunctie op deze toets om de VOX-functie
(Spraakgestuurd Zenden) Aan of Uit te schakelen {pagina 36}.
Druk in de CW-functie op deze toets om de Inbreekfunctie
Aan of Uit te schakelen {pagina 39}. Houd deze toets
ingedrukt om de ingangsgevoeligheid van de microfoon in te
stellen voor VOX-bediening. De VOX-indicator wordt
afgebeeld als de VOX-functie (in de Spraakfunctie) of de
Inbreekfunctie (in de CW-functie) is geactiveerd.
!3 PROC/ 9-toets
Druk op deze toets om de Spraakprocessor Aan of Uit te
schakelen {pagina 37}. Houd deze toets ingedrukt om het
ingangsniveau van de spraakprocessor in te stellen.
De PROC-indicator wordt afgebeeld wanner de Spraakprocessorfunctie Aan staat.
M.IN
A=B
QMI
M VFO
QMR
M/V
A / B
SPLIT
XIT
RIT
CL
MULTI
TF-SET
IF
SHIFT
N-10
!9
@0
@1
@2
3 EERSTE KENNISMAKING
@3
PF
ANT 1/2
ATT/PRE
AT
AFSQL
1 REC 2 REC
CH1CH2CH3
4
TX MONI
PWR
7
NB/T
CLR
MTR
5 RF.G
MICKEY
8
VOX
0 OFF
AGC
3 REC
6
DELAY
9
PROC
ENT
DNL
NRFIL
BC
CW.T
STEPSG.SEL
FINESCAN
!4 MTR/ CLR-toets
Druk op deze toets om de meterschaalverdeling te kiezen
{pagina 20} of om diverse functies te verlaten, te annuleren of
terug te stellen. Houd deze toets ingedrukt om een
geheugenplaats te wissen {pagina 54}.
!5 AGC/ 0/ OFF-toets
Druk op deze toets om te wisselen tussen een snelle en
langzame reactie van de Automatische Versterkingsregeling
(AGC). Druk nogmaals op deze knop om de AGC Uit te
schakelen {pagina 35}.
!6 ENT-toets
Druk op deze toets om de gewenste frequentie vast te leggen,
die u met de cijfertoetsen hebt ingevoerd {pagina 34} of om
geheugenplaatsen op de scanlijst te vergrendelen {pagina 54}.
!7 FINE/ STEP-toets
Druk op deze toets om de Fijnafstemming te activeren en
nauwkeurig afstemmen mogelijk te maken {pagina 35}. Houd
deze toets ingedrukt om de frequentiestapgrootte te kiezen
voor de MULTI-regelaar {pagina 34}.
!8 SCAN/ SG.SEL-toets
Druk op deze toets om de Scanfunctie te starten of te stoppen
{pagina 56}. Houd deze toets ingedrukt om een Scangroep te
kiezen {pagina 59}.
!9 NR-toets
Druk op deze toets om de DSP-Ruisonderdrukkingsfunctie te
kiezen uit NR1, NR2 of Uit {pagina 47}. Als de
Ruisonderdukkingsfunctie Aan staat, houdt u deze toets
ingedrukt om de parameter van de Ruisonderdukkingsfunctie
te veranderen {pagina 47}.
@0 DNL-toets
Druk op deze toets om de DNL-functie (Digitale
Ruisbegrenzerfunctie) Aan of Uit te schakelen. De “DNL”indicator wordt afgebeeld wanneer deze functie Aan staat.
Houd deze toets ingedrukt om het niveau van de DNL-functie
te veranderen {pagina 47}.
@1 FIL/ NAR-toets
Druk op deze toets om de onder- en bovengrenzen in te
stellen voor de filterfrequentie van het DSP-filter (AF). Houd
deze toets ingedrukt om het smalle IF-filter te kiezen, indien
beschikbaar {pagina 45}.
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
MODE
NAR
F.LOCK
MENU
MHz
@4!4 !5 !6!7!8
@6
@5
@7
@8
@2 BC/ CW.T-toets
Druk op deze toets om de DSP-Beat Opheffen-functie te
kiezen uit BC1 (Beat Opheffen 1), BC2 (Beat Opheffen 2) of
Uit {pagina 47}. Druk in de CW-functie op deze toets om de
Auto Zero Beat-functie te starten {pagina 29}.
@3 LED
Deze LED brandt rood als de transceiver zendt, brandt groen
als de transceiver signalen ontvangt, en gaat Uit als de
squelchfunctie de luidspreker van de transceiver onderbreekt.
@4 MODE-toets
Druk op deze toets om het bedieningsfunctiepaar te
veranderen. Er zijn 4 paren bedieningsfuncties: USB/LSB,
CW/CWR, FSK/FSR of AM/FM. Houd deze toets gedurende 1
seconde ingedrukt om tussen de 2 functies van ieder paar te
wisselen: USB
AM
FM {pagina 19}.
@5 MENU/ F.LOCK-toets
Druk op deze toets om de Menufunctie op te roepen
{pagina 22}. Houd deze toets ingedrukt om de Frequentievergrendelingsfunctie te activeren {pagina 63}.
@6 MHz-toets
Druk op deze toets om de MHz-Omhoog/Omlaag-functie Aan
of Uit te schakelen. Het MHz-cijfer wordt hoger of lager als u
de MULTI-regelaar draait. Houd deze toets ingedrukt om de
stapgrootte van de verhoging/verlaging te veranderen
{pagina 34}.
@7 Schuifregelaar voor de draaiweerstand van de Afstemknop
Schuif de regelaar om de draaiweerstand van de
Afstemknop in te stellen. Schuif de regelaar naar links voor
minder draaiweerstand en naar rechts voor meer
draaiweerstand.
@8 Afstemknop
Draai deze regelaar om de gewenste frequentie te kiezen
{pagina 19}. De regelaar is voorzien van een
gebruiksvriendelijke vingerpositie voor continu afstemmen.
CL
XIT
RIT
M.IN
A=B
QMI
M VFO
QMR
A / B
SPLIT
M/V
TF-SET
MULTIIFSHIFT
LSB, CW CWR, FSK FSR, of
N-11
3 EERSTE KENNISMAKING
#8
#7
#6
PF
ANT 1/2
ATT/PRE
AT
AFSQL
1 REC 2 REC
CH1CH2CH3
4
TX MONI
PWR
7
NB/T
CLR
MTR
5 RF.G
MICKEY
8
VOX
0 OFF
AGC
3 REC
6
9
PROC
ENT
DELAY
DNL
NRFIL
BC
STEPSG.SEL
FINESCAN
@9 QMI/ M.IN-toets
Druk op deze toets om gegevens op te slaan in het
Snelgeheugen. Houd deze toets ingedrukt om de huidige
zend-/ontvangstfrequenties en andere gegevens op te slaan
in de Geheugenplaats.
ss
s
#0 QMR/ M
ss
VFO-toets
Druk op deze toets om gegevens op te roepen uit het
Snelgeheugen {pagina 55}. Houd deze toets ingedrukt om de
frequenties uit de Geheugenplaats en andere gegevens te
kopiëren naar de VFO.
#1 A/B / M/V-toets
Druk op deze toets om VFO A of VFO B te kiezen {pagina 18}.
Houd deze toets ingedrukt om te wisselen tussen de
Geheugen- en VFO-functies.
#2 A=B/ SPLIT-toets
Druk op deze toets om de gegevens in de huidig gekozen
VFO en de andere VFO te kopiëren {pagina 35}. Houd deze
toets ingedrukt om bediening met een frequentiepaar op te
roepen, waarmee u verschillende zend- en ontvangstfrequenties kunt gebruiken {pagina 30}.
#3 MULTI-regelaar
Draai deze regelaar in de VFO-functie om de zend-/
ontvangstfrequentie te verhogen of verlagen {pagina 34}.
Draai deze regelaar in de Geheugenplaatsfunctie om een
Geheugenplaats te kiezen {pagina 51}. Draai deze regelaar in
de Menufunctie om Menunummers te kiezen {pagina 22}, en
tevens om instellingen te kiezen voor diverse functies die met
de toetsen op het afstandsbedieningspaneel worden
geactiveerd.
#4 IF SHIFT-regelaar
Draai deze regelaar om de middenfrequentie van de
IF-doorlaatband hoger of lager te verschuiven om interferentie
te verwijderen {pagina 45}.
#5
/ toets
Druk op deze toetsen om alle frequentiebanden voor
radioamateurs achter elkaar te doorlopen {pagina 19}. Deze
toetsen worden ook gebruikt om keuzen te maken op het
Menu {pagina 22} en om de begin- en eindfrequenties van de
Scanfunctie te controleren {pagina 53}. Houd deze toets
ingedrukt wanneer zowel de frequentiepaar- als de
frequentievergrendelingsfuncties zijn geactiveerd, om de
TF-SET-functie uit te voeren {pagina 30}.
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
MODE
NAR
F.LOCK
MENU
CW.T
MHz
@9 #0#3
#6 CL-toets
Druk op deze toets om de RIT/XIT-frequentie te wissen en op
nul te stellen {pagina’s 35 en 37}.
#7 XIT-toets
Druk op deze toets om de XIT-functie (Marginale
zendfrequentieafstemming) Aan of Uit te schakelen
{pagina 37}. Als de XIT-functie Aan staat, wordt de XITindicator afgebeeld.
#8 RIT-toets
Druk op deze toets om de RIT-functie (Marginale
ontvangstfrequentieafstemming) Aan of Uit te schakelen
{pagina 35}. Als de RIT-functie Aan staat, wordt de RITindicator afgebeeld.
#9 RIT/ XIT-regelaar
Draai deze regelaar als de RIT/XIT-functie Aan staat, om de
offset-frequentie in te stellen. De RIT/XIT-offset-frequentie
wordt afgebeeld op de kleine alfanumerieke aanduiding
{pagina’s 35 en 37}.
#1
M.IN
A=B
QMI
M VFO
QMR
M/V
A / B
SPLIT
#2
CL
XIT
RIT
TF-SET
MULTIIFSHIFT
#9
#5
#4
N-12
DISPLAY
3 EERSTE KENNISMAKING
q wer t yuo!0 !1!4!5 !6!7 !8!9i!2!3
q Meter
Deze meter werkt tijdens ontvangst als een S-meter die de
sterkte van het ontvangen signaal meet en weergeeft. Deze
meter werkt tijdens het zenden als een vermogenmeter plus
een ALC-meter, een SWR-meter, of een Spraakprocessorcompressiemeter. De Piek-vasthoudfunctie houdt iedere
waarde gedurende ongeveer een halve seconde vast.
w RtATsT
Deze indicator wordt afgebeeld als een ingebouwde
antennetuner {pagina 60} of een externe antennetuner in-lijn is
geschakeld voor de bediening.
e 1
t
ANTs2
“1tANT” of “ANTs2” wordt afgebeeld, afhankelijk van welke
antenneaansluiting is gekozen voor de bediening {pagina 60}.
r AT T
Deze indicator wordt afgebeeld als de ontvangstdemping
(ong. 12 dB) Aan staat {pagina’s 49 en 61}.
t PRE
Deze indicator wordt afgebeeld als de ontvangstvoorversterker (ong. 6 dB) Aan staat {pagina 49}.
y VOX
Deze indicator wordt afgebeeld als de VOX-functie
(Spraakgestuurd Zenden) Aan staat of als de Inbreekfunctie
voor de CW-functie Aan staat {pagina’s 36 en 39}.
u PROC
Deze indicator wordt afgebeeld als de Spraakprocessorfunctie
Aan staat {pagina 37}.
i MENU
Deze indicator wordt afgebeeld tijdens het configureren van
de parameters in de Menufunctie {pagina 22}.
o
Gereserveerd voor toekomstige updates.
!0
Dit wordt afgebeeld terwijl de Ononderbroken Opnamefunctie
in werking is {pagina 69}.
!1 NB
Deze indicator wordt afgebeeld als de Ruisonderdrukking Aan
staat {pagina 47}.
!2 AGC OFF
De indicator “AGC - F” (snel) of “AGC” (langzaam) wordt
afgebeeld als de AGC-functie (Automatische
Versterkingsregeling) Aan staat. De indicator “AGC OFF”
wordt afgebeeld als de AGC-functie Uit staat {pagina 35}.
!3 NAR 2
De indicator “NAR” wordt afgebeeld als in de
bedieningsfunctie het smalle IF-filter is gekozen. Als 2
optionele IF-filters zijn aangebracht en de transceiver het
tweede IF-filter kiest, wordt “NAR 2” afgebeeld {pagina 45}.
!4 MHz
Deze indicator wordt afgebeeld als de MHz-Omhoog/Omlaagfunctie met behulp van de MULTI-regelaar Aan staat
{pagina 34}. Deze indicator wordt ook afgebeeld als de
Snelmenufunctie Aan staat {pagina 22}.
!5 FINE
Deze indicator wordt afgebeeld als de Fijnafstemming Aan
staat {pagina 35}.
!6
Deze indicator wordt afgebeeld als het gekozen
Menunummer in de Snelmenulijst staat. Deze indicator wordt
ook afgebeeld terwijl de transceiver de frequenties scant
tussen de vertragende frequentiepunten {pagina 57}.
!7
Deze indicator wordt afgebeeld als de bediening met een
frequentiepaar Aan staat {pagina 30}.
!8
Deze indicator wordt afgebeeld als de Afstemknop-
vergrendeling Aan staat {pagina 63}.
!9
Deze indicator wordt afgebeeld als de
Frequentievergrendeling Aan staat {pagina 63}.
N-13
3 EERSTE KENNISMAKING
#7
#6
#5
#4
@6
tt
ss
t
s
tt
EQ
ss
T
tt
t
tt
EQ” wordt afgebeeld als de RX-Equalizerfunctie
@0 R
De indicator “R
Aan staat {pagina 64}. De indicator “EQ
@0@1@2
ss
s
ss
T” wordt afgebeeld als
@3@4
de TX-Equalizerfunctie Aan staat {pagina 38}.
tt
ss
t
s
tt
BC
ss
2
ss
s
ss
2” wordt afgebeeld,
@1 1
De indicator “1tBC” of “BC
overeenkomstig of DSP-Beat Cancel 1 of DSP-Beat Cancel 2
is gekozen {pagina 47}.
tt
ss
t
s
tt
NR
ss
2
tt
t
tt
NR” of “NR
ss
s
ss
2” wordt afgebeeld,
@2 1
De indicator “1
overeenkomstig of DSP-Ruisonderdrukking 1
(Iijnverbeteringsmethode) of DSP-Ruisonderdrukking 2
(SPAC-methode) is gekozen {pagina 47}.
@3 M.CH
Deze indicator wordt afgebeeld in de Geheugenoproepfunctie
{pagina 51}.
@4 M.SCR
Deze indicator wordt afgebeeld in de Geheugendoorloopfunctie
{pagina 52}.
@5 DNL
Deze indicator wordt afgebeeld als de Digitale Ruisbegrenzerfunctie Aan staat {pagina 47}.
@6
Deze aanduiding geeft het Geheugenplaatsnummer van de
transceiver aan. Deze aanduiding geeft in de Menufunctie het
Menunummer aan. Deze aanduiding geeft in de
Snelgeheugenfunctie het Snelgeheugennummer aan (het
Snelgeheugennummer loopt van “0_” t/m “9_”) {pagina 55}.
@7
Deze aanduiding geeft een communicatiefunctie aan
{pagina 19}.
@8 AUTO
Deze indicator wordt afgebeeld als de Automatische functie
Aan staat {pagina 61}.
#0@9@8@7@5
#1#2#3
@9
Deze aanduiding geeft de zend-/ontvangstfrequentie van de
transceiver aan. Deze aanduiding geeft in de Menufunctie de
parameters aan.
#0
Deze aanduiding geeft in de normale bedieningsfunctie de
status van de transceiver en indien nodig de beschrijvingen
van de Menuonderdelen aan. Als de RIT-, XIT- of SPLITfunctie Aan staat, geeft deze aanduiding de frequentieinformatie aan voor deze functies {pagina’s 35 en 37}.
tAs
#1
De indicator “tA” of “As” wordt afgebeeld als VFO A is
gekozen {pagina’s 18 en 30}. “A” wordt afgebeeld als Menu A
wordt geopend in de Menufunctie {pagina 22}.
tBs
#2
De indicator “tB” of “Bs” wordt afgebeeld als VFO B is
gekozen {pagina’s 18 en 30}. “B” wordt afgebeeld als Menu B
wordt geopend in de Menufunctie {pagina 22}.
tMs
#3
De indicator “tM” of “Ms” wordt afgebeeld als een
simplex-geheugenplaats is gekozen {pagina 50}.
#4 RIT
Deze indicator wordt afgebeeld als de RIT-functie (Marginale
ontvangstfrequentieafstemming) Aan staat {pagina 35}.
#5 XIT
Deze indicator wordt afgebeeld als de XIT-functie (Marginale
zendfrequentieafstemming) Aan staat {pagina 37}.
#6 CT
De indicator “T” wordt afgebeeld als de Toonfunctie Aan staat
{pagina 32}. De indicator “CT” wordt afgebeeld als de
CTCSS-functie (Continu Toon-Code Squelch-Systeem) Aan
staat {pagina 33}.
#7 PC
Deze indicator wordt afgebeeld als de transceiver door een
computer wordt gestuurd {pagina 67}.
N-14
TX/RX-HOOFDAPPARAAT
3 EERSTE KENNISMAKING
i
qwerty
EXT.SPDATA REMOTE
MIC
PADDLE KEY
PANEL
u
q MIC-aansluiting
Sluit op deze aansluiting de kabel aan van de bijgeleverde
microfoon {pagina 6}.
w PANEL-aansluiting
Sluit op deze aansluiting de kabel aan van het
Afstandsbedieningspaneel {pagina 6}.
e EXT.SP-aansluiting
Sluit op deze aansluiting een 3,5 mm, 2-draads stekker
(mono) aan van een externe luidspreker {pagina 7}.
r DATA-aansluiting
Sluit op deze aansluiting een 6-pens mannelijke DIN-stekker
aan van diverse accessoireapparatuur, zoals een externe
TNC/MCP of een RTTY-terminal {pagina’s 77 en 78}.
t REMOTE-aansluiting
Sluit op deze aansluiting een 6-pens mannelijke DINministekker aan van een HF/50 MHz lineaire versterker
{pagina 77}.
y COM-aansluiting
Sluit op deze aansluiting een mannelijke DB-9-stekker aan
van een seriële communicatiepoort (COM-poort) van een
computer {pagina 67}. Deze aansluiting wordt ook gebruikt
met de Snelle-Gegevensoverdrachtfunctie {pagina’s 66 en 76}
en de DX-Packet-Clusterafstemfunctie {pagina’s 72 en 79}.
u PADDLE- en KEY-aansluitingen
Sluit op de PADDLE-aansluiting een 6,3 mm, 3-draads
stekker (stereo) aan van een keyer-paddle om deze aan te
sluiten op de ingebouwde elektronische keyer. Sluit op de
KEY-aansluiting een 3,5 mm, 2-draads stekker (mono) aan
van een externe seinsleutel voor CW-bediening. Raadpleeg
“Seinsleutels voor CW (PADDLE en KEY)” {pagina 7} voordat
u deze aansluitingen gebruikt.
i Kunststoffen afdekplaatje
Als de EXT.SP-aansluiting, DATA-aansluiting en REMOTE-
aansluiting niet worden gebruikt, kunt u dit afdekplaatje
eroverheen bevestigen om de aansluitingen tegen het
binnendringen van stof te beschermen.
COM
N-15
3 EERSTE KENNISMAKING
ANT 1ANT 2
q
w
t
q ANT 1- en ANT 2-aanslutingen
Sluit de primaire HF/50 MHz-antenne aan op de
ANT 1-aansluiting. Als u 2 antennes wilt gebruiken voor de
HF/50 MHz-band, sluit u de secundaire antenne aan op de
ANT 2-aansluiting.
w GND-aanslutingen
Sluit een dikke draad of koperen band aan op dit massaaansluitpunt en het dichtstbijzijnde massapunt of voertuigchassis
{pagina’s 2 en 4}.
e Koelventilators
De TS-480SAT is uitgerust met 1 koelventilator.
De TS-480HX is uitgerust met 2 koelventilators. Uit deze
ventilators stroomt lucht.
r AT -aanslutingen
Sluit op deze aansluiting de stekker aan van de kabel die bij
de AT-300 externe antennetuner werd geleverd. Raadpleeg
de instructiehandleiding die bij de antennetuner werd geleverd
voor verdere informatie.
t DC 1 13,8 V gelijkstroom-ingangsaansluiting
Sluit op deze aansluiting een primaire voeding van 13,8 V
gelijkstroom aan {pagina’s 2 en 3}. Gebruik de
gelijkstroomkabel die bij de transceiver werd geleverd.
y DC 2 13,8 V gelijkstroom-ingangsaansluiting
(alleen TS-480HX)
U moet op deze aansluiting een secundaire voeding van
13,8 V gelijkstroom aansluiten om te kunnen zenden
{pagina’s 2 en 3}. Gebruik de kabel die bij de transceiver
werd geleverd. Als op deze aansluiting geen
gelijkstroomvoeding is aangesloten, kunt u niet zenden,
ongeacht het zendvermogen. U kunt echter nog wel
ontvangen {pagina 18}.
e
r
y
N-16
AFSTANDSBEDIENINGSPANEEL (ACHTERKANT)
3 EERSTE KENNISMAKING
q
qLuidspreker
Als de microfoons zijn aangesloten, brengt de luidspreker
geen geluid voort.
Voor het geval u een los verkrijgbare standaard van een
andere fabrikant wilt gebruiken, zijn 4 schroefgaten voorbereid
op de achterkant van het Afstandsbedieningspaneel zodat u
dit kunt bevestigen op de standaard. Gebruik
parkerschroeven van 3 mm x 8 mm om het
Afstandsbedieningspaneel stevig op de standaard te
bevestigen (Deze parkerschroeven zijn niet bijgeleverd.)
MICROFOON
DWN UP
q
PTT
q PTT-knop (Push-To-Talk)
De transceiver wordt in de zendfunctie geplaatst wanneer
deze automatisch terugverende knop ingedrukt wordt
gehouden. Als u de knop loslaat, wordt de transceiver weer in
de Ontvangstfunctie geplaatst.
w UP/DWN-toetsen
Druk op deze toetsen om de VFO-frequentie te verhogen/
verlagen, de Geheugenplaatsen te doorlopen, of het
Menuonderdeel te kiezen.
Houd deze toetsen ingedrukt om de instellingen continu te
veranderen.
w
N-17
BASISBEDIENING
NAR
1 REC 2 REC
5 RF.G
0 OFF
8
3 REC
9
4
7
TX MONI6DELAY
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
CLR
STEP SG.SEL
CW.T
F.LOCK
M/V
SPLIT
M VFO
M.IN
TF-SET
MULTIIFSHIFT
AF SQL
PF
AT
CH1 CH2 CH3
PWR
MIC KEY
VOX
PROC
AGC
ENT
A / B
A=B
MODE
MHz
QMI
QMR
MENU
MTR
NB/T
ANT 1/2
FINE SCAN
DNL
BC
NR FIL
RIT
XIT
CL
ATT/PRE
NAR
1 REC 2 REC
5 RF.G
0 OFF
8
3 REC
9
4
7
TX MONI6DELAY
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
CLR
STEP SG.SEL
CW.T
F.LOCK
M/V
SPLIT
M VFO
M.IN
TF-SET
MULTIIFSHIFT
AF SQL
PF
AT
CH1 CH2 CH3
PWR
MIC KEY
VOX
PROC
AGC
ENT
A / B
A=B
MODE
MHz
QMI
QMR
MENU
MTR
NB/T
ANT 1/2
FINE SCAN
DNL
BC
NR FIL
RIT
XIT
CL
ATT/PRE
APPARAAT AAN- EN UITSCHAKELEN
1 Schakel de gelijkstroomvoeding(en) AAN als u die
gebruikt.
2 Druk kort op [] (AAN/UIT) om de transceiver AAN te
zetten.
CL
XIT
RIT
M.IN
QMI
MVFO
MULTIIFSHIFT
QMR
M/V
A / B
SPLIT
A=B
ANT 1/2
ATT/PRE
PF
AT
AF SQL
1 REC 2 REC
CH1 CH2 CH3
5 RF.G
4
TX MONI6DELAY
MIC KEY
PWR
7
8
VOX
NB/T
CLR
0 OFF
AGC
MTR
3 REC
9
PROC
ENT
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
DNL
NAR
NR FIL
BC
CW.T
STEP SG.SEL
FINE SCAN
MODE
F.LOCK
MENU
MHz
•Houd de knop niet langer dan ongeveer 2 seconden
ingedrukt, omdat de transceiver dan UIT geschakeld
wordt.
•Alleen TS-480HX: Als na het inschakelen “RX ONLY”
op de kleine alfanumerieke aanduiding wordt
afgebeeld, controleert u dat de 2 gelijkstroomkabels
stevig zijn aangesloten op de DC IN 1- en DC IN 2aansluitingen. Als deze waarschuwing wordt
afgebeeld, kunt u op de gebruikelijke manier signalen
ontvangen, maar kunt u niet zenden, zelfs niet als u
het uitgangsvermogen verlaagt. “TWIN PWR” wordt
afgebeeld als 2 gelijkspanningskabels zijn aangesloten
op de DC IN 1- en DC IN 2-aansluitingen.
•Na het inschakelen, wordt “HELLO” afgebeeld op de
grote alfanumerieke aanduiding, gevolgd door de
gekozen frequentie en andere indicators.
3 Om de transceiver UIT te zetten drukt u nogmaals op [
(AAN/UIT).
4 Schakel de gelijkstroomvoeding(en) UIT.
•U mag stap 3 overslaan. Nadat u de transceiver hebt
AAN geschakeld, kunt u deze weer UIT of AAN
schakelen met behulp van de AAN/UIT-schakelaar van
de gelijkstroomvoeding(en). De transceiver onthoudt
de stand van de AAN/UIT-schakelaar wanneer de
gelijkstroomvoeding wordt UIT geschakeld.
VOLUMENIVEAU INSTELLEN
RF (RADIOFREQUENTIE)-VERSTERKING
De RF-versterking is normaal gesproken ingesteld op het
maximumniveau ongeacht de bedieningsfuncties. De
transceiver is in de fabriek ingesteld op het maximumniveau.
U kunt het niveau van de RF-versterking echter iets verlagen
als u moeite hebt het gewenste signaal te horen als gevolg
van extreem veel atmosferische ruis of interferentie van
andere stations. Noteer eerst de piekwaarde van de S-meter
van het gewenste signaal.
1 Druk op [MIC/ RF.G] (1 s).
TF-SET
•Het huidige niveau van de RF-versterking wordt
afgebeeld op de kleine alfanumerieke aanduiding
(0: minimum t/m 100: maximum).
2 Draai de MULTI-regelaar linksom totdat de S-meter de
piekwaarde leest die u hebt genoteerd.
]
•Signalen die zwakker zijn dan dit niveau zullen worden
gedempt zodat het station beter kan worden
ontvangen.
Stel het niveau van de RF-versterking in aan de hand van het
soort en de gevoeligheid van uw antenne en de toestand van
de frequentieband. In de FM-functie stelt u het niveau van de
RF-versterking altijd in op het maximumniveau.
AF (AUDIOFREQUENTIE)-VERSTERKING
Draai de AF-regelaar rechtsom om het volumeniveau te
verhogen en linksom om het volumeniveau te verlagen.
Opmerking:
AFSQL
PF
ANT 1/2
ATT/PRE
1 REC 2 REC
AT
CH1 CH2 CH3
TX MONI6DELAY
5 RF.G
4
AF SQL
MIC KEY
PWR
7
8
VOX
NB/T
CLR
0 OFF
AGC
MTR
De stand van de AF-regelaar heeft geen invloed op het
3 REC
9
PROC
ENT
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
DNL
NAR
NR FIL
BC
CW.T
STEP SG.SEL
FINE SCAN
MODE
F.LOCK
MENU
MHz
volumeniveau van de pieptonen die klinken nadat u op een toets hebt
gedrukt, noch op de zijtonen bij de TX in de CW-functie. Het
volumeniveau voor bediening in de Digitale functie is ook
onafhankelijk van de stand van de AF-regelaar.
N-18
CL
XIT
RIT
M.IN
TF-SET
QMI
M VFO
MULTIIFSHIFT
QMR
M/V
A / B
SPLIT
A=B
VFO A OF VFO B KIEZEN
U kunt kiezen uit 2 VFO’s voor het regelen van de frequentie
op de transceiver. Iedere VFO (VFO A en VFO B) werkt
onafhankelijk van de andere, zodat u een andere frequentie
en functie kunt kiezen. Als bijvoorbeeld de SPLIT-functie is
ingeschakeld, wordt VFO A gebruikt voor het ontvangen en
VFO B voor het zenden. De omgekeerde combinatie is ook
mogelijk.
Druk op [A/B / M/V] om tussen VFO A en VFO B om te
wisselen.
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
PF
ANT 1/2
ATT/PRE
AT
AF SQL
1 REC 2 REC
CH1 CH2 CH3
TX MONI6DELAY
5 RF.G
4
MIC KEY
PWR
7
8
VOX
NB/T
CLR
0 OFF
AGC
MTR
3 REC
DNL
MODE
NAR
F.LOCK
NR FIL
ENT
BC
STEP SG.SEL
FINE SCAN
MENU
CW.T
MHz
9
PROC
•“tA” of “tB” wordt afgebeeld om aan te geven welke
VFO is gekozen.
CL
XIT
RIT
M.IN
TF-SET
QMI
M VFO
MULTIIFSHIFT
QMR
M/V
A / B
SPLIT
A=B
4 BASISBEDIENING
NAR
1 REC 2 REC
5 RF.G
0 OFF
8
3 REC
9
4
7
TX MONI6DELAY
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
CLR
STEP SG.SEL
CW.T
F.LOCK
M/V
SPLIT
M VFO
M.IN
TF-SET
MULTIIFSHIFT
AF SQL
PF
AT
CH1 CH2 CH3
PWR
MIC KEY
VOX
PROC
AGC
ENT
A / B
A=B
MODE
MHz
QMI
QMR
MENU
MTR
NB/T
ANT 1/2
FINE SCAN
DNL
BC
NR FIL
RIT
XIT
CL
ATT/PRE
NAR
1 REC 2 REC
5 RF.G
0 OFF
8
3 REC
9
4
7
TX MONI6DELAY
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
CLR
STEP SG.SEL
CW.T
F.LOCK
M/V
SPLIT
M VFO
M.IN
TF-SET
MULTIIFSHIFT
AF SQL
PF
AT
CH1 CH2 CH3
PWR
MIC KEY
VOX
PROC
AGC
ENT
A / B
A=B
MODE
MHz
QMI
QMR
MENU
MTR
NB/T
ANT 1/2
FINE SCAN
DNL
BC
NR FIL
RIT
XIT
CL
ATT/PRE
NAR
1 REC 2 REC
5 RF.G
0 OFF
8
3 REC
9
4
7
TX MONI6DELAY
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
CLR
STEP SG.SEL
CW.T
F.LOCK
M/V
SPLIT
MVFO
M.IN
TF-SET
MULTIIFSHIFT
AF SQL
PF
AT
CH1 CH2 CH3
PWR
MIC KEY
VOX
PROC
AGC
ENT
A / B
A=B
MODE
MHz
QMI
QMR
MENU
MTR
NB/T
ANT 1/2
FINE SCAN
DNL
BC
NR FIL
RIT
XIT
CL
ATT/PRE
1 REC 2 REC
5 RF.G
0 OFF
8
3 REC
9
4
7
TX MONI
6
DELAY
CLR
CH1CH2CH3
PWR
MICKEY
VOX
PROC
AGC
ENT
MTR
NB/T
FREQUENTIEBAND KIEZEN
Druk op [ ]/[ ] om de gewenste frequentieband te kiezen.
•Als u een van deze toetsen ingedrukt houdt, veranderen
de banden onophoudelijk.
CL
XIT
RIT
M.IN
TF-SET
QMI
MVFO
MULTIIFSHIFT
QMR
M/V
A / B
SPLIT
A=B
ANT 1/2
ATT/PRE
PF
AT
AF SQL
1 REC 2 REC
CH1 CH2 CH3
TX MONI6DELAY
5 RF.G
4
MIC KEY
PWR
7
8
VOX
NB/T
CLR
0 OFF
AGC
MTR
3 REC
9
PROC
ENT
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
DNL
NAR
NR FIL
BC
CW.T
STEP SG.SEL
FINE SCAN
MODE
F.LOCK
MENU
MHz
FUNCTIE KIEZEN
Druk op [MODE] de 4 functieparen te doorlopen: USB/LSB,
CW/CWR, FSK/FSR en AM/FM. Iedere keer als u op [MODE]
drukt, doorloopt de functieaanduiding USB of LSB, CW of
CWR, FSK of FSR, AM of FM. Om de andere functie van het
functiepaar te kiezen, drukt u op [MODE] (1 s). Bijvoorbeeld,
als u “LSB” wilt kiezen terwijl “USB” wordt afgebeeld, drukt u
op [MODE] (1 s). “USB” verandert in “LSB”. Druk nogmaals
op [MODE] (1 s) om van “USB” terug te gaan naar “LSB”.
In onderstaand overzicht ziet u hoe u met de [MODE] toets
iedere functie kunt kiezen.
SQUELCH INSTELLEN
Het doel van de Squelch is de het geluid uit de luidspreker te
onderbreken wanneer geen signalen worden ontvangen. Als
de squelch goed is ingesteld, hoort u alleen geluid wanneer u
daadwerkelijk signalen ontvangt. Hoe hoger het ingestelde
squelchniveau, hoe sterker het signaal moet te zijn om het
nog te kunnen ontvangen. Het meest toepasselijke
squelchniveau hangt af van de RF-ruis in de omgeving.
Draai de SQL-regelaar wanneer er geen signalen aanwezig
zijn aan de hand waarvan u het squelchniveau kunt instellen
waarbij de achtergrondruis net niet hoorbaar is. Veel
radioamateurs geven er de voorkeur aan de SQL-regelaar
helemaal naar links gedraaid te laten staan, behalve als ze
functie met een volledige draaggolf, zoals FM, gebruiken. Het
squelchniveau van de transceiver is in de fabriek ingesteld op
ongeveer de 9-uur-stand voor FM en de 11-uur-stand voor
SSB en AM.
CL
XIT
RIT
M.IN
TF-SET
QMI
MVFO
MULTIIFSHIFT
QMR
M/V
A / B
SPLIT
A=B
ANT 1/2
ATT/PRE
PF
AT
AF SQL
1 REC 2 REC
CH1 CH2 CH3
TX MONI6DELAY
5 RF.G
4
PWR
7
8
NB/T
CLR
0 OFF
MTR
MODE
(1 s)
MIC KEY
VOX
AGC
3 REC
9
PROC
ENT
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
DNL
NAR
NR FIL
BC
CW.T
STEP SG.SEL
FINE SCAN
MODE
F.LOCK
MENU
MHz
MODE
MODE
(1 s)
MODE
MODE
(1 s)
MODE
MODE
(1 s)
MODE
Open Menunummer 02 en druk daarna op [ ] om “on” (Aan)
te kiezen en de Automatische Functiekeuze Aan te schakelen.
Als deze Aan geschakeld is, wordt “AUTO” afgebeeld. Als
standaardinstelling geldt dat als u een frequentie kiest die
hoger is dan 9,5 MHz, de transceiver automatisch de functie
verandert: LSB voor frequenties onder 9,5 MHz, en USB voor
frequenties van 9,5 MHz en hoger. U kunt informatie aan de
frequentietabel toevoegen om de functie automatisch te laten
veranderen {pagina 61}.
FREQUENTIE KIEZEN
Draai de Afstemknop rechtsom of druk op [UP] op de
microfoon om de frequentie te verhogen. Draai de
Afstemknop linksom of druk op [DWN] op de microfoon om
de frequentie te verlagen.
Als de gewenste frequentie ver verwijderd is van de huidige
frequentie, is het gemakkelijker de frequentie rechtstreeks in
te voeren met behulp van de cijfertoetsen. Druk op [ENT] en
druk daarna op de vereiste cijfertoetsen. Raadpleeg
“Frequentie Rechtstreeks Invoeren” {pagina 34} voor verdere
informatie.
De transceiver kent nog vele andere manieren om de
frequentie snel te kiezen. Raadpleeg “FREQUENTIE
KIEZEN” {pagina 34} voor verdere informatie.
N-19
4 BASISBEDIENING
NAR
1 REC 2 REC
5 RF.G
0 OFF
8
3 REC
9
4
7
TX MONI6DELAY
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
CLR
STEP SG.SEL
CW.T
F.LOCK
M/V
SPLIT
M VFO
M.IN
TF-SET
MULTIIFSHIFT
AF SQL
PF
AT
CH1 CH2 CH3
PWR
MIC KEY
VOX
PROC
AGC
ENT
A / B
A=B
MODE
MHz
QMI
QMR
MENU
MTR
NB/T
ANT 1/2
FINE SCAN
DNL
BC
NR FIL
RIT
XIT
CL
ATT/PRE
NAR
1 REC 2 REC
5 RF.G
0 OFF
8
3 REC
9
4
7
TX MONI6DELAY
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
CLR
STEP SG.SEL
CW.T
F.LOCK
M/V
SPLIT
M VFO
M.IN
TF-SET
MULTIIFSHIFT
AF SQL
PF
AT
CH1 CH2 CH3
PWR
MIC KEY
VOX
PROC
AGC
ENT
A / B
A=B
MODE
MHz
QMI
QMR
MENU
MTR
NB/T
ANT 1/2
FINE SCAN
DNL
BC
NR FIL
RIT
XIT
CL
ATT/PRE
4
NAR
1 REC 2 REC
5 RF.G
0 OFF
8
3 REC
9
4
7
TX MONI6DELAY
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
CLR
STEP SG.SEL
CW.T
F.LOCK
M/V
SPLIT
M VFO
M.IN
TF-SET
MULTIIFSHIFT
AF SQL
PF
AT
CH1 CH2 CH3
PWR
MIC KEY
VOX
PROC
AGC
ENT
A / B
A=B
MODE
MHz
QMI
QMR
MENU
MTR
NB/T
ANT 1/2
FINE SCAN
DNL
BC
NR FIL
RIT
XIT
CL
ATT/PRE
MULTIFUNCTIONELE METER
De multifunctionele meter meet de parameters in de
onderstaande tabel. De schaalverdeling van de S-meter wordt
afgebeeld als de transceiver in de ontvangstfunctie staat, en
de PWR-meter wordt afgebeeld als de transceiver in de
zendfunctie staat. Iedere keer als u op [MTR/ CLR] drukt,
doorloopt het display de ALC-, SWR- en COMP-meters. De
piekwaarden van de S-meters, ALC-, SWR-, COMP- en
PWR-functies worden tijdelijk vastgehouden.
CL
XIT
RIT
M.IN
TF-SET
QMI
MVFO
MULTIIFSHIFT
QMR
M/V
A / B
SPLIT
A=B
ednavkiurbegjibuaevineisserpmockaarpS
reteM?netemegtdrowtaW
SnelangisnegnavtnoednavetkretS
RWPnegomrevdneZ
CLAgnilegeruaevinehcsitamotuanavsutatS
RWSmeetsysennetnanavgniduohrevflogednaatS
PMOC
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
PF
ANT 1/2
ATT/PRE
1 REC 2 REC
CH1 CH2 CH3
TX MONI6DELAY
5 RF.G
4
MIC KEY
PWR
7
8
VOX
NB/T
CLR
0 OFF
AGC
MTR
3 REC
DNL
MODE
NAR
F.LOCK
NR FIL
9
MENU
BC
CW.T
PROC
STEP SG.SEL
MHz
FINE SCAN
ENT
AT
AF SQL
Multifunctionele meter
}73anigap{rossecorpkaarpS
ZENDEN
Houd voor spraakcommunicaties [PTT] op de microfoon
ingedrukt en spreek vervolgens in uw normale stem. Nadat u
klaar bent met spreken, laat u [PTT] op de microfoon los om
te kunnen ontvangen.
Om in de CW-functie te zenden, drukt u op [VOX/ 8] om de
Inbreekfunctie Aan te schakelen. “VOX” wordt afgebeeld. Sluit
de seinsleutel of keyer-paddle. Sluit een seinsleutel of keyerpaddle aan {pagina’s 7 en 15} en kies daarna de CW-functie
met behulp van [MODE] {pagina 19}.
Voor een uitgebreide beschrijving van het zenden, raadpleegt
u “BASISCOMMUNICATIE”, beginnend op pagina 27.
ZENDVERMOGEN KIEZEN
Het is beter een lager zendvermogen te kiezen als de
communicatie betrouwbaar blijft. Hierdoor is het risico lager dat u
anderen op dezelfde frequentieband stoort. Als de transceiver
door een accu wordt gevoed, kunt u door een lager
zendvermogen te kiezen langer zenden voordat u de accu moet
opladen. Op deze transceiver kunt u zelfs tijdens het zenden het
zendvermogen veranderen.
1 Druk op [PWR/ 4/ TX MONI].
•Het huidig ingestelde zendvermogen wordt afgebeeld.
Opmerkingen:
◆
De COMP-meter werkt alleen als de Spraakprocessor Aan staat
in de SSB-, FM- en AM-functies.
◆
Piek-vasthoudwaarden kunnen niet worden uitgeschakeld.
◆
De S-meter reageert anders in de FM-functie dan in andere
functies. Dis is echter geen defect.
2 Draai de MULTI-regelaar linksom om het zendvermogen
te verlagen, of rechtsom om het zendvermogen te
verhogen.
•Het instelbereik verschilt afhankelijk van het model
transceiver, de ingestelde frequentieband en de
communicatiefunctie.
3 Druk op [PWR/ 4/ TX MONI] om de instelling te voltooien.
Opmerking:
U kunt Menunummer 21 openen en “on” (Aan) kiezen
om de stapgrootte te veranderen van 5 W naar 1 W {pagina 65}.
N-20
MICROFOONVERSTERKING
De microfoonversterking moet worden ingesteld terwijl
de SSB- of AM-functie is gekozen zonder dat de spraakprocessor in werking is {pagina’s 27 en 28).
1 Druk op [MIC/ 5/ RF.G].
•Het huidig ingestelde niveau van de microfoonvoeligheid wordt afgebeeld. Het bereik is van
0 t/m 100 met een standaardinstelling van 50.
4 BASISBEDIENING
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
PF
ANT 1/2
ATT/PRE
1 REC 2 REC
CH1 CH2 CH3
5 RF.G
4
TX MONI6DELAY
MIC KEY
PWR
7
8
VOX
NB/T
CLR
0 OFF
AGC
MTR
3 REC
DNL
MODE
NAR
F.LOCK
NR FIL
9
MENU
BC
CW.T
PROC
STEP SG.SEL
MHz
FINE SCAN
ENT
AT
AF SQL
2 Houd [PTT] op de microfoon ingedrukt.
•De LED op het paneel brandt rood.
3 SSB: Terwijl u in de microfoon spreekt, draait u de
MULTI-regelaar zodanig dat de ALC-meter uitslaat
overeenkomstig het geluidsniveau van uw stem, maar niet
boven de ALC-grens uit komt.
AM: Terwijl u in de microfoon spreekt, draait u de
MULTI-regelaar zodanig dat de vermogenmeter iets
uitslaat overeenkomstig het geluidsniveau van uw stem.
FM: Open Menunummer 44 {pagina 27} en stel indien
nodig de microfoonversterking in op “1” (Normaal), “2”
(Gemiddeld) of “3” (Hoog).
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
PF
ANT 1/2
ATT/PRE
1 REC 2 REC
CH1 CH2 CH3
TX MONI6DELAY
5 RF.G
4
MIC KEY
PWR
7
8
VOX
NB/T
CLR
0 OFF
AGC
MTR
3 REC
DNL
MODE
NAR
F.LOCK
NR FIL
9
MENU
BC
CW.T
PROC
STEP SG.SEL
MHz
FINE SCAN
ENT
AT
AF SQL
CL
XIT
RIT
M.IN
TF-SET
QMI
M VFO
MULTIIFSHIFT
QMR
M/V
A / B
SPLIT
A=B
CL
XIT
RIT
M.IN
TF-SET
QMI
MVFO
MULTIIFSHIFT
QMR
M/V
A / B
SPLIT
A=B
4 Laat [PTT] op de microfoon los om terug te keren naar de
ontvangstfunctie.
•De LED brandt groen of gaat uit, afhankelijk van de
stand van de SQL-regelaar.
Opmerking:
Bij gebruik van de optionele MC-90 microfoon met de
MJ-88 in de FM-functie, stelt u de microfoonversterking in op “3”
(Hoog). De microfoonversterking in de FM-functie is laag. Dit kan
leiden tot onvoldoende modulatie. Voor andere microfoons stelt u de
microfoonversterking in op “1” (Normaal) of “2” (Gemiddeld).
N-21
MENUFUNCTIES GEBRUIKEN
WAT IS EEN MENU?
Veel functies van deze transceiver kunnen worden gekozen of
ingesteld via een softwaregestuurd Menu, in plaats van met
fysieke bedieningsorganen op de transceiver. Nadat u
eenmaal bekend bent geraakt met het Menusysteem, zult u
de veelzijdigheid ervan kunnen waarderen. U kunt de diverse
timers, instellingen en programmeerfuncties van deze
transceiver naar wens instellen overeenkomstig uw eigen
situatie en behoeften, zonder veel verschillende bedieningsorganen te moeten bedienen.
MENU A OF MENU B
Deze transceiver heeft 2 menu’s: Menu A en Menu B. Deze
menu’s bevatten identieke functies en kunnen onafhankelijk
van elkaar worden geconfigureerd. Het is daarom mogelijk de
transceiver snel en eenvoudig om te schakelen tussen 2
verschillende configuraties. U kunt bijvoorbeeld Menu A
instellen op DX’en en wedijveren, terwijl Menu B gebruikt
wordt voor rustig lokaal gebruik. Door van Menu A naar Menu
B over te schakelen, kunt u onmiddellijk de menuconfiguratie
en toetstoewijzingen veranderen al naar gelang uw gewenste
gebruik van de transceiver. Of 2 gebruikers kunnen dezelfde
transceiver gebruiken en ieder een eigen Menu configureren.
Beide gebruikers kunnen zo met hun eigen configuratie
werken.
TOEGANG TOT HET MENU
1 Druk op [MENU/ F.LOCK].
•Het Menunummer en de bijbehorende instelling
worden afgebeeld op het display, en de beschrijving
van het menu verschijnt op de kleine alfanumerieke
aanduiding.
SNELMENU
Omdat het aantal functies van deze transceiver zo groot is,
bevat ieder Menu een groot aantal Menunummers. Als u vindt
dat het openen van een gewenst Menunummer te veel tijd
kost, gebruikt u het Snelmenu om uw eigen aangepaste,
verkorte Menu samen te stellen. U kunt de Menunummers die
u veelvuldig gebruik toevoegen aan het Snelmenu. Een
Menunummer toevoegen aan het Snelmenu heeft geen
invloed op het Menu.
SNELMENU PROGRAMMEREN
1 Druk op [MENU/ F.LOCK].
2 Draai de MULTI-regelaar om het gewenste Menunummer
te kiezen.
3 Druk op [QMI/ M.IN].
•De witte ster, “
het Menunummer is toegevoegd aan het Snelmenu.
•Om een Menunummer weer van het Snelmenu te
verwijderen, drukt u nogmaals op [QMI/ M.IN]. “
gaat uit.
4 Druk op [MENU/ F.LOCK] om de Menufunctie te verlaten.
SNELMENU GEBRUIKEN
1 Druk op [MENU/ F.LOCK].
2 Druk op [MHz].
•“MHz” wordt afgebeeld.
”, wordt afgebeeld, aangevende dat
”
2 Druk op [A/B / M/V] om Menu A of Menu B te kiezen.
•“A” of “B” wordt afgebeeld, aangevende welk Menu is
gekozen.
3 Draai de MULTI-regelaar om het gewenste Menunummer
te kiezen.
•Iedere keer als u het Menunummer verandert,
verander een andere lopende tekst op de kleine
alfanumerieke aanduiding die het betreffende
menunummer beschrijft.
4 Druk op [
de parameter te kiezen.
5 Druk op [MENU/ F.LOCK] om de Menufunctie te verlaten.
]/[ ] of op [UP]/[DWN] op de microfoon om
3 Draai de MULTI-regelaar om het gewenste
Snelmenunummer te kiezen.
4 Druk op [ ]/[ ] of op [UP]/[DWN] op de microfoon om
de huidige instelling van het gekozen Snelmenunummer
te veranderen.
•Als een Menunummer is opgenomen in het Snelmenu,
wordt “
5 Druk op [MENU/ F.LOCK] om de Snelmenufunctie te
verlaten.
Opmerking:
stap 2 de
Morsecode.
” afgebeeld.
Als het Snelmenu niet is geprogrammeerd, zal door in
MULTI
-regelaar te draaien “CHECK” worden uitgevoerd in
N-22
Loading...
+ 74 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.