Kenwood TS-480HX, TS-480SAT User Manual [nl]

GEBRUIKSAANWIJZING
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
PF
ANT 1/2
ATT/PRE
AT
AF SQL
1 REC 2 REC
CH1 CH2 CH3
46
TX MONI DELAY
PWR
7
NB/T
CLR
MTR
5 RF.G
MIC KEY
8
VOX
0 OFF
AGC
3 REC
9
PROC
ENT
DNL
NR FIL
BC
STEP SG.SEL
FINE SCAN
CW.T
NAR
MODE
MENU
MHz
M.IN
A=B
QMI
M VFO
QMR
M/V
A / B
SPLIT
HF/ 50 MHz ALL MODE ZENDONTVANGER
CL
XIT
RIT
MULTI
TF-SET
IF
SHIFT
TS-480HX TS-480SAT
© B62-1753-20 (E) 09 08 07 06 05 04 03 02

ALVORENS TE BEGINNEN

De regelgeving voor radioamateurs verschilt van land tot land. Informeer naar de plaatselijk geldende regelgeving en vereisten voor radioamateurs alvorens deze transceiver te bedienen.
Afhankelijk van het formaat en type voertuig, kan het maximale zendvermogen bij mobiel gebruik variëren. Het maximale zendvermogen wordt meestal opgegeven door de autofabrikant om storing van andere elektrische componenten die in het voertuig gebruikt worden te voorkomen. Neem contact op met de fabrikant van uw auto en de dealer van uw radioamateurapparatuur over de vereisten en de installatie.

HARTELIJK DANK

eriosseccA
-leedrednO
remmun
latnaA
TAS084-ST XH084-ST
K E K E
nooforciMXX-8360-19T 1111
lebakmoortskjileGXX-9843-03E 1122
rekketsinim-NID
)kjilennam,snep-6(
XX-4040-75E 1111
rekketsinim-NID
)kjilennam,snep-8(
XX-5040-75E 1111
lebakrialudoM
)m4,11-JR(
XX-8843-03E 1111
lebakrialudoM
)mc02,11-JR(
XX-0053-03E –1–1
)A52(gnirekeZXX-1352-50F 1122
)A4(gnirekeZXX-7204-60F 1111
roovtesneveorhcS
)A(nenuets
XX-5302-99N 1111
egimrov-L
nenuetssgnigitseveb
XX-6070-92J 2222
reduohleenaprooVXX-3660-92J 1212
teovleenaprooV
)leibom(
XX-7070-92J 1111
teovleenaprooV
)tsav(
XX-9040-90J 1111
temretlifnjiL
dnabsgnigitseveb
XX-8041-97L –1–2
roovretlifnjiL
leenaproov
XX-7141-97L 1111
nuetssgnigitseveB
kiurbegraabgaard
XX-5070-92J –1–1
roovpeergdnaH
kiurbegraabgaard
XX-0240-10K –1–1
roovtesneveorhcS
nuetssgnigitseveb
)B(kiurbegraabgaard
XX-1402-99N –1–1
gnizjiwnaaskiurbeG
XX-5371-26BE1111
XX-0571-26BF–1–1
XX-2571-26BS–1–1
XX-6371-26BG–1–1
XX-1571-26BI–1–1
XX-3571-26BD–1–1
ehcsitamehcS
/nethcizrevo
s'amehcskolb
XX-9160-25B XX-0260-25B
1–1–
traakeitnaraG–1111

HARTELIJK DANK

Hartelijk dank voor de aanschaf van deze KENWOOD- transceiver TS-480HX/SAT. Deze transceiver is ontwikkeld door een team technici dat vastberaden is de traditie van uitzonderlijke prestaties en innovatieve technieken van KENWOOD-transceivers voort te zetten.
Deze transceiver is voorzien van digitale signaalbewerking (DSP) voor het verwerken van AF-signalen. Door de DSP­technologie ten volle te benutten, biedt de TS-480HX/SAT transceiver u verbeterde mogelijkheden de interferentie te onderdrukken en de geluidskwaliteit te verhogen. U zult het verschil merken wanneer u te maken krijgt met QRM en QRN Terwijl u leert deze transceiver te bedienen, zal het u duidelijk worden dat bij KENWOOD “gebruikersvriendelijkheid” prioriteit heeft. Bijvoorbeeld, iedere keer als u het Menunummer verandert in de Menufunctie, ziet u lopende tekstberichten op het display die u vertellen wat u aan het kiezen bent.
Ondanks zijn gebruikersvriendelijkheid, is deze transceiver technisch zeer geavanceerd en kunnen bepaalde functies nieuw voor u zijn. Beschouw deze instructiehandleiding als persoonlijk onderricht van de ontwikkelaars. Laat deze instructiehandleiding u eerst leiden door het leerproces, en in de komende jaren dienen als naslagwerk.

EIGENSCHAPPEN

•Werkt op alle banden van de HF-band tot en met 50 MHz­band voor radioamateurs
Los afstandsbedieningspaneel voor gebruik als mobiel station
Digitale signaalbewerking (DSP)
Instelbare DSP-filterfrequenties
Ingebouwde antennetuner voor de HF/50 MHz-band
200 watt
100 watt uitgangsvermogen (SSB, CW, FSK, FM) of
(TS-480SAT)
50 watt
1
2
25 watt uitgangsvermogen (AM) voor de TS-480SAT.
1
uitgangsvermogen (SSB, CW, FSK, FM) of
2
uitgangsvermogen (AM) voor de TS-480HX.
50 MHz-band: 100 watt 50 MHz-band: 25 watt

BIJGELEVERDE ACCESSOIRES

Nadat u de transceiver voorzichtig hebt uitgepakt, controleert u aan de hand van onderstaande tabel of alle items aanwezig zijn. Wij adviseren u de doos en de verpakkingsmaterialen te bewaren voor het geval u de transceiver in de toekomst opnieuw moet inpakken.
N-i
HARTELIJK DANK

MODELLEN BESCHREVEN IN DEZE GEBRUIKSAANWIJZING

De onderstaande modellen worden in deze gebruiksaanwijzing beschreven:
TS-480SAT: HF-band/50 MHz-band transceiver voor alle
banden (200 watt CW, FSK, FM; 50 watt AM)
1
50 MHz-band: 100 watt
2
50 MHz-band: 25 watt
TS-480HX: HF-band/50 MHz-band transceiver voor alle
banden met automatische antennetuner (100 watt uitgangsvermogen: SSB, CW, FSK, FM; 25 watt uitgangsvermogen: AM)
1
uitgangsvermogen: SSB,
2
uitgangsvermogen:

MARKTCODES

K-markt: Noord-, Midden- en Zuid-Amerika
E-markt: Europa/Algemeen
De marktcode staat op de kartonnen doos.
Raadpleeg de technische gegevens {pagina 91} voor informatie over de beschikbare zend-/ontvangstfrequenties.

GEBRUIKTE NOTATIECONVENTIES

De onderstaande notatieconventies worden gebruikt om de instructies te vereenvoudigen en onnodige herhalingen te voorkomen.
eitcurtsnI gnilednaH
pokurD ]STEOT[ .pokurD STEOT .solezedtaalne
pokurD ]1STEOT[ ,
]2STEOT[ .
pokurD
[STEOT)s1(] .
pokurD +]1STEOT[
]2STEOT[ .
pokurD
][+]STEOT[ .
potrokkurD 1STEOT taal, 1STEOT
poanraadkurd,sol 2STEOT taalne
.solezed
pokurD STEOT ezedduoh,
netkurdegniednoces1ednerudeg
taal STEOT .solanraad
duoH 1STEOT kurdnetkurdegni
poanraad 2STEOT ednislA.
nedrownesteot2nadreemeitcurtsni sneglovneerethcauduoh,dmeoneg edpoutadtottkurdegnisteoteredei
.tkurdegtbehsteotetstaal
,taatsTIUreviecsnartedljiwret,duoH
STEOT sneglovrevteznetkurdegni
poroodNAAreviecsnarted ][
.nekkurdet)TIU/NAA(
N-ii

VOORZORGSMAA TREGELEN

Gelieve de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht te nemen om brand, persoonlijk letsel en beschadiging van de transceiver te voorkomen.
Sluit de transceiver alleen aan op een voeding die in deze handleiding is beschreven of op de transceiver zelf vermeld wordt.
Zorg ervoor dat alle netsnoeren via een veilige route lopen. Verzeker u ervan dat het niet mogelijk is op de netsnoeren te stappen en deze niet knel kunnen komen te zitten tussen voorwerpen die erop of vlakbij staan. Let goed op plaatsen bij een stopcontact, contactdozen en de aansluitplaatsen op de transceiver.
Let erop dat u geen voorwerpen of vloeistoffen in de transceiver laat vallen/morst door de ventilatieopeningen in de behuizing. Metalen voorwerpen, zoals haarspelden of naalden, die in de transceiver terechtkomen, kunnen onderdelen onder spanning aanraken en zware elektrische schokken veroorzaken. Let er altijd op dat kinderen geen voorwerpen in de transceiver steken.
Probeer nooit systemen voor aarding en elektrische polarisatie in de transceiver te omzeilen, met name met betrekking tot de netsnoeringang.
Zorg voor een goede aarding voor alle buitenantennes van deze transceiver volgens goedgekeurde methoden. De aarding draagt bij aan bescherming tegen spanningspieken veroorzaakt door bliksem. Het verlaagt tevens de kans op een opeenhoping van statische elektriciteit.
Plaats de transceiver uit de buurt van warmtebronnen, zoals een radiator, fornuis, versterker of andere apparaten die een aanzienlijke hoeveelheid warmte afgeven.
Gebruik geen vluchtige oplosmiddelen, zoals alcohol, verdunner, benzine, enz., om het apparaat te reinigen. Gebruik een schone doek met warm water of een zacht schoonmaakmiddel.
Koppel het gelijkstroomkabel los van de voeding als de transceiver gedurende een lange tijd niet gebruikt gaat worden.
Open de behuizing van de transceiver alleen voor het installeren van accessoires zoals beschreven in deze instructiehandleiding of de installatiehandleiding van het accessoire. Voer de beschreven instructies nauwgezet uit om elektrische schokken te voorkomen. Als u niet bekend bent met dit soort werk, vraagt u een ervaren persoon om assistentie of laat u het werk uitvoeren door een vakbekwame elektricien.
Roep de hulp in van vakbekwaam personeel in de volgende gevallen:
a) De voeding of de stekker is beschadigd. b) Er is een voorwerp of vloeistof in de transceiver
gevallen/gemorst. c) De transceiver is blootgesteld aan regen. d) De transceiver werkt abnormaal of de prestaties zijn
sterk afgenomen. e) De transceiver is gevallen of de behuizing is
beschadigd.
Probeer niet een instelling te veranderen of het instellingen­menu te configureren terwijl u een voertuig bestuurt.
Draag geen hoofdtelefoon tijdens het rijden.
Stel de transceiver op een veilige en handige plaats in uw voertuig op, zodanig dat u zichzelf niet blootstelt aan gevaar tijdens het rijden. Neem contact op met uw autodealer betreffende de installatie van de transceiver om de veiligheid te waarborgen.
Mobiele antennes voor de HF/50 MHz-band zijn groter en zwaarder dan de VHF/UHF-antennes. Gebruik daarom een sterke en stabiele bevestiging om de mobiele antenne voor de HF/50 MHz-band veilig en stevig te bevestigen.
De aanbevolen minimumafstand voor een buitenantenne tot elektriciteitskabels is anderhalf keer de verticale hoogte van de draagconstructie van de betreffende antenne. Deze afstand voorziet in voldoende vrije ruimte tot de elektriciteitskabels in het geval de draagconstructie het om een of andere reden begeeft.
Stel de transceiver zodanig op dat de ventilatie ervan niet wordt gehinderd. Leg geen boeken of andere voorwerpen bovenop de transceiver die de vrije luchtstroming kunnen hinderen. Laat minimaal 10 cm vrije ruimte over tussen de achterkant van de transceiver en de muur of andere afscheiding.
Gebruik de transceiver niet in de buurt van water of vochtbronnen. Gebruik de transceiver bijvoorbeeld niet nabij een bad, wastafel, zwembad of in een vochtige kelder of zolder.
Een abnormale geur of rook is doorgaans een teken van storing. Schakel de transceiver onmiddellijk UIT en koppel het netsnoer los. Vraag advies aan een servicecentrum van KENWOOD of uw dealer.
N-iii

INHOUDSOPGAVE

ALVORENS TE BEGINNEN
HARTELIJK DANK .............................................................i
EIGENSCHAPPEN ............................................................ i
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES ......................................i
MODELLEN BESCHREVEN IN DEZE
GEBRUIKSAANWIJZING .................................................. ii
MARKTCODES ................................................................. ii
GEBRUIKTE NOTATIECONVENTIES ............................... ii
VOORZORGSMAATREGELEN ....................................... iii
INHOUDSOPGAVE.......................................................... iv
CHAPTER 1 OPSTELLEN
MOBIELE OPSTELLING .................................................. 1
VOORBEELD VAN BEVESTIGING VAN
HET TX/RX-HOOFDAPPARAAT .................................. 1
AFSTANDSBEDIENINGSPANEEL BEVESTIGEN ....... 1
GELIJKSTROOMKABEL AANSLUITEN ...................... 2
ANTENNE AANSLUITEN ............................................ 2
AARDING .................................................................... 2
ONTSTEKINGSRUIS .................................................. 2
VASTE OPSTELLING ...................................................... 3
AFSTANDSBEDIENINGSPANEEL BEVESTIGEN ....... 3
GELIJKSTROOMVOEDING AANSLUITEN ...................... 3
ANTENNE AANSLUITEN ................................................. 4
AARDING ......................................................................... 4
BEVEILIGING TEGEN BLIKSEMINSLAG ........................ 4
BEVESTIGINGSSTEUN VOOR DRAAGBAAR GEBRUIK
(ALLEEN MODELLEN VOOR DE E-MARKT) .................. 5
ZEKERINGEN .................................................................. 5
PANEEL EN DE MICROFOON AANSLUITEN .................. 6
PANEEL EN DE MICROFOON AANSLUITEN
MET PG-4Z (OPTIE) ........................................................ 6
ACCESSOIRES AANSLUITEN ........................................ 7
TX/RX-HOOFDAPPARAAT.......................................... 7
Microfoon (MIC) ............................................................... 7
Externe luidspreker (EXT.SP) ........................................... 7
Seinsleutels voor CW (PADDLE en KEY) ......................... 7
AFSTANDSBEDIENINGSPANEEL .............................. 7
Hoofdtelefoon (PHONES)................................................. 7
CHAPTER 2 UW EERSTE QSO
ONTVAN GEN................................................................... 8
TRANSMISSION .............................................................. 9
CHAPTER 3 EERSTE KENNISMAKING
AFSTANDSBEDIENINGSPANEEL (VOORKANT) .......... 10
DISPLAY .........................................................................13
TX/RX-HOOFDAPPARAAT .............................................15
AFSTANDSBEDIENINGSPANEEL (ACHTERKANT) ...... 17
MICROFOON .................................................................. 17
CHAPTER 4 BASISBEDIENING
APPARAAT AAN- EN UITSCHAKELEN ......................... 18
VOLUMENIVEAU INSTELLEN ...................................... 18
AF (AUDIOFREQUENTIE)-VERSTERKING .............. 18
RF (RADIOFREQUENTIE)-VERSTERKING .............. 18
VFO A OF VFO B KIEZEN ..............................................18
FREQUENTIEBAND KIEZEN .........................................19
FUNCTIE KIEZEN ........................................................... 19
SQUELCH INSTELLEN ..................................................19
FREQUENTIE KIEZEN ................................................... 19
MULTIFUNCTIONELE METER ...................................... 20
ZENDEN .........................................................................20
ZENDVERMOGEN KIEZEN ...................................... 20
MICROFOONVERSTERKING ................................... 21
CHAPTER 5 MENUFUNCTIES GEBRUIKEN
WAT IS EEN MENU? ......................................................22
MENU A OF MENU B ......................................................22
TOEGANG TOT HET MENU ...........................................22
SNELMENU ....................................................................22
SNELMENU PROGRAMMEREN .............................. 22
SNELMENU GEBRUIKEN .......................................... 22
MENUNUMMERS EN HUN INSTELLINGEN ................. 23
ALFABETISCHE LIJST VAN MENUFUNCTIES ............. 26
CHAPTER 6 BASISCOMMUNICATIE
ZENDEN IN DE SSB-FUNCTIE ..................................... 27
ZENDEN IN DE FM-FUNCTIE ....................................... 27
ZENDEN IN DE AM-FUNCTIE ....................................... 28
SMALLE BANDBREEDTE VOOR FM ............................ 28
SMALLE BANDBREEDTE VOOR AM ............................ 28
ZENDEN IN DE CW-FUNCTIE....................................... 29
AUTO ZERO BEAT-FUNCTIE ................................... 29
FREQUENTIE VAN DE TX-ZIJTOON/RX-TOON ....... 29
CHAPTER 7 GEAVANCEERDE COMMUNICATIE
BEDIENING MET EEN FREQUENTIEPAAR .................. 30
TF-SET (ZENDFREQUENTIE INSTELLEN) .............. 30
BEDIENING VIA EEN FM-REPEATER ........................... 31
TOON ZENDEN..........................................................32
Toonfunctie Inschakelen .................................................. 32
Toonfrequentie Kiezen .................................................... 32
TOONFREQUENTIE-IDENTIFICATIESCAN .............. 32
BEDIENING VAN FM-CTCSS ......................................... 33
CTCSS-FREQUENTIE-IDENTIFICATIESCAN........... 33
CHAPTER 8 COMMUNICATIEHULPMIDDELEN
ONTVANGEN ..................................................................34
FREQUENTIE KIEZEN ............................................... 34
Frequentie Rechtstreeks Invoeren ...................................34
MHz-toets Gebruiken ..................................................... 34
Snelle QSY .................................................................... 34
Afstemknop Instellen als de MULTI-regelaar (FM) ...........34
Fijnafstemming ................................................................35
Instelsnelheid van de Afstemknop ...................................35
Gelijk maken van de VFO-Frequenties (A=B) ................. 35
RIT (MARGINALE
ONTVANGSTFREQUENTIEAFSTEMMING) ............. 35
AGC (AUTOMATISCHE
VERSTERKINGSREGELING) ................................... 35
ZENDEN .........................................................................36
VOX (SPRAAKGESTUURD ZENDEN) ...................... 36
Microfoon-Ingangsniveau ................................................ 36
Vertragingstijd ................................................................ 36
Anti-VOX-instelling ......................................................... 36
VOX-bron ....................................................................... 36
SPRAAKPROCESSOR .............................................. 37
XIT (MARGINALE
ZENDFREQUENTIEAFSTEMMING) ......................... 37
EIGENSCHAPPEN VAN HET ZENDSIGNAAL
AANPASSEN ..............................................................38
Bandbreedte van het TX-Filter (SSB/AM) ........................38
TX-Equalizer (SSB/FM/AM) ............................................ 38
ZENDBLOKKERING...................................................38
N-iv
INHOUDSOPGAVE
KANAAL-BEZET-BLOKKERING ................................ 38
FREQUENTIE VERANDEREN
TIJDENS HET ZENDEN .............................................38
CW-INBREKEN ...............................................................39
SEMI-INBREKEN OF VOLLEDIG-INBREKEN
GEBRUIKEN ..............................................................39
ELEKTRONISCHE KEYER .............................................39
SEINSNELHEID VERANDEREN ............................... 39
SEINGEWICHT INSTELLEN ..................................... 39
Gewicht Omkeren ...........................................................39
BUG-SEINSLEUTELFUNCTIE .................................. 40
CW-BERICHTGEHEUGEN ....................................... 40
CW-Bericht Opslaan ....................................................... 40
CW-Berichten Controleren zonder te Zenden ................. 40
CW-Bericht Zenden .........................................................40
Tijdsduur Tussen de Berichten Instellen ..........................41
Volumeniveau van de CW-Zijtoon Instellen .................... 41
Seinen Invoegen ............................................................. 41
FREQUENTIE CORRIGEREN VOOR CW ................ 41
AUTOMATISCH CW-ZENDEN IN
DE SSB-FUNCTIE ......................................................41
UP/DWN-TOETSEN OP DE MICROFOON ALS
PADDLE GEBRUIKEN................................................41
VERWISSELEN VAN PUNT/STREEP-
PADDELPOSITIE .......................................................41
CHAPTER 9 GEAVANCEERDE COMMUNICATIES
RADIOTELEX (RTTY) .....................................................42
AMTOR/PacTOR/CLOVER/G-TOR/PSK31 .................... 43
PACKET RADIO ..............................................................43
LANGZAAM-SCANNEN-TV/FACSIMILE ........................ 44
CHAPTER 10 INTERFERENTIE OPHEFFEN
IF-FILTER ........................................................................45
ANDBREEDTE VAN HET IF-FILTER
VERANDEREN ...........................................................45
SSB/AM ......................................................................... 45
CW/FSK ......................................................................... 45
FM .................................................................................. 45
IF-FILTER (VERSCHUIVING) (SSB/CW/FSK) ........... 45
DSP-FILTERS .................................................................46
BANDBREEDTE VAN HET DSP-FILTER
VERANDEREN ...........................................................46
SSB/FM/AM .................................................................... 46
CW/FSK ......................................................................... 46
BEAT CANCEL (SSB/FM/AM) ................................... 47
RUISONDERDRUKKING (ALLE FUNCTIES) ............ 47
NR1-Niveau Instellen ..................................................... 47
NR2-Tijdconstante Instellen............................................ 47
RUISONDERDRUKKER ................................................. 47
DIGITALE RUISBEGRENZER (DNL) ............................. 47
DSP-FILTER VOOR DATACOMMUNICATIE
(SSB/FM) ........................................................................ 48
DSP-RX-MONITOR.........................................................48
VOORVERSTERKER .....................................................49
ONTVANGSTDEMPING ................................................. 49
CW OMKEREN (ONTVANGEN)..................................... 49
CHAPTER 11 GEHEUGENFUNCTIES
GEHEUGENPLAATSEN .................................................50
GEGEVENS IN HET GEHEUGEN OPSLAAN ........... 50
Simplex-Geheugenplaatsen ............................................ 50
Geheugenplaatsen met een Frequentiepaar .................. 51
GEHEUGENOPROEPFUNCTIE EN
GEHEUGENDOORLOOPFUNCTIE .......................... 51
Geheugenoproepfunctie ..................................................51
Geheugendoorloopfunctie .............................................. 52
Tijdelijk de Frequentie Veranderen ................................. 52
GEHEUGEN KOPIËREN ............................................ 52
Kopiëren vanuit het Geheugen a VFO .......................... 52
Kopiëren van Geheugenplaats a Geheugenplaats ........ 52
FREQUENTIEBEREIK OPSLAAN ............................. 53
Begin- en Eindfrequenties Controleren ............................53
Programeerbare VFO ..................................................... 54
GEHEUGENPLAATSVERGRENDELING .................. 54
GEHEUGENPLAATSEN WISSEN ............................. 54
GEHEUGENPLAATSNAAM ...................................... 54
SNELGEHEUGEN .......................................................... 55
OPSLAAN IN HET SNELGEHEUGEN ....................... 55
SNELGEHEUGENPLAATSEN OPROEPEN.............. 55
FREQUENTIES TIJDELIJK VERANDEREN .............. 55
KOPIËREN VANUIT HET
SNELGEHEUGEN a VFO .........................................55
CHAPTER 12 SCANNEN
NORMAAL SCANNEN ....................................................56
VFO-SCANNEN .........................................................56
PROGRAMMA-SCANNEN .........................................56
PROGRAMMA-SCANNEN, GEDEELTELIJK
VERTRAAGD .............................................................57
SCANNEN ONDERBREKEN ..................................... 57
GEHEUGENPLAATSEN-SCANNEN .............................. 58
SCAN-HERVATTINGSMETHODE ............................. 58
ALLE-GEHEUGENPLAATSEN-SCANNEN................ 58
GROEP-SCANNEN ....................................................59
Geheugenplaatsgroep .................................................... 59
Scangroep Kiezen ...........................................................59
Groep-Scannen Uitvoeren .............................................. 59
CHAPTER 13 GEBRUIKERSVRIENDELIJKE FUNCTIES
ANTENNES ....................................................................60
APO (Automatische Uitschakelfunctie) ........................... 60
AUTOMATISCHE ANTENNETUNER ............................. 60
Antenne/band-geheugen ................................................ 61
Externe Antennetuner ..................................................... 61
ONTVANGSTDEMPING ................................................. 61
AUTOMATISCHE FUNCTIE ............................................ 61
PIEPTOON .....................................................................62
DISPLAY .........................................................................63
HELDERHEID ............................................................63
TOETSVERLICHTING ................................................63
LINEAIRE VERSTERKER AANSLUITEN ....................... 63
VERGRENDELINGEN ....................................................63
FREQUENTIEVERGRENDELING ............................. 63
AFSTEMKNOPVERGRENDELING ........................... 63
PROGRAMMEERBARE FUNCTIETOETSEN OP DE
MICROFOON ..................................................................64
PROGRAMMEERBARE FUNCTIETOETS ..................... 64
DSP-RX-EQUALIZER ..................................................... 64
ONTVANGEN GELUID NIVEAUREGELEN ............... 64
RX-MONITOR .................................................................64
TIME-OUT-TIMER...........................................................65
TRANSVERTER .............................................................65
Frequentiedisplay ........................................................... 65
Zendvermogen ................................................................65
TX-MONITOR .................................................................65
ZENDVERMOGEN .........................................................65
N-v
INHOUDSOPGAVE
TX-AFSTEMMEN ............................................................66
GEGEVENS SNEL KOPIËREN ...................................... 66
INSTELLEN ................................................................66
Benodigde Apparatuur .................................................... 66
Aansluiten ...................................................................... 66
SNEL KOPIËREN GEBRUIKEN ................................ 66
Gegevens Sturen ........................................................... 66
Gegevens Ontvangen .................................................... 66
COMPUTERBESTURING ...............................................67
INSTELLEN ................................................................67
Benodigde Apparatuur .................................................... 67
Aansluiten ...................................................................... 67
COMMUNICATIEPARAMETERS............................... 67
TS-480 VANAF EEN COMPUTER BEDIENEN .......... 68
TS-480 OP AFSTAND BEDIENEN VIA EEN
NETWERK .................................................................68
VGS-1 SPRAAKGIDS- EN
OPSLAGEENHEID (OPTIE) ............................................68
BERICHTEN OPNEMEN ............................................68
BERICHTEN WEERGEVEN ...................................... 69
Berichten Controleren .................................................... 69
Berichten Zenden ........................................................... 69
Opgenomen Bericht Wissen ............................................69
Tijdsduur Tussen de Berichten Instellen ..........................69
Volumeniveau van de berichtweergave veranderen ....... 69
ONONDERBROKEN OPNEMEN .............................. 69
SPRAAKGIDS ............................................................ 70
Volumeniveau van de Aankondigingen
door de Spraakgids ......................................................... 71
Snelheid van de Aankondigingen
door de Spraakgids ......................................................... 71
KRUISBAND-REPEATER ...........................................71
WERKING .................................................................. 71
PACKET-CLUSTER AFSTEMMEN ............................ 72
SKY COMMAND II
(ALLEEN MODELLEN VOOR DE K-MARKT) ............ 73
OVERZICHT SKY COMMAND II ............................... 73
VOORBEREIDINGEN ................................................73
BEDIENING ................................................................ 73
TH-D7A GEBRUIKEN ALS EEN COMMANDER ........ 74
BEDIENING ................................................................ 74
REPARATIE................................................................83
VERZOEK TOT REPARATIE ..................................... 83
SCHOONMAKEN .......................................................83
RESERVEBATTERIJ ..................................................83
PROBLEMEN OPLOSSEN .............................................84
MICROPROCESSOR TERUGSTELLEN ....................... 88
STANDAARDINSTELLINGEN ................................... 88
GEDEELTELIJK TERUGSTELLEN............................ 88
VOLLEDIG TERUGSTELLEN .................................... 88
DEMONSTRATIEFUNCTIE ....................................... 88
BEDIENINGSBERICHTEN .........................................89
GELIJKSTROOMVOEDING ...................................... 89
VENTILATORGELUID ................................................ 89
INWENDIGE BEATS .................................................. 89
AGC ...........................................................................89
BEDIENING OP DE 60 m-BAND
(ALLEEN MODELLEN VOOR DE K-MARKT/VS) ...... 89
CHAPTER 17 OPTIONELE ACCESSOIRES
OPTIONELE ACCESSOIRES .........................................90
CHAPTER 18 TECHNISCHE GEGEVENS
TECHNISCHE GEGEVENS ............................................91
CHAPTER 19 INDEX
INDEX .............................................................................93
CHAPTER 14 RANDAPPARATUUR AANSLUITEN
COMPUTER ...................................................................76
COMPATIBELE TRANSCEIVER .................................... 76
RTTY-BEDIENING .......................................................... 77
LINEAIRE VERSTERKER VOOR DE
HF/50 MHz-BAND ...........................................................77
ANTENNETUNER ...........................................................78
MCP EN TNC .................................................................. 78
DX-PACKET-CLUSTER-AFSTEMFUNCTIE ................... 79
KRUISBAND-REPEATER ...............................................79
SKY COMMAND II
(ALLEEN MODELLEN VOOR DE K-MARKT) ............ 80
TM-D700A ...................................................................... 80
CHAPTER 15 OPTIES INSTALLEREN
BOVENKANT VAN DE BEHUIZING DEMONTEREN ..... 81
VGS-1 SPRAAKGIDS- EN OPSLAGEENHEID .............. 81
IF-FILTERS YK-107C/CN/SN EN
TCXO-EENHEID SO-3 ...............................................81
REFERENTIEFREQUENTIE KALIBREREN .............. 82
CHAPTER 16 PROBLEMEN OPLOSSEN
ALGEMENE INFORMATIE..............................................83
N-vi

OPSTELLEN

MOBIELE OPSTELLING

Als u deze transceiver als een mobiel station gebruikt, mag u nooit proberen een instelling te veranderen of een instelling op het instellingenmenu te maken terwijl u uw voertuig bestuurt. Dat is veel te gevaarlijk! Stop uw voertuig en maak daarna de gewenste instellingen. Bovendien mag u geen hoofdtelefoon dragen tijdens het rijden.
U moet de transceiver op een veilige en handige plaats in uw voertuig opstellen, zodanig dat u zichzelf niet blootstelt aan gevaar tijdens het rijden. Bevestig de transceiver bijvoorbeeld in uw auto onder het dashboard vóór de passagiersstoel, zodanig dat de knieën en benen van de passagier er niet tegen komen wanneer u plotseling remt. Let er bovendien op dat u de transceiver en bijbehorende accessoires niet op de afdekkingen van de airbags bevestigt. Wij adviseren u contact op te nemen met uw autodealer betreffende de installatie van de transceiver om de veiligheid te waarborgen.
VOORBEELD VAN BEVESTIGING VAN HET TX/RX-HOOFDAPPARAAT
1 Bevestig de 2 bevestigingssteunen met behulp van de 6 bijgeleverde SEMS-schroeven (M4 x 10 mm), zoals aangegeven in
onderstaande afbeelding.
2 Plaats de transceiver in de bevestigingssteunen en bevestig de transceiver op zijn plaats met behulp van de 4 bijgeleverde
parkerschroeven (5 mm x 16 mm).
EXT.SP DATA
MIC
PADDLE
PANEL
KEY
REMOTE
COM
Stel het TX/RX-hoofdapparaat niet op in niet-geventileerde ruimten. Om het TX/RX-hoofdapparaat te koelen moet er luchtdoor kunnen stromen.
AFSTANDSBEDIENINGSPANEEL BEVESTIGEN
1 Trek het dekvel van de zelfklevende bevestigingstap af op de onderkant van de waaiervormige voet. 2 Bevestig de houder aan het voertuig met de 4 parkerschroeven. 3 Bevestig de afstandsbedieningspaneelhouder aan de voet met behulp van de 2 bijgeleverde SEMS-schroeven.
Dekvel van zelfklevende tape
Parkerschroef 4 mm x 12 mm
Platte ring (4 mm)
Afstandsbedieningspaneelhouder
SEMS-schroeven
(M4 x 10 mm)
N-1
1 OPSTELLEN
DC
13.8V
1
D
C 2
13.8V
AT
GND
2
DC
13.8V
1
DC 2 13.8V
AT
GND
2
GELIJKSTROOMKABEL AANSLUITEN
Sluit de gelijkstroomkabel rechtstreeks via de kortste route aan op de accupolen van het voertuig. Gebruik hiervoor niet de sigarettenaanstekeraansluiting! De maximaal toelaatbare stroomsterkte van de sigarettenaanstekeraansluiting is te laag voor de transceiver. Zorg ervoor dat de accu van 12 V voldoende stroomcapaciteit heeft. Als de stroomcapaciteit onvoldoende is, kan het display tijdens het zenden donker worden of kan de werking van de transceiver worden onderbroken. Als u de transceiver gedurende een lange tijd gebruikt terwijl de accu van het voertuig niet volledig is opgeladen of de motor uit staat, kan de accu snel ontladen raken en onvoldoende lading hebben om de motor te starten. Vermijd gebruik van de transceiver onder dergelijke omstandigheden. Onthoud dat tijdens het zenden de TS-480SAT transceiver een piekstroom trekt van 20,5 A en de TS-480HX transceiver een piekstroom trekt van 41 A (20,5 A + 20,5 A).
Bevestig na het installeren de lijnfilter(s) aan de gelijkstroomkabel(s) zoals afgebeeld (alleen modellen voor de E-markt).
Opmerkingen:
Sluit iedere gelijkstroomkabel van de TS-480HX transceiver niet aan op 2 aparte accu’s. Het verschil in gelijkspanning tussen de DC IN 1- en DC IN 2-aansluitingen op de transceiver moet minder zijn dan 1,0 V voor de transceiver om te kunnen werken.
De 2 bijgeleverde gelijkstroomkabels (of de 2 optionele gelijkstroomkabels PG-20) moeten worden gebruikt. Als u gelijkstroomkabels met verschillende lengte of diameter gebruikt, kan een verschil in gelijkspanning optreden tussen de DC IN 1­en DC IN 2-aansluitingen op de transceiver (TS-480HX).
Motorruimte
accu 12 V
Motorruimte
accu 12 V
Bevestig de gelijkstroomkabel stevig aan de wand van de motorruimte. Voorkom dat de kabel in contact komt met buitengewoon veel warmte, damp en water.
Rood (+)
Passagie-
Zwart (–)
Gebruik een rubberen of kunststoffen doorvoertule zodat de kabel niet in rechtstreeks contact staat met het voertuig.
Rood (+)
Zwart (–)
Gebruik een rubberen of kunststoffen doorvoertule zodat de kabel niet in rechtstreeks contact staat met het voertuig.
rsruimte
Chassis
Bevestig de gelijkstroomkabel stevig aan de wand van de motorruimte. Voorkom dat de kabel in contact komt met buitengewoon veel warmte, damp en water.
Passagie­rsruimte
Chassis
1
2
GNDGND
DC
13.8V
DC IN
1
2
D
DG
N
N
G
DC
13.8V
DC IN 1
Alleen modellen voor de E-markt
TS-480SAT
DC IN 2
TS-480HX
ANTENNE AANSLUITEN
Over het algemeen zijn mobiele antennes voor de HF/50 MHz-band groter en zwaarder dan de VHF/UHF-antennes. Gebruik daarom een sterke en stabiele bevestiging om de mobiele antenne voor de HF/50 MHz-band veilig en stevig te bevestigen.
Voor een stevige bevestiging, adviseren wij u de antenne op de bumper te bevestigen. De meeste moderne voertuigen hebben echter kunststoffen bumpers. Bij dergelijke voertuigen moet u de antennebevestiging met een dikke draad aarden aan het chassis. De bevestiging van de antenne is uiterst belangrijk voor de prestaties van de mobiele transceiver. Voor verdere informatie leest u The Radio Amateur’s Handbook, Radio Handbook of andere naslagwerken.
AARDING
De aarde, die de andere helft van het antennesysteem is, is zeer belangrijk als u een sprietantenne voor een mobiele transceiver gebruikt. Sluit de aardingsdraad van de steekleiding van de antenne stevig aan op het chassis van het voertuig en zorg ervoor dat de carrosserie van het voertuig is aangesloten op (elektrisch doorverbonden met) het frame. Het plaatmetaal zorgt voor een primaire aardingsplaat, dus zorg ervoor dat u een goede RF-verbinding tot stand brengt tussen de steekleiding van de antenne en zowel het chassis als de carrosserie. Voor volledige informatie over de mobiele opstelling en het optimaliseren ervan, raadpleegt u het ARRL Handbook of soortgelijke naslagwerken.
ONTSTEKINGSRUIS
Deze transceiver is uitgerust met een Ruisonderdrukker en een Digitale Ruisbegrenzer om ontstekingsruis uit te filteren. Het is echter mogelijk dat sommige voertuigen uitzonderlijk veel ontstekingsruis produceren. Als er uitzonderlijk veel ruis is, gebruikt u ruisonderdrukkende bougies (met weerstanden) en/of gelijkstroom-lijnfilters om de elektrische ruis te verlagen. Het ARRL Handbook, of soortgelijke naslagwerken, bevat een schat aan informatie over dit onderwerp.
Opmerkingen:
Nadat het bevestigen en aansluiten klaar is, controleert u eerst dat alle werkzaamheden correct zijn uitgevoerd, en sluit u daarna de stekker(s) van de gelijkstroomkabel(s) aan op de transceiver.
Als de zekering doorbrandt, koppelt u onmiddellijk de stekker(s) van de gelijkstroomkabel(s) los van de transceiver en controleert u de gelijkstroomkabels om de reden van de kortsluiting vast te stellen. De gelijkstroomkabel kan beschadigd, kortgesloten, bekneld of geplet zijn. Nadat u het probleem verholpen hebt, vervangt u de zekering door een nieuwe van dezelfde soort en sterkte.
U mag onder geen enkele voorwaarde de zekeringhouder verwijderen.
N-2
1 OPSTELLEN
DC
13.8V
1
DC 2 13.8V
AT
GND
2
DC
13.8V
1
DC 2 13.8V
AT
GNDGND
22
1
Zwart (—)
Rood (+)
Zekering (25 A)
DC IN 1 DC 13,8 V
DC IN 2 DC 13,8 V
Rood (+)
Zekering (25 A)
Gelijkstroomvoeding (20,5 A of hoger)
Gelijkstroomvoeding (20,5 A of hoger)

VASTE OPSTELLING

Als u de transceiver als een vast station gebruikt, heeft de transceiver een voeding van 13,8 V gelijkstroom nodig (de TS-480HX vereist 2 gelijkstroomvoedingen).
AFSTANDSBEDIENINGSPANEEL BEVESTIGEN
1 Bevestig de Afstandsbedieningspaneelhouder aan de ovale voet met behulp van de 2 bijgeleverde SEMS-schroeven
(M4 x 10 mm), zoals aangegeven in onderstaande afbeelding.
2 Schuif het Afstandsbedieningspaneel op de houder tot deze stevig vastzit.
SEMS-schroeven (M4 x 10 mm)
Paneelhouder
SEMS-schroeven (M4 x 10 mm)
Voet

GELIJKSTROOMVOEDING AANSLUITEN

Om deze transceiver te kunnen gebruiken, moet u een losse gelijkstroomvoeding van 13,8 V apart aanschaffen (2 losse gelijkstroomvoedingen van 13,8 V/20,5 A of een enkele van 13,8 V/41 A zijn vereist om te kunnen zenden met de TS-480HX). Sluit de transceiver nooit rechtstreeks aan op een wisselstroomstopcontact. Gebruik de bijgeleverde gelijkstroomkabels om de transceiver aan te sluiten op een gestabiliseerde gelijkstroomvoedingseenheid. Vervang de kabel niet door draden met een geringere diameter. De stroomcapaciteit van iedere voeding moet een piek van 20,5 A of hoger hebben.
1 Sluit de gelijkstroomkabel(s) aan op de gestabiliseerde gelijkstroomvoeding (2 losse gelijkstroomvoedingen van 13,8 V/20,5 A of
een enkele van 13,8 V/41 A zijn vereist voor de TS-480HX). De rode draad moet worden aangesloten op het positieve aansluitpunt en de zwarte draad op het negatieve aansluitpunt.
Als u een enkele gelijkstroomvoeding van 13,8 V/41 A gebruikt, sluit u 2 gelijkstroomkabels aan op de positieve en negatieve
aansluitpunten, zoals afgebeeld op pagina 2.
2 Sluit de stekker aan het andere uiteinde van de gelijkstroomkabel aan op de DC IN-aansluiting van de transceiver.
Druk stekkers stevig in de aansluitingen totdat het vergrendelnokje vastklikt.
Bevestig de lijnfilter(s) aan de gelijkstroomkabel(s) zoals hieronder is afgebeeld (alleen modellen voor de E-markt).
Opmerkingen:
Voordat u de gelijkstroomvoedingseenheid op de transceiver aansluit, controleert u dat zowel de transceiver als de gelijkstroomvoedingseenheid UIT geschakeld zijn.
Steek de stekker van de gelijkstroomvoedingseenheid niet in het stopcontact voordat alle aansluitingen gemaakt zijn.
Bij gebruik van 2 voedingen met de TS-480HX, moet het verschil in gelijkspanning aan de DC IN-aansluitingen van de transceiver minder dan 1,0 V zijn.
Om verschil in gelijkspanning bij de TS-480HX te voorkomen, mag u geen verschillende typen (lengte en diameter) gelijkstroomkabels gebruiken.
Gelijkstroomvoeding (20,5 A of hoger)
Zekering (25 A)
Rood (+)
1
2
GNDGND
DC
13.8V
DC IN 1 DC 13,8 V
TS-480SAT TS-480HX
Zwart (—)
Alleen modellen voor de E-markt
N-3
1 OPSTELLEN

ANTENNE AANSLUITEN

Een antennesysteem bestaat uit een antenne, steekleiding en aardleiding. De transceiver kan uitstekende prestaties leveren als zorgvuldig aandacht wordt besteed aan het antennesysteem en de installatie ervan. Gebruik een goed afgestelde 50 antenne van goede kwaliteit, een eersteklas 50 coaxkabel en uitstekende stekkers. Alle aansluitingen moeten schoon en strak worden uitgevoerd.
Nadat u de aansluitingen gemaakt hebt, stemt u de impedantie van de coaxkabel en de antenne op elkaar af zodat de staande­golfverhouding 1,5:1 of lager is. Een hoge staandegolfverhouding zal ertoe leiden dat het zendvermogen lager wordt en kan de oorzaak zijn van RF-interferentie bij elektronische apparatuur, zoals stereoreceivers en televisies. Het kan zelfs uw eigen transceiver storen. Opmerkingen dat uw signaal vervormd is, kan een aanwijzing zijn dat uw antennesysteem het zendvermogen van de transceiver niet efficiënt uitstraalt.
Sluit de steekleiding van uw primaire HF/50 MHz-antenne aan op de ANT 1-aansluiting op het achterpaneel van de transceiver. Als u 2 HF/50 MHz-antennes gebruikt, sluit u de secundaire antenne aan op de ANT 2-aansluiting. Kijk op pagina 16 voor de plaats van de antenneaansluitingen.
Opmerkingen:
Als u begint met zenden zonder eerst een antenne of andere passende belasting aan te sluiten, kan de transceiver worden beschadigd. Sluit altijd de antenne aan op de transceiver, voordat u begint te zenden.
Alle vaste stations dienen te zijn uitgerust met een bliksemafleider om het gevaar van brandt, elektrische schokken en beschadiging van de transceiver te verlagen.
De beveiligingsschakeling van de transceiver zal in werking treden wanneer de staandegolfverhouding hoger wordt dan 2,5:1. Laat echter de beveiligingsschakeling niet opdraaien voor een slecht werkend antennesysteem.

AARDING

Minimaal is een goede gelijkstroomaarding vereist om het gevaar van elektrische schokken te vermijden. Voor de beste communicatieprestaties is een goede RF-aarding vereist waartegen het antennesysteem kan werken. Aan deze beide voorwaarden kan worden voldaan door voor een goede aarding van de transceiver te zorgen. Begraaf 1 of meer aardpennen of een grote koperplaat onder de grond en sluit deze vervolgens aan op de GND-aansluiting van de transceiver. Gebruik voor het maken van deze aansluiting een dikke draad of een koperen band, die zo kort mogelijk is afgeknipt. Gebruik geen gasleiding, elektriciteitsleiding of kunststofregenpijp voor aarding.

BEVEILIGING TEGEN BLIKSEMINSLAG

Zelfs I gebieden waar onweer weinig voorkomt, zijn er meestal wel enkele onweersbuien per jaar. Denk goed na over hoe u uw apparatuur en huis tegen blikseminslag wilt beschermen. Het aanbrengen van een bliksemafleider is een goed begin, maar er is meer dat u kunt doen. U kunt bijvoorbeeld de zendkabels van uw antennesysteem afmonteren in een toegangspaneel dat u buitenshuis opstelt. Aard dit toegangspaneel aan een goede buitenaardleiding, en sluit vervolgens de toepasselijke kabels aan tussen het toegangspaneel en uw transceiver. In geval van een onweersbui, koppelt u deze kabels los van uw transceiver voor extra bescherming.
N-4
1 OPSTELLEN
gnirekezednaveitacoL gnirekezednavetkretsmoortS
TAS/XH084-ST
)taarappadfooh-XR/XT(
A4
)renutennetnaenretxeneeroov(
edrevelegjiB
lebakmoortskjileg
A52
DC
13.8V
1
DC 2 13.8V
AT
GNDGNDGND
22
1

BEVESTIGINGSSTEUN VOOR DRAAGBAAR GEBRUIK (ALLEEN MODELLEN VOOR DE E-MARKT)

Met behulp van de bijgeleverde Bevestigingssteun voor mobiel gebruik kunt u het Afstandsbedieningspaneel en het TX/RX­hoofdapparaat tezamen dragen. Het TX/RX-hoofdapparaat kan op 2 manieren worden bevestigd. Als u de EXT.SP, REMOTE en DATA-aansluitingen niet gebruikt, plaats u het TX/RX-hoofdapparaat naar voren gericht. Als u de EXT.SP, REMOTE en DATA­aansluitingen wel gebruikt, plaats u het TX/RX-hoofdapparaat naar achteren gericht. U kunt indien gewenst de handgreep ook bevestigen zoals afgebeeld. Gebruik de bijgeleverde, korte kabel (20 cm, RJ11) om het Afstandsbedieningspaneel aan te sluiten op het TX/RX-hoofdapparaat.
Stellschraube
(M4 x 8 mm)
20 cm/ RJ11
SEMS-schroeven
(M4 x 10 mm)
Blechschraube
Tragegriff
(M4 x 12 mm)

ZEKERINGEN

De volgende zekeringen worden gebruikt in de TS-480HX/SAT transceiver. Als een zekering doorbrandt, dient u eerst de oorzaak te achterhalen en te verhelpen. Pas nadat de oorzaak is verholpen, mag u de doorgebrande zekeringen door een nieuwe van de aangegeven sterkte. Als net geplaatste zekeringen steeds weer doorbranden, koppelt u de voedingsstekker los en neemt u contact op met een KENWOOD-servicecentrum of uw dealer voor hulp.
1 Verwijder de 7 schroeven vanuit de onderkant van het TX/
RX-hoofdapparaat.
2 Verwijder de 8 schroeven aan de binnenkant van het TX/
RX-hoofdapparaat.
3 Til de afdekking eraf. 4 Vervang de zekering van 4 A.
KEY
COM
REMOTE
DATA
EXT.SP
PADDLE
PANEL
MIC
COM
REMOTE
DATA
KEY
DDLE
PA
PANEL
EXT.SP
MIC
N-5
1 OPSTELLEN

PANEEL EN DE MICROFOON AANSLUITEN

Sluit de stekker van de microfoon aan op de MIC-aansluiting (8-pens, RJ45) en sluit daarna het Afstandsbedieningspaneel aan op het TX/RX-hoofdapparaat met behulp van de bijgeleverde kabel (2 m, 6-pens, RJ11).
Microfoon
EXT.SP
DATA REMOTE
PANEL
COM
Naar MIC
3 cm
MIC
PADDLE
Naar PANEL
Lijnfilter
KEY

PANEEL EN DE MICROFOON AANSLUITEN MET PG-4Z (OPTIE)

Gebruik de kabels en stekkers van de PG-4Z-kabelset om het Afstandsbedieningspaneel aan te sluiten op het TX/RX­hoofdapparaat, zoals in onderstaande afbeelding is aangegeven.
Verlengkabel-aansluitkabel (RJ45) uit de PG-4Z-kabelset
Verlengkabel-aansluitblok (RJ45) uit de PG-4Z-kabelset
Naar MIC
Lijnfilter (groot) uit de PG-4Z-kabelset
Lijnfilter (klein) uit de PG-4Z-kabelset
Naar EXT.SP
Verlengkabel-aansluitkabel (RJ11) uit de PG-4Z-kabelset
Lijnfilter (klein) uit de PG-4Z-kabelset
Verlengkabel-aansluitblok (RJ11) uit de PG-4Z-kabelset
Naar externe luidspreker
Verlengkabel van externe luidspreker uit de PG-4Z­kabelset (in het geval de externe luidsprekerset wordt gebruikt)
Kabelhouder
N-6
Parkerschroef (4 mm x 14 mm)
Platte ring
RJ45-adapter (8-draads)
Tweezijdig plakband
Microfoonkabel

ACCESSOIRES AANSLUITEN

TX/RX-HOOFDAPPARAAT
Microfoon (MIC)
Sluit een microfoon aan met een impedantie tussen 250 en 600 . Wat betreft de bijgeleverde microfoon, steek de stekker van het modulairsnoer in de MIC-aansluiting totdat het vergrendelnokje vastklikt. U kunt, indien gewenst, nog steeds microfoons met een 8-pens metalen stekker gebruiken, zoals de MC-43S, MC-47, en MC-60A in combinatie met de adapter MJ-88 (optie). U kunt echter niet meer de condensatormicrofoons MC-44, MC-44DM, MC-45, MC-45E, MC-45DM, MC-45DME of MC-53DM gebruiken.
Externe luidspreker (EXT.SP)
Op het voorpaneel van het TX/RX-hoofdapparaat zit een aansluiting voor een externe luidspreker. Als een externe luidspreker is aangesloten op de EXP.SP-aansluiting, zal de ingebouwde luidspreker op de achterkant van het Afstandsbedieningspaneel worden uitgeschakeld. Gebruik alleen externe luidsprekers met een impedantie van 4 tot 8 (8 nominaal). In deze aansluitingen past alleen een 3,5 mm, 2-draads stekker (mono).
Het uitsteeksel “
luidspreker aan.
Opmerking:
Sluit geen hoofdtelefoon aan op deze aansluiting. Het hoge volumeniveau van deze aansluiting kan uw gehoor beschadigen.
” geeft de aansluiting voor de externe
1234
Microfoon met 8-pens metalen stekker (optie)
MJ-88 (optie)
MIC
PADDLE
1 OPSTELLEN
Externe luidspreker (optie)
EXT.SP
DATA
PANEL
KEY
REMOTE
COM
Seinsleutels voor CW (PADDLE en KEY)
Voor bediening in de CW-functie met behulp van de ingebouwde elektronische keyer, sluit u een paddle aan op de PADDLE-aansluiting. Voor bediening in de CW- functie zonder gebruikmaking van de ingebouwde elektronische keyer, sluit u een rechte seinsleutel, halfautomatische (bug-)seinsleutel, elektronische keyer of de CW-seinuitgang van een Multifunctionele Communicatie­processor (MCP) aan op de KEY-aansluiting. Op de PADDLE-aansluiting kunt u een 3,5 mm, 3-draads stekker (stereo) aansluiten, en op de KEY-aansluiting kunt u een 3,5 mm, 2-draads stekker (mono) aansluiten. Externe elektronische keyers of MCP’s moeten een positieve seinuitgang hebben om compatibel te zijn met deze transceiver. Gebruik een gewapende kabel tussen de seinsleutel en de transceiver.
Het uitsteeksel “•” geeft de seinsleutel-aansluiting aan,
en het uitsteeksel “••” geeft de paddle-aansluiting aan.
Opmerking:
Als gevolg van de aanwezigheid van de ingebouwde elektronische keyer, is het onnodig om zowel een paddle als een andere keyer aan te sluiten, behalve als u een keyer in een computer wilt gebruiken voor CW. Raadpleeg het stukje “ELEKTRONISCHE KEYER” {pagina 39} om uzelf bekend te maken met de ingebouwde elektronische keyer.
AFSTANDSBEDIENINGSPANEEL
Hoofdtelefoon (PHONES)
Sluit een mono- of stereohoofdtelefoon aan met een impedantie van 4 tot 32 . Op deze aansluiting kunt u een 3,5 mm, 2-draads stekker (mono) of een 3,5 mm 3-draads stekker (stereo) aansluiten. Nadat u de hoofdtelefoon hebt aangesloten, zal de ingebouwde (of de optionele externe) luidspreker geen geluid meer voortbrengen.
GND streep punt
Paddle
+GND
Rechte seinsleutel Bug-seinsleutel Elektronische keyer CW-uitvoer van de MCP
Hoofdtelefoon
N-7

UW EERSTE QSO

w

ONTVANGEN

PF
ANT 1/2
ATT/PRE
r
qu
AT
AF SQL
1 REC 2 REC
CH1 CH2 CH3
4
TX MONI
PWR
7
NB/T
CLR
MTR
5 RF.G
MIC KEY
8
VOX
0 OFF
AGC
3 REC
6
DELAY
9
PROC
ENT
DNL
NR FIL
BC
STEP SG.SEL
FINE SCAN
qr
Bent u er klaar voor om uw TS-480SAT/HX uit te proberen? Door deze 2 pagina’s te lezen zit uw stem spoedig in de lucht met uw eerste QSO op de HF/50 MHz-band. De onderstaande instructies zijn slechts bedoeld als een beknopt overzicht. Als u problemen ondervindt of iets tegenkomt wat u niet begrijpt, leest u de gedetailleerde beschrijvingen verderop in deze instructiehandleiding.
Opmerking:
die u nodig hebt om de transceiver uit te proberen.
q Stel de volgende bedieningselementen in zoals
Schakel daarna de gelijkstroomvoeding Aan als u die gebruikt. Als u de transceiver voedt vanaf de autoaccu(’s), controleert u dat de gelijkstroomvoeding(en) aangesloten zijn op de DC IN-aansluiting(en).
w [
Dit hoofdstukje beschrijft alleen de bedieningselementen
aangegeven:
AF-regelaar: Volledig linksom
SQL-regelaar: Volledig linksom
] (AAN/UIT) kort ingedrukt om de transceiver AAN te
zetten.
Houd de knop niet langer dan ongeveer 2 seconden
ingedrukt, omdat de transceiver dan UIT geschakeld wordt.
Na het inschakelen, wordt “HELLO” afgebeeld, gevolgd
door de gekozen frequentie en andere indicators.
M.IN
QMI
A=B
M VFO
QMR
M/V
A / B
SPLIT
e
CL
XIT
RIT
TF-SET
MULTIIFSHIFT
t
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
MODE
NAR
F.LOCK
MENU
CW.T
MHz
y
i
t Druk op [
]/[ ] om een gewenste HF/50 MHz-band voor
radioamateurs te kiezen.
y Druk op [MODE] om de gewenste communicatiefunctie te
kiezen.
Er zijn 4 functieparen: USB/LSB, CW/CWR (omgekeerde toon), FSK/FSR (omgekeerde verschuiving) en AM/FM. Druk op [MODE] (1 s) om de functie te verwisselen binnen ieder paar: USB CW CWR, FSK FSR of AM FM.
Om de alternatieve functie van ieder functiepaar te kiezen, houd u de toets gedurende 1 seconde ingedrukt. Bijvoorbeeld, als USB is gekozen, drukt u op [MODE] (1 s) om over te schakelen naar de LSB­functie. In onderstaand overzicht ziet u hoe u iedere functie kunt kiezen.
MODE
(1 s)
MODE
MODE
MODE
MODE
MODE
MODE
(1 s)
(1 s)
(1 s)
LSB,
d
e Controleer dat VFO A is gekozen voor de communicaties.
“tA” moet op het display worden afgebeeld. Als dit niet zo is, drukt u op [A/B / M/V] om VFO A te kiezen.
r Draai de AF-regelaar langzaam rechtsom totdat u een
acceptabel niveau van de achtergrondruis hoort.
N-8
MODE
u Als u FM hebt gekozen, draait u de SQL-regelaar
rechtsom totdat de achtergrondruis net niet meer hoorbaar is en de groene LED (boven de [MODE] toets) Uit gaat.
Als LSB of USB is gekozen, slaat u deze stap over.
i Draai de Afstemknop om op een station af te stemmen.
Als u geen stations ontvangt, kan het zijn dat u de verkeerde antenneaansluiting hebt gekozen. In dat geval, probeert u een andere antenne te kiezen door [ATT/PRE/ ANT1/2] (1 s) ingedrukt te houden.

TRANSMISSION

2 UW EERSTE QSO
ti
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
PF
ANT 1/2
ATT/PRE
we
AT
AF SQL
1 REC 2 REC
CH1 CH2 CH3
4
TX MONI
PWR
7
NB/T
CLR
MTR
5 RF.G
MIC KEY
8
VOX
0 OFF
AGC
ro
3 REC
6
DELAY
9
PROC
ENT
DNL
NR FIL
BC
STEP SG.SEL
FINE SCAN
NAR
CW.T
t
q Draai de Afstemknop om op een gewenst station af te
stemmen of om een ongebruikte frequentie te kiezen.
Als u de TS-480HX transceiver zonder de AT-300 antennetuner gebruikt, gaat u verder met stap 4.
w Druk kort op [AT].
s
•“AT
T” wordt afgebeeld.
e Houd [AT] ingedrukt om het afstemmen van de
antennetuner te starten (op de TS-480SAT of op de TS-480HX met de AT-300 antennetuner).
tATs
•“R
T” begint te knipperen en de LED boven de
[MODE] toets wordt rood.
Het afstemmen moet binnen 20 seconden klaar zijn, waarna een Morsecode “T” (een enkele, lange pieptoon) klinkt en “AT
s
T” stopt met knipperen.
Als het afstemmen niet binnen 20 seconden klaar is, klinken fouttonen. Druk op [AT] om de fouttonen te laten stoppen en het afstemmen van de antenne te annuleren. Controleer uw antennesysteem voordat u verdergaat. Als u niet op [AT] drukt, zal het afstemmen gedurende ongeveer 60 seconden doorgaan.
Opmerkingen:
U zult veel klikgeluiden uit de transceiver of de externe antennetuner horen terwijl de antennetuner de antenne probeert af te stemmen. Dit wordt veroorzaakt door de relaisschakelaars die AAN en UIT schakelen.
Als de TS-480HX transceiver is aangesloten op de externe antennetuner AT-300, wordt het zendvermogen automatisch verlaagd tot 100 watt (AM: 25 watt).
r Terwijl LSB, USB of AM is gekozen, drukt u op
[MIC/ 5/ RF.G] om de Microfoongevoeligheid in te stellen.
“MIC -- 50” wordt afgebeeld.
MODE
F.LOCK
MENU
MHz
CL
XIT
RIT
q
M.IN
A=B
QMI
M VFO
QMR
M/V
A / B
SPLIT
TF-SET
MULTIIFSHIFT
u
t Druk op [PTT] op de microfoon.
•De LED brandt rood.
y Begin in uw normale stem in de microfoon te praten. u LSB/USB: Terwijl u in de microfoon spreekt, draait u de
MULTI-regelaar zodanig dat de ALC-meter uitslaat overeenkomstig het geluidsniveau van uw stem.
AM: Terwijl u in de microfoon spreekt, draait u de MULTI­regelaar zodanig dat de vermogenmeter licht uitslaat overeenkomstig het geluidsniveau van uw stem.
FM: Sla deze stap over.
i Nadat u klaar bent met spreken, laat u [PTT] op de
microfoon los om terug te keren naar de ontvangstfunctie.
o Druk op [MIC/ 5/ RF.G] om het instellen van de
Microfoongevoeligheid af te ronden.
Opmerking:
Indien gewenst, open Menunummer 44 {pagina 27}
om de Microfoongevoeligheid voor de FM-functie in te stellen
Hiermee is uw introductie in het gebruik van de TS-480 transceiver voltooid, maar er valt nog veel meer te leren. “BASISBEDIENING” {pagina 18} en volgende hoofdstukken beschrijven alle functies van deze transceiver, beginnend met de meest eenvoudige, meest gebruikte functies.
Als FM is gekozen, slaat u deze stap over.
N-9

EERSTE KENNISMAKING

AFSTANDSBEDIENINGSPANEEL (VOORKANT)

io
1 REC 2 REC
CH1 CH2 CH3
5 RF.G
4
TX MONI
MIC KEY
PWR
7
8
NB/T
VOX
CLR
0 OFF
AGC
MTR
!1 !3!2
3 REC
6
DELAY
9
PROC
ENT
DNL
NR FIL
BC
STEP SG.SEL
FINE SCAN
q [
] (AAN/UIT) knop
w e r
t
q !0u
PF
ANT 1/2
ATT/PRE
AT
AF SQL
y
Houd deze knop kort ingedrukt om de transceiver AAN te schakelen. Druk nogmaals op deze knop om de transceiver UIT te schakelen {pagina 18}.
w PF-toets
Aan deze programmeerbare functietoets kunt u een functie toewijzen. De standaardfunctie is VOICE1. Voor het gebruik van de Spraakgids- en opslagfuncties is de optionele VGS-1 vereist {pagina 64}.
e ATT/PRE/ ANT1/2-toets
Druk op deze toets om te wisselen tussen ontvangstdemping Aan en Uit {pagina’s 49 en 61}. Houd deze toets gedurende 1 seconde ingedrukt en laat deze daarna los, om te kiezen tussen ANT 1 en ANT 2 {pagina 60}.
r AT
Druk op deze toets om de ingebouwde antennetuner {pagina 60} of een externe antennetuner te activeren. Houd deze toets ingedrukt om het afstemmen van de antenne te starten.
t SQL-regelaar
Deze regelaar wordt gebruikt om de luidspreker, de hoofdtelefoon en de AF-uitvoer via DATE (8-pens DIN­ministekker) te onderbreken (“squelching”) als geen signaal wordt ontvangen door de transceiver {pagina 19}.
y AF-regelaar
Draai deze regelaar om het volumeniveau in te stellen op de transceiver {pagina 18}.
u CH1/ 1/ REC, CH2/ 2/ REC, CH3/ 3/ REC-toetsen
Druk op één van deze toetsen om de CW- of spraakberichten weer te geven (de VGS-1 is vereist) {pagina 40}. Houd op één van deze toetsen om de spraakberichten (de VGS-1 is vereist) {pagina 68} of de CW-berichten op te nemen die betrekking hebben op de ingebouwde elektronische keyer {pagina 40}.
i PWR/ 4/ TX MONI-toets
Druk op deze toets om het zendvermogen in te stellen. Houd deze toets ingedrukt om het volumeniveau van de zendsignaal-monitorfunctie in te stellen {pagina 65}.
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
MODE
NAR
F.LOCK
MENU
CW.T
MHz
o
MIC/ 5/ RF.G-toets
Druk op deze toets om de microfoongevoeligheid in te stellen {pagina 27}. Terwijl de Spraakprocessorfunctie Aan staat, drukt u op deze toets om het uitgangsniveau van de Spraakprocessor in te stellen {pagina 37}. Houd deze toets ingedrukt om de RF-ontvangstversterking in te stellen {pagina 18}.
!0 KEY/ 6/ DELAY-toets
Druk op deze toets om de seinsnelheid van de ingebouwde elektronische keyer in te stellen. Houd deze toets ingedrukt om de VOX-vertragingstijd {pagina 36} of de vertragingstijd voor Volledig-Inbreken/Semi-Inbreken in te stellen in de CW­functie {pagina 39}.
!1 NB/T/ 7-toets
Druk op deze toets om de Ruisonderdrukker Aan of Uit te schakelen. Houd deze toets ingedrukt om het niveau van de Ruisonderdrukker in te stellen {pagina 47}. Druk in de FM­functie op deze toets om de Toonfunctie Aan of Uit te schakelen {pagina 32}. Houd deze toets ingedrukt om een onhoorbare toon te kiezen voor de Toonfunctie {pagina 32}.
!2 VOX/ 8-toets
Druk in de Spraakfunctie op deze toets om de VOX-functie (Spraakgestuurd Zenden) Aan of Uit te schakelen {pagina 36}. Druk in de CW-functie op deze toets om de Inbreekfunctie Aan of Uit te schakelen {pagina 39}. Houd deze toets ingedrukt om de ingangsgevoeligheid van de microfoon in te stellen voor VOX-bediening. De VOX-indicator wordt afgebeeld als de VOX-functie (in de Spraakfunctie) of de Inbreekfunctie (in de CW-functie) is geactiveerd.
!3 PROC/ 9-toets
Druk op deze toets om de Spraakprocessor Aan of Uit te schakelen {pagina 37}. Houd deze toets ingedrukt om het ingangsniveau van de spraakprocessor in te stellen. De PROC-indicator wordt afgebeeld wanner de Spraak­processorfunctie Aan staat.
M.IN
A=B
QMI
M VFO
QMR
M/V
A / B
SPLIT
XIT
RIT
CL
MULTI
TF-SET
IF
SHIFT
N-10
!9
@0
@1
@2
3 EERSTE KENNISMAKING
@3
PF
ANT 1/2
ATT/PRE
AT
AF SQL
1 REC 2 REC
CH1 CH2 CH3
4
TX MONI
PWR
7
NB/T
CLR
MTR
5 RF.G
MIC KEY
8
VOX
0 OFF
AGC
3 REC
6
DELAY
9
PROC
ENT
DNL
NR FIL
BC
CW.T
STEP SG.SEL
FINE SCAN
!4 MTR/ CLR-toets
Druk op deze toets om de meterschaalverdeling te kiezen {pagina 20} of om diverse functies te verlaten, te annuleren of terug te stellen. Houd deze toets ingedrukt om een geheugenplaats te wissen {pagina 54}.
!5 AGC/ 0/ OFF-toets
Druk op deze toets om te wisselen tussen een snelle en langzame reactie van de Automatische Versterkingsregeling (AGC). Druk nogmaals op deze knop om de AGC Uit te schakelen {pagina 35}.
!6 ENT-toets
Druk op deze toets om de gewenste frequentie vast te leggen, die u met de cijfertoetsen hebt ingevoerd {pagina 34} of om geheugenplaatsen op de scanlijst te vergrendelen {pagina 54}.
!7 FINE/ STEP-toets
Druk op deze toets om de Fijnafstemming te activeren en nauwkeurig afstemmen mogelijk te maken {pagina 35}. Houd deze toets ingedrukt om de frequentiestapgrootte te kiezen voor de MULTI-regelaar {pagina 34}.
!8 SCAN/ SG.SEL-toets
Druk op deze toets om de Scanfunctie te starten of te stoppen {pagina 56}. Houd deze toets ingedrukt om een Scangroep te kiezen {pagina 59}.
!9 NR-toets
Druk op deze toets om de DSP-Ruisonderdrukkingsfunctie te kiezen uit NR1, NR2 of Uit {pagina 47}. Als de Ruisonderdukkingsfunctie Aan staat, houdt u deze toets ingedrukt om de parameter van de Ruisonderdukkingsfunctie te veranderen {pagina 47}.
@0 DNL-toets
Druk op deze toets om de DNL-functie (Digitale Ruisbegrenzerfunctie) Aan of Uit te schakelen. De “DNL”­indicator wordt afgebeeld wanneer deze functie Aan staat. Houd deze toets ingedrukt om het niveau van de DNL-functie te veranderen {pagina 47}.
@1 FIL/ NAR-toets
Druk op deze toets om de onder- en bovengrenzen in te stellen voor de filterfrequentie van het DSP-filter (AF). Houd deze toets ingedrukt om het smalle IF-filter te kiezen, indien beschikbaar {pagina 45}.
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
MODE
NAR
F.LOCK
MENU
MHz
@4!4 !5 !6 !7 !8
@6
@5
@7
@8
@2 BC/ CW.T-toets
Druk op deze toets om de DSP-Beat Opheffen-functie te kiezen uit BC1 (Beat Opheffen 1), BC2 (Beat Opheffen 2) of Uit {pagina 47}. Druk in de CW-functie op deze toets om de Auto Zero Beat-functie te starten {pagina 29}.
@3 LED
Deze LED brandt rood als de transceiver zendt, brandt groen als de transceiver signalen ontvangt, en gaat Uit als de squelchfunctie de luidspreker van de transceiver onderbreekt.
@4 MODE-toets
Druk op deze toets om het bedieningsfunctiepaar te veranderen. Er zijn 4 paren bedieningsfuncties: USB/LSB, CW/CWR, FSK/FSR of AM/FM. Houd deze toets gedurende 1 seconde ingedrukt om tussen de 2 functies van ieder paar te wisselen: USB AM
FM {pagina 19}.
@5 MENU/ F.LOCK-toets
Druk op deze toets om de Menufunctie op te roepen {pagina 22}. Houd deze toets ingedrukt om de Frequentie­vergrendelingsfunctie te activeren {pagina 63}.
@6 MHz-toets
Druk op deze toets om de MHz-Omhoog/Omlaag-functie Aan of Uit te schakelen. Het MHz-cijfer wordt hoger of lager als u de MULTI-regelaar draait. Houd deze toets ingedrukt om de stapgrootte van de verhoging/verlaging te veranderen {pagina 34}.
@7 Schuifregelaar voor de draaiweerstand van de Afstemknop
Schuif de regelaar om de draaiweerstand van de Afstemknop in te stellen. Schuif de regelaar naar links voor minder draaiweerstand en naar rechts voor meer draaiweerstand.
@8 Afstemknop
Draai deze regelaar om de gewenste frequentie te kiezen {pagina 19}. De regelaar is voorzien van een gebruiksvriendelijke vingerpositie voor continu afstemmen.
CL
XIT
RIT
M.IN
A=B
QMI
M VFO
QMR
A / B
SPLIT
M/V
TF-SET
MULTIIFSHIFT
LSB, CW CWR, FSK FSR, of
N-11
3 EERSTE KENNISMAKING
#8
#7
#6
PF
ANT 1/2
ATT/PRE
AT
AF SQL
1 REC 2 REC
CH1 CH2 CH3
4
TX MONI
PWR
7
NB/T
CLR
MTR
5 RF.G
MIC KEY
8
VOX
0 OFF
AGC
3 REC
6
9
PROC
ENT
DELAY
DNL
NR FIL
BC
STEP SG.SEL
FINE SCAN
@9 QMI/ M.IN-toets
Druk op deze toets om gegevens op te slaan in het Snelgeheugen. Houd deze toets ingedrukt om de huidige zend-/ontvangstfrequenties en andere gegevens op te slaan in de Geheugenplaats.
ss
s
#0 QMR/ M
ss
VFO-toets
Druk op deze toets om gegevens op te roepen uit het Snelgeheugen {pagina 55}. Houd deze toets ingedrukt om de frequenties uit de Geheugenplaats en andere gegevens te kopiëren naar de VFO.
#1 A/B / M/V-toets
Druk op deze toets om VFO A of VFO B te kiezen {pagina 18}. Houd deze toets ingedrukt om te wisselen tussen de Geheugen- en VFO-functies.
#2 A=B/ SPLIT-toets
Druk op deze toets om de gegevens in de huidig gekozen VFO en de andere VFO te kopiëren {pagina 35}. Houd deze toets ingedrukt om bediening met een frequentiepaar op te roepen, waarmee u verschillende zend- en ontvangst­frequenties kunt gebruiken {pagina 30}.
#3 MULTI-regelaar
Draai deze regelaar in de VFO-functie om de zend-/ ontvangstfrequentie te verhogen of verlagen {pagina 34}. Draai deze regelaar in de Geheugenplaatsfunctie om een Geheugenplaats te kiezen {pagina 51}. Draai deze regelaar in de Menufunctie om Menunummers te kiezen {pagina 22}, en tevens om instellingen te kiezen voor diverse functies die met de toetsen op het afstandsbedieningspaneel worden geactiveerd.
#4 IF SHIFT-regelaar
Draai deze regelaar om de middenfrequentie van de IF-doorlaatband hoger of lager te verschuiven om interferentie te verwijderen {pagina 45}.
#5
/ toets
Druk op deze toetsen om alle frequentiebanden voor radioamateurs achter elkaar te doorlopen {pagina 19}. Deze toetsen worden ook gebruikt om keuzen te maken op het Menu {pagina 22} en om de begin- en eindfrequenties van de Scanfunctie te controleren {pagina 53}. Houd deze toets ingedrukt wanneer zowel de frequentiepaar- als de frequentievergrendelingsfuncties zijn geactiveerd, om de TF-SET-functie uit te voeren {pagina 30}.
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
MODE
NAR
F.LOCK
MENU
CW.T
MHz
@9 #0 #3
#6 CL-toets
Druk op deze toets om de RIT/XIT-frequentie te wissen en op nul te stellen {pagina’s 35 en 37}.
#7 XIT-toets
Druk op deze toets om de XIT-functie (Marginale zendfrequentieafstemming) Aan of Uit te schakelen {pagina 37}. Als de XIT-functie Aan staat, wordt de XIT­indicator afgebeeld.
#8 RIT-toets
Druk op deze toets om de RIT-functie (Marginale ontvangstfrequentieafstemming) Aan of Uit te schakelen {pagina 35}. Als de RIT-functie Aan staat, wordt de RIT­indicator afgebeeld.
#9 RIT/ XIT-regelaar
Draai deze regelaar als de RIT/XIT-functie Aan staat, om de offset-frequentie in te stellen. De RIT/XIT-offset-frequentie wordt afgebeeld op de kleine alfanumerieke aanduiding {pagina’s 35 en 37}.
#1
M.IN
A=B
QMI
M VFO
QMR
M/V
A / B
SPLIT
#2
CL
XIT
RIT
TF-SET
MULTIIFSHIFT
#9
#5
#4
N-12

DISPLAY

3 EERSTE KENNISMAKING
q w e r t y u o!0 !1 !4 !5 !6 !7 !8!9i !2 !3
q Meter
Deze meter werkt tijdens ontvangst als een S-meter die de sterkte van het ontvangen signaal meet en weergeeft. Deze meter werkt tijdens het zenden als een vermogenmeter plus een ALC-meter, een SWR-meter, of een Spraakprocessor­compressiemeter. De Piek-vasthoudfunctie houdt iedere waarde gedurende ongeveer een halve seconde vast.
w RtATsT
Deze indicator wordt afgebeeld als een ingebouwde antennetuner {pagina 60} of een externe antennetuner in-lijn is geschakeld voor de bediening.
e 1
t
ANTs2
1tANT” of “ANTs2” wordt afgebeeld, afhankelijk van welke antenneaansluiting is gekozen voor de bediening {pagina 60}.
r AT T
Deze indicator wordt afgebeeld als de ontvangstdemping (ong. 12 dB) Aan staat {pagina’s 49 en 61}.
t PRE
Deze indicator wordt afgebeeld als de ontvangstvoor­versterker (ong. 6 dB) Aan staat {pagina 49}.
y VOX
Deze indicator wordt afgebeeld als de VOX-functie (Spraakgestuurd Zenden) Aan staat of als de Inbreekfunctie voor de CW-functie Aan staat {pagina’s 36 en 39}.
u PROC
Deze indicator wordt afgebeeld als de Spraakprocessorfunctie Aan staat {pagina 37}.
i MENU
Deze indicator wordt afgebeeld tijdens het configureren van de parameters in de Menufunctie {pagina 22}.
o
Gereserveerd voor toekomstige updates.
!0
Dit wordt afgebeeld terwijl de Ononderbroken Opnamefunctie in werking is {pagina 69}.
!1 NB
Deze indicator wordt afgebeeld als de Ruisonderdrukking Aan staat {pagina 47}.
!2 AGC OFF
De indicator “AGC - F” (snel) of “AGC” (langzaam) wordt afgebeeld als de AGC-functie (Automatische Versterkingsregeling) Aan staat. De indicator “AGC OFF” wordt afgebeeld als de AGC-functie Uit staat {pagina 35}.
!3 NAR 2
De indicator “NAR” wordt afgebeeld als in de bedieningsfunctie het smalle IF-filter is gekozen. Als 2 optionele IF-filters zijn aangebracht en de transceiver het tweede IF-filter kiest, wordt “NAR 2” afgebeeld {pagina 45}.
!4 MHz
Deze indicator wordt afgebeeld als de MHz-Omhoog/Omlaag­functie met behulp van de MULTI-regelaar Aan staat {pagina 34}. Deze indicator wordt ook afgebeeld als de Snelmenufunctie Aan staat {pagina 22}.
!5 FINE
Deze indicator wordt afgebeeld als de Fijnafstemming Aan staat {pagina 35}.
!6
Deze indicator wordt afgebeeld als het gekozen Menunummer in de Snelmenulijst staat. Deze indicator wordt ook afgebeeld terwijl de transceiver de frequenties scant tussen de vertragende frequentiepunten {pagina 57}.
!7
Deze indicator wordt afgebeeld als de bediening met een frequentiepaar Aan staat {pagina 30}.
!8
Deze indicator wordt afgebeeld als de Afstemknop- vergrendeling Aan staat {pagina 63}.
!9
Deze indicator wordt afgebeeld als de Frequentievergrendeling Aan staat {pagina 63}.
N-13
3 EERSTE KENNISMAKING
#7 #6 #5 #4
@6
tt
ss
t
s
tt
EQ
ss
T
tt
t
tt
EQ” wordt afgebeeld als de RX-Equalizerfunctie
@0 R
De indicator “R Aan staat {pagina 64}. De indicator “EQ
@0@1@2
ss
s
ss
T” wordt afgebeeld als
@3@4
de TX-Equalizerfunctie Aan staat {pagina 38}.
tt
ss
t
s
tt
BC
ss
2
ss
s
ss
2” wordt afgebeeld,
@1 1
De indicator “1tBC” of “BC overeenkomstig of DSP-Beat Cancel 1 of DSP-Beat Cancel 2 is gekozen {pagina 47}.
tt
ss
t
s
tt
NR
ss
2
tt
t
tt
NR” of “NR
ss
s
ss
2” wordt afgebeeld,
@2 1
De indicator “1 overeenkomstig of DSP-Ruisonderdrukking 1 (Iijnverbeteringsmethode) of DSP-Ruisonderdrukking 2 (SPAC-methode) is gekozen {pagina 47}.
@3 M.CH
Deze indicator wordt afgebeeld in de Geheugenoproepfunctie {pagina 51}.
@4 M.SCR
Deze indicator wordt afgebeeld in de Geheugendoorloopfunctie {pagina 52}.
@5 DNL
Deze indicator wordt afgebeeld als de Digitale Ruisbegrenzer­functie Aan staat {pagina 47}.
@6
Deze aanduiding geeft het Geheugenplaatsnummer van de transceiver aan. Deze aanduiding geeft in de Menufunctie het Menunummer aan. Deze aanduiding geeft in de Snelgeheugenfunctie het Snelgeheugennummer aan (het Snelgeheugennummer loopt van “0_” t/m “9_”) {pagina 55}.
@7
Deze aanduiding geeft een communicatiefunctie aan {pagina 19}.
@8 AUTO
Deze indicator wordt afgebeeld als de Automatische functie Aan staat {pagina 61}.
#0@9@8@7@5
#1#2#3
@9
Deze aanduiding geeft de zend-/ontvangstfrequentie van de transceiver aan. Deze aanduiding geeft in de Menufunctie de parameters aan.
#0
Deze aanduiding geeft in de normale bedieningsfunctie de status van de transceiver en indien nodig de beschrijvingen van de Menuonderdelen aan. Als de RIT-, XIT- of SPLIT­functie Aan staat, geeft deze aanduiding de frequentie­informatie aan voor deze functies {pagina’s 35 en 37}.
tAs
#1
De indicator “tA” of “As” wordt afgebeeld als VFO A is gekozen {pagina’s 18 en 30}. “A” wordt afgebeeld als Menu A wordt geopend in de Menufunctie {pagina 22}.
tBs
#2
De indicator “tB” of “Bs” wordt afgebeeld als VFO B is gekozen {pagina’s 18 en 30}. “B” wordt afgebeeld als Menu B wordt geopend in de Menufunctie {pagina 22}.
tMs
#3
De indicator “tM” of “Ms” wordt afgebeeld als een simplex-geheugenplaats is gekozen {pagina 50}.
#4 RIT
Deze indicator wordt afgebeeld als de RIT-functie (Marginale ontvangstfrequentieafstemming) Aan staat {pagina 35}.
#5 XIT
Deze indicator wordt afgebeeld als de XIT-functie (Marginale zendfrequentieafstemming) Aan staat {pagina 37}.
#6 CT
De indicator “T” wordt afgebeeld als de Toonfunctie Aan staat {pagina 32}. De indicator “CT” wordt afgebeeld als de CTCSS-functie (Continu Toon-Code Squelch-Systeem) Aan staat {pagina 33}.
#7 PC
Deze indicator wordt afgebeeld als de transceiver door een computer wordt gestuurd {pagina 67}.
N-14

TX/RX-HOOFDAPPARAAT

3 EERSTE KENNISMAKING
i
qw ert y
EXT.SP DATA REMOTE
MIC
PADDLE KEY
PANEL
u
q MIC-aansluiting
Sluit op deze aansluiting de kabel aan van de bijgeleverde microfoon {pagina 6}.
w PANEL-aansluiting
Sluit op deze aansluiting de kabel aan van het Afstandsbedieningspaneel {pagina 6}.
e EXT.SP-aansluiting
Sluit op deze aansluiting een 3,5 mm, 2-draads stekker (mono) aan van een externe luidspreker {pagina 7}.
r DATA-aansluiting
Sluit op deze aansluiting een 6-pens mannelijke DIN-stekker aan van diverse accessoireapparatuur, zoals een externe TNC/MCP of een RTTY-terminal {pagina’s 77 en 78}.
t REMOTE-aansluiting
Sluit op deze aansluiting een 6-pens mannelijke DIN­ministekker aan van een HF/50 MHz lineaire versterker {pagina 77}.
y COM-aansluiting
Sluit op deze aansluiting een mannelijke DB-9-stekker aan van een seriële communicatiepoort (COM-poort) van een computer {pagina 67}. Deze aansluiting wordt ook gebruikt met de Snelle-Gegevensoverdrachtfunctie {pagina’s 66 en 76} en de DX-Packet-Clusterafstemfunctie {pagina’s 72 en 79}.
u PADDLE- en KEY-aansluitingen
Sluit op de PADDLE-aansluiting een 6,3 mm, 3-draads stekker (stereo) aan van een keyer-paddle om deze aan te sluiten op de ingebouwde elektronische keyer. Sluit op de KEY-aansluiting een 3,5 mm, 2-draads stekker (mono) aan van een externe seinsleutel voor CW-bediening. Raadpleeg “Seinsleutels voor CW (PADDLE en KEY)” {pagina 7} voordat u deze aansluitingen gebruikt.
i Kunststoffen afdekplaatje
Als de EXT.SP-aansluiting, DATA-aansluiting en REMOTE- aansluiting niet worden gebruikt, kunt u dit afdekplaatje eroverheen bevestigen om de aansluitingen tegen het binnendringen van stof te beschermen.
COM
N-15
3 EERSTE KENNISMAKING
ANT 1ANT 2
q
w
t
q ANT 1- en ANT 2-aanslutingen
Sluit de primaire HF/50 MHz-antenne aan op de ANT 1-aansluiting. Als u 2 antennes wilt gebruiken voor de HF/50 MHz-band, sluit u de secundaire antenne aan op de ANT 2-aansluiting.
w GND-aanslutingen
Sluit een dikke draad of koperen band aan op dit massa­aansluitpunt en het dichtstbijzijnde massapunt of voertuigchassis {pagina’s 2 en 4}.
e Koelventilators
De TS-480SAT is uitgerust met 1 koelventilator. De TS-480HX is uitgerust met 2 koelventilators. Uit deze ventilators stroomt lucht.
r AT -aanslutingen
Sluit op deze aansluiting de stekker aan van de kabel die bij de AT-300 externe antennetuner werd geleverd. Raadpleeg de instructiehandleiding die bij de antennetuner werd geleverd voor verdere informatie.
t DC 1 13,8 V gelijkstroom-ingangsaansluiting
Sluit op deze aansluiting een primaire voeding van 13,8 V gelijkstroom aan {pagina’s 2 en 3}. Gebruik de gelijkstroomkabel die bij de transceiver werd geleverd.
y DC 2 13,8 V gelijkstroom-ingangsaansluiting
(alleen TS-480HX)
U moet op deze aansluiting een secundaire voeding van 13,8 V gelijkstroom aansluiten om te kunnen zenden {pagina’s 2 en 3}. Gebruik de kabel die bij de transceiver werd geleverd. Als op deze aansluiting geen gelijkstroomvoeding is aangesloten, kunt u niet zenden, ongeacht het zendvermogen. U kunt echter nog wel ontvangen {pagina 18}.
e
r
y
N-16

AFSTANDSBEDIENINGSPANEEL (ACHTERKANT)

3 EERSTE KENNISMAKING
q
q Luidspreker
Als de microfoons zijn aangesloten, brengt de luidspreker geen geluid voort.
Voor het geval u een los verkrijgbare standaard van een andere fabrikant wilt gebruiken, zijn 4 schroefgaten voorbereid op de achterkant van het Afstandsbedieningspaneel zodat u dit kunt bevestigen op de standaard. Gebruik parkerschroeven van 3 mm x 8 mm om het Afstandsbedieningspaneel stevig op de standaard te bevestigen (Deze parkerschroeven zijn niet bijgeleverd.)

MICROFOON

DWN UP
q
PTT
q PTT-knop (Push-To-Talk)
De transceiver wordt in de zendfunctie geplaatst wanneer deze automatisch terugverende knop ingedrukt wordt gehouden. Als u de knop loslaat, wordt de transceiver weer in de Ontvangstfunctie geplaatst.
w UP/DWN-toetsen
Druk op deze toetsen om de VFO-frequentie te verhogen/ verlagen, de Geheugenplaatsen te doorlopen, of het Menuonderdeel te kiezen.
Houd deze toetsen ingedrukt om de instellingen continu te veranderen.
w
N-17

BASISBEDIENING

NAR
1 REC 2 REC
5 RF.G
0 OFF
8
3 REC
9
4
7
TX MONI6DELAY
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
CLR
STEP SG.SEL
CW.T
F.LOCK
M/V
SPLIT
M VFO
M.IN
TF-SET
MULTIIFSHIFT
AF SQL
PF
AT
CH1 CH2 CH3
PWR
MIC KEY
VOX
PROC
AGC
ENT
A / B
A=B
MODE
MHz
QMI
QMR
MENU
MTR
NB/T
ANT 1/2
FINE SCAN
DNL
BC
NR FIL
RIT
XIT
CL
ATT/PRE
NAR
1 REC 2 REC
5 RF.G
0 OFF
8
3 REC
9
4
7
TX MONI6DELAY
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
CLR
STEP SG.SEL
CW.T
F.LOCK
M/V
SPLIT
M VFO
M.IN
TF-SET
MULTIIFSHIFT
AF SQL
PF
AT
CH1 CH2 CH3
PWR
MIC KEY
VOX
PROC
AGC
ENT
A / B
A=B
MODE
MHz
QMI
QMR
MENU
MTR
NB/T
ANT 1/2
FINE SCAN
DNL
BC
NR FIL
RIT
XIT
CL
ATT/PRE

APPARAAT AAN- EN UITSCHAKELEN

1 Schakel de gelijkstroomvoeding(en) AAN als u die
gebruikt.
2 Druk kort op [ ] (AAN/UIT) om de transceiver AAN te
zetten.
CL
XIT
RIT
M.IN
QMI
MVFO
MULTIIFSHIFT
QMR
M/V
A / B
SPLIT
A=B
ANT 1/2
ATT/PRE
PF
AT
AF SQL
1 REC 2 REC
CH1 CH2 CH3
5 RF.G
4
TX MONI6DELAY
MIC KEY
PWR
7
8
VOX
NB/T
CLR
0 OFF
AGC
MTR
3 REC
9
PROC
ENT
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
DNL
NAR
NR FIL
BC
CW.T
STEP SG.SEL
FINE SCAN
MODE
F.LOCK
MENU
MHz
Houd de knop niet langer dan ongeveer 2 seconden ingedrukt, omdat de transceiver dan UIT geschakeld wordt.
Alleen TS-480HX: Als na het inschakelen “RX ONLY” op de kleine alfanumerieke aanduiding wordt afgebeeld, controleert u dat de 2 gelijkstroomkabels stevig zijn aangesloten op de DC IN 1- en DC IN 2­aansluitingen. Als deze waarschuwing wordt afgebeeld, kunt u op de gebruikelijke manier signalen ontvangen, maar kunt u niet zenden, zelfs niet als u het uitgangsvermogen verlaagt. “TWIN PWR” wordt afgebeeld als 2 gelijkspanningskabels zijn aangesloten op de DC IN 1- en DC IN 2-aansluitingen.
Na het inschakelen, wordt “HELLO” afgebeeld op de grote alfanumerieke aanduiding, gevolgd door de gekozen frequentie en andere indicators.
3 Om de transceiver UIT te zetten drukt u nogmaals op [
(AAN/UIT).
4 Schakel de gelijkstroomvoeding(en) UIT.
•U mag stap 3 overslaan. Nadat u de transceiver hebt AAN geschakeld, kunt u deze weer UIT of AAN schakelen met behulp van de AAN/UIT-schakelaar van de gelijkstroomvoeding(en). De transceiver onthoudt de stand van de AAN/UIT-schakelaar wanneer de gelijkstroomvoeding wordt UIT geschakeld.

VOLUMENIVEAU INSTELLEN

RF (RADIOFREQUENTIE)-VERSTERKING
De RF-versterking is normaal gesproken ingesteld op het maximumniveau ongeacht de bedieningsfuncties. De transceiver is in de fabriek ingesteld op het maximumniveau. U kunt het niveau van de RF-versterking echter iets verlagen als u moeite hebt het gewenste signaal te horen als gevolg van extreem veel atmosferische ruis of interferentie van andere stations. Noteer eerst de piekwaarde van de S-meter van het gewenste signaal.
1 Druk op [MIC/ RF.G] (1 s).
TF-SET
Het huidige niveau van de RF-versterking wordt afgebeeld op de kleine alfanumerieke aanduiding (0: minimum t/m 100: maximum).
2 Draai de MULTI-regelaar linksom totdat de S-meter de
piekwaarde leest die u hebt genoteerd.
]
Signalen die zwakker zijn dan dit niveau zullen worden gedempt zodat het station beter kan worden ontvangen.
Stel het niveau van de RF-versterking in aan de hand van het soort en de gevoeligheid van uw antenne en de toestand van de frequentieband. In de FM-functie stelt u het niveau van de RF-versterking altijd in op het maximumniveau.
AF (AUDIOFREQUENTIE)-VERSTERKING
Draai de AF-regelaar rechtsom om het volumeniveau te verhogen en linksom om het volumeniveau te verlagen.
Opmerking:
AF SQL
PF
ANT 1/2
ATT/PRE
1 REC 2 REC
AT
CH1 CH2 CH3
TX MONI6DELAY
5 RF.G
4
AF SQL
MIC KEY
PWR
7
8
VOX
NB/T
CLR
0 OFF
AGC
MTR
De stand van de AF-regelaar heeft geen invloed op het
3 REC
9
PROC
ENT
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
DNL
NAR
NR FIL
BC
CW.T
STEP SG.SEL
FINE SCAN
MODE
F.LOCK
MENU
MHz
volumeniveau van de pieptonen die klinken nadat u op een toets hebt gedrukt, noch op de zijtonen bij de TX in de CW-functie. Het volumeniveau voor bediening in de Digitale functie is ook onafhankelijk van de stand van de AF-regelaar.
N-18
CL
XIT
RIT
M.IN
TF-SET
QMI
M VFO
MULTIIFSHIFT
QMR
M/V
A / B
SPLIT
A=B

VFO A OF VFO B KIEZEN

U kunt kiezen uit 2 VFO’s voor het regelen van de frequentie op de transceiver. Iedere VFO (VFO A en VFO B) werkt onafhankelijk van de andere, zodat u een andere frequentie en functie kunt kiezen. Als bijvoorbeeld de SPLIT-functie is ingeschakeld, wordt VFO A gebruikt voor het ontvangen en VFO B voor het zenden. De omgekeerde combinatie is ook mogelijk.
Druk op [A/B / M/V] om tussen VFO A en VFO B om te wisselen.
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
PF
ANT 1/2
ATT/PRE
AT
AF SQL
1 REC 2 REC
CH1 CH2 CH3
TX MONI6DELAY
5 RF.G
4
MIC KEY
PWR
7
8
VOX
NB/T
CLR
0 OFF
AGC
MTR
3 REC
DNL
MODE
NAR
F.LOCK
NR FIL
ENT
BC
STEP SG.SEL
FINE SCAN
MENU
CW.T
MHz
9
PROC
•“tA” of “tB” wordt afgebeeld om aan te geven welke VFO is gekozen.
CL
XIT
RIT
M.IN
TF-SET
QMI
M VFO
MULTIIFSHIFT
QMR
M/V
A / B
SPLIT
A=B
4 BASISBEDIENING
NAR
1 REC 2 REC
5 RF.G
0 OFF
8
3 REC
9
4
7
TX MONI6DELAY
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
CLR
STEP SG.SEL
CW.T
F.LOCK
M/V
SPLIT
M VFO
M.IN
TF-SET
MULTIIFSHIFT
AF SQL
PF
AT
CH1 CH2 CH3
PWR
MIC KEY
VOX
PROC
AGC
ENT
A / B
A=B
MODE
MHz
QMI
QMR
MENU
MTR
NB/T
ANT 1/2
FINE SCAN
DNL
BC
NR FIL
RIT
XIT
CL
ATT/PRE
NAR
1 REC 2 REC
5 RF.G
0 OFF
8
3 REC
9
4
7
TX MONI6DELAY
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
CLR
STEP SG.SEL
CW.T
F.LOCK
M/V
SPLIT
M VFO
M.IN
TF-SET
MULTIIFSHIFT
AF SQL
PF
AT
CH1 CH2 CH3
PWR
MIC KEY
VOX
PROC
AGC
ENT
A / B
A=B
MODE
MHz
QMI
QMR
MENU
MTR
NB/T
ANT 1/2
FINE SCAN
DNL
BC
NR FIL
RIT
XIT
CL
ATT/PRE
NAR
1 REC 2 REC
5 RF.G
0 OFF
8
3 REC
9
4
7
TX MONI6DELAY
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
CLR
STEP SG.SEL
CW.T
F.LOCK
M/V
SPLIT
MVFO
M.IN
TF-SET
MULTIIFSHIFT
AF SQL
PF
AT
CH1 CH2 CH3
PWR
MIC KEY
VOX
PROC
AGC
ENT
A / B
A=B
MODE
MHz
QMI
QMR
MENU
MTR
NB/T
ANT 1/2
FINE SCAN
DNL
BC
NR FIL
RIT
XIT
CL
ATT/PRE
1 REC 2 REC
5 RF.G
0 OFF
8
3 REC
9
4
7
TX MONI
6
DELAY
CLR
CH1 CH2 CH3
PWR
MIC KEY
VOX
PROC
AGC
ENT
MTR
NB/T

FREQUENTIEBAND KIEZEN

Druk op [ ]/[ ] om de gewenste frequentieband te kiezen.
Als u een van deze toetsen ingedrukt houdt, veranderen de banden onophoudelijk.
CL
XIT
RIT
M.IN
TF-SET
QMI
MVFO
MULTIIFSHIFT
QMR
M/V
A / B
SPLIT
A=B
ANT 1/2
ATT/PRE
PF
AT
AF SQL
1 REC 2 REC
CH1 CH2 CH3
TX MONI6DELAY
5 RF.G
4
MIC KEY
PWR
7
8
VOX
NB/T
CLR
0 OFF
AGC
MTR
3 REC
9
PROC
ENT
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
DNL
NAR
NR FIL
BC
CW.T
STEP SG.SEL
FINE SCAN
MODE
F.LOCK
MENU
MHz

FUNCTIE KIEZEN

Druk op [MODE] de 4 functieparen te doorlopen: USB/LSB, CW/CWR, FSK/FSR en AM/FM. Iedere keer als u op [MODE] drukt, doorloopt de functieaanduiding USB of LSB, CW of CWR, FSK of FSR, AM of FM. Om de andere functie van het functiepaar te kiezen, drukt u op [MODE] (1 s). Bijvoorbeeld, als u “LSB” wilt kiezen terwijl “USB” wordt afgebeeld, drukt u op [MODE] (1 s). “USB” verandert in “LSB”. Druk nogmaals op [MODE] (1 s) om van “USB” terug te gaan naar “LSB”. In onderstaand overzicht ziet u hoe u met de [MODE] toets iedere functie kunt kiezen.

SQUELCH INSTELLEN

Het doel van de Squelch is de het geluid uit de luidspreker te onderbreken wanneer geen signalen worden ontvangen. Als de squelch goed is ingesteld, hoort u alleen geluid wanneer u daadwerkelijk signalen ontvangt. Hoe hoger het ingestelde squelchniveau, hoe sterker het signaal moet te zijn om het nog te kunnen ontvangen. Het meest toepasselijke squelchniveau hangt af van de RF-ruis in de omgeving.
Draai de SQL-regelaar wanneer er geen signalen aanwezig zijn aan de hand waarvan u het squelchniveau kunt instellen waarbij de achtergrondruis net niet hoorbaar is. Veel radioamateurs geven er de voorkeur aan de SQL-regelaar helemaal naar links gedraaid te laten staan, behalve als ze functie met een volledige draaggolf, zoals FM, gebruiken. Het squelchniveau van de transceiver is in de fabriek ingesteld op ongeveer de 9-uur-stand voor FM en de 11-uur-stand voor SSB en AM.
CL
XIT
RIT
M.IN
TF-SET
QMI
MVFO
MULTIIFSHIFT
QMR
M/V
A / B
SPLIT
A=B
ANT 1/2
ATT/PRE
PF
AT
AF SQL
1 REC 2 REC
CH1 CH2 CH3
TX MONI6DELAY
5 RF.G
4
PWR
7
8
NB/T
CLR
0 OFF
MTR
MODE
(1 s)
MIC KEY
VOX
AGC
3 REC
9
PROC
ENT
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
DNL
NAR
NR FIL
BC
CW.T
STEP SG.SEL
FINE SCAN
MODE
F.LOCK
MENU
MHz
MODE
MODE
(1 s)
MODE
MODE
(1 s)
MODE
MODE
(1 s)
MODE
Open Menunummer 02 en druk daarna op [ ] om “on” (Aan) te kiezen en de Automatische Functiekeuze Aan te schakelen. Als deze Aan geschakeld is, wordt “AUTO” afgebeeld. Als standaardinstelling geldt dat als u een frequentie kiest die hoger is dan 9,5 MHz, de transceiver automatisch de functie verandert: LSB voor frequenties onder 9,5 MHz, en USB voor frequenties van 9,5 MHz en hoger. U kunt informatie aan de frequentietabel toevoegen om de functie automatisch te laten veranderen {pagina 61}.

FREQUENTIE KIEZEN

Draai de Afstemknop rechtsom of druk op [UP] op de microfoon om de frequentie te verhogen. Draai de Afstemknop linksom of druk op [DWN] op de microfoon om de frequentie te verlagen.
Als de gewenste frequentie ver verwijderd is van de huidige frequentie, is het gemakkelijker de frequentie rechtstreeks in te voeren met behulp van de cijfertoetsen. Druk op [ENT] en druk daarna op de vereiste cijfertoetsen. Raadpleeg “Frequentie Rechtstreeks Invoeren” {pagina 34} voor verdere informatie.
De transceiver kent nog vele andere manieren om de frequentie snel te kiezen. Raadpleeg “FREQUENTIE KIEZEN” {pagina 34} voor verdere informatie.
N-19
4 BASISBEDIENING
NAR
1 REC 2 REC
5 RF.G
0 OFF
8
3 REC
9
4
7
TX MONI6DELAY
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
CLR
STEP SG.SEL
CW.T
F.LOCK
M/V
SPLIT
M VFO
M.IN
TF-SET
MULTIIFSHIFT
AF SQL
PF
AT
CH1 CH2 CH3
PWR
MIC KEY
VOX
PROC
AGC
ENT
A / B
A=B
MODE
MHz
QMI
QMR
MENU
MTR
NB/T
ANT 1/2
FINE SCAN
DNL
BC
NR FIL
RIT
XIT
CL
ATT/PRE
NAR
1 REC 2 REC
5 RF.G
0 OFF
8
3 REC
9
4
7
TX MONI6DELAY
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
CLR
STEP SG.SEL
CW.T
F.LOCK
M/V
SPLIT
M VFO
M.IN
TF-SET
MULTIIFSHIFT
AF SQL
PF
AT
CH1 CH2 CH3
PWR
MIC KEY
VOX
PROC
AGC
ENT
A / B
A=B
MODE
MHz
QMI
QMR
MENU
MTR
NB/T
ANT 1/2
FINE SCAN
DNL
BC
NR FIL
RIT
XIT
CL
ATT/PRE
4
NAR
1 REC 2 REC
5 RF.G
0 OFF
8
3 REC
9
4
7
TX MONI6DELAY
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
CLR
STEP SG.SEL
CW.T
F.LOCK
M/V
SPLIT
M VFO
M.IN
TF-SET
MULTIIFSHIFT
AF SQL
PF
AT
CH1 CH2 CH3
PWR
MIC KEY
VOX
PROC
AGC
ENT
A / B
A=B
MODE
MHz
QMI
QMR
MENU
MTR
NB/T
ANT 1/2
FINE SCAN
DNL
BC
NR FIL
RIT
XIT
CL
ATT/PRE

MULTIFUNCTIONELE METER

De multifunctionele meter meet de parameters in de onderstaande tabel. De schaalverdeling van de S-meter wordt afgebeeld als de transceiver in de ontvangstfunctie staat, en de PWR-meter wordt afgebeeld als de transceiver in de zendfunctie staat. Iedere keer als u op [MTR/ CLR] drukt, doorloopt het display de ALC-, SWR- en COMP-meters. De piekwaarden van de S-meters, ALC-, SWR-, COMP- en PWR-functies worden tijdelijk vastgehouden.
CL
XIT
RIT
M.IN
TF-SET
QMI
MVFO
MULTIIFSHIFT
QMR
M/V
A / B
SPLIT
A=B
ednavkiurbegjibuaevineisserpmockaarpS
reteM ?netemegtdrowtaW
SnelangisnegnavtnoednavetkretS
RWPnegomrevdneZ
CLAgnilegeruaevinehcsitamotuanavsutatS
RWSmeetsysennetnanavgniduohrevflogednaatS
PMOC
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
PF
ANT 1/2
ATT/PRE
1 REC 2 REC
CH1 CH2 CH3
TX MONI6DELAY
5 RF.G
4
MIC KEY
PWR
7
8
VOX
NB/T
CLR
0 OFF
AGC
MTR
3 REC
DNL
MODE
NAR
F.LOCK
NR FIL
9
MENU
BC
CW.T
PROC
STEP SG.SEL
MHz
FINE SCAN
ENT
AT
AF SQL
Multifunctionele meter
}73anigap{rossecorpkaarpS

ZENDEN

Houd voor spraakcommunicaties [PTT] op de microfoon ingedrukt en spreek vervolgens in uw normale stem. Nadat u klaar bent met spreken, laat u [PTT] op de microfoon los om te kunnen ontvangen.
Om in de CW-functie te zenden, drukt u op [VOX/ 8] om de Inbreekfunctie Aan te schakelen. “VOX” wordt afgebeeld. Sluit de seinsleutel of keyer-paddle. Sluit een seinsleutel of keyer­paddle aan {pagina’s 7 en 15} en kies daarna de CW-functie met behulp van [MODE] {pagina 19}.
Voor een uitgebreide beschrijving van het zenden, raadpleegt u “BASISCOMMUNICATIE”, beginnend op pagina 27.
ZENDVERMOGEN KIEZEN
Het is beter een lager zendvermogen te kiezen als de communicatie betrouwbaar blijft. Hierdoor is het risico lager dat u anderen op dezelfde frequentieband stoort. Als de transceiver door een accu wordt gevoed, kunt u door een lager zendvermogen te kiezen langer zenden voordat u de accu moet opladen. Op deze transceiver kunt u zelfs tijdens het zenden het zendvermogen veranderen.
1 Druk op [PWR/ 4/ TX MONI].
Het huidig ingestelde zendvermogen wordt afgebeeld.
Opmerkingen:
De COMP-meter werkt alleen als de Spraakprocessor Aan staat in de SSB-, FM- en AM-functies.
Piek-vasthoudwaarden kunnen niet worden uitgeschakeld.
De S-meter reageert anders in de FM-functie dan in andere functies. Dis is echter geen defect.
2 Draai de MULTI-regelaar linksom om het zendvermogen
te verlagen, of rechtsom om het zendvermogen te verhogen.
Het instelbereik verschilt afhankelijk van het model transceiver, de ingestelde frequentieband en de communicatiefunctie.
3 Druk op [PWR/ 4/ TX MONI] om de instelling te voltooien.
Opmerking:
U kunt Menunummer 21 openen en “on” (Aan) kiezen
om de stapgrootte te veranderen van 5 W naar 1 W {pagina 65}.
N-20
MICROFOONVERSTERKING
De microfoonversterking moet worden ingesteld terwijl de SSB- of AM-functie is gekozen zonder dat de spraak­processor in werking is {pagina’s 27 en 28).
1 Druk op [MIC/ 5/ RF.G].
Het huidig ingestelde niveau van de microfoon­voeligheid wordt afgebeeld. Het bereik is van 0 t/m 100 met een standaardinstelling van 50.
4 BASISBEDIENING
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
PF
ANT 1/2
ATT/PRE
1 REC 2 REC
CH1 CH2 CH3
5 RF.G
4
TX MONI6DELAY
MIC KEY
PWR
7
8
VOX
NB/T
CLR
0 OFF
AGC
MTR
3 REC
DNL
MODE
NAR
F.LOCK
NR FIL
9
MENU
BC
CW.T
PROC
STEP SG.SEL
MHz
FINE SCAN
ENT
AT
AF SQL
2 Houd [PTT] op de microfoon ingedrukt.
De LED op het paneel brandt rood.
3 SSB: Terwijl u in de microfoon spreekt, draait u de
MULTI-regelaar zodanig dat de ALC-meter uitslaat
overeenkomstig het geluidsniveau van uw stem, maar niet boven de ALC-grens uit komt.
AM: Terwijl u in de microfoon spreekt, draait u de MULTI-regelaar zodanig dat de vermogenmeter iets uitslaat overeenkomstig het geluidsniveau van uw stem.
FM: Open Menunummer 44 {pagina 27} en stel indien nodig de microfoonversterking in op “1” (Normaal), “2” (Gemiddeld) of “3” (Hoog).
HF/50MHz ALL MODE TRANSCEIVER TS-480
PF
ANT 1/2
ATT/PRE
1 REC 2 REC
CH1 CH2 CH3
TX MONI6DELAY
5 RF.G
4
MIC KEY
PWR
7
8
VOX
NB/T
CLR
0 OFF
AGC
MTR
3 REC
DNL
MODE
NAR
F.LOCK
NR FIL
9
MENU
BC
CW.T
PROC
STEP SG.SEL
MHz
FINE SCAN
ENT
AT
AF SQL
CL
XIT
RIT
M.IN
TF-SET
QMI
M VFO
MULTIIFSHIFT
QMR
M/V
A / B
SPLIT
A=B
CL
XIT
RIT
M.IN
TF-SET
QMI
MVFO
MULTIIFSHIFT
QMR
M/V
A / B
SPLIT
A=B
4 Laat [PTT] op de microfoon los om terug te keren naar de
ontvangstfunctie.
De LED brandt groen of gaat uit, afhankelijk van de stand van de SQL-regelaar.
Opmerking:
Bij gebruik van de optionele MC-90 microfoon met de MJ-88 in de FM-functie, stelt u de microfoonversterking in op “3” (Hoog). De microfoonversterking in de FM-functie is laag. Dit kan leiden tot onvoldoende modulatie. Voor andere microfoons stelt u de microfoonversterking in op “1” (Normaal) of “2” (Gemiddeld).
N-21

MENUFUNCTIES GEBRUIKEN

WAT IS EEN MENU?

Veel functies van deze transceiver kunnen worden gekozen of ingesteld via een softwaregestuurd Menu, in plaats van met fysieke bedieningsorganen op de transceiver. Nadat u eenmaal bekend bent geraakt met het Menusysteem, zult u de veelzijdigheid ervan kunnen waarderen. U kunt de diverse timers, instellingen en programmeerfuncties van deze transceiver naar wens instellen overeenkomstig uw eigen situatie en behoeften, zonder veel verschillende bedienings­organen te moeten bedienen.

MENU A OF MENU B

Deze transceiver heeft 2 menu’s: Menu A en Menu B. Deze menu’s bevatten identieke functies en kunnen onafhankelijk van elkaar worden geconfigureerd. Het is daarom mogelijk de transceiver snel en eenvoudig om te schakelen tussen 2 verschillende configuraties. U kunt bijvoorbeeld Menu A instellen op DX’en en wedijveren, terwijl Menu B gebruikt wordt voor rustig lokaal gebruik. Door van Menu A naar Menu B over te schakelen, kunt u onmiddellijk de menuconfiguratie en toetstoewijzingen veranderen al naar gelang uw gewenste gebruik van de transceiver. Of 2 gebruikers kunnen dezelfde transceiver gebruiken en ieder een eigen Menu configureren. Beide gebruikers kunnen zo met hun eigen configuratie werken.

TOEGANG TOT HET MENU

1 Druk op [MENU/ F.LOCK].
Het Menunummer en de bijbehorende instelling worden afgebeeld op het display, en de beschrijving van het menu verschijnt op de kleine alfanumerieke aanduiding.

SNELMENU

Omdat het aantal functies van deze transceiver zo groot is, bevat ieder Menu een groot aantal Menunummers. Als u vindt dat het openen van een gewenst Menunummer te veel tijd kost, gebruikt u het Snelmenu om uw eigen aangepaste, verkorte Menu samen te stellen. U kunt de Menunummers die u veelvuldig gebruik toevoegen aan het Snelmenu. Een Menunummer toevoegen aan het Snelmenu heeft geen invloed op het Menu.
SNELMENU PROGRAMMEREN
1 Druk op [MENU/ F.LOCK]. 2 Draai de MULTI-regelaar om het gewenste Menunummer
te kiezen.
3 Druk op [QMI/ M.IN].
De witte ster, “ het Menunummer is toegevoegd aan het Snelmenu.
Om een Menunummer weer van het Snelmenu te verwijderen, drukt u nogmaals op [QMI/ M.IN]. “ gaat uit.
4 Druk op [MENU/ F.LOCK] om de Menufunctie te verlaten.
SNELMENU GEBRUIKEN
1 Druk op [MENU/ F.LOCK]. 2 Druk op [MHz].
“MHz” wordt afgebeeld.
”, wordt afgebeeld, aangevende dat
2 Druk op [A/B / M/V] om Menu A of Menu B te kiezen.
•“A” of “B” wordt afgebeeld, aangevende welk Menu is gekozen.
3 Draai de MULTI-regelaar om het gewenste Menunummer
te kiezen.
Iedere keer als u het Menunummer verandert, verander een andere lopende tekst op de kleine alfanumerieke aanduiding die het betreffende menunummer beschrijft.
4 Druk op [
de parameter te kiezen.
5 Druk op [MENU/ F.LOCK] om de Menufunctie te verlaten.
]/[ ] of op [UP]/[DWN] op de microfoon om
3 Draai de MULTI-regelaar om het gewenste
Snelmenunummer te kiezen.
4 Druk op [ ]/[ ] of op [UP]/[DWN] op de microfoon om
de huidige instelling van het gekozen Snelmenunummer te veranderen.
Als een Menunummer is opgenomen in het Snelmenu, wordt “
5 Druk op [MENU/ F.LOCK] om de Snelmenufunctie te
verlaten.
Opmerking:
stap 2 de Morsecode.
” afgebeeld.
Als het Snelmenu niet is geprogrammeerd, zal door in
MULTI
-regelaar te draaien “CHECK” worden uitgevoerd in
N-22
Loading...
+ 74 hidden pages