Kenwood TK-3201 User Manual [de]

INSTRUCTION MANUAL MODE D’EMPLOI MANUAL DE INSTRUCCIONES MANUALE DI ISTRUZIONI BEDIENUNGSANLEITUNG GEBRUIKSAANWIJZING
TK-3201
UHF FM TRANSCEIVER ÉMETTEUR-RÉCEPTEUR FM UHF TRANSCEPTOR DE FM UHF RICETRASMETTITORE FM UHF UHF-FM-TRANSCEIVER UHF FM ZENDONTVANGER
© B62-1807-20 (E, T) 09 08 07 06 05 04 03 02
ProTalk
TK-3201
UHF FM ZENDONTVANGER
GEBRUIKSAANWIJZING
HARTELIJK DANK
Hartelijk dank voor uw aankoop van dit KENWOOD-product en welkom bij de mobiele transceivers van Private Mobile Radio (PMR 446). PMR is een mobiel communicatiesysteem voor zowel zakelijk als persoonlijk gebruik zonder dat een vergunning vereist is of gesprekskosten betaald hoeven worden.
Uw KENWOOD-product voor tweerichtingscommunicatie wordt een “zendontvanger” genoemd omdat deze kan “zenden en ontvangen”. Wij zijn ervan overtuigd dat deze gebruiksvriendelijke zendontvanger u van een betrouwbaar communicatiemiddel voorziet. Deze KENWOOD-zendontvanger is een precisieapparaat. Als u het voorzichtig behandelt, zal het jarenlang betrouwbaar werken.
EIGENSCHAPPEN
16 kanalen met 8 bedieningsfrequenties en 38 toon/code-instellingen voor elk kanaal stellen u in staat ongewenste oproepen te negeren.
Ingebouwde spraakscrambler biedt volledige privacy in uw communicaties.
Handsfree-bediening met gebruik van een optionele hoofdtelefoon.
Spraakaankondigingen vertellen u welk kanaal is gekozen en welke instellingen zijn gemaakt wanneer u belangrijke functies enkanaalinstellingen verandert.
BEDIENINGSOMSTANDIGHEDEN
nestaalpnepopO
)slekatsboneeg(
mokedwuobebednI
)newuobegjibkalv(
temnewuobegnI
notebdnepaweg/telekslaats
wuobgoohnInegnipeidrev51laamixaM
mk4,6laamixaM
mk4,2laamixaM
2
m085.81laamixaM
Opmerking: De vermelde bereiken zijn gebaseerd op praktijkproeven en kunnen afwijken onder uw bedieningsomstandigheden en met uw specifieke zendontvanger.
VOORZORGSMAATREGELEN
Laat onderhoud en reparatie uitsluitend uitvoeren door een vakbekwame technicus. U mag deze zendontvanger onder geen beding wijzigen of proberen in te stellen.
Stel de zendontvanger niet langdurig bloot aan direct zonlicht, en plaats deze niet in de buurt van verwarmingsapparatuur.
Zet de zendontvanger niet op bijzonder stoffige, vochtige of natte plaatsen, of op een onstabiele ondergrond.
•Voorkom blootstelling van de zendontvanger aan extreme weersomstandigheden, hitte en koude. Deze zendontvanger kan worden gebruikt in gematigde weersomstandigheden, maar is niet waterdicht.
Schakel de zendontvanger UIT tijdens het brandstof tanken en tijdens het parkeren bij een benzinestation.
Bedien de zendontvanger niet en laad de batterij niet op in een omgeving waar explosiegevaar (van gassen, stof, dampen, enz.) bestaat.
Als uit de zendontvanger een abnormale geur of rook wordt waargenomen, schakelt u deze onmiddellijk UIT en haalt u de accu eruit. Neem daarna contact op met uw KENWOOD-dealer.
De wet verbiedt het gebruik van zendontvangers zonder vergunning op overheidsterreinen.
Onwettige bediening is strafbaar met een boete en/of gevangenisstraf.
Veiligheid: Het is belangrijk dat de gebruiker zich bewust is, en kennis heeft, va n de gevaren die verbonden zijn aan het gebruik van een zendontvanger.
N-i
INHOUD
APPARAAT UITPAKKEN EN CONTROLEREN ............................................. 1
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES ............................................................... 1
KENNISMAKING ............................................................................. 3
VOORBEREIDINGEN .........................................................................4
ACCU PLAATSEN/VERWIJDEREN ............................................................. 4
Ni-MH-ACCU OPLADEN ................................................................... 5
RIEMKLEM BEVESTIGEN .................................................................... 7
AFDEKPLAATJE OVER DE LUIDSPREKER/MICROFOON-AANSLUITINGEN BEVESTIGEN ............ 7
OPTIONELE LUIDSPREKER/MICROFOON (OF HOOFDTELEFOON) BEVESTIGEN ................... 8
OM TE BEGINNEN ........................................................................... 9
SPRAAKGESTUURD ZENDEN (VOX) .................................................... 10
VOX-VERSTERKING ...................................................................... 10
VOX-BEDIENING ......................................................................... 12
FUNCTIES VAN DE TOETSEN ............................................................ 13
OPROEP-TOETS .......................................................................... 13
MONITOREN-TOETS ...................................................................... 13
BEDIENINGEN IN DE ACHTERGROND .................................................. 14
TIME-OUT-TIMER (TOT) ................................................................. 14
WAARSCHUWING VOOR WEINIG LADING ................................................... 14
KANAALAANKONDIGING ................................................................... 14
QUIET TALK (QT)/DIGITAL QUIET TALK (DQT) .......................................... 15
KANAALINSTELFUNCTIE ................................................................. 16
ZEND-/ONTVANGSTFREQUENTIES VOOR KANALEN .......................................... 17
INSTELLINGEN VOOR QUIET TALK (QT) EN DIGITAL QUIET TALK (DQT)................... 19
KANAALCONTROLEFUNCTIE ................................................................ 22
TOETSPROGRAMMEERFUNCTIE ........................................................ 23
OPROEPWAARSCHUWING .................................................................. 25
TOETSVERGRENDELING .................................................................... 26
MONITOREN/SQUELCH UIT ............................................................... 26
SCANNEN ................................................................................ 27
SCRAMBLER .............................................................................. 29
OPTIONELE ACCESSOIRES .............................................................. 30
PROBLEMEN OPLOSSEN ................................................................. 31
N-ii
APPARAAT UITPAKKEN EN CONTROLEREN
Pak de zendontvanger voorzichtig uit. Wij adviseren u de onderdelen vermeld in onderstaande tabel te identificeren voordat u het verpakkingsmateriaal weggooit. In het geval onderdelen ontbreken of tijdens transport beschadigd zijn, moet u onmiddellijk een schadeclaim indienen bij de transporteur.
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
metI remmunleedrednO latnaA
redaluccAXX-9690-80W1
-sgninnapsteN
retpada
melkmeiRXX-3170-92J1
tesneveorhcSXX-3402-99N1
sjiwebeitnaraG——1
gnizjiwnaaskiurbeGXX-7081-26B1
Opmerking: De marktcode (E of T) staat op het etiket op de doos.
E-edoctkraMXX-1790-80W1
T-edoctkraMXX-2790-80W1
)N92-BNK(ucca-HM-iNXX-0001-90W1
/rekerpsdiuledroovgnikkedfA
negnitiulsnaa-nooforcim
ednavejtaalptiulspO
rekkets-nooforcim/rekerpsdiul
XX-0860-90B1
XX-2745-91J1
N-1
Acculader
Netspanningsadapter (E)
Netspanningsadapter (T)
Afdekking voor de
luidspreker/microfoon-
aansluitingen
Riemklem
N-2
Ni-MH-accu
(KNB-29N)
Opsluitplaatje van de
luidspreker/microfoon-
stekker
Schroevenset
Antenne
{
LED-indicator
Geeft de status van de zendontvanger aan. De indicator brandt rood tijdens het zenden, brandt groen tijdens het ontvangen, en knippert rood wanneer er tijdens het zenden weinig acculading is.
PTT (Push To Talk)-knop
Houd deze knop ingedrukt en spreek in de microfoon om te zenden.
Oproep-toets
Druk op deze toets voordat u een oproep plaatst om de andere leden van de groep te waarschuwen
pagina 13}.
Monitoren-toets
Houd deze toets ingedrukt om het achtergrondgeluid te horen en naar zwakke signalen te luisteren {pagina 13}.
KENNISMAKING
Kanaalknop
Draai deze knop om het zend-/ontvangstkanaal te kiezen uit 1 t/m 16.
Aan/uit-/Volume-knop
Draai deze knop rechtsom om de zendontvanger AAN te schakelen en linksom om de zendontvanger UIT te schakelen. Draai deze knop om het volume­niveau te veranderen.
Luidspreker/ microfoon­aansluitingen
Accu
(KNB-29N)
Opmerking: De Oproep-toets en Monitoren-toets kunnen worden geprogrammeerd {pagina 23}.
N-3
VOORBEREIDINGEN
ACCU PLAATSEN/VERWIJDEREN
De accu werd niet opgeladen in de fabriek. Laad de accu op voor u deze gebruikt {pagina’s 5 en 6}.
De gemiddelde levensduur van de accu (berekend met 5% zendtijd, 5% ontvangsttijd en 90% stand-bytijd) is 16 uur.
Sluit de accupolen niet kort.
Gooi de accu niet in een vuur.
Probeer nooit het omhulsel van de accu open te maken.
Lijn de accu uit met de achterkant van de zendontvanger en druk
1
2
daarna de accu en de zend­ontvanger stevig op elkaar totdat de ontgrendelknop op de onderkant vergrendelt.
Om de accu te verwijderen, tilt u het veiligheidsklepje op de onderkant van de zendontvanger op en drukt u vervolgens op de ontgrendelknop onder het veiligheidsklepje.
3
Te rwijl u de ontgrendelknop ingedrukt houdt, trekt u de accu van de zendontvanger af.
N-4
Ni-MH-ACCU OPLADEN
Als u de accu voor het eerst na aankoop of na langdurige opslag (langer dan 2 maanden) oplaadt, zal deze niet tot de normale werkingscapaciteit worden opgeladen. Na 2 of 3 oplaad/ontlaad-cycli zal de werkingscapaciteit toenemen tot het normale niveau.
Laad de accu niet op als deze reeds volledig opgeladen is. Als u dit doet, kan de levensduur van de accu korter worden of kan de accu beschadigd worden.
Nadat u de accu hebt opgeladen, haalt u deze van de acculader af. Als u de accu langer dan vijf dagen continu oplaadt, kan de levensduur van de accu korter worden als gevolg van te lang opladen.
Opmerkingen:
Tijdens het opladen moet de omgevingstemperatuur tussen 5°C en 40°C liggen. Als u de accu buiten dit temperatuurbereik oplaadt, is het mogelijk dat de accu niet volledig wordt opgeladen.
Schakel een zendontvanger uitgerust met een Ni-MH-accu altijd UIT voordat u begint met opladen. Als u de zendontvanger gebruikt terwijl u de accu ervan oplaadt, zal het opladen niet goed worden uitgevoerd.
De levensduur van de accu is ten einde als de gebruikstijd afneemt ondanks dat de accu volledig en correct is geladen. Vervang de accu.
N-5
Steek het stekkertje van de netspannings-
1
adapter in de netspanningsadapter­aansluiting op de achterkant van de acculader.
2
Steek de netspanningsadapter in een stopcontact.
2
Plaats de Ni-MH-accu of de zend­ontvanger met daarop een Ni-MH-accu in de acculader.
3
Zorg ervoor dat de contactpunten van de accu de contactpunten van de acculader raken door de gleuven in de accu uit te lijnen met de uitsteeksels op de acculader. De LED-indicator van de acculader brandt rood en het opladen begint.
Nadat het opladen klaar is, brandt de indicator groen. Haal de accu of de zendontvanger met daarop een accu uit de acculader.
4
Het opladen van de accu duurt ongeveer 3 uur. Als de acculader gedurende een lange tijd niet gebruikt gaat worden, trekt u de netspanningsadapter uit het stopcontact.
N-6
Loading...
+ 25 hidden pages