JVC KD-SH99R User Manual 3

CD RECEIVER
ENGLISH
DEUTSCH

KD-SH99R

Detachable
For installation and connections, refer to the separate manual. Angaben zu Einbau und Verkabelung entnehmen Sie bitte der gesonderten Anleitung. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Zie de afzonderlijke handleiding voor details aangaande het installeren en verbinden van het toestel.
ATT
ANGLE
EQ
CD
FM
R D
AM
CH
AUX SEL
VOLUME
RM-RK100
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
FRANÇAIS
NEDERLANDS
LVT0655-001A
[E/EX]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
Benaming/Spanningslabel
CLASS LASER
Let op: Dit toestel heeft een laserkomponent met een hogere klasse laserstraal dan Klasse 1.
1
PRODUCT
NEDERLANDS

Het apparaat terugstellen

Druk met een balpen of een ander dun, langwerpig voorwerp op de Reset-toets, die zich aan de voorzijde van de eenheid op het bedieningspaneel bevindt.
Opmerking:
De geheugeninstellingen – zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen – zullen eveneens gewist worden.
CAUTION: Invisible laser radiation when open and interlock failed or defeated. AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. (e)
ADVARSEL: Usynlig laser­stråling ved åbning, når sikkerhedsafbrydere er ude af funktion. Undgåudsæt­telse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser­strålning när denna del är öppnad och spärren är urkopplad. Betrakta ej strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet alttiina näkymättö­mälle lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f)
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1. KLASSE 1 LASERPRODUKT
2. LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte blootstelling aan de straal.
3. LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan erkend onderthoudspersoneel.
4. LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare laserstralen maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5. LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke straling.
LET OP:
Steek NOOIT uw vinger tussen het bedieningspaneel en de eenheid aangezien u het risico loopt vast te komen zitten en u zichzelf zeer doet. (Zie bladzijde 35.)
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk , omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
2
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.

INHOUDSOPGAVE

Het apparaat terugstellen ......................... 2
PLAATSING VAN DE TOETSEN .......... 4
Bedieningspaneel .................................... 4
Afstandsbediening ................................... 5
De afstandsbediening voorbereiden......... 6
BASISBEDIENING ......................... 7
BASISBEDIENING VAN DE RADIO....... 8
Naar de radio luisteren ............................. 8
Radiozenders in het geheugen
vastleggen ............................................. 9
Afstemmen op een voorkeuzezender....... 10
HET GEBRUIK VAN RDS .................. 11
Wat u kunt doen met RDS EON............... 11
Andere nuttige RDS-functies en het
maken van aanpassingen ...................... 14
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER .......... 17
Een CD afspelen ..................................... 17
Een muziekstuk of een bepaald punt op
de CD zoeken ....................................... 18
Afspeelmodus selecteren ......................... 18
De tekst van een CD met CD Text
weergeven............................................. 19
Voorkomen dat de CD terugspringt.......... 19
INTRODUCTIE EEN MP3.................. 20
Wat is MP3? ............................................ 20
Hoe worden MP3-bestanden opnemen
en afgespeeld? ..................................... 20
BEDIENING VAN DE MP3................. 22
Een MP3-CD afspelen.............................. 22
Een bestand of een bepaalde passage
op een MP3-CD opzoeken..................... 23
MP3-afspeelmodi selecteren.................... 26
GELUID REGELEN ......................... 27
Geluid aanpassen.................................... 27
Vooraf ingestelde modi selecteren..............
Geluidsweergave aanpassen en opslaan ..... 29
ANDERE HOOFDFUNCTIES .............. 30
Klok instellen ........................................... 30
De algemene instellingen wijzigen (PSM)..... 30
Namen aan bronnen toekennen............... 34
De hoek van het bedieningspaneel
wijzigen ................................................. 35
Bedieningspaneel verwijderen ................. 36
BEDIENING VAN HET EXTERNE
APPARAATEN ............................ 37
Externe apparatuur gebruiken.................. 37
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR ..... 39
CD’s afspelen .......................................... 39
Kiezen van de weergavefunctie................ 40
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER ....... 41
Afstemmen op een ensemble en
op een van de services .......................... 41
DAB-frequenties in het geheugen
opslaan ................................................. 43
Afstemmen op een opgeslagen
DAB-service .......................................... 44
Wat u nog meer met DAB kunt doen........ 44
AANVULLENDE INFORMATIE ............ 45
PROBLEMEN OPLOSSEN ................ 46
ONDERHOUD .............................. 48
Omgaan met CD’s ................................... 48
SPECIFICATIES ............................ 49
28
NEDERLANDS

Over de demonstratiemodus (DEMO MODE)...

Bij het verlaten van de fabriek wordt de demonstratiemodus van de eenheid ingeschakeld. Dit betekent dat voor “DEMO MODE” de instelling “DEMO ON” van kracht is. De volgende demonstratie maakt u bekent met de voornaamste voorzieningen van de eenheid en wordt automatisch gestart als er gedurende circa 3 minuten geen geluid wordt afgespeeld. (Zie bladzijde 33.)
MP3 : (Met deze optie kunnen er MP3-CD worden afgespeeld.)
24bit DAC : (24-bits digitale/analoge converter: Geeft ee kwalitatief hoogwaardig geluid na D/A-conversie.)
HS TUNER : (High-Sensitivity Tuner: Zorgt voor een perfecte ontvangst van zenders.)
EQUALIZER : (Hiermee kunt u het geluid nauwkeurig afregelen zodat deze met uw wensen overeenkomen.)
SUB WOOFER : (Hiermee kunt u een subwoofer aansluiten en het uitvoerniveau ervan inregelen.)
LET OP bij het instellen van het volume
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
3

PLAATSING VAN DE TOETSEN

Bedieningspaneel

1
2
1 De toets 0 (uitwerpen) 2 De bedieningsschijf 3 De toets SEL (selecteren) 4 De toets EQ (equalizer) 5 De toets D (display)
NEDERLANDS
6 De toets TP (traffic programme) 7 De toets PTY (programme type) 8 De toets M/B (modus/omroepband) 9 De toetsen 4 / ¢
Deze toetsen doen dienst als SSM-toetsen wanneer beide toetsen tegelijk worden ingedrukt.
p De toets ATT (hoek/attenuatie)
3
4 5
t
6
7
8
9
ry
q Extra ingang w
De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
e Afstandssensor r De cijfertoetsen
De toets
De toets
De toets
De toets
De toets
De toetsen voor het bedienen van de DVD/video-onderdelen
t De toets SOURCE (standby/on) y De Reset-toets
MO (mono) LO (lokaal) INT (intro scan) RPT (repeat) RND (random)
e
p
w
q

Het gebruik van de toets M/B (modus/omroepband):

Als u op de toets M/B (modus/omroepband) drukt, fungeert deze toets als modustoets en schakelt de eenheid over op de functiemodus waarbij de cijfertoetsen en de 4/¢-toetsen als aparte functietoetsen fungeren.
Normaal
Indicator met
Bij de functiemodus
Als u deze toetsen weer als cijfertoetsen en als de 4/¢ -toetsen wilt gebruiken nadat u op de toets M/B (modus/omroepband) hebt gedrukt, moet u 5 seconden wachten zonder op
een cijfertoets te drukken. De functiemodus wordt dan opgeheven.
Ook als u nogmaals op de toets M/B (modus/omroepband) drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.
4
equalizerpatroon
Indicator die tijd aftelt

Afstandsbediening

ATT
1
2
ANGLE
CD
DAB
FM
PRESET
AM
CH
AUX SEL
VOLUME
RM-RK100
DISC
R D
DISC
1 • Hiermee wordt de eenheid ingeschakeld als
deze is uitgeschakeld.
• Schakelt de eenheid uit indien u de toets ingedrukt houdt tot de vermelding “SEE YOU” op de display verschijnt.
• Hiermee wordt het volume in korte tijd verminderd als u de toets heel even indrukt, en de vermelding “ATT” knippert op de display . Als u nogmaals op de toets drukt, keert het oude volumeniveau weer terug.
2 •CD:
Hiermee wordt de CD-speler geselecteerd.
• FM : • Indien korte tijd ingedrukt, wordt
hiermee de FM-tuner geselecteerd. Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere FM-band geselecteerd: FM1, FM2 of FM3.
• Hiermee wordt de DAB-tuner geselecteerd, als u de toets ingedrukt houdt.* Elke keer wanneer u op de toets drukt in ingedrukt houdt, wordt er een andere DAB-band geselecteerd: DAB1, DAB2 en DAB3.
•AM:
Hiermee wordt de AM-tuner geselecteerd.
• CH : Hiermee wordt de CD-wisselaar geselecteerd.*
• AUX : Hiermee wordt het externe apparaat geselecteerd. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt beurtelings “AUX INPUT” en “LINE INPUT” geselecteerd.
3 Hiermee kunt u de hoek het bedieningspaneel
in een van vier posities wijzigen.
4 Hiermee worden de geluidsmodi geselecteerd.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere geluidsmodus geselecteerd.
EQ
PRESET
3
4
5 6
7
8 9
p
5 • Hiermee wordt naar stations gezocht terwijl u
naar de radio luistert.
• Hiermee worden ensembles geselecteerd terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien korte tijd ingedrukt.
• Hiermee worden services geselecteerd terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien u de toets indrukt en ingedrukt houdt.
• Hiermee kunt u de track (het bestand) snel vooruit en achteruit spoelen als u de toets tijdens het beluisteren van een disk indrukt en ingedrukt houdt.
Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track of het volgende bestand of terug naar het begin van de huidige (of vorige) track of het huidige (of vorige) bestand als u de toets tijdens het beluisteren van een disk indrukt en ingedrukt houdt. (Zie pagina 18 en 23.)
6 • Hiermee wordt het nummer van het vooraf
ingestelde kanaal gewijzigd terwijl u naar de radio (of DAB-tuner) luistert. Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een ander nummer voor het vooraf ingestelde kanaal geselecteerd en wordt op de geselecteerde zender of service afgestemd.
• Hiermee gaat u naar het eerste bestand van de volgende map of het eerste bestand van de vorige map als u deze toets tijdens het beluisteren van een MP3-CD indrukt en ingedrukt houdt. (Zie pagina 24.)
• Hiermee gaat u naar het eerste bestand van de volgende map of het eerste bestand van de vorige map binnen dezelfde hiërarchieniveau als u deze toets tijdens het beluisteren van een MP3-CD korte tijd indrukt. (Zie pagina 25.)
7 • Hiermee wordt het CD-nummer gewijzigd
terwijl u naar de CD-wisselaar luistert. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een ander CD-nummer geselecteerd en wordt de geselecteerde CD afgespeeld.
• Hiermee gaat u naar het eerste bestand van een map in een bovenliggende of onderliggende hiërarchieniveau als u deze toets tijdens het beluisteren van een MP3-CD korte tijd indrukt. (Zie pagina 25.)
8 Hiermee gaat u naar de bovenste map als u
naar een MP3-CD luistert. (Zie pagina 25.)
9** Hiermee worden de items voor
geluidsaanpassingen geselecteerd. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere geluidsaanpassing geselecteerd.
p** • Hiermee wordt het volume gewijzigd.
• Hiermee wordt de geluidsmodus gewijzigd (nadat u op de toets SEL hebt gedrukt).
* Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze apparatuur als afspeelbron te selecteren.
** Deze toetsen werken niet voor de modus voor
aangepaste voorkeursinstellingen.
NEDERLANDS
5

De afstandsbediening voorbereiden

Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer dat er geen obstakels in het pad liggen.
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar boven in de houder zakken zodat deze vast komt te liggen.
Lithium knoopcelbatterij (Productnummer: CR2025)
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’ hoort.
Afstandssensor
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de
NEDERLANDS
afstandsbediening afneemt, moet u de batterij vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder .
1) Druk de batterijhouder met behulp van een balpen of een soortgelijk voorwerp in de richting van de pijl die in de afbeelding staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(achterkant)
1)
2)
(achterkant)
Gebruikke batterijen:
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen toegang toe hebben. Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken, waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet en gooi geen batterij in het vuur. Elk van deze handelingen kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt met andere metalen. Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterij door deze met plakband af te plakken. Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
• Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een naald of mes open te maken. Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
6
2
1
1
Schakel de stroom in en selecteer de afspeelbron.
Als u voor de eerste keer op de toets drukt, wordt de stroom ingeschakeld. Daarna wordt elke keer wanneer u op de toets drukt een andere afspeelbron geselecteerd, en wel in deze volgorde:
**
FM TUNER
AM TUNER
* Als er zich geen CD in de lade is geplaatst, kan
de CD-speler niet als afspeelbron worden geselecteerd.
** Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze apparatuur als afspeelbron te selecteren.
Voor gebruik van de tuner (FM of AM),
zie bladzijde 8 – 10.
Voor het afspelen van CD’s,
zie bladzijde 17 – 19.
Voor het afspelen van MP3-CD,
zie bladzijde 22 – 26.
Voor gebruik van het externe apparaat
(AUX INPUT en LINE INPUT), zie bladzijde 37 – 38.
Voor gebruik van de CD-wisselaar,
zie bladzijde 39 – 40.
Voor gebruik van de DAB-tuner,
zie bladzijde 41 – 44.
DAB TUNER
AUX INPUT
CD PLAY
CD CHANGER
LINE INPUT

BASISBEDIENING

Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen zie bladzijde 30.
2
Regel het volume.
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Het door u ingestelde volumeniveau verschijnt.
*
**
Volumeniveau-indicator
Opmerking:
U kunt nadat u het volume hebt aangepast het bedieningsknop naar binnen duwen zodat u niet per ongeluk toetsen aanraakt. Druk nogmaals op de bedieningsknop zodat deze naar buiten komt geschoven als u de knop weer wilt gebruiken.
3
Stel het geluid in zoals u zelf wilt. (Zie bladzijde 27.)
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk op de toets /ATT en houdt deze ingedrukt terwijl u naar een afspeelbron luistert. De vermelding “ATT” op de display gaat knipperen en het niveau van het volume neemt na korte tijd af. Druk als u het vorige geluidsniveau wilt herstellen opnieuw op de toets en houdt deze ingedrukt.
• U kunt het volume ook op het oude niveau terugbrengen door de bedieningsschijf linksom te draaien (tegen de wijzers van de klok in).
Spanning uitschakelen
Druk op de toets SOURCE en houdt deze ingedrukt tot de vermelding “SEE YOU” op de display wordt weergegeven.
NEDERLANDS
7

BASISBEDIENING VAN DE RADIO

Naar de radio luisteren

Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken: Auto search
1
Selecteer FM of AM.
NEDERLANDS
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Zoek een station.
Wanneer een station wordt ontvangen,
8
stopt het zoeken.
1 Druk herhaaldelijk op de
toets SOURCE om FM of AM als afspeelbron te selecteren.
2
Druk indien nodig om het FM­bandnummer te selecteren op de toets M/B (modus/ omroepband) en houdt deze gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt. Elke keer wanneer u op de toets drukt en ingedrukt houdt, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel als volgt:
FM 1 FM 2 FM 3
Druk op de toets ¢ afstemmen op een station met een hogere frequentie.
Druk op de toets afstemmen op een station met een lagere frequentie.
4
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd. Als u alleen wilt afstemmen op FM-zenders
met een sterk signaal
1 Druk op de toets M/B
de functiemodus te activeren terwijl u naar een FM-uitzending luistert.
2 Druk op de toets LO (lokaal) terwijl de
functiemodus nog is geactiveerd, zodat de indicator LOCAL op de display aangaat. Deze functie werkt alleen terwijl u naar FM­zenders zoekt en bij SSM. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, gaat de indicator LOCAL beurtelings aan en uit.
(modus/omroepband)
om
Handmatig naar een station zoeken: Manual search
1
Selecteer FM of AM.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
1 Druk herhaaldelijk op de
toets SOURCE om FM of AM als afspeelbron te selecteren.
2
Druk indien nodig om het FM-bandnummer te selecteren op de toets M/B (modus/omroepband) en houdt deze gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt. wanneer u op de toets drukt en ingedrukt houdt, wordt er een andere FM­band geselecteerd, en wel als volgt:
Elke keer
FM 1 FM 2 FM 3
2
Druk op de toets ¢ of op 4 en houd deze ingedrukt tot de vermelding “M” (voor “manual”: handmatig zoeken) op de display begint te knipperen.
3
Stem af op het station van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding “M” op de display knippert.
Druk op de toets ¢ als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op de toets 4 als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige modus na 5 seconden automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen totdat u de toets loslaat.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is:
1
Druk op de toets M/B (modus/ omroepband) om de functiemodus te activeren terwijl u in stereo naar een FM-stereo-uitzending luistert.
2 Druk op de toets MO (mono)
terwijl de functiemodus is geactiveerd, zodat de indicator MO op de display aangaat.
• Elke keer wanneer u op de toets drukt gaan de indicators MO (mono) en ST (stereo) beurtelings aan.
Er brandt een lampje wanneer een FM-uitzending in stereo wordt ontvangen.
Als de indicator MO op de display aan is, wordt het geluid in mono weergegeven en verbetert de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).
De indicator MO licht op.

Radiozenders in het geheugen vastleggen

U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-zenders instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de FM-golfband (FM1 – 3) waarop u FM-zenders wilt vasteleggen.
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
1 Druk herhaaldelijk op de
toets SOURCE om FM of AM als afspeelbron te selecteren.
2 Druk indien nodig om het
FM-band te selecteren op de toets M/B (modus/ omroepband) en houdt deze gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt. Elke keer wanneer u op de toets drukt en ingedrukt houdt, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel als volgt:
FM 1 FM 2 FM 3
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
NEDERLANDS
9
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1-band
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM) waarop u zenders wilt vasteleggen (in dit voorbeeld cijfertoets FM1).
NEDERLANDS
2
Stem af op een zender op 88,3 MHz.
1 Druk herhaaldelijk op de
toets SOURCE om FM als afspeelbron te selecteren.
2 Druk indien nodig om het
FM1 te selecteren op de toets M/B (modus/ omroepband) en houdt deze gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt. Elke keer wanneer u op de toets drukt en ingedrukt houdt, wordt er een andere FM­band geselecteerd, en wel als volgt:
FM 1 FM 2 FM 3
Druk op de toets ¢ als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op de toets 4 als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.

Afstemmen op een voorkeuzezender

U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders in het geheugen vastleggen” op bladzijde 9, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
2
Selecteer het nummer (1 t/m 6) van de gewenste zender.
1 Druk herhaaldelijk op de
toets SOURCE om FM of AM als afspeelbron te selecteren.
2
Druk indien nodig om het FM­bandnummer te selecteren op de toets M/B omroepband) gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt. Elke keer wanneer u op de toets drukt en ingedrukt houdt, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel als volgt:
(modus/
en houdt deze
FM 1 FM 2 FM 3
10
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
“P1” knippert erige tijd.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
Als de geluidskwaliteit vermindert en het stereo-effect van een FM-zender verdwijnt...
In bepaalde gebieden kunnen zenders die zich in elkaars nabijheid bevinden elkaar storen. Deze eenheid kan dergelijke storing automatisch verminderen (dit is de standaardinstelling van deze eenheid bij het verlaten van de fabriek). In sommige gevallen neemt de geluidskwaliteit echter af en gaat het stereo-effect verloren. Raadpleeg de paragraaf “De selectiviteit van de FM-tuner wijzigen – IF-FIL TER” op bladzijde 33 als u niets aan geluidskwaliteit wilt inleveren of het stereo-effect wilt verliezen.

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS EON

RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “EON (Enhanced Other Networks)”. De indicator EON licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen die EON-gegevens uitzendt. Met behulp van de EON-gegevens die door het station worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (TA – “Traffic Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS-zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie de afbeelding op de volgende bladzijde). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative Frequency) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-zender goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u minimaal 1 seconde op TP (traffic programme). Elke keer wanneer u op deze toets drukt en houd, verandert de modus van deze functie en wel als volgt:
Modus 1
(AF)
Modus 1
Modus 2
Modus 3
Modus 1
De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te
ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving.
Modus 2
De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld (“on”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld. De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie bladzijde 44.)
Modus 2 Modus 3
(AF/REG) (Geannuleerd)
Indicator AF
Indicator REG
: gaat aan : gaat uit
Indicator Indicator
AF REG
NEDERLANDS
11
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden ontvangen.
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie E
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden terwijl de T A-standby-modus is ingeschakeld, verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het volume neemt toe tot het vooraf ingestelde T A-volumeniveau (zie bladzijde 15) en u hoort de uitgezonden verkeersinformatie.
Druk nogmaals op de toets TP om de
TA-standbyfunctie uit te schakelen.
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie D
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar uw favoriete programmagenre (PTY) of verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of een andere
NEDERLANDS
aangesloten afspeelbron).
Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar
een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst van verkeersinformatie (TA-standbyfunctie)
Als u op de toets TP drukt terwijl u naar een FM-zender luistert, licht de indicator TP op wanneer u een zender ontvangt die het TP-signaal uitzendt (Verkeersinformatie) en wanneer de ontvanger in T A­standby-modus staat.
Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal
uitzendt, gaat de indicator TP op de display knipperen. Druk op de toets ¢ of op 4 om de ontvanger in de TA-standby-modus te zetten. De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een zender dat wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt gevonden, gaat de indicator TP op de display continu branden.
7 Als u naar een CD een andere aangestoten
aan het luisteren bent, en naar een zender wilt luisteren dat een TP-signaal uitzendt, moet u op de toets TP drukken om de ontvanger in de TA-standby-modus te zetten. (De indicator TP op de display licht op.)
12
Standby-ontvangst van een programmagenre (PTY-standbyfunctie)
Als u op de toets PTY drukt terwijl u naar een FM-zender luistert, licht de indicator PTY op wanneer u een zender ontvangt die het PTY -signaal uitzendt en wanneer de ontvanger in PTY -standby-modus staat. De geselecteerde PTY -naam, die op bladzijde 13 wordt opgeslagen, knippert gedurende 5 seconden.
• Als het zender dat u ontvangt geen PTY-signaal uitzendt, gaat de indicator PTY op de display knipperen. Druk op de toets ¢ of op 4 om de ontvanger in de PTY-standby-modus te zetten. De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt gevonden, gaat de indicator PTY op de display continu branden.
7 Als u naar een CD een andere aangestoten
aan het luisteren bent, en naar een station wilt luisteren dat een PTY -signaal uitzendt, moet u op PTY drukken om de ontvanger in de PTY­standby-modus te zetten. (De indicator PTY op de display licht op.)
Als het geselecteerde PTY -programma wordt uitgezonden terwijl de PTY -standby-modus is ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde PTY -naam op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het geselecteerde PTY -programma wordt nu ten gehore gebracht.
Druk nogmaals op de toets PTY om de
PTY-standbyfunctie uit te schakelen.
Een PTY-code invoeren voor de standby-ontvangst van een programmagenre
Het is mogelijk om het programmagenre waar u het liefst naar luistert in de vorm van een PTY-code in het geheugen van de eenheid in te voeren zodat u hier naar kunt luisteren zodra er zich zo’n programma aandient. Standaard staat de eenheid voor de standby-ontvangst van een programmagenre op de PTY -code “NEWS” ingesteld.
1
Druk op de toets SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 31.)
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY” (standby) als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
Uw favoriete programmagenre opzoeken
Het is mogelijk om naar één van maximaal zes in het geheugen opgeslagen programmagenres te zoeken. Standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 t/m 6) opgeslagen. Zie de informatie hieronder voor een uitleg over het opslaan van uw favoriete programmagenres. Zie bladzijde 14 voor een uitleg over het zoeken van uw favoriete programma.
1
POP M
45
CLASSICS
2
ROCK M EASY M
AFFAIRS
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan
1
Druk op de toets SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 31.)
3
6
VARIED
NEDERLANDS
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 16.)
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
4
Druk op de toets SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
2
Selecteer de vermelding “PTY SEARCH” (zoeken) als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 16.)
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display weergegeven.
• Als u de code selecteert die al in het geheugen ligt opgeslagen, wordt die knipperend op de display weergegeven.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
13
4
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minimaal 2 seconden vast om de geselecteerde PTY-code op te slaan onder de cijfertoets van uw keuze.
De vermelding “MEMORY” en de geselecteerde codenaam knipperen beurtelings op de display en daarna knippert alleen de geselecteerde codenaam op de display.
5
Druk op de toets SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
Een programmagenre opzoeken
1
Druk op de toets PTY (programme type) en houd deze ten minste 1
NEDERLANDS
seconde ingedrukt terwijl u naar een FM-zender luistert.
De PTY-code die als laatste werd geselecteerd, verschijnt op de display .
2
Selecteer een van de PTY-codes die onder de zes cijfertoetsen (1 t/m 6) liggen opgeslagen.
Bijv.: Indien “ROCK M” wordt
opgeslagen onder voorkeurtoets 2
De PTY -zoekopdracht naar uw favoriete programma begint na 5 seconden.
14
• Als er een station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY -signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op dat station af.
• Als er geen station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY -signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet goed.

Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen

Automatische selectie van een station bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op de vooraf ingestelde voorkeurzender. Als deze zender een RDS-zender is, gebeurt er echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar een andere, sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt als de voorkeurzender die u hebt gekozen (dit wordt Programma zoeken genoemd).
• Omdat het uitvoeren van de zoekopdracht enige tijd in beslag neemt, duurt het even tot er op een ander station wordt afgestemd.
Hoe u deze voorziening activeert, wordt hieronder uitgelegd.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 30.
1 Druk op de toets SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2
Druk op de toets ¢ of op 4 om de vermelding “P-SEARCH” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van de
klok mee en selecteer “SEARCH ON”. De voorziening Programma zoeken is nu ingeschakeld.
4 Druk op de toets SEL (selecteren) om het
instellen te voltooien.
Als u het zoeken naar een programma wilt beëindigen, herhaalt u de bovenstaande
procedure, maar selecteert u in stap 3 de vermelding “SEARCH OFF” door de draaiknop tegen de wijzers van de klok in te draaien.
De weergave op de display wijzigen terwijl u naar een FM-zender luistert
Wat er als eerste op de display wordt weergegeven wanneer u naar een FM-zender luistert dat gebruik maakt van het RDS-systeem, kunt u zelf bepalen. U kunt de oorspronkelijke weergave desgewenst wijzigen in de stationsnaam (PS NAME) of de frequentie van het ontvangen station (FREQUENCY).
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 30.
1 Druk op de toets SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op de toets ¢ of op 4 om de
vermelding “TUNER DISP” (weergavemodus van de tuner) te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om de gewenste
instelling te kiezen (“FREQUENCY” of “PS NAME”).
4 Druk op de toets SEL (selecteren) om het
instellen te voltooien.
Opmerking:
Als u op D (display) drukt, kunt u de display alleen wijzigen terwijl u naar een FM RDS-zender luistert. Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt de volgende informatie op de display weergegeven:
Stationsnaam
(PS NAME)
Frequentie station
(FREQ)
Programmagenre
(PTY)
Na enkele seconden keert de display terug naar de oorspronkelijke weergave.
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de standby-ontvangst van verkeersinformatie op te geven met welk geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie wordt ontvangen, worden aangepast aan het volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 30.
1 Druk op de toets SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op de toets ¢ of op 4 om de
vermelding “TA VOL” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om het gewenste
volume te kiezen. U kunt het volume instellen op een waarde van “TA VOL 00” tot “TA VOL 50”.
4 Druk op de toets SEL (selecteren) om het
instellen te voltooien.
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het RDS-signaal van een zender worden meegezonden. Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt aangepast, moet u de onderstaande procedure volgen.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 30.
1 Druk op de toets SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op de toets ¢ of op 4 om de
vermelding “AUTO ADJ” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf tegen de wijzers van
de klok in om “ADJUST OFF” te kiezen. U hebt het automatisch aanpassen van de klok nu uitgeschakeld.
4 Druk op de toets SEL (selecteren) om het
instellen te voltooien.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt activeren, moet u de procedure herhalen en in
stap 3 “ADJUST ON” selecteren door de bedieningsschijf met de wijzers van de klok mee te draaien.
Opmerking:
Nadat u voor “AUTO ADJ” de instelling “ADJUST ON” hebt gekozen, dient u de eenheid tenminste 2 minuten op hetzelfde station afgestemd te houden, anders wordt de klok niet aangepast. (Dit is nodig omdat de eenheid maximaal 2 minuten nodig heeft om de tijdgegevens in het RDS-signaal te ontvangen en verwerken.)
NEDERLANDS
15
Loading...
+ 35 hidden pages