For installation and connections, refer to the separate manual.
Angaben zu Einbau und Verkabelung entnehmen Sie bitte der gesonderten Anleitung.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Zie de afzonderlijke handleiding voor details aangaande het installeren en verbinden van het
toestel.
ATT
ANGLE
EQ
CD
FM
R D
AM
CH
AUXSEL
VOLUME
RM-RK100
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
FRANÇAIS
NEDERLANDS
LVT0655-001A
[E/EX]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
Benaming/Spanningslabel
CLASS
LASER
Let op:
Dit toestel heeft een laserkomponent met
een hogere klasse laserstraal dan Klasse 1.
1
PRODUCT
NEDERLANDS
Het apparaat terugstellen
Druk met een balpen of een ander dun, langwerpig
voorwerp op de Reset-toets, die
zich aan de voorzijde van de
eenheid op het bedieningspaneel
bevindt.
Opmerking:
De geheugeninstellingen – zoals
de voorkeurzenders en de
geluidsinstellingen – zullen
eveneens gewist worden.
CAUTION: Invisible laser
radiation when open and
interlock failed or defeated.
AVOID DIRECT EXPOSURE
TO BEAM. (e)
ADVARSEL: Usynlig laserstråling ved åbning, når
sikkerhedsafbrydere er ude
af funktion. Undgåudsættelse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laserstrålning när denna del är
öppnad och spärren är
urkopplad. Betrakta ej
strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja
suojalukitus ohitettaessa
olet alttiina näkymättömälle lasersäteilylle.
Älä katso säteeseen. (f)
BELANGRIJK VOOR
LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1. KLASSE 1 LASERPRODUKT
2. LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer
open en interlock uitgeschakeld of defekt.
Voorkom direkte blootstelling aan de straal.
3. LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het
toestel bevat geen door de gebruiker te
repareren onderdelen. Laat onderhoud
en reparatie over aan erkend
onderthoudspersoneel.
4. LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare
laserstralen maar is echter voorzien van
veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te
stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is
uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te
schakelen.
5. LET OP: Het gebruik van regelaars en het
maken van instellingen ander dan in deze
gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert
mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke straling.
LET OP:
Steek NOOIT uw vinger
tussen het bedieningspaneel
en de eenheid aangezien u
het risico loopt vast te komen
zitten en u zichzelf zeer doet.
(Zie bladzijde 35.)
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is
tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk
voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is
gevaarlijk , omdat u de geluiden buiten de auto niet
meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen
met het apparaat gaat verrichten.
2
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen .........................2
Omgaan met CD’s ................................... 48
SPECIFICATIES ............................ 49
28
NEDERLANDS
Over de demonstratiemodus (DEMO MODE)...
Bij het verlaten van de fabriek wordt de demonstratiemodus van de eenheid ingeschakeld. Dit betekent
dat voor “DEMO MODE” de instelling “DEMO ON” van kracht is. De volgende demonstratie maakt u
bekent met de voornaamste voorzieningen van de eenheid en wordt automatisch gestart als er
gedurende circa 3 minuten geen geluid wordt afgespeeld. (Zie bladzijde 33.)
• MP3: (Met deze optie kunnen er MP3-CD worden afgespeeld.)
• 24bit DAC: (24-bits digitale/analoge converter: Geeft ee kwalitatief hoogwaardig geluid na
D/A-conversie.)
• HS TUNER: (High-Sensitivity Tuner: Zorgt voor een perfecte ontvangst van zenders.)
• EQUALIZER: (Hiermee kunt u het geluid nauwkeurig afregelen zodat deze met uw wensen
overeenkomen.)
• SUB WOOFER : (Hiermee kunt u een subwoofer aansluiten en het uitvoerniveau ervan inregelen.)
LET OP bij het instellen van het volume
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het
volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge
toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en
pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
3
PLAATSING VAN DE TOETSEN
Bedieningspaneel
1
2
1 De toets 0 (uitwerpen)
2 De bedieningsschijf
3 De toets SEL (selecteren)
4 De toets EQ (equalizer)
5 De toets D (display)
NEDERLANDS
6 De toets TP (traffic programme)
7 De toets PTY (programme type)
8 De toets M/B (modus/omroepband)
9 De toetsen 4 / ¢
•
Deze toetsen doen dienst als SSM-toetsen
wanneer beide toetsen tegelijk worden
ingedrukt.
p De toets ATT (hoek/attenuatie)
3
45
t
6
7
8
9
ry
q Extra ingang
w
De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
e Afstandssensor
r De cijfertoetsen
•
De toets
•
De toets
•
De toets
•
De toets
•
De toets
• De toetsen voor het bedienen van de
DVD/video-onderdelen
t De toets SOURCE (standby/on)
y De Reset-toets
MO (mono)
LO (lokaal)
INT (intro scan)
RPT (repeat)
RND (random)
e
p
w
q
Het gebruik van de toets M/B (modus/omroepband):
Als u op de toets M/B (modus/omroepband) drukt, fungeert deze toets als modustoets en schakelt de
eenheid over op de functiemodus waarbij de cijfertoetsen en de 4/¢-toetsen als aparte
functietoetsen fungeren.
Normaal
Indicator met
Bij de
functiemodus
Als u deze toetsen weer als cijfertoetsen en als de 4/¢ -toetsen wilt gebruiken nadat u
op de toets M/B (modus/omroepband) hebt gedrukt, moet u 5 seconden wachten zonder op
een cijfertoets te drukken. De functiemodus wordt dan opgeheven.
•
Ook als u nogmaals op de toets M/B (modus/omroepband) drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.
4
equalizerpatroon
Indicator die tijd
aftelt
Afstandsbediening
ATT
1
2
ANGLE
CD
DAB
FM
PRESET
AM
CH
AUXSEL
VOLUME
RM-RK100
DISC
R D
DISC
1 • Hiermee wordt de eenheid ingeschakeld als
deze is uitgeschakeld.
• Schakelt de eenheid uit indien u de toets
ingedrukt houdt tot de vermelding “SEE
YOU” op de display verschijnt.
• Hiermee wordt het volume in korte tijd
verminderd als u de toets heel even indrukt,
en de vermelding “ATT” knippert op de display .
Als u nogmaals op de toets drukt, keert het
oude volumeniveau weer terug.
2 •CD:
Hiermee wordt de CD-speler
geselecteerd.
• FM : • Indien korte tijd ingedrukt, wordt
hiermee de FM-tuner geselecteerd.
Elke keer wanneer u op de toets
drukt, wordt er een andere FM-band
geselecteerd: FM1, FM2 of FM3.
• Hiermee wordt de DAB-tuner
geselecteerd, als u de toets
ingedrukt houdt.*
Elke keer wanneer u op de toets
drukt in ingedrukt houdt, wordt er
een andere DAB-band geselecteerd:
DAB1, DAB2 en DAB3.
•AM:
Hiermee wordt de AM-tuner geselecteerd.
• CH : Hiermee wordt de CD-wisselaar
geselecteerd.*
• AUX : Hiermee wordt het externe apparaat
geselecteerd.
Elke keer wanneer u op deze toets
drukt, wordt beurtelings “AUX INPUT”
en “LINE INPUT” geselecteerd.
3 Hiermee kunt u de hoek het bedieningspaneel
in een van vier posities wijzigen.
4 Hiermee worden de geluidsmodi geselecteerd.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt
er een andere geluidsmodus geselecteerd.
EQ
PRESET
3
4
5
6
7
8
9
p
5 • Hiermee wordt naar stations gezocht terwijl u
naar de radio luistert.
• Hiermee worden ensembles geselecteerd
terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien
korte tijd ingedrukt.
• Hiermee worden services geselecteerd
terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien u
de toets indrukt en ingedrukt houdt.
• Hiermee kunt u de track (het bestand) snel
vooruit en achteruit spoelen als u de toets
tijdens het beluisteren van een disk indrukt
en ingedrukt houdt.
•
Hiermee gaat u naar het begin van de
volgende track of het volgende bestand of terug
naar het begin van de huidige (of vorige) track
of het huidige (of vorige) bestand als u de toets
tijdens het beluisteren van een disk indrukt en
ingedrukt houdt. (Zie pagina 18 en 23.)
6 • Hiermee wordt het nummer van het vooraf
ingestelde kanaal gewijzigd terwijl u naar de
radio (of DAB-tuner) luistert.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt
er een ander nummer voor het vooraf
ingestelde kanaal geselecteerd en wordt op de
geselecteerde zender of service afgestemd.
• Hiermee gaat u naar het eerste bestand van
de volgende map of het eerste bestand van
de vorige map als u deze toets tijdens het
beluisteren van een MP3-CD indrukt en
ingedrukt houdt. (Zie pagina 24.)
• Hiermee gaat u naar het eerste bestand van
de volgende map of het eerste bestand van
de vorige map binnen dezelfde
hiërarchieniveau als u deze toets tijdens het
beluisteren van een MP3-CD korte tijd
indrukt. (Zie pagina 25.)
7 • Hiermee wordt het CD-nummer gewijzigd
terwijl u naar de CD-wisselaar luistert.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
wordt er een ander CD-nummer geselecteerd
en wordt de geselecteerde CD afgespeeld.
• Hiermee gaat u naar het eerste bestand van
een map in een bovenliggende of
onderliggende hiërarchieniveau als u deze
toets tijdens het beluisteren van een MP3-CD
korte tijd indrukt. (Zie pagina 25.)
8 Hiermee gaat u naar de bovenste map als u
naar een MP3-CD luistert. (Zie pagina 25.)
9** Hiermee worden de items voor
geluidsaanpassingen geselecteerd.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
wordt er een andere geluidsaanpassing
geselecteerd.
p** • Hiermee wordt het volume gewijzigd.
• Hiermee wordt de geluidsmodus gewijzigd
(nadat u op de toets SEL hebt gedrukt).
* Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze
apparatuur als afspeelbron te selecteren.
** Deze toetsen werken niet voor de modus voor
aangepaste voorkeursinstellingen.
NEDERLANDS
5
De afstandsbediening
voorbereiden
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de
afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer
dat er geen obstakels in het pad liggen.
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar
boven in de houder zakken zodat deze vast
komt te liggen.
Lithium
knoopcelbatterij
(Productnummer:
CR2025)
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’
hoort.
Afstandssensor
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van
een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de
NEDERLANDS
afstandsbediening afneemt, moet u de batterij
vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder .
1) Druk de batterijhouder met behulp van een
balpen of een soortgelijk voorwerp in de
richting van de pijl die in de afbeelding
staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(achterkant)
1)
2)
(achterkant)
Gebruikke batterijen:
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen
toegang toe hebben.
Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken,
waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd
kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet
en gooi geen batterij in het vuur.
Elk van deze handelingen kan leiden tot
oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt
met andere metalen.
Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of
een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterij door deze met
plakband af te plakken.
Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven,
gaan lekken of brand veroorzaken.
• Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een
naald of mes open te maken.
Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan
lekken of brand veroorzaken.
6
2
1
1
Schakel de stroom in en selecteer de
afspeelbron.
Als u voor de eerste keer op
de toets drukt, wordt de stroom
ingeschakeld. Daarna wordt
elke keer wanneer u op de
toets drukt een andere
afspeelbron geselecteerd, en
wel in deze volgorde:
**
FM TUNER
AM TUNER
* Als er zich geen CD in de lade is geplaatst, kan
de CD-speler niet als afspeelbron worden
geselecteerd.
** Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze
apparatuur als afspeelbron te selecteren.
Voor gebruik van de tuner (FM of AM),
zie bladzijde 8 – 10.
Voor het afspelen van CD’s,
zie bladzijde 17 – 19.
Voor het afspelen van MP3-CD,
zie bladzijde 22 – 26.
Voor gebruik van het externe apparaat
(AUX INPUT en LINE INPUT),
zie bladzijde 37 – 38.
Voor gebruik van de CD-wisselaar,
zie bladzijde 39 – 40.
Voor gebruik van de DAB-tuner,
zie bladzijde 41 – 44.
DAB TUNER
AUX INPUT
CD PLAY
CD CHANGER
LINE INPUT
BASISBEDIENING
Opmerking:
Wanneer u het apparaat
voor de eerste keer
gebruikt, moet u de
ingebouwde klok op de
juiste wijze instellen zie
bladzijde 30.
2
Regel het volume.
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Het door u ingestelde volumeniveau verschijnt.
*
**
Volumeniveau-indicator
Opmerking:
U kunt nadat u het volume hebt aangepast het
bedieningsknop naar binnen duwen zodat u niet
per ongeluk toetsen aanraakt.
Druk nogmaals op de bedieningsknop zodat deze
naar buiten komt geschoven als u de knop weer
wilt gebruiken.
3
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
(Zie bladzijde 27.)
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk op de toets /ATT en houdt deze
ingedrukt terwijl u naar een afspeelbron luistert.
De vermelding “ATT” op de display gaat
knipperen en het niveau van het volume neemt
na korte tijd af.
Druk als u het vorige geluidsniveau wilt
herstellen opnieuw op de toets en houdt deze
ingedrukt.
• U kunt het volume ook op het oude niveau
terugbrengen door de bedieningsschijf
linksom te draaien (tegen de wijzers van de
klok in).
Spanning uitschakelen
Druk op de toets SOURCE en houdt deze
ingedrukt tot de vermelding “SEE YOU” op de
display wordt weergegeven.
NEDERLANDS
7
BASISBEDIENING VAN DE RADIO
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt
u kiezen tussen automatisch zoeken en
handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken:
Auto search
1
Selecteer FM of AM.
NEDERLANDS
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen
om naar FM-stations te luisteren.
2
Zoek een station.
Wanneer een station wordt ontvangen,
8
stopt het zoeken.
1 Druk herhaaldelijk op de
toets SOURCE om FM
of AM als afspeelbron te
selecteren.
2
Druk indien nodig om het FMbandnummer te selecteren
op de toets M/B (modus/
omroepband) en houdt deze
gedurende minimaal 1
seconde ingedrukt.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt en ingedrukt
houdt, wordt er een andere
FM-band geselecteerd, en
wel als volgt:
FM 1FM 2FM 3
Druk op de toets ¢
afstemmen op een station
met een hogere frequentie.
Druk op de toets
afstemmen op een station
met een lagere frequentie.
4
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het
zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
Als u alleen wilt afstemmen op FM-zenders
met een sterk signaal
1 Druk op de toets M/B
de functiemodus te activeren terwijl u naar een
FM-uitzending luistert.
2 Druk op de toets LO (lokaal) terwijl de
functiemodus nog is geactiveerd, zodat de
indicator LOCAL op de display aangaat.
Deze functie werkt alleen terwijl u naar FMzenders zoekt en bij SSM.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, gaat
de indicator LOCAL beurtelings aan en uit.
(modus/omroepband)
om
Handmatig naar een station zoeken:
Manual search
1
Selecteer FM of AM.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen
om naar FM-stations te luisteren.
1 Druk herhaaldelijk op de
toets SOURCE om
FM of AM als afspeelbron
te selecteren.
2
Druk indien nodig om het
FM-bandnummer te
selecteren op de toets M/B
(modus/omroepband) en
houdt deze gedurende
minimaal 1 seconde
ingedrukt.
wanneer u op de toets
drukt en ingedrukt houdt,
wordt er een andere FMband geselecteerd, en wel
als volgt:
Elke keer
FM 1FM 2FM 3
2
Druk op de toets ¢ of op 4
en houd deze ingedrukt tot de
vermelding “M” (voor “manual”:
handmatig zoeken) op de display
begint te knipperen.
3
Stem af op het station van uw keuze.
U kunt dit doen zolang de vermelding
“M” op de display knippert.
Druk op de toets ¢
als u wilt afstemmen op een
station dat op een hogere
frequentie uitzendt.
Druk op de toets 4
als u wilt afstemmen op
een station dat op een
lagere frequentie uitzendt.
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige
modus na 5 seconden automatisch
uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen totdat u de toets
loslaat.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te
ontvangen is:
1
Druk op de toets M/B (modus/
omroepband) om de functiemodus
te activeren terwijl u in stereo naar
een FM-stereo-uitzending luistert.
2 Druk op de toets MO (mono)
terwijl de functiemodus is
geactiveerd, zodat de indicator
MO op de display aangaat.
• Elke keer wanneer u op de
toets drukt gaan de indicators
MO (mono) en ST (stereo)
beurtelings aan.
Er brandt een lampje
wanneer een FM-uitzending
in stereo wordt ontvangen.
Als de indicator MO op de display aan is, wordt
het geluid in mono weergegeven en verbetert
de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).
De indicator MO licht op.
Radiozenders in het geheugen
vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden
gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:
SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van
FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-zenders instellen voor elke
FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de
FM-golfband (FM1 – 3) waarop u
FM-zenders wilt vasteleggen.
2
Druk op beide toetsen en houd ze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen
worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de
cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is
vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
1 Druk herhaaldelijk op de
toets SOURCE om FM
of AM als afspeelbron te
selecteren.
2 Druk indien nodig om het
FM-band te selecteren op
de toets M/B (modus/
omroepband) en houdt
deze gedurende minimaal
1 seconde ingedrukt. Elke
keer wanneer u op de
toets drukt en ingedrukt
houdt, wordt er een andere
FM-band geselecteerd, en
wel als volgt:
FM 1FM 2FM 3
De tekst “SSM” verschijnt op
het afleesvenster en
verdwijnt wanneer het
automatisch instellen van
radiozenders is beëindigd.
NEDERLANDS
9
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere
golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1-band
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM) waarop u zenders wilt
vasteleggen (in dit voorbeeld
cijfertoets FM1).
NEDERLANDS
2
Stem af op een zender op 88,3 MHz.
1 Druk herhaaldelijk op de
toets SOURCE om FM
als afspeelbron te
selecteren.
2 Druk indien nodig om het
FM1 te selecteren op de
toets M/B (modus/
omroepband) en houdt
deze gedurende minimaal
1 seconde ingedrukt. Elke
keer wanneer u op de toets
drukt en ingedrukt houdt,
wordt er een andere FMband geselecteerd, en wel
als volgt:
FM 1FM 2FM 3
Druk op de toets ¢
als u wilt afstemmen op
een station dat op een
hogere frequentie uitzendt.
Druk op de toets 4
als u wilt afstemmen op
een station dat op een
lagere frequentie uitzendt.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist
wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen
onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de
spannings toevoer naar het geheugen wordt
onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de
accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw
worden ingesteld.
Afstemmen op een
voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een
vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet
vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders
in het geheugen vastleggen” op bladzijde 9, als u
dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
2
Selecteer het nummer (1 t/m 6) van
de gewenste zender.
1 Druk herhaaldelijk op de
toets SOURCE om FM
of AM als afspeelbron te
selecteren.
2
Druk indien nodig om het FMbandnummer te selecteren op
de toets M/B
omroepband)
gedurende minimaal 1
seconde ingedrukt. Elke keer
wanneer u op de toets drukt
en ingedrukt houdt, wordt er
een andere FM-band
geselecteerd, en wel als volgt:
(modus/
en houdt deze
FM 1FM 2FM 3
10
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld
cijfertoets 1) en houd deze langer dan
2 seconden ingedrukt.
“P1” knippert erige tijd.
4
Herhaal bovenstaande procedure
om andere zenders onder andere
nummers op te slaan.
Als de geluidskwaliteit vermindert en
het stereo-effect van een FM-zender
verdwijnt...
In bepaalde gebieden kunnen zenders die zich
in elkaars nabijheid bevinden elkaar storen.
Deze eenheid kan dergelijke storing
automatisch verminderen (dit is de
standaardinstelling van deze eenheid bij het
verlaten van de fabriek). In sommige gevallen
neemt de geluidskwaliteit echter af en gaat het
stereo-effect verloren.
Raadpleeg de paragraaf “De selectiviteit van
de FM-tuner wijzigen – IF-FIL TER” op
bladzijde 33 als u niets aan geluidskwaliteit wilt
inleveren of het stereo-effect wilt verliezen.
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS EON
RDS (Radio Data System) is een voorziening
waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun
regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een
FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station
met het programma en informatie over de aard of
het genre van het programma meezenden,
bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over
sport gaat of een muziekprogramma is.
Een andere functie van de voorziening RDS is “EON
(Enhanced Other Networks)”. De indicator EON
licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen
die EON-gegevens uitzendt. Met behulp van de
EON-gegevens die door het station worden
verstuurd, kunt u op een andere zender van een
ander netwerk afstemmen dat uw favoriete
programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl
u ondertussen naar een ander programma of een
andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze
eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen
(De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van
verkeersinformatie (TA – “Traffic
Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre
(PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover
u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt
beschikken
Eén en hetzelfde programma blijven
volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van
FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die
in deze eenheid is ingebouwd automatisch
overschakelen naar een andere RDS-zender van
hetzelfde station dat hetzelfde programma
uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw
favoriete programma blijven luisteren en bent u
verzekerd van de best mogelijke ontvangst,
ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt
(zie de afbeelding op de volgende bladzijde).
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor
zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw
rit kunt blijven volgen: de PI (Programme
Identification) gegevens, en de AF
(Alternative Frequency) gegevens.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen
van een RDS-zender goed zijn, kunt u uw
favoriete programma blijven volgen. Als een of
beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u
minimaal 1 seconde op TP (traffic programme).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en
houd, verandert de modus van deze functie en
wel als volgt:
Modus 1
(AF)
Modus 1
Modus 2
Modus 3
Modus 1
De netwerkfunctie is ingeschakeld en
Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”).
In deze modus schakelt de ontvanger over naar
een andere zender van hetzelfde station als het
signaal van de geselecteerde zender te zwak
wordt.
• In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te
ontvangen programma anders is dan het programma
dat u daarvoor ontving.
Modus 2
De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook
Regionalisatie is ingeschakeld (“on”).
In deze modus schakelt de ontvanger over naar
een andere zender van hetzelfde station dat
hetzelfde programma uitzendt als het signaal van
de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve
ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is
automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld. De
netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld
zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen.
(Zie bladzijde 44.)
Modus 2Modus 3
(AF/REG) (Geannuleerd)
Indicator AF
Indicator REG
:gaat aan : gaat uit
Indicator Indicator
AFREG
NEDERLANDS
11
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde
programma via verschillende frequenties
kan worden ontvangen.
Programma 1
op frequentie A
Programma 1
op frequentie E
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden
terwijl de T A-standby-modus is ingeschakeld,
verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de
display en schakelt de afspeelbron over naar de
FM-band. Het volume neemt toe tot het vooraf
ingestelde T A-volumeniveau (zie bladzijde 15) en
u hoort de uitgezonden verkeersinformatie.
Druk nogmaals op de toets TP om de
TA-standbyfunctie uit te schakelen.
Programma 1
op frequentie B
Programma 1
op frequentie C
Programma 1
op frequentie D
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar uw favoriete programmagenre
(PTY) of verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u
naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert
(zoals een FM-zender, CD of een andere
NEDERLANDS
aangesloten afspeelbron).
• Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar
een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst van verkeersinformatie
(TA-standbyfunctie)
Als u op de toets TP drukt terwijl u
naar een FM-zender luistert, licht de
indicator TP op wanneer u een
zender ontvangt die het TP-signaal
uitzendt (Verkeersinformatie) en
wanneer de ontvanger in T Astandby-modus staat.
• Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal
uitzendt, gaat de indicator TP op de display
knipperen. Druk op de toets ¢ of op 4
om de ontvanger in de TA-standby-modus te zetten.
De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de
display en de ontvanger gaat op zoek naar een
zender dat wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er
zo’n station wordt gevonden, gaat de indicator TP
op de display continu branden.
7 Als u naar een CD een andere aangestoten
aan het luisteren bent, en naar een zender wilt
luisteren dat een TP-signaal uitzendt, moet u
op de toets TP drukken om de ontvanger in de
TA-standby-modus te zetten. (De indicator TP
op de display licht op.)
12
Standby-ontvangst van een
programmagenre (PTY-standbyfunctie)
Als u op de toets PTY drukt terwijl u
naar een FM-zender luistert, licht de
indicator PTY op wanneer u een
zender ontvangt die het PTY -signaal
uitzendt en wanneer de ontvanger
in PTY -standby-modus staat. De
geselecteerde PTY -naam, die op
bladzijde 13 wordt opgeslagen,
knippert gedurende 5 seconden.
• Als het zender dat u ontvangt geen PTY-signaal
uitzendt, gaat de indicator PTY op de display
knipperen. Druk op de toets ¢ of op 4
om de ontvanger in de PTY-standby-modus te zetten.
De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de
display en de ontvanger gaat op zoek naar een
station dat wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er
zo’n station wordt gevonden, gaat de indicator PTY
op de display continu branden.
7 Als u naar een CD een andere aangestoten
aan het luisteren bent, en naar een station wilt
luisteren dat een PTY -signaal uitzendt, moet u
op PTY drukken om de ontvanger in de PTYstandby-modus te zetten. (De indicator PTY op
de display licht op.)
Als het geselecteerde PTY -programma wordt
uitgezonden terwijl de PTY -standby-modus is
ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde
PTY -naam op de display en schakelt de
afspeelbron over naar de FM-band. Het
geselecteerde PTY -programma wordt nu ten
gehore gebracht.
Druk nogmaals op de toets PTY om de
PTY-standbyfunctie uit te schakelen.
Een PTY-code invoeren voor de
standby-ontvangst van een
programmagenre
Het is mogelijk om het programmagenre waar
u het liefst naar luistert in de vorm van een
PTY-code in het geheugen van de eenheid in te
voeren zodat u hier naar kunt luisteren zodra er
zich zo’n programma aandient.
Standaard staat de eenheid voor de
standby-ontvangst van een programmagenre op
de PTY -code “NEWS” ingesteld.
1
Druk op de toets SEL (selecteren) in
en houd deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven.
(PSM: zie bladzijde 31.)
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY”
(standby) als deze niet al meteen op
de display wordt weergegeven.
Uw favoriete programmagenre
opzoeken
Het is mogelijk om naar één van maximaal zes in
het geheugen opgeslagen programmagenres te
zoeken.
Standaard liggen de volgende zes
programmagenres achter de cijfertoetsen
(1 t/m 6) opgeslagen.
Zie de informatie hieronder voor een uitleg overhet opslaan van uw favoriete programmagenres.
Zie bladzijde 14 voor een uitleg over hetzoeken van uw favoriete programma.
1
POP M
45
CLASSICS
2
ROCK MEASY M
AFFAIRS
Uw favoriete programmagenres in het
geheugen opslaan
1
Druk op de toets SEL (selecteren) in
en houd deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven.
(PSM: zie bladzijde 31.)
3
6
VARIED
NEDERLANDS
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 16.)
De naam van de
PTY-code die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven en in het
geheugen opgeslagen.
4
Druk op de toets SEL (selecteren)
om het instellen te voltooien.
2
Selecteer de vermelding “PTY SEARCH”
(zoeken) als deze niet al meteen op de
display wordt weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 16.)
De naam van de
PTY-code die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven.
• Als u de code selecteert
die al in het geheugen
ligt opgeslagen, wordt
die knipperend op de
display weergegeven.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
13
4
Druk de gewenste cijfertoets in en
houd deze minimaal 2 seconden vast
om de geselecteerde PTY-code op te
slaan onder de cijfertoets van uw
keuze.
De vermelding “MEMORY” en de geselecteerde
codenaam knipperen beurtelings op de display
en daarna knippert alleen de geselecteerde
codenaam op de display.
5
Druk op de toets SEL (selecteren)
om het instellen te voltooien.
Een programmagenre opzoeken
1
Druk op de toets PTY (programme
type) en houd deze ten minste 1
NEDERLANDS
seconde ingedrukt terwijl u naar een
FM-zender luistert.
De PTY-code die als laatste werd
geselecteerd, verschijnt op de display .
2
Selecteer een van de PTY-codes die
onder de zes cijfertoetsen (1 t/m 6)
liggen opgeslagen.
Bijv.: Indien “ROCK M” wordt
opgeslagen onder voorkeurtoets 2
De PTY -zoekopdracht naar uw favoriete
programma begint na 5 seconden.
14
• Als er een station is dat een programma
uitzendt en daarbij een PTY -signaal meezendt
dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt
geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op
dat station af.
• Als er geen station is dat een programma
uitzendt en daarbij een PTY -signaal meezendt
dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt
geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op
het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes
niet goed.
Andere nuttige RDS-functies en
het maken van aanpassingen
Automatische selectie van een station
bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van
de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op
de vooraf ingestelde voorkeurzender.
Als deze zender een RDS-zender is, gebeurt er
echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet
sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de
AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar
een andere, sterkere zender die hetzelfde
programma uitzendt als de voorkeurzender die
u hebt gekozen (dit wordt Programma zoeken
genoemd).
• Omdat het uitvoeren van de zoekopdracht enige
tijd in beslag neemt, duurt het even tot er op een
ander station wordt afgestemd.
Hoe u deze voorziening activeert, wordt hieronder
uitgelegd.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 30.
1 Druk op de toets SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat
een van de PSM-vermeldingen op de display
wordt weergegeven.
2
Druk op de toets ¢ of op 4 om de
vermelding “P-SEARCH” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van de
klok mee en selecteer “SEARCH ON”.
De voorziening Programma zoeken is nu
ingeschakeld.
4 Druk op de toets SEL (selecteren) om het
instellen te voltooien.
Als u het zoeken naar een programma wilt
beëindigen, herhaalt u de bovenstaande
procedure, maar selecteert u in stap 3 de
vermelding “SEARCH OFF” door de draaiknop
tegen de wijzers van de klok in te draaien.
De weergave op de display wijzigen
terwijl u naar een FM-zender luistert
Wat er als eerste op de display wordt
weergegeven wanneer u naar een FM-zender
luistert dat gebruik maakt van het RDS-systeem,
kunt u zelf bepalen. U kunt de oorspronkelijke
weergave desgewenst wijzigen in de
stationsnaam (PS NAME) of de frequentie van
het ontvangen station (FREQUENCY).
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 30.
1 Druk op de toets SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een
van de PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op de toets ¢ of op 4 om de
vermelding “TUNER DISP” (weergavemodus
van de tuner) te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om de gewenste
instelling te kiezen (“FREQUENCY” of “PS
NAME”).
4 Druk op de toets SEL (selecteren) om het
instellen te voltooien.
Opmerking:
Als u op D (display) drukt, kunt u de display alleen
wijzigen terwijl u naar een FM RDS-zender luistert.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt de
volgende informatie op de display weergegeven:
Stationsnaam
(PS NAME)
Frequentie station
(FREQ)
Programmagenre
(PTY)
• Na enkele seconden keert de display terug naar de
oorspronkelijke weergave.
Het volumeniveau voor
verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de standby-ontvangst van
verkeersinformatie op te geven met welk
geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat
geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie
wordt ontvangen, worden aangepast aan het
volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 30.
1 Druk op de toets SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat
een van de PSM-vermeldingen op de display
wordt weergegeven.
2 Druk op de toets ¢ of op 4 om de
vermelding “TA VOL” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om het gewenste
volume te kiezen.
U kunt het volume instellen op een waarde van
“TA VOL 00” tot “TA VOL 50”.
4 Druk op de toets SEL (selecteren) om het
instellen te voltooien.
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid
is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan
de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het
RDS-signaal van een zender worden
meegezonden.
Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt
aangepast, moet u de onderstaande procedure
volgen.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 30.
1 Druk op de toets SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat
een van de PSM-vermeldingen op de display
wordt weergegeven.
2 Druk op de toets ¢ of op 4 om de
vermelding “AUTO ADJ” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf tegen de wijzers van
de klok in om “ADJUST OFF” te kiezen.
U hebt het automatisch aanpassen van de klok
nu uitgeschakeld.
4 Druk op de toets SEL (selecteren) om het
instellen te voltooien.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt
activeren, moet u de procedure herhalen en in
stap 3 “ADJUST ON” selecteren door de
bedieningsschijf met de wijzers van de klok mee
te draaien.
Opmerking:
Nadat u voor “AUTO ADJ” de instelling “ADJUST
ON” hebt gekozen, dient u de eenheid tenminste 2
minuten op hetzelfde station afgestemd te houden,
anders wordt de klok niet aangepast. (Dit is nodig
omdat de eenheid maximaal 2 minuten nodig heeft om
de tijdgegevens in het RDS-signaal te ontvangen en
verwerken.)
geloof en religie, aangaande het
bestaan en ethiek
PHONE IN:Programma’s waarin mensen
via de telefoon of een publiek
forum hun meningen kunnen
uiten
TRAVEL:Programma’s over reizen en
bestemmingen, georganiseerde
reizen en ideeën en
mogelijkheden voor vacanties
LEISURE:Programma’s over recreatieve
bezigheden, bijvoorbeeld
tuinieren, koken, vissen, etc.
JAZZ:Jazz-muziek
COUNTRY: Country-muziek
NATION M:Huidige populaire muziek van
een bepaald land of gebied in de
taal van het land of gebied
OLDIES:Gouwe-Ouwe
FOLK M:Folk-muziek
DOCUMENT: Programma’s over feitelijke
gebeurtenissen, vaak
gepresenteerd in een
onderzoekende stijl
16
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER
Zie voor het afspelen van MP3-CD ook de paragraaf
“BEDIENING V AN DE MP3” op pagina 22 t/m 26.
Een CD afspelen
1
Open de laadopening.
Opmerking:
Als er een extern apparaat op de extra ingang is
ingesloten, dient u CD’s voorzichtig te plaatsen
en verwijderen.
2
Plaats een CD in de lade.
Opmerking:
Plaats geen disk met een diameter van 8 cm in de
laadopening omdat dergelijke disks vast komen te zitten.
De display wordt gewijzigd en geeft het volgende weer:
Het bedieningspaneel komt naar
beneden en de laadopening
verschijnt.
De CD wordt naar
binnen getrokken, het
bedieningspaneel keert
terug naar de vorige
positie (zie bladzijde
35) en de CD begint
automatisch te spelen.
• Alle tracks op de disk
worden net zo vaak
herhaald tot u het
afspelen beëindigd.
Deze functie wordt
— All Track Repeat
Play genoemd.
Opmerkingen:
• Wanneer er zich een CD in de laadopening bevindt en u
“CD” als afspeelbron selecteert door op SOURCE
te drukken, wordt de CD afgespeeld.
• Als een disk ondersteboven wordt geplaatst, wordt de
CD-speler automatisch geopend.
• Als u de CD Text afspeelt, worden op de display de titel
van de CD en de naam van de uitvoerende artiest
weergegeven. Vervolgens wordt het nummer van het
muziekstuk en de verstreken speeltijd weergegeven. Zie
ook de paragraaf “De tekst van een CD met CD Text
weergeven” (bladzijde 19) en de paragr aaf “De instelling
voor lopende tekst selecteren – SCROLL” (bladzijde 32).
Als er op een CD met CD Text veel informatie staat, kan
het zijn dat niet de hele tekst op de display wordt
weergegeven.
• Wanneer u een andere afspeelbron selecteert, stopt het
afspelen van de CD (alleen nu zonder dat de CD uit de
laadopening naar voren komt).
Stoppen met afspelen en de CD terug laten
springen
Druk op de toets 0.
Het afspelen van de CD wordt beëindigd, het
bedieningspaneel komt naar beneden en de CD
komt uit de laadopening naar voren.
Druk als u het bedieningspaneel weer in de
vorige positie wilt hebben nogmaals op de
toets 0.
• Als de lade gedurende één minuut is geopend
(of gedurende 30 seconden als u de CD hebt
uitgeworpen en de contactsleutel op “OFF” is
gesteld) is er een toon hoorbaar en keert het
bedieningspaneel terug naar de vorige positie.
Let erop dat de disk of vingers niet vast komen
te zitten tussen het bedieningspaneel en de
eenheid.
NEDERLANDS
T otaal aantal muziekstukken
op de CD die in de
CD-lade is geplaatst
Huidige muziekstukVerstreken afspeeltijd
T otale afspeeltijd van de CD
die in de CD-lade is
geplaatst
Opmerking:
Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15
seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de CD
automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst, zodat hij
niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet automatisch met
afspelen begonnen.)
17
Een muziekstuk of een
bepaald punt op de CD zoeken
Het muziekstuk versneld vooruit afspelen of
achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van
een CD op de toets
¢, en houd deze toets
ingedrukt om het muziekstuk
versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van
een CD op de toets
4, en houd deze toets
ingedrukt om het muziekstuk
achteruit af te spelen.
Naar de volgende of vorige tracks gaan
Druk tijdens het afspelen van
een CD kort op de toets
¢ om naar het begin
van de volgende track te
NEDERLANDS
Direct naar een bepaald muziekstuk gaan
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald
muziekstuk hoort, om het afspelen van dat
muziekstuk te laten beginnen.
• Om een muziekstuk met nummer 1 – 6 te
selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Om een muziekstuk met nummer 7 – 12 te
selecteren:
Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets
langer dan 1 seconde ingedrukt.
18
gaan. Elke keer wanneer u op
deze toets drukt, wordt het
begin van de volgende track
opgezocht, geselecteerd en
ten gehore gebracht.
Druk tijdens het afspelen van
een CD kort op de toets
4 om terug te keren
naar het begin van de huidige
track. Elke keer wanneer u op
deze toets drukt, wordt het
begin van de vorige track
opgezocht, geselecteerd en
ten gehore gebracht.
Nummer van
het muziekstuk
Verstreken afspeeltijd
Afspeelmodus selecteren
Tracks in willekeurige volgorde afspelen
(Random Play)
1 Druk op de toets M/B
(modus/omroepband) om de
functiemodus te activeren terwijl u
een CD afspeelt. De eenheid
schakelt over op de functiemodus.
2
Druk op de toets RND (random)
terwijl de functiemodus nog is
geactiveerd, zodat de indicator
RND op de display aangaat.
Elke keer als u op de toets RND
drukt, de willekeurige
afspeelmodus voor CD’s worden
in- of uitgeschakeld.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de
indicator RND op de display op en wordt er een
willekeurige track afgespeeld.
De geselecteerde track herhaaldelijk
afspelen (de functie One Track Repeat Play)
1 Druk op de toets M/B
(modus/omroepband) om de
functiemodus te activeren terwijl u
een CD afspeelt. De eenheid
schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op de toets RPT (repeat)
terwijl de functiemodus nog is
geactiveerd, zodat de indicator
RPT op de display aangaat.
Elke keer als u op de toets RPT
drukt, wordt de functie voor het
herhaald afspelen van één
enkele track in- of uitgeschakeld.
• Als de functie voor het herhaald
afspelen van één enkele track
wordt uitgeschakeld, wordt de
functie functie waarbij alle
tracks herhaaldelijk
geactiveerd.
Alleen intro’s afspelen (Intro scan)
Het is mogelijk om van alle tracks alleen de
eerste 15 seconden af te spelen, zodat u de
intro’s kunt beluisteren.
1
Druk op de toets M/B
(modus/omroepband) om de
functiemodus te activeren terwijl u
een CD afspeelt. De eenheid
schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op de toets INT (intro scan)
terwijl de functiemodus nog is
4
geactiveerd, zodat de
vermelding “INT” op de display
wordt weergegeven.
Elke keer als u op de toets INT
drukt
, de introscanmodus voor
CD’s worden in- of
uitgeschakeld.
Nummer van het muziekstuk dat
wordt afgespeeld
De tekst van een CD met CD
Text weergeven
Opmerkingen:
• Op de display kunnen maximaal 10 tekens tegelijk
worden weergegeven. Als de informatie uit meer dan
10 tekens bestaat, loopt de tekst automatisch van
rechts naar links over de display. Zie ook de
paragraaf “De instelling voor lopende tekst
selecteren – SCROLL” op bladzijde 32.
• Wanneer u op de toets D (display) drukt terwijl u naar
een gewone CD luistert, verschijnt de vermelding “NO
NAME” op de display voor de titel/artiest van de CD
en de titel van het muziekstuk.
Voorkomen dat de CD terugspringt
U kunt voorkomen dat de CD uit de lade springt
door deze in de lade te vergrendelen.
Druk wanneer u op de toets SEL
(selecteren), drukt tevens op de
toets 0 en houd de toetsen
gedurende minimaal 2 seconden
ingedrukt.
De vermelding “NO EJECT” zal
gedurende circa 5 seconden op
de display knipperen en de CD
wordt vergrendeld. De CD kan nu
niet meer uit de laadopening
worden gehaald.
NEDERLANDS
Op een CD met CD Text is informatie opgenomen
zoals de titel van de CD, de naam van de
uitvoerende artiest en de titel van de tracks.
Het is mogelijk om deze informatie op de display
weer te geven.
1
Selecteer tijdens het afspelen van
een CD met CD T ext de
afspeelmodus die tekst kan
weergegeven.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, verandert de
weergave op de display en wel
als volgt:
Titel van de
CD / Artiest
Nummer huidige track en
verstreken speeltijd
Titel van het
muziekstuk
Opmerking:
Als u op de toets 0 drukt terwijl het uitwerpen van
CD’s niet is toegestaan, komt het bedieningspaneel
weliswaar naar beneden geschoven, maar kan er
geen CD worden uitgenomen.
Druk op de toets 0 als u het bedieningspaneel naar
de vorige positie wilt laten terugkeren.
Als u de vergrendeling ongedaan wilt maken
en de CD weer toegankelijk wilt maken moet u
de toets 0 gedurende minimaal 2 seconden
ingedrukt houden terwijl u op de toets SEL drukt.
Vervolgens knippert de vermelding “EJECT OK”
gedurende circa 5 seconden op de display. De
laadopening is nu ontgrendeld en de CD is weer
toegankelijk.
19
INTRODUCTIE EEN MP3
Wat is MP3?
MP3 is de afkorting van een lange Engelse term:
Motion Picture Experts Group (of MPEG) Audio
Layer 3. Kort gezegd is MP3 een indeling voor
gegevensbestanden met een
compressieverhouding van 1:10 (128 Kbps*). Dit
houdt in dat u met de MP3-bestandsindeling 10
keer zoveel gegevens op een CD-R of CD-RW kunt
zetten dan er op een gewone muziek-CD past.
*Bit-rate is het gemiddelde aantal bits dat er voor 1
seconde aan audio nodig is. De bit-rate wordt uitgedrukt
in kBps, ofwel kilobits per seconde (1000 bits/seconde).
Hoe hoger de bit-rate, hoe beter de geluidskwaliteit. De
meest gangbare bit-rate voor het coderen van audio is
128 Kbps.
Deze eenheid is uitgerust met een MP3-decoder.
Dit betekent dat het mogelijk is om MP3-bestande
(tracks) af te spelen die op CD-R, CD-RW en CDROM zijn opgenomen.
Compatibel met ID3v1
In elk MP3-bestand kan aanvullende informatie
worden opgeslagen, zoals de albumtitel, naam van
de uitvoerende artiest, titel van de song, jaar van
NEDERLANDS
de opname, genre en een korte opmerking.
Deze eenheid kan dergelijk informatie (albumtitel,
naam van de uitvoerende artiest en titel van de
song), die ID3v1-tags worden genoemd, op de
display weergeven. (Zie bladzijde 45.)
• Sommige tekens kunnen niet op de juiste
manier worden weergegeven.
• Deze eenheid is niet compatibel met ID3v2.
Andere kenmerken van deze eenheid:
• Maximaal aantal hiërarchieënniveau: 8
• Maximaal aantal mappen/bestanden:255
• Beschikbare tekens voor map/bestandnaam:
• Maximaal aantal tekens voor bestandsnamen
(ISO 9660 Niveau 1): 12 (inclusief
(ISO 9660 Niveau 2):31 (inclusief
• Maximaal aantal tekens voor mapnaam: 31
Waarschuwingen met betrekking tot het
maken van MP3-bestanden op CD-R’s en
CD-RW’s
Deze eenheid kan alleen MP3-bestanden lezen die
de bestandsindeling hebben die voldoet aan deze
normen: ISO 9660 Niveau 1 of Niveau 2.
20
A–Z, 0–9, _ (underscore)
scheidingsteken—“.” en
extensie—“mp3”)
scheidingsteken—“.” en
extensie—“mp3”)
Hoe worden MP3-bestanden
opnemen en afgespeeld?
MP3-“bestanden of -tracks” worden tijdens het
opnemen “mappen” geplaatst, zoals deze in
computertermen worden genoemd.
Tijdens de opnameprocedure kunnen bestanden
en mappen op dezelfde manier worden geordend
als dat bij bestanden en mappen met
computergegevens kan.
De “hoofdmap” is de bovenste map in de
hiërarchie met mappen en bestanden. Elk
bestand en elke map vallen onder de hoofdmap
en kunnen vanuit de hoofdmap worden
benaderd.
In overeenstemming met ISO 9660 is acht het
maximale aantal mappen dat onder de hoofdmap
kan worden geplaatst. Het geheel van hoofdmap
en onderliggende mappen en bestanden wordt
de “hiërarchie” genoemd.
In welke volgorde bestanden worden afgespeeld,
doorzocht, en in welke volgorde mappen met
MP3-bestanden worden doorzocht, wordt
bepaald door de encoding-toepassing die de
muziek in MP3-indeling omzet. De
afspeelvolgorde kan dus anders zijn dan wat u in
gedachte hebt als u de mappen en bestanden
opneemt.
Op de volgende pagina is te zien hoe MP3bestanden op CD-R en CD-RW worden
opgenomen, afgespeeld en hoe deze met deze
eenheid worden opgezocht.
(Totaal)
Opmerkingen:
• Deze eenheid kan CD-ROM’s met MP3-bestanden
lezen, maar als er op de CD-ROM ook bestanden in
een andere indeling dan MP3-bestanden staan, kost
het de eenheid meer tijd de disk te doorzoeken. De
aanwezigheid van andere bestandsindelingen kan
ook een storing in de eenheid veroorzaken.
• De eenheid kan geen MP3-bestanden lezen of
schrijven als deze niet de extensie mp3 hebben.
• Deze eenheid is niet compatibel met Playlist**.
**Een playlist is een eenvoudig tekstbestand, zoals deze
op PC’s worden gebruikt, waarmee gebruikers zelf de
afspeelvolgorde van de bestanden kunnen bepalen
zonder de bestanden fysiek opnieuw te ordenen.
De configuratie van MP3-mappen en bestanden
Niveau 1
Niveau 2
1 2
Niveau 3
Hiërarchieën
Niveau 4
Niveau 5
Niveau 6
ROOT
1
: Hoofdmap
: Onderliggende
: MP3-
3 4
5 6
mappen
bestanden
ROOT
1
2
3
4
59
11102120
67
8
7
9
Opmerkingen:
• In overeenstemming met ISO 9660 is acht het maximale aantal
hiërarchie. Hierin is de hoofdmap inbegrepen.
• Als er een multi-sessie disk wordt geladen, kan alleen de laatste
sessie worden afgespeeld.
1312
151614
17
18
19
8
232224
NEDERLANDS
MP3’s afspeelvolgorde en zoekvolgorde (bladzijde 23)
• De cijfers die naast de MP3-bestanden ( ) zijn omcirkeld geven de afspeelvolgorde en de
zoekvolgorde van de MP3-bestanden aan. Normaalgesproken speelt deze eenheid MP3bestanden af in de volgorde waarin deze zijn opgenomen.
• De cijfers in de mappen geven de afspeelvolgorde en zoekvolgorde van de mappen op de MP3CD aan. Normaalgesproken speelt deze eenheid MP3-bestanden in de mappen af in de volgorde
waarin deze zijn opgenomen.
Naar een andere map gaan (bladzijde 25)
U kunt binnen dezelfde hiërarchieniveau naar een andere map gaan (b.v. van map 3 naar map 5 of
9) of naar een map in een andere hiÎrarchie (b.v. van map 5 naar map 4 of 6).
21
BEDIENING VAN DE MP3
Zie
ook de paragraaf
CD-SPELER” op pagina 17 t/m 19.
Een MP3-CD afspelen
1
Open de laadopening.
2
Plaats een MP3-CD in de lade.
NEDERLANDS
“GEBRUIK VAN DE
Het bedieningspaneel komt naar
beneden en de laadopening
verschijnt.
De eenheid trekt de
CD naar binnen, het
bedieningspaneel gaat
terug naar de vorige
positie (zie bladzijde
35) en het afspelen
begint automatisch.
Het afspelen begint automatisch bij het eerste
bestand in de eerste map nadat de
bestandscontrole is voltooid.
Vervolgens wordt de volgende informatie op
de display weergegeven:
• Als “TAG ON” wordt geselecteerd
(standaardinstelling: zie bladzijde 33)
De naam album/naam artiest (mapnaam)*
= Titel van de track (bestandsnaam)* =
Verstreken speeltijd.
* Als een MP3-bestand geen ID3-tag heeft,
worden de mapnaam en bestandsnaam
weergegeven.
• Als “TAG OFF” wordt geselecteerd
De mapnaam en bestandsnaam worden
weergegeven.
Bijv.: Als op de CD 13 mappen en 125 MP3-
bestanden staan.
22
Opmerkingen:
• Alle bestanden op de disk worden herhaald tot u het
afspelen beëindigt—de functie All File Repeat Play.
• MP3-CD vragen iets meer leestijd**.
(De hoeveelheid tijd is afhankelijk van de
complexiteit van de map- en bestandshiÎrarchie.)
**De leestijd is de tijd die de eenheid aanvankelijk nodig
heeft om de disk te onderzoeken en de
bestandsinformatie te lezen.
De display-informatie wijzigen
U kunt tijdens het afspelen van een
MP3-bestand andere
bestandsinformatie op de display
weergeven.
Elke keer wanneer u op de toets
D (display) drukt, wordt er andere
informatie op de display
weergegeven en wel als volgt:
• Als “TAG ON” wordt geselecteerd
(standaardinstelling: zie pagina 33)
Naam album/
Naam artiest
(Mapnaam)
Verstreken speeltijd/
Bestandsnummer
* Als een MP3-bestand geen ID3-tag heeft,
worden de mapnaam en bestandsnaam
weergegeven.
• Als “TAG OFF” wordt geselecteerd
Verstreken speeltijd/
Bestandsnummer
Opmerkingen:
• Op de display kunnen maximaal 10 tekens tegelijk
worden weergegeven. Als de informatie uit meer dan
10 tekens bestaat, loopt de tekst automatisch van
rechts naar links over de display.
Zie ook de paragraaf “De instelling voor lopende
tekst selecteren – SCROLL” op bladzijde 32.
Titel van
de track
(Bestandsnaam)
BestandsnaamMapnaam
Stoppen met afspelen en de CD terug laten
springen
Druk op de toets 0.
Het afspelen stopt, het bedieningspaneel komt
naar beneden geschoven en de disk wordt uit de
laadopening uitgeworpen.
Een bestand of een bepaalde
passage op een MP3-CD
opzoeken
Bestand snel vooruit of achteruit spoelen
Druk tijdens het afspelen van
een MP3-CD op de toets
¢ en houdt de toets
ingedrukt als u het bestand
wilt terugspoelen.
Druk tijdens het afspelen van
een MP3-CD op de toets
4 en houdt de toets
ingedrukt als u het bestand
vooruit wilt spoelen.
Naar een volgend of vorig bestand gaan
Druk tijdens het afspelen kort
op de toets ¢ als u
naar het begin van het
volgende bestand wilt gaan.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt het begin
van een volgend bestand
opgezocht en afgespeeld.
(Zie de paragraaf “MP3’s
afspeelvolgorde en
zoekvolgorde” op bladzijde 21.)
Druk tijdens het afspelen kort
op de toets 4 als u
naar het begin van het
huidige bestand wilt gaan.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt het begin
van een vorig bestand
opgezocht en afgespeeld.
(Zie de paragraaf “MP3’s
afspeelvolgorde en
zoekvolgorder” op bladzijde 21.)
NEDERLANDS
23
Rechtstreeks naar een bepaalde map gaan
BELANGRIJK:
Als u mappen rechtstreeks met behulp van de
cijfertoetsen wilt selecteren, dient elke map aan
het begin van de mapnaam een twee-cijferig
getal zijn toegekend. (Dit kan alleen worden
gedaan tijdens het op CD-R of CD-RW
opnemen van de MP3-bestanden.)
Bijv.: Als de mapnaam “01 ABC” is
Drukt op 1 om rechtstreeks naar
map “01 ABC” te gaan
Als de mapnaam “1 ABC” is
Drukken op 1 werkt niet
Als de mapnaam “12 ABC” is
Druk op 6 (12) en houdt de toets
ingedrukt om naar map “12 ABC”
te gaan
Als u op de cijfertoets druk die overeenkomt met
het mapgetal begint het afspelen bij het eerste
bestand in de geselecteerde map.
NEDERLANDS
• Als u een mapgetal van 01 – 06 wilt selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Als u een mapgetal van 07 – 12 wilt selecteren:
Druk op 1 (7) – 6 (12) en houdt de toets minimaal
1 seconde ingedrukt.
Opmerking:
• Als “MP3” op de display knippert nadat u een map
hebt geselecteerd, betekent dit dat er in die map
geen MP3-bestanden aanwezig zijn.
• Het is niet mogelijk een map rechtstreeks te kiezen
met een getal dat groter is dan 12.
Druk als u een bepaald bestand in een map
wilt selecteren op de toets ¢ of op de
toets 4 nadat u de map hebt geselecteerd.
24
Naar de volgende map gaan—binnen
dezelfde hiërarchieniveau of in een andere
hiërarchieniveau
Op het bedieningspaneel:
1 Druk op de toets M/B (modus/
band) terwijl er een MP3-CD
wordt afgespeeld. De eenheid
schakelt over op de functiemodus.
2
Druk kort op de toets ¢ terwijl
de functiemodus is geactiveerd.
Elke keer wanneer u stap 1 en
2 opnieuw uitvoert, wordt een
volgende map opgezocht (en
begint het afspelen bij het eerste
bestand in de map, als die er is).
(Zie de paragraaf “MP3’s
afspeelvolgorde en
zoekvolgorde” op pagina 21.)
Met de afstandsbediening:
PRESET
Elke keer waneer u op de toets drukt
en deze ingedrukt houdt, wordt een
volgende map opgezocht (en begint
het afspelen bij het eerste bestand
in de map, als die er is).
(Zie de paragraaf “MP3’s
afspeelvolgorde en zoekvolgorde”
op bladzijde 21.)
Naar de vorige map gaan—binnen
dezelfde hiërarchieniveau of in een andere
hiërarchieniveau
Op het bedieningspaneel:
1 Druk op de toets M/B (modus/
band) terwijl er een MP3-CD
wordt afgespeeld. De eenheid
schakelt over op de functiemodus.
2
Druk kort op de toets 4 terwijl
de functiemodus is geactiveerd.
Elke keer wanneer u stap 1 en
2 opnieuw uitvoert, wordt een
vorige map opgezocht (en begint
het afspelen bij het eerste
bestand in de map, als die er is).
(Zie de paragraaf “MP3’s
afspeelvolgorde en
zoekvolgorde” op bladzijde 21.)
Met de afstandsbediening:
PRESET
Elke keer waneer u op de toets drukt
en deze ingedrukt houdt, wordt een
vorige map opgezocht (en begint het
afspelen bij het eerste bestand in de
map, als die er is).
(Zie de paragraaf “MP3’s
afspeelvolgorde en zoekvolgorde”
op bladzijde 21.)
Naar de volgende map binnen dezelfde
456
hiërarchieniveau gaan
Met de afstandsbediening:
PRESET
Elke keer wanneer u op de toets
drukt, wordt een volgende map
binnen dezelfde hiërarchieniveau
opgezocht (en begint het
afspelen bij het eerste bestand in
de map, als die er is).
Voorbeeld 1: Als u een MP3-bestand in map 4
Voorbeeld 2: Als u een MP3-bestand in map 5 afspeelt
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 21)
4824
(zie de illustratie op bladzijde 21)
5935
Naar de vorige map binnen dezelfde
hiërarchieniveau gaan
Met de afstandsbediening:
PRESET
Voorbeeld 1: Als u een MP3-bestand in map 4 afspeelt
Elke keer wanneer u op de toets
drukt, wordt een vorige map
binnen dezelfde hiërarchieniveau
opgezocht (en begint het
afspelen bij het eerste bestand in
de map, als die er is).
(zie de illustratie op bladzijde 21)
Naar een map in een lagere
hiërarchieniveau gaan
Met de afstandsbediening:
Elke keer wanneer u op de toets
DISC
drukt, wordt een map in een
onderliggende hiërarchieniveau
opgezocht (en begint het
afspelen bij het eerste bestand in
de map, als die er is).
Voorbeeld 1: Als u een MP3-bestand in map 1 afspeelt
Voorbeeld 2: Als u een MP3-bestand in map 4
(zie de illustratie op bladzijde 21)
123
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 21)
Naar een map in een hogere
hiërarchieniveau gaan
Met de afstandsbediening:
DISC
Voorbeeld 1: Als u een MP3-bestand in map 3 afspeelt
Elke keer wanneer u op de toets
drukt, wordt een map in een
bovenliggende hiërarchieniveau
opgezocht (en begint het
afspelen bij het eerste bestand in
de map, als die er is).
(zie de illustratie op bladzijde 21)
321
ROOT
NEDERLANDS
4284
Voorbeeld 2: Als u een MP3-bestand in map 5 afspeelt
(zie de illustratie op bladzijde 21)
5395
Opmerking:
Als er zich geen MP3-bestand in de map bevindt die u
hebt geselecteerd, wordt de mapnaam op de display
weergegeven en knippert “MP3”. Als dit gebeurt,
schakelt de eenheid automatisch over op de
pauzestand.
Voorbeeld 2: Als u een MP3-bestand in map 5
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 21)
541
ROOT
• Als u bij de hoofdmap uitkomt, wordt het afspelen
niet gestart.
Als u rechtstreeks naar de hoofdmap wilt
gaan, moet u op de afstandsbediening op R•D
drukken. U kunt vanuit elke map teruggaan naar
de hoofdmap.
• Als er bestanden in de eerste hiërarchieniveau
zijn opgenomen zonder dat deze in een map
staan, zal de eenheid deze bestanden afspelen.
25
MP3-afspeelmodi selecteren
Tracks in willekeurige volgorde afspelen
van bestanden (Random Play)
1
Druk op de toets M/B
(modus/omroepband)terwijl er een
MP3-CD wordt afgespeeld.De
eenheid schakelt over op de
functiemodus.
2 Druk op de toets RND (random)
terwijl de functiemodus nog is
geactiveerd, zodat de indicator
RND op de display aangaat.
Elke keer wanneer u op de toets
RND, wordt de modus voor het
afspelen van willekeurige
beurtelings in- en uitgeschakeld
Als u voor het afspelen in een willekeurige
volgorde hebt gekozen, gaat de indicator RND op
NEDERLANDS
de display aan en begint het in willekeurige
volgorde afspelen van bestanden op de CD
automatisch.
Tracks herhaaldelijk afspelen van bestanden
(Repeat Play)
1
Druk op de toets M/B
(modus/omroepband)terwijl er een
MP3-CD wordt afgespeeld.De
eenheid schakelt over op de
functiemodus.
2 Druk op de toets RPT (repeat)
terwijl de functiemodus nog is
geactiveerd, zodat de indicator
RPT op de display aangaat.
Elke keer wanneer u op de toets
RPT, wordt er een andere
modus voor het herhaald
afspelen van tracks
geselecteerd, en wel in deze
volgorde:
RPT 1RPT 2
Geannuleerd
Modus
RPT 1Licht opHet huidige bestand (of
RPT 2KnippertAlle bestanden in de
Indicator
RPT
Herhaling van...
een geselecteerd
bestand).
huidige map (of de
geselecteerde map).
Alleen intro’s afspelen (Intro scan)
Het is mogelijk om van alle tracks alleen de
eerste 15 seconden af te spelen, zodat u de
intro’s kunt beluisteren.
.
4
1 Druk op de toets M/B
(modus/omroepband)terwijl er
een MP3-CD wordt
afgespeeld.De eenheid
schakelt over op de
functiemodus.
2
Druk op de toets INT (intro
scan) terwijl de functiemodus
nog is geactiveerd, zodat de
vermelding “INT” op de display
wordt weergegeven.
Elke keer wanneer u op de
toets INT drukt, wordt de
modus voor het afspelen van
intro’s beurtelings in- en
uitgeschakeld.
Bestandsnummer van het bestand
dat wordt afgespeeld
Ex.: Als “RPT 1” wordt geselecteerd
26
GELUID REGELEN
Geluid aanpassen
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens
instellen.
1
Selecteer de functie die u wilt
aanpassen.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt de aanpasbare
tijd als volgt gewijzigd:
FAD*
(Faden)
(Volume)
Indicatie Doel:Bereik
FAD*Evenwicht tussen R06 (Alleenachterin)
BALEvenwicht tussen L06 (Alleenlinks)
S. BASS**Bastonen00 (min.)
WOOFER***
VOLHet volume00 (min.)
voor- en |
achterspeakersF06 (Alleenvoorin)
aanpassen.
linker- en |
rechterspeakerR06 (Alleenrechts)
aanpassen.
aanpassen. |
Het uitvoerniveau 00 (min.)
van de subwoofer |
aanpassen.12 (max.)
aanpassen. |
VOL
BAL
(Balans)
S. BASS**
WOOFER***
(Subwoofer)
08 (max.)
50 (max.)
2
Pas het niveau aan.
Om het niveau te
verhogen.
Om het niveau te
verlagen.
Opmerking:
Normaliter stelt u het volume in met de draaiknop. U
hoeft dus niet “VOL” voor het instellen van het
volumeniveau te kiezen.
NEDERLANDS
*Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet
u FADER op “00” zetten.
** Het rijke en volle basgeluid blijft volledig
behouden, hoe laag u het volume ook instelt – de
functie Super Bass.
*** Dit heeft alleen effect als er een subwoofer is
aangesloten.
27
Vooraf ingestelde modi
selecteren
Het is mogelijk om een vooraf ingestelde modus
te selecteren als deze met uw muziekgenre
overeenkomt.
1
Druk op de toets EQ.
De laatst geselecteerde
geluidsmodus wordt
opgeroepen en wordt op de
huidige afspeelbron toegepast.
De indicator EQ indicator licht op.
Bijv: Als u eerder de instelling “FLAT” hebt
geselecteerd
2
De geluidsmodus van uw keuze
selecteren.
NEDERLANDS
FLAT O Hard Rock O R & B*O POP O
JAZZ O DanceMusic O Country O
Classic O USER 1 O USER 2 O
(terug naar het begin)
* Rhythm en blues
Elke keer wanneer u aan
de bedieningsknop
draait, wordt er een
andere geluidsmodus
geselecteerd en wel als
volgt:
Reggae O
USER 3 O
Opmerkingen:
• U kunt de vooraf ingestelde geluidsweergave
wijzigen en in het geheugen opslaan.
Meer bijzonderheden over het aanpassen en
opslaan van uw eigen geluidsinstellingen treft u aan
in de paragraaf “Geluidsweergave aanpassen en
opslaan” op bladzijde 29.
• Zie bladzijde 27 als u het basversterkingsniveau
tijdelijk wilt aanpassen.
Voor elke afspeelbron een andere
geluidsmodus opslaan (EQ Link)
Als u een geluidsmodus selecteert, wordt deze in
het geheugen opgeslagen. De geluidsmodus
wordt elke keer uit het geheugen opgeroepen
wanneer u de desbetreffende afspeelbron
selecteert.
Voor elk van de volgende afspeelbronnen kan
een geluidsmodus worden opgeslagen: FM1,
FM2, FM3, AM, CD en externe apparatuur.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
(PSM) wijzigen” op bladzijde 30.
1 Druk op de toets SEL (selecteren) en houdt deze
gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt,
zodat een van de PSM-items op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op de toets ¢of op 4 en
selecteer de vermelding “EQ LINK” (koppeling
met het geheugen voor geluidsmodi).
3 Draai de bedieningsknop met de wijzers van de
klok mee en selecteer “LINK ON”.
4 Druk op de toets SEL (selecteren) om het
instellen te voltooien.
Als u EQ Link wilt annuleren, moet u dezelfde
procedure nogmaals uitvoeren maar in stap 3
met de bedieningsknop de vermelding “LINK
OFF” selecteren.
Het EQ-niveau verandert wanneer u de
geluidsmodus selecteert.
Bijv.: Als u “POP” aanpast
Selecteer als u de geluidsmodus wilt
annuleren in stap 2 de vermelding “FLAT”.
28
• Als “EQ LINK” is ingesteld op “LINK ON”
De geselecteerde geluidsmodus kan voor de
huidige afspeelbron in het geheugen worden
opgeslagen.
Elke keer wanneer u de bron afspeelt, wordt
de bijbehorende geluidsmodus uit het
geheugen opgehaald en achter de naam van
de afspeelbron weergegeven.
• Als “EQ LINK” is ingesteld op “LINK OFF”
De geselecteerde geluidsmodus is op elke
afspeelbron die wordt geselecteerd van
toepassing.
Geluidsweergave aanpassen
en opslaan
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken aan
uw eigen wensen aan te passen en in het geheugen
op te slaan (USER 1, USER 2 en USER 3).
• Voor het uitvoeren van de onderstaande
stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure
wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid,
moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
1
Druk op de toets EQ.
Bijv.: Als u eerder de instelling “POP” hebt
2
Druk op de toets SEL (selecteren)
om het geluidselement dat u wilt
aanpassen te selecteren.
De laatst geselecteerde
geluidsmodus wordt
opgeroepen en wordt op de
huidige afspeelbron toegepast.
geselecteerd
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, wordt er een
ander geluidselement
geselecteerd om aan te
passen, en wel in deze
volgorde:
3
Het geselecteerde geluidselement
aanpassen.
• Raadpleeg de onderstaande tabel als u
het geselecteerde geluidselement wilt
aanpassen.
4
Herhaal stap 2 en 3 als u nog andere
geluidselementen wilt aanpassen.
5
Selecteer een van de door de
gebruiker zelf opgegeven geluidsmodi
(USER1, USER2, USER3).
Bijv.: Als u “USER 2” aanpast
6
Druk op de toets EQ om de
aanpassingen op te slaan.
NEDERLANDS
LOW FREQ.* = LOW WIDTH = LOW LEVEL =
MID FREQ.* = MID WIDTH = MID LEVEL =
HIGH FREQ.* = HIGH LEVEL
(terug naar het begin)
FREQ. (LOW, MID, HIGH):
Selecteer de middenfrequentie.
WIDTH (LOW, MID):
Selecteer de bandbreedte (Q).
LEVEL (LOW, MID, HIGH):
Pas het verbeteringsniveau aan.
* Door op de toets ¢ of op 4,
te drukken, kunt u rechtstreeks te
volgende keuzes maken:
LOW FREQ.
HIGH FREQ.
=
MID FREQ.
De fabrieksinstellingen herstellen
Herhaal de procedure en ken de
fabrieksinstellingen toe. U vind deze in de tabel
op bladzijde 45.
Indicatie
FREQ.
WIDTH
LEVEL
50 Hz700 Hz8 kHz
80 Hz1 kHz12 kHz
120 Hz2 kHz
1 (min.)1 (min.)
4 (max.)2 (max.)
–06 (min.) –06 (min.) –06 (min.)
+06 (max.) +06 (max.) +06 (max.)
Vooraf ingestelde
waarden
LOWMIDHIGH
||
|||
29
ANDERE HOOFDFUNCTIES
Klok instellen
1
Druk op de toets SEL (selecteren) in
en houd deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (Zie bladzijde 31.)
2
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK HOUR”
als deze al niet meteen op de display
wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
12
NEDERLANDS
3
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK MIN”.
2 Pas de minuten aan.
12
Als u wilt weten hoe laat het is terwijl de eenheid
is uitgeschakeld drukt op de toets D (display).
De stroom wordt vervolgens ingeschakeld en
gedurende 5 seconden wordt de tijd van de klok
weergegeven. Daarna wordt de stroomtoevoer
weer uitgeschakeld.
De algemene instellingen
wijzigen (PSM)
Het is mogelijk om de instellingen voor de items
die op de volgende bladzijde staan vermeld te
wijzigen.
Basisprocedure
1
Druk op de toets SEL (selecteren) in
en houd deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (Zie bladzijde 31.)
2
Selecteer het item waarvan u de
instelling wilt wijzigen. (Zie bladzijde
31.)
30
4
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “24H/12H”.
2 Selecteer de vermelding “12HOUR” of
“24HOUR”.
12
5
Druk op de toets SEL (selecteren)
om het instellen te voltooien.
3
Wijzig het PSM-item dat u hebt
geselecteerd.
4
Herhaal stap 2 en 3 als u de andere
PSM-items wilt aanpassen.
5
Druk op de toets SEL (selecteren) om
het instellen te voltooien.
Modus met voorkeursinstellingen (PSM)-onderdelen
12
3
Stel in.
Tegen de
wijzers van
Kies.Houd.
CLOCK HOUR Instellen van het uur
CLOCK MINInstellen van de minute
EQ LINKKoppeling met het geheugen
24H/12H
AUTO ADJ
CLOCK DISPWeergave van de klok
TUNER DISP
PTY STBYPTY-standby
PTY SEARCH PTY-zoeken
TA VOL
P-SEARCHProgramme zoeken
DAB AF*Zoeken naar alternatieve
LEVEL/EQIndicator voor equalizer en
DIMMERDimmermodus
TELEPHONEAudiodemping voor cellulaire
BEEP SWPieptoon bij toetsbediening
P.AMP SWSchakelaar voor ingebouwde
CONTRASTContrast van de weergave
SCROLLModus voor lopende tekst
voor geluidsmodi
24/12-uur aanduiding voor de klok
Automatische instellen van de klok
Weergavemodus van de tuner
Volume voor verkeersinformatie
frequenties
niveau
telefoonsystemen
versterker
op de display
de klok in
TerugVerder
TerugVerder
12HOUR24HOUR24HOUR30
ADJUST OFFADJUST ONADJUST ON15
CLOCK OFFCLOCK ONCLOCK ON32
FREQUENCY
29 programmatypen
(Zie bladzijde 13 en 16.)
TA VOL 00 – TA VOL 50
SEARCH OFFSEARCH ONSEARCH OFF
AF OFFAF ONAF ON
EQ ONLY LEVEL+EQ
LEVEL ONL Y
AUTO OFF
ON
MUTING OFF MUTING1
MUTING2
BEEP OFFBEEP ONBEEP ON
P .AMP OFFP .AMP ONP.AMP ON32
CONTRAST 1 – CONTRAST 10 CONTRAST 532
ONCE
OFF
CUTOFF FAfbreekfrequentie van de
LINE ADJAanpassen van het
AUX ADJAangepast niveau voor
KEY SELECT Selectie van modus voor
IF FILTERIntermediate Frequency-filter
DEMO MODE Demonstratiemodus
TAG DISPWeergave van tags
subwoofer
ingangsniveau
extern apparaat
bediening met externe sleutel
FREQ MID
FREQ LOW
L.ADJ 00 – L.ADJ 05
A.ADJ 00 – A.ADJ 05
DVD
OFF
WIDEAUTOAUTO33
DEMO OFFDEMO ONDEMO ON
• Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
* Wordt alleen weergegeven indien de DAB-tuner is aangesloten.
Fabrieksin-
Met de
stellingen
wijzers
van de
klok mee
0:00
LINK ONLINK OFF
PS NAMEPS NAME
AUTO
FREQ HIGH
VCR
TAG ONTAG ON33TAG OFF
LINK OFF
NEWS13
TA VOL 2015
EQ ONLY
AUTO32
MUTING OFF
ONCE
FREQ MID
L.ADJ 00
A.ADJ 0033
DVD
Zie
blz.
30
28
15
14
44
32
32
32
32
33
33
33
33
NEDERLANDS
31
Weergave van de klok selecteren
– CLOCK DISP
Het is mogelijk om de klok op de display weer te
geven of juist niet weer te geven wanneer de
eenheid is ingeschakeld.
Bij het verlaten van de fabriek is de klok
standaard ingesteld om op de display te worden
weergegeven.
• CLOCK ON: Weergave van de klok op de
• CLOCK OFF: De tijdsaanduiding staat uit.
display is ingeschakeld.
De niveau-indicator selecteren – LEVEL/EQ
U kunt zelf opgeven welk niveau op de display
moet worden weergegeven.
Bij het verlaten van de fabriek is wordt deze
modus ingesteld op “EQ ONLY”.
• EQ ONLY:Het equalizerpatroon wordt
• LEVEL+EQ: Het equalizerpatroon en de
• LEVEL ONLY: De audioniveaumeter licht vanuit
weergegeven.
audioniveaumeter worden
weergegeven.
het midden naar boven en
beneden op.
De instelling voor de dimmerfunctie
NEDERLANDS
selecteren – DIMMER
Bij het inschakelen van de koplampen van de
auto wordt de verlichting van de display
automatisch gedimd (de functie Auto Dimmer).
Bij het verlaten van de fabriek is de functie Auto
Dimmer van de eenheid standaard ingeschakeld.
• AUTO:
• OFF:
• ON:De display wordt gedimd.
Opmerking:
Het kan zijn dat de functie Auto Dimmer van deze eenheid
bij bepaalde voertuigen niet goed werkt, vooral niet bij
voertuigen met een bedieningsfunctie voor de dimmer.
In dergelijke gevallen moet u de dimmerfunctie op
“ON” of “OFF” instellen.
De functie Auto Dimmer is ingeschakeld.
De functie Auto Dimmer is itgeschakeld.
Audiodemping voor mobiele
telefoongesprekken selecteren – TELEPHONE
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een
cellulair telefoonsysteem is aangesloten.
Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem
dat u gebruikt “MUTING 1” of “MUTING 2”.
Welke dempingsmogelijkheid u kiest, hangt af
van de vraag welke instelling het geluid het beste
dempt. Bij het verlaten van de fabriek is deze
modus standaard uitgeschakeld.
• MUTING 1:
• MUTING 2:
• MUTING OFF:
32
Selecteer deze modus als u
hiermee het geluid kunt dempen.
Selecteer deze modus als u
hiermee het geluid kunt dempen.
Hiermee wordt de audiodemping
voor telefoongesprekken
uitgeschakeld.
Geluid bij het aanraken van de toetsen
in- en uitschakelen – BEEP SW
Het is mogelijk om het geluid dat u hoort bij het
aanraken van de toetsen uit te schakelen als u deze
geluiden storend vindt. Bij het verlaten van de
fabriek is de functie voor het weergeven van geluid
bij het aanraken van de toetsen echter ingeschakeld.
• BEEP ON: Hiermee schakelt u het geluid bij
• BEEP OFF: Hiermee schakelt u het geluid bij
het aanraken van de toetsen in.
het aanraken van de toetsen uit.
De stroomtoevoer voor de versterker in- of
uitschakelen – P. AMP SW.
Het is mogelijk de ingebouwde versterker uit te
schakelen en de audiosignalen alleen naar de
externe versterker(s) te sturen om zo een
helderder geluid te verkrijgen en om te voorkomen
dat de eenheid te veel warmte ontwikkelt.
Bij het verlaten van de fabriek wordt de schakelaar
voor de eindversterker standaard zodanig
ingesteld dat de ingebouwde versterker werkt.
• P. AMP ON: Selecteer deze modus als u geen
• P. AMP OFF:
externe versterker(s) gebruikt.
Selecteer deze modus als u een of
meer externe versterker(s) gebruikt.
Het contrastniveau van de display
aanpassen – CONTRAST
Het is mogelijk om de heiderheid van de display te
wijzigen. U kunt kiezen uit instelling 1 (donker) t/m
10 (licht). Bij het verlaten van de fabriek staat het
contrast standaard ingesteld op niveau 5.
De instelling voor lopende tekst selecteren
– SCROLL
U kunt de modus voor lopende tekst selecteren
zodat informatie op een CD die uit meer dan 10
tekens bestaat naar wens wordt weergegevan.
Bij het verlaten van de fabriek staat deze functie
standaard ingesteld op “ONCE”, waardoor
informatie éénmaal als lopende tekst op de
display wordt weergegeven.
• ONCE:De tekst wordt een keer als lopende
• AUTO:De tekst wordt voortdurend (met
• OFF:Er wordt geen lopende tekst
Opmerking:
Zelfs als de modus voor lopende tekst is ingesteld op
“OFF”, kunt u lopende tekst weergeven door
gedurende minimaal 1 seconde op de toets D (display)
te drukken.
tekst weergegevan.
tussenpozen van 5 seconden)
weergegeven.
weergegevan.
De afbreekfrequentie voor de subwoofer
instellen –
Als er een subwoofer op de eenheid is aangesloten,
dient u een begrenzingsfrequentie voor de
subwoofer op te geven.
Bij het verlaten van de fabriek wordt de
begrenzingsfrequentie standaard ingesteld op
“FREQ MID”.
• FREQ LOW: Frequenties boven de 50 Hz
• FREQ MID:Frequenties boven de 80 Hz
• FREQ HIGH: Frequenties boven de 120 Hz
CUTOFF F
worden niet via de subwoofer ten
gehore gebracht.
worden niet via de subwoofer ten
gehore gebracht.
worden niet via de subwoofer ten
gehore gebracht.
Het niveau van de lijninvoer aanpassen
– LINE ADJ
Als er een extern apparaat op de ingang LINE IN is
aangesloten, dient u het niveau van de lijninvoer aan
te passen aan het externe apparaat.
Bij het verlaten van de fabriek wordt het niveau van
de lijninvoer ingesteld op 00.
Als het niveau van de lijninvoer van het aangesloten
apparaat niet hoog genoeg is, dient u het niveau aan
te passen. Als u dat niet doet, hoort u wellicht erg
hard geluid als u van het externe apparaat
overschakelt op een andere afspeelbron.
Het invoerniveau van de extra ingang
aanpassen – AUX ADJ
Als er een extern apparaat op de extra ingang is
aangesloten, dient u het niveau van de lijninvoer aan
te passen aan het externe apparaat.
Bij het verlaten van de fabriek wordt het niveau van
de extra ingang ingesteld op 00.
Als het niveau van de lijninvoer van het aangesloten
apparaat niet hoog genoeg is, dient u het niveau aan
te passen. Als u dat niet doet, hoort u wellicht erg
hard geluid als u van het externe apparaat
overschakelt op een andere afspeelbron.
Het apparaat selecteren dat u via deze
ontvanger wilt bedienen – KEY SELECT
U kunt via de cijfertoetsen op het bedieningspaneel
van deze ontvanger de videorecorder of DVD-speler
van JVC bedienen.
Bij het verlaten van de fabriek zijn de cijfertoetsen
ingesteld om een DVD-speler te bedienen. Zie
bladzijde 37 als u een videorecorder met de
cijfertoetsen wilt bedienen.
De selectiviteit van de FM-tuner wijzigen
– IF FILTER
In bepaalde gebieden kunnen zenders die zich in
elkaars nabijheid bevinden elkaar storen. Deze
eenheid kan dergelijke storing automatisch (“AUTO”)
verminderen. Dit is de standaardinstelling van deze
eenheid bij het verlaten van de fabriek.
• AUT O: Als zich dergelijke storingen voordoen,
• WIDE: Met deze instelling kan de ontvanger
vermindert de eenheid automatisch de
selectiviteit van de ontvanger, zodat de
storingen worden verminderd. (T evens
gaat het stereo-effect verloren.)
door naburige zenders worden gestoord,
maar is de geluidskwaliteit optimaal en
blijft het stereo-effect behouden.
De demonstratiemodus in- of uitschakelen
– DEMO MODE
U kunt de demonstratiemodus in- of uitschakelen. Bij
het verlaten van de fabriek wordt de instelling
“DEMO ON” gekozen.
• DEMO ON:
• DEMO OFF: Hiermee wordt de demonstratie
Opmerking:
Als de eenheid opnieuw wordt ingesteld met de Resetknop (en de stroom is ingeschakeld), begint de
demonstratie na circa 10 seconden zonder geluid.
Hiermee wordt de demonstratiemodus
ingeschakeld. de demonstratie begint
automatisch als er circa 3 minuten
geen geluid is afgespeeld.
uitgeschakeld.
Het weergeven van tags in- en
uitschakelen – TAG DISP
In een MP3-bestand kan bestandsinformatie liggen
opgeslagen in een zogeheten “ID3-tag”. In dit label
kan informatie liggen opgeslagen zoals de naam van
het album, de artiest, de titel van de track, enz.
Er zijn twee versies: ID3v1 (ID3=tag, versie 1) en
ID3v2 (ID3-tag ,versie 2). Deze eenheid kan alleen
informatie van het type ID3v1 verwerken.
Bij het verlaten van de fabriek wordt de functie voor
het weergeven van tags op de eenheid ingeschakeld
(“TAG ON”).
• TAG ON:Weergave van informatie in ID3-tags is
• TAG OFF: Weergave van informatie in ID3-tags
ingeschakeld tijdens het afspelen van
MP3-bestanden.
* Als een MP3-bestand geen ID3-tag
heeft, worden de mapnaam en
bestandsnaam weergegeven.
Opmerking:
Als u tijdens het afspelen van een MP3bestand de instelling wijzigt van “TAG
OFF” naar “TAG ON”, wordt het
weergeven van informatie die in tags ligt
opgeslagen vanaf het volgende bestand
geactiveerd.
is uitgeschakeld tijdens het afspelen
van MP3-bestanden. (Alleen de
mapnaam en de bestandsnaam
worden weergegeven.)
NEDERLANDS
33
Namen aan bronnen
toekennen
U kunt CD’s en het externe apparaat een naam
toekennen.
De naam die u toekent, wordt vervolgens op de
display weergegeven wanneer u het
desbetreffende apparaat selecteert.
BronnenMaximaal aantal tekens
CD’s*32 tekens
Extern apparaat10 tekens
(LINE INPUT en
AUX INPUT)
* Het is niet mogelijk een naam toe te kennen aan een
CD met CD Text of een MP3-CD.
1
Selecteer een bron waaraan u een
naam wilt toekennen.
NEDERLANDS
2
Druk op de toets SEL (selecteren) en
houdt deze gedurende minimaal 2
seconden ingedrukt terwijl u op D
(display) drukt.
(maximaal 40 CD’s)
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt er een
andere afspeelbron
geselecteerd, en wel in de
volgorde zoals die op
bladzijde 7 staat beschreven.
3
Selecteer de tekenset die u wilt
gebruiken zolang “
knippert.
Hoofdletters ( )
4
Selecteer het gewenste teken.
5
Verplaats de cursor naar de positie
voor het volgende of het vorige teken.
6
Herhaal stap 3 t/m 5 tot u de
volledige naam die u wilde invoeren
hebt opgegeven.
7
Voltooi de procedure terwijl het
laatst geselecteerde teken knippert.
Elke keer dat u op deze toets
drukt, selecteert u een andere
tekenset. De beschikbare
tekensets worden in deze
volgorde op de display aan u
aangeboden:
Cijfers en symbolen ( )
” op de display
Kleine letters ( )
Meer informatie over de
beschikbare tekens treft u
aan op bladzijde 45.
34
Indien u een “CD PLAY” als bron selecteert
De ingevoerde tekens verwijderen
Volg de bovenstaande procedure en voer nu in
plaats van tekens spaties in.
Opmerkingen:
• Als u probeert een naam toe te kennen aan een 41e CD,
verschijnt de vermelding “NAME FULL” op de display
om aan te geven dat u geen naam kunt toekennen.
(Verwijder in dit geval namen die u niet wilt.)
• Wanneer er een CD-wisselaar is aangesloten, kunt u
ook namen toekennen aan CD’s in de CD-wisselaar.
De namen kunnen ook op de display worden
weergegeven als u de CD’s in deze eenheid plaatst.
De hoek van het
bedieningspaneel wijzigen
De hoek van het bedieningspaneel kan op een
van vier posities worden ingesteld.
Pas de hoek naar wens aan.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, wordt de hoek
gewijzigd, en wel in deze
volgorde:
LET OP:
Steek NOOIT uw vinger
tussen het
bedieningspaneel en de
eenheid aangezien u het
risico loopt vast te komen
zitten of u zichzelf zeer
doet.
A
D
B
NEDERLANDS
C
Met behulp van de afstandsbediening
Druk herhaaldelijk op de toets ANGLE ∞. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de hoek
van het bedieningspaneel en wel in deze volgorde: Å, ı, Ç en tot slot Î.
Het bedieningspaneel in de oorspronkelijke positie terugzetten,
Druk herhaaldelijk op de toets ANGLE 5. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de hoek
van het bedieningspaneel en wel in omgekeerde volgorde: Î, Ç, ı en tot slot Å.
35
Bedieningspaneel verwijderen
U kunt het bedieningspaneel verwijderen,
wanneer u uit de auto stapt.
U moet het bedieningspaneel voorzichtig
verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen,
zodat de connectors op de achterkant van het
bedieningspaneel en de houder van het
bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Bedieningspaneel verwijderen
Alvorens het bedieningspaneel te verwijderen:
• Let erop dat stroom is uitgeschakeld
• Let er later op dat u het paneel weer op de
juiste wijze terugplaatst
1
Ontgrendel het bedieningspaneel.
NEDERLANDS
Het bedieningspaneel
komt naar u toe
geschoven.
2
Schuif het bedieningspaneel naar
rechts en trek het vervolgens naar
u toe.
Bedieningspaneel weer
1
Plaats de linkerzijde van het
bedieningspaneel in de inkeping op
het kader voor het bedieningspaneel.
2
Druk op de rechterzijde van het
bedieningspaneel om het paneel aan
het kader te bevestigen.
Opmerking over het reinigen van de connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen
de connectors op een gegeven moment minder
goed gaan functioneren.
Om deze mogelijkheid tot het minimum te
beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd
met een met alcohol bevochtigde katoenen doek
schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors
daarbij niet beschadigt.
36
3
Stop het losgemaakte
bedieningspaneel in het daarvoor
bestemde doosje.
Connectors
BEDIENING VAN HET EXTERNE APPARAATEN
MD-speler, enz.
ingang voor
externe apparatuur
Externe apparatuur afspelen
Op deze eenheid kunnen twee externe apparaten
worden aangesloten.
Het ene apparaat kan op de extra ingang op het
bedieningspaneel worden aangesloten en het
andere op de ingang LINE IN op de achterzijde.
Het is mogelijk een DVD-speler of
videorecorder van JVC op de ingangen
met de aanduiding LINE IN aan te sluiten.
U kunt een DVD-speler of videorecorder van
JVC via deze ontvanger bedienen. Gebruik
hiertoe de cijfertoetsen op het
bedieningspaneel.
Als u een videorecorder bedient, dient u de
bedieningsmodus van de cijfertoetsen te
veranderen van de DVD-bedieningsmodus
naar de modus voor het bedienen van de
videorecorder (de VCR-bedieningsmodus). (Zie
de paragraaf “Het apparaat selecteren dat u via
deze ontvanger wilt bedienen – KEY SELECT”
op bladzijde
Als het invoerniveau van het externe
apparaat niet hoog genoeg is, dient u het
niveau van het invoerniveau aan te passen.
Als u dit niet doet, hoort u wellicht erg hard
geluid als u van het externe apparaat
overschakelt op een andere afspeelbron. (Zie
de paragraaf “Het niveau van de lijninvoer
aanpassen – LINE ADJ” en de paragraaf “Het
invoerniveau van de extra ingang aanpassen
– AUX ADJ” op
33.)
bladzijde
33.)
1
Selecteer het externe apparaat (AUX
INPUT of LINE INPUT).
Als u een afspeelbron
selecteert, wordt
automatisch de stroom
ingeschakeld.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt er een
andere afspeelbron
geselecteerd, en wel in de
volgorde zoals die op
bladzijde 7 staat beschreven.
AUX INPUT: Het apparaat dat op de extra
LINE INPUT:Het apparaat dat op de LINE
ingang van het
bedieningspaneel is
aangesloten kan nu worden
bediend.
IN-ingang aan de achterzijde
van de eenheid is aangesloten
kan nu worden bediend.
NEDERLANDS
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
37
2
Schakel het aangesloten apparaat
aan en start het afspelen van de
afspeelbron.
• Als u een DVD-speler of videorecorder van
JVC aansluit, kunt u de volgende
bewerkingen uitvoeren.
Als u een videorecorder aansluit:
: Hiermee wordt de stroom in- of
uitgeschakeld.
3:
Hiermee start u het afspelen van een
videoband.
¡:
Hiermee wordt de cassette snel vooruit
gespoeld, indien ingedrukt gehouden.
1:
Hiermee wordt de cassette snel achteruit
gespoeld, indien ingedrukt gehouden.
7:
Hiermee stopt u het afspelen van een
videoband.
Als u een DVD-speler aansluit:
: Hiermee wordt de stroom in- en
uitgeschakeld.
3:
Hiermee start u het afspelen van een
videoband.
¡:
• Hiermee wordt de track snel vooruit
gespoeld als de toets ingedrukt wordt
gehouden.
• Hiermee gaat u naar het begin van de
volgende tracks als u de toets kort
NEDERLANDS
ingedrukt houdt.
1:
• Hiermee wordt de track snel achteruit
gespoeld als de toets ingedrukt wordt
gehouden.
• Hiermee gaat u naar het begin van de
huidige track als de toets kort ingedrukt
wordt gehouden.
Hiermee gaat u elke keer wanneer u de
toets indrukt naar het begin van een
vorige track.
7:
Hiermee stopt u het afspelen van een
videoband.
Opmerking:
Als u de bovenstaande toetsen gebruikt, wordt de
vermelding “DVD” op de display en de bedieningsmodus
(zoals 3, 7 ) weergegeven.
Opmerking:
Als u de bovenstaande toetsen gebruikt, wordt de
vermelding “VCR” op de display en de bedieningsmodus
(zoals 3, 7 ) weergegeven.
3
Regel het volume.
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
(Zie bladzijde 27.)
38
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR
We raden u aan bij uw eenheid alleen gebruik te
maken van de CH-X-serie.
Als u een andere automatische CD-wisselaar in
uw bezit hebt, raden we u aan contact op te
nemen met uw JVC-dealer in auto-accessoires
voor meer informatie over de juiste aansluitingen.
• Bijv.: Als u een CD-wisselaar uit de KD-MK
serie hebt, hebt u een kabel (KS-U15K)
nodig om deze met het apparaat te verbinden.
Alvorens uw automatische CD-wisselaar te
gebruiken:
• Lees de instructies door die bij uw
CD-wisselaar zijn geleverd.
• Als er geen CD’s in de houder van de
CD-wisselaar aanwezig zijn of wanneer de
CD’s ondersteboven in de houder zitten,
verschijnt op het afleesvenster de tekst
“NO DISC”. Als dit gebeurt, moet u de
houder verwijderen en de CD’s op de juiste
wijze in de houder plaatsen.
• Als op het afleesvenster de tekst “RESET 1”
– “RESET 8” verschijnt, is er iets fout met de
verbinding tussen dit apparaat en de
CD-wisselaar. Als dit gebeurt, moet u de
verbinding controleren, de verbindingskabel(s) stevig vastmaken. En dan op de
resetknop van de CD-wisselaar drukken.
CD’s afspelen
Selecteer de automatische CD-wisselaar
(CD CHANGER).
Als u een afspeelbron
selecteert, wordt automatisch
de stroom ingeschakeld.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt er een
andere afspeelbron
geselecteerd, en wel in de
volgorde zoals die op
bladzijde 7 staat beschreven.
CD-nummer
Nummer van het
muziekstuk
Verstreken afspeeltijd
Versneld vooruit afspelen en achteruit
afspelen van het muziekstuk
Druk tijdens het afspelen van
een CD op de toets ¢
en houd deze toets ingedrukt
om het muziekstuk versneld
vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van
een CD op de toets
4 en houd deze toets
ingedrukt om het muziekstuk
achteruit af te spelen.
Vorige of volgende tracks selecteren
Druk terwijl u een CD afspeelt
korte tijd op de toets ¢
om naar het begin van de
volgende track te gaan. Elke
keer wanneer u op deze toets
drukt, gaat u naar de
volgende track, die
vervolgens ten gehore wordt
gebracht.
Druk terwijl u een CD
afspeelt korte tijd op de toets
4 om naar het begin
van de huidige track te gaan.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, gaat u naar de
vorige track, die vervolgens
ten gehore wordt gebracht.
NEDERLANDS
39
Direct naar een bepaalde CD gaan
INT 1INT 2
Geannuleerd
Druk op de cijfertoets die correspondeert met het
nummer van de CD om het afspelen te laten
beginnen (tijdens weergave van de CD-wisselaar).
• Nummer 1 – 6 selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Nummer 7 – 12 selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12) en houd deze toets
langer dan 1 seconde ingedrukt.
CD-nummer
Nummer van
het muziekstuk
Bijv.: Wanneer CD nummer 3 wordt geselecteerd
NEDERLANDS
Kiezen van de weergavefunctie
Verstreken afspeeltijd
Tracks herhaaldelijk afspelen (Repeat Play)
1 Druk op de toets M/B
(modus/omroepband)terwijl er
een CD wordt afgespeeld.De
eenheid schakelt over op de
functiemodus.
2 Druk op de toets RPT (repeat)
terwijl de functiemodus nog is
geactiveerd, zodat de indicator
RPT op de display aangaat.
Elke keer wanneer u op de toets
RPT, wordt er een andere modus
voor het herhaald afspelen van
tracks geselecteerd, en wel in
deze volgorde:
RPT 1RPT 2
Geannuleerd
Modus
RPT1Licht opHet spelende (of
RPT2KnippertAlle fragmenten van de
Indicator
RPT
Herhaling van...
ingestelde) fragment.
spelende (of ingestelde)
CD.
Tracks in willekeurige volgorde afspelen
(Random Play)
1 Druk op de toets M/B
(modus/omroepband)terwijl er
een CD wordt afgespeeld.De
eenheid schakelt over op de
functiemodus.
2 Druk op de toets RND (random)
terwijl de functiemodus nog is
geactiveerd, zodat de indicator
RND op de display aangaat.
Elke keer wanneer u op de toets
RND, wordt er een andere modus
voor het in willekeurige volgorde
afspelen van tracks geselecteerd,
en wel in deze volgorde:
RND 1
Geannuleerd
Modus
RND1Licht opAlle muziekstukken van
RND2KnippertAlle muziekstukken van
40
Indicator
RND
Afspelen in
willekeurige volgorde
de huidige CD, daarna
de muziekstukken van de
volgende CD enzovoorts.
alle CD’s in de CD-houder .
RND 2
Alleen intro’s afspelen (Intro scan)
Het is mogelijk om van alle tracks alleen de
eerste 15 seconden af te spelen, zodat u de
intro’s kunt beluisteren.
4
Modus
INT1Van alle opnames op
INT2Van de eerste opname
1 Druk op de toets M/B
(modus/omroepband)terwijl er
een CD wordt afgespeeld.De
eenheid schakelt over op de
functiemodus.
2 Druk op de toets INT (intro scan)
terwijl de functiemodus nog is
geactiveerd, zodat de vermelding
“INT” op de display wordt
weergegeven. Elke keer wanneer
u op de toets INT, wordt er een
andere voor het in
introscanmodus volgorde
afspelen van tracks geselecteerd,
en wel in deze volgorde:
Indicator
Opnamenummer
flikkert
Het track- en
disk-nummer
knipperen
Speelt het begin
(15 seconden)
alle ingebrachte CD’s.
op iedere ingebrachte
CD.
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER
We raden u aan om in combinatie met deze
eenheid DAB-tuner KT-DB1500 te gebruiken.
Neem contact op met de JVC-dealer in autoaccessoires als u een andere DAB-tuner hebt.
• Zie ook de instructies die bij de DAB-tuner
werden geleverd.
Wat is het DAB-system?
DAB is een van de digitale radiozendsystemen
die momenteel in gebruik zijn. Met deze
technologie is het mogelijk CD’s af te spelen
met hoge geluidskwaliteit zonder storingen en
signaalvervorming. U kunt er zelfs tekst,
afbeeldingen en gegevens mee versturen.
In tegenstelling tot FM-uitzendingen, waarbij
elk programma op een aparte frequentie
wordt uitgezonden, worden bij DAB
verschillende programma’s (die “services”
worden genoemd) met elkaar gecombineerd
tot een “ensemble”.
Alleen wanneer u een DAB-tuner op deze
eenheid aansluit, kunt u van deze
DAB-services gebruik maken.
Afstemmen op een ensemble
en op een van de services
Een ensemble bestaat doorgaans uit 6 of meer
programma’s (services) die tegelijkertijd worden
uitgezonden. Nadat u op een ensemble hebt
afgestemd, kunt u kiezen naar welke service u
wilt luisteren.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Als u een afspeelbron
selecteert, wordt
automatisch de stroom
ingeschakeld.
Elke keer wanneer u op
deze toets drukt, wordt er
een andere afspeelbron
geselecteerd, en wel in de
volgorde zoals die op
bladzijde 7 staat
beschreven.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1,
DAB2 of DAB3).
Elke keer wanneer u de
toets minimaal 1 seconde
ingedrukt houdt, wordt er
een andere DAB-band
geselecteerd:
D1
(DAB 1)
D2
(DAB 2)
D3
(DAB 3)
NEDERLANDS
Opmerking:
Deze ontvanger is uitgerust met drie DAB-banden
(DAB1, DAB2, DAB3). U kunt met elke D AB-band
op een ensemble afstemmen.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
41
3
Zoek een ensemble op.
Druk op de toets
¢ afstemmen op
een ensemble met een
hogere frequentie.
Druk op de toets
4 afstemmen op
een ensemble met een
lagere frequentie.
Zodra er een ensemble wordt gevonden, wordt
het zoeken gestaakt.
Als u het zoeken wilt stoppen nog voordat
er een ensemble is gevonden, moet u de
toets die u hebt ingedrukt om het zoeken in
gang te zetten nogmaals indrukken.
4
Selecteer de service waarnaar u wilt
luisteren.
NEDERLANDS
1 Druk op de toets
M/B (modus/
omroepband).
Binnen
5 seconden
2 Druk op de toets
¢ of op 4
te selecteren de
service van uw
keuze.
De informatie op de display wijzigen
wanneer u op een ensemble afstemt
Normaliter wordt de naam van de service op de
display weergegeven.
Druk op de toets D (display) als u andere
informatie op de display wilt weergeven.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
verschijnt de volgende informatie gedurende een
korte tijd in het bovenste gedeelte van de display.
Naam van de service
Naam van het ensemble
Kanaalnummer
Frequentie
Zonder zoeken afstemmen op een bepaald
ensemble:
1 Druk op de toets SOURCE om de DAB-tuner
als afspeelbron te selecteren.
2
Druk op de toets M/B (
houd de toets minimaal 1 seconde ingedrukt om
de DAB-band te selecteren: DAB 1, DAB 2 of
DAB 3.
3 Druk op de toets ¢ of op 4 en
houd deze gedurende minimaal 1 seconde
ingedrukt.De vermelding “MANUAL” knipperde
op de display.
4 Druk herhaaldelijk op de toets ¢ of op
4 tot u het ensemble van uw keuze
bereikt.
• Als u de toets ingedrukt houdt, wordt er net
zo lang een ander ensemble gekozen tot u
de toets weer loslaat.
modus/omroepband
) en
42
DAB-frequenties in het
geheugen opslaan
Er kunnen maximaal 6 DAB-services voor elke
DAB-band (DAB1, DAB2 en DAB3) handmatig in
het geheugen worden opgeslagen.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Als u een afspeelbron
selecteert, wordt
automatisch de stroom
ingeschakeld.
Elke keer wanneer u op
deze toets drukt, wordt er
een andere afspeelbron
geselecteerd, en wel in de
volgorde zoals die op
bladzijde 7 staat
beschreven.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1,
DAB2 of DAB3) van uw keuze.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt en deze
gedurende minimaal 1
seconde ingedrukt houdt,
wordt er een andere DABband geselecteerd, en wel
in deze volgorde:
4
Selecteer de service van het
ensemble.
1 Druk op de toets M/B
(modus/
omroepband).
Binnen
5 seconden
2 Druk op de toets ¢
of op 4 te
selecteren de service
van uw keuze.
5
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld cijfertoets 1) waaronder u
de geselecteerde service wilt
opslaan en houd deze toets
gedurende minimaal 2 seconden
ingedrukt.
“P 1” knippert erige tijd.
NEDERLANDS
D1
(DAB 1)
3
Stem af op het ensemble van uw
keuze.
D2
(DAB 2)
D3
(DAB 3)
6
Herhaal de bovenstaande procedure
als u nog andere DAB-services
achter voorkeuzetoetsen wilt
opslaan.
Opmerkingen:
• Een reeds opgeslagen DAB-service verdwijnt uit het
geheugen wanneer u aan de desbetreffende
voorkeuzetoets een nieuwe DAB-service toekent.
• Opgeslagen DAB-services verdwijnen uit het
geheugen wanneer de stroomtoevoer naar het
geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld
wanneer u de batterij vervangt). Als dit gebeurt,
zult u de DAB-services opnieuw moeten instellen.
43
Afstemmen op een
opgeslagen DAB-service
Wat u nog meer met DAB
kunt doen
U kunt eenvoudig op een vooraf ingestelde
DAB-service afstemmen.
Zoals al eerder uitgelegd, dient u eerst services
in het geheugen vast te leggen. Zie bladzijde 43
als u nog geen services hebt opgeslagen.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Als u een afspeelbron
selecteert, wordt
automatisch de stroom
ingeschakeld.
Elke keer wanneer u op
deze toets drukt, wordt er
een andere afspeelbron
geselecteerd, en wel in de
volgorde zoals die op
bladzijde 7 staat
beschreven.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1,
NEDERLANDS
DAB2 of DAB3) van uw keuze.
Elke keer wanneer u op
de toets drukt en deze
gedurende minimaal 1
seconde ingedrukt houdt,
wordt er een andere DABband geselecteerd, en wel
in deze volgorde:
D1
(DAB 1)
3
Selecteer de voorkeuzetoets (1 t/m 6)
D2
(DAB 2)
voor de DAB-service die u wilt
beluisteren.
44
D3
(DAB 3)
Hetzelfde programma automatisch volgen
(Alternatieve ontvangst)
Het is mogelijk om naar een programma te blijven
luisteren.
• Terwijl u een DAB-service ontvangt:
Als u in een streek rijdt waar u een service niet
kunt ontvangen, zal deze eenheid automatisch
afstemmen op een ander ensemble of een FM
RDS-zender die hetzelfde programma uitzendt.
• Terwijl u een FM RDS-zender ontvangt:
Als u in een gebied rijdt waar een DAB-service
hetzelfde programma uitzendt als een FM
RDS-zender, stemt deze eenheid automatisch
op de DAB-service af.
Opmerking:
Bij het overschakelen van DAB naar FM en andersom
kan het weergaveniveau van het volume onaangenaam
toenemen of afnemen. Dat het geluidsniveau toeneemt
of afneemt, heeft niets met uw ontvanger te maken, maar
met de aansturing bij de zender. Er is dus niets mis met
uw ontvanger.
Werken met alternatieve ontvangst
Bij het verlaten van de fabriek zijn standaard alle
alternatieve-ontvangstmogelijkheden
ingeschakeld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 30.
1 Druk op de toets SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat
een van de PSM-vermeldingen op de display
wordt weergegeven.
2 Druk op de toets ¢ of op 4 om de
vermelding “DAB AF” (alternatieve frequentie) te
selecteren.
3 Selecteer de gewenste modus met de
bedieningsknop.
• AF ON:
• AF OFF:Alternatieve ontvangst is
Opmerking:
Als alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is
ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie
ingeschakeld (zie bladzijde 11 voor RDS-zenders).
De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld
zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen.
4 Druk op de toets SEL (selecteren) om het
instellen te voltooien.
Het programma wordt gevolgd tussen
het aanbod van DAB-services en FM
RDS-zenders — alternatieve
ontvangst. De indicator AF op de
display licht op (zie bladzijde 11).
uitgeschakeld.
AANVULLENDE INFORMATIE
spatie
<
=
>
?@_ `
01234
56789
!
”#$%
&
’()
*
+,
–
.
/
:
;
Geluidsmodi (vooraf ingestelde waarden)
In de onderstaande lijst staan de vooraf ingestelde waarden voor elke geluidsmodus.
Zelfs nadat u de instellingen hebt gewijzigd, kunt u de oorspronkelijke instellingen herstellen
door de onderstaande waarden op te geven. (Zie pagina 29 voor de juiste procedure.)
IndicatieVooraf ingestelde waarden voor de equalizer
• De volgende tekens kunnen worden gebruikt om namen samen te stellen voor CD’s en externe
apparatuur. (Zie bladzijde 34.)
• U kunt de informatie (albumtitel, naam van de uitvoerende artiest, titel van de song, enz.)
weergeven als ID3v1-tags wanneer u met deze eenheid een MP3-bestand opnieuw afspeelt. (Zie
pagina 20 en 47.)
50 Hz 2 +04 700 Hz 1 –028 kHz+01
NEDERLANDS
Hoofdletters
ABCDE
FGHIJ
KLMNO
PQRST
UVWXY
spatie
Z
Kleine letters
abcde
fghij
kl mno
pqr st
uvwxy
spatie
z
Cijfers en symbolen
45
PROBLEMEN OPLOSSEN
Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende
instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
• CD kan niet worden
afgespeeld.
• Geluid van de CD wordt
soms onderbroken.
• Er komt geen geluid uit de
speakers.
• De vermelding “DISC ERR”
wordt op de display
weergegeven.
Algemene Afspelen
• “NO DISC” of “EJECT
NEDERLANDS
ERR” wordt op de display
weergegeven en de CD
kan niet worden
uitgenomen.
• Er verschijnt geen bericht
op de display, maar de CD
kan niet worden verwijderd.
Op het afleesvenster
verschijnt de tekst “NO
DISC”.
• Op het afleesvenster
verschijnt de tekst
“RESET 8”.
CD-wisselaar
• “Op het afleesvenster
verschijnt de tekst “RESET
1” – “RESET 7”.
Symptomen
Oorzaken
CD zit ondersteboven in het
apparaat. (De vermelding
“DISC ERR” wordt op de
display weergegeven.)
U rijdt op een hobbelige weg.
Er zitten krassen op de disk.
Verkeerde verbindingen.
Het volume is ingesteld op
het minimale niveau.
Verkeerde verbindingen.
De inhoud van de CD is niet
geschikt voor deze eenheid.
Misschien werkt de apparaat
niet goed meer.
Soms functioneert de
ingebouwde microcomputer
niet goed ten gevolge van
lawaai, enz.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
Er bevindt zich geen CD in
de CD-lade.
Het apparaat is niet op de
juiste manier met de CDwisselaar verbonden.
Oplossingen
Plaats de CD op de juiste
manier in CD-lade.
Stop het afspelen als u op
hobbelige wegen rijdt.
Plaats een andere CD.
Controleer kabels en
aansluitingen.
Pas het geluid aan totdat het
optimale niveau is bereikt.
Controleer de bedrading en de
verbindingen.
Plaats een andere CD.
Druk op de toets , en
tegelijkertijd op de toets en
houdt ook deze toets minimaal
2 seconden ingedrukt.
(Let erop dat de CD niet op de
grond valt als deze wordt
uitgeworpen.)
Druk op het bedieningspaneel aan
de voorzijde van de eenheid op de
Reset-toets. (Zie bladzijde 2.)
Leg de zenders handmatig vast.
Zorg dat de antenne stevig vast zit.
Plaats een CD.
Verbind het apparaat en de CDwisselaar op de juiste manier
met elkaar en druk op de
resetknop van de CD-wisselaar.
Druk op de resetknop van de
CD-wisselaar.
46
Symptomen
Oorzaken
Oplossingen
• De CD kan niet worden
afgespeeld.
• Er is ongewenst geluid
hoorbaar.
• De leestijd duurt lang (de
vermelding “FILE CHECK”
knippert op de display).
• De bestanden worden in
een andere volgorde
afgespeeld dan ik wilde.
• De verstreken speeltijd is
onjuist.
• De vermelding “MP3”
knippert op de display.
Er bevinden zich geen MP3bestanden op de CD.
De MP3-bestanden hebben
niet de mp3 extensie in de
bestandsnaam.
De MP3-bestanden zijn niet
opgenomen in een indeling
die voldoet aan de ISO 9660
Niveau 1- of 2-norm.
Het bestand dat wordt
afgespeeld is geen MP3bestand (ook al heeft het
bestand de extensie mp3).
De duur van de leestijd hangt
af van de complexiteit van de
hiërarchie van de mappen en
bestanden.
De afspeelvolgorde wordt
bepaald bij het maken van de
opname.
Dit kan gebeuren en is
afhankelijk van het aantal
bestanden dat op de CD
staat.
Er bevinden zich geen MP3bestanden in de
geselecteerde map.
Plaats een andere CD.
Voeg de extensie mp3 aan de
bestandsnamen toe.
Plaats een andere CD.
(Neem de MP3-bestanden op
met een toepassing die aan
deze normen voldoet.)
Sla het bestand over of plaats
een andere CD.
(Voeg nooit de extensie mp3 toe
aan bestanden die geen MP3bestanden zijn.)
Maak de hiërarchie niet te
ingewikkeld en gebruik niet
teveel mappen. Plaats ook geen
bestanden op de MP3-CD die
geen MP3-bestanden zijn.
MP3’s Afspelen
NEDERLANDS
Selecteer een andere map.
• Er worden verkeerde tekens
weergegeven. (Weergave
van tags, b.v. de naam van
het album)
Deze eenheid kan letters van
het alfabet (hoofdletters: A–Z,
kleine letters: a–z), cijfers en
symbolen weergeven. (Zie
bladzijde 45.)
47
ONDERHOUD
Omgaan met CD’s
Deze eenheid is ontworpen om alleen CD’s met
de volgende logo’s af te spelen.
Het is ook mogelijk om uw originele CD-R’s
(Recordable CD’s) en CD-RW’s (Rewritable
CD’s) in de audio-CD-indeling of MP3-indeling af
te spelen.
De manier waarop u met
CD’s moet omgaan
Wanneer u een CD uit het
opbergdoosje haalt, moet u
het rondje in het midden van
de doos naar beneden duwen
en de CD uit het doosje halen
terwijl u hem aan de rand vasthoudt.
• Houd de CD altijd aan de randen vast.
Wanneer u de CD wilt opbergen, leg deze dan
zachtjes om het rondje in het midden (bedrukte
NEDERLANDS
vlak naar boven).
• Berg de CD’s na gebruik altijd op in het doosje.
CD’s schoonhouden
Het geluid kan verkeerd worden
weergegeven als de CD vuil is.
Als een CD vuil wordt, moet u
hem afvegen met een zachte
doek door de doek in een
rechte lijn van het midden naar
de rand te bewegen.
Nieuwe CD’s afspelen
Sommige nieuwe CD’s hebben
oneffenheden langs de binnenof buitenrand. Soms worden
dergelijke CD’s door het
apparaat geweigerd.
U kunt deze oneffenheden verwijderen door de
randen glad te wrijven met een potlood, ballpoint
enz.
Condensvorming
In onderstaande gevallen kan zich condens
vormen op de lens in de CD-speler:
• Nadat de verwarming in de auto is aangezet
• Wanneer het erg vochtig wordt in de auto
48
COMPACT
DIGITAL AUDIO
Rondje in het
midden
Kom niet aan vlak met de opnames.
Soms zal de CD-speler hierdoor niet meer
goed werken. In dat geval moet u de CD uit de
CD-lade halen en moet u het apparaat een
paar uur aan laten staan totdat het vocht is
verdampt.
LET OP:
• Plaats geen 8 cm CD’s (CD-singles) in de CDlade. (Deze CD’s kunnen niet terugspringen.)
• Plaats geen CD’s met een ongewone vorm
(bijvoorbeeld hartvormig) in de CD-lade; dit zal
problemen veroorzaken.
• Stel CD’s niet bloot aan direct zonlicht of een
andere warmtebron en leg ze niet neer op plaatsen
waar het zeer warm of vochtig is.
• Gebruik geen oplosmiddelen (zoals
reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray,
verdunningsmiddelen, wasbenzine, enz.) om CD’s
te reinigen.
Als u een CD-R of CD-RW afspeelt
Het is mogelijk om uw originele CD-R’s en CDRW’s met opnames in de audio-CD-indeling of
MP3-indeling af te spelen. (Afspelen is misschien
niet mogelijk bij bepaalde, heel specifieke
opnamekenmerken of -omstandigheden.)
• Zelfgemaakte CD-R’s (Recordable) en CDRW’s (Rewritable) kunnen alleen worden
afgespeeld als de eindbewerking “finalization”
heeft plaatsgevonden.
• Lees alvorens een CD-R’s of CD-RW’s af te
spelen eerst de bij de disk meegeleverde
instructies aandachtig door.
• Bepaalde CD-R’s en CD-RW’s kunnen
mogelijk niet op deze eenheid worden
afgespeeld vanwege een heel specifieke
opnamemethode, vuil op beschadigingen op
de disk of een vuiltje op de lens.
• CD-R’s en CD-RW’s zijn uiterst gevoelig voor
hoge temperaturen en luchtvochtigheid. Laat
geen disks in uw auto achter.
• Voor CD-RW’s is soms een langere leestijd
nodig.
(Dit heeft te maken met het feit dat de
weerkaatsing van CD-RW’s minder is dan van
CD’s.)
Haperingen:
De CD kan haperen wanneer u op hobbelige
wegen rijdt. Het apparaat en de CD worden
hierdoor niet beschadigd, maar het is wel
storend.
Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen
wanneer u op dergelijke wegen rijdt.
SPECIFICATIES
GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 50 W per kanaal
Achterin: 50 W per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin: 19 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Achterin: 19 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Belastingsimpedantie: 4 Ω (speling 4 Ω tot 8 Ω)
Bereik van de equalizer:
LOW: ±12 dB (50 Hz, 80 Hz, 120 Hz)
MID:±12 dB (700 Hz, 1 kHz, 2 kHz)
HIGH: ±12 dB (8 kHz, 12 kHz)
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz
Signaal/ruisverhouding: 70 dB
Ingangsvermogen/Impedantie:
FM:87,5 MHz tot 108,0 MHz
AM:(MW) 522 kHz tot 1 620 kHz
(LW) 144 kHz tot 279 kHz
CD-SPELER
Type: CD-speler
Signaaldetectiesysteem:
Pickup-lens (halfgeleider-laser)
Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo)
Weergavekarakteristiek: 5 Hz tot 20 000 Hz
Dynamisch vermogen:98 dB
Signaal/ruisverhouding: 102 dB
Zweving: Minder dan de meetbare limiet
Indeling voor MP3-decoding:
MPEG1/2 Audio Layer 3
Max. Bit-rate: 320 Kbps
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 V
(speling 11 V tot 16 V)
Aardingssysteem: Negatieve aarding
Bedrijfstemperatuur: 0°C tot +40°C
Afmetingen (breedte × hoogte × diepte):
Afmetingen apparaat
(ten behoeve van installatie):
182 mm × 52 mm × 161 mm
Afmetingen paneel:
188 mm × 58 mm × 17 mm
Gewicht: 1,8 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving
worden gewijzigd.
NEDERLANDS
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 Ω)
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 Ω)
Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):
65 dB
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 15 000 Hz
Stereo-scheiding: 30 dB
Vangbereik: 1,5 dB
[MW-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV
Selectiviteit: 35 dB
[LW-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
49
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
EN, GE, FR, NL
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
0401MNMMDWJES
JVC
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.