For installation and connections, refer to the separate manual.
Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetref fende
handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
LVT0831-001A
[E/EX]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
Benaming/Spanningslabel
CLASS
LASER
Caution:
Let op:
This product contains a laser component
Dit toestel heeft een laserkomponent met
of higher laser class than Class 1.
een hogere klasse laserstraal dan Klasse 1.
1
PRODUCT
NEDERLANDS
Het apparaat terugstellen
Druk met een balpen of een ander dun, langwerpig
voorwerp op de Reset-toets, die
zich aan de voorzijde van de
apparaat op het bedieningspaneel
bevindt.
Opmerking:
De geheugeninstellingen – zoals
de voorkeurzenders en de
geluidsinstellingen – zullen
eveneens gewist worden.
CAUTION: Invisible laser
radiation when open and
interlock failed or defeated.
AVOID DIRECT EXPOSURE
TO BEAM. (e)
ADVARSEL: Usynlig laserstråling ved åbning, når
sikkerhedsafbrydere er ude
af funktion. Undgåudsættelse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laserstrålning när denna del är
öppnad och spärren är
urkopplad. Betrakta ej
strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja
suojalukitus ohitettaessa
olet alttiina näkymättömälle lasersäteilylle.
Älä katso säteeseen. (f)
BELANGRIJK VOOR
LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1. KLASSE 1 LASERPRODUKT
2. LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer
open en interlock uitgeschakeld of defekt.
Voork om direkte b lootstelling aan de str aal.
3. LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het
toestel bevat geen door de gebruiker te
repareren onderdelen. Laat onderhoud
en reparatie over aan erkend
onderthoudspersoneel.
4. LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare
laserstralen maar is echter voorzien van
veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te
stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is
uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te
schakelen.
5. LET OP: Het gebruik van regelaars en het
maken van instellingen ander dan in deze
gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert
mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke str aling.
LET OP:
Steek NOOIT
uw vinger tussen het
bedieningspaneel en
de apparaat aangezien
u het risico loopt vast
te komen zitten en u
zichzelf zeer doet.
(Zie bladzijde 42.)
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is
gevaarlijk , omdat u de geluiden buiten de auto niet
meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen
met het apparaat gaat verrichten.
2
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen .........................2
Omgaan met CD’s ................................... 56
SPECIFICATIES ............................ 57
3
Het gebruik van de toets M (modus):
Als u op M (modus) drukt, fungeert deze toets als modustoets en schakelt de eenheid over op de
functiemodus waarbij de cijfertoetsen, de toetsen 4/¢- en D (display) als aparte
functietoetsen fungeren.
Bij de functiemodus:
Indicator die tijd aftelt licht op.
Om na een druk op M (modus) deze toetsen weer voor de oorspronkelijke functies te
gebruiken (bijvoorbeeld als cijfertoetsen), moet u 5 seconden wachten zonder op een van deze
toetsen te drukken totdat de functiemodus is geannuleerd.
•
Ook als u nogmaals op M (modus) drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.
Veranderen van displaypatroon:
Het apparaat heeft twee verschillende displaypatronen – met of zonder de aanduiding voor de bron.
NEDERLANDS
Voor het veranderen van het displaypatroon, drukt u op M (modus) en vervolgens binnen 5
seconden op D (display). Door iedere druk op D (display) verandert het displaypatroon als volgt:
Bijv.: Bij ontvangst van een FM-zender...
(Standaardinstelling)
Opmerking:
De afbeeldingen van het display in deze gebruiksaanwijzing zijn gebaseerd op het display met de aanduiding
voor de bron en met “CLOCK” op “ON” gesteld. (Zie bladzijde 38.)
LET OP bij het instellen van het volume
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het
volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge
toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en
pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het apparaat geleverd. Het identificatienummer
is tevens op de behuizing van het apparaat gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is
belangrijk voor identificatie indien het apparaat is gestolen.
4
Bedieningspaneel
Het display-venster
u
i
PLAATSING VAN DE TOETSEN
o
a
;
sd
f
DIRECTORY
FILE DISC
TRACK
hj
g
1
2
w
1 De toets 0 (uitwerpen)
2 De bedieningsschijf
3 De toets SEL (selecteren)
4 De toets EQ (equalizer)
5 De toets T/P (traffic/programme type)
6 De toets D (display)
7 De toets B (omroepband)
8 De toets M (modus)
9 De toetsen 4/¢
•
Deze toetsen doen dienst als SSM-toetsen
wanneer beide toetsen tegelijk worden ingedrukt.
p De toets ATT (hoek/attenuatie)
q Aux-ingangsaansluitingen
w De Reset-toets
e De toets SOURCE (standby/on)
r De cijfertoetsen
•
De toets
•
De toets
•
De toets
•
De toets
•
De toets
• De toetsen voor het bedienen van de DVD/
video-onderdelen
t Afstandssensor
y De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
MO (mono)
LO (lokaal)
INT (intro scan)
RPT (repeat)
RND (random)
3
45
e
6
T/P
RPT
ST
RND
MO
/
p
yt
7
r
8
LOCAL
AF
REG
TP PTY
kl
9
Het display-venster
u De indicators MP3 (uitsluitend voor de
KD-SH909R)
DIRECTORY, FILE
i De indicator DISC
o Hoofdvenster
; De indicator LOCAL
a Niveaudisplay-indicator
s De indicator RPT (repeat)
d De indicator ST (stereo)
f De indicator RND (random)
g De indicator CD–geplaatst
h De indicator TRACK
j Indicator die tijd aftelt
k De RDS-indicators:
AF, REG, TP, PTY
l De indicator voor de afspeelbron en klok
/ De indicator MO (mono)
q
NEDERLANDS
5
Afstandsbediening
ATT
1
ANGLE
CD
DAB
PRESET
DISC
R D
DISC
VOLUME
FM
2
AM
CH
AUXSEL
RM-RK100
1 • Hiermee wordt de eenheid ingeschakeld als deze
NEDERLANDS
is uitgeschakeld.
• Schakelt de eenheid uit indien u de toets
ingedrukt houdt tot de vermelding “SEE YOU”
op de display verschijnt.
• Hiermee wordt het volume in korte tijd verminderd
als u de toets heel even indrukt, en de vermelding
“ATT” knippert op de display.
Als u nogmaals op de toets drukt, keert het oude
volumeniveau weer terug.
2 •CD:
Hiermee wordt de CD-speler geselecteerd.
• FM : • Indien k orte tijd ingedrukt, wordt hiermee
de FM-tuner geselecteerd.
Elke keer wanneer u op de toets drukt,
wordt er een andere FM-band
geselecteerd: FM1, FM2 of FM3.
• Hiermee wordt de DAB-tuner
geselecteerd, als u de toets ingedrukt
houdt.*
Elke keer wanneer u op de toets drukt
in ingedrukt houdt, wordt er een
andere DAB-band geselecteerd: DAB1,
DAB2 en DAB3.
•AM:
Hiermee wordt de AM-tuner geselecteerd.
• CH : Hiermee wordt de CD-wisselaar
geselecteerd.*
• AUX : Hiermee wordt het externe apparaat
geselecteerd.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
wordt beurtelings “AUX INPUT”** en
“LINE INPUT”** geselecteerd.
3 Hiermee kunt u de hoek het bedieningspaneel in
een van vier posities wijzigen.
4 Hiermee worden de geluidsmodi geselecteerd.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er
een andere geluidsmodus geselecteerd.
6
EQ
PRESET
3
4
5
6
7
8
9
p
5 • Hiermee wordt naar zenders gezocht terwijl u
naar de radio luistert.
• Hiermee worden ensembles geselecteerd terwijl u
naar de DAB-tuner luistert, indien korte tijd ingedrukt.
• Hiermee kunt u de track (het bestand) snel
vooruit en achteruit spoelen als u de toets
tijdens het beluisteren van een disk indrukt en
ingedrukt houdt.
•
Hiermee gaat u naar het begin van de volgende
(Zie bladzijde 22 en 29.)
track of het volgende bestand of terug naar het
begin van de huidige (of vorige) track of het
huidige (of vorige) bestand als u de toets tijdens
het beluisteren van een disk indrukt en ingedrukt
houdt. (Zie bladzijde 22 en 29.)
6 • Hiermee wordt het nummer van het vooraf
ingestelde kanaal gewijzigd terwijl u naar de
radio (of DAB-tuner) luistert.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er
een ander nummer voor het vooraf ingestelde
kanaal geselecteerd en wordt op de
geselecteerde zender of service afgestemd.
• Uitsluitend voor de KD-SH909R:
Hiermee gaat u naar het eerste bestand van de
volgende map of het eerste bestand van de
vorige map als u deze toets tijdens het
beluisteren van een MP3-CD indrukt en
ingedrukt houdt. (Zie bladzijde 30.)
• Uitsluitend voor de KD-SH909R:
Hiermee gaat u naar het eerste bestand van de
volgende map of het eerste bestand van de
vorige map binnen dezelfde hiërarchieniveau
als u deze toets tijdens het beluisteren van een
MP3-CD korte tijd indrukt. (Zie bladzijde 31.)
7 •
Hiermee worden services geselecteerd terwijl u naar
de DAB-tuner luistert, indien korte tijd ingedrukt.
• Hiermee wordt het CD-nummer gewijzigd
terwijl u naar de CD-wisselaar luistert.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt
er een ander CD-nummer geselecteerd en w ordt
de geselecteerde CD afgespeeld.
• Uitsluitend voor de KD-SH909R:
Hiermee gaat u naar het eerste bestand van
een map in een bovenliggende of onderliggende
hiërarchieniveau als u deze toets tijdens het
beluisteren van een MP3-CD korte tijd indrukt.
(Zie bladzijde 31.)
8 Uitsluitend voor de KD-SH909R:
Hiermee gaat u naar de bovenste map als u naar
een MP3-CD luistert. (Zie bladzijde 31.)
9*** Hiermee worden de items voor
geluidsaanpassingen geselecteerd.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er
een andere geluidsaanpassing geselecteerd.
p*** • Hiermee wordt het volume gewijzigd.
• Hiermee wordt de geluidsmodus gewijzigd
(nadat u op de toets SEL (selecteren) hebt
gedrukt).
* Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze apparatuur
als afspeelbron te selecteren.
** Met “AUX IN” of “LINE IN” op “OFF” gesteld,
kunt u de overeenkomende bron niet voor
weergave kiezen. (Zie bladzijde 39.)
***Deze toetsen werken niet voor de modus voor
aangepaste voorkeursinstellingen.
De afstandsbediening
voorbereiden
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’
hoort.
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de
afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer
dat er geen obstakels in het pad liggen.
Afstandssensor
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van
een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de
afstandsbediening afneemt, moet u de batterij
vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder.
1) Druk de batterijhouder met behulp van een
balpen of een soortgelijk voorwerp in de
richting van de pijl die in de afbeelding
staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(achterkant)
1)
2)
(achterkant)
Gebruikke batterijen:
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen
toegang toe hebben.
Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken,
waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd
kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet
en gooi geen batterij in het vuur.
Elk van deze handelingen kan leiden tot
oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt
met andere metalen.
Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of
een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterij door deze met
plakband af te plakken.
Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven,
gaan lekken of brand veroorzaken.
• Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een
naald of mes open te maken.
Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan
lekken of brand veroorzaken.
NEDERLANDS
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar
boven in de houder zakken zodat deze vast
komt te liggen.
Lithium
knoopcelbatterij
(Productnummer:
CR2025)
LET OP:
Leg de afstandsbediening niet op plaatsen waar het
directe zonlicht langdurig op valt (zoals
bijvoorbeeld op het dashboard). De
afstandsbediening wordt anders beschadigd.
7
BASISBEDIENING
De stroomtoevoer inschakelen
2
Regel het volume.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat
voor de eerste keer
gebruikt, moet u de
ingebouwde klok op de
juiste wijze instellen zie
bladzijde 9.
1
Schakel de stroom in en selecteer de
afspeelbron.
Als u voor de eerste keer op
de toets drukt, wordt de
stroom ingeschakeld. Daarna
wordt elke keer wanneer u op
de toets drukt een andere
afspeelbron geselecteerd, en
wel in deze volgorde:
NEDERLANDS
AM TUNER (AM)
DAB TUNER (DAB)*
CD CHANGER (CDCH)*
LINE INPUT (LINE)***
AUX INPUT (AUX)***
* Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze
apparatuur als afspeelbron te selecteren.
** Als er zich geen CD in de lade is geplaatst,
kan de CD-speler niet als afspeelbron worden
geselecteerd.
*** Met “LINE IN” of “AUX IN” op “OFF”
gesteld, kunt u de overeenkomende bron niet
voor weergave kiezen. (Zie bladzijde 39).
Voor gebruik v an de tuner (FM of AM—MW/LW),
zie bladzijde 10 – 20.
Voor het afspelen van CD’s,
zie bladzijde 21 – 24.
Voor het afspelen van MP3-CD (uitsluitend
voor de KD-SH909R),
zie bladzijde 27 – 32.
Voor gebruik van het externe apparaat
– AUX INPUT (AUX) en LINE INPUT (LINE),
zie bladzijde 44 en 45.
Voor gebruik van de CD-wisselaar,
zie bladzijde 46 – 48.
Voor gebruik van de DAB-tuner,
zie bladzijde 49 – 52.
FM TUNER (FM)
CD**
Terug naar het begin
8
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Het door u ingestelde volumeniveau verschijnt.
Volumeniveau-indicator
Opmerking:
U kunt nadat u het volume hebt aangepast het
bedieningsschijf naar binnen duwen zodat u niet
per ongeluk toetsen aanraakt.
Druk nogmaals op de bedieningsschijf zodat
deze naar buiten komt geschoven als u de knop
weer wilt gebruiken.
3
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
(Zie bladzijde 33 – 35.)
• U kunt het ingangsniveau voor iedere
bron, uitgezonderd FM, instellen en in
het geheugen vastleggen.(Zie bladzijde
33).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk op ATT en houdt deze ingedrukt terwijl
u naar een afspeelbron luistert. De vermelding
“ATT” op de display gaat knipperen en het
niveau van het volume neemt na korte tijd af.
Druk als u het vorige geluidsniveau wilt
herstellen opnieuw op de toets en houdt deze
ingedrukt.
• U kunt het volume ook op het oude niveau
terugbrengen door de bedieningsschijf
linksom te draaien (tegen de wijzers van de
klok in).
Spanning uitschakelen
Druk op SOURCE en houdt deze ingedrukt
tot de vermelding “SEE YOU” op de display wordt
weergegeven.
• Wanneer u de stroom uitschakelt tijdens hetbeluisteren van een CD, kunt u later bij het
weer inschakelen van de stroom de CDweergave starten vanaf het punt waar u
hiervoor stopte.
Klok instellen
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (Zie bladzijde 37.)
2
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “24H/12H” als
deze al niet meteen op de display wordt
weergegeven.
2 Selecteer de vermelding “12HOUR” of
“24HOUR”.
3
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK H (uur)”
als deze al niet meteen op de display
wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
21
4
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK M
(minuten)”.
2 Pas de minuten aan.
21
5
Voltooi de instelling.
NEDERLANDS
1
2
Als u wilt weten hoe laat het is terwijl de
apparaat is uitgeschakeld drukt op D (display).
De stroom wordt vervolgens ingeschakeld en
gedurende 5 seconden wordt de tijd van de klok
weergegeven. Daarna wordt de stroomtoevoer
weer uitgeschakeld.
9
BASISBEDIENING VAN DE RADIO
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt
u kiezen tussen automatisch zoeken en
handmatig zoeken.
Automatisch naar een zender zoeken:
Auto search
1
Selecteer FM of AM (MW/LW).
1 Druk herhaaldelijk op
NEDERLANDS
F 1F 2F 3
(FM 1)(FM 2)(FM 3)
SOURCE om FM
of AM (MW/LW) als
afspeelbron te
selecteren.
2 Druk herhaaldelijk
indien nodig om het
FM-bandnummer te
selecteren op de toets
B (omroepband). Elke
keer wanneer u op de
toets drukt, wordt er
een andere FM-band
geselecteerd, en wel
als volgt:
2
Zoek een zender.
Druk op ¢
afstemmen op een zender
met een hogere frequentie.
Druk op
afstemmen op een zender
met een lagere frequentie.
Wanneer een zender wordt ontvangen,
stopt het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het
zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
Als u alleen wilt afstemmen op FM-zenders
met een sterk signaal
1 Druk op M
activeren terwijl u naar een FM-uitzending
luistert.
2 Druk op LO (lokaal) terwijl de functiemodus
nog is geactiveerd, zodat de indicator LOCAL
op de display licht op.
Deze functie werkt alleen terwijl u naar FMzenders zoekt en bij SSM.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, gaat
de indicator LOCAL beurtelings licht en uit.
(modus)
om de functiemodus te
4
10
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Opmerkingen:
• Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2, FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-zenders te luisteren.
• Bij ontvangst van een FM RDS-zender
verschijnt de PS naam (zendernaam) op de
bovenste regel van het hoofdvenster.
Handmatig naar een zender zoeken:
Manual search
1
Selecteer FM of AM (MW/LW).
1 Druk herhaaldelijk op
SOURCE om FM
of AM (MW/LW) als
afspeelbron te
selecteren.
2 Druk herhaaldelijk
indien nodig om het
FM-bandnummer te
selecteren op de toets
B (omroepband). Elke
keer wanneer u op de
toets drukt, wordt er
een andere FM-band
geselecteerd, en wel
als volgt:
F 1F 2F 3
(FM 1)(FM 2)(FM 3)
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen
om naar FM-zenders te luisteren.
2
Druk op ¢ of op 4 en
houd deze ingedrukt tot de
vermelding “M” (voor “manual”:
handmatig zoeken) op de display
begint te knipperen.
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige
modus na 5 seconden automatisch
uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen totdat u de toets
loslaat.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te
ontvangen is:
1
Druk op M (modus) om de
functiemodus te activeren
terwijl u in stereo naar een
FM-stereo-uitzending luistert.
2 Druk op MO (mono) terwijl de
functiemodus is geactiveerd,
zodat de indicator MO op de
display licht op.
• Elke keer wanneer u op de
toets drukt gaan de
indicators MO (mono) en
ST (stereo) beurtelings
licht.
Er brandt een lampje wanneer een
FM-uitzending in stereo wordt ontvangen.
NEDERLANDS
ST
MO
3
Stem af op het zender van uw keuze.
U kunt dit doen zolang de
vermelding “M” op de display
knippert.
Druk op ¢ als u wilt
afstemmen op een zender
dat op een hogere
frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt
afstemmen op een zender
dat op een lagere
frequentie uitzendt.
De indicator MO licht op.
Als de indicator MO op de display licht is, wordt
het geluid in mono weergegeven en verbetert
de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).
11
Radiozenders in het geheugen
vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden
gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:
SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM (MW/
LW)-zenders
Automatisch vasteleggen van
FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-zenders instellen voor elke
FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de
FM-golfband (FM1 – 3) waarop u
FM-zenders wilt vasteleggen.
1 Druk herhaaldelijk op
SOURCE om FM.
NEDERLANDS
F 1F 2F 3
(FM 1)(FM 2)(FM 3)
2 Druk herhaaldelijk
indien nodig om het
FM-band te
selecteren op de toets
B (omroepband). Elke
keer wanneer u op de
toets drukt, wordt er
een andere FM-band
geselecteerd, en wel
als volgt:
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen
worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de
cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is
vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor
iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM (MW/
LW ) vastleggen).
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1-band
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM) waarop u zenders wilt
vasteleggen (in dit voorbeeld
cijfertoets FM1).
1 Druk herhaaldelijk op
SOURCE om FM als
afspeelbron te
selecteren.
2 Druk herhaaldelijk indien
nodig om het FM1 te
selecteren op de toets B
(omroepband). Elke keer
wanneer u op de toets
drukt, wordt er een
andere FM-band
geselecteerd, en wel als
volgt:
F 1F 2F 3
(FM 1)(FM 2)(FM 3)
2
Druk op beide toetsen en houd ze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en
verdwijnt wanneer het automatisch instellen van
radiozenders is beëindigd.
12
2
Stem af op een zender op 88,3 MHz.
Druk op ¢ als u wilt
afstemmen op een
zender dat op een hogere
frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u
wilt afstemmen op een
zender dat op een lagere
frequentie uitzendt.
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld
cijfertoets 1) en houd deze langer dan
2 seconden ingedrukt.
“1” knippert erige tijd.
4
Herhaal bovenstaande procedure
om andere zenders onder andere
nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist
wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen
onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de
spannings toevoer naar het geheugen wordt
onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van
de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders
opnieuw worden ingesteld.
Afstemmen op een
voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een
vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet
vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders
in het geheugen vastleggen” op bladzijde 12, als
u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
1 Druk herhaaldelijk op
SOURCE om FM
of AM (MW/LW) als
afspeelbron te
selecteren.
2 Druk herhaaldelijk
indien nodig om het
FM-band te selecteren
op de toets B
(omroepband). Elke
keer wanneer u op de
toets drukt, wordt er
een andere FM-band
geselecteerd, en wel
als volgt:
F 1F 2F 3
(FM 1)(FM 2)(FM 3)
2
Selecteer het nummer (1 t/m 6) van de
gewenste zender.
Als de geluidskwaliteit vermindert en
het stereo-effect van een FM-zender
verdwijnt...
In bepaalde gebieden kunnen zenders die zich
in elkaars nabijheid bevinden elkaar storen.
Deze apparaat kan dergelijke storing
automatisch verminderen (dit is de
standaardinstelling van deze apparaat bij het
verlaten van de fabriek). In sommige gevallen
neemt de geluidskwaliteit echter af en gaat het
stereo-effect verloren.
Raadpleeg de paragraaf “De selectiviteit van
de FM-tuner wijzigen – IF FILTER” op bladzijde
40 als u niets aan geluidskwaliteit wilt inleveren
of het stereo-effect wilt verliezen.
NEDERLANDS
13
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening
waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun
regulier programmasignaal toevoegen.Zo kan
een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het
zender met het programma en informatie over de
aard of het genre van het programma meezenden,
bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over
sport gaat of een muziekprogramma is.
Een andere functie van de voorziening RDS is
“Enhanced Other Networks”. Met behulp van de
Enhanced Other Networks-gegevens die door het
zender worden verstuurd, kunt u op een andere
zender van een ander netwerk afstemmen dat uw
favoriete programma of verkeersinformatie
uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander
programma of een andere afspeelbron, zoals het
CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze
eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De
Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van
verkeersinformatie (TA – “Traffic
NEDERLANDS
Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre
(PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover
u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt
beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven
volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van
FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die
in deze eenheid is ingebouwd automatisch
overschakelen naar een andere RDS-zender van
hetzelfde zender dat hetzelfde programma
uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw
favoriete programma blijven luisteren en bent u
verzekerd van de best mogelijke ontvangst,
ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie
de afbeelding op de volgende pagina).
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor
zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw
rit kunt blijven volgen: de PI (Programme
Identification) gegevens, en de AF (Alternative
Frequency) gegevens.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen
van een RDS-zender goed zijn, kunt u uw
favoriete programma blijven volgen. Als een of
beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
14
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerkopsporing gebruiken om hetzelfde programma
met de beste ontvangst te blijven beluisteren.
Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
• AF:De netwerkfunctie is ingeschakeld en
Regionalisatie is uitgeschakeld
(“off”).
Met deze instelling schakelt het
apparaat naar een andere zender
van hetzelfde netwerk wanneer de
ontvangst van de signalen van de
ingestelde zender verslechtert.
(In deze modus kan het voorkomen
dat het nieuw te ontvangen
programma anders is dan het
programma dat u daarvoor ontving).
De indicator AF licht op, maar de
indicator REG licht niet op.
• AF REG: De netwerkfunctie is ingeschakeld en
• OFF:De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve
ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is
automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld. De
netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld
zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen.
(Zie bladzijde 52.)
ook Regionalisatie is ingeschakeld
(“on”).
Met deze instelling schakelt het
apparaat naar een andere zender
van hetzelfde netwerk die hetzelfde
programma uitzendt, wanneer de
ontvangst van de signalen van de
ingestelde zender verslechtert.
Zowel de indicator AF als de indicator
REG lichten op.
De indicator AF en de indicator REG
lichten allebei niet op.
Indicator AF
AF
REG
Indicator REG
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 37).
2
Selecteer de vermelding “AF-REG
(alternatieve frequentie/regionale
ontvangst)” als deze niet al meteen
op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer de gewenste modus –
“AF”, “AF REG” of “OFF”.
4
Voltooi de instelling.
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde
programma via verschillende frequenties kan
worden ontvangen.
Programma 1
op frequentie A
Programma 1
op frequentie B
Programma 1
op frequentie C
Programma 1
op frequentie E
Programma 1
op frequentie D
Het gebruik van TA standby ontvangst
Met TA standby ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar verkeersinformatie (TA)
uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde
afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of
een andere aangesloten afspeelbron).
• TA standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
Druk op T/P om TA standby ontvangst te
activeren.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP
indicator oplichten of knipperen.
• TA standby ontvangst is geactiveerd indien
de TP indicator is opgelicht.
“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra
een zender verkeersinformatie start uit te
zenden. Het apparaat stemt nu automatisch
op deze zender af. Het volume wordt op het
reeds vastgelegde TA volumeniveau (zie
bladzijde 19) gesteld en u hoort de
verkeersinformatie.
• TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd
indien de TP indicator knippert. De zender
die wordt ontvangen levert namelijk geen
signalen die voor TA standby ontvangst zijn
vereist.
Om TA standby ontvangst nu te activeren
moet u op een andere zender afstemmen die
wel deze signalen uitstuurt.
Druk op ¢ of 4 om een
dergelijke zender op te zoeken.
De TP indicator stopt te knipperen en licht
continu op zodra een zender met deze
signalen is gevonden. TA standby ontvangst
is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de TP indicator oplichten.
“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een
zender verkeersinformatie start uit te zenden.
Het apparaat verandert nu automatisch van
bron en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van TA standby
ontvangst, drukt u nogmaals op T/P.
NEDERLANDS
15
Het gebruik van PTY standby ontvangst
Met PTY standby ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar uw favoriete
programmagenre (PTY: Programmagenre)
uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde
afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of
een andere aangesloten afspeelbron).
• PTY standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
U kunt uw favoriete programma voor PTY
standby ontvangst kiezen.
Bij het verlaten van de fabriek, is PTY standby
ontvangst uitgeschakeld. (“OFF” is voor PTY
standby ontvangst gekozen).
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 37).
NEDERLANDS
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY
(standby)” als deze niet al meteen op
de display wordt weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 20).
De naam van de
PTY-code die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven en in het
geheugen opgeslagen.
• Selecteer “OFF” om
PTY standby ontvangst
te annuleren.
4
Voltooi de instelling.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal
de PTY indicator oplichten of knipperen.
• PTY standby ontvangst is geactiveerd
indien de PTY indicator is opgelicht.
Wanneer een zender een programma
van het gekozen PTY programmatype
start uit te zenden, stemt het apparaat
automatisch op deze zender af.
• PTY standby ontvangst is nog niet
geactiveerd indien de PTY indicator
knippert. De zender die wordt
ontvangen levert namelijk geen signalen
die voor PTY standby ontvangst zijn
vereist.
Om PTY standby ontvangst nu te
activeren moet u op een andere zender
afstemmen die wel deze signalen
uitstuurt.
Druk op ¢ of 4 om een
dergelijke zender op te zoeken.
De PTY indicator stopt te knipperen en
licht continu op zodra een zender met
deze signalen is gevonden. PTY
standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld,
zal de PTY indicator oplichten.
Wanneer een zender een programma van
het gekozen PTY programma start uit te
zenden, verandert het apparaat
automatisch van bron en stemt op deze
zender af.
Voor het uitschakelen van PTY standby
ontvangst, kiest u in de hier links beschreven
stap 3 “OFF”. De PTY indicator dooft.
16
Uw favoriete programmagenre opzoeken
U kunt een gewenste PTY-code opzoeken.
Daarbij kunt u uw 6 favoriete programmatypen
voor het later gemakkelijk opzoeken onder de
cijfertoetsen vastleggen.
Standaard liggen de volgende zes
programmagenres achter de cijfertoetsen
(1 t/m 6) opgeslagen.
Zie de informatie hieronder voor een uitleg over
het opslaan van uw favoriete
programmagenres.
Zie bladzijde 18 voor een uitleg over het zoeken
van uw favoriete programma.
1
POP M
45
CLASSICS
2
ROCK MEASY M
AFFAIRS
3
6
VARIED
2
Selecteer een van de 29 PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 20).
De naam van de PTYcode die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven.
3
Druk de gewenste cijfertoets in en
houd deze minimaal 2 seconden vast
om de geselecteerde PTY-code op te
slaan onder de cijfertoets van uw
keuze.
Uw favoriete programmagenres in het
geheugen opslaan
1
Druk op T/P in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt.
De PTY-code die als laatste werd
geselecteerd, verschijnt op de display.
Het voorkeurnummer knippert erige tijd.
4
Druk u nogmaals op T/P in en houd.
NEDERLANDS
17
Een programmagenre opzoeken
1
Druk op T/P en houd deze ten minste
2 seconden ingedrukt terwijl u naar
een FM-zenders luistert.
De PTY-code die als laatste werd
geselecteerd, verschijnt op de display.
2
Selecteer een van de PTY-codes.
OF
Andere nuttige RDS-functies en
het maken van aanpassingen
De weergave op de display wijzigen
terwijl u naar een FM-zender luistert
Wat er als eerste op de display wordt
weergegeven wanneer u naar een FM-zender
luistert dat gebruik maakt van het RDS-systeem,
kunt u zelf bepalen. U kunt de oorspronkelijke
weergave desgewenst wijzigen in de
zendernaam (PS NAME), de frequentie van het
ontvangen zender of programmagenre (PTY).
Druk op D (display) terwijl u naar een FM
RDS-zenders luistert.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, verschijnt de
volgende informatie op de
display:
NEDERLANDS
Bijv: Met “ROCK M” gekozen.
3
Druk op ¢ of 4 om het PTYzoeken naar uw gewenste programma
te starten.
• Als er een zender is dat een programma uitzendt
en daarbij een PTY-signaal meezendt dat
overeenkomt met de PTY-code die u hebt
geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op
dat zender af.
• Als er geen zender is dat een programma uitzendt
en daarbij een PTY-signaal meezendt dat
overeenkomt met de PTY-code die u hebt
geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op het
zender dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet
goed.
18
Zendernaam (PS NAME)
&
Frequentie
Zendernaam (PS NAME)
&
Programmagenre (PTY)
Automatische selectie van een zender
bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van
de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op
de vooraf ingestelde voorkeurzender.
Als deze zender een RDS-zenders is, gebeurt er
echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet
sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de
AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar
een andere, sterkere zender die hetzelfde
programma uitzendt als de voorkeurzender die u
hebt gekozen (dit wordt Programma zoeken
genoemd).
• Omdat het uitvoeren van de zoekopdracht
enige tijd in beslag neemt, duurt het even tot er
op een ander zender wordt afgestemd.
Hoe u deze voorziening activeert, wordt
hieronder uitgelegd.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 36.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“P(Programma)-SEARCH” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van de
klok mee en selecteer “ON”.
De voorziening Programma zoeken is nu
ingeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het zoeken naar een programma wilt
beëindigen, herhaalt u de bovenstaande
procedure, maar selecteert u in stap 3 de
vermelding “OFF” door de bedieningsschijf tegen
de wijzers van de klok in te draaien.
Het volumeniveau voor
verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de TA standby-ontvangst
van verkeersinformatie op te geven met welk
geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat
geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie
wordt ontvangen, worden aangepast aan het
volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 36.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“TA VOLUME (volume)” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om het gewenste
volume te kiezen.
U kunt het volume instellen op een waarde van
“00” tot “50”.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid
is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan
de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het
RDS-signaal van een zender worden
meegezonden.
Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt
aangepast, moet u de onderstaande procedure
volgen.
• Zie ook de paragraaf“De algemene instellingen
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 36.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“AUTO ADJ (aanpassen)” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf tegen de wijzers van
de klok in om “OFF” te kiezen.
U hebt het automatisch aanpassen van de klok
nu uitgeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt
activeren, moet u de procedure herhalen en in
stap 3 “ON” selecteren door de bedieningsschijf
met de wijzers van de klok mee te draaien.
Opmerking:
Nadat u voor “AUTO ADJ” de instelling “ON” hebt
gekozen, dient u de eenheid tenminste 2 minuten op
hetzelfde zender afgestemd te houden, anders wordt de
klok niet aangepast. (Dit is nodig omdat de eenheid
maximaal 2 minuten nodig heeft om de tijdgegevens in
het RDS-signaal te ontvangen en verwerken).
de taal van het land of gebied
OLDIES:Gouwe-Ouwe
FOLK M:Folk-muziek
DOCUMENT: Programma’s over feitelijke
gebeurtenissen, vaak
gepresenteerd in een
onderzoekende stijl
20
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER
Zie voor het afspelen van MP3-CD (uitsluitend
voor de KD-SH909R) ook de paragraaf
“BEDIENING VAN DE MP3” op pagina 27 t/m 32.
Een CD afspelen
1
Open het bedieningspaneel.
Opmerking:
Als er een extern apparaat op de extra ingang is
ingesloten, dient u CD’s voorzichtig te plaatsen en
verwijderen.
2
Plaats een CD in de lade.
• Alle tracks op de disk worden net zo vaak
herhaald tot u het afspelen beëindigd.
Deze functie wordt — All Track Repeat
Play genoemd.
Het bedieningspaneel komt naar
beneden en de laadopening
verschijnt.
De CD wordt naar
binnen getrokken,
het
bedieningspaneel
keert terug naar de
vorige positie (zie
bladzijde 42) en de
CD begint
automatisch te
spelen.
De display wordt gewijzigd en geeft het
volgende weer:
De indicator CD-geplaatst licht op.
Totaal nummer track op de CD
die in de CD-lade is geplaatst
NEDERLANDS
Totale speeltijd van de CD die in de CD-lade
is geplaatst
Huidige track
Verstreken speeltijd
Opmerking:
Plaats geen disk met een diameter van 8 cm in de
laadopening omdat dergelijke disks vast komen te zitten.
21
Opmerkingen:
• W anneer er zich een CD in de laadopening bevindt en
u “CD” als afspeelbron selecteert door op SOURCE
te drukken, wordt de CD afgespeeld.
• Als een disk ondersteboven wordt geplaatst, wordt
de CD-speler automatisch geopend.
• Indien een naam voor de CD is ingevoerd (zie
bladzijde 41), zal deze op de bovenste regel van het
hoofddisplay worden getoond.
• Bij weergave van een CD-Tekst verschijnen de titel
van de CD/artiest en titel van de track, gevolgd door
de verstreken speeltijd (en het nummer track).Zie
ook de paragraaf “De tekst van een CD met CD
Text weergeven” (bladzijde 23) en de paragraaf
“De instelling voor lopende tekst selecteren –
SCROLL” (bladzijde 39).
Als er op een CD met CD Text veel informatie staat,
kan het zijn dat niet de hele tekst op de display wordt
weergeg e ven.
• Wanneer u een de stroom uitschakeld of andere
afspeelbron selecteert, stopt het afspelen van de CD
(alleen nu zonder dat de CD uit de laadopening
naar voren komt).
Bij het later weer de stroom ingeschakeld of kiezen
van CD als bron, zal de CD-weergave starten vanaf
het punt waar u hiervoor was gestopt.
NEDERLANDS
Een track of een bepaald punt
op de CD zoeken
Het muziekstuk versneld vooruit afspelen of
achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van
een CD op ¢, en houd
deze toets ingedrukt om het
track versneld vooruit af te
spelen.
Druk tijdens het afspelen van
een CD op 4, en houd
deze toets ingedrukt om het
track achteruit af te spelen.
Naar de volgende of vorige tracks gaan
Druk tijdens het afspelen van een
CD kort op ¢ om naar het
begin van de volgende track te
gaan. Elke keer wanneer u op
deze toets drukt, wordt het begin
van de volgende track opgez ocht,
geselecteerd en ten gehore
gebracht.
Stoppen met afspelen en de CD terug laten
springen
Druk op 0.
Het afspelen van de CD wordt beëindigd, het
bedieningspaneel komt naar beneden en de CD
komt uit de laadopening naar voren.
Druk als u het bedieningspaneel weer in de
vorige positie wilt hebben nogmaals op 0.
• Als de lade gedurende één minuut is geopend
(of gedurende 30 seconden als u de CD hebt
uitgeworpen en de contactsleutel op “OFF” is
gesteld) is er een toon hoorbaar en keert het
bedieningspaneel terug naar de vorige positie.
Let erop dat de disk of vingers niet vast komen
te zitten tussen het bedieningspaneel en de
apparaat.
Opmerking:
Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15
seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de CD
automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst, zodat hij
niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet automatisch met
afspelen begonnen.)
22
Druk tijdens het afspelen van
een CD kort op 4 om
terug te keren naar het begin
van de huidige track. Elke keer
wanneer u op deze toets drukt,
wordt het begin van de vorige
track opgezocht, geselecteerd
en ten gehore gebracht.
Direct naar een bepaald track gaan
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald track
hoort, om het afspelen van dat track te laten
beginnen.
• Om een track met nummer 1 – 6 te selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Om een track met nummer 7 – 12 te selecteren:
Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets
langer dan 1 seconde ingedrukt.
Nummer track
Verstreken speeltijd
De tekst van een CD met CD
Text weergeven
Op een CD met CD Text is informatie opgenomen
zoals de titel van de CD, de naam van de
uitvoerende artiest en de titel van de tracks.
Het is mogelijk om deze informatie op de display
weer te geven.
Selecteer tijdens het afspelen van een
CD met CD Text de afspeelmodus die
tekst kan weergegeven.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, verandert de
weergave op de display en wel
als volgt:
• Met het displaypatroon met de aanduiding
voor de bron gekozen...
Titel van de CD/Artiest
&
Titel van de track
Nummer track
&
Verstreken speeltijd
Titel van de CD/Artiest
&
Verstreken speeltijd
Titel van de track
&
Verstreken speeltijd
CD-afspeelmodi selecteren
Tracks in willekeurige volgorde afspelen
(Random Play)
Het is mogelijk om alle tracks van een CD in een
volstrekt willekeurige volgorde af te spelen.
1 Druk op M (modus) om de
functiemodus te activeren
terwijl u een CD afspeelt. De
apparaat schakelt over op de
functiemodus.
2 Druk op RND (random) terwijl
de functiemodus nog is
geactiveerd zodat
“RANDOM” op het display
knippert.
Elke keer als u op de toets
RND drukt, de willekeurige
afspeelmodus voor CD’s
worden in- of uitgeschakeld.
De indicator RND (random)
RND
NEDERLANDS
• Zonder het displaypatroon met de
aanduiding voor de bron gekozen...
Titel van de CD/Artiest
&
Titel van de track
Titel van de track
Verstreken speeltijd
Opmerkingen:
• De resterende tekst verschijnt rollend over het
display indien de gehele tekst niet direct kan
worden getoond.
Zie ook de paragraaf “De instelling voor lopende
tekst selecteren – SCROLL” op bladzijde 39.
• De DISC indicator licht op wanneer de titel van de
CD/artiest wordt getoond. De TRACK indicator
licht op wanneer de titel van de tracks wordt
getoond.
• Wanneer u op D (display) drukt terwijl u naar een
gewone CD luistert, verschijnt de vermelding “NO
NAME” op de display voor de titel/artiest van de
CD en de titel van het muziekstuk.
Titel van de CD/Artiest
&
Nummer track/
Verstreken speeltijd
&
Nummer track/
Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de
indicator RND op de display op en wordt er een
willekeurige track afgespeeld.
23
De geselecteerde track herhaaldelijk
afspelen (de functie One Track Repeat Play)
Het is mogelijk om een geselecteerde track van
een CD meerdere malen achter elkaar af te
spelen.
1 Druk op M (modus) om de
functiemodus te activeren
terwijl u een CD afspeelt. De
apparaat schakelt over op de
functiemodus.
2 Druk op RPT (repeat) terwijl
de functiemodus nog is
geactiveerd zodat “REPEAT”
op het display knippert.
Elke keer als u op de toets
RPT drukt, wordt de functie
voor het herhaald afspelen
van één enkele track in- of
uitgeschakeld.
Als de functie voor het
herhaald afspelen van één
enkele track wordt
uitgeschakeld, wordt de
NEDERLANDS
functie functie waarbij alle
tracks herhaaldelijk
geactiveerd.
De indicator RPT (repeat)
• Tijdens intro-aftastweergave knipperen de
tracknummers.
• De normale weergave start na de introaftastweergave.
Voorkomen dat de CD terugspringt
U kunt voorkomen dat de CD uit de lade springt
door deze in de lade te vergrendelen.
Druk wanneer u op SEL
(selecteren), drukt tevens op 0
en houd de toetsen gedurende
minimaal 2 seconden ingedrukt.
De vermelding “NO EJECT” zal
gedurende circa 5 seconden op
de display knipperen en de CD
wordt vergrendeld. De CD kan nu
niet meer uit de laadopening
worden gehaald.
RPT
Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de
indicator RPT op de display.
Alleen intro’s afspelen (Intro scan)
Het is mogelijk om van alle tracks alleen de
eerste 15 seconden af te spelen, zodat u de
intro’s kunt beluisteren.
1
Druk op M (modus) om de
functiemodus te activeren
terwijl u een CD afspeelt. De
apparaat schakelt over op de
functiemodus.
2 Druk op INT (intro scan)
4
24
terwijl de functiemodus nog
is geactiveerd zodat “INTRO”
op het display knippert.
Elke keer als u op de toets INT
drukt
, de introscanmodus
voor CD’s worden in- of
uitgeschakeld.
Opmerking:
Als u op 0 drukt terwijl het uitwerpen van CD’s niet
is toegestaan, komt het bedieningspaneel weliswaar
naar beneden geschoven, maar kan er geen CD
worden uitgenomen.
Druk op 0 als u het bedieningspaneel naar de vorige
positie wilt laten terugkeren.
Als u de vergrendeling ongedaan wilt maken
en de CD weer toegankelijk wilt maken moet u
0 gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt
houden terwijl u op de toets SEL (selecteren)
drukt.
Vervolgens knippert de vermelding “EJECT OK”
gedurende circa 5 seconden op de display. De
laadopening is nu ontgrendeld en de CD is weer
toegankelijk.
INTRODUCTIE EEN MP3
De volgende beschrijvingen zijn uitsluitend
voor de KD-SH909R.
Wat is MP3?
MP3 is de afkorting van een lange Engelse term:
Motion Picture Experts Group (of MPEG) Audio
Layer 3*. Kort gezegd is MP3 een indeling voor
gegevensbestanden met een
compressieverhouding van 1:10 (128 Kbps**). Dit
houdt in dat u met de MP3-bestandsindeling 10
keer zov eel gegevens op een CD-R of CD-RW kunt
zetten dan er op een gewone muziek-CD past.
* Deze speler is niet geschikt voor data die met de
Layer 1 en 2 formaten zijn gecodeerd.
** Bit-rate is het gemiddelde aantal bits dat er voor 1
seconde aan audio nodig is. De bit-rate wordt
uitgedrukt in
bits/seconde). Hoe hoger de bit-rate, hoe beter de
geluidskwaliteit. De meest gangbare bit-rate voor het
coderen van audio is 128 Kbps.
Deze apparaat is uitgerust met een MP3-decoder.
Dit betekent dat het mogelijk is om MP3-bestande
(tracks) af te spelen die op CD-R, CD-RW en CDROM zijn opgenomen.
Compatibel met ID3v1
In elk MP3-bestand kan aanvullende informatie
worden opgeslagen, zoals de albumtitel, naam van
de uitvoerende artiest, titel van de song, jaar van
de opname, genre en een korte opmerking.
Deze apparaat kan dergelijk informatie
(albumtitel, naam van de uitvoerende artiest en
titel van de song), die ID3v1-tags worden
genoemd, op de display weergeven. (Zie
bladzijde 53.)
• Sommige tekens kunnen niet op de juiste
manier worden weergegeven.
• Deze apparaat is niet compatibel met ID3v2.
Andere kenmerken van deze apparaat:
• Maximaal aantal mappen/bestanden: 289
• Beschikbare tekens voor map/bestandnaam:
• Maximaal aantal tekens voor bestandsnamen
(ISO 9660 Niveau 1): 12 (inclusief
(ISO 9660 Niveau 2):31 (inclusief
• Maximaal aantal tekens voor mapnaam: 64
Kbps
, ofwel kilobits per seconde (1000
A–Z, 0–9, _ (underscore)
scheidingsteken—“.” en
extensie—“mp3”)
scheidingsteken—“.” en
extensie—“mp3”)
(Joliet): 64 (inclusief
scheidingsteken—“.” en
extensie—“mp3”)
(Totaal)
Waarschuwingen met betrekking tot het
maken van MP3-bestanden op CD-R’s en
CD-RW’s
Deze apparaat kan alleen MP3-bestanden lezen
die de bestandsindeling hebben die voldoet aan
deze normen: ISO 9660 Niveau 1, Niveau 2 of
Joliet.
Hoe worden MP3-bestanden
opnemen en afgespeeld?
MP3-“bestanden of -tracks” worden tijdens het
opnemen “mappen” geplaatst, zoals deze in
computertermen worden genoemd.
Tijdens de opnameprocedure kunnen bestanden
en mappen op dezelfde manier worden geordend
als dat bij bestanden en mappen met
computergegevens kan.
De “hoofdmap” is de bovenste map in de
hiërarchie met mappen en bestanden. Elk bestand
en elke map vallen onder de hoofdmap en kunnen
vanuit de hoofdmap worden benaderd.
In welke volgorde bestanden worden afgespeeld,
doorzocht, en in welke volgorde mappen met
MP3-bestanden worden doorzocht, wordt
bepaald door de encoding-toepassing die de
muziek in MP3-indeling omzet.
kan dus anders zijn dan wat u in gedachte hebt als u
de mappen en bestanden opneemt.
Op de volgende pagina is te zien hoe MP3bestanden op CD-R en CD-RW worden
opgenomen, afgespeeld en hoe deze met deze
apparaat worden opgezocht.
Opmerkingen:
• Deze apparaat kan CD-ROM’s met MP3-bestanden
lezen, maar als er op de CD-ROM ook bestanden in
een andere indeling dan MP3-bestanden staan, kost
het de apparaat meer tijd de disk te doorzoeken. De
aanwezigheid van andere bestandsindelingen kan
ook een storing in de apparaat veroorzaken.
• De apparaat kan geen MP3-bestanden lezen of
schrijven als deze niet de extensie mp3 hebben.
• Deze apparaat is niet compatibel met Playlist*.
* Een playlist is een eenvoudig tekstbestand, zoals deze
op PC’s worden gebruikt, waarmee gebruikers zelf de
afspeelvolgorde van de bestanden kunnen bepalen
zonder de bestanden fysiek opnieuw te ordenen.
De afspeelvolgorde
NEDERLANDS
25
De configuratie van MP3-mappen en bestanden
Niveau 1
Niveau 2
1 2
Niveau 3
Hiërarchieën
Niveau 4
NEDERLANDS
Niveau 5
Niveau 6
ROOT
01
3 4
5 6
: Hoofdmap
: Onderliggende
mappen
: MP3-
bestanden
ROOT
01
02
03
04
0509
11102120
0607
8
7
9
Opmerking:
Er is geen limiet qua aantal hiërarchieniveaus (mappen dat onder).
Voor een stabiele werking wordt echter maximaal 8
hiërarchieniveaus aanbevolen.
1312
17
151614
18
19
08
232224
MP3’s afspeelvolgorde en zoekvolgorde (bladzijde 29)
• De cijfers die naast de MP3-bestanden ( ) zijn omcirkeld geven de afspeelvolgorde en de
zoekvolgorde van de MP3-bestanden aan. Normaalgesproken speelt deze apparaat MP3bestanden af in de volgorde waarin deze zijn opgenomen.
• De cijfers in de mappen geven de afspeelvolgorde en zoekvolgorde van de mappen op de MP3CD aan. Normaalgesproken speelt deze apparaat MP3-bestanden in de mappen af in de
volgorde waarin deze zijn opgenomen.
Naar een andere map gaan (bladzijde 30 en 31)
U kunt naar een andere directory van hetzelfde hierarchieniveau (uitsluitend binnen dezelfde
hoofddirectory) gaan (bijvoorbeeld van map 02 kunt u naar map 04 of 08 gaan) of van een
verschillend hierarchieniveau (bijvoorbeeld van map 05 kunt u naar map 04 of 06 gaan).
26
BEDIENING VAN DE MP3
De volgende beschrijvingen zijn uitsluitend
voor de KD-SH909R.
Zie
ook de paragraaf
CD-SPELER” op pagina 21 t/m 24.
“GEBRUIK V AN DE
Een MP3-CD afspelen
1
Open het bedieningspaneel.
2
Plaats een MP3-CD in de lade.
Vervolgens wordt de volgende informatie op
de display weergegeven:
De indicator CD-geplaatst licht op.
Het bedieningspaneel komt naar
beneden en de laadopening
verschijnt.
De apparaat trekt de
CD naar binnen, het
bedieningspaneel
gaat terug naar de
vorige positie (zie
bladzijde 42) en het
afspelen begint
automatisch.
Het afspelen begint automatisch bij het eerste
bestand in de eerste map nadat de
bestandscontrole is voltooid.
Vervolgens wordt de volgende informatie op
de display weergegeven:
• Met “TAG DISP” op “ON” gesteld
(standaardinstelling: zie bladzijde 40)
Mapnaam
&
Bestandsnaam
De naam album/naam artiest*
&
Titel van de track*
Titel van de track (bestandsnaam)
&
Verstreken speeltijd
(met nummer track**)
* Indien een MP3 bestand geen ID3 tags heeft,
zal de naam album/artiest en de titel van de
track worden overgeslagen.
** Zonder het displaypatroon met de aanduiding
voor de bron gekozen.
NEDERLANDS
DIRECTORY
FILE
Bijv.: Als op de CD 13 mappen en 125 MP3-
bestanden staan.
27
• Met “TAG DISP” op “OFF” gesteld
Mapnaam
&
Bestandsnaam
Bestandsnaam
&
Verstreken speeltijd
(met nummer track*)
* Zonder het displaypatroon met de aanduiding
voor de bron gekozen
Opmerkingen:
• Alle bestanden op de disk worden herhaald tot u het
afspelen beëindigt—de functie All File Repeat Play.
• MP3-CD vragen iets meer leestijd**.
NEDERLANDS
(De hoeveelheid tijd is afhankelijk van de
complexiteit van de map- en bestandshiÎrarchie.)
De display-informatie wijzigen
U kunt tijdens het afspelen van een
MP3-bestand andere
bestandsinformatie op de display
weergeven.
Elke keer wanneer u op de toets
D (display) drukt, wordt er andere
informatie op de display
weergegeven en wel als volgt:
• Met het displaypatroon met de
aanduiding voor de bron gekozen...
De naam album/
naam artiest
(
Mapnaam
Titel van de track
(
Bestandsnaam
Nummer track
Verstreken speeltijd
*)
&
*)
&
De naam album/
naam artiest
(
Mapnaam
Verstreken speeltijd
Titel van de track
(
Bestandsnaam
Verstreken speeltijd
*)
&
*)
&
** De leestijd is de tijd die de apparaat aanvankelijk
nodig heeft om de disk te onderzoeken en de
bestandsinformatie te lezen.
28
* Met “TAG DISP” op “OFF” gesteld of als
een MP3-bestand geen ID3-tag heeft, worden
de mapnaam en bestandsnaam weergegeven.
• Zonder het displaypatroon met de
aanduiding voor de bron gekozen...
De naam album/
naam artiest
(
Mapnaam
Titel van de track
(
Bestandsnaam
* Met “TAG DISP” op “OFF” gesteld of als
een MP3-bestand geen ID3-tag heeft, worden
de mapnaam en bestandsnaam weergegeven.
*)
&
*)
Titel van de track
(
Bestandsnaam
Nummer track/
Verstreken speeltijd
De naam album/
naam artiest
(
Mapnaam
&
Nummer track/
Verstreken speeltijd
*)
&
*)
Opmerking:
De resterende tekst verschijnt rollend over het display
indien de gehele tekst niet direct kan worden getoond.
Zie ook de paragraaf “De instelling voor lopende tekst
selecteren – SCROLL” op bladzijde 39.
Stoppen met afspelen en de CD terug laten
springen
Druk op 0.
Het afspelen stopt, het bedieningspaneel komt
naar beneden geschoven en de disk wordt uit de
laadopening uitgeworpen.
Een bestand of een bepaalde
passage op een MP3-CD
opzoeken
Bestand snel vooruit of achteruit spoelen
Druk tijdens het afspelen van
een MP3-CD op ¢ en
houdt de toets ingedrukt als u
het bestand wilt terugspoelen.
Druk tijdens het afspelen van
een MP3-CD op 4 en
houdt de toets ingedrukt als u
het bestand vooruit wilt
spoelen.
Opmerking:
Tijdens deze bediening hoort u uitsluitend
onderbroken geluid. (De verstreken speeltijd verandert
tevens onderbroken op het display.)
Naar een volgend of vorig bestand gaan
Druk tijdens het afspelen kort
op ¢ als u naar het
begin van het volgende
bestand wilt gaan.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt het begin
van een volgend bestand
opgezocht en afgespeeld.
(Zie de paragraaf “MP3’s
afspeelvolgorde en
zoekvolgorde” op bladzijde 26.)
Druk tijdens het afspelen kort
op 4 als u naar het begin
van het huidige bestand wilt
gaan.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt het begin van
een vorig bestand opgezocht
en afgespeeld.
(Zie de paragraaf “MP3’s
afspeelvolgorde en zoekvolgorde”
op bladzijde 26.)
NEDERLANDS
29
Rechtstreeks naar een bepaalde map gaan
BELANGRIJK:
Als u mappen rechtstreeks met behulp van de
cijfertoetsen wilt selecteren, dient elke map aan
het begin van de mapnaam een twee-cijferig
getal zijn toegekend. (Dit kan alleen worden
gedaan tijdens het op CD-R of CD-RW
opnemen van de MP3-bestanden.)
Bijv.: Als de mapnaam “01 ABC” is
Drukt op 1 om rechtstreeks naar
map “01 ABC” te gaan.
Als de mapnaam “1 ABC” is
Drukken op 1 werkt niet.
Als de mapnaam “12 ABC” is
Druk op 6 (12) en houdt de toets
ingedrukt om naar map “12 ABC”
te gaan.
Als u op de cijfertoets druk die overeenkomt met
het mapgetal begint het afspelen bij het eerste
bestand in de geselecteerde map.
NEDERLANDS
• Als u een mapgetal van 01 – 06 wilt selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Als u een mapgetal van 07 – 12 wilt selecteren:
Druk op 1 (7) – 6 (12) en houdt de toets minimaal
1 seconde ingedrukt.
Opmerkingen:
• Als “MP3” op de display knippert nadat u een map
hebt geselecteerd, betekent dit dat er in die map
geen MP3-bestanden aanwezig zijn.
• Het is niet mogelijk een map rechtstreeks te kiezen
met een getal dat groter is dan 12.
Druk als u een bepaald bestand in een map
wilt selecteren op ¢ of op 4 nadat
u de map hebt geselecteerd.
Naar de volgende map gaan—binnen
dezelfde hiërarchieniveau of in een andere
hiërarchieniveau
Op het bedieningspaneel:
1 Druk op M (modus) terwijl er een
MP3-CD wordt afgespeeld. De
apparaat schakelt over op de
functiemodus.
2 Druk kort op ¢ terwijl de
functiemodus is geactiveerd.
Door iedere achtereenvolgende
druk op de toets wordt de
volgende directory opgezocht (en
start de weergave van het eerste
bestand van de directory indien
opgenomen).
(Zie de paragraaf “Naar een
andere map gaan” op bladzijde 26.)
Met de afstandsbediening:
PRESET
Elke keer waneer u op de toets drukt
en deze ingedrukt houdt, wordt een
volgende map opgezocht (en begint
het afspelen bij het eerste bestand in
de map, als die er is).
(Zie de paragraaf “Naar een andere
map gaan” op bladzijde 26.)
Naar de vorige map gaan—binnen
dezelfde hiërarchieniveau of in een andere
hiërarchieniveau
Op het bedieningspaneel:
1 Druk op M (modus) terwijl er een
MP3-CD wordt afgespeeld. De
apparaat schakelt over op de
functiemodus.
2 Druk kort op 4 terwijl de
functiemodus is geactiveerd.
Door iedere achtereenvolgende
druk op de toets wordt de vorige
directory opgezocht (en start de
weergave van het eerste bestand
van de directory indien
opgenomen).
(Zie de paragraaf “Naar een
andere map gaan” op bladzijde 26.)
Met de afstandsbediening:
PRESET
Elke keer waneer u op de toets drukt
en deze ingedrukt houdt, wordt een
vorige map opgezocht (en begint het
afspelen bij het eerste bestand in de
map, als die er is).
(Zie de paragraaf “Naar een andere
map gaan” op bladzijde 26.)
30
Naar de volgende map binnen dezelfde
040506
hiërarchieniveau gaan (uitsluitend binnen
dezelfde hoofddirectory)
Met de afstandsbediening:
PRESET
Elke keer wanneer u op de toets
drukt, wordt een volgende map
binnen dezelfde hiërarchieniveau
opgezocht (en begint het
afspelen bij het eerste bestand in
de map, als die er is).
Voorbeeld 1: Als u een MP3-bestand in map 04
Voorbeeld 2: Als u een MP3-bestand in map 06
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
04080204
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
060706
Naar de vorige map binnen dezelfde
hiërarchieniveau gaan (uitsluitend binnen
dezelfde hoofddirectory)
Met de afstandsbediening:
PRESET
Voorbeeld 1: Als u een MP3-bestand in map 04
04020804
Voorbeeld 2: Als u een MP3-bestand in map 06
060706
Opmerking:
Als er zich geen MP3-bestand in de map bevindt die u
hebt geselecteerd, “MP3” knippert op het display. Als
dit gebeurt, schakelt de apparaat automatisch over op
de pauzestand.
Elke keer wanneer u op de toets
drukt, wordt een vorige map
binnen dezelfde hiërarchieniveau
opgezocht (en begint het
afspelen bij het eerste bestand in
de map, als die er is).
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
Naar een map in een lagere
hiërarchieniveau gaan
Met de afstandsbediening:
Elke keer wanneer u op de toets
DISC
drukt, wordt een map in een
onderliggende hiërarchieniveau
opgezocht (en begint het
afspelen bij het eerste bestand in
de map, als die er is).
Voorbeeld 1: Als u een MP3-bestand in map 01
Voorbeeld 2: Als u een MP3-bestand in map 04
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
010203
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
Naar een map in een hogere
hiërarchieniveau gaan
Met de afstandsbediening:
DISC
Voorbeeld 1: Als u een MP3-bestand in map 03
Voorbeeld 2: Als u een MP3-bestand in map 05
• Als u bij de hoofdmap uitkomt, wordt het afspelen
niet gestart.
Als u rechtstreeks naar de hoofdmap wilt
gaan, moet u op de afstandsbediening op R•D
drukken. U kunt vanuit elke map teruggaan naar
de hoofdmap.
• Als er bestanden in de eerste hiërarchieniveau
zijn opgenomen zonder dat deze in een map
staan, zal de apparaat deze bestanden
afspelen.
Elke keer wanneer u op de toets
drukt, wordt een map in een
bovenliggende hiërarchieniveau
opgezocht (en begint het
afspelen bij het eerste bestand in
de map, als die er is).
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
030201
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
050401
ROOT
ROOT
NEDERLANDS
31
MP3-afspeelmodi selecteren
Tracks in willekeurige volgorde afspelen
van bestanden (Random Play)
U kunt alle bestanden van de MP3 disc in een
willekeurige volgorde weergeven.
NEDERLANDS
Modus
RANDOM1
RANDOM2
Tracks herhaaldelijk afspelen van
bestanden (Repeat Play)
U kunt het huidige bestand of alle bestanden van
de huidige map herhaald afspelen.
32
1
Druk op M (modus)terwijl er een
MP3-CD wordt afgespeeld.De
apparaat schakelt over op de
functiemodus.
2 Druk op RND (random) terwijl
de functiemodus is
geactiveerd zodat
“RANDOM1” of “RANDOM2”
op het display knippert.
Elke keer wanneer u op de
toets RND, wordt er een
andere modus voor het in
willekeurige volgorde afspelen
van tracks geselecteerd, en
wel in deze volgorde:
RANDOM1
RANDOM2
Geannuleerd
De indicator RND
Indicator
RND
Licht opAlle bestanden in de
Knippert
Afspelen in
willekeurige volgorde
huidige map, daarna de
bestanden van de
volgende map enzovoorts.
Van alle bestanden op de disc.
1
Druk op M (modus)terwijl er een
MP3-CD wordt afgespeeld.De
apparaat schakelt over op de
functiemodus.
2 Druk op RPT (repeat) terwijl
de functiemodus is
geactiveerd zodat
“REPEAT1” of “REPEAT2” op
het display knippert.
Elke keer wanneer u op de
toets RPT, wordt er een
andere modus voor het
herhaald afspelen van tracks
geselecteerd, en wel in deze
volgorde:
REPEAT1
REPEAT2
Geannuleerd
De indicator RPT
RPT
TRACK
Bijv.: Als “
Modus
REPEAT 1
REPEAT
2 KnippertAlle bestanden in de
REPEAT
Indicator
RPT
Licht op
1” wordt geselecteerd.
Herhaling van...
Het huidige bestand (of
een geselecteerd bestand).
huidige map (of de
geselecteerde map).
Alleen intro’s afspelen (Intro scan)
Het is mogelijk om van alle tracks alleen de
eerste 15 seconden af te spelen, zodat u de
intro’s kunt beluisteren.
RND
4
1 Druk op M (modus)terwijl er
een MP3-CD wordt
afgespeeld.De apparaat
schakelt over op de
functiemodus.
2 Druk op
INTRO 1
INT (intro scan)
terwijl de functiemodus is
geactiveerd zodat “INTRO1”
of “INTRO2” op het display
knippert.
Elke keer wanneer u op de
toets INT, wordt er een
andere voor het in
introscanmodus volgorde
afspelen van tracks
geselecteerd, en wel in deze
volgorde:
INTRO 2
Geannuleerd
FILE
ModusIndicator
INTRO1Van alle bestanden
INTRO2Van het eerste bestand
De FILE
indicator
knippert
De
DIRECTORY
indicator
knippert
Speelt het begin
(15 seconden)
op de disc.
van alle map.
GELUID REGELEN
Geluid aanpassen
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens
instellen.
1
Selecteer de functie die u wilt
aanpassen.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt de
aanpasbare tijd als volgt
gewijzigd:
FADER*
(Faden)
VOLUME
Indicatie Doel:Bereik
FADER*Evenwicht tussen R06
BALEvenwicht tussen L06 (Alleenlinks)
EX BASS
WOOFER
VOL ADJ**** Zie “Instellen van –12 (min.)
VOLUMEHet volume00 (min.)
voor- en |
achterspeakersF06 (Alleenvoorin)
aanpassen.
linker- en |
rechterspeakerR06 (Alleenrechts)
aanpassen.
**Activeren ofON
uitschakelen van |
de versterking
van de lage tonen.
*** Het uitvoerniveau 00 (min.)
van de subwoofer |
aanpassen.12 (max.)
het ingangsniveau |
voor iedere bron” +12 (max.)
hier rechts.
aanpassen. |
BAL
(Balans)
VOL ADJ****
(Volume-instelling)
EX BASS**
(Versterking van de
lage tonen)
WOOFER***
(Subwoofer)
(Alleenachterin)
OFF
50 (max.)
2
Pas het niveau aan.
Om het niveau te
verhogen.
Om het niveau te
verlagen.
Opmerking:
Normaliter stelt u het volume in met de
bedieningsschijf. U hoeft dus niet “VOLUME” voor
het instellen van het volumeniveau te kiezen.
Instellen van het ingangsniveau voor
iedere bron
U kunt het ingangsniveau voor iedere bron,
uitgezonderd FM, instellen en in het geheugen
vastleggen.
Indien het ingangsniveau juist in
overeenstemming met het FM-geluidsniveau is
ingesteld, hoeft u het volumeniveau niet iedere
keer bij het veranderen van bron opnieuw te
veranderen.
NEDERLANDS
*Als u een systeem met twee speakers gebruikt
moet u FADER op “00” zetten.
**Het rijke en volle basgeluid blijft volledig
behouden, hoe laag u het volume ook instelt –
Versterking
*** Dit heeft alleen effect als er een subwoofer is
aangesloten.
**** Niet instelbaar indien FM als bron is gekozen.
“FIX” wordt getoond.
van de lage tonen.
33
Vooraf
selecteren
Het is mogelijk om een vooraf geluidsmodi te
selecteren als deze met uw muziekgenre
overeenkomt.
1
geluidsmodi
(EQ)
Druk op EQ om de geluidsmodus
(EQ) te activeren.
Door iedere druk op de toets
wordt de geluidsmodus (EQ)
afwisselend geactiveerd en
uitgeschakeld.
• Met de geluidsmodus (EQ)
geactiveerd, wordt de
laatst gekozen
geluidsmodus opgeroepen
en voor de ingestelde bron
gebruikt.
NEDERLANDS
Bijv: Als u eerder de instelling “FLAT” hebt
geselecteerd.
2
De geluidsmodus van uw keuze
selecteren.
Elke keer wanneer u aan
de bedieningsknop
draait, wordt er een
andere geluidsmodus
geselecteerd en wel als
volgt:
Opmerkingen:
• U kunt de vooraf ingestelde geluidsweergave
wijzigen en in het geheugen opslaan.
Meer bijzonderheden over het aanpassen en
opslaan van uw eigen geluidsinstellingen treft u aan
in de paragraaf “Geluidsweergave aanpassen en
opslaan” op bladzijde 35.
• Zie bladzijde 33 als u activeren of uitschakelen van
de versterking van de lage tonen.
Voor elke afspeelbron een andere
geluidsmodus opslaan (EQ Link)
Als u een geluidsmodus selecteert, wordt deze in
het geheugen opgeslagen. De geluidsmodus
wordt elke keer uit het geheugen opgeroepen
wanneer u de desbetreffende afspeelbron
selecteert.
Voor elk van de volgende afspeelbronnen kan
een geluidsmodus worden opgeslagen: FM1,
FM2, FM3, AM (MW/LW), CD en externe
apparatuur.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 36.
1 Druk op SEL (selecteren) en houdt deze
gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt,
zodat een van de PSM-items op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢of op 4 en selecteer de
vermelding “EQ LINK” (koppeling met het
geheugen voor geluidsmodi).
3 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van de
klok mee en selecteer “ON”.
4 Druk op de toets SEL (selecteren) om het
instellen te voltooien.
34
FLAT O Hard Rock O R & B*O POP O
JAZZ O Dance Music O Country O
Classic O USER 1 O USER 2 O
(terug naar het begin)
* Rhythm en blues
Het EQ-niveau verandert wanneer
u de geluidsmodus selecteert.
Bijv.: Als u “POP” aanpast.
Selecteer als u de geluidsmodus wilt
annuleren in stap 2 de vermelding “FLAT”.
Reggae O
USER 3 O
Als u EQ Link wilt annuleren, moet u dezelfde
procedure nogmaals uitvoeren maar in stap 3
met de bedieningsschijf de vermelding “OFF”
selecteren.
• Als “EQ LINK” is ingesteld op “ON”
De geselecteerde geluidsmodus kan voor de
huidige afspeelbron in het geheugen worden
opgeslagen.
Elke keer wanneer u de bron afspeelt, wordt
de bijbehorende geluidsmodus uit het
geheugen opgehaald en achter de naam van
de afspeelbron weergegeven.
• Als “EQ LINK” is ingesteld op “OFF”
De geselecteerde geluidsmodus is op elke
afspeelbron die wordt geselecteerd van
toepassing.
Geluidsweergave aanpassen
en opslaan
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken aan
uw eigen wensen aan te passen en in het geheugen
op te slaan (USER 1, USER 2 en USER 3).
• Voor het uitvoeren van de onderstaande
stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure
wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid,
moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
1
Druk op EQ om de geluidsmodus
(EQ) te activeren.
Door iedere druk op de toets
wordt de geluidsmodus (EQ)
afwisselend geactiveerd en
uitgeschakeld.
• Met de geluidsmodus (EQ)
geactiveerd, wordt de
laatst gekozen
geluidsmodus opgeroepen
en voor de ingestelde bron
gebruikt.
Bijv: Als u eerder de instelling “POP” hebt
geselecteerd.
4
Kies de frequentie.
• U kunt 70 Hz, 150 Hz,
400 Hz, 1 kHz,
2,4 kHz, 6 kHz en
12,5 kHz kiezen.
5
Stel het niveau van de in de vorige
stap gekozen frequentie in.
• U kunt het niveau voor
iedere frequentie
vanaf “–05” (minimum)
tot “+05” (maximum)
instellen.
6
Herhaal stappen 4 en 5 voor het
instellen van de overige
frequentieniveaus.
7
Selecteer een van de door de
gebruiker zelf opgegeven geluidsmodi
(USER1, USER2, USER3).
NEDERLANDS
2
De geluidsmodus van uw keuze
selecteren.
3
Druk op SEL (selecteren) om de
instelmodus te activeren.
De laatst ingestelde frequentie en het niveau wordt
op het display getoond.
8
Druk op SEL (selecteren) om de
aanpassingen op te slaan.
Opmerking:
Sla stappen 7 en 8 over indien u een tijdelijke
instelling wilt maken die niet in het geheugen wordt
vastgelegd. De tijdelijke instelling blijft effectief totdat
u een andere geluidsmodus kiest.
35
ANDERE HOOFDFUNCTIES
De algemene instellingen
wijzigen (PSM)
Het is mogelijk om de instellingen voor de items
die op de volgende bladzijde staan vermeld te
wijzigen.
Basisprocedure
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (Zie bladzijde 37.)
Bijv: Als u eerder de instelling “CLOCK H” hebt
NEDERLANDS
2
geselecteerd.
Selecteer het item waarvan u de
instelling wilt wijzigen. (Zie bladzijde
37.)
3
Wijzig het PSM-item dat u hebt
geselecteerd.
Bijv.: Met “EQ LINK” op “ON” gesteld.
4
Herhaal stap 2 en 3 als u de andere
PSM-items wilt aanpassen.
5
Voltooi de instelling.
36
Bijv.: Als u “EQ LINK” aanpast.
Modus met voorkeursinstellingen (PSM)-onderdelen
1
CLOCK HInstellen van het uur
CLOCK MInstellen van de minute
EQ LINKKoppeling met het geheugen
24H/12H
AUTO ADJ
CLOCKWeergave van de klok
AF-REGAlternatieve frequentie/
PTY STBYPTY-standby
TA VOLUME
P-SEARCHProgramme zoeken
DAB AF**Zoeken naar alternatieve
LEVEL/EQIndicator voor niveau en
DIMMERDimmermodus
TELEPHONEAudiodemping voor cellulaire
BEEP SWPieptoon bij toetsbediening
P.AMP SWSchakelaar voor ingebouwde
CONTRASTContrast van de weergave
SCROLLModus voor lopende tekst
CUT OFF FAfbreekfrequentie van de
LINE IN
AUX INAux-ingang
KEY SELSelectie van modus voor
IF FILTERIntermediate Frequency-filter
TAG DISP***Weergave van tags
•Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
*Niet instelbaar indien de DAB-tuner is aangesloten.
** Indien de DAB-tuner is aangesloten.
*** Uitsluitend voor de KD-SH909R.
2
Kies.Houd.
voor geluidsmodi
24/12-uur aanduiding voor de klok
Automatische instellen van de klok
regionale ontvangst
Volume voor verkeersinformatie
frequenties
equalizer
telefoonsystemen
versterker
op de display
subwoofer
Lijningang
bediening met externe sleutel
3
Stel in.
Tegen de
wijzers van
de klok in
TerugVerder
TerugVerder
OFFOFF34ON
12HOUR24HOUR24HOUR9
OFFONON19
OFFONON38
AF
OFF
OFFONOFF19
OFFONON52
EQ
LEVEL 3
AUTOOFF
MUTING OFFMUTING 1
OFFONON38
OFFONON38
ONCEAUTO
MID(80Hz)
LOW(50Hz)
DVD
Met de
wijzers
van de
klok mee
AF REG
OFF*
29 programmatypen
(zie bladzijde 20)
00 — 502019
LEVEL 1
LEVEL 2
ON
MUTING 2
OFF
HIGH(115Hz)
VCR
OFF
Fabrieksin-
stellingen
0:009
AF14
OFF16
EQ38
AUTO38
MUTING OFF38
053901 — 10
MID(80Hz)39
ON39OFFON
ON39OFFON
AUTOWIDEAUTO
Zie
blz.
NEDERLANDS
39ONCE
40DVD
40
40ONOFFON
37
Weergave van de klok selecteren
– CLOCK
Het is mogelijk om de klok op de display weer te
geven of juist niet weer te geven wanneer de
eenheid is ingeschakeld.
Bij het verlaten van de fabriek is de klok
standaard ingesteld om op de display te worden
weergegeven.
• ON:Weergave van de klok op de
• OFF:De tijdsaanduiding staat uit.
display is ingeschakeld.
De niveau-indicator selecteren – LEVEL/EQ
U kunt zelf opgeven welk niveau op de display
moet worden weergegeven.
Bij het verlaten van de fabriek is wordt deze
modus ingesteld op “EQ”.
• EQ:Het equalizerpatroon wordt
• LEVEL 1:Audioniveaumeter wordt
NEDERLANDS
• LEVEL 2:Piekniveaumeter wordt getoond.
• LEVEL 3:Displayverlichting start.
weergegeven.
getoond.
Audiodemping voor mobiele
telefoongesprekken selecteren – TELEPHONE
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een
cellulair telefoonsysteem is aangesloten.
Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem dat
u gebruikt “MUTING 1” of “MUTING 2”. Welke
dempingsmogelijkheid u kiest, hangt af van de
vraag welke instelling het geluid het beste dempt.
Bij het verlaten van de fabriek is deze modus
standaard uitgeschakeld.
• MUTING 1:
• MUTING 2:
• MUTING OFF:
Selecteer deze modus als u
hiermee het geluid kunt dempen.
Selecteer deze modus als u
hiermee het geluid kunt dempen.
Hiermee wordt de audiodemping
voor telefoongesprekk en
uitgeschakeld.
Geluid bij het aanraken van de toetsen
in- en uitschakelen – BEEP SW
Het is mogelijk om het geluid dat u hoort bij het
aanraken van de toetsen uit te schakelen als u deze
geluiden storend vindt. Bij het verlaten van de
fabriek is de functie voor het weergeven van geluid
bij het aanraken van de toetsen echter ingeschakeld.
De instelling voor de dimmerfunctie
selecteren – DIMMER
Bij het inschakelen van de koplampen van de
auto wordt de verlichting van de display
automatisch gedimd (de functie Auto Dimmer).
Bij het verlaten van de fabriek is de functie Auto
Dimmer van de eenheid standaard ingeschakeld.
• AUTO:
• OFF:
• ON:De display wordt gedimd.
Opmerking:
Het kan zijn dat de functie Auto Dimmer van deze eenheid
bij bepaalde voertuigen niet goed werkt, vooral niet bij
voertuigen met een bedieningsschijf voor de dimmer.
In dergelijke gevallen moet u de dimmerfunctie op
“ON” of “OFF” instellen.
38
De functie Auto Dimmer is
ingeschakeld.
De functie Auto Dimmer is
itgeschakeld.
• ON:Hiermee schakelt u het geluid bij
het aanraken van de toetsen in.
• OFF:Hiermee schakelt u het geluid bij
het aanraken van de toetsen uit.
De stroomtoevoer voor de versterker in- of
uitschakelen – P.AMP SW
Het is mogelijk de ingebouwde versterker uit te
schakelen en de audiosignalen alleen naar de
externe versterker(s) te sturen om zo een
helderder geluid te verkrijgen en om te voorkomen
dat de eenheid te veel warmte ontwikkelt.
Bij het verlaten van de fabriek wordt de schakelaar
voor de eindversterker standaard zodanig
ingesteld dat de ingebouwde versterker werkt.
• ON:Selecteer deze modus als u geen
externe versterker(s) gebruikt.
• OFF:Selecteer deze modus als u een
of meer externe versterker(s)
gebruikt.
Het contrastniveau van de display
aanpassen – CONTRAST
Het is mogelijk om de heiderheid van de display te
wijzigen. U kunt kiezen uit instelling 01 (donker) t/m
10 (licht). Bij het v erlaten van de fabriek staat het
contrast standaard ingesteld op niveau 05.
Activeren of uitschakelen van de
lijningang– LINE IN
U kunt de lijningang uitschakelen indien er geen
extern component met de LINE IN aansluitingen
is verbonden.
Bij het verlaten van de fabriek is de lijningang op
“ON” gesteld.
De instelling voor lopende tekst selecteren
– SCROLL
U kunt de modus voor lopende tekst selecteren
zodat informatie op een CD (indien de gehele
tekst niet in één keer kan worden getoond).
Bij het verlaten van de fabriek staat deze functie
standaard ingesteld op “ONCE”, waardoor
informatie éénmaal als lopende tekst op de
display wordt weergegeven.
• ONCE:De tekst wordt een keer als
• AUTO:De tekst wordt voortdurend
• OFF:Er wordt geen lopende tekst
Opmerking:
Zelfs als de modus voor lopende tekst is ingesteld op
“OFF”, kunt u lopende tekst weergeven door
gedurende minimaal 1 seconde op de toets D (display)
te drukken.
lopende tekst weergegevan.
(met tussenpozen van 5
seconden) weergegeven.
weergegevan.
De afbreekfrequentie voor de subwoofer
instellen –
Als er een subwoofer op de eenheid is
aangesloten, dient u een begrenzingsfrequentie
voor de subwoofer op te geven.
Bij het verlaten van de fabriek wordt de
begrenzingsfrequentie standaard ingesteld op
“MID(80Hz)”.
CUT OFF F
• ON:U kunt “LINE INPUT (LINE)” als
weergavebron kiezen.
• OFF:“LINE INPUT (LINE)” kan niet voor
weergave worden gekozen.
Activeren of uitschakelen van de
aux-ingang – AUX IN
U kunt de aux-ingang uitschakelen indien er geen
extern component met de auxingangsaansluitingen is verbonden.
Bij het verlaten van de fabriek is de aux-ingang
op “ON” gesteld.
• ON:U kunt “AUX INPUT (AUX)” als
weergavebron kiezen.
• OFF:“AUX INPUT (AUX)” kan niet voor
weergave worden gekozen.
NEDERLANDS
• LOW(50Hz):Frequenties boven de 50 Hz
worden niet via de subwoofer
ten gehore gebracht.
• MID(80Hz):Frequenties boven de 80 Hz
worden niet via de subwoofer
ten gehore gebracht.
• HIGH(115Hz): Frequenties boven de 115 Hz
worden niet via de subwoofer
ten gehore gebracht.
39
Het apparaat selecteren dat u via deze
ontvanger wilt bedienen – KEY SEL
U kunt via de cijfertoetsen op het
bedieningspaneel van deze ontvanger de
videorecorder of DVD-speler van JVC bedienen.
Bij het verlaten van de fabriek zijn de
cijfertoetsen ingesteld om een DVD-speler te
bedienen.
• DVD:Voor bediening van een JVC DVD-
• VCR:Voor bediening van een JVC
• OFF:Geen gebruik van de cijfertoetsen
Zie bladzijde 44 en 45 als u een DVD-speler en
videorecorder met de cijfertoetsen wilt bedienen.
speler.
videorecorder.
voor bediening van andere
componenten.
De selectiviteit van de FM-tuner wijzigen
– IF FILTER
In bepaalde gebieden kunnen zenders die zich in
elkaars nabijheid bevinden elkaar storen. Deze
NEDERLANDS
eenheid kan dergelijke storing automatisch
(“AUTO”) verminderen. Dit is de
standaardinstelling van deze eenheid bij het
verlaten van de fabriek.
• AUTO: Als zich dergelijke storingen
• WIDE: Met deze instelling kan de ontvanger
voordoen, vermindert de eenheid
automatisch de selectiviteit van de
ontvanger, zodat de storingen worden
verminderd. (Tevens gaat het stereoeffect verloren.)
door naburige zenders worden
gestoord, maar is de geluidskwaliteit
optimaal en blijft het stereo-effect
behouden.
Het weergeven van tags in- en
uitschakelen – TAG DISP
(uitsluitend voor de KD-SH909R)
In een MP3-bestand kan bestandsinformatie
liggen opgeslagen in een zogeheten “ID3-tag”. In
dit label kan informatie liggen opgeslagen zoals
de naam van het album, de artiest, de titel van de
track, enz.
Er zijn twee versies: ID3v1 (ID3-tag, versie 1) en
ID3v2 (ID3-tag, versie 2). Deze eenheid kan
alleen informatie van het type ID3v1 verwerken.
Bij het verlaten van de fabriek wordt de functie
voor het weergeven van tags op de eenheid
ingeschakeld (“ON”).
• ON: Weergave van informatie in ID3-tags is
ingeschakeld tijdens het afspelen van
MP3-bestanden.
• Als een MP3-bestand geen ID3-tag
heeft, worden de mapnaam en
bestandsnaam weergegeven.
Opmerking:
Als u tijdens het afspelen van een MP3-bestand
de instelling wijzigt van “OFF” naar “ON”,
wordt het weerg even van informatie die in tags
ligt opgeslagen vanaf het volgende bestand
geactiveerd.
• OFF: Weergave van informatie in ID3-tags is
uitgeschakeld tijdens het afspelen van
MP3-bestanden. (Alleen de mapnaam en
de bestandsnaam worden weergegeven.)
40
Namen aan bronnen
toekennen
U kunt CD’s en het externe apparaat een naam
toekennen.
De naam die u toekent, wordt vervolgens op de
display weergegeven wanneer u het
desbetreffende apparaat selecteert.
BronnenMaximaal aantal tekens
CD’s*32 tekens
Extern apparaat11 tekens
* Het is niet mogelijk een naam toe te kennen aan een
CD met CD Text of een MP3-CD.
1
Selecteer een bron waaraan u een
naam wilt toekennen.
(maximaal 40 CD’s)
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt er een
andere afspeelbron
geselecteerd, en wel in de
volgorde zoals die op
bladzijde 8 staat beschreven.
3
Selecteer de tekenset die u wilt
gebruiken zolang “
knippert.
Elke keer dat u op deze toets
drukt, selecteert u een andere
tekenset. De beschikbare
tekensets worden in deze
volgorde op de display aan u
aangeboden:
Hoofdletters ( )
Cijfers en symbolen ( )
4
Selecteer het gewenste teken.
5
Verplaats de cursor naar de positie
voor het volgende of het vorige
teken.
” op de display
Kleine letters ( )
Meer informatie over de
beschikbare tekens treft u
aan op bladzijde 53.
NEDERLANDS
2
Druk op SEL (selecteren) en houdt
deze gedurende minimaal 2
seconden ingedrukt terwijl u op D
(display) drukt.
DISC
Indien u een “CD” als bron selecteert
6
Herhaal stap 3 t/m 5 tot u de
volledige naam die u wilde invoeren
hebt opgegeven.
7
Voltooi de procedure terwijl het
laatst geselecteerde teken knippert.
De ingevoerde tekens verwijderen
Volg de bovenstaande procedure en voer nu in
plaats van tekens spaties in.
Opmerkingen:
• Als u probeert een naam toe te kennen aan een 41e CD,
verschijnt de vermelding “NAME FULL” op de display
om aan te geven dat u geen naam kunt toekennen.
(Verwijder in dit geval namen die u niet wilt.)
• Wanneer er een CD-wisselaar is aangesloten, kunt u
ook namen toekennen aan CD’s in de CD-wisselaar.
De namen kunnen ook op de display worden
weergegeven als u de CD’s in deze eenheid plaatst.
41
De hoek van het
bedieningspaneel wijzigen
De hoek van het bedieningspaneel kan op een
van vier posities worden ingesteld.
Pas de hoek naar wens aan.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, wordt de hoek
gewijzigd, en wel in deze
volgorde:
LET OP:
Steek NOOIT uw vinger
tussen het
bedieningspaneel en de
eenheid aangezien u het
risico loopt vast te komen
zitten of u zichzelf zeer
doet.
A
NEDERLANDS
D
B
C
Met behulp van de afstandsbediening
Druk herhaaldelijk op ANGLE ∞. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de hoek van het
bedieningspaneel en wel in deze volgorde: Å, ı, Ç en tot slot Î.
Het bedieningspaneel in de oorspronkelijke positie terugzetten,
Druk herhaaldelijk op ANGLE 5. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de hoek van het
bedieningspaneel en wel in omgekeerde volgorde: Î, Ç, ı en tot slot Å.
42
Bedieningspaneel verwijderen
U kunt het bedieningspaneel verwijderen,
wanneer u uit de auto stapt.
U moet het bedieningspaneel voorzichtig
verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen,
zodat de connectors op de achterkant van het
bedieningspaneel en de houder van het
bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Bedieningspaneel verwijderen
Alvorens het bedieningspaneel te verwijderen:
• Let erop dat stroom is uitgeschakeld
• Let er later op dat u het paneel weer op de
juiste wijze terugplaatst
1
Ontgrendel het bedieningspaneel.
Het bedieningspaneel
komt naar u toe
geschoven.
Bedieningspaneel weer
1
Plaats de linkerzijde van het
bedieningspaneel in de inkeping op
het kader voor het bedieningspaneel.
2
Druk op de rechterzijde van het
bedieningspaneel om het paneel aan
het kader te bevestigen.
NEDERLANDS
2
Schuif het bedieningspaneel naar
rechts en trek het vervolgens naar
u toe.
3
Stop het losgemaakte
bedieningspaneel in het daarvoor
bestemde doosje.
Opmerking over het reinigen van de connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen
de connectors op een gegeven moment minder
goed gaan functioneren.
Om deze mogelijkheid tot het minimum te
beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd
met een met alcohol bevochtigde katoenen doek
schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors
daarbij niet beschadigt.
Connectors
43
BEDIENING VAN HET EXTERNE APPARAATEN
MD-speler, enz.
aux-ingang
Externe apparatuur afspelen
Op deze apparaat kunnen twee externe
apparaten worden aangesloten.
Verbind het ene apparaat met de LINE IN
aansluitingen op het achterpaneel en het andere
apparaat met de aux-ingangsaansluiting op het
bedieningspaneel.
• Voor gebruik van het externe apparaat dat met
NEDERLANDS
de LINE IN aansluitingen op het achterpaneel
is verbonden, moet u “LINE IN” op “ON” stellen
(zie bladzijde 39).
• Voor gebruik van het externe apparaat dat met
de aux-ingangsaansluiting op het
bedieningspaneel is verbonden, moet u “AUX
IN” op “ON” stellen (zie bladzijde 39).
Het is mogelijk een DVD-speler of
videorecorder van JVC op de ingangen
met de aanduiding LINE IN aan te sluiten.
U kunt een DVD-speler of videorecorder van
JVC via deze ontvanger bedienen. Gebruik
hiertoe de cijfertoetsen op het
bedieningspaneel.
Als u een videorecorder bedient, dient u de
bedieningsmodus van de cijfertoetsen te
veranderen van de DVD-bedieningsmodus
naar de modus voor het bedienen van de
videorecorder (de VCR-bedieningsmodus). (Zie
de paragraaf “Het apparaat selecteren dat u via
deze ontvanger wilt bedienen – KEY SEL” op
bladzijde
40.)
1
Selecteer het externe apparaat—
LINE INPUT (LINE) of
.
(AUX)
AM TUNER (AM)
DAB TUNER (DAB)*
CD CHANGER (CDCH)*
LINE INPUT (LINE)***
AUX INPUT (AUX)***
* Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze
apparatuur als afspeelbron te selecteren.
** Als er zich geen CD in de lade is geplaatst,
kan de CD-speler niet als afspeelbron
worden geselecteerd.
*** Met “LINE IN” of “AUX IN” op “OFF”
gesteld, kunt u de overeenkomende bron niet
voor weergave kiezen. (Zie bladzijde 39).
AUX INPUT
Als u een afspeelbron
selecteert, wordt
automatisch de stroom
ingeschakeld.
Daarna wordt elke keer
wanneer u op de toets
drukt een andere
afspeelbron geselecteerd,
en wel in deze volgorde:
FM TUNER (FM)
CD**
Terug naar het begin
44
LINE INPUT (LINE):
AUX INPUT (AUX):
2
Schakel het aangesloten apparaat
Het apparaat dat op de
LINE IN-ingang aan de
achterzijde van de
apparaat is
aangesloten kan nu
worden bediend.
Het apparaat dat op de
aux-ingang van het
bedieningspaneel is
aangesloten kan nu
worden bediend.
aan en start het afspelen van de
afspeelbron.
• Als u een DVD-speler of videorecorder van
JVC aansluit, kunt u de volgende
bewerkingen uitvoeren.
Opmerking:
Als u de bovenstaande toetsen gebruikt, wordt de
vermelding “DVD” op de display en de
bedieningsmodus (zoals 3, 7) weergegeven.
Als u een videorecorder aansluit:
: Hiermee wordt de stroom in- of
uitgeschakeld.
3:
Hiermee start u het afspelen van een
videoband.
¡:
Hiermee wordt de cassette snel vooruit
gespoeld, indien ingedrukt.
1:
Hiermee wordt de cassette snel achteruit
gespoeld, indien ingedrukt.
7:
Hiermee stopt u het afspelen van een
videoband.
Opmerking:
Als u de bovenstaande toetsen gebruikt, wordt de
vermelding “VCR” op de display en de
bedieningsmodus (zoals 3, 7) weergegeven.
3
Regel het volume.
Het volume verhogen.
NEDERLANDS
Als u een DVD-speler aansluit:
:
Hiermee wordt de stroom in- en
uitgeschakeld.
3:
Hiermee start u het afspelen van een
videoband.
¡:
• Hiermee wordt de kapittel snel vooruit
gespoeld als de toets ingedrukt wordt
gehouden.
• Hiermee gaat u naar het begin van de
volgende kapittel als u de toets kort
ingedrukt houdt.
1:
• Hiermee wordt de kapittel snel achteruit
gespoeld als de toets ingedrukt wordt
gehouden.
• Hiermee gaat u naar het begin van de
huidige kapittel als de toets kort
ingedrukt wordt gehouden.
Hiermee gaat u elke keer wanneer u de
toets indrukt naar het begin van een
vorige kapittel.
7:
Hiermee stopt u het afspelen van een
videoband.
Het volume verlagen.
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
(Zie bladzijde 33 – 35.)
45
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR
We raden u aan bij uw apparaat alleen gebruik te
maken van de CH-X-serie.
Als u een andere automatische CD-wisselaar in
uw bezit hebt, raden we u aan contact op te
nemen met uw JVC-dealer in auto-accessoires
voor meer informatie over de juiste aansluitingen.
• Bijv.: Als u een CD-wisselaar uit de KD-MK
serie hebt, hebt u een kabel (KS-U15K)
nodig om deze met het apparaat te verbinden.
Alvorens uw automatische CD-wisselaar te
gebruiken:
• Lees de instructies door die bij uw
CD-wisselaar zijn geleverd.
NEDERLANDS
• Als er geen CD’s in de houder van de
CD-wisselaar aanwezig zijn of wanneer de
CD’s ondersteboven in de houder zitten,
verschijnt op het afleesvenster de tekst
“NO DISC”. Als dit gebeurt, moet u de
houder verwijderen en de CD’s op de juiste
wijze in de houder plaatsen.
• Als op het afleesvenster de tekst “RESET 1”
– “RESET 8” verschijnt, is er iets fout met de
verbinding tussen dit apparaat en de
CD-wisselaar. Als dit gebeurt, moet u de
verbinding controleren, de verbindingskabel(s) stevig vastmaken. En dan op de
resetknop van de CD-wisselaar drukken.
CD’s afspelen
Selecteer de automatische CD-wisselaar
(CD CHANGER).
Als u een afspeelbron
selecteert, wordt automatisch
de stroom ingeschakeld.
Daarna wordt elke keer
wanneer u op de toets drukt
een andere afspeelbron
geselecteerd, en wel in deze
volgorde:
AM TUNER (AM)
DAB TUNER (DAB)*
CD CHANGER (CDCH)*
LINE INPUT (LINE)***
AUX INPUT (AUX)***
* Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze
apparatuur als afspeelbron te selecteren.
** Als er zich geen CD in de lade is geplaatst,
kan de CD-speler niet als afspeelbron
worden geselecteerd.
*** Met “LINE IN” of “AUX IN” op “OFF”
gesteld, kunt u de overeenkomende bron niet
voor weergave kiezen. (Zie bladzijde 39).
FM TUNER (FM)
CD**
Terug naar het begin
46
Nummer van het track
Verstreken
speeltijd
Discnummer (en
vervolgens verschijnt
de tijd van de klok
indien “CLOCK” op
“ON” is gesteld).
Versneld vooruit afspelen en achteruit
afspelen van het track
Druk tijdens het afspelen van
een CD op ¢ en houd
deze toets ingedrukt om het
track versneld vooruit af te
spelen.
Druk tijdens het afspelen van
een CD op 4 en houd
deze toets ingedrukt om het
track achteruit af te spelen.
Vorige of volgende tracks selecteren
Druk terwijl u een CD afspeelt
korte tijd op ¢ om naar
het begin van de volgende
track te gaan. Elke keer
wanneer u op deze toets
drukt, gaat u naar de
volgende track, die vervolgens
ten gehore wordt gebracht.
Druk terwijl u een CD afspeelt
korte tijd op 4 om naar
het begin van de huidige track
te gaan. Elke keer wanneer u
op deze toets drukt, gaat u
naar de vorige track, die
vervolgens ten gehore wordt
gebracht.
Direct naar een bepaalde CD gaan
Druk op de cijfertoets die correspondeert met het
nummer van de CD om het afspelen te laten
beginnen (tijdens weergave van de CD-wisselaar).
De tekst van een CD met CD Text weergeven
U kunt alleen informatie van CD’ s met CD Te xt
weergeven wanneer er een automatisch CDwisselaar van JVC is aangesloten die is uitgerust
met de mogelijkheid om CD Text te lezen.
Zie de paragraaf “De tekst van een CD met CD Text
weergeven” op bladzijde 23 voor meer informatie.
CD-afspeelmodi selecteren
Tracks in willekeurige volgorde afspelen
(Random Play)
U kunt alle tracks van de huidige disc of van alle
discs in de CD-wisselaar in een willekeurige
volgorde afspelen.
1 Druk op M (modus) terwijl er
een CD wordt afgespeeld.
De apparaat schakelt over
op de functiemodus.
2 Druk op RND (random) terwijl
de functiemodus is
geactiveerd zodat
“RANDOM1” of “RANDOM2”
op het display knippert.
Elke keer wanneer u op de
toets RND, wordt er een
andere modus voor het in
willekeurige volgorde afspelen
van tracks geselecteerd, en
wel in deze volgorde:
RANDOM1
RANDOM2
Geannuleerd
De indicator RND licht op.
NEDERLANDS
• Discnummer 1 – 6 selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Discnummer 7 – 12 selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12) en houd deze toets
langer dan 1 seconde ingedrukt.
Nummer van het muziekstuk
Verstreken
afspeeltijd
Bijv.: Wanneer Discnummer 3 wordt geselecteerd.
Discnummer (en
vervolgens verschijnt
de tijd van de klok
indien “CLOCK” op
“ON” is gesteld).
Modus
RANDOM1
RANDOM2
Bijv: Met “RANDOM1” gekozen.
Indicator
RND
Licht opAlle tracks van de huidige
KnippertAlle tracks van alle CD’s
Afspelen in
willekeurige volgorde
CD, daarna de tracks van
de volgende CD
enzovoorts.
in de CD-houder.
RND
47
Tracks herhaaldelijk afspelen (Repeat Play)
U kunt het huidige track of alle tracks van de
huidige disc of geselecteerde disc in de CDwisselaar herhaald afspelen.
1 Druk op M (modus) terwijl er
een CD wordt afgespeeld. De
apparaat schakelt over op de
functiemodus.
2 Druk op RPT (repeat) terwijl
de functiemodus is
geactiveerd zodat “REPEAT1”
of “REPEAT2” op het display
knippert.
Elke keer wanneer u op de
toets RPT, wordt er een
andere modus voor het
herhaald afspelen van tracks
geselecteerd, en wel in deze
volgorde:
REPEAT1
REPEAT2
Geannuleerd
NEDERLANDS
De indicator RPT licht op.
Alleen intro’s afspelen (Intro scan)
Het is mogelijk om van alle tracks alleen de
eerste 15 seconden af te spelen, zodat u de
intro’s kunt beluisteren.
1 Druk op M (modus) terwijl er
een CD wordt afgespeeld. De
apparaat schakelt over op de
functiemodus.
2 Druk op INT (intro scan)
4
terwijl de functiemodus is
geactiveerd zodat “INTRO1”
of “INTRO2” op het display
knippert.
Elke keer wanneer u op de
toets INT, wordt er een
andere voor het in
introscanmodus volgorde
afspelen van tracks
geselecteerd, en wel in deze
volgorde:
INTRO 1
Geannuleerd
RPT
INTRO 2
Bijv: Met “REPEAT1” gekozen.
Modus
REPEAT1 Licht op
REPEAT2 KnippertAlle tracks in de huidige
Indicator
RPT
Herhaling van...
Het huidige
een geselecteerd
CD (of de geselecteerde
CD).
track
48
(of
track
Bijv: Met “INTRO1” gekozen.
Modus
INTRO1Van alle tracks op alle
).
INTRO2Van de eerste track op
Indicator
Tracknummer
flikkert
Het disknummer
knipperen
Speelt het begin
(15 seconden)
ingebrachte CD’s.
iedere ingebrachte
CD.
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER
We raden u aan om in combinatie met deze
apparaat DAB-tuner KT-DB1500 te gebruiken.
Neem contact op met de JVC-dealer in autoaccessoires als u een andere DAB-tuner hebt.
• Zie ook de instructies die bij de DAB-tuner
werden geleverd.
Wat is het DAB-system?
DAB is een van de digitale radiozendsystemen
die momenteel in gebruik zijn. Met deze
technologie is het mogelijk CD’s af te spelen
met hoge geluidskwaliteit zonder storingen en
signaalvervorming. U kunt er zelfs tekst,
afbeeldingen en gegevens mee versturen.
In tegenstelling tot FM-uitzendingen, waarbij
elk programma op een aparte frequentie
wordt uitgezonden, worden bij DAB
verschillende programma’s (die “services”
worden genoemd) met elkaar gecombineerd
tot een “ensemble”.
Alleen wanneer u een DAB-tuner op deze
apparaat aansluit, kunt u van deze
DAB-services gebruik maken.
Afstemmen op een ensemble
en op een van de services
Een ensemble bestaat doorgaans uit 6 of meer
programma’s (services) die tegelijkertijd worden
uitgezonden. Nadat u op een ensemble hebt
afgestemd, kunt u kiezen naar welke service u
wilt luisteren.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Als u een afspeelbron
selecteert, wordt
automatisch de stroom
ingeschakeld.
Daarna wordt elke keer
wanneer u op de toets
drukt een andere
afspeelbron geselecteerd,
en wel in deze volgorde:
AM TUNER (AM)
DAB TUNER (DAB)*
CD CHANGER (CDCH)*
LINE INPUT (LINE)***
AUX INPUT (AUX)***
* Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze
apparatuur als afspeelbron te selecteren.
** Als er zich geen CD in de lade is geplaatst,
kan de CD-speler niet als afspeelbron
worden geselecteerd.
*** Met “LINE IN” of “AUX IN” op “OFF”
gesteld, kunt u de overeenkomende bron niet
voor weergave kiezen. (Zie bladzijde 39).
FM TUNER (FM)
CD**
Terug naar het begin
NEDERLANDS
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
49
2
Naam van de service
&
Naam van het ensemble
Frequentie
&
Kanaalnummer
Selecteer de DAB-band (DAB 1,
DAB 2 of DAB 3).
Elke keer wanneer u op
deze toets drukt, wordt er
een andere DAB-band
geselecteerd:
D1
(DAB 1)
Opmerking:
Deze ontvanger is uitgerust met drie DABbanden (DAB 1, DAB 2, DAB 3). U kunt met elke
DAB-band op een ensemble afstemmen.
3
Zoek een ensemble op.
NEDERLANDS
Zodra er een ensemble wordt gevonden,
wordt het zoeken gestaakt.
Als u het zoeken wilt stoppen nog
voordat er een ensemble is gevonden,
moet u de toets die u hebt ingedrukt om het
zoeken in gang te zetten nogmaals
indrukken.
4
Selecteer de service waarnaar u wilt
D2
(DAB 2)
Druk op ¢
afstemmen op een
ensemble met een
hogere frequentie.
Druk op 4
afstemmen op een
ensemble met een
lagere frequentie.
luisteren.
1
Druk op M (modus).
D3
(DAB 3)
De informatie op de display wijzigen
wanneer u op een ensemble afstemt
Normaliter wordt de naam van de service op de
display weergegeven.
Druk op D (display) als u andere informatie op de
display wilt weergeven.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
verschijnt de volgende informatie gedurende een
korte tijd in het bovenste gedeelte van de display.
• De oorspronkelijke aanduidingen verschijnen
na een paar seconden weer op het display.
Zonder zoeken afstemmen op een bepaald
ensemble
1 Druk op SOURCEom de DAB-tuner als
afspeelbron te selecteren.
2
Druk
herhaaldelijk
band te selecteren: DAB 1, DAB 2 of DAB 3.
3 Druk op ¢ of op 4 en houd deze
gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt.De
vermelding “MANU” of “MANUAL*” knipperde
op de display.
4 Druk herhaaldelijk op ¢ of op 4
tot u het ensemble van uw keuze bereikt.
• Als u de toets ingedrukt houdt, wordt er net
zo lang een ander ensemble gekozen tot u
de toets weer loslaat.
op M (
modus
) om de DAB-
50
Binnen
5 seconden
2 Druk op ¢ of
op 4 te
selecteren de
service van uw
keuze.
* Zonder het displaypatroon met de aanduiding voor
de bron gekozen.
DAB-frequenties in het
Binnen
5 seconden
geheugen opslaan
Er kunnen maximaal 6 DAB-services voor elke
DAB-band (DAB 1, DAB 2 en DAB 3) handmatig
in het geheugen worden opgeslagen.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Als u een afspeelbron
selecteert, wordt
automatisch de stroom
ingeschakeld.
Daarna wordt elke keer
wanneer u op de toets
drukt een andere
afspeelbron geselecteerd,
en wel in deze volgorde:
AM TUNER (AM)
DAB TUNER (DAB)*
CD CHANGER (CDCH)*
LINE INPUT (LINE)***
AUX INPUT (AUX)***
* Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze
apparatuur als afspeelbron te selecteren.
** Als er zich geen CD in de lade is geplaatst,
kan de CD-speler niet als afspeelbron
worden geselecteerd.
*** Met “LINE IN” of “AUX IN” op “OFF”
gesteld, kunt u de overeenkomende bron niet
voor weergave kiezen. (Zie bladzijde 39).
2
Selecteer de DAB-band (DAB 1,
DAB 2 of DAB 3).
D1
(DAB 1)
3
Stem af op het ensemble van uw
keuze.
FM TUNER (FM)
CD**
Terug naar het begin
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt er een
andere DAB-band
geselecteerd:
D2
(DAB 2)
D3
(DAB 3)
4
Selecteer de service van het
ensemble.
1
Druk op M (modus).
2 Druk op ¢ of
op 4 en houd
deze toets te
selecteren de service
van uw keuze.
5
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld cijfertoets 1) waaronder
u de geselecteerde service wilt
opslaan en houd deze toets
gedurende minimaal 2 seconden
ingedrukt.
“1” is opgelicht erige tijd.
6
Herhaal de bovenstaande
procedure als u nog andere DABservices achter voorkeuzetoetsen
wilt opslaan.
Opmerkingen:
• Een reeds opgeslagen DAB-service verdwijnt uit
het geheugen wanneer u aan de desbetreffende
voorkeunummer een nieuwe DAB-service toekent.
• Opgeslagen DAB-services verdwijnen uit het
geheugen wanneer de stroomtoevoer naar het
geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld
wanneer u de batterij vervangt). Als dit gebeurt,
zult u de DAB-services opnieuw moeten instellen.
NEDERLANDS
51
Afstemmen op een
opgeslagen DAB-service
Wat u nog meer met DAB
kunt doen
U kunt eenvoudig op een vooraf ingestelde DABservice afstemmen.
Zoals al eerder uitgelegd, dient u eerst services
in het geheugen vast te leggen. Zie bladzijde 51
als u nog geen services hebt opgeslagen.
1
Selecteer de DAB-tuner.
AM TUNER (AM)
DAB TUNER (DAB)*
CD CHANGER (CDCH)*
NEDERLANDS
LINE INPUT (LINE)***
AUX INPUT (AUX)***
* Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze
apparatuur als afspeelbron te selecteren.
** Als er zich geen CD in de lade is geplaatst,
kan de CD-speler niet als afspeelbron
worden geselecteerd.
*** Met “LINE IN” of “AUX IN” op “OFF”
gesteld, kunt u de overeenkomende bron niet
voor weergave kiezen. (Zie bladzijde 39).
2
Selecteer de DAB-band (DAB 1,
Als u een afspeelbron
selecteert, wordt
automatisch de stroom
ingeschakeld.
Daarna wordt elke keer
wanneer u op de toets
drukt een andere
afspeelbron geselecteerd,
en wel in deze volgorde:
FM TUNER (FM)
CD**
Terug naar het begin
DAB 2 of DAB 3).
Elke keer wanneer u op
deze toets drukt, wordt er
een andere DAB-band
geselecteerd:
D1
(DAB 1)
3
Selecteer de voorkeuzetoets (1 t/m 6)
D2
(DAB 2)
voor de DAB-service die u wilt
beluisteren.
52
D3
(DAB 3)
Hetzelfde programma automatisch volgen
(Alternatieve ontvangst)
Het is mogelijk om naar een programma te blijven
luisteren.
• Terwijl u een DAB-service ontvangt:
Als u in een streek rijdt waar u een service niet
kunt ontvangen, zal deze apparaat automatisch
afstemmen op een ander ensemble of een FM
RDS-zender die hetzelfde programma uitzendt.
• Terwijl u een FM RDS-zender ontvangt:
Als u in een gebied rijdt waar een DAB-service
hetzelfde programma uitzendt als een FM
RDS-zender, stemt deze apparaat
automatisch op de DAB-service af.
Opmerking:
Bij het overschakelen van DAB naar FM en
andersom kan het weergaveniveau van het volume
onaangenaam toenemen of afnemen. Dat het
geluidsniveau toeneemt of afneemt, heeft niets met uw
ontvanger te maken, maar met de aansturing bij de
zender. Er is dus niets mis met uw ontvanger.
Werken met alternatieve ontvangst
Bij het verlaten van de fabriek zijn standaard alle
alternatieve-ontvangstmogelijkheden
ingeschakeld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 36.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van
de PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de vermelding
“DAB AF” (alternatiev e frequentie) te selecteren.
3 Selecteer de gewenste modus met de
bedieningsschijf.
• ON:
• OFF:Alternatieve ontvangst is
Opmerking:
Als alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is
ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie
ingeschakeld (zie bladzijde 14 voor RDS-zenders).
De netwerkfunctie kan echter niet worden
uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te
schakelen.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Het programma wordt gev olgd
tussen het aanbod van DAB-services
en FM RDS-zenders — alternatieve
ontvangst. De indicator AF op de
display licht op (zie bladzijde 14).
De hieronder getoonde lijst toont de reeds ingestelde frequentieniveaus voor iedere
geluidsmodus.
• U kunt de reeds ingestelde geluidsmodi (uitgezonderd USER 1/2/3) tijdelijk instellen. Uw
tijdelijke instellingen worden echter geannuleerd wanneer u een andere geluidsmodus kiest.
Geluids-Vooraf ingestelde waarden voor de equalizer
modi70 Hz150 Hz 400 Hz 1 kHz2,4 kHz6 kHz12,5 kHz
FLAT00000000000000
Hard Rock+03+03+010000+02+01
R & B+03+02+0200+01+01+03
POP00+020000+01+01+02
JAZZ+03+02+01+01+01+03+02
Dance Music
Country+02+01000000+01+02
Reggae+030000+01+02+02+03
Classic+02+03+010000+0200
USER 100000000000000
USER 200000000000000
USER 300000000000000
+04+0200–02–01+01+01
NEDERLANDS
Beschikbare tekens
• De volgende tekens kunnen worden gebruikt om namen samen te stellen voor CD’s en externe
apparatuur. (Zie bladzijde 41.)
• Uitsluitend voor de KD-SH909R:
U kunt ID3v1 tags tonen met gebruik van de volgende letters en symbolen (albumtitel, naam
artiest, titel van de song, etc.) bij weergave van een MP3 bestand met deze apparaat.
(Zie bladzijde 25.)
Hoofdletters
ABCDE
FGHIJ
KLMNO
PQRST
UVWXY
Z
spatie
Kleine letters
abcde
fghij
kl mno
pqr st
uvwxy
spatie
z
Cijfers en symbolen
53
PROBLEMEN OPLOSSEN
Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende instantie,
moet u eerst de volgende punten controleren.
Symptomen
• Geluid van de CD wordt
soms onderbroken.
Oorzaken
De inhoud van de CD is niet
geschikt voor deze apparaat.
U rijdt op een hobbelige weg.
Plaats een andere CD.
Stop het afspelen als u op
hobbelige wegen rijdt.
Oplossingen
• Er komt geen geluid uit de
speakers.
• CD-R/CD-RW kan niet
worden afgespeeld.
• Overslaan van fragmenten
van de CD-R/CD-RW is
niet mogelijk.
NEDERLANDS
• “NO DISC” of “EJECT
ERR” wordt op de display
weergegeven en de CD
kan niet worden
uitgenomen.
Algemene Afspelen
• Er verschijnt geen bericht
op de display, maar de CD
kan niet worden verwijderd.
• Indien “ERR 00” tot “ERR
44” op het display wordt
getoond.
Er zitten krassen op de disk.
Verkeerde verbindingen.
Het volume is ingesteld op
het minimale niveau.
De “P.AMP SW” instelling is
op “OFF” gesteld.
De CD-R/CD-RW is niet
afgerond (“finalized”).
Misschien werkt de apparaat
niet goed meer.
Het mechanisme voor de
beweging van de afdekking
wordt door iets geblokkeerd.
Soms functioneert de
ingebouwde microcomputer
niet goed ten gevolge van
lawaai, enz.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
Plaats een andere CD.
Controleer kabels en
aansluitingen.
Pas het geluid aan totdat het
optimale niveau is bereikt.
Stel op “ON”.
(Zie bladzijde 38.)
Plaats een afgeronde CD-R/
CD-RW of rond de CD-R/CDRW met de voor opname
gebruikte apparatuur af.
Druk op , en tegelijkertijd op
en houdt ook deze toets
minimaal 2 seconden ingedrukt.
(Let erop dat de CD niet op de
grond valt als deze wordt
uitgeworpen.)
Druk op de Reset-toets op het
bedieningspaneel. (Zie bladzijde 2.)
Controleer de beschrijving in de
handleiding voor installatie/
aansluiting (apart boekje) indien
de terugsteltoets niet
functioneert.
(Bijv.: U heeft langere
schroeven dan aangegeven
gebruikt).
Druk op het bedieningspaneel aan
de voorzijde van de apparaat op
de Reset-toets. (Zie bladzijde 2.)
Leg de zenders handmatig vast.
Zorg dat de antenne stevig vast zit.
54
Symptomen
Oorzaken
Oplossingen
•
Op het afleesvenster
verschijnt de tekst “NO DISC”.
• Op het afleesvenster
verschijnt de tekst
“RESET 8”.
• Op het afleesvenster
verschijnt de tekst “RESET 1”
– “RESET 7”.
• De CD kan niet worden
afgespeeld.
• Bestanden worden
overgeslagen of 00’00”
verschijnt en de weergave
stopt.
• Er is ongewenst geluid
hoorbaar.
• De leestijd duurt lang (de
vermelding “FILE CHECK”
knippert op de display).
Er bevindt zich geen CD in
de CD-lade.
Het apparaat is niet op de
juiste manier met de CDwisselaar verbonden.
De MP3-bestanden hebben
niet de mp3 extensie in de
bestandsnaam.
De MP3-bestanden zijn niet
opgenomen in een indeling
die voldoet aan de ISO 9660
Niveau 1--norm, Niveau 2norm of Joliet.
De bestanden zijn met het
Layer 1 of Layer 2 formaat
gecodeerd.
Het bestand dat wordt
afgespeeld is geen MP3bestand (ook al heeft het
bestand de extensie mp3).
De duur van de leestijd hangt
af van de complexiteit van de
hiërarchie van de mappen en
bestanden.
Plaats een CD.
Verbind het apparaat en de CDwisselaar op de juiste manier
met elkaar en druk op de
toets
van de CD-wisselaar.
Druk op de
CD-wisselaar.
Voeg de extensie mp3 aan de
bestandsnamen toe.
Plaats een andere CD.
(Neem de MP3-bestanden op
met een toepassing die aan
deze normen voldoet.)
Plaats een disc waarop
bestanden zijn die met het
Layer 3 formaat zijn gecodeerd.
Sla het bestand over of plaats
een andere CD.
(Voeg nooit de extensie mp3 toe
aan bestanden die geen MP3bestanden zijn.)
Maak de hiërarchie niet te
ingewikkeld en gebruik niet
teveel mappen. Plaats ook geen
tracks op de MP3-CD die geen
MP3-bestanden zijn.
Reset-toets
Reset-
van de
CD-wisselaar
NEDERLANDS
• De bestanden worden in
een andere volgorde
afgespeeld dan ik wilde.
• De verstreken speeltijd is
onjuist.
• De vermelding “MP3”
knippert op de display.
• “NO FILES” verschijnt even
op het display en daarna
wordt de CD automatisch
uitgeworpen.
• Er worden verkeerde tekens
weergegeven. (Weergave
van tags, b.v. de naam van
het album)
De afspeelvolgorde wordt
bepaald bij het maken van de
opname.
Dit kan gebeuren en is
afhankelijk van het aantal
bestanden dat op de CD staat.
Er zijn geen MP3 bestanden
in de huidige map.
Er zijn geen MP3 bestanden
op deze disc.
Deze apparaat kan letters van
het alfabet (hoofdletters: A–Z,
kleine letters: a–z), cijfers en
symbolen weergeven.
(Zie bladzijde 53.)
Selecteer een andere map.
MP3’s Afspelen (uitsluitend voor de KD-SH909R)
Plaats een disc met MP3
bestanden.
55
ONDERHOUD
Omgaan met CD’s
Deze apparaat is ontworpen om alleen CD’s met
de volgende logo’s af te spelen.
Het is ook mogelijk om uw originele CD-R’s
(Recordable CD’s) en CD-RW’s (Rewritable CD’ s) in
de audio-CD-indeling
spelen uitsluitend voor de KD-SH909R).
De manier waarop u met
CD’s moet omgaan
Wanneer u een CD uit het
opbergdoosje haalt, moet u
het rondje in het midden van
de doos naar beneden duwen
en de CD uit het doosje halen
terwijl u hem aan de rand vasthoudt.
• Houd de CD altijd aan de randen vast.
Wanneer u de CD wilt opbergen, leg deze dan
zachtjes om het rondje in het midden (bedrukte
NEDERLANDS
vlak naar boven).
• Berg de CD’s na gebruik altijd op in het doosje.
CD’s schoonhouden
Het geluid kan verkeerd worden
weergegeven als de CD vuil is.
Als een CD vuil wordt, moet u
hem afvegen met een zachte
doek door de doek in een
rechte lijn van het midden naar
de rand te bewegen.
Nieuwe CD’s afspelen
Sommige nieuwe CD’s hebben
oneffenheden langs de binnenof buitenrand. Soms worden
dergelijke CD’s door het
apparaat geweigerd.
U kunt deze oneffenheden verwijderen door de
randen glad te wrijven met een potlood, ballpoint
enz.
COMPACT
DIGITAL AUDIO
(of MP3-indeling af te
Rondje in het
midden
Kom niet aan vlak met de opnames.
LET OP:
• Plaats geen 8 cm CD’s (CD-singles) in de CDlade. (Deze CD’s kunnen niet terugspringen.)
• Plaats geen CD’s met een ongewone vorm
(bijvoorbeeld hartvormig) in de CD-lade; dit zal
problemen veroorzaken.
• Stel CD’s niet bloot aan direct zonlicht of een
andere warmtebron en leg ze niet neer op plaatsen
waar het zeer warm of vochtig is.
• Gebruik geen oplosmiddelen (zoals
reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray,
verdunningsmiddelen, wasbenzine, enz.) om CD’s
te reinigen.
Als u een CD-R of CD-RW afspeelt
Het is mogelijk om uw originele CD-R’s en CDRW’s met opnames in de audio-CD-indeling (of
MP3-indeling af te spelen uitsluitend voor de KDSH909R).
(Afspelen is misschien niet mogelijk bij bepaalde,
heel specifieke opnamekenmerken of omstandigheden.)
• Zelfgemaakte CD-R’s (Recordable) en
CD-RW’s (Rewritable) kunnen alleen worden
afgespeeld als de eindbewerking “finalization”
heeft plaatsgevonden.
• Lees alvorens een CD-R’s of CD-RW’s af te
spelen eerst de bij de disk meegeleverde
instructies aandachtig door.
• Bepaalde CD-R’s en CD-RW’s kunnen
mogelijk niet op deze apparaat worden
afgespeeld vanwege een heel specifieke
opnamemethode, vuil op beschadigingen op
de disk of een vuiltje op de lens.
• CD-R’s en CD-RW’s zijn uiterst gevoelig voor
hoge temperaturen en luchtvochtigheid. Laat
geen disks in uw auto achter.
• Voor CD-RW’s is soms een langere leestijd
nodig.
(Dit heeft te maken met het feit dat de
weerkaatsing van CD-RW’s minder is dan van
CD’s.)
Condensvorming
In onderstaande gevallen kan zich condens
vormen op de lens in de CD-speler:
• Nadat de verwarming in de auto is aangezet.
• Wanneer het erg vochtig wordt in de auto.
Soms zal de CD-speler hierdoor niet meer
goed werken. In dat geval moet u de CD uit de
CD-lade halen en moet u het apparaat een
paar uur aan laten staan totdat het vocht is
verdampt.
56
Haperingen:
De CD kan haperen wanneer u op hobbelige
wegen rijdt. Het apparaat en de CD worden
hierdoor niet beschadigd, maar het is wel
storend.
Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen
wanneer u op dergelijke wegen rijdt.
SPECIFICATIES
GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin:50 W per kanaal
Achterin: 50 W per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin:19 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Achterin: 19 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Belastingsimpedantie: 4 Ω (speling 4 Ω tot 8 Ω)
Bereik van de equalizer:
Frequenties: 70 Hz, 150 Hz, 400 Hz, 1 kHz,
2,4 kHz, 6 kHz, 12,5 kHz.
Niveau:±10 dB
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz
Signaal/ruisverhouding: 70 dB
Ingangsvermogen/Impedantie:
1,5 V/20 kΩ belasting
Aux-ingang: stereo-ministekker van 3,5 mm
doorsnede (analoge)
Uitgangsvermogen/Impedantie:
4,0 V/20 kΩ belasting (maximaal vermogen)
Uitgangsimpedantie: 1 kΩ
RADIO
Frequentiebereik:
FM:87,5 MHz tot 108,0 MHz
AM:(MW) 522 kHz tot 1 620 kHz
(LW) 144 kHz tot 279 kHz
CD-SPELER
Type: CD-speler
Signaaldetectiesysteem:
Pickup-lens (halfgeleider-laser)
Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo)
Weergavekarakteristiek: 5 Hz tot 20 000 Hz
Dynamisch vermogen:98 dB
Signaal/ruisverhouding: 102 dB
Zweving: Minder dan de meetbare limiet
[Voor de KD-SH909R]
Indeling voor MP3-decoding:
MPEG1/2 Audio Layer 3
Max. Bit-rate: 320 Kbps
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 V
(speling 11 V tot 16 V)
Aardingssysteem: Negatieve aarding
Bedrijfstemperatuur: 0°C tot +40°C
Afmetingen (breedte × hoogte × diepte):
Afmetingen apparaat
(ten behoeve van installatie):
182 mm × 52 mm × 161 mm
Afmetingen paneel:
188 mm × 58 mm × 17 mm
Gewicht: 1,8 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving
worden gewijzigd.
NEDERLANDS
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 Ω)
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 Ω)
Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):
65 dB
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 15 000 Hz
Stereo-scheiding: 30 dB
Vangbereik: 1,5 dB
[MW-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV
Selectiviteit: 35 dB
[LW-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
57
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
EN, GE, FR, NL
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
0102MNMMDTJEIN
JVC
KD-SH909R/KD-SH707R
Installation/Connection Manual
Einbau/Anschlußanleitung
Manuel d’installation/raccordement
Handleiding voor installatie/aansluiting
LVT0831-003A
[E/EX]
0102MNMMDTJEIN
JVC
EN, GE, FR, NL
ENGLISH
• This unit is designed to operate on 12 V DC,
NEGATIVE ground electrical systems.
INSTALLATION
(IN-DASH MOUNTING)
• The following illustration shows a typical
installation. However, you should make
adjustments corresponding to your specific car .
If you have an y questions or require information
regarding installation kits, consult your JVC INCAR ENTERTAINMENT dealer or a company
supplying kits.
1
Before mounting: Press (Control
Panel Release button) to detach the control
panel if already attached.
* When shipped from the factory, the control
panel is packed in the hard case.
2
Remove the trim plate.
3
Remove the sleeve after disengaging the
sleeve locks.
1 Stand the unit.
Note: When you stand the unit, be careful
not to damage the fuse on the rear.
2 Insert the 2 handles between the unit and
the sleeve, as illustrated, to disengage the
sleeve locks.
3 Remove the sleeve.
Note: Be sure to keep the handles for
future use after installing the unit.
4
Install the sleeve into the dashboard.
* After the sleeve is correctly installed into
the dashboard, bend the appropriate tabs
to hold the sleeve firmly in place, as
illustrated.
5
Fix the mounting bolt to the rear of the unit’s
body and place the rubber cushion over the
end of the bolt.
6
Do the required electrical connections.
7
Slide the unit into the sleeve until it is loc ked.
8
Attach the trim plate.
9
Attach the control panel.
DEUTSCH
• Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen
Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung
ausgelegt.
EINBAU
(IM ARMATURENBRETT)
• Die folgende Abbildung zeigt einen typischen
Einbau. Dennoch müssen Sie entsprechend
Ihrem jeweiligen Auto Anpassungen
vornehmen. Bei irgendwelchen Fragen oder
wenn Sie Informationen hinsichtlich des
Einbausatzes brauchen, wenden Sie sich an
ihren JVC Autoradiohändler oder ein
Unternehmen das diese Einbausätze vertreibt.
1
Vor dem Einbau: Drücken Sie
(Schalttafel-Freigabetaste), um die Arretierung
der Schalttafel zu lösen, sofern diese bereits
angebracht ist.
* Bei der Auslieferung ab Werk ist die
Schalttafel im Etui verpackt.
2
Den Frontrahmen herausnehmen.
3
Die Halterung nach dem Entriegeln der
Halterungensperren abnehmen.
1 Das Gerät aufstellen.
Hinweis: Beim Aufstellen des Geräts
darauf achten, daß die Sicherung auf der
Rückseite nicht beschädigt wird.
2 Die 2 Griffe zwischen dem Gerät und der
Halterung wie abgebildet einstecken und
die Halterungensperren entriegeln.
3 Die Halterung entfernen.
Hinweis: Sicherstellen, daß die Griffe für
künftigen Gebrauch nach dem Einbau des
Geräts aufbewahrt werden.
4
Die Halterung im Armaturenbrett einbauen.
* Nach dem korrekten Einbau der Halterung
im Armaturenbrett, die entsprechenden
Riegel umknicken, um die Halterung an
ihrem Platz zu sichern, siehe Abbildung.
5
Die Befestigungsschraube an der Rückseite
des Gerätekörpers befestigen und das Ende
der Schraube mit einem Gummipuffer
abdecken.
6
Nehmen Sie die erforderlichen elektrischen
Anschlüsse vor.
7
Das Gerät in die Halterung schieben, bis es
einrastet.
8
Befestigen Sie die Frontrahmen.
9
Die Schalttafel anbringen.
FRANÇAIS
•
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des
sources de courant continu de 12 V à masse
NEGATIVE.
INSTALLATION (MONTAGE
DANS LE TABLEAU DE BORD)
•
L’illustration suivante est un exemple
d’installation typique. Cependant, vous devez
faire les ajustements correspondant à votre
voiture particulière. Si vous a vez des questions
ou avez besoin d’information sur des kits
d’installation, consulter votre revendeur
d’autoradios JVC ou une compagnie
d’approvisionnement.
1
Avant le montage:
(déblocage du panneau de commande) pour
éventeullement détacher le panneau de
commande.
* Lorsque ce panneau de commande sort
d’usine, il est rangé dans un étui de tr ansport.
2
Retirer la plaque d’assemblage.
3
Libérer les verrous du manchon et retirer le
manchon.
1
Poser l’appareil à la verticale.
Remarque:
à la verticale, faire attention de ne pas
endommager le fusible situé sur l’arrière.
2
Insérer les 2 poignées entre l’appareil et le
manchon comme indiqué pour désengagé
les verrous de manchon.
3
Retirer le manchon.
Remarque:
poignées pour une utilisation ultérieur,
après l’installation de l’appareil.
4
Installer le manchon dans le tableau de bord.
* Après installation correcte du manchon dans
le tableau de bord, plier les bonnes pattes
pour maintenir fermement le manchon en
place, comme montré.
5
Monter le boulon de montage sur l’arrière du
corps de l’appareil puis passer l’amortisseur
en caoutchouc sur l’extrémité du boulon.
6
Réalisez les connexions électriques.
7
Faire glisser l’appareil dans le manchon jusqu’à
ce qu’il soit verrouillé.
8
Attachez la plaque d’assemblage.
9
Remonter le panneau de commande.
Lorsque vous mettez l’appareil
S’assurer de garder les
Appuyer sur
NEDERLANDS
• Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische
systemen die werken op 12 V gelijkstroom met
negatieve aarding.
INSTALLATIE (INBOUW IN
HET DASHBOARD)
• Op de volgende afbeelding kunt u zien hoe de
installatie, normaal gesproken, in zijn werk gaat. U
moet echter bij de installatie rekening houden met
de bijzonderheden van uw eigen auto. Neem bij
vragen of voor meer bijzonderheden over
inbouwpakketten contact op met uw JVC car audio
dealer of een dealer of een bedrijf dat
inbouwpakketten levert.
1
V oordat u aan de montage van het apparaat
begint: Druk op (het bedieningspaneel
vrijgeven) als u het bedieningspaneel wilt
loskoppelen indien dit aan de eenheid is
vastgekoppeld.
* Standaard wordt het bedieningspaneel bij het
verlaten van de fabriek los verpakt mee geleverd.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Verwijder het huis nadat u de klemmen hebt
losgemaakt.
1 Zet het apparaat rechtop.
Opmerking: W anneer u het apparaat rechtop
zet, moet u erop letten dat u de zekering aan
de achterkant niet beschadigt.
2 Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, tussen het
apparaat en het huis, om de klemmen los te
maken.
3 Verwijder het huis.
Opmerking: Bewaar de hendels nadat u het
apparaat hebt geïnstalleerd, zodat u ze ook in
de toekomst kunt gebruiken.
4
Installeer het huis in het dashboard.
* Nadat het huis op de juiste wijze in het dashboard
is geplaatst, moet u de palletjes, zoals afgebeeld,
stevig op hun plaats duwen.
5
Maak de bevestigingsbout aan de achterkant van
het apparaat vast en plaats de rubberdop over het
uiteinde van de bout.
6
Breng de vereiste elektrische verbindingen tot stand.
7
Schuif het apparaat in het huis totdat het
vergrendeld is.
8
Bevestig de sierplaat.
9
Bevestig het bedieningspaneel.
1
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
2
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
3
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Slot
Schlitz
Fente
Sleuf
Fuse
Sicherung
Fusible
Zekering
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Lock Plate
Arretierplättchen
Plaque de verrouillage
V ergrendelingsplaat
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
9
8
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
7
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
4
4
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
184 mm
(7-1/4")
53 mm
(2-1/8")
5
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
*
6
See “ELECTRICAL CONNECTIONS. ”
Siehe „ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE“.
Référez-vous “RACCORDEMENTS
ELECTRIQUES” .
Zie “ELEKTRISCHE VERBINDINGEN”.
TROUBLESHOOTING
• The fuse blows.
* Are the red and blac k leads connected correctly?
• Power cannot be turned on.
* Is the yellow lead connected?
• No sound from the speakers.
* Is the speaker output lead short-circuited?
• Sound is distorted.
* Is the speaker output lead grounded?
* Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
• Unit becomes hot.
* Is the speaker output lead grounded?
* Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
FEHLERSUCHE
• Die Sicherung brennt durch.
* Sind die roten und schwarzen Leitungen richtig
angeschlossen?
• Stromversorgung kann nicht eingeschaltet werden.
* Ist die gelbe Leitung angeschlossen?
• Kein Ton aus den Lautsprechern.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung kurzgeschlossen?
• T on verzerrt.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet?
* Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und rechten
Lautsprecher zusammen geerdet?
• Gerät wird heiß.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet?
* Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und rechten
Lautsprecher zusammen geerdet?
EN CAS DE DIFFICULTES
• Le fusible saute.
*
Les fils rouge et noir sont-ils racordés correctement?
• L’appareil ne peut pas être mise sous tension.
*
Le fil jaune est-elle raccordée?
• Pas de son des enceintes.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il court-circuité?
• Le son est déformé.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
*
Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sontelles mises ensemble à la masse?
• L’appareil devient chaud.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
*
Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sontelles mises ensemble à la masse?
1
PROBLEMEN OPLOSSEN
• De zekering slaat door.
* Zijn de rode en de zwarte draden op de juiste manier
aangesloten?
• De stroom kan niet worden ingeschakeld.
* Is de gele draad aangesloten?
• Er komt geen geluid uit de speakers.
* Is de uitgaande speakerdraad kortgesloten?
• Het geluid wordt vervormd.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard?
* Zijn de minpolen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
• Het apparaat raakt verhit.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard?
* Zijn de minpolen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
• When using the optional stay
• Beim Verwenden der Anker-Option
• Lors de l’utilisation du hauban en option
• Wanneer u de steun gebruikt (facultatief)
Fire wall
Washer
Unterlegscheibe
Rondelle
Sluitring
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
Feuerwand
Cloison
Brandscherm
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
Stay (option)
Anker (Option)
Hauban (en option)
Steun (facultatief)
Lock nut
Sicherungsmutter
Ecrou d’arrêt
Contra-moer
Screw (option)
Schraube (Option)
Vis (en option)
Schroef (facultatief)
• When installing the unit without using the sleeve
• Beim Einbau des Geräts ohne Halterung
• Lors de l’installation de l’appareil scans utiliser de manchon
• Wanneer u het apparaat zonder huis installeert
In a Toyota for example, first remove the car radio and install the unit in its place.
Zum Beispiel in einem Toyota zuerst das Autoradio ausbauen und dann das Gerät an seinem Platz einbauen.
Par exemple dans une Toyota, retirer d’abord l’autoradio et installer l’appareil à la place.
Voorbeeld: Bij een Toyota moet u eerst de autoradio verwijderen en daarna het apparaat installeren.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
Pocket
Taschen
Poche
Zak
Note: When installing the unit on the mounting bracket, make sure to use the 6 mm-long screws. If longer screws are
used, they could damage the unit.
Hinweis: Beim Anbringen des Gerät an der Konsole sicherstellen, daß 6 mm lange Schrauben verwendet werden.
Werden längere Schrauben verwendet, können sie das Gerät beschädigen.
Remarque:
Lors de l’installation de l’appareil sur le support de montage, s’assurer d’utiliser des vis d’une longueur de
6 mm. Si des vis plus longues sont utilisées, elles peuvent endommager l’appareil.
Opmerking: Wanneer u het apparaat aan de bevestigingsklem v astmaakt, moet u de 6 mm lang e schroe ven g ebruiken. Als u langere
schroeven gebruikt, kan het apparaat worden beschadigd.
* Not included with this unit.
* Nicht Teil dieses Geräts.
*
Non fourni avec cet appareil.
* Niet meegeleverd.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Removing the unit
• Before removing the unit, release the rear
section.
1
Remove the control panel.
2
Remove the trim plate.
3
Insert the 2 handles into the slots, as shown.
Then, while gently pulling the handles away
from each other, slide out the unit. (Be sure
to keep the handles after installing it.)
1
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
Parts list for installation and connection
The following parts are provided with this unit.
After checking them, please set them correctly.
Hard case/Control panel
Etui/Schalttafel
Etui de transport/Panneau de commande
Behuizing/Bedieningspaneel
Ausbau des Geräts
• Vor dem Ausbau des Geräts den hinteren Teil
freigeben.
1
Den Schalttafel abnehmen.
2
Den Frontrahmen herausnehmen.
3
Die 2 Griffe in die Schlitze wie gezeigt stecken.
Dann die Griffe behutsam auseinander ziehen
und das Gerät herausziehen. (Die Griffe nach
dem Einbau auf jeden Fall aufbewahren.)
23
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Teileliste für den Einbau und Anschluß
Die folgenden Teile werden zusammen mit diesem
Gerät geliefert.
Nach ihrer Überprüfung, die Teile richtig einsetzen.
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Retrait de l’appareil
•
Avant de retirer l’appareil, libérer la section arrière.
1
Retirer le panneau de commande.
2
Retirer la plaque d’assemblage.
3
Introduire les 2 poignées dans les fentes,
comme montré. Puis , tout en tirant doucement
les poignées écartées, faire glisser l’appareil
pour le sortir.
(S’assurer de conserver les
poignées après l’installation de l’appareil.)
Liste des pièces pour l’installation et
raccordement
Les pièces suivantes sont fournies av ec cet appareil.
Après vérification, veuillez les placer correctement.
Handles
Griffe
Poignées
Hendels
Verwijderen van het apparaat
• Voordat u het apparaat verwijdert, moet u het
achtergedeelte losmaken.
1
Verwijder het bedieningspaneel.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, in de sleuven. Daarna
duwt u de hendels zachtjes uit elkaar en kunt u het apparaat
naar buiten schuiven. (Bewaar de hendels nadat u
het apparaat hebt geïnstalleerd!)
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Lijst van onderdelen die u bij
installatie en aansluiting nodig hebt
De volgende onderdelen worden bij het apparaat geleverd.
Installeer ze op de juiste wijze, nadat u ze hebt gecontroleerd.
Remote controller
Fernbedienung
Télécommande
Afstandsbediening
ATT
CD
FM
AM
CH
AUX SEL
AM-RK100
Battery
ANGLE
EQ
Batterie
Pile
R D
Batterij
VOLUME
CR2025
Washer (ø5)
Unterlegscheibe(ø5)
Rondelle (ø5)
Sluitring (ø5)
Lock nut (M5)
Sicherungsmutter (M5)
Ecrou d’arrêt (M5)
Contra-moer (M5)
ELECTRICAL CONNECTIONS
To prevent short circuits, we recommend that you
disconnect the battery’s negative terminal and make
all electrical connections before installing the unit. If
you are not sure how to install this unit correctly , ha ve
it installed by a qualified technician.
Note:
This unit is designed to operate on 12 V DC,
NEGATIVE ground electrical systems. If your
vehicle does not have this system, a voltage inverter
is required, which can be purchased at JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealers.
• Replace the fuse with one of the specified rating. If
the fuse blows frequently , consult y our JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealer.
• If noise is a problem...
This unit incorporates a noise filter in the power
circuit. Howe ver , with some vehicles, clic king or other
unwanted noise may occur . If this happens, connect
the unit’s rear ground terminal (see connection
diagram) to the car’s chassis using shorter and
thicker cords, such as copper braiding or gauge wire.
If noise still persists, consult your JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealer.
• Maximum input of the speakers should be no more
than 50 W at the rear and 50 W at the front, with an
impedance of 4 Ω to 8 Ω.
• Be sure to ground this unit to the car’ s c hassis.
• The heat sink becomes very hot after use. Be careful
not to touch it when removing this unit.
Heat sink
Dissipateur de chaleur
Abstrahlblech
Warmte-opnemer
Mounting bolt (M5 x 20 mm)
Befestigungsschraube (M5 x 20 mm)
Boulon de montage (M5 x 20 mm)
Bevestigingsbout (M5 x 20 mm)
ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE
Zur Vermeidung von Kurzschlüssen empfehlen wir,
daß Sie den negativen Batterieanschluß abtrennen
und alle elektrischen Anschlüsse herstellen, bevor
das Gerät eingebaut wird. Sind Sie sich über den
richtigen Einbau des Geräts nicht sicher, lassen Sie
es von einem qualifizierten Techniker einbauen.
Hinweis:
Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen
Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung
ausgelegt. Verfügt Ihr Fahrzeug nicht über diese
Anlage, ist ein Spannungsinverter erforderlich, der
bei JVC Autoradiohändler erworben werden kann.
• Die Sicherung mit einer der entsprechenden
Nennleistung ersetzen. Brennt die Sicherung
häufig durch, wenden Sie sich an ihren JVC
Autoradiohändler.
• Sind Störgeräusche ein Problem...
Dieses Gerät enthält ein Störfilter im Stromkreis.
Bei manchen Fahrzeugen kann jedoch ein Klicken
oder andere unerwünschte Störgeräusche
auftreten. Sollte das der Fall sein, die hintereErdungscanschlußklemme (siehe Schaltplan)
des Geräts am Fahrwerk des Fahrzeugs
anschließen, dabei kürzere und dickere Kabel wie
beispielsweise Kupfergeflechtdraht oder
Stahldraht verwenden. Bleibt Störgeräusch
bestehen, wenden Sie sich an Ihren JVC
Autoradiohändler.
• Maximale Eingangsleistung der Lautsprecher
sollte nicht mehr als 50 W hinten und 50 W vorne
sein, mit einer Impedanz von 4 Ω bis 8 Ω.
• Sicherstellen, daß das Gerät am Fahrwerk
geerdet wird.
• Das Abstrahlblech wird nach dem Gebrauch sehr
heiß. Beim Ausbau des Geräts darauf achten, das
Abstrahlblech nicht zu berühren.
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
RACCORDEMENTS ELECTRIQUES
Pour éviter tout court-circuit, nous vous
recommandons de débrancher la borne négative de
la batterie et d’effectuer tous les raccordements
électriques avant d’installer l’appareil. Si l’on n’est pas
sûr de pouvoir installer correctement cet appareil, le
faire installer par un technicien qualifié.
Remarque:
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des
sources de courant continu de
NEGATIVE
. Si votre véhicule n’offre pas ce type
d’alimentation, il vous faut un con vertisseur de tension,
que vous pouvez acheter chez un revendeur
d’autoradios JVC.
•
Remplacer le fusible par un de la valeur précisée.
Si le fusible saute souvent, consulter votre re vendeur
d’autoradios JVC.
•
Si le bruit est un problème...
Cet appareil incorpore un filtre de bruit dans le circuit
d’alimentation. Cependant, a vec certains véhicules,
quelques claquements ou autres bruits non désirés
risquent de se produire. Si cela arrive, r accorder la
borne arrière de masse
de la voiture (voir le diagramme de raccordement)
en utiliscant des cordons les plus gros et les plus
courts possibles telle qu’une barre de cuivre ou une
tresse. Si le bruit persiste, consulter v otre revendeur
d’autoradios JVC.
•
La puisscance admissible des enceintes devrait
n’être pas plus qu’ c 50 W à l’arrière et à 50 W
l’avant, avec une impédance de
• S’assurer de raccorder la mise à la masse de
cet appareil au châssis de la voiture.
Le dissipateur de chaleur devient très chaud après
•
usage. Faire attention de ne pas le toucher en
retirant cet appareil.
12 V à masse
de l’appareil au châssis
4 Ω à 8 Ω
.
Power cord
Stromkable
Cordon d’alimentation
Stroomkabel
ELEKTRISCHE VERBINDINGEN
Om kortsluiting te voorkomen adviseren wij u om de
minpool van de accu los te maken en alle elektrische
verbindingen tot stand te brengen voordat u het apparaat in
de auto installeert. Als u niet zeker weet hoe u dit apparaat
moet installeren, kunt u dit beter door een daartoe
gekwalificeerde technicus laten doen.
Opmerking:
Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische systemen
die werken op 12 V gelijkstroom met negatieveaarding. Als uw auto niet is uitgerust met een dergelijk
systeem, is een spanningsomzetter vereist. Dit instrument
kan worden aangeschaft bij JVC car audio dealers.
• Vervang de zekering door een exemplaar met het
aangegeven vermogen. Als de zekering vaak doorslaat,
moet u uw JVC car audio dealer raadplegen.
• Als u geluidsproblemen hebt…
De krachtschakeling van dit apparaat heeft een ingebouwd
geluidsfilter. In sommige voertuigen zijn tikgeluiden of
andere ongewenste geluiden te horen. Als dit gebeurt,
moet u de massaklem aan de achterkant (zie
aansluitingsschema) aan het chassis van de auto
vastmaken met behulp van een kortere en dikkere kabel,
zoals kopermanteldraad of tellerkabel. Als het geluid niet
verdwijnt, moet u contact opnemen met uw JVC car audio
dealer.
• Het maximum ingangsvermogen van de speakers moet
achterin niet meer dan 50 W zijn en voorin 50 W, met
een impedantie van 4 Ω tot 8 Ω.
• Zorg ervoor dat dit apparaat door middel van
een aardkabel is verbonden met het chassis van
de auto.
• De warmte-opnemer kan na gebruik erg heet worden.
Raak de warmte-opnemer niet aan wanneer u dit apparaat
van zijn plaats haalt.
Connecting the leads / Anschließen der Leitungen / Raccordement des fils / Aansluiting van de gekleurde draden
Twist the core wires when connecting.
Die Kerndrähte beim Anschließen
verdrehen.
Torsader les âmes des fils en les
raccordant.
Draai de kerndraden om elkaar heen
wanneer u ze wilt aansluiten.
Solder the core wires to connect them securely.
Die Kerndrähte anlöten, um sie fest
anzuschließen.
Souder les âmes des fils pour les raccorder
entre eux de façon sûre.
Soldeer de kerndraden zodat ze stevig vast zitten.
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
• T o prevent short-circuit, cover the terminals of the UNUSED leads with insulating tape.
• Zur Vermeidung eines Kurzschlusses die Anschlußklemmen der NICHT
VERWENDETEN Leitungen mit Isolierklebeband umwickeln.
• Pour éviter les court-circuits, couvrir les bornes des fils qui ne sont PAS utilisés
avec de la bande isolante.
• Om kortsluiting te voorkomen, moet u de aansluitklemmen van ONGEBRUIKTE
gekleurde draden met isolatieband bedekken.
2
ENGLISH
A If your car is equipped with the ISO connecter
Wenn Ihr Auto mit ISO-Steckern ausgestattet ist
Si votre voiture est équippée d’un connecteur ISO
Indien uw auto is uitgerust met de ISO-connector
• Connect the ISO connectors as illustrated.
• Die ISO-Stecker wie abgebildet anschließen.
Connectez les connecteurs ISO comme montré sur l’illustration.
•
• Sluit de ISO-connectoren aan zoals op het voorbeeld is aangegeven.
A1
B1
A2
B2
A3
B3
A4
B4
A1
B1
A2
B2
A3
B3
A4
B4
View from the lead side
Ansicht von der Leitungsseite
Vue à partir du côté des fils
Aanzicht vanaf het snoer
ISO connector of the supplied power cord
ISO-Stecker am Stromkabel
Connecteur ISO pour le cordon d’alimentation fourni
ISO-connector van het meegeleverde snoer
DEUTSCH
From the car body
Von der Karosserie
De la carrosserie de la voiture
Vanaf de auto
FRANÇAIS
NEDERLANDS
For some VW/Audi or Opel (Vauxhall) automobile
Für manche VW/Audi oder Opel (Vauxhall) Fahrzeuge
Pour certaine voiture VW/Audi ou Opel (Vauxhall)
Voor bepaalde modellen VW/Audi of Opel (Vauxhall) geldt
You may need to modify the wiring of the supplied power cord as illustrated.
• Contact your authorized car dealer before installing this unit.
Sie müssen evtl. die Verdrahtung des mitgelieferten Stromkabels wie abgebildet ändern.
• Wenden Sie sich an Ihre Vertragswerkstatt, bevor Sie das Gerät einbauen.
Vous aurrez peut-être besoin de modifier le câblage du cordon d’alimentation fourni comme montré sur l’illustration.
•
Contactez votre revendeur automobile autorisé avant d’installer l’appareil.
Wellicht moet u de bedrading van het meegeleverde snoer als in het voorbeeld aanpassen.
• Neem contact op met uw offici’le autodealer alvorens dit apparaat te installeren.
Original wiring
Originalverdrahtung
Câblage original
Originele bedrading
Modified wiring 1
Geänderte
Verdrahtung 1
Câblage modifié
Aangepaste bedrading 1
Modified wiring 2
Geänderte
Verdrahtung 2
Câblage modifié
Aangepaste bedrading 2
1
2
ISO connector
ISO-Stecker
Connecteur ISO
ISO-connector
Yellow/Gelb/
Red/
Rot/
Rouge
Rood
Yellow/Gelb/
Red/Rot/
Rouge
/Rood
Yellow/Gelb
Red/Rot/
Rouge
/Rood
Jaune
/GeelYellow/Gelb/
/
Red/Rot/
Rouge
/Rood
Jaune
/Geel
Red/Rot/
Rouge
/Rood
/Jaune
/Geel
Red/Rot/
Rouge
/Rood
Red/Rot/
Yellow/Gelb/
Red/Rot/
Yellow/Gelb
Jaune
Rouge
Jaune
Rouge
/Jaune
Red/Rot/
Rouge
/Geel
/Rood
/Geel
/Rood
/Geel
/Rood
Use modified wiring 2 if the unit does not turn on.
Geänderte Verdrahtung 2 verwenden, wenn das
Gerät so nicht an geht.
Utilisez le câblage modifié 2 si l’appareil ne se met
pas sous tension.
Pas de bedrading 2 aan indien het apparaat niet reageert
bij inschakelen.
B Connections without using the ISO connecters / Anschlüsse ohne ISO-Stecker / Connexions sans l’utilisation des connecteurs ISO /
Verbindingen zonder ISO-connectoren
Before connecting: Check the wiring in the vehicle
carefully . Incorrect connection may cause serious damage
to this unit.
The leads of the power cord and those of the connector
from the car body may be different in color.
1
Cut the ISO connector.
2
Connect the colored leads of the power cord to the car
battery, speak ers and power aerial (if any) in the follo wing
sequence.
1 Black: ground
2 Yellow: to car battery (constant 12 V)
3 Red: to an accessory terminal
4 Blue with white stripe: to power aerial (200 mA max.)
5 Orange with white stripe: to car light control switch
6 Brown: to cellular phone system (For details, refer
to the instructions of the cellular phone.)
7 Others: to speakers
3
Connect the aerial cord.
4
Finally connect the wiring harness to the unit.
Vor dem Anschließen: Die Verdrahtung im Fahrzeug
sorgfältig überprüfen. Falsche Anschlüsse können
ernsthafte Schäden am Gerät hervorrufen.
Die Leiter des Stromkabels und die Leiter des
Anschlusses im Fahrzeug können sich farblich
unterscheiden.
1
Den ISO-Stecker abschneiden.
2
Die farbigen Leitungen des
Spannunsgversorgungskabels an der Autobatterie,
den Lautsprechern und dem Motorantenne (sofern
vorhanden) in folgender Reihenfolge anschließen.
1 Schwarz: Erdung
2 Gelb: an Autobatterie (konstant 12 V)
3 Rot: zur einer Zubehöranschlußklemme
4 Blau mit weißem Streifen: zur Motorantenne
(max. 200 mA)
5 Orange mit weißem Streifen: zur Autolichtschalter
6 Braun: zur Mobiltelefon (Weitere informationen
entnehmen Sie bitte der Bedienungscanleitung
des Mobiltelefons.)
7 Andere: zur Lautsprecher
3
Das Antennenkabel anschließen.
4
Die Kabelbäume am Gerät anschließen.
Avant de commencer la connexion:
attentivement le câblage du véhicule. Une connexion
incorrecte peut endommager sérieusement l’appareil.
Le fil du cordon d’alimentation et ceux des connecteurs
du châssis de la voiture peuvent être différents en couleur .
1
Coupez le connecteur ISO.
2
Connectez les fils de couleur du cordon d’alimentation
à la batterie de la voiture, aux enceintes et à l’antenne
automatique (s’il y en a une) dans l’ordre suivant.
1
Noir: à la masse
2
Jaune: à la batterie de la voiture (12 V constant)
3
Rouge: à une borne accessoire
4
Bleu avec bande blanche: à l’antenne automatique
(200 mA max.)
5
Orange avec bande blanche: à l’interrupteur
d’éclairage de la voiture
6
Marron: à un système de téléphone cellulaire
(Pour les détails, se référer aux instructions du
téléphone cellulaire.)
7
Autres: aux enceintes
3
Connectez le cordon d’antenne.
4
Finalement, connectez le faisceau de fils à l’appareil.
Vérifiez
Alvorens de verbindingen tot stand te brengen:
Moet u de bedrading in de auto zorgvuldig. Het apparaat
kan door verkeerde verbindingen ernstige schade oplopen.
De draden van het stroomsnoer verschillen mogelijk
van kleur metde aansluitingen op het chassis van de
auto.
1
Knip de ISO-connector los.
2
Sluit de gekleurde snoerdraden van de stroomkable in
de hierna genoemde volgorde aan op de accu van de
auto, de luidsprekers en de antenne (indien aanwezig).
1 Zwart: aarde
2 Geel: naar de accu van de auto (constant 12 V)
3 Rood: naar de aansluitklem van de accessoire
4 Blauw met witte streep: naar de antenne
(Max. 200 mA)
5 Oranje met witte streep: naar de schakelaar voor
de autoverlichting
6 Bruin: naar het mobiele-telefoonsysteem (Lees
voor meer informatie de instructies die bij de
mobiele telefoon worden geleverd.)
7 Andere: naar de speakers
3
Sluit de antenne aan.
4
Verbind de draadbundel daarna met het apparaat.
Cut the ISO connector
Den ISO Stecker abscheiden
1
Aerial terminal
Antennenanschlußklemme
Borne de l’antenne
Aansluitpunt antenne
Rear ground terminal
Hintere Erdungscan–schlußklemme
Borne arrière de masse
Massaklem aan de achterkant
LINE OUT
(FRONT)
LINE OUT
(REAR)
SUBWOOFER OUT
LINE IN
CONTROL cord
Steuerungskabel
Cordon de commande
Snoer voor de
afstandsbediening
*1: Before checking the operation of this unit prior to installation, this
lead must be connected, otherwise power cannot be turned on.
*1: Vor der Überprüfung der Funktionsfähigkeit des Geräts vor dem
Einbau, muß diese Leitung angeschlossen werden, da sonst
die Stromversorgung nicht eingeschaltet werden kann.
*1: P our vérifier le fonctionnement de cet appareil av ant installation,
ce fil doit être raccordé, sinon l’appareil ne peut pas être mis
sous tension.
*1: V oordat u controleert of het apparaat werkt (alvorens het te installeren),
moet deze draad aangesloten zijn. Als dit niet het gev al is, kan de stroom
niet worden ingeschakeld.
Coupez le connecteur ISO
Knip de connector los
15 A fuse
15 A Sicherung
Fusible 15 A
Zekering 15 A
(see diagram C )
(siehe Schaltplan C )
(voir le diagramme C )
(zie schema C )
2
To aerial
Zur Antenne
3
A l’antenne
Naar de antenne
15
4
CD changer or DAB Tuner
CD-Wechsler oder DABTuner
Changeur CD ou Tuner DAB
CD-wisselaar of DAB-tuner
Black
Schwarz
Noir
Zwart
A4
1
To a live terminal in the fuse block connecting to the car battery (bypassing
1
Yellow*
1
Gelb*
1
Jaune*
Geel *
Red
Rot
Rouge
Rood
Blue with white stripe
Blau mit weißem Streifen
Bleu avec bande blanche
Blauw met witte streep
Orange with white stripe
Orange mit weißem Streifen
Orange avec bande blanche
Oranje met witte streep
Brown / Braun /
A2
1
the ignition switch)
Zur einer stromführenden Anschlußklemme im Sicherungsblock zum Anschließen
an die Autobatterie (Umgehen des Zündschalters)
À une borne sous tension du porte-fusible connectée à la batterie de la voiture
(en dérivant l’interrupteur d’allumage)
2
Naar een onder spanning staande aansluitklem in het zekeringblok die is aangesloten
op de accu van de auto (u passeert de ontstekingsschakelaar)
B4
Marron /
Bruin
When connecting a CD changer, we recommend to use one of the CH-X series CD changers.
• If your CD changer is one of the KD-MK series, you need an optional cord (KS-U15K).
Wenn Sie einen CD-Wechsler anschließen möchten, empfiehlt es sich, einen CD-Wechsler der Modellreihe
CH-X zu verwenden.
• Wenn Ihr CD-Wechsler zur Modellreihe KD-MK gehören, benötigen Sie ein anderes Kabel (KS-U15K).
Lors de la connexion d’un changeur CD, nous vous recommandons d’utiliser un des changeurs CD de la série
CH-X.
• Si votre changeur appartient à la série KD-MK, vous avez besoin d’un cordon optionnel (KS-U15K).
Voor het aansluiten van een CD-wisselaar raden we een wisselaar uit de CH-X-serie aan.
• Als de CD-wisselaar die u wilt aansluiten uit de KD-MK-serie komt, hebt u een extra kabel nodig (KS-U15K).
Not included with this unit / Wird nicht mit Gerät mitgeliefert /
*
Non fourni avec cet appareil
To metallic body or chassis of the car
Zur metallenen Karosserie oder zum Fahrwerk des Autos
Au corps métallique ou châssis de la voiture
Naar metalen ondergrond of chassis van de auto
To an accessory terminal in the fuse block
Zur einer Zubehöranschlußklemme im Sicherungsblock
3
À une borne accessoire du porte-fusible
Naar een aansluitklem in het zekeringblok
B3
To power aerial if any
Zur Motorantenne, sofern vorhanden
4
À l’antenne automatique s’il y en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
/ Niet bij het apparaat inbegrepen
A3
5
(ILLUMINATION)
A1
6
To car light control switch
Zur Autolichtschalter
À l’interrupteur d’éclairage de la voiture
Naar de schakelaar voor de autoverlichting
To cellular phone system
Zur Mobiltelefon
À un système de téléphone cellulaire
Naar het mobiele-telefoonsysteem
Ignition switch
*
Zündschalter
Interrupteur d’allumage
Contactschakelaar
*
Fuse block
Sicherungsblock
Porte-fusible
Zekeringblok
White with black stripe
Weiß mit schwarzem Streifen
Blanc avec bande noire
Wit met zwarte streep
7
Gray with black stripe
White
Grau mit schwarzem Streifen
Weiß
Gris avec bande noire
Blanc
Grijs met zwarte streep
Wit
Left speaker (front)
Linker Lautsprecher (vorne)
Enceinte gauche (avant)
Linkerspeaker (voorin)
Green with black stripe
Gray
Grün mit schwarzem Streifen
Grau
V ert avec bande noire
Gris
Groen met zwarte streep
Grijs
Right speaker (front)
Rechter Lautsprecher (vorne)
Enceinte droit (avant)
Rechterspeaker (voorin)
3
B4A4B2A2B3 A3
Green
Purple with black stripe
Grün
Lila mit schwarzem Streifen
Vert
Violet avec bande noire
Groen
Paars met zwarte streep
Left speaker (rear)
Linker Lautsprecher (hinten)
Enceinte gauche (arrière)
Linkerspeaker (achterin)
B1A1
Purple
Lila
Violet
Paars
Right speaker (rear)
Rechter Lautsprecher
(hinten)
Enceinte droit (arrière)
Rechterspeaker (achterin)
PRECAUTIONS on power supply and
speaker connections:
• DO NOT connect the speaker leads of the power
cord to the car battery; otherwise, the unit will be
seriously damaged.
• Connect the black lead (ground), yellow lead (to car
battery, constant 12 V), and red lead (to an accessory
terminal) correctly.
• BEFORE connecting the speaker leads of the power cord
to the speakers, check the speaker wiring in your car.
– If the speaker wiring in your car is as illustrated
in Fig. 1 and Fig. 2 belo w , DO NOT connect the unit
using that original speaker wiring. If you do, the unit
will be seriously damaged.
Redo the speaker wiring so that you can connect the
unit to the speakers as illustrated in Fig. 3.
– If the speaker wiring in your car is as illustrated
in Fig. 3, you can connect the unit using the original
speaker wiring in your car.
– If you are not sure of the speaker wiring of your car,
consult your JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealer.
+
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
+
L
-
+
R
-
Fig. 1Fig. 3Fig. 2
+
-
+
-
+
L
-
-
+
+
R
-
-
VORSICHTSMASSREGELN beim
Anschließen der Stromversorgung
und Lautsprecher:
• Die Lautsprecherleitungen des Netzkabels NICHT
an der Autobatterie anschließen, da sonst das
Gerät schwer beschädigt wird.
• Die schwarze Leitung (Erdung), die gelbe Leitung
(zur Autobatterie, konstant 12 V) und die rote Leitung
(zur Zubehöranschlußklemme) richtig anschließen.
• VOR dem Anschließen der Lautsprecherleitungen des
Spannunsgversorgungskabels an die Lautsprecher, die
Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto überprüfen.
– Ist die Lautsprecherverdrahtung wie unten in
“Fig. 1” und “Fig. 2” abgebildet, das Gerät
NICHT mit der Originalverdrahtung der
Lautsprecher anschließen, da sonst das Gerät
schwer beschädigt wird.
Die Lautsprecherverdrahtung erneuern, so daß Sie
das Gerät an den Lautsprechern wie in “Fig. 3”
abgebildet anschließen können.
– Ist die Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto
wie in “Fig. 3” abgebildet, können Sie das Gerät
mit der Originalverdrahtung der Lautsprecher in
Ihrem Auto anschließen.
– Sind Sie sich über die Lautsprecherverdrahtung in
Ihrem Auto nicht sicher, wenden Sie sich an Ihren
Autohändler.
PRECAUTIONS sur l’alimentation et
la connexion des enceintes:
• NE CONNECTEZ PAS les fils d’enceintes du
cordon d’alimentation à la batterie; sinon,
l’appareil serait sérieusement endommagé.
•
Connectez correctement le fil noir (a la masse), le fil
jaune (a la batterie de la voiture,12 V constant) et le
fil rouge (à la prise accessoire).
•
AVANT de connecter les fils d’enceintes du cordon
d’alimentation aux enceintes, vérifiez le câblage des
enceintes de votre voiture.
–
Si le câblage des enceintes de votre voiture est
comme montré sur la Fig. 1 ou Fig. 2 ci-dessous,
NE CONNECTEZ PAS l’appareil en utiliscant ce
câblage original des enceintes. Si vous le faites,
l’appareil sera sérieusement endommagé.
Recommencez le câblage des enceintes de façon
que vous puissiez connecter l’appareil aux
enceintes comme montré sur la Fig. 3.
–
Si le câblage des enceintes de votre voiture est
comme montré sur la Fig. 3,
connecter l’appareil en utiliscant ce câblage original
d’enceintes pour votre voiture.
– Si vous n’êtes pas sûrs du câblage d’enceintes de
votre voiture, consulter le concessionnaire de v otre
voiture.
vous pouvez
VOORZORGSMAATREGELEN bij het
verbinden van de
stroomkabeldraad met de speakers:
• Verbind de speakerdraden van de stroomkabel
NIET met de accu van de auto; als u dit wel doet,
zal het apparaat ernstige schade oplopen.
• Sluit de zwarte draad (aarde), de gele draad (naar de accu
van de auto, constant 12 V) en de rode draad (naar de
aansluitklem van de accessoire) op de juiste wijze aan.
• VOORDAT u de speakerdraden van de stroomkabel met
de speakers verbindt, moet u de bedrading van de speakers
in uw auto controleren.
– Als de bedrading van de speakers eruitziet zoals
hieronder staat afgebeeld in Fig. 1 en Fig. 2, mag
het apparaat NIET worden aangesloten met behulp van
deze oorspronkelijke speakerbedrading. Als u dat wel
doet, zal het apparaat ernstige schade oplopen.
Pas de bedrading van de speakers aan, zodat u het
apparaat met de speakers kunt verbinden, zoals staat
afgebeeld in Fig. 3.
– Als de bedrading v an de speakers eruitziet zoals
staat afgebeeld in Fig. 3, kunt u het apparaat
aansluiten met behulp van de oorspronkelijke
speakerbedrading in uw auto.
– Als u twijfels hebt over de speakerbedrading in uw auto,
moet u contact opnemen met uw autodealer.
C Connections Adding Other Equipment / Anschlüsse zum Hinzufügen von anderer Ausrüstung / Raccordement pour ajouter d’autres appareils /
Aansluitingen voor het toevoegen van andere apparatuur
You can connect an amplifier and other equipment to
upgrade your car stereo system.
• Connect the remote lead (blue with white stripe) to the
remote lead of the other equipment so that it can be
controlled through this unit.
• For amplifier only:
– Connect this unit’ s line-out terminals to the amplifier’s
line-in terminals.
– Disconnect the speakers from this unit, connect
them to the amplifier. Leave the speaker leads of
this unit unused.
– T o turn on/off the pow er amplifier switch, see page 38
(separate volume).
– The line output lev el of this unit is kept high to maintain
the hi-fi sounds reproduced from this unit.
When connecting an external amplifier to this unit,
turn down the gain control on the external amplifier to
obtain the best performance from this unit.
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
INPUT
L
R
Rear speakers
L
R
Sie können einen Verstärker oder ein anderes Gerät
anschließen, um Ihre Autostereoanlage zu erweitern.
• Schließen Sie das Fernbedienungskabel (blau mit
weißem Streifen) an das Fernbedienungskabel des
anderen Geräts an, so daß es über dieses Gerät
gesteuert werden kann.
• Nur für den Verstärker:
– Die Anschlußklemmen am Ausgang dieses Gerät
an den Anschlußklemmen des Eingangs des
Verstärkers anschließen.
– Die Lautsprecher von diesem Gerät abtrennen
und am Verstärker anschließen. Die
Lautsprecherleitungen dieses Geräts unbenutzt
lassen.
– So schaiter Sie die integrierte Endstufe aus/ein,
siehe Seite 38 (separate Lautstärke).
– Der Ausgangspegel dieses Geräts wird auf einem
hohen Wert gehalten, um den Hifi-Klang zu
unterstützen, den dieses Gerät reproduziert.
Wenn Sie einen externen Verstärker an dieses
Gerät anschließen, stellen Sie den
Verstärkungsregler des externen Verstärkers
herunter, um die bestmögliche Leistung dieses
Geräts zu erzielen.
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Amplificateur
JVC V ersterker
Hintere Lautsprecher
Enceintes arrière
Achterspeakers
L
R
INPUT
L
L
R
R
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Amplificateur
JVC V ersterker
L
LINE OUT (REAR)
LINE OUT (FRONT)
R
Front speakers
Vordere Lautsprecher
Enceintes avant
Voorspeakers
You can connect another power amplifier for the front speakers.
Sie können einen anderen Leistungsverstärker für die vorderen
Lautsprecher anschließen.
V ous pouvez connecter un autre amplificateur de puissance pour les
enceintes avant.
U kunt nog een eindversterker voor de voorspeak ers aansluiten.
*2
KD-SH909R
KD-SH707R
*2
Remote lead (Blue with white stripe)
Fernbedienungsleitung (Blau mit weißem Streifen)
Fil d’alimentation à distance (Bleu avec bande blanche)
Antennedraad (Blauw met witte streep)
A1
B1
*
*
*
A2
B2
A3
B3
A4
B4
*
Vous pouvez connecter un amplificateur ou autre
appareil pour améliorer votre système autoradio.
•
Connectez le fil de commande à distance (bleu avec
bande blanche) au fil de commande à distance de
l’autre appareil de façon qu’il puisse être commandé
via cet appareil.
•
Pour l’amplificateur seulement:
– Raccorder les bornes de sortie ligne de cet appareil
aux bornes d’entrée ligne de l’amplificateur.
– Déconnectez les enceintes de cet appareil et
connectez-les à l’amplificateur. Laissez les fils
d’enceintes de cet appareil inutilisés.
– Pour mettrer en/hors service l’amplificateur de
puissance, voir la page 38 (volume séparé).
– Le niveau de sortie de ligne de cet appareil est
maintenu à un niveau élevé pour maintenir une
qualité Hi-Fi pour les sons reproduits par cet
appareil.
Lors de la connexion d’un amplificateur
extérieur à cet appareil,
gain sur l’amplificateur extérieur pour obtenir les
meilleures performances de cet appareil.
Remote lead
Fernbedienungsleitung
diminuez le réglage du
Fil d’alimentation à distance
Antennedraad
Het is mogelijk om uw autostereosysteem uit te breiden met
een versterker of andere apparatuur.
• Verbind de externe kabel (blauw met witte streep) met de
externe kabel van het andere apparatuur zodat deze op
afstand vanaf deze apparaat kan worden bediend.
• Alleen voor een versterker:
– Verbind de uitgang van het apparaat met de ingang v an
de versterker.
– Koppel de speakers van dit apparaat los en
verbind ze aan de versterker.
– De stroomtoevoer v oor de versterker in- of uitschakelen,
zie bladzijde 38 (aparte uitgave).
– Het uitgangsniveau van het geluid is hoog om het hifi-
geluid van deze eenheid te behouden.
Wanneer u een extern apparaat op deze eenheid
aansluit, moet u erop letten dat u de versterkingsfactor
van de externe versterker laag houdt, zodat deze eenheid
de beste prestaties levert.
Y-connector (not supplied with this unit)
Y-Anschluß (nicht mitgeliefert)
Connecteur Y (non fourni avec cet appareil)
Y-connector (niet meegeleverd)
To power aerial if any
Zur Motorantenne, sofern vorhanden
À l’antenne automatique, s’il y en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
Cut the rear speaker leads of the car’s ISO connector and connect them to the amplifier.
Die Leitungen des ISO-Steckers der hinteren Lautsprecher durchtrennen und am Verstärker anschließen.
Coupez les fils des enceintes arrière du connecteur ISO de la voiture et connectez-les à l’amplificateur.
Knip de draden van de achterste luidspreker van de ISO-connector van de auto door en sluit deze draden aan op de versterker.
*
2 Firmly attach the ground wire to the metallic body or to the chassis of the car—
Rear speakers
Hintere Lautsprecher
Enceintes arrière
Achterspeakers
Front speakers
Vordere Lautsprecher
Enceintes avant
Voorspeakers
to the place not coated with paint (if coated with paint, remove the paint bef ore
attaching the wire). Failure to do so may cause damage to this unit.
*
2 Verbinden Sie den Erdungsleiter mit der Karosserie oder dem Rahmen des
Fahrzeugs. Die K ontaktstelle darf nicht lackiert sein (sollte die Kontaktstelle
lackiert sein, entfernen Sie den Lack der Kontaktstelle, bevor Sie den Leiter
befestigen). Wenn der Erdungsleiter nicht ordnungsgemäß angeschlossen wird,
kann dieses Gerät beschädigt werden.
*
2 Attachez solidement le fil de mise à la masse au châssis métallique de la
voiture—à un endroit qui n’est pas recouvert de peinture (s’il est recouvert de
peinture, enlevez d’abord la peinture avant d’attacher le fil). L’appareil peut être
endommagé si cela n’est pas fait correctement.
*
2
Bevestig de aardedraad goed met een metalen onderdeel of het chassis van de
auto—bevestig op een niet-gelakt gedeelte (indien gelakt, schuur dan af
alvorens de draad te bevestigen). Het toestel kan worden beschadigd indien de
aardedraad niet goed is aangesloten.
CD changer and DAB tuner / CD-Wechsler und DAB-Tuner / Changeur CD et tuner DAB / CD-wisselaar en DAB-tuner
You can connect a JVC CD changer and/or a JVC DAB
(Digital Audio Broadcasting) tuner.
• For their connections, ref er to the instructions supplied
with them.
Connecting cord supplied with your DAB tuner
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des DAB-Tuners
gehört
Cordon de connexion fourni avec votre tuner DAB
Verbindingskabel die met de DAB-tuner wordt meegeleverd
KD-SH909R
KD-SH707R
JVC DAB tuner
DAB-Tuner von JVC
Tuner DAB JVC
JVC DAB-tuner
Sie können einen CD-Wechsler und/oder einen DABTuner (Tuner für digitalen Rundfunk) von JVC anschließen.
• Weitere Informationen über den Anschluß können Sie
der Bedienungscanleitung entnehmen, die dem
jeweiligen Gerät beiliegt.
Connecting cord supplied with your CD changer
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des
CD-Wechsler gehört
Cordon de connexion fourni avec votre changeur CD
Verbindingskabel die met de CD-wisselaar wordt meegeleverd
JVC CD changer
CD-Wechsler von JVC
Changeur CD JVC
JVC CD-wisselaar
• You can connect both components in series as illustrated above.
• Es ist möglich, beide Komponenten in einer Serienschaltung entsprechend der obigen Darstellung
anzuschließen.
•
Vous pouv ez connecter les deux appareils en série comme montré ci-dessus.
• Beide apparaten zijn volgens bovenstaande illustratie in serie aan te sluiten.
Subwoofer and other source equipment / Subwoofer und andere Komponente
/ Caisson de grave et autre appareil / Subwoofer en andere apparaat
• You can connect a subwoofer to reinforce the bass.
• Sie können einen Subwoofer zur Baßverstärkung anschließen.
•
V ous pouvez connecter un caisson de grave pour renf orcer les g r aves.
• Het is mogelijk om versterken de bastonen een subwoofer aan te sluiten.
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (niet meegeleverd)
KD-SH909R
KD-SH707R
L
R
SUBWOOFER OUT
Amplifier
Verstäker
Amplificateur
Versterker
Subwoofer
Subwoofer
Caisson de grave
Subwoofer
Vous pouvez connecter un changeur CD JVC et/ou
un tuner DAB (Digital Audio Broadcast) JVC.
•
Pour leurs connexions, référez-vous aux modes
d’emploi qui les accompagnent.
Connecting cord supplied with your DAB tuner or CD changer
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des DAB-Tuners oder CD-Wechslers gehört
Cordon de connexion fourni avec votre tuner DAB ou changeur CD
Verbindingskabel die met de DAB-tuner of CD-wisselaar wordt meegeleverd
JVC DAB tuner
KD-SH909R
KD-SH707R
DAB-Tuner von JVC
Tuner DAB JVC
JVC DAB-tuner
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
• Before connecting the CD changer and/or the D AB tuner, make sure that the unit is turned off.
• Bevor Sie den CD-W echsler und/oder den D AB-Tuner anschließen, ver gewissern Sie sich, daß das
Gerät ausgeschaltet ist.
• Avant de connecter le c hangeur CD et/ou le tuner DAB, s’assurer que l’unité est éteinte.
• Zorg ervoor dat de apparaat is uitgeschakeld alvorens u de en/of DAB-tuner CD-wisselaar aansluit.
DVD, VCR or TV / DVD, Videorecorder oder Fernsehgerät /
é
DVD, Magn
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (niet meegeleverd)
LINE IN
KD-SH909R
KD-SH707R
CONTROL cord
Steuerungskabel
Cordon de commande
Snoer voor de afstandsbediening
4
toscope ou Téléviseur / DVD, Videorecorders en TV
L
R
TV
*
AUDIO
L
R
DIGITAL
REMOTE
OUTPUT
SENSOR
(OPTICAL)
INPUT
Remote control data cord (supplied with KV-DV7)
Fernbedienungsdatenkabel (gehört zum Lieferumfang von KV-DV7)
Cordon de télécommande de données (fourni avec le
Snoer voor de afstandsbediening (meegeleverd met de KV-DV7)
Het is mogelijk een JVC CD-wisselaar en/of JVC DAB-tuner
(Digital Audio Broadcasting) aan te sluiten.
• Zie de instructies van deze apparaten voor meer informatie
over het tot stand brengen van deze aansluiting.
or
oder
ou
of
JVC CD changer
CD-Wechsler von JVC
Changeur CD JVC
JVC CD-wisselaar
You can connect the DVD player (KV-DV7).
Sie können den DVD-Spieler (KV-DV7) anschließen.
Vous pouvez connecter un lecteur de DVD (KV-DV7).
Hei is mogelijk een DVD (KV-DV7) aan te sluiten.
* To the mobile color monitor system or the
audio-video input terminal of a stereo audio-
KV -D V7
OUTPUT
VIDEO
1
2
oder dem Audio-Video-Eingang eines
stereophonen Audio-Video-Fernsehgeräts.
* Au système mobile de moniteur couleur ou aux
prises d’entrée audio-vidéo d’un téléviseur
stéréo audio-vidéo.
*
Naar het mobiele kleuren of monitorsysteem of de
video TV .
* Zum mobilen Farb- oder Monitorsystem
audio-/video-ingang van een stereo audio/video TV.
KV-DV7
)
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.