JVC KD-SH909R User Manual [nl]

CD RECEIVER
CD-RECEIVER RECEPTEUR CD CD-RECEIVER
KD-SH909R/KD-SH707R
ENGLISH
DEUTSCH
FRANÇAIS
Detachable
ATT
ANGLE
CD
DAB
FM
PRESET
AM
CH
AUX SEL
RM-RK100
DISC
R D
DISC
VOLUME
EQ
PRESET

KD-SH909R

MOSFET
KD-SH707R
MOSFET
DBM
T/P
DBM
T/P
KD-SH909R
KD-SH707R
ATT
ATT
For installation and connections, refer to the separate manual. Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetref fende handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
LVT0831-001A
[E/EX]

Plaats en afbeelding van labels

Onderpaneel van het hoofdtoestel
Benaming/Spanningslabel
CLASS LASER
Caution:
Let op:
This product contains a laser component
Dit toestel heeft een laserkomponent met
of higher laser class than Class 1.
een hogere klasse laserstraal dan Klasse 1.
1
PRODUCT
Het apparaat terugstellen
Druk met een balpen of een ander dun, langwerpig voorwerp op de Reset-toets, die zich aan de voorzijde van de apparaat op het bedieningspaneel bevindt.
Opmerking:
De geheugeninstellingen – zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen – zullen eveneens gewist worden.
CAUTION: Invisible laser radiation when open and interlock failed or defeated. AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. (e)
ADVARSEL: Usynlig laser­stråling ved åbning, når sikkerhedsafbrydere er ude af funktion. Undgåudsæt­telse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser­strålning när denna del är öppnad och spärren är urkopplad. Betrakta ej strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet alttiina näkymättö­mälle lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f)

BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN

Voorzorgen:
1. KLASSE 1 LASERPRODUKT
2. LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en interlock uitgeschakeld of defekt. Voork om direkte b lootstelling aan de str aal.
3. LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan erkend onderthoudspersoneel.
4. LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare laserstralen maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5. LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke str aling.
LET OP:
Steek NOOIT uw vinger tussen het bedieningspaneel en de apparaat aangezien u het risico loopt vast te komen zitten en u zichzelf zeer doet. (Zie bladzijde 42.)
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk , omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
2
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.

INHOUDSOPGAVE

Het apparaat terugstellen ......................... 2
Het gebruik van de toets M (modus) ........ 4
Veranderen van displaypatroon................ 4
PLAATSING VAN DE TOETSEN .......... 5
Bedieningspaneel .................................... 5
Afstandsbediening ................................... 6
De afstandsbediening voorbereiden......... 7
BASISBEDIENING ......................... 8
De stroomtoevoer inschakelen................. 8
Klok instellen ........................................... 9
BASISBEDIENING VAN DE RADIO....... 10
Naar de radio luisteren ............................. 10
Radiozenders in het geheugen
vastleggen............................................. 12
Afstemmen op een voorkeuzezender....... 13
HET GEBRUIK VAN RDS .................. 14
Wat u kunt doen met RDS........................ 14
Andere nuttige RDS-functies en het
maken van aanpassingen ...................... 18
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER .......... 21
Een CD afspelen ..................................... 21
Een track of een bepaald punt op
de CD zoeken ....................................... 22
De tekst van een CD met CD Text
weergeven............................................. 23
CD-afspeelmodi selecteren ...................... 23
Voorkomen dat de CD terugspringt .......... 24
INTRODUCTIE EEN MP3.................. 25
(UITSLUITEND VOOR DE KD-SH909R)
Wat is MP3? ............................................ 25
Hoe worden MP3-bestanden opnemen
en afgespeeld? ..................................... 25
BEDIENING VAN DE MP3................. 27
(UITSLUITEND VOOR DE KD-SH909R)
Een MP3-CD afspelen.............................. 27
Een bestand of een bepaalde passage
op een MP3-CD opzoeken..................... 29
MP3-afspeelmodi selecteren .................... 32
GELUID REGELEN ......................... 33
Geluid aanpassen.................................... 33
V ooraf geluidsmodi selecteren
Geluidsweergav e aanpassen en opslaan ..... 35
(EQ) ........... 34
ANDERE HOOFDFUNCTIES .............. 36
De algemene instellingen wijzigen (PSM)..... 36
Namen aan bronnen toekennen............... 41
De hoek van het bedieningspaneel
wijzigen ................................................. 42
Bedieningspaneel verwijderen ................. 43
BEDIENING VAN HET EXTERNE
APPARAATEN ............................ 44
Externe apparatuur afspelen .................... 44
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR ..... 46
CD’s afspelen .......................................... 46
CD-afspeelmodi selecteren ...................... 47
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER ....... 49
Afstemmen op een ensemble en
op een van de services .......................... 49
DAB-frequenties in het geheugen
opslaan ................................................. 51
Afstemmen op een opgeslagen
DAB-service .......................................... 52
Wat u nog meer met DAB kunt doen........ 52
AANVULLENDE INFORMATIE ............ 53
PROBLEMEN OPLOSSEN ................ 54
ONDERHOUD .............................. 56
Omgaan met CD’s ................................... 56
SPECIFICATIES ............................ 57
3
Het gebruik van de toets M (modus):
Als u op M (modus) drukt, fungeert deze toets als modustoets en schakelt de eenheid over op de
functiemodus waarbij de cijfertoetsen, de toetsen 4/¢ - en D (display) als aparte
functietoetsen fungeren.
Bij de functiemodus:
Indicator die tijd aftelt licht op.
Om na een druk op M (modus) deze toetsen weer voor de oorspronkelijke functies te
gebruiken (bijvoorbeeld als cijfertoetsen), moet u 5 seconden wachten zonder op een van deze
toetsen te drukken totdat de functiemodus is geannuleerd.
Ook als u nogmaals op M (modus) drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.
Veranderen van displaypatroon:
Het apparaat heeft twee verschillende displaypatronen – met of zonder de aanduiding voor de bron.
Voor het veranderen van het displaypatroon, drukt u op M (modus) en vervolgens binnen 5
seconden op D (display). Door iedere druk op D (display) verandert het displaypatroon als volgt:
Bijv.: Bij ontvangst van een FM-zender...
(Standaardinstelling)
Opmerking:
De afbeeldingen van het display in deze gebruiksaanwijzing zijn gebaseerd op het display met de aanduiding
voor de bron en met “CLOCK” op “ON” gesteld. (Zie bladzijde 38.)
LET OP bij het instellen van het volume
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het apparaat geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het apparaat gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het apparaat is gestolen.
4
Bedieningspaneel
Het display-venster
u
i

PLAATSING VAN DE TOETSEN

o
a
;
sd
f
DIRECTORY
FILE DISC
TRACK
hj
g
1
2
w
1 De toets 0 (uitwerpen) 2 De bedieningsschijf 3 De toets SEL (selecteren) 4 De toets EQ (equalizer) 5 De toets T/P (traffic/programme type) 6 De toets D (display) 7 De toets B (omroepband) 8 De toets M (modus) 9 De toetsen 4/¢
Deze toetsen doen dienst als SSM-toetsen wanneer beide toetsen tegelijk worden ingedrukt.
p De toets ATT (hoek/attenuatie) q Aux-ingangsaansluitingen w De Reset-toets e De toets SOURCE (standby/on) r De cijfertoetsen
De toets
De toets
De toets
De toets
De toets
De toetsen voor het bedienen van de DVD/ video-onderdelen
t Afstandssensor y De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
MO (mono) LO (lokaal) INT (intro scan) RPT (repeat) RND (random)
3
4 5
e
6
T/P
RPT ST RND MO
/
p
yt
7
r
8
LOCAL
AF
REG
TP PTY
kl
9
Het display-venster
u De indicators MP3 (uitsluitend voor de
KD-SH909R) DIRECTORY, FILE
i De indicator DISC o Hoofdvenster ; De indicator LOCAL a Niveaudisplay-indicator s De indicator RPT (repeat) d De indicator ST (stereo) f De indicator RND (random) g De indicator CD–geplaatst h De indicator TRACK j Indicator die tijd aftelt k De RDS-indicators:
AF, REG, TP, PTY
l De indicator voor de afspeelbron en klok / De indicator MO (mono)
q
5
Afstandsbediening
ATT
1
ANGLE
CD
DAB
PRESET
DISC
R D
DISC
VOLUME
FM
2
AM
CH
AUX SEL
RM-RK100
1 • Hiermee wordt de eenheid ingeschakeld als deze
is uitgeschakeld.
• Schakelt de eenheid uit indien u de toets ingedrukt houdt tot de vermelding “SEE YOU” op de display verschijnt.
• Hiermee wordt het volume in korte tijd verminderd als u de toets heel even indrukt, en de vermelding “ATT” knippert op de display. Als u nogmaals op de toets drukt, keert het oude volumeniveau weer terug.
2 •CD:
Hiermee wordt de CD-speler geselecteerd.
• FM : • Indien k orte tijd ingedrukt, wordt hiermee
de FM-tuner geselecteerd. Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere FM-band geselecteerd: FM1, FM2 of FM3.
• Hiermee wordt de DAB-tuner geselecteerd, als u de toets ingedrukt houdt.* Elke keer wanneer u op de toets drukt in ingedrukt houdt, wordt er een andere DAB-band geselecteerd: DAB1, DAB2 en DAB3.
•AM:
Hiermee wordt de AM-tuner geselecteerd.
• CH : Hiermee wordt de CD-wisselaar geselecteerd.*
• AUX : Hiermee wordt het externe apparaat geselecteerd. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt beurtelings “AUX INPUT”** en “LINE INPUT”** geselecteerd.
3 Hiermee kunt u de hoek het bedieningspaneel in
een van vier posities wijzigen.
4 Hiermee worden de geluidsmodi geselecteerd.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er
een andere geluidsmodus geselecteerd.
6
EQ
PRESET
3
4
5 6
7
8 9
p
5 • Hiermee wordt naar zenders gezocht terwijl u
naar de radio luistert.
• Hiermee worden ensembles geselecteerd terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien korte tijd ingedrukt.
• Hiermee kunt u de track (het bestand) snel vooruit en achteruit spoelen als u de toets tijdens het beluisteren van een disk indrukt en ingedrukt houdt.
Hiermee gaat u naar het begin van de volgende
(Zie bladzijde 22 en 29.)
track of het volgende bestand of terug naar het begin van de huidige (of vorige) track of het huidige (of vorige) bestand als u de toets tijdens het beluisteren van een disk indrukt en ingedrukt houdt. (Zie bladzijde 22 en 29.)
6 • Hiermee wordt het nummer van het vooraf
ingestelde kanaal gewijzigd terwijl u naar de radio (of DAB-tuner) luistert. Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een ander nummer voor het vooraf ingestelde kanaal geselecteerd en wordt op de geselecteerde zender of service afgestemd.
• Uitsluitend voor de KD-SH909R: Hiermee gaat u naar het eerste bestand van de volgende map of het eerste bestand van de vorige map als u deze toets tijdens het beluisteren van een MP3-CD indrukt en ingedrukt houdt. (Zie bladzijde 30.)
• Uitsluitend voor de KD-SH909R: Hiermee gaat u naar het eerste bestand van de volgende map of het eerste bestand van de vorige map binnen dezelfde hiërarchieniveau als u deze toets tijdens het beluisteren van een MP3-CD korte tijd indrukt. (Zie bladzijde 31.)
7
Hiermee worden services geselecteerd terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien korte tijd ingedrukt.
• Hiermee wordt het CD-nummer gewijzigd terwijl u naar de CD-wisselaar luistert. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een ander CD-nummer geselecteerd en w ordt de geselecteerde CD afgespeeld.
• Uitsluitend voor de KD-SH909R: Hiermee gaat u naar het eerste bestand van een map in een bovenliggende of onderliggende hiërarchieniveau als u deze toets tijdens het beluisteren van een MP3-CD korte tijd indrukt. (Zie bladzijde 31.)
8 Uitsluitend voor de KD-SH909R:
Hiermee gaat u naar de bovenste map als u naar een MP3-CD luistert. (Zie bladzijde 31.)
9*** Hiermee worden de items voor
geluidsaanpassingen geselecteerd. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere geluidsaanpassing geselecteerd.
p*** • Hiermee wordt het volume gewijzigd.
• Hiermee wordt de geluidsmodus gewijzigd (nadat u op de toets SEL (selecteren) hebt
gedrukt).
* Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze apparatuur als afspeelbron te selecteren.
** Met “AUX IN” of “LINE IN” op “OFF” gesteld,
kunt u de overeenkomende bron niet voor weergave kiezen. (Zie bladzijde 39.)
***Deze toetsen werken niet voor de modus voor
aangepaste voorkeursinstellingen.
De afstandsbediening voorbereiden
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’ hoort.
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer dat er geen obstakels in het pad liggen.
Afstandssensor
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt, moet u de batterij vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder.
1) Druk de batterijhouder met behulp van een balpen of een soortgelijk voorwerp in de richting van de pijl die in de afbeelding staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(achterkant)
1)
2)
(achterkant)
Gebruikke batterijen:
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen toegang toe hebben. Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken, waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet en gooi geen batterij in het vuur. Elk van deze handelingen kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt met andere metalen. Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterij door deze met plakband af te plakken. Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
• Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een naald of mes open te maken. Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar boven in de houder zakken zodat deze vast komt te liggen.
Lithium knoopcelbatterij (Productnummer: CR2025)
LET OP:
Leg de afstandsbediening niet op plaatsen waar het directe zonlicht langdurig op valt (zoals bijvoorbeeld op het dashboard). De afstandsbediening wordt anders beschadigd.
7

BASISBEDIENING

De stroomtoevoer inschakelen
2
Regel het volume.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen zie bladzijde 9.
1
Schakel de stroom in en selecteer de afspeelbron.
Als u voor de eerste keer op de toets drukt, wordt de stroom ingeschakeld. Daarna wordt elke keer wanneer u op de toets drukt een andere afspeelbron geselecteerd, en wel in deze volgorde:
AM TUNER (AM)
DAB TUNER (DAB)* CD CHANGER (CDCH)* LINE INPUT (LINE)***
AUX INPUT (AUX)***
* Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze apparatuur als afspeelbron te selecteren.
** Als er zich geen CD in de lade is geplaatst,
kan de CD-speler niet als afspeelbron worden geselecteerd.
*** Met “LINE IN” of “AUX IN” op “OFF”
gesteld, kunt u de overeenkomende bron niet voor weergave kiezen. (Zie bladzijde 39).
Voor gebruik v an de tuner (FM of AM—MW/LW),
zie bladzijde 10 – 20.
Voor het afspelen van CD’s,
zie bladzijde 21 – 24.
Voor het afspelen van MP3-CD (uitsluitend
voor de KD-SH909R), zie bladzijde 27 – 32.
Voor gebruik van het externe apparaat
– AUX INPUT (AUX) en LINE INPUT (LINE), zie bladzijde 44 en 45.
Voor gebruik van de CD-wisselaar,
zie bladzijde 46 – 48.
Voor gebruik van de DAB-tuner,
zie bladzijde 49 – 52.
FM TUNER (FM)
CD**
Terug naar het begin
8
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Het door u ingestelde volumeniveau verschijnt.
Volumeniveau-indicator
Opmerking:
U kunt nadat u het volume hebt aangepast het bedieningsschijf naar binnen duwen zodat u niet per ongeluk toetsen aanraakt. Druk nogmaals op de bedieningsschijf zodat deze naar buiten komt geschoven als u de knop weer wilt gebruiken.
3
Stel het geluid in zoals u zelf wilt. (Zie bladzijde 33 – 35.)
• U kunt het ingangsniveau voor iedere bron, uitgezonderd FM, instellen en in het geheugen vastleggen. (Zie bladzijde
33).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk op ATT en houdt deze ingedrukt terwijl u naar een afspeelbron luistert. De vermelding “ATT” op de display gaat knipperen en het niveau van het volume neemt na korte tijd af. Druk als u het vorige geluidsniveau wilt herstellen opnieuw op de toets en houdt deze ingedrukt.
• U kunt het volume ook op het oude niveau terugbrengen door de bedieningsschijf linksom te draaien (tegen de wijzers van de klok in).
Spanning uitschakelen
Druk op SOURCE en houdt deze ingedrukt tot de vermelding “SEE YOU” op de display wordt weergegeven.
Wanneer u de stroom uitschakelt tijdens het beluisteren van een CD, kunt u later bij het weer inschakelen van de stroom de CD­weergave starten vanaf het punt waar u hiervoor stopte.
Klok instellen
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 37.)
2
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “24H/12H” als
deze al niet meteen op de display wordt weergegeven.
2 Selecteer de vermelding “12HOUR” of
“24HOUR”.
3
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK H (uur)”
als deze al niet meteen op de display wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
21
4
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK M
(minuten)”.
2 Pas de minuten aan.
21
5
Voltooi de instelling.
1
2
Als u wilt weten hoe laat het is terwijl de apparaat is uitgeschakeld drukt op D (display).
De stroom wordt vervolgens ingeschakeld en gedurende 5 seconden wordt de tijd van de klok weergegeven. Daarna wordt de stroomtoevoer weer uitgeschakeld.
9

BASISBEDIENING VAN DE RADIO

Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken.
Automatisch naar een zender zoeken: Auto search
1
Selecteer FM of AM (MW/LW).
1 Druk herhaaldelijk op
F 1 F 2 F 3
(FM 1) (FM 2) (FM 3)
SOURCE om FM of AM (MW/LW) als afspeelbron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk
indien nodig om het FM-bandnummer te selecteren op de toets B (omroepband). Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel als volgt:
2
Zoek een zender.
Druk op ¢ afstemmen op een zender met een hogere frequentie.
Druk op afstemmen op een zender met een lagere frequentie.
Wanneer een zender wordt ontvangen, stopt het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd. Als u alleen wilt afstemmen op FM-zenders
met een sterk signaal
1 Druk op M
activeren terwijl u naar een FM-uitzending luistert.
2 Druk op LO (lokaal) terwijl de functiemodus
nog is geactiveerd, zodat de indicator LOCAL op de display licht op. Deze functie werkt alleen terwijl u naar FM­zenders zoekt en bij SSM. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, gaat de indicator LOCAL beurtelings licht en uit.
(modus)
om de functiemodus te
4
10
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Opmerkingen:
• Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-zenders te luisteren.
• Bij ontvangst van een FM RDS-zender verschijnt de PS naam (zendernaam) op de bovenste regel van het hoofdvenster.
Handmatig naar een zender zoeken: Manual search
1
Selecteer FM of AM (MW/LW).
1 Druk herhaaldelijk op
SOURCE om FM of AM (MW/LW) als afspeelbron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk
indien nodig om het FM-bandnummer te selecteren op de toets B (omroepband). Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel als volgt:
F 1 F 2 F 3
(FM 1) (FM 2) (FM 3)
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-zenders te luisteren.
2
Druk op ¢ of op 4 en houd deze ingedrukt tot de vermelding “M” (voor “manual”: handmatig zoeken) op de display begint te knipperen.
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige modus na 5 seconden automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen totdat u de toets loslaat.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is:
1
Druk op M (modus) om de functiemodus te activeren terwijl u in stereo naar een FM-stereo-uitzending luistert.
2 Druk op MO (mono) terwijl de
functiemodus is geactiveerd, zodat de indicator MO op de display licht op.
• Elke keer wanneer u op de toets drukt gaan de indicators MO (mono) en ST (stereo) beurtelings licht.
Er brandt een lampje wanneer een FM-uitzending in stereo wordt ontvangen.
ST
MO
3
Stem af op het zender van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding “M” op de display knippert.
Druk op ¢ als u wilt afstemmen op een zender dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt afstemmen op een zender dat op een lagere frequentie uitzendt.
De indicator MO licht op.
Als de indicator MO op de display licht is, wordt het geluid in mono weergegeven en verbetert de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).
11
Radiozenders in het geheugen vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM (MW/ LW)-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-zenders instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de FM-golfband (FM1 – 3) waarop u FM-zenders wilt vasteleggen.
1 Druk herhaaldelijk op
SOURCE om FM.
F 1 F 2 F 3
(FM 1) (FM 2) (FM 3)
2 Druk herhaaldelijk
indien nodig om het FM-band te selecteren op de toets B (omroepband). Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel als volgt:
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM (MW/ LW ) vastleggen).
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1-band
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM) waarop u zenders wilt vasteleggen (in dit voorbeeld cijfertoets FM1).
1 Druk herhaaldelijk op
SOURCE om FM als afspeelbron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk indien
nodig om het FM1 te selecteren op de toets B (omroepband). Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel als volgt:
F 1 F 2 F 3
(FM 1) (FM 2) (FM 3)
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
12
2
Stem af op een zender op 88,3 MHz.
Druk op ¢ als u wilt afstemmen op een zender dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt afstemmen op een zender dat op een lagere frequentie uitzendt.
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
“1” knippert erige tijd.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
Afstemmen op een voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders in het geheugen vastleggen” op bladzijde 12, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
1 Druk herhaaldelijk op
SOURCE om FM of AM (MW/LW) als afspeelbron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk
indien nodig om het FM-band te selecteren op de toets B (omroepband). Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel als volgt:
F 1 F 2 F 3
(FM 1) (FM 2) (FM 3)
2
Selecteer het nummer (1 t/m 6) van de gewenste zender.
Als de geluidskwaliteit vermindert en het stereo-effect van een FM-zender verdwijnt...
In bepaalde gebieden kunnen zenders die zich in elkaars nabijheid bevinden elkaar storen. Deze apparaat kan dergelijke storing automatisch verminderen (dit is de standaardinstelling van deze apparaat bij het verlaten van de fabriek). In sommige gevallen neemt de geluidskwaliteit echter af en gaat het stereo-effect verloren. Raadpleeg de paragraaf “De selectiviteit van de FM-tuner wijzigen – IF FILTER” op bladzijde 40 als u niets aan geluidskwaliteit wilt inleveren of het stereo-effect wilt verliezen.
13

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen.Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het zender met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “Enhanced Other Networks”. Met behulp van de Enhanced Other Networks-gegevens die door het zender worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (TA – “Traffic
Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS-zender van hetzelfde zender dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie de afbeelding op de volgende pagina). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative Frequency) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-zender goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
14
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerk­opsporing gebruiken om hetzelfde programma met de beste ontvangst te blijven beluisteren. Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
• AF: De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”). Met deze instelling schakelt het apparaat naar een andere zender van hetzelfde netwerk wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. (In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving). De indicator AF licht op, maar de indicator REG licht niet op.
• AF REG: De netwerkfunctie is ingeschakeld en
• OFF: De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld. De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie bladzijde 52.)
ook Regionalisatie is ingeschakeld (“on”). Met deze instelling schakelt het apparaat naar een andere zender van hetzelfde netwerk die hetzelfde programma uitzendt, wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. Zowel de indicator AF als de indicator REG lichten op.
De indicator AF en de indicator REG lichten allebei niet op.
Indicator AF
AF
REG
Indicator REG
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 37).
2
Selecteer de vermelding “AF-REG (alternatieve frequentie/regionale ontvangst)” als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer de gewenste modus – “AF”, “AF REG” of “OFF”.
4
Voltooi de instelling.
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden ontvangen.
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie D
Het gebruik van TA standby ontvangst
Met TA standby ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of een andere aangesloten afspeelbron).
TA standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
Druk op T/P om TA standby ontvangst te activeren.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP
indicator oplichten of knipperen.
• TA standby ontvangst is geactiveerd indien de TP indicator is opgelicht. “TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het apparaat stemt nu automatisch op deze zender af. Het volume wordt op het reeds vastgelegde TA volumeniveau (zie bladzijde 19) gesteld en u hoort de verkeersinformatie.
• TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd indien de TP indicator knippert. De zender die wordt ontvangen levert namelijk geen signalen die voor TA standby ontvangst zijn vereist. Om TA standby ontvangst nu te activeren moet u op een andere zender afstemmen die wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om een dergelijke zender op te zoeken. De TP indicator stopt te knipperen en licht continu op zodra een zender met deze signalen is gevonden. TA standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de TP indicator oplichten. “TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het apparaat verandert nu automatisch van bron en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van TA standby ontvangst, drukt u nogmaals op T/P.
15
Het gebruik van PTY standby ontvangst
Met PTY standby ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar uw favoriete programmagenre (PTY: Programmagenre) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of een andere aangesloten afspeelbron).
PTY standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
U kunt uw favoriete programma voor PTY standby ontvangst kiezen. Bij het verlaten van de fabriek, is PTY standby ontvangst uitgeschakeld. (“OFF” is voor PTY standby ontvangst gekozen).
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 37).
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY (standby)” als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 20).
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
• Selecteer “OFF” om PTY standby ontvangst te annuleren.
4
Voltooi de instelling.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal
de PTY indicator oplichten of knipperen.
• PTY standby ontvangst is geactiveerd indien de PTY indicator is opgelicht. Wanneer een zender een programma van het gekozen PTY programmatype start uit te zenden, stemt het apparaat automatisch op deze zender af.
• PTY standby ontvangst is nog niet geactiveerd indien de PTY indicator knippert. De zender die wordt ontvangen levert namelijk geen signalen die voor PTY standby ontvangst zijn vereist. Om PTY standby ontvangst nu te activeren moet u op een andere zender afstemmen die wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om een dergelijke zender op te zoeken. De PTY indicator stopt te knipperen en licht continu op zodra een zender met deze signalen is gevonden. PTY standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld,
zal de PTY indicator oplichten. Wanneer een zender een programma van het gekozen PTY programma start uit te zenden, verandert het apparaat automatisch van bron en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van PTY standby ontvangst, kiest u in de hier links beschreven
stap 3 “OFF”. De PTY indicator dooft.
16
Uw favoriete programmagenre opzoeken
U kunt een gewenste PTY-code opzoeken. Daarbij kunt u uw 6 favoriete programmatypen voor het later gemakkelijk opzoeken onder de cijfertoetsen vastleggen. Standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 t/m 6) opgeslagen.
Zie de informatie hieronder voor een uitleg over
het opslaan van uw favoriete programmagenres. Zie bladzijde 18 voor een uitleg over het zoeken van uw favoriete programma.
1
POP M
45
CLASSICS
2
ROCK M EASY M
AFFAIRS
3
6
VARIED
2
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 20).
De naam van de PTY­code die u selecteert, wordt op de display weergegeven.
3
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minimaal 2 seconden vast om de geselecteerde PTY-code op te slaan onder de cijfertoets van uw keuze.
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan
1
Druk op T/P in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt.
De PTY-code die als laatste werd geselecteerd, verschijnt op de display.
Het voorkeurnummer knippert erige tijd.
4
Druk u nogmaals op T/P in en houd.
17
Een programmagenre opzoeken
1
Druk op T/P en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt terwijl u naar een FM-zenders luistert.
De PTY-code die als laatste werd geselecteerd, verschijnt op de display.
2
Selecteer een van de PTY-codes.
OF
Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen
De weergave op de display wijzigen terwijl u naar een FM-zender luistert
Wat er als eerste op de display wordt weergegeven wanneer u naar een FM-zender luistert dat gebruik maakt van het RDS-systeem, kunt u zelf bepalen. U kunt de oorspronkelijke weergave desgewenst wijzigen in de zendernaam (PS NAME), de frequentie van het ontvangen zender of programmagenre (PTY).
Druk op D (display) terwijl u naar een FM RDS-zenders luistert.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de volgende informatie op de display:
Bijv: Met “ROCK M” gekozen.
3
Druk op ¢ of 4 om het PTY­zoeken naar uw gewenste programma te starten.
• Als er een zender is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op dat zender af.
• Als er geen zender is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op het zender dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet goed.
18
Zendernaam (PS NAME)
&
Frequentie
Zendernaam (PS NAME)
&
Programmagenre (PTY)
Automatische selectie van een zender bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op de vooraf ingestelde voorkeurzender. Als deze zender een RDS-zenders is, gebeurt er echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar een andere, sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt als de voorkeurzender die u hebt gekozen (dit wordt Programma zoeken genoemd).
• Omdat het uitvoeren van de zoekopdracht enige tijd in beslag neemt, duurt het even tot er op een ander zender wordt afgestemd.
Hoe u deze voorziening activeert, wordt hieronder uitgelegd.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 36.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“P(Programma)-SEARCH” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van de
klok mee en selecteer “ON”. De voorziening Programma zoeken is nu ingeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het zoeken naar een programma wilt beëindigen, herhaalt u de bovenstaande
procedure, maar selecteert u in stap 3 de vermelding “OFF” door de bedieningsschijf tegen de wijzers van de klok in te draaien.
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de TA standby-ontvangst van verkeersinformatie op te geven met welk geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie wordt ontvangen, worden aangepast aan het volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 36.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“TA VOLUME (volume)” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om het gewenste
volume te kiezen. U kunt het volume instellen op een waarde van “00” tot “50”.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het RDS-signaal van een zender worden meegezonden. Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt aangepast, moet u de onderstaande procedure volgen.
• Zie ook de paragraaf“De algemene instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 36.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“AUTO ADJ (aanpassen)” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf tegen de wijzers van
de klok in om “OFF” te kiezen. U hebt het automatisch aanpassen van de klok nu uitgeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt activeren, moet u de procedure herhalen en in
stap 3 “ON” selecteren door de bedieningsschijf met de wijzers van de klok mee te draaien.
Opmerking:
Nadat u voor “AUTO ADJ” de instelling “ON” hebt gekozen, dient u de eenheid tenminste 2 minuten op hetzelfde zender afgestemd te houden, anders wordt de klok niet aangepast. (Dit is nodig omdat de eenheid maximaal 2 minuten nodig heeft om de tijdgegevens in het RDS-signaal te ontvangen en verwerken).
19
PTY-codes
NEWS: Nieuws AFFAIRS: Actualiteiten en achtergrond
INFO: Informatieve programma’s over
SPORT: Sportverslagen EDUCATE: Educatieve programma’s DRAMA: Radio-hoorspelen CULTURE: Programma’s aangaande
SCIENCE: Wetenschappelijke en technische
VARIED: Overige programma’s,
POP M: Popmuziek ROCK M: Rockmuziek EASY M: Easy-listening muziek LIGHT M: Lichte muziek CLASSICS: Klassieke muziek OTHER M: Overige muziek WEATHER: Weerberichten
FINANCE: Programma’s aangaande handel
informatie aangaande het nieuws
diverse verscillende onderwerpen
nationale of regionale cultuur
programma’s
bijvoorbeeld ceremonies en comedies
en de beurs en beursberichten, enz.
CHILDREN: Amusement voor kinderen SOCIAL: Programma’s over sociale
activiteiten
RELIGION: Programma’s over aspecten van
geloof en religie, aangaande het bestaan en ethiek
PHONE IN: Programma’s waarin mensen
via de telefoon of een publiek forum hun meningen kunnen uiten
TRAVEL: Programma’s over reizen en
bestemmingen, georganiseerde reizen en ideeën en mogelijkheden voor vacanties
LEISURE: Programma’s over recreatieve
bezigheden, bijvoorbeeld
tuinieren, koken, vissen, enz. JAZZ: Jazz-muziek COUNTRY: Country-muziek NATION M: Huidige populaire muziek van
een bepaald land of gebied in
de taal van het land of gebied OLDIES: Gouwe-Ouwe FOLK M: Folk-muziek DOCUMENT: Programma’s over feitelijke
gebeurtenissen, vaak
gepresenteerd in een
onderzoekende stijl
20

GEBRUIK VAN DE CD-SPELER

Zie voor het afspelen van MP3-CD (uitsluitend voor de KD-SH909R) ook de paragraaf “BEDIENING VAN DE MP3” op pagina 27 t/m 32.
Een CD afspelen
1
Open het bedieningspaneel.
Opmerking:
Als er een extern apparaat op de extra ingang is ingesloten, dient u CD’s voorzichtig te plaatsen en verwijderen.
2
Plaats een CD in de lade.
• Alle tracks op de disk worden net zo vaak herhaald tot u het afspelen beëindigd. Deze functie wordt — All Track Repeat Play genoemd.
Het bedieningspaneel komt naar beneden en de laadopening verschijnt.
De CD wordt naar binnen getrokken, het bedieningspaneel keert terug naar de vorige positie (zie bladzijde 42) en de CD begint automatisch te spelen.
De display wordt gewijzigd en geeft het volgende weer:
De indicator CD-geplaatst licht op.
Totaal nummer track op de CD die in de CD-lade is geplaatst
Totale speeltijd van de CD die in de CD-lade is geplaatst
Huidige track
Verstreken speeltijd
Opmerking:
Plaats geen disk met een diameter van 8 cm in de laadopening omdat dergelijke disks vast komen te zitten.
21
Opmerkingen:
• W anneer er zich een CD in de laadopening bevindt en u “CD” als afspeelbron selecteert door op SOURCE
te drukken, wordt de CD afgespeeld.
• Als een disk ondersteboven wordt geplaatst, wordt de CD-speler automatisch geopend.
• Indien een naam voor de CD is ingevoerd (zie bladzijde 41), zal deze op de bovenste regel van het hoofddisplay worden getoond.
• Bij weergave van een CD-Tekst verschijnen de titel van de CD/artiest en titel van de track, gevolgd door de verstreken speeltijd (en het nummer track). Zie ook de paragraaf “De tekst van een CD met CD Text weergeven” (bladzijde 23) en de paragraaf “De instelling voor lopende tekst selecteren – SCROLL” (bladzijde 39). Als er op een CD met CD Text veel informatie staat, kan het zijn dat niet de hele tekst op de display wordt weergeg e ven.
• Wanneer u een de stroom uitschakeld of andere afspeelbron selecteert, stopt het afspelen van de CD (alleen nu zonder dat de CD uit de laadopening naar voren komt). Bij het later weer de stroom ingeschakeld of kiezen van CD als bron, zal de CD-weergave starten vanaf het punt waar u hiervoor was gestopt.
Een track of een bepaald punt op de CD zoeken
Het muziekstuk versneld vooruit afspelen of achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ , en houd deze toets ingedrukt om het track versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4, en houd deze toets ingedrukt om het track achteruit af te spelen.
Naar de volgende of vorige tracks gaan
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op ¢ om naar het begin van de volgende track te gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt het begin van de volgende track opgez ocht, geselecteerd en ten gehore gebracht.
Stoppen met afspelen en de CD terug laten springen
Druk op 0. Het afspelen van de CD wordt beëindigd, het bedieningspaneel komt naar beneden en de CD komt uit de laadopening naar voren.
Druk als u het bedieningspaneel weer in de vorige positie wilt hebben nogmaals op 0.
• Als de lade gedurende één minuut is geopend (of gedurende 30 seconden als u de CD hebt uitgeworpen en de contactsleutel op “OFF” is gesteld) is er een toon hoorbaar en keert het bedieningspaneel terug naar de vorige positie. Let erop dat de disk of vingers niet vast komen te zitten tussen het bedieningspaneel en de
apparaat.
Opmerking:
Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15 seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de CD automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst, zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet automatisch met afspelen begonnen.)
22
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op 4 om terug te keren naar het begin van de huidige track. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt het begin van de vorige track opgezocht, geselecteerd en ten gehore gebracht.
Direct naar een bepaald track gaan
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald track hoort, om het afspelen van dat track te laten beginnen.
• Om een track met nummer 1 – 6 te selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Om een track met nummer 7 – 12 te selecteren: Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.
Nummer track
Verstreken speeltijd
De tekst van een CD met CD Text weergeven
Op een CD met CD Text is informatie opgenomen zoals de titel van de CD, de naam van de uitvoerende artiest en de titel van de tracks. Het is mogelijk om deze informatie op de display weer te geven.
Selecteer tijdens het afspelen van een CD met CD Text de afspeelmodus die tekst kan weergegeven.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de weergave op de display en wel als volgt:
• Met het displaypatroon met de aanduiding voor de bron gekozen...
Titel van de CD/Artiest
&
Titel van de track
Nummer track
&
Verstreken speeltijd
Titel van de CD/Artiest
&
Verstreken speeltijd
Titel van de track
&
Verstreken speeltijd
CD-afspeelmodi selecteren
Tracks in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
Het is mogelijk om alle tracks van een CD in een volstrekt willekeurige volgorde af te spelen.
1 Druk op M (modus) om de
functiemodus te activeren terwijl u een CD afspeelt. De apparaat schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op RND (random) terwijl
de functiemodus nog is geactiveerd zodat “RANDOM” op het display knippert. Elke keer als u op de toets RND drukt, de willekeurige
afspeelmodus voor CD’s worden in- of uitgeschakeld.
De indicator RND (random)
RND
• Zonder het displaypatroon met de aanduiding voor de bron gekozen...
Titel van de CD/Artiest
&
Titel van de track
Titel van de track
Verstreken speeltijd
Opmerkingen:
• De resterende tekst verschijnt rollend over het display indien de gehele tekst niet direct kan worden getoond. Zie ook de paragraaf “De instelling voor lopende tekst selecteren – SCROLL” op bladzijde 39.
• De DISC indicator licht op wanneer de titel van de CD/artiest wordt getoond. De TRACK indicator licht op wanneer de titel van de tracks wordt getoond.
• Wanneer u op D (display) drukt terwijl u naar een gewone CD luistert, verschijnt de vermelding “NO NAME” op de display voor de titel/artiest van de CD en de titel van het muziekstuk.
Titel van de CD/Artiest
&
Nummer track/
Verstreken speeltijd
&
Nummer track/
Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de indicator RND op de display op en wordt er een willekeurige track afgespeeld.
23
De geselecteerde track herhaaldelijk afspelen (de functie One Track Repeat Play)
Het is mogelijk om een geselecteerde track van een CD meerdere malen achter elkaar af te spelen.
1 Druk op M (modus) om de
functiemodus te activeren terwijl u een CD afspeelt. De apparaat schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op RPT (repeat) terwijl
de functiemodus nog is geactiveerd zodat “REPEAT” op het display knippert. Elke keer als u op de toets RPT drukt, wordt de functie voor het herhaald afspelen van één enkele track in- of uitgeschakeld. Als de functie voor het herhaald afspelen van één enkele track wordt uitgeschakeld, wordt de
functie functie waarbij alle tracks herhaaldelijk geactiveerd.
De indicator RPT (repeat)
• Tijdens intro-aftastweergave knipperen de tracknummers.
• De normale weergave start na de intro­aftastweergave.
Voorkomen dat de CD terugspringt
U kunt voorkomen dat de CD uit de lade springt door deze in de lade te vergrendelen.
Druk wanneer u op SEL (selecteren), drukt tevens op 0 en houd de toetsen gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt. De vermelding “NO EJECT” zal gedurende circa 5 seconden op de display knipperen en de CD wordt vergrendeld. De CD kan nu niet meer uit de laadopening worden gehaald.
RPT
Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de indicator RPT op de display.
Alleen intro’s afspelen (Intro scan)
Het is mogelijk om van alle tracks alleen de eerste 15 seconden af te spelen, zodat u de intro’s kunt beluisteren.
1
Druk op M (modus) om de functiemodus te activeren terwijl u een CD afspeelt. De apparaat schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op INT (intro scan)
4
24
terwijl de functiemodus nog is geactiveerd zodat “INTRO” op het display knippert. Elke keer als u op de toets INT drukt
, de introscanmodus voor CD’s worden in- of uitgeschakeld.
Opmerking:
Als u op 0 drukt terwijl het uitwerpen van CD’s niet is toegestaan, komt het bedieningspaneel weliswaar naar beneden geschoven, maar kan er geen CD worden uitgenomen. Druk op 0 als u het bedieningspaneel naar de vorige positie wilt laten terugkeren.
Als u de vergrendeling ongedaan wilt maken en de CD weer toegankelijk wilt maken moet u
0 gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt houden terwijl u op de toets SEL (selecteren) drukt.
Vervolgens knippert de vermelding “EJECT OK” gedurende circa 5 seconden op de display. De laadopening is nu ontgrendeld en de CD is weer toegankelijk.

INTRODUCTIE EEN MP3

De volgende beschrijvingen zijn uitsluitend voor de KD-SH909R.
Wat is MP3?
MP3 is de afkorting van een lange Engelse term: Motion Picture Experts Group (of MPEG) Audio Layer 3*. Kort gezegd is MP3 een indeling voor gegevensbestanden met een compressieverhouding van 1:10 (128 Kbps**). Dit houdt in dat u met de MP3-bestandsindeling 10 keer zov eel gegevens op een CD-R of CD-RW kunt zetten dan er op een gewone muziek-CD past.
* Deze speler is niet geschikt voor data die met de
Layer 1 en 2 formaten zijn gecodeerd.
** Bit-rate is het gemiddelde aantal bits dat er voor 1
seconde aan audio nodig is. De bit-rate wordt uitgedrukt in bits/seconde). Hoe hoger de bit-rate, hoe beter de geluidskwaliteit. De meest gangbare bit-rate voor het coderen van audio is 128 Kbps.
Deze apparaat is uitgerust met een MP3-decoder. Dit betekent dat het mogelijk is om MP3-bestande (tracks) af te spelen die op CD-R, CD-RW en CD­ROM zijn opgenomen.
Compatibel met ID3v1
In elk MP3-bestand kan aanvullende informatie worden opgeslagen, zoals de albumtitel, naam van de uitvoerende artiest, titel van de song, jaar van de opname, genre en een korte opmerking.
Deze apparaat kan dergelijk informatie (albumtitel, naam van de uitvoerende artiest en titel van de song), die ID3v1-tags worden genoemd, op de display weergeven. (Zie bladzijde 53.)
• Sommige tekens kunnen niet op de juiste manier worden weergegeven.
• Deze apparaat is niet compatibel met ID3v2.
Andere kenmerken van deze apparaat:
• Maximaal aantal mappen/bestanden: 289
• Beschikbare tekens voor map/bestandnaam:
• Maximaal aantal tekens voor bestandsnamen (ISO 9660 Niveau 1): 12 (inclusief
(ISO 9660 Niveau 2):31 (inclusief
• Maximaal aantal tekens voor mapnaam: 64
Kbps
, ofwel kilobits per seconde (1000
A–Z, 0–9, _ (underscore)
scheidingsteken—“.” en extensie—“mp3”)
scheidingsteken—“.” en extensie—“mp3”)
(Joliet): 64 (inclusief
scheidingsteken—“.” en extensie—“mp3”)
(Totaal)
Waarschuwingen met betrekking tot het maken van MP3-bestanden op CD-R’s en CD-RW’s
Deze apparaat kan alleen MP3-bestanden lezen die de bestandsindeling hebben die voldoet aan deze normen: ISO 9660 Niveau 1, Niveau 2 of Joliet.
Hoe worden MP3-bestanden opnemen en afgespeeld?
MP3-“bestanden of -tracks” worden tijdens het opnemen “mappen” geplaatst, zoals deze in computertermen worden genoemd. Tijdens de opnameprocedure kunnen bestanden en mappen op dezelfde manier worden geordend als dat bij bestanden en mappen met computergegevens kan. De “hoofdmap” is de bovenste map in de hiërarchie met mappen en bestanden. Elk bestand en elke map vallen onder de hoofdmap en kunnen vanuit de hoofdmap worden benaderd.
In welke volgorde bestanden worden afgespeeld, doorzocht, en in welke volgorde mappen met MP3-bestanden worden doorzocht, wordt bepaald door de encoding-toepassing die de muziek in MP3-indeling omzet. kan dus anders zijn dan wat u in gedachte hebt als u de mappen en bestanden opneemt.
Op de volgende pagina is te zien hoe MP3­bestanden op CD-R en CD-RW worden opgenomen, afgespeeld en hoe deze met deze apparaat worden opgezocht.
Opmerkingen:
• Deze apparaat kan CD-ROM’s met MP3-bestanden lezen, maar als er op de CD-ROM ook bestanden in een andere indeling dan MP3-bestanden staan, kost het de apparaat meer tijd de disk te doorzoeken. De aanwezigheid van andere bestandsindelingen kan ook een storing in de apparaat veroorzaken.
• De apparaat kan geen MP3-bestanden lezen of schrijven als deze niet de extensie mp3 hebben.
• Deze apparaat is niet compatibel met Playlist*.
* Een playlist is een eenvoudig tekstbestand, zoals deze
op PC’s worden gebruikt, waarmee gebruikers zelf de afspeelvolgorde van de bestanden kunnen bepalen zonder de bestanden fysiek opnieuw te ordenen.
De afspeelvolgorde
25
De configuratie van MP3-mappen en bestanden
Niveau 1
Niveau 2
1 2
Niveau 3
Hiërarchieën
Niveau 4
Niveau 5
Niveau 6
ROOT
01
3 4
5 6
: Hoofdmap
: Onderliggende
mappen
: MP3-
bestanden
ROOT
01
02
03
04
05 09
1110 2120
06 07
8
7
9
Opmerking:
Er is geen limiet qua aantal hiërarchieniveaus (mappen dat onder). Voor een stabiele werking wordt echter maximaal 8 hiërarchieniveaus aanbevolen.
1312
17
15 1614
18
19
08
2322 24
MP3’s afspeelvolgorde en zoekvolgorde (bladzijde 29)
• De cijfers die naast de MP3-bestanden ( ) zijn omcirkeld geven de afspeelvolgorde en de zoekvolgorde van de MP3-bestanden aan. Normaalgesproken speelt deze apparaat MP3­bestanden af in de volgorde waarin deze zijn opgenomen.
• De cijfers in de mappen geven de afspeelvolgorde en zoekvolgorde van de mappen op de MP3­CD aan. Normaalgesproken speelt deze apparaat MP3-bestanden in de mappen af in de volgorde waarin deze zijn opgenomen.
Naar een andere map gaan (bladzijde 30 en 31)
U kunt naar een andere directory van hetzelfde hierarchieniveau (uitsluitend binnen dezelfde hoofddirectory) gaan (bijvoorbeeld van map 02 kunt u naar map 04 of 08 gaan) of van een verschillend hierarchieniveau (bijvoorbeeld van map 05 kunt u naar map 04 of 06 gaan).
26

BEDIENING VAN DE MP3

De volgende beschrijvingen zijn uitsluitend voor de KD-SH909R.
Zie
ook de paragraaf
CD-SPELER” op pagina 21 t/m 24.
“GEBRUIK V AN DE
Een MP3-CD afspelen
1
Open het bedieningspaneel.
2
Plaats een MP3-CD in de lade.
Vervolgens wordt de volgende informatie op de display weergegeven:
De indicator CD-geplaatst licht op.
Het bedieningspaneel komt naar beneden en de laadopening verschijnt.
De apparaat trekt de CD naar binnen, het bedieningspaneel gaat terug naar de vorige positie (zie bladzijde 42) en het afspelen begint automatisch.
Het afspelen begint automatisch bij het eerste bestand in de eerste map nadat de bestandscontrole is voltooid. Vervolgens wordt de volgende informatie op de display weergegeven:
• Met “TAG DISP” op “ON” gesteld (standaardinstelling: zie bladzijde 40)
Mapnaam
&
Bestandsnaam
De naam album/naam artiest*
&
Titel van de track*
Titel van de track (bestandsnaam)
&
Verstreken speeltijd
(met nummer track**)
* Indien een MP3 bestand geen ID3 tags heeft,
zal de naam album/artiest en de titel van de track worden overgeslagen.
** Zonder het displaypatroon met de aanduiding
voor de bron gekozen.
DIRECTORY FILE
Bijv.: Als op de CD 13 mappen en 125 MP3-
bestanden staan.
27
• Met “TAG DISP” op “OFF” gesteld
Mapnaam
&
Bestandsnaam
Bestandsnaam
&
Verstreken speeltijd
(met nummer track*)
* Zonder het displaypatroon met de aanduiding
voor de bron gekozen
Opmerkingen:
• Alle bestanden op de disk worden herhaald tot u het afspelen beëindigt—de functie All File Repeat Play.
• MP3-CD vragen iets meer leestijd**.
(De hoeveelheid tijd is afhankelijk van de complexiteit van de map- en bestandshiÎrarchie.)
De display-informatie wijzigen
U kunt tijdens het afspelen van een MP3-bestand andere bestandsinformatie op de display weergeven. Elke keer wanneer u op de toets D (display) drukt, wordt er andere informatie op de display weergegeven en wel als volgt:
• Met het displaypatroon met de aanduiding voor de bron gekozen...
De naam album/
naam artiest
(
Mapnaam
Titel van de track
(
Bestandsnaam
Nummer track
Verstreken speeltijd
*)
&
*)
&
De naam album/
naam artiest
(
Mapnaam
Verstreken speeltijd
Titel van de track
(
Bestandsnaam
Verstreken speeltijd
*)
&
*)
&
** De leestijd is de tijd die de apparaat aanvankelijk
nodig heeft om de disk te onderzoeken en de bestandsinformatie te lezen.
28
* Met “TAG DISP” op “OFF” gesteld of als
een MP3-bestand geen ID3-tag heeft, worden de mapnaam en bestandsnaam weergegeven.
• Zonder het displaypatroon met de aanduiding voor de bron gekozen...
De naam album/
naam artiest
(
Mapnaam
Titel van de track
(
Bestandsnaam
* Met “TAG DISP” op “OFF” gesteld of als
een MP3-bestand geen ID3-tag heeft, worden de mapnaam en bestandsnaam weergegeven.
*)
&
*)
Titel van de track
(
Bestandsnaam
Nummer track/
Verstreken speeltijd
De naam album/
naam artiest
(
Mapnaam
&
Nummer track/
Verstreken speeltijd
*)
&
*)
Opmerking:
De resterende tekst verschijnt rollend over het display indien de gehele tekst niet direct kan worden getoond. Zie ook de paragraaf “De instelling voor lopende tekst selecteren – SCROLL” op bladzijde 39.
Stoppen met afspelen en de CD terug laten springen
Druk op 0. Het afspelen stopt, het bedieningspaneel komt naar beneden geschoven en de disk wordt uit de laadopening uitgeworpen.
Een bestand of een bepaalde passage op een MP3-CD opzoeken
Bestand snel vooruit of achteruit spoelen
Druk tijdens het afspelen van een MP3-CD op ¢ en houdt de toets ingedrukt als u het bestand wilt terugspoelen.
Druk tijdens het afspelen van een MP3-CD op 4 en houdt de toets ingedrukt als u het bestand vooruit wilt spoelen.
Opmerking:
Tijdens deze bediening hoort u uitsluitend onderbroken geluid. (De verstreken speeltijd verandert tevens onderbroken op het display.)
Naar een volgend of vorig bestand gaan
Druk tijdens het afspelen kort op ¢ als u naar het begin van het volgende bestand wilt gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt het begin van een volgend bestand opgezocht en afgespeeld. (Zie de paragraaf “MP3’s afspeelvolgorde en zoekvolgorde” op bladzijde 26.)
Druk tijdens het afspelen kort op 4 als u naar het begin van het huidige bestand wilt gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt het begin van een vorig bestand opgezocht en afgespeeld. (Zie de paragraaf “MP3’s afspeelvolgorde en zoekvolgorde” op bladzijde 26.)
29
Rechtstreeks naar een bepaalde map gaan
BELANGRIJK:
Als u mappen rechtstreeks met behulp van de cijfertoetsen wilt selecteren, dient elke map aan het begin van de mapnaam een twee-cijferig getal zijn toegekend. (Dit kan alleen worden gedaan tijdens het op CD-R of CD-RW opnemen van de MP3-bestanden.) Bijv.: Als de mapnaam “01 ABC” is
Drukt op 1 om rechtstreeks naar
map “01 ABC” te gaan. Als de mapnaam “1 ABC” is Drukken op 1 werkt niet.
Als de mapnaam “12 ABC” is
Druk op 6 (12) en houdt de toets
ingedrukt om naar map “12 ABC” te gaan.
Als u op de cijfertoets druk die overeenkomt met het mapgetal begint het afspelen bij het eerste bestand in de geselecteerde map.
• Als u een mapgetal van 01 – 06 wilt selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Als u een mapgetal van 07 – 12 wilt selecteren: Druk op 1 (7) – 6 (12) en houdt de toets minimaal 1 seconde ingedrukt.
Opmerkingen:
• Als “MP3” op de display knippert nadat u een map hebt geselecteerd, betekent dit dat er in die map geen MP3-bestanden aanwezig zijn.
• Het is niet mogelijk een map rechtstreeks te kiezen met een getal dat groter is dan 12.
Druk als u een bepaald bestand in een map wilt selecteren op ¢ of op 4 nadat
u de map hebt geselecteerd.
Naar de volgende map gaan—binnen dezelfde hiërarchieniveau of in een andere hiërarchieniveau
Op het bedieningspaneel:
1 Druk op M (modus) terwijl er een
MP3-CD wordt afgespeeld. De apparaat schakelt over op de functiemodus.
2 Druk kort op ¢ terwijl de
functiemodus is geactiveerd. Door iedere achtereenvolgende druk op de toets wordt de volgende directory opgezocht (en start de weergave van het eerste bestand van de directory indien opgenomen). (Zie de paragraaf “Naar een andere map gaan” op bladzijde 26.)
Met de afstandsbediening:
PRESET
Elke keer waneer u op de toets drukt en deze ingedrukt houdt, wordt een volgende map opgezocht (en begint het afspelen bij het eerste bestand in de map, als die er is). (Zie de paragraaf “Naar een andere map gaan” op bladzijde 26.)
Naar de vorige map gaan—binnen dezelfde hiërarchieniveau of in een andere hiërarchieniveau
Op het bedieningspaneel:
1 Druk op M (modus) terwijl er een
MP3-CD wordt afgespeeld. De apparaat schakelt over op de functiemodus.
2 Druk kort op 4 terwijl de
functiemodus is geactiveerd. Door iedere achtereenvolgende druk op de toets wordt de vorige directory opgezocht (en start de weergave van het eerste bestand van de directory indien opgenomen). (Zie de paragraaf “Naar een andere map gaan” op bladzijde 26.)
Met de afstandsbediening:
PRESET
Elke keer waneer u op de toets drukt en deze ingedrukt houdt, wordt een vorige map opgezocht (en begint het afspelen bij het eerste bestand in de map, als die er is). (Zie de paragraaf “Naar een andere map gaan” op bladzijde 26.)
30
Naar de volgende map binnen dezelfde
04 05 06
hiërarchieniveau gaan (uitsluitend binnen
dezelfde hoofddirectory)
Met de afstandsbediening:
PRESET
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt een volgende map binnen dezelfde hiërarchieniveau opgezocht (en begint het afspelen bij het eerste bestand in de map, als die er is).
Voorbeeld 1: Als u een MP3-bestand in map 04
Voorbeeld 2: Als u een MP3-bestand in map 06
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
04 08 02 04
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
06 07 06
Naar de vorige map binnen dezelfde hiërarchieniveau gaan (uitsluitend binnen
dezelfde hoofddirectory)
Met de afstandsbediening:
PRESET
Voorbeeld 1: Als u een MP3-bestand in map 04
04 02 08 04
Voorbeeld 2: Als u een MP3-bestand in map 06
06 07 06
Opmerking:
Als er zich geen MP3-bestand in de map bevindt die u hebt geselecteerd, “MP3” knippert op het display. Als dit gebeurt, schakelt de apparaat automatisch over op de pauzestand.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt een vorige map binnen dezelfde hiërarchieniveau opgezocht (en begint het afspelen bij het eerste bestand in de map, als die er is).
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
Naar een map in een lagere hiërarchieniveau gaan
Met de afstandsbediening:
Elke keer wanneer u op de toets
DISC
drukt, wordt een map in een onderliggende hiërarchieniveau opgezocht (en begint het afspelen bij het eerste bestand in de map, als die er is).
Voorbeeld 1: Als u een MP3-bestand in map 01
Voorbeeld 2: Als u een MP3-bestand in map 04
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
01 02 03
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
Naar een map in een hogere hiërarchieniveau gaan
Met de afstandsbediening:
DISC
Voorbeeld 1: Als u een MP3-bestand in map 03
Voorbeeld 2: Als u een MP3-bestand in map 05
• Als u bij de hoofdmap uitkomt, wordt het afspelen niet gestart.
Als u rechtstreeks naar de hoofdmap wilt gaan, moet u op de afstandsbediening op R•D
drukken. U kunt vanuit elke map teruggaan naar de hoofdmap.
• Als er bestanden in de eerste hiërarchieniveau zijn opgenomen zonder dat deze in een map staan, zal de apparaat deze bestanden afspelen.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt een map in een bovenliggende hiërarchieniveau opgezocht (en begint het afspelen bij het eerste bestand in de map, als die er is).
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
03 02 01
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
05 04 01
ROOT
ROOT
31
MP3-afspeelmodi selecteren
Tracks in willekeurige volgorde afspelen van bestanden (Random Play)
U kunt alle bestanden van de MP3 disc in een willekeurige volgorde weergeven.
Modus
RANDOM1
RANDOM2
Tracks herhaaldelijk afspelen van bestanden (Repeat Play)
U kunt het huidige bestand of alle bestanden van de huidige map herhaald afspelen.
32
1
Druk op M (modus) terwijl er een MP3-CD wordt afgespeeld. De apparaat schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op RND (random) terwijl
de functiemodus is geactiveerd zodat “RANDOM1” of “RANDOM2” op het display knippert. Elke keer wanneer u op de toets RND, wordt er een andere modus voor het in willekeurige volgorde afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
RANDOM1
RANDOM2
Geannuleerd
De indicator RND
Indicator RND
Licht op Alle bestanden in de
Knippert
Afspelen in willekeurige volgorde
huidige map, daarna de bestanden van de volgende map enzovoorts.
Van alle bestanden op de disc.
1
Druk op M (modus) terwijl er een MP3-CD wordt afgespeeld. De apparaat schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op RPT (repeat) terwijl
de functiemodus is geactiveerd zodat “REPEAT1” of “REPEAT2” op het display knippert. Elke keer wanneer u op de toets RPT, wordt er een andere modus voor het herhaald afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
REPEAT1
REPEAT2
Geannuleerd
De indicator RPT
RPT
TRACK
Bijv.: Als “
Modus
REPEAT 1
REPEAT
2 Knippert Alle bestanden in de
REPEAT
Indicator RPT
Licht op
1” wordt geselecteerd.
Herhaling van...
Het huidige bestand (of een geselecteerd bestand).
huidige map (of de geselecteerde map).
Alleen intro’s afspelen (Intro scan)
Het is mogelijk om van alle tracks alleen de eerste 15 seconden af te spelen, zodat u de intro’s kunt beluisteren.
RND
4
1 Druk op M (modus) terwijl er
een MP3-CD wordt afgespeeld. De apparaat schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op
INTRO 1
INT (intro scan) terwijl de functiemodus is geactiveerd zodat “INTRO1” of “INTRO2” op het display knippert. Elke keer wanneer u op de toets INT, wordt er een andere voor het in introscanmodus volgorde afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
INTRO 2
Geannuleerd
FILE
Modus Indicator
INTRO1 Van alle bestanden
INTRO2 Van het eerste bestand
De FILE indicator knippert
De DIRECTORY indicator knippert
Speelt het begin (15 seconden)
op de disc.
van alle map.

GELUID REGELEN

Geluid aanpassen
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens instellen.
1
Selecteer de functie die u wilt aanpassen.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de aanpasbare tijd als volgt gewijzigd:
FADER*
(Faden)
VOLUME
Indicatie Doel: Bereik
FADER* Evenwicht tussen R06
BAL Evenwicht tussen L06 (Alleenlinks)
EX BASS
WOOFER
VOL ADJ**** Zie “Instellen van –12 (min.)
VOLUME Het volume 00 (min.)
voor- en | achterspeakers F06 (Alleenvoorin) aanpassen.
linker- en | rechterspeaker R06 (Alleenrechts) aanpassen.
** Activeren of ON
uitschakelen van | de versterking van de lage tonen.
*** Het uitvoerniveau 00 (min.)
van de subwoofer | aanpassen. 12 (max.)
het ingangsniveau | voor iedere bron” +12 (max.) hier rechts.
aanpassen. |
BAL
(Balans)
VOL ADJ****
(Volume-instelling)
EX BASS**
(Versterking van de
lage tonen)
WOOFER***
(Subwoofer)
(Alleenachterin)
OFF
50 (max.)
2
Pas het niveau aan.
Om het niveau te verhogen.
Om het niveau te verlagen.
Opmerking:
Normaliter stelt u het volume in met de bedieningsschijf. U hoeft dus niet “VOLUME” voor het instellen van het volumeniveau te kiezen.
Instellen van het ingangsniveau voor iedere bron
U kunt het ingangsniveau voor iedere bron, uitgezonderd FM, instellen en in het geheugen vastleggen. Indien het ingangsniveau juist in overeenstemming met het FM-geluidsniveau is ingesteld, hoeft u het volumeniveau niet iedere keer bij het veranderen van bron opnieuw te veranderen.
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt
moet u FADER op “00” zetten.
** Het rijke en volle basgeluid blijft volledig
behouden, hoe laag u het volume ook instelt – Versterking
*** Dit heeft alleen effect als er een subwoofer is
aangesloten.
**** Niet instelbaar indien FM als bron is gekozen.
“FIX” wordt getoond.
van de lage tonen.
33
Vooraf selecteren
Het is mogelijk om een vooraf geluidsmodi te selecteren als deze met uw muziekgenre overeenkomt.
1
geluidsmodi
(EQ)
Druk op EQ om de geluidsmodus (EQ) te activeren.
Door iedere druk op de toets wordt de geluidsmodus (EQ) afwisselend geactiveerd en uitgeschakeld.
• Met de geluidsmodus (EQ) geactiveerd, wordt de laatst gekozen geluidsmodus opgeroepen en voor de ingestelde bron gebruikt.
Bijv: Als u eerder de instelling “FLAT” hebt
geselecteerd.
2
De geluidsmodus van uw keuze selecteren.
Elke keer wanneer u aan de bedieningsknop draait, wordt er een andere geluidsmodus geselecteerd en wel als volgt:
Opmerkingen:
• U kunt de vooraf ingestelde geluidsweergave wijzigen en in het geheugen opslaan. Meer bijzonderheden over het aanpassen en opslaan van uw eigen geluidsinstellingen treft u aan in de paragraaf “Geluidsweergave aanpassen en opslaan” op bladzijde 35.
• Zie bladzijde 33 als u activeren of uitschakelen van de versterking van de lage tonen.
Voor elke afspeelbron een andere geluidsmodus opslaan (EQ Link)
Als u een geluidsmodus selecteert, wordt deze in het geheugen opgeslagen. De geluidsmodus wordt elke keer uit het geheugen opgeroepen wanneer u de desbetreffende afspeelbron selecteert. Voor elk van de volgende afspeelbronnen kan een geluidsmodus worden opgeslagen: FM1, FM2, FM3, AM (MW/LW), CD en externe apparatuur.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 36.
1 Druk op SEL (selecteren) en houdt deze
gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-items op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 en selecteer de
vermelding “EQ LINK” (koppeling met het
geheugen voor geluidsmodi).
3 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van de
klok mee en selecteer “ON”.
4 Druk op de toets SEL (selecteren) om het
instellen te voltooien.
34
FLAT O Hard Rock O R & B*O POP O JAZZ O Dance Music O Country O Classic O USER 1 O USER 2 O (terug naar het begin)
* Rhythm en blues
Het EQ-niveau verandert wanneer u de geluidsmodus selecteert.
Bijv.: Als u “POP” aanpast.
Selecteer als u de geluidsmodus wilt annuleren in stap 2 de vermelding “FLAT”.
Reggae O
USER 3 O
Als u EQ Link wilt annuleren, moet u dezelfde procedure nogmaals uitvoeren maar in stap 3 met de bedieningsschijf de vermelding “OFF” selecteren.
Als “EQ LINK” is ingesteld op “ON” De geselecteerde geluidsmodus kan voor de huidige afspeelbron in het geheugen worden opgeslagen. Elke keer wanneer u de bron afspeelt, wordt de bijbehorende geluidsmodus uit het geheugen opgehaald en achter de naam van de afspeelbron weergegeven.
Als “EQ LINK” is ingesteld op “OFF” De geselecteerde geluidsmodus is op elke afspeelbron die wordt geselecteerd van toepassing.
Geluidsweergave aanpassen en opslaan
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken aan uw eigen wensen aan te passen en in het geheugen op te slaan (USER 1, USER 2 en USER 3).
• Voor het uitvoeren van de onderstaande stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid, moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
1
Druk op EQ om de geluidsmodus (EQ) te activeren.
Door iedere druk op de toets wordt de geluidsmodus (EQ) afwisselend geactiveerd en uitgeschakeld.
• Met de geluidsmodus (EQ) geactiveerd, wordt de laatst gekozen geluidsmodus opgeroepen en voor de ingestelde bron gebruikt.
Bijv: Als u eerder de instelling “POP” hebt
geselecteerd.
4
Kies de frequentie.
• U kunt 70 Hz, 150 Hz, 400 Hz, 1 kHz, 2,4 kHz, 6 kHz en 12,5 kHz kiezen.
5
Stel het niveau van de in de vorige stap gekozen frequentie in.
• U kunt het niveau voor iedere frequentie vanaf “–05” (minimum) tot “+05” (maximum) instellen.
6
Herhaal stappen 4 en 5 voor het instellen van de overige frequentieniveaus.
7
Selecteer een van de door de gebruiker zelf opgegeven geluidsmodi (USER1, USER2, USER3).
2
De geluidsmodus van uw keuze selecteren.
3
Druk op SEL (selecteren) om de instelmodus te activeren.
De laatst ingestelde frequentie en het niveau wordt op het display getoond.
8
Druk op SEL (selecteren) om de aanpassingen op te slaan.
Opmerking:
Sla stappen 7 en 8 over indien u een tijdelijke instelling wilt maken die niet in het geheugen wordt vastgelegd. De tijdelijke instelling blijft effectief totdat u een andere geluidsmodus kiest.
35

ANDERE HOOFDFUNCTIES

De algemene instellingen wijzigen (PSM)
Het is mogelijk om de instellingen voor de items die op de volgende bladzijde staan vermeld te wijzigen.
Basisprocedure
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 37.)
Bijv: Als u eerder de instelling “CLOCK H” hebt
2
geselecteerd.
Selecteer het item waarvan u de instelling wilt wijzigen. (Zie bladzijde
37.)
3
Wijzig het PSM-item dat u hebt geselecteerd.
Bijv.: Met “EQ LINK” op “ON” gesteld.
4
Herhaal stap 2 en 3 als u de andere PSM-items wilt aanpassen.
5
Voltooi de instelling.
36
Bijv.: Als u “EQ LINK” aanpast.
Modus met voorkeursinstellingen (PSM)-onderdelen
1
CLOCK H Instellen van het uur CLOCK M Instellen van de minute EQ LINK Koppeling met het geheugen
24H/12H AUTO ADJ CLOCK Weergave van de klok AF-REG Alternatieve frequentie/
PTY STBY PTY-standby
TA VOLUME P-SEARCH Programme zoeken DAB AF** Zoeken naar alternatieve
LEVEL/EQ Indicator voor niveau en
DIMMER Dimmermodus
TELEPHONE Audiodemping voor cellulaire
BEEP SW Pieptoon bij toetsbediening P.AMP SW Schakelaar voor ingebouwde
CONTRAST Contrast van de weergave
SCROLL Modus voor lopende tekst
CUT OFF F Afbreekfrequentie van de
LINE IN AUX IN Aux-ingang
KEY SEL Selectie van modus voor
IF FILTER Intermediate Frequency-filter TAG DISP*** Weergave van tags
Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
* Niet instelbaar indien de DAB-tuner is aangesloten. ** Indien de DAB-tuner is aangesloten. *** Uitsluitend voor de KD-SH909R.
2
Kies.Houd.
voor geluidsmodi 24/12-uur aanduiding voor de klok Automatische instellen van de klok
regionale ontvangst
Volume voor verkeersinformatie
frequenties
equalizer
telefoonsystemen
versterker
op de display
subwoofer Lijningang
bediening met externe sleutel
3
Stel in.
Tegen de wijzers van de klok in
Terug Verder
Terug Verder
OFF OFF 34ON
12HOUR 24HOUR 24HOUR 9
OFF ON ON 19
OFF ON ON 38
AF
OFF
OFF ON OFF 19 OFF ON ON 52
EQ LEVEL 3 AUTO OFF
MUTING OFF MUTING 1
OFF ON ON 38 OFF ON ON 38
ONCE AUTO
MID(80Hz)
LOW(50Hz)
DVD
Met de wijzers van de klok mee
AF REG
OFF*
29 programmatypen
(zie bladzijde 20)
00 — 50 20 19
LEVEL 1 LEVEL 2
ON
MUTING 2
OFF
HIGH(115Hz)
VCR
OFF
Fabrieksin-
stellingen
0:00 9
AF 14
OFF 16
EQ 38
AUTO 38
MUTING OFF 38
05 3901 — 10
MID(80Hz) 39
ON 39OFF ON ON 39OFF ON
AUTOWIDE AUTO
Zie blz.
39ONCE
40DVD 40
40ONOFF ON
37
Weergave van de klok selecteren – CLOCK
Het is mogelijk om de klok op de display weer te geven of juist niet weer te geven wanneer de eenheid is ingeschakeld. Bij het verlaten van de fabriek is de klok standaard ingesteld om op de display te worden weergegeven.
• ON: Weergave van de klok op de
• OFF: De tijdsaanduiding staat uit.
display is ingeschakeld.
De niveau-indicator selecteren – LEVEL/EQ
U kunt zelf opgeven welk niveau op de display moet worden weergegeven. Bij het verlaten van de fabriek is wordt deze modus ingesteld op “EQ”.
• EQ: Het equalizerpatroon wordt
• LEVEL 1: Audioniveaumeter wordt
• LEVEL 2: Piekniveaumeter wordt getoond.
• LEVEL 3: Displayverlichting start.
weergegeven. getoond.
Audiodemping voor mobiele telefoongesprekken selecteren – TELEPHONE
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een cellulair telefoonsysteem is aangesloten. Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem dat u gebruikt “MUTING 1” of “MUTING 2”. Welke dempingsmogelijkheid u kiest, hangt af van de vraag welke instelling het geluid het beste dempt. Bij het verlaten van de fabriek is deze modus standaard uitgeschakeld.
• MUTING 1:
• MUTING 2:
• MUTING OFF:
Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen. Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen. Hiermee wordt de audiodemping voor telefoongesprekk en uitgeschakeld.
Geluid bij het aanraken van de toetsen in- en uitschakelen – BEEP SW
Het is mogelijk om het geluid dat u hoort bij het aanraken van de toetsen uit te schakelen als u deze geluiden storend vindt. Bij het verlaten van de fabriek is de functie voor het weergeven van geluid bij het aanraken van de toetsen echter ingeschakeld.
De instelling voor de dimmerfunctie selecteren – DIMMER
Bij het inschakelen van de koplampen van de auto wordt de verlichting van de display automatisch gedimd (de functie Auto Dimmer). Bij het verlaten van de fabriek is de functie Auto Dimmer van de eenheid standaard ingeschakeld.
• AUTO:
• OFF:
• ON: De display wordt gedimd.
Opmerking:
Het kan zijn dat de functie Auto Dimmer van deze eenheid bij bepaalde voertuigen niet goed werkt, vooral niet bij voertuigen met een bedieningsschijf voor de dimmer. In dergelijke gevallen moet u de dimmerfunctie op “ON” of “OFF” instellen.
38
De functie Auto Dimmer is ingeschakeld. De functie Auto Dimmer is itgeschakeld.
• ON: Hiermee schakelt u het geluid bij het aanraken van de toetsen in.
• OFF: Hiermee schakelt u het geluid bij het aanraken van de toetsen uit.
De stroomtoevoer voor de versterker in- of uitschakelen – P.AMP SW
Het is mogelijk de ingebouwde versterker uit te schakelen en de audiosignalen alleen naar de externe versterker(s) te sturen om zo een helderder geluid te verkrijgen en om te voorkomen dat de eenheid te veel warmte ontwikkelt. Bij het verlaten van de fabriek wordt de schakelaar voor de eindversterker standaard zodanig ingesteld dat de ingebouwde versterker werkt.
• ON: Selecteer deze modus als u geen externe versterker(s) gebruikt.
• OFF: Selecteer deze modus als u een of meer externe versterker(s) gebruikt.
Het contrastniveau van de display aanpassen – CONTRAST
Het is mogelijk om de heiderheid van de display te wijzigen. U kunt kiezen uit instelling 01 (donker) t/m 10 (licht). Bij het v erlaten van de fabriek staat het contrast standaard ingesteld op niveau 05.
Activeren of uitschakelen van de lijningang – LINE IN
U kunt de lijningang uitschakelen indien er geen extern component met de LINE IN aansluitingen is verbonden. Bij het verlaten van de fabriek is de lijningang op “ON” gesteld.
De instelling voor lopende tekst selecteren – SCROLL
U kunt de modus voor lopende tekst selecteren zodat informatie op een CD (indien de gehele tekst niet in één keer kan worden getoond). Bij het verlaten van de fabriek staat deze functie standaard ingesteld op “ONCE”, waardoor informatie éénmaal als lopende tekst op de display wordt weergegeven.
• ONCE: De tekst wordt een keer als
• AUTO: De tekst wordt voortdurend
• OFF: Er wordt geen lopende tekst
Opmerking:
Zelfs als de modus voor lopende tekst is ingesteld op “OFF”, kunt u lopende tekst weergeven door gedurende minimaal 1 seconde op de toets D (display) te drukken.
lopende tekst weergegevan. (met tussenpozen van 5
seconden) weergegeven. weergegevan.
De afbreekfrequentie voor de subwoofer instellen –
Als er een subwoofer op de eenheid is aangesloten, dient u een begrenzingsfrequentie voor de subwoofer op te geven. Bij het verlaten van de fabriek wordt de begrenzingsfrequentie standaard ingesteld op “MID(80Hz)”.
CUT OFF F
• ON: U kunt “LINE INPUT (LINE)” als weergavebron kiezen.
• OFF: “LINE INPUT (LINE)” kan niet voor weergave worden gekozen.
Activeren of uitschakelen van de aux-ingang – AUX IN
U kunt de aux-ingang uitschakelen indien er geen extern component met de aux­ingangsaansluitingen is verbonden. Bij het verlaten van de fabriek is de aux-ingang op “ON” gesteld.
• ON: U kunt “AUX INPUT (AUX)” als weergavebron kiezen.
• OFF: “AUX INPUT (AUX)” kan niet voor weergave worden gekozen.
• LOW(50Hz): Frequenties boven de 50 Hz worden niet via de subwoofer ten gehore gebracht.
• MID(80Hz): Frequenties boven de 80 Hz worden niet via de subwoofer ten gehore gebracht.
• HIGH(115Hz): Frequenties boven de 115 Hz worden niet via de subwoofer ten gehore gebracht.
39
Het apparaat selecteren dat u via deze ontvanger wilt bedienen – KEY SEL
U kunt via de cijfertoetsen op het bedieningspaneel van deze ontvanger de videorecorder of DVD-speler van JVC bedienen. Bij het verlaten van de fabriek zijn de cijfertoetsen ingesteld om een DVD-speler te bedienen.
• DVD: Voor bediening van een JVC DVD-
• VCR: Voor bediening van een JVC
• OFF: Geen gebruik van de cijfertoetsen
Zie bladzijde 44 en 45 als u een DVD-speler en videorecorder met de cijfertoetsen wilt bedienen.
speler. videorecorder. voor bediening van andere
componenten.
De selectiviteit van de FM-tuner wijzigen – IF FILTER
In bepaalde gebieden kunnen zenders die zich in elkaars nabijheid bevinden elkaar storen. Deze
eenheid kan dergelijke storing automatisch (“AUTO”) verminderen. Dit is de standaardinstelling van deze eenheid bij het verlaten van de fabriek.
• AUTO: Als zich dergelijke storingen
• WIDE: Met deze instelling kan de ontvanger
voordoen, vermindert de eenheid automatisch de selectiviteit van de ontvanger, zodat de storingen worden verminderd. (Tevens gaat het stereo­effect verloren.)
door naburige zenders worden gestoord, maar is de geluidskwaliteit optimaal en blijft het stereo-effect behouden.
Het weergeven van tags in- en uitschakelen – TAG DISP
(uitsluitend voor de KD-SH909R)
In een MP3-bestand kan bestandsinformatie liggen opgeslagen in een zogeheten “ID3-tag”. In dit label kan informatie liggen opgeslagen zoals de naam van het album, de artiest, de titel van de track, enz. Er zijn twee versies: ID3v1 (ID3-tag, versie 1) en ID3v2 (ID3-tag, versie 2). Deze eenheid kan alleen informatie van het type ID3v1 verwerken. Bij het verlaten van de fabriek wordt de functie voor het weergeven van tags op de eenheid ingeschakeld (“ON”).
• ON: Weergave van informatie in ID3-tags is ingeschakeld tijdens het afspelen van MP3-bestanden.
• Als een MP3-bestand geen ID3-tag
heeft, worden de mapnaam en bestandsnaam weergegeven.
Opmerking:
Als u tijdens het afspelen van een MP3-bestand de instelling wijzigt van “OFF” naar “ON”, wordt het weerg even van informatie die in tags ligt opgeslagen vanaf het volgende bestand geactiveerd.
• OFF: Weergave van informatie in ID3-tags is uitgeschakeld tijdens het afspelen van MP3-bestanden. (Alleen de mapnaam en de bestandsnaam worden weergegeven.)
40
Namen aan bronnen toekennen
U kunt CD’s en het externe apparaat een naam toekennen. De naam die u toekent, wordt vervolgens op de display weergegeven wanneer u het desbetreffende apparaat selecteert.
Bronnen Maximaal aantal tekens
CD’s* 32 tekens
Extern apparaat 11 tekens * Het is niet mogelijk een naam toe te kennen aan een
CD met CD Text of een MP3-CD.
1
Selecteer een bron waaraan u een naam wilt toekennen.
(maximaal 40 CD’s)
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere afspeelbron geselecteerd, en wel in de volgorde zoals die op bladzijde 8 staat beschreven.
3
Selecteer de tekenset die u wilt gebruiken zolang “ knippert.
Elke keer dat u op deze toets drukt, selecteert u een andere tekenset. De beschikbare tekensets worden in deze volgorde op de display aan u aangeboden:
Hoofdletters ( )
Cijfers en symbolen ( )
4
Selecteer het gewenste teken.
5
Verplaats de cursor naar de positie voor het volgende of het vorige teken.
” op de display
Kleine letters ( )
Meer informatie over de beschikbare tekens treft u aan op bladzijde 53.
2
Druk op SEL (selecteren) en houdt deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt terwijl u op D (display) drukt.
DISC
Indien u een “CD” als bron selecteert
6
Herhaal stap 3 t/m 5 tot u de volledige naam die u wilde invoeren hebt opgegeven.
7
Voltooi de procedure terwijl het laatst geselecteerde teken knippert.
De ingevoerde tekens verwijderen
Volg de bovenstaande procedure en voer nu in plaats van tekens spaties in.
Opmerkingen:
• Als u probeert een naam toe te kennen aan een 41e CD, verschijnt de vermelding “NAME FULL” op de display om aan te geven dat u geen naam kunt toekennen. (Verwijder in dit geval namen die u niet wilt.)
• Wanneer er een CD-wisselaar is aangesloten, kunt u ook namen toekennen aan CD’s in de CD-wisselaar. De namen kunnen ook op de display worden weergegeven als u de CD’s in deze eenheid plaatst.
41
De hoek van het bedieningspaneel wijzigen
De hoek van het bedieningspaneel kan op een van vier posities worden ingesteld.
Pas de hoek naar wens aan.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt de hoek gewijzigd, en wel in deze volgorde:
LET OP:
Steek NOOIT uw vinger tussen het bedieningspaneel en de eenheid aangezien u het risico loopt vast te komen zitten of u zichzelf zeer doet.
A
D
B
C
Met behulp van de afstandsbediening
Druk herhaaldelijk op ANGLE . Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de hoek van het bedieningspaneel en wel in deze volgorde: Å, ı, Ç en tot slot Î.
Het bedieningspaneel in de oorspronkelijke positie terugzetten,
Druk herhaaldelijk op ANGLE 5. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de hoek van het bedieningspaneel en wel in omgekeerde volgorde: Î, Ç, ı en tot slot Å.
42
Bedieningspaneel verwijderen
U kunt het bedieningspaneel verwijderen, wanneer u uit de auto stapt. U moet het bedieningspaneel voorzichtig verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen, zodat de connectors op de achterkant van het bedieningspaneel en de houder van het bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Bedieningspaneel verwijderen
Alvorens het bedieningspaneel te verwijderen:
• Let erop dat stroom is uitgeschakeld
• Let er later op dat u het paneel weer op de juiste wijze terugplaatst
1
Ontgrendel het bedieningspaneel.
Het bedieningspaneel komt naar u toe geschoven.
Bedieningspaneel weer
1
Plaats de linkerzijde van het bedieningspaneel in de inkeping op het kader voor het bedieningspaneel.
2
Druk op de rechterzijde van het bedieningspaneel om het paneel aan het kader te bevestigen.
2
Schuif het bedieningspaneel naar rechts en trek het vervolgens naar u toe.
3
Stop het losgemaakte bedieningspaneel in het daarvoor bestemde doosje.
Opmerking over het reinigen van de connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen de connectors op een gegeven moment minder goed gaan functioneren. Om deze mogelijkheid tot het minimum te beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd met een met alcohol bevochtigde katoenen doek schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors daarbij niet beschadigt.
Connectors
43

BEDIENING VAN HET EXTERNE APPARAATEN

MD-speler, enz.
aux-ingang
Externe apparatuur afspelen
Op deze apparaat kunnen twee externe apparaten worden aangesloten. Verbind het ene apparaat met de LINE IN aansluitingen op het achterpaneel en het andere apparaat met de aux-ingangsaansluiting op het bedieningspaneel.
• Voor gebruik van het externe apparaat dat met
de LINE IN aansluitingen op het achterpaneel is verbonden, moet u “LINE IN” op “ON” stellen (zie bladzijde 39).
• Voor gebruik van het externe apparaat dat met de aux-ingangsaansluiting op het bedieningspaneel is verbonden, moet u “AUX IN” op “ON” stellen (zie bladzijde 39).
Het is mogelijk een DVD-speler of videorecorder van JVC op de ingangen met de aanduiding LINE IN aan te sluiten.
U kunt een DVD-speler of videorecorder van JVC via deze ontvanger bedienen. Gebruik hiertoe de cijfertoetsen op het bedieningspaneel. Als u een videorecorder bedient, dient u de bedieningsmodus van de cijfertoetsen te veranderen van de DVD-bedieningsmodus naar de modus voor het bedienen van de videorecorder (de VCR-bedieningsmodus). (Zie de paragraaf “Het apparaat selecteren dat u via deze ontvanger wilt bedienen – KEY SEL” op bladzijde
40.)
1
Selecteer het externe apparaat— LINE INPUT (LINE) of
.
(AUX)
AM TUNER (AM) DAB TUNER (DAB)*
CD CHANGER (CDCH)* LINE INPUT (LINE)*** AUX INPUT (AUX)***
* Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze apparatuur als afspeelbron te selecteren.
** Als er zich geen CD in de lade is geplaatst,
kan de CD-speler niet als afspeelbron worden geselecteerd.
*** Met “LINE IN” of “AUX IN” op “OFF”
gesteld, kunt u de overeenkomende bron niet voor weergave kiezen. (Zie bladzijde 39).
AUX INPUT
Als u een afspeelbron selecteert, wordt automatisch de stroom ingeschakeld. Daarna wordt elke keer wanneer u op de toets drukt een andere afspeelbron geselecteerd, en wel in deze volgorde:
FM TUNER (FM)
CD**
Terug naar het begin
44
LINE INPUT (LINE):
AUX INPUT (AUX):
2
Schakel het aangesloten apparaat
Het apparaat dat op de LINE IN-ingang aan de achterzijde van de apparaat is aangesloten kan nu worden bediend.
Het apparaat dat op de aux-ingang van het bedieningspaneel is aangesloten kan nu worden bediend.
aan en start het afspelen van de afspeelbron.
• Als u een DVD-speler of videorecorder van JVC aansluit, kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren.
Opmerking:
Als u de bovenstaande toetsen gebruikt, wordt de vermelding “DVD” op de display en de bedieningsmodus (zoals 3, 7) weergegeven.
Als u een videorecorder aansluit:
: Hiermee wordt de stroom in- of
uitgeschakeld.
3:
Hiermee start u het afspelen van een videoband.
¡:
Hiermee wordt de cassette snel vooruit gespoeld, indien ingedrukt.
1:
Hiermee wordt de cassette snel achteruit gespoeld, indien ingedrukt.
7:
Hiermee stopt u het afspelen van een videoband.
Opmerking:
Als u de bovenstaande toetsen gebruikt, wordt de vermelding “VCR” op de display en de bedieningsmodus (zoals 3, 7) weergegeven.
3
Regel het volume.
Het volume verhogen.
Als u een DVD-speler aansluit:
:
Hiermee wordt de stroom in- en uitgeschakeld.
3:
Hiermee start u het afspelen van een videoband.
¡:
• Hiermee wordt de kapittel snel vooruit
gespoeld als de toets ingedrukt wordt gehouden.
• Hiermee gaat u naar het begin van de
volgende kapittel als u de toets kort ingedrukt houdt.
1:
• Hiermee wordt de kapittel snel achteruit
gespoeld als de toets ingedrukt wordt gehouden.
• Hiermee gaat u naar het begin van de
huidige kapittel als de toets kort ingedrukt wordt gehouden. Hiermee gaat u elke keer wanneer u de toets indrukt naar het begin van een vorige kapittel.
7:
Hiermee stopt u het afspelen van een videoband.
Het volume verlagen.
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt. (Zie bladzijde 33 – 35.)
45

GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR

We raden u aan bij uw apparaat alleen gebruik te maken van de CH-X-serie. Als u een andere automatische CD-wisselaar in uw bezit hebt, raden we u aan contact op te nemen met uw JVC-dealer in auto-accessoires voor meer informatie over de juiste aansluitingen.
• Bijv.: Als u een CD-wisselaar uit de KD-MK serie hebt, hebt u een kabel (KS-U15K) nodig om deze met het apparaat te verbinden.
Alvorens uw automatische CD-wisselaar te gebruiken:
• Lees de instructies door die bij uw CD-wisselaar zijn geleverd.
• Als er geen CD’s in de houder van de CD-wisselaar aanwezig zijn of wanneer de CD’s ondersteboven in de houder zitten, verschijnt op het afleesvenster de tekst “NO DISC”. Als dit gebeurt, moet u de houder verwijderen en de CD’s op de juiste wijze in de houder plaatsen.
• Als op het afleesvenster de tekst “RESET 1” – “RESET 8” verschijnt, is er iets fout met de verbinding tussen dit apparaat en de CD-wisselaar. Als dit gebeurt, moet u de verbinding controleren, de verbindings­kabel(s) stevig vastmaken. En dan op de resetknop van de CD-wisselaar drukken.
CD’s afspelen
Selecteer de automatische CD-wisselaar (CD CHANGER).
Als u een afspeelbron selecteert, wordt automatisch de stroom ingeschakeld. Daarna wordt elke keer wanneer u op de toets drukt een andere afspeelbron geselecteerd, en wel in deze volgorde:
AM TUNER (AM) DAB TUNER (DAB)*
CD CHANGER (CDCH)* LINE INPUT (LINE)*** AUX INPUT (AUX)***
* Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze apparatuur als afspeelbron te selecteren.
** Als er zich geen CD in de lade is geplaatst,
kan de CD-speler niet als afspeelbron worden geselecteerd.
*** Met “LINE IN” of “AUX IN” op “OFF”
gesteld, kunt u de overeenkomende bron niet voor weergave kiezen. (Zie bladzijde 39).
FM TUNER (FM)
CD**
Terug naar het begin
46
Nummer van het track
Verstreken speeltijd
Discnummer (en vervolgens verschijnt de tijd van de klok indien “CLOCK” op “ON” is gesteld).
Versneld vooruit afspelen en achteruit afspelen van het track
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ en houd deze toets ingedrukt om het track versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4 en houd deze toets ingedrukt om het track achteruit af te spelen.
Vorige of volgende tracks selecteren
Druk terwijl u een CD afspeelt korte tijd op ¢ om naar het begin van de volgende track te gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, gaat u naar de volgende track, die vervolgens ten gehore wordt gebracht.
Druk terwijl u een CD afspeelt korte tijd op 4 om naar het begin van de huidige track te gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, gaat u naar de vorige track, die vervolgens ten gehore wordt gebracht.
Direct naar een bepaalde CD gaan
Druk op de cijfertoets die correspondeert met het nummer van de CD om het afspelen te laten beginnen (tijdens weergave van de CD-wisselaar).
De tekst van een CD met CD Text weergeven
U kunt alleen informatie van CD’ s met CD Te xt weergeven wanneer er een automatisch CD­wisselaar van JVC is aangesloten die is uitgerust met de mogelijkheid om CD Text te lezen. Zie de paragraaf “De tekst van een CD met CD Text weergeven” op bladzijde 23 voor meer informatie.
CD-afspeelmodi selecteren
Tracks in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
U kunt alle tracks van de huidige disc of van alle discs in de CD-wisselaar in een willekeurige volgorde afspelen.
1 Druk op M (modus) terwijl er
een CD wordt afgespeeld. De apparaat schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op RND (random) terwijl
de functiemodus is geactiveerd zodat “RANDOM1” of “RANDOM2” op het display knippert. Elke keer wanneer u op de toets RND, wordt er een andere modus voor het in willekeurige volgorde afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
RANDOM1
RANDOM2
Geannuleerd
De indicator RND licht op.
• Discnummer 1 – 6 selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Discnummer 7 – 12 selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12) en houd deze toets langer dan 1 seconde ingedrukt.
Nummer van het muziekstuk
Verstreken afspeeltijd
Bijv.: Wanneer Discnummer 3 wordt geselecteerd.
Discnummer (en vervolgens verschijnt de tijd van de klok indien “CLOCK” op “ON” is gesteld).
Modus
RANDOM1
RANDOM2
Bijv: Met “RANDOM1” gekozen.
Indicator RND
Licht op Alle tracks van de huidige
Knippert Alle tracks van alle CD’s
Afspelen in willekeurige volgorde
CD, daarna de tracks van de volgende CD enzovoorts.
in de CD-houder.
RND
47
Tracks herhaaldelijk afspelen (Repeat Play)
U kunt het huidige track of alle tracks van de huidige disc of geselecteerde disc in de CD­wisselaar herhaald afspelen.
1 Druk op M (modus) terwijl er
een CD wordt afgespeeld. De apparaat schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op RPT (repeat) terwijl
de functiemodus is geactiveerd zodat “REPEAT1” of “REPEAT2” op het display knippert. Elke keer wanneer u op de toets RPT, wordt er een andere modus voor het herhaald afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
REPEAT1
REPEAT2
Geannuleerd
De indicator RPT licht op.
Alleen intro’s afspelen (Intro scan)
Het is mogelijk om van alle tracks alleen de eerste 15 seconden af te spelen, zodat u de intro’s kunt beluisteren.
1 Druk op M (modus) terwijl er
een CD wordt afgespeeld. De apparaat schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op INT (intro scan)
4
terwijl de functiemodus is geactiveerd zodat “INTRO1” of “INTRO2” op het display knippert. Elke keer wanneer u op de toets INT, wordt er een andere voor het in introscanmodus volgorde afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
INTRO 1
Geannuleerd
RPT
INTRO 2
Bijv: Met “REPEAT1” gekozen.
Modus
REPEAT1 Licht op
REPEAT2 Knippert Alle tracks in de huidige
Indicator RPT
Herhaling van...
Het huidige een geselecteerd
CD (of de geselecteerde CD).
track
48
(of
track
Bijv: Met “INTRO1” gekozen.
Modus
INTRO1 Van alle tracks op alle
).
INTRO2 Van de eerste track op
Indicator
Tracknummer flikkert
Het disk­nummer knipperen
Speelt het begin (15 seconden)
ingebrachte CD’s.
iedere ingebrachte CD.

BEDIENING VAN DE DAB-TUNER

We raden u aan om in combinatie met deze apparaat DAB-tuner KT-DB1500 te gebruiken. Neem contact op met de JVC-dealer in auto­accessoires als u een andere DAB-tuner hebt.
• Zie ook de instructies die bij de DAB-tuner werden geleverd.
Wat is het DAB-system?
DAB is een van de digitale radiozendsystemen die momenteel in gebruik zijn. Met deze technologie is het mogelijk CD’s af te spelen met hoge geluidskwaliteit zonder storingen en signaalvervorming. U kunt er zelfs tekst, afbeeldingen en gegevens mee versturen. In tegenstelling tot FM-uitzendingen, waarbij elk programma op een aparte frequentie wordt uitgezonden, worden bij DAB verschillende programma’s (die “services” worden genoemd) met elkaar gecombineerd tot een “ensemble”. Alleen wanneer u een DAB-tuner op deze apparaat aansluit, kunt u van deze DAB-services gebruik maken.
Afstemmen op een ensemble en op een van de services
Een ensemble bestaat doorgaans uit 6 of meer programma’s (services) die tegelijkertijd worden uitgezonden. Nadat u op een ensemble hebt afgestemd, kunt u kiezen naar welke service u wilt luisteren.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Als u een afspeelbron selecteert, wordt automatisch de stroom ingeschakeld. Daarna wordt elke keer wanneer u op de toets drukt een andere afspeelbron geselecteerd, en wel in deze volgorde:
AM TUNER (AM)
DAB TUNER (DAB)* CD CHANGER (CDCH)* LINE INPUT (LINE)*** AUX INPUT (AUX)***
* Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze apparatuur als afspeelbron te selecteren.
** Als er zich geen CD in de lade is geplaatst,
kan de CD-speler niet als afspeelbron worden geselecteerd.
*** Met “LINE IN” of “AUX IN” op “OFF”
gesteld, kunt u de overeenkomende bron niet voor weergave kiezen. (Zie bladzijde 39).
FM TUNER (FM)
CD**
Terug naar het begin
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
49
2
Naam van de service
&
Naam van het ensemble
Frequentie
&
Kanaalnummer
Selecteer de DAB-band (DAB 1, DAB 2 of DAB 3).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere DAB-band geselecteerd:
D1
(DAB 1)
Opmerking:
Deze ontvanger is uitgerust met drie DAB­banden (DAB 1, DAB 2, DAB 3). U kunt met elke DAB-band op een ensemble afstemmen.
3
Zoek een ensemble op.
Zodra er een ensemble wordt gevonden, wordt het zoeken gestaakt.
Als u het zoeken wilt stoppen nog voordat er een ensemble is gevonden,
moet u de toets die u hebt ingedrukt om het zoeken in gang te zetten nogmaals indrukken.
4
Selecteer de service waarnaar u wilt
D2
(DAB 2)
Druk op ¢ afstemmen op een ensemble met een hogere frequentie.
Druk op 4 afstemmen op een ensemble met een lagere frequentie.
luisteren.
1
Druk op M (modus).
D3
(DAB 3)
De informatie op de display wijzigen wanneer u op een ensemble afstemt
Normaliter wordt de naam van de service op de display weergegeven. Druk op D (display) als u andere informatie op de display wilt weergeven. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de volgende informatie gedurende een korte tijd in het bovenste gedeelte van de display.
• De oorspronkelijke aanduidingen verschijnen na een paar seconden weer op het display.
Zonder zoeken afstemmen op een bepaald ensemble
1 Druk op SOURCE om de DAB-tuner als
afspeelbron te selecteren.
2
Druk
herhaaldelijk
band te selecteren: DAB 1, DAB 2 of DAB 3.
3 Druk op ¢ of op 4 en houd deze
gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt. De vermelding “MANU” of “MANUAL*” knipperde op de display.
4 Druk herhaaldelijk op ¢ of op 4
tot u het ensemble van uw keuze bereikt.
• Als u de toets ingedrukt houdt, wordt er net
zo lang een ander ensemble gekozen tot u de toets weer loslaat.
op M (
modus
) om de DAB-
50
Binnen
5 seconden
2 Druk op ¢ of
op 4 te selecteren de service van uw keuze.
* Zonder het displaypatroon met de aanduiding voor
de bron gekozen.
DAB-frequenties in het
Binnen
5 seconden
geheugen opslaan
Er kunnen maximaal 6 DAB-services voor elke DAB-band (DAB 1, DAB 2 en DAB 3) handmatig in het geheugen worden opgeslagen.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Als u een afspeelbron selecteert, wordt automatisch de stroom ingeschakeld. Daarna wordt elke keer wanneer u op de toets drukt een andere afspeelbron geselecteerd, en wel in deze volgorde:
AM TUNER (AM) DAB TUNER (DAB)*
CD CHANGER (CDCH)*
LINE INPUT (LINE)***
AUX INPUT (AUX)***
* Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze apparatuur als afspeelbron te selecteren.
** Als er zich geen CD in de lade is geplaatst,
kan de CD-speler niet als afspeelbron worden geselecteerd.
*** Met “LINE IN” of “AUX IN” op “OFF”
gesteld, kunt u de overeenkomende bron niet voor weergave kiezen. (Zie bladzijde 39).
2
Selecteer de DAB-band (DAB 1, DAB 2 of DAB 3).
D1
(DAB 1)
3
Stem af op het ensemble van uw keuze.
FM TUNER (FM)
CD**
Terug naar het begin
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere DAB-band geselecteerd:
D2
(DAB 2)
D3
(DAB 3)
4
Selecteer de service van het ensemble.
1
Druk op M (modus).
2 Druk op ¢ of
op 4 en houd deze toets te selecteren de service van uw keuze.
5
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) waaronder u de geselecteerde service wilt opslaan en houd deze toets gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt.
“1” is opgelicht erige tijd.
6
Herhaal de bovenstaande procedure als u nog andere DAB­services achter voorkeuzetoetsen wilt opslaan.
Opmerkingen:
• Een reeds opgeslagen DAB-service verdwijnt uit het geheugen wanneer u aan de desbetreffende voorkeunummer een nieuwe DAB-service toekent.
• Opgeslagen DAB-services verdwijnen uit het geheugen wanneer de stroomtoevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld wanneer u de batterij vervangt). Als dit gebeurt, zult u de DAB-services opnieuw moeten instellen.
51
Afstemmen op een opgeslagen DAB-service
Wat u nog meer met DAB kunt doen
U kunt eenvoudig op een vooraf ingestelde DAB­service afstemmen. Zoals al eerder uitgelegd, dient u eerst services in het geheugen vast te leggen. Zie bladzijde 51 als u nog geen services hebt opgeslagen.
1
Selecteer de DAB-tuner.
AM TUNER (AM) DAB TUNER (DAB)*
CD CHANGER (CDCH)*
LINE INPUT (LINE)***
AUX INPUT (AUX)***
* Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze apparatuur als afspeelbron te selecteren.
** Als er zich geen CD in de lade is geplaatst,
kan de CD-speler niet als afspeelbron worden geselecteerd.
*** Met “LINE IN” of “AUX IN” op “OFF”
gesteld, kunt u de overeenkomende bron niet voor weergave kiezen. (Zie bladzijde 39).
2
Selecteer de DAB-band (DAB 1,
Als u een afspeelbron selecteert, wordt automatisch de stroom ingeschakeld. Daarna wordt elke keer wanneer u op de toets drukt een andere afspeelbron geselecteerd, en wel in deze volgorde:
FM TUNER (FM)
CD**
Terug naar het begin
DAB 2 of DAB 3).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere DAB-band geselecteerd:
D1
(DAB 1)
3
Selecteer de voorkeuzetoets (1 t/m 6)
D2
(DAB 2)
voor de DAB-service die u wilt beluisteren.
52
D3
(DAB 3)
Hetzelfde programma automatisch volgen (Alternatieve ontvangst)
Het is mogelijk om naar een programma te blijven luisteren.
Terwijl u een DAB-service ontvangt: Als u in een streek rijdt waar u een service niet kunt ontvangen, zal deze apparaat automatisch afstemmen op een ander ensemble of een FM RDS-zender die hetzelfde programma uitzendt.
Terwijl u een FM RDS-zender ontvangt: Als u in een gebied rijdt waar een DAB-service hetzelfde programma uitzendt als een FM RDS-zender, stemt deze apparaat automatisch op de DAB-service af.
Opmerking:
Bij het overschakelen van DAB naar FM en andersom kan het weergaveniveau van het volume onaangenaam toenemen of afnemen. Dat het geluidsniveau toeneemt of afneemt, heeft niets met uw ontvanger te maken, maar met de aansturing bij de zender. Er is dus niets mis met uw ontvanger.
Werken met alternatieve ontvangst
Bij het verlaten van de fabriek zijn standaard alle alternatieve-ontvangstmogelijkheden ingeschakeld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 36.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de vermelding
“DAB AF” (alternatiev e frequentie) te selecteren.
3 Selecteer de gewenste modus met de
bedieningsschijf.
• ON:
• OFF: Alternatieve ontvangst is
Opmerking:
Als alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld (zie bladzijde 14 voor RDS-zenders). De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Het programma wordt gev olgd tussen het aanbod van DAB-services en FM RDS-zenders — alternatieve ontvangst. De indicator AF op de display licht op (zie bladzijde 14).
uitgeschakeld.

AANVULLENDE INFORMATIE

spatie
<
=
>
?@_ `
01234 56789 !
”#$%
&
’()
*
+,
.
/
:
;
Geluidsmodi (vooraf ingestelde frequentieniveaus instellen)
De hieronder getoonde lijst toont de reeds ingestelde frequentieniveaus voor iedere geluidsmodus.
• U kunt de reeds ingestelde geluidsmodi (uitgezonderd USER 1/2/3) tijdelijk instellen. Uw tijdelijke instellingen worden echter geannuleerd wanneer u een andere geluidsmodus kiest.
Geluids- Vooraf ingestelde waarden voor de equalizer modi 70 Hz 150 Hz 400 Hz 1 kHz 2,4 kHz 6 kHz 12,5 kHz
FLAT 00000000000000 Hard Rock +03 +03 +01 00 00 +02 +01 R & B +03 +02 +02 00 +01 +01 +03 POP 00 +02 00 00 +01 +01 +02 JAZZ +03 +02 +01 +01 +01 +03 +02 Dance Music Country +02 +01 00 00 00 +01 +02 Reggae +03 00 00 +01 +02 +02 +03 Classic +02 +03 +01 00 00 +02 00 USER 1 00 00 00 00 00 00 00 USER 2 00 00 00 00 00 00 00 USER 3 00 00 00 00 00 00 00
+04 +02 00 –02 –01 +01 +01
Beschikbare tekens
• De volgende tekens kunnen worden gebruikt om namen samen te stellen voor CD’s en externe apparatuur. (Zie bladzijde 41.)
• Uitsluitend voor de KD-SH909R: U kunt ID3v1 tags tonen met gebruik van de volgende letters en symbolen (albumtitel, naam artiest, titel van de song, etc.) bij weergave van een MP3 bestand met deze apparaat. (Zie bladzijde 25.)
Hoofdletters
ABCDE FGHIJ KLMNO PQRST UVWXY
Z
spatie
Kleine letters
abcde fghij kl mno pqr st uvwxy
spatie
z
Cijfers en symbolen
53

PROBLEMEN OPLOSSEN

Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
Symptomen
• Geluid van de CD wordt soms onderbroken.
Oorzaken
De inhoud van de CD is niet geschikt voor deze apparaat.
U rijdt op een hobbelige weg.
Plaats een andere CD.
Stop het afspelen als u op hobbelige wegen rijdt.
Oplossingen
• Er komt geen geluid uit de speakers.
• CD-R/CD-RW kan niet worden afgespeeld.
• Overslaan van fragmenten van de CD-R/CD-RW is niet mogelijk.
• “NO DISC” of “EJECT ERR” wordt op de display weergegeven en de CD kan niet worden uitgenomen.
Algemene Afspelen
• Er verschijnt geen bericht op de display, maar de CD kan niet worden verwijderd.
• Indien “ERR 00” tot “ERR 44” op het display wordt getoond.
• Het apparaat of de CD-wisselaar werkt niet.
• Automatisch instellen van zenders – SSM (Strong­station Sequential Memory) – functioneert niet.
FM/AM
• U hoort ruis terwijl u naar de radio luistert.
Er zitten krassen op de disk. Verkeerde verbindingen.
Het volume is ingesteld op het minimale niveau.
De “P.AMP SW” instelling is op “OFF” gesteld.
De CD-R/CD-RW is niet afgerond (“finalized”).
Misschien werkt de apparaat niet goed meer.
Het mechanisme voor de beweging van de afdekking wordt door iets geblokkeerd.
Soms functioneert de ingebouwde microcomputer niet goed ten gevolge van lawaai, enz.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
Plaats een andere CD. Controleer kabels en
aansluitingen. Pas het geluid aan totdat het
optimale niveau is bereikt. Stel op “ON”.
(Zie bladzijde 38.) Plaats een afgeronde CD-R/
CD-RW of rond de CD-R/CD­RW met de voor opname gebruikte apparatuur af.
Druk op , en tegelijkertijd op
en houdt ook deze toets minimaal 2 seconden ingedrukt. (Let erop dat de CD niet op de grond valt als deze wordt uitgeworpen.)
Druk op de Reset-toets op het bedieningspaneel. (Zie bladzijde 2.) Controleer de beschrijving in de handleiding voor installatie/ aansluiting (apart boekje) indien de terugsteltoets niet functioneert. (Bijv.: U heeft langere schroeven dan aangegeven gebruikt).
Druk op het bedieningspaneel aan de voorzijde van de apparaat op de Reset-toets. (Zie bladzijde 2.)
Leg de zenders handmatig vast.
Zorg dat de antenne stevig vast zit.
54
Symptomen
Oorzaken
Oplossingen
Op het afleesvenster verschijnt de tekst “NO DISC”.
• Op het afleesvenster verschijnt de tekst “RESET 8”.
• Op het afleesvenster verschijnt de tekst “RESET 1” – “RESET 7”.
• De CD kan niet worden afgespeeld.
• Bestanden worden overgeslagen of 00’00” verschijnt en de weergave stopt.
• Er is ongewenst geluid hoorbaar.
• De leestijd duurt lang (de vermelding “FILE CHECK” knippert op de display).
Er bevindt zich geen CD in de CD-lade.
Het apparaat is niet op de juiste manier met de CD­wisselaar verbonden.
De MP3-bestanden hebben niet de mp3 extensie in de bestandsnaam.
De MP3-bestanden zijn niet opgenomen in een indeling die voldoet aan de ISO 9660 Niveau 1--norm, Niveau 2­norm of Joliet.
De bestanden zijn met het Layer 1 of Layer 2 formaat gecodeerd.
Het bestand dat wordt afgespeeld is geen MP3­bestand (ook al heeft het bestand de extensie mp3).
De duur van de leestijd hangt af van de complexiteit van de hiërarchie van de mappen en bestanden.
Plaats een CD.
Verbind het apparaat en de CD­wisselaar op de juiste manier met elkaar en druk op de toets
van de CD-wisselaar.
Druk op de CD-wisselaar.
Voeg de extensie mp3 aan de bestandsnamen toe.
Plaats een andere CD. (Neem de MP3-bestanden op met een toepassing die aan deze normen voldoet.)
Plaats een disc waarop bestanden zijn die met het Layer 3 formaat zijn gecodeerd.
Sla het bestand over of plaats een andere CD. (Voeg nooit de extensie mp3 toe aan bestanden die geen MP3­bestanden zijn.)
Maak de hiërarchie niet te ingewikkeld en gebruik niet teveel mappen. Plaats ook geen tracks op de MP3-CD die geen MP3-bestanden zijn.
Reset-toets
Reset-
van de
CD-wisselaar
• De bestanden worden in een andere volgorde afgespeeld dan ik wilde.
• De verstreken speeltijd is onjuist.
• De vermelding “MP3” knippert op de display.
• “NO FILES” verschijnt even op het display en daarna wordt de CD automatisch uitgeworpen.
• Er worden verkeerde tekens weergegeven. (Weergave van tags, b.v. de naam van het album)
De afspeelvolgorde wordt bepaald bij het maken van de opname.
Dit kan gebeuren en is afhankelijk van het aantal bestanden dat op de CD staat.
Er zijn geen MP3 bestanden in de huidige map.
Er zijn geen MP3 bestanden op deze disc.
Deze apparaat kan letters van het alfabet (hoofdletters: A–Z, kleine letters: a–z), cijfers en symbolen weergeven. (Zie bladzijde 53.)
Selecteer een andere map.
MP3’s Afspelen (uitsluitend voor de KD-SH909R)
Plaats een disc met MP3 bestanden.
55

ONDERHOUD

Omgaan met CD’s
Deze apparaat is ontworpen om alleen CD’s met de volgende logo’s af te spelen.
Het is ook mogelijk om uw originele CD-R’s (Recordable CD’s) en CD-RW’s (Rewritable CD’ s) in de audio-CD-indeling spelen uitsluitend voor de KD-SH909R).
De manier waarop u met CD’s moet omgaan
Wanneer u een CD uit het opbergdoosje haalt, moet u
het rondje in het midden van de doos naar beneden duwen en de CD uit het doosje halen terwijl u hem aan de rand vasthoudt.
• Houd de CD altijd aan de randen vast.
Wanneer u de CD wilt opbergen, leg deze dan zachtjes om het rondje in het midden (bedrukte
vlak naar boven).
• Berg de CD’s na gebruik altijd op in het doosje.
CD’s schoonhouden
Het geluid kan verkeerd worden weergegeven als de CD vuil is. Als een CD vuil wordt, moet u hem afvegen met een zachte doek door de doek in een rechte lijn van het midden naar de rand te bewegen.
Nieuwe CD’s afspelen
Sommige nieuwe CD’s hebben oneffenheden langs de binnen­of buitenrand. Soms worden dergelijke CD’s door het apparaat geweigerd. U kunt deze oneffenheden verwijderen door de randen glad te wrijven met een potlood, ballpoint enz.
COMPACT
DIGITAL AUDIO
(of MP3-indeling af te
Rondje in het midden
Kom niet aan vlak met de opnames.
LET OP:
• Plaats geen 8 cm CD’s (CD-singles) in de CD­lade. (Deze CD’s kunnen niet terugspringen.)
• Plaats geen CD’s met een ongewone vorm (bijvoorbeeld hartvormig) in de CD-lade; dit zal problemen veroorzaken.
• Stel CD’s niet bloot aan direct zonlicht of een andere warmtebron en leg ze niet neer op plaatsen waar het zeer warm of vochtig is.
• Gebruik geen oplosmiddelen (zoals reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray, verdunningsmiddelen, wasbenzine, enz.) om CD’s te reinigen.
Als u een CD-R of CD-RW afspeelt
Het is mogelijk om uw originele CD-R’s en CD­RW’s met opnames in de audio-CD-indeling (of MP3-indeling af te spelen uitsluitend voor de KD­SH909R). (Afspelen is misschien niet mogelijk bij bepaalde, heel specifieke opnamekenmerken of ­omstandigheden.)
Zelfgemaakte CD-R’s (Recordable) en CD-RW’s (Rewritable) kunnen alleen worden afgespeeld als de eindbewerking “finalization” heeft plaatsgevonden.
• Lees alvorens een CD-R’s of CD-RW’s af te spelen eerst de bij de disk meegeleverde instructies aandachtig door.
• Bepaalde CD-R’s en CD-RW’s kunnen mogelijk niet op deze apparaat worden afgespeeld vanwege een heel specifieke opnamemethode, vuil op beschadigingen op de disk of een vuiltje op de lens.
• CD-R’s en CD-RW’s zijn uiterst gevoelig voor hoge temperaturen en luchtvochtigheid. Laat geen disks in uw auto achter.
• Voor CD-RW’s is soms een langere leestijd nodig. (Dit heeft te maken met het feit dat de weerkaatsing van CD-RW’s minder is dan van CD’s.)
Condensvorming
In onderstaande gevallen kan zich condens vormen op de lens in de CD-speler:
• Nadat de verwarming in de auto is aangezet.
• Wanneer het erg vochtig wordt in de auto. Soms zal de CD-speler hierdoor niet meer goed werken. In dat geval moet u de CD uit de CD-lade halen en moet u het apparaat een paar uur aan laten staan totdat het vocht is verdampt.
56
Haperingen:
De CD kan haperen wanneer u op hobbelige wegen rijdt. Het apparaat en de CD worden hierdoor niet beschadigd, maar het is wel storend. Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen wanneer u op dergelijke wegen rijdt.

SPECIFICATIES

GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 50 W per kanaal Achterin: 50 W per kanaal Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS): Voorin: 19 W per kanaal in 4 , 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische vervorming van het geluid.
Achterin: 19 W per kanaal in 4 , 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid. Belastingsimpedantie: 4 (speling 4 tot 8 ) Bereik van de equalizer:
Frequenties: 70 Hz, 150 Hz, 400 Hz, 1 kHz,
2,4 kHz, 6 kHz, 12,5 kHz.
Niveau: ±10 dB
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz Signaal/ruisverhouding: 70 dB Ingangsvermogen/Impedantie:
1,5 V/20 k belasting
Aux-ingang: stereo-ministekker van 3,5 mm
doorsnede (analoge) Uitgangsvermogen/Impedantie:
4,0 V/20 k belasting (maximaal vermogen)
Uitgangsimpedantie: 1 k
RADIO
Frequentiebereik:
FM: 87,5 MHz tot 108,0 MHz AM: (MW) 522 kHz tot 1 620 kHz
(LW) 144 kHz tot 279 kHz
CD-SPELER
Type: CD-speler Signaaldetectiesysteem:
Pickup-lens (halfgeleider-laser) Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo) Weergavekarakteristiek: 5 Hz tot 20 000 Hz Dynamisch vermogen: 98 dB Signaal/ruisverhouding: 102 dB Zweving: Minder dan de meetbare limiet
[Voor de KD-SH909R]
Indeling voor MP3-decoding:
MPEG1/2 Audio Layer 3 Max. Bit-rate: 320 Kbps
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 V
(speling 11 V tot 16 V) Aardingssysteem: Negatieve aarding Bedrijfstemperatuur: 0°C tot +40°C Afmetingen (breedte × hoogte × diepte):
Afmetingen apparaat (ten behoeve van installatie):
182 mm × 52 mm × 161 mm
Afmetingen paneel:
188 mm × 58 mm × 17 mm
Gewicht: 1,8 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 )
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 )
Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):
65 dB Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 15 000 Hz Stereo-scheiding: 30 dB Vangbereik: 1,5 dB
[MW-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV Selectiviteit: 35 dB
[LW-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
57
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
EN, GE, FR, NL
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
0102MNMMDTJEIN
JVC
KD-SH909R/KD-SH707R
Installation/Connection Manual Einbau/Anschlußanleitung Manuel d’installation/raccordement Handleiding voor installatie/aansluiting
LVT0831-003A
[E/EX]
0102MNMMDTJEIN
JVC
EN, GE, FR, NL
ENGLISH
This unit is designed to operate on 12 V DC,
NEGATIVE ground electrical systems.
INSTALLATION (IN-DASH MOUNTING)
The following illustration shows a typical installation. However, you should make adjustments corresponding to your specific car . If you have an y questions or require information regarding installation kits, consult your JVC IN­CAR ENTERTAINMENT dealer or a company supplying kits.
1
Before mounting: Press (Control Panel Release button) to detach the control panel if already attached.
* When shipped from the factory, the control
panel is packed in the hard case.
2
Remove the trim plate.
3
Remove the sleeve after disengaging the sleeve locks.
1 Stand the unit.
Note: When you stand the unit, be careful not to damage the fuse on the rear.
2 Insert the 2 handles between the unit and
the sleeve, as illustrated, to disengage the sleeve locks.
3 Remove the sleeve.
Note: Be sure to keep the handles for future use after installing the unit.
4
Install the sleeve into the dashboard. * After the sleeve is correctly installed into
the dashboard, bend the appropriate tabs to hold the sleeve firmly in place, as illustrated.
5
Fix the mounting bolt to the rear of the unit’s body and place the rubber cushion over the end of the bolt.
6
Do the required electrical connections.
7
Slide the unit into the sleeve until it is loc ked.
8
Attach the trim plate.
9
Attach the control panel.
DEUTSCH
Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen
Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung ausgelegt.
EINBAU (IM ARMATURENBRETT)
Die folgende Abbildung zeigt einen typischen
Einbau. Dennoch müssen Sie entsprechend Ihrem jeweiligen Auto Anpassungen vornehmen. Bei irgendwelchen Fragen oder wenn Sie Informationen hinsichtlich des Einbausatzes brauchen, wenden Sie sich an ihren JVC Autoradiohändler oder ein Unternehmen das diese Einbausätze vertreibt.
1
Vor dem Einbau: Drücken Sie (Schalttafel-Freigabetaste), um die Arretierung der Schalttafel zu lösen, sofern diese bereits angebracht ist.
* Bei der Auslieferung ab Werk ist die
Schalttafel im Etui verpackt.
2
Den Frontrahmen herausnehmen.
3
Die Halterung nach dem Entriegeln der Halterungensperren abnehmen.
1 Das Gerät aufstellen.
Hinweis: Beim Aufstellen des Geräts darauf achten, daß die Sicherung auf der Rückseite nicht beschädigt wird.
2 Die 2 Griffe zwischen dem Gerät und der
Halterung wie abgebildet einstecken und die Halterungensperren entriegeln.
3 Die Halterung entfernen.
Hinweis: Sicherstellen, daß die Griffe für künftigen Gebrauch nach dem Einbau des Geräts aufbewahrt werden.
4
Die Halterung im Armaturenbrett einbauen. * Nach dem korrekten Einbau der Halterung
im Armaturenbrett, die entsprechenden Riegel umknicken, um die Halterung an ihrem Platz zu sichern, siehe Abbildung.
5
Die Befestigungsschraube an der Rückseite des Gerätekörpers befestigen und das Ende der Schraube mit einem Gummipuffer abdecken.
6
Nehmen Sie die erforderlichen elektrischen Anschlüsse vor.
7
Das Gerät in die Halterung schieben, bis es einrastet.
8
Befestigen Sie die Frontrahmen.
9
Die Schalttafel anbringen.
FRANÇAIS
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des sources de courant continu de 12 V à masse NEGATIVE.
INSTALLATION (MONTAGE DANS LE TABLEAU DE BORD)
L’illustration suivante est un exemple d’installation typique. Cependant, vous devez faire les ajustements correspondant à votre voiture particulière. Si vous a vez des questions ou avez besoin d’information sur des kits d’installation, consulter votre revendeur d’autoradios JVC ou une compagnie d’approvisionnement.
1
Avant le montage:
(déblocage du panneau de commande) pour éventeullement détacher le panneau de commande.
* Lorsque ce panneau de commande sort
d’usine, il est rangé dans un étui de tr ansport.
2
Retirer la plaque d’assemblage.
3
Libérer les verrous du manchon et retirer le manchon.
1
Poser l’appareil à la verticale.
Remarque:
à la verticale, faire attention de ne pas endommager le fusible situé sur l’arrière.
2
Insérer les 2 poignées entre l’appareil et le manchon comme indiqué pour désengagé les verrous de manchon.
3
Retirer le manchon.
Remarque:
poignées pour une utilisation ultérieur, après l’installation de l’appareil.
4
Installer le manchon dans le tableau de bord. * Après installation correcte du manchon dans
le tableau de bord, plier les bonnes pattes pour maintenir fermement le manchon en place, comme montré.
5
Monter le boulon de montage sur l’arrière du corps de l’appareil puis passer l’amortisseur en caoutchouc sur l’extrémité du boulon.
6
Réalisez les connexions électriques.
7
Faire glisser l’appareil dans le manchon jusqu’à ce qu’il soit verrouillé.
8
Attachez la plaque d’assemblage.
9
Remonter le panneau de commande.
Lorsque vous mettez l’appareil
S’assurer de garder les
Appuyer sur
NEDERLANDS
• Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische systemen die werken op 12 V gelijkstroom met negatieve aarding.
INSTALLATIE (INBOUW IN HET DASHBOARD)
• Op de volgende afbeelding kunt u zien hoe de installatie, normaal gesproken, in zijn werk gaat. U moet echter bij de installatie rekening houden met de bijzonderheden van uw eigen auto. Neem bij vragen of voor meer bijzonderheden over inbouwpakketten contact op met uw JVC car audio dealer of een dealer of een bedrijf dat inbouwpakketten levert.
1
V oordat u aan de montage van het apparaat begint: Druk op (het bedieningspaneel
vrijgeven) als u het bedieningspaneel wilt loskoppelen indien dit aan de eenheid is vastgekoppeld.
* Standaard wordt het bedieningspaneel bij het
verlaten van de fabriek los verpakt mee geleverd.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Verwijder het huis nadat u de klemmen hebt losgemaakt.
1 Zet het apparaat rechtop.
Opmerking: W anneer u het apparaat rechtop zet, moet u erop letten dat u de zekering aan de achterkant niet beschadigt.
2 Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, tussen het
apparaat en het huis, om de klemmen los te maken.
3 Verwijder het huis.
Opmerking: Bewaar de hendels nadat u het apparaat hebt geïnstalleerd, zodat u ze ook in de toekomst kunt gebruiken.
4
Installeer het huis in het dashboard. * Nadat het huis op de juiste wijze in het dashboard
is geplaatst, moet u de palletjes, zoals afgebeeld, stevig op hun plaats duwen.
5
Maak de bevestigingsbout aan de achterkant van het apparaat vast en plaats de rubberdop over het uiteinde van de bout.
6
Breng de vereiste elektrische verbindingen tot stand.
7
Schuif het apparaat in het huis totdat het vergrendeld is.
8
Bevestig de sierplaat.
9
Bevestig het bedieningspaneel.
1
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
2
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
3
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Slot
Schlitz
Fente
Sleuf
Fuse
Sicherung
Fusible
Zekering
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Lock Plate
Arretierplättchen
Plaque de verrouillage
V ergrendelingsplaat
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
9
8
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
7
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
4
4
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
184 mm
(7-1/4")
53 mm (2-1/8")
5
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
*
6
See “ELECTRICAL CONNECTIONS. ”
Siehe „ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE“.
Référez-vous “RACCORDEMENTS ELECTRIQUES” .
Zie “ELEKTRISCHE VERBINDINGEN”.
TROUBLESHOOTING
The fuse blows. * Are the red and blac k leads connected correctly?
Power cannot be turned on. * Is the yellow lead connected?
No sound from the speakers. * Is the speaker output lead short-circuited?
Sound is distorted. * Is the speaker output lead grounded? * Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
Unit becomes hot. * Is the speaker output lead grounded? * Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
FEHLERSUCHE
• Die Sicherung brennt durch.
* Sind die roten und schwarzen Leitungen richtig
angeschlossen?
• Stromversorgung kann nicht eingeschaltet werden.
* Ist die gelbe Leitung angeschlossen?
• Kein Ton aus den Lautsprechern.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung kurzgeschlossen?
• T on verzerrt.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet? * Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und rechten
Lautsprecher zusammen geerdet?
• Gerät wird heiß.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet? * Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und rechten
Lautsprecher zusammen geerdet?
EN CAS DE DIFFICULTES
• Le fusible saute.
*
Les fils rouge et noir sont-ils racordés correctement?
• L’appareil ne peut pas être mise sous tension.
*
Le fil jaune est-elle raccordée?
• Pas de son des enceintes.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il court-circuité?
• Le son est déformé.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
*
Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sont­elles mises ensemble à la masse?
• L’appareil devient chaud.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
*
Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sont­elles mises ensemble à la masse?
1
PROBLEMEN OPLOSSEN
De zekering slaat door.
* Zijn de rode en de zwarte draden op de juiste manier
aangesloten?
De stroom kan niet worden ingeschakeld.
* Is de gele draad aangesloten?
Er komt geen geluid uit de speakers.
* Is de uitgaande speakerdraad kortgesloten?
Het geluid wordt vervormd.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard? * Zijn de minpolen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
Het apparaat raakt verhit.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard? * Zijn de minpolen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
• When using the optional stay
• Beim Verwenden der Anker-Option
• Lors de l’utilisation du hauban en option
• Wanneer u de steun gebruikt (facultatief)
Fire wall
Washer
Unterlegscheibe
Rondelle
Sluitring
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
Feuerwand
Cloison
Brandscherm
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
Stay (option)
Anker (Option)
Hauban (en option)
Steun (facultatief)
Lock nut
Sicherungsmutter
Ecrou d’arrêt
Contra-moer
Screw (option)
Schraube (Option)
Vis (en option)
Schroef (facultatief)
• When installing the unit without using the sleeve
• Beim Einbau des Geräts ohne Halterung
• Lors de l’installation de l’appareil scans utiliser de manchon
• Wanneer u het apparaat zonder huis installeert
In a Toyota for example, first remove the car radio and install the unit in its place.
Zum Beispiel in einem Toyota zuerst das Autoradio ausbauen und dann das Gerät an seinem Platz einbauen.
Par exemple dans une Toyota, retirer d’abord l’autoradio et installer l’appareil à la place.
Voorbeeld: Bij een Toyota moet u eerst de autoradio verwijderen en daarna het apparaat installeren.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
Pocket
Taschen
Poche
Zak
Note: When installing the unit on the mounting bracket, make sure to use the 6 mm-long screws. If longer screws are used, they could damage the unit.
Hinweis: Beim Anbringen des Gerät an der Konsole sicherstellen, daß 6 mm lange Schrauben verwendet werden. Werden längere Schrauben verwendet, können sie das Gerät beschädigen.
Remarque:
Lors de l’installation de l’appareil sur le support de montage, s’assurer d’utiliser des vis d’une longueur de
6 mm. Si des vis plus longues sont utilisées, elles peuvent endommager l’appareil.
Opmerking: Wanneer u het apparaat aan de bevestigingsklem v astmaakt, moet u de 6 mm lang e schroe ven g ebruiken. Als u langere schroeven gebruikt, kan het apparaat worden beschadigd.
* Not included with this unit.
* Nicht Teil dieses Geräts.
*
Non fourni avec cet appareil.
* Niet meegeleverd.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Removing the unit
• Before removing the unit, release the rear section.
1
Remove the control panel.
2
Remove the trim plate.
3
Insert the 2 handles into the slots, as shown. Then, while gently pulling the handles away from each other, slide out the unit. (Be sure
to keep the handles after installing it.)
1
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
Parts list for installation and connection
The following parts are provided with this unit. After checking them, please set them correctly.
Hard case/Control panel
Etui/Schalttafel
Etui de transport/Panneau de commande
Behuizing/Bedieningspaneel
Ausbau des Geräts
• Vor dem Ausbau des Geräts den hinteren Teil freigeben.
1
Den Schalttafel abnehmen.
2
Den Frontrahmen herausnehmen.
3
Die 2 Griffe in die Schlitze wie gezeigt stecken. Dann die Griffe behutsam auseinander ziehen und das Gerät herausziehen. (Die Griffe nach
dem Einbau auf jeden Fall aufbewahren.)
23
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Teileliste für den Einbau und Anschluß
Die folgenden Teile werden zusammen mit diesem Gerät geliefert. Nach ihrer Überprüfung, die Teile richtig einsetzen.
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Retrait de l’appareil
Avant de retirer l’appareil, libérer la section arrière.
1
Retirer le panneau de commande.
2
Retirer la plaque d’assemblage.
3
Introduire les 2 poignées dans les fentes, comme montré. Puis , tout en tirant doucement les poignées écartées, faire glisser l’appareil pour le sortir.
(S’assurer de conserver les
poignées après l’installation de l’appareil.)
Liste des pièces pour l’installation et raccordement
Les pièces suivantes sont fournies av ec cet appareil. Après vérification, veuillez les placer correctement.
Handles
Griffe
Poignées
Hendels
Verwijderen van het apparaat
Voordat u het apparaat verwijdert, moet u het
achtergedeelte losmaken.
1
Verwijder het bedieningspaneel.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, in de sleuven. Daarna duwt u de hendels zachtjes uit elkaar en kunt u het apparaat naar buiten schuiven. (Bewaar de hendels nadat u
het apparaat hebt geïnstalleerd!)
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Lijst van onderdelen die u bij installatie en aansluiting nodig hebt
De volgende onderdelen worden bij het apparaat geleverd. Installeer ze op de juiste wijze, nadat u ze hebt gecontroleerd.
Remote controller
Fernbedienung
Télécommande
Afstandsbediening
ATT
CD
FM
AM
CH
AUX SEL
AM-RK100
Battery
ANGLE
EQ
Batterie
Pile
R D
Batterij
VOLUME
CR2025
Washer (ø5)
Unterlegscheibe(ø5)
Rondelle (ø5)
Sluitring (ø5)
Lock nut (M5)
Sicherungsmutter (M5)
Ecrou d’arrêt (M5)
Contra-moer (M5)
ELECTRICAL CONNECTIONS
To prevent short circuits, we recommend that you disconnect the battery’s negative terminal and make all electrical connections before installing the unit. If you are not sure how to install this unit correctly , ha ve it installed by a qualified technician.
Note: This unit is designed to operate on 12 V DC, NEGATIVE ground electrical systems. If your
vehicle does not have this system, a voltage inverter is required, which can be purchased at JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealers.
• Replace the fuse with one of the specified rating. If the fuse blows frequently , consult y our JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealer.
• If noise is a problem... This unit incorporates a noise filter in the power circuit. Howe ver , with some vehicles, clic king or other unwanted noise may occur . If this happens, connect the unit’s rear ground terminal (see connection diagram) to the car’s chassis using shorter and thicker cords, such as copper braiding or gauge wire. If noise still persists, consult your JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealer.
• Maximum input of the speakers should be no more than 50 W at the rear and 50 W at the front, with an impedance of 4 to 8 .
Be sure to ground this unit to the car’ s c hassis.
• The heat sink becomes very hot after use. Be careful not to touch it when removing this unit.
Heat sink
Dissipateur de chaleur
Abstrahlblech
Warmte-opnemer
Mounting bolt (M5 x 20 mm)
Befestigungsschraube (M5 x 20 mm)
Boulon de montage (M5 x 20 mm)
Bevestigingsbout (M5 x 20 mm)
ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE
Zur Vermeidung von Kurzschlüssen empfehlen wir, daß Sie den negativen Batterieanschluß abtrennen und alle elektrischen Anschlüsse herstellen, bevor das Gerät eingebaut wird. Sind Sie sich über den richtigen Einbau des Geräts nicht sicher, lassen Sie es von einem qualifizierten Techniker einbauen.
Hinweis: Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung
ausgelegt. Verfügt Ihr Fahrzeug nicht über diese Anlage, ist ein Spannungsinverter erforderlich, der bei JVC Autoradiohändler erworben werden kann.
• Die Sicherung mit einer der entsprechenden Nennleistung ersetzen. Brennt die Sicherung häufig durch, wenden Sie sich an ihren JVC Autoradiohändler.
• Sind Störgeräusche ein Problem... Dieses Gerät enthält ein Störfilter im Stromkreis. Bei manchen Fahrzeugen kann jedoch ein Klicken oder andere unerwünschte Störgeräusche auftreten. Sollte das der Fall sein, die hintere Erdungscanschlußklemme (siehe Schaltplan) des Geräts am Fahrwerk des Fahrzeugs anschließen, dabei kürzere und dickere Kabel wie beispielsweise Kupfergeflechtdraht oder Stahldraht verwenden. Bleibt Störgeräusch bestehen, wenden Sie sich an Ihren JVC Autoradiohändler.
• Maximale Eingangsleistung der Lautsprecher sollte nicht mehr als 50 W hinten und 50 W vorne sein, mit einer Impedanz von 4 bis 8 .
Sicherstellen, daß das Gerät am Fahrwerk
geerdet wird.
• Das Abstrahlblech wird nach dem Gebrauch sehr heiß. Beim Ausbau des Geräts darauf achten, das Abstrahlblech nicht zu berühren.
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
RACCORDEMENTS ELECTRIQUES
Pour éviter tout court-circuit, nous vous recommandons de débrancher la borne négative de la batterie et d’effectuer tous les raccordements électriques avant d’installer l’appareil. Si l’on n’est pas sûr de pouvoir installer correctement cet appareil, le faire installer par un technicien qualifié.
Remarque:
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des sources de courant continu de
NEGATIVE
. Si votre véhicule n’offre pas ce type d’alimentation, il vous faut un con vertisseur de tension, que vous pouvez acheter chez un revendeur d’autoradios JVC.
Remplacer le fusible par un de la valeur précisée. Si le fusible saute souvent, consulter votre re vendeur d’autoradios JVC.
Si le bruit est un problème... Cet appareil incorpore un filtre de bruit dans le circuit d’alimentation. Cependant, a vec certains véhicules, quelques claquements ou autres bruits non désirés risquent de se produire. Si cela arrive, r accorder la
borne arrière de masse
de la voiture (voir le diagramme de raccordement) en utiliscant des cordons les plus gros et les plus courts possibles telle qu’une barre de cuivre ou une tresse. Si le bruit persiste, consulter v otre revendeur d’autoradios JVC.
La puisscance admissible des enceintes devrait n’être pas plus qu’ c 50 W à l’arrière et à 50 W l’avant, avec une impédance de
• S’assurer de raccorder la mise à la masse de
cet appareil au châssis de la voiture.
Le dissipateur de chaleur devient très chaud après
usage. Faire attention de ne pas le toucher en retirant cet appareil.
12 V à masse
de l’appareil au châssis
4 à 8
.
Power cord
Stromkable
Cordon d’alimentation
Stroomkabel
ELEKTRISCHE VERBINDINGEN
Om kortsluiting te voorkomen adviseren wij u om de minpool van de accu los te maken en alle elektrische verbindingen tot stand te brengen voordat u het apparaat in de auto installeert. Als u niet zeker weet hoe u dit apparaat moet installeren, kunt u dit beter door een daartoe gekwalificeerde technicus laten doen.
Opmerking:
Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische systemen die werken op 12 V gelijkstroom met negatieve aarding. Als uw auto niet is uitgerust met een dergelijk systeem, is een spanningsomzetter vereist. Dit instrument kan worden aangeschaft bij JVC car audio dealers.
• Vervang de zekering door een exemplaar met het aangegeven vermogen. Als de zekering vaak doorslaat, moet u uw JVC car audio dealer raadplegen.
• Als u geluidsproblemen hebt… De krachtschakeling van dit apparaat heeft een ingebouwd geluidsfilter. In sommige voertuigen zijn tikgeluiden of andere ongewenste geluiden te horen. Als dit gebeurt, moet u de massaklem aan de achterkant (zie aansluitingsschema) aan het chassis van de auto vastmaken met behulp van een kortere en dikkere kabel, zoals kopermanteldraad of tellerkabel. Als het geluid niet verdwijnt, moet u contact opnemen met uw JVC car audio dealer.
• Het maximum ingangsvermogen van de speakers moet achterin niet meer dan 50 W zijn en voorin 50 W, met een impedantie van 4 tot 8 Ω.
Zorg ervoor dat dit apparaat door middel van
een aardkabel is verbonden met het chassis van de auto.
• De warmte-opnemer kan na gebruik erg heet worden. Raak de warmte-opnemer niet aan wanneer u dit apparaat van zijn plaats haalt.
Connecting the leads / Anschließen der Leitungen / Raccordement des fils / Aansluiting van de gekleurde draden
Twist the core wires when connecting.
Die Kerndrähte beim Anschließen verdrehen.
Torsader les âmes des fils en les raccordant.
Draai de kerndraden om elkaar heen wanneer u ze wilt aansluiten.
Solder the core wires to connect them securely.
Die Kerndrähte anlöten, um sie fest anzuschließen.
Souder les âmes des fils pour les raccorder entre eux de façon sûre.
Soldeer de kerndraden zodat ze stevig vast zitten.
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
• T o prevent short-circuit, cover the terminals of the UNUSED leads with insulating tape.
• Zur Vermeidung eines Kurzschlusses die Anschlußklemmen der NICHT VERWENDETEN Leitungen mit Isolierklebeband umwickeln.
• Pour éviter les court-circuits, couvrir les bornes des fils qui ne sont PAS utilisés avec de la bande isolante.
• Om kortsluiting te voorkomen, moet u de aansluitklemmen van ONGEBRUIKTE gekleurde draden met isolatieband bedekken.
2
ENGLISH
A If your car is equipped with the ISO connecter
Wenn Ihr Auto mit ISO-Steckern ausgestattet ist Si votre voiture est équippée d’un connecteur ISO Indien uw auto is uitgerust met de ISO-connector
• Connect the ISO connectors as illustrated.
Die ISO-Stecker wie abgebildet anschließen.
Connectez les connecteurs ISO comme montré sur l’illustration.
Sluit de ISO-connectoren aan zoals op het voorbeeld is aangegeven.
A1
B1
A2
B2
A3
B3
A4
B4
A1
B1
A2
B2
A3
B3
A4
B4
View from the lead side
Ansicht von der Leitungsseite
Vue à partir du côté des fils
Aanzicht vanaf het snoer
ISO connector of the supplied power cord
ISO-Stecker am Stromkabel
Connecteur ISO pour le cordon d’alimentation fourni
ISO-connector van het meegeleverde snoer
DEUTSCH
From the car body
Von der Karosserie
De la carrosserie de la voiture
Vanaf de auto
FRANÇAIS
NEDERLANDS
For some VW/Audi or Opel (Vauxhall) automobile Für manche VW/Audi oder Opel (Vauxhall) Fahrzeuge Pour certaine voiture VW/Audi ou Opel (Vauxhall) Voor bepaalde modellen VW/Audi of Opel (Vauxhall) geldt
You may need to modify the wiring of the supplied power cord as illustrated.
• Contact your authorized car dealer before installing this unit.
Sie müssen evtl. die Verdrahtung des mitgelieferten Stromkabels wie abgebildet ändern.
Wenden Sie sich an Ihre Vertragswerkstatt, bevor Sie das Gerät einbauen.
Vous aurrez peut-être besoin de modifier le câblage du cordon d’alimentation fourni comme montré sur l’illustration.
Contactez votre revendeur automobile autorisé avant d’installer l’appareil.
Wellicht moet u de bedrading van het meegeleverde snoer als in het voorbeeld aanpassen.
• Neem contact op met uw offici’le autodealer alvorens dit apparaat te installeren.
Original wiring
Originalverdrahtung
Câblage original
Originele bedrading
Modified wiring 1
Geänderte Verdrahtung 1
Câblage modifié
Aangepaste bedrading 1
Modified wiring 2
Geänderte Verdrahtung 2
Câblage modifié
Aangepaste bedrading 2
1
2
ISO connector
ISO-Stecker
Connecteur ISO
ISO-connector
Yellow/Gelb/
Red/ Rot/
Rouge
Rood
Yellow/Gelb/
Red/Rot/
Rouge
/Rood
Yellow/Gelb
Red/Rot/
Rouge
/Rood
Jaune
/Geel Yellow/Gelb/
/
Red/Rot/
Rouge
/Rood
Jaune
/Geel
Red/Rot/
Rouge
/Rood
/Jaune
/Geel
Red/Rot/
Rouge
/Rood
Red/Rot/
Yellow/Gelb/
Red/Rot/
Yellow/Gelb
Jaune
Rouge
Jaune
Rouge
/Jaune
Red/Rot/
Rouge
/Geel
/Rood
/Geel
/Rood
/Geel
/Rood
Use modified wiring 2 if the unit does not turn on.
Geänderte Verdrahtung 2 verwenden, wenn das Gerät so nicht an geht.
Utilisez le câblage modifié 2 si l’appareil ne se met pas sous tension.
Pas de bedrading 2 aan indien het apparaat niet reageert bij inschakelen.
B Connections without using the ISO connecters / Anschlüsse ohne ISO-Stecker / Connexions sans l’utilisation des connecteurs ISO /
Verbindingen zonder ISO-connectoren
Before connecting: Check the wiring in the vehicle carefully . Incorrect connection may cause serious damage to this unit. The leads of the power cord and those of the connector from the car body may be different in color.
1
Cut the ISO connector.
2
Connect the colored leads of the power cord to the car battery, speak ers and power aerial (if any) in the follo wing sequence.
1 Black: ground 2 Yellow: to car battery (constant 12 V) 3 Red: to an accessory terminal 4 Blue with white stripe: to power aerial (200 mA max.) 5 Orange with white stripe: to car light control switch 6 Brown: to cellular phone system (For details, refer
to the instructions of the cellular phone.)
7 Others: to speakers
3
Connect the aerial cord.
4
Finally connect the wiring harness to the unit.
Vor dem Anschließen: Die Verdrahtung im Fahrzeug sorgfältig überprüfen. Falsche Anschlüsse können ernsthafte Schäden am Gerät hervorrufen. Die Leiter des Stromkabels und die Leiter des Anschlusses im Fahrzeug können sich farblich unterscheiden.
1
Den ISO-Stecker abschneiden.
2
Die farbigen Leitungen des Spannunsgversorgungskabels an der Autobatterie, den Lautsprechern und dem Motorantenne (sofern vorhanden) in folgender Reihenfolge anschließen.
1 Schwarz: Erdung 2 Gelb: an Autobatterie (konstant 12 V) 3 Rot: zur einer Zubehöranschlußklemme 4 Blau mit weißem Streifen: zur Motorantenne
(max. 200 mA)
5 Orange mit weißem Streifen: zur Autolichtschalter 6 Braun: zur Mobiltelefon (Weitere informationen
entnehmen Sie bitte der Bedienungscanleitung des Mobiltelefons.)
7 Andere: zur Lautsprecher
3
Das Antennenkabel anschließen.
4
Die Kabelbäume am Gerät anschließen.
Avant de commencer la connexion:
attentivement le câblage du véhicule. Une connexion incorrecte peut endommager sérieusement l’appareil. Le fil du cordon d’alimentation et ceux des connecteurs du châssis de la voiture peuvent être différents en couleur .
1
Coupez le connecteur ISO.
2
Connectez les fils de couleur du cordon d’alimentation à la batterie de la voiture, aux enceintes et à l’antenne automatique (s’il y en a une) dans l’ordre suivant.
1
Noir: à la masse
2
Jaune: à la batterie de la voiture (12 V constant)
3
Rouge: à une borne accessoire
4
Bleu avec bande blanche: à l’antenne automatique (200 mA max.)
5
Orange avec bande blanche: à l’interrupteur
d’éclairage de la voiture
6
Marron: à un système de téléphone cellulaire (Pour les détails, se référer aux instructions du téléphone cellulaire.)
7
Autres: aux enceintes
3
Connectez le cordon d’antenne.
4
Finalement, connectez le faisceau de fils à l’appareil.
Vérifiez
Alvorens de verbindingen tot stand te brengen:
Moet u de bedrading in de auto zorgvuldig. Het apparaat kan door verkeerde verbindingen ernstige schade oplopen. De draden van het stroomsnoer verschillen mogelijk van kleur metde aansluitingen op het chassis van de auto.
1
Knip de ISO-connector los.
2
Sluit de gekleurde snoerdraden van de stroomkable in de hierna genoemde volgorde aan op de accu van de auto, de luidsprekers en de antenne (indien aanwezig).
1 Zwart: aarde 2 Geel: naar de accu van de auto (constant 12 V) 3 Rood: naar de aansluitklem van de accessoire 4 Blauw met witte streep: naar de antenne
(Max. 200 mA)
5 Oranje met witte streep: naar de schakelaar voor
de autoverlichting
6 Bruin: naar het mobiele-telefoonsysteem (Lees
voor meer informatie de instructies die bij de mobiele telefoon worden geleverd.)
7 Andere: naar de speakers
3
Sluit de antenne aan.
4
Verbind de draadbundel daarna met het apparaat.
Cut the ISO connector
Den ISO Stecker abscheiden
1
Aerial terminal
Antennenanschlußklemme
Borne de l’antenne
Aansluitpunt antenne
Rear ground terminal
Hintere Erdungscan–schlußklemme
Borne arrière de masse
Massaklem aan de achterkant
LINE OUT
(FRONT)
LINE OUT
(REAR)
SUBWOOFER OUT
LINE IN
CONTROL cord
Steuerungskabel
Cordon de commande
Snoer voor de
afstandsbediening
*1: Before checking the operation of this unit prior to installation, this
lead must be connected, otherwise power cannot be turned on.
*1: Vor der Überprüfung der Funktionsfähigkeit des Geräts vor dem
Einbau, muß diese Leitung angeschlossen werden, da sonst die Stromversorgung nicht eingeschaltet werden kann.
*1: P our vérifier le fonctionnement de cet appareil av ant installation,
ce fil doit être raccordé, sinon l’appareil ne peut pas être mis sous tension.
*1: V oordat u controleert of het apparaat werkt (alvorens het te installeren),
moet deze draad aangesloten zijn. Als dit niet het gev al is, kan de stroom niet worden ingeschakeld.
Coupez le connecteur ISO
Knip de connector los
15 A fuse
15 A Sicherung
Fusible 15 A
Zekering 15 A
(see diagram C )
(siehe Schaltplan C )
(voir le diagramme C )
(zie schema C )
2
To aerial
Zur Antenne
3
A l’antenne
Naar de antenne
15
4
CD changer or DAB Tuner
CD-Wechsler oder DAB­Tuner
Changeur CD ou Tuner DAB
CD-wisselaar of DAB-tuner
Black
Schwarz
Noir
Zwart
A4
1
To a live terminal in the fuse block connecting to the car battery (bypassing
1
Yellow*
1
Gelb*
1
Jaune*
Geel *
Red
Rot
Rouge
Rood
Blue with white stripe
Blau mit weißem Streifen
Bleu avec bande blanche
Blauw met witte streep
Orange with white stripe
Orange mit weißem Streifen
Orange avec bande blanche
Oranje met witte streep
Brown / Braun /
A2
1
the ignition switch)
Zur einer stromführenden Anschlußklemme im Sicherungsblock zum Anschließen an die Autobatterie (Umgehen des Zündschalters)
À une borne sous tension du porte-fusible connectée à la batterie de la voiture (en dérivant l’interrupteur d’allumage)
2
Naar een onder spanning staande aansluitklem in het zekeringblok die is aangesloten op de accu van de auto (u passeert de ontstekingsschakelaar)
B4
Marron /
Bruin
When connecting a CD changer, we recommend to use one of the CH-X series CD changers.
• If your CD changer is one of the KD-MK series, you need an optional cord (KS-U15K).
Wenn Sie einen CD-Wechsler anschließen möchten, empfiehlt es sich, einen CD-Wechsler der Modellreihe CH-X zu verwenden.
• Wenn Ihr CD-Wechsler zur Modellreihe KD-MK gehören, benötigen Sie ein anderes Kabel (KS-U15K).
Lors de la connexion d’un changeur CD, nous vous recommandons d’utiliser un des changeurs CD de la série CH-X.
• Si votre changeur appartient à la série KD-MK, vous avez besoin d’un cordon optionnel (KS-U15K).
Voor het aansluiten van een CD-wisselaar raden we een wisselaar uit de CH-X-serie aan.
Als de CD-wisselaar die u wilt aansluiten uit de KD-MK-serie komt, hebt u een extra kabel nodig (KS-U15K).
Not included with this unit / Wird nicht mit Gerät mitgeliefert /
*
Non fourni avec cet appareil
To metallic body or chassis of the car
Zur metallenen Karosserie oder zum Fahrwerk des Autos
Au corps métallique ou châssis de la voiture
Naar metalen ondergrond of chassis van de auto
To an accessory terminal in the fuse block
Zur einer Zubehöranschlußklemme im Sicherungsblock
3
À une borne accessoire du porte-fusible
Naar een aansluitklem in het zekeringblok
B3
To power aerial if any
Zur Motorantenne, sofern vorhanden
4
À l’antenne automatique s’il y en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
/ Niet bij het apparaat inbegrepen
A3
5
(ILLUMINATION)
A1
6
To car light control switch
Zur Autolichtschalter
À l’interrupteur d’éclairage de la voiture
Naar de schakelaar voor de autoverlichting
To cellular phone system
Zur Mobiltelefon
À un système de téléphone cellulaire
Naar het mobiele-telefoonsysteem
Ignition switch
*
Zündschalter
Interrupteur d’allumage
Contactschakelaar
*
Fuse block
Sicherungsblock
Porte-fusible
Zekeringblok
White with black stripe
Weiß mit schwarzem Streifen
Blanc avec bande noire
Wit met zwarte streep
7
Gray with black stripe
White
Grau mit schwarzem Streifen
Weiß
Gris avec bande noire
Blanc
Grijs met zwarte streep
Wit
Left speaker (front)
Linker Lautsprecher (vorne)
Enceinte gauche (avant)
Linkerspeaker (voorin)
Green with black stripe
Gray
Grün mit schwarzem Streifen
Grau
V ert avec bande noire
Gris
Groen met zwarte streep
Grijs
Right speaker (front)
Rechter Lautsprecher (vorne)
Enceinte droit (avant)
Rechterspeaker (voorin)
3
B4A4B2A2B3 A3
Green
Purple with black stripe
Grün
Lila mit schwarzem Streifen
Vert
Violet avec bande noire
Groen
Paars met zwarte streep
Left speaker (rear)
Linker Lautsprecher (hinten)
Enceinte gauche (arrière)
Linkerspeaker (achterin)
B1A1
Purple
Lila
Violet
Paars
Right speaker (rear)
Rechter Lautsprecher (hinten)
Enceinte droit (arrière)
Rechterspeaker (achterin)
PRECAUTIONS on power supply and speaker connections:
DO NOT connect the speaker leads of the power
cord to the car battery; otherwise, the unit will be seriously damaged.
• Connect the black lead (ground), yellow lead (to car battery, constant 12 V), and red lead (to an accessory terminal) correctly.
• BEFORE connecting the speaker leads of the power cord to the speakers, check the speaker wiring in your car. – If the speaker wiring in your car is as illustrated
in Fig. 1 and Fig. 2 belo w , DO NOT connect the unit using that original speaker wiring. If you do, the unit will be seriously damaged. Redo the speaker wiring so that you can connect the unit to the speakers as illustrated in Fig. 3.
If the speaker wiring in your car is as illustrated
in Fig. 3, you can connect the unit using the original speaker wiring in your car.
– If you are not sure of the speaker wiring of your car,
consult your JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealer.
+
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
+
L
-
+
R
-
Fig. 1 Fig. 3Fig. 2
+
-
+
-
+
L
-
-
+
+
R
-
-
VORSICHTSMASSREGELN beim Anschließen der Stromversorgung und Lautsprecher:
Die Lautsprecherleitungen des Netzkabels NICHT an der Autobatterie anschließen, da sonst das Gerät schwer beschädigt wird.
• Die schwarze Leitung (Erdung), die gelbe Leitung (zur Autobatterie, konstant 12 V) und die rote Leitung (zur Zubehöranschlußklemme) richtig anschließen.
• VOR dem Anschließen der Lautsprecherleitungen des Spannunsgversorgungskabels an die Lautsprecher, die Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto überprüfen. – Ist die Lautsprecherverdrahtung wie unten in
“Fig. 1” und “Fig. 2” abgebildet, das Gerät NICHT mit der Originalverdrahtung der Lautsprecher anschließen, da sonst das Gerät schwer beschädigt wird. Die Lautsprecherverdrahtung erneuern, so daß Sie das Gerät an den Lautsprechern wie in “Fig. 3” abgebildet anschließen können.
Ist die Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto
wie in “Fig. 3” abgebildet, können Sie das Gerät mit der Originalverdrahtung der Lautsprecher in Ihrem Auto anschließen.
– Sind Sie sich über die Lautsprecherverdrahtung in
Ihrem Auto nicht sicher, wenden Sie sich an Ihren Autohändler.
PRECAUTIONS sur l’alimentation et la connexion des enceintes:
NE CONNECTEZ PAS les fils d’enceintes du
cordon d’alimentation à la batterie; sinon, l’appareil serait sérieusement endommagé.
Connectez correctement le fil noir (a la masse), le fil jaune (a la batterie de la voiture,12 V constant) et le fil rouge (à la prise accessoire).
AVANT de connecter les fils d’enceintes du cordon d’alimentation aux enceintes, vérifiez le câblage des enceintes de votre voiture. –
Si le câblage des enceintes de votre voiture est comme montré sur la Fig. 1 ou Fig. 2 ci-dessous,
NE CONNECTEZ PAS l’appareil en utiliscant ce câblage original des enceintes. Si vous le faites, l’appareil sera sérieusement endommagé. Recommencez le câblage des enceintes de façon que vous puissiez connecter l’appareil aux enceintes comme montré sur la Fig. 3.
Si le câblage des enceintes de votre voiture est comme montré sur la Fig. 3,
connecter l’appareil en utiliscant ce câblage original d’enceintes pour votre voiture.
– Si vous n’êtes pas sûrs du câblage d’enceintes de
votre voiture, consulter le concessionnaire de v otre voiture.
vous pouvez
VOORZORGSMAATREGELEN bij het verbinden van de stroomkabeldraad met de speakers:
Verbind de speakerdraden van de stroomkabel
NIET met de accu van de auto; als u dit wel doet, zal het apparaat ernstige schade oplopen.
• Sluit de zwarte draad (aarde), de gele draad (naar de accu van de auto, constant 12 V) en de rode draad (naar de aansluitklem van de accessoire) op de juiste wijze aan.
• VOORDAT u de speakerdraden van de stroomkabel met de speakers verbindt, moet u de bedrading van de speakers in uw auto controleren. – Als de bedrading van de speakers eruitziet zoals
hieronder staat afgebeeld in Fig. 1 en Fig. 2, mag het apparaat NIET worden aangesloten met behulp van deze oorspronkelijke speakerbedrading. Als u dat wel doet, zal het apparaat ernstige schade oplopen. Pas de bedrading van de speakers aan, zodat u het apparaat met de speakers kunt verbinden, zoals staat afgebeeld in Fig. 3.
Als de bedrading v an de speakers eruitziet zoals
staat afgebeeld in Fig. 3, kunt u het apparaat aansluiten met behulp van de oorspronkelijke speakerbedrading in uw auto.
– Als u twijfels hebt over de speakerbedrading in uw auto,
moet u contact opnemen met uw autodealer.
C Connections Adding Other Equipment / Anschlüsse zum Hinzufügen von anderer Ausrüstung / Raccordement pour ajouter d’autres appareils /
Aansluitingen voor het toevoegen van andere apparatuur
Amplifier / Verstärker / Amplificateur / Versterker
You can connect an amplifier and other equipment to upgrade your car stereo system.
• Connect the remote lead (blue with white stripe) to the remote lead of the other equipment so that it can be controlled through this unit.
• For amplifier only: – Connect this unit’ s line-out terminals to the amplifier’s
line-in terminals.
– Disconnect the speakers from this unit, connect
them to the amplifier. Leave the speaker leads of this unit unused.
– T o turn on/off the pow er amplifier switch, see page 38
(separate volume).
– The line output lev el of this unit is kept high to maintain
the hi-fi sounds reproduced from this unit.
When connecting an external amplifier to this unit,
turn down the gain control on the external amplifier to obtain the best performance from this unit.
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
INPUT
L
R
Rear speakers
L R
Sie können einen Verstärker oder ein anderes Gerät anschließen, um Ihre Autostereoanlage zu erweitern.
Schließen Sie das Fernbedienungskabel (blau mit
weißem Streifen) an das Fernbedienungskabel des anderen Geräts an, so daß es über dieses Gerät gesteuert werden kann.
Nur für den Verstärker:
– Die Anschlußklemmen am Ausgang dieses Gerät
an den Anschlußklemmen des Eingangs des Verstärkers anschließen.
– Die Lautsprecher von diesem Gerät abtrennen
und am Verstärker anschließen. Die Lautsprecherleitungen dieses Geräts unbenutzt lassen.
– So schaiter Sie die integrierte Endstufe aus/ein,
siehe Seite 38 (separate Lautstärke).
– Der Ausgangspegel dieses Geräts wird auf einem
hohen Wert gehalten, um den Hifi-Klang zu unterstützen, den dieses Gerät reproduziert.
Wenn Sie einen externen Verstärker an dieses Gerät anschließen, stellen Sie den
Verstärkungsregler des externen Verstärkers herunter, um die bestmögliche Leistung dieses Geräts zu erzielen.
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Amplificateur
JVC V ersterker
Hintere Lautsprecher
Enceintes arrière
Achterspeakers
L R
INPUT
L
L
R
R
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Amplificateur
JVC V ersterker
L
LINE OUT (REAR)
LINE OUT (FRONT)
R
Front speakers
Vordere Lautsprecher
Enceintes avant
Voorspeakers
You can connect another power amplifier for the front speakers.
Sie können einen anderen Leistungsverstärker für die vorderen Lautsprecher anschließen.
V ous pouvez connecter un autre amplificateur de puissance pour les enceintes avant.
U kunt nog een eindversterker voor de voorspeak ers aansluiten.
*2
KD-SH909R KD-SH707R
*2
Remote lead (Blue with white stripe)
Fernbedienungsleitung (Blau mit weißem Streifen)
Fil d’alimentation à distance (Bleu avec bande blanche)
Antennedraad (Blauw met witte streep)
A1
B1
*
*
*
A2
B2
A3
B3
A4
B4
*
Vous pouvez connecter un amplificateur ou autre appareil pour améliorer votre système autoradio.
Connectez le fil de commande à distance (bleu avec bande blanche) au fil de commande à distance de l’autre appareil de façon qu’il puisse être commandé via cet appareil.
Pour l’amplificateur seulement: – Raccorder les bornes de sortie ligne de cet appareil
aux bornes d’entrée ligne de l’amplificateur.
– Déconnectez les enceintes de cet appareil et
connectez-les à l’amplificateur. Laissez les fils d’enceintes de cet appareil inutilisés.
– Pour mettrer en/hors service l’amplificateur de
puissance, voir la page 38 (volume séparé).
– Le niveau de sortie de ligne de cet appareil est
maintenu à un niveau élevé pour maintenir une qualité Hi-Fi pour les sons reproduits par cet appareil.
Lors de la connexion d’un amplificateur extérieur à cet appareil,
gain sur l’amplificateur extérieur pour obtenir les meilleures performances de cet appareil.
Remote lead
Fernbedienungsleitung
diminuez le réglage du
Fil d’alimentation à distance
Antennedraad
Het is mogelijk om uw autostereosysteem uit te breiden met een versterker of andere apparatuur.
• Verbind de externe kabel (blauw met witte streep) met de externe kabel van het andere apparatuur zodat deze op afstand vanaf deze apparaat kan worden bediend.
• Alleen voor een versterker: – Verbind de uitgang van het apparaat met de ingang v an
de versterker.
– Koppel de speakers van dit apparaat los en
verbind ze aan de versterker.
– De stroomtoevoer v oor de versterker in- of uitschakelen,
zie bladzijde 38 (aparte uitgave).
– Het uitgangsniveau van het geluid is hoog om het hifi-
geluid van deze eenheid te behouden.
Wanneer u een extern apparaat op deze eenheid aansluit, moet u erop letten dat u de versterkingsfactor
van de externe versterker laag houdt, zodat deze eenheid de beste prestaties levert.
Y-connector (not supplied with this unit)
Y-Anschluß (nicht mitgeliefert)
Connecteur Y (non fourni avec cet appareil)
Y-connector (niet meegeleverd)
To power aerial if any
Zur Motorantenne, sofern vorhanden
À l’antenne automatique, s’il y en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
Cut the rear speaker leads of the car’s ISO connector and connect them to the amplifier.
Die Leitungen des ISO-Steckers der hinteren Lautsprecher durchtrennen und am Verstärker anschließen.
Coupez les fils des enceintes arrière du connecteur ISO de la voiture et connectez-les à l’amplificateur.
Knip de draden van de achterste luidspreker van de ISO-connector van de auto door en sluit deze draden aan op de versterker.
*
2 Firmly attach the ground wire to the metallic body or to the chassis of the car—
Rear speakers
Hintere Lautsprecher
Enceintes arrière
Achterspeakers
Front speakers
Vordere Lautsprecher
Enceintes avant
Voorspeakers
to the place not coated with paint (if coated with paint, remove the paint bef ore attaching the wire). Failure to do so may cause damage to this unit.
*
2 Verbinden Sie den Erdungsleiter mit der Karosserie oder dem Rahmen des
Fahrzeugs. Die K ontaktstelle darf nicht lackiert sein (sollte die Kontaktstelle lackiert sein, entfernen Sie den Lack der Kontaktstelle, bevor Sie den Leiter befestigen). Wenn der Erdungsleiter nicht ordnungsgemäß angeschlossen wird, kann dieses Gerät beschädigt werden.
*
2 Attachez solidement le fil de mise à la masse au châssis métallique de la
voiture—à un endroit qui n’est pas recouvert de peinture (s’il est recouvert de peinture, enlevez d’abord la peinture avant d’attacher le fil). L’appareil peut être endommagé si cela n’est pas fait correctement.
*
2
Bevestig de aardedraad goed met een metalen onderdeel of het chassis van de auto—bevestig op een niet-gelakt gedeelte (indien gelakt, schuur dan af alvorens de draad te bevestigen). Het toestel kan worden beschadigd indien de
aardedraad niet goed is aangesloten.
CD changer and DAB tuner / CD-Wechsler und DAB-Tuner / Changeur CD et tuner DAB / CD-wisselaar en DAB-tuner
You can connect a JVC CD changer and/or a JVC DAB (Digital Audio Broadcasting) tuner.
• For their connections, ref er to the instructions supplied with them.
Connecting cord supplied with your DAB tuner
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des DAB-Tuners gehört
Cordon de connexion fourni avec votre tuner DAB
Verbindingskabel die met de DAB-tuner wordt meegeleverd
KD-SH909R KD-SH707R
JVC DAB tuner
DAB-Tuner von JVC
Tuner DAB JVC
JVC DAB-tuner
Sie können einen CD-Wechsler und/oder einen DAB­Tuner (Tuner für digitalen Rundfunk) von JVC anschließen.
Weitere Informationen über den Anschluß können Sie
der Bedienungscanleitung entnehmen, die dem jeweiligen Gerät beiliegt.
Connecting cord supplied with your CD changer
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des CD-Wechsler gehört
Cordon de connexion fourni avec votre changeur CD
Verbindingskabel die met de CD-wisselaar wordt meegeleverd
JVC CD changer
CD-Wechsler von JVC
Changeur CD JVC
JVC CD-wisselaar
• You can connect both components in series as illustrated above.
Es ist möglich, beide Komponenten in einer Serienschaltung entsprechend der obigen Darstellung
anzuschließen.
Vous pouv ez connecter les deux appareils en série comme montré ci-dessus.
Beide apparaten zijn volgens bovenstaande illustratie in serie aan te sluiten.
Subwoofer and other source equipment / Subwoofer und andere Komponente / Caisson de grave et autre appareil / Subwoofer en andere apparaat
• You can connect a subwoofer to reinforce the bass.
Sie können einen Subwoofer zur Baßverstärkung anschließen.
V ous pouvez connecter un caisson de grave pour renf orcer les g r aves.
Het is mogelijk om versterken de bastonen een subwoofer aan te sluiten.
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (niet meegeleverd)
KD-SH909R KD-SH707R
L
R
SUBWOOFER OUT
Amplifier
Verstäker
Amplificateur
Versterker
Subwoofer
Subwoofer
Caisson de grave
Subwoofer
Vous pouvez connecter un changeur CD JVC et/ou un tuner DAB (Digital Audio Broadcast) JVC.
Pour leurs connexions, référez-vous aux modes d’emploi qui les accompagnent.
Connecting cord supplied with your DAB tuner or CD changer
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des DAB-Tuners oder CD-Wechslers gehört
Cordon de connexion fourni avec votre tuner DAB ou changeur CD
Verbindingskabel die met de DAB-tuner of CD-wisselaar wordt meegeleverd
JVC DAB tuner KD-SH909R KD-SH707R
DAB-Tuner von JVC
Tuner DAB JVC
JVC DAB-tuner
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
• Before connecting the CD changer and/or the D AB tuner, make sure that the unit is turned off.
• Bevor Sie den CD-W echsler und/oder den D AB-Tuner anschließen, ver gewissern Sie sich, daß das Gerät ausgeschaltet ist.
• Avant de connecter le c hangeur CD et/ou le tuner DAB, s’assurer que l’unité est éteinte.
• Zorg ervoor dat de apparaat is uitgeschakeld alvorens u de en/of DAB-tuner CD-wisselaar aansluit.
DVD, VCR or TV / DVD, Videorecorder oder Fernsehgerät /
é
DVD, Magn
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (niet meegeleverd)
LINE IN
KD-SH909R KD-SH707R
CONTROL cord
Steuerungskabel
Cordon de commande
Snoer voor de afstandsbediening
4
toscope ou Téléviseur / DVD, Videorecorders en TV
L R
TV
*
AUDIO L
R
DIGITAL
REMOTE
OUTPUT
SENSOR
(OPTICAL)
INPUT
Remote control data cord (supplied with KV-DV7)
Fernbedienungsdatenkabel (gehört zum Lieferumfang von KV-DV7)
Cordon de télécommande de données (fourni avec le
Snoer voor de afstandsbediening (meegeleverd met de KV-DV7)
Het is mogelijk een JVC CD-wisselaar en/of JVC DAB-tuner (Digital Audio Broadcasting) aan te sluiten.
• Zie de instructies van deze apparaten voor meer informatie over het tot stand brengen van deze aansluiting.
or
oder
ou
of
JVC CD changer
CD-Wechsler von JVC
Changeur CD JVC
JVC CD-wisselaar
You can connect the DVD player (KV-DV7).
Sie können den DVD-Spieler (KV-DV7) anschließen.
Vous pouvez connecter un lecteur de DVD (KV-DV7).
Hei is mogelijk een DVD (KV-DV7) aan te sluiten.
* To the mobile color monitor system or the
audio-video input terminal of a stereo audio-
KV -D V7
OUTPUT
VIDEO
1
2
oder dem Audio-Video-Eingang eines stereophonen Audio-Video-Fernsehgeräts.
* Au système mobile de moniteur couleur ou aux
prises d’entrée audio-vidéo d’un téléviseur stéréo audio-vidéo.
*
Naar het mobiele kleuren of monitorsysteem of de
video TV .
* Zum mobilen Farb- oder Monitorsystem
audio-/video-ingang van een stereo audio/video TV.
KV-DV7
)
Loading...