JVC KD-SH909R Instruction Manual [nl]

CD RECEIVER
CD-RECEIVER RECEPTEUR CD CD-RECEIVER

KD-SH909R/KD-SH707R

ENGLISH
DEUTSCH
FRANÇAIS
Detachable
ATT
ANGLE
CD
DAB
FM
PRESET
AM
CH
AUX SEL
RM-RK100
DISC
R D
DISC
VOLUME
EQ
PRESET
KD-SH909R
MOSFET
KD-SH707R
MOSFET
DBM
T/P
DBM
T/P
KD-SH909R
KD-SH707R
ATT
ATT
For installation and connections, refer to the separate manual. Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetref fende handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
LVT0831-001A
[E/EX]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
Benaming/Spanningslabel
CLASS LASER
Caution:
Let op:
This product contains a laser component
Dit toestel heeft een laserkomponent met
of higher laser class than Class 1.
een hogere klasse laserstraal dan Klasse 1.
1
PRODUCT

Het apparaat terugstellen

Druk met een balpen of een ander dun, langwerpig voorwerp op de Reset-toets, die zich aan de voorzijde van de apparaat op het bedieningspaneel bevindt.
Opmerking:
De geheugeninstellingen – zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen – zullen eveneens gewist worden.
CAUTION: Invisible laser radiation when open and interlock failed or defeated. AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. (e)
ADVARSEL: Usynlig laser­stråling ved åbning, når sikkerhedsafbrydere er ude af funktion. Undgåudsæt­telse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser­strålning när denna del är öppnad och spärren är urkopplad. Betrakta ej strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet alttiina näkymättö­mälle lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f)
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1. KLASSE 1 LASERPRODUKT
2. LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en interlock uitgeschakeld of defekt. Voork om direkte b lootstelling aan de str aal.
3. LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan erkend onderthoudspersoneel.
4. LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare laserstralen maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5. LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke str aling.
LET OP:
Steek NOOIT uw vinger tussen het bedieningspaneel en de apparaat aangezien u het risico loopt vast te komen zitten en u zichzelf zeer doet. (Zie bladzijde 42.)
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk , omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
2
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.

INHOUDSOPGAVE

Het apparaat terugstellen ......................... 2
Het gebruik van de toets M (modus) ........ 4
Veranderen van displaypatroon................ 4
PLAATSING VAN DE TOETSEN .......... 5
Bedieningspaneel .................................... 5
Afstandsbediening ................................... 6
De afstandsbediening voorbereiden......... 7
BASISBEDIENING ......................... 8
De stroomtoevoer inschakelen................. 8
Klok instellen ........................................... 9
BASISBEDIENING VAN DE RADIO....... 10
Naar de radio luisteren ............................. 10
Radiozenders in het geheugen
vastleggen............................................. 12
Afstemmen op een voorkeuzezender....... 13
HET GEBRUIK VAN RDS .................. 14
Wat u kunt doen met RDS........................ 14
Andere nuttige RDS-functies en het
maken van aanpassingen ...................... 18
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER .......... 21
Een CD afspelen ..................................... 21
Een track of een bepaald punt op
de CD zoeken ....................................... 22
De tekst van een CD met CD Text
weergeven............................................. 23
CD-afspeelmodi selecteren ...................... 23
Voorkomen dat de CD terugspringt .......... 24
INTRODUCTIE EEN MP3.................. 25
(UITSLUITEND VOOR DE KD-SH909R)
Wat is MP3? ............................................ 25
Hoe worden MP3-bestanden opnemen
en afgespeeld? ..................................... 25
BEDIENING VAN DE MP3................. 27
(UITSLUITEND VOOR DE KD-SH909R)
Een MP3-CD afspelen.............................. 27
Een bestand of een bepaalde passage
op een MP3-CD opzoeken..................... 29
MP3-afspeelmodi selecteren .................... 32
GELUID REGELEN ......................... 33
Geluid aanpassen.................................... 33
V ooraf geluidsmodi selecteren
Geluidsweergav e aanpassen en opslaan ..... 35
(EQ) ........... 34
ANDERE HOOFDFUNCTIES .............. 36
De algemene instellingen wijzigen (PSM)..... 36
Namen aan bronnen toekennen............... 41
De hoek van het bedieningspaneel
wijzigen ................................................. 42
Bedieningspaneel verwijderen ................. 43
BEDIENING VAN HET EXTERNE
APPARAATEN ............................ 44
Externe apparatuur afspelen .................... 44
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR ..... 46
CD’s afspelen .......................................... 46
CD-afspeelmodi selecteren ...................... 47
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER ....... 49
Afstemmen op een ensemble en
op een van de services .......................... 49
DAB-frequenties in het geheugen
opslaan ................................................. 51
Afstemmen op een opgeslagen
DAB-service .......................................... 52
Wat u nog meer met DAB kunt doen........ 52
AANVULLENDE INFORMATIE ............ 53
PROBLEMEN OPLOSSEN ................ 54
ONDERHOUD .............................. 56
Omgaan met CD’s ................................... 56
SPECIFICATIES ............................ 57
3

Het gebruik van de toets M (modus):

Als u op M (modus) drukt, fungeert deze toets als modustoets en schakelt de eenheid over op de
functiemodus waarbij de cijfertoetsen, de toetsen 4/¢ - en D (display) als aparte
functietoetsen fungeren.
Bij de functiemodus:
Indicator die tijd aftelt licht op.
Om na een druk op M (modus) deze toetsen weer voor de oorspronkelijke functies te
gebruiken (bijvoorbeeld als cijfertoetsen), moet u 5 seconden wachten zonder op een van deze
toetsen te drukken totdat de functiemodus is geannuleerd.
Ook als u nogmaals op M (modus) drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.

Veranderen van displaypatroon:

Het apparaat heeft twee verschillende displaypatronen – met of zonder de aanduiding voor de bron.
Voor het veranderen van het displaypatroon, drukt u op M (modus) en vervolgens binnen 5
seconden op D (display). Door iedere druk op D (display) verandert het displaypatroon als volgt:
Bijv.: Bij ontvangst van een FM-zender...
(Standaardinstelling)
Opmerking:
De afbeeldingen van het display in deze gebruiksaanwijzing zijn gebaseerd op het display met de aanduiding
voor de bron en met “CLOCK” op “ON” gesteld. (Zie bladzijde 38.)
LET OP bij het instellen van het volume
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het apparaat geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het apparaat gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het apparaat is gestolen.
4

Bedieningspaneel

Het display-venster
u
i

PLAATSING VAN DE TOETSEN

o
a
;
sd
f
DIRECTORY
FILE DISC
TRACK
hj
g
1
2
w
1 De toets 0 (uitwerpen) 2 De bedieningsschijf 3 De toets SEL (selecteren) 4 De toets EQ (equalizer) 5 De toets T/P (traffic/programme type) 6 De toets D (display) 7 De toets B (omroepband) 8 De toets M (modus) 9 De toetsen 4/¢
Deze toetsen doen dienst als SSM-toetsen wanneer beide toetsen tegelijk worden ingedrukt.
p De toets ATT (hoek/attenuatie) q Aux-ingangsaansluitingen w De Reset-toets e De toets SOURCE (standby/on) r De cijfertoetsen
De toets
De toets
De toets
De toets
De toets
De toetsen voor het bedienen van de DVD/ video-onderdelen
t Afstandssensor y De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
MO (mono) LO (lokaal) INT (intro scan) RPT (repeat) RND (random)
3
4 5
e
6
T/P
RPT ST RND MO
/
p
yt
7
r
8
LOCAL
AF
REG
TP PTY
kl
9
Het display-venster
u De indicators MP3 (uitsluitend voor de
KD-SH909R) DIRECTORY, FILE
i De indicator DISC o Hoofdvenster ; De indicator LOCAL a Niveaudisplay-indicator s De indicator RPT (repeat) d De indicator ST (stereo) f De indicator RND (random) g De indicator CD–geplaatst h De indicator TRACK j Indicator die tijd aftelt k De RDS-indicators:
AF, REG, TP, PTY
l De indicator voor de afspeelbron en klok / De indicator MO (mono)
q
5

Afstandsbediening

ATT
1
ANGLE
CD
DAB
PRESET
DISC
R D
DISC
VOLUME
FM
2
AM
CH
AUX SEL
RM-RK100
1 • Hiermee wordt de eenheid ingeschakeld als deze
is uitgeschakeld.
• Schakelt de eenheid uit indien u de toets ingedrukt houdt tot de vermelding “SEE YOU” op de display verschijnt.
• Hiermee wordt het volume in korte tijd verminderd als u de toets heel even indrukt, en de vermelding “ATT” knippert op de display. Als u nogmaals op de toets drukt, keert het oude volumeniveau weer terug.
2 •CD:
Hiermee wordt de CD-speler geselecteerd.
• FM : • Indien k orte tijd ingedrukt, wordt hiermee
de FM-tuner geselecteerd. Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere FM-band geselecteerd: FM1, FM2 of FM3.
• Hiermee wordt de DAB-tuner geselecteerd, als u de toets ingedrukt houdt.* Elke keer wanneer u op de toets drukt in ingedrukt houdt, wordt er een andere DAB-band geselecteerd: DAB1, DAB2 en DAB3.
•AM:
Hiermee wordt de AM-tuner geselecteerd.
• CH : Hiermee wordt de CD-wisselaar geselecteerd.*
• AUX : Hiermee wordt het externe apparaat geselecteerd. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt beurtelings “AUX INPUT”** en “LINE INPUT”** geselecteerd.
3 Hiermee kunt u de hoek het bedieningspaneel in
een van vier posities wijzigen.
4 Hiermee worden de geluidsmodi geselecteerd.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er
een andere geluidsmodus geselecteerd.
6
EQ
PRESET
3
4
5 6
7
8 9
p
5 • Hiermee wordt naar zenders gezocht terwijl u
naar de radio luistert.
• Hiermee worden ensembles geselecteerd terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien korte tijd ingedrukt.
• Hiermee kunt u de track (het bestand) snel vooruit en achteruit spoelen als u de toets tijdens het beluisteren van een disk indrukt en ingedrukt houdt.
Hiermee gaat u naar het begin van de volgende
(Zie bladzijde 22 en 29.)
track of het volgende bestand of terug naar het begin van de huidige (of vorige) track of het huidige (of vorige) bestand als u de toets tijdens het beluisteren van een disk indrukt en ingedrukt houdt. (Zie bladzijde 22 en 29.)
6 • Hiermee wordt het nummer van het vooraf
ingestelde kanaal gewijzigd terwijl u naar de radio (of DAB-tuner) luistert. Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een ander nummer voor het vooraf ingestelde kanaal geselecteerd en wordt op de geselecteerde zender of service afgestemd.
• Uitsluitend voor de KD-SH909R: Hiermee gaat u naar het eerste bestand van de volgende map of het eerste bestand van de vorige map als u deze toets tijdens het beluisteren van een MP3-CD indrukt en ingedrukt houdt. (Zie bladzijde 30.)
• Uitsluitend voor de KD-SH909R: Hiermee gaat u naar het eerste bestand van de volgende map of het eerste bestand van de vorige map binnen dezelfde hiërarchieniveau als u deze toets tijdens het beluisteren van een MP3-CD korte tijd indrukt. (Zie bladzijde 31.)
7
Hiermee worden services geselecteerd terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien korte tijd ingedrukt.
• Hiermee wordt het CD-nummer gewijzigd terwijl u naar de CD-wisselaar luistert. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een ander CD-nummer geselecteerd en w ordt de geselecteerde CD afgespeeld.
• Uitsluitend voor de KD-SH909R: Hiermee gaat u naar het eerste bestand van een map in een bovenliggende of onderliggende hiërarchieniveau als u deze toets tijdens het beluisteren van een MP3-CD korte tijd indrukt. (Zie bladzijde 31.)
8 Uitsluitend voor de KD-SH909R:
Hiermee gaat u naar de bovenste map als u naar een MP3-CD luistert. (Zie bladzijde 31.)
9*** Hiermee worden de items voor
geluidsaanpassingen geselecteerd. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere geluidsaanpassing geselecteerd.
p*** • Hiermee wordt het volume gewijzigd.
• Hiermee wordt de geluidsmodus gewijzigd (nadat u op de toets SEL (selecteren) hebt
gedrukt).
* Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze apparatuur als afspeelbron te selecteren.
** Met “AUX IN” of “LINE IN” op “OFF” gesteld,
kunt u de overeenkomende bron niet voor weergave kiezen. (Zie bladzijde 39.)
***Deze toetsen werken niet voor de modus voor
aangepaste voorkeursinstellingen.

De afstandsbediening voorbereiden

3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’ hoort.
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer dat er geen obstakels in het pad liggen.
Afstandssensor
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt, moet u de batterij vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder.
1) Druk de batterijhouder met behulp van een balpen of een soortgelijk voorwerp in de richting van de pijl die in de afbeelding staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(achterkant)
1)
2)
(achterkant)
Gebruikke batterijen:
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen toegang toe hebben. Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken, waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet en gooi geen batterij in het vuur. Elk van deze handelingen kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt met andere metalen. Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterij door deze met plakband af te plakken. Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
• Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een naald of mes open te maken. Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar boven in de houder zakken zodat deze vast komt te liggen.
Lithium knoopcelbatterij (Productnummer: CR2025)
LET OP:
Leg de afstandsbediening niet op plaatsen waar het directe zonlicht langdurig op valt (zoals bijvoorbeeld op het dashboard). De afstandsbediening wordt anders beschadigd.
7

BASISBEDIENING

De stroomtoevoer inschakelen

2
Regel het volume.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen zie bladzijde 9.
1
Schakel de stroom in en selecteer de afspeelbron.
Als u voor de eerste keer op de toets drukt, wordt de stroom ingeschakeld. Daarna wordt elke keer wanneer u op de toets drukt een andere afspeelbron geselecteerd, en wel in deze volgorde:
AM TUNER (AM)
DAB TUNER (DAB)* CD CHANGER (CDCH)* LINE INPUT (LINE)***
AUX INPUT (AUX)***
* Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze apparatuur als afspeelbron te selecteren.
** Als er zich geen CD in de lade is geplaatst,
kan de CD-speler niet als afspeelbron worden geselecteerd.
*** Met “LINE IN” of “AUX IN” op “OFF”
gesteld, kunt u de overeenkomende bron niet voor weergave kiezen. (Zie bladzijde 39).
Voor gebruik v an de tuner (FM of AM—MW/LW),
zie bladzijde 10 – 20.
Voor het afspelen van CD’s,
zie bladzijde 21 – 24.
Voor het afspelen van MP3-CD (uitsluitend
voor de KD-SH909R), zie bladzijde 27 – 32.
Voor gebruik van het externe apparaat
– AUX INPUT (AUX) en LINE INPUT (LINE), zie bladzijde 44 en 45.
Voor gebruik van de CD-wisselaar,
zie bladzijde 46 – 48.
Voor gebruik van de DAB-tuner,
zie bladzijde 49 – 52.
FM TUNER (FM)
CD**
Terug naar het begin
8
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Het door u ingestelde volumeniveau verschijnt.
Volumeniveau-indicator
Opmerking:
U kunt nadat u het volume hebt aangepast het bedieningsschijf naar binnen duwen zodat u niet per ongeluk toetsen aanraakt. Druk nogmaals op de bedieningsschijf zodat deze naar buiten komt geschoven als u de knop weer wilt gebruiken.
3
Stel het geluid in zoals u zelf wilt. (Zie bladzijde 33 – 35.)
• U kunt het ingangsniveau voor iedere bron, uitgezonderd FM, instellen en in het geheugen vastleggen. (Zie bladzijde
33).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk op ATT en houdt deze ingedrukt terwijl u naar een afspeelbron luistert. De vermelding “ATT” op de display gaat knipperen en het niveau van het volume neemt na korte tijd af. Druk als u het vorige geluidsniveau wilt herstellen opnieuw op de toets en houdt deze ingedrukt.
• U kunt het volume ook op het oude niveau terugbrengen door de bedieningsschijf linksom te draaien (tegen de wijzers van de klok in).
Spanning uitschakelen
Druk op SOURCE en houdt deze ingedrukt tot de vermelding “SEE YOU” op de display wordt weergegeven.
Wanneer u de stroom uitschakelt tijdens het beluisteren van een CD, kunt u later bij het weer inschakelen van de stroom de CD­weergave starten vanaf het punt waar u hiervoor stopte.

Klok instellen

1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 37.)
2
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “24H/12H” als
deze al niet meteen op de display wordt weergegeven.
2 Selecteer de vermelding “12HOUR” of
“24HOUR”.
3
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK H (uur)”
als deze al niet meteen op de display wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
21
4
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK M
(minuten)”.
2 Pas de minuten aan.
21
5
Voltooi de instelling.
1
2
Als u wilt weten hoe laat het is terwijl de apparaat is uitgeschakeld drukt op D (display).
De stroom wordt vervolgens ingeschakeld en gedurende 5 seconden wordt de tijd van de klok weergegeven. Daarna wordt de stroomtoevoer weer uitgeschakeld.
9

BASISBEDIENING VAN DE RADIO

Naar de radio luisteren

Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken.
Automatisch naar een zender zoeken: Auto search
1
Selecteer FM of AM (MW/LW).
1 Druk herhaaldelijk op
F 1 F 2 F 3
(FM 1) (FM 2) (FM 3)
SOURCE om FM of AM (MW/LW) als afspeelbron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk
indien nodig om het FM-bandnummer te selecteren op de toets B (omroepband). Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel als volgt:
2
Zoek een zender.
Druk op ¢ afstemmen op een zender met een hogere frequentie.
Druk op afstemmen op een zender met een lagere frequentie.
Wanneer een zender wordt ontvangen, stopt het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd. Als u alleen wilt afstemmen op FM-zenders
met een sterk signaal
1 Druk op M
activeren terwijl u naar een FM-uitzending luistert.
2 Druk op LO (lokaal) terwijl de functiemodus
nog is geactiveerd, zodat de indicator LOCAL op de display licht op. Deze functie werkt alleen terwijl u naar FM­zenders zoekt en bij SSM. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, gaat de indicator LOCAL beurtelings licht en uit.
(modus)
om de functiemodus te
4
10
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Opmerkingen:
• Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-zenders te luisteren.
• Bij ontvangst van een FM RDS-zender verschijnt de PS naam (zendernaam) op de bovenste regel van het hoofdvenster.
Handmatig naar een zender zoeken: Manual search
1
Selecteer FM of AM (MW/LW).
1 Druk herhaaldelijk op
SOURCE om FM of AM (MW/LW) als afspeelbron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk
indien nodig om het FM-bandnummer te selecteren op de toets B (omroepband). Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel als volgt:
F 1 F 2 F 3
(FM 1) (FM 2) (FM 3)
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-zenders te luisteren.
2
Druk op ¢ of op 4 en houd deze ingedrukt tot de vermelding “M” (voor “manual”: handmatig zoeken) op de display begint te knipperen.
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige modus na 5 seconden automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen totdat u de toets loslaat.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is:
1
Druk op M (modus) om de functiemodus te activeren terwijl u in stereo naar een FM-stereo-uitzending luistert.
2 Druk op MO (mono) terwijl de
functiemodus is geactiveerd, zodat de indicator MO op de display licht op.
• Elke keer wanneer u op de toets drukt gaan de indicators MO (mono) en ST (stereo) beurtelings licht.
Er brandt een lampje wanneer een FM-uitzending in stereo wordt ontvangen.
ST
MO
3
Stem af op het zender van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding “M” op de display knippert.
Druk op ¢ als u wilt afstemmen op een zender dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt afstemmen op een zender dat op een lagere frequentie uitzendt.
De indicator MO licht op.
Als de indicator MO op de display licht is, wordt het geluid in mono weergegeven en verbetert de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).
11

Radiozenders in het geheugen vastleggen

U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM (MW/ LW)-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-zenders instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de FM-golfband (FM1 – 3) waarop u FM-zenders wilt vasteleggen.
1 Druk herhaaldelijk op
SOURCE om FM.
F 1 F 2 F 3
(FM 1) (FM 2) (FM 3)
2 Druk herhaaldelijk
indien nodig om het FM-band te selecteren op de toets B (omroepband). Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel als volgt:
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM (MW/ LW ) vastleggen).
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1-band
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM) waarop u zenders wilt vasteleggen (in dit voorbeeld cijfertoets FM1).
1 Druk herhaaldelijk op
SOURCE om FM als afspeelbron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk indien
nodig om het FM1 te selecteren op de toets B (omroepband). Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel als volgt:
F 1 F 2 F 3
(FM 1) (FM 2) (FM 3)
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
12
2
Stem af op een zender op 88,3 MHz.
Druk op ¢ als u wilt afstemmen op een zender dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt afstemmen op een zender dat op een lagere frequentie uitzendt.
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
“1” knippert erige tijd.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.

Afstemmen op een voorkeuzezender

U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders in het geheugen vastleggen” op bladzijde 12, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
1 Druk herhaaldelijk op
SOURCE om FM of AM (MW/LW) als afspeelbron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk
indien nodig om het FM-band te selecteren op de toets B (omroepband). Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel als volgt:
F 1 F 2 F 3
(FM 1) (FM 2) (FM 3)
2
Selecteer het nummer (1 t/m 6) van de gewenste zender.
Als de geluidskwaliteit vermindert en het stereo-effect van een FM-zender verdwijnt...
In bepaalde gebieden kunnen zenders die zich in elkaars nabijheid bevinden elkaar storen. Deze apparaat kan dergelijke storing automatisch verminderen (dit is de standaardinstelling van deze apparaat bij het verlaten van de fabriek). In sommige gevallen neemt de geluidskwaliteit echter af en gaat het stereo-effect verloren. Raadpleeg de paragraaf “De selectiviteit van de FM-tuner wijzigen – IF FILTER” op bladzijde 40 als u niets aan geluidskwaliteit wilt inleveren of het stereo-effect wilt verliezen.
13

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS

RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen.Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het zender met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “Enhanced Other Networks”. Met behulp van de Enhanced Other Networks-gegevens die door het zender worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (TA – “Traffic
Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS-zender van hetzelfde zender dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie de afbeelding op de volgende pagina). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative Frequency) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-zender goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
14
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerk­opsporing gebruiken om hetzelfde programma met de beste ontvangst te blijven beluisteren. Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
• AF: De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”). Met deze instelling schakelt het apparaat naar een andere zender van hetzelfde netwerk wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. (In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving). De indicator AF licht op, maar de indicator REG licht niet op.
• AF REG: De netwerkfunctie is ingeschakeld en
• OFF: De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld. De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie bladzijde 52.)
ook Regionalisatie is ingeschakeld (“on”). Met deze instelling schakelt het apparaat naar een andere zender van hetzelfde netwerk die hetzelfde programma uitzendt, wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. Zowel de indicator AF als de indicator REG lichten op.
De indicator AF en de indicator REG lichten allebei niet op.
Indicator AF
AF
REG
Indicator REG
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 37).
2
Selecteer de vermelding “AF-REG (alternatieve frequentie/regionale ontvangst)” als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer de gewenste modus – “AF”, “AF REG” of “OFF”.
4
Voltooi de instelling.
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden ontvangen.
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie D
Het gebruik van TA standby ontvangst
Met TA standby ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of een andere aangesloten afspeelbron).
TA standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
Druk op T/P om TA standby ontvangst te activeren.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP
indicator oplichten of knipperen.
• TA standby ontvangst is geactiveerd indien de TP indicator is opgelicht. “TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het apparaat stemt nu automatisch op deze zender af. Het volume wordt op het reeds vastgelegde TA volumeniveau (zie bladzijde 19) gesteld en u hoort de verkeersinformatie.
• TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd indien de TP indicator knippert. De zender die wordt ontvangen levert namelijk geen signalen die voor TA standby ontvangst zijn vereist. Om TA standby ontvangst nu te activeren moet u op een andere zender afstemmen die wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om een dergelijke zender op te zoeken. De TP indicator stopt te knipperen en licht continu op zodra een zender met deze signalen is gevonden. TA standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de TP indicator oplichten. “TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het apparaat verandert nu automatisch van bron en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van TA standby ontvangst, drukt u nogmaals op T/P.
15
Het gebruik van PTY standby ontvangst
Met PTY standby ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar uw favoriete programmagenre (PTY: Programmagenre) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of een andere aangesloten afspeelbron).
PTY standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
U kunt uw favoriete programma voor PTY standby ontvangst kiezen. Bij het verlaten van de fabriek, is PTY standby ontvangst uitgeschakeld. (“OFF” is voor PTY standby ontvangst gekozen).
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 37).
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY (standby)” als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 20).
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
• Selecteer “OFF” om PTY standby ontvangst te annuleren.
4
Voltooi de instelling.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal
de PTY indicator oplichten of knipperen.
• PTY standby ontvangst is geactiveerd indien de PTY indicator is opgelicht. Wanneer een zender een programma van het gekozen PTY programmatype start uit te zenden, stemt het apparaat automatisch op deze zender af.
• PTY standby ontvangst is nog niet geactiveerd indien de PTY indicator knippert. De zender die wordt ontvangen levert namelijk geen signalen die voor PTY standby ontvangst zijn vereist. Om PTY standby ontvangst nu te activeren moet u op een andere zender afstemmen die wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om een dergelijke zender op te zoeken. De PTY indicator stopt te knipperen en licht continu op zodra een zender met deze signalen is gevonden. PTY standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld,
zal de PTY indicator oplichten. Wanneer een zender een programma van het gekozen PTY programma start uit te zenden, verandert het apparaat automatisch van bron en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van PTY standby ontvangst, kiest u in de hier links beschreven
stap 3 “OFF”. De PTY indicator dooft.
16
Uw favoriete programmagenre opzoeken
U kunt een gewenste PTY-code opzoeken. Daarbij kunt u uw 6 favoriete programmatypen voor het later gemakkelijk opzoeken onder de cijfertoetsen vastleggen. Standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 t/m 6) opgeslagen.
Zie de informatie hieronder voor een uitleg over
het opslaan van uw favoriete programmagenres. Zie bladzijde 18 voor een uitleg over het zoeken van uw favoriete programma.
1
POP M
45
CLASSICS
2
ROCK M EASY M
AFFAIRS
3
6
VARIED
2
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 20).
De naam van de PTY­code die u selecteert, wordt op de display weergegeven.
3
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minimaal 2 seconden vast om de geselecteerde PTY-code op te slaan onder de cijfertoets van uw keuze.
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan
1
Druk op T/P in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt.
De PTY-code die als laatste werd geselecteerd, verschijnt op de display.
Het voorkeurnummer knippert erige tijd.
4
Druk u nogmaals op T/P in en houd.
17
Een programmagenre opzoeken
1
Druk op T/P en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt terwijl u naar een FM-zenders luistert.
De PTY-code die als laatste werd geselecteerd, verschijnt op de display.
2
Selecteer een van de PTY-codes.
OF

Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen

De weergave op de display wijzigen terwijl u naar een FM-zender luistert
Wat er als eerste op de display wordt weergegeven wanneer u naar een FM-zender luistert dat gebruik maakt van het RDS-systeem, kunt u zelf bepalen. U kunt de oorspronkelijke weergave desgewenst wijzigen in de zendernaam (PS NAME), de frequentie van het ontvangen zender of programmagenre (PTY).
Druk op D (display) terwijl u naar een FM RDS-zenders luistert.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de volgende informatie op de display:
Bijv: Met “ROCK M” gekozen.
3
Druk op ¢ of 4 om het PTY­zoeken naar uw gewenste programma te starten.
• Als er een zender is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op dat zender af.
• Als er geen zender is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op het zender dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet goed.
18
Zendernaam (PS NAME)
&
Frequentie
Zendernaam (PS NAME)
&
Programmagenre (PTY)
Automatische selectie van een zender bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op de vooraf ingestelde voorkeurzender. Als deze zender een RDS-zenders is, gebeurt er echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar een andere, sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt als de voorkeurzender die u hebt gekozen (dit wordt Programma zoeken genoemd).
• Omdat het uitvoeren van de zoekopdracht enige tijd in beslag neemt, duurt het even tot er op een ander zender wordt afgestemd.
Hoe u deze voorziening activeert, wordt hieronder uitgelegd.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 36.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“P(Programma)-SEARCH” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van de
klok mee en selecteer “ON”. De voorziening Programma zoeken is nu ingeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het zoeken naar een programma wilt beëindigen, herhaalt u de bovenstaande
procedure, maar selecteert u in stap 3 de vermelding “OFF” door de bedieningsschijf tegen de wijzers van de klok in te draaien.
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de TA standby-ontvangst van verkeersinformatie op te geven met welk geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie wordt ontvangen, worden aangepast aan het volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 36.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“TA VOLUME (volume)” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om het gewenste
volume te kiezen. U kunt het volume instellen op een waarde van “00” tot “50”.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het RDS-signaal van een zender worden meegezonden. Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt aangepast, moet u de onderstaande procedure volgen.
• Zie ook de paragraaf“De algemene instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 36.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“AUTO ADJ (aanpassen)” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf tegen de wijzers van
de klok in om “OFF” te kiezen. U hebt het automatisch aanpassen van de klok nu uitgeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt activeren, moet u de procedure herhalen en in
stap 3 “ON” selecteren door de bedieningsschijf met de wijzers van de klok mee te draaien.
Opmerking:
Nadat u voor “AUTO ADJ” de instelling “ON” hebt gekozen, dient u de eenheid tenminste 2 minuten op hetzelfde zender afgestemd te houden, anders wordt de klok niet aangepast. (Dit is nodig omdat de eenheid maximaal 2 minuten nodig heeft om de tijdgegevens in het RDS-signaal te ontvangen en verwerken).
19
PTY-codes
NEWS: Nieuws AFFAIRS: Actualiteiten en achtergrond
INFO: Informatieve programma’s over
SPORT: Sportverslagen EDUCATE: Educatieve programma’s DRAMA: Radio-hoorspelen CULTURE: Programma’s aangaande
SCIENCE: Wetenschappelijke en technische
VARIED: Overige programma’s,
POP M: Popmuziek ROCK M: Rockmuziek EASY M: Easy-listening muziek LIGHT M: Lichte muziek CLASSICS: Klassieke muziek OTHER M: Overige muziek WEATHER: Weerberichten
FINANCE: Programma’s aangaande handel
informatie aangaande het nieuws
diverse verscillende onderwerpen
nationale of regionale cultuur
programma’s
bijvoorbeeld ceremonies en comedies
en de beurs en beursberichten, enz.
CHILDREN: Amusement voor kinderen SOCIAL: Programma’s over sociale
activiteiten
RELIGION: Programma’s over aspecten van
geloof en religie, aangaande het bestaan en ethiek
PHONE IN: Programma’s waarin mensen
via de telefoon of een publiek forum hun meningen kunnen uiten
TRAVEL: Programma’s over reizen en
bestemmingen, georganiseerde reizen en ideeën en mogelijkheden voor vacanties
LEISURE: Programma’s over recreatieve
bezigheden, bijvoorbeeld
tuinieren, koken, vissen, enz. JAZZ: Jazz-muziek COUNTRY: Country-muziek NATION M: Huidige populaire muziek van
een bepaald land of gebied in
de taal van het land of gebied OLDIES: Gouwe-Ouwe FOLK M: Folk-muziek DOCUMENT: Programma’s over feitelijke
gebeurtenissen, vaak
gepresenteerd in een
onderzoekende stijl
20

GEBRUIK VAN DE CD-SPELER

Zie voor het afspelen van MP3-CD (uitsluitend voor de KD-SH909R) ook de paragraaf “BEDIENING VAN DE MP3” op pagina 27 t/m 32.

Een CD afspelen

1
Open het bedieningspaneel.
Opmerking:
Als er een extern apparaat op de extra ingang is ingesloten, dient u CD’s voorzichtig te plaatsen en verwijderen.
2
Plaats een CD in de lade.
• Alle tracks op de disk worden net zo vaak herhaald tot u het afspelen beëindigd. Deze functie wordt — All Track Repeat Play genoemd.
Het bedieningspaneel komt naar beneden en de laadopening verschijnt.
De CD wordt naar binnen getrokken, het bedieningspaneel keert terug naar de vorige positie (zie bladzijde 42) en de CD begint automatisch te spelen.
De display wordt gewijzigd en geeft het volgende weer:
De indicator CD-geplaatst licht op.
Totaal nummer track op de CD die in de CD-lade is geplaatst
Totale speeltijd van de CD die in de CD-lade is geplaatst
Huidige track
Verstreken speeltijd
Opmerking:
Plaats geen disk met een diameter van 8 cm in de laadopening omdat dergelijke disks vast komen te zitten.
21
Opmerkingen:
• W anneer er zich een CD in de laadopening bevindt en u “CD” als afspeelbron selecteert door op SOURCE
te drukken, wordt de CD afgespeeld.
• Als een disk ondersteboven wordt geplaatst, wordt de CD-speler automatisch geopend.
• Indien een naam voor de CD is ingevoerd (zie bladzijde 41), zal deze op de bovenste regel van het hoofddisplay worden getoond.
• Bij weergave van een CD-Tekst verschijnen de titel van de CD/artiest en titel van de track, gevolgd door de verstreken speeltijd (en het nummer track). Zie ook de paragraaf “De tekst van een CD met CD Text weergeven” (bladzijde 23) en de paragraaf “De instelling voor lopende tekst selecteren – SCROLL” (bladzijde 39). Als er op een CD met CD Text veel informatie staat, kan het zijn dat niet de hele tekst op de display wordt weergeg e ven.
• Wanneer u een de stroom uitschakeld of andere afspeelbron selecteert, stopt het afspelen van de CD (alleen nu zonder dat de CD uit de laadopening naar voren komt). Bij het later weer de stroom ingeschakeld of kiezen van CD als bron, zal de CD-weergave starten vanaf het punt waar u hiervoor was gestopt.

Een track of een bepaald punt op de CD zoeken

Het muziekstuk versneld vooruit afspelen of achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ , en houd deze toets ingedrukt om het track versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4, en houd deze toets ingedrukt om het track achteruit af te spelen.
Naar de volgende of vorige tracks gaan
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op ¢ om naar het begin van de volgende track te gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt het begin van de volgende track opgez ocht, geselecteerd en ten gehore gebracht.
Stoppen met afspelen en de CD terug laten springen
Druk op 0. Het afspelen van de CD wordt beëindigd, het bedieningspaneel komt naar beneden en de CD komt uit de laadopening naar voren.
Druk als u het bedieningspaneel weer in de vorige positie wilt hebben nogmaals op 0.
• Als de lade gedurende één minuut is geopend (of gedurende 30 seconden als u de CD hebt uitgeworpen en de contactsleutel op “OFF” is gesteld) is er een toon hoorbaar en keert het bedieningspaneel terug naar de vorige positie. Let erop dat de disk of vingers niet vast komen te zitten tussen het bedieningspaneel en de
apparaat.
Opmerking:
Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15 seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de CD automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst, zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet automatisch met afspelen begonnen.)
22
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op 4 om terug te keren naar het begin van de huidige track. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt het begin van de vorige track opgezocht, geselecteerd en ten gehore gebracht.
Direct naar een bepaald track gaan
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald track hoort, om het afspelen van dat track te laten beginnen.
• Om een track met nummer 1 – 6 te selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Om een track met nummer 7 – 12 te selecteren: Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.
Nummer track
Verstreken speeltijd

De tekst van een CD met CD Text weergeven

Op een CD met CD Text is informatie opgenomen zoals de titel van de CD, de naam van de uitvoerende artiest en de titel van de tracks. Het is mogelijk om deze informatie op de display weer te geven.
Selecteer tijdens het afspelen van een CD met CD Text de afspeelmodus die tekst kan weergegeven.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de weergave op de display en wel als volgt:
• Met het displaypatroon met de aanduiding voor de bron gekozen...
Titel van de CD/Artiest
&
Titel van de track
Nummer track
&
Verstreken speeltijd
Titel van de CD/Artiest
&
Verstreken speeltijd
Titel van de track
&
Verstreken speeltijd

CD-afspeelmodi selecteren

Tracks in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
Het is mogelijk om alle tracks van een CD in een volstrekt willekeurige volgorde af te spelen.
1 Druk op M (modus) om de
functiemodus te activeren terwijl u een CD afspeelt. De apparaat schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op RND (random) terwijl
de functiemodus nog is geactiveerd zodat “RANDOM” op het display knippert. Elke keer als u op de toets RND drukt, de willekeurige
afspeelmodus voor CD’s worden in- of uitgeschakeld.
De indicator RND (random)
RND
• Zonder het displaypatroon met de aanduiding voor de bron gekozen...
Titel van de CD/Artiest
&
Titel van de track
Titel van de track
Verstreken speeltijd
Opmerkingen:
• De resterende tekst verschijnt rollend over het display indien de gehele tekst niet direct kan worden getoond. Zie ook de paragraaf “De instelling voor lopende tekst selecteren – SCROLL” op bladzijde 39.
• De DISC indicator licht op wanneer de titel van de CD/artiest wordt getoond. De TRACK indicator licht op wanneer de titel van de tracks wordt getoond.
• Wanneer u op D (display) drukt terwijl u naar een gewone CD luistert, verschijnt de vermelding “NO NAME” op de display voor de titel/artiest van de CD en de titel van het muziekstuk.
Titel van de CD/Artiest
&
Nummer track/
Verstreken speeltijd
&
Nummer track/
Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de indicator RND op de display op en wordt er een willekeurige track afgespeeld.
23
De geselecteerde track herhaaldelijk afspelen (de functie One Track Repeat Play)
Het is mogelijk om een geselecteerde track van een CD meerdere malen achter elkaar af te spelen.
1 Druk op M (modus) om de
functiemodus te activeren terwijl u een CD afspeelt. De apparaat schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op RPT (repeat) terwijl
de functiemodus nog is geactiveerd zodat “REPEAT” op het display knippert. Elke keer als u op de toets RPT drukt, wordt de functie voor het herhaald afspelen van één enkele track in- of uitgeschakeld. Als de functie voor het herhaald afspelen van één enkele track wordt uitgeschakeld, wordt de
functie functie waarbij alle tracks herhaaldelijk geactiveerd.
De indicator RPT (repeat)
• Tijdens intro-aftastweergave knipperen de tracknummers.
• De normale weergave start na de intro­aftastweergave.

Voorkomen dat de CD terugspringt

U kunt voorkomen dat de CD uit de lade springt door deze in de lade te vergrendelen.
Druk wanneer u op SEL (selecteren), drukt tevens op 0 en houd de toetsen gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt. De vermelding “NO EJECT” zal gedurende circa 5 seconden op de display knipperen en de CD wordt vergrendeld. De CD kan nu niet meer uit de laadopening worden gehaald.
RPT
Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de indicator RPT op de display.
Alleen intro’s afspelen (Intro scan)
Het is mogelijk om van alle tracks alleen de eerste 15 seconden af te spelen, zodat u de intro’s kunt beluisteren.
1
Druk op M (modus) om de functiemodus te activeren terwijl u een CD afspeelt. De apparaat schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op INT (intro scan)
4
24
terwijl de functiemodus nog is geactiveerd zodat “INTRO” op het display knippert. Elke keer als u op de toets INT drukt
, de introscanmodus voor CD’s worden in- of uitgeschakeld.
Opmerking:
Als u op 0 drukt terwijl het uitwerpen van CD’s niet is toegestaan, komt het bedieningspaneel weliswaar naar beneden geschoven, maar kan er geen CD worden uitgenomen. Druk op 0 als u het bedieningspaneel naar de vorige positie wilt laten terugkeren.
Als u de vergrendeling ongedaan wilt maken en de CD weer toegankelijk wilt maken moet u
0 gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt houden terwijl u op de toets SEL (selecteren) drukt.
Vervolgens knippert de vermelding “EJECT OK” gedurende circa 5 seconden op de display. De laadopening is nu ontgrendeld en de CD is weer toegankelijk.

INTRODUCTIE EEN MP3

De volgende beschrijvingen zijn uitsluitend voor de KD-SH909R.

Wat is MP3?

MP3 is de afkorting van een lange Engelse term: Motion Picture Experts Group (of MPEG) Audio Layer 3*. Kort gezegd is MP3 een indeling voor gegevensbestanden met een compressieverhouding van 1:10 (128 Kbps**). Dit houdt in dat u met de MP3-bestandsindeling 10 keer zov eel gegevens op een CD-R of CD-RW kunt zetten dan er op een gewone muziek-CD past.
* Deze speler is niet geschikt voor data die met de
Layer 1 en 2 formaten zijn gecodeerd.
** Bit-rate is het gemiddelde aantal bits dat er voor 1
seconde aan audio nodig is. De bit-rate wordt uitgedrukt in bits/seconde). Hoe hoger de bit-rate, hoe beter de geluidskwaliteit. De meest gangbare bit-rate voor het coderen van audio is 128 Kbps.
Deze apparaat is uitgerust met een MP3-decoder. Dit betekent dat het mogelijk is om MP3-bestande (tracks) af te spelen die op CD-R, CD-RW en CD­ROM zijn opgenomen.
Compatibel met ID3v1
In elk MP3-bestand kan aanvullende informatie worden opgeslagen, zoals de albumtitel, naam van de uitvoerende artiest, titel van de song, jaar van de opname, genre en een korte opmerking.
Deze apparaat kan dergelijk informatie (albumtitel, naam van de uitvoerende artiest en titel van de song), die ID3v1-tags worden genoemd, op de display weergeven. (Zie bladzijde 53.)
• Sommige tekens kunnen niet op de juiste manier worden weergegeven.
• Deze apparaat is niet compatibel met ID3v2.
Andere kenmerken van deze apparaat:
• Maximaal aantal mappen/bestanden: 289
• Beschikbare tekens voor map/bestandnaam:
• Maximaal aantal tekens voor bestandsnamen (ISO 9660 Niveau 1): 12 (inclusief
(ISO 9660 Niveau 2):31 (inclusief
• Maximaal aantal tekens voor mapnaam: 64
Kbps
, ofwel kilobits per seconde (1000
A–Z, 0–9, _ (underscore)
scheidingsteken—“.” en extensie—“mp3”)
scheidingsteken—“.” en extensie—“mp3”)
(Joliet): 64 (inclusief
scheidingsteken—“.” en extensie—“mp3”)
(Totaal)
Waarschuwingen met betrekking tot het maken van MP3-bestanden op CD-R’s en CD-RW’s
Deze apparaat kan alleen MP3-bestanden lezen die de bestandsindeling hebben die voldoet aan deze normen: ISO 9660 Niveau 1, Niveau 2 of Joliet.

Hoe worden MP3-bestanden opnemen en afgespeeld?

MP3-“bestanden of -tracks” worden tijdens het opnemen “mappen” geplaatst, zoals deze in computertermen worden genoemd. Tijdens de opnameprocedure kunnen bestanden en mappen op dezelfde manier worden geordend als dat bij bestanden en mappen met computergegevens kan. De “hoofdmap” is de bovenste map in de hiërarchie met mappen en bestanden. Elk bestand en elke map vallen onder de hoofdmap en kunnen vanuit de hoofdmap worden benaderd.
In welke volgorde bestanden worden afgespeeld, doorzocht, en in welke volgorde mappen met MP3-bestanden worden doorzocht, wordt bepaald door de encoding-toepassing die de muziek in MP3-indeling omzet. kan dus anders zijn dan wat u in gedachte hebt als u de mappen en bestanden opneemt.
Op de volgende pagina is te zien hoe MP3­bestanden op CD-R en CD-RW worden opgenomen, afgespeeld en hoe deze met deze apparaat worden opgezocht.
Opmerkingen:
• Deze apparaat kan CD-ROM’s met MP3-bestanden lezen, maar als er op de CD-ROM ook bestanden in een andere indeling dan MP3-bestanden staan, kost het de apparaat meer tijd de disk te doorzoeken. De aanwezigheid van andere bestandsindelingen kan ook een storing in de apparaat veroorzaken.
• De apparaat kan geen MP3-bestanden lezen of schrijven als deze niet de extensie mp3 hebben.
• Deze apparaat is niet compatibel met Playlist*.
* Een playlist is een eenvoudig tekstbestand, zoals deze
op PC’s worden gebruikt, waarmee gebruikers zelf de afspeelvolgorde van de bestanden kunnen bepalen zonder de bestanden fysiek opnieuw te ordenen.
De afspeelvolgorde
25
De configuratie van MP3-mappen en bestanden
Niveau 1
Niveau 2
1 2
Niveau 3
Hiërarchieën
Niveau 4
Niveau 5
Niveau 6
ROOT
01
3 4
5 6
: Hoofdmap
: Onderliggende
mappen
: MP3-
bestanden
ROOT
01
02
03
04
05 09
1110 2120
06 07
8
7
9
Opmerking:
Er is geen limiet qua aantal hiërarchieniveaus (mappen dat onder). Voor een stabiele werking wordt echter maximaal 8 hiërarchieniveaus aanbevolen.
1312
17
15 1614
18
19
08
2322 24
MP3’s afspeelvolgorde en zoekvolgorde (bladzijde 29)
• De cijfers die naast de MP3-bestanden ( ) zijn omcirkeld geven de afspeelvolgorde en de zoekvolgorde van de MP3-bestanden aan. Normaalgesproken speelt deze apparaat MP3­bestanden af in de volgorde waarin deze zijn opgenomen.
• De cijfers in de mappen geven de afspeelvolgorde en zoekvolgorde van de mappen op de MP3­CD aan. Normaalgesproken speelt deze apparaat MP3-bestanden in de mappen af in de volgorde waarin deze zijn opgenomen.
Naar een andere map gaan (bladzijde 30 en 31)
U kunt naar een andere directory van hetzelfde hierarchieniveau (uitsluitend binnen dezelfde hoofddirectory) gaan (bijvoorbeeld van map 02 kunt u naar map 04 of 08 gaan) of van een verschillend hierarchieniveau (bijvoorbeeld van map 05 kunt u naar map 04 of 06 gaan).
26

BEDIENING VAN DE MP3

De volgende beschrijvingen zijn uitsluitend voor de KD-SH909R.
Zie
ook de paragraaf
CD-SPELER” op pagina 21 t/m 24.
“GEBRUIK V AN DE

Een MP3-CD afspelen

1
Open het bedieningspaneel.
2
Plaats een MP3-CD in de lade.
Vervolgens wordt de volgende informatie op de display weergegeven:
De indicator CD-geplaatst licht op.
Het bedieningspaneel komt naar beneden en de laadopening verschijnt.
De apparaat trekt de CD naar binnen, het bedieningspaneel gaat terug naar de vorige positie (zie bladzijde 42) en het afspelen begint automatisch.
Het afspelen begint automatisch bij het eerste bestand in de eerste map nadat de bestandscontrole is voltooid. Vervolgens wordt de volgende informatie op de display weergegeven:
• Met “TAG DISP” op “ON” gesteld (standaardinstelling: zie bladzijde 40)
Mapnaam
&
Bestandsnaam
De naam album/naam artiest*
&
Titel van de track*
Titel van de track (bestandsnaam)
&
Verstreken speeltijd
(met nummer track**)
* Indien een MP3 bestand geen ID3 tags heeft,
zal de naam album/artiest en de titel van de track worden overgeslagen.
** Zonder het displaypatroon met de aanduiding
voor de bron gekozen.
DIRECTORY FILE
Bijv.: Als op de CD 13 mappen en 125 MP3-
bestanden staan.
27
• Met “TAG DISP” op “OFF” gesteld
Mapnaam
&
Bestandsnaam
Bestandsnaam
&
Verstreken speeltijd
(met nummer track*)
* Zonder het displaypatroon met de aanduiding
voor de bron gekozen
Opmerkingen:
• Alle bestanden op de disk worden herhaald tot u het afspelen beëindigt—de functie All File Repeat Play.
• MP3-CD vragen iets meer leestijd**.
(De hoeveelheid tijd is afhankelijk van de complexiteit van de map- en bestandshiÎrarchie.)
De display-informatie wijzigen
U kunt tijdens het afspelen van een MP3-bestand andere bestandsinformatie op de display weergeven. Elke keer wanneer u op de toets D (display) drukt, wordt er andere informatie op de display weergegeven en wel als volgt:
• Met het displaypatroon met de aanduiding voor de bron gekozen...
De naam album/
naam artiest
(
Mapnaam
Titel van de track
(
Bestandsnaam
Nummer track
Verstreken speeltijd
*)
&
*)
&
De naam album/
naam artiest
(
Mapnaam
Verstreken speeltijd
Titel van de track
(
Bestandsnaam
Verstreken speeltijd
*)
&
*)
&
** De leestijd is de tijd die de apparaat aanvankelijk
nodig heeft om de disk te onderzoeken en de bestandsinformatie te lezen.
28
* Met “TAG DISP” op “OFF” gesteld of als
een MP3-bestand geen ID3-tag heeft, worden de mapnaam en bestandsnaam weergegeven.
• Zonder het displaypatroon met de aanduiding voor de bron gekozen...
De naam album/
naam artiest
(
Mapnaam
Titel van de track
(
Bestandsnaam
* Met “TAG DISP” op “OFF” gesteld of als
een MP3-bestand geen ID3-tag heeft, worden de mapnaam en bestandsnaam weergegeven.
*)
&
*)
Titel van de track
(
Bestandsnaam
Nummer track/
Verstreken speeltijd
De naam album/
naam artiest
(
Mapnaam
&
Nummer track/
Verstreken speeltijd
*)
&
*)
Opmerking:
De resterende tekst verschijnt rollend over het display indien de gehele tekst niet direct kan worden getoond. Zie ook de paragraaf “De instelling voor lopende tekst selecteren – SCROLL” op bladzijde 39.
Stoppen met afspelen en de CD terug laten springen
Druk op 0. Het afspelen stopt, het bedieningspaneel komt naar beneden geschoven en de disk wordt uit de laadopening uitgeworpen.

Een bestand of een bepaalde passage op een MP3-CD opzoeken

Bestand snel vooruit of achteruit spoelen
Druk tijdens het afspelen van een MP3-CD op ¢ en houdt de toets ingedrukt als u het bestand wilt terugspoelen.
Druk tijdens het afspelen van een MP3-CD op 4 en houdt de toets ingedrukt als u het bestand vooruit wilt spoelen.
Opmerking:
Tijdens deze bediening hoort u uitsluitend onderbroken geluid. (De verstreken speeltijd verandert tevens onderbroken op het display.)
Naar een volgend of vorig bestand gaan
Druk tijdens het afspelen kort op ¢ als u naar het begin van het volgende bestand wilt gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt het begin van een volgend bestand opgezocht en afgespeeld. (Zie de paragraaf “MP3’s afspeelvolgorde en zoekvolgorde” op bladzijde 26.)
Druk tijdens het afspelen kort op 4 als u naar het begin van het huidige bestand wilt gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt het begin van een vorig bestand opgezocht en afgespeeld. (Zie de paragraaf “MP3’s afspeelvolgorde en zoekvolgorde” op bladzijde 26.)
29
Rechtstreeks naar een bepaalde map gaan
BELANGRIJK:
Als u mappen rechtstreeks met behulp van de cijfertoetsen wilt selecteren, dient elke map aan het begin van de mapnaam een twee-cijferig getal zijn toegekend. (Dit kan alleen worden gedaan tijdens het op CD-R of CD-RW opnemen van de MP3-bestanden.) Bijv.: Als de mapnaam “01 ABC” is
Drukt op 1 om rechtstreeks naar
map “01 ABC” te gaan. Als de mapnaam “1 ABC” is Drukken op 1 werkt niet.
Als de mapnaam “12 ABC” is
Druk op 6 (12) en houdt de toets
ingedrukt om naar map “12 ABC” te gaan.
Als u op de cijfertoets druk die overeenkomt met het mapgetal begint het afspelen bij het eerste bestand in de geselecteerde map.
• Als u een mapgetal van 01 – 06 wilt selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Als u een mapgetal van 07 – 12 wilt selecteren: Druk op 1 (7) – 6 (12) en houdt de toets minimaal 1 seconde ingedrukt.
Opmerkingen:
• Als “MP3” op de display knippert nadat u een map hebt geselecteerd, betekent dit dat er in die map geen MP3-bestanden aanwezig zijn.
• Het is niet mogelijk een map rechtstreeks te kiezen met een getal dat groter is dan 12.
Druk als u een bepaald bestand in een map wilt selecteren op ¢ of op 4 nadat
u de map hebt geselecteerd.
Naar de volgende map gaan—binnen dezelfde hiërarchieniveau of in een andere hiërarchieniveau
Op het bedieningspaneel:
1 Druk op M (modus) terwijl er een
MP3-CD wordt afgespeeld. De apparaat schakelt over op de functiemodus.
2 Druk kort op ¢ terwijl de
functiemodus is geactiveerd. Door iedere achtereenvolgende druk op de toets wordt de volgende directory opgezocht (en start de weergave van het eerste bestand van de directory indien opgenomen). (Zie de paragraaf “Naar een andere map gaan” op bladzijde 26.)
Met de afstandsbediening:
PRESET
Elke keer waneer u op de toets drukt en deze ingedrukt houdt, wordt een volgende map opgezocht (en begint het afspelen bij het eerste bestand in de map, als die er is). (Zie de paragraaf “Naar een andere map gaan” op bladzijde 26.)
Naar de vorige map gaan—binnen dezelfde hiërarchieniveau of in een andere hiërarchieniveau
Op het bedieningspaneel:
1 Druk op M (modus) terwijl er een
MP3-CD wordt afgespeeld. De apparaat schakelt over op de functiemodus.
2 Druk kort op 4 terwijl de
functiemodus is geactiveerd. Door iedere achtereenvolgende druk op de toets wordt de vorige directory opgezocht (en start de weergave van het eerste bestand van de directory indien opgenomen). (Zie de paragraaf “Naar een andere map gaan” op bladzijde 26.)
Met de afstandsbediening:
PRESET
Elke keer waneer u op de toets drukt en deze ingedrukt houdt, wordt een vorige map opgezocht (en begint het afspelen bij het eerste bestand in de map, als die er is). (Zie de paragraaf “Naar een andere map gaan” op bladzijde 26.)
30
Naar de volgende map binnen dezelfde
04 05 06
hiërarchieniveau gaan (uitsluitend binnen
dezelfde hoofddirectory)
Met de afstandsbediening:
PRESET
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt een volgende map binnen dezelfde hiërarchieniveau opgezocht (en begint het afspelen bij het eerste bestand in de map, als die er is).
Voorbeeld 1: Als u een MP3-bestand in map 04
Voorbeeld 2: Als u een MP3-bestand in map 06
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
04 08 02 04
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
06 07 06
Naar de vorige map binnen dezelfde hiërarchieniveau gaan (uitsluitend binnen
dezelfde hoofddirectory)
Met de afstandsbediening:
PRESET
Voorbeeld 1: Als u een MP3-bestand in map 04
04 02 08 04
Voorbeeld 2: Als u een MP3-bestand in map 06
06 07 06
Opmerking:
Als er zich geen MP3-bestand in de map bevindt die u hebt geselecteerd, “MP3” knippert op het display. Als dit gebeurt, schakelt de apparaat automatisch over op de pauzestand.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt een vorige map binnen dezelfde hiërarchieniveau opgezocht (en begint het afspelen bij het eerste bestand in de map, als die er is).
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
Naar een map in een lagere hiërarchieniveau gaan
Met de afstandsbediening:
Elke keer wanneer u op de toets
DISC
drukt, wordt een map in een onderliggende hiërarchieniveau opgezocht (en begint het afspelen bij het eerste bestand in de map, als die er is).
Voorbeeld 1: Als u een MP3-bestand in map 01
Voorbeeld 2: Als u een MP3-bestand in map 04
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
01 02 03
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
Naar een map in een hogere hiërarchieniveau gaan
Met de afstandsbediening:
DISC
Voorbeeld 1: Als u een MP3-bestand in map 03
Voorbeeld 2: Als u een MP3-bestand in map 05
• Als u bij de hoofdmap uitkomt, wordt het afspelen niet gestart.
Als u rechtstreeks naar de hoofdmap wilt gaan, moet u op de afstandsbediening op R•D
drukken. U kunt vanuit elke map teruggaan naar de hoofdmap.
• Als er bestanden in de eerste hiërarchieniveau zijn opgenomen zonder dat deze in een map staan, zal de apparaat deze bestanden afspelen.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt een map in een bovenliggende hiërarchieniveau opgezocht (en begint het afspelen bij het eerste bestand in de map, als die er is).
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
03 02 01
afspeelt (zie de illustratie op bladzijde 26)
05 04 01
ROOT
ROOT
31

MP3-afspeelmodi selecteren

Tracks in willekeurige volgorde afspelen van bestanden (Random Play)
U kunt alle bestanden van de MP3 disc in een willekeurige volgorde weergeven.
Modus
RANDOM1
RANDOM2
Tracks herhaaldelijk afspelen van bestanden (Repeat Play)
U kunt het huidige bestand of alle bestanden van de huidige map herhaald afspelen.
32
1
Druk op M (modus) terwijl er een MP3-CD wordt afgespeeld. De apparaat schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op RND (random) terwijl
de functiemodus is geactiveerd zodat “RANDOM1” of “RANDOM2” op het display knippert. Elke keer wanneer u op de toets RND, wordt er een andere modus voor het in willekeurige volgorde afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
RANDOM1
RANDOM2
Geannuleerd
De indicator RND
Indicator RND
Licht op Alle bestanden in de
Knippert
Afspelen in willekeurige volgorde
huidige map, daarna de bestanden van de volgende map enzovoorts.
Van alle bestanden op de disc.
1
Druk op M (modus) terwijl er een MP3-CD wordt afgespeeld. De apparaat schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op RPT (repeat) terwijl
de functiemodus is geactiveerd zodat “REPEAT1” of “REPEAT2” op het display knippert. Elke keer wanneer u op de toets RPT, wordt er een andere modus voor het herhaald afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
REPEAT1
REPEAT2
Geannuleerd
De indicator RPT
RPT
TRACK
Bijv.: Als “
Modus
REPEAT 1
REPEAT
2 Knippert Alle bestanden in de
REPEAT
Indicator RPT
Licht op
1” wordt geselecteerd.
Herhaling van...
Het huidige bestand (of een geselecteerd bestand).
huidige map (of de geselecteerde map).
Alleen intro’s afspelen (Intro scan)
Het is mogelijk om van alle tracks alleen de eerste 15 seconden af te spelen, zodat u de intro’s kunt beluisteren.
RND
4
1 Druk op M (modus) terwijl er
een MP3-CD wordt afgespeeld. De apparaat schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op
INTRO 1
INT (intro scan) terwijl de functiemodus is geactiveerd zodat “INTRO1” of “INTRO2” op het display knippert. Elke keer wanneer u op de toets INT, wordt er een andere voor het in introscanmodus volgorde afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
INTRO 2
Geannuleerd
FILE
Modus Indicator
INTRO1 Van alle bestanden
INTRO2 Van het eerste bestand
De FILE indicator knippert
De DIRECTORY indicator knippert
Speelt het begin (15 seconden)
op de disc.
van alle map.

GELUID REGELEN

Geluid aanpassen

U kunt de geluidskarakteristieken naar wens instellen.
1
Selecteer de functie die u wilt aanpassen.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de aanpasbare tijd als volgt gewijzigd:
FADER*
(Faden)
VOLUME
Indicatie Doel: Bereik
FADER* Evenwicht tussen R06
BAL Evenwicht tussen L06 (Alleenlinks)
EX BASS
WOOFER
VOL ADJ**** Zie “Instellen van –12 (min.)
VOLUME Het volume 00 (min.)
voor- en | achterspeakers F06 (Alleenvoorin) aanpassen.
linker- en | rechterspeaker R06 (Alleenrechts) aanpassen.
** Activeren of ON
uitschakelen van | de versterking van de lage tonen.
*** Het uitvoerniveau 00 (min.)
van de subwoofer | aanpassen. 12 (max.)
het ingangsniveau | voor iedere bron” +12 (max.) hier rechts.
aanpassen. |
BAL
(Balans)
VOL ADJ****
(Volume-instelling)
EX BASS**
(Versterking van de
lage tonen)
WOOFER***
(Subwoofer)
(Alleenachterin)
OFF
50 (max.)
2
Pas het niveau aan.
Om het niveau te verhogen.
Om het niveau te verlagen.
Opmerking:
Normaliter stelt u het volume in met de bedieningsschijf. U hoeft dus niet “VOLUME” voor het instellen van het volumeniveau te kiezen.
Instellen van het ingangsniveau voor iedere bron
U kunt het ingangsniveau voor iedere bron, uitgezonderd FM, instellen en in het geheugen vastleggen. Indien het ingangsniveau juist in overeenstemming met het FM-geluidsniveau is ingesteld, hoeft u het volumeniveau niet iedere keer bij het veranderen van bron opnieuw te veranderen.
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt
moet u FADER op “00” zetten.
** Het rijke en volle basgeluid blijft volledig
behouden, hoe laag u het volume ook instelt – Versterking
*** Dit heeft alleen effect als er een subwoofer is
aangesloten.
**** Niet instelbaar indien FM als bron is gekozen.
“FIX” wordt getoond.
van de lage tonen.
33
Vooraf selecteren
Het is mogelijk om een vooraf geluidsmodi te selecteren als deze met uw muziekgenre overeenkomt.
1
geluidsmodi
(EQ)
Druk op EQ om de geluidsmodus (EQ) te activeren.
Door iedere druk op de toets wordt de geluidsmodus (EQ) afwisselend geactiveerd en uitgeschakeld.
• Met de geluidsmodus (EQ) geactiveerd, wordt de laatst gekozen geluidsmodus opgeroepen en voor de ingestelde bron gebruikt.
Bijv: Als u eerder de instelling “FLAT” hebt
geselecteerd.
2
De geluidsmodus van uw keuze selecteren.
Elke keer wanneer u aan de bedieningsknop draait, wordt er een andere geluidsmodus geselecteerd en wel als volgt:
Opmerkingen:
• U kunt de vooraf ingestelde geluidsweergave wijzigen en in het geheugen opslaan. Meer bijzonderheden over het aanpassen en opslaan van uw eigen geluidsinstellingen treft u aan in de paragraaf “Geluidsweergave aanpassen en opslaan” op bladzijde 35.
• Zie bladzijde 33 als u activeren of uitschakelen van de versterking van de lage tonen.
Voor elke afspeelbron een andere geluidsmodus opslaan (EQ Link)
Als u een geluidsmodus selecteert, wordt deze in het geheugen opgeslagen. De geluidsmodus wordt elke keer uit het geheugen opgeroepen wanneer u de desbetreffende afspeelbron selecteert. Voor elk van de volgende afspeelbronnen kan een geluidsmodus worden opgeslagen: FM1, FM2, FM3, AM (MW/LW), CD en externe apparatuur.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 36.
1 Druk op SEL (selecteren) en houdt deze
gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-items op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 en selecteer de
vermelding “EQ LINK” (koppeling met het
geheugen voor geluidsmodi).
3 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van de
klok mee en selecteer “ON”.
4 Druk op de toets SEL (selecteren) om het
instellen te voltooien.
34
FLAT O Hard Rock O R & B*O POP O JAZZ O Dance Music O Country O Classic O USER 1 O USER 2 O (terug naar het begin)
* Rhythm en blues
Het EQ-niveau verandert wanneer u de geluidsmodus selecteert.
Bijv.: Als u “POP” aanpast.
Selecteer als u de geluidsmodus wilt annuleren in stap 2 de vermelding “FLAT”.
Reggae O
USER 3 O
Als u EQ Link wilt annuleren, moet u dezelfde procedure nogmaals uitvoeren maar in stap 3 met de bedieningsschijf de vermelding “OFF” selecteren.
Als “EQ LINK” is ingesteld op “ON” De geselecteerde geluidsmodus kan voor de huidige afspeelbron in het geheugen worden opgeslagen. Elke keer wanneer u de bron afspeelt, wordt de bijbehorende geluidsmodus uit het geheugen opgehaald en achter de naam van de afspeelbron weergegeven.
Als “EQ LINK” is ingesteld op “OFF” De geselecteerde geluidsmodus is op elke afspeelbron die wordt geselecteerd van toepassing.

Geluidsweergave aanpassen en opslaan

Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken aan uw eigen wensen aan te passen en in het geheugen op te slaan (USER 1, USER 2 en USER 3).
• Voor het uitvoeren van de onderstaande stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid, moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
1
Druk op EQ om de geluidsmodus (EQ) te activeren.
Door iedere druk op de toets wordt de geluidsmodus (EQ) afwisselend geactiveerd en uitgeschakeld.
• Met de geluidsmodus (EQ) geactiveerd, wordt de laatst gekozen geluidsmodus opgeroepen en voor de ingestelde bron gebruikt.
Bijv: Als u eerder de instelling “POP” hebt
geselecteerd.
4
Kies de frequentie.
• U kunt 70 Hz, 150 Hz, 400 Hz, 1 kHz, 2,4 kHz, 6 kHz en 12,5 kHz kiezen.
5
Stel het niveau van de in de vorige stap gekozen frequentie in.
• U kunt het niveau voor iedere frequentie vanaf “–05” (minimum) tot “+05” (maximum) instellen.
6
Herhaal stappen 4 en 5 voor het instellen van de overige frequentieniveaus.
7
Selecteer een van de door de gebruiker zelf opgegeven geluidsmodi (USER1, USER2, USER3).
2
De geluidsmodus van uw keuze selecteren.
3
Druk op SEL (selecteren) om de instelmodus te activeren.
De laatst ingestelde frequentie en het niveau wordt op het display getoond.
8
Druk op SEL (selecteren) om de aanpassingen op te slaan.
Opmerking:
Sla stappen 7 en 8 over indien u een tijdelijke instelling wilt maken die niet in het geheugen wordt vastgelegd. De tijdelijke instelling blijft effectief totdat u een andere geluidsmodus kiest.
35

ANDERE HOOFDFUNCTIES

De algemene instellingen wijzigen (PSM)

Het is mogelijk om de instellingen voor de items die op de volgende bladzijde staan vermeld te wijzigen.
Basisprocedure
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 37.)
Bijv: Als u eerder de instelling “CLOCK H” hebt
2
geselecteerd.
Selecteer het item waarvan u de instelling wilt wijzigen. (Zie bladzijde
37.)
3
Wijzig het PSM-item dat u hebt geselecteerd.
Bijv.: Met “EQ LINK” op “ON” gesteld.
4
Herhaal stap 2 en 3 als u de andere PSM-items wilt aanpassen.
5
Voltooi de instelling.
36
Bijv.: Als u “EQ LINK” aanpast.
Modus met voorkeursinstellingen (PSM)-onderdelen
1
CLOCK H Instellen van het uur CLOCK M Instellen van de minute EQ LINK Koppeling met het geheugen
24H/12H AUTO ADJ CLOCK Weergave van de klok AF-REG Alternatieve frequentie/
PTY STBY PTY-standby
TA VOLUME P-SEARCH Programme zoeken DAB AF** Zoeken naar alternatieve
LEVEL/EQ Indicator voor niveau en
DIMMER Dimmermodus
TELEPHONE Audiodemping voor cellulaire
BEEP SW Pieptoon bij toetsbediening P.AMP SW Schakelaar voor ingebouwde
CONTRAST Contrast van de weergave
SCROLL Modus voor lopende tekst
CUT OFF F Afbreekfrequentie van de
LINE IN AUX IN Aux-ingang
KEY SEL Selectie van modus voor
IF FILTER Intermediate Frequency-filter TAG DISP*** Weergave van tags
Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
* Niet instelbaar indien de DAB-tuner is aangesloten. ** Indien de DAB-tuner is aangesloten. *** Uitsluitend voor de KD-SH909R.
2
Kies.Houd.
voor geluidsmodi 24/12-uur aanduiding voor de klok Automatische instellen van de klok
regionale ontvangst
Volume voor verkeersinformatie
frequenties
equalizer
telefoonsystemen
versterker
op de display
subwoofer Lijningang
bediening met externe sleutel
3
Stel in.
Tegen de wijzers van de klok in
Terug Verder
Terug Verder
OFF OFF 34ON
12HOUR 24HOUR 24HOUR 9
OFF ON ON 19
OFF ON ON 38
AF
OFF
OFF ON OFF 19 OFF ON ON 52
EQ LEVEL 3 AUTO OFF
MUTING OFF MUTING 1
OFF ON ON 38 OFF ON ON 38
ONCE AUTO
MID(80Hz)
LOW(50Hz)
DVD
Met de wijzers van de klok mee
AF REG
OFF*
29 programmatypen
(zie bladzijde 20)
00 — 50 20 19
LEVEL 1 LEVEL 2
ON
MUTING 2
OFF
HIGH(115Hz)
VCR
OFF
Fabrieksin-
stellingen
0:00 9
AF 14
OFF 16
EQ 38
AUTO 38
MUTING OFF 38
05 3901 — 10
MID(80Hz) 39
ON 39OFF ON ON 39OFF ON
AUTOWIDE AUTO
Zie blz.
39ONCE
40DVD 40
40ONOFF ON
37
Weergave van de klok selecteren – CLOCK
Het is mogelijk om de klok op de display weer te geven of juist niet weer te geven wanneer de eenheid is ingeschakeld. Bij het verlaten van de fabriek is de klok standaard ingesteld om op de display te worden weergegeven.
• ON: Weergave van de klok op de
• OFF: De tijdsaanduiding staat uit.
display is ingeschakeld.
De niveau-indicator selecteren – LEVEL/EQ
U kunt zelf opgeven welk niveau op de display moet worden weergegeven. Bij het verlaten van de fabriek is wordt deze modus ingesteld op “EQ”.
• EQ: Het equalizerpatroon wordt
• LEVEL 1: Audioniveaumeter wordt
• LEVEL 2: Piekniveaumeter wordt getoond.
• LEVEL 3: Displayverlichting start.
weergegeven. getoond.
Audiodemping voor mobiele telefoongesprekken selecteren – TELEPHONE
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een cellulair telefoonsysteem is aangesloten. Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem dat u gebruikt “MUTING 1” of “MUTING 2”. Welke dempingsmogelijkheid u kiest, hangt af van de vraag welke instelling het geluid het beste dempt. Bij het verlaten van de fabriek is deze modus standaard uitgeschakeld.
• MUTING 1:
• MUTING 2:
• MUTING OFF:
Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen. Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen. Hiermee wordt de audiodemping voor telefoongesprekk en uitgeschakeld.
Geluid bij het aanraken van de toetsen in- en uitschakelen – BEEP SW
Het is mogelijk om het geluid dat u hoort bij het aanraken van de toetsen uit te schakelen als u deze geluiden storend vindt. Bij het verlaten van de fabriek is de functie voor het weergeven van geluid bij het aanraken van de toetsen echter ingeschakeld.
De instelling voor de dimmerfunctie selecteren – DIMMER
Bij het inschakelen van de koplampen van de auto wordt de verlichting van de display automatisch gedimd (de functie Auto Dimmer). Bij het verlaten van de fabriek is de functie Auto Dimmer van de eenheid standaard ingeschakeld.
• AUTO:
• OFF:
• ON: De display wordt gedimd.
Opmerking:
Het kan zijn dat de functie Auto Dimmer van deze eenheid bij bepaalde voertuigen niet goed werkt, vooral niet bij voertuigen met een bedieningsschijf voor de dimmer. In dergelijke gevallen moet u de dimmerfunctie op “ON” of “OFF” instellen.
38
De functie Auto Dimmer is ingeschakeld. De functie Auto Dimmer is itgeschakeld.
• ON: Hiermee schakelt u het geluid bij het aanraken van de toetsen in.
• OFF: Hiermee schakelt u het geluid bij het aanraken van de toetsen uit.
De stroomtoevoer voor de versterker in- of uitschakelen – P.AMP SW
Het is mogelijk de ingebouwde versterker uit te schakelen en de audiosignalen alleen naar de externe versterker(s) te sturen om zo een helderder geluid te verkrijgen en om te voorkomen dat de eenheid te veel warmte ontwikkelt. Bij het verlaten van de fabriek wordt de schakelaar voor de eindversterker standaard zodanig ingesteld dat de ingebouwde versterker werkt.
• ON: Selecteer deze modus als u geen externe versterker(s) gebruikt.
• OFF: Selecteer deze modus als u een of meer externe versterker(s) gebruikt.
Het contrastniveau van de display aanpassen – CONTRAST
Het is mogelijk om de heiderheid van de display te wijzigen. U kunt kiezen uit instelling 01 (donker) t/m 10 (licht). Bij het v erlaten van de fabriek staat het contrast standaard ingesteld op niveau 05.
Activeren of uitschakelen van de lijningang – LINE IN
U kunt de lijningang uitschakelen indien er geen extern component met de LINE IN aansluitingen is verbonden. Bij het verlaten van de fabriek is de lijningang op “ON” gesteld.
De instelling voor lopende tekst selecteren – SCROLL
U kunt de modus voor lopende tekst selecteren zodat informatie op een CD (indien de gehele tekst niet in één keer kan worden getoond). Bij het verlaten van de fabriek staat deze functie standaard ingesteld op “ONCE”, waardoor informatie éénmaal als lopende tekst op de display wordt weergegeven.
• ONCE: De tekst wordt een keer als
• AUTO: De tekst wordt voortdurend
• OFF: Er wordt geen lopende tekst
Opmerking:
Zelfs als de modus voor lopende tekst is ingesteld op “OFF”, kunt u lopende tekst weergeven door gedurende minimaal 1 seconde op de toets D (display) te drukken.
lopende tekst weergegevan. (met tussenpozen van 5
seconden) weergegeven. weergegevan.
De afbreekfrequentie voor de subwoofer instellen –
Als er een subwoofer op de eenheid is aangesloten, dient u een begrenzingsfrequentie voor de subwoofer op te geven. Bij het verlaten van de fabriek wordt de begrenzingsfrequentie standaard ingesteld op “MID(80Hz)”.
CUT OFF F
• ON: U kunt “LINE INPUT (LINE)” als weergavebron kiezen.
• OFF: “LINE INPUT (LINE)” kan niet voor weergave worden gekozen.
Activeren of uitschakelen van de aux-ingang – AUX IN
U kunt de aux-ingang uitschakelen indien er geen extern component met de aux­ingangsaansluitingen is verbonden. Bij het verlaten van de fabriek is de aux-ingang op “ON” gesteld.
• ON: U kunt “AUX INPUT (AUX)” als weergavebron kiezen.
• OFF: “AUX INPUT (AUX)” kan niet voor weergave worden gekozen.
• LOW(50Hz): Frequenties boven de 50 Hz worden niet via de subwoofer ten gehore gebracht.
• MID(80Hz): Frequenties boven de 80 Hz worden niet via de subwoofer ten gehore gebracht.
• HIGH(115Hz): Frequenties boven de 115 Hz worden niet via de subwoofer ten gehore gebracht.
39
Het apparaat selecteren dat u via deze ontvanger wilt bedienen – KEY SEL
U kunt via de cijfertoetsen op het bedieningspaneel van deze ontvanger de videorecorder of DVD-speler van JVC bedienen. Bij het verlaten van de fabriek zijn de cijfertoetsen ingesteld om een DVD-speler te bedienen.
• DVD: Voor bediening van een JVC DVD-
• VCR: Voor bediening van een JVC
• OFF: Geen gebruik van de cijfertoetsen
Zie bladzijde 44 en 45 als u een DVD-speler en videorecorder met de cijfertoetsen wilt bedienen.
speler. videorecorder. voor bediening van andere
componenten.
De selectiviteit van de FM-tuner wijzigen – IF FILTER
In bepaalde gebieden kunnen zenders die zich in elkaars nabijheid bevinden elkaar storen. Deze
eenheid kan dergelijke storing automatisch (“AUTO”) verminderen. Dit is de standaardinstelling van deze eenheid bij het verlaten van de fabriek.
• AUTO: Als zich dergelijke storingen
• WIDE: Met deze instelling kan de ontvanger
voordoen, vermindert de eenheid automatisch de selectiviteit van de ontvanger, zodat de storingen worden verminderd. (Tevens gaat het stereo­effect verloren.)
door naburige zenders worden gestoord, maar is de geluidskwaliteit optimaal en blijft het stereo-effect behouden.
Het weergeven van tags in- en uitschakelen – TAG DISP
(uitsluitend voor de KD-SH909R)
In een MP3-bestand kan bestandsinformatie liggen opgeslagen in een zogeheten “ID3-tag”. In dit label kan informatie liggen opgeslagen zoals de naam van het album, de artiest, de titel van de track, enz. Er zijn twee versies: ID3v1 (ID3-tag, versie 1) en ID3v2 (ID3-tag, versie 2). Deze eenheid kan alleen informatie van het type ID3v1 verwerken. Bij het verlaten van de fabriek wordt de functie voor het weergeven van tags op de eenheid ingeschakeld (“ON”).
• ON: Weergave van informatie in ID3-tags is ingeschakeld tijdens het afspelen van MP3-bestanden.
• Als een MP3-bestand geen ID3-tag
heeft, worden de mapnaam en bestandsnaam weergegeven.
Opmerking:
Als u tijdens het afspelen van een MP3-bestand de instelling wijzigt van “OFF” naar “ON”, wordt het weerg even van informatie die in tags ligt opgeslagen vanaf het volgende bestand geactiveerd.
• OFF: Weergave van informatie in ID3-tags is uitgeschakeld tijdens het afspelen van MP3-bestanden. (Alleen de mapnaam en de bestandsnaam worden weergegeven.)
40

Namen aan bronnen toekennen

U kunt CD’s en het externe apparaat een naam toekennen. De naam die u toekent, wordt vervolgens op de display weergegeven wanneer u het desbetreffende apparaat selecteert.
Bronnen Maximaal aantal tekens
CD’s* 32 tekens
Extern apparaat 11 tekens * Het is niet mogelijk een naam toe te kennen aan een
CD met CD Text of een MP3-CD.
1
Selecteer een bron waaraan u een naam wilt toekennen.
(maximaal 40 CD’s)
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere afspeelbron geselecteerd, en wel in de volgorde zoals die op bladzijde 8 staat beschreven.
3
Selecteer de tekenset die u wilt gebruiken zolang “ knippert.
Elke keer dat u op deze toets drukt, selecteert u een andere tekenset. De beschikbare tekensets worden in deze volgorde op de display aan u aangeboden:
Hoofdletters ( )
Cijfers en symbolen ( )
4
Selecteer het gewenste teken.
5
Verplaats de cursor naar de positie voor het volgende of het vorige teken.
” op de display
Kleine letters ( )
Meer informatie over de beschikbare tekens treft u aan op bladzijde 53.
2
Druk op SEL (selecteren) en houdt deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt terwijl u op D (display) drukt.
DISC
Indien u een “CD” als bron selecteert
6
Herhaal stap 3 t/m 5 tot u de volledige naam die u wilde invoeren hebt opgegeven.
7
Voltooi de procedure terwijl het laatst geselecteerde teken knippert.
De ingevoerde tekens verwijderen
Volg de bovenstaande procedure en voer nu in plaats van tekens spaties in.
Opmerkingen:
• Als u probeert een naam toe te kennen aan een 41e CD, verschijnt de vermelding “NAME FULL” op de display om aan te geven dat u geen naam kunt toekennen. (Verwijder in dit geval namen die u niet wilt.)
• Wanneer er een CD-wisselaar is aangesloten, kunt u ook namen toekennen aan CD’s in de CD-wisselaar. De namen kunnen ook op de display worden weergegeven als u de CD’s in deze eenheid plaatst.
41

De hoek van het bedieningspaneel wijzigen

De hoek van het bedieningspaneel kan op een van vier posities worden ingesteld.
Pas de hoek naar wens aan.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt de hoek gewijzigd, en wel in deze volgorde:
LET OP:
Steek NOOIT uw vinger tussen het bedieningspaneel en de eenheid aangezien u het risico loopt vast te komen zitten of u zichzelf zeer doet.
A
D
B
C
Met behulp van de afstandsbediening
Druk herhaaldelijk op ANGLE . Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de hoek van het bedieningspaneel en wel in deze volgorde: Å, ı, Ç en tot slot Î.
Het bedieningspaneel in de oorspronkelijke positie terugzetten,
Druk herhaaldelijk op ANGLE 5. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de hoek van het bedieningspaneel en wel in omgekeerde volgorde: Î, Ç, ı en tot slot Å.
42

Bedieningspaneel verwijderen

U kunt het bedieningspaneel verwijderen, wanneer u uit de auto stapt. U moet het bedieningspaneel voorzichtig verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen, zodat de connectors op de achterkant van het bedieningspaneel en de houder van het bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Bedieningspaneel verwijderen
Alvorens het bedieningspaneel te verwijderen:
• Let erop dat stroom is uitgeschakeld
• Let er later op dat u het paneel weer op de juiste wijze terugplaatst
1
Ontgrendel het bedieningspaneel.
Het bedieningspaneel komt naar u toe geschoven.
Bedieningspaneel weer
1
Plaats de linkerzijde van het bedieningspaneel in de inkeping op het kader voor het bedieningspaneel.
2
Druk op de rechterzijde van het bedieningspaneel om het paneel aan het kader te bevestigen.
2
Schuif het bedieningspaneel naar rechts en trek het vervolgens naar u toe.
3
Stop het losgemaakte bedieningspaneel in het daarvoor bestemde doosje.
Opmerking over het reinigen van de connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen de connectors op een gegeven moment minder goed gaan functioneren. Om deze mogelijkheid tot het minimum te beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd met een met alcohol bevochtigde katoenen doek schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors daarbij niet beschadigt.
Connectors
43

BEDIENING VAN HET EXTERNE APPARAATEN

MD-speler, enz.
aux-ingang

Externe apparatuur afspelen

Op deze apparaat kunnen twee externe apparaten worden aangesloten. Verbind het ene apparaat met de LINE IN aansluitingen op het achterpaneel en het andere apparaat met de aux-ingangsaansluiting op het bedieningspaneel.
• Voor gebruik van het externe apparaat dat met
de LINE IN aansluitingen op het achterpaneel is verbonden, moet u “LINE IN” op “ON” stellen (zie bladzijde 39).
• Voor gebruik van het externe apparaat dat met de aux-ingangsaansluiting op het bedieningspaneel is verbonden, moet u “AUX IN” op “ON” stellen (zie bladzijde 39).
Het is mogelijk een DVD-speler of videorecorder van JVC op de ingangen met de aanduiding LINE IN aan te sluiten.
U kunt een DVD-speler of videorecorder van JVC via deze ontvanger bedienen. Gebruik hiertoe de cijfertoetsen op het bedieningspaneel. Als u een videorecorder bedient, dient u de bedieningsmodus van de cijfertoetsen te veranderen van de DVD-bedieningsmodus naar de modus voor het bedienen van de videorecorder (de VCR-bedieningsmodus). (Zie de paragraaf “Het apparaat selecteren dat u via deze ontvanger wilt bedienen – KEY SEL” op bladzijde
40.)
1
Selecteer het externe apparaat— LINE INPUT (LINE) of
.
(AUX)
AM TUNER (AM) DAB TUNER (DAB)*
CD CHANGER (CDCH)* LINE INPUT (LINE)*** AUX INPUT (AUX)***
* Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze apparatuur als afspeelbron te selecteren.
** Als er zich geen CD in de lade is geplaatst,
kan de CD-speler niet als afspeelbron worden geselecteerd.
*** Met “LINE IN” of “AUX IN” op “OFF”
gesteld, kunt u de overeenkomende bron niet voor weergave kiezen. (Zie bladzijde 39).
AUX INPUT
Als u een afspeelbron selecteert, wordt automatisch de stroom ingeschakeld. Daarna wordt elke keer wanneer u op de toets drukt een andere afspeelbron geselecteerd, en wel in deze volgorde:
FM TUNER (FM)
CD**
Terug naar het begin
44
LINE INPUT (LINE):
AUX INPUT (AUX):
2
Schakel het aangesloten apparaat
Het apparaat dat op de LINE IN-ingang aan de achterzijde van de apparaat is aangesloten kan nu worden bediend.
Het apparaat dat op de aux-ingang van het bedieningspaneel is aangesloten kan nu worden bediend.
aan en start het afspelen van de afspeelbron.
• Als u een DVD-speler of videorecorder van JVC aansluit, kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren.
Opmerking:
Als u de bovenstaande toetsen gebruikt, wordt de vermelding “DVD” op de display en de bedieningsmodus (zoals 3, 7) weergegeven.
Als u een videorecorder aansluit:
: Hiermee wordt de stroom in- of
uitgeschakeld.
3:
Hiermee start u het afspelen van een videoband.
¡:
Hiermee wordt de cassette snel vooruit gespoeld, indien ingedrukt.
1:
Hiermee wordt de cassette snel achteruit gespoeld, indien ingedrukt.
7:
Hiermee stopt u het afspelen van een videoband.
Opmerking:
Als u de bovenstaande toetsen gebruikt, wordt de vermelding “VCR” op de display en de bedieningsmodus (zoals 3, 7) weergegeven.
3
Regel het volume.
Het volume verhogen.
Als u een DVD-speler aansluit:
:
Hiermee wordt de stroom in- en uitgeschakeld.
3:
Hiermee start u het afspelen van een videoband.
¡:
• Hiermee wordt de kapittel snel vooruit
gespoeld als de toets ingedrukt wordt gehouden.
• Hiermee gaat u naar het begin van de
volgende kapittel als u de toets kort ingedrukt houdt.
1:
• Hiermee wordt de kapittel snel achteruit
gespoeld als de toets ingedrukt wordt gehouden.
• Hiermee gaat u naar het begin van de
huidige kapittel als de toets kort ingedrukt wordt gehouden. Hiermee gaat u elke keer wanneer u de toets indrukt naar het begin van een vorige kapittel.
7:
Hiermee stopt u het afspelen van een videoband.
Het volume verlagen.
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt. (Zie bladzijde 33 – 35.)
45

GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR

We raden u aan bij uw apparaat alleen gebruik te maken van de CH-X-serie. Als u een andere automatische CD-wisselaar in uw bezit hebt, raden we u aan contact op te nemen met uw JVC-dealer in auto-accessoires voor meer informatie over de juiste aansluitingen.
• Bijv.: Als u een CD-wisselaar uit de KD-MK serie hebt, hebt u een kabel (KS-U15K) nodig om deze met het apparaat te verbinden.
Alvorens uw automatische CD-wisselaar te gebruiken:
• Lees de instructies door die bij uw CD-wisselaar zijn geleverd.
• Als er geen CD’s in de houder van de CD-wisselaar aanwezig zijn of wanneer de CD’s ondersteboven in de houder zitten, verschijnt op het afleesvenster de tekst “NO DISC”. Als dit gebeurt, moet u de houder verwijderen en de CD’s op de juiste wijze in de houder plaatsen.
• Als op het afleesvenster de tekst “RESET 1” – “RESET 8” verschijnt, is er iets fout met de verbinding tussen dit apparaat en de CD-wisselaar. Als dit gebeurt, moet u de verbinding controleren, de verbindings­kabel(s) stevig vastmaken. En dan op de resetknop van de CD-wisselaar drukken.

CD’s afspelen

Selecteer de automatische CD-wisselaar (CD CHANGER).
Als u een afspeelbron selecteert, wordt automatisch de stroom ingeschakeld. Daarna wordt elke keer wanneer u op de toets drukt een andere afspeelbron geselecteerd, en wel in deze volgorde:
AM TUNER (AM) DAB TUNER (DAB)*
CD CHANGER (CDCH)* LINE INPUT (LINE)*** AUX INPUT (AUX)***
* Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze apparatuur als afspeelbron te selecteren.
** Als er zich geen CD in de lade is geplaatst,
kan de CD-speler niet als afspeelbron worden geselecteerd.
*** Met “LINE IN” of “AUX IN” op “OFF”
gesteld, kunt u de overeenkomende bron niet voor weergave kiezen. (Zie bladzijde 39).
FM TUNER (FM)
CD**
Terug naar het begin
46
Nummer van het track
Verstreken speeltijd
Discnummer (en vervolgens verschijnt de tijd van de klok indien “CLOCK” op “ON” is gesteld).
Versneld vooruit afspelen en achteruit afspelen van het track
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ en houd deze toets ingedrukt om het track versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4 en houd deze toets ingedrukt om het track achteruit af te spelen.
Vorige of volgende tracks selecteren
Druk terwijl u een CD afspeelt korte tijd op ¢ om naar het begin van de volgende track te gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, gaat u naar de volgende track, die vervolgens ten gehore wordt gebracht.
Druk terwijl u een CD afspeelt korte tijd op 4 om naar het begin van de huidige track te gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, gaat u naar de vorige track, die vervolgens ten gehore wordt gebracht.
Direct naar een bepaalde CD gaan
Druk op de cijfertoets die correspondeert met het nummer van de CD om het afspelen te laten beginnen (tijdens weergave van de CD-wisselaar).
De tekst van een CD met CD Text weergeven
U kunt alleen informatie van CD’ s met CD Te xt weergeven wanneer er een automatisch CD­wisselaar van JVC is aangesloten die is uitgerust met de mogelijkheid om CD Text te lezen. Zie de paragraaf “De tekst van een CD met CD Text weergeven” op bladzijde 23 voor meer informatie.

CD-afspeelmodi selecteren

Tracks in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
U kunt alle tracks van de huidige disc of van alle discs in de CD-wisselaar in een willekeurige volgorde afspelen.
1 Druk op M (modus) terwijl er
een CD wordt afgespeeld. De apparaat schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op RND (random) terwijl
de functiemodus is geactiveerd zodat “RANDOM1” of “RANDOM2” op het display knippert. Elke keer wanneer u op de toets RND, wordt er een andere modus voor het in willekeurige volgorde afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
RANDOM1
RANDOM2
Geannuleerd
De indicator RND licht op.
• Discnummer 1 – 6 selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Discnummer 7 – 12 selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12) en houd deze toets langer dan 1 seconde ingedrukt.
Nummer van het muziekstuk
Verstreken afspeeltijd
Bijv.: Wanneer Discnummer 3 wordt geselecteerd.
Discnummer (en vervolgens verschijnt de tijd van de klok indien “CLOCK” op “ON” is gesteld).
Modus
RANDOM1
RANDOM2
Bijv: Met “RANDOM1” gekozen.
Indicator RND
Licht op Alle tracks van de huidige
Knippert Alle tracks van alle CD’s
Afspelen in willekeurige volgorde
CD, daarna de tracks van de volgende CD enzovoorts.
in de CD-houder.
RND
47
Tracks herhaaldelijk afspelen (Repeat Play)
U kunt het huidige track of alle tracks van de huidige disc of geselecteerde disc in de CD­wisselaar herhaald afspelen.
1 Druk op M (modus) terwijl er
een CD wordt afgespeeld. De apparaat schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op RPT (repeat) terwijl
de functiemodus is geactiveerd zodat “REPEAT1” of “REPEAT2” op het display knippert. Elke keer wanneer u op de toets RPT, wordt er een andere modus voor het herhaald afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
REPEAT1
REPEAT2
Geannuleerd
De indicator RPT licht op.
Alleen intro’s afspelen (Intro scan)
Het is mogelijk om van alle tracks alleen de eerste 15 seconden af te spelen, zodat u de intro’s kunt beluisteren.
1 Druk op M (modus) terwijl er
een CD wordt afgespeeld. De apparaat schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op INT (intro scan)
4
terwijl de functiemodus is geactiveerd zodat “INTRO1” of “INTRO2” op het display knippert. Elke keer wanneer u op de toets INT, wordt er een andere voor het in introscanmodus volgorde afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
INTRO 1
Geannuleerd
RPT
INTRO 2
Bijv: Met “REPEAT1” gekozen.
Modus
REPEAT1 Licht op
REPEAT2 Knippert Alle tracks in de huidige
Indicator RPT
Herhaling van...
Het huidige een geselecteerd
CD (of de geselecteerde CD).
track
48
(of
track
Bijv: Met “INTRO1” gekozen.
Modus
INTRO1 Van alle tracks op alle
).
INTRO2 Van de eerste track op
Indicator
Tracknummer flikkert
Het disk­nummer knipperen
Speelt het begin (15 seconden)
ingebrachte CD’s.
iedere ingebrachte CD.

BEDIENING VAN DE DAB-TUNER

We raden u aan om in combinatie met deze apparaat DAB-tuner KT-DB1500 te gebruiken. Neem contact op met de JVC-dealer in auto­accessoires als u een andere DAB-tuner hebt.
• Zie ook de instructies die bij de DAB-tuner werden geleverd.
Wat is het DAB-system?
DAB is een van de digitale radiozendsystemen die momenteel in gebruik zijn. Met deze technologie is het mogelijk CD’s af te spelen met hoge geluidskwaliteit zonder storingen en signaalvervorming. U kunt er zelfs tekst, afbeeldingen en gegevens mee versturen. In tegenstelling tot FM-uitzendingen, waarbij elk programma op een aparte frequentie wordt uitgezonden, worden bij DAB verschillende programma’s (die “services” worden genoemd) met elkaar gecombineerd tot een “ensemble”. Alleen wanneer u een DAB-tuner op deze apparaat aansluit, kunt u van deze DAB-services gebruik maken.

Afstemmen op een ensemble en op een van de services

Een ensemble bestaat doorgaans uit 6 of meer programma’s (services) die tegelijkertijd worden uitgezonden. Nadat u op een ensemble hebt afgestemd, kunt u kiezen naar welke service u wilt luisteren.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Als u een afspeelbron selecteert, wordt automatisch de stroom ingeschakeld. Daarna wordt elke keer wanneer u op de toets drukt een andere afspeelbron geselecteerd, en wel in deze volgorde:
AM TUNER (AM)
DAB TUNER (DAB)* CD CHANGER (CDCH)* LINE INPUT (LINE)*** AUX INPUT (AUX)***
* Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze apparatuur als afspeelbron te selecteren.
** Als er zich geen CD in de lade is geplaatst,
kan de CD-speler niet als afspeelbron worden geselecteerd.
*** Met “LINE IN” of “AUX IN” op “OFF”
gesteld, kunt u de overeenkomende bron niet voor weergave kiezen. (Zie bladzijde 39).
FM TUNER (FM)
CD**
Terug naar het begin
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
49
2
Naam van de service
&
Naam van het ensemble
Frequentie
&
Kanaalnummer
Selecteer de DAB-band (DAB 1, DAB 2 of DAB 3).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere DAB-band geselecteerd:
D1
(DAB 1)
Opmerking:
Deze ontvanger is uitgerust met drie DAB­banden (DAB 1, DAB 2, DAB 3). U kunt met elke DAB-band op een ensemble afstemmen.
3
Zoek een ensemble op.
Zodra er een ensemble wordt gevonden, wordt het zoeken gestaakt.
Als u het zoeken wilt stoppen nog voordat er een ensemble is gevonden,
moet u de toets die u hebt ingedrukt om het zoeken in gang te zetten nogmaals indrukken.
4
Selecteer de service waarnaar u wilt
D2
(DAB 2)
Druk op ¢ afstemmen op een ensemble met een hogere frequentie.
Druk op 4 afstemmen op een ensemble met een lagere frequentie.
luisteren.
1
Druk op M (modus).
D3
(DAB 3)
De informatie op de display wijzigen wanneer u op een ensemble afstemt
Normaliter wordt de naam van de service op de display weergegeven. Druk op D (display) als u andere informatie op de display wilt weergeven. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de volgende informatie gedurende een korte tijd in het bovenste gedeelte van de display.
• De oorspronkelijke aanduidingen verschijnen na een paar seconden weer op het display.
Zonder zoeken afstemmen op een bepaald ensemble
1 Druk op SOURCE om de DAB-tuner als
afspeelbron te selecteren.
2
Druk
herhaaldelijk
band te selecteren: DAB 1, DAB 2 of DAB 3.
3 Druk op ¢ of op 4 en houd deze
gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt. De vermelding “MANU” of “MANUAL*” knipperde op de display.
4 Druk herhaaldelijk op ¢ of op 4
tot u het ensemble van uw keuze bereikt.
• Als u de toets ingedrukt houdt, wordt er net
zo lang een ander ensemble gekozen tot u de toets weer loslaat.
op M (
modus
) om de DAB-
50
Binnen
5 seconden
2 Druk op ¢ of
op 4 te selecteren de service van uw keuze.
* Zonder het displaypatroon met de aanduiding voor
de bron gekozen.
DAB-frequenties in het
Binnen
5 seconden
geheugen opslaan
Er kunnen maximaal 6 DAB-services voor elke DAB-band (DAB 1, DAB 2 en DAB 3) handmatig in het geheugen worden opgeslagen.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Als u een afspeelbron selecteert, wordt automatisch de stroom ingeschakeld. Daarna wordt elke keer wanneer u op de toets drukt een andere afspeelbron geselecteerd, en wel in deze volgorde:
AM TUNER (AM) DAB TUNER (DAB)*
CD CHANGER (CDCH)*
LINE INPUT (LINE)***
AUX INPUT (AUX)***
* Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze apparatuur als afspeelbron te selecteren.
** Als er zich geen CD in de lade is geplaatst,
kan de CD-speler niet als afspeelbron worden geselecteerd.
*** Met “LINE IN” of “AUX IN” op “OFF”
gesteld, kunt u de overeenkomende bron niet voor weergave kiezen. (Zie bladzijde 39).
2
Selecteer de DAB-band (DAB 1, DAB 2 of DAB 3).
D1
(DAB 1)
3
Stem af op het ensemble van uw keuze.
FM TUNER (FM)
CD**
Terug naar het begin
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere DAB-band geselecteerd:
D2
(DAB 2)
D3
(DAB 3)
4
Selecteer de service van het ensemble.
1
Druk op M (modus).
2 Druk op ¢ of
op 4 en houd deze toets te selecteren de service van uw keuze.
5
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) waaronder u de geselecteerde service wilt opslaan en houd deze toets gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt.
“1” is opgelicht erige tijd.
6
Herhaal de bovenstaande procedure als u nog andere DAB­services achter voorkeuzetoetsen wilt opslaan.
Opmerkingen:
• Een reeds opgeslagen DAB-service verdwijnt uit het geheugen wanneer u aan de desbetreffende voorkeunummer een nieuwe DAB-service toekent.
• Opgeslagen DAB-services verdwijnen uit het geheugen wanneer de stroomtoevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld wanneer u de batterij vervangt). Als dit gebeurt, zult u de DAB-services opnieuw moeten instellen.
51

Afstemmen op een opgeslagen DAB-service

Wat u nog meer met DAB kunt doen

U kunt eenvoudig op een vooraf ingestelde DAB­service afstemmen. Zoals al eerder uitgelegd, dient u eerst services in het geheugen vast te leggen. Zie bladzijde 51 als u nog geen services hebt opgeslagen.
1
Selecteer de DAB-tuner.
AM TUNER (AM) DAB TUNER (DAB)*
CD CHANGER (CDCH)*
LINE INPUT (LINE)***
AUX INPUT (AUX)***
* Als er geen DAB-tuner of CD-wisselaar is
aangesloten, is het niet mogelijk deze apparatuur als afspeelbron te selecteren.
** Als er zich geen CD in de lade is geplaatst,
kan de CD-speler niet als afspeelbron worden geselecteerd.
*** Met “LINE IN” of “AUX IN” op “OFF”
gesteld, kunt u de overeenkomende bron niet voor weergave kiezen. (Zie bladzijde 39).
2
Selecteer de DAB-band (DAB 1,
Als u een afspeelbron selecteert, wordt automatisch de stroom ingeschakeld. Daarna wordt elke keer wanneer u op de toets drukt een andere afspeelbron geselecteerd, en wel in deze volgorde:
FM TUNER (FM)
CD**
Terug naar het begin
DAB 2 of DAB 3).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere DAB-band geselecteerd:
D1
(DAB 1)
3
Selecteer de voorkeuzetoets (1 t/m 6)
D2
(DAB 2)
voor de DAB-service die u wilt beluisteren.
52
D3
(DAB 3)
Hetzelfde programma automatisch volgen (Alternatieve ontvangst)
Het is mogelijk om naar een programma te blijven luisteren.
Terwijl u een DAB-service ontvangt: Als u in een streek rijdt waar u een service niet kunt ontvangen, zal deze apparaat automatisch afstemmen op een ander ensemble of een FM RDS-zender die hetzelfde programma uitzendt.
Terwijl u een FM RDS-zender ontvangt: Als u in een gebied rijdt waar een DAB-service hetzelfde programma uitzendt als een FM RDS-zender, stemt deze apparaat automatisch op de DAB-service af.
Opmerking:
Bij het overschakelen van DAB naar FM en andersom kan het weergaveniveau van het volume onaangenaam toenemen of afnemen. Dat het geluidsniveau toeneemt of afneemt, heeft niets met uw ontvanger te maken, maar met de aansturing bij de zender. Er is dus niets mis met uw ontvanger.
Werken met alternatieve ontvangst
Bij het verlaten van de fabriek zijn standaard alle alternatieve-ontvangstmogelijkheden ingeschakeld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 36.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de vermelding
“DAB AF” (alternatiev e frequentie) te selecteren.
3 Selecteer de gewenste modus met de
bedieningsschijf.
• ON:
• OFF: Alternatieve ontvangst is
Opmerking:
Als alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld (zie bladzijde 14 voor RDS-zenders). De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Het programma wordt gev olgd tussen het aanbod van DAB-services en FM RDS-zenders — alternatieve ontvangst. De indicator AF op de display licht op (zie bladzijde 14).
uitgeschakeld.

AANVULLENDE INFORMATIE

spatie
<
=
>
?@_ `
01234 56789 !
”#$%
&
’()
*
+,
.
/
:
;
Geluidsmodi (vooraf ingestelde frequentieniveaus instellen)
De hieronder getoonde lijst toont de reeds ingestelde frequentieniveaus voor iedere geluidsmodus.
• U kunt de reeds ingestelde geluidsmodi (uitgezonderd USER 1/2/3) tijdelijk instellen. Uw tijdelijke instellingen worden echter geannuleerd wanneer u een andere geluidsmodus kiest.
Geluids- Vooraf ingestelde waarden voor de equalizer modi 70 Hz 150 Hz 400 Hz 1 kHz 2,4 kHz 6 kHz 12,5 kHz
FLAT 00000000000000 Hard Rock +03 +03 +01 00 00 +02 +01 R & B +03 +02 +02 00 +01 +01 +03 POP 00 +02 00 00 +01 +01 +02 JAZZ +03 +02 +01 +01 +01 +03 +02 Dance Music Country +02 +01 00 00 00 +01 +02 Reggae +03 00 00 +01 +02 +02 +03 Classic +02 +03 +01 00 00 +02 00 USER 1 00 00 00 00 00 00 00 USER 2 00 00 00 00 00 00 00 USER 3 00 00 00 00 00 00 00
+04 +02 00 –02 –01 +01 +01
Beschikbare tekens
• De volgende tekens kunnen worden gebruikt om namen samen te stellen voor CD’s en externe apparatuur. (Zie bladzijde 41.)
• Uitsluitend voor de KD-SH909R: U kunt ID3v1 tags tonen met gebruik van de volgende letters en symbolen (albumtitel, naam artiest, titel van de song, etc.) bij weergave van een MP3 bestand met deze apparaat. (Zie bladzijde 25.)
Hoofdletters
ABCDE FGHIJ KLMNO PQRST UVWXY
Z
spatie
Kleine letters
abcde fghij kl mno pqr st uvwxy
spatie
z
Cijfers en symbolen
53

PROBLEMEN OPLOSSEN

Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
Symptomen
• Geluid van de CD wordt soms onderbroken.
Oorzaken
De inhoud van de CD is niet geschikt voor deze apparaat.
U rijdt op een hobbelige weg.
Plaats een andere CD.
Stop het afspelen als u op hobbelige wegen rijdt.
Oplossingen
• Er komt geen geluid uit de speakers.
• CD-R/CD-RW kan niet worden afgespeeld.
• Overslaan van fragmenten van de CD-R/CD-RW is niet mogelijk.
• “NO DISC” of “EJECT ERR” wordt op de display weergegeven en de CD kan niet worden uitgenomen.
Algemene Afspelen
• Er verschijnt geen bericht op de display, maar de CD kan niet worden verwijderd.
• Indien “ERR 00” tot “ERR 44” op het display wordt getoond.
• Het apparaat of de CD-wisselaar werkt niet.
• Automatisch instellen van zenders – SSM (Strong­station Sequential Memory) – functioneert niet.
FM/AM
• U hoort ruis terwijl u naar de radio luistert.
Er zitten krassen op de disk. Verkeerde verbindingen.
Het volume is ingesteld op het minimale niveau.
De “P.AMP SW” instelling is op “OFF” gesteld.
De CD-R/CD-RW is niet afgerond (“finalized”).
Misschien werkt de apparaat niet goed meer.
Het mechanisme voor de beweging van de afdekking wordt door iets geblokkeerd.
Soms functioneert de ingebouwde microcomputer niet goed ten gevolge van lawaai, enz.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
Plaats een andere CD. Controleer kabels en
aansluitingen. Pas het geluid aan totdat het
optimale niveau is bereikt. Stel op “ON”.
(Zie bladzijde 38.) Plaats een afgeronde CD-R/
CD-RW of rond de CD-R/CD­RW met de voor opname gebruikte apparatuur af.
Druk op , en tegelijkertijd op
en houdt ook deze toets minimaal 2 seconden ingedrukt. (Let erop dat de CD niet op de grond valt als deze wordt uitgeworpen.)
Druk op de Reset-toets op het bedieningspaneel. (Zie bladzijde 2.) Controleer de beschrijving in de handleiding voor installatie/ aansluiting (apart boekje) indien de terugsteltoets niet functioneert. (Bijv.: U heeft langere schroeven dan aangegeven gebruikt).
Druk op het bedieningspaneel aan de voorzijde van de apparaat op de Reset-toets. (Zie bladzijde 2.)
Leg de zenders handmatig vast.
Zorg dat de antenne stevig vast zit.
54
Symptomen
Oorzaken
Oplossingen
Op het afleesvenster verschijnt de tekst “NO DISC”.
• Op het afleesvenster verschijnt de tekst “RESET 8”.
• Op het afleesvenster verschijnt de tekst “RESET 1” – “RESET 7”.
• De CD kan niet worden afgespeeld.
• Bestanden worden overgeslagen of 00’00” verschijnt en de weergave stopt.
• Er is ongewenst geluid hoorbaar.
• De leestijd duurt lang (de vermelding “FILE CHECK” knippert op de display).
Er bevindt zich geen CD in de CD-lade.
Het apparaat is niet op de juiste manier met de CD­wisselaar verbonden.
De MP3-bestanden hebben niet de mp3 extensie in de bestandsnaam.
De MP3-bestanden zijn niet opgenomen in een indeling die voldoet aan de ISO 9660 Niveau 1--norm, Niveau 2­norm of Joliet.
De bestanden zijn met het Layer 1 of Layer 2 formaat gecodeerd.
Het bestand dat wordt afgespeeld is geen MP3­bestand (ook al heeft het bestand de extensie mp3).
De duur van de leestijd hangt af van de complexiteit van de hiërarchie van de mappen en bestanden.
Plaats een CD.
Verbind het apparaat en de CD­wisselaar op de juiste manier met elkaar en druk op de toets
van de CD-wisselaar.
Druk op de CD-wisselaar.
Voeg de extensie mp3 aan de bestandsnamen toe.
Plaats een andere CD. (Neem de MP3-bestanden op met een toepassing die aan deze normen voldoet.)
Plaats een disc waarop bestanden zijn die met het Layer 3 formaat zijn gecodeerd.
Sla het bestand over of plaats een andere CD. (Voeg nooit de extensie mp3 toe aan bestanden die geen MP3­bestanden zijn.)
Maak de hiërarchie niet te ingewikkeld en gebruik niet teveel mappen. Plaats ook geen tracks op de MP3-CD die geen MP3-bestanden zijn.
Reset-toets
Reset-
van de
CD-wisselaar
• De bestanden worden in een andere volgorde afgespeeld dan ik wilde.
• De verstreken speeltijd is onjuist.
• De vermelding “MP3” knippert op de display.
• “NO FILES” verschijnt even op het display en daarna wordt de CD automatisch uitgeworpen.
• Er worden verkeerde tekens weergegeven. (Weergave van tags, b.v. de naam van het album)
De afspeelvolgorde wordt bepaald bij het maken van de opname.
Dit kan gebeuren en is afhankelijk van het aantal bestanden dat op de CD staat.
Er zijn geen MP3 bestanden in de huidige map.
Er zijn geen MP3 bestanden op deze disc.
Deze apparaat kan letters van het alfabet (hoofdletters: A–Z, kleine letters: a–z), cijfers en symbolen weergeven. (Zie bladzijde 53.)
Selecteer een andere map.
MP3’s Afspelen (uitsluitend voor de KD-SH909R)
Plaats een disc met MP3 bestanden.
55

ONDERHOUD

Omgaan met CD’s

Deze apparaat is ontworpen om alleen CD’s met de volgende logo’s af te spelen.
Het is ook mogelijk om uw originele CD-R’s (Recordable CD’s) en CD-RW’s (Rewritable CD’ s) in de audio-CD-indeling spelen uitsluitend voor de KD-SH909R).
De manier waarop u met CD’s moet omgaan
Wanneer u een CD uit het opbergdoosje haalt, moet u
het rondje in het midden van de doos naar beneden duwen en de CD uit het doosje halen terwijl u hem aan de rand vasthoudt.
• Houd de CD altijd aan de randen vast.
Wanneer u de CD wilt opbergen, leg deze dan zachtjes om het rondje in het midden (bedrukte
vlak naar boven).
• Berg de CD’s na gebruik altijd op in het doosje.
CD’s schoonhouden
Het geluid kan verkeerd worden weergegeven als de CD vuil is. Als een CD vuil wordt, moet u hem afvegen met een zachte doek door de doek in een rechte lijn van het midden naar de rand te bewegen.
Nieuwe CD’s afspelen
Sommige nieuwe CD’s hebben oneffenheden langs de binnen­of buitenrand. Soms worden dergelijke CD’s door het apparaat geweigerd. U kunt deze oneffenheden verwijderen door de randen glad te wrijven met een potlood, ballpoint enz.
COMPACT
DIGITAL AUDIO
(of MP3-indeling af te
Rondje in het midden
Kom niet aan vlak met de opnames.
LET OP:
• Plaats geen 8 cm CD’s (CD-singles) in de CD­lade. (Deze CD’s kunnen niet terugspringen.)
• Plaats geen CD’s met een ongewone vorm (bijvoorbeeld hartvormig) in de CD-lade; dit zal problemen veroorzaken.
• Stel CD’s niet bloot aan direct zonlicht of een andere warmtebron en leg ze niet neer op plaatsen waar het zeer warm of vochtig is.
• Gebruik geen oplosmiddelen (zoals reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray, verdunningsmiddelen, wasbenzine, enz.) om CD’s te reinigen.
Als u een CD-R of CD-RW afspeelt
Het is mogelijk om uw originele CD-R’s en CD­RW’s met opnames in de audio-CD-indeling (of MP3-indeling af te spelen uitsluitend voor de KD­SH909R). (Afspelen is misschien niet mogelijk bij bepaalde, heel specifieke opnamekenmerken of ­omstandigheden.)
Zelfgemaakte CD-R’s (Recordable) en CD-RW’s (Rewritable) kunnen alleen worden afgespeeld als de eindbewerking “finalization” heeft plaatsgevonden.
• Lees alvorens een CD-R’s of CD-RW’s af te spelen eerst de bij de disk meegeleverde instructies aandachtig door.
• Bepaalde CD-R’s en CD-RW’s kunnen mogelijk niet op deze apparaat worden afgespeeld vanwege een heel specifieke opnamemethode, vuil op beschadigingen op de disk of een vuiltje op de lens.
• CD-R’s en CD-RW’s zijn uiterst gevoelig voor hoge temperaturen en luchtvochtigheid. Laat geen disks in uw auto achter.
• Voor CD-RW’s is soms een langere leestijd nodig. (Dit heeft te maken met het feit dat de weerkaatsing van CD-RW’s minder is dan van CD’s.)
Condensvorming
In onderstaande gevallen kan zich condens vormen op de lens in de CD-speler:
• Nadat de verwarming in de auto is aangezet.
• Wanneer het erg vochtig wordt in de auto. Soms zal de CD-speler hierdoor niet meer goed werken. In dat geval moet u de CD uit de CD-lade halen en moet u het apparaat een paar uur aan laten staan totdat het vocht is verdampt.
56
Haperingen:
De CD kan haperen wanneer u op hobbelige wegen rijdt. Het apparaat en de CD worden hierdoor niet beschadigd, maar het is wel storend. Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen wanneer u op dergelijke wegen rijdt.

SPECIFICATIES

GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 50 W per kanaal Achterin: 50 W per kanaal Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS): Voorin: 19 W per kanaal in 4 , 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische vervorming van het geluid.
Achterin: 19 W per kanaal in 4 , 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid. Belastingsimpedantie: 4 (speling 4 tot 8 ) Bereik van de equalizer:
Frequenties: 70 Hz, 150 Hz, 400 Hz, 1 kHz,
2,4 kHz, 6 kHz, 12,5 kHz.
Niveau: ±10 dB
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz Signaal/ruisverhouding: 70 dB Ingangsvermogen/Impedantie:
1,5 V/20 k belasting
Aux-ingang: stereo-ministekker van 3,5 mm
doorsnede (analoge) Uitgangsvermogen/Impedantie:
4,0 V/20 k belasting (maximaal vermogen)
Uitgangsimpedantie: 1 k
RADIO
Frequentiebereik:
FM: 87,5 MHz tot 108,0 MHz AM: (MW) 522 kHz tot 1 620 kHz
(LW) 144 kHz tot 279 kHz
CD-SPELER
Type: CD-speler Signaaldetectiesysteem:
Pickup-lens (halfgeleider-laser) Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo) Weergavekarakteristiek: 5 Hz tot 20 000 Hz Dynamisch vermogen: 98 dB Signaal/ruisverhouding: 102 dB Zweving: Minder dan de meetbare limiet
[Voor de KD-SH909R]
Indeling voor MP3-decoding:
MPEG1/2 Audio Layer 3 Max. Bit-rate: 320 Kbps
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 V
(speling 11 V tot 16 V) Aardingssysteem: Negatieve aarding Bedrijfstemperatuur: 0°C tot +40°C Afmetingen (breedte × hoogte × diepte):
Afmetingen apparaat (ten behoeve van installatie):
182 mm × 52 mm × 161 mm
Afmetingen paneel:
188 mm × 58 mm × 17 mm
Gewicht: 1,8 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 )
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 )
Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):
65 dB Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 15 000 Hz Stereo-scheiding: 30 dB Vangbereik: 1,5 dB
[MW-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV Selectiviteit: 35 dB
[LW-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
57
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
EN, GE, FR, NL
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
0102MNMMDTJEIN
JVC
Loading...