For installation and connections, refer to the separate manual.
Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetref fende
handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
FRANÇAIS
NEDERLANDS
GET0065-001A
[E/EX]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
CAUTION: Invisible laser
radiation when open and
interlock failed or defeated.
AVOID DIRECT EXPOSURE
TO BEAM. (e )
ADVARSEL: Usynlig laserstråling ved åbning, når
sikkerhedsafbrydere er ude
af funkti on. Undgåudsættelse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser-
strålning när denna del
är öppnad och spärren
urkopplad. Betrakta ej
strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet
är
alttiina näkymättömälle
lasersäteilylle. Älä katso
säteeseen. (f)
Benaming/Spanningslabel
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en
interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte
blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel
bevat geen door de gebruiker te repareren
onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan
Let op:
Caution:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een
This product contains a laser component
hogere klasse laserstraal dan “Klasse 1”.
of higher laser class than Class 1.
erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare
laserstralen maar is echter voorzien van
veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te
stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate
NEDERLANDS
gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van
instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing
aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan
gevaarlijke straling.
Het apparaat terugstellen
Houd de SEL (selecteren) en de (standby/aan/attenuator) toetsen beide gelijktijdig een
paar seconden ingedrukt.
De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
(standby/aan/attenuator)
SEL (selecteren)
Opmerkingen:
• De geheugeninstellingen – zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen – zullen eveneens gewist
worden.
• Als er een CD in het apparaat is, zal deze naar buiten komen wanneer u het apparaat terugstelt. Let op
dat de CD niet valt.
2
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed door te
lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van het apparaat
en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen .........................2
Plaatsing van de toetsen .......................... 28
ONDERHOUD .............................. 29
Omgaan met CD’s ................................... 29
PROBLEMEN OPLOSSEN ................ 30
SPECIFICATIES ............................ 31
NEDERLANDS
«
891011127
Als u deze toetsen nadat u op de toets MODE hebt gedrukt weer als cijfertoetsen wilt
gebruiken, moet u 5 seconden wachten zonder op een cijfertoets te drukken. De functiemodus
wordt dan automatisch opgeheven.
• Ook als u nogmaals op de toets MODE drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is
tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is
belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is
gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet
meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen
met het apparaat gaat verrichten.
RNDRPTMO
Indicator die tijd aftelt
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
3
PLAATSING VAN DE TOETSEN
Bedieningspaneel
Het display-venster
a
2
1
sd
3
4
f
5
g
z
x
h
j
k
l
67
/
8
9
p
TP/PTY
SEL
DISP
MO
7
8
NEDERLANDS
w
q
e
1 De toets (standby/aan/attenuator)
2 De toets TP (traffic programme)/
PTY (programme type)
3 De toets SEL (selecteren)
4 Het display-venster
5 CD-lade
6 De toets AM
7 De toets CD
8 De toets 0 (uitwerpen)
9 De toets FM
p De toetsen ¢/4
•
Deze toetsen doen dienst als SSM-toets wanneer
beide toetsen tegelijk worden ingedrukt.
q De toetsen +/–
w De toets DISP (display)
e Afstandssensor (uitsluitend voor de
KD-S871R)
r De toets MO (mono)
t De toets RPT (repeat)
y De toets RND (random)
u De cijfertoetsen
i De toets MODE
o De toets SCM (sound control memory)
; De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
4
r
FM
CD
¢
SSM
4
10
9
1112
RPT
RND
yt
u
MODE
i
SCM
o
AM
;
Het display-venster
a De indicator SCM (sound control memory)
s De indicator CD-bron
d De indicator voor de FM-band (FM1, FM2, FM3)
f De indicator voor de AM-band
g Indicators voor de ontvangst van de tuner
MO (mono), ST (stereo)
h De indicator RND (random)
j De indicator RPT (repeat)
k De Indicators RDS
AF, REG, TP, PTY
l De indicator LOUD (loudness)
/ De indicator CD-geplaatst
z Hoofdvenster
x De indicator (of audioniveau) voor het
volumeniveau
(voor de KD-S871R)
De indicator voor het volumeniveau
(voor de KD-S723R en KD-S721R)
BASISBEDIENING
TP/PTY
SEL
DISP
MO
7
9
8
132
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder
wordt het apparaat automatisch ingeschakeld.
U hoeft niet op deze toets te drukken om het
apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
FM
CD
FM
CD
¢
SSM
4
10
RND
1112
RPT
Het door u ingestelde geluidsniveau verschijnt.
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
AM
MODE
SCM
Indicator voor het volumeniveau
(zie bladzijde 25)
(Zie bladzijde 20 – 22).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige
geluidsbron kort op. Op het
afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen
en het volume zal in een oogwenk dalen.
Om het eerdere volume te herstellen, drukt u
nogmaals kort op dezelfde toets.
NEDERLANDS
AM
Voor gebruik van de radio (FM of AM),
zie bladzijde 6 – 16.
Voor gebruik van de CD,
zie bladzijde 17 – 19.
3
Regel het volume.
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Spanning uitschakelen
Druk op en houd de cijfertoets langer dan
1 seconde ingedrukt.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt,
moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen
zie bladzijde 23.
LET OP bij het instellen van het volume:
Bij CD’s is in vergelijking tot andere
geluidsdragers nauwelijks sprake van
achtergrondruis. Wanneer het volume van
bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het
gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge
toename van het geluid beschadigd raken.
Draai het volume daarom voordat u een CD
afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan
uw wensen aan.
5
BASISBEDIENING VAN DE RADIO
TP/PTY
SEL
DISP
7
8
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt
u kiezen tussen automatisch zoeken en
handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken:
Auto search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
NEDERLANDS
FM
CD
AM
FM1FM2FM3
AM
FM
CD
¢
SSM
4
MO
10
9
RND
1112
RPT
2
Zoek een station.
MODE
AM
SCM
Afstemmen op een station
¢
4
met een hogere frequentie.
Afstemmen op een station
met een lagere frequentie.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt
het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het
zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
De geselecteerde omroepband
wordt weergegeven.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
6
Handmatig naar een station zoeken:
MO
Manual search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
FM
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige
modus na 5 seconden automatisch
uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen (bij FM steeds met
50 kHz en bij AM – MG/LG steeds met
9 kHz) totdat u de toets loslaat.
CD
AM
FM1FM2FM3
AM
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of 4 en houd
deze ingedrukt tot de vermelding “M
(voor “manual”: handmatig zoeken)”
op de display begint te knipperen.
¢
4
De geselecteerde omroepband
wordt weergegeven.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te
ontvangen is:
1 Druk op de toets MODE om de functiemodus
te activeren terwijl u in stereo naar een
FM-stereo-uitzending luistert.
2 Druk op de toets MO (mono), terwijl de
functiemodus is geactiveerd, zodat de
indicator MO op de display aangaat.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, gaat
de indicator MO aan of uit.
MODE
NEDERLANDS
Als de indicator MO op de display aan is, wordt
het geluid in mono weergegeven en verbetert
de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).
3
Stem af op het station van uw keuze.
U kunt dit doen zolang de vermelding
“M” op de display knippert.
Als u wilt afstemmen op een
¢
4
station dat op een hogere
frequentie uitzendt.
Als u wilt afstemmen op een
station dat op een lagere
frequentie uitzendt.
7
Radiozenders in het geheugen
vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden
gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:
SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van
FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-zenders instellen voor elke
FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de
FM-golfband (FM1 – 3) waarop u
FM-zenders wilt vasteleggen.
FM
CD
NEDERLANDS
AM
2
Druk op beide toetsen en houd ze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
¢
4
FM1FM2FM3
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere
golfband (FM1, FM2, FM3 en AM) vasteleggen.
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1
1
Selecteer het nummer van de
golfband (FM1 – 3, AM) waarop u
zenders wilt vasteleggen (in dit
voorbeeld cijfertoets FM1).
FM
CD
AM
2
Stem af op een zender (in dit
voorbeeld op 88,3 MHz).
¢
4
FM1FM2FM3
AM
Als u wilt afstemmen op een
station dat op een hogere
frequentie uitzendt.
Als u wilt afstemmen op een
station dat op een lagere
frequentie uitzendt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en
verdwijnt wanneer het automatisch instellen van
radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen
worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de
cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is
vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
8
3
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
7
De vermelding “P1” knippert gedurende
enkele seconden op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure om
andere zenders onder andere
nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist
wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder
hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de
spannings toevoer naar het geheugen wordt
onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de
accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw
worden ingesteld.
Afstemmen op een
voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een
vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet
vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders
in het geheugen vastleggen” op bladzijde 8 en 9,
als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
FM
CD
AM
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de
gewenste zender.
FM1FM2FM3
AM
8 MO91011 RPT 12 RND7
NEDERLANDS
9
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening
waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun
regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan
een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het
station met het programma en informatie over de
aard of het genre van het programma meezenden,
bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over
sport gaat of een muziekprogramma is.
Een andere functie van de voorziening RDS is
“Enhanced Other Networks”. Met behulp van de
Enhanced Other Networks-gegevens die door het
station worden verstuurd, kunt u op een andere
zender van een ander netwerk afstemmen dat uw
favoriete programma of verkeersinformatie
uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander
programma of een andere afspeelbron, zoals het
CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze
eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen
(De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van
verkeersinformatie (TA – “Traffic
Announcement”) of uw favoriete programma
NEDERLANDS
• Zoeken naar een bepaald programmagenre
(PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover
u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt
beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven
volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van
FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die
in deze eenheid is ingebouwd automatisch
overschakelen naar een andere RDS-zender van
hetzelfde station dat hetzelfde programma
uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw
favoriete programma blijven luisteren en bent u
verzekerd van de best mogelijke ontvangst,
ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie
de afbeelding op de volgende pagina).
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor
zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw
rit kunt blijven volgen: de PI (Programme
Identification) gegevens, en de AF (Alternative
Frequency) gegevens.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen
van een RDS-station goed zijn, kunt u uw
favoriete programma blijven volgen. Als een of
beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
10
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerkopsporing gebruiken om hetzelfde programma
met de beste ontvangst te blijven beluisteren.
Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
• AF:De netwerkfunctie is ingeschakeld en
Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”).
Met deze instelling schakelt het
toestel naar een andere zender van
hetzelfde netwerk wanneer de
ontvangst van de signalen van de
ingestelde zender verslechtert.
(In deze modus kan het voorkomen
dat het nieuw te ontvangen
programma anders is dan het
programma dat u daarvoor ontving).
De indicator AF licht op, maar de
indicator REG licht niet op.
• AF REG: De netwerkfunctie is ingeschakeld en
• OFF:De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
ook Regionalisatie is ingeschakeld
(“on”).
Met deze instelling schakelt het
toestel naar een andere zender van
hetzelfde netwerk die hetzelfde
programma uitzendt, wanneer de
ontvangst van de signalen van de
ingestelde zender verslechtert.
Zowel de indicator AF als de indicator
REG lichten op.
De indicator AF en de indicator REG
lichten allebei niet op.
Indicator AF
Indicator REG
REGAF
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 24).
SEL
2
Selecteer de vermelding “AF-REG
(alternatieve frequentie/regionale
ontvangst)” als deze niet al meteen
op de display wordt weergegeven.
¢
4
3
Selecteer de gewenste modus –
“AF”, “AF REG” of “OFF”.
4
Voltooi de instelling.
SEL
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde
programma via verschillende frequenties kan
worden ontvangen.
Programma 1
op frequentie A
Programma 1
op frequentie B
Programma 1
op frequentie C
Programma 1
op frequentie E
Programma 1
op frequentie D
Het gebruik van TA standby ontvangst
Met TA standby ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar verkeersinformatie (TA)
uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde
afspeelbron luistert (zoals een FM-zenders of CD).
• TA standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
TP/PTY
Druk op TP/PTY om TA standby ontvangst te
activeren.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP
indicator oplichten of knipperen.
• TA standby ontvangst is geactiveerd indien
de TP indicator is opgelicht.
“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra
een zender verkeersinformatie start uit te
zenden. Het toestel stemt nu automatisch op
deze zender af. Het volume wordt op het
reeds vastgelegde TA volumeniveau (zie
bladzijde 15) gesteld en u hoort de
verkeersinformatie.
• TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd
indien de TP indicator knippert. De zender
die wordt ontvangen levert namelijk geen
signalen die voor TA standby ontvangst zijn
vereist.
Om TA standby ontvangst nu te activeren
moet u op een andere zender afstemmen die
wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢
of 4 om een dergelijke zender op te
zoeken.
De TP indicator stopt te knipperen en licht
continu op zodra een zender met deze
signalen is gevonden. TA standby ontvangst
is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de TP indicator oplichten.
“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een
zender verkeersinformatie start uit te zenden.
Het toestel verandert nu automatisch van bron
en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van TA standby
ontvangst, drukt u nogmaals op TP/PTY.
NEDERLANDS
11
Het gebruik van PTY standby ontvangst
SEL
Met PTY standby ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar uw favoriete
programmagenre (PTY: Programmagenre)
uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde
afspeelbron luistert (zoals een FM-zenders of CD).
• PTY standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
U kunt uw favoriete programma voor PTY
standby ontvangst kiezen.
Bij het verlaten van de fabriek, is PTY standby
ontvangst uitgeschakeld. (“OFF” is voor PTY
standby ontvangst gekozen).
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 24).
NEDERLANDS
SEL
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY
(standby)” als deze niet al meteen op
de display wordt weergegeven.
¢
4
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 16).
De naam van de
PTY-code die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven en in het
geheugen opgeslagen.
• Selecteer “OFF” om
PTY standby ontvangst
te annuleren.
4
Voltooi de instelling.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal
de PTY indicator oplichten of knipperen.
• PTY standby ontvangst is geactiveerd
indien de PTY indicator is opgelicht.
Wanneer een zender een programma
van het gekozen PTY programmatype
start uit te zenden, stemt het toestel
automatisch op deze zender af.
• PTY standby ontvangst is nog niet
geactiveerd indien de PTY indicator
knippert. De zender die wordt
ontvangen levert namelijk geen signalen
die voor PTY standby ontvangst zijn
vereist.
Om PTY standby ontvangst nu te
activeren moet u op een andere zender
afstemmen die wel deze signalen
uitstuurt. Druk op ¢ of 4
om een dergelijke zender op te zoeken.
De PTY indicator stopt te knipperen en
licht continu op zodra een zender met
deze signalen is gevonden. PTY
standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld,
zal de PTY indicator oplichten.
Wanneer een zender een programma van
het gekozen PTY programma start uit te
zenden, verandert het toestel automatisch
van bron en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van PTY standby
ontvangst, kiest u in de hier links beschreven
stap 3 “OFF”. De PTY indicator dooft.
12
Uw favoriete programmagenre opzoeken
TP/PTY
U kunt een gewenste PTY-code opzoeken.
Daarbij kunt u uw 6 favoriete programmatypen
voor het later gemakkelijk opzoeken onder de
cijfertoetsen vastleggen.
Standaard liggen de volgende zes
programmagenres achter de cijfertoetsen
(1 t/m 6) opgeslagen.
Zie de informatie hieronder voor een uitleg over
het opslaan van uw favoriete pr ogrammagenres.
Zie bladzijde 14 voor een uitleg over het zoeken
van uw favoriete programma.
1
POP M
45
CLASSICS
2
ROCK MEASY M
AFFAIRS
Uw favoriete programmagenres in het
geheugen opslaan
1
Druk op TP/PTY in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt.
3
6
VARIED
2
Selecteer een van de 29 PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 16).
De naam van de PTY code die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven.
3
Druk de gewenste cijfertoets in en
houd deze minimaal 2 seconden vast
om de geselecteerde PTY-code op te
slaan onder de cijfertoets van uw
keuze.
8 MO91011 RPT 12 RND7
“MEMORY” en de gekozen codenaam
worden afwisselend op het display getoond.
NEDERLANDS
TP/PTY
De PTY-code die als laatste werd
geselecteerd, verschijnt op de display.
4
Druk op TP/PTY in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt.
13
Een programmagenre opzoeken
1
Druk op TP/PTY en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt terwijl
u naar een FM-zenders luistert.
TP/PTY
De PTY-code die als laatste werd
geselecteerd, verschijnt op de display.
2
Selecteer een van de PTY-codes.
8 MO91011 RPT 12 RND7
OF
NEDERLANDS
Bijv: Met “ROCK M” gekozen
3
Druk op ¢ of 4 om het PTYzoeken naar uw gewenste programma
te starten.
¢
4
• Als er een station is dat een programma uitzendt
en daarbij een PTY-signaal meezendt dat
overeenkomt met de PTY-code die u hebt
geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op
dat station af.
• Als er geen station is dat een programma uitzendt
en daarbij een PTY-signaal meezendt dat
overeenkomt met de PTY-code die u hebt
geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op het
station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet
goed.
14
Andere nuttige RDS-functies en
het maken van aanpassingen
Automatische selectie van een station
bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van
de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op
de vooraf ingestelde voorkeurzender.
Als deze zender een RDS-zenders is, gebeurt er
echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet
sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de
AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar
een andere, sterkere zender die hetzelfde
programma uitzendt als de voorkeurzender die u
hebt gekozen (dit wordt Programma zoeken
genoemd).
• Omdat het uitvoeren van de zoekopdracht
enige tijd in beslag neemt, duurt het even tot er
op een ander station wordt afgestemd.
Hoe u deze voorziening activeert, wordt
hieronder uitgelegd.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 23 en 24.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“P(Programma)-SEARCH” te selecteren.
3 Druk op + om “ON” te selecteren.
De voorziening Programma zoeken is nu
ingeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het zoeken naar een programma wilt
beëindigen, moet u de procedure herhalen,
maar in stap 3 de vermelding “OFF” selecteren
door op – te drukken.
De weergave op de display wijzigen
terwijl u naar een FM-zender luistert
Wat er als eerste op de display wordt
weergegeven wanneer u naar een FM-station
luistert dat gebruik maakt van het RDS-systeem,
kunt u zelf bepalen. U kunt de oorspronkelijke
weergave desgewenst wijzigen in de
stationsnaam (PS NAME), de frequentie van het
ontvangen station (FREQ) of Klok (CLOCK).
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 23 en 24.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van
de PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“DISPMODE (displayfunctie)” te selecteren.
3 Druk op + of – om de gewenste instelling te
kiezen. (“PS NAME”, “FREQ” of “CLOCK”).
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Opmerking:
Door op DISP (display) te drukken kunt u de
weergave op de display ook wijzigen wanneer u naar
een FM-station luistert dat RDS-signalen uitzendt.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de
volgende informatie op de display:
Stationsnaam
(PS NAME)
Frequentie station
(FREQ)
Programmagenre
(PTY)
Klok
• Na enkele seconden keert de display terug naar de
oorspronkelijke weergave.
Het volumeniveau voor
verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de TA standby-ontvangst
van verkeersinformatie op te geven met welk
geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat
geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie
wordt ontvangen, worden aangepast aan het
volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 23 en 24.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“TA VOL (volume)” te selecteren.
3 Druk op + of – om het gewenste volume te
kiezen.
U kunt het volume instellen op een waarde van
“VOL 00” tot “VOL 50”.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid
is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan
de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het
RDS-signaal van een zender worden
meegezonden.
Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt
aangepast, moet u de onderstaande procedure
volgen.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 23 en 24.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“AUTO ADJ (aanpassen)” te selecteren.
3 Druk op – om “OFF” te selecteren.
U hebt het automatisch aanpassen van de klok
nu uitgeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt
activeren, moet u de procedure herhalen maar in
stap 3 de vermelding “ON” selecteren door op +
te drukken.
Opmerking:
Nadat u voor “AUTO ADJ” de instelling “ON” hebt
gekozen, dient u de eenheid tenminste 2 minuten op
hetzelfde station afgestemd te houden, anders wordt de
klok niet aangepast. (Dit is nodig omdat de eenheid
maximaal 2 minuten nodig heeft om de tijdgegevens in
het RDS-signaal te ontvangen en verwerken).
POP M:Popmuziek
ROCK M:Rockmuziek
EASY M:Easy-listening muziek
LIGHT M:Lichte muziek
CLASSICS: Klassieke muziek
OTHER M:Overige muziek
WEATHER: Weerberichten
NEDERLANDS
FINANCE:Programma’s aangaande handel
informatie aangaande het nieuws
diverse verscillende onderwerpen
nationale of regionale cultuur
programma’s
bijvoorbeeld ceremonies en
comedies
en de beurs en beursberichten,
enz.
CHILDREN: Amusement voor kinderen
SOCIAL:Programma’s over sociale
activiteiten
RELIGION:Programma’s over aspecten van
geloof en religie, aangaande het
bestaan en ethiek
PHONE IN: Programma’s waarin mensen
via de telefoon of een publiek
forum hun meningen kunnen
uiten
TRAVEL:Programma’s over reizen en
bestemmingen, georganiseerde
reizen en ideeën en
mogelijkheden voor vacanties
LEISURE:Programma’s over recreatieve
bezigheden, bijvoorbeeld
tuinieren, koken, vissen, enz.
JAZZ:Jazz-muziek
COUNTRY: Country-muziek
NA TION M:Huidige populaire muziek van
een bepaald land of gebied in
de taal van het land of gebied
OLDIES:Gouwe-Ouwe
FOLK M:Folk-muziek
DOCUMENT: Programma’s over feitelijke
gebeurtenissen, vaak
gepresenteerd in een
onderzoekende stijl
16
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER
TP/PTY
SEL
DISP
7
Een CD afspelen
1
Plaats een disc in de lade.
De eenheid gaat aan,
pakt een CD en begint
automatisch te spelen.
Opmerking over de “One Toch” -bediening:
Wanneer er al een CD in de CD-lade zit, drukt u
op CD om het apparaat aan te zetten en het
afspelen automatisch te laten beginnen.
De indicator CD-geplaatst knippert.
De indicator CD-geplaatst gaat aan.
FM
CD
¢
SSM
4
MO
10
9
8
1112
RPT
RND
MODE
AM
SCM
Opmerking:
Als een CD ondersteboven in de CD-speler wordt
geplaatst, wordt de vermelding “EJECT” op de
display weergegeven en wordt de CD automatisch
uitgeworpen.
Stoppen met afspelen en de CD terug laten
springen
Druk op 0.
De CD wordt niet langer afgespeeld en de CD
springt automatisch terug uit de CD-lade. De
tuner wordt als afspeelbron geselecteerd (het
station waarop als laatste was afgestemd, wordt
ten gehore gebracht).
De CD-weergave stopt tevens (maar de CD
wordt nu niet uitgeworpen) wanneer u naar AM of
FM overschakelt.
Opmerkingen:
• Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15
seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de
CD automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst,
zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet
automatisch met afspelen begonnen).
• U kunt de CD uit de CD-lade laten springen
wanneer het apparaat is uitgezet.
NEDERLANDS
Totale afspeeltijd
van de CD die in de
CD-lade is geplaatst
Verstreken afspeeltijd
T otaal aantal
muziekstukken op
de CD die in de
CD-lade is geplaatst
Huidige muziekstuk
17
Een muziekstuk of een
bepaald punt op de CD zoeken
Het muziekstuk versneld vooruit afspelen
of achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van een
¢
4
Naar het volgende of naar het vorige
muziekstuk gaan
¢
4
NEDERLANDS
CD op ¢ en houd deze
toets ingedrukt om het muziekstuk
versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een
CD op 4 en houd deze
toets ingedrukt om het
muziekstuk achteruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een
CD kort op¢ om naar het
begin van het volgende
muziekstuk te gaan.
Telkens wanneer u meerdere
malen op deze toets drukt, wordt
het begin van het eerstvolgende
muziekstuk gezocht en afgespeeld.
Druk tijdens het afspelen van een
CD kort op 4 om naar het
begin van het huidige muziekstuk
te gaan.
Telkens wanneer u meerdere
malen op deze toets drukt, wordt
het begin van het vorige
muziekstuk gezocht en afgespeeld.
Afspeelmodus selecteren
Muziekstukken in willekeurige volgorde
afspelen (Random Play)
1 Druk op de toets MODE om de functiemodus
te activeren terwijl u een CD afspeelt. De
eenheid schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op de toets RND (random) terwijl de
functiemodus nog is geactiveerd, zodat de
indicator RND op de display aangaat.
Vervolgens zal elke keer wanneer u op deze
toets drukt, de willekeurige afspeelmodus voor
CD’s worden in- of uitgeschakeld.
12
MODE
De indicator RND
Wanneer de Random Play-modus wordt
aangezet, zal op het display de RND-indicator
oplichten en worden de muziekstukken in
willekeurige volgorde afgespeeld.
RND
Direct naar een bepaald muziekstuk gaan
891011127
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald
muziekstuk hoort, om het afspelen van dat
muziekstuk te laten beginnen.
• Om een muziekstuk met nummer 1 – 6
te selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Om een muziekstuk met nummer 7 – 12
te selecteren:
Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets
langer dan 1 seconde ingedrukt.
te activeren terwijl u een CD afspeelt. De
eenheid schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op de toets RPT (repeat) terwijl de
functiemodus nog is geactiveerd, zodat de
indicator RPT op de display aangaat.
Vervolgens zal elke keer wanneer u op deze
toets drukt, de herhaald afspeelmodus voor
CD’s worden in- of uitgeschakeld.
11
MODE
De indicator RPT
Nummer van het muziekstuk
dat wordt afgespeeld
Wanneer de Repeat Play-modus wordt aangezet,
zal op het display de RPT-indicator oplichten.
RPT
Voorkomen dat de CD
terugspringt
U kunt voorkomen dat de CD uit de lade springt
door deze in de lade te vergrendelen.
Druk op de CD en tegelijkertijd minste
2 seconden op de 0.
CD
De vermelding “EJECT” knippert gedurende 5
seconden op de display. De CD is nu vergrendeld
en kan niet meer uit de CD-lade terugspringen.
Als u de vergrendeling van de CD in de
CD-lade wilt opheffen, drukt u nogmaals
gedurende minste 2 seconden op de 0 terwijl u
tegelijk op de CD drukt.
Op het display verschijnt de tekst “EJECT” en de
CD springt terug uit de CD-lade.
NEDERLANDS
19
GELUID REGELEN
Geluid aanpassen
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens
instellen.
tonen worden
versterkt voor een
goed gebalanceerd
geluid bij
weergave met
een laag volume.
aanpassen. |
deze toets drukt, wordt de
aanpasbare tijd als volgt
gewijzigd:
TRE
(treble)
LOUD
(loudness)
+06 (max.)
+06 (max.)
(Allen voorin)
L06 (Allen links)
|
R06 (Allen links)
LOUD ON
(geactiveerd)
|
LOUD OFF
(uitgeschakeld)
50 (max.)
FAD
(faden)
BAL
(balans)
2
Pas het niveau aan.
Het niveau verhogen.
Het niveau verlagen.
Opmerking:
Normaal gesproken werken de toetsen + en – als
volumeregelaars.U hoeft dus niet “VOL” (volume)
voor het instellen van het volumeniveau te kiezen.
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet
u FAD op “00” zetten.
20
Werken met aangepaste
geluidsmodi (SCM)
U kunt voor elke afspeelbron een aangepaste
geluidsmodus selecteren en vastleggen. Dit is
mogelijk dankzij de voorziening met de naam
“Advanced SCM (Sound Control Memory)”.
De geluidsmodi selecteren en opslaan
Als u een geluidsmodus hebt geselecteerd, wordt
deze in het geheugen opgeslagen en steeds
opnieuw opgeroepen wanneer u dezelfde
afspeelbron selecteert. De geluidsmodus wordt
dan tevens op de display weergegeven.
Voor elk van de volgende geluidsbronnen kan
een geluidsmodus worden opgeslagen —
FM1, FM2, FM3, AM en CD.
• Als u de geluidsmodus van uw keuze niet voor
elke geluidsbron apart wilt instellen, maar wel
elke geluidsbron dezelfde geluidsmodus wilt
toekennen, verwijzen we u naar de instructies
in de paragraaf “Advanced SCM annuleren
– SCM LINK” op bladzijde 25.
De geluidsmodus van uw keuze selecteren.
SCM
Bijv: Als u “BEAT” aanpast
IndicatieVoor:Vooraf ingestelde
waarden
BAS TRE LOUD
SCM OFF (Vlak geluid) 00 00 ON
BEATRock- of +02 00 ON
discoritme
SOFTRustige +01 –03 OFF
achtergrondmuziek
POPLichte muziek +04 +01 OFF
De geluidsmodi oproepen
Als voor “SCM LINK” de instelling
“LINK ON”, selecteer de afspeelbron.
FM
CD
AM
De geluidsmodus die voor de geselecteerde
afspeelbron in het geheugen ligt opgeslagen
wordt opgeroepen.
Elke keer wanneer u een
andere afspeelbron selecteert,
gaat de SCM-indicator op de
display knipperen.
NEDERLANDS
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert
de geluidsmodus en wel als volgt:
BEAT
• Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK ON”
(op bladzijde 25) is geselecteerd, kan de
geselecteerde geluidsmodus voor de huidige
afspeelbron in het geheugen worden
opgeslagen en zal het effect alleen op de
huidige afspeelbron van toepassing zijn.
• Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK OFF”
is geselecteerd, is de geselecteerde
afspeelmodus op elke afspeelbron van
toepassing.
SOFT
POPSCM OFF
Opmerkingen:
• U kunt de vooraf ingestelde geluidsweergave
wijzigen en in het geheugen opslaan.
Meer bijzonderheden over het aanpassen en
opslaan van uw eigen geluidsinstellingen treft u aan
in de paragraaf “Geluidsweergave aanpassen en
opslaan” op bladzijde 22.
• Als u de versterkingsfactor voor de hoge of lage
tonen wilt aanpassen of de geluidsterktefunctie
tijdelijk wilt uitschakelen, verwijzen we u naar de
instructies op bladzijde 20. (De aanpassingen die u
hebt aangebracht, worden geannuleerd zodra u een
andere geluidsbron selecteert).
21
Geluidsweergave aanpassen
en opslaan
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken
(BEAT, SOFT, POP) aan uw eigen wensen aan te
passen en in het geheugen op te slaan.
• Voor het uitvoeren van de onderstaande
stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure
wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid,
moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
1
Roep de geluidsweergave op die u
wilt aanpassen.
• Meer bijzonderheden over bas en treble
vindt u op bladzijde 21 “Werken met
aangepaste geluidsmodi (SCM)”.
SCM
NEDERLANDS
3
Pas het niveau van de bas of hoge
tonen aan of schakel de geluidssterktefunctie ON/OFF.
• Zie bladzijde 20 voor meer informatie.
4
Herhaal stap 2 en 3 als u nog andere
items wilt aanpassen.
5
Druk op SCM en houd deze ingedrukt
tot de in stap 1 gekozen geluidsmodus
op de display knippert.
22
Bijv: Als u “SOFT” aanpast
2
Selecteer “BAS (bas)”, “TRE (treble)”
of “LOUD (loudness)”.
SEL
SCM
De wijziging van de geselecteerde
geluidsbesturingsmodus wordt nu
in het geheugen opgeslagen.
6
Herhaal deze procedure als u andere
geluidsmodi wilt opslaan.
De fabrieksinstellingen herstellen
Herhaal de procedure en ken de
fabrieksinstellingen toe. U vind deze in de tabel
op bladzijde 21.
SEL
SEL
ANDERE HOOFDFUNCTIES
Klok instellen
Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een
24-uurs of een 12-uurs aanduiding.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden ingedrukt,
zodat een van de PSM-vermeldingen
op de display wordt weergegeven.
(Zie bladzijde 24).
SEL
2
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK H (uur)”
als deze al niet meteen op de display
wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
12
¢
4
3
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK M
(minuten)”.
2 Pas de minuten aan.
1
¢
4
2
5
Voltooi de instelling.
De huidige kloktijd opvragen of (de
weergavemodus wijzigen)
Druk meerdere malen op DISP (display). Elke
keer wanneer u op de toets drukt, verandert het
afleesvenster als volgt:
• Tijdens de bediening van de tuner:
Frequentie
Opmerking:
Voor het wijzigen van de vermeldingen tijdens
RDS-bediening verwijzen we u naar bladzijde 15.
• Tijdens de bediening van de CD:
Verstreken speelduur
• Met de stroom uit:
De stroom wordt ingeschakeld en de tijd wordt
5 seconden op de klok getoond. De stroom
schakelt vervolgens uit.
Klok
Klok
De algemene instellingen
wijzigen (PSM)
Het is mogelijk om de instellingen voor de items
die op de volgende bladzijde staan vermeld te
wijzigen.
Basisprocedure
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (Zie bladzijde 24).
NEDERLANDS
4
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “24H/12H”.
2 Selecteer de vermelding “24H” of “12H”.
21
¢
4
2
Selecteer het item waarvan u de
instelling wilt wijzigen.
(Zie bladzijde 24).
¢
4
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
23
4
SEL
3
Wijzig het PSM-item dat u hebt
geselecteerd.
Herhaal stap 2 en 3 als u de andere
PSM-items wilt aanpassen.
5
Voltooi de instelling.
Modus met voorkeursinstellingen (PSM)-onderdelen
1
SEL
Houd.
CLOCK HInstellen van het uur
CLOCK MInstellen van de minute
SCM LINK
NEDERLANDS
24H/12H24/12-uur aanduiding
AUTO ADJAutomatische instellen van
DISPMODEDisplayfunctie
AF-REGAlternatieve frequentie/
PTY STBYPTY-standby
TA VOLVolume voor
P-SEARCHProgramme zoeken
LEVELNiveaudisplay
TEL
• Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
24
2
¢
4
Kies...
Koppeling met het
geheugen voor geluidsmodi
voor de klok
de klok
Regionale ontvangst
verkeersinformatie
Audiodemping voor
cellulaire telefoonsystemen
3
Stel in...
–+
VerderTerug
TerugVerder
LINK OFF
12H
OFF15ONON
CLOCK
AF
29 programmatypen
OFF
VOL 00 – VOL 5015VOL 20
OFF
Voor de KD-S871R:
AUDIO 1
Voor de KD-S723R en KD-S721R:
VOL1
MUTING 1
LINK ON
24H
PS NAME
FREQ
AF REG
OFF
(zie bladzijde16)
ON
AUDIO 2
OFF
VOL 2
OFF
MUTING 2
OFF
Fabrieksin-
stellingen
0:0023
LINK ON
24H23
AUDIO 2
Zie
blz.
21, 25
15PS NAME
10AF
12OFF
14OFF
25
25VOL2
25OFF
Advanced SCM annuleren – SCM LINK
DISP
DISP
Het is mogelijk om de voorziening Advanced
SCM (Sound Control Memory) te annuleren en
de aangebrachte koppeling tussen de
geluidsmodi en afspeelbronnen weer op te heffen.
Standaard kan voor elke afspeelbron een eigen,
aangepaste geluidsmodus in het geheugen
worden opgeslagen. In de praktijk kunt u dus een
andere geluidsmodus te horen krijgen als u een
andere afspeelbron selecteert.
• LINK ON:De voorziening Advanced SCM is
• LINK OFF: De voorziening Advanced SCM is
ingeschakeld (voor elke
afspeelbron een andere
geluidsmodus).
uitgeschakeld (voor elke
afspeelbron geldt een en dezelfde
geluidsbron).
De niveau-indicator selecteren – LEVEL
U kunt zelf opgeven welk niveau op de display
moet worden weergegeven.
Voor de KD-S871R
Bij het verlaten van de fabriek is “AUDIO 2”
gekozen.
• AUDIO 1:Niveaumeter wordt verlicht.
• AUDIO 2:Beurtelings niveaumeter en het
• OFF:Wist de geluidsniveau-indicator.
Voor de KD-S723R en KD-S721R
Bij het verlaten van de fabriek is “VOL2” gekozen.
• VOL1:Toont de volumeniveau-indicator.
• VOL2:Geeft de instelling van “VOL1” en
• OFF:Wist de volumeniveau-indicator.
verlichte display weer.
het verlichte display weer.
Audiodemping voor mobiele
telefoongesprekken selecteren – TEL
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een
cellulair telefoonsysteem is aangesloten.
Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem
dat u gebruikt “MUTING 1” of “MUTING 2”. Welke
dempingsmogelijkheid u kiest, hangt af van de
vraag welke instelling het geluid het beste dempt.
Bij het verlaten van de fabriek is deze modus
standaard uitgeschakeld.
• MUTING 1: Selecteer deze modus als u
• MUTING 2: Selecteer deze modus als u
• OFF:Hiermee wordt de audiodemping
hiermee het geluid kunt dempen.
hiermee het geluid kunt dempen.
voor telefoongesprekken
uitgeschakeld.
De kleur voor het
displayvenster selecteren
De volgende beschrijvingen zijn
uitsluitend voor de KD-S871R.
U kunt de gewenste kleur voor het displayvenster
kiezen.
Bij het verlaten van de fabriek is “ALL DEMO”
gekozen.
• ALL DEMO: De kleur verandert iedere 30
• SOURCE:De kleur verandert afhankelijk
• BLUE 1:Blauw gekleurd 1.
• BLUE 2:Blauw gekleurd 2.
• PURPLE 1:Paars gekleurd 1.
• PURPLE 2:Paars gekleurd 2.
• RED 1:Rood gekleurd 1.
• RED 2:Rood gekleurd 2.
1
Druk op DISP (display) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat de hierboven
aangegeven kleuren op het display
worden getoond.
2
Selecteer de kleur die u voor het
display wilt gebruiken.
3
Voltooi de instelling.
seconden.
van de gekozen bron (FM, CD of
AM).
¢
4
NEDERLANDS
25
Bedieningspaneel verwijderen
U kunt het bedieningspaneel verwijderen,
wanneer u uit de auto stapt.
U moet het bedieningspaneel voorzichtig
verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen,
zodat de connectors op de achterkant van het
bedieningspaneel en de houder van het
bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Hoe moet u het bedieningspaneel
verwijderen?
Voordat u het bedieningspaneel verwijdert, moet u
er zeker van zijn dat de spanning is uitgeschakeld.
1
Ontgrendel het bedieningspaneel.
NEDERLANDS
2
Druk het bedieningspaneel miets
omhoog en trek tegelijkertijd naar u
toe van het apparaat.
Hoe moet u het bedieningspaneel weer
op zijn plaats bevestigen?
1
Stop de linkerkant van het
bedieningspaneel in de uitsparing
op de houder.
2
Druk op de rechterkant van het
bedieningspaneel totdat dit in de
houder vastzit.
Opmerking over het reinigen van de connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen
de connectors op een gegeven moment minder
goed gaan functioneren.
Om deze mogelijkheid tot het minimum te
beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd
met een met alcohol bevochtigde katoenen doek
schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors
daarbij niet beschadigt.
26
3
Stop het losgemaakte
bedieningspaneel in het daarvoor
bestemde doosje.
Connectors
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
De volgende beschrijvingen zijn
uitsluitend voor de KD-S871R.
Deze apparaat kan ook op afstand worden
bediend als u onderstaande instructies opvolgt
(met een apart aangeschafte
afstandsbediening). We raden u aan om de
afstandsbediening RM-RK31 of RM-RK50 in
combinatie met de eenheid te gebruiken.
(Bijv: Bij gebruik van de RM-RK31)
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de
afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer
dat er geen obstakels in het pad liggen.
TP/PTY
SEL
DISP
Afstandssensor
MO
879
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van
een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de
afstandsbediening afneemt, moet u de batterij
vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder.
1) Druk de batterijhouder met behulp van een
balpen of een soortgelijk voorwerp in de
richting van de pijl die in de afbeelding
staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(Achterkant)
1)
2)
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar
boven in de houder zakken zodat deze vast
komt te liggen.
Lithium
knoopcelbatterij
(Productnummer:
CR2025)
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’ hoort.
(Achterkant)
Gebruikke batterijen:
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen
toegang toe hebben.
Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken,
waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd
kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet
en gooi geen batterij in het vuur.
Elk van deze handelingen kan leiden tot
oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt
met andere metalen.
Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of
een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterij door deze met
plakband af te plakken. Als u dit niet doet, kan de
batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand
veroorzaken.
• Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een
naald of mes open te maken.
Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan
lekken of brand veroorzaken.
LET OP!
Laat de afstandsbediening NIET achter op plaatsen
die langdurig aan het directe zonlicht blootgesteld
worden en dus zeer warm kunnen worden (zoals
bijvoorbeeld op het dashboard).
NEDERLANDS
27
Plaatsing van de toetsen
RM-RK31
5
1
2
3
4
NEDERLANDS
1 • Hiermee wordt de eenheid ingeschakeld als
deze is uitgeschakeld.
• Schakelt het toestel uit wanneer u langer
dan 1 seconde ingedrukt houdt.
• Hiermee wordt het volume in korte tijd
verminderd als u de toets heel even indrukt.
Als u nogmaals op de toets drukt, keert het
oude volumeniveau weer terug.
2 • Functioneert als de BAND toets tijdens het
luisteren naar de radio.
De golfband verandert door iedere druk op
deze toets.
• Functioneert niet als PROG/DISC + toets.
6
7
3 • Functioneert als de PRESET toets tijdens
het luisteren naar de radio.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
wordt er een voorkeurzender met een hoger
nummer geselecteerd en wordt op het
geselecteerde station afgestemd.
• Functioneert niet als DISC – toets.
4 Deze toets heeft dezelfde functie als de + en –
op de hoofdeenheid.
OPMERKING:
5 Voor het selecteren van de geluidsmodus.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt
er een andere geluidsmodus geselecteerd.
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de
toets.
7 • Voor het opzoeken van een zender tijdens
het luisteren naar de radio.
• Voor versnelde weergave van een fragment
in voor- en achterwaartse richting wanneer u
tijdens weergave van een CD de toets
ingedrukt houdt.
• Voor het verspringen naar het begin van het
volgende fragment of het spelende (of
voorgaande) fragment wanneer u tijdens
weergave van een CD kort op de toets drukt.
Deze toets werkt niet voor het
aanpassen van algemene instellingen
wijzigen.
28
ONDERHOUD
Omgaan met CD’s
Deze eenheid is gemaakt om CD’s en CD-R’s
met de onderstaande.
• Andere CD’s kunnen niet worden afgespeeld.
De manier waarop u
met CD’s moet omgaan
Wanneer u een CD uit
het opbergdoosje haalt,
moet u het rondje in het
midden van de doos
naar beneden duwen
en de CD uit het doosje
halen terwijl u hem aan
de rand vasthoudt.
• Houd de CD altijd aan de randen vast. Kom
niet aan vlak met de opnames.
Wanneer u de CD wilt opbergen, leg deze dan
zachtjes om het rondje in het midden (bedrukte
vlak naar boven).
• Berg de CD’s na gebruik altijd op in het doosje.
CD’s schoonhouden
Het geluid kan verkeerd
worden weergegeven als de
CD vuil is. Als een CD vuil
wordt, moet u hem afvegen
met een zachte doek door
de doek in een rechte lijn
van het midden naar de
rand te bewegen.
Rondje in het midden
Condensvorming
In onderstaande gevallen kan zich condens
vormen op de lens in de CD-speler:
• Nadat de verwarming in de auto is aangezet.
• Wanneer het erg vochtig wordt in de auto.
Soms zal de CD-speler hierdoor niet meer goed
werken. In dat geval moet u de CD uit de CDlade halen en moet u het apparaat een paar uur
aan laten staan totdat het vocht is verdampt.
Wanneer u een CD-R (Recordable) afspeelt
Op deze ontvanger kunt u uw originele CD-R’s
afspelen.
• Lees alvorens een CD-R af te spelen eerst de
instructies en waarschuwingen aandachtig door.
• Sommige CD-R’s die op CD-recorders zijn
opgenomen kunnen niet op deze ontvanger
worden afgespeeld vanwege bepaalde
kenmerken die deze CD-R’s hebben. Andere
oorzaken van afspeelproblemen zijn:
– Beschadigingen of vuil op de CD.
– Vocht of condensatie op de lens van de
CD-speler.
– Vuil op de lens van de laser in de speler.
• Speel alleen CD-R’s af die volledig zijn
afgewerkt (finilized).
• CD-RW’s (Rewritables of herschrijfbare CD’s)
kunnen niet op deze ontvanger worden
afgespeeld.
• Gebruik geen CD-R’s waarop stickers of labels
zijn geplakt. Deze schijven kunnen tot
storingen leiden.
NEDERLANDS
Nieuwe CD’s afspelen
Sommige nieuwe CD’s
hebben oneffenheden
langs de binnen- of
buitenrand. Soms worden
dergelijke CD’s door het
apparaat geweigerd.
U kunt deze oneffenheden
verwijderen door de randen
glad te wrijven met een
potlood, ballpoint enz.
Haperingen:
De CD kan haperen wanneer u op hobbelige
wegen rijdt. Het apparaat en de CD worden
hierdoor niet beschadigd, maar het is wel storend.
Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen
wanneer u op dergelijke wegen rijdt.
LET OP!
• Plaats geen 8-cm CD’s (CD-singles) in de
CD-lade. (Deze CD’s kunnen niet terugspringen).
• Plaats geen CD’s met een ongewone vorm
(bijvoorbeeld hartvormig) in de CD-lade; dit zal
problemen veroorzaken.
• Stel CD’s niet bloot aan direct zonlicht of een
andere warmtebron en leg ze niet neer op
plaatsen waar het zeer warm of vochtig is.
• Gebruik geen oplosmiddelen (zoals
reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray,
verdunningsmiddelen, wasbenzine, enz.) om
CD’s te reinigen.
29
PROBLEMEN OPLOSSEN
Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende
instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
• Op het afleesvenster
verschijnt de tekst “NO DISC”.
• De CD laat zich niet
uitwerpen.
• CD kan niet worden
afgespeeld en springt niet
terug.
• Het apparaat werkt helemaal
niet.
Oorzaken
CD zit ondersteboven in het
apparaat.
U rijdt op een hobbelige weg.
Er zitten krassen op de CD.
Verkeerde verbindingen.
Verkeerde verbindingen.
Het volume is ingesteld op het
minimale niveau.
Verkeerde verbindingen.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
Er is geen CD geplaatst.
De CD-lade is vergrendeld.
Misschien werkt de CD-speler
niet goed meer.
Soms functioneert de
ingebouwde microcomputer niet
goed ten gevolge van lawaai,
enzovoorts.
Oplossingen
Plaats de CD op de juiste
manier in CD-lade.
Stop met afspelen op
hobbelige wegen.
Gebruik een andere CD.
Controleer kabels en
aansluitingen.
Controleer kabels en
aansluitingen.
Pas het geluid aan totdat het
optimale niveau is bereikt.
Controleer kabels en
aansluitingen.
Leg de zenders handmatig
vast.
Zorg dat de antenne stevig
vast zit.
Plaats de CD op de
gebruikelijke manier.
Hef de vergrendeling van de
CD-lade op (zie bladzijde 19).
Houd enkele seconden lang
de toetsen en 0
tegelijkertijd ingedrukt. En let op
dat de CD niet op de grond valt
na het uitwerpen.
Houd SEL en beide
gelijktijdig een paar seconden
ingedrukt om de eenheid
opnieuw in te stellen (de
instelling voor de klok en de
voorkeurzenders worden uit
het geheugen gewist).
(Zie bladzijde 2).
30
SPECIFICATIES
GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 45 W per kanaal
Achterin: 45 W per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin: 17 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Achterin: 17 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Belastingsimpedantie: 4 Ω (speling 4 Ω tot 8 Ω)
Regelbereik tonen:
Bas:±10 dB bij 100 Hz
Treble: ±10 dB bij 10 kHz
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz
Signaal/ruisverhouding: 70 dB
Uitgangsvermogen/Impedantie:
(halfgeleider-laser)
Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo)
Weergavekarakteristiek: 5 Hz tot 20 000 Hz
Dynamisch vermogen: 96 dB
Signaal/ruisverhouding: 98 dB
Zweving: Minder dan de meetbare limiet
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 V
(speling 11 V tot 16 V)
Aardingssysteem: Negatieve aarding
Bedrijfstemperatuur: 0°C tot + 40°C
Afmetingen (breedte × hoogte × diepte):
Afmetingen apparaat
(ten behoeve van installatie):
182 mm × 52 mm × 150 mm
Afmetingen paneel:
188 mm × 58 mm × 14 mm
Gewicht: 1,3 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving
worden gewijzigd.
NEDERLANDS
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 Ω)
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 Ω)
Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):
65 dB
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 15 000 Hz
Stereo-scheiding: 30 dB
Vangbereik: 1,5 dB
[MG-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV
Selectiviteit: 35 dB
[LG-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
31
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
EN, GE, FR, NL
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
1201KKSMDTJEIN
JVC
184 mm
53 mm
KD-S871R/KD-S723R/KD-S721R
Installation/Connection Manual
Einbau/Anschlußanleitung
Manuel d’installation/raccordement
Handleiding voor installatie/aansluiting
GET0065-003A
[E/EX]
1201KKSMDTJEIN
JVC
EN, GE, FR, NL
ENGLISH
• This unit is designed to operate on 12 V DC,
NEGATIVE ground electrical systems.
INSTALLATION
(IN-DASH MOUNTING)
• The following illustration shows a typical
installation. However, you should make
adjustments corresponding to your specific car.
If you have any questions or require inf ormation
regarding installation kits, consult your JVC INCAR ENTERTAINMENT dealer or a company
supplying kits.
1
Before mounting: Press (Control
Panel Release b utton) to detach the control
panel if already attached.
* When shipped from the factory, the control
panel is packed in the hard case.
2
Remove the trim plate.
3
Remove the sleeve after disengaging the
sleeve locks.
1 Stand the unit.
Note: When you stand the unit, be careful
not to damage the fuse on the rear.
2 Insert the 2 handles between the unit and
the sleeve, as illustr ated, to disengage the
sleeve locks.
3 Remove the sleeve.
Note: Be sure to keep the handles for
future use after installing the unit.
4
Install the sleeve into the dashboard.
* After the sleeve is correctly installed into
the dashboard, bend the appropriate tabs
to hold the sleeve firmly in place, as
illustrated.
5
Fix the mounting bolt to the rear of the unit’s
body and place the rubber cushion over the
end of the bolt.
6
Do the required electrical connections.
7
Slide the unit into the sleeve until it is loc ked.
8
Attach the trim plate so that the projection
on the trim plate is fixed to the left side of
the unit.
9
Attach the control panel.
DEUTSCH
• Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen
Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung
ausgelegt.
EINBAU
(IM ARMATURENBRETT)
• Die folgende Abbildung zeigt einen typischen
Einbau. Dennoch müssen Sie entsprechend
Ihrem jeweiligen Auto Anpassungen
vornehmen. Bei irgendwelchen Fragen oder
wenn Sie Informationen hinsichtlich des
Einbausatzes brauchen, wenden Sie sich an
ihren JVC Autoradiohändler oder ein
Unternehmen das diese Einbausätze vertreibt.
1
Vor dem Einbau: Drücken Sie (Freigabe
der Schalttafel), um die Arretierung der
Schalttafel zu lösen, sofern diese bereits
angebracht ist.
* Bei der Auslieferung ab Werk ist die
Schalttafel im Etui verpackt.
2
Den Frontrahmen herausnehmen.
3
Die Halterung nach dem Entriegeln der
Halterungensperren abnehmen.
1 Das Gerät aufstellen.
Hinweis: Beim Aufstellen des Geräts
darauf achten, daß die Sicherung auf der
Rückseite nicht beschädigt wird.
2 Die 2 Griffe zwischen dem Gerät und der
Halterung wie abgebildet einstecken und
die Halterungensperren entriegeln.
3 Die Halterung entfernen.
Hinweis: Sicherstellen, daß die Griffe für
künftigen Gebrauch nach dem Einbau des
Geräts aufbewahrt werden.
4
Die Halterung im Armaturenbrett einbauen.
* Nach dem korrekten Einbau der Halterung
im Armaturenbrett, die entsprechenden
Riegel umknicken, um die Halterung an
ihrem Platz zu sichern, siehe Abbildung.
5
Die Befestigungsschraube an der Rückseite
des Gerätekörpers befestigen und das Ende
der Schraube mit einem Gummipuffer
abdecken.
6
Nehmen Sie die erforderlichen elektrischen
Anschlüsse vor.
7
Das Gerät in die Halterung schieben, bis es
einrastet.
8
Befestigen Sie die Frontrahmen in der Form,
daß der Fortsatz der Frontrahmen auf der
linken Seite des Geräts befestigt wird.
9
Die Schalttafel anbringen.
FRANÇAIS
•
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des
sources de courant continu de 12 V à masse
NEGATIVE.
INSTALLATION (MONTAGE
DANS LE TABLEAU DE BORD)
•
L’illustration suivante est un exemple
d’installation typique. Cependant, vous devez
faire les ajustements correspondant à votre
voiture particulière. Si vous a vez des questions
ou avez besoin d’information sur des kits
d’installation, consulter votre revendeur
d’autoradios JVC ou une compagnie
d’approvisionnement.
1
Avant le montage:
(déblocage du panneau de commande) pour
éventeullement détacher le panneau de
commande.
* Lorsque ce panneau de commande sort
d’usine, il est rangé dans un étui de tr ansport.
2
Retirer la plaque d’assemblage.
3
Libérer les verrous du manchon et retirer le
manchon.
1
Poser l’appareil à la verticale.
Remarque:
à la verticale, faire attention de ne pas
endommager le fusible situé sur l’arrière.
2
Insérer les 2 poignées entre l’appareil et le
manchon comme indiqué pour désengagé
les verrous de manchon.
3
Retirer le manchon.
Remarque:
poignées pour une utilisation ultérieur,
après l’installation de l’appareil.
4
Installer le manchon dans le tableau de bord.
* Après installation correcte du manchon dans
le tableau de bord, plier les bonnes pattes
pour maintenir fermement le manchon en
place, comme montré.
5
Monter le boulon de montage sur l’arrière du
corps de l’appareil puis passer l’amortisseur
en caoutchouc sur l’extrémité du boulon.
6
Réalisez les connexions électriques.
7
Faire glisser l’appareil dans le manchon jusqu’à
ce qu’il soit verrouillé.
8
Attachez la plaque d’assemblage de façon que
la projection de la plaque d’assemblage soit
fixée sur le côté gauche de l’appareil.
9
Remonter le panneau de commande.
Lorsque vous mettez l’appareil
S’assurer de garder les
Appuyer sur
NEDERLANDS
• Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische
systemen die werken op 12 V gelijkstroom met
negatieve aarding.
INSTALLATIE (INBOUW IN
HET DASHBOARD)
• Op de volgende afbeelding kunt u zien hoe de
installatie, normaal gesproken, in zijn werk gaat. U
moet echter bij de installatie rekening houden met
de bijzonderheden van uw eigen auto. Neem bij
vragen of voor meer bijzonderheden over
inbouwpakketten contact op met uw JVC car audio
dealer of een dealer of een bedrijf dat
inbouwpakketten levert.
1
V oordat u aan de montage van het apparaat
begint: Druk op
vrijgeven) als u het bedieningspaneel wilt
loskoppelen indien dit aan de eenheid is
vastgekoppeld.
* Standaard wordt het bedieningspaneel bij het
verlaten van de fabriek los verpakt meegeleverd.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Verwijder het huis nadat u de klemmen hebt
losgemaakt.
1 Zet het apparaat rechtop.
Opmerking: Wanneer u het a pparaat rechtop
zet, moet u erop letten dat u de zekering aan
de achterkant niet beschadigt.
2 Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, tussen het
apparaat en het huis, om de klemmen los te
maken.
3 Verwijder het huis.
Opmerking: Bewaar de hendels nadat u het
apparaat hebt geïnstalleerd, zodat u ze ook in
de toekomst kunt gebruiken.
4
Installeer het huis in het dashboard.
* Nadat het huis op de juiste wijze in het dashboard
is geplaatst, moet u de palletjes, zoals afgebeeld,
stevig op hun plaats duwen.
5
Maak de bevestigingsbout aan de achterkant van
het apparaat vast en plaats de rubberdop over het
uiteinde van de bout.
6
Breng de vereiste elektrische verbindingen tot stand.
7
Schuif het apparaat in het huis totdat het
vergrendeld is.
8
Bevestig de sierplaat zodanig dat het uitstekende
deel van de plaat aan de linkerkant van de eenheid
vast komt te zitten.
9
Bevestig het bedieningspaneel.
(het bedieningspaneel
1
3
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Slot
Schlitz
Fente
Sleuf
Fuse
Sicherung
Fusible
Zekering
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
Lock Plate
Arretierplättchen
Plaque de verrouillage
V ergrendelingsplaat
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
9
2
8
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
4
7
4
Dashboard
Armaturenbrett
Tab leau de bord
Dashboard
5
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
*
6
See “ELECTRICAL CONNECTIONS.”
Siehe „ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE“.
Référez-vous “RACCORDEMENTS
ELECTRIQUES” .
Zie “ELEKTRISCHE VERBINDINGEN”.
1
• When using the optional stay
• Beim Verwenden der Anker-Option
• Lors de l’utilisation du hauban en option
• Wanneer u de steun gebruikt (facultatief)
Washer
Unterlegscheibe
Rondelle
Sluitring
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
Fire wall
Feuerwand
Cloison
Brandscherm
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
Stay (option)
Anker (Option)
Hauban (en option)
Steun (facultatief)
Lock nut
Sicherungsmutter
Ecrou d’arrêt
Contra-moer
Screw (option)
Schraube (Option)
Vis (en option)
Schroef (facultatief)
• When installing the unit without using the sleeve
• Beim Einbau des Geräts ohne Halterung
• Lors de l’installation de l’appareil scans utiliser de manchon
• Wanneer u het apparaat zonder huis installeert
In a Toyota for example, first remove the car radio and install the unit in its place.
Zum Beispiel in einem Toyota zuerst das Autoradio ausbauen und dann das Gerät an seinem Platz einbauen.
Par exemple dans une Toyota, retirer d’abord l’autoradio et installer l’appareil à la place.
Voorbeeld: Bij een Toyota moet u eerst de autoradio verwijderen en daarna het apparaat installeren.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Pock et
Taschen
Poche
Zak
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
Note: When installing the unit on the mounting bracket, make sure to use the 6 mm-long screws. If longer screws are
used, they could damage the unit.
Hinweis: Beim Anbringen des Gerät an der Konsole sicherstellen, daß 6 mm lange Schrauben verwendet werden.
Werden längere Schrauben verwendet, können sie das Gerät beschädigen.
Remarque:
Lors de l’installation de l’appareil sur le support de montage, s’assurer d’utiliser des vis d’une longueur de
6 mm. Si des vis plus longues sont utilisées, elles peuvent endommager l’appareil.
Opmerking: Wanneer u het apparaat aan de bevestigingsklem vastmaakt, moet u de 6 mm lange schroeven gebruiken. Als u lang ere
schroeven gebruikt, kan het apparaat worden beschadigd.
* Not included with this unit.
* Nicht Teil dieses Geräts.
*
Non fourni avec cet appareil.
* Niet meegeleverd.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Removing the unit
• Before removing the unit, release the rear
section.
1
Remove the control panel.
2
Remove the trim plate.
3
Insert the 2 handles into the slots, as shown.
Then, while gently pulling the handles away
from each other, slide out the unit. (Be sure
to keep the handles after installing it.)
1
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
Parts list for installation and connection
The following parts are provided with this unit.
After checking them, please set them correctly.
Hard case/Control panel
Etui/Schalttafel
Etui de transport/Panneau de commande
Behuizing/Bedieningspaneel
Ausbau des Geräts
• Vor dem Ausbau des Geräts den hinteren Teil
freigeben.
1
Die Schalttafel abnehmen.
2
Den Frontrahmen herausnehmen.
3
Die 2 Griffe in die Schlitze wie gezeigt stecken.
Dann die Griffe behutsam auseinander ziehen
und das Gerät herausziehen. (Die Griffe nach
dem Einbau auf jeden Fall aufbewahren.)
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Teileliste für den Einbau und Anschluß
Die folgenden Teile werden zusammen mit diesem
Gerät geliefert.
Nach ihrer Überprüfung, die Teile richtig einsetzen.
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Retrait de l’appareil
•
Avant de retirer l’appareil, libérer la section arrière.
1
Retirer le panneau de commande.
2
Retirer la plaque d’assemblage.
3
Introduire les deux poignées dans les fentes,
comme montré. Puis , tout en tirant doucement
les poignées écartées, faire glisser l’appareil
pour le sortir.
(S’assurer de conserver les
poignées après l’installation de l’appareil.)
32
Liste des pièces pour l’installation et
raccordement
Les pièces suiv antes sont fournies avec cet appareil.
Après vérification, veuillez les placer correctement.
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Verwijderen van het apparaat
• Voordat u het apparaat verwijdert, moet u het
achtergedeelte losmaken.
1
Verwijder het bedieningspaneel.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, in de sleuven. Daarna
duwt u de hendels zachtjes uit elkaar en kunt u het apparaat
naar buiten schuiven. (Bewaar de hendels nadat u
het apparaat hebt geïnstalleerd!)
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Lijst van onderdelen die u bij
installatie en aansluiting nodig hebt
De volgende onderdelen worden bij het apparaat geleverd .
Installeer ze op de juiste wijze, nadat u ze hebt gecontroleerd.
Power cord
Stromkable
Cordon d’alimentation
Stroomkabel
Handles
Griffe
Poignées
Hendels
Mounting bolt (M5 x 20 mm)
Befestigungsschraube (M5 x 20 mm)
Boulon de montage (M5 x 20 mm)
Bevestigingsbout (M5 x 20 mm)
ELECTRICAL CONNECTIONS
To prevent short circuits, we recommend that you
disconnect the battery’s negative terminal and make
all electrical connections before installing the unit. If
you are not sure ho w to install this unit correctly , ha ve
it installed by a qualified technician.
Note:
This unit is designed to operate on 12 V DC,
NEGATIVE ground electrical systems. If your
vehicle does not have this system, a voltage inverter
is required, which can be purchased at JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealers.
• Replace the fuse with one of the specified rating. If
the fuse blows frequently, consult your JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealer.
• If noise is a problem...
This unit incorporates a noise filter in the power
circuit. However , with some vehicles , clicking or other
unwanted noise may occur . If this happens, connect
the unit’s rear ground terminal (see connection
diagram) to the car’s chassis using shorter and
thicker cords , such as copper braiding or gauge wire.
If noise still persists, consult your JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealer.
• Maximum input of the speakers should be no more
than 45 W at the rear and 45 W at the front, with an
impedance of 4 Ω to 8 Ω.
• Be sure to ground this unit to the car’s chassis.
• The heat sink becomes very hot after use. Be careful
not to touch it when removing this unit.
Heat sink
Abstrahlblech
Dissipateur de chaleur
Warmte-opnemer
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE
Zur Vermeidung von Kurzschlüssen empfehlen wir,
daß Sie den negativen Batterieanschluß abtrennen
und alle elektrischen Anschlüsse herstellen, bevor
das Gerät eingebaut wird. Sind Sie sich über den
richtigen Einbau des Geräts nicht sicher, lassen Sie
es von einem qualifizierten Techniker einbauen.
Hinweis:
Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen
Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung
ausgelegt. Verfügt Ihr Fahrzeug nicht über diese
Anlage, ist ein Spannungsinverter erforderlich, der
bei JVC Autoradiohändler erworben werden kann.
• Die Sicherung mit einer der entsprechenden
Nennleistung ersetzen. Brennt die Sicherung
häufig durch, wenden Sie sich an ihren JVC
Autoradiohändler.
• Sind Störgeräusche ein Problem...
Dieses Gerät enthält ein Störfilter im Stromkreis.
Bei manchen Fahrzeugen kann jedoch ein
Klicken oder andere unerwünschte
Störgeräusche auftreten. Sollte das der Fall sein,
die hintere Erdungscanschlußklemme (siehe
Schaltplan) des Geräts am Fahrwerk des
Fahrzeugs anschließen, dabei kürzere und
dickere Kabel wie beispielsweise
Kupfergeflechtdraht oder Stahldraht verwenden.
Bleibt Störgeräusch bestehen, wenden Sie sich
an Ihren JVC Autoradiohändler.
• Maximale Eingangsleistung der Lautsprecher nicht
sein sollte mehr als 45 W hinten und 45 W vorne
sein, mit einer Impedanz von 4 Ω bis 8 Ω.
• Sicherstellen, daß das Gerät am Fahrwerk
geerdet wird.
• Das Abstrahlblech wird nach dem Gebrauch sehr
heiß. Beim Ausbau des Geräts darauf achten, das
Abstrahlblech nicht zu berühren.
Washer (ø5)
Unterlegscheibe(ø5)
Rondelle (ø5)
Sluitring (ø5)
RACCORDEMENTS ELECTRIQUES
Pour éviter tout court-circuit, nous vous
recommandons de débrancher la borne négative de
la batterie et d’effectuer tous les raccordements
électriques avant d’installer l’appareil. Si l’on n’est
pas sûr de pouvoir installer correctement cet appareil,
le faire installer par un technicien qualifié.
Remarque:
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des
sources de courant continu de
NEGATIVE
d’alimentation, il vous faut un convertisseur de
tension, que vous pouvez acheter chez un re vendeur
d’autoradios JVC.
•
Remplacer le fusible par un de la v aleur précisée.
Si le fusible saute souvent, consulter votre
revendeur d’autoradios JVC.
•
Si le bruit est un problème...
Cet appareil incorpore un filtre de bruit dans le
circuit d’alimentation. Cependant, avec cer tains
véhicules, quelques claquements ou autres bruits
non désirés risquent de se produire. Si cela arrive,
raccorder la
au châssis de la voiture (voir le diagramme de
raccordement) en utiliscant des cordons les plus
gros et les plus courts possibles telle qu’une barre
de cuivre ou une tresse. Si le bruit persiste,
consulter votre re vendeur d’autoradios JVC.
•
La puisscance admissible des enceites devrait
n’être pas plus qu’ c 45 W à l’arrière et à 45 W
l’avant, avec une impédance de
• S’assurer de raccorder la mise à la masse de
cet appareil au châssis de la voiture.
•
Le dissipateur de chaleur devient très chaud après
usage. Faire attention de ne pas le toucher en
retirant cet appareil.
. Si votre véhicule n’offre pas ce type
borne arrière de masse
12 V à masse
de l’appareil
4 Ω à 8 Ω
.
Lock nut (M5)
Sicherungsmutter (M5)
Ecrou d’arrêt (M5)
Contra-moer (M5)
ELEKTRISCHE VERBINDINGEN
Om kortsluiting te voorkomen adviseren wij u om de
minpool van de accu los te maken en alle elektrische
verbindingen tot stand te brengen voordat u het apparaat in
de auto installeert. Als u niet zeker w eet hoe u dit apparaat
moet installeren, kunt u dit beter door een daartoe
gekwalificeerde technicus laten doen.
Opmerking:
Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische systemen
die werken op 12 V gelijkstroom met negatieveaarding. Als uw auto niet is uitgerust met een dergelijk
systeem, is een spanningsomzetter vereist. Dit instrument
kan worden aangeschaft bij JVC car audio dealers.
• Vervang de zekering door een exemplaar met het
aangegeven vermogen. Als de zeker ing vaak doorslaat,
moet u uw JVC car audio dealer raadplegen.
• Als u geluidsproblemen hebt…
De krachtschakeling van dit apparaat heeft een ingebouwd
geluidsfilter. In sommige voertuigen zijn tikgeluiden of
andere ongewenste geluiden te horen. Als dit gebeurt,
moet u de massaklem aan de achterkant (zie
aansluitingsschema) aan het chassis van de auto
vastmaken met behulp van een kortere en dikkere kabel,
zoals kopermanteldraad of tellerkabel. Als het geluid niet
verdwijnt, moet u contact opnemen met uw JVC car audio
dealer.
• Het maximum ingangsvermogen van de speakers moet
achterin niet meer dan 45 W zijn en voorin 45 W, met
een impedantie van 4 Ω tot 8 Ω.
• Zorg ervoor dat dit apparaat door middel van
een aardkabel is verbonden met het chassis van
de auto.
• De warmte-opnemer kan na gebruik erg heet worden.
Raak de warmte-opnemer niet aan wanneer u dit apparaat
van zijn plaats haalt.
Before connecting: Check the wiring in the vehicle
carefully. Incorrect connection may cause serious
damage to this unit.
1
Connect the colored leads of the power cord to the
car battery , speakers and pow er aerial (if any) in the
follo wing sequence.
1 Black: ground
2 Yellow: to car battery (constant 12 V)
3 Red: to an accessory terminal
4 Blue with white stripe: to power aerial
(200 mA max.)
5 Brown: to cellular phone system (For details,
refer to the instructions of the cellular phone.)
6 Others: to speakers
2
Connect the aerial cord.
3
Finally connect the wiring harness to the unit.
Note: If your vehicle does not have any accessor y
terminal, move the fuse from the fuse position 1 (initial
position) to fuse position 2, and connect the red lead
(A7) to the positive (+) battery terminal.
• The yellow lead (A4) is not used in this case.
Vor dem Anschließen: Die Verdrahtung im Fahrzeug
sorgfältig überprüfen. Falsche Anschlüsse können
ernsthafte Schäden am Gerät hervorrufen.
1
Die farbigen Leitungen des
Spannunsgversorgungskabels an der
Autobatterie, den Lautsprechern und dem
Motorantenne (sofern vorhanden) in folgender
Reihenfolge anschließen.
1 Schwarz: Erdung
2 Gelb: an Autobatterie (konstant 12 V)
3 Rot: an Zubehöranschlußklemme
4 Blau mit weißem Streifen: an Motorantenne
(max. 200 mA)
5 Braun: an Mobiltelefon (Weitere informationen
entnehmen Sie bitte der Bedienungscanleitung
des Mobiltelefons.)
6 Andere: an Lautsprecher
2
Das Antennenkabel anschließen.
3
Die Kabelbäume am Gerät anschließen.
Hinweis: Verfügt Ihr Fahrzeug nicht über eine
Zubehöranschlußklemme, die Sicherung von der 1.
Sicherungsposition (Erstposition) in die 2.
Sicherungsposition versetzen, die rote Leitung (A7)
an der (+) Batterieanschlußklemme anschließen.
• Die gelbe Leitung (A4) wird in diesem Fall nicht
verwendet.
Avant de commencer la connexion:
attentivement le câblage du véhicule. Une connexion
incorrecte peut endommager sérieusement l’appareil.
1
Connectez les fils de couleur du cordon d’alimentation
à la batterie de la voiture, aux enceintes et à l’antenne
automatique (s’il y en a une) dans l’ordre suivant.
1
Noir: a la masse
2
Jaune: a la batterie de la voiture (12 V constant)
3
Rouge: à la prise accessoire
4
Bleu avec bande blanche: à l’antenne automatique
(200 mA max.)
5
Marron: à un système de téléphone cellulaire
(Pour les détails, se référer aux instructions du
téléphone cellulaire.)
6
Autres: aux enceintes
2
Connectez le cordon d’antenne.
3
Finalement, connectez le faisceau de fils à l’appareil.
Remarque:
accessoire, déplacez le fusible de la position de fusible
1 (position originale) à la position de fusible 2 et
connectez le fil rouge (A7) à la borne positive (+) de la
batterie.
• Le fil jaune (A4) n’est pas utilisé dans ce cas.
Si votre véhicule ne possède pas de borne
vérifiez
NEDERLANDS
Alvorens de verbindingen tot stand te brengen:
moet u de bedrading in de auto zorgvuldig. Het apparaat kan
door verkeerde verbindingen ernstige schade oplopen.
1
Sluit de gekleurde snoerdraden van de stroomkable in
de hierna genoemde volgorde aan op de accu van de
auto, de luidsprekers en de antenne (indien aanwezig).
1 Zwart: aarde
2 Geel: naar de accu van de auto (constant 12 V)
3 Rood: naar de aansluitklem van de accessoire
4 Blauw met witte streep: naar de antenne
(Max. 200 mA)
5 Bruin: Naar het mobiele-telefoonsysteem (Lees
voor meer informatie de instructies die bij de
mobiele telefoon worden geleverd.)
6 Andere: naar de speakers
2
Sluit de antenne aan.
3
Verbind de draadbundel daarna met het apparaat.
Opmerking: Als uw voertuig niet beschikt over een
aansluitklem, moet u de zekering verplaatsen van stand 1
(beginstand) naar stand 2 en moet u de rode draad (A7) met
de pluspool (+) van de accu verbinden.
• In dit geval wordt de gele draad (A4) niet gebruikt.
Only for KD-S871R
Nur Für KD-S871R
Rear ground terminal
Hintere
Erdungscanschlußklemme
Borne arrière de masse
Massaklem aan de achterkant
Line out
(see diagram B )
Schutz kappen
Signalausgang
(siehe Schaltplan B )
Sortie de ligne
(voir le diagramme B )
Uitgang
(zie schema B )
To aerial
Zur Antenne
A l’antenne
Naar de antenne
*1: Before checking the operation of this unit prior to
installation, this lead must be connected, otherwise
power cannot be turned on.
*1: Vor der Überprüfung der Funktionsfähigkeit des Geräts
vor dem Einbau, muß diese Leitung angeschlossen
werden, da sonst die Stromversorgung nicht
eingeschaltet werden kann.
*1: Pour vérifier le fonctionnement de cet appareil avant
installation, ce fil doit être raccordé, sinon l’appareil
ne peut pas être mis sous tension.
*1: Voordat u controleert of het apparaat werkt (alvorens het te
installeren), moet deze draad aangesloten zijn. Als dit niet
het geval is, kan de stroom niet worden ingeschakeld.
Seulement pour le KD-S871R
Alleen voor KD-S871R
Aerial terminal
Antennenanschlußklemme
Borne de l’antenne
Aansluitpunt antenne
3
2
B1 B3 B5 B7
B2 B4 B6 B8
A5 A7
A2 A4A8
B1 B3 B5 B7
B2 B4 B6 B8
A5 A7
A2 A4 A8
Black
Schwarz
Noir
Zwart
1
Yellow*
1
Gelb*
1
Jaune*
1
Geel *
Red
Rot
Rouge
Rood
Blue with white stripe
Blau mit weißem Streifen
Bleu avec bande blanche
Blauw met witte streep
Brown / Braun /
Fuse position 2
2. Sicherungsposition
Position de fusible 2
Zekering, stand 2
Fuse position 1
1. Sicherungsposition
Position de fusible 1
Zekering, stand 1
A8
A4
To metallic body or chassis of the car
Zur metallenen Karosserie oder zum Fahrwerk des Autos
1
Vers corps métallique ou châssis de la voiture
Naar metalen ondergrond of chassis van de auto
To a live terminal in the fuse block connecting to the car battery
(bypassing the ignition swich)
Zur einer stromführenden Anschlußklemme im Sicherungsblock zum
Anschließen an die Autobatterie (Umgehen des Zündschalters)
2
A une borne sous tension du porte-fusible connectée à la batterie
de la voiture (en dérivant l’interrupteur d’allumage)
Naar een onder spanning staande aansluitklem in het zekeringblok die is
aangesloten op de accu van de auto (u passeert de ontstekingsschakelaar)
A7
3
Marron /
Bruin
15 A fuse
15 A Sicherung
Fusible 15 A
Zekering 15 A
1
To an accessory terminal in the fuse block
Zur einer Zubehöranschlußklemme im Sicherungsblock
Vers borne accessoire du porte-fusible
Naar een aansluitklem in het zekeringblok
A5
4
Not included with this unit.
Wird nicht mit Gerät mitgeliefert.
*
Non fourni avec cet appareil.
Niet bij het apparaat inbegrepen.
To power aerial if any
Zur Motorantenne, sofern vorhanden
V ers l’antenne automatique s’il y en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
A2
Ignition switch
Zündschalter
*
Interrupteur d’allumage
Ontstekingsschakelaar
*
Fuse block
Sicherungsblock
Porte-fusible
Zekeringblok
To cellular phone system
Zur Moblitelephon
5
À un système de téléphone cellulaire
Naar het mobiele-telefoonsysteem
B6B5B4B3B8B7B2B1
White with black stripe
Weiß mit schwarzem
Streifen
Blanc avec bande noire
Wit met zwarte streep
White
Weiß
Blanc
Wit
Left speaker (front)
Linker Lautsprecher (vorne)
Enceinte gauche (avant)
Linkerspeaker (voorin)
Gray with black stripe
Grau mit schwarzem Streifen
Gris avec bande noire
Grijs met zwarte streep
PRECAUTIONS on power supply and
speaker connections:
• DO NOT connect the speaker leads of the power
cord to the car battery; otherwise, the unit will be
seriously damaged.
• Connect the black lead (ground), yellow lead (to car
battery, constant 12 V), and red lead (to an accessory
terminal) correctly.
• BEFORE connecting the speaker leads of the power cord
to the speakers, check the speaker wiring in your car.
– If the speaker wiring in your car is as illustrated
in Fig. 1 and Fig. 2 below, DO NOT connect the unit
using that original speaker wiring. If you do, the unit
will be seriously damaged.
Redo the speaker wiring so that you can connect the
unit to the speakers as illustrated in Fig. 3.
– If the speaker wiring in your car is as illustrated
in Fig. 3, you can connect the unit using the original
speaker wiring in your car.
– If you are not sure of the speaker wiring of your car,
consult your car dealer.
+
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
+
L
-
-
+
+
R
-
-
Fig. 1Fig. 2Fig. 3
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
6
Gray
Grau
Gris
Grijs
Right speaker (front)
Rechter Lautsprecher (vorne)
Enceinte droit (avant)
Rechterspeaker (voorin)
VORSICHTSMASSREGELN beim
Anschließen der Stromversorgung
und Lautsprecher:
• Die Lautsprecherleitungen des Netzkabels NICHT
an der Autobatterie anschließen, da sonst das
Gerät schwer beschädigt wird.
• Die schwarze Leitung (Erdung), die gelbe Leitung (zur
Autobatterie, konstant 12 V) und die rote Leitung (zur
Zubehöranschlußklemme) richtig anschließen.
• VOR dem Anschließen der Lautsprecherleitungen des
Spannunsgversorgungskabels an die Lautsprecher, die
Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto überprüfen.
– Ist die Lautsprecherverdrahtung wie unten in
„Fig. 1“ und „Fig. 2“ abgebildet, das Gerät
NICHT mit der Originalverdrahtung der
Lautsprecher anschließen, da sonst das Gerät
schwer beschädigt wird.
Die Lautsprecherverdrahtung erneuern, so daß Sie
das Gerät an den Lautsprechern wie in „Fig. 3“
abgebildet anschließen können.
– Ist die Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto
wie in „Fig. 3“ abgebildet, können Sie das Gerät
mit der Originalverdrahtung der Lautsprecher in
Ihrem Auto anschließen.
– Sind Sie sich über die Lautsprecherverdrahtung in
Ihrem Auto nicht sicher, wenden Sie sich an Ihren
Autohändler.
Green with black stripe
Grün mit schwarzem Streifen
Vert avec bande noire
Groen met zwarte streep
Green
Grün
Vert
Groen
Left speaker (rear)
Linker Lautsprecher (hinten)
Enceinte gauche (arrière)
Linkerspeaker (achterin)
Purple with black stripe
Lila mit schwarzem Streifen
Violet avec bande noire
Paars met zwarte streep
PRECAUTIONS sur l’alimentation et
la connexion des enceintes:
• NE CONNECTEZ PAS les fils d’enceintes du
cordon d’alimentation à la batterie; sinon,
l’appareil serait sérieusement endommagé.
•
Connectez correctement le fil noir (a la masse), le fil
jaune (a la batterie de la voiture,12 V constant) et le
fil rouge (à la prise accessoire).
•
AVANT de connecter les fils d’enceintes du cordon
d’alimentation aux enceintes, vérifiez le câblage des
enceintes de votre voiture.
–
Si le câblage des enceintes de votre voiture est
comme montré sur la Fig. 1 ou Fig. 2 ci-dessous,
NE CONNECTEZ PAS l’appareil en utiliscant ce
câblage original des enceintes. Si v ous le faites,
l’appareil sera sérieusement endommagé.
Recommencez le câblage des enceintes de façon
que vous puissiez connecter l’appareil aux
enceintes comme montré sur la Fig. 3.
–
Si le câblage des enceintes de votre voiture est
comme montré sur la Fig. 3,
connecter l’appareil en utiliscant ce câblage original
d’enceintes pour votre voiture.
– Si vous n’êtes pas sûrs du câblage d’enceintes de
votre voiture, consulter le concessionnaire de v otre
voiture.
vous pouvez
Purple
Lila
Violet
Paars
Right speaker (rear)
Rechter Lautsprecher
(hinten)
Enceinte droit (arrière)
Rechterspeaker (achterin)
VOORZORGSMAATREGELEN bij het
verbinden van de
stroomkabeldraad met de speakers:
• Verbind de speakerdraden van de stroomkabel
NIET met de accu van de auto; als u dit wel doet,
zal het apparaat ernstige schade oplopen.
• Sluit de zwarte draad (aarde), de gele draad (naar de accu
van de auto, constant 12 V) en de rode draad (naar de
aansluitklem van de accessoire
• VOORDAT u de speakerdraden van de stroomkabel met
de speakers verbindt, moet u de bedrading van de speakers
in uw auto controleren.
– Als de bedrading van de speakers eruitziet zoals
hieronder staat afgebeeld in Fig. 1 en Fig. 2, mag
het apparaat NIET worden aangesloten met behulp van
deze oorspronkelijke speakerbedrading. Als u dat wel
doet, zal het apparaat ernstige schade oplopen.
Pas de bedrading van de speakers aan, zoda t u het
apparaat met de speakers kunt verbinden, zoals staat
afgebeeld in Fig. 3.
– Als de bedrading van de speakers eruitziet zoals
staat afgebeeld in Fig. 3, kunt u het apparaat
aansluiten met behulp van de oorspronkelijke
speakerbedrading in uw auto.
– Als u twijfels hebt over de speakerbedrading in uw auto,
moet u contact opnemen met uw autodealer.
) op de juiste wijze aan.
3
Connecting the leads / Anschließen der Leitungen / Raccordement des fils / Aansluiting van de gekleurde draden
Twist the core wires when connecting.
Die Kerndrähte beim Anschließen verdrehen.
Torsader les âmes des fils en les raccordant.
Draai de kerndraden om elkaar heen wanneer u ze wilt aansluiten.
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
• To prevent short-circuit, cover the terminals of the UNUSED leads with insulating
tape.
• Zur Vermeidung eines Kurzschlusses die Anschlußklemmen der NICHT
VERWENDETEN Leitungen mit Isolierklebeband umwickeln.
• Pour éviter les court-circuits, couvrir les bornes des fils qui ne sont PAS utilisés
Solder the core wires to connect them securely.
Die Kerndrähte anlöten, um sie fest
anzuschließen.
avec de la bande isolante.
• Om kortsluiting te voorkomen, moet u de aansluitklemmen van ONGEBRUIKTE
gekleurde draden met isolatieband bedekken.
Souder les âmes des fils pour les raccorder
entre eux de façon sûre.
Soldeer de kerndraden zodat ze stevig vast zitten.
B Connections Adding Other Equipment / Anschlüsse zum Hinzufügen von anderer Ausrüstung / Raccordement pour ajouter d’autres appareils /
Aansluitingen voor het toevoegen van andere apparatuur
You can connect an amplifier to upgrade your
car stereo system.
• Connect the remote lead (b lue with white
stripe) to the remote lead of the other
equipment so that it can be controlled through
this unit.
• Connect this unit’s line-out terminals to the
amplifier’s line-in terminals.
• Disconnect the speakers from this unit,
connect them to the amplifier. Leave the
speaker leads of this unit unused. (Co ver
the terminals of these unused leads with
insulating tape, as illustrated above.)
Sie können einen Verstärker anschließen, um Ihre
Autostereoanlage zu erweitern.
• Schließen Sie das Fernbedienungskabel (blau mit
weißem Streifen) an das Fernbedienungskabel
des anderen Geräts an, so daß es über dieses
Gerät gesteuert werden kann.
• Die Anschlußklemmen am Ausgang dieses
Gerät an den Anschlußklemmen des
Eingangs des Verstärkers anschließen.
• Die Lautsprecher von diesem Gerät
abtrennen und am Verstärker anschließen.
Die Lautsprecherleitungen dieses Geräts
unbenutzt lassen. (Die Anschlußklemmen
dieser nicht verwendeten Leitungen mit
Isolierklebeband umwickeln, siehe
Abbidung oben.)
CAUTION / VORSICHT /
• To prevent internal heat buildup inside the unit, place this unit UNDER the other equipment.
• Zur Vemeidung eines Hitzestaus in diesem Gerät, dieses Gerät UNTER die andere Geräteansrüstung stellen.
•
Pour éviter un échauffement interne de cet appareil, placez-le SOUS l’autre appareil.
• Om interne verhitting van het apparaat te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat het apparaat ONDER de andere apparatuur wordt geplaatst.
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (niet meegeleverd)
PRECAUTION
Rear speakers
Hintere Lautsprecher
Enceintes arrière
Achterspeakers
INPUT
L
R
Vordere Lautsprecher
L
R
L
L
R
R
Front speakers
Enceintes avant
V oorspeak ers
/ LET OP!:
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Amplificateur
JVC Versterker
LINE OUT
L
FRONT
REAR
R
Remote lead
Fernbedienungsleitung
Fil d’alimentation à distance
Externe kabel
Blue with white stripe
Blau mit weißem Streifen
Bleu avec bande blanche
Blauw met witte streep
*
INPUT
L
R
KD-S871R
KD-S723R
KD-S721R
Only for KD-S871R
You can connect another
power amplifier for front
speakers.
Vous pouvez connecter un amplificateur pour
améliorer votre système autoradio.
•
Connectez le fil de commande à distance (bleu
avec bande blanche) au fil de commande à
distance de l’autre appareil de façon qu’il puisse
être commandé via cet appareil.
•
Raccorder les bornes de sortie ligne de cet
appareil aux bornes d’entrée ligne de
l’amplificateur.
• Déconnectez les enceintes de cet appareil
et connectez-les à l’amplificateur . Laissez
les fils d’enceintes de cet appareil
inutilisés. (Recouvrir les extrémités de ces
fils inutilisés avec de la bande isolante
comme montré ci-dessus.)
Y-connector (not supplied with this unit)
Y-Anschluß (nicht mit diesem Gerät mitgeliefer t)
Connecteur Y (non fourni avec cet appareil)
Y-connector (niet meegeleverd)
L
R
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Amplificateur
JVC V ersterker
Nur Für KD-S871R
Sie können einen anderen
Leistungsverstärker für die vorderen
Lautsprecher anschließen.
Het is mogelijk om uw autostereosysteem uit te
breiden met een versterker.
• Verbind de externe kabel (blauw met witte streep)
met de externe kabel van het andere apparatuur
zodat deze op afstand vanaf deze apparaat kan
worden bediend.
• Verbind de uitgang van het apparaat met de
ingang van de versterker.
• Koppel de speakers van dit apparaat los
en verbind ze aan de versterker . Gebruik
de speakerdraden van dit apparaat niet.
(Plak de aansluitklemmen van deze
speakerdraden met isolatieband af zoals
hierboven is afgebeeld.)
* Firmly attach the ground wire to the metallic body or to
the chassis of the car—to the place not coated with paint
(if coated with paint, remove the paint before attaching
the wire). Failure to do so may cause damage to this unit.
* Verbinden Sie den Erdungsleiter mit der Karosserie oder
dem Rahmen des Fahrzeugs. Die Kntaktstelle darf nicht
lackiert sein (sollte die Kontaktstelle lackiert sein,
entfernen Sie den Lack der Kontaktstelle, bevor Sie den
Leiter befestigen). Wenn der Erdungsleiter nicht
ordnungsgemäß angeschlossen wird, kann dieses Gerät
beschädigt werden.
* Attachez solidement le fil de mise à la masse au châssis
métallique de la voiture—à un endroit qui n’est pas
recouvert de peinture (s’il est recouvert de peinture,
enlevez d’abord la peinture avant d’attacher le fil).
L’appareil peut être endommagé si cela n’est pas fait
correctement.
* Bevestig de aardedraad goed met een metalen onderdeel
of het chassis van de auto - bevestig op een niet-gelakt
gedeelte (indien gelakt, schuur dan af alvorens de draad
te bevestigen). Het toestel kan worden beschadigd indien
de aardedraad niet goed is aangesloten.
To power aerial if any
Zur Motorantenne, sofern vorhanden
Vers l’antenne automatique, s’il y en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
Front speakers
Vordere Lautsprecher
Enceintes avant
V oorspeak ers
Seulement pour le KD-S871R
Vous pouvez connecter un autre
amplificateur de puissance pour
les enceintes avant.
*
Alleen voor KD-S871R
U kunt nog een
eindversterker voor de
voorspeakers aansluiten.
TROUBLESHOOTING
• The fuse blows.
* Are the red and black leads connected correctly?
• Power cannot be turned on.
* Is the yellow lead connected?
• No sound from the speakers.
* Is the speaker output lead short-circuited?
• Sound is distorted.
* Is the speaker output lead grounded?
* Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
• Unit becomes hot.
* Is the speaker output lead grounded?
* Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
FEHLERSUCHE
• Die Sicherung brennt durch.
* Sind die roten und schwarzen Leitungen richtig
angeschlossen?
• Stromversorgung kann nicht eingeschaltet werden.
* Ist die gelbe Leitung angeschlossen?
• Kein Ton aus den Lautsprechern.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung kurzgeschlossen?
• Ton verzerrt.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet?
* Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und rechten
Lautsprecher zusammen geerdet?
• Gerät wird heiß.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet?
* Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und rechten
Lautsprecher zusammen geerdet?
EN CAS DE DIFFICULTES
• Le fusible saute.
*
Les fils rouge et noir sont-ils racordés correctement?
• L’appareil ne peut pas être mise sous tension.
*
Le fil jaune est-elle raccordée?
• Pas de son des enceintes.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il court-circuité?
• Le son est déformé.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
*
Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sontelles mises ensemble à la masse?
• L’appareil devient chaud.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
*
Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sontelles mises ensemble à la masse?
4
PROBLEMEN OPLOSSEN
• De zekering slaat door.
* Zijn de rode en de zwarte draden op de juiste manier
aangesloten?
• De stroom kan niet worden ingeschakeld.
* Is de gele draad aangesloten?
• Er komt geen geluid uit de speakers.
* Is de uitgaande speakerdraad kortgesloten?
• Het geluid wordt vervormd.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard?
* Zijn de minpolen van de linker- en de r echterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
• Het apparaat raakt verhit.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard?
* Zijn de minpolen van de linker- en de r echterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.