JVC KD-S721R, KD-S723R User Manual [nl]

CD RECEIVER
KD-S871R/KD-S723R/KD-S721R
ENGLISH
DEUTSCH
KD-S871R
TP/PTY
SEL
DISP
87 9
10 11
RNDRPTMO
12
FM
¢
CD
4
AM
SCMMODE
KD-S723R
TP/PTY
SEL
DISP
87 9
10 11
RNDRPTMO
12
FM
¢
CD
4
AM
SCMMODE
KD-S721R
COMPACT
TP/PTY
SEL
DISP
87 9
10 11
RNDRPTMO
12
FM
¢
CD
4
AM
SCMMODE
DIGITAL AUDIO
For installation and connections, refer to the separate manual. Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetref fende handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
FRANÇAIS
NEDERLANDS
GET0065-001A
[E/EX]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
CAUTION: Invisible laser radiation when open and interlock failed or defeated. AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. (e )
ADVARSEL: Usynlig laser­stråling ved åbning, når sikkerhedsafbrydere er ude af funkti on. Undgåudsæt­telse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser- strålning när denna del är öppnad och spärren urkopplad. Betrakta ej strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja suo­jalukitus ohitettaessa olet
är
alttiina näkymättömälle lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f)
Benaming/Spanningslabel
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan
Let op:
Caution:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een
This product contains a laser component
hogere klasse laserstraal dan “Klasse 1”.
of higher laser class than Class 1.
erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare laserstralen maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate
NEDERLANDS
gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Het apparaat terugstellen
Houd de SEL (selecteren) en de (standby/aan/attenuator) toetsen beide gelijktijdig een paar seconden ingedrukt. De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
(standby/aan/attenuator)
SEL (selecteren)
Opmerkingen:
• De geheugeninstellingen – zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen – zullen eveneens gewist worden.
• Als er een CD in het apparaat is, zal deze naar buiten komen wanneer u het apparaat terugstelt. Let op dat de CD niet valt.
2
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed door te
lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van het apparaat
en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.

INHOUDSOPGAVE

Het apparaat terugstellen ......................... 2
Hoe u de cijfertoetsen gebruikt................. 3
PLAATSING VAN DE TOETSEN .......... 4
Bedieningspaneel .................................... 4
BASISBEDIENING ......................... 5
De stroomtoevoer inschakelen................. 5
BASISBEDIENING VAN DE RADIO....... 6
Naar de radio luisteren ............................. 6
Radiozenders in het geheugen
vastleggen............................................. 8
Afstemmen op een voorkeuzezender ...... 9
HET GEBRUIK VAN RDS .................. 10
Wat u kunt doen met RDS........................ 10
Andere nuttige RDS-functies en het
maken van aanpassingen ...................... 14
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER .......... 17
Een CD afspelen ..................................... 17
Een muziekstuk of een bepaald punt
op de CD zoeken .................................. 18
Afspeelmodus selecteren ......................... 18
Voorkomen dat de CD terugspringt.......... 19
Hoe u de cijfertoetsen gebruikt:
Als u op de toets MODE drukt, schakelt de eenheid over naar de functiemodus en werken de cijfertoetsen enigszins anders.
MODE
GELUID REGELEN ......................... 20
Geluid aanpassen.................................... 20
Werken met aangepaste geluidsmodi
(SCM) .................................................... 21
Geluidsweergave aanpassen
en opslaan............................................. 22
ANDERE HOOFDFUNCTIES .............. 23
Klok instellen ........................................... 23
De algemene instellingen wijzigen
(PSM) .................................................... 23
De kleur voor het displayvenster selecteren
(UITSLUITEND VOOR DE KD-S871R) .... 25
Bedieningspaneel verwijderen ................. 26
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
(UITSLUITEND VOOR DE KD-S871R) ........ 27
Plaatsing van de toetsen .......................... 28
ONDERHOUD .............................. 29
Omgaan met CD’s ................................... 29
PROBLEMEN OPLOSSEN ................ 30
SPECIFICATIES ............................ 31
NEDERLANDS
«
8 9 10 11 127
Als u deze toetsen nadat u op de toets MODE hebt gedrukt weer als cijfertoetsen wilt gebruiken, moet u 5 seconden wachten zonder op een cijfertoets te drukken. De functiemodus
wordt dan automatisch opgeheven.
• Ook als u nogmaals op de toets MODE drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
RNDRPTMO
Indicator die tijd aftelt
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
3

PLAATSING VAN DE TOETSEN

Bedieningspaneel
Het display-venster
a
2
1
sd
3
4
f
5
g
z 
x
h
j
k
l
67
/
8
9
p
TP/PTY
SEL
DISP
MO
7
8
NEDERLANDS
w
q
e
1 De toets (standby/aan/attenuator) 2 De toets TP (traffic programme)/
PTY (programme type)
3 De toets SEL (selecteren) 4 Het display-venster 5 CD-lade 6 De toets AM 7 De toets CD 8 De toets 0 (uitwerpen) 9 De toets FM p De toetsen ¢/4
Deze toetsen doen dienst als SSM-toets wanneer beide toetsen tegelijk worden ingedrukt.
q De toetsen +/– w De toets DISP (display) e Afstandssensor (uitsluitend voor de
KD-S871R)
r De toets MO (mono) t De toets RPT (repeat) y De toets RND (random) u De cijfertoetsen i De toets MODE o De toets SCM (sound control memory) ; De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
4
r
FM
CD
¢
SSM
4
10
9
11 12
RPT
RND
yt
u
MODE
i
SCM
o
AM
;
Het display-venster
a De indicator SCM (sound control memory) s De indicator CD-bron d De indicator voor de FM-band (FM1, FM2, FM3) f De indicator voor de AM-band g Indicators voor de ontvangst van de tuner
MO (mono), ST (stereo)
h De indicator RND (random) j De indicator RPT (repeat) k De Indicators RDS
AF, REG, TP, PTY
l De indicator LOUD (loudness) / De indicator CD-geplaatst z Hoofdvenster x De indicator (of audioniveau) voor het
volumeniveau (voor de KD-S871R) De indicator voor het volumeniveau (voor de KD-S723R en KD-S721R)

BASISBEDIENING

TP/PTY
SEL
DISP
MO
7
9
8
13 2
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder wordt het apparaat automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
FM
CD
FM
CD
¢
SSM
4
10
RND
11 12
RPT
Het door u ingestelde geluidsniveau verschijnt.
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
AM
MODE
SCM
Indicator voor het volumeniveau
(zie bladzijde 25)
(Zie bladzijde 20 – 22).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op . Op het afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen. Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
NEDERLANDS
AM
Voor gebruik van de radio (FM of AM),
zie bladzijde 6 – 16.
Voor gebruik van de CD,
zie bladzijde 17 – 19.
3
Regel het volume.
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Spanning uitschakelen
Druk op en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen zie bladzijde 23.
LET OP bij het instellen van het volume:
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
5

BASISBEDIENING VAN DE RADIO

TP/PTY
SEL
DISP
7
8
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken: Auto search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
NEDERLANDS
FM
CD
AM
FM1 FM2 FM3
AM
FM
CD
¢
SSM
4
MO
10
9
RND
11 12
RPT
2
Zoek een station.
MODE
AM
SCM
Afstemmen op een station
¢
4
met een hogere frequentie.
Afstemmen op een station met een lagere frequentie.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
6
Handmatig naar een station zoeken:
MO
Manual search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
FM
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige modus na 5 seconden automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz en bij AM – MG/LG steeds met 9 kHz) totdat u de toets loslaat.
CD
AM
FM1 FM2 FM3
AM
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of 4 en houd deze ingedrukt tot de vermelding “M (voor “manual”: handmatig zoeken)” op de display begint te knipperen.
¢
4
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is:
1 Druk op de toets MODE om de functiemodus
te activeren terwijl u in stereo naar een FM-stereo-uitzending luistert.
2 Druk op de toets MO (mono), terwijl de
functiemodus is geactiveerd, zodat de indicator MO op de display aangaat. Elke keer wanneer u op de toets drukt, gaat de indicator MO aan of uit.
MODE
NEDERLANDS
Als de indicator MO op de display aan is, wordt het geluid in mono weergegeven en verbetert de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).
3
Stem af op het station van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding “M” op de display knippert.
Als u wilt afstemmen op een
¢
4
station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
7
Radiozenders in het geheugen vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-zenders instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de FM-golfband (FM1 – 3) waarop u FM-zenders wilt vasteleggen.
FM
CD
NEDERLANDS
AM
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
¢
4
FM1 FM2 FM3
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM) vasteleggen.
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1
1
Selecteer het nummer van de golfband (FM1 – 3, AM) waarop u zenders wilt vasteleggen (in dit voorbeeld cijfertoets FM1).
FM
CD
AM
2
Stem af op een zender (in dit voorbeeld op 88,3 MHz).
¢
4
FM1 FM2 FM3
AM
Als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
8
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
7
De vermelding “P1” knippert gedurende enkele seconden op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
Afstemmen op een voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders in het geheugen vastleggen” op bladzijde 8 en 9, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
FM
CD
AM
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste zender.
FM1 FM2 FM3
AM
8 MO 9 10 11 RPT 12 RND7
NEDERLANDS
9

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “Enhanced Other Networks”. Met behulp van de Enhanced Other Networks-gegevens die door het station worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (TA – “Traffic Announcement”) of uw favoriete programma
NEDERLANDS
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS-zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie de afbeelding op de volgende pagina). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative Frequency) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
10
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerk­opsporing gebruiken om hetzelfde programma met de beste ontvangst te blijven beluisteren. Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
• AF: De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”). Met deze instelling schakelt het toestel naar een andere zender van hetzelfde netwerk wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. (In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving). De indicator AF licht op, maar de indicator REG licht niet op.
• AF REG: De netwerkfunctie is ingeschakeld en
• OFF: De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
ook Regionalisatie is ingeschakeld (“on”). Met deze instelling schakelt het toestel naar een andere zender van hetzelfde netwerk die hetzelfde programma uitzendt, wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. Zowel de indicator AF als de indicator REG lichten op.
De indicator AF en de indicator REG lichten allebei niet op.
Indicator AF
Indicator REG
REGAF
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 24).
SEL
2
Selecteer de vermelding “AF-REG (alternatieve frequentie/regionale ontvangst)” als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
¢
4
3
Selecteer de gewenste modus – “AF”, “AF REG” of “OFF”.
4
Voltooi de instelling.
SEL
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan
worden ontvangen.
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie D
Het gebruik van TA standby ontvangst
Met TA standby ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-zenders of CD).
TA standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
TP/PTY
Druk op TP/PTY om TA standby ontvangst te activeren.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP
indicator oplichten of knipperen.
• TA standby ontvangst is geactiveerd indien de TP indicator is opgelicht. “TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het toestel stemt nu automatisch op deze zender af. Het volume wordt op het reeds vastgelegde TA volumeniveau (zie bladzijde 15) gesteld en u hoort de verkeersinformatie.
• TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd indien de TP indicator knippert. De zender die wordt ontvangen levert namelijk geen signalen die voor TA standby ontvangst zijn vereist. Om TA standby ontvangst nu te activeren moet u op een andere zender afstemmen die wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om een dergelijke zender op te zoeken. De TP indicator stopt te knipperen en licht continu op zodra een zender met deze signalen is gevonden. TA standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de TP indicator oplichten. “TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het toestel verandert nu automatisch van bron en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van TA standby ontvangst, drukt u nogmaals op TP/PTY.
NEDERLANDS
11
Het gebruik van PTY standby ontvangst
SEL
Met PTY standby ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar uw favoriete programmagenre (PTY: Programmagenre) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-zenders of CD).
PTY standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
U kunt uw favoriete programma voor PTY standby ontvangst kiezen. Bij het verlaten van de fabriek, is PTY standby ontvangst uitgeschakeld. (“OFF” is voor PTY standby ontvangst gekozen).
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 24).
NEDERLANDS
SEL
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY (standby)” als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
¢
4
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 16).
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
• Selecteer “OFF” om PTY standby ontvangst te annuleren.
4
Voltooi de instelling.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal
de PTY indicator oplichten of knipperen.
• PTY standby ontvangst is geactiveerd indien de PTY indicator is opgelicht. Wanneer een zender een programma van het gekozen PTY programmatype start uit te zenden, stemt het toestel automatisch op deze zender af.
• PTY standby ontvangst is nog niet geactiveerd indien de PTY indicator knippert. De zender die wordt ontvangen levert namelijk geen signalen die voor PTY standby ontvangst zijn vereist. Om PTY standby ontvangst nu te activeren moet u op een andere zender afstemmen die wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om een dergelijke zender op te zoeken. De PTY indicator stopt te knipperen en licht continu op zodra een zender met deze signalen is gevonden. PTY standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld,
zal de PTY indicator oplichten. Wanneer een zender een programma van het gekozen PTY programma start uit te zenden, verandert het toestel automatisch van bron en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van PTY standby ontvangst, kiest u in de hier links beschreven
stap 3 “OFF”. De PTY indicator dooft.
12
Uw favoriete programmagenre opzoeken
TP/PTY
U kunt een gewenste PTY-code opzoeken. Daarbij kunt u uw 6 favoriete programmatypen voor het later gemakkelijk opzoeken onder de cijfertoetsen vastleggen. Standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 t/m 6) opgeslagen.
Zie de informatie hieronder voor een uitleg over
het opslaan van uw favoriete pr ogrammagenres. Zie bladzijde 14 voor een uitleg over het zoeken van uw favoriete programma.
1
POP M
45
CLASSICS
2
ROCK M EASY M
AFFAIRS
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan
1
Druk op TP/PTY in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt.
3
6
VARIED
2
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 16).
De naam van de PTY ­code die u selecteert, wordt op de display weergegeven.
3
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minimaal 2 seconden vast om de geselecteerde PTY-code op te slaan onder de cijfertoets van uw keuze.
8 MO 9 10 11 RPT 12 RND7
“MEMORY” en de gekozen codenaam worden afwisselend op het display getoond.
NEDERLANDS
TP/PTY
De PTY-code die als laatste werd geselecteerd, verschijnt op de display.
4
Druk op TP/PTY in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt.
13
Een programmagenre opzoeken
1
Druk op TP/PTY en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt terwijl u naar een FM-zenders luistert.
TP/PTY
De PTY-code die als laatste werd geselecteerd, verschijnt op de display.
2
Selecteer een van de PTY-codes.
8 MO 9 10 11 RPT 12 RND7
OF
NEDERLANDS
Bijv: Met “ROCK M” gekozen
3
Druk op ¢ of 4 om het PTY­zoeken naar uw gewenste programma te starten.
¢
4
• Als er een station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op dat station af.
• Als er geen station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet goed.
14
Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen
Automatische selectie van een station bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op de vooraf ingestelde voorkeurzender. Als deze zender een RDS-zenders is, gebeurt er echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar een andere, sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt als de voorkeurzender die u hebt gekozen (dit wordt Programma zoeken genoemd).
• Omdat het uitvoeren van de zoekopdracht enige tijd in beslag neemt, duurt het even tot er op een ander station wordt afgestemd.
Hoe u deze voorziening activeert, wordt hieronder uitgelegd.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 23 en 24.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“P(Programma)-SEARCH” te selecteren.
3 Druk op + om “ON” te selecteren.
De voorziening Programma zoeken is nu ingeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het zoeken naar een programma wilt beëindigen, moet u de procedure herhalen,
maar in stap 3 de vermelding “OFF” selecteren door op – te drukken.
De weergave op de display wijzigen terwijl u naar een FM-zender luistert
Wat er als eerste op de display wordt weergegeven wanneer u naar een FM-station luistert dat gebruik maakt van het RDS-systeem, kunt u zelf bepalen. U kunt de oorspronkelijke weergave desgewenst wijzigen in de stationsnaam (PS NAME), de frequentie van het ontvangen station (FREQ) of Klok (CLOCK).
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 23 en 24.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“DISPMODE (displayfunctie)” te selecteren.
3 Druk op + of – om de gewenste instelling te
kiezen. (“PS NAME”, “FREQ” of “CLOCK”).
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Opmerking:
Door op DISP (display) te drukken kunt u de weergave op de display ook wijzigen wanneer u naar een FM-station luistert dat RDS-signalen uitzendt. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de volgende informatie op de display:
Stationsnaam
(PS NAME)
Frequentie station
(FREQ)
Programmagenre
(PTY)
Klok
Na enkele seconden keert de display terug naar de oorspronkelijke weergave.
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de TA standby-ontvangst van verkeersinformatie op te geven met welk geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie wordt ontvangen, worden aangepast aan het volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 23 en 24.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“TA VOL (volume)” te selecteren.
3 Druk op + of – om het gewenste volume te
kiezen. U kunt het volume instellen op een waarde van “VOL 00” tot “VOL 50”.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het RDS-signaal van een zender worden meegezonden. Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt aangepast, moet u de onderstaande procedure volgen.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 23 en 24.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“AUTO ADJ (aanpassen)” te selecteren.
3 Druk op – om “OFF” te selecteren.
U hebt het automatisch aanpassen van de klok nu uitgeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt activeren, moet u de procedure herhalen maar in
stap 3 de vermelding “ON” selecteren door op + te drukken.
Opmerking:
Nadat u voor “AUTO ADJ” de instelling “ON” hebt gekozen, dient u de eenheid tenminste 2 minuten op hetzelfde station afgestemd te houden, anders wordt de klok niet aangepast. (Dit is nodig omdat de eenheid maximaal 2 minuten nodig heeft om de tijdgegevens in het RDS-signaal te ontvangen en verwerken).
NEDERLANDS
15
PTY-codes
NEWS: Nieuws AFFAIRS: Actualiteiten en achtergrond
INFO: Informatieve programma’s over
SPORT: Sportverslagen EDUCATE: Educatieve programma’s DRAMA: Radio-hoorspelen CULTURE: Programma’s aangaande
SCIENCE: Wetenschappelijke en technische
VARIED: Overige programma’s,
POP M: Popmuziek ROCK M: Rockmuziek EASY M: Easy-listening muziek LIGHT M: Lichte muziek CLASSICS: Klassieke muziek OTHER M: Overige muziek WEATHER: Weerberichten
NEDERLANDS
FINANCE: Programma’s aangaande handel
informatie aangaande het nieuws
diverse verscillende onderwerpen
nationale of regionale cultuur
programma’s
bijvoorbeeld ceremonies en comedies
en de beurs en beursberichten, enz.
CHILDREN: Amusement voor kinderen SOCIAL: Programma’s over sociale
activiteiten
RELIGION: Programma’s over aspecten van
geloof en religie, aangaande het bestaan en ethiek
PHONE IN: Programma’s waarin mensen
via de telefoon of een publiek forum hun meningen kunnen uiten
TRAVEL: Programma’s over reizen en
bestemmingen, georganiseerde reizen en ideeën en mogelijkheden voor vacanties
LEISURE: Programma’s over recreatieve
bezigheden, bijvoorbeeld
tuinieren, koken, vissen, enz. JAZZ: Jazz-muziek COUNTRY: Country-muziek NA TION M: Huidige populaire muziek van
een bepaald land of gebied in
de taal van het land of gebied OLDIES: Gouwe-Ouwe FOLK M: Folk-muziek DOCUMENT: Programma’s over feitelijke
gebeurtenissen, vaak
gepresenteerd in een
onderzoekende stijl
16

GEBRUIK VAN DE CD-SPELER

TP/PTY
SEL
DISP
7
Een CD afspelen
1
Plaats een disc in de lade.
De eenheid gaat aan, pakt een CD en begint automatisch te spelen.
Opmerking over de “One Toch” -bediening:
Wanneer er al een CD in de CD-lade zit, drukt u op CD om het apparaat aan te zetten en het afspelen automatisch te laten beginnen.
De indicator CD-geplaatst knippert.
De indicator CD-geplaatst gaat aan.
FM
CD
¢
SSM
4
MO
10
9
8
11 12
RPT
RND
MODE
AM
SCM
Opmerking:
Als een CD ondersteboven in de CD-speler wordt geplaatst, wordt de vermelding “EJECT” op de display weergegeven en wordt de CD automatisch uitgeworpen.
Stoppen met afspelen en de CD terug laten springen
Druk op 0. De CD wordt niet langer afgespeeld en de CD springt automatisch terug uit de CD-lade. De tuner wordt als afspeelbron geselecteerd (het station waarop als laatste was afgestemd, wordt ten gehore gebracht). De CD-weergave stopt tevens (maar de CD wordt nu niet uitgeworpen) wanneer u naar AM of FM overschakelt.
Opmerkingen:
• Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15 seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de CD automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst, zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet automatisch met afspelen begonnen).
• U kunt de CD uit de CD-lade laten springen wanneer het apparaat is uitgezet.
NEDERLANDS
Totale afspeeltijd van de CD die in de CD-lade is geplaatst
Verstreken afspeeltijd
T otaal aantal muziekstukken op de CD die in de CD-lade is geplaatst
Huidige muziekstuk
17
Een muziekstuk of een bepaald punt op de CD zoeken
Het muziekstuk versneld vooruit afspelen of achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van een
¢
4
Naar het volgende of naar het vorige muziekstuk gaan
¢
4
NEDERLANDS
CD op ¢ en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4 en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op ¢ om naar het begin van het volgende muziekstuk te gaan. Telkens wanneer u meerdere malen op deze toets drukt, wordt het begin van het eerstvolgende muziekstuk gezocht en afgespeeld.
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op 4 om naar het begin van het huidige muziekstuk te gaan. Telkens wanneer u meerdere malen op deze toets drukt, wordt het begin van het vorige muziekstuk gezocht en afgespeeld.
Afspeelmodus selecteren
Muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
1 Druk op de toets MODE om de functiemodus
te activeren terwijl u een CD afspeelt. De eenheid schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op de toets RND (random) terwijl de
functiemodus nog is geactiveerd, zodat de indicator RND op de display aangaat. Vervolgens zal elke keer wanneer u op deze toets drukt, de willekeurige afspeelmodus voor CD’s worden in- of uitgeschakeld.
12
MODE
De indicator RND
Wanneer de Random Play-modus wordt aangezet, zal op het display de RND-indicator oplichten en worden de muziekstukken in willekeurige volgorde afgespeeld.
RND
Direct naar een bepaald muziekstuk gaan
8 9 10 11 127
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald muziekstuk hoort, om het afspelen van dat muziekstuk te laten beginnen.
• Om een muziekstuk met nummer 1 – 6 te selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Om een muziekstuk met nummer 7 – 12 te selecteren: Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.
18
RNDRPTMO
Muziekstukken meerdere keren afspelen (Repeat Play)
1 Druk op de toets MODE om de functiemodus
te activeren terwijl u een CD afspeelt. De eenheid schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op de toets RPT (repeat) terwijl de
functiemodus nog is geactiveerd, zodat de indicator RPT op de display aangaat. Vervolgens zal elke keer wanneer u op deze toets drukt, de herhaald afspeelmodus voor CD’s worden in- of uitgeschakeld.
11
MODE
De indicator RPT
Nummer van het muziekstuk dat wordt afgespeeld
Wanneer de Repeat Play-modus wordt aangezet, zal op het display de RPT-indicator oplichten.
RPT
Voorkomen dat de CD terugspringt
U kunt voorkomen dat de CD uit de lade springt door deze in de lade te vergrendelen.
Druk op de CD en tegelijkertijd minste 2 seconden op de 0.
CD
De vermelding “EJECT” knippert gedurende 5 seconden op de display. De CD is nu vergrendeld en kan niet meer uit de CD-lade terugspringen.
Als u de vergrendeling van de CD in de CD-lade wilt opheffen, drukt u nogmaals
gedurende minste 2 seconden op de 0 terwijl u tegelijk op de CD drukt. Op het display verschijnt de tekst “EJECT” en de CD springt terug uit de CD-lade.
NEDERLANDS
19

GELUID REGELEN

Geluid aanpassen
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens instellen.
1
Selecteer de functie die u wilt aanpassen.
Elke keer wanneer u op
SEL
BAS
(bas)
VOL
(volume)
Indicatie Doel: Bereik
BAS Bastonen –06 (min.)
TRE Treble –06 (min.)
NEDERLANDS
FAD* Evenwicht tussen R06
BAL Evenwicht tussen
LOUD De lage en hoge
VOL Het volume 00 (min.)
aanpassen. |
aanpassen. |
voor- en (Allen achterin) achterspeakers | aanpassen. F06
linker- en rechterspeaker aanpassen.
tonen worden versterkt voor een goed gebalanceerd geluid bij weergave met een laag volume.
aanpassen. |
deze toets drukt, wordt de aanpasbare tijd als volgt gewijzigd:
TRE
(treble)
LOUD
(loudness)
+06 (max.)
+06 (max.)
(Allen voorin) L06 (Allen links)
|
R06 (Allen links)
LOUD ON (geactiveerd)
| LOUD OFF
(uitgeschakeld)
50 (max.)
FAD
(faden)
BAL
(balans)
2
Pas het niveau aan.
Het niveau verhogen.
Het niveau verlagen.
Opmerking:
Normaal gesproken werken de toetsen + en – als volumeregelaars. U hoeft dus niet “VOL” (volume) voor het instellen van het volumeniveau te kiezen.
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet
u FAD op “00” zetten.
20
Werken met aangepaste geluidsmodi (SCM)
U kunt voor elke afspeelbron een aangepaste geluidsmodus selecteren en vastleggen. Dit is mogelijk dankzij de voorziening met de naam “Advanced SCM (Sound Control Memory)”.
De geluidsmodi selecteren en opslaan
Als u een geluidsmodus hebt geselecteerd, wordt deze in het geheugen opgeslagen en steeds opnieuw opgeroepen wanneer u dezelfde afspeelbron selecteert. De geluidsmodus wordt dan tevens op de display weergegeven. Voor elk van de volgende geluidsbronnen kan een geluidsmodus worden opgeslagen — FM1, FM2, FM3, AM en CD.
• Als u de geluidsmodus van uw keuze niet voor elke geluidsbron apart wilt instellen, maar wel elke geluidsbron dezelfde geluidsmodus wilt toekennen, verwijzen we u naar de instructies in de paragraaf “Advanced SCM annuleren – SCM LINK” op bladzijde 25.
De geluidsmodus van uw keuze selecteren.
SCM
Bijv: Als u “BEAT” aanpast
Indicatie Voor: Vooraf ingestelde
waarden
BAS TRE LOUD SCM OFF (Vlak geluid) 00 00 ON BEAT Rock- of +02 00 ON
discoritme
SOFT Rustige +01 –03 OFF
achtergrond­muziek
POP Lichte muziek +04 +01 OFF
De geluidsmodi oproepen
Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK ON”, selecteer de afspeelbron.
FM
CD
AM
De geluidsmodus die voor de geselecteerde afspeelbron in het geheugen ligt opgeslagen wordt opgeroepen.
Elke keer wanneer u een andere afspeelbron selecteert, gaat de SCM-indicator op de display knipperen.
NEDERLANDS
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert de geluidsmodus en wel als volgt:
BEAT
• Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK ON” (op bladzijde 25) is geselecteerd, kan de geselecteerde geluidsmodus voor de huidige afspeelbron in het geheugen worden opgeslagen en zal het effect alleen op de huidige afspeelbron van toepassing zijn.
• Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK OFF” is geselecteerd, is de geselecteerde afspeelmodus op elke afspeelbron van toepassing.
SOFT
POPSCM OFF
Opmerkingen:
• U kunt de vooraf ingestelde geluidsweergave wijzigen en in het geheugen opslaan. Meer bijzonderheden over het aanpassen en opslaan van uw eigen geluidsinstellingen treft u aan in de paragraaf “Geluidsweergave aanpassen en opslaan” op bladzijde 22.
• Als u de versterkingsfactor voor de hoge of lage tonen wilt aanpassen of de geluidsterktefunctie tijdelijk wilt uitschakelen, verwijzen we u naar de instructies op bladzijde 20. (De aanpassingen die u hebt aangebracht, worden geannuleerd zodra u een andere geluidsbron selecteert).
21
Geluidsweergave aanpassen en opslaan
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken (BEAT, SOFT, POP) aan uw eigen wensen aan te passen en in het geheugen op te slaan.
• Voor het uitvoeren van de onderstaande stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid, moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
1
Roep de geluidsweergave op die u wilt aanpassen.
• Meer bijzonderheden over bas en treble vindt u op bladzijde 21 “Werken met aangepaste geluidsmodi (SCM)”.
SCM
NEDERLANDS
3
Pas het niveau van de bas of hoge tonen aan of schakel de geluids­sterktefunctie ON/OFF.
• Zie bladzijde 20 voor meer informatie.
4
Herhaal stap 2 en 3 als u nog andere items wilt aanpassen.
5
Druk op SCM en houd deze ingedrukt tot de in stap 1 gekozen geluidsmodus op de display knippert.
22
Bijv: Als u “SOFT” aanpast
2
Selecteer “BAS (bas)”, “TRE (treble)” of “LOUD (loudness)”.
SEL
SCM
De wijziging van de geselecteerde geluidsbesturingsmodus wordt nu in het geheugen opgeslagen.
6
Herhaal deze procedure als u andere geluidsmodi wilt opslaan.
De fabrieksinstellingen herstellen
Herhaal de procedure en ken de fabrieksinstellingen toe. U vind deze in de tabel op bladzijde 21.
SEL
SEL

ANDERE HOOFDFUNCTIES

Klok instellen
Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een 24-uurs of een 12-uurs aanduiding.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 24).
SEL
2
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK H (uur)”
als deze al niet meteen op de display wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
12
¢
4
3
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK M
(minuten)”.
2 Pas de minuten aan.
1
¢
4
2
5
Voltooi de instelling.
De huidige kloktijd opvragen of (de weergavemodus wijzigen)
Druk meerdere malen op DISP (display). Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert het afleesvenster als volgt:
• Tijdens de bediening van de tuner:
Frequentie
Opmerking:
Voor het wijzigen van de vermeldingen tijdens RDS-bediening verwijzen we u naar bladzijde 15.
• Tijdens de bediening van de CD:
Verstreken speelduur
• Met de stroom uit:
De stroom wordt ingeschakeld en de tijd wordt 5 seconden op de klok getoond. De stroom schakelt vervolgens uit.
Klok
Klok
De algemene instellingen wijzigen (PSM)
Het is mogelijk om de instellingen voor de items die op de volgende bladzijde staan vermeld te wijzigen.
Basisprocedure
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 24).
NEDERLANDS
4
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “24H/12H”. 2 Selecteer de vermelding “24H” of “12H”.
21
¢
4
2
Selecteer het item waarvan u de instelling wilt wijzigen. (Zie bladzijde 24).
¢
4
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
23
4
SEL
3
Wijzig het PSM-item dat u hebt geselecteerd.
Herhaal stap 2 en 3 als u de andere PSM-items wilt aanpassen.
5
Voltooi de instelling.
Modus met voorkeursinstellingen (PSM)-onderdelen
1
SEL
Houd.
CLOCK H Instellen van het uur CLOCK M Instellen van de minute SCM LINK
NEDERLANDS
24H/12H 24/12-uur aanduiding
AUTO ADJ Automatische instellen van
DISPMODE Displayfunctie
AF-REG Alternatieve frequentie/
PTY STBY PTY-standby
TA VOL Volume voor
P-SEARCH Programme zoeken LEVEL Niveaudisplay
TEL
• Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
24
2
¢
4
Kies...
Koppeling met het
geheugen voor geluidsmodi
voor de klok
de klok
Regionale ontvangst
verkeersinformatie
Audiodemping voor
cellulaire telefoonsystemen
3
Stel in...
+
VerderTerug
Terug Verder
LINK OFF
12H
OFF 15ONON
CLOCK
AF
29 programmatypen
OFF
VOL 00 – VOL 50 15VOL 20
OFF
Voor de KD-S871R:
AUDIO 1
Voor de KD-S723R en KD-S721R:
VOL1
MUTING 1
LINK ON
24H
PS NAME
FREQ
AF REG
OFF
(zie bladzijde16)
ON
AUDIO 2
OFF
VOL 2
OFF
MUTING 2
OFF
Fabrieksin-
stellingen
0:00 23
LINK ON
24H 23
AUDIO 2
Zie
blz.
21, 25
15PS NAME
10AF
12OFF
14OFF
25
25VOL2
25OFF
Advanced SCM annuleren – SCM LINK
DISP
DISP
Het is mogelijk om de voorziening Advanced SCM (Sound Control Memory) te annuleren en de aangebrachte koppeling tussen de geluidsmodi en afspeelbronnen weer op te heffen. Standaard kan voor elke afspeelbron een eigen, aangepaste geluidsmodus in het geheugen worden opgeslagen. In de praktijk kunt u dus een andere geluidsmodus te horen krijgen als u een andere afspeelbron selecteert.
• LINK ON: De voorziening Advanced SCM is
• LINK OFF: De voorziening Advanced SCM is
ingeschakeld (voor elke afspeelbron een andere geluidsmodus).
uitgeschakeld (voor elke afspeelbron geldt een en dezelfde geluidsbron).
De niveau-indicator selecteren – LEVEL
U kunt zelf opgeven welk niveau op de display moet worden weergegeven.
Voor de KD-S871R
Bij het verlaten van de fabriek is “AUDIO 2” gekozen.
• AUDIO 1: Niveaumeter wordt verlicht.
• AUDIO 2: Beurtelings niveaumeter en het
• OFF: Wist de geluidsniveau-indicator.
Voor de KD-S723R en KD-S721R
Bij het verlaten van de fabriek is “VOL2” gekozen.
• VOL1: Toont de volumeniveau-indicator.
• VOL2: Geeft de instelling van “VOL1” en
• OFF: Wist de volumeniveau-indicator.
verlichte display weer.
het verlichte display weer.
Audiodemping voor mobiele telefoongesprekken selecteren – TEL
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een cellulair telefoonsysteem is aangesloten. Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem dat u gebruikt “MUTING 1” of “MUTING 2”. Welke dempingsmogelijkheid u kiest, hangt af van de vraag welke instelling het geluid het beste dempt. Bij het verlaten van de fabriek is deze modus standaard uitgeschakeld.
• MUTING 1: Selecteer deze modus als u
• MUTING 2: Selecteer deze modus als u
• OFF: Hiermee wordt de audiodemping
hiermee het geluid kunt dempen. hiermee het geluid kunt dempen. voor telefoongesprekken
uitgeschakeld.
De kleur voor het displayvenster selecteren
De volgende beschrijvingen zijn uitsluitend voor de KD-S871R.
U kunt de gewenste kleur voor het displayvenster kiezen. Bij het verlaten van de fabriek is “ALL DEMO” gekozen.
• ALL DEMO: De kleur verandert iedere 30
• SOURCE: De kleur verandert afhankelijk
• BLUE 1: Blauw gekleurd 1.
• BLUE 2: Blauw gekleurd 2.
• PURPLE 1: Paars gekleurd 1.
• PURPLE 2: Paars gekleurd 2.
• RED 1: Rood gekleurd 1.
• RED 2: Rood gekleurd 2.
1
Druk op DISP (display) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat de hierboven aangegeven kleuren op het display worden getoond.
2
Selecteer de kleur die u voor het display wilt gebruiken.
3
Voltooi de instelling.
seconden.
van de gekozen bron (FM, CD of AM).
¢
4
NEDERLANDS
25
Bedieningspaneel verwijderen
U kunt het bedieningspaneel verwijderen, wanneer u uit de auto stapt. U moet het bedieningspaneel voorzichtig verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen, zodat de connectors op de achterkant van het bedieningspaneel en de houder van het bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Hoe moet u het bedieningspaneel verwijderen?
Voordat u het bedieningspaneel verwijdert, moet u er zeker van zijn dat de spanning is uitgeschakeld.
1
Ontgrendel het bedieningspaneel.
NEDERLANDS
2
Druk het bedieningspaneel miets omhoog en trek tegelijkertijd naar u toe van het apparaat.
Hoe moet u het bedieningspaneel weer op zijn plaats bevestigen?
1
Stop de linkerkant van het bedieningspaneel in de uitsparing op de houder.
2
Druk op de rechterkant van het bedieningspaneel totdat dit in de houder vastzit.
Opmerking over het reinigen van de connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen de connectors op een gegeven moment minder goed gaan functioneren. Om deze mogelijkheid tot het minimum te beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd met een met alcohol bevochtigde katoenen doek schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors daarbij niet beschadigt.
26
3
Stop het losgemaakte bedieningspaneel in het daarvoor bestemde doosje.
Connectors

GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING

De volgende beschrijvingen zijn uitsluitend voor de KD-S871R.
Deze apparaat kan ook op afstand worden bediend als u onderstaande instructies opvolgt
(met een apart aangeschafte afstandsbediening). We raden u aan om de
afstandsbediening RM-RK31 of RM-RK50 in combinatie met de eenheid te gebruiken.
(Bijv: Bij gebruik van de RM-RK31)
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer dat er geen obstakels in het pad liggen.
TP/PTY
SEL
DISP
Afstandssensor
MO
87 9
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt, moet u de batterij vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder.
1) Druk de batterijhouder met behulp van een balpen of een soortgelijk voorwerp in de richting van de pijl die in de afbeelding staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(Achterkant)
1)
2)
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar boven in de houder zakken zodat deze vast komt te liggen.
Lithium knoopcelbatterij (Productnummer: CR2025)
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’ hoort.
(Achterkant)
Gebruikke batterijen:
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen toegang toe hebben. Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken, waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet en gooi geen batterij in het vuur. Elk van deze handelingen kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt met andere metalen. Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterij door deze met plakband af te plakken. Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
• Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een naald of mes open te maken. Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
LET OP!
Laat de afstandsbediening NIET achter op plaatsen die langdurig aan het directe zonlicht blootgesteld worden en dus zeer warm kunnen worden (zoals bijvoorbeeld op het dashboard).
NEDERLANDS
27
Plaatsing van de toetsen
RM-RK31
5
1
2
3
4
NEDERLANDS
1 • Hiermee wordt de eenheid ingeschakeld als
deze is uitgeschakeld.
• Schakelt het toestel uit wanneer u langer dan 1 seconde ingedrukt houdt.
• Hiermee wordt het volume in korte tijd verminderd als u de toets heel even indrukt. Als u nogmaals op de toets drukt, keert het oude volumeniveau weer terug.
2 • Functioneert als de BAND toets tijdens het
luisteren naar de radio. De golfband verandert door iedere druk op deze toets.
• Functioneert niet als PROG/DISC + toets.
6
7
3 • Functioneert als de PRESET toets tijdens
het luisteren naar de radio. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een voorkeurzender met een hoger nummer geselecteerd en wordt op het geselecteerde station afgestemd.
• Functioneert niet als DISC – toets.
4 Deze toets heeft dezelfde functie als de + en –
op de hoofdeenheid.
OPMERKING:
5 Voor het selecteren van de geluidsmodus.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere geluidsmodus geselecteerd.
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de toets.
7 • Voor het opzoeken van een zender tijdens
het luisteren naar de radio.
• Voor versnelde weergave van een fragment in voor- en achterwaartse richting wanneer u tijdens weergave van een CD de toets ingedrukt houdt.
• Voor het verspringen naar het begin van het volgende fragment of het spelende (of voorgaande) fragment wanneer u tijdens weergave van een CD kort op de toets drukt.
Deze toets werkt niet voor het aanpassen van algemene instellingen wijzigen.
28

ONDERHOUD

Omgaan met CD’s
Deze eenheid is gemaakt om CD’s en CD-R’s met de onderstaande.
• Andere CD’s kunnen niet worden afgespeeld.
De manier waarop u met CD’s moet omgaan
Wanneer u een CD uit het opbergdoosje haalt, moet u het rondje in het midden van de doos naar beneden duwen en de CD uit het doosje halen terwijl u hem aan de rand vasthoudt.
• Houd de CD altijd aan de randen vast. Kom niet aan vlak met de opnames.
Wanneer u de CD wilt opbergen, leg deze dan zachtjes om het rondje in het midden (bedrukte vlak naar boven).
• Berg de CD’s na gebruik altijd op in het doosje.
CD’s schoonhouden
Het geluid kan verkeerd worden weergegeven als de CD vuil is. Als een CD vuil wordt, moet u hem afvegen met een zachte doek door de doek in een rechte lijn van het midden naar de rand te bewegen.
Rondje in het midden
Condensvorming
In onderstaande gevallen kan zich condens vormen op de lens in de CD-speler:
• Nadat de verwarming in de auto is aangezet.
• Wanneer het erg vochtig wordt in de auto. Soms zal de CD-speler hierdoor niet meer goed werken. In dat geval moet u de CD uit de CD­lade halen en moet u het apparaat een paar uur aan laten staan totdat het vocht is verdampt.
Wanneer u een CD-R (Recordable) afspeelt
Op deze ontvanger kunt u uw originele CD-R’s afspelen.
• Lees alvorens een CD-R af te spelen eerst de instructies en waarschuwingen aandachtig door.
• Sommige CD-R’s die op CD-recorders zijn opgenomen kunnen niet op deze ontvanger worden afgespeeld vanwege bepaalde kenmerken die deze CD-R’s hebben. Andere oorzaken van afspeelproblemen zijn: – Beschadigingen of vuil op de CD. – Vocht of condensatie op de lens van de
CD-speler.
– Vuil op de lens van de laser in de speler.
• Speel alleen CD-R’s af die volledig zijn afgewerkt (finilized).
• CD-RW’s (Rewritables of herschrijfbare CD’s) kunnen niet op deze ontvanger worden afgespeeld.
• Gebruik geen CD-R’s waarop stickers of labels zijn geplakt. Deze schijven kunnen tot storingen leiden.
NEDERLANDS
Nieuwe CD’s afspelen
Sommige nieuwe CD’s hebben oneffenheden langs de binnen- of buitenrand. Soms worden dergelijke CD’s door het apparaat geweigerd. U kunt deze oneffenheden verwijderen door de randen glad te wrijven met een potlood, ballpoint enz.
Haperingen:
De CD kan haperen wanneer u op hobbelige wegen rijdt. Het apparaat en de CD worden hierdoor niet beschadigd, maar het is wel storend. Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen wanneer u op dergelijke wegen rijdt.
LET OP!
• Plaats geen 8-cm CD’s (CD-singles) in de CD-lade. (Deze CD’s kunnen niet terugspringen).
• Plaats geen CD’s met een ongewone vorm (bijvoorbeeld hartvormig) in de CD-lade; dit zal problemen veroorzaken.
• Stel CD’s niet bloot aan direct zonlicht of een andere warmtebron en leg ze niet neer op plaatsen waar het zeer warm of vochtig is.
• Gebruik geen oplosmiddelen (zoals reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray, verdunningsmiddelen, wasbenzine, enz.) om CD’s te reinigen.
29

PROBLEMEN OPLOSSEN

Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
Symptomen
• CD kan niet worden afgespeeld.
• Geluid van de CD wordt soms onderbroken.
• Geluid wordt soms onderbroken.
• Er komt geen geluid uit de speakers.
• Automatisch instellen van zenders – SSM (Strong­station Sequential Memory) – functioneert niet.
NEDERLANDS
• U hoort ruis terwijl u naar de radio luistert.
• Op het afleesvenster verschijnt de tekst “NO DISC”.
• De CD laat zich niet uitwerpen.
• CD kan niet worden afgespeeld en springt niet terug.
• Het apparaat werkt helemaal niet.
Oorzaken
CD zit ondersteboven in het apparaat.
U rijdt op een hobbelige weg.
Er zitten krassen op de CD. Verkeerde verbindingen.
Verkeerde verbindingen.
Het volume is ingesteld op het minimale niveau.
Verkeerde verbindingen.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
Er is geen CD geplaatst.
De CD-lade is vergrendeld.
Misschien werkt de CD-speler niet goed meer.
Soms functioneert de ingebouwde microcomputer niet goed ten gevolge van lawaai, enzovoorts.
Oplossingen
Plaats de CD op de juiste manier in CD-lade.
Stop met afspelen op hobbelige wegen.
Gebruik een andere CD. Controleer kabels en
aansluitingen. Controleer kabels en
aansluitingen. Pas het geluid aan totdat het
optimale niveau is bereikt. Controleer kabels en
aansluitingen. Leg de zenders handmatig
vast.
Zorg dat de antenne stevig vast zit.
Plaats de CD op de gebruikelijke manier.
Hef de vergrendeling van de CD-lade op (zie bladzijde 19).
Houd enkele seconden lang de toetsen en 0 tegelijkertijd ingedrukt. En let op dat de CD niet op de grond valt na het uitwerpen.
Houd SEL en beide gelijktijdig een paar seconden ingedrukt om de eenheid opnieuw in te stellen (de instelling voor de klok en de voorkeurzenders worden uit het geheugen gewist). (Zie bladzijde 2).
30

SPECIFICATIES

GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 45 W per kanaal Achterin: 45 W per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin: 17 W per kanaal in 4 , 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische vervorming van het geluid.
Achterin: 17 W per kanaal in 4 , 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid. Belastingsimpedantie: 4 (speling 4 tot 8 Ω) Regelbereik tonen:
Bas: ±10 dB bij 100 Hz
Treble: ±10 dB bij 10 kHz Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz Signaal/ruisverhouding: 70 dB Uitgangsvermogen/Impedantie:
2,0 V/20 k belasting (maximaal vermogen) Uitgangsimpedantie: 1 k
RADIO
Frequentiebereik:
FM: 87,5 MHz tot 108,0 MHz
AM: (MG) 522 kHz tot 1 620 kHz
(LG) 144 kHz tot 279 kHz
CD-SPELER
Type: CD-speler Signaaldetectiesysteem: Pickup-lens
(halfgeleider-laser) Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo) Weergavekarakteristiek: 5 Hz tot 20 000 Hz Dynamisch vermogen: 96 dB Signaal/ruisverhouding: 98 dB Zweving: Minder dan de meetbare limiet
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 V
(speling 11 V tot 16 V) Aardingssysteem: Negatieve aarding Bedrijfstemperatuur: 0°C tot + 40°C Afmetingen (breedte × hoogte × diepte):
Afmetingen apparaat (ten behoeve van installatie):
182 mm × 52 mm × 150 mm
Afmetingen paneel:
188 mm × 58 mm × 14 mm
Gewicht: 1,3 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
NEDERLANDS
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 Ω)
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 Ω)
Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):
65 dB Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 15 000 Hz Stereo-scheiding: 30 dB Vangbereik: 1,5 dB
[MG-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV Selectiviteit: 35 dB
[LG-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
31
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
EN, GE, FR, NL
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
1201KKSMDTJEIN
JVC
184 mm
53 mm
KD-S871R/KD-S723R/KD-S721R
Installation/Connection Manual Einbau/Anschlußanleitung Manuel d’installation/raccordement Handleiding voor installatie/aansluiting
GET0065-003A
[E/EX]
1201KKSMDTJEIN
JVC
EN, GE, FR, NL
ENGLISH
This unit is designed to operate on 12 V DC,
NEGATIVE ground electrical systems.
INSTALLATION (IN-DASH MOUNTING)
The following illustration shows a typical installation. However, you should make adjustments corresponding to your specific car. If you have any questions or require inf ormation regarding installation kits, consult your JVC IN­CAR ENTERTAINMENT dealer or a company supplying kits.
1
Before mounting: Press (Control Panel Release b utton) to detach the control panel if already attached.
* When shipped from the factory, the control
panel is packed in the hard case.
2
Remove the trim plate.
3
Remove the sleeve after disengaging the sleeve locks.
1 Stand the unit.
Note: When you stand the unit, be careful not to damage the fuse on the rear.
2 Insert the 2 handles between the unit and
the sleeve, as illustr ated, to disengage the sleeve locks.
3 Remove the sleeve.
Note: Be sure to keep the handles for future use after installing the unit.
4
Install the sleeve into the dashboard. * After the sleeve is correctly installed into
the dashboard, bend the appropriate tabs to hold the sleeve firmly in place, as illustrated.
5
Fix the mounting bolt to the rear of the unit’s body and place the rubber cushion over the end of the bolt.
6
Do the required electrical connections.
7
Slide the unit into the sleeve until it is loc ked.
8
Attach the trim plate so that the projection on the trim plate is fixed to the left side of the unit.
9
Attach the control panel.
DEUTSCH
Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen
Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung ausgelegt.
EINBAU (IM ARMATURENBRETT)
Die folgende Abbildung zeigt einen typischen
Einbau. Dennoch müssen Sie entsprechend Ihrem jeweiligen Auto Anpassungen vornehmen. Bei irgendwelchen Fragen oder wenn Sie Informationen hinsichtlich des Einbausatzes brauchen, wenden Sie sich an ihren JVC Autoradiohändler oder ein Unternehmen das diese Einbausätze vertreibt.
1
Vor dem Einbau: Drücken Sie (Freigabe der Schalttafel), um die Arretierung der Schalttafel zu lösen, sofern diese bereits angebracht ist.
* Bei der Auslieferung ab Werk ist die
Schalttafel im Etui verpackt.
2
Den Frontrahmen herausnehmen.
3
Die Halterung nach dem Entriegeln der Halterungensperren abnehmen.
1 Das Gerät aufstellen.
Hinweis: Beim Aufstellen des Geräts darauf achten, daß die Sicherung auf der Rückseite nicht beschädigt wird.
2 Die 2 Griffe zwischen dem Gerät und der
Halterung wie abgebildet einstecken und die Halterungensperren entriegeln.
3 Die Halterung entfernen.
Hinweis: Sicherstellen, daß die Griffe für künftigen Gebrauch nach dem Einbau des Geräts aufbewahrt werden.
4
Die Halterung im Armaturenbrett einbauen. * Nach dem korrekten Einbau der Halterung
im Armaturenbrett, die entsprechenden Riegel umknicken, um die Halterung an ihrem Platz zu sichern, siehe Abbildung.
5
Die Befestigungsschraube an der Rückseite des Gerätekörpers befestigen und das Ende der Schraube mit einem Gummipuffer abdecken.
6
Nehmen Sie die erforderlichen elektrischen Anschlüsse vor.
7
Das Gerät in die Halterung schieben, bis es einrastet.
8
Befestigen Sie die Frontrahmen in der Form, daß der Fortsatz der Frontrahmen auf der linken Seite des Geräts befestigt wird.
9
Die Schalttafel anbringen.
FRANÇAIS
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des sources de courant continu de 12 V à masse NEGATIVE.
INSTALLATION (MONTAGE DANS LE TABLEAU DE BORD)
L’illustration suivante est un exemple d’installation typique. Cependant, vous devez faire les ajustements correspondant à votre voiture particulière. Si vous a vez des questions ou avez besoin d’information sur des kits d’installation, consulter votre revendeur d’autoradios JVC ou une compagnie d’approvisionnement.
1
Avant le montage:
(déblocage du panneau de commande) pour éventeullement détacher le panneau de commande.
* Lorsque ce panneau de commande sort
d’usine, il est rangé dans un étui de tr ansport.
2
Retirer la plaque d’assemblage.
3
Libérer les verrous du manchon et retirer le manchon.
1
Poser l’appareil à la verticale.
Remarque:
à la verticale, faire attention de ne pas endommager le fusible situé sur l’arrière.
2
Insérer les 2 poignées entre l’appareil et le manchon comme indiqué pour désengagé les verrous de manchon.
3
Retirer le manchon.
Remarque:
poignées pour une utilisation ultérieur, après l’installation de l’appareil.
4
Installer le manchon dans le tableau de bord. * Après installation correcte du manchon dans
le tableau de bord, plier les bonnes pattes pour maintenir fermement le manchon en place, comme montré.
5
Monter le boulon de montage sur l’arrière du corps de l’appareil puis passer l’amortisseur en caoutchouc sur l’extrémité du boulon.
6
Réalisez les connexions électriques.
7
Faire glisser l’appareil dans le manchon jusqu’à ce qu’il soit verrouillé.
8
Attachez la plaque d’assemblage de façon que la projection de la plaque d’assemblage soit fixée sur le côté gauche de l’appareil.
9
Remonter le panneau de commande.
Lorsque vous mettez l’appareil
S’assurer de garder les
Appuyer sur
NEDERLANDS
• Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische systemen die werken op 12 V gelijkstroom met negatieve aarding.
INSTALLATIE (INBOUW IN HET DASHBOARD)
• Op de volgende afbeelding kunt u zien hoe de installatie, normaal gesproken, in zijn werk gaat. U moet echter bij de installatie rekening houden met de bijzonderheden van uw eigen auto. Neem bij vragen of voor meer bijzonderheden over inbouwpakketten contact op met uw JVC car audio dealer of een dealer of een bedrijf dat inbouwpakketten levert.
1
V oordat u aan de montage van het apparaat begint: Druk op
vrijgeven) als u het bedieningspaneel wilt loskoppelen indien dit aan de eenheid is vastgekoppeld.
* Standaard wordt het bedieningspaneel bij het
verlaten van de fabriek los verpakt meegeleverd.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Verwijder het huis nadat u de klemmen hebt losgemaakt.
1 Zet het apparaat rechtop.
Opmerking: Wanneer u het a pparaat rechtop zet, moet u erop letten dat u de zekering aan de achterkant niet beschadigt.
2 Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, tussen het
apparaat en het huis, om de klemmen los te maken.
3 Verwijder het huis.
Opmerking: Bewaar de hendels nadat u het apparaat hebt geïnstalleerd, zodat u ze ook in de toekomst kunt gebruiken.
4
Installeer het huis in het dashboard. * Nadat het huis op de juiste wijze in het dashboard
is geplaatst, moet u de palletjes, zoals afgebeeld, stevig op hun plaats duwen.
5
Maak de bevestigingsbout aan de achterkant van het apparaat vast en plaats de rubberdop over het uiteinde van de bout.
6
Breng de vereiste elektrische verbindingen tot stand.
7
Schuif het apparaat in het huis totdat het vergrendeld is.
8
Bevestig de sierplaat zodanig dat het uitstekende deel van de plaat aan de linkerkant van de eenheid vast komt te zitten.
9
Bevestig het bedieningspaneel.
(het bedieningspaneel
1
3
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Slot
Schlitz
Fente
Sleuf
Fuse
Sicherung
Fusible
Zekering
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
Lock Plate
Arretierplättchen
Plaque de verrouillage
V ergrendelingsplaat
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
9
2
8
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
4
7
4
Dashboard
Armaturenbrett
Tab leau de bord
Dashboard
5
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
*
6
See “ELECTRICAL CONNECTIONS.”
Siehe „ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE“.
Référez-vous “RACCORDEMENTS ELECTRIQUES” .
Zie “ELEKTRISCHE VERBINDINGEN”.
1
• When using the optional stay
• Beim Verwenden der Anker-Option
• Lors de l’utilisation du hauban en option
• Wanneer u de steun gebruikt (facultatief)
Washer
Unterlegscheibe
Rondelle
Sluitring
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
Fire wall
Feuerwand
Cloison
Brandscherm
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
Stay (option)
Anker (Option)
Hauban (en option)
Steun (facultatief)
Lock nut
Sicherungsmutter
Ecrou d’arrêt
Contra-moer
Screw (option)
Schraube (Option)
Vis (en option)
Schroef (facultatief)
• When installing the unit without using the sleeve
• Beim Einbau des Geräts ohne Halterung
• Lors de l’installation de l’appareil scans utiliser de manchon
• Wanneer u het apparaat zonder huis installeert
In a Toyota for example, first remove the car radio and install the unit in its place.
Zum Beispiel in einem Toyota zuerst das Autoradio ausbauen und dann das Gerät an seinem Platz einbauen.
Par exemple dans une Toyota, retirer d’abord l’autoradio et installer l’appareil à la place.
Voorbeeld: Bij een Toyota moet u eerst de autoradio verwijderen en daarna het apparaat installeren.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Pock et
Taschen
Poche
Zak
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
Note: When installing the unit on the mounting bracket, make sure to use the 6 mm-long screws. If longer screws are used, they could damage the unit.
Hinweis: Beim Anbringen des Gerät an der Konsole sicherstellen, daß 6 mm lange Schrauben verwendet werden. Werden längere Schrauben verwendet, können sie das Gerät beschädigen.
Remarque:
Lors de l’installation de l’appareil sur le support de montage, s’assurer d’utiliser des vis d’une longueur de
6 mm. Si des vis plus longues sont utilisées, elles peuvent endommager l’appareil.
Opmerking: Wanneer u het apparaat aan de bevestigingsklem vastmaakt, moet u de 6 mm lange schroeven gebruiken. Als u lang ere schroeven gebruikt, kan het apparaat worden beschadigd.
* Not included with this unit.
* Nicht Teil dieses Geräts.
*
Non fourni avec cet appareil.
* Niet meegeleverd.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Removing the unit
• Before removing the unit, release the rear section.
1
Remove the control panel.
2
Remove the trim plate.
3
Insert the 2 handles into the slots, as shown. Then, while gently pulling the handles away from each other, slide out the unit. (Be sure
to keep the handles after installing it.)
1
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
Parts list for installation and connection
The following parts are provided with this unit. After checking them, please set them correctly.
Hard case/Control panel
Etui/Schalttafel
Etui de transport/Panneau de commande
Behuizing/Bedieningspaneel
Ausbau des Geräts
• Vor dem Ausbau des Geräts den hinteren Teil freigeben.
1
Die Schalttafel abnehmen.
2
Den Frontrahmen herausnehmen.
3
Die 2 Griffe in die Schlitze wie gezeigt stecken. Dann die Griffe behutsam auseinander ziehen und das Gerät herausziehen. (Die Griffe nach
dem Einbau auf jeden Fall aufbewahren.)
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Teileliste für den Einbau und Anschluß
Die folgenden Teile werden zusammen mit diesem Gerät geliefert. Nach ihrer Überprüfung, die Teile richtig einsetzen.
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Retrait de l’appareil
Avant de retirer l’appareil, libérer la section arrière.
1
Retirer le panneau de commande.
2
Retirer la plaque d’assemblage.
3
Introduire les deux poignées dans les fentes, comme montré. Puis , tout en tirant doucement les poignées écartées, faire glisser l’appareil pour le sortir.
(S’assurer de conserver les
poignées après l’installation de l’appareil.)
32
Liste des pièces pour l’installation et raccordement
Les pièces suiv antes sont fournies avec cet appareil. Après vérification, veuillez les placer correctement.
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Verwijderen van het apparaat
Voordat u het apparaat verwijdert, moet u het
achtergedeelte losmaken.
1
Verwijder het bedieningspaneel.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, in de sleuven. Daarna duwt u de hendels zachtjes uit elkaar en kunt u het apparaat naar buiten schuiven. (Bewaar de hendels nadat u
het apparaat hebt geïnstalleerd!)
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Lijst van onderdelen die u bij installatie en aansluiting nodig hebt
De volgende onderdelen worden bij het apparaat geleverd . Installeer ze op de juiste wijze, nadat u ze hebt gecontroleerd.
Power cord
Stromkable
Cordon d’alimentation
Stroomkabel
Handles
Griffe
Poignées
Hendels
Mounting bolt (M5 x 20 mm)
Befestigungsschraube (M5 x 20 mm)
Boulon de montage (M5 x 20 mm)
Bevestigingsbout (M5 x 20 mm)
ELECTRICAL CONNECTIONS
To prevent short circuits, we recommend that you disconnect the battery’s negative terminal and make all electrical connections before installing the unit. If you are not sure ho w to install this unit correctly , ha ve it installed by a qualified technician.
Note: This unit is designed to operate on 12 V DC, NEGATIVE ground electrical systems. If your
vehicle does not have this system, a voltage inverter is required, which can be purchased at JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealers.
• Replace the fuse with one of the specified rating. If the fuse blows frequently, consult your JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealer.
• If noise is a problem... This unit incorporates a noise filter in the power circuit. However , with some vehicles , clicking or other unwanted noise may occur . If this happens, connect the unit’s rear ground terminal (see connection diagram) to the car’s chassis using shorter and thicker cords , such as copper braiding or gauge wire. If noise still persists, consult your JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealer.
• Maximum input of the speakers should be no more than 45 W at the rear and 45 W at the front, with an impedance of 4 to 8 Ω.
Be sure to ground this unit to the car’s chassis.
• The heat sink becomes very hot after use. Be careful not to touch it when removing this unit.
Heat sink
Abstrahlblech
Dissipateur de chaleur
Warmte-opnemer
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE
Zur Vermeidung von Kurzschlüssen empfehlen wir, daß Sie den negativen Batterieanschluß abtrennen und alle elektrischen Anschlüsse herstellen, bevor das Gerät eingebaut wird. Sind Sie sich über den richtigen Einbau des Geräts nicht sicher, lassen Sie es von einem qualifizierten Techniker einbauen.
Hinweis: Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung
ausgelegt. Verfügt Ihr Fahrzeug nicht über diese Anlage, ist ein Spannungsinverter erforderlich, der bei JVC Autoradiohändler erworben werden kann.
• Die Sicherung mit einer der entsprechenden Nennleistung ersetzen. Brennt die Sicherung häufig durch, wenden Sie sich an ihren JVC Autoradiohändler.
• Sind Störgeräusche ein Problem... Dieses Gerät enthält ein Störfilter im Stromkreis. Bei manchen Fahrzeugen kann jedoch ein Klicken oder andere unerwünschte Störgeräusche auftreten. Sollte das der Fall sein, die hintere Erdungscanschlußklemme (siehe Schaltplan) des Geräts am Fahrwerk des Fahrzeugs anschließen, dabei kürzere und dickere Kabel wie beispielsweise Kupfergeflechtdraht oder Stahldraht verwenden. Bleibt Störgeräusch bestehen, wenden Sie sich an Ihren JVC Autoradiohändler.
• Maximale Eingangsleistung der Lautsprecher nicht sein sollte mehr als 45 W hinten und 45 W vorne sein, mit einer Impedanz von 4 bis 8 Ω.
Sicherstellen, daß das Gerät am Fahrwerk
geerdet wird.
• Das Abstrahlblech wird nach dem Gebrauch sehr heiß. Beim Ausbau des Geräts darauf achten, das Abstrahlblech nicht zu berühren.
Washer (ø5)
Unterlegscheibe(ø5)
Rondelle (ø5)
Sluitring (ø5)
RACCORDEMENTS ELECTRIQUES
Pour éviter tout court-circuit, nous vous recommandons de débrancher la borne négative de la batterie et d’effectuer tous les raccordements électriques avant d’installer l’appareil. Si l’on n’est pas sûr de pouvoir installer correctement cet appareil, le faire installer par un technicien qualifié.
Remarque:
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des sources de courant continu de
NEGATIVE
d’alimentation, il vous faut un convertisseur de tension, que vous pouvez acheter chez un re vendeur d’autoradios JVC.
Remplacer le fusible par un de la v aleur précisée. Si le fusible saute souvent, consulter votre revendeur d’autoradios JVC.
Si le bruit est un problème... Cet appareil incorpore un filtre de bruit dans le circuit d’alimentation. Cependant, avec cer tains véhicules, quelques claquements ou autres bruits non désirés risquent de se produire. Si cela arrive, raccorder la au châssis de la voiture (voir le diagramme de raccordement) en utiliscant des cordons les plus gros et les plus courts possibles telle qu’une barre de cuivre ou une tresse. Si le bruit persiste, consulter votre re vendeur d’autoradios JVC.
La puisscance admissible des enceites devrait n’être pas plus qu’ c 45 W à l’arrière et à 45 W l’avant, avec une impédance de
• S’assurer de raccorder la mise à la masse de cet appareil au châssis de la voiture.
Le dissipateur de chaleur devient très chaud après usage. Faire attention de ne pas le toucher en retirant cet appareil.
. Si votre véhicule n’offre pas ce type
borne arrière de masse
12 V à masse
de l’appareil
4 à 8
.
Lock nut (M5)
Sicherungsmutter (M5)
Ecrou d’arrêt (M5)
Contra-moer (M5)
ELEKTRISCHE VERBINDINGEN
Om kortsluiting te voorkomen adviseren wij u om de minpool van de accu los te maken en alle elektrische verbindingen tot stand te brengen voordat u het apparaat in de auto installeert. Als u niet zeker w eet hoe u dit apparaat moet installeren, kunt u dit beter door een daartoe gekwalificeerde technicus laten doen.
Opmerking:
Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische systemen die werken op 12 V gelijkstroom met negatieve aarding. Als uw auto niet is uitgerust met een dergelijk systeem, is een spanningsomzetter vereist. Dit instrument kan worden aangeschaft bij JVC car audio dealers.
• Vervang de zekering door een exemplaar met het aangegeven vermogen. Als de zeker ing vaak doorslaat, moet u uw JVC car audio dealer raadplegen.
• Als u geluidsproblemen hebt… De krachtschakeling van dit apparaat heeft een ingebouwd geluidsfilter. In sommige voertuigen zijn tikgeluiden of andere ongewenste geluiden te horen. Als dit gebeurt, moet u de massaklem aan de achterkant (zie aansluitingsschema) aan het chassis van de auto vastmaken met behulp van een kortere en dikkere kabel, zoals kopermanteldraad of tellerkabel. Als het geluid niet verdwijnt, moet u contact opnemen met uw JVC car audio dealer.
• Het maximum ingangsvermogen van de speakers moet achterin niet meer dan 45 W zijn en voorin 45 W, met een impedantie van 4 tot 8 Ω.
Zorg ervoor dat dit apparaat door middel van
een aardkabel is verbonden met het chassis van de auto.
• De warmte-opnemer kan na gebruik erg heet worden. Raak de warmte-opnemer niet aan wanneer u dit apparaat van zijn plaats haalt.
2
ENGLISH
DEUTSCH
FRANÇAIS
A Typical Connections / Typische Anschlüsse / Raccordements typiques / Normale verbindingen
Before connecting: Check the wiring in the vehicle carefully. Incorrect connection may cause serious damage to this unit.
1
Connect the colored leads of the power cord to the car battery , speakers and pow er aerial (if any) in the follo wing sequence.
1 Black: ground 2 Yellow: to car battery (constant 12 V) 3 Red: to an accessory terminal 4 Blue with white stripe: to power aerial
(200 mA max.)
5 Brown: to cellular phone system (For details,
refer to the instructions of the cellular phone.)
6 Others: to speakers
2
Connect the aerial cord.
3
Finally connect the wiring harness to the unit.
Note: If your vehicle does not have any accessor y terminal, move the fuse from the fuse position 1 (initial position) to fuse position 2, and connect the red lead (A7) to the positive (+) battery terminal.
• The yellow lead (A4) is not used in this case.
Vor dem Anschließen: Die Verdrahtung im Fahrzeug sorgfältig überprüfen. Falsche Anschlüsse können ernsthafte Schäden am Gerät hervorrufen.
1
Die farbigen Leitungen des Spannunsgversorgungskabels an der Autobatterie, den Lautsprechern und dem Motorantenne (sofern vorhanden) in folgender Reihenfolge anschließen.
1 Schwarz: Erdung 2 Gelb: an Autobatterie (konstant 12 V) 3 Rot: an Zubehöranschlußklemme 4 Blau mit weißem Streifen: an Motorantenne
(max. 200 mA)
5 Braun: an Mobiltelefon (Weitere informationen
entnehmen Sie bitte der Bedienungscanleitung des Mobiltelefons.)
6 Andere: an Lautsprecher
2
Das Antennenkabel anschließen.
3
Die Kabelbäume am Gerät anschließen.
Hinweis: Verfügt Ihr Fahrzeug nicht über eine Zubehöranschlußklemme, die Sicherung von der 1. Sicherungsposition (Erstposition) in die 2. Sicherungsposition versetzen, die rote Leitung (A7) an der (+) Batterieanschlußklemme anschließen.
• Die gelbe Leitung (A4) wird in diesem Fall nicht verwendet.
Avant de commencer la connexion:
attentivement le câblage du véhicule. Une connexion incorrecte peut endommager sérieusement l’appareil.
1
Connectez les fils de couleur du cordon d’alimentation à la batterie de la voiture, aux enceintes et à l’antenne automatique (s’il y en a une) dans l’ordre suivant.
1
Noir: a la masse
2
Jaune: a la batterie de la voiture (12 V constant)
3
Rouge: à la prise accessoire
4
Bleu avec bande blanche: à l’antenne automatique (200 mA max.)
5
Marron: à un système de téléphone cellulaire (Pour les détails, se référer aux instructions du téléphone cellulaire.)
6
Autres: aux enceintes
2
Connectez le cordon d’antenne.
3
Finalement, connectez le faisceau de fils à l’appareil.
Remarque:
accessoire, déplacez le fusible de la position de fusible 1 (position originale) à la position de fusible 2 et connectez le fil rouge (A7) à la borne positive (+) de la batterie.
• Le fil jaune (A4) n’est pas utilisé dans ce cas.
Si votre véhicule ne possède pas de borne
vérifiez
NEDERLANDS
Alvorens de verbindingen tot stand te brengen:
moet u de bedrading in de auto zorgvuldig. Het apparaat kan door verkeerde verbindingen ernstige schade oplopen.
1
Sluit de gekleurde snoerdraden van de stroomkable in de hierna genoemde volgorde aan op de accu van de auto, de luidsprekers en de antenne (indien aanwezig).
1 Zwart: aarde 2 Geel: naar de accu van de auto (constant 12 V) 3 Rood: naar de aansluitklem van de accessoire 4 Blauw met witte streep: naar de antenne
(Max. 200 mA)
5 Bruin: Naar het mobiele-telefoonsysteem (Lees
voor meer informatie de instructies die bij de mobiele telefoon worden geleverd.)
6 Andere: naar de speakers
2
Sluit de antenne aan.
3
Verbind de draadbundel daarna met het apparaat.
Opmerking: Als uw voertuig niet beschikt over een aansluitklem, moet u de zekering verplaatsen van stand 1 (beginstand) naar stand 2 en moet u de rode draad (A7) met de pluspool (+) van de accu verbinden.
• In dit geval wordt de gele draad (A4) niet gebruikt.
Only for KD-S871R
Nur Für KD-S871R
Rear ground terminal
Hintere Erdungscanschlußklemme
Borne arrière de masse
Massaklem aan de achterkant
Line out (see diagram B )
Schutz kappen Signalausgang (siehe Schaltplan B )
Sortie de ligne (voir le diagramme B )
Uitgang (zie schema B )
To aerial
Zur Antenne
A l’antenne
Naar de antenne
*1: Before checking the operation of this unit prior to
installation, this lead must be connected, otherwise power cannot be turned on.
*1: Vor der Überprüfung der Funktionsfähigkeit des Geräts
vor dem Einbau, muß diese Leitung angeschlossen werden, da sonst die Stromversorgung nicht eingeschaltet werden kann.
*1: Pour vérifier le fonctionnement de cet appareil avant
installation, ce fil doit être raccordé, sinon l’appareil ne peut pas être mis sous tension.
*1: Voordat u controleert of het apparaat werkt (alvorens het te
installeren), moet deze draad aangesloten zijn. Als dit niet het geval is, kan de stroom niet worden ingeschakeld.
Seulement pour le KD-S871R
Alleen voor KD-S871R
Aerial terminal
Antennenanschlußklemme
Borne de l’antenne
Aansluitpunt antenne
3
2
B1 B3 B5 B7 B2 B4 B6 B8
A5 A7
A2 A4 A8
B1 B3 B5 B7 B2 B4 B6 B8
A5 A7
A2 A4 A8
Black
Schwarz
Noir
Zwart
1
Yellow*
1
Gelb*
1
Jaune*
1
Geel *
Red
Rot
Rouge
Rood
Blue with white stripe
Blau mit weißem Streifen
Bleu avec bande blanche
Blauw met witte streep
Brown / Braun /
Fuse position 2
2. Sicherungsposition
Position de fusible 2
Zekering, stand 2
Fuse position 1
1. Sicherungsposition
Position de fusible 1
Zekering, stand 1
A8
A4
To metallic body or chassis of the car
Zur metallenen Karosserie oder zum Fahrwerk des Autos
1
Vers corps métallique ou châssis de la voiture
Naar metalen ondergrond of chassis van de auto
To a live terminal in the fuse block connecting to the car battery (bypassing the ignition swich)
Zur einer stromführenden Anschlußklemme im Sicherungsblock zum Anschließen an die Autobatterie (Umgehen des Zündschalters)
2
A une borne sous tension du porte-fusible connectée à la batterie de la voiture (en dérivant l’interrupteur d’allumage)
Naar een onder spanning staande aansluitklem in het zekeringblok die is aangesloten op de accu van de auto (u passeert de ontstekingsschakelaar)
A7
3
Marron /
Bruin
15 A fuse
15 A Sicherung
Fusible 15 A
Zekering 15 A
1
To an accessory terminal in the fuse block
Zur einer Zubehöranschlußklemme im Sicherungsblock
Vers borne accessoire du porte-fusible
Naar een aansluitklem in het zekeringblok
A5
4
Not included with this unit.
Wird nicht mit Gerät mitgeliefert.
*
Non fourni avec cet appareil.
Niet bij het apparaat inbegrepen.
To power aerial if any
Zur Motorantenne, sofern vorhanden
V ers l’antenne automatique s’il y en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
A2
Ignition switch
Zündschalter
*
Interrupteur d’allumage
Ontstekingsschakelaar
*
Fuse block
Sicherungsblock
Porte-fusible
Zekeringblok
To cellular phone system
Zur Moblitelephon
5
À un système de téléphone cellulaire
Naar het mobiele-telefoonsysteem
B6 B5 B4 B3 B8 B7 B2 B1
White with black stripe
Weiß mit schwarzem Streifen
Blanc avec bande noire
Wit met zwarte streep
White
Weiß
Blanc
Wit
Left speaker (front)
Linker Lautsprecher (vorne)
Enceinte gauche (avant)
Linkerspeaker (voorin)
Gray with black stripe
Grau mit schwarzem Streifen
Gris avec bande noire
Grijs met zwarte streep
PRECAUTIONS on power supply and speaker connections:
DO NOT connect the speaker leads of the power
cord to the car battery; otherwise, the unit will be seriously damaged.
• Connect the black lead (ground), yellow lead (to car battery, constant 12 V), and red lead (to an accessory terminal) correctly.
• BEFORE connecting the speaker leads of the power cord to the speakers, check the speaker wiring in your car. – If the speaker wiring in your car is as illustrated
in Fig. 1 and Fig. 2 below, DO NOT connect the unit using that original speaker wiring. If you do, the unit will be seriously damaged. Redo the speaker wiring so that you can connect the unit to the speakers as illustrated in Fig. 3.
If the speaker wiring in your car is as illustrated
in Fig. 3, you can connect the unit using the original speaker wiring in your car.
– If you are not sure of the speaker wiring of your car,
consult your car dealer.
+
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
+
L
-
-
+
+
R
-
-
Fig. 1 Fig. 2 Fig. 3
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
6
Gray
Grau
Gris
Grijs
Right speaker (front)
Rechter Lautsprecher (vorne)
Enceinte droit (avant)
Rechterspeaker (voorin)
VORSICHTSMASSREGELN beim Anschließen der Stromversorgung und Lautsprecher:
Die Lautsprecherleitungen des Netzkabels NICHT an der Autobatterie anschließen, da sonst das Gerät schwer beschädigt wird.
• Die schwarze Leitung (Erdung), die gelbe Leitung (zur Autobatterie, konstant 12 V) und die rote Leitung (zur Zubehöranschlußklemme) richtig anschließen.
• VOR dem Anschließen der Lautsprecherleitungen des Spannunsgversorgungskabels an die Lautsprecher, die Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto überprüfen. – Ist die Lautsprecherverdrahtung wie unten in
„Fig. 1“ und „Fig. 2“ abgebildet, das Gerät NICHT mit der Originalverdrahtung der Lautsprecher anschließen, da sonst das Gerät schwer beschädigt wird. Die Lautsprecherverdrahtung erneuern, so daß Sie das Gerät an den Lautsprechern wie in „Fig. 3“ abgebildet anschließen können.
Ist die Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto
wie in „Fig. 3“ abgebildet, können Sie das Gerät mit der Originalverdrahtung der Lautsprecher in Ihrem Auto anschließen.
– Sind Sie sich über die Lautsprecherverdrahtung in
Ihrem Auto nicht sicher, wenden Sie sich an Ihren Autohändler.
Green with black stripe
Grün mit schwarzem Streifen
Vert avec bande noire
Groen met zwarte streep
Green
Grün
Vert
Groen
Left speaker (rear)
Linker Lautsprecher (hinten)
Enceinte gauche (arrière)
Linkerspeaker (achterin)
Purple with black stripe
Lila mit schwarzem Streifen
Violet avec bande noire
Paars met zwarte streep
PRECAUTIONS sur l’alimentation et la connexion des enceintes:
NE CONNECTEZ PAS les fils d’enceintes du
cordon d’alimentation à la batterie; sinon, l’appareil serait sérieusement endommagé.
Connectez correctement le fil noir (a la masse), le fil jaune (a la batterie de la voiture,12 V constant) et le fil rouge (à la prise accessoire).
AVANT de connecter les fils d’enceintes du cordon d’alimentation aux enceintes, vérifiez le câblage des enceintes de votre voiture. –
Si le câblage des enceintes de votre voiture est comme montré sur la Fig. 1 ou Fig. 2 ci-dessous,
NE CONNECTEZ PAS l’appareil en utiliscant ce câblage original des enceintes. Si v ous le faites, l’appareil sera sérieusement endommagé. Recommencez le câblage des enceintes de façon que vous puissiez connecter l’appareil aux enceintes comme montré sur la Fig. 3.
Si le câblage des enceintes de votre voiture est comme montré sur la Fig. 3,
connecter l’appareil en utiliscant ce câblage original d’enceintes pour votre voiture.
– Si vous n’êtes pas sûrs du câblage d’enceintes de
votre voiture, consulter le concessionnaire de v otre voiture.
vous pouvez
Purple
Lila
Violet
Paars
Right speaker (rear)
Rechter Lautsprecher (hinten)
Enceinte droit (arrière)
Rechterspeaker (achterin)
VOORZORGSMAATREGELEN bij het verbinden van de stroomkabeldraad met de speakers:
Verbind de speakerdraden van de stroomkabel
NIET met de accu van de auto; als u dit wel doet, zal het apparaat ernstige schade oplopen.
• Sluit de zwarte draad (aarde), de gele draad (naar de accu
van de auto, constant 12 V) en de rode draad (naar de
aansluitklem van de accessoire
• VOORDAT u de speakerdraden van de stroomkabel met de speakers verbindt, moet u de bedrading van de speakers in uw auto controleren. – Als de bedrading van de speakers eruitziet zoals
hieronder staat afgebeeld in Fig. 1 en Fig. 2, mag het apparaat NIET worden aangesloten met behulp van deze oorspronkelijke speakerbedrading. Als u dat wel doet, zal het apparaat ernstige schade oplopen. Pas de bedrading van de speakers aan, zoda t u het apparaat met de speakers kunt verbinden, zoals staat afgebeeld in Fig. 3.
Als de bedrading van de speakers eruitziet zoals
staat afgebeeld in Fig. 3, kunt u het apparaat aansluiten met behulp van de oorspronkelijke speakerbedrading in uw auto.
– Als u twijfels hebt over de speakerbedrading in uw auto,
moet u contact opnemen met uw autodealer.
) op de juiste wijze aan.
3
Connecting the leads / Anschließen der Leitungen / Raccordement des fils / Aansluiting van de gekleurde draden
Twist the core wires when connecting.
Die Kerndrähte beim Anschließen verdrehen.
Torsader les âmes des fils en les raccordant.
Draai de kerndraden om elkaar heen wanneer u ze wilt aansluiten.
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
• To prevent short-circuit, cover the terminals of the UNUSED leads with insulating tape.
• Zur Vermeidung eines Kurzschlusses die Anschlußklemmen der NICHT VERWENDETEN Leitungen mit Isolierklebeband umwickeln.
• Pour éviter les court-circuits, couvrir les bornes des fils qui ne sont PAS utilisés
Solder the core wires to connect them securely.
Die Kerndrähte anlöten, um sie fest anzuschließen.
avec de la bande isolante.
• Om kortsluiting te voorkomen, moet u de aansluitklemmen van ONGEBRUIKTE gekleurde draden met isolatieband bedekken.
Souder les âmes des fils pour les raccorder entre eux de façon sûre.
Soldeer de kerndraden zodat ze stevig vast zitten.
B Connections Adding Other Equipment / Anschlüsse zum Hinzufügen von anderer Ausrüstung / Raccordement pour ajouter d’autres appareils /
Aansluitingen voor het toevoegen van andere apparatuur
Amplifier / Verstärker / Amplificateur / Versterker
You can connect an amplifier to upgrade your car stereo system.
• Connect the remote lead (b lue with white stripe) to the remote lead of the other equipment so that it can be controlled through this unit.
• Connect this unit’s line-out terminals to the
amplifier’s line-in terminals.
• Disconnect the speakers from this unit,
connect them to the amplifier. Leave the speaker leads of this unit unused. (Co ver the terminals of these unused leads with insulating tape, as illustrated above.)
Sie können einen Verstärker anschließen, um Ihre Autostereoanlage zu erweitern.
Schließen Sie das Fernbedienungskabel (blau mit
weißem Streifen) an das Fernbedienungskabel des anderen Geräts an, so daß es über dieses Gerät gesteuert werden kann.
Die Anschlußklemmen am Ausgang dieses
Gerät an den Anschlußklemmen des Eingangs des Verstärkers anschließen.
Die Lautsprecher von diesem Gerät
abtrennen und am Verstärker anschließen. Die Lautsprecherleitungen dieses Geräts unbenutzt lassen. (Die Anschlußklemmen dieser nicht verwendeten Leitungen mit Isolierklebeband umwickeln, siehe Abbidung oben.)
CAUTION / VORSICHT /
• To prevent internal heat buildup inside the unit, place this unit UNDER the other equipment.
Zur Vemeidung eines Hitzestaus in diesem Gerät, dieses Gerät UNTER die andere Geräteansrüstung stellen.
Pour éviter un échauffement interne de cet appareil, placez-le SOUS l’autre appareil.
Om interne verhitting van het apparaat te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat het apparaat ONDER de andere apparatuur wordt geplaatst.
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (niet meegeleverd)
PRECAUTION
Rear speakers
Hintere Lautsprecher
Enceintes arrière
Achterspeakers
INPUT
L R
Vordere Lautsprecher
L
R
L
L R
R
Front speakers
Enceintes avant
V oorspeak ers
/ LET OP!:
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Amplificateur
JVC Versterker
LINE OUT
L
FRONT
REAR
R
Remote lead
Fernbedienungsleitung
Fil d’alimentation à distance
Externe kabel
Blue with white stripe
Blau mit weißem Streifen
Bleu avec bande blanche
Blauw met witte streep
*
INPUT
L R
KD-S871R KD-S723R KD-S721R
Only for KD-S871R
You can connect another power amplifier for front speakers.
Vous pouvez connecter un amplificateur pour améliorer votre système autoradio.
Connectez le fil de commande à distance (bleu avec bande blanche) au fil de commande à distance de l’autre appareil de façon qu’il puisse être commandé via cet appareil.
Raccorder les bornes de sortie ligne de cet appareil aux bornes d’entrée ligne de l’amplificateur.
Déconnectez les enceintes de cet appareil
et connectez-les à l’amplificateur . Laissez
les fils d’enceintes de cet appareil
inutilisés. (Recouvrir les extrémités de ces
fils inutilisés avec de la bande isolante
comme montré ci-dessus.)
Y-connector (not supplied with this unit)
Y-Anschluß (nicht mit diesem Gerät mitgeliefer t)
Connecteur Y (non fourni avec cet appareil)
Y-connector (niet meegeleverd)
L
R
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Amplificateur
JVC V ersterker
Nur Für KD-S871R
Sie können einen anderen Leistungsverstärker für die vorderen Lautsprecher anschließen.
Het is mogelijk om uw autostereosysteem uit te breiden met een versterker.
• Verbind de externe kabel (blauw met witte streep) met de externe kabel van het andere apparatuur zodat deze op afstand vanaf deze apparaat kan worden bediend.
• Verbind de uitgang van het apparaat met de
ingang van de versterker.
Koppel de speakers van dit apparaat los
en verbind ze aan de versterker . Gebruik de speakerdraden van dit apparaat niet. (Plak de aansluitklemmen van deze speakerdraden met isolatieband af zoals hierboven is afgebeeld.)
* Firmly attach the ground wire to the metallic body or to
the chassis of the car—to the place not coated with paint (if coated with paint, remove the paint before attaching the wire). Failure to do so may cause damage to this unit.
* Verbinden Sie den Erdungsleiter mit der Karosserie oder
dem Rahmen des Fahrzeugs. Die Kntaktstelle darf nicht lackiert sein (sollte die Kontaktstelle lackiert sein, entfernen Sie den Lack der Kontaktstelle, bevor Sie den Leiter befestigen). Wenn der Erdungsleiter nicht ordnungsgemäß angeschlossen wird, kann dieses Gerät beschädigt werden.
* Attachez solidement le fil de mise à la masse au châssis
métallique de la voiture—à un endroit qui n’est pas recouvert de peinture (s’il est recouvert de peinture, enlevez d’abord la peinture avant d’attacher le fil). L’appareil peut être endommagé si cela n’est pas fait correctement.
* Bevestig de aardedraad goed met een metalen onderdeel
of het chassis van de auto - bevestig op een niet-gelakt gedeelte (indien gelakt, schuur dan af alvorens de draad te bevestigen). Het toestel kan worden beschadigd indien de aardedraad niet goed is aangesloten.
To power aerial if any
Zur Motorantenne, sofern vorhanden
Vers l’antenne automatique, s’il y en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
Front speakers
Vordere Lautsprecher
Enceintes avant
V oorspeak ers
Seulement pour le KD-S871R
Vous pouvez connecter un autre amplificateur de puissance pour les enceintes avant.
*
Alleen voor KD-S871R
U kunt nog een eindversterker voor de voorspeakers aansluiten.
TROUBLESHOOTING
The fuse blows. * Are the red and black leads connected correctly?
Power cannot be turned on. * Is the yellow lead connected?
No sound from the speakers. * Is the speaker output lead short-circuited?
Sound is distorted. * Is the speaker output lead grounded? * Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
Unit becomes hot. * Is the speaker output lead grounded? * Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
FEHLERSUCHE
• Die Sicherung brennt durch.
* Sind die roten und schwarzen Leitungen richtig
angeschlossen?
• Stromversorgung kann nicht eingeschaltet werden.
* Ist die gelbe Leitung angeschlossen?
• Kein Ton aus den Lautsprechern.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung kurzgeschlossen?
• Ton verzerrt.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet? * Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und rechten
Lautsprecher zusammen geerdet?
• Gerät wird heiß.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet? * Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und rechten
Lautsprecher zusammen geerdet?
EN CAS DE DIFFICULTES
• Le fusible saute.
*
Les fils rouge et noir sont-ils racordés correctement?
• L’appareil ne peut pas être mise sous tension.
*
Le fil jaune est-elle raccordée?
• Pas de son des enceintes.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il court-circuité?
• Le son est déformé.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
*
Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sont­elles mises ensemble à la masse?
• L’appareil devient chaud.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
*
Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sont­elles mises ensemble à la masse?
4
PROBLEMEN OPLOSSEN
De zekering slaat door.
* Zijn de rode en de zwarte draden op de juiste manier
aangesloten?
De stroom kan niet worden ingeschakeld.
* Is de gele draad aangesloten?
Er komt geen geluid uit de speakers.
* Is de uitgaande speakerdraad kortgesloten?
Het geluid wordt vervormd.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard? * Zijn de minpolen van de linker- en de r echterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
Het apparaat raakt verhit.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard? * Zijn de minpolen van de linker- en de r echterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
Loading...