JVC KD-S711R, KD-S713R User Manual [nl]

CD RECEIVER
CD-RECEIVER RECEPTEUR CD CD-RECEIVER
ENGLISH
DEUTSCH
KD-S811R/KD-S713R/ KD-S711R
KD-S811R
KD-S713R
KD-S711R
COMPACT
DIGITAL AUDIO
For installation and connections, refer to the separate manual. Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetreffende handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
FRANÇAIS
NEDERLANDS
GET0013-001A
[E]

Plaats en afbeelding van labels

Onderpaneel van het hoofdtoestel
Benaming/Spanningslabel
Let op:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een hogere klasse laserstraal dan “Klasse 1”.
NEDERLANDS
Het apparaat terugstellen
DANGER: Invisible laser
radiation when op en and interlock failed or defeated. AVOID DIRECT EXPOSURE TOBEAM. (e)
ADVARSEL: Usynlig laser­stråling ved åbning, når sikkerh edsafbryd ere e r u de af funktion. Undgåudsæt­telse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser- strålning när denna del är öppnad och spärren urkopplad. Betrakta strålen. (s)
VARO: Avattaessa ja suo­jalukitus ohitettaessa olet
är
alttiina näkymättömälle
ej
lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f)
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.GEVAAR: Onzichtbare laserstralen wanneer open en interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare laserstralen maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Houd de SEL (selecteren) en de (standby/aan/attenuator) toetsen beide gelijktijdig een
paar seconden ingedrukt. De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
(Standby/Aan/Attenuator)
SEL (selecteren)
Opmerkingen:
• De geheugeninstellingen — zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen — zullen eveneens gewist worden.
• Als er een CD in het apparaat is, zal deze naar buiten komen wanneer u het apparaat terugstelt. Let op dat de CD niet valt.
2
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.

INHOUDSOPGAVE

Het apparaat terugstellen ......................... 2
PLAATSING VAN DE TOETSEN .......... 4
Bedieningspaneel .................................... 4
BASISBEDIENING ......................... 5
De stroomtoevoer inschakelen ................. 5
BASISBEDIENING VAN DE RADIO....... 6
Naar de radio luisteren ............................. 6
Radiozenders in het geheugen
vastleggen............................................. 7
Afstemmen op een voorkeuzezender....... 8
HET GEBRUIK VAN RDS.................. 9
Wat u kunt doen met RDS EON............... 9
Andere nuttige RDS-functies en het
maken van aanpassingen ...................... 12
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER .......... 14
Een CD afspelen ..................................... 14
Een muziekstuk of een bepaald punt
op de CD zoeken .................................. 15
Afspeelmodus selecteren ......................... 15
Voorkomen dat de CD terugspringt .......... 16
GELUID REGELEN......................... 17
Geluid aanpassen.................................... 17
Werken met aangepaste geluidsmodi (SCM)
.............................................................. 17
Geluidsweergave aanpassen en
opslaan.................................................. 18
ANDERE HOOFDFUNCTIES .............. 19
Klok instellen............................................ 19
De algemene instellingen wijzigen
(PSM) .................................................... 19
Bedieningspaneel verwijderen.................. 22
AFSTANDSBEDIENING.................... 23
(Met een apart aangeschafte afstandsbediening) (alleen voor KD-S811R)
De batterij plaatsen.................................. 23
Gebruik van de afstandsbediening........... 24
PROBLEMEN OPLOSSEN ................ 25
ONDERHOUD .............................. 26
Omgaan met CD’s ................................... 26
SPECIFICATIES............................ 27
NEDERLANDS
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
3

PLAATSING VAN DE TOETSEN

Bedieningspaneel
u
s
a
oi
;
d
Het display­venster
1
fh
g
23
NEDERLANDS
p
1 De toets (standby/aan/attenuator) 2 De bedieningsschijf 3 De toets DISP (display) 4 De toets AM 5 De toets CD 6 De toets FM 7 De toets 0 (uitwerpen) 8 De toetsen
• Deze toetsen doen dienst als SSM-toets wanneer beide toetsen tegelijk worden ingedrukt.
9 De toets SEL (selecteren) p Sensor voor de afstandsbediening (alleen
voor KD-S811R)
q De toets MO (mono)
De toets RND (random)
w De cijfertoetsen e De toets TP (traffic programme)
RDS (radio data system)
r De toets PTY (programme type) t De toets SCM (sound control memory) y De toets
4
4 / ¢
(vrijgeven van bedieningspaneel)
j
54
67 8
treq9
Het display-venster
u De indicator (of audioniveau) voor het
volumeniveau De indicator voor het equalizer-patroon
i Indicators voor de ontvangst van de tuner:
STEREO, MONO
o De indicator RND (random) ; De RDS-indicators
AF, EON, REG, TP, PTY
a De indicator “SCM” s De indicator LOUD d De indicators voor de geluidsmodus
BEAT, SOFT, POP
f De indicator CD g De Omroepband-indicators
FM1, FM2, FM3 AM
h Hoofdvenster j De indicator CD IN
yw
1
32
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder wordt het apparaat automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
Voor gebruik van de radio (AM of
FM), zie bladzijde 6 – 13.
Voor gebruik van de CD-speler,
zie bladzijde 14 – 16.

BASISBEDIENING

4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt (zie bladzijde 17).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen. Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
• U kunt het volume ook op het oude niveau terugbrengen door de bedieningsschijf linksom te draaien (tegen de wijzers van de klok in).
Spanning uitschakelen
Druk op en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.
. Op het
NEDERLANDS
3
Regel het volume.
Indicator voor het volumeniveau
Het door u ingestelde geluidsniveau verschijnt.
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen (zie bladzijde 19).
LET OP bij het instellen van het volume
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
5

BASISBEDIENING VAN DE RADIO

Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken: Auto search
1
Selecteer de omroepband (AM, FM1 – 3).
NEDERLANDS
FM2 FM3
FM1
AM
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven. Indicator voor audioniveau (zie bladzijde
21) of volumeniveau
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
Handmatig naar een station zoeken: Manual search
1
Selecteer de omroepband (AM, FM1 – 3).
FM2 FM3
FM1
AM
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of op 4 en houd deze ingedrukt tot de vermelding “M” (voor “manual”: handmatig zoeken) op de display begint te knipperen.
2
Zoek een station.
6
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het zoeken.
Druk op ¢ afstemmen op een station met een hogere frequentie.
Druk op 4 op een station met een lagere frequentie.
afstemmen
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
3
Stem af op het station van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding M op de display knippert.
Druk op ¢ als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige modus na 5 seconden automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz en bij AM steeds met 9 kHz – MG/ LG) totdat u de toets loslaat.
als u wilt
Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is:
Als u op de toets MO RND (mono/random) drukt terwijl u naar een FM-stereouitzending luistert.
• Elke keer wanneer u op de toets drukt, gaat de indicator MONO aan of uit.
Er brandt een lampje wanneer een FM­uitzending in stereo wordt ontvangen.
Radiozenders in het geheugen vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM­zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de FM­golfband (FM1 – 3) waarop u FM­zenders wilt vasteleggen.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
FM2 FM3
FM1
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
NEDERLANDS
Als de indicator MO op de display aan is, wordt het geluid in mono weergegeven en v erbetert de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekoz en golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfer toets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
7
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1
1
Selecteer het nummer van de FM­golfband (FM1 – 3) waarop u FM­zenders wilt vasteleggen (in dit voorbeeld cijfertoets FM1).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
FM2 FM3
FM1
2
Stem af op een zender op 88,3 MHz.
Druk op ¢ als u wilt
NEDERLANDS
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
als u wilt
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
Afstemmen op een voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie ook de paragraaf Radiozenders in het geheugen vastleggen op bladzijde 7, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband (AM, FM1 – 3).
FM2 FM3
FM1
AM
2
Selecteer het nummer (1 t/m 6) van de gewenste zender.
De vermelding “P1” knippert enkele seconden op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
8

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS EON
RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen.Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “EON (Enhanced Other Networks)”. De indicator EON licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen die EON-gegevens uitzendt. Met behulp van de EON-gegevens die door het station worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (TA – “Traffic Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS-zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie de afbeelding op de volgende pagina). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw fav oriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative Frequency) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw fav oriete programma blijven v olgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u minimaal 1 seconde op TP RDS (Traffic Programme/Radio Data System). Elke keer wanneer u op deze toets drukt en houd, verandert de modus van deze functie en wel als volgt:
Modus 1 Modus 2 Modus 3
Indicator AF
Modus 1
De indicator AF licht op, maar de indicator REG licht niet op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te
ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving.
Modus 2
Zowel de indicator AF als de indicator REG lichten op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld (“on”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De indicator AF en de indicator REG lichten allebei niet op. De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
Indicator REG
NEDERLANDS
9
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden ontvangen.
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie D
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk ov erschakelen naar uw favoriete programmagenre (PTY: Programmagenre) of verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-station of CD).
Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar
een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst van verkeersinformatie
NEDERLANDS
(TA-standbyfunctie)
Als u op de toets TP RDS drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator TP op wanneer u een zender ontvangt die het TP-signaal uitzendt (Verkeersinformatie) en wanneer de ontvanger in TA-standby-modus staat.
Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal uitzendt,
gaat de indicator TP op de display knipper en. Druk op
¢
of op 4 om de ontvanger in de TA­standby-modus te zetten. De vermelding SEARCH verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er zon station wor dt gevonden, gaat de indicator TP op de display continu branden.
7 Als u naar een CD aan het luisteren bent, en naar
een station wilt luisteren dat een TP-signaal uitzendt, moet u op TP RDS drukken om de ontvanger in de TA-standby-modus te z etten. (De indicator TP op de display licht op.)
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden terwijl de TA-standby-modus is ingeschakeld, verschijnt de vermelding TRAFFIC” op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het v olume neemt toe tot het vooraf ingestelde TA­volumeniveau (zie bladzijde 13) en u hoort de uitgezonden verkeersinformatie.
Druk nogmaals op TP RDS om de TA-standby-
functie uit te schakelen.
10
Standby-ontvangst van een programmagenre (PTY-standbyfunctie)
Als u op PTY drukt terwijl u naar een FM­station luistert, licht de indicator PTY op wanneer u een zender ontvangt die het PTY-signaal uitzendt en wanneer de ontvanger in PTY-standby-modus staat. De geselecteerde PTY-naam, die op bladzijde 11 wordt opgeslagen, knippert gedurende 5 seconden.
• Als het station dat u ontvangt geen PTY-signaal uitzendt, gaat de indicator PTY op de display knipperen. Druk op ¢
ontvanger in de PTY-standby-modus te zetten. De vermelding SEARCH verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er zon station wordt gevonden, gaat de indicator PTY op de display continu branden.
7 Als u naar een CD aan het luisteren bent, en naar
een station wilt luisteren dat een PTY-signaal uitzendt, moet u op PTY drukken om de ontvanger in de PTY -standb y-modus te zetten. (De indicator PTY op de display licht op.)
Als het geselecteerde PTY-programma wordt uitgezonden terwijl de PTY-standby-modus is ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde PTY­naam op de display en schakelt de afspeelbron ov er naar de FM-band. Het geselecteerde PTY­programma wordt nu ten gehore gebracht.
Druk nogmaals op PTY om de PTY-standby-
functie uit te schakelen.
of op 4 om de
Een PTY -code invoeren voor de standby­ontvangst van een programmagenre
Het is mogelijk om het programmagenre waar u het liefst naar luistert in de vorm van een PTY-code in het geheugen van de eenheid in te voeren zodat u hier naar kunt luisteren zodra er zich zon programma aandient. Standaard staat de eenheid voor de standby-ontvangst van een prog rammagenre op de PTY-code NEWS” ingesteld.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 20.)
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY”(standby) als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn.
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
Meer informatie hierover vindt u de tabel hieronder.
4
Voltooi de instelling.
PTY-codes
NEWS: Nieuws AFFAIRS: Actualiteiten en achtergrond
INFO: Informatieve programma's over SPORT: Sportverslagen
EDUCATE: Educatieve programma’s DRAMA: Radio-hoorspelen CULTURE: Programma’s aangaande
SCIENCE: Wetenschappelijke en technische VARIED: Overige programma’s,
POP M: Popmuziek ROCK M: Rockmuziek EASY M: Easy-listening muziek LIGHT M: Lichte muziek CLASSICS: Klassieke muziek OTHER M: Overige muziek WEATHER: Weerberichten FINANCE: Programma’s aangaande handel
CHILDREN: Amusement voor kinderen
informatie aangaande het nieuws diverse verscillende onderwerpen
nationale of regionale cultuur programma’s bijvoorbeeld ceremonies en
comedies
en de beurs en beursberichten, etc.
Uw favoriete programmagenre opzoeken
Het is mogelijk om naar één van maximaal zes in het geheugen opgeslagen programmagenres te zoeken.Standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 t/m 6) opgeslagen. Zie de informatie hieronder voor een uitleg over
het opslaan van uw favoriete pr ogrammagenres. Zie bladzijde 12 voor een uitleg over het zoeken van uw favoriete programma.
1
POP M
45
CLASSICS
2
ROCK M EASY M
AFFAIRS
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 20.)
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
SOCIAL: Programma’s over sociale RELIGION: Programmas over aspecten v an
PHONE IN: Programma’s waarin mensen via
TRAVEL: Programma’s over reizen en
LEISURE: Programmas over recreatieve
JAZZ: Jazz-muziek COUNTRY: Country-muziek NATION M: Huidige populaire muziek van
OLDIES: Gouwe-Ouwe FOLK M: Folk-muziek DOCUMENT: Programma’s over feitelijke
activiteiten geloof en religie, aangaande het
bestaan en ethiek de telefoon of een publiek forum
hun meningen kunnen uiten bestemmingen, georganiseerde
reizen en ideeën en mogelijkheden voor vacanties
bezigheden, bijvoorbeeld tuinieren, koken, vissen, etc.
een bepaald land of gebied in de taal van het land of gebied
gebeurtenissen, vaak gepresenteerd in een onderzoekende stijl
3
6
VARIED
NEDERLANDS
11
2
Selecteer de vermelding PTY SRCH (zoeken) als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 11.)
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display weergegeven.
Als u de code selecteert die al in het geheugen ligt opgeslagen, wordt die knipperend op de display weergegeven.
4
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minimaal 2 seconden vast om de geselecteerde PTY-code op te
NEDERLANDS
slaan onder de cijfertoets van uw keuze.
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt die knipperend op de display weergegeven.
5
Voltooi de instelling.
Een programmagenre opzoeken
1
Druk op PTY en houd deze ten minste 1 seconde ingedrukt terwijl u naar een FM-station luistert.
De PTY-code en het nummer die als laatste zijn geselecteerd, worden op de display weergegeven.
12
2
Selecteer een van de PTY-codes die onder de zes cijfertoetsen (1 t/m 6) liggen opgeslagen.
Bijv.: Indien “ROCK M” wordt opgeslagen
onder voorkeurtoets 2
De PTY-zoekopdracht naar uw favoriete programma begint na 5 seconden.
Als er een station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op dat station af.
Als er geen station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet goed.
Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen
Automatische selectie van een station bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op de vooraf ingestelde voorkeurzender. Als deze zender een RDS-station is, gebeurt er echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar een andere, sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt als de voorkeurzender die u hebt gekozen. (dit wordt Programma zoeken genoemd)
Hoe u deze voorziening activeert, wordt hieronder uitgelegd.
Het zoeken van een programma kost enige tijd.
Zie ook de paragraafDe algemene instellingen wijzigen (PSM), op bladzijde 19.
1 Dr uk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de vermelding
P (Programma) -SEARCH te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van de
klok mee en selecteer “ON”. De voorziening Programma zoeken is nu ingeschakeld.
Als u het zoeken naar een programma wilt beëindigen, herhaalt u de bovenstaande pro-
cedure, maar selecteert u in stap 3 de vermelding OFF door de draaiknop tegen de wijzers van de klok in te draaien.
De weergave op de display wijzigen terwijl u naar een FM-station luistert
Wat er als eerste op de display w ordt weergegeven wanneer u naar een FM-station luistert dat gebruik maakt van het RDS-systeem, kunt u zelf bepalen. U kunt de oorspronkelijke weergave desgewenst wijzigen in de stationsnaam (PS NAME), de frequentie van het ontvangen station (FREQ) of de tijd van de ingebouwde klok (CLOCK).
Zie ook de paragraaf De algemene instellingen wijzigen (PSM) op bladzijde 19.
1 Dr uk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op de toets ¢ of 4 om de
vermelding DISPMODE te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om de gewenste
instelling te kiezen (“PS NAME”, “FREQ” of “CLOCK” ).
Opmerking:
Door op DISP te drukken kunt u de weergave op de display ook wijzigen wanneer u naar een FM-station luistert dat RDS-signalen uitzendt. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de volgende informatie op de display:
Stationsnaam
(PS NAME)
KLOK
(Clock time)
Na enkele seconden keert de display terug naar de
oorspronkelijke weergave.
Frequentie station
(FREQ)
Programmagenre
(PTY)
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de standby-ontvangst van verkeersinformatie op te geven met welk geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie wordt ontvangen, worden aangepast aan het volume dat u hebt ingesteld.
Zie ook de paragraaf De algemene instellingen wijzigen (PSM) op bladzijde19.
1 Dr uk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de vermelding
TA VOL te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om het gewenste
volume te kiezen. U kunt het volume instellen op een waarde van VOL 00 tot “VOL 50.
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het RDS­signaal van een zender worden meegezonden. Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt aangepast, moet u de onderstaande procedure volgen.
Zie ook de paragraaf De algemene instellingen wijzigen (PSM) op bladzijde 19.
1 Dr uk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de vermelding
AUTO ADJ” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf tegen de wijzers van
de klok in om “OFF” te kiezen. U hebt het automatisch aanpassen van de klok nu uitgeschakeld.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt activeren, moet u de procedure herhalen en in stap
3 ON” selecteren door de bedieningsschijf met de wijzers van de klok mee te draaien.
Opmerking:
Op basis van de gegevens over kloktijd kost het circa 2 minuten om de tijd aan te passen. Kies gedurende deze periode geen andere zender. Als u dat wel doet, wordt de kloktijd niet gewijzigd.
NEDERLANDS
13

GEBRUIK VAN DE CD-SPELER

Een CD afspelen
1
Plaats een disc in de lade.
NEDERLANDS
De indicator CD IN gaat aan.
Totale afspeeltijd van de CD die in de CD-lade is geplaatst
De eenheid gaat aan, pakt een CD en begint automatisch te spelen.
Opmerking:
Wanneer een CD ondersteboven is geplaatst, de CD wordt automatisch.
Totaal aantal muziekstukken op de CD die in de CD-lade is geplaatst
Stoppen met afspelen en de CD terug laten springen
Druk op 0. De CD stopt met spelen en de CD wordt auto­matisch uit de lade vrijgegeven. Als u tijdens het afspelen van de CD overschakelt op FM of AM wordt het afspelen van de CD eveneens beëindigd (deze keer zonder dat de CD wordt vrijgegeven).
Opmerkingen:
• Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15 seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de CD automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst, zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet automatisch met afspelen begonnen.)
• U kunt de CD uit de CD-lade laten springen wanneer het apparaat is uitgezet.
Verstreken afspeeltijd
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
W anneer er al een CD in de CD-lade zit, drukt u op CD om het apparaat aan te zetten en het afspelen automatisch te laten beginnen.
Huidige muziekstuk
14
Een muziekstuk of een bepaald punt op de CD zoeken
Het muziekstuk versneld vooruit afspelen of achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4 ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen.
Naar het volgende of naar het vorige muziekstuk gaan
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op ¢ begin van het volgende muziekstuk te gaan. Telkens wanneer u meerdere malen op deze toets drukt, wordt het begin van het eerstvolgende muziekstuk gezocht en afgespeeld.
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op 4 begin van het huidige muziekstuk te gaan. Telkens wanneer u meerdere malen op deze toets drukt, wordt het begin van het vorige muziekstuk gezocht en afgespeeld.
en houd deze toets
en houd deze toets
om naar het
om naar het
Afspeelmodus selecteren
Muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
U kunt alle muziekstukken van de CD in willekeurige volgorde afspelen. Elke keer wanneer u op MO RND (mono/random) drukt terwijl u naar een CD luistert, wordt Random Play afwisselend aan- en uitgezet.
De indicator RND
Wanneer de Random Play-modus wordt aangez et, zal op het display de RND-indicator oplichten en worden de muziekstukken in willekeurige volgorde afgespeeld.
NEDERLANDS
Direct naar een bepaald muziekstuk gaan
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald muziekstuk hoort, om het afspelen van dat muziekstuk te laten beginnen.
• Om een muziekstuk met nummer 1 – 6 te selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Om een muziekstuk met nummer 7 – 12 te selecteren: Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.
15
Voorkomen dat de CD terugspringt
U kunt voorkomen dat de CD uit de lade springt door deze in de lade te vergrendelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op CD en 0 houd deze toetsen langer dan 2 seconden ingedrukt.
De vermelding “EJECT” knippert gedurende 5 seconden op de display. De CD is nu vergrendeld en kan niet meer uit de CD-lade terugspringen.
Als u de vergrendeling van de CD in de CD-lade
NEDERLANDS
wilt opheffen, op CD en 0 te drukken en deze
toetsen langer dan 2 seconden ingedrukt te houden. Op het displa y verschijnt de tekst EJECT en de CD springt terug uit de CD-lade.
16
Geluid aanpassen
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens instellen.
1
Selecteer de functie die u wilt aanpassen.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de aanpasbare tijd als volgt gewijzigd:

GELUID REGELEN

2
Pas het niveau aan.
Het niveau verhogen.
Het niveau verlagen.
BAS
(bas) (treble) (faden)
VOL
(volume)
Indicatie Doel: Bereik
BAS Bastonen –06 (min.)
TRE Treble aanpassen. –06 (min.)
FAD* Evenwicht tussen R06
BAL Evenwicht tussen L06 (Allen links)
LOUD De lage en hoge LOUD ON
VOL Het volume 00 (min.)
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet u
FAD op “00” zetten.
aanpassen. |
voor- en (Allen achterin) achterspeakers | aanpassen. F06
linker- en | rechterspeaker R06 (Allen rechts) aanpassen.
tonen worden (geactiveerd) versterkt voor een | goed gebalanceerd LOUD OFF geluid bij (uitgeschakeld) weergave met een laag volume.
aanpassen. |
TRE
LOUD
(loudness)
FAD
BAL
(balans)
+06 (max.)
| +06 (max.)
(Allen voorin)
50 (max.)
Het patroon op de indicator voor de equalizer verandert wanneer u de weergave van lage of hoge tonen aanpast.
Opmerking:
Normaliter stelt u het volume in met de draaiknop. U hoeft dus niet “VOL” (volume) voor het instellen van het volumeniveau te kiezen.
Werken met aangepaste geluidsmodi (SCM)
U kunt voor elke afspeelbron een aangepaste geluidsmodus selecteren en vastleggen. Dit is mogelijk dankzij de voorziening met de naam.
“Advanced SCM” (Sound Control Memory)
De geluidsmodi selecteren en opslaan
Als u een geluidsmodus hebt geselecteerd, wordt deze in het geheugen opgeslagen en steeds opnieuw opgeroepen wanneer u dezelfde afspeelbron selecteert. De geluidsmodus wordt dan tevens op de display weergegeven. Voor elk van de volgende geluidsbronnen kan een geluidsmodus worden opgeslagen: FM1, FM2, FM3, AM en CD.
Als u de geluidsmodus van uw keuze niet voor elke geluidsbron apart wilt instellen, maar wel elke geluidsbron dezelfde geluidsmodus wilt toekennen, verwijzen we u naar de instructies in de paragraaf “Adv anced SCM annuleren – SCM LINK op bladzijde 21.
De geluidsmodus van uw keuze selecteren.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert de geluidsmodus en wel als volgt:
NEDERLANDS
BEAT
SOFT
POP SCM OFF
17
Als voor SCM LINK de instelling LINK ON is geselecteerd, kan de geselecteerde geluids­modus voor de huidige afspeelbron in het geheugen worden opgeslagen en zal het effect alleen op de huidige afspeelbron van toepassing zjin. Elke k eer wanneer u een andere afspeelbron selecteert, gaat de SCM-indicator op de display knipperen.
Als voor SCM LINK de instelling LINK OFF, is geselecteerd, is de geselecteerde afspeelmodus op elke afspeelbron van toepassing.
Indicatie Voor: V ooraf ingestelde
BEAT Rock- of +02 00 ON
discoritme
SOFT Rustige +01 –03 OFF
achtergrond-
muziek POP Lichte muziek +04 +01 OFF SCM OFF (Vlak geluid) 00 00 ON
waarden
BAS TRE LOUD
De geluidsmodi oproepen
NEDERLANDS
Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK
Selecteer de afspeelbron.
ON,
Geluidsweergave aanpassen en opslaan
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken (BEAT, SOFT, POP) aan uw eigen wensen aan te passen en in het geheugen op te slaan.
V oor het uitvoeren van de onderstaande stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure wordt afgebroken voordat u deze hebt v oltooid, moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
1
Roep de geluidsweergave op die u wilt aanpassen.
Zie de linker kolom op deze pagina voor meer informatie.
2
Selecteer BAS (bas), “TRE” (treble) of LOUD” (loudness).
3
Pas het niveau van de bas of hoge tonen aan of schakel de geluids­sterktefunctie ON/OFF.
Meer bijzonderheden over bas en treble vindt u op bladzijde 17.
De geluidsmodus die voor de geselecteerde afspeelbron in het geheugen ligt opgeslagen wordt opgeroepen.
Opmerkingen:
U kunt de vooraf ingestelde geluidsweergave wijzigen en in het geheugen opslaan. Meer bijzonderheden over het aanpassen en opslaan van uw eigen geluidsinstellingen treft u aan in de paragraaf Geluidsweergave aanpassen en opslaan in de rechter kolom.
Als u de versterkingsfactor voor de hoge of lage tonen wilt aanpassen of de geluidsterktefunctie tijdelijk wilt uitschakelen, verwijzen we u naar de instructies op bladzijde 17. (De aanpassingen die u hebt aangebracht, worden geannuleerd zodra u een andere geluidsbron selecteert.)
18
4
Herhaal stap 2 en 3 als u nog andere items wilt aanpassen.
5
Druk op SCM en houd deze ingedrukt tot de geluidsmodus van uw keuze op de display knippert.
De wijziging van de geselecteerde geluidsbesturingsmodus wordt nu in het geheugen opgeslagen.
6
Herhaal deze procedure als u andere geluidsmodi wilt opslaan.
De fabrieksinstellingen herstellen
Herhaal de procedure en ken de fabriek­sinstellingen toe. U vind dez e in de tabel in de linker kolom op deze pagina.

ANDERE HOOFDFUNCTIES

Klok instellen
Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een 24-uurs of een 12-uurs aanduiding.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 20.)
2
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK H” als
deze al niet meteen op de display wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
1
3
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK M”. 2 Pas de minuten aan.
1
2
2
Als u wilt weten hoe laat het is terwijl de eenheid is uitgeschakeld, drukt DISP
(display). De stroom wordt vervolgens ingeschakeld en gedurende 5 seconden wordt de tijd van de klok weergegeven. Daarna wordt de stroomtoevoer weer uitgeschakeld.
De algemene instellingen wijzigen (PSM)
Het is mogelijk om de instellingen voor de items die op de volgende bladzijde staan vermeld te wijzigen.
Basisprocedure
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 20.)
2
Selecteer het item waarvan u de instelling wilt wijzigen. (Zie bladzijde 20.)
NEDERLANDS
4
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “24H/12H”. 2 Selecteer de vermelding “24H” of “12H”.
1
5
Voltooi de instelling.
2
3
Wijzig het PSM-item dat u hierboven hebt geselecteerd.
4
Herhaal stap 2 en 3 als u de andere PSM-items wilt aanpassen.
5
Voltooi de instelling.
19
Modus met voorkeursinstellingen (PSM)-onderdelen
1
Houd.
CLOCK H Instellen van het uur CLOCK M Instellen van de
SCM LINK Koppeling met het
24H/12H 24/12-uur aanduiding
AUTO ADJ Automatische
DISPMODE Modusdisplay
PTY STBY PTY-standby
NEDERLANDS
PTY SRCH PTY-zoeken TA VOL Volume voor
P-SEARCH Programme zoeken LEVEL Niveaudisplay
TEL Audiodemping voor
2
Kies...
minuten
geheugen voor geluidsmodi
voor de klok
instellen van de klok
verkeersinformatie
cellulaire telefoonsystemen
3
Stel in... Tegen de
wijzers van de klok in
Terug Verder
LINK OFF
12H
OFF
PS NAME
CLOCK
29 programmatypen
(Zie bladzijde 11.)
VOL 00 – V OL 50
OFF ON
AUDIO 1
OFF
MUTING 1
OFF
Met de wijzers van de klok mee
VerderTerug
LINK ON
24H
ON
FREQ
AUDIO 2
MUTING 2
Fabrieksin­stellingen
0:00
LINK ON
24H
ON
PS NAME
(Zendernaam)
NEWS
(Zie bladzijde 11.)
OFF
AUDIO 2
OFF
Zie blz.
19
18, 21
19
13
13
11
11 13VOL 20
13
21
21
Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
20
Advanced SCM annuleren – SCM LINK
Het is mogelijk om de voorziening Advanced SCM (Sound Control Memory) te annuleren en de aangebrachte koppeling tussen de geluidsmodi en afspeelbronnen weer op te heffen. Standaard kan voor elke afspeelbron een eigen, aangepaste geluidsmodus in het geheugen worden opgeslagen. In de praktijk kunt u dus een andere geluidsmodus te horen krijgen als u een andere afspeelbron selecteert.
LINK ON: De voorziening Advanced SCM is ingeschakeld (voor elke afspeelbron een andere geluidsmodus)
LINK OFF: De voorziening Advanced SCM is uitgeschakeld (voor elke afspeelbron geldt een en dezelfde geluidsbron)
De niveau-indicator selecteren – LEVEL
U kunt zelf opgeven welk niv eau op de display moet worden weergegeven. Standaard is bij het v erlaten van de fabriek de instelling A UDIO 2” geselecteerd.
AUDIO 1: Geeft de indicator voor het geluidsniveau weer en de indicator met het patroon van de equalizer.
AUDIO 2: Geeft beurtelings de instellingAUDIO 1 en de verlichting van de
display weer.
OFF: Geeft noch de indicator voor het geluidsniveau, noch de indicator met het patroon van de equalizer weer.
Audiodemping voor mobiele telefoongesprekken selecteren –
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een cellulair telefoonsysteem is aangesloten. Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem dat u gebruikt MUTING 1 of MUTING 2. Welke dem­pingsmogelijkheid u kiest, hangt af van de vraag welke instelling het geluid het beste dempt. Bij het verlaten van de fabriek is deze modus standaard uitgeschakeld.
MUTING 1: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
MUTING 2: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
OFF: Hiermee wordt de audiodemping voor telefoongesprekken uitgeschakeld.
TEL
NEDERLANDS
21
Bedieningspaneel verwijderen
U kunt het bedieningspaneel verwijderen, wanneer u uit de auto stapt. U moet het bedieningspaneel voorzichtig verwijderen en weer op zijn plaats bev estigen, zodat de connectors op de achterkant van het bedieningspaneel en de houder van het bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Hoe moet u het bedieningspaneel verwijderen?
Voordat u het bedieningspaneel v erwijdert, moet u er zeker van zijn dat de spanning is uitgeschak eld.
1
Ontgrendel het bedieningspaneel.
NEDERLANDS
2
Druk het bedieningspaneel iets omhoog en trek naar u toe van het apparaat.
Hoe moet u het bedieningspaneel weer op zijn plaats bevestigen?
1
Stop de linkerkant van het bedieningspaneel in de uitsparing op de houder.
2
Druk op de rechterkant van het bedieningspaneel totdat dit in de houder vastzit.
Opmerking over het reinigen van de connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen de connectors op een gegeven moment minder goed gaan functioneren. Om deze mogelijkheid tot het minimum te beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd met een met alcohol bevochtigde katoenen doek schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors daarbij niet beschadigt.
22
3
Stop het losgemaakte b edieningspaneel in het daarvoor bestemde doosje.
Connectors

AFSTANDSBEDIENING

De afstandsbediening voorbereiden
(met een apart aangeschafte afstandsbediening) (uitsluitend voor KD-S811R)
We raden u aan om de afstandsbediening RM­RK31 in combinatie met de eenheid te gebruiken. Hieronder volgen de instructies voor het gebruik van de RM-RK31.
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
Richt de afstandsbediening recht naar de
afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer dat er geen obstakels in het pad liggen.
Sensor voor de afstandsbediening
Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van
een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt, moet u de batterij vervangen.
1. De batterijhouder verwijderen.
1) Druk de batterijhouder met behulp van een balpen of een soortgelijk voorwerp in de richting van de pijl die in de afbeelding staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(Achterkant)
1)
2)
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar boven in de houder zakken zodat deze vast komt te liggen.
Lithium knoopcelbatterij (Productnummer: CR2025)
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’ hoort.
(Achterkant)
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterijen op een plek waar kinderen geen toegang toe hebben. Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken, waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet en gooi geen batterijen in het vuur. Elk van deze handelingen kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt met andere metalen. Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterijen door deze met plakband af te plakken. Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
• Probeer de batterijen nooit met bijvoorbeeld een naald of mes open te maken. Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
NEDERLANDS
23
Gebruik van de afstandbediening
1
2
3
4
NEDERLANDS
5 6
7
1 Functioneert hetzelfde als de toets
van het hoofdtoestel.
2 • Functioneer t hetzelfde als de BAND toets
tijdens het luisteren naar de radio. De golfband verandert door iedere druk op deze toets.
Functioneert niet als PROG/DISC + toets.
3 • Fungeer t als de toets PRESET wanneer u
naar de radio luistert.
Door iedere druk op de toets verhoogt het voorkeuzezendernummer en wordt op de gekozen zender afgestemd.
Functioneert niet als DISC – toets.
4 Werkt hetzelfde als de bedieningsknop op de
hoofdeenheid.
Opmerking: Werkt niet bij het aanbrengen van wijzigingen in de modus voor algemene instellingen.
5 Voor het selecteren van de geluidsmodus.
Elke keer wanneer u op SCM (Sound Control Memory) drukt, wordt er een andere geluidsmodus geselecteerd.
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de FUNC (Functie) toets.
7 • Voor het opzoeken van een z ender tijdens het
luisteren naar de radio.
Voor versnelde weergave van een fragment in voor- en achterwaartse richting wanneer u tijdens weergave van een CD de toets ingedrukt houdt.
Voor het verspringen naar het begin van het volgende fragment of het spelende (of voorgaande) fragment wanneer u tijdens weergave van een CD k ort op de toets drukt.
24

PROBLEMEN OPLOSSEN

Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
Symptomen
• CD kan niet worden afgespeeld.
• Geluid van de CD wordt soms onderbroken.
• Geluid wordt soms onderbroken.
• Er komt geen geluid uit de speakers.
• Automatisch instellen van zenders – SSM (Strong­station Sequential Memory) – functioneert niet.
• U hoort ruis terwijl u naar de radio luistert.
• Op het afleesvenster verschijnt de tekst “NO DISC”.
• De CD laat zich niet uitwerpen.
• CD kan niet worden afgespeeld en springt niet terug.
Oorzaken
CD zit ondersteboven in het apparaat.
U rijdt op een hoXbbelige weg.
Er zitten krassen op de CD. Verkeerde verbindingen.
Verkeerde verbindingen.
Het volume is ingesteld op het minimale niveau.
Verkeerde verbindingen.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
Er is geen CD geplaatst.
De CD-lade is vergrendeld.
Misschien werkt de CD-speler niet goed meer.
Oplossingen
Plaats de CD op de juiste manier in CD-lade.
Stop met afspelen op hobbelige wegen.
Gebruik een andere CD. Controleer kabels en
aansluitingen. Controleer kabels en
aansluitingen. Pas het geluid aan totdat het
optimale niveau is bereikt. Controleer kabels en
aansluitingen. Leg de zenders handmatig vast.
Zorg dat de antenne stevig vast zit.
Plaats de CD op de gebruikelijke manier.
Hef de vergrendeling van de CD-lade op (zie bladzijde 16).
Houd seconden lang de toetsen CD en SEL tegelijkertijd ingedrukt. Te drukken en let op dat de CD niet op de grond valt na het uitwerpen.
en 0 enkele
NEDERLANDS
• Het apparaat werkt helemaal niet.
Soms functioneert de ingebouwde microcomputer niet goed ten gevolge van lawaai, enzovoorts.
Houd SEL en gelijktijdig een paar seconden ingedrukt om de eenheid opnieuw in te stellen (de instelling voor de klok en de voorkeurzenders worden uit het geheugen gewist). (Zie bladzijde
2.)
beide
25

ONDERHOUD

Omgaan met CD’s
Deze eenheid is gemaakt om CDs met de onderstaande opdrukken af te spelen.
COMPACT
DIGITAL AUDIO
Andere CDs kunnen niet worden afgespeeld.
De manier waarop u met CD’s moet omgaan
Wanneer u een CD uit het opbergdoosje haalt, moet u het rondje in het midden van de doos naar beneden duwen en de CD uit het doosje halen terwijl u hem aan de rand vasthoudt.
Houd de CD altijd aan de randen vast. Kom niet aan vlak met de opnames.
Wanneer u de CD wilt opbergen, leg deze dan zachtjes om het rondje in het midden (bedrukte vlak naar boven).
NEDERLANDS
Berg de CDs na gebruik altijd op in het doosje.
CD’s schoonhouden
Het geluid kan verkeerd worden weergegeven als de CD vuil is. Als een CD vuil wordt, moet u hem afvegen met een zachte doek door de doek in een rechte lijn van het midden naar de rand te bewegen.
Nieuwe CD’s afspelen
Sommige nieuwe CD’s hebben oneffenheden langs de binnen- of buitenrand. Soms worden dergelijke CDs door het apparaat geweigerd. U kunt deze oneffenheden verwijderen door de randen glad te wrijven met een potlood, ballpoint enz.
Haperingen:
De CD kan haperen wanneer u op hobbelige wegen rijdt. Het apparaat en de CD worden hierdoor niet beschadigd, maar het is wel storend. Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen wanneer u op dergelijke wegen rijdt.
26
Rondje in het midden
Condensvorming
In onderstaande gevallen kan zich condens vormen op de lens in de CD-speler:
Nadat de verwarming in de auto is aangezet.
Wanneer het erg vochtig wordt in de auto.
Soms zal de CD-speler hierdoor niet meer goed werken. In dat geval moet u de CD uit de CD­lade halen en moet u het apparaat een paar uur aan laten staan totdat het vocht is verdampt.
Wanneer u een CD-R (Recordable) afspeelt
Op deze ontvanger kunt u uw originele CD-R’s afspelen.
Lees alvorens een CD-R af te spelen eerst de instructies en waarschuwingen aandachtig door.
Sommige CD-Rs die op CD-recorders zijn opgenomen kunnen niet op deze ontvanger worden afgespeeld vanwege bepaalde kenmerken die deze CD-R’s hebben. Andere oorzaken van afspeelproblemen zijn:
Beschadigingen of vuil op de CD. Vocht of condensatie op de lens van de
CD-speler.
Vuil op de lens van de laser in de speler.
Speel alleen CD-Rs af die volledig zijn
afgewerkt (finilized).
CD-RWs (Rewritables of herschrijfbare CD’s) kunnen niet op deze ontvanger worden afgespeeld.
Gebruik geen CD-Rs waarop stickers of labels zijn geplakt. Deze schijven kunnen tot storingen leiden.
LET OP!
Plaats geen 8-cm CDs (CD-singles) in de CD­lade. (Deze CD’s kunnen niet terugspringen.)
Plaats geen CDs met een ongewone vorm (bijvoorbeeld hartvormig) in de CD-lade; dit zal problemen veroorzaken.
Stel CDs niet bloot aan direct zonlicht of een andere warmtebron en leg ze niet neer op plaatsen waar het zeer warm of vochtig is.
Gebruik geen oplosmiddelen (zoals reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray, verdunningsmiddelen, wasbenzine, enz.) om CD’s te reinigen.

SPECIFICATIES

GELUIDSVERSTERKER
(Voor KD-S811R) Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 45 W per kanaal Achterin: 45 W per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin: 17 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8 % totale harmonische vervorming van het geluid.
Achterin: 17 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8 % totale harmonische vervorming van het geluid.
(Voor KD-S713R/KD-S711R) Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 40 W per kanaal Achterin: 40 W per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin: 16 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8 % totale harmonische vervorming van het geluid.
Achterin: 16 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8 % totale harmonische vervorming van het geluid.
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 Ω)
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 Ω)
Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):
65 dB Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 15 000 Hz Stereo-scheiding: 30 dB Vangbereik: 1,5 dB
[MG-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV Selectiviteit: 35 dB
[LG-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
CD-SPELER
Type: CD-speler Signaaldetectiesysteem: Pickup-lens
(halfgeleider-laser) Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo) Weergavekarakteristiek: 5 Hz tot 20 000 Hz Dynamisch vermogen: 96 dB Signaal/ruisverhouding: 98 dB Zweving: Minder dan de meetbare limiet
NEDERLANDS
Belastingsimpedantie: 4 (speling 4 tot 8 Ω) Regelbereik tonen:
Bas: ±10 dB bij 100 Hz
Treble: ±10 dB bij 10 kHz Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz Signaal/ruisverhouding: 70 dB Uitgangsvermogen/Impedantie:
2,0 V/20 kΩ belasting (maximaal vermogen) Uitgangsimpedantie: 1 k
RADIO
Frequentiebereik:
FM: 87,5 MHz tot 108,0 MHz
AM: (MG) 522 kHz tot 1 620 kHz
(LG) 144 kHz tot 279 kHz
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 V
(speling 11 V tot 16 V) Aardingssysteem: Negatieve aarding Bedrijfstemperatuur: 0°C tot + 40°C Afmetingen (breedte × hoogte × diepte):
Afmetingen apparaat (ten behoeve van
installatie): 182 mm × 52 mm × 150 mm
Afmetingen paneel:
188 mm × 58 mm × 14 mm
Gewicht: 1,3 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
27
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
EN, GE, FR, NL
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
1100HISFLEJES
JVC
KD-S811R
184 mm
53 mm
KD-S713R KD-S711R
Handleiding voor installatie/aansluiting Manual de instalación/conexión Manuale d’installazione/collegamento
GET0013-004A
[E]
1100HISFLEJES
JVC
NL, SP, IT
NEDERLANDS
Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische systemen die
werken op 12 V gelijkstroom met negatieve aarding.
INSTALLATIE (INBOUW IN HET DASHBOARD)
Op de volgende afbeelding kunt u zien hoe de installatie, normaal
gesproken, in zijn werk gaat. U moet echter bij de installatie rekening houden met de bijzonderheden van uw eigen auto. Neem bij vragen of voor meer bijzonderheden over inbouwpakketten contact op met uw JVC car audio dealer of een dealer of een bedrijf dat inbouwpakketten levert.
1
Voordat u aan de montage van het apparaat begint: Druk
op bedieningspaneel wilt loskoppelen indien dit aan de eenheid is vastgekoppeld.
* Standard wordt het bedieningspaneel bij het verlaten van
2
Verwijder de sierplaat.
3
Verwijder het huis nadat u de klemmen hebt losgemaakt.
1 Zet het apparaat rechtop.
2 Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, tussen het
3 Verwijder het huis.
4
Installeer het huis in het dashboard.
* Nadat het huis op de juiste wijze in het dashboard is
5
Maak de bevestigingsbout aan de achterkant van het apparaat vast en plaats de rubberdop over het uiteinde van de bout.
6
Breng de vereiste elektrische verbindingen tot stand.
7
Schuif het apparaat in het huis totdat het vergrendeld is.
8
Bevestig de sierplaat zodanig dat het uitstekende deel van de plaat aan de linkerkant van de eenheid vast komt te zitten.
9
Bevestig het bedieningspaneel.
(het bedieningspaneel vrijgeven) alsu u het
de fabriek los verpakt meegeleverd.
Opmerking: Wanneer u het apparaat rechtop zet, moet u erop letten dat u de zekering aan de achterkant niet beschadigt.
apparaat en het huis, om de klemmen los te maken.
Opmerking: Bewaar de hendels nadat u het apparaat hebt geïnstalleerd, zodat u ze ook in de toekomst kunt gebruiken.
geplaatst, moet u de palletjes, zoals afgebeeld, stevig op hun plaats duwen.
ESPAÑOL
Esta unidad está diseñada para funcionar con 12 V de CC, con
sistemas eléctricos de masa NEGATIVA.
INSTALACION (MONTAJE EN EL TABLERO DE INSTRUMENTOS)
La siguiente ilustración muestra una instalación típica. Sin
embargo usted deberá efectuar los ajustes correspondientes a su automóvil. Si tiene alguna pregunta o necesita información acerca de las herramientas para instalación, consulte con su concesionario de JVC de equipos de audio para automóviles o a una compañía que suministra tales herramientas.
1
Antes de instalar: Pulse (soltar panel de control) para separar el panel de control si ya está unido.
* Cuando se envía de la fábrica, el panel de control está
embalado en el estuche duro.
2
Retire la placa de guarnición.
3
Retire la cubierta después de desenganchar los retenes de la cubierta.
1 Ponga la unidad vertical.
Nota: Al poner la unidad vertical, tenga cuidado de no dañar el fusible provisto en la parte posterior.
2 Inserte las 2 manijas entre la unidad y la cubierta tal
como en la ilustración y desenganche los retenes de la cubierta.
3 Retire la cubierta.
Nota: Después de instalar la unidad, asegúrese de guardar las manijas para uso futuro.
4
Instale la cubierta en el tablero de instrumentos. * Después de que la cubierta esté correctamente instalada
en el tablero de instrumentos, doble las lengüetas correspondientes para sostener la cubierta firmemente en su lugar, tal como se muestra.
5
Fixe el perno de montaje ou la parte trasera del cuerpo de la unidad y coloque el cojín de goma sobre el extremo del perno.
6
Realice las conexiones eléctricas requeridas.
7
Deslice la unidad dentro de la cubierta hasta que quede trabada.
8
Coloque la placa de guarnición de manera que el saliente de la misma quede colocado en el lateral izquierdo de la unidad.
9
Coloque el panel de control.
ITALIANO
L’apparecchio è destinato a funzionare su impianti elettrici da 12 V CC, con massa NEGATIVA.
INSTALLAZIONE (MONTAGGIO SUL CRUSCOTTO)
La figura che segue rappresenta un’installazione tipica. Naturalmente, sono possibili adattamenti in funzione del tipo di vettura. Per eventuali chiarimenti in merito ai kit d’installazione, rivolgersi al locale rivenditore car audio JVC o a negozi analoghi.
1
Operazioni preliminari al montaggio:
(sgancio del pannello di comando) per staccare il pannello di comando (se già inserito).
* Di fabbrica, il pannello di comando viene fornito in
contenitore rigido.
2
Togliere la piastra di finitura.
3
Togliere la protezione dopo aver sganciato i relativi blocchi.
1
Posizionare l’apparecchio.
Nota:
Nel posizionare lapparecchio, fare attenzione a
non danneggiare il fusibile sul posteriore.
2
Inserire le 2 maniglie tra lapparecchio e la protezione come illustrato per sganciare i blocchi.
3
Togliere la protezione.
Nota:
Una volta ultimate le operazioni d’installazione,
conservare le maniglie per uso futuro.
4
Installare la protezione nel cruscotto. * Verificare la correttezza dellinstallazione della protezione
nel cruscotto, quindi piegare le linguette che tengono in posto la protezione, come illustrato.
5
Fissare il bullone di montaggio sul retro dellapparecchio e collocare il gommino sull’estremità del bullone stesso.
6
Eseguire i necessari collegamenti elettrici.
7
Far scorrere lapparecchio nella protezione finché non risulta bloccato.
8
Applicare la piastra di finitura in modo che la relativa sporgenza venga fissata al lato sinistro dell’unità.
9
Inserire il pannello di comando.
Premere
3
Zekering
Fusible
Fusibile
Hendels
Manijas
Maniglie
Sleuf
Ranura
Feritoia
1
Vergrendelingsplaat
Placa de bloqueo
Piastra di bloccaggio
8
2
Huis
Cubierta
Protezione
7
Rubberdop
Cojín de goma
Gommino
4
4
Dashboard
Tablero de instrumentos
Cruscotto
5
Bevestigingsbout
Perno de montaje
Bullone di montaggio
6
Zie ELEKTRISCHE VERBINDINGEN.
*
Véase CONEXIONES ELECTRICAS.
Vedere COLLEGAMENTI ELETTRICI.
Huis
Cubierta
Protezione
9
Sierplaat
Placa de guarnición
Piastra di finitura
• Wanneer u de steun gebruikt (facultatief)
• Cuando emplea un soporte opcional
• Utilizzo del supporto supplementare
Sluitring
Arandela
Dashboard
Tablerode instrumentos
Cruscotto
Lavatrice
Brandscherm
Tabique a prueba de incendios
Parete antincendio
Steun (facultatief)
Soporte (opción)
Supporto (opzionale)
Contra-moer
Tuerca de seguridad
Dado di fermo
• Wanneer u het apparaat zonder huis installeert
• Instalación de la unidad sin utilizar la manga
• Installazione dell’apparecchio senza protezione
Voorbeeld: Bij een Toyota moet u eerst de autoradio verwijderen en daarna het apparaat installeren.
En un Toyota por ejemplo, primero extraiga la radio del automóvil y luego instale la unidad en su lugar.
Ad esempio, in una Toyota, si deve innanzi tutto togliere la radio ed installare poi lapparecchio in suo luogo.
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Tornillos tipo plano (M5 x 6 mm)*
Viti a testa piana (M5 x 6 mm)*
Console*
Ménsula*
Staffa*
* Niet bij dit apparaat inbegrepen.
* No suministrado con esta unidad.
* Non fornite con l’apparecchio.
Huis
Cubierta
Protezione
Verwijderen van het apparaat
Voordat u het apparaat verwijdert, moet u het achtergedeelte losmaken.
1
Verwijder het bedieningspaneel.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, in de sleuven. Daarna duwt u de hendels zachtjes uit elkaar en kunt u het apparaat naar buiten schuiven. (Bewaar de hendels nadat u het
apparaat hebt geïnstalleerd!)
Schroef (facultatief)
Tornillo (opción)
Vite (opzionale)
Bevestigingsbout
Perno de montaje
Bullone di montaggio
Opmerking: Wanneer u het apparaat aan de bevestigingsklem vastmaakt, moet u de 6 mm lange schroeven gebruiken. Als u langere schroeven gebruikt, kan het apparaat worden beschadigd.
Nota: Cuando instala la unidad en la ménsula de montaje, asegúrese de utilizar los tornillos de 6 mm de longitud. Si se utilizan tornillos más largos, éstos pueden dañar la unidad.
Nota:
Durante linstallazione dellapparecchio sulla staffa di montaggio, utilizzare esclusivamente
le viti da 6 mm. Si ricorda che luso di viti più lunghe potrebbe danneggiare l’apparecchio.
Extracción de la unidad
Antes de extraer la unidad, libere la sección trasera.
1
Extraiga el panel de control.
2
Retire la placa de guarnición.
3
Inserte las 2 manijas entre las ranuras, como se muestra. Luego, separe gentilmente las manijas y extraiga la unidad.
(Asegúrese de conservar las manijas después de instalarlo.)
Zak
Compartimiento
Tascabile
Rimozione dell’apparecchio
Prima di rimuovere lapparecchio, sganciare la parte posteriore.
1 2 3
Console*
Ménsula*
Staffa*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Tornillos tipo plano (M5 x 6 mm)*
Viti a testa piana (M5 x 6mm)*
Togliere il pannello di comando. Togliere la piastra di finitura. IInserire le 2 maniglie nelle guide, come indicato. A questo
punto, tirare delicatamente le maniglie allontanandole l’una dallaltra, quindi estrarre lapparecchio.
(Conservare le
maniglie per uso futuro.)
Bedieningspaneel
Panel de control
Panello di comando
Lijst van onderdelen die u bij installatie en aansluiting nodig hebt
De volgende onderdelen worden bij het apparaat geleverd. Installeer ze op de juiste wijze, nadat u ze hebt gecontroleerd.
Behuizing/Bedieningspaneel
Estuche duro/Panel de control
Contenitore/Pannello di comando
Sierplaat
Placa de guarnición
Piastra di finitura
Lista de piezas para instalación y conexión
Con esta unidad se suministran las siguientes piezas. Después de inspeccionarlas, colóquelas correctamente.
Huis
Cubierta
Protezione
321
Hendel
Manija
Maniglia
Componenti da usare per l’installazione ed il collegamento
Assieme allapparecchio vengono forniti i componenti sottoindicati. Prima di procedere, verificare che tutto sia in ordine.
Sierplaat
Placa de guarnición
Piastra di finitura
Stroomkabel
Cordón de alimentación
Cavo di alimentazione
Hendels
Manijas
Maniglie
Sluitring (ø5)
Arandela (ø5)
Lavatrice (ø5)
Bevestigingsbout (M5 x 20 mm)
Perno de montaje (M5 x 20 mm)
Bullone di montaggi (M5 x 20 mm)
Contra-moer (M5)
Tuerca de seguridad (M5)
Dado di fermo (M5)
Rubberdop
Cojín de goma
Gommino
NEDERLANDS
ESPAÑOL
ITALIANO
ELEKTRISCHE VERBINDINGEN
Om kortsluiting te voorkomen adviseren wij u om de minpool van de accu los te maken en alle elektrische verbindingen tot stand te brengen voordat u het apparaat in de auto installeert. Als u niet zeker weet hoe u dit apparaat moet installeren, kunt u dit beter door een daartoe gekwalificeerde technicus laten doen.
Opmerking:
Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische systemen die werken op 12 V gelijkstroom met negatieve aarding. Als uw auto niet is uitgerust met een dergelijk systeem, is een spanningsomzetter vereist. Dit instrument kan worden aangeschaft bij JVC car audio dealers.
Vervang de zekering door een exemplaar met het aangegeven
vermogen. Als de zekering vaak doorslaat, moet u uw JVC car audio dealer raadplegen.
Als u geluidsproblemen hebt
De krachtschakeling van dit apparaat heeft een ingebouwd geluidsfilter. In sommige voertuigen zijn tikgeluiden of andere ongewenste geluiden te horen. Als dit gebeurt, moet u de massaklem aan de achterkant (zie aansluitingsschema) aan het chassis van de auto vastmaken met behulp van een kortere en dikkere kabel, zoals kopermanteldraad of tellerkabel. Als het geluid niet verdwijnt, moet u contact opnemen met uw JVC car audio dealer
Voor KD-S811R – Het maximum ingangsvermogen van de speakers
moet achterin meer dan 45 W zijn en voorin 45 W, met een impedantie van 4 tot 8 Ω.
Voor KD-S713R/KD-S711R – Het maximum ingangsvermogen van
de speakers moet achterin meer dan 40 W zijn en voorin 40 W, met een impedantie van 4 tot 8 Ω.
Zorg ervoor dat dit apparaat door middel van een aardkabel is
verbonden met het chassis van de auto.
De warmte-opnemer kan na gebruik erg heet worden. Raak de
warmte-opnemer niet aan wanneer u dit apparaat van zijn plaats haalt.
.
CONEXIONES ELECTRICAS
Para evitar cortocircuitos, recomendamos que desconecte el terminal negativo de la batería y que efectúe todas las conexiones eléctricas antes de instalar la unidad. Si usted no está seguro de cómo instalar correctamente la unidad, hágala instalar por un técnico cualificado.
Nota: Esta unidad está diseñada para funcionar con 12 V de CC, con sistemas eléctricos de masa NEGATIVA. Si su vehículo no posee
este sistema, será necesario un inversor de tensión, que puede ser adquirido en los concesionarios de JVC de equipos de audio para automóviles.
Reemplace el fusible por uno con la corriente especificada. Si el fusible se quemase frecuentemente consulte con su concesionario de JVC de equipos de audio para automóviles.
Si el ruido fuese un problema... Esta unidad tiene un filtro de ruido en el circuito de alimentación. Sin embargo, en algunos vehículos, pueden producirse chasquidos u otros ruidos indeseados. En tal caso conecte el terminal de tierra posterior (véase diagrama de conexión) del receptor al chasis del automóvil, utilizando cordones más gruesos y cortos tales como alambre de cobre trenzado o de grueso calibre. Si el ruido persiste, consulte a su concesionario de JVC de equipos de audio para automóvil.
Para KD-S811R – La entrada máxima de los altavoces traseros debe ser mayor de 45 W y la de los delanteros de 45 W, con una impedancia de 4 a 8 Ω.
Para KD-S713R/KD-S711R – La entrada máxima de los altavoces traseros debe ser mayor de 40 W y la de los delanteros de 40 W, con una impedancia de 4 a 8 Ω.
Asegúrese de conectar esta unidad a tierra en el chasis del automóvil.
El sumidero térmico estará muy caliente después del uso. Asegúrese de no tocarlo al desmontar esta unidad.
COLLEGAMENTI ELETTRICI
Per evitare cortocircuiti, si consiglia di scollegare il terminale negativo della batteria e di realizzare tutti i collegamenti elettrici prima dinstallare lapparecchio. Se necessario, fare effettuare linstallazione da un tecnico qualificato.
Nota:
Lapparecchio è studiato per funzionare su impianti elettrici da 12 V CC, con massa NEGATIVA. Se limpianto della vettura è di tipo
diverso, è necessario un invertitore di tensione, reperibile presso i venditori car audio JVC.
Sostituire il fusibile con uno della potenza specificata. Se il fusibile si brucia spesso, rivolgersi al locale rivenditore car audio JVC.
In caso di rumorosità... Nel circuito di alimentazione dell’apparecchio è presente un filtro antirumore. Però, in alcuni tipi di vetture, si possono avvertire rumori indesiderati. In tal caso, collegare il dellapparecchio (cfr. schema di collegamento) al telaio dellauto utilizzando cavi più corti e più spessi (ad esempio, calza metallica di rame o filo di calibro maggiore). Se il rumore persiste, rivolgersi al locale rivenditore car audio JVC.
Per KD-S811R – L’ingresso massimo delle casse dev’essere superiore a 45 W sul retro e 45 W sul davanti, con impedenza di
4 – 8
Per KD-S713R/KD-S711R – L’ingresso massimo delle casse devessere superiore a 40 W sul retro e 40 W sul davanti, con impedenza di
Mettere a terra lapparecchio sul telaio dellauto.
Dopo luso, il dissipatore di calore si surriscalda. Evitare di toccarlo
quando si estrae l’apparecchio.
.
4 – 8
Warmte-opnemer
Sumidero térmico
Dissipatore di calore
.
terminale di terra sul posteriore
A Normale verbindingen / Conexiones tipicas / Collegamenti tipici
Alvorens de verbindingen tot stand te brengen: moet u de bedrading in de auto zorgvuldig. Het apparaat kan door verkeerde verbindingen ernstige schade oplopen.
1
Sluit de gekleurde snoerdraden van de stroomkabel in de hierna genoemde volgorde aan op de accu van de auto, de luidsprekers en de antenne (indien aanwezig).
1 Zwart: aarde 2 Geel: naar de accu van de auto (constant 12 V) 3 Rood: naar de aansluitklem van de accessoire 4 Blauw met witte streep: naar de antenne (Max. 200 mA.) 5 Bruin: Naar het mobiele-telefoonsysteem (Lees voor
meer informatie de instructies die bij de mobiele telefoon worden geleverd.)
6 Andere: naar de speakers
2
Sluit de antenne aan.
3
Verbind de draadbundel daarna met het apparaat.
Opmerking: Als uw voertuig niet beschikt over een aansluitklem, moet u de zekering verplaatsen van stand 1 (beginstand) naar stand 2 en moet u de rode draad (A7) met de pluspool (+) van de accu verbinden.
In dit geval wordt de gele draad (A4) niet gebruikt.
UITSLUITEND KD-S811R SOLO PARA KD-S811R
SOLO PER KD-S811R
Massaklem aan de achterkant
Terminal de tierra posterior
Terminale di terra posteriore
Uitgang (zie schema
Salida de línea (véase diagrama
Uscita linea (cfr. schema
*1: Voordat u controleert of het apparaat werkt (alvorens
het te installeren), moet deze draad aangesloten zijn. Als dit niet het geval is, kan de stroom niet worden ingeschakeld.
*1: Antes de comprobar el funcionamiento de esta unidad
previa a de la instalación, es necesario conectar este cable, de lo contrario no se podrá conectar la alimentación.
*1: Per poter verificare il funzionamento dell’apparecchio
prima dellinstallazione, è necessario avere già collegato questo filo (altrimenti è impossibile accendere lapparecchio).
B )
B
B )
)
Aansluitpunt antenne
Terminal de la antena
Terminale per antenna
3
2
Naar antenne
A la antena
Sullantenna
Antes de la conexión: Verifique atentamente el conexionado del vehículo. Una conexión incorrecta podría producir daños graves en la unidad.
1
Conecte los conductores de color del cable de alimentación a la batería del automóvil, altavoces y antena motriz (si la hubiere) en la secuencia siguiente.
1 Negro: a tierra 2 Amarillo: a la batería del automóvil (12 V constantes) 3 Rojo: a un terminal de accesorio 4 Azul con rayas blancas: a la antena motriz (máx. 200 mA) 5 Marrón: al sistema de teléfono celular (para mayor
información, refiérase a las instrucciones del teléfono celular.)
6 Otros: a los altavoces
2
Conecte el cable de antena.
3
Por último, conecte el cable de alimentación a la unidad.
Nota: Si su vehículo no dispone de ningún terminal para accesorios, mueva el fusible de la posición 1 (posición inicial) a la posición 2, y conecte el conductor rojo (A7) al terminal positivo (+) de la batería.
En este caso, no se utiliza el conductor amarillo (A4).
B110B3 B5 B7
B2 B4 B6 B8
A5 A7
A2 A4 A6
A8
Zwart
Negro
Nero
VOOR KD-S811R PARA KD-S811R
PER KD-S811R
Zekering 15 A
Fusible de 15 A
Fusibile 15 A
A8
1
1
Geel *
Amarillo*
Giallo*
1
1
A4
2
Rood
Rojo
Rosso
Blauw met witte streep
Azul con rayas blancas
Blu a strisce bianche
Bruin / Marrón /
A7
Marrone
Prima del collegamento:
della vettura. Si ricorda che un collegamento improprio può danneggiare seriamente l’apparecchio.
1
Collegare i fili colorati del cavo di alimentazione alla batteria dellauto, alle casse ed allantenna (se presente) nella sequenza indicata.
1
Nero: massa
2
Giallo: alla batteria dellauto (12 V costanti)
3
Rosso: ad un terminale per accessori
4
Blu a strisce bianche: allantenna (200 mA max.)
5
Marrone: al cellulare (Per i particolari, vedere le instruzioni del telefono cellulare.)
6
Altri: alle casse
2
Collegare il cavo dell’antenna.
3
Infine, collegare i cablaggi all’apparecchio.
Nota:
Se la vettura non dispone di terminale per accessori, spostare il fusibile dalla posizione 1 (posizione iniziale) alla posizione 2, collegare il filo rosso (A7) sul terminale della batteria con segno positivo (+).
In questo caso, non si usa il filo giallo (A4).
B1 B3 B5 B7
B2 B4 B6 B8
A5 A7
A2 A4 A6 A8
VOOR KD-S713R/KD-S711R PARA KD-S713R/KD-S711R
PER KD-S713R/KD-S711R
Zekering 10 A
Fusible de 10 A
Fusibile 10 A
Naar metalen ondergrond of chassis van de auto
A un cuerpo metálico o chasis del automóvil
Sulla carrozzeria metallica o sul telaio dellauto
Naar een onder spanning staande aansluitklem in het zekeringblok die is aangesloten op de accu van de auto (u passeert de ontstekingsschakelaar)
A un terminal activo del bloque de fusibles conectado a la batería del automóvil (desviando el interruptor de encendido)
Su un terminale sotto tensione nel blocco fusibili che si collega alla batteria dellauto (bypassando linterruttore di accensione)
Naar een aansluitklem in het zekeringblok
A un terminal accesorio del bloque de fusibles
3
Su un terminale per accessori nel blocco fusibili
A5
Naar de antenne (indien aanwezig)
A la antena motriz, si la hubiere
4
Sullantenna, se presente
Niet bij het apparaat inbegrepen.
*
No suministrado con esta unidad.
Non fornito con lapparecchio.
A2
Naar het mobiele-telefoonsysteem
Al sistema de teléfono celular
5
Al cellulare
Zekering, stand 2
Posición 2 del fusible
Posizione 2 del fusibile
Zekering, stand 1
Posición 1 del fusible
Posizione 1 del fusibile
1
Verificare attentamente il cablaggio
Contactschakelaar
*
Interruptor de encendido
Interruttore di accensione
*
Zekeringblok
bloque de fusibles
Blocco fusibili
Wit met zwarte streep
Blanco con rayas negras
Bianco a strisce nere
B6 B5 B4 B3 B8 B7 B2 B1
Wit
Blanco
Bianco
Linkerspeaker (voorin)
Altavoz izquierdo (frontal)
Cassa sinistra (anteriore)
6
Grijs met zwarte streep
Gris con rayas negras
Grigio a strisce nere
Grijs
Gris
Grigio
Rechterspeaker (voorin)
Altavoz derecho (frontal)
Cassa destra (anteriore)
Groen met zwarte streep
Verde con rayas negras
Verde a strisce nere
Groen
Paars met zwarte streep
Verde
Púrpura con rayas negras
Verde
Porpora a strisce nere
Linkerspeaker (achterin)
Altavoz izquierdo (trasero)
Cassa sinistra (posteriore)
Paars
Púrpura
Porpora
Rechterspeaker (achterin)
Altavoz derecho (trasero)
Cassa destra (posteriore)
L
R
+
-
+
-
+
-
+
-
L
R
+
-
+
-
+
-
+
-
VOORZORGSMAATREGELEN bij het verbinden van de stroomkabeldraad met de speakers:
Verbind de speakerdraden van de stroomkabel NIET met de accu van de auto; als u dit wel doet, zal het apparaat ernstige schade oplopen.
Sluit de zwarte draad (aarde), de gele draad (naar de accu van de auto, constant 12 V) en de rode draad (naar de aansluitklem van de accessoire) op de juiste wijze aan.
VOORDAT u de speakerdraden van de stroomkabel met de speakers verbindt, moet u de bedrading van de speakers in uw auto controleren.
– Als de bedrading van de speakers eruitziet zoals
hieronder staat afgebeeld in Fig. 1 en Fig. 2, mag het
apparaat NIET worden aangesloten met behulp van deze oorspronkelijke speakerbedrading. Als u dat wel doet, zal het apparaat ernstige schade oplopen. Pas de bedrading van de speakers aan, zodat u het apparaat met de speakers kunt verbinden, zoals staat afgebeeld in Fig. 3.
– Als de bedrading van de speakers eruitziet zoals staat
afgebeeld in Fig. 3, kunt u het apparaat aansluiten met
behulp van de oorspronkelijke speakerbedrading in uw auto.
– Als u twijfels hebt over de speakerbedrading in uw auto,
moet u contact opnemen met uw autodealer.
PRECAUCIONES sobre las conexiones de la fuente de alimentación y de los altavoces:
NO conecte los conductores de altavoz del cable de alimentación a la batería de automóvil, pues podrían producirse graves daños en la unidad.
Conecte correctamente el conductor negro (a tierra), el conductor amarillo (a la batería del automóvil, 12 V constantes), y el conductor rojo (a un terminal de accesorio).
ANTES de conectar a los altavoces los conductores de altavoz del cable de alimentación, verifique el conexionado de altavoz de su automóvil.
– Si el conexionado de altavoz de su automóvil es como
se indica en las Fig. 1 y Fig. 2 de abajo, NO conecte la
unidad utilizando ese conexionado de altavoz original. Si lo hace, se producirán daños graves en la unidad. Vuelva a efectuar el conexionado de altavoz de manera que pueda conectar la unidad a los altavoces de la manera indicada en la Fig. 3.
– Si el conexionado de altavoz de su automóvil es como
se indica en la Fig. 3, podrá conectar la unidad utilizando
el conexionado de altavoz original de su automóvil.
Si tiene dudas sobre el conexionado de altavoz de su
automóvil, consulte con su concesionario.
PRECAUZIONI! Collegamento del cavo di alimentazione e delle casse:
NON collegare i fili del cavo di alimentazione per le casse alla batteria dellauto perché l’apparecchio ne verrebbe seriamente danneggiato.
Realizzare il corretto collegamento dei seguenti fili: filo nero
(massa), filo giallo (alla batteria dellauto, 12 V costanti) e filo rosso (ad un terminale per accessori).
PRIMA di collegare i fili del cavo si alimentazione per le casse alle casse stesse, verificare il relativo cablaggio sulla vettura.
Se il cablaggio per le casse sulla vettura risulta come
illustrato nelle Fig. 1 e Fig. 2 qui sotto,
lapparecchio usando il cablaggio originale, perché si danneggia seriamente l’apparecchio. Rifare il cablaggio delle casse in modo d poter collegare lapparecchio alle casse come illustrato nella Fig. 3.
Se il cablaggio delle casse sulla vettura risulta come
illustrato in Fig. 3,
si può collegare lapparecchio usando il
cablaggio per casse originale presente in vettura.
– In caso di dubbio, rivolgersi alla propria concessionaria auto.
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
NON collegare
Fig. 2Fig. 1 Fig. 3
Aansluiting van de gekleurde draden / Conexión de los conductores / Collegamento dei fili
Draai de kerndraden om elkaar heen wanneer u ze wilt aansluiten.
Retuerce los alambres de alma para conectarlos.
Nel collegamento torcere i fili del nucleo.
B Aansluitingen voor het toevoegen van andere apparatuur / Conexiones para añadir otros equipos / Collegamento di altre apparecchiature
Versterker / Amplificador / Amplificatore
Het is mogelijk om uw autostereosysteem uit te breiden met een versterker.
Verbind de externe kabel (blauw met witte streep) met de externe kabel van het andere apparaat zodat deze op afstand vanaf deze apparaat kan worden bediend.
Alleen voor een versterker:Verbind de uitgang van het apparaat met de ingang van de
versterker.
– Koppel de speakers van dit apparaat los en verbind ze
aan de versterker. Gebruik de speakerdraden van dit apparaat niet. (Plak de annsluitklemmen van deze speakerdraden met isolatieband af zoals hierboven is afgebeeld.)
Achterspeakers
Altavoces posteriores
Casse posteriori
INPUT
L
R
Signaalkabel (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
Cable de señal (no suministrado con esta unidad)
Cavo dei segnali (non fornito con l’apparecchio)
Voorspeakers
Altavoces delanteros
Casse frontali
L
R
L
L
R
R
JVC Versterker
Amplificador de JVC
Amplificatore JVC
LINE OUT
L
FRONT
REAR
R
KD-S811R KD-S713R KD-S711R
Soldeer de kerndraden zodat ze stevig vast zitten.
Suelde los alambres de alma para conectarlos con firmeza.
Saldare i fili del nucleo in modo da collegarli perfettamente.
Usted podrá conectar un amplificador para mejorar el sistema estéreo de su automóvil.
Conecte el conductor remoto (azul con rayas blancas) al conductor remoto del otro equipo para poderlo controlar a través de esta unidad.
lo para el amplificador:Conecte los terminales de salida de línea de esta unidad
con los terminales de entrada de línea del amplificador.
Desconecte los altavoces de esta unidad y conéctelos al
amplificador. Los cables de los altavoces de esta unidad quedan sin usar. (Cubra los terminales de estos cables sin usar con cinta aislante, tal comose indica en la figura de arriba.)
Antennedraad
Cable remoto
Filo remoto
Antennedraad (Blauw met witte streep)
Cable remoto (Azul con rayas blancas)
Filo remoto (Blu a strisce bianche)
INPUT
L
R
UITSLUITEND KD-S811R
U kunt nog een eindversterker voor de voorspeakers aansluiten.
L
Amplificador de JVC
Amplificatore JVC
R
JVC Versterker
Y-connector (niet meegeleverd)
Conector en Y (no suministrado con esta unidad)
Connettore ad Y (non fornito con l’apparecchio)
SOLO PARA KD-S811R
Podrá conector otro amplificador de potencia para los altavoces delanteros.
LET OP / PRECAUCION / ATTENZIONE:
Om kortsluiting te voorkomen, moet u de aansluitklemmen van ONGEBRUIKTE gekleurde draden met isolatieband bedekken.
Para evitar cortocircuitos, cubra los cables NO UTILIZADOS con cinta aislante.
Per evitare cortocircuiti, ricoprire i terminali dei fili INUTILIZZATI con nastro isolante.
È possibile migliorare limpianto stereo dellauto collegando un amplificatore ed altra apparecchiatura.
Collegare il connettore a distanza (blu a strisce bianche) al conduttore a distanza dellaltro apparecchio in modo da poterlo gestire da questa unità.
Solo per lamplificatore:Collegare i terminali di uscita dellapparecchio ai terminali
di entrata dellamplificatore.
– Scollegare le casse dell’apparecchio e collegarle
allamplificatore. Non utilizzare i contatti delle casse dellapparecchio. (Coprire i contatti inutilizzati con nastro isolante, come illustrato nella figura qui sopra.)
LET OP / PRECAUCION / ATTENZIONE:
Om interne verhitting van het apparaat te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat het apparaat ONDER de andere apparatuur wordt geplaatst.
Para evitar el aumento del calor interior de esta unidad, póngala DEBAJO del otro
Naar de antenne (indien aanwezig)
A la antena motriz, si la hubiere
Sullantenna, se presente
Voorspeakers
Altavoces delanteros
Casse frontali
SOLO PER KD-S811R
È possible collegare un altro amplificatore di potenza per le casse anteriori.
equipo.
Per evitare surriscaldamenti allinterno dellunità, collocare questultima SOTTO laltro apparecchio.
PROBLEMEN OPLOSSEN
De zekering slaat door.
* Zijn de rode en de zwarte draden op de juiste manier
aangesloten?
De stroom kan niet worden ingeschakeld.
* Is de gele draad aangesloten?
Er komt geen geluid uit de speakers.
* Is de uitgaande speakerdraad kortgesloten?
Het geluid wordt vervormd.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard? * Zijn de minpolen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
Het apparaat raakt verhit.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard? * Zijn de minpolen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
LOCALIZACION DE AVERIAS
El fusible se quema.
* ¿Están los conductores rojo y negro correctamente conectados?
No es posible conectar la alimentación.
* ¿Está el cable amarillo conectado?
No sale sonido de los altavoces.
* ¿Está el cable de salida del altavoz cortocircuitado?
El sonido presenta distorsión.
* ¿Está el cable de salida del altavoz conectado a masa? * ¿Están los terminales “–” de los altavoces L y R conectados a
una masa común?
La unidad se calienta.
* ¿Está el cable de salida del altavoz conectado a masa? * ¿Están los terminales “–” de los altavoces L y R conectados a
una masa común?
RICERCA GUASTI
Il fusibile brucia.
I fili rossi e neri sono stati collegati correttamente?
*
Non si riesce ad accendere lapparecchio.
*
Il filo giallo è stato collegato?
Non esce alcun suono dalle casse.
*
Il filo di uscita delle casse è stato protetto contro i cortocircuiti?
Suono distorto.
Il filo di uscita delle casse è collegato a terra?
* *
I terminali “–” delle casse di sinistra e destra sono stati collegati a terra in comune?
L’apparecchio si surriscalda.
Il filo di uscita delle casse è stato collegato a terra?
* *
I terminali “–” delle casse di sinistra e destra sono stati collegati a terra in comune?
Loading...