JVC KD-S711R, KD-S713R User Manual [nl]

CD RECEIVER
CD-RECEIVER RECEPTEUR CD CD-RECEIVER
ENGLISH
DEUTSCH
KD-S811R/KD-S713R/ KD-S711R
KD-S811R
KD-S713R
KD-S711R
COMPACT
DIGITAL AUDIO
For installation and connections, refer to the separate manual. Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetreffende handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
FRANÇAIS
NEDERLANDS
GET0013-001A
[E]

Plaats en afbeelding van labels

Onderpaneel van het hoofdtoestel
Benaming/Spanningslabel
Let op:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een hogere klasse laserstraal dan “Klasse 1”.
NEDERLANDS
Het apparaat terugstellen
DANGER: Invisible laser
radiation when op en and interlock failed or defeated. AVOID DIRECT EXPOSURE TOBEAM. (e)
ADVARSEL: Usynlig laser­stråling ved åbning, når sikkerh edsafbryd ere e r u de af funktion. Undgåudsæt­telse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser- strålning när denna del är öppnad och spärren urkopplad. Betrakta strålen. (s)
VARO: Avattaessa ja suo­jalukitus ohitettaessa olet
är
alttiina näkymättömälle
ej
lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f)
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.GEVAAR: Onzichtbare laserstralen wanneer open en interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare laserstralen maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Houd de SEL (selecteren) en de (standby/aan/attenuator) toetsen beide gelijktijdig een
paar seconden ingedrukt. De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
(Standby/Aan/Attenuator)
SEL (selecteren)
Opmerkingen:
• De geheugeninstellingen — zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen — zullen eveneens gewist worden.
• Als er een CD in het apparaat is, zal deze naar buiten komen wanneer u het apparaat terugstelt. Let op dat de CD niet valt.
2
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.

INHOUDSOPGAVE

Het apparaat terugstellen ......................... 2
PLAATSING VAN DE TOETSEN .......... 4
Bedieningspaneel .................................... 4
BASISBEDIENING ......................... 5
De stroomtoevoer inschakelen ................. 5
BASISBEDIENING VAN DE RADIO....... 6
Naar de radio luisteren ............................. 6
Radiozenders in het geheugen
vastleggen............................................. 7
Afstemmen op een voorkeuzezender....... 8
HET GEBRUIK VAN RDS.................. 9
Wat u kunt doen met RDS EON............... 9
Andere nuttige RDS-functies en het
maken van aanpassingen ...................... 12
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER .......... 14
Een CD afspelen ..................................... 14
Een muziekstuk of een bepaald punt
op de CD zoeken .................................. 15
Afspeelmodus selecteren ......................... 15
Voorkomen dat de CD terugspringt .......... 16
GELUID REGELEN......................... 17
Geluid aanpassen.................................... 17
Werken met aangepaste geluidsmodi (SCM)
.............................................................. 17
Geluidsweergave aanpassen en
opslaan.................................................. 18
ANDERE HOOFDFUNCTIES .............. 19
Klok instellen............................................ 19
De algemene instellingen wijzigen
(PSM) .................................................... 19
Bedieningspaneel verwijderen.................. 22
AFSTANDSBEDIENING.................... 23
(Met een apart aangeschafte afstandsbediening) (alleen voor KD-S811R)
De batterij plaatsen.................................. 23
Gebruik van de afstandsbediening........... 24
PROBLEMEN OPLOSSEN ................ 25
ONDERHOUD .............................. 26
Omgaan met CD’s ................................... 26
SPECIFICATIES............................ 27
NEDERLANDS
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
3

PLAATSING VAN DE TOETSEN

Bedieningspaneel
u
s
a
oi
;
d
Het display­venster
1
fh
g
23
NEDERLANDS
p
1 De toets (standby/aan/attenuator) 2 De bedieningsschijf 3 De toets DISP (display) 4 De toets AM 5 De toets CD 6 De toets FM 7 De toets 0 (uitwerpen) 8 De toetsen
• Deze toetsen doen dienst als SSM-toets wanneer beide toetsen tegelijk worden ingedrukt.
9 De toets SEL (selecteren) p Sensor voor de afstandsbediening (alleen
voor KD-S811R)
q De toets MO (mono)
De toets RND (random)
w De cijfertoetsen e De toets TP (traffic programme)
RDS (radio data system)
r De toets PTY (programme type) t De toets SCM (sound control memory) y De toets
4
4 / ¢
(vrijgeven van bedieningspaneel)
j
54
67 8
treq9
Het display-venster
u De indicator (of audioniveau) voor het
volumeniveau De indicator voor het equalizer-patroon
i Indicators voor de ontvangst van de tuner:
STEREO, MONO
o De indicator RND (random) ; De RDS-indicators
AF, EON, REG, TP, PTY
a De indicator “SCM” s De indicator LOUD d De indicators voor de geluidsmodus
BEAT, SOFT, POP
f De indicator CD g De Omroepband-indicators
FM1, FM2, FM3 AM
h Hoofdvenster j De indicator CD IN
yw
1
32
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder wordt het apparaat automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
Voor gebruik van de radio (AM of
FM), zie bladzijde 6 – 13.
Voor gebruik van de CD-speler,
zie bladzijde 14 – 16.

BASISBEDIENING

4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt (zie bladzijde 17).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen. Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
• U kunt het volume ook op het oude niveau terugbrengen door de bedieningsschijf linksom te draaien (tegen de wijzers van de klok in).
Spanning uitschakelen
Druk op en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.
. Op het
NEDERLANDS
3
Regel het volume.
Indicator voor het volumeniveau
Het door u ingestelde geluidsniveau verschijnt.
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen (zie bladzijde 19).
LET OP bij het instellen van het volume
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
5

BASISBEDIENING VAN DE RADIO

Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken: Auto search
1
Selecteer de omroepband (AM, FM1 – 3).
NEDERLANDS
FM2 FM3
FM1
AM
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven. Indicator voor audioniveau (zie bladzijde
21) of volumeniveau
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
Handmatig naar een station zoeken: Manual search
1
Selecteer de omroepband (AM, FM1 – 3).
FM2 FM3
FM1
AM
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of op 4 en houd deze ingedrukt tot de vermelding “M” (voor “manual”: handmatig zoeken) op de display begint te knipperen.
2
Zoek een station.
6
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het zoeken.
Druk op ¢ afstemmen op een station met een hogere frequentie.
Druk op 4 op een station met een lagere frequentie.
afstemmen
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
3
Stem af op het station van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding M op de display knippert.
Druk op ¢ als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige modus na 5 seconden automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz en bij AM steeds met 9 kHz – MG/ LG) totdat u de toets loslaat.
als u wilt
Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is:
Als u op de toets MO RND (mono/random) drukt terwijl u naar een FM-stereouitzending luistert.
• Elke keer wanneer u op de toets drukt, gaat de indicator MONO aan of uit.
Er brandt een lampje wanneer een FM­uitzending in stereo wordt ontvangen.
Radiozenders in het geheugen vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM­zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de FM­golfband (FM1 – 3) waarop u FM­zenders wilt vasteleggen.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
FM2 FM3
FM1
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
NEDERLANDS
Als de indicator MO op de display aan is, wordt het geluid in mono weergegeven en v erbetert de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekoz en golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfer toets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
7
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1
1
Selecteer het nummer van de FM­golfband (FM1 – 3) waarop u FM­zenders wilt vasteleggen (in dit voorbeeld cijfertoets FM1).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
FM2 FM3
FM1
2
Stem af op een zender op 88,3 MHz.
Druk op ¢ als u wilt
NEDERLANDS
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
als u wilt
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
Afstemmen op een voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie ook de paragraaf Radiozenders in het geheugen vastleggen op bladzijde 7, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband (AM, FM1 – 3).
FM2 FM3
FM1
AM
2
Selecteer het nummer (1 t/m 6) van de gewenste zender.
De vermelding “P1” knippert enkele seconden op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
8

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS EON
RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen.Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “EON (Enhanced Other Networks)”. De indicator EON licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen die EON-gegevens uitzendt. Met behulp van de EON-gegevens die door het station worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (TA – “Traffic Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS-zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie de afbeelding op de volgende pagina). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw fav oriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative Frequency) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw fav oriete programma blijven v olgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u minimaal 1 seconde op TP RDS (Traffic Programme/Radio Data System). Elke keer wanneer u op deze toets drukt en houd, verandert de modus van deze functie en wel als volgt:
Modus 1 Modus 2 Modus 3
Indicator AF
Modus 1
De indicator AF licht op, maar de indicator REG licht niet op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te
ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving.
Modus 2
Zowel de indicator AF als de indicator REG lichten op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld (“on”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De indicator AF en de indicator REG lichten allebei niet op. De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
Indicator REG
NEDERLANDS
9
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden ontvangen.
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie D
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk ov erschakelen naar uw favoriete programmagenre (PTY: Programmagenre) of verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-station of CD).
Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar
een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst van verkeersinformatie
NEDERLANDS
(TA-standbyfunctie)
Als u op de toets TP RDS drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator TP op wanneer u een zender ontvangt die het TP-signaal uitzendt (Verkeersinformatie) en wanneer de ontvanger in TA-standby-modus staat.
Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal uitzendt,
gaat de indicator TP op de display knipper en. Druk op
¢
of op 4 om de ontvanger in de TA­standby-modus te zetten. De vermelding SEARCH verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er zon station wor dt gevonden, gaat de indicator TP op de display continu branden.
7 Als u naar een CD aan het luisteren bent, en naar
een station wilt luisteren dat een TP-signaal uitzendt, moet u op TP RDS drukken om de ontvanger in de TA-standby-modus te z etten. (De indicator TP op de display licht op.)
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden terwijl de TA-standby-modus is ingeschakeld, verschijnt de vermelding TRAFFIC” op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het v olume neemt toe tot het vooraf ingestelde TA­volumeniveau (zie bladzijde 13) en u hoort de uitgezonden verkeersinformatie.
Druk nogmaals op TP RDS om de TA-standby-
functie uit te schakelen.
10
Standby-ontvangst van een programmagenre (PTY-standbyfunctie)
Als u op PTY drukt terwijl u naar een FM­station luistert, licht de indicator PTY op wanneer u een zender ontvangt die het PTY-signaal uitzendt en wanneer de ontvanger in PTY-standby-modus staat. De geselecteerde PTY-naam, die op bladzijde 11 wordt opgeslagen, knippert gedurende 5 seconden.
• Als het station dat u ontvangt geen PTY-signaal uitzendt, gaat de indicator PTY op de display knipperen. Druk op ¢
ontvanger in de PTY-standby-modus te zetten. De vermelding SEARCH verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er zon station wordt gevonden, gaat de indicator PTY op de display continu branden.
7 Als u naar een CD aan het luisteren bent, en naar
een station wilt luisteren dat een PTY-signaal uitzendt, moet u op PTY drukken om de ontvanger in de PTY -standb y-modus te zetten. (De indicator PTY op de display licht op.)
Als het geselecteerde PTY-programma wordt uitgezonden terwijl de PTY-standby-modus is ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde PTY­naam op de display en schakelt de afspeelbron ov er naar de FM-band. Het geselecteerde PTY­programma wordt nu ten gehore gebracht.
Druk nogmaals op PTY om de PTY-standby-
functie uit te schakelen.
of op 4 om de
Een PTY -code invoeren voor de standby­ontvangst van een programmagenre
Het is mogelijk om het programmagenre waar u het liefst naar luistert in de vorm van een PTY-code in het geheugen van de eenheid in te voeren zodat u hier naar kunt luisteren zodra er zich zon programma aandient. Standaard staat de eenheid voor de standby-ontvangst van een prog rammagenre op de PTY-code NEWS” ingesteld.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 20.)
Loading...
+ 22 hidden pages