For installation and connections, refer to the separate manual.
Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetreffende
handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
FRANÇAIS
NEDERLANDS
GET0042-001A
[E]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
DANGER: Invisible laser
radiation when op en and
interlock failed or d efeated.
AVOID DIRECT EXPOSURE
TO BEAM. (e)
ADVARSEL: Usynlig laser stråling ved åbning, når
sikkerh edsafbryd ere e r u de
af funktion. Undgåudsættelse for stråling.(d)
VARNING: Osynlig laser-
strålning när denna del
är öppnad och spärren
urkopplad. Betrakta
strålen. (s)
VARO: Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet
är
alttiina näkymättömälle
ej
lasersäteilylle. Älä katso
säteeseen.(f)
BELANGRIJK VOOR
Benaming/Spanningslabel
CLASS1
LASERPRODUCT
Let op:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een
hogere klasse laserstraal dan “Klasse 1”.
NEDERLANDS
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het
identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een
veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
LASERPRODUKTEN
V oorzorgen:
1. KLASSE 1 LASERPRODUKT
2. GEVAAR: Onzichtbare laserstralen wanneer
open en interlock uitgeschakeld of defekt.
Voorkom direkte blootstelling aan de straal.
3. LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het
toestel bevat geen door de gebruiker te
repareren onderdelen. Laat onderhoud
en reparatie over aan erkend onderthoudspersoneel.
4. LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare
laserstralen maar is echter voorzien van
veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te
stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is
uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te
schakelen.
5. LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken
van instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in
blootstelling aan gevaarlijke straling.
Het apparaat terugstellen
Houd de SEL (selectie) en de (standby/aan/ATT)
toetsen beide gelijktijdig een paar seconden ingedrukt.
De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
OPMERKINGEN:
• De geheugeninstellingen — zoals de voorkeurzenders en
de geluidsinstellingen — zullen eveneens gewist worden.
• Als er een CD in het apparaat is, zal deze naar buiten komen
wanneer u het apparaat terugstelt. Let op dat de CD niet
valt.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
★
Denk aan de veiligheid...
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is
gevaarlijk , omdat u de geluiden buiten de auto niet
meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen
met het apparaat gaat verrichten.
2
(Standby/Aan/ATT)
SEL (Selectie)
★
Temperatuur binnen de auto...
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte
heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat
de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet
bereikt.
Wir danken Ihnen für den Kauf eines JVC Produkts. Bitte lesen Sie die Anleitung vollständig durch,
bevor Sie das Gerät in Betrieb nehmen, um sicherzustellen, daß Sie alles vollständig verstehen und die
bestmögliche Leistung des Geräts erhalten.
W anneer u het apparaat voor
de eerste keer gebruikt, moet
u de ingebouwde klok op de
juiste wijze instellen (zie
bladzijde 26).
1
2
NEDERLANDS
F M
A M
3
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt (zie bladzijde 20 – 25).
/I/ATT
Opmerking bij de bediening door middel van één toets:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder wordt het apparaat automatisch
ingeschakeld.
U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
C D
Schakel de spanning in.
Start de weergave van de geluidsbron.
Voor gebruik van de radio, zie bladzijde 5 – 16.
Gebruik van de CD-speler, zie bladzijde 17 – 19.
Regel het volume.
Volumeniveau-indicator
Het door u ingestelde geluidsniveau verschijnt
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op.
Op het afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen.
Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
Spanning uitschakelen
Druk langer dan 1 seconde op .
4
GEBRUIK VAN DE RADIO
Naar de radio luisteren
1
2
AM
A M
F M
2
FM1FM2
Stations met een
hogere frequentie
zoeken.
Stations met een
lagere frequentie
zoeken.
1
Selecteer de golfband (FM1, FM2, FM3 of AM)
U kunt éé van de drie FM-golfbandn (FM1, FM2 en FM3)
selecteren om naar een FM-zender te luisteren.
FM3
Volumeniveau-indicator
De geselecteerde
omroepband wordt
weergegeven
Zoek een station.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het
zoeken.
NEDERLANDS
Druknogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender
is afgestemd.
Handmatig zonder zoeken op een bepaalda freguentie
afstemmen:
1 Druk op FM of AM om de gewenste omroepband te selecteren.
2 Druk op
afleesvenster begint te knipperen.
U kunt de frequentie handmatig wijzigen, terwijl de letter “M” knippert.
3 Druk meerdere malen op
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz
en bij AM steeds met 9 kHz – MW/LW) totdat u de toets loslaat.
¢of4 en houd deze toets ingedrukt totdat de letter “M” op het
¢of 4 totdat de gewenste frequentie is bereikt.
5
Radiozenders in het geheugen vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders:SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
2
1
NEDERLANDS
F M
FM1FM2FM3
Selecteer het nummer van de FM-golfband
(FM1, FM2 of FM3) waarop u FM-zenders wilt
vasteleggen.
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan
2 seconden ingedrukt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en
verdwijnt wanneer het automatisch instellen van
radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd - nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
6
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM
vastleggen).
VOORBEELD: Een FM-zender op 88.3 MHz vastleggen onder nummer 1 van FM1.
1
2
3
1
F M
Selecteer FM1.
2
Stem af op een zender op 88.3 MHz.
Zie bladzijde 5 voor het afstemmen op een zender.
3
Druk op de toets en houdt deze ten minste 2
seconden ingedrukt.
De vermelding “P1” knippert enkele seconden op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder
andere nummers op te slaan.
NEDERLANDS
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder
hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken
(bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
7
Afstemmen op een voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie bladzijde 6 en 7, als u dat nog niet
hebt gedaan.
DISP
1
1
FM
AM
NEDERLANDS
2
MO/RND
FM1FM2
FM3
AM
2
Selecteer de gewenste golfband
(FM1, FM2, FM3 of AM).
Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste
zender .
De informatie op de display wijzigen terwijl u een FM-station
ontvangt dat RDS-signalen uitzendt
Druk op de toets DISP. Elke keer dat u op deze toets drukt, verandert de weergave op de
display en wel als volgt:
PS NAME (Stationsnaam)
CLOCK (Tijd op de klok)
Wanneer een stereo-uitzending op FM slecht te ontvangen is, doet u het volgende:
Druk tijdens ontvangst van een FM stereo-uitzending op MO/RND (mono/willekeurig). De
indicator MO (mono) op de display licht op. De uitzending zal dan mono worden
weergegeven maar
FREQ (Frequentie)
PTY (Programmagenre)
MO/RND
Er brandt een lampje wanneer een FM-uitzending in stereo wordt ontvangen
Om het stereo-effect te herstellen, drukt u op opnieuw op dezelfde toets.
8
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS EON
RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan
hun regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van
het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma
meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een
muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “EON (Enhanced Other
Networks)”. De EON-indicator licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen die EONgegevens uitzendt. Met behulp van de EON-gegevens die door het station worden verstuurd,
kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma
of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere
afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (T A - “T raffic Announcement”)
of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY - “Programme Type”)
• Zoeken naar verkeersinformatie (TP — “Traf fic Programme”)
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen
kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (met de
netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de
tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDSzender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en
bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u
rijdt (zie de afbeelding op de volgende pagina).
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens
uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative
Frequency) gegevens.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw
favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
NEDERLANDS
RDS
TP
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u minimaal 1
seconde op de TP/RDS-toets (Traffic Programme/Radio Data
System). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de
modus van deze functie en wel als volgt:
Modus 1Modus 2Modus 3
AF-indicatorREG-indicator
AF REG
9
Modus 1
De AF-indicator licht op, maar de REG-indicator licht niet op.
De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“OFF”).
In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van
hetzelfde station als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Opmerking:
In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is
dan het programma dat u daarvoor ontving.
Modus 2
Zowel de AF-indicator als de REG-indicator lichten op.
De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld
(“ON”).
In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van
hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt als het signaal van de
geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
NEDERLANDS
De AF-indicator en de REG-indicator lichten allebei niet op.
De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan
worden ontvangen.
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
10
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie D
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk van de geselecteerde afspeelbron (een FM-station of
CD-speler) overschakelen naar een door u ingesteld programmagenre (PTY) of naar
verkeersinformatie (T A).
Opmerking:
Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst van verkeersinformatie met de TP/RDS-toets
• Als u op de toets TP/RDS drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de
indicator TP op wanneer u een zender ontvangt die het TP-signaal uitzendt
(verkeersinformatie) en wanneer de ontvanger in T A-standby-modus staat.
Opmerking:
Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal uitzendt, gaat de indicator TP op de display
knipperen. Druk
De vermelding ÒSEARCHÓ verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek
naar een station dat wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er zoÕn station wordt gevonden,
gaat de indicator TP op de display continu branden.
• Als u naar een CD aan het luisteren bent, en naar een station wilt luisteren dat
een TP-signaal uitzendt, moet u op de toets TP/RDS drukken om de ontvanger
in de T A-standby-modus te zetten. (De indicator TP op de display licht op.)
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden terwijl de TA-standby-modus is
ingeschakeld, verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de display en schakelt de
afspeelbron over naar de FM-band. Het volume neemt toe tot het vooraf ingestelde
TA-volumeniveau en u hoort de uitgezonden verkeersinformatie (zie pagina 15).
Druk nogmaals op TP/RDS om de T A-standbyfunctie uit te schakelen.
¢of 4 om de ontvanger in de TA-standby-modus te zetten.
RDS
TP
Standby-ontvangst van een programmagenre met de PTY-toets
PTY
• Als u op de toets PTY drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator
PTY op wanneer u een zender ontvangt die het PTY -signaal uitzendt en wanneer
de ontvanger in PTY-standby-modus staat. De geselecteerde PTY-naam, die
op pagina 13 wordt opgeslagen, knippert gedurende 5 seconden.
Opmerking:
Als het station dat u ontvangt geen PTY-signaal uitzendt, gaat de indicator PTY op de
display knipperen. Druk
te zetten. De vermelding ÒSEARCHÓ verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op
zoek naar een station dat wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er zoÕn station wordt
gevonden, gaat de indicator PTY op de display continu branden.
¢of 4 om de ontvanger in de PTY-standby-modus
NEDERLANDS
• Als u naar een CD aan het luisteren bent, en naar een station wilt luisteren dat
een PTY -signaal uitzendt, moet u op de toets PTY drukken om de ontvanger in
de PTY -standby-modus te zetten. (De indicator PTY op de display licht op.)
Als het geselecteerde PTY -programma wordt uitgezonden terwijl de PTY -standbymodus is ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde PTY -naam op de display en
schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het geselecteerde PTYprogramma wordt nu ten gehore gebracht.
Druk nogmaals op PTY om de PTY-standbyfunctie uit te schakelen.
11
Loading...
+ 25 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.