JVC KD-S70R, KD-S7R Instruction Manual [nl]

CD RECEIVER
COMPACT
DIGITAL AUDIO
CD-RECEIVER RECEPTEUR CD CD-RECEIVER
ENGLISH
DEUTSCH

KD-S70R/S7R

KD-S70R
KD-S7R
For installation and connections, refer to the separate manual. Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetreffende handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
FRANÇAIS
GET0042-001A
[E]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
DANGER: Invisible laser radiation when op en and interlock failed or d efeated. AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. (e)
ADVARSEL: Usynlig laser ­stråling ved åbning, når sikkerh edsafbryd ere e r u de af funktion. Undgåudsæt­telse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser- strålning när denna del är öppnad och spärren urkopplad. Betrakta strålen. (s)
VARO: Avattaessa ja suo­jalukitus ohitettaessa olet
är
alttiina näkymättömälle
ej
lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f)
BELANGRIJK VOOR
Benaming/Spanningslabel
CLASS 1 LASER PRODUCT
Let op: Dit toestel heeft een laserkomponent met een hogere klasse laserstraal dan Klasse 1”.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
LASERPRODUKTEN
V oorzorgen:
1. KLASSE 1 LASERPRODUKT
2. GEVAAR: Onzichtbare laserstralen wanneer open en interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte blootstelling aan de straal.
3. LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan erkend onderthoud­spersoneel.
4. LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare laserstralen maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5. LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van instellingen ander dan in deze gebruik­saanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke straling.

Het apparaat terugstellen

Houd de SEL (selectie) en de (standby/aan/ATT) toetsen beide gelijktijdig een paar seconden ingedrukt. De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
OPMERKINGEN:
• De geheugeninstellingen — zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen — zullen eveneens gewist worden.
• Als er een CD in het apparaat is, zal deze naar buiten komen wanneer u het apparaat terugstelt. Let op dat de CD niet valt.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
Denk aan de veiligheid...
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk , omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
2
(Standby/Aan/ATT)
SEL (Selectie)
Temperatuur binnen de auto...
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
Wir danken Ihnen für den Kauf eines JVC Produkts. Bitte lesen Sie die Anleitung vollständig durch, bevor Sie das Gerät in Betrieb nehmen, um sicherzustellen, daß Sie alles vollständig verstehen und die bestmögliche Leistung des Geräts erhalten.

INHOUDSOPGAVE

BASISBEDIENING........................................................4
GEBRUIK VAN DE RADIO ............................................5
Naar de radio luisteren ..................................................................5
Radiozenders in het geheugen vastleggen ....................................6
Automatisch vastleggen van FM-zenders: SSM .......................... 6
Handmatig vastleggen van zenders............................................. 7
Afstemmen op een voorkeuzezender ............................................8
HET GEBRUIK VAN RDS............................................... 9
Wat u kunt doen met RDS EON ...................................................9
Eén en hetzelfde programma blijven volgen
(met de netwerkfunctie)......................................................... 9
Het gebruik van standby-ontvangst ........................................... 11
Een PTY -code invoeren voor de standby-ontvangst van een
programmagenre................................................................. 12
Uw favoriete programmagenre opzoeken .................................. 12
Andere handige RDS-functies .....................................................15
Automatische selectie van een station bij gebruik van de
cijfertoetsen ......................................................................... 15
De weergave op de display wijzigen terwijl u naar een
FM-station luistert................................................................ 15
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen ................. 15
Automatisch aanpassen van de klok ....................................... 16
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER..................................... 17
Een CD afspelen............................................................................17
Een muziekstuk of een bepaald punt op de CD zoeken ............18
Afspeelmodus selecteren ..............................................................19
Voorkomen dat de CD terugspringt ............................................19
GELUID REGELEN ......................................................20
Geluid aanpassen ..........................................................................20
LOUD in-/uitschakelen
................................................................... 21
Werken met aangepaste geluidsmodi (Advanced SCM)........... 22
De geluidsmodi selecteren en opslaan...................................... 22
De geluidsmodi oproepen.......................................................... 23
Advanced SCM annuleran...........................................................24
Uw eigen geluidsinstelling opslaan.............................................. 25
ANDERE HOOFDFUNCTIES ........................................ 26
Klok instellen ................................................................................ 26
Een niveauweergave selecteren....................................................28
De algemene instellingen wijzigen...............................................29
Bedieningspaneel verwijderen..................................................... 32
ONDERHOUD ........................................................... 33
Omgaan met CD’s ........................................................................33
PROBLEMEN OPLOSSEN ...........................................34
SPECIFICATIES ...........................................................35
3
1
2

BASISBEDIENING

3
Opmerking:
W anneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen (zie bladzijde 26).
1
2
F M
A M
3
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt (zie bladzijde 20 – 25).
/I/ATT
Opmerking bij de bediening door middel van één toets:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder wordt het apparaat automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
C D
Schakel de spanning in.
Start de weergave van de geluidsbron.
Voor gebruik van de radio, zie bladzijde 5 – 16. Gebruik van de CD-speler, zie bladzijde 17 – 19.
Regel het volume.
Volumeniveau-indicator
Het door u ingestelde geluidsniveau verschijnt
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op .
Op het afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen. Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
Spanning uitschakelen
Druk langer dan 1 seconde op .
4

GEBRUIK VAN DE RADIO

Naar de radio luisteren

1
2
AM
A M
F M
2
FM1 FM2
Stations met een hogere frequentie zoeken.
Stations met een lagere frequentie zoeken.
1
Selecteer de golfband (FM1, FM2, FM3 of AM)
U kunt éé van de drie FM-golfbandn (FM1, FM2 en FM3) selecteren om naar een FM-zender te luisteren.
FM3
Volumeniveau-indicator
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven
Zoek een station.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is afgestemd.
Handmatig zonder zoeken op een bepaalda freguentie afstemmen:
1 Druk op FM of AM om de gewenste omroepband te selecteren. 2 Druk op
afleesvenster begint te knipperen. U kunt de frequentie handmatig wijzigen, terwijl de letter “M” knippert.
3 Druk meerdere malen op
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz en bij AM steeds met 9 kHz – MW/LW) totdat u de toets loslaat.
¢ of 4 en houd deze toets ingedrukt totdat de letter “M” op het
¢ of 4 totdat de gewenste frequentie is bereikt.
5

Radiozenders in het geheugen vastleggen

U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders:SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
2
1
F M
FM1 FM2 FM3
Selecteer het nummer van de FM-golfband (FM1, FM2 of FM3) waarop u FM-zenders wilt vasteleggen.
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd - nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
6
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
VOORBEELD: Een FM-zender op 88.3 MHz vastleggen onder nummer 1 van FM1.
1
2
3
1
F M
Selecteer FM1.
2
Stem af op een zender op 88.3 MHz.
Zie bladzijde 5 voor het afstemmen op een zender.
3
Druk op de toets en houdt deze ten minste 2 seconden ingedrukt.
De vermelding “P1” knippert enkele seconden op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
7

Afstemmen op een voorkeuzezender

U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie bladzijde 6 en 7, als u dat nog niet hebt gedaan.
DISP
1
1
FM
AM
2
MO/RND
FM1 FM2
FM3
AM
2
Selecteer de gewenste golfband (FM1, FM2, FM3 of AM).
Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste zender .
De informatie op de display wijzigen terwijl u een FM-station ontvangt dat RDS-signalen uitzendt
Druk op de toets DISP. Elke keer dat u op deze toets drukt, verandert de weergave op de display en wel als volgt:
PS NAME (Stationsnaam)
CLOCK (Tijd op de klok)
Wanneer een stereo-uitzending op FM slecht te ontvangen is, doet u het volgende:
Druk tijdens ontvangst van een FM stereo-uitzending op MO/RND (mono/willekeurig). De indicator MO (mono) op de display licht op. De uitzending zal dan mono worden weergegeven maar
FREQ (Frequentie)
PTY (Programmagenre)
MO/RND
Er brandt een lampje wanneer een FM-uitzending in stereo wordt ontvangen
Om het stereo-effect te herstellen, drukt u op opnieuw op dezelfde toets.
8

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS EON

RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “EON (Enhanced Other Networks)”. De EON-indicator licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen die EON­gegevens uitzendt. Met behulp van de EON-gegevens die door het station worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (T A - “T raffic Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY - “Programme Type”)
• Zoeken naar verkeersinformatie (TP — “Traf fic Programme”)
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (met de netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS­zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie de afbeelding op de volgende pagina). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative Frequency) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
RDS
TP
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u minimaal 1
seconde op de TP/RDS-toets (Traffic Programme/Radio Data System). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de modus van deze functie en wel als volgt:
Modus 1 Modus 2 Modus 3
AF-indicator REG-indicator
AF REG
9
Modus 1
De AF-indicator licht op, maar de REG-indicator licht niet op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“OFF”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Opmerking:
In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving.
Modus 2
Zowel de AF-indicator als de REG-indicator lichten op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld (“ON”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De AF-indicator en de REG-indicator lichten allebei niet op. De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden ontvangen.
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
10
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie D
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk van de geselecteerde afspeelbron (een FM-station of CD-speler) overschakelen naar een door u ingesteld programmagenre (PTY) of naar verkeersinformatie (T A).
Opmerking:
Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst van verkeersinformatie met de TP/RDS-toets
• Als u op de toets TP/RDS drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator TP op wanneer u een zender ontvangt die het TP-signaal uitzendt (verkeersinformatie) en wanneer de ontvanger in T A-standby-modus staat.
Opmerking:
Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal uitzendt, gaat de indicator TP op de display knipperen. Druk De vermelding ÒSEARCHÓ verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er zoÕn station wordt gevonden, gaat de indicator TP op de display continu branden.
• Als u naar een CD aan het luisteren bent, en naar een station wilt luisteren dat een TP-signaal uitzendt, moet u op de toets TP/RDS drukken om de ontvanger in de T A-standby-modus te zetten. (De indicator TP op de display licht op.)
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden terwijl de TA-standby-modus is ingeschakeld, verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het volume neemt toe tot het vooraf ingestelde TA-volumeniveau en u hoort de uitgezonden verkeersinformatie (zie pagina 15).
Druk nogmaals op TP/RDS om de T A-standbyfunctie uit te schakelen.
¢of 4 om de ontvanger in de TA-standby-modus te zetten.
RDS
TP
Standby-ontvangst van een programmagenre met de PTY-toets
PTY
• Als u op de toets PTY drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator PTY op wanneer u een zender ontvangt die het PTY -signaal uitzendt en wanneer de ontvanger in PTY-standby-modus staat. De geselecteerde PTY-naam, die op pagina 13 wordt opgeslagen, knippert gedurende 5 seconden.
Opmerking:
Als het station dat u ontvangt geen PTY-signaal uitzendt, gaat de indicator PTY op de display knipperen. Druk te zetten. De vermelding ÒSEARCHÓ verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er zoÕn station wordt gevonden, gaat de indicator PTY op de display continu branden.
¢of 4 om de ontvanger in de PTY-standby-modus
• Als u naar een CD aan het luisteren bent, en naar een station wilt luisteren dat een PTY -signaal uitzendt, moet u op de toets PTY drukken om de ontvanger in de PTY -standby-modus te zetten. (De indicator PTY op de display licht op.)
Als het geselecteerde PTY -programma wordt uitgezonden terwijl de PTY -standby­modus is ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde PTY -naam op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het geselecteerde PTY­programma wordt nu ten gehore gebracht.
Druk nogmaals op PTY om de PTY-standbyfunctie uit te schakelen.
11
Een PTY-code invoeren voor de standby-ontvangst van een programmagenre
Het is mogelijk om het programmagenre waar u het liefst naar luistert in de vorm van een PTY -code in het geheugen van de eenheid in te voeren zodat u hier naar kunt luisteren zodra er zich zo’n programma aandient. Standaard staat de eenheid voor de standby-ontvangst van een programmagenre op de PTY -
code “NEWS” ingesteld.
1, 4
3
2
1
SEL
Druk op de toets SEL en houd de ze ten ministe 2 seconden ingedruckt om de modus voor algemene instellingen op te roepen (zie pagina 29.)
2
Selecteer de vermelding PTY STBY (standby) als deze niet op de display wordt
weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie hiertoe de tabel op bladzijde 16.)
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
4
Uw favoriete programmagenre opzoeken
Het is mogelijk om naar één van maximaal zes in het geheugen opgeslagen programmagenres te zoeken. Standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 t/m 6) opgeslagen. Zie bladzijde 13 voor het wijzigen van de fabrieksinstellingen. Zie bladzijde 14 voor een uitleg over het zoeken van uw favoriete programma.
12
SEL
1
POP M
Sluit het instellen af.
2
ROCK M
3
EASY M
4
CLASSICS
5
AFFAIRS
6
VARIED
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan
1, 5
3
1
2
3
4
SEL
2
4
Druk op de toets SEL en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt om de modus voor algemene instellingen op te roepen (zie pagina 29.)
Selecteer de vermelding PTY SRCH (zoeken) als deze niet op de display wordt weergegeven
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie hiertoe de tabel op bladzijde 16.)
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
Als de code die zich al in het geheugen bevindt wordt geselecteerd, knippert die code op de display.
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minimaal 2 seconden vast om de geselecteerde PTY -code op te slaan onder de cijfertoets van uw keuze.
De PTY-code begint te knipperen.
5
SEL
Sluit het instellen af.
13
Een programmagenre opzoeken
1
PTY
2
2
1
Druk ten minste 1 seconde op de toets PTY terwijl u naar een FM-station luistert.
De PTY-code die als laatste werd geselecteerd, verschijnt op de display.
Selecteer een van de PTY-codes die onder de zes cijfertoetsen (1 – 6) liggen opgeslagen.
Een voorbeeld: Indien ROCK M wordt opgeslagen onder
voorkeurtoets 2.
De PTY-zoekopdracht naar uw favoriete programma begint na 5 seconden.
Als er een station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op dat station af.
Als er geen station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY -code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet goed.
14

Andere handige RDS-functies

Automatische selectie van een station bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op de vooraf ingestelde voorkeurzender. Als deze zender een RDS-station is, gebeurt er echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar een andere, sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt als de voorkeurzender die u hebt gekozen. Indien er niet op een andere zender wordt afgestemd, kunt u alle frequenties afzoeken naar het gewenste programma (dit wordt Programma zoeken genoemd). Hoe u deze voorziening activeert, wordt hieronder uitgelegd.
· Het zoeken van een programma kost enige tijdWe
· Zie ook De algemene instellingen wijzigen, op pagina 29.
1. Druk op de toets SEL(selecteren) en houd deze minimaal 2 seconden ingedrukt om de modus voor algemene instellingen op te roepen.
2. Druk op
3. Druck op de + toets om “ON” in the stellen. De voorziening Programma zoeken is nu ingeschakeld.
Als u het zoeken naar een programma wilt beëindigen, herhaalt u de bovenstaande procedure, maar selecteert u in stap 3 de vermelding “OFF” door de draaiknop tegen de wijzers van de klok in te draaien.
¢ of 4
om de vermelding P(programme)-SEARCH te selecteren.
De weergave op de display wijzigen terwijl u naar een FM-station luistert
Wat er als eerste op de display wordt weergegeven wanneer u naar een FM-station luistert dat gebruik maakt van het RDS-systeem, kunt u zelf bepalen. U kunt de oorspronkelijke weergave desgewenst wijzigen in de stationsnaam (PS NAME), de frequentie van het ontvangen station (FREQ) of de tijd van de ingebouwde klok (CLOCK).
Zie ook de paragraaf De algemene instellingen wijzigen op bladzijde 29.
1. Druk op de SEL-toets en houd deze minimaal 2 seconden ingedrukt om de modus voor algemene instellingen op te roepen.
2. Druk op de toets
3. Druk op + of – om de geselecteerde vermelding te selecteren — PS NAME (de naam van het station), FREQ (de frequentie van de zender), of CLOCK (de tijd van de ingebouwde klok).
Opmerking:
Door op de toets DISP te drukken kunt u de weergave op de display ook wijzigen wanneer u naar een FM-station luistert dat RDS-signalen uitzendt. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de volgende informatie in het bovenste gedeelte van de display:
PS NAME (Stationsnaam)
CLOCK (Tijd op de klok)
¢ of 4 om de vermelding DISPMODE te selecteren.
FREQ (Frequentie)
PTY (Programmagenre)
* Na enkele seconden keert de display terug naar de oorspronkelijke weergave.
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de standby-ontvangst van verkeersinformatie op te geven met welk geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie wordt ontvangen, worden aangepast aan het volume dat u hebt ingesteld.
Zie ook de paragraaf De algemene instellingen wijzigen op bladzijde 29.
1. Druk op de SEL-toets en houd deze minimaal 2 seconden ingedrukt om de modus voor algemene instellingen op te roepen.
2. Druk op de toets
3. Druk op + of – om het gewenste volume in te stellen.
¢ of 4 om de vermelding TA VOL te selecteren.
15
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het RDS-signaal van een zender worden meegezonden. Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt aangepast, moet u de onderstaande procedure volgen.
Zie ook de paragraaf De algemene instellingen wijzigen op bladzijde 29.
1. Druk op de SEL-toets en houd deze minimaal 2 seconden ingedrukt om de modus voor
algemene instellingen op te roepen.
2. Druk op de toets
3. Druk op – om de vermelding “ADJ OFF” te selecteren.
U hebt het automatisch aanpassen van de klok nu uitgeschakeld.
Om het automatisch aanpassen van de klok weer in te schakelen, herhaalt u de bovenstaande procedure maar selecteert u in stap 3 de vermelding ADJ ON door op de toets + te drukken.
Opmerking:
Het automatisch aanpassen van de tijd bij de ontvangst van nieuwe tijdgegevens duurt circa 2 minuten. De weergave van de klok wor dt dus pas veranderd nadat u minimaal 2 minuten op het desbetreffende station hebt afgestemd.
PTY-codes
NEWS: Nieuws AFFAIRS: Actualiteiten en achtergrond
INFO: Informatieve programma's
SPORT: Sportverslagen EDUCATE: Educatieve programma’s DRAMA: Radio-hoorspelen CULTURE: Programmas aangaande
SCIENCE: Wetenschappelijke en VARIED: Overige programmas,
POP M: Popmuziek ROCK M: Rockmuziek EASY M: Easy-listening muziek LIGHT M: Lichte muziek CLASSICS: Klassieke muziek OTHER M: Overige muziek WEATHER: Weerberichten FINANCE: Programmas aangaande
CHILDREN: Amusement voor kinderen
16
informatie aangaande het nieuws
over diverse verscillende onderwerpen
nationale of regionale cultuur technische programma’s bijvoorbeeld ceremonies en
comedies
handel en de beurs en beursberichten, etc.
¢ of 4 om de vermelding AUTO ADJ te selecteren.
SOCIAL: Programmas over sociale RELIGION: Programmas over aspecten
PHONE IN: Programmas waarin mensen
TRAVEL: Programmas over reizen en
LEISURE: Programmas over recreatieve
JAZZ: Jazz-muziek COUNTRY: Country-muziek NATION M: Huidige populaire muziek van
OLDIES: Gouwe-Ouwe FOLK M: Folk-muziek DOCUMENT: Programmas over feitelijke
activiteiten van geloof en religie,
aangaande het bestaan en ethiek
via de telefoon of een publiek forum hun meningen kunnen uiten
bestemmingen, georganiseerde reizen en ideeën en mogelijkheden voor vacanties
bezigheden, bijvoorbeeld tuinieren, koken, vissen, etc.
een bepaald land of gebied in de taal van het land of gebied
gebeurtenissen, vaak gepresenteerd in een onderzoekende stijl

GEBRUIK VAN DE CD-SPELER

Een CD afspelen

0
1
1
Plaats een CD in de CD-lade.
Het apparaat gaat aan, pakt een CD en begint deze automatisch af te spelen.
• Wanneer een CD ondersteboven in de CD-lade wordt geplaatst, springt de CD automatisch terug.
A
A
T otale afspeeltijd van de CD die in de CD-lade is geplaatst
Opmerking bij de bediening door middel van één toets:
W anneer er al een CD in de CD-lade zit, drukt u op CD om het apparaat aan te zetten en het afspelen automatisch te laten beginnen.
LET OP bij het instellen van het volume
In vergelijking met ander e geluidsbronnen, pr oduceren CD’s heel weinig ruis. Als het volume staat afgesteld op gebruik van de tuner , kunnen de speakers schade oplopen door de plotselinge toename van de geluidssterkte. Zet het volume daarom lager voordat u een CD afspeelt en regel het geluid, indien nodig, gedurende het afspelen.
T otaal aantal muziekstukken op de CD die in de CD-lade is geplaatst
Verstreken afspeeltijd
Huidige muziekstuk
Stoppen met afspelen en de CD terug laten springen
Druk op 0. De CD wordt niet langer afgespeeld en de CD springt automatisch terug uit de CD-lade. De tuner wordt als afspeelbron geselecteerd (het station waarop als laatste was afgestemd, wordt ten gehore gebracht). Als u (tijdens het afspelen van een CD) overschakelt op AM of FM, wordt het afspelen eveneens beëindigd (deze keer zonder dat de CD terugspringt).
• Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15 seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de CD automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst, zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet automatisch met afspelen begonnen.)
• U kunt de CD uit de CD-lade laten springen wanneer het apparaat is uitgezet.
17

Een muziekstuk of een bepaald punt op de CD zoeken

Cijfertoetsen
4
¢
Het muziekstuk versneld vooruit afspelen of achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4
en houd deze toets
ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen.
Naar het volgende of naar het vorige muziekstuk gaan
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op ¢ om naar het begin van het volgende muziekstuk te gaan. T elkens wanneer u meerdere malen op deze toets drukt, wordt het begin van het eerstvolgende muziekstuk gezocht en afgespeeld.
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op 4
om naar het begin van het huidige muziekstuk te gaan. T elkens wanneer u meerdere malen op deze toets drukt, wordt het begin van het vorige muziekstuk gezocht en afgespeeld.
Direct naar een bepaald muziekstuk gaan
7 8 9 10 11 12
18
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald muziekstuk hoort, om het afspelen van dat muziekstuk te laten beginnen.
• Om een muziekstuk met nummer 1 – 6 te selecteren: Druk kort op 1(7) – 6(12).
• Om een muziekstuk met nummer 7 – 12 te selecteren: Druk op 1(7) – 6(12) en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.

Afspeelmodus selecteren

MO/RND
Muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
U kunt alle muziekstukken van de CD in willekeurige volgorde afspelen.
MO/RND
Telkens wanneer u tijdens het afspelen van een CD op MO/RND (Mono/ Random) drukt, wordt Random Play afwisselend aan- en uitgezet. Wanneer de Random Play-modus wordt aangezet, zal op het display de RND-indicator oplichten en worden de muziekstukken in willekeurige volgorde afgespeeld.
• Om een willekeurige volgende track te selecteren, drukt u kort op
¢.

Voorkomen dat de CD terugspringt

U kunt voorkomen dat de CD terugspringt door hem te “vergrendelen” in de CD-lade.
Druk tijdens het afspelen van een CD op CD en 0 houd deze toetsen langer dan 2 seconden ingedrukt.
Op het display knippert gedurende ongeveer 5 seconden de tekst “EJECT” en de CD is “vergrendeld”.
U kunt de CD “ontgrendelen” door opnieuw op CD en 0 te drukken en deze toetsen langer dan 2 seconden ingedrukt te houden. Op het display verschijnt de tekst “EJECT” en de CD springt terug uit de CD-lade. Springt de CD automatisch terug.
19

GELUID REGELEN

Geluid aanpassen

U kunt de geluidskarakteristieken naar wens instellen.
1
Indicatie Doel: Bereik
BAS Bastonen aanpassen –6 (min.) +6 (max.)
(Bas) TRE Treble aanpassen –6 (min.) +6 (max.)
(Treble) FAD Evenwicht tussen voor- en R6 (alleen achterin) tot
(Faden)* achterspeakers aanpassen F6 (alleen voorin) BAL Evenwicht tussen linker- en L6 (alleen links) tot
(Balans) rechterspeakers aanpassen R6 (alleen rechts) LOUD Zie bladzijde 21 Zie bladzijde 21.
(Loudness) VOL Het volume aanpassen 00 (min.) 50 (max.)
(Volume)
Opmerking:
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet u FAD op “00” zetten.
21
Selecteer de functie die u wilt aanpassen.
Indicator voor de equalizer
20
2
Het patroon op de indicator voor
Pas het niveau aan.
Opmerking:
Normaal gesproken werken de toetsen + en – als volumer egelaars. U hoeft “VOL” dus niet te selecteren als u het geluidsniveau wilt aanpassen.
de equalizer verandert wanneer u de weergave van lage of hoge tonen aanpast

LOUD in-/uitschakelen

THet menselijke oor is bij lage volumes minder gevoelig voor lage en hoge frequenties. Met LOUD worden deze frequenties versterkt, waardoor er ook bij lage geluidsniveaus een evenwichtig geluid kan worden geproduceerd. Elke keer dat u op + of – drukt, wordt deze functie afwisselend in- en uitgeschakeld.
@A
21

Werken met aangepaste geluidsmodi (Advanced SCM)

U kunt voor elke afspeelbron een aangepaste geluidsmodus selecteren en in het geheugen vastleggen. Dit is mogelijk dankzij de voorziening met de naam ‘Advanced SCM’ (Sound
Control Memory).
De geluidsmodi selecteren en opslaan
Als u een geluidsmodus hebt geselecteerd, wordt deze in het geheugen opgeslagen en wordt de modus elke keer weer opgeroepen wanneer u dezelfde geluidsbron selecteert. Voor elk van de volgende geluidsbronnen kan een geluidsmodus worden opgeslagen: FM1, FM2, FM3, AM en CD. Als u de geluidsmodus van uw keuze niet voor elke geluidsbron apart wilt instellen, maar wel elke geluidsbron dezelfde geluidsmodus wilt toekennen, verwijzen we u naar de instructies in de paragraaf ‘***Advanced SCM annuleren’ op pagina 24.
Link-indicator/ Indicator voor de geluidsmodus
1
22
SCM
Weergave: V oor: Standaardinstelling
SCM OFF (Vlak geluid) 00 00 Aan BEAT Rock- of discoritme +02 00 Aan SOFT Rustige achtergrondmuziek +01 – 03 Uit POP Lichte muziek +04 +01 Uit
Indicator voor de equalizer
1
Selecteer de geluidsmodus van uw keuze.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert de geluidsmodus en wel als volgt:
• Als de Link-indicator op de display aan gaat (en voor “SCM LINK” de instelling “LINK ON” is gekozen - zie pagina 24), kan de geselecteerde geluidsmodus voor de desbetreffende afspeelbron in het geheugen worden opgeslagen. Het effect is meteen op de afspeelbron van toepassing.
• Als de Link-indicator op de display NIET is aan is (en “SCM LINK” is ingesteld op “LINK OFF”), is de geselecteerde geluidsmodus op elke willekeurige afspeelbron van toepassing.
Bas Treble Loud
De geluidsmodi oproepen
1
1
Opmerkingen:
• U kunt elke geluidsmodus aan uw voorkeur aanpassen en deze in het geheugen opslaan. Raadpleeg ‘[translator’s note: insert section titel from Contents page]’ op pagina 25 als u de oorspronkelijke geluidsmodus wilt aanpassen.
• Als u de versterkingsfactor voor de hoge of lage tonen wilt aanpassen of de geluidsterkiefunctie tijdelijk wilt uitschakelen, verwijzen we u naar de instructies op pagina 20 en 21. (De aanpassingen die u hebt aangebracht, worden geannuleer d zodra u een andere geluidsbron selecteert.)
A M
F M
C D
Selecteer de afspeelbron van uw keuze terwijl de Link-indicator op de display wordt weergegeven.
De Link-indicator begint te knipperen en de geluidsmodus die voor de geselecteerde afspeelbron in het geheugen ligt opgeslagen wordt opgeroepen.
Het equalizer-patroon voor de geselecteerde geluidsmodus wordt weergegeven
Indicator voor de geluidsmodus
23

Advanced SCM annuleren

Het is mogelijk om de voorziening Advanced SCM (Sound Control Memory) te annuleren en de aangebrachte koppeling tussen de geluidsmodi en afspeelbronnen weer op te heffen. Standaard kan voor elke afspeelbron een eigen, aangepaste geluidsmodus in het geheugen worden opgeslagen. In de praktijk kunt u dus een andere geluidsmodus te horen krijgen als u een andere afspeelbron selecteert. LINK ON: De voorziening Advanced SCM is ingeschakeld (voor elke afspeelbron een
andere geluidsmodus)
LINK OFF: De voorziening Advanced SCM is uitgeschakeld (voor elke afspeelbron geldt
een en dezelfde geluidsbron)
3
1,4
2
1
Druk op de toets SEL en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt om de modus voor algemene instellingen op te roepen (zie pagina 29).
24
2
Selecteer de vermelding “SCM LINK”, als deze niet op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer de gewenste modus: “LINK ON” of “LINK OFF”.
4
Sluit het instellen af.

Uw eigen geluidsinstelling opslaan

De geluidsweergave (BEAT, SOFT, POP, zie bladzijde 22) kan worden aangepast en in het geheugen worden opgeslagen.
2
3
1, 4
1
2
3
4
SCM
Binnen
5 seconden
SEL
Binnen
5 seconden
Binnen
5 seconden
SCM
Roep de geluidsweergave op die u wilt aanpassen.
Meer bijzonderheden over de geluidsweergave vindt u op bladzijde 22.
Kies “BAS”(Bas), “TRE”(Treble) of “LOUD”(Loudness).
Stel het niveau voor de lage (bas) of hoge (treble) tonen in of activeer de loudness­functie of schakel deze functie uit.
Meer bijzonderheden over bas en treble vindt u op bladzijde 20.
Druk op SCM en houd deze toets ingedrukt totdat de geluidsweergave die u bij stap
1
hebt geselecteerd op het afleesvenster begint te knipperen.
Uw instelling wordt in het geheugen opgeslagen.
5
Herhaal deze procedure om de andere instellingen op te slaan.
Opnieuw instellen van de fabrieksinstellingen
Herhaal bovenstaande procedure en stel de waarden in die zijn weergegeven in de tabel op bladzijde 22.
25

ANDERE HOOFDFUNCTIES

Klok instellen

Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een 24-uurs of een 12-uurs aanduiding.
1, 5
2, 3, 4
2, 3, 4
1
2
SEL
1
3
1
Druk op de SEL-toets en houd deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt (zie bladzijde 29.)
2
2
Stel het uur in. 1 Selecteer de vermelding
“CLOCK H” als deze al niet meteen op de display wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
Stel de minuten in. 1 Selecteer de vermelding
“CLOCK M”.
2 Pas de minuten aan.
26
4
1
2
Stel de uuraanduiding in. 1 Selecteer de vermelding
“24H/12H”.
2 Selecteer de vermelding
“24H” of “12H”.
5
SEL
Huidige tijd van de klok controleren (andere modus op afleesvenster tonen)
Druk meerdere malen op DISP. Elke keer dat u op de toets drukt, verandert het afleesvenster als volgt.
Tijdens de bediening van de tuner:
Klok
Opmerking:
Voor het wijzigen van de vermeldingen tijdens RDS­bediening verwijzen we u naar bladzijde 15.
• Als de eenheid niet is ingeschakeld wanneer u op de DISP-toets drukt, wordt de stroom ingeschakeld, wordt gedurende vijf seconden de tijd van de klok weergegeven en wordt de stroom vervolgens weer uitgeschakeld.
Frequentie
Sluit het instellen af.
Tijdens de bediening van de CD-speler:
Klok
Verstreken speelduur
27

Een niveauweergave selecteren

U kunt zelf bepalen welk niveau u in de display weergegeven wilt hebben. De standaardinstellingen van de eenheid bij het verlaten van de fabriek is “VOL 2”. VOL 1: Geeft de indicator voor het volumeniveau en het patroon voor de equalizer weer. VOL 2: Geeft de instelling van VOL 1 en het verlichte display weer. OFF: De indicator voor het volumeniveau en het patroon voor de equalizer worden allebei niet
weergegeven.
Indicator voor de equalizer
3
1
2
3
4
1,4
Volumeniveau-indicator
2
Druk op de SEL-toets en houd deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt (zie bladzijde 29.)
Selecteer de vermelding “LEVEL” als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
Selecteer de gewenste modus: “VOL 1”, “VOL 2” of “OFF”
Sluit het instellen af.
28

De algemene instellingen wijzigen

U kunt de items die op de volgende pagina worden genoemd aan uw persoonlijke voorkeur aanpassen.
Basisprocedure
1, 4
3
2
1
2
3
4
SEL
SEL
Druk op de SEL-toets en houd deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt
Selecteer het item waarvan u de instelling wilt wijzigen. (Zie bladzijde 30.)
Wijzig de instelling van het item dat u in stap 2 hebt geselecteerd.
Sluit het instellen af.
29
1
SEL
CLOCK H Instellen van het uur CLOCK M Instellen van de minuten SCM LINK Koppelingen met het
24H/12H 24/12-uur aanduiding voor
AUTO ADJ Automatische instellen van
DISPMODE Displayfunctie
PTY STBY PTY-standby
PTY SRCH PTY-zoeken TA VOL Volume voor
P-SEARCH Programma zoeken
2
Kies...
geheugen voor geluidsmodi
de klok
de klok
verkeersinformatie
3
Leg de instelling vast
Stel in...
Terug
12H 24H 24H
PS NAME
CLOCK
29 programmatypen (Zie blz. 16.)
VOL (00-50)
ON OFF
Verder
VerderTerug
LINK OFFLINK ON LINK ON
FREG
4
Fabrieksin­stellingen
(Zie blz. 12.)
SEL
0:00
ON
PS NAME
NEWS 12
VOL (20)
OFF
Zie blz.
26
24
27
16OFF ON
15
12
15
15
TEL Audiodemping voor
cellulaire telefoonsystemen
LEVEL Niveaudisplay
30
OFF
OFF
MUTING 1
MUTING 2
VOL 2
VOL 1
OFF
VOL 2
31
28
Audiodemping voor mobiele telefoongesprekken
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een cellulair telefoonsysteem is aangesloten. Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem dat u gebruikt “MUTING 1” of “MUTING 2”. Welke dempingsmogelijkheid u kiest, hangt af van de vraag welke instelling het geluid het beste dempt. Bij het verlaten van de fabriek is deze modus uitgeschakeld.
• MUTING 1: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
• MUTING 2: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
• OFF: Hiermee wordt de audiodemping voor telefoongesprekken uitgeschakeld.
1. Druk op de toets SEL en houdt deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt om de
modus voor algemene instellingen op te roepen.
2. Druk op de toets
3. Druk op de toets + of – om de gewenste modus te selecteren.
De mogelijkheden voor het dempen van de audio bij mobiele telefoongesprekken volgen elkaar in deze volgorde op de display op:
¢ of 4 om de vermelding “TEL” te selecteren.
MUTING 1 MUTING 2
OFF
31

Bedieningspaneel verwijderen

U kunt het bedieningspaneel verwijderen, wanneer u uit de auto stapt. U moet het bedieningspaneel voorzichtig verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen, zodat de connectors op de achterkant van het bedieningspaneel en de houder van het bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Hoe moet u het bedieningspaneel verwijderen?
Voordat u het bedieningspaneel verwijdert, moet u er zeker van zijn dat de spanning is uitgeschakeld.
1
Ontgrendel het bedieningspaneel.
2
Druk het bedieningspaneel iets
omhoog en trek naar u toe van het apparaat.
Hoe moet u het bedieningspaneel weer op zijn plaats bevestigen?
1
Stop de linkerkant van het bedieningspaneel in de uitsparing op de houder.
2
Druk op de rechterkant van het bedieningspaneel totdat dit in de houder vastzit.
32
3
Stop het losgemaakte
bedieningspaneel in het daarvoor bestemde doosje
Opmerking over het reinigen van de connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen de connectors op een gegeven moment minder goed gaan functioneren. Om deze mogelijkheid tot het minimum te beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd met een met alcohol bevochtigde katoenen doek schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors daarbij niet beschadigt.
Connectors

ONDERHOUD

Omgaan met CD’s

Dit apparaat is ontworpen voor het afspelen van CD’s met het symbool. Andere CD’s kunnen niet worden afgespeeld.
De manier waarop u met CD’s moet omgaan
Wanneer u een CD uit het opbergdoosje haalt, moet u het rondje in het midden van de doos naar beneden duwen en de CD uit het doosje halen terwijl u hem aan de rand vasthoudt.
• Houd de CD altijd aan de randen vast. Kom niet aan vlak met de opnames.
Wanneer u de CD wilt opbergen, leg deze dan zachtjes om het rondje in het midden (bedrukte vlak naar boven).
• Berg de CD’s na gebruik altijd op in het doosje.
CD’s schoonhouden
Het geluid kan verkeerd worden weergegeven als de CD vuil is. Als een CD vuil wordt, moet u hem afvegen met een zachte doek door de doek in een rechte lijn van het midden naar de rand te bewegen.
Nieuwe CD’s afspelen
Sommige nieuwe CD’s hebben oneffenheden langs de binnen- of buitenrand. Soms worden dergelijke CD’s door het apparaat geweigerd. U kunt deze oneffenheden verwijderen door de randen glad te wrijven met een potlood, ballpoint enz.
Condensvorming
In onderstaande gevallen kan zich condens vormen op de lens in de CD-speler:
• Nadat de verwarming in de auto is aangezet.
• Wanneer het erg vochtig wordt in de auto.
Soms zal de CD-speler hierdoor niet meer goed werken. In dat geval moet u de CD uit de CD-lade halen en moet u het apparaat een paar uur aan laten staan totdat het vocht is verdampt.
COMPACT
DIGITAL AUDIO
Rondje in het midden
LET OP!
• Plaats geen 8-cm CD’s (CD-singles) in de CD-lade. (Deze CD’s kunnen niet terugspringen.)
• Plaats geen CD’s met een ongewone vorm (bijvoorbeeld hartvormig) in de CD-lade; dit zal problemen
veroorzaken.
• Stel CD’s niet bloot aan direct zonlicht of een andere warmtebron en leg ze niet neer op plaatsen waar het
zeer warm of vochtig is.
• Gebruik geen oplosmiddelen (zoals reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray, verdunningsmiddelen,
wasbenzine, enz.) om CD’s te reinigen.
Wanneer u een CD-R (Recordable) afspeelt
Op deze ontvanger kunt u uw originele CD-R’s afspelen.
• Lees alvorens een CD-R af te spelen eerst de instructies en waarschuwingen aandachtig door.
• Sommige CD-R’s die op CD-recorders zijn opgenomen kunnen niet op deze ontvanger worden afgespeeld vanwege bepaalde kenmerken die deze CD-R’s hebben. Andere oorzaken van afspeelproblemen zijn:
- Beschadigingen of vuil op de CD
- Vocht of condensatie op de lens van de CD-speler
- Vuil op de lens van de laser in de speler.
• Speel alleen CD-R’s af die volledig zijn afgewerkt (finilized).
• CD-RW’s (Rewritables of herschrijfbare CD’s) kunnen niet op deze ontvanger worden afgespeeld.
Haperingen:
De CD kan haperen wanneer u op hobbelige wegen rijdt. Het apparaat en de CD worden hierdoor niet beschadigd, maar het is wel storend. Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen wanneer u op dergelijke wegen rijdt.
33

PROBLEMEN OPLOSSEN

Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
Symptomen
• CD kan niet worden afgespeeld.
• Geluid van de CD wordt soms onderbroken.
“NO DISC” verschijnt op de
display.
• Er komt geen geluid uit de speakers.
• Automatisch instellen van zenders – SSM (Strong­station Sequential Memory) – functioneert niet.
• U hoort ruis terwijl u naar de radio luistert.
Oorzaken
CD zit ondersteboven in het apparaat.
U rijdt op een hobbelige weg.
Er zitten krassen op de CD. Verkeerde verbindingen.
Geen CD in de houder geplaatst CD is verkeerd geplaatst.
De geluidsknop is op de laagste stand gezet.
Verkeerde verbindingen.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
Oplossingen
Plaats de CD op de juiste manier in CD-lade.
Stop met afspelen op hobbelige wegen.
Gebruik een andere CD. Controleer kabels en
aansluitingen. Plaats een CD in de CD-lade. Plaats de CD op de juiste
wijze. Pas het geluid aan totdat het
optimale niveau is bereikt. Controleer de bedrading en de
verbindingen. Leg de zenders handmatig
vast.
Zorg dat de antenne stevig vast zit.
• CD kan niet worden afgespeeld en springt niet terug.
• Het apparaat functioneert helemaal niet.
34
Misschien werkt de CD-speler niet goed meer.
Soms functioneert de ingebouwde microcomputer niet goed ten gevolge van lawaai, enzovoorts.
Druk tegelijkertijd op
en 0 gedurende meer dan 2 seconden. Zorg ervoor dat de CD niet op de grond valt wanneer hij terugspringt.
Druk tegelijkertijd gedurende meer dan 2 seconden op
en SEL om het apparaat terug te stellen. (De instellingen van de klok en de stations die in het geheugen zijn opgeslagen worden gewist.) (Zie bladzijde 2.)

SPECIFICATIES

GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 40 watt per kanaal Achterin: 40 watt per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS)
Voorin: 16 watt per kanaal in 4 , 40 tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische vervorming van het geluid.
Achterin:16 watt per kanaal in 4 , 40 tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid. Belastingsimpedantie: speling 4 (4 tot 8 Ω) Regelbereik tonen
Bas: ±10 dB bij 100 Hz
Treble: ±10 dB bij 10 kHz Weergavekarakteristiek: 40 tot 20 000 Hz Signaal/ruisverhouding: 70 dB Uitgangsvermogen/Impedantie: 2,0 V/20 k
belasting (maximaal vermogen) Uitgangsimpedantie: 1 k
RADIO
Frequentiebereik
FM: 87,5 tot 108,0 MHz
AM: (MW) 522 tot 1 620 kHz
(LW) 144 tot 279 kHz
CD-SPELER
Type: CD-speler Signaaldetectiesysteem: pickup-lens
(halfgeleider-laser) Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo) Weergavekarakteristiek: 5 tot 20 000 Hz Dynamisch vermogen: 96 dB Signaal/ruisverhouding: 98 dB Zweving: Minder dan de meetbare limiet
ALGEMEEN
Voeding
Werkspanning: gelijkstroom 14,4 volt
(speling 11 tot 16 volt) Aardingssysteem: negatieve aarding Bedrijfstemperatuur: 0°C tot +40°C Afmetingen (breedte x hoogte x diepte)
Afmetingen apparaat (ten behoeve van
installatie): 182 x 52 x 150 mm
Afmetingen paneel: 188 x 58 x 14 mm
Gewicht: 1,3 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 Ω)
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 Ω)
Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):
65 dB Weergavekarakteristiek: 40 tot 15 000 Hz Stereo-scheiding: 30 dB Vangbereik: 1,5 dB
[MW-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV Selectiviteit: 35 dB
[LW -zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
35
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÉMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
EN, GE, FR, NL
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
1200HISFLEJES
JVC
Loading...