JVC KD-S70R, KD-S7R Instruction Manual [nl]

CD RECEIVER
COMPACT
DIGITAL AUDIO
CD-RECEIVER RECEPTEUR CD CD-RECEIVER
ENGLISH
DEUTSCH

KD-S70R/S7R

KD-S70R
KD-S7R
For installation and connections, refer to the separate manual. Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetreffende handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
FRANÇAIS
GET0042-001A
[E]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
DANGER: Invisible laser radiation when op en and interlock failed or d efeated. AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. (e)
ADVARSEL: Usynlig laser ­stråling ved åbning, når sikkerh edsafbryd ere e r u de af funktion. Undgåudsæt­telse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser- strålning när denna del är öppnad och spärren urkopplad. Betrakta strålen. (s)
VARO: Avattaessa ja suo­jalukitus ohitettaessa olet
är
alttiina näkymättömälle
ej
lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f)
BELANGRIJK VOOR
Benaming/Spanningslabel
CLASS 1 LASER PRODUCT
Let op: Dit toestel heeft een laserkomponent met een hogere klasse laserstraal dan Klasse 1”.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
LASERPRODUKTEN
V oorzorgen:
1. KLASSE 1 LASERPRODUKT
2. GEVAAR: Onzichtbare laserstralen wanneer open en interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte blootstelling aan de straal.
3. LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan erkend onderthoud­spersoneel.
4. LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare laserstralen maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5. LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van instellingen ander dan in deze gebruik­saanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke straling.

Het apparaat terugstellen

Houd de SEL (selectie) en de (standby/aan/ATT) toetsen beide gelijktijdig een paar seconden ingedrukt. De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
OPMERKINGEN:
• De geheugeninstellingen — zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen — zullen eveneens gewist worden.
• Als er een CD in het apparaat is, zal deze naar buiten komen wanneer u het apparaat terugstelt. Let op dat de CD niet valt.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
Denk aan de veiligheid...
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk , omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
2
(Standby/Aan/ATT)
SEL (Selectie)
Temperatuur binnen de auto...
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
Wir danken Ihnen für den Kauf eines JVC Produkts. Bitte lesen Sie die Anleitung vollständig durch, bevor Sie das Gerät in Betrieb nehmen, um sicherzustellen, daß Sie alles vollständig verstehen und die bestmögliche Leistung des Geräts erhalten.

INHOUDSOPGAVE

BASISBEDIENING........................................................4
GEBRUIK VAN DE RADIO ............................................5
Naar de radio luisteren ..................................................................5
Radiozenders in het geheugen vastleggen ....................................6
Automatisch vastleggen van FM-zenders: SSM .......................... 6
Handmatig vastleggen van zenders............................................. 7
Afstemmen op een voorkeuzezender ............................................8
HET GEBRUIK VAN RDS............................................... 9
Wat u kunt doen met RDS EON ...................................................9
Eén en hetzelfde programma blijven volgen
(met de netwerkfunctie)......................................................... 9
Het gebruik van standby-ontvangst ........................................... 11
Een PTY -code invoeren voor de standby-ontvangst van een
programmagenre................................................................. 12
Uw favoriete programmagenre opzoeken .................................. 12
Andere handige RDS-functies .....................................................15
Automatische selectie van een station bij gebruik van de
cijfertoetsen ......................................................................... 15
De weergave op de display wijzigen terwijl u naar een
FM-station luistert................................................................ 15
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen ................. 15
Automatisch aanpassen van de klok ....................................... 16
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER..................................... 17
Een CD afspelen............................................................................17
Een muziekstuk of een bepaald punt op de CD zoeken ............18
Afspeelmodus selecteren ..............................................................19
Voorkomen dat de CD terugspringt ............................................19
GELUID REGELEN ......................................................20
Geluid aanpassen ..........................................................................20
LOUD in-/uitschakelen
................................................................... 21
Werken met aangepaste geluidsmodi (Advanced SCM)........... 22
De geluidsmodi selecteren en opslaan...................................... 22
De geluidsmodi oproepen.......................................................... 23
Advanced SCM annuleran...........................................................24
Uw eigen geluidsinstelling opslaan.............................................. 25
ANDERE HOOFDFUNCTIES ........................................ 26
Klok instellen ................................................................................ 26
Een niveauweergave selecteren....................................................28
De algemene instellingen wijzigen...............................................29
Bedieningspaneel verwijderen..................................................... 32
ONDERHOUD ........................................................... 33
Omgaan met CD’s ........................................................................33
PROBLEMEN OPLOSSEN ...........................................34
SPECIFICATIES ...........................................................35
3
1
2

BASISBEDIENING

3
Opmerking:
W anneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen (zie bladzijde 26).
1
2
F M
A M
3
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt (zie bladzijde 20 – 25).
/I/ATT
Opmerking bij de bediening door middel van één toets:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder wordt het apparaat automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
C D
Schakel de spanning in.
Start de weergave van de geluidsbron.
Voor gebruik van de radio, zie bladzijde 5 – 16. Gebruik van de CD-speler, zie bladzijde 17 – 19.
Regel het volume.
Volumeniveau-indicator
Het door u ingestelde geluidsniveau verschijnt
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op .
Op het afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen. Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
Spanning uitschakelen
Druk langer dan 1 seconde op .
4

GEBRUIK VAN DE RADIO

Naar de radio luisteren

1
2
AM
A M
F M
2
FM1 FM2
Stations met een hogere frequentie zoeken.
Stations met een lagere frequentie zoeken.
1
Selecteer de golfband (FM1, FM2, FM3 of AM)
U kunt éé van de drie FM-golfbandn (FM1, FM2 en FM3) selecteren om naar een FM-zender te luisteren.
FM3
Volumeniveau-indicator
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven
Zoek een station.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is afgestemd.
Handmatig zonder zoeken op een bepaalda freguentie afstemmen:
1 Druk op FM of AM om de gewenste omroepband te selecteren. 2 Druk op
afleesvenster begint te knipperen. U kunt de frequentie handmatig wijzigen, terwijl de letter “M” knippert.
3 Druk meerdere malen op
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz en bij AM steeds met 9 kHz – MW/LW) totdat u de toets loslaat.
¢ of 4 en houd deze toets ingedrukt totdat de letter “M” op het
¢ of 4 totdat de gewenste frequentie is bereikt.
5

Radiozenders in het geheugen vastleggen

U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders:SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
2
1
F M
FM1 FM2 FM3
Selecteer het nummer van de FM-golfband (FM1, FM2 of FM3) waarop u FM-zenders wilt vasteleggen.
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd - nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
6
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
VOORBEELD: Een FM-zender op 88.3 MHz vastleggen onder nummer 1 van FM1.
1
2
3
1
F M
Selecteer FM1.
2
Stem af op een zender op 88.3 MHz.
Zie bladzijde 5 voor het afstemmen op een zender.
3
Druk op de toets en houdt deze ten minste 2 seconden ingedrukt.
De vermelding “P1” knippert enkele seconden op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
7

Afstemmen op een voorkeuzezender

U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie bladzijde 6 en 7, als u dat nog niet hebt gedaan.
DISP
1
1
FM
AM
2
MO/RND
FM1 FM2
FM3
AM
2
Selecteer de gewenste golfband (FM1, FM2, FM3 of AM).
Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste zender .
De informatie op de display wijzigen terwijl u een FM-station ontvangt dat RDS-signalen uitzendt
Druk op de toets DISP. Elke keer dat u op deze toets drukt, verandert de weergave op de display en wel als volgt:
PS NAME (Stationsnaam)
CLOCK (Tijd op de klok)
Wanneer een stereo-uitzending op FM slecht te ontvangen is, doet u het volgende:
Druk tijdens ontvangst van een FM stereo-uitzending op MO/RND (mono/willekeurig). De indicator MO (mono) op de display licht op. De uitzending zal dan mono worden weergegeven maar
FREQ (Frequentie)
PTY (Programmagenre)
MO/RND
Er brandt een lampje wanneer een FM-uitzending in stereo wordt ontvangen
Om het stereo-effect te herstellen, drukt u op opnieuw op dezelfde toets.
8

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS EON

RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “EON (Enhanced Other Networks)”. De EON-indicator licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen die EON­gegevens uitzendt. Met behulp van de EON-gegevens die door het station worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (T A - “T raffic Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY - “Programme Type”)
• Zoeken naar verkeersinformatie (TP — “Traf fic Programme”)
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (met de netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS­zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie de afbeelding op de volgende pagina). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative Frequency) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
RDS
TP
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u minimaal 1
seconde op de TP/RDS-toets (Traffic Programme/Radio Data System). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de modus van deze functie en wel als volgt:
Modus 1 Modus 2 Modus 3
AF-indicator REG-indicator
AF REG
9
Modus 1
De AF-indicator licht op, maar de REG-indicator licht niet op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“OFF”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Opmerking:
In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving.
Modus 2
Zowel de AF-indicator als de REG-indicator lichten op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld (“ON”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De AF-indicator en de REG-indicator lichten allebei niet op. De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden ontvangen.
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
10
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie D
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk van de geselecteerde afspeelbron (een FM-station of CD-speler) overschakelen naar een door u ingesteld programmagenre (PTY) of naar verkeersinformatie (T A).
Opmerking:
Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst van verkeersinformatie met de TP/RDS-toets
• Als u op de toets TP/RDS drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator TP op wanneer u een zender ontvangt die het TP-signaal uitzendt (verkeersinformatie) en wanneer de ontvanger in T A-standby-modus staat.
Opmerking:
Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal uitzendt, gaat de indicator TP op de display knipperen. Druk De vermelding ÒSEARCHÓ verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er zoÕn station wordt gevonden, gaat de indicator TP op de display continu branden.
• Als u naar een CD aan het luisteren bent, en naar een station wilt luisteren dat een TP-signaal uitzendt, moet u op de toets TP/RDS drukken om de ontvanger in de T A-standby-modus te zetten. (De indicator TP op de display licht op.)
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden terwijl de TA-standby-modus is ingeschakeld, verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het volume neemt toe tot het vooraf ingestelde TA-volumeniveau en u hoort de uitgezonden verkeersinformatie (zie pagina 15).
Druk nogmaals op TP/RDS om de T A-standbyfunctie uit te schakelen.
¢of 4 om de ontvanger in de TA-standby-modus te zetten.
RDS
TP
Standby-ontvangst van een programmagenre met de PTY-toets
PTY
• Als u op de toets PTY drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator PTY op wanneer u een zender ontvangt die het PTY -signaal uitzendt en wanneer de ontvanger in PTY-standby-modus staat. De geselecteerde PTY-naam, die op pagina 13 wordt opgeslagen, knippert gedurende 5 seconden.
Opmerking:
Als het station dat u ontvangt geen PTY-signaal uitzendt, gaat de indicator PTY op de display knipperen. Druk te zetten. De vermelding ÒSEARCHÓ verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er zoÕn station wordt gevonden, gaat de indicator PTY op de display continu branden.
¢of 4 om de ontvanger in de PTY-standby-modus
• Als u naar een CD aan het luisteren bent, en naar een station wilt luisteren dat een PTY -signaal uitzendt, moet u op de toets PTY drukken om de ontvanger in de PTY -standby-modus te zetten. (De indicator PTY op de display licht op.)
Als het geselecteerde PTY -programma wordt uitgezonden terwijl de PTY -standby­modus is ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde PTY -naam op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het geselecteerde PTY­programma wordt nu ten gehore gebracht.
Druk nogmaals op PTY om de PTY-standbyfunctie uit te schakelen.
11
Loading...
+ 25 hidden pages