For installation and connections, refer to the separate manual.
Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de
desbetreffende handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
GET0119-001A
[E/EX]
Page 2
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdapparaat
CAUTION: Invisible laser
radiation when open and
interlock failed or defeated.
AVOID DIRECT EXPOSURE
TOBEAM. (e)
ADVARSEL: Usynlig laserstråling ved åbning, når
sikkerhedsafbrydere er ude
af funkti on. Undgåudsættelse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser-
strålning när denna del
är öppnad och spärren
urkopplad. Betraktaej
strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet
är
alttiina näkymättömälle
lasersäteilylle. Älä katso
säteeseen. (f)
Benaming/Spanningslabel
Caution:
Let op:
Dit toestel heeft een laserkomponent
This product contains a laser component
met een hogere klasse laserstraal dan
of higher laser class than Class 1.
“Klasse 1”.
NEDERLANDS
Voorzorgen:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en
interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte
blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel
bevat geen door de gebruiker te repareren
onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan
erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare
laserstralen maar is echter voorzien van
veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te
stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate
gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van
instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing
aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan
gevaarlijke straling.
Het apparaat terugstellen
Houd de SEL (selecteren) en de(standby/aan/attenuator) toetsen beide gelijktijdig een
paar seconden ingedrukt.
De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
(standby/aan/attenuator)
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
LOUD
SEL
DISP
791012
MO
8
RND
11
RPT
FM
CD
SSM
AM
SCMMODE
SEL (selecteren)
Opmerkingen:
• De geheugeninstellingen—zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen—zullen eveneens gewist
worden.
• Als er een CD in het apparaat is, zal deze naar buiten komen wanneer u het apparaat terugstelt. Let op dat
de CD niet valt.
2
Page 3
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen .......................... 2
Omgaan met discs .................................... 20
SPECIFICATIES ............................. 21
Hoe u de toets MODE gebruikt
Als u op de toets MODE drukt, schakelt de apparaat over naar de functiemodus en werken de
cijfertoetsen enigszins anders.
Als u deze toetsen nadat u op de toets MODE hebt gedrukt weer als cijfertoetsen wilt
gebruiken, moet u 5 seconden wachten zonder op een cijfertoets te drukken. De functiemodus
wordt dan automatisch opgeheven.
• Ook als u nogmaals op de toets MODE drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het apparaat geleverd. Het identificatienummer is
tevens op de behuizing van het apparaat gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is
belangrijk voor identificaatie indien het apparaat is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is
gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet
meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen
met het apparaat gaat verrichten.
MODE
MO
8
910127
MO
11
RPT
RND
Indicator die tijd aftelt
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
NEDERLANDS
3
Page 4
PLAATSING VAN DE TOETSEN
Bedieningspaneel
Het display-venster
;dga
SCM
s
f
ST RND RPT
MO
l
/
h
j
k
1
23
LOUD
q
SEL
DISP
w
MO
8
791012
e
NEDERLANDS
1 De toets(standby/aan/attenuator)
2 De toets LOUD (loudness)
3 De toets SEL (selecteren)
4 Het display-venster
5 CD-lade
6 De toets 0 (uitwerpen)
7 De toets CD
8 De toets AM
9 De toets FM
p De toetsen ¢/4
• Deze toetsen doen dienst als SSM-toets wanneer
beide toetsen tegelijk worden ingedrukt.
q De toetsen +/–
w De toets DISP (display)
e De toets MO (mono)
r De cijfertoetsen
t De toets RPT (repeat)
y De toets RND (random)
u De toets MODE
i De toets SCM (sound control memory)
o De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
4
7
69
54
RND
11
RPT
tyr
ui
8
CD
AM
SCMMODE
p
FM
SSM
o
Het display-venster
; De indicator SCM (sound control memory)
a De indicator CD-bron
s De indicators voor de FM-band
(FM1, FM2, FM3)
d De indicator voor de AM-band
f Indicators voor de ontvangst van de tuner
MO (mono), ST (stereo)
g De indicator RND (random)
h De indicator RPT (repeat)
j De indicator LOUD (loudness)
k De indicator CD-geplaatst
l Hoofdvenster
/ Indicator voor het volumeniveau
Page 5
BASISBEDIENING
LOUD
SEL
DISP
MO
791012
8
132
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One-Touch”-bediening:
Bij het selecteren van de geluidsbron in stap
hieronder wordt het apparaat automatisch
ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te
drukken om het apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de
geluidsbron.
FM
CD
AM
Voor gebruik van de radio (FM of AM),
zie bladzijde 7 – 10.
Voor het afspelen van CD’s,
zie bladzijde 11 – 13.
3
Regel het volume.
Het volume verhogen
Het volume verlagen
2
FM
CD
SSM
RND
11
RPT
AM
SCMMODE
Het door u ingestelde geluidsniveau verschijnt.
Indicator voor het volumeniveau
(zie bladzijde 17)
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
(Zie bladzijde 14 – 16).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige
geluidsbron kort op. Op het
afleesvenster begint de tekst “ATT ” te knipperen
en het volume zal in een oogwenk dalen.
Om het eerdere volume te herstellen, drukt u
nogmaals kort op dezelfde toets.
Spanning uitschakelen
Druk open houd de cijfertoets langer
dan 1 seconde ingedrukt.
“SEE YOU” wordt getoond en vervolgens wordt
het toestel uitgeschakeld.
• Indien u de stroom uitschakelt tijdens het
beluisteren van een CD, zal de volgende keer
bij het weer inschakelen van de stroom de
weergave vanaf het hiervoor gestopte punt op
de disc worden voortgezet.
LET OP bij het instellen van het volume:
Bij CD’s is in vergelijking tot andere
geluidsdragers nauwelijks sprake van
achtergrondruis. Wanneer het volume van
bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het
gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge
toename van het geluid beschadigd raken.
Draai het volume daarom voordat u een CD
afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan
uw wensen aan.
NEDERLANDS
5
Page 6
KlokVerstreken afspeeltijd
DISP
LOUD
SEL
DISP
791012
FM
CD
SSM
MO
8
RND
11
RPT
AM
SCMMODE
Klok instellen
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste
ingedrukt.
“CLOCK H”, “CLOCK M”, “SCM LINK” of
“LEVEL” verschijnt op de display.
SEL
NEDERLANDS
2
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK H”
(uur) als deze al niet meteen op de
display wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
2
seconden
CLOCK HCLOCK M
LEVELSCM LINK
2 Pas de minuten aan.
4
Voltooi de instelling.
SEL
De huidige kloktijd opvragen of de
weergavemodus wijzigen
Druk meerdere malen op DISP
(display).
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert het
weergavemodus als volgt:
• Tijdens de bediening van de tuner:
KlokFrequentie
• Tijdens de bediening van de CD:
3
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK M”
(minuten).
CLOCK HCLOCK M
LEVELSCM LINK
6
• Met de stroom uit:
De stroom wordt ingeschakeld en de tijd
wordt 5 seconden op de klok getoond. De
stroom schakelt vervolgens uit.
Page 7
GEBRUIK VAN DE RADIO
LOUD
SEL
DISP
MO
791012
8
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt
u kiezen tussen automatisch zoeken en
handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken:
Auto search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
FM
CD
AM
FM1FM2FM3
AM
FM
CD
SSM
RND
11
RPT
2
Zoek een station.
AM
SCMMODE
Afstemmen op een station
met een hogere frequentie
Afstemmen op een station
met een lagere frequentie
Wanneer een station wordt ontvangen,
stopt het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het
zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
NEDERLANDS
De geselecteerde
omroepband
wordt weergegeven.
Licht op bij ontvangst
van een stereo
FM-uitzending met
een redelijk sterk
signaal.
ST
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
7
Page 8
Handmatig naar een station zoeken:
Manual search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
FM
• Als u de toets loslaat, wordt de
handmatige modus na 5 seconden
automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen (bij FM steeds met
50 kHz en bij AM—MG/LG steeds met
9 kHz) totdat u de toets loslaat.
CD
AM
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of op 4 en
houd deze ingedrukt tot de
vermelding “M” (voor “manual”:
NEDERLANDS
handmatig zoeken) op de display
begint te knipperen.
FM1FM2FM3
AM
Als een FM-stereo-uitzending slecht te
ontvangen is:
MODE
8
MO
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, gaat de indicator
MO aan of uit.
Als de indicator MO op de display aan is, wordt
het geluid in mono weergegeven en verbetert de
ontvangstkwaliteit.
1 Druk op de toets MODE om
de functiemodus te activeren
terwijl u in stereo naar een
FM-stereo-uitzending luistert.
2 Druk op de toets MO (mono),
terwijl de functiemodus is
geactiveerd, zodat de indicator
MO op de display aangaat.
MO
3
Stem af op het station van uw keuze.
U kunt dit doen zolang de
vermelding “M” (voor “manual”:
handmatig zoeken) op de display
knippert.
Als u wilt afstemmen op een
station dat op een hogere
frequentie uitzendt
Als u wilt afstemmen op een
station dat op een lagere
8
frequentie uitzendt
Page 9
Radiozenders in het geheugen
vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden
gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:
SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AMzenders
Automatisch vasteleggen van
FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke
FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de
FM-golfband (FM1 – 3) waarop u
FM-zenders wilt vasteleggen.
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor
iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM)
vastleggen.
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1-golfband.
1
Selecteer het nummer van de
golfband (FM1 – 3, AM) waarop u
zenders wilt vasteleggen (in dit
voorbeeld cijfertoets FM1).
FM
CD
AM
FM1FM2FM3
AM
FM
CD
FM1FM2FM3
AM
2
Druk op beide toetsen en houd ze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
SSM
De tekst “- -SSM- -” verschijnt op het
afleesvenster en verdwijnt wanneer het
automatisch instellen van radiozenders is
beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen
worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de
cijfertoetsen vastgelegd—nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is
vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
2
Stem af op een zender (in dit
voorbeeld op 88,3 MHz).
Als u wilt afstemmen op een
station dat op een hogere
frequentie uitzendt
Als u wilt afstemmen op een
station dat op een lagere
frequentie uitzendt
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
NEDERLANDS
9
Page 10
3
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld cijfertoets 1) en houd
deze langer dan 2 seconden
ingedrukt.
7
Afstemmen op een
voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een
vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet
vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders
in het geheugen vastleggen” op bladzijde 9 en
10, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
De vermelding “P1” knippert gedurende
enkele seconden op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure
om andere zenders onder andere
nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist
NEDERLANDS
wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen
onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de
spannings toevoer naar het geheugen wordt
onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de
accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw
worden ingesteld.
FM
CD
FM1FM2FM3
AM
AM
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de
gewenste zender.
8
910127
MO
11
RPT
RND
10
Page 11
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER
LOUD
SEL
DISP
MO
8
791012
Een CD afspelen
Plaats een CD in de lade.
De apparaat gaat aan,
pakt een CD en begint
automatisch te spelen.
Opmerking over de “One-Touch”-bediening:
Wanneer er al een CD in de CD-lade zit, drukt u op
CD om het apparaat aan te zetten en het afspelen
automatisch te laten beginnen.
De indicator CD-geplaatst knippert.
De indicator CD-geplaatst gaat aan.
FM
CD
SSM
RND
11
RPT
AM
SCMMODE
Alle muziekstukken worden herhaald afgespeeld
totdat u de weergave stopt.
Opmerking:
Als een CD ondersteboven in de CD-speler wordt
geplaatst, wordt de vermelding “EJECT” op de
display weergegeven en wordt de CD automatisch
uitgeworpen.
Stoppen met afspelen en de CD terug
laten springen
Druk op 0.
De CD wordt niet langer afgespeeld en de CD
springt automatisch terug uit de CD-lade. De
tuner wordt als afspeelbron geselecteerd (het
station waarop als laatste was afgestemd, wordt
ten gehore gebracht).
• De CD-weergave stopt tevens wanneer u van
bron verandert (zonder de CD uit te werpen).
Bij het later weer kiezen van “CD” als bron, zal
de CD-weergave starten vanaf het punt waar u
hiervoor was gestopt.
NEDERLANDS
Totale afspeeltijd
van de CD die in
de CD-lade is
geplaatst
Totaal aantal
muziekstukken op
de CD die in de
CD-lade is geplaatst
Huidige muziekstukVerstreken afspeeltijd
Opmerkingen:
• Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer
15 seconden uit de CD-lade wordt verwijderd,
wordt de CD automatisch opnieuw in de CD-lade
geplaatst, zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer
wordt niet automatisch met afspelen begonnen).
• U kunt de CD uit de CD-lade laten springen
wanneer het apparaat is uitgezet.
Haperingen:
De CD kan haperen wanneer u op hobbelige
wegen rijdt. Het apparaat en de CD worden
hierdoor niet beschadigd, maar het is wel storend.
Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen
wanneer u op dergelijke wegen rijdt.
11
Page 12
Een muziekstuk of een
12
RND
bepaald punt op de CD zoeken
Het muziekstuk versneld vooruit afspelen
of achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van een
CD op ¢ en houd deze
toets ingedrukt om het muziekstuk
versneld vooruit af te spelen.
Afspeelmodus selecteren
Muziekstukken in willekeurige volgorde
afspelen (Random Play)
U kunt alle muziekstukken van de CD in
willekeurige volgorde afspelen.
MODE
1 Druk op de toets MODE om
de functiemodus te activeren
terwijl u een CD afspeelt.
Druk tijdens het afspelen van een
CD op 4 en houd deze
toets ingedrukt om het
muziekstuk achteruit af te spelen.
Naar het volgende of naar het vorige
muziekstuk gaan
Druk tijdens het afspelen van een
CD kort op¢ om naar het
begin van het volgende muziekstuk
te gaan.
NEDERLANDS
Telkens wanneer u meerdere
malen op deze toets drukt, wordt
het begin van het eerstvolgende
muziekstuk gezocht en afgespeeld.
Druk tijdens het afspelen van een
CD kort op 4 om naar het
begin van het huidige muziekstuk
te gaan.
Telkens wanneer u meerdere
malen op deze toets drukt, wordt
het begin van het vorige
muziekstuk gezocht en afgespeeld.
Direct naar een bepaald muziekstuk gaan
8
910127
MO
11
RPT
2 Druk op de toets RND
(random) terwijl de
functiemodus nog is
geactiveerd, zodat de indicator
RND op de display aangaat.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, de willekeurige
afspeelmodus voor CD’s
worden in- of uitgeschakeld.
De indicator RND
RND
De RND indicator licht op het display op wanneer
de Random Play is geactiveerd en worden de
muziekstukken in willekeurige volgorde
afgespeeld.
RND
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald
muziekstuk hoort, om het afspelen van dat
muziekstuk te laten beginnen.
• Om een muziekstuk met nummer 1 – 6
te selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Om een muziekstuk met nummer 7 – 12
te selecteren:
Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets
langer dan 1 seconde ingedrukt.
U kunt het huidige muziekstuk meerdere keren
afspelen.
MODE
11
RPT
2 Druk op de toets RPT (repeat)
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, de herhaald
afspeelmodus voor CD’s
worden in- of uitgeschakeld.
De RPT indicator licht op het display op wanneer
de herhaalde weergave is geactiveerd.
1 Druk op de toets MODE om
de functiemodus te activeren
terwijl u een CD afspeelt.
terwijl de functiemodus nog is
geactiveerd, zodat de indicator
RPT op de display aangaat.
De indicator RPT
RPT
Nummer van het muziekstuk dat
wordt afgespeeld
Voorkomen dat de CD
terugspringt
U kunt voorkomen dat de CD uit de lade springt
door deze in de lade te vergrendelen.
Druk op de CD en tegelijkertijd minste
2 seconden op de 0.
CD
De vermelding “EJECT” knippert gedurende 5
seconden op de display. De CD is nu vergrendeld
en kan niet meer uit de CD-lade terugspringen.
Als u de vergrendeling van de CD in de
CD-lade wilt opheffen, drukt u nogmaals
gedurende minste 2 seconden op de 0 terwijl u
tegelijk op de CD drukt.
Op het display verschijnt de tekst “EJECT” en de
CD springt terug uit de CD-lade.
De indicator CD-geplaatst knippert.
NEDERLANDS
13
Page 14
GELUID REGELEN
Geluid aanpassen
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens
instellen.
1
Selecteer de functie die u wilt
aanpassen.
SEL
BAS
(bas)
IndicatieDoel:Bereik
BASBastonen–06 (min.)
TRETreble–06 (min.)
NEDERLANDS
FAD*Evenwicht tussen
BALEvenwicht tussen
VOLHet volume00 (min.)
aanpassen.|
aanpassen.|
voor- en
achterspeakers
aanpassen.
linker- en
rechterspeaker
aanpassen.
aanpassen.|
Elke keer wanneer u op
deze toets drukt, wordt de
aanpasbare tijd als volgt
gewijzigd:
TRE
(treble)
VOL
(volume)
(balans)
+06 (max.)
+06 (max.)
R06 (Allen achterin)
|
F06 (Allen voorin)
L06 (Allen links)
|
R06 (Allen rechts)
50 (max.)
BAL
FAD
(faden)
2
Pas het niveau aan.
Het niveau verhogen
Het niveau verlagen
Opmerking:
Normaal gesproken werken de toetsen + en – als
volumeregelaars. U hoeft “VOL” dus niet te
selecteren als u het geluidsniveau wilt aanpassen.
LOUD in-/uitschakelen
Het menselijke oor is bij lage volumes minder
gevoelig voor lage en hoge frequenties.
Met LOUD worden deze frequenties versterkt,
waardoor er ook bij lage geluidsniveaus een
evenwichtig geluid kan worden geproduceerd.
LOUD
Elke keer wanneer u op LOUD
drukt, wordt deze functie
afwisselend in- en
uitgeschakeld.
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet
u FAD op “00” zetten.
14
Page 15
Werken met aangepaste
SCMSCM
geluidsmodi (SCM)
U kunt voor elke afspeelbron een aangepaste
geluidsmodus selecteren en vastleggen. Dit is
mogelijk dankzij de voorziening met de naam
“Advanced SCM (Sound Control Memory)”.
De geluidsmodi selecteren en opslaan
Als u een geluidsmodus hebt geselecteerd,
wordt deze in het geheugen opgeslagen en
steeds opnieuw opgeroepen wanneer u dezelfde
afspeelbron selecteert. De geluidsmodus wordt
dan tevens op de display weergegeven.
Voor elk van de volgende geluidsbronnen kan
een geluidsmodus worden opgeslagen
—FM1, FM2, FM3, AM en CD.
• Als u de geluidsmodus van uw keuze niet voor
elke geluidsbron apart wilt instellen, maar wel
elke geluidsbron dezelfde geluidsmodus wilt
toekennen, verwijzen we u naar de instructies
in de paragraaf “Advanced SCM annuleren
—SCM LINK” op bladzijde 17.
De geluidsmodus van uw keuze
selecteren.
SCM
SCM OFF
SCM
• Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK ON” is
geselecteerd, kan de geselecteerde
geluidsmodus voor de huidige afspeelbron in
het geheugen worden opgeslagen en zal het
effect alleen op de huidige afspeelbron van
toepassing zijn.
• Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK OFF”
is geselecteerd, is de geselecteerde
afspeelmodus op elke afspeelbron van
toepassing.
Elke keer wanneer u op de toets
drukt, verandert de
geluidsmodus en wel als volgt:
BEAT
Bijv.: Als u “BEAT” aanpast
SOFT
POP
IndicatieVoor:Vooraf ingestelde
waarden
BASTRELOUD
SCM OFF (Vlak geluid)0000ON
BEATRock- of+0200ON
discoritme
SOFTRustige+01–03OFF
achtergrondmuziek
POPLichte muziek +04+01OFF
De geluidsmodi oproepen
Als voor “SCM LINK” de instelling
“LINK ON”, selecteer de afspeelbron.
FM
CD
AM
De geluidsmodus die voor de geselecteerde
afspeelbron in het geheugen ligt opgeslagen
wordt opgeroepen.
Opmerkingen:
• U kunt de vooraf ingestelde geluidsweergave
wijzigen en in het geheugen opslaan.
Meer bijzonderheden over het aanpassen en
opslaan van uw eigen geluidsinstellingen treft u aan
in de paragraaf “Geluidsweergave aanpassen en
opslaan” op bladzijde 16.
• Als u de versterkingsfactor voor de hoge of lage
tonen wilt aanpassen of de geluidsterktefunctie
tijdelijk wilt uitschakelen, verwijzen we u naar de
instructies op bladzijde 14. (De aanpassingen die u
hebt aangebracht, worden geannuleerd zodra u een
andere geluidsbron selecteert).
Elke keer wanneer u een
andere afspeelbron selecteert,
gaat de SCM-indicator op de
display knipperen.
NEDERLANDS
15
Page 16
Geluidsweergave aanpassen
en opslaan
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken
(BEAT, SOFT, POP) aan uw eigen wensen aan
te passen en in het geheugen op te slaan.
• Voor het uitvoeren van de onderstaande
stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure
wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid,
moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
1
Roep de geluidsweergave op die u
wilt aanpassen.
SCM
SCM
• Zie bladzijde 15 voor
meer informatie.
3
Herhaal stap 2 als u nog andere
items wilt aanpassen.
4
Druk op SCM en houd deze
ingedrukt tot de in stap 1 gekozen
geluidsmodus op de display
knippert.
SCM
5
Herhaal deze procedure als u andere
De wijziging van de
geselecteerde
geluidsbesturingsmodus wordt
nu in het geheugen opgeslagen.
SCM
geluidsmodi wilt opslaan.
NEDERLANDS
2
Kies bas of treble als u het niveau
van de bas of treble wilt aanpassen.
1 Selecteer de vermelding “BAS” (bas) of
“TRE” (treble).
SEL
Bijv.: Als u “TRE” (treble) aanpast
2 Pas het niveau aan.
Of schakel loud in of uit.
LOUD
16
Bijv.: Als u “SOFT” aanpast
• Zie bladzijde 14 voor
meer informatie.
De fabrieksinstellingen herstellen, herhaal de
procedure en ken de fabrieksinstellingen toe. U
vind deze in de tabel op bladzijde 15.
Page 17
ANDERE HOOFDFUNCTIES
Een niveauweergave
selecteren—LEVEL
U kunt zelf bepalen welk niveau u in de display
weergegeven wilt hebben.
De standaardinstellingen van de eenheid bij het
verlaten van de fabriek is “VOL 2”.
• VOL 1: Toont de volumeniveau-indicator.
• VOL 2: Geeft de instelling van “VOL 1” en het
verlichte display weer.
• OFF: Wist de volumeniveau-indicator.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt.
“CLOCK H”, “CLOCK M”, “SCM LINK” of
“LEVEL” verschijnt op de display.
SEL
2
Selecteer de vermelding “LEVEL”,
als deze niet al meteen op de
display wordt weergegeven.
CLOCK HCLOCK M
LEVELSCM LINK
3
Selecteer de gewenste modus—
“VOL 1”, “VOL 2” of “OFF”.
Advanced SCM annuleren
—SCM LINK
Het is mogelijk om de voorziening Advanced SCM
(Sound Control Memory) te annuleren en de
aangebrachte koppeling tussen de geluidsmodi
en afspeelbronnen weer op te heffen.
Standaard kan voor elke afspeelbron een eigen,
aangepaste geluidsmodus in het geheugen
worden opgeslagen. In de praktijk kunt u dus een
andere geluidsmodus te horen krijgen als u een
andere afspeelbron selecteert.
• LINK ON:
• LINK OFF:
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt.
“CLOCK H”, “CLOCK M”, “SCM LINK” of
“LEVEL” verschijnt op de display.
2
Selecteer de vermelding
“SCM LINK”, als deze niet op de
display wordt weergegeven.
De voorziening Advanced SCM is
ingeschakeld (voor elke afspeelbron
een andere geluidsmodus
De voorziening Advanced SCM is
uitgeschakeld (voor elke afspeelbron
geldt een en dezelfde geluidsbron).
SEL
CLOCK HCLOCK M
).
NEDERLANDS
4
Voltooi de instelling.
SEL
OFF
VOL 2VOL 1
3
Kies “LINK OFF”.
4
Voltooi de instelling.
SEL
Voor het activeren van Advanced SCM (Sound
Control Memory), herhaalt u dezelfde handelingen
en drukt u op + om “LINK ON” in stap 3 te kiezen.
LEVELSCM LINK
17
Page 18
Bedieningspaneel verwijderen
U kunt het bedieningspaneel verwijderen,
wanneer u uit de auto stapt.
U moet het bedieningspaneel voorzichtig
verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen,
zodat de connectors op de achterkant van het
bedieningspaneel en de houder van het
bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Hoe moet u het bedieningspaneel
verwijderen?
Voordat u het bedieningspaneel verwijder t, moet
u er zeker van zijn dat de spanning is
uitgeschakeld.
1
Ontgrendel het bedieningspaneel.
NEDERLANDS
Hoe moet u het bedieningspaneel
weer op zijn plaats bevestigen?
1
Stop de linkerkant van het
bedieningspaneel in de uitsparing
op de houder.
2
Druk op de rechterkant van het
bedieningspaneel totdat dit in de
houder vastzit.
18
2
Druk het bedieningspaneel miets
omhoog en trek tegelijkertijd naar u
toe van het apparaat.
3
Stop het losgemaakte
bedieningspaneel in het daarvoor
bestemde doosje.
Opmerking over het reinigen van de connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen
de connectors op een gegeven moment minder
goed gaan functioneren.
Om deze mogelijkheid tot het minimum te
beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd
met een met alcohol bevochtigde katoenen doek
schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors
daarbij niet beschadigt.
Connectors
Page 19
PROBLEMEN OPLOSSEN
Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende
instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
Symptomen
• Er komt geen geluid uit de
speakers.
• Het apparaat werkt
helemaal niet.
Algemeen
• Automatisch instellen van
zenders—SSM (Strongstation Sequential Memory)
—functioneert niet.
FM/AM
• U hoort ruis terwijl u naar
de radio luister.
• De CD wordt automatisch
uitgeworpen.
• CD-R kan niet worden
afgespeeld.
• Overslaan van
muziekstukken van de CDR is niet mogelijk.
• CD kan niet worden
afgespeeld en springt niet
terug.
CD-weergave
• Geluid van de CD wordt
soms onderbroken.
• Op het afleesvenster
verschijnt de tekst “NO
DISC”.
Oorzaken
Het volume is ingesteld op het
minimale niveau.
Verkeerde verbindingen.
De ingebouwde
microprocessor functioneert
mogelijk niet juist vanwege
interferentie, enz.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
CD zit ondersteboven in het
apparaat.
De CD-R is niet afgerond
(“finalized”).
De CD is vergrendeld.
De CD-speler functioneert
mogelijk niet juist.
U rijdt op een hobbelige weg.
Er zitten krassen op de CD.
Verkeerde verbindingen.
Er is geen CD geplaats.
De CD is verkeerd geplaatst.
Oplossingen
Pas het geluid aan totdat het
optimale niveau is bereikt.
Controleer de bedrading en de
verbindingen.
Houd SEL (selecteren) en
(standby/aan/
attenuator) beide gelijktijdig een
paar seconden ingedrukt om de
eenheid opnieuw in te stellen
(de instelling voor de klok en de
voorkeurzenders worden uit het
geheugen gewist.)
(Zie bladzijde 2).
Leg de zenders handmatig vast.
Zorg dat de antenne stevig vast
zit.
Plaats de CD op de juiste
manier in CD-lade.
• Plaats een afgeronde CD-R.
• Rond de CD-R met de voor
opname gebruikte apparatuur
af.
Ontgrendel de CD.
(Zie bladzijde 13).
Druk tegelijk langer dan 2
seconden op
(standby/aan/attenuator) en 0
Wees voorzichtig bij het
uitwerpen zodat de CD niet valt.
Stop met afspelen op hobbelige
wegen.
Gebruik een andere CD.
Controleer de bedrading en de
verbindingen.
Plaats een CD in de lade.
Plaats de CD juist.
NEDERLANDS
19
Page 20
ONDERHOUD
Omgaan met discs
Dit apparaat is gemaakt om CD’s en CD-R’s
(opneembare discs) af te spelen.
• Er kunnen geen MP3 discs op dit apparaat
worden afgespeeld.
De manier waarop u met discs moet omgaan
Wanneer u een disc
uit het opbergdoosje
haalt, moet u het rondje in het
midden van de doos naar
beneden duwen en de disc uit het
doosje halen terwijl u de disc aan de
rand vasthoudt.
• Houd de disc altijd aan de randen vast. Raak
de opnamekant niet aan.
Wanneer u de disc wilt opbergen, leg deze
dan voorzichtig om het rondje in het midden (met
de bedrukte kant boven).
• Berg de discs na gebruik altijd op in het doosje.
Discs schoonhouden
Het geluid wordt niet goed
NEDERLANDS
weergegeven indien de disc vuil is.
Als een disc vuil is, moet u deze
reinigen met een zachte doek.
Veeg in een rechte lijn van het midden
naar de rand de disc schoon.
Nieuwe discs afspelen
Sommige nieuwe discs hebben
oneffenheden langs de binnenof buitenrand. Dergelijke discs
worden mogelijk door het apparaat
geweigerd.
U kunt deze oneffenheden verwijderen door de
randen glad te wrijven met een potlood, ballpoint
enz.
Condensvorming
In onderstaande gevallen kan zich condens
vormen op de lens in de discspeler:
• Nadat de verwarming in de auto is aangezet.
• Wanneer het erg vochtig wordt in de auto.
Soms zal de discspeler hierdoor niet meer juist
werken. In dat geval moet u de disc uit de
disclade halen en moet u het apparaat een paar
uur aan laten staan totdat het vocht is verdampt.
Rondje in het midden
Voor het afspelen van een CD-R
Alvorens een CD-R af te spelen, moet u de bij de
disc geleverde aanwijzingen goed doorlezen.
• Gebruik uitsluitend “afgeronde” CD-R’s.
• Bepaalde CD-R’s kunnen vanwege de
disckarakteristieken en de volgende redenen
mogelijk niet worden afgespeeld:
– Indien de disc vuil is of krassen heeft.
– Indien er condens op de lens in het toestel is
gevormd.
– Indien de aftastlens in het toestel vuil is.
• CD-R’s worden mogelijk beschadigd door hoge
temperaturen of een hoge vochtigheidsgraad.
Laat ze derhalve niet in de auto liggen.
• Gebruik niet de volgende CD-R’s en:
– Discs met stickers, labels of beschermvellen
die op de disc zijn geplakt.
– Discs waarop labels direct met een ink jet
printer kunnen worden gedrukt.
Het gebruik van dergelijke discs bij hoge
temperaturen of een hoge vochtigheidsgraad
kan een onjuiste werking veroorzaken of zelfs
de discs beschadigen. Bijvoorbeeld:
– Stickers of labels kunnen krimpen waardoor
de disc krom trekt.
– Stickers of labels kunnen half los raken
waardoor de disc niet meer kan worden
uitgeworpen.
– De afdruk op disc kan plakkering worden.
Lees de aanwijzingen en waarschuwingen over
labels en te bedrukken discs beslist goed.
• CD-RW’s (herschrijfbare discs) kunnen niet
met dit apparaat worden afgespeeld.
LET OP!
• Plaats geen 8-cm discs (single CD’s) in de
disclade. (Deze discs kunnen niet worden
uitgeworpen).
• Plaats geen discs met afwijkende vorm
(bijvoorbeeld hartvormig) in de disclade;
dergelijke discs veroorzaken problemen.
• Stel discs niet bloot aan direct zonlicht of een
andere warmtebron en leg ze niet neer op
plaatsen waar het zeer warm of vochtig is.
• Gebruik geen oplosmiddelen (zoals
reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray,
verdunningsmiddelen, wasbenzine, enz.) om
discs te reinigen.
Kromgetrokken
disc
20
Sticker
Resterend
plakmiddel
Disc
Opplakbaar
label
Page 21
SPECIFICATIES
GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 45 W per kanaal
Achterin: 45 W per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin: 17 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Achterin: 17 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Belastingsimpedantie: 4 Ω (speling 4 Ω tot 8 Ω)
Regelbereik tonen:
Bas:±10 dB bij 100 Hz
Treble: ±10 dB bij 10 kHz
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz
Signaal/ruisverhouding: 70 dB
Uitgangsvermogen/Impedantie:
(halfgeleider-laser)
Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo)
Weergavekarakteristiek: 5 Hz tot 20 000 Hz
Dynamisch vermogen: 90 dB
Signaal/ruisverhouding: 95 dB
Zweving: Minder dan de meetbare limiet
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 V
(speling 11 V tot 16 V)
Aardingssysteem: Negatieve aarding
Bedrijfstemperatuur: 0°C tot +40°C
Afmetingen (breedte × hoogte × diepte):
Afmetingen apparaat
(ten behoeve van installatie)
(bij benadering):
182 mm × 52 mm × 150 mm
Afmetingen paneel (bij benadering):
188 mm × 58 mm × 11 mm
Gewicht (bij benadering):
1,3 kg (excl. accessoires)
NEDERLANDS
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 Ω)
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 Ω)
Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):
65 dB
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 15 000 Hz
Stereo-scheiding: 30 dB
Vangbereik: 1,5 dB
[MG-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV
Selectiviteit: 35 dB
[LG-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving
worden gewijzigd.
21
Page 22
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
Installation/Connection Manual
Einbau/Anschlußanleitung
Manuel d’installation/raccordement
Handleiding voor installatie/aansluiting
GET0119-004A
[E/EX]
ENGLISH
• This unit is designed to operate on 12 V DC,
NEGATIVE ground electrical systems.
INSTALLATION
(IN-DASH MOUNTING)
• The following illustration shows a typical installation.
However, you should make adjustments
corresponding to your specific car. If you have any
questions or require information regarding
installation kits, consult your JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealer or a company supplying
kits.
1
Before mounting: Press (control panel
release button) to detach the control panel if
already attached.
* When shipped from the factory, the control
panel is packed in the hard case.
2
Remove the trim plate.
3
Remove the sleeve after disengaging the sleeve
locks.
1 Stand the unit.
Note: When you stand the unit, be careful
not to damage the fuse on the rear.
2 Insert the 2 handles between the unit and
the sleeve, as illustrated, to disengage the
sleeve locks.
3 Remove the sleeve.
Note: Be sure to keep the handles for future
use after installing the unit.
4
Install the sleeve into the dashboard.
* After the sleeve is correctly installed into the
dashboard, bend the appropriate tabs to hold
the sleeve firmly in place, as illustrated.
5
Fix the mounting bolt to the rear of the unit’s
body and place the rubber cushion over the end
of the bolt.
6
Do the required electrical connections.
7
Slide the unit into the sleeve until it is locked.
8
Attach the trim plate.
9
Attach the control panel.
DEUTSCH
• Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen
Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung
ausgelegt.
EINBAU
(IM ARMATURENBRETT)
• Die folgende Abbildung zeigt einen typischen
Einbau. Dennoch müssen Sie entsprechend Ihrem
jeweiligen Auto Anpassungen vornehmen. Bei
irgendwelchen Fragen oder wenn Sie
Informationen hinsichtlich des Einbausatzes
brauchen, wenden Sie sich an ihren JVC
Autoradiohändler oder ein Unternehmen das diese
Einbausätze vertreibt.
1
Vor dem Einbau: Drücken Sie (Freigabe der
Schalttafel), um die Arretierung der Schalttafel zu
lösen, sofern diese bereits angebracht ist.
* Bei der Auslieferung ab Werk ist die Schalttafel
im Etui verpackt.
2
Den Frontrahmen herausnehmen.
3
Die Halterung nach dem Entriegeln der
Halterungensperren abnehmen.
1 Das Gerät aufstellen.
Hinweis: Beim Aufstellen des Geräts darauf
achten, daß die Sicherung auf der Rückseite
nicht beschädigt wird.
2 Die 2 Griffe zwischen dem Gerät und der
Halterung wie abgebildet einstecken und die
Halterungensperren entriegeln.
3 Die Halterung entfernen.
Hinweis: Sicherstellen, daß die Griffe für
künftigen Gebrauch nach dem Einbau des
Geräts aufbewahrt werden.
4
Die Halterung im Armaturenbrett einbauen.
* Nach dem korrekten Einbau der Halterung im
Armaturenbrett, die entsprechenden Riegel
umknicken, um die Halterung an ihrem Platz zu
sichern, siehe Abbildung.
5
Die Befestigungsschraube an der Rückseite des
Gerätekörpers befestigen und das Ende der
Schraube mit einem Gummipuffer abdecken.
6
Nehmen Sie die erforderlichen elektrischen
Anschlüsse vor.
7
Das Gerät in die Halterung schieben, bis es
einrastet.
8
Befestigen Sie den Frontrahmen.
9
Die Schalttafel anbringen.
FRANÇAIS
• Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des
sources de courant continu de 12 V à masse
NEGATIVE.
INSTALLATION (MONTAGE
DANS LE TABLEAU DE BORD)
• L’illustration suivante est un exemple d’installation
typique. Cependant, vous devez faire les
ajustements correspondant à votre voiture
particulière. Si vous avez des questions ou avez
besoin d’information sur des kits d’installation,
consulter votre revendeur d’autoradios JVC ou une
compagnie d’approvisionnement.
1
Avant le montage:
du panneau de commande) pour éventeullement
détacher le panneau de commande.
* Lorsque ce panneau de commande sort d’usine,
il est rangé dans un étui de transport.
2
Retirer la plaque d’assemblage.
3
Libérer les verrous du manchon et retirer le
manchon.
1
Poser l’appareil à la verticale.
Remarque:
verticale, faire attention de ne pas
endommager le fusible situé sur l’arrière.
2
Insérer les 2 poignées entre l’appareil et le
manchon comme indiqué pour désengagé les
verrous de manchon.
3
Retirer le manchon.
Remarque:
pour une utilisation ultérieur, après l’installation
de l’appareil.
4
Installer le manchon dans le tableau de bord.
* Après installation correcte du manchon dans le
tableau de bord, plier les bonnes pattes pour
maintenir fermement le manchon en place,
comme montré.
5
Monter le boulon de montage sur l’arrière du corps
de l’appareil puis passer l’amortisseur en
caoutchouc sur l’extrémité du boulon.
6
Réalisez les connexions électriques.
7
Faire glisser l’appareil dans le manchon jusqu’à ce
qu’il soit verrouillé.
8
Attachez la plaque d’assemblage.
9
Remonter le panneau de commande.
Appuyer sur (déblocage
Lorsque vous mettez l’appareil à la
S’assurer de garder les poignées
1102KKSMDTJEIN
JVC
EN, GE, FR, NL
NEDERLANDS
• Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische
systemen die werken op 12 V gelijkstroom met negatieve
aarding.
INSTALLATIE (INBOUW IN
HET DASHBOARD)
• Op de volgende afbeelding kunt u zien hoe de installatie,
normaal gesproken, in zijn werk gaat. U moet echter bij
de installatie rekening houden met de bijzonderheden
van uw eigen auto. Neem bij vragen of voor meer
bijzonderheden over inbouwpakketten contact op met uw
JVC car audio dealer of een dealer of een bedrijf dat
inbouwpakketten levert.
1
Voordat u aan de montage van het apparaat
begint: Druk op (het bedieningspaneel
vrijgeven) als u het bedieningspaneel wilt
loskoppelen indien dit aan de eenheid is
vastgekoppeld.
* Standaard wordt het bedieningspaneel bij het
verlaten van de fabriek los verpackt meegeleverd.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Verwijder het huis nadat u de klemmen hebt
losgemaakt.
1 Zet het apparaat rechtop.
Opmerking: Wanneer u het apparaat rechtop
zet, moet u erop letten dat u de zekering aan de
achterkant niet beschadigt.
2 Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, tussen het
apparaat en het huis, om de klemmen los te
maken.
3 Verwijder het huis.
Opmerking: Bewaar de hendels nadat u het
apparaat hebt geïnstalleerd, zodat u ze ook in de
toekomst kunt gebruiken.
4
Installeer het huis in het dashboard.
* Nadat het huis op de juiste wijze in het dashboard
is geplaatst, moet u de palletjes, zoals afgebeeld,
stevig op hun plaats duwen.
5
Maak de bevestigingsbout aan de achterkant van het
apparaat vast en plaats de rubberdop over het uiteinde
van de bout.
6
Breng de vereiste elektrische verbindingen tot stand.
7
Schuif het apparaat in het huis totdat het vergrendeld
is.
8
Bevestig een sierplaat.
9
Bevestig het bedieningspaneel.
Control panel
12
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
Handle
Griff
Poignée
Hendel
3
Lock Plate
Arretierplättchen
Plaque de verrouillage
Vergrendelingsplaat
Slot
Schlitz
Fente
Sleuf
Fuse
Sicherung
Fusible
Zekering
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
9
1
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
8
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
4
7
4
*
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
184 mm
53 mm
5
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
6
See “ELECTRICAL CONNECTIONS.”
Siehe „ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE“.
Référez-vous “RACCORDEMENTS
ELECTRIQUES” .
Zie “ELEKTRISCHE VERBINDINGEN”.
Page 24
• When using the optional stay
• Beim Verwenden der Anker-Option
• Lors de l’utilisation du hauban en option
• Wanneer u de steun gebruikt (facultatief)
Washer
Unterlegscheibe
Rondelle
Sluitring
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
Fire wall
Feuerwand
Cloison
Brandscherm
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Lock nut
Sicherungsmutter
Ecrou d’arrêt
Contra-moer
Screw (option)
Schraube (Option)
Vis (en option)
Schroef (facultatief)
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
Stay (option)
Anker (Option)
Hauban (en option)
Steun (facultatief)
• When installing the unit without using the sleeve
• Beim Einbau des Geräts ohne Halterung
• Lors de l’installation de l’appareil scans utiliser de manchon
• Wanneer u het apparaat zonder huis installeert
In a Toyota for example, first remove the car radio and install the unit in its place.
Zum Beispiel in einem Toyota zuerst das Autoradio ausbauen und dann das Gerät an seinem Platz einbauen.
Par exemple dans une Toyota, retirer d’abord l’autoradio et installer l’appareil à la place.
Voorbeeld: Bij een Toyota moet u eerst de autoradio verwijderen en daarna het apparaat installeren.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Pocket
Taschen
Poche
Zak
Note: When installing the unit on the mounting bracket, make sure to use the 6 mm-long screws. If longer screws are used,
Hinweis: Beim Anbringen des Gerät an der Konsole sicherstellen, daß 6 mm lange Schrauben verwendet werden. Werden
Remarque :
Opmerking : Wanneer u het apparaat aan de bevestigingsklem vastmaakt, moet u de 6 mm lange schroeven gebruiken. Als u langere schroeven
they could damage the unit.
längere Schrauben verwendet, können sie das Gerät beschädigen.
Lors de l’installation de l’appareil sur le support de montage, s’assurer d’utiliser des vis d’une longueur de 6 mm. Si des
vis plus longues sont utilisées, elles peuvent endommager l’appareil.
gebruikt, kan het apparaat worden beschadigd.
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
* Not included with this unit.
* Nicht Teil dieses Geräts.
* Non fourni avec cet appareil.
* Niet meegeleverd.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Removing the unit
• Before removing the unit, release the rear section.
1
Remove the control panel.
2
Remove the trim plate.
3
Insert the 2 handles into the slots, as shown.
Then, while gently pulling the handles away from
each other, slide out the unit. (Be sure to keep
the handles after installing it.)
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
Parts list for installation and
connection
The following parts are provided with this unit.
After checking them, please set them correctly.
Ausbau des Geräts
• Vor dem Ausbau des Geräts den hinteren Teil
freigeben.
1
Den Schalttafel abnehmen.
2
Den Frontrahmen herausnehmen.
3
Die 2 Griffe in die Schlitze wie gezeigt stecken.
Dann die Griffe behutsam auseinander ziehen
und das Gerät herausziehen. (Die Griffe nach
dem Einbau auf jeden Fall aufbewahren.)
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Teileliste für den Einbau und
Anschluß
Die folgenden Teile werden zusammen mit diesem
Gerät geliefert.
Nach ihrer Überprüfung, die Teile richtig einsetzen.
Retrait de l’appareil
•
Avant de retirer l’appareil, libérer la section arrière.
1
Retirer le panneau de commande.
2
Retirer la plaque d’assemblage.
3
Introduire les 2 poignées dans les fentes, comme
montré. Puis, tout en tirant doucement les
poignées écartées, faire glisser l’appareil pour le
sortir.
(S’assurer de conserver les poignées
après l’installation de l’appareil.)
Liste des pièces pour l’installation et
raccordement
Les pièces suivantes sont fournies avec cet appareil.
Après vérification, veuillez les placer correctement.
Verwijderen van het apparaat
• Voordat u het apparaat verwijdert, moet u het
achtergedeelte losmaken.
1
Verwijder het bedieningspaneel.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, in de sleuven.
Daarna duwt u de hendels zachtjes uit elkaar en kunt u
het apparaat naar buiten schuiven. (Bewaar de
hendels nadat u het apparaat hebt
geïnstalleerd!)
321
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Lijst van onderdelen die u bij
installatie en aansluiting nodig hebt
De volgende onderdelen worden bij het apparaat geleverd.
Installeer ze op de juiste wijze, nadat u ze hebt
gecontroleerd.
Hard case/Control panel
Etui/Schalttafel
Etui de transport/Panneau de
commande
Behuizing/Bedieningspaneel
Handles
Griffe
Poignées
Hendels
Washer (ø5)
Unterlegscheibe(ø5)
Rondelle (ø5)
Sluitring (ø5)
ELECTRICAL CONNECTIONS
To prevent short circuits, we recommend that you
disconnect the battery’s negative terminal and make all
electrical connections before installing the unit. If you
are not sure how to install this unit correctly, have it
installed by a qualified technician.
Note:
This unit is designed to operate on 12 V DC,
NEGATIVE ground electrical systems. If your vehicle
does not have this system, a voltage inverter is
required, which can be purchased at JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealers.
• Replace the fuse with one of the specified rating. If
the fuse blows frequently, consult your JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealer.
• If noise is a problem...
This unit incorporates a noise filter in the power
circuit. However, with some vehicles, clicking or other
unwanted noise may occur. If this happens, connect
the unit’s rear ground terminal (see connection
diagram) to the car’s chassis using shorter and
thicker cords, such as copper braiding or gauge wire.
If noise still persists, consult your JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealer.
• Maximum input of the speakers should be more than
45 W at the rear and 45 W at the front, with an
impedance of 4 Ω to 8 Ω.
• Be sure to ground this unit to the car’s chassis.
• The heat sink becomes very hot after use. Be careful
not to touch it when removing this unit.
Heat sink
Abstrahlblech
Dissipateur de chaleur
Warmte-opnemer
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Lock nut (M5)
Sicherungsmutter (M5)
Ecrou d’arrêt (M5)
Contra-moer (M5)
ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE
Zur Vermeidung von Kurzschlüssen empfehlen wir,
daß Sie den negativen Batterieanschluß abtrennen
und alle elektrischen Anschlüsse herstellen, bevor
das Gerät eingebaut wird. Sind Sie sich über den
richtigen Einbau des Geräts nicht sicher, lassen Sie
es von einem qualifizierten Techniker einbauen.
Hinweis:
Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen
Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung
ausgelegt. Verfügt Ihr Fahrzeug nicht über diese
Anlage, ist ein Spannungsinverter erforderlich, der
bei JVC Autoradiohändler erworben werden kann.
• Die Sicherung mit einer der entsprechenden
Nennleistung ersetzen. Brennt die Sicherung
häufig durch, wenden Sie sich an ihren JVC
Autoradiohändler.
• Sind Störgeräusche ein Problem...
Dieses Gerät enthält ein Störfilter im Stromkreis. Bei
manchen Fahrzeugen kann jedoch ein Klicken
oder andere unerwünschte Störgeräusche
auftreten. Sollte das der Fall sein, die hintereErdungscanschlußklemme (siehe Schaltplan) des
Geräts am Fahrwerk des Fahrzeugs anschließen,
dabei kürzere und dickere Kabel wie
beispielsweise Kupfergeflechtdraht oder Stahldraht
verwenden. Bleibt Störgeräusch bestehen, wenden
Sie sich an Ihren JVC Autoradiohändler.
• Die maximale Eingangsleistung der Lautsprecher
sollte mehr als 45 W hinten und 45 W vorn bei einer
Impedanz von 4 Ω bis 8 Ω betragen.
• Sicherstellen, daß das Gerät am Fahrwerk
geerdet wird.
• Das Abstrahlblech wird nach dem Gebrauch sehr
heiß. Beim Ausbau des Geräts darauf achten, das
Abstrahlblech nicht zu berühren.
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Mounting bolt (M5 x 20 mm)
Befestigungsschraube (M5 x 20 mm)
Boulon de montage (M5 x 20 mm)
Bevestigingsbout (M5 x 20 mm)
RACCORDEMENTS ELECTRIQUES
Pour éviter tout court-circuit, nous vous
recommandons de débrancher la borne négative de
la batterie et d’effectuer tous les raccordements
électriques avant d’installer l’appareil. Si l’on n’est pas
sûr de pouvoir installer correctement cet appareil, le
faire installer par un technicien qualifié.
Remarque:
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des
sources de courant continu de
NEGATIVE
d’alimentation, il vous faut un convertisseur de
tension, que vous pouvez acheter chez un revendeur
d’autoradios JVC.
•
Remplacer le fusible par un de la valeur précisée. Si
le fusible saute souvent, consulter votre revendeur
d’autoradios JVC.
•
Si le bruit est un problème...
Cet appareil incorpore un filtre de bruit dans le
circuit d’alimentation. Cependant, avec certains
véhicules, quelques claquements ou autres bruits
non désirés risquent de se produire. Si cela arrive,
raccorder la
au châssis de la voiture (voir le diagramme de
raccordement) en utiliscant des cordons les plus
gros et les plus courts possibles telle qu’une barre
de cuivre ou une tresse. Si le bruit persiste,
consulter votre revendeur d’autoradios JVC.
•
La puisscance admissible des enceintes devrait
supérieure à 45 W à l’arrière et à 45 W l’avant,
avec une impédance de
• S’assurer de raccorder la mise à la masse de
cet appareil au châssis de la voiture.
•
Le dissipateur de chaleur devient très chaud après
usage. Faire attention de ne pas le toucher en
retirant cet appareil.
2
. Si votre véhicule n’offre pas ce type
borne arrière de masse
12 V à masse
4 Ω à 8 Ω
de l’appareil
.
Power cord
Stromkable
Cordon d’alimentation
Stroomkabel
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
ELEKTRISCHE VERBINDINGEN
Om kortsluiting te voorkomen adviseren wij u om de
minpool van de accu los te maken en alle elektrische
verbindingen tot stand te brengen voordat u het apparaat in
de auto installeert. Als u niet zeker weet hoe u dit apparaat
moet installeren, kunt u dit beter door een daartoe
gekwalificeerde technicus laten doen.
Opmerking:
Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische systemen
die werken op 12 V gelijkstroom met negatieveaarding. Als uw auto niet is uitgerust met een dergelijk
systeem, is een spanningsomzetter vereist. Dit instrument
kan worden aangeschaft bij JVC car audio dealers.
• Vervang de zekering door een exemplaar met het
aangegeven vermogen. Als de zekering vaak doorslaat,
moet u uw JVC car audio dealer raadplegen.
• Als u geluidsproblemen hebt…
De krachtschakeling van dit apparaat heeft een ingebouwd
geluidsfilter. In sommige voertuigen zijn tikgeluiden of
andere ongewenste geluiden te horen. Als dit gebeurt,
moet u de massaklem aan de achterkant (zie
aansluitingsschema) aan het chassis van de auto
vastmaken met behulp van een kortere en dikkere kabel,
zoals kopermanteldraad of tellerkabel. Als het geluid niet
verdwijnt, moet u contact opnemen met uw JVC car audio
dealer.
• Het maximum ingangsvermogen van de speakers moet
achterin meer dan 45 W zijn en voorin 45 W, met een
impedantie van 4 Ω tot 8 Ω.
• Zorg ervoor dat dit apparaat door middel van een
aardkabel is verbonden met het chassis van de
auto.
• De warmte-opnemer kan na gebruik erg heet worden.
Raak de warmte-opnemer niet aan wanneer u dit apparaat
van zijn plaats haalt.
Page 25
ENGLISH
DEUTSCH
FRANÇAIS
NEDERLANDS
If your car is equipped with the ISO connector
Wenn Ihr Auto mit ISO-Steckern ausgestattet ist
Si votre voiture est équippée d’un connecteur ISO
Indien uw auto is uitgerust met de ISO-connector
• Connect the ISO connectors as illustrated.
• Die ISO-Stecker wie abgebildet anschließen.
•
Connectez les connecteurs ISO comme montré sur l’illustration.
• Sluit de ISO-connectoren aan zoals op het voorbeeld is aangegeven.
From the car body
A
B
D
C
E
F
H
G
J
I
L
K
N
M
PO
View from the lead side
Ansicht von der Leitungsseite
Vue à partir du côté des fils
Aanzicht vanaf het snoer
ISO connector of the supplied power cord
ISO-Stecker am Stromkabel
Connecteur ISO pour le cordon d’alimentation fourni
ISO-connector van het meegeleverde snoer
Von der Karosserie
De la carrosserie de la voiture
Vanaf de auto
For some VW/Audi or Opel (Vauxhall) automobile
Für manche VW/Audi oder Opel (Vauxhall) Fahrzeuge
Pour certaine voiture VW/Audi ou Opel (Vauxhall)
Voor bepaalde modellen VW/Audi of Opel (Vauxhall) geldt
You may need to modify the wiring of the supplied power cord as illustrated.
• Contact your authorized car dealer before installing this unit.
Sie müssen evtl. die Verdrahtung des mitgelieferten Stromkabels wie abgebildet ändern.
• Wenden Sie sich an Ihre Vertragswerkstatt, bevor Sie das Gerät einbauen.
Vous aurrez peut-être besoin de modifier le câblage du cordon d’alimentation fourni comme montré sur l’illustration.
• Contactez votre revendeur automobile autorisé avant d’installer l’appareil.
Wellicht moet u de bedrading van het meegeleverde snoer als in het voorbeeld aanpassen.
• Neem contact op met uw offici’le autodealer alvorens dit apparaat te installeren.
Original wiring
Originalverdrahtung
Câblage original
Originele bedrading
ISO connector
ISO-Stecker
Connecteur ISO
ISO-connector
Modified wiring 1
Geänderte
Verdrahtung 1
Câblage modifié
Aangepaste bedrading 1
Modified wiring 2
Geänderte
Verdrahtung 2
Câblage modifié
Aangepaste bedrading 2
1
2
Yellow/Gelb/
Yellow/Gelb/
Red/Rot/
Rouge
Yellow/Gelb/
Red/Rot/
Rouge
/Rood
/Rood
Red/
Rot/
Rouge
Rood
Red/Rot/
Red/Rot/
Jaune
/
Jaune
Jaune
/Geel
Red/Rot/
/Geel
Rouge
/Geel
Rouge
Yellow/Gelb/
Rouge
/Rood
Yellow/Gelb/
/Rood
Yellow/Gelb/
/Rood
Jaune
Red/Rot/
Rouge
Jaune
Red/Rot/
Rouge
Jaune
Red/Rot/
Rouge
/Geel
/Rood
/Geel
/Rood
/Geel
/Rood
Use modified wiring 2 if the unit does not turn on.
Geänderte Verdrahtung 2 verwenden, wenn das
Gerät so nicht an geht.
Utilisez le câblage modifié 2 si l’appareil ne se
met pas sous tension.
Pas de bedrading 2 aan indien het apparaat niet
reageert bij inschakelen.
Connections without using the ISO connectors / Anschlüsse ohne ISO-Stecker / Connexions sans l’utilisation des connecteurs ISO /
Verbindingen zonder ISO-connectoren
Before connecting: Check the wiring in the vehicle
carefully. Incorrect connection may cause serious
damage to this unit.
The leads of the power cord and those of the
connector from the car body may be different in color.
1
Cut the ISO connector.
2
Connect the colored leads of the power cord to the
car battery, speakers and power aerial (if any) in
the following sequence.
1 Black: ground
2 Yellow: to car battery (constant 12 V)
3 Red: to an accessory terminal
4 Blue with white stripe: to power aerial
(200 mA max.)
5 Others: to speakers
3
Connect the aerial cord.
4
Finally connect the wiring harness to the unit.
Rear ground terminal
Hintere Erdungscanschlußklemme
Borne arrière de masse
Massaklem aan de achterkant
Vor dem Anschließen: Die Verdrahtung im Fahrzeug
sorgfältig überprüfen. Falsche Anschlüsse können
ernsthafte Schäden am Gerät hervorrufen.
Die Leiter des Stromkabels und die Leiter des
Anschlusses im Fahrzeug können sich farblich
unterscheiden.
1
Den ISO-Stecker abschneiden.
2
Die farbigen Leitungen des
Spannunsgversorgungskabels an der
Autobatterie, ontstekingsschakelaarden
Lautsprechern und dem Motorantenne (sofern
vorhanden) in folgender Reihenfolge anschließen.
1 Schwarz: Erdung
2 Gelb: an Autobatterie (konstant 12 V)
3 Rot: zur einer Zubehöranschlußklemme
4 Blau mit weißem Streifen: zur Motorantenne
(max. 200 mA)
5 Andere: zur Lautsprecher
3
Das Antennenkabel anschließen.
4
Die Kabelbäume am Gerät anschließen.
1
Avant de commencer la connexion:
attentivement le câblage du véhicule. Une connexion
incorrecte peut endommager sérieusement l’appareil.
Le fil du cordon d’alimentation et ceux des
connecteurs du châssis de la voiture peuvent être
différents en couleur.
1
Coupez le connecteur ISO.
2
Connectez les fils de couleur du cordon
d’alimentation à la batterie de la voiture, aux
enceintes et à l’antenne automatique (s’il y en a
une) dans l’ordre suivant.
1
Noir: à la masse
2
Jaune: à la batterie de la voiture (12 V constant)
3
Rouge: à une borne accessoire
4
Bleu avec bande blanche: à l’antenne
automatique (200 mA max.)
5
Autres: aux enceintes
3
Connectez le cordon d’antenne.
4
Finalement, connectez le faisceau de fils à
l’appareil.
Cut the ISO connector
Den ISO-Stecker abschneiden
Coupez le connecteur ISO
Knip de ISO-connector los
Vérifiez
Alvorens de verbindingen tot stand te brengen:
Moet u de bedrading in de auto zorgvuldig. Het apparaat
kan door verkeerde verbindingen ernstige schade oplopen.
De draden van het stroomsnoer verschillen mogelijk van
kleur metde aansluitingen op het chassis van de auto.
1
Knip de ISO-connector los.
2
Sluit de gekleurde snoerdraden van de stroomkable in
de hierna genoemde volgorde aan op de accu van de
auto, de luidsprekers en de antenne (indien aanwezig).
1 Zwart: aarde
2 Geel: naar de accu van de auto (constant 12 V)
3 Rood: naar de aansluitklem van de accessoire
4 Blauw met witte streep: naar de antenne
(Max. 200 mA)
5 Andere: naar de speakers
3
Sluit de antenne aan.
4
Verbind de draadbundel daarna met het apparaat.
Line out (see
diagram)
Schutz kappen
Signalausgang
(siehe
Schaltplan)
Sortie de ligne (voir
le diagramme)
Uitgang (zie
schema)
*1 : Before checking the operation of this unit prior to
installation, this lead must be connected, otherwise
power cannot be turned on.
*1 : Vor der Überprüfung der Funktionsfähigkeit des Geräts
vor dem Einbau, muß diese Leitung angeschlossen
werden, da sonst die Stromversorgung nicht
eingeschaltet werden kann.
*1 : Pour vérifier le fonctionnement de cet appareil avant
installation, ce fil doit être raccordé, sinon l’appareil ne
peut pas être mis sous tension.
*1 : Voordat u controleert of het apparaat werkt (alvorens het te
installeren), moet deze draad aangesloten zijn. Als dit niet het
geval is, kan de stroom niet worden ingeschakeld.
3
To aerial
Zur Antenne
A l’antenne
Naar de antenne
Aerial terminal
Antennenanschlußklemme
Borne de l’antenne
Aansluitpunt antenne
4
2
15 A fuse
15 A Sicherung
15
Fusible 15 A
Zekering 15 A
Black
Schwarz
Noir
Zwart
Yellow*
1
Gelb*
Jaune*
1
Geel *
P
1
1
To metallic body or chassis of the car
Zur metallenen Karosserie oder zum Fahrwerk des Autos
Vers corps métallique ou châssis de la voiture
1
Naar metalen ondergrond of chassis van de auto
L
2
Red
Rot
Rouge
Rood
O
3
Blue with white stripe
Blau mit weißem Streifen
Bleu avec bande blanche
Blauw met witte streep
To a live terminal in the fuse block connecting to the car battery
(bypassing the ignition swich)
Zur einer stromführenden Anschlußklemme im Sicherungsblock zum
Anschließen an die Autobatterie (Umgehen des Zündschalters)
A une borne sous tension du porte-fusible connectée à la batterie de la
voiture (en dérivant l’interrupteur d’allumage)
Naar een onder spanning staande aansluitklem in het zekeringblok die is
aangesloten op de accu van de auto (u passeert de ontstekingsschakelaar)
To an accessory terminal in the fuse block
Zur einer Zubehöranschlußklemme im Sicherungsblock
Vers borne accessoire du porte-fusible
Naar een aansluitklem in het zekeringblok
M
4
Not included with this unit.
*
Wird nicht mit Gerät mitgeliefert.
Non fourni avec cet appareil.
Niet bij het apparaat inbegrepen.
To power aerial if any
Zur Motorantenne, sofern vorhanden
Vers l’antenne automatique s’il y en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
Ignition switch
Zündschalter
Interrupteur d’allumage
Ontstekingsschakelaar
*
*
Fuse block
Sicherungsblock
Porte-fusible
Zekeringblok
White with black stripe
Weiß mit schwarzem
Streifen
Blanc avec bande noire
Wit met zwarte streep
FE
5
White
Weiß
Blanc
Wit
Left speaker (front)
Linker Lautsprecher (vorne)
Enceinte gauche (avant)
Linkerspeaker (voorin)
Gray with black stripe
Grau mit schwarzem
Streifen
Gris avec bande noire
Grijs met zwarte streep
D
CHGBA
Gray
Grau
Gris
Grijs
Right speaker (front)
Rechter Lautsprecher (vorne)
Enceinte droit (avant)
Rechterspeaker (voorin)
Green with black stripe
Grün mit schwarzem
Streifen
Vert avec bande noire
Groen met zwarte streep
3
Green
Grün
Ver t
Groen
Left speaker (rear)
Linker Lautsprecher (hinten)
Enceinte gauche (arrière)
Linkerspeaker (achterin)
Purple with black stripe
Lila mit schwarzem
Streifen
Violet avec bande noire
Paars met zwarte streep
Purple
Lila
Violet
Paars
Right speaker (rear)
Rechter Lautsprecher (hinten)
Enceinte droit (arrière)
Rechterspeaker (achterin)
Page 26
PRECAUTIONS on power supply and
speaker connections:
• DO NOT connect the speaker leads of the
power cord to the car battery; otherwise, the
unit will be seriously damaged.
• Connect the black lead (ground), yellow lead (to
car battery, constant 12 V), and red lead (to an
accessory terminal) correctly.
• BEFORE connecting the speaker leads of the
power cord to the speakers, check the speaker
wiring in your car.
– If the speaker wiring in your car is as
illustrated in Fig. 1 and Fig. 2 below, DO NOT
connect the unit using that original speaker
wiring. If you do, the unit will be seriously
damaged.
Redo the speaker wiring so that you can connect
the unit to the speakers as illustrated in Fig. 3.
– If the speaker wiring in your car is as
illustrated in Fig. 3, you can connect the unit
using the original speaker wiring in your car.
– If you are not sure of the speaker wiring of your
car, consult your car dealer.
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
+
L
-
+
R
-
Fig. 2Fig. 3Fig. 1
VORSICHTSMASSREGELN beim
Anschließen der Stromversorgung und
Lautsprecher:
• Die Lautsprecherleitungen des Netzkabels
NICHT an der Autobatterie anschließen, da
sonst das Gerät schwer beschädigt wird.
• Die schwarze Leitung (Erdung), die gelbe Leitung
(zur Autobatterie, konstant 12 V) und die rote
Leitung (zur Zubehöranschlußklemme) richtig
anschließen.
• VOR dem Anschließen der Lautsprecherleitungen
des Spannunsgversorgungskabels an die
Lautsprecher, die Lautsprecherverdrahtung in
Ihrem Auto überprüfen.
– Ist die Lautsprecherverdrahtung wie unten in
„Fig. 1“ und „Fig. 2“ abgebildet, das Gerät
NICHT mit der Originalverdrahtung der
Lautsprecher anschließen, da sonst das Gerät
schwer beschädigt wird.
Die Lautsprecherverdrahtung erneuern, so daß
Sie das Gerät an den Lautsprechern wie in
„Fig. 3“ abgebildet anschließen können.
– Ist die Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto
wie in „Fig. 3“ abgebildet, können Sie das Gerät
+
-
+
-
mit der Originalverdrahtung der Lautsprecher in
Ihrem Auto anschließen.
– Sind Sie sich über die Lautsprecherverdrahtung
in Ihrem Auto nicht sicher, wenden Sie sich an
Ihren Autohändler.
PRECAUTIONS sur l’alimentation et la
connexion des enceintes:
• NE CONNECTEZ PAS les fils d’enceintes du
cordon d’alimentation à la batterie; sinon,
l’appareil serait sérieusement endommagé.
•
Connectez correctement le fil noir (a la masse), le fil
jaune (a la batterie de la voiture,12 V constant) et le
fil rouge (à la prise accessoire).
•
AVANT de connecter les fils d’enceintes du cordon
d’alimentation aux enceintes, vérifiez le câblage
des enceintes de votre voiture.
–
Si le câblage des enceintes de votre voiture
est comme montré sur la Fig. 1 ou Fig. 2
ci-dessous,
utiliscant ce câblage original des enceintes. Si
vous le faites, l’appareil sera sérieusement
endommagé.
Recommencez le câblage des enceintes de façon
que vous puissiez connecter l’appareil aux
enceintes comme montré sur la Fig. 3.
–
Si le câblage des enceintes de votre voiture
est comme montré sur la Fig. 3,
connecter l’appareil en utiliscant ce câblage
original d’enceintes pour votre voiture.
– Si vous n’êtes pas sûrs du câblage d’enceintes de
votre voiture, consulter le concessionnaire de
votre voiture.
NE CONNECTEZ PAS l’appareil en
vous pouvez
Connecting the leads / Anschließen der Leitungen / Raccordement des fils / Aansluiting van de gekleurde draden
Twist the core wires when connecting.
Die Kerndrähte beim Anschließen verdrehen.
Torsader les âmes des fils en les raccordant.
Draai de kerndraden om elkaar heen wanneer u ze wilt aansluiten.
Solder the core wires to connect them securely.
Die Kerndrähte anlöten, um sie fest anzuschließen.
Souder les âmes des fils pour les raccorder entre eux de façon sûre.
Soldeer de kerndraden zodat ze stevig vast zitten.
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
• To prevent short-circuit, cover the terminals of the UNUSED leads with insulating tape.
• Zur Vermeidung eines Kurzschlusses die Anschlußklemmen der NICHT VERWENDETEN Leitungen
mit Isolierklebeband umwickeln.
• Pour éviter les court-circuits, couvrir les bornes des fils qui ne sont PAS UTILISÉS avec de la bande
isolante.
• Om kortsluiting te voorkomen, moet u de aansluitklemmen van ONGEBRUIKTE gekleurde draden met
isolatieband bedekken.
VOORZORGSMAATREGELEN bij het
verbinden van de stroomkabeldraad
met de speakers:
• Verbind de speakerdraden van de stroomkabel
NIET met de accu van de auto; als u dit wel
doet, zal het apparaat ernstige schade
oplopen.
• Sluit de zwarte draad (aarde), de gele draad (naar de
accu van de auto, constant 12 V) en de rode draad
(naar de aansluitklem van de accessoire) op de juiste
wijze aan.
• VOORDAT u de speakerdraden van de stroomkabel
met de speakers verbindt, moet u de bedrading van de
speakers in uw auto controleren.
– Als de bedrading van de speakers eruitziet
zoals hieronder staat afgebeeld in Fig. 1 en
Fig. 2, mag het apparaat NIET worden aangesloten
met behulp van deze oorspronkelijke
speakerbedrading. Als u dat wel doet, zal het
apparaat ernstige schade oplopen.
Pas de bedrading van de speakers aan, zodat u het
apparaat met de speakers kunt verbinden, zoals staat
afgebeeld in Fig. 3.
– Als de bedrading van de speakers eruitziet
zoals staat afgebeeld in Fig. 3, kunt u het
apparaat aansluiten met behulp van de
oorspronkelijke speakerbedrading in uw auto.
– Als u twijfels hebt over de speakerbedrading in uw
auto, moet u contact opnemen met uw autodealer.
Connections Adding Other Equipment / Anschlüsse zum Hinzufügen von anderer Ausrüstung / Raccordement pour ajouter d’autres appareils /
Aansluitingen voor het toevoegen van andere apparatuur
You can connect an amplifier to upgrade your car
stereo system.
• Connect the remote lead (blue with white stripe) to
the remote lead of the other equipment so that it
can be controlled through this unit.
• Connect this unit’s line-out terminals to the
amplifier’s line-in terminals.
• Disconnect the speakers from this unit,
connect them to the amplifier. Leave the
speaker leads of this unit unused. (Cover the
terminals of these unused leads with insulating
tape, as illustrated above.)
Rear speakers
Hintere Lautsprecher
Enceintes arrière
Achterspeakers
INPUT
L
R
L
L
R
R
L
R
LINE OUT
L
REAR
R
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Amplificateur
JVC Versterker
*2
KD-S641
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät
mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet
appareil)
Signaalkabel (niet meegeleverd)
Sie können einen Verstärker anschließen, um Ihre
Autostereoanlage zu erweitern.
• Schließen Sie das Fernbedienungskabel (blau mit
weißem Streifen) an das Fernbedienungskabel des
anderen Geräts an, so daß es über dieses Gerät
gesteuert werden kann.
• Die Anschlußklemmen am Ausgang dieses Gerät
an den Anschlußklemmen des Eingangs des
Verstärkers anschließen.
• Die Lautsprecher von diesem Gerät abtrennen
und am Verstärker anschließen. Die
Lautsprecherleitungen dieses Geräts unbenutzt
lassen. (Die Anschlußklemmen dieser nicht
verwendeten Leitungen mit Isolierklebeband
umwickeln, siehe Abbidung oben.)
Remote lead
Fernbedienungsleitung
Fil d’alimentation à distance
Externe kabel
Blue with white stripe
Blau mit weißem Streifen
Bleu avec bande blanche
Blauw met witte streep
* Cut the rear speaker leads of the car’s ISO
connector and connect them to the amplifier.
* Die Leitungen des ISO-Steckers der hinteren
A
B
*
D
C
E
H
G
*
Lautsprecher durchtrennen und am
*
Verstärker anschließen.
* Coupez les fils des enceintes arrière du
F
connecteur ISO de la voiture et connectezles à l’amplificateur.
*
* Knip de draden van de achterste luidspreker van
de ISO-connector van de auto door en sluit deze
draden aan op de versterker.
Rear speakers
Hintere Lautsprecher
Enceintes arrière
Achterspeakers
Front speakers (see diagram )
Vordere Lautsprecher (siehe Schaltplan )
Enceintes avant (voir le diagramme )
Voorspeakers (zie schema )
Vous pouvez connecter un amplificateur pour
améliorer votre système autoradio.
•
Connectez le fil de commande à distance (bleu
avec bande blanche) au fil de commande à
distance de l’autre appareil de façon qu’il puisse
être commandé via cet appareil.
•
Raccorder les bornes de sortie ligne de cet appareil
aux bornes d’entrée ligne de l’amplificateur.
• Déconnectez les enceintes de cet appareil et
connectez-les à l’amplificateur. Laissez les fils
d’enceintes de cet appareil inutilisés. (Recouvrir
les extrémités de ces fils inutilisés avec de la
bande isolante comme montré ci-dessus.)
Y-connector (not supplied with this unit)
Y-Anschluß (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Connecteur Y (non fourni avec cet appareil)
Y-connector (niet meegeleverd)
To power aerial if any
Zur Motorantenne, sofern vorhanden
Vers l’antenne automatique, s’il y en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
*2 : Firmly attach the ground wire to the metallic body or to the chasis of
the car—to the place not coated with paint (if coated with paint,
remove the paint before attaching the wire). Failure to do so may
cause damage to the unit.
*2 : Verbinden Sie den Erdungsleiter mit der Karosserie oder dem
Rahmen des Fahrzeugs. Die Kntaktstelle darf nicht lackiert sein
(sollte die Kontaktstelle lackiert sein, entfernen Sie den Lack der
Kontaktstelle, bevor Sie den Leiter befestigen). Wenn der
Erdungsleiter nicht ordnungsgemäß angeschlossen wird, kann
dieses Gerät beschädigt werden.
*2 : Attachez solidement le fil de mise à la masse au châssis métallique
de la voiture—à un endroit qui n’est pas recouvert de peinture (s’il est
recouvert de peinture, enlevez d’abord la peinture avant d’attacher le
fil). L’appareil peut être endommagé si cela n’est pas fait
correctement.
*2 : Bevestig de aardedraad goed met een metalen onderdeel of het chassis van
de auto—bevestig op een niet-gelakt gedeelte (indien gelakt, schuur dan af
alvorens de draad te bevestigen). Het toestel kan worden beschadigd indien
de aardedraad niet goed is aangesloten.
Het is mogelijk om uw autostereosysteem uit te breiden
met een versterker.
• Verbind de externe kabel (blauw met witte streep) met
de externe kabel van het andere apparatuur zodat deze
op afstand vanaf deze apparaat kan worden bediend.
• Verbind de uitgang van het apparaat met de ingang van
de versterker.
• Koppel de speakers van dit apparaat los en
verbind ze aan de versterker. Gebruik de
speakerdraden van dit apparaat niet. (Plak de
aansluitklemmen van deze speakerdraden met
isolatieband af zoals hierboven is afgebeeld.)
TROUBLESHOOTING
• The fuse blows.
* Are the red and black leads connected correctly?
• Power cannot be turned on.
* Is the yellow lead connected?
• No sound from the speakers.
* Is the speaker output lead short-circuited?
• Sound is distorted.
* Is the speaker output lead grounded?
* Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
• Unit becomes hot.
* Is the speaker output lead grounded?
* Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
FEHLERSUCHE
• Die Sicherung brennt durch.
* Sind die roten und schwarzen Leitungen richtig
angeschlossen?
• Stromversorgung kann nicht eingeschaltet
werden.
* Ist die gelbe Leitung angeschlossen?
• Kein Ton aus den Lautsprechern.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung
kurzgeschlossen?
• Ton verzerrt.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet?
* Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und
rechten Lautsprecher zusammen geerdet?
• Gerät wird heiß.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet?
* Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und
rechten Lautsprecher zusammen geerdet?
EN CAS DE DIFFICULTES
• Le fusible saute.
* Les fils rouge et noir sont-ils racordés
correctement?
• L’appareil ne peut pas être mise sous tension.
*
Le fil jaune est-elle raccordée?
• Pas de son des enceintes.
* Le fil de sortie d’enceinte est-il court-circuité?
• Le son est déformé.
* Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
* Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sont-
elles mises ensemble à la masse?
• L’appareil devient chaud.
* Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
* Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sont-
elles mises ensemble à la masse?
4
PROBLEMEN OPLOSSEN
• De zekering slaat door.* Zijn de rode en de zwarte draden op de juiste manier
aangesloten?
• De stroom kan niet worden ingeschakeld.* Is de gele draad aangesloten?
• Er komt geen geluid uit de speakers.* Is de uitgaande speakerdraad kortgesloten?
• Het geluid wordt vervormd.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard?
* Zijn de “–” polen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
• Het apparaat raakt verhit.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard?
* Zijn de “–” polen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.