JVC KD-LX50R Instruction Manual [nl]

CD RECEIVER
CD-RECEIVER RECEPTEUR CD CD-RECEIVER
ENGLISH
DEUTSCH
KD-LX50R
/I
VCR
For installation and connections, refer to the separate manual. Angaben zu Einbau und Verkabelung entnehmen Sie bitte der gesonderten Anleitung. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Zie de afzonderlijke handleiding voor details aangaande het installeren en verbinden van het toestel.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
ATT
MODE
DISP
SOURCE
S S M
KD-LX50R
INTLOCALMONOSCM
BBE
RPT RND
BAND
10789 11 12
OFFSEL
For Customer Use:
Enter below the password you have entered for your security lock. Retain this password for future reference.
PASSWORD:
FRANÇAIS
NEDERLANDS
LVT0497-001A
[E]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
DANGER: Invisible laser radiation when open and interlock failed or defeated. AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. (e )
ADVARSEL: Usynlig laser­stråling ved åbning, når sikkerhedsafbrydere er ude af funkti on. Undgåudsæt­telse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser­strålning när denna del är öppnad och spärren är urkopplad. Betrakta ej strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja suo­jalukitus ohitettaessa olet alttiina näkymättömälle lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f)
Benaming/Spanningslabel
CLASS LASER
Let op:
Caution:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een
This product contains a laser component
hogere klasse laserstraal dan Klasse 1.
of higher laser class than Class 1.
1
PRODUCT
NEDERLANDS
LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1. KLASSE 1 LASERPRODUKT
2. GEVAAR: Onzichtbare laserstralen wanneer open en interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte blootstelling aan de straal.
3. LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan erkend onderthoudspersoneel.
4. LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare laserstralen maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5. LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Het apparaat terugstellen
Druk met een balpen of een ander dun, langwerpig voorwerp op de Reset-knop, die zich aan de voorzijde van de eenheid op het bedieningspaneel bevindt. De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
Opmerking:
De geheugeninstellingen — zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen — zullen eveneens gewist worden.
BELANGRIJK VOOR
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
* Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk , omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
* Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
2
WAARSCHUWING
• Installeer GEEN enkele eenheid op een plaats waar; – dit een gevaar vormt v oor het bedienen
van het stuur of de versnelling, aangezien elke belemmering van de juiste werking van het stuur en de versnelling tot een ongeluk kan lijden.
– dit een gevaar vormt voor de airbag,
aangezien elke belemmering van de werking van de airbag tot een dodelijk ongeluk kan lijden.
– dit het uitzicht belemmert.
• Bedien GEEN enkele eenheid terwijl u uw handen aan het stuur nodig hebt, aangezien dit anders tot een ongeluk kan lijden.
• Leg GEEN enkele spraakgestuurde opdracht vast terwijl u aan het rijden bent, aangezien dit tot een ongeluk kan lijden.
• Als u de eenheid wilt bedienen terwijl u aan het rijden bent, is het zaak dat u eerst de weg voor u verkent, aangezien dit anders tot een ongeluk kan lijden.
LET OP bij het instellen van het volume
Bij CD’s is in verg elijking tot andere geluidsdrag ers nauwelijks sprake van achter grondruis. W anneer het volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeur en dat de luidspr eker s door de plotselinge toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
NEDERLANDS
De display-demonstratie activeren
Druk terwijl de DISP-toets is ingedrukt op ¢ tot de vermelding DEMO in het onderste gedeelte van de display wordt weergegeven. Er worden diverse functies en display-verlichtingsmodi die voor deze eenheid zijn ontwikkeld getoond. Tijdens de display-demonstratie knippert de vermelding “DEMO” linksonder op de display.
Druk als u de display-demonstratie wilt beeindigen nogmaals enkele seconden op ¢ terwijl u de DISP-toets ingedruckt houdt.
• Als u niets doet, wordt de display-demonstratie na een uur automatisch uitgeschakeld.
Hoe u de cijfertoetsen gebruikt:
Nadat u op de toets MODE BAND hebt gedrukt, werken de cijfertoetsen als andere functietoetsen (de vermelding “MODE” blijft op de display staan).
Als u deze toetsen als cijfertoetsen wilt gebruiken nadat u op de toets MODE BAND hebt gedrukt, moet u 5 seconden wachten zonder op een toets te drukken zodat de vermelding
“MODE” van de display verdwijnt.
• Ook als u nogmaals op de toets drukt, verdwijnt de vermelding “MODE” van de display.
3
STOP PLAY
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen ..............................................................2
BASISBEDIENING ........................................................ 6
BASISBEDIENING VAN DE RADIO ............................... 7
Naar de radio luisteren ..................................................................7
Automatisch naar een station zoeken: Auto Search.................... 7
Handmatig naar een station zoeken: Manual Search.................. 8
Radiozenders in het geheugen vastleggen .................................... 9
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM........................ 9
Handmatig vastleggen van zenders...........................................10
Afstemmen op een voorkeuzezender...........................................11
HET GEBRUIK VAN RDS ............................................. 12
Wat u kunt doen met RDS EON .................................................12
Eén en hetzelfde programma blijven volgen
(De netwerkfunctie) ........................................................... 12
Het gebruik van standby-ontvangst ...........................................14
Een PTY-code invoeren voor de standby-ontvangst van een
programmagenre ................................................................15
Uw favoriete programmagenre opzoeken..................................15
NEDERLANDS
Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen... 18
Automatische selectie van een station bij gebruik van
de cijfertoetsen ...................................................................18
De weergave op de display wijzigen terwijl u naar een
FM-station luistert .............................................................. 19
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen ................. 19
Automatisch aanpassen van de klok .........................................19
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER .....................................20
Een CD afspelen............................................................................20
De tekst van een CD met CD Text weergeven ............................ 21
Een muziekstuk of een bepaald punt op de CD zoeken ............22
Afspeelmodus selecteren .............................................................. 23
Voorkomen dat de CD terugspringt............................................24
GELUID REGELEN ......................................................25
Geluid aanpassen .......................................................................... 25
Werken met aangepaste geluidsmodi (Advanced SCM) ...........27
De geluidsmodi selecteren en opslaan ......................................27
De geluidsmodi oproepen ......................................................... 28
Geluidsweergave aanpassen en opslaan ..................................... 29
DE WERKING VAN SPRAAKOPDRACHTEN ................. 30
Wat is het spraakbesturingssysteem?......................................... 30
Voordat u met spraakgestuurde opdrachten gaat werken............31
Spraakopdrachten met uw stem vastleggen...............................33
Uw eigen stem voor de bedieningsopdrachten vastleggen ....... 33
Standaardopdrachten als toegangsopdrachten instellen...........37
De ontvanger met behulp van spraakopdrachten bedienen ...........42
Kennismaken met het spraakherkenningssysteem....................45
Andere handige functies van het spraakherkenningssysteem .... 46
4
ANDERE HOOFDFUNCTIES .........................................48
Klok instellen ................................................................................48
Het volume automatisch laten aanpassen aan de rijsnelheid
(Audio Cruise)......................................................................... 49
De algemene instellingen wijzigen (PSM)...................................51
Namen aan bronnen toekennen...................................................56
Werken met de vergrendeling......................................................59
Het wachtwoord registeren ........................................................59
AFSTANDSBEDIENING...............................................62
De batterij plaatsen ...................................................................... 62
Gebruik van de afstandbediening ...............................................63
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR ............................. 64
CD’s afspelen.................................................................................64
Kiezen van de weergavefunctie.................................................... 66
BEDIENING VAN EXTERNE APPARATEN ..................... 68
Werken met een extern apparaat ................................................68
Werken met een subwoofer..........................................................69
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER .............................. 70
Afstemmen op een ensemble en op een van de services ............ 70
DAB-frequenties in het geheugen opslaan..................................72
Afstemmen op een opgeslagen DAB-service .............................. 74
Wat u nog meer met DAB kunt doen ..........................................75
Hetzelfde programma automatisch volgen
(alternatieve ontvangst) .......................................................75
ONDERHOUD ...........................................................76
Omgaan met CD’s ........................................................................76
NEDERLANDS
PROBLEMEN OPLOSSEN ...........................................77
SPECIFICATIES ........................................................... 79
5
BASISBEDIENING
1
3
2
Opmerkingen:
• Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen (zie bladzijde 48).
• Voor de bediening van het spraakherkenningssysteem verwijzen we u naar de informatie op bladzijde 30 – 47.
1
2
NEDERLANDS
Opmerkingen:
* Als er zich geen CD in de CD-lade bevindt, is het niet mogelijk om de CD-speler als
afspeelbron te selecteren.
** Als er geen CD-wisselaar en/of DAB-tuner is aangesloten, kunt u deze apparaten niet als
afspeelbron selecteren.
3
Schakel de spanning in.
De display wordt verlicht en het bedieningspaneel komt naar buiten.
Start de weergave van de geluidsbron.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere afspeelbron geselecteerd en wel in deze volgorde:
= FM = DAB-tuner** = CD* = CD-wisselaar** = Extern apparaat = AM = (terug naar het begin)
Voor gebruik van de radio (FM of AM), zie bladzijde 7 – 19. Voor gebruik van de CD-speler, zie bladzijde 20 – 24. Voor gebruik van de CD-wisselaar, zie bladzijde 64 – 67. Voor instructies over de bediening van een extern apparaat, zie bladzijde
68 – 69.
Voor gebruik van de DAB-tuner, zie bladzijde 70 – 75.
Regel het volume.
Volumeniveau-indicatie
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt (zie bladzijde 25 – 29).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk terwijl u naar een afspeelbron luistert gedurende minimaal 1 seconde op de toets SOURCE (ATT). U ziet de vermelding “ATT” op de display verschijnen en het volume zal korte tijd afnemen. Druk om terug te keren naar het vorige geluidsniveau nogmaals gedurende minimaal 1 seconde op de toets.
Spanning uitschakelen
Druk op de toets OFF/0 en houd deze tot de vermelding “SEE YOU” op de display verschijnt.
6
BASISBEDIENING VAN DE RADIO
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken: Auto Search
1
1
LOCAL
2
1-
2
MODE BAND
1-
1
2
Selecteer de omroepband.
1 Druk op SOURCE (A TT) als u AM of FM als afspeelbron
wilt selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk op de MODE BAND-toets en
houd deze ingedrukt om een FM-bandnummer te selecteren (FM1, FM2 of FM3). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere FM-golfband geselecteerd (zie links):
FM1 FM2 FM3
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Stations met een hogere frequentie zoeken
Stations met een lagere frequentie zoeken
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Zoek een station.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het zoeken.
NEDERLANDS
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is afgestemd.
Als u alleen wilt afstemmen op FM-zenders met een sterk signaal
Deze functie werkt alleen wanneer u naar FM-zenders zoekt, onder andere bij de methode voor het automatisch instellen van de zes sterkste FM-zenders (SSM). (Zie bladzijde 9.) 1 Druk op de toets MODE BAND.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op de toets LOCAL terwijl de vermelding “MODE” nog op de display wordt weergegeven,
zodat de indicator LOCAL op de display oplicht. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, knippert de indicator LOCAL op de display.
7
Handmatig naar een station zoeken: Manual Search
1
MONO
1
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
1-
MODE BAND
Selecteer de omroepband.
1 Druk op SOURCE (ATT) als u AM of FM als afspeelbron
wilt selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk op de MODE BAND-toets en
houd deze ingedrukt om een FM-bandnummer te selecteren (FM1, FM2 of FM3).
1-
2
1
2,3
2
Druk op de toets ¢ of 4 en houd deze
NEDERLANDS
3
Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is: 1 Druk terwijl u in de FM-omroepband naar een stereo-uitzending luistert op de toets MODE
BAND (de indicator ST licht op wanneer er een stereo-uitzending wordt ontvangen). De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op de toets MONO terwijl de vermelding “MODE” nog op de display wordt weergegeven,
zodat de indicator MO op de display oplicht. Het geluid dat nu ten gehore wordt gebracht, is in mono, maar de kwaliteit van het ontvangen signaal is beter (de indicator ST op de display gaat uit). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, schakelt u de indicator MO aan of uit.
8
ingedrukt tot de vermelding “M” (voor “manual”: handmatig zoeken) op de display begint te knipperen.
Afstemmen op een station met een hogere frequentie
Afstemmen op een station met een lagere frequentie
Stem af op het station van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding “M” op de display knippert.
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige modus na 5 seconden automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz en bij AM steeds met 9 kHz – MW/LW) totdat u de toets loslaat.
Radiozenders in het geheugen vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1-
2
1-
2
1
1
1
2
Selecteer het nummer van de FM-golfband (FM1, FM2 of FM3) waarop u FM-zenders wilt vasteleggen.
1 Druk op SOURCE (ATT) als u FM als afspeelbron
wilt selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk op de MODE BAND-toets
en houd deze ingedrukt om een FM-bandnummer te selecteren (FM1, FM2 of FM3).
FM1 FM2 FM3
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
NEDERLANDS
9
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen). VOORBEELD: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen onder nummer 1 van FM1.
1-
2
1-
1
23
1
1
2
NEDERLANDS
3
Het nummer van de geselecteerde FM-band en de vermelding “MEMO” verschijnen gedurende korte tijd beurtelings op de display.
2
Selecteer de omroepband.
1 Druk op SOURCE (ATT) als u FM als afspeelbron wilt
selecteren.
2 Druk op de toets MODE BAND en houd deze om de
vermelding FM1 te selecteren.
Stem af op een zender op 88,3 MHz.
Zie bladzijde 7 voor het afstemmen op een zender.
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
10
Afstemmen op een voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie bladzijde 9 en 10, als u dat nog niet hebt gedaan.
1-
2
1
1-
2 2
1
1
2
Selecteer de omroepband.
1 Druk op SOURCE (A TT) als u AM of FM als afspeelbron
wilt selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk op de MODE BAND-toets en
houd deze ingedrukt om een FM-bandnummer te selecteren (FM1, FM2 of FM3).
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste zender.
Als de geluidskwaliteit afneemt en het stereo-effect verloren gaat terwijl u naar een FM-station luistert
In bepaalde streken kunnen naburige zenders de ontvangst van andere zenders verstoren. In dergelijke gevallen ontvangt u ruis of ander geluid. Deze eenheid kan zodanig worden ingesteld dat dergelijke storingen automatisch worden verminderd. (Bij het verlaten van de fabriek is de eenheid standaard ingesteld op deze functie). In dergelijke gevallen neemt de geluidskwaliteit echter af en gaat het stereo-effect verloren. Als u het niet erg vindt dat de geluidskwaliteit afneemt en het stereo-effect verloren gaat, en de invloed van de storende bron liever wegneemt, verwijzen we u naarde paragraaf “De selectiviteit van de FM-tuner wijzigen” op bladzijde 55.
NEDERLANDS
11
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS EON
RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “EON (Enhanced Other Networks)”. De EON-indicator licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen die EON­gegevens uitzendt. Met behulp van de EON-gegevens die door het station worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (TA – “Traffic Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY – “Programme Type”)
• Zoeken naar verkeersinformatie (TP – “Traffic Programme”)
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
NEDERLANDS
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS­zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie de afbeelding op de volgende bladzijde). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative Frequency) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
12
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u minimaal 1 seconde op de TP RDS-toets (Traffic Programme/Radio Data System). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de modus van deze functie en wel als volgt:
Modus 1
Mode 1 Mode 2 Mode 3
Modus 2 Modus 3
AF-indicator
REG-indicator
Modus 1
De AF-indicator licht op, maar de REG-indicator licht niet op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Opmerking:
In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen prog r amma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving.
Modus 2
Zowel de AF-indicator als de REG-indicator lichten op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld (“on”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De AF-indicator en de REG-indicator lichten allebei niet op. De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve ontvangst (voor D AB-services) is ingesc hakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld. De netwerkfunctie kan ec hter niet worden uitgeschak eld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie bladzijde 75.)
NEDERLANDS
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden ontvangen.
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie D
13
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar uw favoriete programmagenre (PTY) of verkeersinformatie (T A) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-station, CD of een andere aangesloten afspeelbron).
Opmerking:
Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst van verkeersinformatie met de TP RDS-toets
• Als u op de toets TP RDS drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator TP op wanneer u een zender ontvangt die het TP-signaal uitzendt (Verkeersinformatie) en wanneer de ontvanger in TA-standby-modus staat.
Opmerking:
NEDERLANDS
Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal uitzendt, gaat de indicator TP op de display knipperen. Druk De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt g ev onden, gaat de indicator TP op de display continu branden.
• Als u naar een CD aan het luisteren bent, en naar een station wilt luisteren dat een TP-signaal uitzendt, moet u op de toets TP RDS drukken om de ontvanger in de T A-standby-modus te zetten. (De indicator TP op de display licht op.)
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden terwijl de TA-standby-modus is ingeschakeld, verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het volume neemt toe tot het vooraf ingestelde TA-volumeniveau en u hoort de uitgezonden verkeersinformatie (zie bladzijde
19).
Druk nogmaals op TP RDS om de TA-standbyfunctie uit te schakelen.
¢ of 4 om de ontvanger in de T A-standby-modus te zetten.
Standby-ontvangst van een programmagenre met de PTY-toets
• Als u op de toets PTY drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator PTY op wanneer u een zender ontvangt die het PTY -signaal uitzendt en wanneer de ontvanger in PTY-standby-modus staat. De geselecteerde PTY-naam, die op bladzijde 15 wordt opgeslagen, knippert gedurende 5 seconden.
Opmerking:
Als het station dat u ontvangt geen PTY-signaal uitzendt, gaat de indicator PTY op de display knipperen. Druk te zetten. De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt gevonden, gaat de indicator PTY op de display continu branden.
• Als u naar een CD aan het luisteren bent, en naar een station wilt luisteren dat een PTY -signaal uitzendt, moet u op de toets PTY drukken om de ontvanger in de PTY -standby-modus te zetten. (De indicator PTY op de display licht op.)
Als het geselecteerde PTY -programma wordt uitgezonden terwijl de PTY -standby­modus is ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde PTY -naam op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het geselecteerde PTY­programma wordt nu ten gehore gebracht.
Druk nogmaals op PTY om de PTY-standbyfunctie uit te schakelen.
14
¢ of 4 om de ontvanger in de PTY -standby-modus
Een PTY-code invoeren voor de standby-ontvangst van een programmagenre
Het is mogelijk om het programmagenre waar u het liefst naar luistert in de vorm van een PTY -code in het geheugen van de eenheid in te voeren zodat u hier naar kunt luisteren zodra er zich zo’n programma aandient. Standaard staat de eenheid voor de standby-ontvangst van een programmagenre op de PTY-code “NEWS” ingesteld.
1,4
3
2
1
Druk op de SEL-toets (selecteren) en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt om de modus met voorkeursinstellingen (PSM) op te roepen (zie bladzijde 51).
2
Selecteer de vermelding “PTY STANDBY” als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 18.)
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
4
Het instellen van de PTY-code is voltooid.
Uw favoriete programmagenre opzoeken
Het is mogelijk om naar één van maximaal zes in het geheugen opgeslagen programmagenres te zoeken. Standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 t/m 6) opgeslagen.
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan, zie bladzijde 16. Een programmagenre opzoeken, zie bladzijde 17.
1
POP M
2
ROCK M
3
EASY M
4
CLASSICS
5
AFFAIRS
6
VARIED
NEDERLANDS
15
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan
1
2
NEDERLANDS
3
4
3
1,5
4 4
Druk op de SEL-toets (selecteren) en houd deze minimaal 2 seconden ingedrukt om de modus met algemene instellingen (PSM) op te roepen (zie bladzijde 51).
Selecteer de vermelding “PTY SEARCH” als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 18.)
De naam van de PTY -code die u selecteert, wordt op de display weergegeven.
• Als u de code selecteert die al in het geheugen ligt opgeslagen, wordt die knipperend op de display weergegeven.
2
16
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minimaal 2 seconden vast om de geselecteerde PTY -code op te slaan onder de cijfertoets van uw keuze.
Het nummer van de cijfertoets verschijnt, en de naam van de PTY-code en de vermelding “MEMORY” wisselen elkaar op de display af.
5
Het instellen van de PTY-code is voltooid.
Een programmagenre opzoeken
1
2
2
1
2
Druk op de toets PTY en houd deze ten minste 1 seconde ingedrukt terwijl u naar een FM-station luistert.
De PTY -code en het nummer van de cijfertoets die als laatste zijn geselecteerd, worden op de display weergegeven.
Selecteer een van de PTY-codes die onder de zes cijfertoetsen (1 t/m 6) liggen opgeslagen.
Een voorbeeld: Indien “ROCK M” wordt opgeslagen onder
voorkeurtoets 2.
NEDERLANDS
De PTY-zoekopdracht naar uw favoriete programma begint na 5 seconden.
• Als er een station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op dat station af.
• Als er geen station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY -code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet goed.
17
Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen
Automatische selectie van een station bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op de vooraf ingestelde voorkeurzender. Als deze zender een RDS-station is, gebeurt er echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar een andere, sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt als de voorkeurzender die u hebt gekozen. Indien er niet op een andere zender wordt afgestemd, kunt u alle frequenties afzoeken naar het gewenste programma (dit wordt Programma zoeken genoemd). Hoe u deze voorziening activeert, wordt hieronder uitgelegd.
• Het zoeken van een programma kost enige tijd.
• Zie ook “De algemene instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 51.
1. Druk de toets SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2. Druk op
3. Druk op + om de vermelding “SEARCH ON” te selecteren. De voorziening Programma zoeken is nu ingeschakeld.
Als u het zoeken naar een programma wilt beëindigen, moet u de procedure herhalen, maar in stap 3 de vermelding “SEARCH OFF” selecteren door op de toets – te drukken.
NEDERLANDS
PTY-codes
NEWS: Nieuws AFFAIRS: Actualiteiten en achtergrond
INFO: Informatieve programma's over SPORT: Sportverslagen
EDUCATE: Educatieve programma’s DRAMA: Radio-hoorspelen CULTURE: Programma’s aangaande
SCIENCE: Wetenschappelijke en technische VARIED: Overige programma’s,
POP M: Popmuziek ROCK M: Rockmuziek EASY M: Easy-listening muziek LIGHT M: Lichte muziek CLASSICS: Klassieke muziek OTHER M: Overige muziek WEATHER: W eerberichten FINANCE: Programma’s aangaande handel
CHILDREN: Amusement voor kinderen
¢ of 4 om de vermelding “P (Programma) -SEARCH” te selecteren.
informatie aangaande het nieuws diverse verscillende onderwerpen
nationale of regionale cultuur programma’s bijvoorbeeld ceremonies en
comedies
en de beurs en beursberichten, etc.
SOCIAL: Programma’s over sociale RELIGION: Programma’s over aspecten van
PHONE IN: Programma’s waarin mensen
TRAVEL: Programma’s over reizen en
LEISURE: Programma’s over recreatieve
JAZZ: Jazz-muziek COUNTRY: Country-muziek NATION M: Huidige populaire muziek van een
OLDIES: Gouwe-Ouwe FOLK M: Folk-muziek DOCUMENT: Programma’s over feitelijke
activiteiten geloof en religie, aangaande het
bestaan en ethiek via de telefoon of een publiek
forum hun meningen kunnen uiten
bestemmingen, georganiseerde reizen en ideeën en mogelijkheden voor vacanties
bezigheden, bijvoorbeeld tuinieren, koken, vissen, etc.
bepaald land of gebied in de taal van het land of gebied
gebeurtenissen, vaak gepresenteerd in een onderzoekende stijl
18
De weergave op de display wijzigen terwijl u naar een FM-station luistert
Tijdens de ontvangst van een FM-zender die RDS-signalen uitzendt, kunt u de weergave op de display wijzigen. U kunt kiezen of u de naam van het station (PS NAME) of de frequentie van de zender (FREQUENCY) wilt weergeven.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 51.
1. Druk de toets SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2. Druk op selecteren.
3. Druk op + of – om de gewenste weergave in te stellen (“PS NAME” of “FREQUENCY”).
Opmerking:
Door op de toets DISP te drukken kunt u de weergave op de display ook wijzigen wanneer u naar een FM-station luistert dat RDS-signalen uitzendt. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, ver schijnt de volg ende informatie in het bo venste gedeelte van de display:
* Na enkele seconden keert de display terug naar de oorspronkelijke weergave.
¢ of 4 om de vermelding “TUNER DISP (Display van de tuner)” te
PS (Stationsnaam)
Station FrequencyPS (Station name) PTY (Programme type)
Frequentie station
PTY (Programmagenre)
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de standby-ontvangst van verkeersinformatie op te geven met welk geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie wordt ontvangen, worden aangepast aan het volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 51.
1. Druk de toets SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2. Druk op
3. Druk op + of – om het gewenste volume te selecteren.
¢ of 4 om de vermelding “TA VOLUME” te selecteren.
NEDERLANDS
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het RDS-signaal van een zender worden meegezonden. Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt aangepast, moet u de onderstaande procedure volgen.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 51.
1. Druk de toets SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2. Druk op
3. Druk op – om de vermelding “ADJUST OFF” te selecteren. U hebt het automatisch aanpassen van de klok nu uitgeschakeld.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt activeren
maar in stap 3 de vermelding “ADJUST ON” selecteren door op de toets + te drukken.
Opmerking:
Het automatisch aanpassen van de tijd bij de ontvangst van nieuwe tijdgege vens duurt circa 2 minuten. De weergave van de klok wor dt dus pas v er anderd nadat u minimaal 2 minuten op het desbetref fende station hebt afgestemd.
¢ of 4 om de vermelding “AUTO ADJUST” te selecteren.
,
moet u de procedure herhalen,
19
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER
Een CD afspelen
1
4
¢
1
2
Totaal aantal muziekstukken op de CD die in de CD-lade is geplaatst
Zum Öffnen des Bedienteils.
Het bedieningspaneel komt naar beneden en de laadopening verschijnt.
Plaats een disc in de lade.
De eenheid trekt de CD naar binnen, het bedieningspaneel beweegt naar boven en de CD wordt automatisch afgespeeld.
Totale afspeeltijd van de CD die in de CD-lade is geplaatst
Huidige muziekstuk
Verstreken afspeeltijd
NEDERLANDS
Opmerkingen:
• Wanneer er zich een CD in de laadopening bevindt en u “CD” als afspeelbron selecteert door op de
toets SOURCE (ATT) te drukken, wordt de CD afgespeeld.
• Als een CD ondersteboven wor dt geplaatst, ver sc hijnt de vermelding “DISC EJECT” op de display
en wordt de CD-speler automatisch geopend.
• Als u de CD Text afspeelt, worden op de display de titel van de CD en de naam van de uitvoerende
artiest weergegeven. Vervolgens wordt het nummer van het muziekstuk en de verstreken speeltijd weerge geven. Zie ook de par agraaf “De tekst van een CD met CD Text weergeven” (bladzijde 21) en de paragraaf “De modus voor lopende tekst selecteren” (bladzijde 54). Als er op een CD met CD Text veel informatie staat, kan het zijn dat niet de hele tekst op de display wordt weergegeven.
• Wanneer u een andere afspeelbron selecteert, stopt het afspelen van de CD (alleen nu zonder dat de
CD uit de laadopening naar voren komt).
Stoppen met afspelen en de CD terug laten springen
Druk kort op de toets OFF/0. Het afspelen van de CD wordt beëindigd, het bedieningspaneel komt naar beneden en de CD komt uit de laadopening naar voren.
Druk om het bedieningspaneel te sluiten op LET OP:Steek NOOIT uw vingers tussen de display en
de eenheid omdat u het gevaar loopt vast te komen zitten.
¢ of 4 .
Opmerking:
Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15 seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de CD automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst, zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet automatisch met afspelen begonnen.)
20
De tekst van een CD met CD Text weergeven
Op een CD met CD Text is informatie opgenomen zoals de titel van de CD, de naam van de uitvoerende artiest en de titel van de tracks. Het is mogelijk om deze informatie op de display weer te geven.
DISP
Selecteer tijdens het afspelen van een CD met CD Text de afspeelmodus die tekst kan weergegeven.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de weergave op de display en wel als volgt:
Titel van de CD / Artiest
Disc Title / Performer
Current track no.
Nummer huidige track
and Elapsed playing time
en verstreken speeltijd
Opmerkingen:
• Op de display kunnen maximaal 12 tekens tegelijk worden weergegeven. Als de informatie uit meer
dan 12 tekens bestaat, loopt de tekst automatisch van rechts naar links over de display. Zie ook de paragraaf “De modus voor lopende tekst selecteren” op bladzijde 54.
Wanneer u op de toets DISP drukt terwijl u naar een gewone CD luistert, verschijnt de vermelding “NO NAME” op de display voor de titel/artiest van de CD en de titel van het muziekstuk.
Titel van het
Track Title
muziekstuk
NEDERLANDS
21
Een muziekstuk of een bepaald punt op de CD zoeken
¢
4
Cijfertoetsen 1(7) t/m 3 (9)
Cijfertoetsen
4 (10) t/m 6 (12)
Het muziekstuk versneld vooruit afspelen of achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4
en houd deze toets
ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen.
Naar de volgende of vorige tracks gaan
NEDERLANDS
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op de toets ¢ om naar het begin van de volgende track te gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt het begin van de volgende track opgezocht, geselecteerd en ten gehore gebracht.
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op de toets 4
om terug te keren naar het begin van de huidige track. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt het begin van de vorige track opgezocht, geselecteerd en ten gehore gebracht.
Direct naar een bepaald muziekstuk gaan
22
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald muziekstuk hoort, om het afspelen van dat muziekstuk te laten beginnen.
• Om een muziekstuk met nummer 1 – 6 te selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Om een muziekstuk met nummer 7 – 12 te selecteren: Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.
Afspeelmodus selecteren
MODE BAND
INT
RPT
RND
Tracks in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
Het is mogelijk om alle tracks van een CD in een volstrekt willekeurige volgorde af te spelen.
1 Druk op de toets MODE BAND terwijl er een CD wordt afgespeeld.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op de toets RND terwijl de vermelding “MODE” nog op de display
wordt weergegeven zodat de indicator RND op de display oplicht. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de modus voor het in willekeurige volgorde afspelen van tracks in- of uitgeschakeld. Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de indicator RND op de display op en wordt er een willekeurige track afgespeeld.
Tracks herhaaldelijk afspelen (Repeat Play)
Het is mogelijk om een geselecteerde track van een CD meerdere malen achter elkaar af te spelen.
1 Druk op de toets MODE BAND terwijl er een CD wordt afgespeeld.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op de toets RPT terwijl de vermelding “MODE” nog op de display
wordt weergegeven zodat de indicator RPT op de display oplicht. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de modus voor het herhaald afspelen van een track in- of uitgeschakeld. Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de indicator RPT op de display op en wordt de geselecteerde track bij herhaling afgespeeld.
Nummer van het muziekstuk dat wordt afgespeeld
NEDERLANDS
23
Alleen intro’s afspelen (Intro Scan)
Het is mogelijk om van alle tracks alleen de eerste 15 seconden af te spelen, zodat u de intro’s kunt beluisteren.
1 Druk op de toets MODE BAND terwijl er een CD wordt afgespeeld.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op de toets INT (Intro) terwijl de vermelding “MODE” nog op de
display wordt weergegeven. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de modus voor het afspelen van intro’s in- of uitgeschakeld. Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt gedurende 5 seconden de vermelding “INTRO” op de display weergegeven en begint het tracknummer te knipperen.
Opnamenummer van de op dat moment afgespeelde opname
Voorkomen dat de CD terugspringt
NEDERLANDS
SOURCE (ATT)
U kunt voorkomen dat de CD uit de lade springt door deze in de lade te vergrendelen. Druk wanneer u op de toets SOURCE (ATT) drukt tevens op de toets OFF/0 en houd de
toetsen gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt. De vermelding “NO EJECT” zal gedurende circa 5 seconden op de display knipperen en de CD wordt vergrendeld. De CD kan nu niet meer uit de laadopening worden gehaald.
Opmerking:
Als u op OFF/0 drukt terwijl het uitwerpen van CD’s niet is toegestaan, komt het bedieningspaneel weliswaar naar beneden geschoven, maar kan er geen CD wor den uitg enomen. (de vermelding “NO EJECT” wordt op de display weergegeven.) Druk als u het bedieningspaneel omhoog wilt verplaatsen op
Als u de vergrendeling ongedaan wilt maken en de CD weer toegankelijk wilt maken,
moet u de toets OFF/0 gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt houden terwijl u op de toets SOURCE (A TT) drukt. Vervolgens knippert de vermelding “EJECT OK” gedurende circa 5 seconden op de display . De laadopening is nu ontgrendeld en de CD is weer toegankelijk.
24
OFF/0
¢ of 4 .
Loading...
+ 56 hidden pages