JVC KD-LX3R Instruction Manual [nl]

CD RECEIVER
CD-RECEIVER RECEPTEUR CD CD-RECEIVER
ENGLISH
DEUTSCH
KD-LX3R
SSM RDS
RPT
RND
INT/LO
MONO
SEL
1 72
8
3
BANDSOUND
9
4
10
5
11
6
12
For installation and connections, refer to the separate manual. Angaben zu Einbau und Verkabelung entnehmen Sie bitte der gesonderten Anleitung. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Zie de afzonderlijke handleiding voor details aangaande het installeren en verbinden van het toestel.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
KD-LX3R
DISPMODE PTYTP
OFF/0FUNC
For Customer Use:
Enter below the password you have entered for your security lock. Retain this password for futuer reference.
PASSWORD:
FRANÇAIS
NEDERLANDS
LVT0239-001A
[E]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
DANGER: Invisible laser radiation when open and interlock failed or defeated. AVOID DIRECT EXPOSURE TOBEAM. (e)
ADVARSEL: Usynlig laser­stråling ved åbning, når sikkerhedsafbrydere er ude af funkti on. Undgåudsæ t­telse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser­strålning när denna del är öppnad och spärren är urkopplad. Betrakta ej strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja suo­jalukitus ohitettaessa olet alttiina näkymättömälle lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f)
Benaming/Spanningslabel
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
CLASS LASER
Let op:
Caution:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een
NEDERLANDS
This product contains a laser component
hogere klasse laserstraal dan “Klasse 1”.
of higher laser class than Class 1.
1
PRODUCT
LET OP bij het instellen van het volume
In vergelijking met andere geluidsbronnen, produceren CD’s heel weinig ruis. Als het volume staat afgesteld op gebruik van de tuner , kunnen de speakers schade oplopen door de plotselinge toename van de geluidssterkte. Zet het volume daarom lager voordat u een CD afspeelt en regel het geluid, indien nodig, gedurende het afspelen.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
1. KLASSE 1 LASERPRODUKT
2. GEVAAR: Onzichtbare laserstralen wanneer open en interlock uitgeschakeld of defekt. Voork om direkte blootstelling aan de straal.
3. LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan erkend onderthoudspersoneel.
4. LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare laserstralen maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5. LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke straling.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
* Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk , omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
2
* Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
BASISBEDIENING ........................................................ 5
BEDIENING VAN DE RADIO .........................................6
Naar de radio luisteren ..................................................................6
Automatisch naar een station zoeken: Auto Search .................... 6
Handmatig naar een station zoeken: Manual Search.................. 7
Radiozenders in het geheugen vastleggen .................................... 8
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM........................ 8
Handmatig vastleggen van zenders.............................................9
Afstemmen op een voorkeuzezender...........................................10
HET GEBRUIK VAN RDS ............................................. 11
Wat u kunt doen met RDS EON ................................................. 11
Eén en hetzelfde programma blijven volgen
(De netwerkfunctie) ............................................................ 11
Het gebruik van standby-ontvangst ........................................... 13
Uw favoriete programma opzoeken (de functie PTY Search) ... 15
Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen... 17
Automatische selectie van een station bij gebruik van de
cijfertoetsen ....................................................................... 17
De weergavemodus wijzigen terwijl u naar een
FM RDS-station luistert ......................................................17
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen ................. 17
Automatisch aanpassen van de klok ......................................... 18
NEDERLANDS
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER .....................................19
Een CD afspelen............................................................................19
De tekst van een CD met CD Text weergeven ............................20
Een muziekstuk of een bepaald punt op de CD zoeken ............ 21
Afspeelmodus selecteren .............................................................. 22
Voorkomen dat de CD terugspringt............................................ 23
De eenheid opnieuw instellen
Na de installatie van de eenheid en wanneer u problemen ervaart met de bediening ervan, is het noodzakelijk om de
microprocessor van de eenheid opnieuw in te stellen. Druk met een balpen of een ander dun, langwerpig voorwerp op de Reset-knop, die zich aan de voorzijde van de eenheid op het bedieningspaneel bevindt.
• LET OP: als u de eenheid opnieuw instelt, raakt u alle aangepaste voorkeursinstellingen kwijt, zoals de door u ingestelde voorkeurzenders en geluidsaanpassingen. Deze worden allemaal uit het geheugen verwijderd.
Vervolg, zie ommezijde
3
GELUID REGELEN ......................................................24
Geluid aanpassen .......................................................................... 24
Vooraf ingestelde geluidsweergave selecteren............................26
Geluidsweergave aanpassen en opslaan .....................................27
ANDERE HOOFDFUNCTIES .........................................28
Klok instellen ................................................................................ 28
Het volume automatisch laten aanpassen aan de rijsnelheid
(Audio Cruise)......................................................................... 29
De algemene instellingen wijzigen (PSM)...................................31
Namen aan bronnen toekennen...................................................35
Werken met de vergrendeling......................................................38
Het wachtwoord registeren ........................................................38
AFSTANDSBEDIENING ............................................... 41
De batterij plaatsen ......................................................................41
Gebruik van de afstandbediening ...............................................42
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR ............................. 43
CD’s afspelen.................................................................................43
Kiezen van de weergavefunctie....................................................45
BEDIENING VAN EXTERNE APPARATEN..................... 47
Werken met een extern apparaat ................................................47
Werken met een subwoofer..........................................................47
NEDERLANDS
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER .............................. 48
Afstemmen op een ensemble en op een van de services ............48
DAB-frequenties in het geheugen opslaan.................................. 50
Afstemmen op een opgeslagen DAB-service ..............................52
ONDERHOUD ...........................................................53
Omgaan met CD’s ........................................................................53
PROBLEMEN OPLOSSEN ........................................... 54
SPECIFICATIES...........................................................55
Hoe u de cijfertoetsen gebruikt:
Nadat u op de toets MODE hebt gedrukt (de vermelding “MODE” blijft op de display staan), werken de cijfertoetsen als andere functietoetsen.
Als u deze toetsen als cijfertoetsen wilt gebruiken nadat u op de toets MODE hebt gedrukt,
moet u 5 seconden wachten zonder op een toets te drukken zodat de vermelding “MODE” van de display verdwijnt.
• Ook als u nogmaals op de toets drukt, verdwijnt de vermelding “MODE” van de display.
4
BASISBEDIENING
1 2
3
Opmerking:
W anneer u het apparaat v oor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen (zie bladzijde 28).
1
2
CD
LINE
CD
-wisselaar
**
**
DAB
Opmerkingen:
* Als er zich geen CD in de CD-lade bevindt, is het niet mogelijk om de CD-speler als
afspeelbron te selecteren.
** Als er geen CD-wisselaar of DAB-tuner is aangesloten, kunt u deze apparaten niet als
afspeelbron selecteren.
3
Schakel de spanning in.
De display wordt verlicht en het bedieningspaneel komt naar buiten.
Start de weergave van de geluidsbron.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere afspeelbron geselecteerd, en wel in de volgorde zoals die links staat aangegeven.
*
Voor gebruik van de radio, zie bladzijde 6 – 18. Voor gebruik van de CD-speler, zie bladzijde 19 – 23.
FM
of
Voor gebruik van de CD-wisselaar, zie bladzijde 43 – 46.
AM
V oor meer informatie ov er de bediening van het externe apparaat dat is
aangesloten op de aansluiting met de markering LINE IN, verwijzen we u naar pagina 47.
Voor gebruik van de DAB-tuner, zie bladzijde 48 – 52.
Regel het volume.
NEDERLANDS
Volumeniveau-indicatie
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt (zie bladzijde 24 – 27).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk terwijl u naar een afspeelbron luistert gedurende minimaal 1 seconde op de toets FUNC (functie). U ziet de vermelding “ATT” op de display verschijnen en het volume zal kor te tijd afnemen. Druk om terug te keren naar het vorige geluidsniveau nogmaals gedurende minimaal 1 seconde
op de toets.
Spanning uitschakelen
Druk op de toets OFF/0 tot de vermelding “SEE YOU” op de display verschijnt.
5
BEDIENING VAN DE RADIO
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken: Auto Search
1
INT/LO
3
12
1
1-
FM1 FM2 AMFM3
NEDERLANDS
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM­stations te luisteren.
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven (daarna: de tijd, zie bladzijde 33).
2
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is afgestemd.
Als u alleen wilt afstemmen op FM-zenders met een sterk signaal
Deze functie werkt alleen wanneer u naar FM-zenders zoekt, onder andere bij de methode voor het automatisch instellen van de zes sterkste FM-zenders (SSM). (Zie bladzijde 8.) 1 Druk op de toets MODE.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display.
2 Druk op de toets INT/LO (Intro/Local) terwijl de vermelding “MODE” nog op de display
wordt weergegeven, zodat de indicator LOCAL op de display oplicht. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, knippert de indicator LOCAL op de display.
6
Stations met een hogere frequentie zoeken
Stations met een lagere frequentie zoeken
1-
3
Selecteer de omroepband.
1 Druk op de toets FUNC om de vermelding
“AM” of “FM” te selecteren.
2 Druk op de toets MODE.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display.
3 Druk op de toets BAND om de band te
selecteren. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere omroepband geselecteerd (zie links):
Zoek een station.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het zoeken.
1-
2
MODE
2
Niveau-indicatie (Zie bladzijde 33)
Handmatig naar een station zoeken: Manual Search
MONO
3
12
1
1-
1
FM1 FM2 AMFM3
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op de toets ¢ of 4 en houd deze ingedrukt tot de vermelding “M” (voor “manual”: handmatig zoeken) op de display begint te knipperen.
3
Afstemmen op een station met een hogere frequentie
Afstemmen op een station met een lagere frequentie
1-
1-
2
MODE
3
2, 3
Selecteer de omroepband.
1 Druk op de toets FUNC om de vermelding
“AM” of “FM” te selecteren.
2 Druk op de toets MODE.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display.
3 Druk op de toets BAND om de band te
selecteren. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere omroepband geselecteerd (zie links):
Stem af op het station van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding “M” op de display knippert.
NEDERLANDS
Opmerkingen:
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de display de frequentie veranderen tot u de toets weer loslaat. (Dit gebeurt in stappen van 50 kHz voor de FM, en stappen van 9 kHz voor de AM: d.w .z. middengolf (AM) en lange golf (LG)).
• Als u de toets na 5 seconden loslaat, knippert “M” niet meer op de display en is het niet meer mogelijk handmatig een station te selecteren.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is: 1 Druk terwijl u in de FM-omroepband naar een stereo-uitzending luistert op de toets MODE
(de indicator ST licht op wanneer er een stereo-uitzending wordt ontvangen). De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display.
2 Druk op de toets MONO terwijl de vermelding “MODE” nog op de display wordt weergegeven,
zodat de indicator MO op de display oplicht. Het geluid dat nu ten gehore wordt gebracht, is in mono, maar de kwaliteit van het ontvangen signaal is beter (de indicator ST op de display gaat uit). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, schakelt u de indicator MO aan of uit.
7
Radiozenders in het geheugen vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
2
1-
3
1-
2
“AM” of “FM” te selecteren.
De vermelding “MODE” verschijnt in het
onderste gedeelte van de display. van de FM-band te selecteren (FM 1, FM
2 of FM 3).
1
12
NEDERLANDS
FM1 FM2 AMFM3
1-
1
3
Selecteer de FM-band.
1 Druk op de toets FUNC om de vermelding 2 Druk op de toets MODE.
3 Druk op de toets BAND om het nummer
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
8
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen). VOORBEELD: Een FM-zender op 88.3 MHz vastleggen onder nummer 1 van FM1.
1-
3
1-
2
2
FM1 als omroepband selecteren.
1 Druk op de toets FUNC om de vermelding
“AM” of “FM” te selecteren.
2 Druk op de toets MODE. 3 Druk op de toets BAND om de vermelding
“FM1” te selecteren.
1
12
1-
3
1
3
2
Stem af op een zender op 88.3 MHz.
Zie bladzijde 6 voor het afstemmen op een zender.
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
Het nummer van de geselecteerde FM-band en de vermelding “MEMO” verschijnen gedurende korte tijd beurtelings op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheug en wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
NEDERLANDS
9
Afstemmen op een voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie bladzijde 8 en 9, als u dat nog niet hebt gedaan.
1-
1
12
NEDERLANDS
FM1 FM2 AMFM3
1
2
3
3
1-
1-
2
Selecteer de omroepband.
1 Druk op de toets FUNC om de vermelding
“AM” of “FM” te selecteren.
2 Druk op de toets MODE.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display.
3 Druk op de toets BAND om de band te
selecteren. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere omroepband geselecteerd (zie links):
10
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste zender.
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS EON
RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een FM-z ender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie v an de v oorziening RDS is “EON (Enhanced Other Networks)”. De EON-indicator licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen die EON­gegevens uitzendt. Door gebruik te maken van deze meegezonden informatie kunt u de ontvanger automatisch laten overschakelen naar een ander station of een ander programmagenre of naar een station dat verkeersinformatie uitzendt terwijl u eigenlijk naar een ander programma aan het luisteren bent of een andere afspeelbron zoals een CD-speler hebt geselecteerd.
Met de ontvangst van RDS-signalen kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontv angst van verkeersinformatie (TA - “Tr affic Announcement”)
of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY - “Program Type”)
• Zoeken naar verkeersinformatie (TA - “Traffic Announcement”)
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen
kunt beschikken.
NEDERLANDS
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS­zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie de afbeelding op de volgende pagina). Er zijn twee soorten signalen die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: het PI-signaal (Prog ramme Identification) dat het programma herkent, en het AF-signaal (Alternative Frequency) dat aangeeft op welke andere frequenties uw fav oriete station uitzendt. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u minimaal 1 seconde op de TP/RDS-toets (Traffic Programme/Radio Data System). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de modus van deze functie en wel als v olgt:
Mode 1 Mode 2 Mode 3
Modus 2 Modus 3Modus 1
11
Modus 1 (AF:in / REG:uit)
De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld. In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Opmerking:
In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving.
Modus 2 (AF:in / REG:in)
De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld. In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3 (AF:uit / REG:uit)
De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via v erschillende frequenties kan worden ontvangen.
NEDERLANDS
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
12
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie D
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk van de geselecteerde afspeelbron (een FM-station, de CD-speler of een ander aangesloten apparaat) overschakelen naar een door u ingesteld programmagenre (PTY) of naar verkeersinformatie (TA).
Opmerking:
Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst voor verkeersinformatie
Druk kort op de toets TP/RDS om de standby-ontvangst voor verkeersinformatie in te schakelen (Dit wordt ook wel TA standby­ontvangst genoemd). De indicator TP op de display begint te knipperen of licht op (zie hieronder).
Wanneer u op de toets drukt terwijl u naar een FM RDS-station luistert
die ondersteuning biedt voor TA-signalen, licht de indicator TP op. De ontvanger is nu gereed om TA-signalen (verkeersinf ormatie) te ontvangen.
Wanneer u naar een FM RDS-station luistert dat geen TA-signalen
ondersteunt, gaat de indicator TP knipperen. In dat geval zal de standby-ontvangst voor verkeersinformatie niet werken.
Als u gebruik wilt maken van deze mogelijkheid tot standby-ontvangst, dient u af te stemmen op een station dat TA-signalen ondersteunt door op
¢ of 4 te drukken. De vermelding “SEARCH” (of “LOCAL SEARCH”, zie bladzijde 6) verschijnt op de display en de eenheid gaat zoeken naar een station dat TA-signalen ondersteunt. Wanneer er een station dat dergelijke signalen ondersteunt wordt gevonden en de eenheid erop heeft afgestemd, licht de indicator TP op de display op. De ontvanger is NU gereed om verkeersinformatie te ontvangen.
Als u naar een andere bron luistert dan de AM-band: Begint de eenheid op de achtergrond te zoeken naar een FM-station dat TA-signalen ondersteunt — zonder dat dit gevolgen heeft voor de beluisteren van de bron die u op dat moment hebt geselecteerd. (Tijdens het zoeken licht de indicator TP knipperend op.)
– De indicator TP stopt met knipperen en blijft continu branden w anneer er
op de achtergrond een FM-station is gevonden dat TA-signalen ondersteunt. De ontvanger wacht nu tot er een TA-signaal wordt ontvangen.
– De indicator TP blijft knipperen wanneer er op de achtergrond GEEN
FM-station wordt gevonden dat TA-signalen ondersteunt. In dit ge val zal de ontvanger niet wachten op een TA-signaal.
NEDERLANDS
Hoe de standby-ontvangst voor verkeersinformatie werkt:
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden terwijl de standby-ontvangst voor verkeersinformatie en is ingeschakeld, verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de display en stemt de eenheid af op het station dat de verkeersinformatie uitzendt. Het volume neemt toe tot het vooraf ingestelde volumeniveau voor de ontvangst van verkeersinformatie is bereikt (zie bladzijde 17) en de verkeersinformatie wordt ten gehore gebracht.
Als u de standby-ontvangst voor verkeersinformatie wilt uitschakelen, drukt u nogmaals kort op de toets TP/RDS. Elke keer wanneer u op dez e toets drukt, wordt de standby-ontvangst voor verkeersinformatie in- of uitgeschakeld.
13
Standby-ontvangst voor programmagenres
Druk kort op de toets PTY om de standby-ontvangst voor programmagenres in te schakelen (Dit wordt ook wel PTY standby-ontvangst genoemd). De indicator P TY op de display begint te knipperen of licht op (zie hieronder).
Wanneer u op de toets drukt terwijl u naar een FM RDS-station luistert
dat PTY-signalen ondersteunt of wanneer u naar een andere afspeelbron luistert dan de AM-band, licht de indicator PTY op en wordt de PTY-code
gedurende 5 seconden knipperend op de display weergegeven (zie de paragraaf “Uw f avoriete programma selecteren v oor PTY-standby-ontvangst”). De ontvanger is nu gereed om PTY-signalen (progr ammagenres) te ontvangen.
Wanneer u naar een FM RDS-station luistert dat geen PTY-signalen ondersteunt, gaat de indicator PTY knipperen en knippert gedurende 5 seconden de PTY-code op de display. In dat geval zal de standby-ontvangst voor programmagenres niet werken.
Als u gebruik wilt maken van deze mogelijkheid tot standby-ontvangst, dient u af te stemmen op een station dat PTY-signalen ondersteunt door op
te drukken. De vermelding “SEARCH” (of “LOCAL SEARCH”, zie
4
bladzijde 6) verschijnt op de display en de eenheid gaat zoeken naar een station dat PTY-signalen ondersteunt. Wanneer er een station dat dergelijke signalen ondersteunt wordt gevonden en de eenheid erop heeft afgestemd, licht de indicator PTY op de display op. De ontvanger is NU gereed om het geselecteerde programmagenre te ontvangen.
Als u naar een andere bron luistert dan de AM-band:
NEDERLANDS
Begint de eenheid op de achtergrond te zoeken naar een FM-station dat PTY­signalen ondersteunt — zonder dat dit gevolgen heeft voor de beluisteren van de bron die u op dat moment hebt geselecteerd. (Tijdens het zoeken licht de indicator PTY knipperend op.)
– De indicator PTY stopt met knipperen en blijft continu branden wanneer er
op de achtergrond een FM-station is gevonden dat PTY-signalen ondersteunt. De ontvanger wacht nu tot er een PTY-signaal wordt ontvangen.
– De indicator PTY blijft knipperen wanneer er op de achtergrond GEEN FM-
station wordt gevonden dat PTY-signalen ondersteunt. In dit geval zal de ontvanger niet wachten op een PTY-signaal.
Hoe de standby-ontvangst voor programmagenres werkt:
Als er een programma van het geselecteerde genre wordt uitgezonden terwijl de standby­ontvangst voor prog rammagenres is ingeschakeld, v erschijnt de geselecteerde PTY-code op de display en stemt de eenheid af op het station dat het geselecteerde programmagenre uitzendt. Het programma wordt vervolgens ten gehore gebracht.
Als u de standby-ontvangst voor programmagenres wilt uitschakelen, drukt u nogmaals kort op de toets PTY. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de standby-ontvangst voor programmagenres in- of uitgeschakeld.
Uw favoriete programma selecteren voor PTY-standby-ontvangst
Het is mogelijk om uw favoriete programmagenre voor de functie PTY-standby-ontvangst in het geheugen van de eenheid op te slaan. Bij het verlaten van de fabriek is standaard de PTY-code “News” voor de functie PTY-standby­ontvangst in het geheugen opgeslagen.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 31. 1 Druk gedurende minimaal 2 seconden op de toets SEL zodat een van de PSM-items op
de display verschijnt.
2 Druk op
nog niet op de display wordt weergegeven.
3 Selecteer een van de 29 PTY-codes (zie bladzijde 18).
De geselecteerde PTY -codenaam w ordt op de display getoond en in het geheugen opgeslagen.
4 Druk nogmaals op de toets SEL om het instellen van uw favoriete programma te voltooien.
14
¢ of 4 om de ver melding “PTY STANDBY” te selecteren indien deze
¢ of
Uw favoriete programma opzoeken (de functie PTY Search)
Het is mogelijk om naar één van maximaal zes in het geheugen opgeslagen programmagenres te zoeken. Standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 t/m 6)
opgeslagen.
1
POP M
2
ROCK M
3
EASY M
4
CLASSICS
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan
5
AFFAIRS
6
VARIED
243
1
1, 5
Druk gedurende minimaal 2 seconden op de toets SEL zodat een van de PSM-items op de display verschijnt (PSM: zie bladzijde 31).
2
Selecteer de vermelding “PTY SEARCH” als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 18.)
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
• Als u de code selecteert die al in het geheugen ligt opgeslagen, wordt die knipperend op de display weergegeven.
4
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minimaal 2 seconden vast om de geselecteerde PTY-code op te slaan onder de cijfertoets van uw keuze.
Het nummer van de cijfertoets verschijnt, en de naam van de PTY-code en de vermelding “MEMORY” wisselen elkaar op de display af.
Vervolg, zie ommezijde
NEDERLANDS
15
5
Het instellen van de PTY-code is voltooid.
Een programmagenre opzoeken
12
1
Druk op de toets PTY en houd deze ten minste 1 seconde ingedrukt terwijl u naar een FM-station luistert.
De PTY-code en het nummer van de cijfertoets die als laatste zijn
NEDERLANDS
geselecteerd, worden op de display weergegeven.
DISC
CRUISE
2
Selecteer een van de PTY-codes die onder de zes cijfertoetsen (1 t/m 6) liggen opgeslagen.
De PTY-zoekopdracht naar uw favoriete programma begint na 5 seconden.
• Als er een station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op dat station af.
• Als er geen station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet goed.
16
Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen
Automatische selectie van een station bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op de vooraf ingestelde voorkeurzender. Als deze zender een RDS-station is, gebeurt er echter iets anders. Als het ontv angen signaal van zo’n zender niet sterk genoeg is, gaat de eenheid namelijk automatisch op zoek naar een andere, sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt als de voorkeurzender die u hebt gekozen. Zodra zo’n zender wordt gevonden, stemt de eenheid automatisch op die zender af.
De weergavemodus wijzigen terwijl u naar een FM RDS­station luistert
Tijdens de ontvangst van een FM-zender die RDS-signalen uitzendt, kunt u de weergave op de display wijzigen. U kunt kiezen of u de naam van het station (PS) of de frequentie van de zender wilt weergeven.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 31. 1 Druk gedurende minimaal 2 seconden op de toets SEL zodat een van de PSM-items op
de display verschijnt.
2 Druk op
weergegeven.
3 Druk op + / – om de geselecteerde vermelding te selecteren (de naam van het station of
de frequentie van de zender).
4 Druk nogmaals op de toets SEL om het instellen te voltooien.
¢ of 4 tot de vermelding “TUNER DISP (Display)” op de display wordt
FREQUENCYPS NAME
NEDERLANDS
Opmerking:
Door op de toets DISP te drukken kunt u de weergave op de display ook wijzigen wanneer u naar een FM-station luistert dat RDS-signalen uitzendt. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, versc hijnt de volgende informatie in het bo venste g edeelte van de display:
Station FrequencyPS (Station name) PTY (Program type)
PS (Stationsnaam)
Na enkele seconden keert de display terug naar de oorspronkelijke weergave.
Frequentie station
PTY (Programmagenre)
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de standby-ontvangst van verkeersinformatie op te geven met welk geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie wordt ontvangen, worden aangepast aan het volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 31. 1 Druk gedurende minimaal 2 seconden op de toets SEL zodat een van de PSM-items op
de display verschijnt.
2 Druk op
instelling) op de display wordt weergegeven.
3 Druk op + / – om het gewenste volume in te stellen. 4 Druk nogmaals op de toets SEL om het instellen te voltooien.
¢ of 4 tot de vermelding “TA VOLUME” (tezamen met de huidige
17
Loading...
+ 39 hidden pages