For installation and connections, refer to the separate manual.
Angaben zu Einbau und Verkabelung entnehmen Sie bitte der gesonderten Anleitung.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Zie de afzonderlijke handleiding voor details aangaande het installeren en verbinden van het
toestel.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
KD-LX3R
DISPMODEPTYTP
OFF/0FUNC
For Customer Use:
Enter below the password
you have entered for your
security lock.
Retain this password for
futuer reference.
PASSWORD:
FRANÇAIS
NEDERLANDS
LVT0239-001A
[E]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het
hoofdtoestel
DANGER: Invisible laser
radiation when open and
interlock failed or defeated.
AVOID DIRECT EXPOSURE
TOBEAM. (e)
ADVARSEL: Usynlig laserstråling ved åbning, når
sikkerhedsafbrydere er ude
af funkti on. Undgåudsæ ttelse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laserstrålning när denna del
är öppnad och spärren är
urkopplad. Betrakta ej
strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet
alttiina näkymättömälle
lasersäteilylle. Älä katso
säteeseen. (f)
Benaming/Spanningslabel
BELANGRIJK VOOR
LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
CLASS
LASER
Let op:
Caution:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een
NEDERLANDS
This product contains a laser component
hogere klasse laserstraal dan “Klasse 1”.
of higher laser class than Class 1.
1
PRODUCT
LET OP bij het instellen van het volume
In vergelijking met andere geluidsbronnen,
produceren CD’s heel weinig ruis. Als het
volume staat afgesteld op gebruik van de tuner ,
kunnen de speakers schade oplopen door de
plotselinge toename van de geluidssterkte. Zet
het volume daarom lager voordat u een CD
afspeelt en regel het geluid, indien nodig,
gedurende het afspelen.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het
identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een
veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
1. KLASSE 1 LASERPRODUKT
2. GEVAAR: Onzichtbare laserstralen
wanneer open en interlock uitgeschakeld
of defekt. Voork om direkte blootstelling aan
de straal.
3. LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het
toestel bevat geen door de gebruiker te
repareren onderdelen. Laat onderhoud
en reparatie over aan erkend
onderthoudspersoneel.
4. LET OP: Deze CD-speler gebruikt
onzichtbare laserstralen maar is echter
voorzien van veiligheidsschakelaars die
uitstraling dienen te stoppen bij het
verwijderen van CD’s. Het is uitermate
gevaarlijk deze schakelaars uit te
schakelen.
5. LET OP: Het gebruik van regelaars en het
maken van instellingen ander dan in deze
gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert
mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke
straling.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
* Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit
is gevaarlijk , omdat u de geluiden buiten de
auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde
handelingen met het apparaat gaat verrichten.
2
* Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
Voorkomen dat de CD terugspringt............................................ 23
De eenheid opnieuw instellen
Na de installatie van de eenheid en wanneer u problemen
ervaart met de bediening ervan, is het noodzakelijk om de
microprocessor van de eenheid opnieuw in te stellen.
Druk met een balpen of een ander dun, langwerpig voorwerp op de
Reset-knop, die zich aan de voorzijde van de eenheid op het
bedieningspaneel bevindt.
• LET OP: als u de eenheid opnieuw instelt, raakt u alle aangepaste
voorkeursinstellingen kwijt, zoals de door u ingestelde
voorkeurzenders en geluidsaanpassingen. Deze worden allemaal
uit het geheugen verwijderd.
Nadat u op de toets MODE hebt gedrukt (de vermelding “MODE” blijft op de display staan),
werken de cijfertoetsen als andere functietoetsen.
Als u deze toetsen als cijfertoetsen wilt gebruiken nadat u op de toets MODE hebt gedrukt,
moet u 5 seconden wachten zonder op een toets te drukken zodat de vermelding “MODE” van de
display verdwijnt.
• Ook als u nogmaals op de toets drukt, verdwijnt de vermelding “MODE” van de display.
4
BASISBEDIENING
12
3
Opmerking:
W anneer u het apparaat v oor
de eerste keer gebruikt, moet
u de ingebouwde klok op de
juiste wijze instellen (zie
bladzijde 28).
1
2
CD
LINE
CD
-wisselaar
**
**
DAB
Opmerkingen:
* Als er zich geen CD in de CD-lade bevindt, is het niet mogelijk om de CD-speler als
afspeelbron te selecteren.
** Als er geen CD-wisselaar of DAB-tuner is aangesloten, kunt u deze apparaten niet als
afspeelbron selecteren.
3
Schakel de spanning in.
De display wordt verlicht en het bedieningspaneel komt naar buiten.
Start de weergave van de geluidsbron.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere
afspeelbron geselecteerd, en wel in de volgorde zoals die links staat
aangegeven.
*
Voor gebruik van de radio, zie bladzijde 6 – 18.
Voor gebruik van de CD-speler, zie bladzijde 19 – 23.
FM
of
Voor gebruik van de CD-wisselaar, zie bladzijde 43 – 46.
AM
V oor meer informatie ov er de bediening van het externe apparaat dat is
aangesloten op de aansluiting met de markering LINE IN, verwijzen
we u naar pagina 47.
Voor gebruik van de DAB-tuner, zie bladzijde 48 – 52.
Regel het volume.
NEDERLANDS
Volumeniveau-indicatie
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt (zie bladzijde 24 – 27).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk terwijl u naar een afspeelbron luistert gedurende minimaal 1 seconde op de toets FUNC
(functie). U ziet de vermelding “ATT” op de display verschijnen en het volume zal kor te tijd
afnemen.
Druk om terug te keren naar het vorige geluidsniveau nogmaals gedurende minimaal 1 seconde
op de toets.
Spanning uitschakelen
Druk op de toets OFF/0 tot de vermelding “SEE YOU” op de display verschijnt.
5
BEDIENING VAN DE RADIO
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en
handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken: Auto Search
1
INT/LO
3
12
1
1-
FM1FM2AMFM3
NEDERLANDS
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden
(FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van
deze banden kiezen om naar FMstations te luisteren.
De geselecteerde omroepband wordt
weergegeven (daarna: de tijd, zie bladzijde 33).
2
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender
is afgestemd.
Als u alleen wilt afstemmen op FM-zenders met een sterk signaal
Deze functie werkt alleen wanneer u naar FM-zenders zoekt, onder andere bij de methode
voor het automatisch instellen van de zes sterkste FM-zenders (SSM). (Zie bladzijde 8.)
1 Druk op de toets MODE.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display.
2 Druk op de toets INT/LO (Intro/Local) terwijl de vermelding “MODE” nog op de display
wordt weergegeven, zodat de indicator LOCAL op de display oplicht.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, knippert de indicator LOCAL op de display.
6
Stations met een hogere
frequentie zoeken
Stations met een lagere
frequentie zoeken
1-
3
Selecteer de omroepband.
1 Druk op de toets FUNC om de vermelding
“AM” of “FM” te selecteren.
2 Druk op de toets MODE.
De vermelding “MODE” verschijnt in het
onderste gedeelte van de display.
3 Druk op de toets BAND om de band te
selecteren.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
wordt er een andere omroepband
geselecteerd (zie links):
Zoek een station.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt
het zoeken.
1-
2
MODE
2
Niveau-indicatie
(Zie bladzijde 33)
Handmatig naar een station zoeken: Manual Search
MONO
3
12
1
1-
1
FM1FM2AMFM3
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op de toets ¢ of 4 en houd deze
ingedrukt tot de vermelding “M” (voor “manual”:
handmatig zoeken) op de display begint te knipperen.
3
Afstemmen op een
station met een
hogere frequentie
Afstemmen op een
station met een lagere
frequentie
1-
1-
2
MODE
3
2, 3
Selecteer de omroepband.
1 Druk op de toets FUNC om de vermelding
“AM” of “FM” te selecteren.
2 Druk op de toets MODE.
De vermelding “MODE” verschijnt in het
onderste gedeelte van de display.
3 Druk op de toets BAND om de band te
selecteren.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
wordt er een andere omroepband
geselecteerd (zie links):
Stem af op het station van uw keuze.
U kunt dit doen zolang de vermelding
“M” op de display knippert.
NEDERLANDS
Opmerkingen:
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de display de frequentie veranderen tot u de toets weer
loslaat. (Dit gebeurt in stappen van 50 kHz voor de FM, en stappen van 9 kHz voor de AM: d.w .z.
middengolf (AM) en lange golf (LG)).
• Als u de toets na 5 seconden loslaat, knippert “M” niet meer op de display en is het niet meer
mogelijk handmatig een station te selecteren.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is:
1 Druk terwijl u in de FM-omroepband naar een stereo-uitzending luistert op de toets MODE
(de indicator ST licht op wanneer er een stereo-uitzending wordt ontvangen).
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display.
2 Druk op de toets MONO terwijl de vermelding “MODE” nog op de display wordt weergegeven,
zodat de indicator MO op de display oplicht.
Het geluid dat nu ten gehore wordt gebracht, is in mono, maar de kwaliteit van het ontvangen
signaal is beter (de indicator ST op de display gaat uit).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, schakelt u de indicator MO aan of uit.
7
Radiozenders in het geheugen vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
2
1-
3
1-
2
“AM” of “FM” te selecteren.
De vermelding “MODE” verschijnt in het
onderste gedeelte van de display.
van de FM-band te selecteren (FM 1, FM
2 of FM 3).
1
12
NEDERLANDS
FM1FM2AMFM3
1-
1
3
Selecteer de FM-band.
1 Druk op de toets FUNC om de vermelding
2 Druk op de toets MODE.
3 Druk op de toets BAND om het nummer
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2
seconden ingedrukt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt
wanneer het automatisch instellen van radiozenders is
beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
8
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
VOORBEELD: Een FM-zender op 88.3 MHz vastleggen onder nummer 1 van FM1.
1-
3
1-
2
2
FM1 als omroepband selecteren.
1 Druk op de toets FUNC om de vermelding
“AM” of “FM” te selecteren.
2 Druk op de toets MODE.
3 Druk op de toets BAND om de vermelding
“FM1” te selecteren.
1
12
1-
3
1
3
2
Stem af op een zender op 88.3 MHz.
Zie bladzijde 6 voor het afstemmen op een zender.
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1)
en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
Het nummer van de geselecteerde FM-band en de
vermelding “MEMO” verschijnen gedurende korte
tijd beurtelings op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder
andere nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder
hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheug en wordt onderbroken
(bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
NEDERLANDS
9
Afstemmen op een voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie bladzijde 8 en 9, als u dat nog niet
hebt gedaan.
1-
1
12
NEDERLANDS
FM1FM2AMFM3
1
2
3
3
1-
1-
2
Selecteer de omroepband.
1 Druk op de toets FUNC om de vermelding
“AM” of “FM” te selecteren.
2 Druk op de toets MODE.
De vermelding “MODE” verschijnt in het
onderste gedeelte van de display.
3 Druk op de toets BAND om de band te
selecteren.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
wordt er een andere omroepband
geselecteerd (zie links):
10
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste zender.
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS EON
RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan
hun regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een FM-z ender bijvoorbeeld de naam van
het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma
meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een
muziekprogramma is. Een andere functie v an de v oorziening RDS is “EON (Enhanced Other
Networks)”. De EON-indicator licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen die EONgegevens uitzendt. Door gebruik te maken van deze meegezonden informatie kunt u de
ontvanger automatisch laten overschakelen naar een ander station of een ander
programmagenre of naar een station dat verkeersinformatie uitzendt terwijl u eigenlijk naar
een ander programma aan het luisteren bent of een andere afspeelbron zoals een CD-speler
hebt geselecteerd.
Met de ontvangst van RDS-signalen kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontv angst van verkeersinformatie (TA - “Tr affic Announcement”)
of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY - “Program Type”)
• Zoeken naar verkeersinformatie (TA - “Traffic Announcement”)
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen
kunt beschikken.
NEDERLANDS
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De
netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de
tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDSzender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en
bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u
rijdt (zie de afbeelding op de volgende pagina).
Er zijn twee soorten signalen die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit
kunt blijven volgen: het PI-signaal (Prog ramme Identification) dat het programma herkent, en
het AF-signaal (Alternative Frequency) dat aangeeft op welke andere frequenties uw fav oriete
station uitzendt.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw
favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u minimaal 1 seconde op de
TP/RDS-toets (Traffic Programme/Radio Data System). Elke keer wanneer
u op deze toets drukt, verandert de modus van deze functie en wel als v olgt:
Mode 1Mode 2Mode 3
Modus 2Modus 3Modus 1
11
Modus 1 (AF:in / REG:uit)
De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld.
In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van
hetzelfde station als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Opmerking:
In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is
dan het programma dat u daarvoor ontving.
Modus 2 (AF:in / REG:in)
De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld.
In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van
hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt als het signaal van de
geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3 (AF:uit / REG:uit)
De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via v erschillende frequenties kan
worden ontvangen.
NEDERLANDS
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
12
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie D
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk van de geselecteerde afspeelbron (een FM-station, de
CD-speler of een ander aangesloten apparaat) overschakelen naar een door u ingesteld
programmagenre (PTY) of naar verkeersinformatie (TA).
Opmerking:
Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst voor verkeersinformatie
Druk kort op de toets TP/RDS om de standby-ontvangst voor
verkeersinformatie in te schakelen (Dit wordt ook wel TA standbyontvangst genoemd).
De indicator TP op de display begint te knipperen of licht op (zie
hieronder).
• Wanneer u op de toets drukt terwijl u naar een FM RDS-station luistert
die ondersteuning biedt voor TA-signalen, licht de indicator TP op. De
ontvanger is nu gereed om TA-signalen (verkeersinf ormatie) te ontvangen.
• Wanneer u naar een FM RDS-station luistert dat geen TA-signalen
ondersteunt, gaat de indicator TP knipperen.
In dat geval zal de standby-ontvangst voor verkeersinformatie niet
werken.
Als u gebruik wilt maken van deze mogelijkheid tot standby-ontvangst,
dient u af te stemmen op een station dat TA-signalen ondersteunt door
op
¢ of 4 te drukken. De vermelding “SEARCH” (of “LOCAL
SEARCH”, zie bladzijde 6) verschijnt op de display en de eenheid gaat
zoeken naar een station dat TA-signalen ondersteunt. Wanneer er een
station dat dergelijke signalen ondersteunt wordt gevonden en de
eenheid erop heeft afgestemd, licht de indicator TP op de display op. De
ontvanger is NU gereed om verkeersinformatie te ontvangen.
• Als u naar een andere bron luistert dan de AM-band:
Begint de eenheid op de achtergrond te zoeken naar een FM-station dat
TA-signalen ondersteunt — zonder dat dit gevolgen heeft voor de
beluisteren van de bron die u op dat moment hebt geselecteerd. (Tijdens
het zoeken licht de indicator TP knipperend op.)
– De indicator TP stopt met knipperen en blijft continu branden w anneer er
op de achtergrond een FM-station is gevonden dat TA-signalen
ondersteunt. De ontvanger wacht nu tot er een TA-signaal wordt
ontvangen.
– De indicator TP blijft knipperen wanneer er op de achtergrond GEEN
FM-station wordt gevonden dat TA-signalen ondersteunt. In dit ge val zal
de ontvanger niet wachten op een TA-signaal.
NEDERLANDS
Hoe de standby-ontvangst voor verkeersinformatie werkt:
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden terwijl de standby-ontvangst voor
verkeersinformatie en is ingeschakeld, verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de display
en stemt de eenheid af op het station dat de verkeersinformatie uitzendt. Het volume
neemt toe tot het vooraf ingestelde volumeniveau voor de ontvangst van
verkeersinformatie is bereikt (zie bladzijde 17) en de verkeersinformatie wordt ten gehore
gebracht.
Als u de standby-ontvangst voor verkeersinformatie wilt uitschakelen, drukt u nogmaals
kort op de toets TP/RDS. Elke keer wanneer u op dez e toets drukt, wordt de standby-ontvangst
voor verkeersinformatie in- of uitgeschakeld.
13
Standby-ontvangst voor programmagenres
Druk kort op de toets PTY om de standby-ontvangst voor programmagenres in
te schakelen (Dit wordt ook wel PTY standby-ontvangst genoemd).
De indicator P TY op de display begint te knipperen of licht op (zie hieronder).
• Wanneer u op de toets drukt terwijl u naar een FM RDS-station luistert
dat PTY-signalen ondersteunt of wanneer u naar een andere afspeelbron
luistert dan de AM-band, licht de indicator PTY op en wordt de PTY-code
gedurende 5 seconden knipperend op de display weergegeven (zie de
paragraaf “Uw f avoriete programma selecteren v oor PTY-standby-ontvangst”).
De ontvanger is nu gereed om PTY-signalen (progr ammagenres) te ontvangen.
• Wanneer u naar een FM RDS-station luistert dat geen PTY-signalenondersteunt, gaat de indicator PTY knipperen en knippert gedurende 5
seconden de PTY-code op de display.
In dat geval zal de standby-ontvangst voor programmagenres niet werken.
Als u gebruik wilt maken van deze mogelijkheid tot standby-ontvangst, dient u
af te stemmen op een station dat PTY-signalen ondersteunt door op
te drukken. De vermelding “SEARCH” (of “LOCAL SEARCH”, zie
4
bladzijde 6) verschijnt op de display en de eenheid gaat zoeken naar een
station dat PTY-signalen ondersteunt. Wanneer er een station dat dergelijke
signalen ondersteunt wordt gevonden en de eenheid erop heeft afgestemd,
licht de indicator PTY op de display op. De ontvanger is NU gereed om het
geselecteerde programmagenre te ontvangen.
• Als u naar een andere bron luistert dan de AM-band:
NEDERLANDS
Begint de eenheid op de achtergrond te zoeken naar een FM-station dat PTYsignalen ondersteunt — zonder dat dit gevolgen heeft voor de beluisteren van
de bron die u op dat moment hebt geselecteerd. (Tijdens het zoeken licht de
indicator PTY knipperend op.)
– De indicator PTY stopt met knipperen en blijft continu branden wanneer er
op de achtergrond een FM-station is gevonden dat PTY-signalen ondersteunt.
De ontvanger wacht nu tot er een PTY-signaal wordt ontvangen.
– De indicator PTY blijft knipperen wanneer er op de achtergrond GEEN FM-
station wordt gevonden dat PTY-signalen ondersteunt. In dit geval zal de
ontvanger niet wachten op een PTY-signaal.
Hoe de standby-ontvangst voor programmagenres werkt:
Als er een programma van het geselecteerde genre wordt uitgezonden terwijl de standbyontvangst voor prog rammagenres is ingeschakeld, v erschijnt de geselecteerde PTY-code op
de display en stemt de eenheid af op het station dat het geselecteerde programmagenre
uitzendt. Het programma wordt vervolgens ten gehore gebracht.
Als u de standby-ontvangst voor programmagenres wilt uitschakelen, drukt u nogmaals
kort op de toets PTY. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de standby-ontvangst
voor programmagenres in- of uitgeschakeld.
Uw favoriete programma selecteren voor PTY-standby-ontvangst
Het is mogelijk om uw favoriete programmagenre voor de functie PTY-standby-ontvangst in
het geheugen van de eenheid op te slaan.
Bij het verlaten van de fabriek is standaard de PTY-code “News” voor de functie PTY-standbyontvangst in het geheugen opgeslagen.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 31.
1 Druk gedurende minimaal 2 seconden op de toets SEL zodat een van de PSM-items op
de display verschijnt.
2 Druk op
nog niet op de display wordt weergegeven.
3 Selecteer een van de 29 PTY-codes (zie bladzijde 18).
De geselecteerde PTY -codenaam w ordt op de display getoond en in het geheugen opgeslagen.
4 Druk nogmaals op de toets SEL om het instellen van uw favoriete programma te voltooien.
14
¢ of 4 om de ver melding “PTY STANDBY” te selecteren indien deze
¢ of
Uw favoriete programma opzoeken (de functie PTY
Search)
Het is mogelijk om naar één van maximaal zes in het geheugen opgeslagen programmagenres
te zoeken.
Standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 t/m 6)
opgeslagen.
1
POP M
2
ROCK M
3
EASY M
4
CLASSICS
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan
5
AFFAIRS
6
VARIED
243
1
1, 5
Druk gedurende minimaal 2 seconden op de toets SEL
zodat een van de PSM-items op de display verschijnt
(PSM: zie bladzijde 31).
2
Selecteer de vermelding “PTY SEARCH” als deze niet
al meteen op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar
zijn. (Zie bladzijde 18.)
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display
weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
• Als u de code selecteert die al in het geheugen ligt opgeslagen, wordt
die knipperend op de display weergegeven.
4
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minimaal 2
seconden vast om de geselecteerde PTY-code op te slaan onder
de cijfertoets van uw keuze.
Het nummer van de cijfertoets verschijnt, en de naam van de PTY-code en de
vermelding “MEMORY” wisselen elkaar op de display af.
Vervolg, zie ommezijde
NEDERLANDS
15
5
Het instellen van de PTY-code is voltooid.
Een programmagenre opzoeken
12
1
Druk op de toets PTY en houd deze ten minste 1
seconde ingedrukt terwijl u naar een FM-station
luistert.
De PTY-code en het nummer van de cijfertoets die als laatste zijn
NEDERLANDS
geselecteerd, worden op de display weergegeven.
DISC
CRUISE
2
Selecteer een van de PTY-codes die onder de zes
cijfertoetsen (1 t/m 6) liggen opgeslagen.
De PTY-zoekopdracht naar uw favoriete programma begint na 5
seconden.
• Als er een station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat
overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op
dat station af.
• Als er geen station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt
dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op
het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet goed.
16
Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen
Automatische selectie van een station bij gebruik van de
cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen
op de vooraf ingestelde voorkeurzender.
Als deze zender een RDS-station is, gebeurt er echter iets anders. Als het ontv angen signaal
van zo’n zender niet sterk genoeg is, gaat de eenheid namelijk automatisch op zoek naar een
andere, sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt als de voorkeurzender die u hebt
gekozen. Zodra zo’n zender wordt gevonden, stemt de eenheid automatisch op die zender
af.
De weergavemodus wijzigen terwijl u naar een FM RDSstation luistert
Tijdens de ontvangst van een FM-zender die RDS-signalen uitzendt, kunt u de weergave op
de display wijzigen. U kunt kiezen of u de naam van het station (PS) of de frequentie van de
zender wilt weergeven.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 31.
1 Druk gedurende minimaal 2 seconden op de toets SEL zodat een van de PSM-items op
de display verschijnt.
2 Druk op
weergegeven.
3 Druk op + / – om de geselecteerde vermelding te selecteren (de naam van het station of
de frequentie van de zender).
4 Druk nogmaals op de toets SEL om het instellen te voltooien.
¢ of 4 tot de vermelding “TUNER DISP (Display)” op de display wordt
FREQUENCYPS NAME
NEDERLANDS
Opmerking:
Door op de toets DISP te drukken kunt u de weergave op de display ook wijzigen wanneer u naar een
FM-station luistert dat RDS-signalen uitzendt.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, versc hijnt de volgende informatie in het bo venste g edeelte van
de display:
Station FrequencyPS (Station name)PTY (Program type)
PS (Stationsnaam)
Na enkele seconden keert de display terug naar de oorspronkelijke weergave.
Frequentie station
PTY
(Programmagenre)
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de standby-ontvangst van verkeersinformatie op te geven met welk
geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat geval zal het geluid zodra er
verkeersinformatie wordt ontvangen, worden aangepast aan het volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 31.
1 Druk gedurende minimaal 2 seconden op de toets SEL zodat een van de PSM-items op
de display verschijnt.
2 Druk op
instelling) op de display wordt weergegeven.
3 Druk op + / – om het gewenste volume in te stellen.
4 Druk nogmaals op de toets SEL om het instellen te voltooien.
¢ of 4 tot de vermelding “TA VOLUME” (tezamen met de huidige
17
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid is ingebouwd wordt automatisch aangepast
aan de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het RDS-signaal van een zender worden
meegezonden.
Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt aangepast, moet u de onderstaande procedure
volgen.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 31.
1 Druk gedurende minimaal 2 seconden op de toets SEL zodat een van de PSM-items op
de display verschijnt.
2 Druk op
weergegeven.
3 Druk op – om de vermelding “ADJUST OFF” te selecteren.
4 Druk nogmaals op de toets SEL om het instellen te voltooien.
Als u het automatisch aanpassen van de klok opnieuw wilt instellen, moet u de procedure
herhalen, maar in stap 3 de vermelding “ADJUST ON” selecteren door op de toets + te
drukken.
Opmerking:
Het automatisch aanpassen van de tijd bij de ontvangst van nieuwe tijdgege vens duurt cir ca 2 minuten.
De weergave van de klok wordt dus pas veranderd nadat u minimaal 2 minuten op het desbetreffende
station hebt afgestemd.
SCIENCE:Wetenschappelijke en
VARIED:Overige programma’s,
POP M:Popmuziek
ROCK M:Rockmuziek
EASY M:Easy-listening muziek
LIGHT M:Lichte muziek
CLASSICS:Klassieke muziek
OTHER M:Overige muziek
WEATHER:Weerberichten
FINANCE:Programma’s aangaande
CHILDREN: Amusement voor kinderen
18
¢ of 4 tot de vermelding “AUTO ADJUST” op de display wordt
informatie aangaande het
nieuws
over diverse verscillende
onderwerpen
nationale of regionale cultuur
technische programma’s
bijvoorbeeld ceremonies en
comedies
handel en de beurs en
beursberichten, etc.
SOCIAL:Programma’s over sociale
RELIGION:Programma’s over aspecten
PHONE IN:Programma’s waarin
TRAVEL:Programma’s over reizen en
LEISURE:Programma’s o ver recreatieve
JAZZ:Jazz-muziek
COUNTRY:Country-muziek
NATION M:Huidige populaire muziek van
OLDIES:Gouwe-Ouwe
FOLK M:Folk-muziek
DOCUMENT: Programma’s over feitelijke
activiteiten
van geloof en religie,
aangaande het bestaan en
ethiek
mensen via de telefoon of
een publiek forum hun
meningen kunnen uiten
bestemmingen,
georganiseerde reizen en
ideeën en mogelijkheden
voor vacanties
bezigheden, bijvoorbeeld
tuinieren, koken, vissen, etc.
een bepaald land of gebied in
de taal van het land of gebied
gebeurtenissen, vaak
gepresenteerd in een
onderzoekende stijl
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER
Een CD afspelen
FUNC
1
2
Totaal aantal muziekstukken op de
CD die in de CD-lade is geplaatst
Opmerkingen:
•
Wanneer er zich een CD in de laadopening bevindt en u “CD” als afspeelbron selecteer t door op de
toets FUNC (functie) te drukken, wordt de CD afgespeeld.
• Als een CD ondersteboven wordt geplaatst, verschijnt de vermelding “DISC EJECT” op de display
en wordt de CD-speler automatisch geopend.
• Als u de CD Text afspeelt, worden op de display de titel van de CD en de naam van de uitvoer ende artiest
weergegeven. Vervolgens wordt het nummer van het muziekstuk en de verstreken speeltijd weergegeven.
Zie ook de paragraaf “De tekst van een CD met CD Text weergeven” (bladzijde 20) en de paragraaf “De
modus voor lopende tekst selecteren” (bladzijde 34).
Als er op een CD met CD Text veel informatie staat, kan het zijn dat niet de hele tekst op de display wor dt weer gege ven.
Zum Öffnen des Bedienteils.
Het bedieningspaneel komt naar beneden en de laadopening verschijnt.
Plaats een disc in de lade.
De eenheid trekt de CD naar binnen, het bedieningspaneel beweegt
naar boven en de CD wordt automatisch afgespeeld.
Totale afspeeltijd van de CD
die in de CD-lade is geplaatst
1
Huidige
muziekstuk
Verstreken
afspeeltijd
Stoppen met afspelen en de CD terug laten springen
Druk kort op de toets OFF/0.
Het afspelen van de CD wordt beëindigd, het bedieningspaneel komt naar beneden en de
CD komt uit de laadopening naar voren.
• Ook wanneer u een andere afspeelbron selecteert, stopt het afspelen van de CD (alleen nu
zonder dat de CD uit de laadopening naar voren komt).
Druk om het bedieningspaneel te sluiten op
LET OP:Steek NOOIT uw vingers tussen de display en
de eenheid omdat u het gevaar loopt vast te
komen zitten.
¢ of 4.
NEDERLANDS
Opmerking:
Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15 seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de
CD automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst, zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet
automatisch met afspelen begonnen.)
19
De tekst van een CD met CD Text weergeven
Op een CD met CD Text is informatie opgenomen zoals de titel van de CD, de naam van de
uitvoerende artiest en de titel van de tracks . Het is mogelijk om deze informatie op de display
weer te geven.
DISP
Selecteer tijdens het afspelen van een CD met CD
Text de afspeelmodus die tekst kan weergegeven.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de weergave op de
display en wel als volgt:
Titel van de CD / Artiest
NEDERLANDS
Opmerkingen:
• Op de display kunnen maximaal 12 tekens tegelijk worden weergegeven. Als de informatie uit meer
dan 12 tekens bestaat, loopt de tekst automatisch van rechts naar links over de display. Zie ook de
paragraaf “De modus voor lopende tekst selecteren” op bladzijde 34.
Bepaalde tekens of symbolen worden niet afgebeeld (blanco) op het display.
Wanneer u op de toets DISP drukt terwijl u naar een gewone CD luistert, verschijnt de vermelding
•
“NO NAME” op de display voor de titel/artiest van de CD en de titel van het muziekstuk.
Disc Title / Performer
Current track no.
Nummer huidige track
and Elapsed playing time
en verstreken speeltijd
Titel van het
Track Title
muziekstuk
20
Een muziekstuk of een bepaald punt op de CD zoeken
Cijfertoetsen
4
¢
Het muziekstuk versneld vooruit afspelen of achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ en houd deze toets
ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4
ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen.
en houd deze toets
Naar de volgende of vorige tracks gaan
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op de toets ¢ om naar
het begin van de volgende track te gaan. Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt het begin van de volgende track opgezocht,
geselecteerd en ten gehore gebracht.
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op de toets 4
te keren naar het begin van de huidige track. Elke keer wanneer u op
deze toets drukt, wordt het begin van de vorige track opgezocht,
geselecteerd en ten gehore gebracht.
om terug
Direct naar een bepaald muziekstuk gaan
NEDERLANDS
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald muziekstuk hoort, om het afspelen
van dat muziekstuk te laten beginnen.
• Om een muziekstuk met nummer 1 – 6 te selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Om een muziekstuk met nummer 7 – 12 te selecteren:
Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde
ingedrukt.
21
Afspeelmodus selecteren
RPTRND
INT/LO
MODE
Tracks in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
Het is mogelijk om alle tracks van een CD in een volstrekt willekeurige
volgorde af te spelen.
1 Druk op de toets MODE terwijl er een CD wordt afgespeeld.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display
en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op de toets RND terwijl de vermelding “MODE” nog op de display
wordt weergegeven zodat de indicator RND op de display oplicht.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de modus voor het in
NEDERLANDS
willekeurige volgorde afspelen van tracks in- of uitgeschakeld.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de indicator RND op de displa y
op en wordt er een willekeurige track afgespeeld.
RND
Tracks herhaaldelijk afspelen (Repeat Play)
Het is mogelijk om een geselecteerde track van een CD meerdere malen
achter elkaar af te spelen.
1 Druk op de toets MODE terwijl er een CD wordt afgespeeld.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display
en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op de toets RPT terwijl de vermelding “MODE” nog op de display
wordt weergegeven zodat de indicator RPT op de display oplicht.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de modus voor het
herhaald afspelen van een track in- of uitgeschakeld.
Wanneer deze functie is ingeschak eld, licht de indicator RPT op de display
op en wordt de geselecteerde track bij herhaling afgespeeld.
Nummer van het muziekstuk dat wordt afgespeeld
22
RPT
Alleen intro’s afspelen (Intro Scan)
Het is mogelijk om van alle tracks alleen de eerste 15 seconden af te spelen,
zodat u de intro’s kunt beluisteren.
1 Druk op de toets MODE terwijl er een CD wordt afgespeeld.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display
en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op de toets INT/LO (Intro/Local) terwijl de vermelding “MODE” nog
op de display wordt weergegeven.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de modus voor het
afspelen van intro’s in- of uitgeschakeld.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, w ordt gedurende 5 seconden de
vermelding “INTRO” op de display weergegeven en begint het
tracknummer te knipperen.
Opnamenummer van de op dat moment afgespeelde opname.
Voorkomen dat de CD terugspringt
FUNCOFF/0
U kunt voorkomen dat de CD uit de lade springt door deze in de lade te vergrendelen.
Druk wanneer u op de toets FUNC (functie) drukt tevens op de toets OFF/0 en houd de
toetsen gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt. De vermelding “NO EJECT” zal gedurende
circa 5 seconden op de display knipperen en de CD wordt vergrendeld. De CD kan nu niet
meer uit de laadopening worden gehaald.
Als u de vergrendeling ongedaan wilt maken en de CD weer toegankelijk wilt maken,
moet u de toets OFF/0 gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt houden terwijl u op de
toets FUNC (functie) drukt. Vervolgens knippert de vermelding “EJECT OK” gedurende circa
5 seconden op de display. De laadopening is nu ontgrendeld en de CD is weer toegankelijk.
NEDERLANDS
23
GELUID REGELEN
Geluid aanpassen
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens instellen.
BALANCEEvenwicht tussen linker- enL06 (Alleen links) —
BBEZie de paragraaf “Wat is BBE?”ON — OFF
WOOFERHet uitvoerniveau van de00 — 08
VOLUMEHet volume aanpassen.00 (min.) — 50 (max.)
Opmerking:
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet u FADER op “00” zetten.
achterspeakers aanpassen.F06 (Alleen voorin)
rechterspeaker aanpassen.R06 (Alleen rechts)
op de volgende bladzijde.
subwoofer aanpassen.
2
Pas het niveau aan.
BBEWOOFERVOLUME
24
Opmerking:
Standaard wordt met de toets + / – het volume afgesteld. Het is dus
niet nodig om eerst de vermelding “VOLUME” te selecteren als u
het volume wilt aanpassen.
Wat is BBE?
De functie BBE* herstelt de oorspronkelijke glans en helderheid van live-opnames, opnames
van radio-uitzendingen, enzovoorts.
Een luidspreker die geluid weergeeft, krijgt te maken met een verschijnsel dat frequentieafhankelijke faseverschuivingen wordt genoemd. Dit betekent dat geluiden met een hoge
frequentie er langer over doen om het menselijke gehoor te bereiken dan lage frequenties.
De functie BBE corrigeert dit faseverschil tussen lage, middelhoge en hoge tonen door aan
de weergave van lagere frequenties een vertragingstijd toe te kennen. Hoe lager de frequentie,
hoe groter de vertragingstijd. Het resultaat van deze functie is dat alle frequenties het gehoor
van de luisteraar op het juiste tijdstip bereiken.
Bovendien versterkt de functie BBE de lage en middelhoge frequenties, omdat luidsprekers
over het algemeen minder efficiënt zijn in het weergeven van deze tonen. Dit gebeurt door
een technologie toe te passen die dynamische, programma-aangestuurde verrijking wordt
genoemd. Samen met de eerdergenoemde correctie voor faseverschuivingen zorgt deze
voorziening ervoor dat geluid helder wordt weergegeven en bij de luisteraar een echte liveervaring teweeg brengt.
* Onder licentie van BBE Sound, Inc.
is een handelsmerk van BBE Sound, Inc.
NEDERLANDS
25
Vooraf ingestelde geluidsweergave selecteren
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens instellen.
21
1
Zorg dat de vermelding “MODE” in het onderste
gedeelte van de display oplicht.
De cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
• U kunt de vooraf ingestelde geluidsweergave wijzigen en in het geheugen opslaan.
Meer bijzonderheden over het aanpassen en opslaan van uw eigen geluidsinstellingen tr eft u aan in
de paragraaf “Geluidsweergave aanpassen en opslaan” op bladzijde 27.
• Als u alleen de versterking van hoge/lage tonen en BBE aan uw per soonlijke wensen wilt aanpassen,
verwijzen we u naar de paragraaf “Geluid aanpassen” op bladzijde 24.
Selecteer de geluidsbesturingsmodus (SCM) van uw
keuze.
Elke keer wanneer u op de toets SOUND drukt, wordt er een andere
geluidsbesturingsmodus geselecteerd, en wel in deze volgorde:
SCM BEATSCM SOFTSCM POPSCM OFF
BasTrebleBBE
26
Geluidsweergave aanpassen en opslaan
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken (BEAT, SOFT, POP, zie bladzijde 26) aan uw
eigen wensen aan te passen en in het geheugen op te slaan.
2, 613, 54, 5
1
Zorg dat de vermelding “MODE” in het onderste
gedeelte van de display oplicht.
De cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
LET OP eraan dat u de onderstaande stappen uitvoert zolang de
vermelding “MODE” op de display wordt weergegeven, anders
wordt de instelling geannuleerd.
2
Selecteer de geluidsbesturingsmodus (SCM) van uw
keuze.
Zie bladzijde 26 voor meer informatie.
3
Selecteer het item dat u wilt aanpassen (BASS,
TREBLE of BBE).
4
Pas het geselecteerde item aan uw persoonlijke
wensen aan.
5
Herhaal stap 3 en 4 als u nog een item wilt aanpassen.
NEDERLANDS
6
Druk op de toets SOUND en houd deze ingedrukt.
De wijziging van de geselecteerde geluidsbesturingsmodus wordt nu in
het geheugen opgeslagen.
De fabrieksinstellingen herstellen
Herhaal dezelfde procedure en ken de waarden toe die in de tabel op bladzijde 26 staan vermeld.
27
ANDERE HOOFDFUNCTIES
Klok instellen
Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een 24-uurs of een 12-uurs aanduiding.
1, 52, 3, 42, 3, 4
1
1
2
NEDERLANDS
1
3
4
1
Druk gedurende minimaal 2 seconden op de toets SEL
zodat een van de PSM-items op de display verschijnt.
2
2
2
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK
HOUR” als deze al niet meteen op
de display wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK
MINUTE”.
2 Pas de minuten aan.
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding
“CLOCK24H/12H”.
2 Selecteer de vermelding
“24HOUR” of “12HOUR”.
5
Druk nogmaals op de toets SEL om het instellen te
voltooien.
Als u wilt weten hoe laat het is terwijl de eenheid is uitgeschakeld, drukt u op de toets +
of –.
De stroom wordt vervolgens ingeschakeld en gedurende 5 seconden wordt de tijd van de
klok weergegeven. Daarna wordt de stroomtoevoer weer uitgeschakeld.
28
Het volume automatisch laten aanpassen aan de rijsnelheid (Audio Cruise)
U kunt het volumeniveau automatisch laten aanpassen aan de snelheid waarmee u in uw
auto rijdt.
Dankzij een voorziening in de eenheid die Audio Cruise wordt genoemd, kunt u het
volumeniveau automatisch laten aanpassen aan de snelheid waarmee u rijdt. Deze voorziening
kent drie stappen.
Als u van deze voorziening gebruik wilt maken, moet u de onderstaande procedure volgen.
Bij het verlaten van de fabriek werd deze voorziening uitgeschakeld (“CRUISE OFF”).
• CRUISE 1:Selecteer deze instelling wanneer uw auto relatief rustig is.
• CRUISE 2:Selecteer deze instelling wanneer uw auto relatief veel geluid maakt.
• CRUISE OFF: Hiermee schakelt u de voorziening Audio Cruise uit.
De snelheid waarmee het volume bij deze instelling toeneemt, is twee
keer zo hoog als bij de instelling CRUISE 1.
1, 432
NEDERLANDS
1
Druk gedurende minimaal 2 seconden op de toets
SEL zodat een van de PSM-items op de display
verschijnt.
2
3
4
Selecteer de vermelding “CRUISE MODE”.
Selecteer de gewenste instelling.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere aan de
rijsnelheid aangepaste geluidsweergave weergegeven, en wel in deze
volgorde:
CRUISE 1CRUISE 2
CRUISE OFF
Druk nogmaals op de toets SEL om het instellen te
voltooien.
29
Wanneer deze functie is ingeschakeld (de CRUISE-indicator op de displa y licht op), w ordt
automatisch op basis van de rijsnelheid het juiste volumeniveau geselecteerd. Het
geselecteerde niveau wordt op de display weergegeven.
Wanneer de rijsnelheid toeneemt.
ISE
CRU
CRUISE
Wanneer de rijsnelheid afneemt.
CRUISE
CRUISE
De toenamesnelheid van het volume aanpassen
Als u vindt dat het volume bij het veranderen van de rijsnelheid te veel of te weinig toeneemt
of afneemt, kunt u de toenamesnelheid van het volume aanpassen door deze te wijzigen.
Volg hiertoe de onderstaande procedure.
1 Druk gedurende minimaal 2 seconden op de toets SEL zodat een van de PSM-items op
de display verschijnt.
2 Druk herhaaldelijk op de toets
¢ of 4 tot de vermelding “CRUISE MODE” op de
display verschijnt.
3 Druk op de toets + of – om de vermelding “CRUISE 1” of “CRUISE 2” te selecteren.
4 Druk op de toets
Tevens wordt het huidige versterkingsniveau op de display weergegeven.
NEDERLANDS
5 Druk op de toets + of – om het gewenste versterkingsniveau (van 1 t/m 15) te selecteren.
¢ (of 4) om de vermelding “BOOST” te selecteren.
6 Druk nogmaals op de toets SEL om het instellen te voltooien.
Indien de voorziening Audio Cruise niet goed functioneert
Voor het goed functioneren van Audio Cruise kan het zijn dat u in verband met het
omgevingsgeluid moet opgeven wanneer uw auto stilstaat.
OPMERKING Merk op dat er verschillende factoren zijn die bijdragen aan het omgevingsgeluid
in uw auto. Hierdoor kan het zijn dat de voorziening Audio Cruise niet goed functioneert. Te
denken valt hierbij aan achtergrondgeluid dat wordt veroorzaakt door ruitenwissers, elektrisch
te openen en te sluiten zijramen, luchtkoeling en andere apparatuur die achtergrondgeluiden
voortbrengen. Als dergelijk e geluiden de hoofdoorzaak vormen van het niet functioneren van
Audio Cruise raden we u aan de reserve-aardingskabel van het geheugen (geel van kleur)
rechtstreeks op de accu van auto aan te sluiten. Op die manier voorkomt u dat de genoemde
geluiden de werking van Audio Cruise nadelig kunnen beïnvloeden.
1 Start de motor en laat deze warmdraaien.
2 Druk gedurende minimaal 2 seconden op de toets SEL zodat een van de PSM-items op
de display verschijnt.
3 Druk herhaaldelijk op de toets
¢ of 4 tot de vermelding “CRUISE MODE” op de
display verschijnt.
4 Druk op de toets + of – om de vermelding “CRUISE 1” of “CRUISE 2” te selecteren.
5 Druk op de toets
¢ (of 4) om de vermelding “+OR– RPM SET” te selecteren.
6 Druk op de toets + of – om de gewenste stationaire snelheid te selecteren.
7 Druk nogmaals op de toets SEL om het instellen te voltooien.
Nadat u het instellen hebt voltooid, controleert de eenheid meteen of de functies van
Audio Cruise goed werken onder de nieuwe instelling. Als dat niet het geval is, wordt Audio
Cruise automatisch geannuleerd en vervalt de instelling die u hebt gemaakt.
• Mocht dit gebeuren, dan verwijzen we u naar de OPMERKING hierboven.
30
De algemene instellingen wijzigen (PSM)
Het is mogelijk om de instellingen voor de items die op de volgende b ladzijde staan v ermeld
te wijzigen.
Basisprocedure
1, 432
1
2
3
4
Druk gedurende minimaal 2 seconden op de toets
SEL zodat een van de PSM-items op de display
verschijnt.
Selecteer het item waarvan u de instelling wilt wijzigen.
(Zie bladzijde 32.)
Wijzig het PSM-item dat u hierboven hebt
geselecteerd.
Druk nogmaals op de toets SEL om het instellen te
voltooien.
NEDERLANDS
31
12
Kies...Stel in...
CLOCK HOURInstellen van het uur
CLOCK MINUTE
CLOCK24H/12H24/12-uur aanduiding
AUTO ADJUSTAutomatische
CLOCK DISPWeergave van de klok
TUNER DISP
PTY STANDBYPTY-standby
PTY SEARCHPTY-zoeken
TA VOLUMEVolume voor
LEVEL METERNiveaudisplay
NEDERLANDS
DIMMER MODE
CRUISE MODEGeluidsweergave
+OP– RPM SET*Stationair
BOOST*Versterkingsniveau
TELEPHONEAudiodemping voor
BEEP SWITCHPieptoon bij
P.AMP SWITCH
CONTRASTContrast van de display
SCROLL MODE
WOOFER FREQ
Instellen van de minuten
voor de klok
instellen van de klok
Weergavemodus van de tuner
verkeersinformatie
Dimmermodus
aanpassen aan
rijsnelheid
cellulaire
telefoonsystemen
toetsbediening
Schakelaar voor
ingebouwde versterker
Modus voor lopende
tekst
Afbreekfrequentie van
de subwoofer
3
TerugVerder
TerugVerder
12HOUR
(12-uur)
ADJUST OFF
(Uitgeschakeld)
CLK DISP OFF CLK DISP ON
FREQUENCY
(Frequentie)
29 programmatypen
(Zie bladzijde 18.)
TA VOLUME 00-50
DIMMER AUTO
(Automatisch)
DIMMER ON
CRUISE 1CRUISE 2
CRUISE OFF
(Uitgeschakeld)
MUTING OFF
(Uitgeschakeld)
MUTING 2
BEEP OFF
(Uitgeschakeld)
P.AMP OFF
CONTRAST 01 – 10CONTRAST 0534
SCROLL ONCE
SCROLL OFF
FREQ LOWFREQ MID
FREQ HIGH
24HOUR
(24-uur)
ADJUST ON
(Geactiveerd)
PS NAME
(Zendernaam)
DIMMER OFF
—
MUTING 1
BEEP ON
(Geactiveerd)
SCROLL AUTO
Fabrieksinstellingen
0:00
24HOUR
ADJUST ON
CLK DISP ON33
PS NAME
NEWS
(Zie bladzijde 15.)
TA VOLUME
NORMAL6 soorten (zie bladzijde 33)
DIMMER AUTO
CRUISE OFF29
800 rpm
MUTING OFF33
BEEP ON
P.AMP ON
SCROLL ONCE
FREQ MID34
* Als u voor CRUISE MODE “CRUISE 1” of “CRUISE 2” selecteert, kunt u deze instelling
wijzigen.
20
Zie blz.
28
28
18
17
14
15
17
33
33
30
30BOOST 01 –15BOOST 05
34
34P.AMP ON
34
32
4
Druk op de toets SEL om het instellen te voltooien.
Weergave van de klok selecteren
U kunt kiezen of u in het onderste gedeelte van de display de klok of de naam van de afspeelbron
wilt weergeven. De instelling bij het verlaten van de fabriek is dat de klok wordt weergegeven.
• CLK DISP ON: Klok
• CLK DISP OFF: Naam afspeelbron (of omroepband)
De andere informatie weergeven tijdens het afspelen
Druk op de toets DISP. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de andere informatie
(hetzij de naam van de afspeelbron, hetzij de klok) korte tijd in het onderste gedeelte van de
display weergegeven.
De niveau-indicator selecteren
U kunt zelf bepalen welke niveau-indicator u op de display wilt weergeven. Bij het verlaten
van de fabriek is deze standaard ingesteld op “NORMAL”.
• NORMAL:De normale niveau-indicator voor de weergave van geluid.
• HIGHWAY:De niveau-indicator licht op alsof u zich op een autosnelweg bevindt.
• SIDE:De niveau-indicator licht horizontaal op.
• RACE:De niveau-indicator licht op als in een autorace.
• LEVEL OFF:De niveau-indicator blijft verlicht en verandert niet.
• ALL OFF:De niveau-indicator is uitgeschakeld.
De instelling voor de dimmerfunctie selecteren
Bij het inschakelen van de koplampen van de auto wordt de verlichting van de display
automatisch gedimd (de functie Auto Dimmer).
Bij het verlaten van de fabriek is de functie Auto Dimmer van de eenheid standaard ingeschak eld.
• DIMMER AUTO: De functie Auto Dimmer is ingeschakeld.
• DIMMER OFF:De functie Auto Dimmer is uitgeschakeld.
• DIMMER ON:De display wordt gedimd.
Opmerking over de functie Auto Dimmer:
Het kan zijn dat de dimmerfunctie van deze eenheid bij bepaalde voertuigen niet goed werkt, vooral
niet bij voertuigen met een bedieningsfunctie voor de dimmer.
In dergelijke gevallen moet u de dimmerfunctie op “DIMMER ON” of “DIMMER OFF” instellen.
NEDERLANDS
Audiodemping voor mobiele telefoongesprekken selecteren
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een cellulair telefoonsysteem is aangesloten. Selecteer
afhankelijk van het telefoonsysteem dat u gebruikt “MUTING 1” of “MUTING 2”. Welke
dempingsmogelijkheid u kiest, hangt af van de vraag welke instelling het geluid het beste
dempt. Bij het verlaten van de fabriek is deze modus standaard uitgeschakeld.
• MUTING 1:Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
• MUTING 2:Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
• MUTING OFF: Hiermee wordt de audiodemping voor telefoongesprekken uitgeschakeld.
33
Geluid bij het aanraken van de toetsen in- en uitschakelen
Het is mogelijk om het geluid dat u hoort bij het aanraken van de toetsen uit te schakelen als
u deze geluiden storend vindt. Bij het verlaten van de fabriek is de functie voor het weergeven
van geluid bij het aanraken van de toetsen echter ingeschakeld.
• BEEP ON: Hiermee schakelt u het geluid bij het aanraken van de toetsen in.
• BEEP OFF: Hiermee schakelt u het geluid bij het aanraken van de toetsen uit.
Schakelaar voor ingebouwde versterker in- en uitzetten
U kunt ervoor kiezen om de ingebouwde versterker uit te schakelen en de audiosignalen
alleen naar de externe versterker(s) te sturen om zo een helderder geluid ten gehore te
brengen en te voorkomen dat er zich in de eenheid een te grote hoeveelheid warmte opbouwt.
Bij het verlaten van de fabriek is de schakelaar voor de ingebouwde versterker aangezet,
zodat de ingebouwde versterker is ingeschakeld.
• P. AMP ON:Selecteer deze stand als u niet met een externe versterker werkt.
• P. AMP OFF:Selecteer deze stand als u met een of meerdere externe versterkers
werkt.
Het contrast van de display aanpassen
Het is mogelijk om het contrast van de display aan uw wensen aan te passen. U kunt kiezen
uit niveau 01 t/m 10. Niveau 00 is extreem donker en niveau 10 extreem licht. Bij het verlaten
van de fabriek staat het contrast standaard ingesteld op niveau 05.
De modus voor lopende tekst selecteren
NEDERLANDS
Wanneer de informatie van een CD uit meer dan 12 tekens bestaat, is het handig om dit als
lopende tekst op de display weer te geven. Deze functie wordt Scroll Mode genoemd. Bij het
verlaten van de fabriek staat deze functie standaard ingesteld op “SCROLL ONCE”, waardoor
informatie éénmaal als lopende tekst op de display wordt weergegeven.
• SCROLL ONCE: De lopende tekst wordt slechts één keer weergegeven.
• SCROLL A UTO: De lopende tekst wordt nóg een keer weergegeven (Met tussenpozen
van 5 seconden).
• SCROLL OFF:De functie Scroll Mode staat uit.
Opmerking:
Ook wanneer de modus voor lopende tekst is uitgeschakeld (“SCROLL OFF”) is het mogelijk tekst
lopend op de display weer te geven door de toets DISP gedurende ten minste 1 seconde in te drukken.
De afbreekfrequentie voor de subwoofer selecteren
Wanneer er een subwoofer op deze eenheid is aangesloten, dient u een geschikte
afbreekfrequentie te kiezen. Bij het verlaten van de fabriek is de afbreekfrequentie standaard
ingesteld op “MID”.
• FREQ LOW: Frequenties boven 50 Hz worden niet door de subwoofer weergegeven.
• FREQ MID:Frequenties boven 80 Hz worden niet door de subwoofer weergegeven.
• FREQ HIGH: Frequenties boven 120 Hz worden niet door de subwoofer weergegeven.
34
Namen aan bronnen toekennen
Het is mogelijk om een CD en het externe apparaat dat op de ingang LINE IN is aangesloten
een naam te geven. De naam die u toekent, wordt vervolgens op de display weergegeven
wanneer u het desbetreffende apparaat selecteert.
Selecteer een bron waaraan u een naam wilt
toekennen.
2
Indien u een CD als bron selecteert:
3
524
NEDERLANDS
Druk minimaal 2 seconden op SEL terwijl u DISP
ingedrukt houdt.
Als u het externe apparaat dat is aangesloten
op LINE IN als de afspeelbron selecteert:
Opmerking:
* Het is niet mogelijk een naam toe te kennen aan een CD met CD T e xt.
Vervolg, zie ommezijde
35
3
Selecteer de tekenset die u wilt gebruiken zolang “”
op de display knippert.
Elke keer dat u op deze toets drukt, selecteert u een andere tekenset.
De beschikbare tekensets worden in deze volgorde op de display aan
u aangeboden:
HoofdlettersKleine letters
Capital letters
Cijfers en
Numerals
and Symbols
symbolen
Small letters
4
Selecteer het gewenste teken.
Meer informatie over de beschikbare tekens treft u aan op bladzijde 37.
5
V erplaats de cursor naar de positie voor het volgende
of het vorige teken.
NEDERLANDS
6
Herhaal stap 3 t/m 5 tot u de volledige naam die u wilde invoeren
hebt opgegeven.
7
De ingevoerde tekens verwijderen
Volg de bovenstaande procedure en voer nu in plaats van tekens spaties in.
Druk op de knop wanneer het laatste teken dat u wilde
selecteren nog op de display knippert.
De naam die u hebt opgegeven, wordt nu in zijn geheel in het geheugen
opgeslagen.
36
Beschikbare tekens
Hoofdletters
ABCDEFGHIJ
KLMNOPQRST
UVWXYZ
Kleine letters
spatíe
abcdefghij
klmnopqrst
uvwxyz
Cijfers en symbolen
spatíe
0123456789
!”#$%&’()
+,–./:;<=
?@_`
Opmerkingen:
• Als u probeert een naam toe te kennen aan een 41e CD, verschijnt de vermelding “NAME FULL” op
de display om aan te geven dat u geen naam kunt toekennen. (Verwijder in dit geval namen die u niet
wilt.)
• Als CD-wisselaar CH-X1200 is aangesloten, kunt u namen toekennen aan de CD’s die zich in de
CD-wisselaar bevinden. De namen kunnen ook op de display worden weergegeven als u de CD’s in
deze eenheid plaatst.
spatíe
*
>
NEDERLANDS
37
Werken met de vergrendeling
U kunt het gebruik van deze eenheid voor onbevoegden onmogelijk maken.
Als u de vergrendeling wilt gebruiken, moet u eerst een wachtwoord instellen. W anneer u dit
hebt gedaan, wordt u bij het inschakelen van de eenheid gevraagd het wachtwoord in te
voeren.
LET OP: Denk eraan dat u het ingestelde wachtwoord niet vergeet. Als dit gebeurt, kunt
u de eenheid namelijk niet meer gebruiken. Onthoud het wachtwoord dus en
indien nodig op papier. U kunt uw wachtwoord noteren in de daarvoor bestemde ruimte
op het voorblad.
Het wachtwoord registeren
Een wachtwoord bestaat uit 4 tekens.
U kunt voor uw wachtwoord kiezen uit de volgende tekens: hoofdletters (A t/m Z), kleine
letters (a t/m z) en cijfers (0 t/m 9).
NEDERLANDS
14, 5263, 5
schrijf het
38
1
2
Druk op beide toetsen en houd deze gedurende
minimaal 2 seconden ingedrukt.
De eenheid is nu gereed voor het invoeren van een wachtwoord.
Selecteer de tekenset die u wilt gebruiken.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere tekenset
gekozen, en wel in deze volgorde:
Hoofdletters
Capital letters
Numerals
and Symbols
Cijfers
Kleine letters
Small letters
3
Selecteer een letter.
4
V erplaats de cursor voor het invoeren v an tekens naar
de positie voor het volgende teken.
5
Herhaal stap 2 t/m 4 tot u alle vier de tekens hebt ingevoerd.
6
Voltooi het instellen.
Het wachtwoord knippert gedurende korte tijd op de display en
vervolgens keert de eenheid terug naar de normale bedieningsmodus.
Hoe u de meegeleverde CODE-sticker gebruikt
Plak de meegeleverde CODE-sticker op een in het oog vallende plaats van de auto
om anderen erop te wijzen dat deze eenheid is uitgerust met een beveiligingsfunctie
en dat onbevoegd gebruik onmogelijk is.
NEDERLANDS
39
Wanneer werkt de beveiligingsfunctie?
Wanneer u het wachtw oord eenmaal hebt geregistreerd, verschijnt de vermelding “”
op de display en wordt u in de volgende situaties naar het wachtwoord gevraagd:
• Wanneer u de eenheid voor de eerste keer inschakelt nadat u de eenheid opnieuw hebt
geïnstalleerd.
• Wanneer u de eenheid voor de eerste keer inschakelt, nadat u de accu van de auto hebt
verwisseld – omdat die volledig is verbruikt.
U kunt deze eenheid gebruiken nadat u volgens de onderstaande procedure het wachtwoord
hebt ingevoerd.
1 Druk op de toets DISP om de tekenset van uw keuze te selecteren.
2 Druk op de toets + of – om een teken in te voeren.
3 Druk op de toets
4 Herhaal stap 1 tot en met 3 om het hele wachtwoord (4 letters) correct in te voeren en druk
vervolgens op de toets SEL.
• Nadat u het juiste wachtwoord hebt ingevoerd, wordt de beveiliging ontgrendeld en kunt
u de eenheid gewoon gebruiken.
• In de volgende gevallen wordt de beveiligingsfunctie niet geannuleerd (de vermelding
“NOT ACCEPT” v erschijnt dan op de display) en daarna schak elt de eenheid zichzelf uit.
(De eenheid zal niet meer zijn in te schakelen, tenzij u op de voorzijde op de Reset-knop
drukt. Zie bladzijde 3).
– Wanneer er een verkeerd wachtwoord wordt ingevoerd en op de toets SEL wordt
NEDERLANDS
gedrukt.
– Wanneer het correcte wachtwoord niet binnen 30 seconden wordt ingevoerd.
Als u bij het opgeven van het wachtwoord een verkeerd teken invoert
Druk op de toets 4
verkeerde tek en staat en vervolgens op de toets + of de toets – drukken om het juiste teken te selecter en.
¢ of 4 om de cursor voor het invoeren van tekens te verplaatsen.
om de cursor voor het invoer en van tekens terug te plaatsen zodat deze op het
Het wachtwoord wijzigen
Als u het wachtwoord wilt wijzigen nadat u dit hebt geregistreerd, gaat u als volgt te werk:
1 Druk gedurende minimaal 2 seconden tegelijkertijd op zowel de toets + als
De vermelding “
2 Voer het huidige wachtwoord correct in en druk op SEL.
De eenheid is nu klaar om een nieuw wachtwoord op te slaan.
3 Voer een nieuw wachtwoord naar keuze in en druk op de toets SEL.
Het wachtwoord knippert korte tijd op de display en de eenheid keert daarna terug naar de
normale bedieningsmodus.
• Meer informatie over het registreren van een wachtwoord treft u aan op bladzijde 38.
40
” verschijnt op de display.
¢.
AFSTANDSBEDIENING
Afstandssensor
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de afstandssensor
op het hoofdtoestel. Controleer dat er geen obstakels in
het pad liggen.
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van een schelle
lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt, moet u de batterij
vervangen.
(Achterkant)
2)
1)
Lithium
knoopcelbatterij
(Productnummer:
CR2025)
(Achterkant)
Gebruikke batterijen:
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterijen op een plek waar kinderen geen toegang toe hebben.
Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken, waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet en
gooi geen batterijen in het vuur.
Elk van deze handelingen kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt met andere metalen.
Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterijen door deze met plakband af te plakken.
Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
• Probeer de batterijen nooit met bijvoorbeeld een naald of mes open te maken.
Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
1. Verwijder de klep van het batterijvakje.
1) Druk met de nagel van uw rechterduim in de
richting van de pijl.
2) Verwijder het klepje.
2. Plaats een nieuwe batterij.
Plaats de batterij in het vakje en let er daarbij op dat
de pluszijde (+) naar boven wijst.
3. Plaats de klep van het batterijvakje terug.
Plaats het klepje weer terug op het batterijvakje. Als
u een klikkend geluid hoort, zit het klepje goed vast.
NEDERLANDS
41
Gebruik van de afstandbediening
1 • Schakelt de eenheid aan indien de toets kort wordt
ingedrukt.
1
2
3
4
NEDERLANDS
5
6
• Schakelt de eenheid uit indien u de toets ingedrukt houdt
tot de vermelding “SEE YOU” op de display verschijnt.
• Vermindert het volume in één keer als u de toets kor t
indrukt. Als u nogmaals op de toets drukt, keert het oude
volumeniveau weer terug.
2 • Functioneert hetzelfde als de BAND toets tijdens het
luisteren naar de radio (of de DAB-tuner).
De golfband verandert door iedere druk op deze toets.
• Functioneert als DISC + toets tijdens het luisteren naar de
CD-wisselaar.
Door iedere druk op de toets verhoogt het CD-nummer en
start de weergave van de gekozen CD.
• Functioneert niet als PROG toets.
3 • Fungeert als de toets PRESET wanneer u naar de radio
(of de DAB-tuner) luistert.
Door iedere druk op de toets verhoogt het
voorkeuzezendernummer en wordt op de gekozen
zender afgestemd.
• Functioneert als DISC – toets tijdens het luisteren naar de
CD-wisselaar.
Door iedere druk op de toets verlaagt het CD-nummer en
start de weergave van de gekozen CD.
4 Deze toets heeft dezelfde functie als de toets +/– op de
hoofdcomponent.
Opmerking: Deze toets werkt niet voor het aanpassen van
5 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de FUNC (Functie)
toets.
6 • Voor het opzoeken van een zender tijdens het luisteren
naar de radio.
• Voor versnelde weergave van een fragment in voor- en
achterwaartse r ichting wanneer u tijdens weergave van
een CD de toets ingedrukt houdt.
• Voor het verspringen naar het begin van het volgende
fragment of het spelende (of voorgaande) fragment
wanneer u tijdens weergave van een CD kort op de toets
drukt.
algemene instellingen.
42
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR
We raden u aan bij uw eenheid alleen gebruik te maken van de CH-X-serie (b.v . CH-X1200). Als
u een andere automatische CD-wisselaar in uw bezit hebt, raden we u aan contact op te nemen
met uw JVC-dealer in auto-accessoires voor meer informatie over de juiste aansluitingen.
• Voorbeeld: Als u een CD-wisselaar uit de KD-MK ser ie hebt, hebt u een kabel (KS-U15K) nodig om
deze met het apparaat te verbinden.
Alvorens uw automatische CD-wisselaar te gebruiken:
• Lees de instructies door die bij uw CD-wisselaar zijn geleverd.
• Als er geen CD’s in de houder v an de CD-wisselaar aanwezig zijn of w anneer de CD’ s
ondersteboven in de houder zitten, verschijnt op het afleesvenster de tekst “NO DISC”.
Als dit gebeurt, moet u de houder verwijderen en de CD’s op de juiste wijze in de
houder plaatsen.
• Als op het afleesvenster de tekst “RESET 1 - RESET 8” v erschijnt, is er iets f out met de
verbinding tussen dit apparaat en de CD-wisselaar. Als dit gebeurt, moet u de verbinding
controleren, de verbindingskabel(s) indien nodig stevig vastmaken en dan op de
resetknop van de CD-wisselaar drukken.
CD’s afspelen
NEDERLANDS
FUNCNummertoetsen
4
¢
Selecteer de automatische CD-wisselaar.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere
afspeelbron geselecteerd (zie bladzijde 5).
Het afspelen begint bij de eerste track van de eerste CD.
Alle tracks van alle CD’s worden afgespeeld.
Verstreken speeltijdNummer van het muziekstuk
CD-CH
Het CD-nummer verschijnt (daarna: de tijd, zie bladzijde 33).
Opmerking:
Wanneer er zich een CD in de CD-wisselaar bevindt en u deze met de toets FUNC (functie) als
afspeelbron selecteert, begint het afspelen automatisch.
43
Versneld vooruit afspelen en achteruit afspelen van het
muziekstuk
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ en houd deze toets
ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4
ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen.
Vorige of volgende tracks selecteren
Druk terwijl u een CD afspeelt korte tijd op de toets ¢ om naar het
begin van de volgende track te gaan. Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, gaat u naar de volgende track, die vervolgens ten gehore
wordt gebracht.
Druk terwijl u een CD afspeelt korte tijd op de toets 4
begin van de huidige track te gaan. Elke keer wanneer u op deze toets
drukt, gaat u naar de vorige track, die vervolgens ten gehore wordt
gebracht.
Direct naar een bepaalde CD gaan
NEDERLANDS
Druk op de nummertoets die correspondeert met het nummer van de CD om
het afspelen te laten beginnen (tijdens weergave van de CD-wisselaar).
• Nummer 1 – 6 selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Nummer 7 – 12 selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12) en houd deze toets langer dan 1 seconde
ingedrukt.
Voorbeeld: Wanneer CD nummer 3 wordt geselecteerd
Nummer van het m uziekstuk
en houd deze toets
om naar het
Nummer van de CD
De tekst van een CD met CD Text weergeven
U kunt alleen informatie van CD’s met CD Text weergeven wanneer er een automatisch CDwisselaar van JVC is aangesloten die is uitgerust met de mogelijkheid om CD Text te lezen.
Zie de paragraaf “De tekst van een CD met CD Text weergeven” op bladzijde 20 voor meer
informatie.
44
Kiezen van de weergavefunctie
RPTRND INT/LO MODE
Tracks in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
1 Druk op de toets MODE terwijl er een CD wordt afgespeeld.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte v an de display,
en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk zolang de vermelding “MODE” nog op de display wordt weergegeven
op de toets RND zodat de indicator RND op de display oplicht.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere modus
voor het in willekeurige volgorde afspelen van tracks geselecteerd, en
wel in deze volgorde:
RANDOM1RANDOM2
Uit, geen
Canceled
aanduiding
FunctieRND-indicatorAfspelen in willekeurige volgorde
RANDOM1Licht opAlle muziekstukken van de huidige CD, daarna de
RANDOM2KnippertAlle muziekstukken van alle CD’s in de CD-houder.
muziekstukken van de volgende CD enzovoorts.
NEDERLANDS
Tracks herhaaldelijk afspelen (Repeat Play)
1 Druk op de toets MODE terwijl er een CD wordt afgespeeld.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte v an de display,
en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk zolang de vermelding “MODE” nog op de display wordt weergegeven
op de toets RPT zodat de indicator RPT op de display oplicht.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere modus
voor het herhaald afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze
volgorde:
FunctieRPT-indicatorHerhaling van...
REPEAT1Licht opHet spelende (of ingestelde) fragment.
REPEA T2KnippertAlle fragmenten van de spelende (of ingestelde) disc.
REPEAT1REPEAT2
Uit, geen
Canceled
aanduiding
45
Alleen intro’s afspelen (Intro Scan)
1 Druk op de toets MODE terwijl er een CD wordt afgespeeld.
De vermelding “MODE” v erschijnt in het onderste gedeelte van de displa y ,
en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk zolang de vermelding “MODE” nog op de display wordt weergegeven
op de toets INT/LO.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere modus
voor het afspelen van intro’s geselecteerd, en wel in deze volgorde:
INTRO 1INTRO 2
FunctieIndicatieSpeelt het begin (15seconden)
INTRO1Van alle opnames op alle ingebrachte discs.
INTRO2Van de eerste opname op iedere ingebrachte disc.
NEDERLANDS
Opnamenummer
flikkert
Het CD-nummer
knippert (wanneer die
op de display wordt
weergegeven).
Uit, geen
Canceled
aanduiding
46
BEDIENING VAN EXTERNE APPARATEN
Werken met een extern apparaat
Wanneer u aan de achterkant van de eenheid een extern apparaat hebt aangesloten op de
aansluiting met de markering LINE IN, kunt u dit apparaat op de eenheid als afspeelbron
selecteren.
1
1
Selecteer het externe apparaat.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere
afspeelbron geselecteerd, en wel in de volgorde zoals die op bladzijde
5 staat beschreven.
2
Bedien het externe apparaat.
• Raadpleeg hiervoor de instructies die bij de aanschaf van het externe apparaat
werden meegeleverd.
Opmerkingen:
• Zie voor het aansluiten van het externe apparaat “Handleiding voor installatie/aansluiting”
(afzonderlijke publicatie).
• Zie ook de paragraaf “Namen aan bronnen toekennen” op bladzijde 35 als u wilt dat de naam op de
display overeenkomt met de naam van het aangesloten apparaat.
Werken met een subwoofer
Wanneer u aan de achterkant van de eenheid een subwoofer hebt aangesloten op de
aansluiting met de markering SUBWOOFER OUT, kunt u in uw auto genieten van een voller
basgeluid en een realistischere theater-weergave.
• Raadpleeg hiervoor de instructies die bij de subwoofer werden meegeleverd.
Voor het instellen van de afbreekfrequentie van de subwoofer, verwijzen we u naar de
paragraaf “De afbreekfrequentie voor de subwoofer selecteren” op bladzijde 34.
NEDERLANDS
Voor het aanpassen van het uitvoervolume van de subwoofer, verwijzen we u naar de
paragraaf “Geluid aanpassen“ op bladzijde 24.
47
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER
We raden u aan om in combinatie met deze eenheid DAB-tuner KT-DB1500 te gebruiken.
Neem contact op met de JVC-dealer in auto-accessoires als u een andere DAB-tuner hebt.
• Zie ook de instructies die bij de DAB-tuner werden geleverd.
Wat is het DAB-system?
DAB is een van de digitale radiozendsystemen die momenteel in gebruik zijn. Met deze
technologie is het mogelijk CD’s af te spelen met hoge geluidskwaliteit zonder storingen
en signaalvervorming. U kunt er zelfs tekst, afbeeldingen en gegevens mee versturen.
In tegenstelling tot FM-uitzendingen, waarbij elk programma op een aparte frequentie
wordt uitgezonden, worden bij DAB verschillende programma’s (die ‘services’ worden
genoemd) met elkaar gecombineerd tot een ‘ensemble’.
Alleen wanneer u een DAB-tuner op deze eenheid aansluit, kunt u van deze DAB-services
gebruik maken.
Afstemmen op een ensemble en op een van de services
Een ensemble bestaat doorgaans uit 6 of meer programma’ s (services) die tegelijkertijd worden
uitgezonden. Nadat u op een ensemble hebt afgestemd, kunt u kiezen naar welke service u
wilt luisteren.
NEDERLANDS
48
1
2
1
2
13
2-
24-
1
1
4-
2
2
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere
afspeelbron geselecteerd, en wel in de volgorde zoals die op bladzijde
5 staat beschreven.
Selecteer de gewenste DAB-band (DAB1, DAB2 of
DAB3).
1 Druk op de toets MODE.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de
display.
2 Druk zolang de vermelding “MODE” nog op de display wordt
weergegeven op de toets BAND om een bandnummer te kiezen.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere DABband geselecteerd, en wel in deze volgorde:
D 1D 2
(DAB 1)(DAB 2)(DAB 3)
D 3
3
Ensembles op
hogere frequenties
zoeken
Zoek een ensemble op.
Zodra er een ensemble wordt gevonden, wordt
het zoeken gestaakt.
Als u het zoeken wilt stoppen nog voordat er
een ensemble is gevonden, moet u de toets die
u hebt ingedrukt om het zoeken in gang te zetten
nogmaals indrukken.
¢ of op 4 om de service van uw keuze
4
1
2
Ensembles op
lagere frequenties
zoeken
Selecteer de service waarnaar u wilt luisteren.
1 Druk op de toets MODE.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de
display.
2 Druk op de toets
te selecteren zolang de vermelding “MODE” op de display staat.
De informatie op de display wijzigen wanneer u op een
ensemble afstemt
Normaliter wordt de naam van de service in het bovenste gedeelte van de display weergegeven.
Druk op de toets DISP (Display) als u wilt weten wat de naam van het ensemble of de frequentie
ervan is.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de volgende informatie gedurende een
korte tijd in het bovenste gedeelte van de display.
Naam van
Service nameEnsemble name
de service
Naam van het
ensemble
Frequentie
Frequency
NEDERLANDS
Zonder zoeken afstemmen op een bepaald ensemble:
1 Druk herhaaldelijk op de toets FUNC (functie) om de DAB-tuner als afspeelbron te selecteren.
2 Druk op de toets MODE.
3 Druk herhaaldelijk op de toets BAND om een DAB-band te selecteren (DAB1, DAB2 of
DAB3).
4 Druk op de toets
5 Druk herhaaldelijk op de toets
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen tot u de toets weer loslaat.
¢ of 4 en houd deze gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt.
¢ of 4 tot u het ensemble van uw keuze bereikt.
49
DAB-frequenties in het geheugen opslaan
Er kunnen maximaal 6 DAB-services voor elke DAB-band (DAB1, DAB2 en DAB3) handmatig
in het geheugen worden opgeslagen.
1
2
1
NEDERLANDS
2
3
13
5
2-
24-
1
1
4-
2
2
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere
afspeelbron geselecteerd, en wel in de volgorde zoals die op bladzijde
5 staat beschreven.
Selecteer de gewenste DAB-band (DAB1, DAB2 of
DAB3).
1 Druk op de toets MODE.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de
display.
2 Druk zolang de vermelding “MODE” nog op de display wordt
weergegeven op de toets BAND om een bandnummer te kiezen.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere DABband geselecteerd, en wel in deze volgorde:
D 1D 2
(DAB 1)(DAB 2)(DAB 3)
D 3
Stem af op het ensemble van uw keuze.
50
4
1
2
Selecteer de service van het ensemble.
1 Druk op de toets MODE.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de
display.
2 Druk op de toets
te selecteren zolang de vermelding “MODE” op de display staat.
¢ of op 4 om de service van uw keuze
5
Druk op de cijfertoets waaronder u de
geselecteerde service wilt opslaan en
houd deze toets gedurende minimaal 2
seconden ingedrukt.
voorkeuzenummer
De vermelding “MEMO” en het voorkeuzenummer
knipperen korte tijd beurtelings op de display.
6
Herhaal de bovenstaande procedure als u nog andere DABservices achter voorkeuzetoetsen wilt opslaan.
Opmerkingen:
• Een reeds opgeslagen DAB-service verdwijnt uit het geheugen wanneer u aan de desbetreffende
voorkeuzetoets een nieuwe DAB-service toekent.
• Opgeslagen DAB-services verdwijnen uit het g eheugen wanneer de str oomtoevoer naar het geheugen
wordt onderbroken (bijvoorbeeld wanneer u de batterijen vervangt). Als dit gebeurt, zult u de DABservices opnieuw moeten instellen.
NEDERLANDS
51
Afstemmen op een opgeslagen DAB-service
Het is heel eenvoudig om af te stemmen op een DAB-service die u in het geheugen hebt
opgeslagen.
Onthoud dat u de service hiervoor eerst in het geheugen moet opslaan en aan een
voorkeuzetoets moet toekennen. Hoe dit moet, leest u op bladzijde 50.
2
13
2-
2-
1
1
NEDERLANDS
2
1
2
3
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere
afspeelbron geselecteerd, en wel in de volgorde zoals die op bladzijde
5 staat beschreven.
Als u een DAB-band wilt selecteren (DAB1, DAB2 of
DAB3), moet u de onderstaande procedure uitvoeren.
1 Druk op de toets MODE.
2 Druk herhaaldelijk op de toets BAND tot het DAB-bandnummer
(DAB1, DAB2 of DAB3) van de voorkeurzender waarop u wilt
afstemmen in het onderste gedeelte van de display verschijnt.
Selecteer de voorkeuzetoets (1 t/m 6) voor de DABservice die u wilt beluisteren.
52
ONDERHOUD
Omgaan met CD’s
Dit apparaat is ontworpen voor het afspelen van CD’s met het en symbool.
Andere CD’s kunnen niet worden afgespeeld.
De manier waarop u met CD’s moet omgaan
Wanneer u een CD uit het opbergdoosje haalt, moet u het rondje in
het midden van de doos naar beneden duwen en de CD uit het doosje
halen terwijl u hem aan de rand vasthoudt.
• Houd de CD altijd aan de randen vast. Kom niet aan vlak met de opnames.
Wanneer u de CD wilt opbergen, leg deze dan zachtjes om het
rondje in het midden (bedrukte vlak naar boven).
• Berg de CD’s na gebruik altijd op in het doosje.
CD’s schoonhouden
Het geluid kan verkeerd worden weergegeven als de CD vuil is. Als een
CD vuil wordt, moet u hem afvegen met een zachte doek door de doek in
een rechte lijn van het midden naar de rand te bewegen.
Nieuwe CD’s afspelen
Sommige nieuwe CD’s hebben oneffenheden langs de binnen- of
buitenrand. Soms worden dergelijke CD’s door het apparaat ge weigerd.
U kunt deze oneffenheden verwijderen door de randen glad te wr ijven
met een potlood, ballpoint enz.
COMPACT
DIGITAL AUDIO
Rondje in het
midden
NEDERLANDS
Condensvorming
In onderstaande gevallen kan zich condens vormen op de lens in de CD-speler:
• Nadat de verwarming in de auto is aangezet.
• Wanneer het erg vochtig wordt in de auto.
Soms zal de CD-speler hierdoor niet meer goed werken. In dat geval moet u de CD uit de CDlade halen en moet u het apparaat een paar uur aan laten staan totdat het vocht is verdampt.
LET OP!
• Plaats geen 8-cm CD’s (CD-singles) in de CD-lade. (Deze CD’s kunnen niet terugspringen.)
• Plaats geen CD’s met een ongewone vorm (bijvoorbeeld hartvormig) in de CD-lade; dit zal
problemen veroorzaken.
• Stel CD’s niet bloot aan direct zonlicht of een ander e warmtebr on en leg ze niet neer op plaatsen
waar het zeer warm of vochtig is.
• Gebruik geen oplosmiddelen (zoals reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray,
verdunningsmiddelen, wasbenzine, enz.) om CD’s te reinigen.
Haperingen:
De CD kan haperen wanneer u op hobbelige wegen rijdt. Het apparaat en de CD worden
hierdoor niet beschadigd, maar het is wel storend.
Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen wanneer u op dergelijke wegen rijdt.
53
PROBLEMEN OPLOSSEN
Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstv erlenende
instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
• Op het afleesvenster
verschijnt de tekst “NO DISC”.
• Op het afleesvenster
verschijnt de tekst “RESET 8”.
• Op het afleesvenster
verschijnt de tekst “RESET 1 RESET 7”.
• De vermelding “EJECT
ERROR” verschijnt op de
display en de CD kan niet
worden verwijderd.
• Er verschijnt geen bericht op
de display, maar de CD kan
niet worden verwijderd.
• De vermelding “”
verschijnt op de display.
• Het apparaat werkt helemaal
niet.
• De CD-wisselaar werkt niet.
Oorzaken
CD zit ondersteboven in het
apparaat.
U rijdt op een hobbelige weg.
Er zitten krassen op de CD.
Verkeerde verbindingen.
Het volume is ingesteld op het
minimale niveau.
Verkeerde verbindingen.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
Er bevindt zich geen CD in de
CD-lade.
Het apparaat is niet op de juiste
manier met de CD-wisselaar
verbonden.
Misschien werkt de CD-speler
niet goed meer.
De vergrendelingsvoorziening is
in gebruik.
Soms functioneert de
ingebouwde microcomputer niet
goed ten gevolge van lawaai,
enzovoorts.
Oplossingen
Plaats de CD op de juiste
manier in CD-lade.
Stop met afspelen op hobbelige
wegen.
Gebruik een andere CD.
Controleer kabels en
aansluitingen.
Pas het geluid aan totdat het
optimale niveau is bereikt.
Controleer de bedrading en de
verbindingen.
Leg de zenders handmatig vast.
Zorg dat de antenne stevig vast
zit.
Plaats een CD.
Verbind het apparaat en de CDwisselaar op de juiste manier met
elkaar en druk op de resetknop
van de CD-wisselaar.
Druk op de resetknop van de
CD-wisselaar.
Druk gedurende minimaal 5
seconden op de – van de toets
+/–.
Druk terwijl u op de toets ¢
drukt tevens op de Reset-knop.
Laat de Reset-knop los en laat
daarna de toets ¢ los. (Pas
op dat u de CD niet laat vallen
wanneer deze wordt verwijderd.)
Voer het wachtwoord in (zie
bladzijde 40).
Druk op het bedieningspaneel
aan de voorzijde van de eenheid
op de Reset-knop (zie bladzijde
3).
54
SPECIFICATIES
GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin:40 watt per kanaal
Achterin: 40 watt per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin: 16 watt per kanaal in 4 Ω, 40 tot
20.000 Hz met niet meer dan
0,8 % totale harmonische
vervorming van het geluid.
Achterin:16 watt per kanaal in 4 Ω, 40 tot
20.000 Hz met niet meer dan
0,8 % totale harmonische
vervorming van het geluid.
Belastingsimpedantie: speling 4 Ω (4 tot 8 Ω)
Regelbereik tonen:
Bas:±10 dB bij 100 Hz
Treble: ±10 dB bij 10 kHz
Weergavekarakteristiek: 40 tot 20.000 Hz
Signaal/ruisverhouding: 70 dB
Ingangsvermogen/Impedantie:
(halfgeleider-laser)
Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo)
Weergavekarakteristiek: 5 tot 20.000 Hz
Dynamisch vermogen: 96 dB
Signaal/ruisverhouding: 98 dB
Zweving: Minder dan de meetbare limiet
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 volt
(speling 11 tot 16 volt)
Aardingssysteem: Negatieve aarding
Bedrijfstemperatuur: 0 °C tot +40 °C
Afmetingen (breedte x hoogte x diepte):
Afmetingen apparaat (ten behoeve van
installatie): 182 x 52 x 160 mm
Afmetingen paneel: 188 x 58 x 8 mm
Gewicht: 1,7 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
NEDERLANDS
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 Ω)
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 Ω)
Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):
65 dB
Weergavekarakteristiek: 40 tot 15.000 Hz
Stereo-scheiding: 30 dB
Vangbereik: 1,5 dB
[MW-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV
Selectiviteit: 35 dB
[LW-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
55
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
EN, GE, FR, NL
Printed in Japan
0399MNMMDWOZK
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.