This unit is equipped with the display demonstration. To cancel it, see page 8.
Dieses Gerät ist mit einer Demonstrationsfunktion für das Display ausgestattet. Auf
Seite 8 wird beschrieben, wie Sie diese Demonstrationsfunktion deaktivieren können.
Cet appareil est équipé d’une démonstration des affichages. Pour l’annuler, référez-
vous à la page 8.
Dit toestel heeft een display-demonstratiefunctie. Zie bladzijde 8 voor het annuleren
van deze functie.
For installation and connections, refer to the separate manual.
Angaben zu Einbau und Verkabelung entnehmen Sie bitte der gesonderten Anleitung.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Zie de afzonderlijke handleiding voor details aangaande het installeren en verbinden van het
toestel.
For Customer Use:
Enter below the password you
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
have entered for your security
lock.
Retain this password for future
reference.
PASSWORD:
9
9
INT RPT RND
10
11
INT RPT RND
10
11
KD-LX333R
OFF
12
KD-LX111R
OFF
12
DEUTSCH
FRANÇAIS
NEDERLANDS
PIM171200
[E/EX]
Page 2
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
Benaming/Spanningslabel
CLASS
LASER
Let op:
Dit toestel heeft een laserkomponent met
een hogere klasse laserstraal dan klasse 1.
1
PRODUCT
NEDERLANDS
Het apparaat terugstellen
CAUTION: Invisible laser
radiation when open and
interlock failed o r defeated.
AVOID DIRECT EXPOSURE
TO BEAM. (e)
ADVARSEL: Usynlig laserstråling ved åbning, når
sikkerhedsafbrydere er ude
af funktion. Undgåudsættelse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laserstrålning när denna del är
öppnad och spärren är
urkopplad. Betrakta ej
strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja
suojalukitus ohitettaessa
olet alttiina näkymättömälle lasersäteilylle.
Älä katso säteeseen. (f)
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en
interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte
blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel
bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen.
Laat onderhoud en reparatie over aan erkend
onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare
laserstralen maar is echter voorzien van
veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen
bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk
deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van
instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing
aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan
gevaarlijke straling.
Druk met een balpen of een ander dun, langwerpig voorwerp op de
Reset-toets, die zich aan de voorzijde van de eenheid op het
bedieningspaneel bevindt.
De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
Opmerking:
De geheugeninstellingen — zoals de voorkeurzenders en de
geluidsinstellingen — zullen eveneens gewist worden.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is
tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is
belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
LET OP bij het instellen van het volume
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het
volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge
toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en
pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
2
Page 3
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit JVC-produkt! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen .........................2
Omgaan met CD’s ................................... 44
SPECIFICATIES ............................ 45
NEDERLANDS
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is
gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet
meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen
met het apparaat gaat verrichten.
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
3
Page 4
PLAATSING VAN DE TOETSEN
Bedieningspaneel
12
3
54
u
SSM
SEL
TP/PTY DISP
STD
7
6
8
BAND
MODE
SOURCE
M
9p
ATT
1
q
8
7
w
9
10
3
2
4
e
MONO
EQ
5
r
RND RPT INT
11
6
t
*Het bedieningspaneel komt naar buiten geschoven als u op ON CLOSE drukt.
*Als u op OFF 0 drukt, schuift het display-paneel naar beneden en wordt de laadopening voor CD’s zichtbaar.
1 De bedieningsschijf
2 Laadopening voor CD’s
NEDERLANDS
3 Display-paneel
4 Afstandssensor
5 De toetsen ¢ / 4
• De toets ¢ / 4 doet ook dienst als
de toets ON of de toets CLOSE.
6 De toets SEL (S) (selecteren)
7 De toets TP/PTY (T) (Traffic programme/
Programme type)
8 De toets DISP (D) (display)
9 De toets BAND MODE (M)
• Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden
gebruikt in combinatie met de toets DISP (D).
p De toets SOURCE ATT (attenuatie)
q De toets EQ (equalizer)
w De toets MONO (mono)
e De toets INT (intro scan)
r De toets RPT (repeat)
t De toets RND (random)
y De toets OFF 0 (uitwerpen)
u De cijfertoetsen
• Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden
gebruikt in combinatie met de toets BAND
MODE (M).
OFF
12
y
Hoe u de cijfertoetsen gebruikt:
Nadat u op BAND MODE (M) hebt gedrukt, werken de cijfertoetsen als andere functietoetsen (de
vermelding “MODE” blijft op de display staan).
BAND
MODE
M
EQ
MONO
7
1
2
9
8
35
10
RND RPT INT
12
11
6
Als u deze toetsen als cijfertoetsen wilt gebruiken nadat u op BAND MODE (M) hebt gedrukt,
moet u 5 seconden wachten zonder op een toets te drukken zodat de vermelding “MODE” van de
display verdwijnt.
• Ook als u nogmaals op BAND MODE (M) drukt, verdwijnt de vermelding “MODE” van de display.
4
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CEQ
RND
RPT
MO
ST
PTY
TP
REG
AF
Indicator die tijd aftelt
Bijv.: Indien u op toets 6 drukt om de willekeurige
weergavefunctie te activeren.
BBE
Page 5
De afstandsbediening
voorbereiden
De volgende beschrijvingen zijn uitsluitend
voor de KD-LX333R.
U kunt de KD-LX111R met een los verkrijgbare
afstandsbediening vanuit uw stoel bedienen.
Gebruik bij voorkeur de RM-RK31 of RM-RK50
afstandsbediening met dit toestel.
(Bijv.: Bij gebruik van de RM-RK31).
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de
afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer
dat er geen obstakels in het pad liggen.
Afstandssensor
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar
boven in de houder zakken zodat deze vast
komt te liggen.
Lithium
knoopcelbatterij
(Productnummer:
CR2025)
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’
hoort.
(achterkant)
Gebruikke batterijen:
INT RPT RND
10
OFF
12
11
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van
een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de
afstandsbediening afneemt, moet u de batterij
vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder.
1) Druk de batterijhouder met behulp van een
balpen of een soortgelijk voorwerp in de
richting van de pijl die in de afbeelding
staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(achterkant)
1)
2)
NEDERLANDS
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen
toegang toe hebben.
Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken,
waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd
kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet
en gooi geen batterij in het vuur.
Elk van deze handelingen kan leiden tot
oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt
met andere metalen.
Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of
een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterij door deze met
plakband af te plakken.
Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven,
gaan lekken of brand veroorzaken.
• Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een
naald of mes open te maken.
Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven,
gaan lekken of brand veroorzaken.
LET OP:
Leg de afstandsbediening niet op plaatsen waar
het directe zonlicht langdurig op valt (zoals
bijvoorbeeld op het dashboard). De
afstandsbediening wordt anders beschadigd.
5
Page 6
Afstandsbediening
RM-RK31
5
1
2
3
4
NEDERLANDS
1 • Hiermee wordt de eenheid ingeschakeld als
deze is uitgeschakeld.
• Schakelt de eenheid uit indien u de toets
ingedrukt houdt tot de vermelding “SEE
YOU” op de display verschijnt.
• Het volume wordt gedempt en “A TT” draait op
het display wanneer u kort op de toets drukt.
Als u nogmaals op de toets drukt, keert het
oude volumeniveau weer terug.
2 • Functioneert hetzelfde als de toets BAND
tijdens het luisteren naar de FM-stations (of
de DAB-tuner).
De golfband verandert door iedere druk op
deze toets.
• Functioneert als de toets DISC + tijdens het
luisteren naar de CD-wisselaar.
Door iedere druk op de toets verhoogt het
CD-nummer en start de weergave van de
gekozen CD.
• Werkt niet als de PROG-toets.
6
7
3 • Fungeert als de toets PRESET wanneer u
naar de radio (of de DAB-tuner) luistert.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
wordt er een voorkeurzender met een hoger
nummer geselecteerd en wordt op het
geselecteerde station afgestemd.
• Functioneert als de toets DISC – tijdens het
luisteren naar de CD-wisselaar.
Door iedere druk op de toets verlaagt het
CD-nummer en start de weergave van de
gekozen CD.
4 Deze toets heeft dezelfde functie als de
bedieningsschijf op de hoofdeenheid.
OPMERKING:
5 Voor het selecteren van de geluidsmodus.
Door iedere druk op SCM (Sound Control
Memory) verandert de CEQ (custom
equalizer) functie.
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de
FUNC (functioneert).
7 • Voor het opzoeken van een zender tijdens
het luisteren naar de radio.
• Selecteert services terwijl u naar de DABtuner luistert, indien kort ingedrukt.
• Selecteert ensembles terwijl u naar de DABtuner luistert, indien langer dan 1 seconde
ingedrukt.
• Voor versnelde weergave van een fragment
in voor- en achterwaartse richting wanneer u
tijdens weergave van een CD de toets
ingedrukt houdt.
• Voor het verspringen naar het begin van het
volgende fragment of het spelende (of
voorgaande) fragment wanneer u tijdens
weergave van een CD kort op de toets drukt.
Deze toets werkt niet voor het
aanpassen van algemene
instellingen wijzigen.
6
Page 7
BASISBEDIENING
SSM
TP/PTY DISPSEL
STDM
BAND
MODE
SOURCE
MONOEQ
ATT
7
8
9
INT RPT RND
10
11
OFF
12
1
3
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
SOURCE
Voor de KD-LX333R:
= FM = DAB-tuner** = CD*
= CD-wisselaar** = Extern apparaat
= AM = (terug naar het begin)
Voor de KD-LX111R:
= FM = DAB-tuner** = CD* = CDwisselaar** (of extern apparaat***)
= AM = (terug naar het begin)
* Als er zich geen CD in de CD-lade bevindt, is
** Als er geen CD-wisselaar en/of DAB-tuner is
***Stel “EXT INPUT” op “LINE INPUT” om
Voor gebruik van de radio (FM of AM),
Voor gebruik van de CD-speler,
Voor gebruik van de CD-wisselaar,
Voor gebruik van het externe apparaat,
Voor gebruik van de DAB-tuner,
De display wordt verlicht en het
bedieningspaneel en de
bedieningsschijf komt naar
buiten.
ATT
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt er een andere
afspeelbron geselecteerd en wel
in deze volgorde:
het niet mogelijk om de CD-speler als
afspeelbron te selecteren.
aangesloten, kunt u deze apparaten niet als
afspeelbron selecteren.
Stel het geluid in zoals u zelf wilt
(zie bladzijde 22 – 24).
Volume in een oogwenk zachter zette
Druk terwijl u naar een afspeelbron luistert
gedurende minste 1 seconde op SOURCE ATT.
“ATT” draait op het display en het volume wordt
gedempt.
Druk om terug te keren naar het vorige
geluidsniveau nogmaals gedurende minste 1
seconde op de toets.
Spanning uitschakelen
Druk op OFF 0 en houd deze tot de vermelding
“SEE YOU” op de display verschijnt.
• Wanneer u de stroom uitschakelt tijdens hetbeluisteren van een CD, kunt u later bij het weer
inschakelen van de stroom de CD-weergave
starten vanaf het punt waar u hiervoor stopte.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt,
moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen,
zie bladzijde 8.
Opmerking over de afbeeldingen op de display:
De afbeeldingen op de display zijn anders als voor
“CLOCK DISP” de instelling “CLOCK OFF” is
gekozen. Zie bladzijde 27.
RND
RPT
MO
ST
PTY
TP
REG
AF
NEDERLANDS
7
Page 8
De demonstratie annuleren
Klok instellen
Wanneer dit product de fabriek verlaat, is
demonstratie geactiveerd. De demonstratie zal
automatisch starten wanneer er 20 seconden
lang geen handelingen worden uitgevoerd.
• Het is raadzaam de demonstratie te annuleren
voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt.
Zo annuleert u de demonstratie, moet u de
onderstaande procedure volgen:
1
Druk op SEL (S) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat
een van de PSM-vermeldingen op de
display wordt weergegeven. (Zie
bladzijde 25 en 26).
SEL
S
2
Selecteer de vermelding “DEMO
MODE” als deze al niet meteen op
NEDERLANDS
de display wordt weergegeven.
3
Selecteer de vermelding “DEMO
OFF”.
1
Druk op SEL (S) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat
een van de PSM-vermeldingen op de
display wordt weergegeven. (Zie
bladzijde 25 en 26).
SEL
S
2
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK HOUR”
als deze al niet meteen op de display
wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
1
3
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK MIN
(minuten)”.
2 Pas de minuten aan.
1
4
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “24H/12H”.
2 Pas de vermelding “24HOUR” of
“12HOUR”.
1
2
2
2
4
V oltooi de instelling.
SEL
S
U activeert de demonstratie opnieuw door
dezelfde procedure te herhalen en in stap 3
“DEMO ON” te selecteren.
8
5
V oltooi de instelling.
SEL
S
Voor het controleren van de huidige tijd met
“CLOCK DISP” op “CLOCK OFF” gesteld,
drukt u op DISP (D). De tijd wordt ongeveer 5
seconden getoond.
Page 9
BASISBEDIENING VAN DE RADIO
SSM
BAND
ATT
MODE
TP/PTY DISPSEL
STDM
TP/PTY DISP
SEL
ST
7
SOURCE
SSM
BAND
MODE
M
D
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u
kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig
zoeken.
Automatisch naar een station zoeken:
Auto search
1
Selecteer de omroepband.
ATT
SOURCE
BAND
MODE
M
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en
houd, wordt er een andere FM-band
geselecteerd, en wel in deze volgorde:
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CD
De geselecteerde omroepband
wordt weergegeven.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
1 Druk op SOURCE ATT
als u FM of AM als
afspeelbron wilt
selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk
op BAND MODE (M) en
houd deze ingedrukt om
een FM-bandnummer te
selecteren (FM1, FM2 of
FM3).
FM1FM2FM3
CEQ
RND
RPT
MO
ST
REG
AF
MONOEQ
TP
8
SOURCE
INT RPT RND
9
10
ATT
PTY
Druk op ON CLOSE
om de stroom in te
OFF
12
11
MONO
EQ
8
7
1
2
2
schakelen.
9
3
11
10
5
Zoek een station.
RND RPT INT
6
OFF
12
Druk op ¢ afstemmen op
een station met een hogere
frequentie.
Druk op 4 afstemmen op
een station met een lagere
frequentie.
Wanneer een station wordt ontvangen,
stopt het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het
zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
Handmatig naar een station zoeken:
Manual search
1
Selecteer de omroepband.
ATT
SOURCE
BAND
MODE
M
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en
houd, wordt er een andere FM-band
geselecteerd, en wel in deze volgorde:
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
1 Druk op SOURCE A TT als
u FM of AM als afspeelbron
wilt selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk
op BAND MODE (M) en
houd deze ingedrukt om
een FM-bandnummer te
selecteren (FM1, FM2 of
FM3).
FM1FM2FM3
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
NEDERLANDS
9
Page 10
2
Druk op ¢ of 4 en houd
deze ingedrukt tot de vermelding “M”
(voor “manual”: handmatig zoeken)
op de display begint te knipperen.
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CD
CEQ
RPT
MO
ST
3
Stem af op het station van uw keuze.
U kunt dit doen zolang de vermelding
“M” op de display knippert.
Druk op ¢ als u wilt
afstemmen op een station dat op
een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt
afstemmen op een station dat op
een lagere frequentie uitzendt.
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige
modus na 5 seconden automatisch
uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
NEDERLANDS
frequentie veranderen (bij FM steeds met
50 kHz en bij AM steeds met 9 kHz
– MG/LG) totdat u de toets loslaat.
Automatisch vasteleggen van
FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke
FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de
RND
PTY
TP
REG
AF
FM-golfband (FM1 – 3) waarop u
FM-zenders wilt vasteleggen.
ATT
SOURCE
1 Druk op SOURCE ATT
als u FM als afspeelbron
wilt selecteren.
BAND
MODE
M
2 Druk indien noodzakelijk
meerdere malen op
BAND MODE (M) en
houd deze ingedrukt om
de gewenste
FM-omroepband te
selecteren (FM1, FM2 of
FM3).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en
houd, wordt er een andere FM-band
geselecteerd, en wel in deze volgorde:
FM1FM2FM3
Als een FM-stereo-uitzending slecht te
ontvangen is:
1 Druk terwijl u in de FM-omroepband naar een
stereo-uitzending luistert op BAND MODE (M)
(de indicator ST licht op wanneer er een
stereo-uitzending wordt ontvangen).
De vermelding “MODE” verschijnt op de
display en de cijfertoetsen doen nu dienst als
functietoetsen.
2 Druk op MONO terwijl de vermelding “MODE”
nog op de display wordt weergegeven, zodat
de indicator MO op de display oplicht.
Het geluid dat nu ten gehore wordt gebracht, is
in mono, maar de kwaliteit van het ontvangen
signaal is beter (de indicator ST op de display
gaat uit).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
schakelt u de indicator MO aan of uit.
Radiozenders in het geheugen
vasteleggen
U kunt één van de volgende twee methoden
gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vasteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:
SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
10
2
Druk op beide toetsen en houd ze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
SSM
BAND
DISP
MODE
DM
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CD
CEQ
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en
verdwijnt wanneer het automatisch instellen van
radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen
worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de
cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is
vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
RND
RPT
MO
ST
TP
REG
AF
Page 11
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere
golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1
1
Selecteer de omroepband (in dit
voorbeeld cijfertoets FM1).
ATT
SOURCE
BAND
MODE
M
2
Stem op een zender af (in dit
voorbeeld op 88,3 MHz).
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CD
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld
cijfertoets 1) en houd deze langer dan
2 seconden ingedrukt.
EQ
7
1
1 Druk op SOURCE ATT
als u FM als afspeelbron
wilt selecteren.
2 Druk meerdere malen op
BAND MODE (M) om
FM1 als omroepband te
selecteren.
Druk op ¢ als u wilt
afstemmen op een station dat op
een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt
afstemmen op een station dat op
een lagere frequentie uitzendt.
CEQ
RND
RPT
MO
ST
AF
REG
BBE
PTY
TP
Afstemmen op een
voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een
vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet
vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders
in het geheugen vastleggen” op bladzijde 10 en
11, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband.
ATT
SOURCE
BAND
MODE
M
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en
houd, wordt er een andere FM-band
geselecteerd, en wel in deze volgorde:
2
Selecteer het nummer (1 t/m 6) van
de gewenste zender.
EQ
7
1
1 Druk op SOURCE A TT als
u FM of AM als afspeelbron
wilt selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk
meerdere malen op
BAND MODE (M) en
houd deze ingedrukt om
de gewenste
FM-omroepband te
selecteren (FM1, FM2 of
FM3).
FM1FM2FM3
MONO
2
9
8
35
10
RND RPT INT
12
11
6
NEDERLANDS
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CD
CEQ
RND
RPT
MO
ST
PTY
TP
REG
AF
De vermelding “P1” knippert gedurende
enkele seconden op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure
om andere zenders onder andere
nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist
wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen
onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de
spannings toevoer naar het geheugen wordt
onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de
accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw
worden ingesteld.
Als de geluidskwaliteit afneemt en het
stereo-effect verloren gaat terwijl u naar
een FM-station luistert
In bepaalde streken kunnen naburige
zenders de ontvangst van andere zenders
verstoren. In dergelijke gevallen ontvangt u
ruis of ander geluid. Deze eenheid kan
zodanig worden ingesteld dat dergelijke
storingen automatisch worden verminderd.
(Bij het verlaten van de fabriek is de eenheid
standaard ingesteld op deze functie). In
dergelijke gevallen neemt de geluidskwaliteit
echter af en gaat het stereo-effect verloren.
Als u het niet erg vindt dat de geluidskwaliteit
afneemt en het stereo-effect verloren gaat,
en de invloed van de storende bron liever
wegneemt, verwijzen we u naarde paragraaf
“De selectiviteit van de FM-tuner wijzigen
–– IF FILTER” op bladzijde 28.
11
Page 12
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening
waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun
regulier programmasignaal toevoegen.Zo kan
een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het
station met het programma en informatie over de
aard of het genre van het programma
meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden
programma over sport gaat of een
muziekprogramma is.
Een andere functie van de voorziening RDS is
“Enhanced Other Networks”. Met behulp van de
Enhanced Other Networks-gegevens die door het
station worden verstuurd, kunt u op een andere
zender van een ander netwerk afstemmen dat uw
favoriete programma of verkeersinformatie
uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander
programma of een andere afspeelbron, zoals het
CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze
eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De
Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van
verkeersinformatie (TA – “Traffic
NEDERLANDS
Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre
(PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover
u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt
beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven
volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van
FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die
in deze eenheid is ingebouwd automatisch
overschakelen naar een andere RDS-zender van
hetzelfde station dat hetzelfde programma
uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw
favoriete programma blijven luisteren en bent u
verzekerd van de best mogelijke ontvangst,
ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie
de afbeelding op de volgende bladzijde).
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor
zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw
rit kunt blijven volgen: de PI (Programme
Identification) gegevens, en de AF (Alternative
Frequency) gegevens.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen
van een RDS-station goed zijn, kunt u uw
favoriete programma blijven volgen. Als een of
beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
12
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerkopsporing gebruiken om hetzelfde programma
met de beste ontvangst te blijven beluisteren.
Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
• AF:De netwerkfunctie is ingeschakeld en
• AF REG: De netwerkfunctie is ingeschakeld en
• OFF:De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”).
Met deze instelling schakelt het
toestel naar een andere zender van
hetzelfde netwerk wanneer de
ontvangst van de signalen van de
ingestelde zender verslechtert. (In
deze modus kan het voorkomen dat
het nieuw te ontvangen programma
anders is dan het programma dat u
daarvoor ontving).
De indicator AF licht op, maar de
indicator REG licht niet op.
ook Regionalisatie is ingeschakeld
(“on”).
Met deze instelling schakelt het
toestel naar een andere zender van
hetzelfde netwerk die hetzelfde
programma uitzendt, wanneer de
ontvangst van de signalen van de
ingestelde zender verslechtert.
Zowel de indicator AF als de indicator
REG lichten op.
De indicator AF en de indicator REG
lichten allebei niet op.
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CD
CEQ
RND
RPT
MO
ST
AF
Indicator AF Indicator REG
REG
PTY
TP
Page 13
1
Druk op SEL (S) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat
een van de PSM-vermeldingen op de
display wordt weergegeven. (Zie
bladzijde 25 en 26).
SEL
S
2
Selecteer de vermelding “AF-REG
(Alternatieve frequentie/Regionale
ontvangst)” als deze niet al meteen
op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer de gewenste modus –
“AF”, “AF REG” of “OFF”.
4
Voltooi de instelling.
SEL
S
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve
ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is
automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld. De
netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld
zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie
bladzijde 41).
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde
programma via verschillende frequenties kan
worden ontvangen.
Programma 1
op frequentie A
Programma 1
op frequentie E
Het gebruik van TA standby-ontvangst
Met TA standby-ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar verkeersinformatie (TA)
uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde
afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of
een andere aangesloten afspeelbron).
• TA standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
TP/PTY
T
Druk op TP/PTY (T) om TA standby ontvangst te
activeren.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP
indicator oplichten of knipperen.
• TA standby ontvangst is geactiveerd indien
de TP indicator is opgelicht. “TRAFFIC”
verschijnt op het display zodra een zender
verkeersinformatie start uit te zenden. Het
toestel stemt nu automatisch op deze zender
af. Het volume wordt op het reeds
vastgelegde TA volumeniveau (zie bladzijde
17) gesteld en u hoort de verkeersinformatie.
• TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd
indien de TP indicator knippert. De zender
die wordt ontvangen levert namelijk geen
signalen die voor TA standby ontvangst zijn
vereist.
Om TA standby ontvangst nu te activeren
moet u op een andere zender afstemmen die
wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢
of 4 om een dergelijke zender op te
zoeken.
De TP indicator stopt te knipperen en licht
continu op zodra een zender met deze
signalen is gevonden. TA standby ontvangst
is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de TP indicator oplichten.
“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een
zender verkeersinformatie start uit te zenden.
Het toestel verandert nu automatisch van bron
en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van TA standby
ontvangst, drukt u nogmaals op TP/PTY (T).
NEDERLANDS
Programma 1
op frequentie B
Programma 1
op frequentie C
Programma 1
op frequentie D
13
Page 14
Het gebruik van PTY standby-ontvangst
Met PTY standby-ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar uw favoriete programmagenre
(PTY: Prog rammagenre) uitzendt, terwijl u naar de
door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een
FM-zenders of CD).
• PTY standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
U kunt uw favoriete programma voor PTY
standby-ontvangst kiezen.
Bij het verlaten van de fabriek, is PTY standbyontvangst uitgeschakeld. (“OFF” is voor PTY
standby-ontvangst gekozen).
1
Druk op SEL (S) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat
een van de PSM-vermeldingen op de
display wordt weergegeven. (Zie
bladzijde 25 en 26).
SEL
S
NEDERLANDS
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY
(standby)” als deze niet al meteen op
de display wordt weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 18).
De naam van de
PTY-code die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven en in het
geheugen opgeslagen.
• Selecteer “OFF” om PTY
standby-ontvangst te
annuleren.
4
Voltooi de instelling.
SEL
S
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal
de PTY indicator oplichten of knipperen.
• PTY standby ontvangst is geactiveerd
indien de PTY indicator is opgelicht.
Zodra een zender een programma van
het gekozen programmatype start uit te
zenden, stemt het toestel op deze
zender.
• PTY standby ontvangst is nog niet
geactiveerd indien de PTY indicator
knippert. De zender die wordt ontvangen
levert namelijk geen signalen die voor
PTY standby ontvangst zijn vereist.
Om PTY standby ontvangst nu te
activeren moet u op een andere zender
afstemmen die wel deze signalen
uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om
een dergelijke zender op te zoeken.
De PTY indicator stopt te knipperen en
licht continu op zodra een zender met
deze signalen is gevonden. PTY standby
ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld,
zal de PTY indicator oplichten.
Zodra een zender een programma van het
gekozen programmatype start uit te
zenden, verandert het toestel automatisch
van bron en wordt op deze zender
afgestemd.
Voor het uitschakelen van PTY standby
ontvangst, kiest u “OFF” in de hier links
beschreven procedure stap 3. De PTY indicator
dooft.
14
Page 15
Uw favoriete programmagenre
opzoeken
U kunt een gewenste PTY-code opzoeken.
Daarbij kunt u uw 6 favoriete programmatypen
voor het later gemakkelijk opzoeken onder de
cijfertoetsen vastleggen.
Bij het verlaten van de fabriek, standaard liggen
de volgende zes programmagenres achter de
cijfertoetsen (1 t/m 6) opgeslagen.
Zie de informatie hieronder voor een uitleg over
het opslaan van uw favoriete
programmagenres.
Zie bladzijde 16 voor een uitleg over het
zoeken van uw favoriete programma.
1
POP M
2
ROCK MEASY M
45
CLASSICS
AFFAIRS
3
6
VARIED
2
Selecteer een van de 29 PTY-codes
die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde
18).
De naam van de PTY-code
die u selecteert, wordt op
de display weergegeven.
3
Druk de gewenste cijfertoets in en
houd deze minste 2 seconden vast
om de geselecteerde PTY-code op te
slaan onder de cijfertoets van uw
keuze.
EQ
MONO
7
1
2
9
8
35
10
RND RPT INT
12
11
6
Uw favoriete programmagenres in het
geheugen opslaan
1
Druk op TP/PTY (T) in en houd deze
ten minste 2 seconden ingedrukt.
TP/PTY
T
CEQ
De PTY-code die als laatste werd
geselecteerd, verschijnt op de display.
RND
RPT
MO
ST
TP
REG
AF
Het voorkeurnummer knippert een paar
seconden.
4
Druk op TP/PTY (T) in en houd deze
ten minste 2 seconden ingedrukt.
TP/PTY
T
NEDERLANDS
15
Page 16
Een programmagenre opzoeken
1
Druk op TP/PTY (T) in en houd deze
ten minste 2 seconden ingedrukt
terwijl u naar een FM-zenders
luistert.
TP/PTY
T
CEQ
De PTY-code die als laatste werd
geselecteerd, verschijnt op de display.
2
Selecteer een van de PTY-codes.
EQ
MONO
8
7
1
35
2
RND
RPT
MO
ST
9
REG
AF
10
Andere nuttige RDS-functies en
het maken van aanpassingen
Automatische selectie van een zender
bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van
de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op
de vooraf ingestelde voorkeurzender.
Als deze zender een RDS-zenders is, gebeurt er
echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet
TP
RND RPT INT
11
6
sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de
AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar
een andere, sterkere zender die hetzelfde
programma uitzendt als de voorkeurzender die u
hebt gekozen (dit wordt Programma zoeken
genoemd).
• Om dat het uitvoeren van de zoekopdracht
12
enige tijd in beslag neemt, duurt het even tot er
op een ander zender wordt afgestemd.
OF
NEDERLANDS
CEQ
Bijv: Met “ROCK M” gekozen.
3
Druk op ¢ of 4 om het
PTY-zoeken naar uw gewenste
programma te starten.
• Als er een station is dat een programma
uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt
dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt
geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op
dat station af.
• Als er geen station is dat een programma
uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt
dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt
geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op
het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes
niet goed.
16
RND
RPT
MO
ST
REG
AF
Hoe u deze voorziening activeert, wordt
hieronder uitgelegd.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 25.
1 Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2
seconden ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“P(Programma)-SEARCH” te selecteren.
PTY
TP
3 Draai de bedieningsschijf en selecteer
“SEARCH ON”.
De voorziening Programma zoeken is nu
ingeschakeld.
4 Druk op SEL (S) om het instellen te voltooien.
Als u het zoeken naar een programma wilt
beëindigen, moet u de procedure herhalen,
maar in stap 3 de vermelding “SEARCH OFF”
selecteren.
Page 17
De weergave op de display wijzigen
terwijl u naar een FM-zender luistert
Tijdens de ontvangst van een FM-zender die
RDS-signalen uitzendt, kunt u de weergave op
de display wijzigen. U kunt kiezen of u de
zendersnaam (PS NAME) of de frequentie van de
zender (FREQUENCY) wilt weergeven.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 25.
1 Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2
seconden ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“TUNER DISP (display)” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om de gewenste
instelling te kiezen (“PS NAME” of
“FREQUENCY”).
4 Druk op SEL (S) om het instellen te voltooien.
Opmerking:
Door op DISP (D) te drukken kunt u de weergave op
de display ook wijzigen wanneer u naar een FMzender luistert dat RDS-signalen uitzendt.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de
volgende informatie op de display:
Zendersnaam
(PS NAME)
Frequentie zender
(FREQUENCY)
Programmagenre
(PTY)
• Na enkele seconden keert de display terug naar de
oorspronkelijke weergave.
Het volumeniveau voor
verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de standby-ontvangst
van verkeersinformatie op te geven met welk
geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat
geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie
wordt ontvangen, worden aangepast aan het
volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 25.
1 Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2
seconden ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“TA VOL (volume)” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om het gewenste
volume te kiezen.
U kunt het volume instellen op een waarde van
“TA VOL 00” tot “TA VOL 50”.
4 Druk op SEL (S) om het instellen te voltooien.
Automatic clock adjustment
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid is
ingebouwd wordt automatisch aangepast aan de
tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het RDSsignaal van een zender worden meegezonden.
Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt
aangepast, moet u de onderstaande procedure
volgen.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 25.
1 Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2
seconden ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“AUTO ADJ (aanpassen)” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf tegen de in om
“ADJUST OFF” te kiezen.
U hebt het automatisch aanpassen van de klok
nu uitgeschakeld.
4 Druk op SEL (S) om het instellen te voltooien.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt
activeren, moet u de procedure herhalen, maar in
stap 3 de vermelding “ADJUST ON” selecteren.
Opmerking:
Nadat u voor “AUTO ADJ” de instelling “ADJUST
ON” hebt gekozen, dient u de eenheid tenminste 2
minuten op hetzelfde station afgestemd te houden,
anders wordt de klok niet aangepast. (Dit is nodig
omdat de eenheid maximaal 2 minuten nodig heeft om
de tijdgegevens in het RDS-signaal te ontvangen en
verwerken).
POP M:Popmuziek
ROCK M:Rockmuziek
EASY M:Easy-listening muziek
LIGHT M:Lichte muziek
CLASSICS: Klassieke muziek
NEDERLANDS
OTHER M:Overige muziek
WEATHER: Weerberichten
FINANCE:Programma’s aangaande
informatie aangaande het
nieuws
diverse verscillende
onderwerpen
nationale of regionale cultuur
technische programma’s
bijvoorbeeld ceremonies en
comedies
handel en de beurs en
beursberichten, etc.
CHILDREN: Amusement voor kinderen
SOCIAL:Programma’s over sociale
activiteiten
RELIGION: Programma’s over aspecten
van geloof en religie,
aangaande het bestaan en
ethiek
PHONE IN: Programma’s waarin mensen
via de telefoon of een publiek
forum hun meningen kunnen
uiten
TRAVEL:Programma’s over reizen en
bestemmingen, georganiseerde
reizen en ideeën en
mogelijkheden voor vacanties
LEISURE:Programma’s over recreatieve
bezigheden, bijvoorbeeld
tuinieren, koken, vissen, etc.
JAZZ:Jazz-muziek
COUNTRY: Country-muziek
NATION M: Huidige populaire muziek van
een bepaald land of gebied in
de taal van het land of gebied
OLDIES:Gouwe-Ouwe
FOLK M:Folk-muziek
DOCUMENT: Programma’s over feitelijke
gebeurtenissen, vaak
gepresenteerd in een
onderzoekende stijl
18
Page 19
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER
SSM
BAND
MODE
TP/PTY DISPSEL
STDM
TP/PTY DISP
SEL
STD
Druk op ON CLOSE
om de stroom in te
3
9
schakelen.
10
5
RND RPT INT
11
6
OFF
12
ATT
SOURCE
SSM
BAND
MODE
M
9
8
SOURCE
10
ATT
7
INT RPT RND
MONOEQ
OFF
12
11
MONO
EQ
8
7
1
2
Een CD afspelen
1
Open de laadopening.
OFF
Het display paneel komt naar beneden en
de laadopening verschijnt.
2
Plaats een disc in de laadopening.
De eenheid trekt de CD
naar binnen, het display
paneel beweegt naar
boven en de CD wordt
automatisch afgespeeld.
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CD
CEQ
De indicator CD
gaat aan.
Totaal aantal muziekstukken
op de CD die in de
CD-lade is geplaatst
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CD
CEQ
RND
RPT
MO
ST
AF
Totale afspeeltijd van
de CD die in de CDlade is geplaatst
RND
RPT
MO
ST
AF
REG
REG
• Als een CD ondersteboven wordt geplaatst, wordt
de CD-speler automatisch geopend.
• Als u de CD Text afspeelt, worden op de display de
titel van de CD en de naam van de uitvoerende
artiest weergegeven. Vervolgens wordt het nummer
van het muziekstuk en de verstreken speeltijd
weergegeven. Zie ook de paragraaf “De tekst van
een CD met CD Text weergeven” (bladzijde 21) en
de paragraaf “De modus voor lopende tekst
selecteren –– SCROLL” (bladzijde 27).
Als er op een CD met CD Text veel informatie staat,
kan het zijn dat niet de hele tekst op de display wordt
weergeg even.
• Wanneer u een andere afspeelbron selecteert, stopt
het afspelen van de CD (alleen nu zonder dat de
NEDERLANDS
CD uit de laadopening naar voren komt).
Bij het later weer kiezen van “CD” als bron, zal de
CD-weergave starten vanaf het punt waar u
hiervoor was gestopt.
Stoppen met afspelen en de CD terug laten
springen
Druk kort op OFF 0.
PTY
TP
PTY
TP
Het afspelen van de CD wordt beëindigd, het
display paneel komt naar beneden en de CD
komt uit de laadopening naar voren.
Druk om het display paneel te sluiten, op
¢ of 4. Als u op geen enkele toets
drukt, schuift het bedieningspaneel na circa 5
minuten weer omhoog.
Huidige
Verstreken afspeeltijd
CEQ
RPT
MO
ST
RND
TP
REG
AF
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CD
muziekstuk
Opmerkingen:
• Wanneer er zich een CD in de laadopening bevindt
en u “CD” als afspeelbron selecteert door op
SOURCE ATT te drukken, wordt de CD afgespeeld.
LET OP: Steek NOOIT uw vingers tussen de
display paneel en de eenheid omdat u
het gevaar loopt vast te komen zitten.
Opmerking:
Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15
seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de
CD automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst,
zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet
automatisch met afspelen begonnen).
19
Page 20
Een muziekstuk of een
bepaald punt op de CD zoeken
Het muziekstuk versneld vooruit afspelen
of achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van een
CD op ¢ en houd deze toets
ingedrukt om het muziekstuk
versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een
CD op4 en houd deze toets
ingedrukt om het muziekstuk
achteruit af te spelen.
Naar de volgende of vorige tracks gaan
Druk tijdens het afspelen van een
CD kort op ¢ om naar het
begin van de volgende track te
gaan. Elke keer wanneer u op
deze toets drukt, wordt het begin
van de volgende track opgezocht,
NEDERLANDS
Direct naar een bepaald muziekstuk gaan
1
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald
muziekstuk hoort, om het afspelen van dat
muziekstuk te laten beginnen.
• Om een muziekstuk met nummer 1 – 6 te
selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Om een muziekstuk met nummer 7 – 12 te
selecteren:
Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets
langer dan 1 seconde ingedrukt.
geselecteerd en ten gehore
gebracht.
Druk tijdens het afspelen van een
CD kort op 4 om terug te
keren naar het begin van de
huidige track. Elke keer wanneer u
op deze toets drukt, wordt het
begin van de vorige track
opgezocht, geselecteerd en ten
gehore gebracht.
EQ
MONO
7
2
9
8
35
10
11
Afspeelmodus selecteren
Tracks in willekeurige volgorde afspelen
(Random Play)
Het is mogelijk om alle tracks van een CD in een
volstrekt willekeurige volgorde af te spelen.
BAND
MODE
Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de
indicator RND op de display op en wordt er een
willekeurige track afgespeeld.
Tracks herhaaldelijk afspelen (Repeat
Play)
Het is mogelijk om een geselecteerde track van een
CD meerdere malen achter elkaar af te spelen.
BAND
MODE
RND RPT INT
12
6
Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de
indicator RPT op de display op en wordt de
geselecteerde track bij herhaling afgespeeld.
1 Druk op BAND MODE (M) terwijl er
M
een CD wordt afgespeeld. De
vermelding “MODE” verschijnt op
de display en de cijfertoetsen doen
RND
12
6
nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op RND (random) terwijl de
vermelding “MODE” nog op de
display wordt weergegeven zodat de
indicator RND op de display oplicht.
Elke keer wanneer u op deze toets
drukt, wordt de modus voor het in
willekeurige volgorde afspelen van
tracks in- of uitgeschakeld.
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CEQ
RND
RPT
MO
ST
PTY
TP
REG
AF
Indicator RND
1 Druk op BAND MODE (M) terwijl er
M
een CD wordt afgespeeld. De
vermelding “MODE” verschijnt op
de display en de cijfertoetsen doen
RPT
11
5
nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op RPT (repeat) terwijl de
vermelding “MODE” nog op de
display wordt weergegeven zodat
de indicator RPT op de display
oplicht.
Elke keer wanneer u op deze toets
drukt, wordt de modus voor het
herhaald afspelen van een track inof uitgeschakeld.
Nummer van het muziekstuk dat wordt afgespeeld
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CEQ
RND
RPT
MO
ST
Indicator RPT
TP
REG
AF
20
Page 21
Alleen intro’s afspelen (Intro Scan)
Het is mogelijk om van alle tracks alleen de
eerste 15 seconden af te spelen, zodat u de
intro’s kunt beluisteren.
BAND
MODE
M
1 Druk op BAND MODE (M) terwijl
er een CD wordt afgespeeld. De
vermelding “MODE” verschijnt op
de display en de cijfertoetsen
INT
10
doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op INT (intro scan) terwijl de
vermelding “MODE” nog op de
display wordt weergegeven.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt de modus voor
het afspelen van intro’s in- of
uitgeschakeld.
Nummer van het muziekstuk dat wordt afgespeeld
CEQ
RND
RPT
MO
ST
REG
AF
Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt
gedurende 5 seconden de vermelding “INTRO”
op de display weergegeven en begint het
tracknummer te knipperen.
Voorkomen dat de CD
terugspringt
Als u de vergrendeling ongedaan wilt maken
en de CD weer toegankelijk wilt maken, moet
u OFF 0 gedurende minste 2 seconden
ingedrukt houden terwijl u op SOURCE ATT
drukt. Vervolgens knippert de vermelding
“EJECT OK” gedurende circa 5 seconden op de
display. De laadopening is nu ontgrendeld en de
CD is weer toegankelijk.
De tekst van een CD met CD
Text weergeven
Op een CD met CD Text is informatie
opgenomen zoals de titel van de CD, de naam
van de uitvoerende artiest en de titel van de
tracks. Het is mogelijk om deze informatie op de
display weer te geven.
Selecteer tijdens het afspelen van een
CD met CD Text de afspeelmodus die
tekst kan weergegeven.
DISP
D
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
verandert de weergave op de display en wel als
volgt:
NEDERLANDS
U kunt voorkomen dat de CD uit de lade springt
door deze in de lade te vergrendelen.
Druk wanneer u op SOURCE ATT drukt tevens
op OFF 0 en houd de toetsen gedurende minste
2 seconden ingedrukt. De vermelding “NO
EJECT” zal gedurende circa 5 seconden op de
display knipperen en de CD wordt vergrendeld.
De CD kan nu niet meer uit de laadopening
worden gehaald.
DIRECTORY
TRACK
CEQ
RND
RPT
MO
ST
AF
REG
BBE
PTY
TP
Opmerking:
Als u op OFF 0 drukt terwijl het uitwerpen van CD’s
niet is toegestaan, komt het display paneel weliswaar
naar beneden geschoven, maar kan er geen CD
worden uitgenomen. (De vermelding “NO EJECT”
wordt op de display weergegeven).
Druk als u het display paneel omhoog wilt
verplaatsen op ¢ of 4.
Titel van de CD / Artiest
(De DISC indicator licht op)
Titel van het muziekstuk
(De TRACK indicator licht op)
Nummer huidige track en
verstreken speeltijd
Opmerkingen:
• Op de display kunnen maximaal 10 tekens tegelijk
worden weergegeven. Als de informatie uit meer
dan 10 tekens bestaat, loopt de tekst automatisch
van rechts naar links over de display. Zie ook de
paragraaf “De modus voor lopende tekst selecteren
–– SCROLL” op bladzijde 27.
• Wanneer u op de toets DISP (D) drukt terwijl u
naar een gewone CD luistert, verschijnt de
vermelding “NO NAME” op de display voor de
titel/artiest van de CD en de titel van het
muziekstuk.
21
Page 22
GELUID REGELEN
R
Geluid aanpassen
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens instellen.
1
Selecteer de functie die u wilt aanpassen.
SEL
S
IndicatieDoel:Bereik
BASSBastonen–06 (min.)
TRETreble aanpassen.–06 (min.)
FAD*Evenwicht tussenR06 (Alleen
NEDERLANDS
BALEvenwicht tussenL06 (Alleen
BBEZie “Wat is BBEII?”BBE 1, BBE 2,
WOOFERHet uitvoerniveau00 (min.)
(uitsluitendvan de subwoofer |
voor deaanpassen.08 (max.)
KD-LX333R)
VOLUMEHet volume00 (min.)
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet
u faden op “00” zetten.
2
Pas het niveau aan.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt de aanpasbare
tijd als volgt gewijzigd:
Standaard wordt met de toets bedieningsschijf het
volume afgesteld. Het is dus niet nodig om eerst de
vermelding “VOLUME” te selecteren als u het
volume wilt aanpassen.
Wat is BBEII?
De functie BBEII* herstelt de oorspronkelijke
glans en helderheid van live-opnames, opnames
van radio-uitzendingen, enzovoorts.
Een luidspreker die geluid weergeeft, krijgt te
maken met een verschijnsel dat frequentieafhankelijke faseverschuivingen wordt genoemd.
Dit betekent dat geluiden met een hoge
frequentie er langer over doen om het menselijke
gehoor te bereiken dan lage frequenties. De
functie BBEII corrigeert dit faseverschil tussen
lage, middelhoge en hoge tonen door aan de
weergave van lagere frequenties een
vertragingstijd toe te kennen. Hoe lager de
frequentie, hoe groter de vertragingstijd. Het
resultaat van deze functie is dat alle frequenties
het gehoor van de luisteraar op het juiste tijdstip
bereiken.
Bovendien versterkt de functie BBEII de lage en
middelhoge frequenties, omdat luidsprekers over
het algemeen minder efficiënt zijn in het
weergeven van deze tonen. Dit gebeurt door een
technologie toe te passen die dynamische,
programma-aangestuurde verrijking wordt
genoemd. Samen met de eerdergenoemde
correctie voor faseverschuivingen zorgt deze
voorziening ervoor dat geluid helder wordt
weergegeven en bij de luisteraar een echte liveervaring teweeg brengt.
Als u aan de bedieningsschijf draait, wordt er
elke keer een andere instelling voor de BBE
-functie weergegeven en wel in deze volgorde:
BBE 1BBE 2
BBE 3
BBE OFF
(Uit, geen aanduiding)
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CEQ
RND
RPT
MO
ST
REG
AF
II
BBE
PTY
TP
22
Om het niveau te verlagen.
DIRECTORY
CEQ
Het patroon op de indicator voor de equalizer
verandert wanneer u de weergave van lage
of hoge tonen aanpast.
RND
RPT
MO
ST
PTY
TP
REG
AF
Hoe hoger het getal, hoe sterker de BBEII-functie.
Bij het verlaten van de fabriek is de BBEII-functie
standaard ingesteld op “BBE OFF”.
* Onder licentie van BBE Sound, Inc.
BBE
is een handelsmerk van BBE Sound, Inc.
Page 23
Kiezen van vastgelegde
geluidsfuncties
(CEQ: custom equalizer)
U kunt een van de reeds vastgelegde
geluidsfuncties (CEQ: custom equalizer) kiezen
die bij de af te spelen muziek past.
1
Druk op BAND MODE (M) om de
functie van de cijfertoetsen te
veranderen.
BAND
MODE
M
2
Activeer custom equalizer (CEQ).
EQ
1
Bijv.: Indien u hiervoor “USER” had gekozen.
3
Kies de gewenste geluidsfunctie.
EQ
1
De laatst gekozen geluidsfunctie
7
wordt opgeroepen en voor de
weergave gebruikt.
CEQ
RPT
MO
ST
Elke keer wanneer u op deze
7
toets drukt, wordt verandert de
geluidsfunctie in de volgende
volgorde:
USER
Bijv.: Indien u “ROCK” kiest.
ROCK
CEQ
RPT
MO
ST
RND
AF
CLASSIC
RND
AF
REG
REG
BBE
PTY
TP
POPSHIP HOPJAZZ
BBE
PTY
TP
IndicatieVoor:Vastgestelde waarden
BASS TREBBE
II
USER(Neutraal0000BBE
geluid)OFF
ROCKRock of+03+01 BBE 2
disco muziek
CLASSIC Klassieke+01–02BBE
muziekOFF
POPSPopulaire+04+01BBE
muziekOFF
HIP HOP Funk of+0200BBE 2
Rap muziek
JAZZJazz muziek+02+03BBE
OFF
Opmerkingen:
• U kunt iedere geluidsfunctie naar wens instellen en
vervolgens in het geheugen vastleggen.
Zie “Geluidsweergave aanpassen en opslaan” op
bladzijde 24 voor details aangaande het instellen
en vastleggen van de oorspronkelijke
geluidsfuncties.
• Zie bladzijde 22 voor het instellen van de lage en
hoge tonen of het tijdelijk activeren/uitschakelen
van de BBEII functie.
Afzonderlijk vastleggen van een
geluidsfunctie voor iedere
weergavebron (CEQ Link)
U kunt voor een bron een geluidsfunctie kiezen en
in het geheugen vastleggen. Deze geluidsfunctie
wordt vervolgens iedere keer bij het kiezen van
deze bron opgeroepen en de overeenk omende
aanduiding verschijnt op het display.
U kunt een geluidsfunctie voor iedere volgende
bron vastleggen — FM1, FM2, FM3, AM, CD en
externe componenten.
• Zie ook de paragraaf “De algemene
instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 25.
1 Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2
seconden ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“CEQ LINK” (Custom Equalization Link) te
selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf en selecteer
“LINK ON”.
4 Druk op SEL (S) om het instellen te voltooien.
Voor het annuleren van CEQ Link, moet u de
procedure herhalen, maar in stap 3 de
vermelding “LINK OFF” selecteren.
NEDERLANDS
Opmerking:
Bij het veranderen van de “CEQ LINK” instelling, wor dt
de geluidsfunctie (CEQ) automatisch naar “USER”.
23
Page 24
• Met “CEQ LINK” op “LINK ON” gesteld
De gekozen geluidsfunctie kan voor de huidige
bron in het geheugen worden vastgelegd.
Wanneer u later naar deze bron schakelt, zal
de daarvoor gekozen geluidsfunctie worden
opgeroepen en de aanduiding daarvan op het
display worden getoond. De CEQ indicator
knippert tevens.
• Met “CEQ LINK” op “LINK OFF” gesteld
Het effect van de gekozen geluidsfunctie wordt
voor iedere bron gebruikt.
4
Kies de onderdelen die u wilt instellen.
SEL
5
Pas het niveau aan.
• Zie bladzijde 22 voor meer
S
informatie.
Om het niveau te verhogen.
Geluidsweergave aanpassen
en opslaan
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken
aan uw eigen wensen aan te passen en in het
geheugen op te slaan.
• Voor het uitvoeren van de onderstaande
stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure
wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid,
moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
NEDERLANDS
1
Druk op BAND MODE (M) om de
functie van de cijfertoetsen te
veranderen.
BAND
MODE
M
2
Activeer custom equalizer (CEQ).
EQ
1
Bijv.: Indien u hiervoor “POPS” had gekozen.
De laatst gekozen geluidsfunctie
7
wordt opgeroepen en voor de
weergave gebruikt.
CEQ
RPT
MO
ST
RND
REG
AF
Om het niveau te verlagen.
DIRECTORY
CEQ
RPT
MO
ST
Het patroon op de indicator voor de equalizer
verandert wanneer u de weergave van lage
of hoge tonen aanpast.
Bijv.: Als u “TRE (treble)” aanpast.
6
Herhaal stappen 4 en 5 voor het
RND
AF
REG
BBE
PTY
TP
instellen van andere onderdelen.
• Zie bladzijde 22 voor het instellen van het
BBEII niveau.
7
Herhaal dezelfde procedure als u
andere geluidsmodi wilt aanpassen.
De fabrieksinstellingen herstellen, herhaal de
procedure en ken de fabrieksinstellingen toe. U
vind deze in de tabel op deze bladzijde 23.
BBE
PTY
TP
24
3
Kies de gewenste geluidsfunctie.
EQ
1
Elke keer wanneer u op deze
7
toets drukt, wordt verandert de
geluidsfunctie in de volgende
volgorde:
USER
ROCK
CLASSIC
POPSHIP HOPJAZZ
Page 25
ANDERE HOOFDFUNCTIES
De algemene instellingen
3
wijzigen (PSM)
Het is mogelijk om de instellingen voor de items die
op de volgende bladzijde staan vermeld te wijzigen.
Basisprocedure
1
Druk op SEL (S) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat
een van de PSM-vermeldingen op de
display wordt weergegeven. (Zie
hieronder).
SEL
S
2
Selecteer het item waarvan u de
instelling wilt wijzigen. (Zie hieronder).
Modus met voorkeursinstellingen PSM-onderdelen
1
SEL
S
Houd.Kies...
DEMO MODE Demonstratiemodus
CLOCK HOUR Instellen van het uur
CLOCK MINInstellen van de minuten
CEQ LINKIn geheugen vastgelegde
24H/12H24/12-uur aanduiding voor de klok
AUTO ADJAutomatische instellen van de
CLOCK DISP Weergave van de klok
TUNER DISP Weergavemodus van de tuner
PTY STBYPTY-standby
2
geluidsfunctie
klok
4
5
3
Stel in...
Tegen de
wijzers van
de klok in
DEMO OFF
Terug
Terug
LINK OFF
12HOUR
CLOCK OFFCLOCK ON
OFF
Wijzig het PSM-item dat u hierboven
hebt geselecteerd.
Herhaal stap 2 en 3 als u de andere
PSM-items wilt aanpassen.
V oltooi de instelling.
SEL
S
Met de
wijzers
van de
klok mee
DEMO ON
Verder
Verder
LINK ON
24HOUR
29 programmatypen
(Zie bladzijde 18).
Fabrieksin-
stellingen
0:00
LINK OFF
24HOUR
CLOCK ON
PS NAMEPS NAMEFREQUENCY
OFF
Zie
blz.
8DEMO ON
8
27
8
17ADJUST ONADJUST ONADJUST OFF
27
17
14
NEDERLANDS
AF–REGAlternatieve frequentie/
Regionale ontvangst
OFF
AF REGAF
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
13AF
25
Page 26
Modus met voorkeursinstellingen PSM-onderdelen
SEL
1
S
Houd.Kies...
TA VOLVolume voor
P-SEARCHProgramme zoeken
DAB AF*Zoeken naar
DAB VOL*DAB volume-instelling
LEVELNiveaudisplay
DIMMERDimmermodus
CRUISEGeluidsweergave
(uitsluitend voor aanpassen aan
de KD-LX333R) rijsnelheid
+OR– SET**Stationair
(uitsluitend voor
de KD-LX333R)
NEDERLANDS
BOOST**Versterkingsniveau
(uitsluitend voor
de KD-LX333R)
TELEPHONEAudiodemping voor
BEEP SWPieptoon bij
CONTRASTContrast van de display
SCROLLModus voor lopende
WooferFreqAfbreekfrequentie van
(uitsluitend voor de subwoofer
de KD-LX333R)
LINE ADJAanpassen van het
(uitsluitend voor ingangsniveau
de KD-LX333R)
EXT INPUTExtern apparaat
(uitsluitend voor
de KD-LX111R)
FLAT PANELPlat paneel
IF FILTERIntermediate
2
verkeersinformatie
alternatieve frequenties
cellulaire
telefoonsystemen
toetsbediening
tekst
Frequency-filter
3
Stel in...
Tegen de
wijzers van
de klok in
Met de
wijzers
van de
klok mee
TA VOL 00 – TA VOL 50
DAB VOL 00 –12 tot 12DAB VOL 00 41
5 typen (Zie bladzijde 27).
ON
CRUISE 1
CRUISE OFF
MUTING 1MUTING 2
MUTING OFF
OFF
FREQ HIGH
LINE ADJ 00 – 05
WIDE
OFF AUTO
CRUISE 2
AUTOONCE
FREQ MIDFREQ LOW
LINE INPUTCD CHANGER
FLAT ON
AUTO
Fabrieksin-
stellingen
TA VOL 20
AUTO
CRUISE OFF
800 rpm—
MUTING OFF
BEEP ONBEEP ONBEEP OFF
ONCE
CD CHANGER
Zie
blz.
17
16SEARCH OFFSEARCH ONSEARCH OFF
41AF ONAF ONAF OFF
27NORMAL
27
29
30
29BOOST 05BOOST 01 – 15
27
27
27CONTRAST 5CONTRAST 1 – 10
27
28FREQ MID
28LINE ADJ 00
28
28FLAT OFFFLAT OFF
28AUTO
4
Druk op SEL (S) om het instellen te voltooien.
* Wordt alleen weergegeven indien de DAB-tuner is aangesloten.
** Als u voor “CRUISE 1” of “CRUISE 2” selecteert, kunt u deze instelling wijzigen.
26
Page 27
Instellen van Custom Equalizer Link
— CEQ LINK
U kunt een verschillende geluidsfunctie (CEQ)
voor iedere bron in het geheugen vastleggen. De
geluidsfunctie wordt automatisch verandert al
naar gelang de bron die u kiest. Bij het verlaten
van de fabriek is deze functie geannuleerd.
• LINK ON:Verschillende geluidsfuncties
voor verschillende bronnen.
• LINK OFF:Dezelfde geluidsfunctie voor alle
bronnen.
Weergave van de klok selecteren
— CLOCK DISP
Het is mogelijk om de klok in het onderste deel van
de display weer te gev en of juist niet weer te geven
wanneer de eenheid is ingeschakeld. Bij het verlaten
van de fabriek is de klok standaard ingesteld om op
de display te worden weergegeven.
• CLOCK ON: Weergave van de klok op de
display is ingeschakeld.
• CLOCK OFF:Weergave van de klok op de
display is uitgeschakeld.
De niveau-indicator selecteren — LEVEL
U kunt zelf bepalen welke niveau-indicator u op
de display wilt weergeven. Bij het verlaten van de
fabriek is deze standaard ingesteld op “NORMAL”.
• NORMAL:De normale audioniveaumeter
wordt op beide kanten van het
display getoond.
• SIDE:De displayv erlichting verplaatst van
de binnenkant naar de buitenkant.
• FULL:De niveaumeter wordt geheel op
het hoofddisplay getoond en de
displayverlichting start.
• OFF:De niveaumeter verdwijnt maar
het middendisplay wordt verlicht.
• ALL OFF:De niveaumeter en het
middendisplay worden
uitgeschakeld.
De instelling voor de dimmerfunctie
selecteren — DIMMER
Bij het inschakelen van de koplampen van de
auto wordt de verlichting van de display
automatisch gedimd (de functie Auto Dimmer).
Bij het verlaten van de fabriek is de functie Auto
Dimmer van de eenheid standaard ingeschakeld.
• AUTO:De functie Auto Dimmer is
ingeschakeld.
• OFF:De functie Auto Dimmer is
uitgeschakeld.
• ON:De display wordt gedimd.
Opmerking over de functie Auto Dimmer:
Het kan zijn dat de dimmerfunctie van deze eenheid bij
bepaalde voertuigen niet goed werkt, vooral niet bij
voertuigen met een bedieningsfunctie voor de dimmer.
In dergelijke gevallen moet u de dimmerfunctie op
“ON” of “OFF” instellen.
Audiodemping voor mobiele
telefoongesprekken selecteren — TELEPHONE
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een
cellulair telefoonsysteem is aangesloten.
Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem
dat u gebruikt “MUTING 1” of “MUTING 2”.
Welke dempingsmogelijkheid u kiest, hangt af
van de vraag welke instelling het geluid het beste
dempt. Bij het verlaten van de fabriek is deze
modus standaard uitgeschakeld.
• MUTING 1:Selecteer deze modus als u
hiermee het geluid kunt dempen.
• MUTING 2:Selecteer deze modus als u
hiermee het geluid kunt dempen.
• MUTING OFF:Hiermee wordt de audiodemping
voor telefoongesprekken
uitgeschakeld.
Geluid bij het aanraken van de toetsen
in- en uitschakelen — BEEP SW
Het is mogelijk om het geluid dat u hoort bij het
aanraken van de toetsen uit te schakelen als u
deze geluiden storend vindt. Bij het verlaten van
de fabriek is de functie voor het weergeven van
geluid bij het aanraken van de toetsen echter
ingeschakeld.
• BEEP ON:Hiermee schakelt u het geluid bij
het aanraken van de toetsen in.
• BEEP OFF: Hiermee schakelt u het geluid bij
het aanraken van de toetsen uit.
Het contrast van de display aanpassen
— CONTRAST
Het is mogelijk om het contrast van de display
aan uw wensen aan te passen. U kunt kiezen uit
niveau 1 t/m 10. Niveau “1” is extreem donker en
niveau “10” extreem licht. Bij het verlaten van de
fabriek staat het contrast standaard ingesteld op
niveau “5”.
De modus voor lopende tekst selecteren
— SCROLL
Wanneer de informatie van een CD uit meer dan 10
tekens bestaat, is het handig om dit als lopende
tekst op de display weer te geven. Deze functie
wordt Scroll Mode genoemd. Bij het verlaten van
de fabriek staat deze functie standaard ingesteld
op “ONCE”, waardoor informatie éénmaal als
lopende tekst op de display wordt weergegeven.
• ONCE:De lopende tekst wordt slechts
één keer weergegeven.
• AUTO:De lopende tekst wordt nóg een
keer weergegeven (met
tussenpozen van 5 seconden).
• OFF:De functie Scroll Mode staat uit.
Opmerking:
Ook wanneer de modus voor lopende tekst is
uitgeschakeld (“OFF”) is het mogelijk tekst lopend
op de display weer te geven door DISP (D) gedurende
ten minste 1 seconde in te drukken.
NEDERLANDS
27
Page 28
De afbreekfrequentie voor de subwoofer
selecteren — WooferFreq (uitsluitend voor
de KD-LX333R)
Als er op deze eenheid een subwoofer is
aangesloten, dient u een afbreekfrequentie voor
de subwoofer te selecteren. Bij het verlaten van
de fabriek werd de afbreekfrequentie voor
subwoofers op deze eenheid ingesteld op “FREQ
MID”.
• FREQ LOW: Frequenties boven de 50 Hz
• FREQ MID:Frequenties boven de 80 Hz
• FREQ HIGH: Frequenties boven de 120 Hz
worden niet naar de subwoofer
gestuurd.
worden niet naar de subwoofer
gestuurd.
worden niet naar de subwoofer
gestuurd.
Het lijningangsniveau aanpassen
— LINE ADJ (uitsluitend voor de KD-LX333R)
Als er een extern apparaat op de LINE INPUT
-ingang is aangesloten, moet u het
ingangsniveau goed afstellen. Bij het verlaten
NEDERLANDS
van de fabriek wordt het niveau standaard
ingesteld op “00”.
Indien het ingangsniveau van het aangesloten
apparaat niet hoog genoeg is, moet u dit
aanpassen. Doet u dit niet, kunt u als u van het
externe apparaat overschakelt op een andere
afspeelbron plotseling een hard geluid horen.
Het externe apparaat selecteren
–– EXT INPUT (uitsluitend voor de KD-LX111R)
Het externe apparaat kan met behulp van de
KS-U57 Line Input Adapter (niet meegeleverd)
op de ingang van de CD-wisselaar worden
aangesloten.
Als u het externe apparaat via deze eenheid als
afspeelbron wilt gebruiken, moet u bepalen welk
onderdeel – de CD-wisselaar of het externe
apparaat – u wilt gebruiken. Bij het verlaten van
de fabriek is de CD-wisselaar standaard als
extern apparaat geselecteerd.
• LINE INPUT:Voor een ander apparaat dan
• CD CHANGER:De CD-wisselaar gebruiken.
Opmerking:
Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de KS-U57
Line Input Adapter op het externe apparaat treft u aan
in de handleiding voor installatie/aansluiting (apart
boekje).
de CD-wisselaar.
Het bedieningspaneel een plat uiterlijk
geven (paneel verbergen) — FLAT PANEL
Als u de ontvanger met de afstandsbediening
bedient, kunt u het bedieningspaneel aan de
voorzijde verbergen zodat deze een strak en plat
uiterlijk heeft. Bij het verlaten van de fabriek is
deze functie ingesteld op “FLAT OFF”. Dit zijn de
beschikbare instellingen:
• FLAT ON:Het bedieningspaneel komt niet
naar buiten wanneer u de
eenheid inschakelt of nadat u
een CD hebt geplaatst. Als u
het bedineingspaneel nodig
hebt, drukt u op 4 . Als er
10 seconden lang geen
bediening heeft
plaatsgevonden, schuift het
paneel automatisch terug de
ontvanger in.
• FLAT OFF:U kunt het bedieningspaneel
gewoon gebruiken.
Opmerking:
Als de vermelding “FLAT ON” is geselecteerd, kunt u
CD’s uitwerpen door op 4te drukken.
De selectiviteit van de FM-tuner wijzigen
— IF FILTER
In bepaalde streken kunnen naburige zenders de
ontvangst van andere zenders verstoren. In
dergelijke gevallen ontvangt u ruis of ander
geluid. Deze eenheid kan zodanig worden
ingesteld dat dergelijke storingen worden
verminderd. Bij het verlaten van de fabriek is de
eenheid standaard ingesteld op deze functie
(“AUTO”).
• AUTO:Wanneer dergelijke storingen
worden waargenomen,
verhoogt de eenheid
automatisch de selectiviteit van
de tuner zodat de invloed van
de storing naar de achtergrond
wordt gedrukt. (Het stereoeffect gaat hierbij echter
verloren).
• WIDE:De eenheid is gevoelig voor
storingen van naburige
zenders, maar de
geluidskwaliteit gaat niet
verloren en het stereo-effect
blijft behouden.
28
Page 29
Het volume automatisch laten
aanpassen aan de rijsnelheid
(Audio Cruise)
De volgende beschrijvingen zijn uitsluitend
voor de KD-LX333R.
U kunt het volumeniveau automatisch laten
aanpassen aan de snelheid waarmee u in uw
auto rijdt.
Dankzij een voorziening in de eenheid die Audio
Cruise wordt genoemd, kunt u het volumeniveau
automatisch laten aanpassen aan de snelheid
waarmee u rijdt. Deze voorziening kent drie
stappen. Als u van deze voorziening gebruik wilt
maken, moet u de onderstaande procedure
volgen. Bij het verlaten van de fabriek werd deze
voorziening uitgeschakeld (“CRUISE OFF”).
• CRUISE 1:Selecteer deze instelling
• CRUISE 2:Selecteer deze instelling
• CRUISE OFF: Hiermee schakelt u de
1
Druk op SEL (S) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat
een van de PSM-vermeldingen op de
display wordt weergegeven. (Zie
bladzijde 25 en 26).
SEL
S
2
Selecteer de vermelding “CRUISE”
als deze al niet meteen op de
display wordt weergegeven.
wanneer uw auto relatief rustig
is.
wanneer uw auto relatief veel
geluid maakt.
De snelheid waarmee het
volume bij deze instelling
toeneemt, is twee keer zo hoog
als bij de instelling CRUISE 1.
voorziening Audio Cruise uit.
3
Selecteer de gewenste instelling.
Als u aan de bedieningsschijf draait, wordt
er een andere aan de rijsnelheid
aangepaste geluidsweergave weergegeven,
en wel in deze volgorde:
CRUISE 1CRUISE 2
CRUISE OFF
4
Voltooi de instelling.
SEL
S
De toenamesnelheid van het volume
aanpassen
Als u vindt dat het volume bij het veranderen van
de rijsnelheid te veel of te weinig toeneemt of
afneemt, kunt u de toenamesnelheid van het
volume aanpassen door deze te wijzigen.
Volg hiertoe de onderstaande procedure.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 25.
1 Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2
seconden ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk herhaaldelijk op ¢ of 4 tot de
vermelding “CRUISE” op de display verschijnt.
3 Selecteer de instelling “CRUISE 1” of
“CRUISE 2” met behulp van de bedieningsschijf.
4 Druk op ¢ (of 4 ) om de vermelding
“BOOST” te selecteren.
Tevens wordt het huidige versterkingsniveau op
de display weergegeven.
5 Draai de bedieningsschijf het gewenste
versterkingsniveau (van 01 t/m 15) te
selecteren.
6 Druk op SEL (S) om het instellen te voltooien.
NEDERLANDS
29
Page 30
Indien de voorziening Audio Cruise niet
goed functioneert
V oor het goed functioneren v an Audio Cruise kan
het zijn dat u in verband met het omgevingsgeluid
moet opgeven wanneer uw auto stilstaat.
OPMERKING Merk op dat er verschillende
factoren zijn die bijdragen aan het
omgevingsgeluid in uw auto. Hierdoor kan het
zijn dat de voorziening Audio Cruise niet goed
functioneert. Te denken valt hierbij aan
achtergrondgeluid dat wordt veroorzaakt door
ruitenwissers, elektrisch te openen en te
sluiten zijramen, luchtkoeling en andere
apparatuur die achtergrondgeluiden
voortbrengen. Als dergelijke geluiden de
hoofdoorzaak vormen van het niet
functioneren van Audio Cruise raden we u aan
de reserve-aardingskabel van het geheugen
(geel van kleur) rechtstreeks op de accu van
auto aan te sluiten. Op die manier voorkomt u
dat de genoemde geluiden de werking van
Audio Cruise nadelig kunnen beïnvloeden.
NEDERLANDS
1 Start de motor en laat deze warmdraaien.
2 Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2
seconden ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven.
3 Druk herhaaldelijk op ¢ of 4 tot de
vermelding “CRUISE” op de display verschijnt.
4 Selecteer de instelling “CRUISE 1” of
“CRUISE 2” met behulp van de bedieningsschijf.
5 Druk op ¢ (of 4 ) om de vermelding
“+OR– SET” te selecteren.
6 Draai de bedieningsschijf om de gewenste
stationaire snelheid te selecteren.
7 Druk op SEL (S) om het instellen te voltooien.
Namen aan bronnen
toekennen
Het is mogelijk om een CD en het externe
apparaateen naam te geven. De naam die u
toekent, wordt vervolgens op de display
weergegeven wanneer u het desbetreffende
apparaat selecteert.
BronnenMaximaal aantal tekens
CDs* en32 tekens (maximaal
CD-wisselaar*40 CD’s)
Extern apparaat10 tekens
* Het is niet mogelijk een naam toe te kennen aan een
CD met CD Text.
1
Selecteer een bron waaraan u een
naam wilt toekennen.
ATT
SOURCE
2
Druk minste 2 seconden op SEL (S)
terwijl u DISP (D) ingedrukt houdt.
DISP
D
DIRECTORY
DISC
TRACK
CD
Bijv.: Indien u een CD als bron selecteert.
SEL
S
CEQ
RND
RPT
MO
ST
REG
BBE
PTY
TP
Nadat u het instellen hebt voltooid, controleert
de eenheid meteen of de functies van Audio
Cruise goed werken onder de nieuwe instelling.
Als dat niet het geval is, wordt Audio Cruise
automatisch geannuleerd en vervalt de instelling
die u hebt gemaakt.
• Mocht dit gebeuren, dan verwijzen we u naar de
OPMERKING hierboven.
30
CEQ
CEQ
RND
RPT
MO
ST
RPT
MO
ST
TP
REG
AF
RND
TP
REG
AF
Bijv.:Als u het externe apparaat als de
afspeelbron selecteert.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
BBE
PTY
Page 31
3
Selecteer de tekenset die u wilt
gebruiken zolang “
” op de
display knippert.
DISP
D
Elke keer wanner u op deze
toets drukt, selecteert u een
andere tekenset. De beschikbare
tekensets worden in deze
volgorde op de display aan u
aangeboden:
Kleine letters ( )Hoofdletters ( )
Cijfers en symbolen ( )
4
Selecteer het gewenste teken.
Zie de rechterkolom voor
de beschikbare tekens.
5
Verplaats de cursor naar de positie
voor het volgende of het vorige
teken.
6
Herhaal stap 3 t/m 5 tot u de
volledige naam die u wilde invoeren
hebt opgegeven.
7
Druk op de knop wanneer het laatste
teken dat u wilde selecteren nog op
de display knippert.
SEL
S
De naam die u hebt opgegeven,
wordt nu in zijn geheel in het
geheugen opgeslagen.
Beschikbare tekens
Hoofdletters
ABCDEFGHIJ
KLMNOPQRST
UVW XYZ
Kleine letters
abcdefghij
klm nopqrst
uvwxyz
Cijfers en symbolen
0123456789
!”#$% &’()
+,–./:;<=
?@ _`
Opmerkingen:
• Als u probeert een naam toe te kennen aan een 41e
CD, verschijnt de vermelding “NAME FULL” op
de display om aan te geven dat u geen naam kunt
toekennen. (Verwijder in dit geval namen die u niet
wilt).
• Wanneer er een CD-wisselaar is aangesloten, kunt
u ook namen toekennen aan CD’s in de CDwisselaar. De namen kunnen ook op de display
worden weergegeven als u de CD’s in deze eenheid
plaatst.
spatie
spatie
spatie
*
>
NEDERLANDS
De ingevoerde tekens verwijderen
Volg de bovenstaande procedure en voer nu in
plaats van tekens spaties in.
31
Page 32
Werken met de vergrendeling
U kunt het gebruik van deze eenheid voor
onbevoegden onmogelijk maken.
Als u de vergrendeling wilt gebruiken, moet u
eerst een wachtwoord instellen. Als u dit hebt
gedaan, wordt u op het moment dat u de
eenheid voor de eerste keer na het wijzigen van
de installatie inschakelt (of nadat een lege accu
hebt opgeladen of vervangen) gevraagd het
wachtwoord in te voeren.
LET OP: Denk eraan dat u het ingestelde
wachtwoord niet vergeet. Als dit gebeurt, kunt
u de eenheid namelijk niet meer gebruiken.
Onthoud het wachtwoord dus en schrijf het
indien nodig op papier. U kunt uw wachtwoord
noteren in de daarvoor bestemde ruimte op
het voorblad.
Het wachtwoord registeren
Een wachtwoord bestaat uit 4 tekens. U kunt
voor uw wachtwoord kiezen uit de volgende
tekens: hoofdletters (A t/m Z), kleine letters
NEDERLANDS
(a t/m z) en cijfers (0 t/m 9).
1
Druk op beide toetsen en houd deze
gedurende minste 2 seconden
ingedrukt.
SEL
S
De eenheid is nu gereed voor het invoeren
van een wachtwoord.
3
Selecteer een letter.
CEQ
4
Verplaats de cursor voor het
RND
RPT
MO
ST
REG
AF
invoeren van tekens naar de positie
voor het volgende teken.
CEQ
5
Herhaal stap 2 t/m 4 tot u alle vier de
RND
RPT
MO
ST
REG
AF
tekens hebt ingevoerd.
6
V oltooi de instelling.
SEL
S
De normale bedieningsfunctie
wordt weer voor het toestel
geactiveerd.
PTY
TP
PTY
TP
32
CEQ
RPT
MO
ST
2
Selecteer de tekenset die u wilt
gebruiken.
DISP
D
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, selecteert u een
andere tekenset. De beschikbare
tekensets worden in deze
volgorde op de display aan u
aangeboden:
Kleine letters ( )Hoofdletters ( )
Cijfers en symbolen ( )
RND
PTY
TP
REG
AF
Hoe u de meegeleverde CODE-sticker
gebruikt
Plak de meegeleverde CODE-sticker op een
in het oog vallende plaats van de auto om
anderen erop te wijzen dat deze eenheid is
uitgerust met een beveiligingsfunctie en dat
onbevoegd gebruik onmogelijk is.
Page 33
Wanneer werkt de beveiligingsfunctie?
Wanneer u het wachtwoord eenmaal hebt
geregistreerd, verschijnt de vermelding
“” op de display en wordt u in de
volgende situaties naar het wachtwoord
gevraagd:
• Als u de eenheid voor de eerste keer
inschakelt nadat u de eenheid opnieuw hebt
geïnstalleerd.
• Als u de eenheid voor de eerste keer
inschakelt nadat u de accu van de auto hebt
vervangen.
U kunt deze eenheid gebruiken nadat u volgens
de onderstaande procedure het wachtwoord hebt
ingevoerd.
1 Druk op DISP (D) om de tekenset van uw
keuze te selecteren.
2 Draai de bedieningsschijf om een teken in te
voeren.
3 Druk op ¢ of 4 om de cursor voor
het invoeren van tekens te verplaatsen.
4 Herhaal stap 1 t/m 3 om het hele wachtwoord
(4 letters) correct in te voeren en druk
vervolgens op SEL (S).
•Nadat u het juiste wachtwoord hebt
ingevoerd, wordt de beveiliging ontgrendeld
en kunt u de eenheid gewoon gebruiken.
•In de volgende gevallen wordt de
beveiligingsfunctie niet geannuleerd (de
vermelding “NOT ACCEPT” verschijnt dan op
de display) en daarna schakelt de eenheid
zichzelf uit. (De eenheid zal niet meer zijn in
te schakelen, tenzij u op de voorzijde op de
Reset-toets drukt. Zie bladzijde 2).
– Wanneer er een verkeerd wachtwoord
wordt ingevoerd en op SEL (S) wordt
gedrukt.
– Indien u het juiste wachtwoord niet kunt
invoeren (ieder teken binnen 30
seconden).
Het wachtwoord wijzigen
Als u het wachtwoord wilt wijzigen nadat u dit
hebt geregistreerd, gaat u als volgt te werk:
1 Druk gedurende minste 2 seconden
tegelijkertijd op zowel SEL (S) en ¢.
De vermelding “” verschijnt op de
display.
2 Voer het huidige wachtwoord correct in en druk
op SEL (S).
De eenheid is nu klaar om een nieuw
wachtwoord op te slaan.
3 Voer een nieuw wachtwoord naar keuze in en
druk op SEL (S).
De normale bedieningsfunctie wordt weer voor
het toestel geactiveerd.
• Meer informatie over het registreren van een
wachtwoord treft u aan op bladzijde 32.
NEDERLANDS
Als u bij het opgeven van het wachtwoord
een verkeerd teken invoert
Druk op 4 om de cursor voor het invoeren van
tekens terug te plaatsen zodat deze op het verkeerde
teken staat en vervolgens herhaal stap 1 en 2 om het
juiste teken te selecteren.
33
Page 34
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR
Druk op ON CLOSE
TP/PTY DISPSEL
STDM
TP/PTY DISP
SEL
ST
SSM
BAND
ATT
MODE
D
7
SOURCE
SSM
BAND
MODE
M
MONOEQ
SOURCE
INT RPT RND
9
10
8
ATT
OFF
12
11
MONO
EQ
8
7
1
2
om de stroom in te
schakelen.
9
10
3
RND RPT INT
12
11
6
5
OFF
We raden u aan bij uw eenheid alleen gebruik te
maken van de CH-X-serie.
Als u een andere automatische CD-wisselaar in
uw bezit hebt, raden we u aan contact op te
nemen met uw JVC-dealer in auto-accessoires
voor meer informatie over de juiste aansluitingen.
• Bijv. Als u een CD-wisselaar uit de KD-MK serie
hebt, hebt u een kabel (KS-U15K) nodig om deze
met het apparaat te verbinden.
Alvorens uw automatische CD-wisselaar te
gebruiken:
• Lees de instructies door die bij uw
CD-wisselaar zijn geleverd.
NEDERLANDS
• Als er geen CD’s in de houder van de
CD-wisselaar aanwezig zijn of wanneer de
CD’s ondersteboven in de houder zitten,
verschijnt op het afleesvenster de tekst
“NO DISC”. Als dit gebeurt, moet u de
houder verwijderen en de CD’s op de juiste
wijze in de houder plaatsen.
• “NO MAG” verschijnt op het display indien er
geen magazijn in de CD-wisselaar is
geplaatst. U moet in dat geval een magazijn
in de CD-wisselaar plaatsen.
• Als op het afleesvenster de tekst “RESET 1”
– “RESET 8” verschijnt, is er iets fout met de
verbinding tussen dit apparaat en de
CD-wisselaar. Als dit gebeurt, moet u de
verbinding controleren, de
verbindingskabel(s) indien nodig stevig
vastmaken en dan op de Reset-toets van de
CD-wisselaar drukken.
CD’s afspelen
Selecteer de automatische CD-wisselaar
(CD-CH).
ATT
SOURCE
34
Elke keer wanneer u op deze toets
drukt, wordt er een andere
afspeelbron geselecteerd (zie
bladzijde 7).
Het afspelen begint bij de eerste
track van de eerste CD.
Alle tracks van alle CD’s worden
afgespeeld.
Nummer van
het muziekstuk
Verstreken afspeeltijd
CEQ
RND
RPT
MO
ST
PTY
TP
REG
AF
CD-nummer
Versneld vooruit afspelen en achteruit
afspelen van het muziekstuk
Druk tijdens het afspelen van een
CD op ¢ en houd deze toets
ingedrukt om het muziekstuk
versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een
CD op 4 en houd deze toets
ingedrukt om het muziekstuk
achteruit af te spelen.
Vorige of volgende tracks selecteren
Druk terwijl u een CD afspeelt korte
tijd op ¢ om naar het begin
van de volgende track te gaan. Elke
keer wanneer u op deze toets
drukt, gaat u naar de volgende
track, die vervolgens ten gehore
wordt gebracht.
Druk terwijl u een CD afspeelt korte
tijd op 4 om naar het begin
van de huidige track te gaan. Elke
keer wanneer u op deze toets
drukt, gaat u naar de vorige track,
die vervolgens ten gehore wordt
gebracht.
BBE
Page 35
Direct naar een bepaalde CD gaan
Druk op de nummertoets die correspondeert met
het nummer van de CD om het afspelen te laten
beginnen (tijdens weergave van de CDwisselaar).
EQ
MONO
7
1
2
9
8
35
10
RND RPT INT
12
11
6
• Nummer 1 – 6 selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Nummer 7 – 12 selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12) en houd deze toets
langer dan 1 seconde ingedrukt.
Nummer van
het muziekstuk
DIRECTORY
CD-nummer
Bijv.: Wanneer CD nummer 3 wordt geselecteerd.
Verstreken afspeeltijd
CEQ
RND
RPT
MO
ST
AF
REG
BBE
PTY
TP
De tekst van een CD met CD Text
weergeven
U kunt alleen informatie van CD’s met CD Text
weergeven wanneer er een automatisch CDwisselaar van JVC is aangesloten die is uitgerust
met de mogelijkheid om CD Text te lezen.
Zie de paragraaf “De tekst van een CD met CD
Text weergeven” op bladzijde 21 voor meer
informatie.
Kiezen van de
weergavefunctie
• Voor het uitvoeren van de onderstaande
stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure
wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid,
moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
Tracks in willekeurige volgorde afspelen
(Random Play)
BAND
MODE
M
RND
12
6
1 Druk op BAND MODE (M)
terwijl er een CD wordt
afgespeeld.
De vermelding “MODE”
verschijnt op de display.
2 Druk zolang de vermelding
“MODE” nog op de display
wordt weergegeven op RND
(random) zodat de indicator
RND op de display oplicht.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt er een
andere modus voor het in
willekeurige volgorde afspelen
van tracks geselecteerd, en
wel in deze volgorde:
CEQ
RND
RPT
MO
ST
Indicator RND
TP
REG
AF
RANDOM1RANDOM2
Uit, geen aanduiding
NEDERLANDS
Functie
RND
-indicator
Afspelen in
willekeurige volgorde
RANDOM1 Licht op. Alle muziekstukken van
de huidige CD, daarna
de muziekstukken van
de volgende CD
enzovoorts.
RANDOM2 Knippert. Alle muziekstukken van
alle CD’s in de CDhouder.
35
Page 36
Tracks herhaaldelijk afspelen (Repeat Play)
BAND
MODE
M
RPT
11
5
Nummer van het muziekstuk dat wordt afgespeeld
DIRECTORY
FILEDISC
1 Druk op BAND MODE (M)
terwijl er een CD wordt
afgespeeld.
De vermelding “MODE”
verschijnt op de display.
2 Druk zolang de vermelding
“MODE” nog op de display
wordt weergegeven op RPT
(repeat) zodat de indicator
RPT op de display oplicht.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt er een
andere modus voor het
herhaald afspelen van tracks
geselecteerd, en wel in deze
volgorde:
Alleen intro’s afspelen (Intro Scan)
BAND
MODE
M
INT
10
Nummer van het muziekstuk dat wordt afgespeeld
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
1 Druk op BAND MODE (M)
terwijl er een CD wordt
afgespeeld.
De vermelding “MODE”
verschijnt op de display.
2 Druk zolang de vermelding
“MODE” nog op de display
wordt weergegeven op INT
(intro scan).
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt er een
andere modus voor het
afspelen van intro’s
geselecteerd, en wel in deze
volgorde:
NEDERLANDS
CEQ
Indicator RPT
RND
RPT
MO
ST
TP
REG
AF
REPEAT1REPEAT2
Uit, geen aanduiding
Functie
REPEAT1 Licht op.Het spelende (of
REPEAT2 Knippert.Alle fragmenten van de
RPT
-indicator
Herhaling van...
ingestelde) fragment.
spelende (of ingestelde)
disc.
PTY
CEQ
RND
RPT
MO
ST
TP
REG
AF
INTRO1INTRO2
Uit, geen aanduiding
Functie
Indicatie
INTRO1Opnamenummer Van alle opnames
knippert.op alle
INTRO2Het CD-nummer Van de eerste
knippert.opname op iedere
Speelt het
begin (15
seconden)
ingebrachte discs.
ingebrachte disc.
36
Page 37
BEDIENING VAN EXTERNE APPARATEN
Druk op ON CLOSE
TP/PTY DISPSEL
STDM
TP/PTY DISP
SEL
ST
SSM
BAND
ATT
MODE
D
7
SOURCE
SSM
BAND
MODE
M
MONOEQ
8
SOURCE
9
ATT
INT RPT RND
10
OFF
12
11
MONO
EQ
8
7
1
2
om de stroom in te
schakelen.
9
10
3
RND RPT INT
11
6
5
OFF
12
Werken met een extern apparaat
Met een extern component aangesloten, kunt u
dat component voor weergave kiezen.
Opmerkingen voor de KD-LX333R:
• Zie de handleiding voor installatie/aansluiting
(apart boekje) voor details aangaande het
verbinden van het externe component.
• Indien het ingangsniveau van het met de LINE
INPUT aansluiting verbonden externe
component niet hoog genoeg is, moet u het
ingangsniveau verhogen.
Indien u het ingangsniveau namelijk niet
verhoogt, zal het geluidsniveau bij het
veranderen van bron te laag zijn. (Zie “Het
lijningangsniveau aanpassen — LINE ADJ” op
bladzijde 28).
Opmerkingen voor de KD-LX111R:
• U heeft voor het verbinden van een extern
component de lijningangsadapter KS-U57 (los
verkrijgbaar) nodig. Zie de handleiding voor
installeren/aansluiten (apart boekje).
• Alvorens het externe component met de
volgende handelingen te bedienen, moet u de
juiste externe ingang kiezen. (Zie “Het externe
apparaat selecteren — EXT INPUT” op
bladzijde 28).
Werken met een subwoofer
De volgende beschrijvingen zijn uitsluitend
voor de KD-LX333R.
Wanneer u aan de achterkant van de eenheid
een subwoofer hebt aangesloten op de
aansluiting met de markering SUBWOOFER
OUT, kunt u in uw auto genieten van een voller
basgeluid en een realistischere theaterweergave.
• Raadpleeg hiervoor de instructies die bij de
subwoofer werden meegeleverd.
Voer de volgende handelingen als vereist uit
indien u een subwoofer met het toestel heeft
verbonden.
Als u de afbreekfrequentie voor de subwoofer
wilt instellen, verwijzen we u naar de paragraaf
“De afbreekfrequentie voor de subwoofer
selecteren — WooferFreq” op bladzijde 28.
Voor het aanpassen van het uitvoervolume
van de subwoofer, verwijzen we u naar de
paragraaf “Geluid aanpassen” op bladzijde 22.
NEDERLANDS
1
Selecteer het externe apparaat.
ATT
SOURCE
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt er een andere
afspeelbron geselecteerd, en wel
in de volgorde zoals die op
bladzijde 7 staat beschreven.
2
Bedien het externe apparaat.
37
Page 38
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER
Druk op ON CLOSE
TP/PTY DISPSEL
STDM
TP/PTY DISP
SEL
ST
SSM
BAND
ATT
MODE
7
SOURCE
SSM
BAND
MODE
M
D
MONOEQ
SOURCE
INT RPT RND
9
10
8
ATT
OFF
12
11
MONO
EQ
8
7
1
2
om de stroom in te
schakelen.
9
10
3
11
5
RND RPT INT
6
OFF
12
We raden u aan om in combinatie met deze
eenheid DAB-tuner KT-DB1500 te gebruiken.
Neem contact op met de JVC-dealer in autoaccessoires als u een andere DAB-tuner hebt.
• Zie ook de instructies die bij de DAB-tuner
werden geleverd.
Wat is het DAB-system?
DAB is een van de digitale
radiozendsystemen die momenteel in gebruik
zijn. Met deze technologie is het mogelijk
CD’s af te spelen met hoge geluidskwaliteit
NEDERLANDS
zonder storingen en signaalvervorming.
U kunt er zelfs tekst, afbeeldingen en
gegevens mee versturen.
In tegenstelling tot FM-uitzendingen, waarbij
elk programma op een aparte frequentie
wordt uitgezonden, worden bij DAB
verschillende programma’s (die “services”
worden genoemd) met elkaar gecombineerd
tot een “ensemble”. Alleen wanneer u een
DAB-tuner op deze eenheid aansluit, kunt u
van deze DAB-services gebruik maken.
Afstemmen op een ensemble
en op een van de services
Een ensemble bestaat doorgaans uit 6 of meer
programma’s (services) die tegelijkertijd worden
uitgezonden. Nadat u op een ensemble hebt
afgestemd, kunt u kiezen naar welke service u
wilt luisteren.
1
Selecteer de DAB-tuner (DAB1 – 3).
ATT
SOURCE
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt er een andere
afspeelbron geselecteerd, en wel
in de volgorde zoals die op
bladzijde 7 staat beschreven.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1,
DAB2 of DAB3).
BAND
MODE
M
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt en houd, wordt er een
andere DAB-band geselecteerd,
en wel in deze volgorde:
D1
(DAB1)
D2
(DAB2)
(DAB3)
Opmerking:
Deze ontvanger is uitgerust met drie DABbanden (DAB1, DAB2, DAB3). U kunt met elke
DAB-band op een ensemble afstemmen.
3
Zoek een ensemble op.
Druk op ¢ afstemmen op
een ensemble met een hogere
frequentie.
Druk op 4 afstemmen
op een ensemble met een
lagere frequentie.
Zodra er een ensemble wordt gevonden,
wordt het zoeken gestaakt.
Als u het zoeken wilt stoppen nog
voordat er een ensemble is gevonden,
moet u de toets die u hebt ingedrukt om het
zoeken in gang te zetten nogmaals
indrukken.
D3
38
Page 39
4
Selecteer de service waarnaar u wilt
luisteren.
BAND
MODE
M
1 Druk op BAND MODE (M).
De vermelding “MODE”
verschijnt op de display.
2 Druk op¢ of 4om
de service van uw keuze te
selecteren zolang de
vermelding “MODE” op de
display staat.
De informatie op de display wijzigen
wanneer u op een ensemble afstemt
Normaliter wordt de naam van de service op de
display weergegeven.
Druk op DISP (D) als u wilt weten wat de naam
van het ensemble of de frequentie ervan is.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
verschijnt de volgende informatie gedurende een
korte tijd in het bovenste gedeelte van de display.
Naam van de service
DAB-frequenties in het
geheugen opslaan
Er kunnen maximaal 6 DAB-services voor elke
DAB-band (DAB1, DAB2 en DAB3) handmatig in
het geheugen worden opgeslagen.
1
Selecteer de DAB-tuner (DAB1 – 3).
ATT
SOURCE
BAND
MODE
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en
houd, wordt er een andere DAB-band
geselecteerd, en wel in deze volgorde:
1 Druk op SOURCE ATT om de
DAB-tuner als afspeelbron te
selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk
M
meerdere malen op BAND
MODE (M) ingedrukt om de
gewenste DAB-omroepband
te selecteren (DAB1, DAB2 of
DAB3).
D1
(DAB1)
D2
(DAB2)
D3
(DAB3)
NEDERLANDS
Naam van het ensemble
Kanaalnummer
Frequentie
Zonder zoeken afstemmen op een bepaald
ensemble:
1 Druk op SOURCE ATT om de DAB-tuner als
afspeelbron te selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk meerdere malen op
BAND MODE (M) ingedrukt om de gewenste
DAB-omroepband te selecteren (DAB1, DAB2
of DAB3).
3 Druk op ¢ of 4 en houd deze
gedurende minste 1 seconde ingedrukt.
4 Druk herhaaldelijk op¢ of 4 tot u
het ensemble van uw keuze bereikt.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen tot u de toets weer
loslaat.
2
Stem af op het ensemble van uw
keuze.
3
Selecteer de service van het
ensemble.
BAND
MODE
M
1 Druk op BAND MODE (M).
De vermelding “MODE”
verschijnt op de display.
2 Druk op¢ of 4 om
de service van uw keuze te
selecteren zolang de
vermelding “MODE” op de
display staat.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
39
Page 40
4
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld cijfertoets 1) waaronder u
de geselecteerde service wilt
opslaan en houd deze toets
gedurende minste 2 seconden
ingedrukt.
EQ
7
1
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CD
CEQ
De vermelding “P1” knippert gedurende
enkele seconden op de display.
5
Herhaal de bovenstaande procedure
RND
RPT
MO
ST
TP
als u nog andere DAB-services
achter voorkeuzetoetsen wilt
opslaan.
Opmerkingen:
NEDERLANDS
• Een reeds opgeslagen DAB-service verdwijnt uit het
geheugen wanneer u aan de desbetreffende
voorkeuzetoets een nieuwe DAB-service toekent.
• Opgeslagen DAB-services verdwijnen uit het
geheugen wanneer de stroomtoevoer naar het
geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld
wanneer u de batterijen vervangt). Als dit gebeurt,
zult u de DAB-services opnieuw moeten instellen.
Afstemmen op een
opgeslagen DAB-service
Het is heel eenvoudig om af te stemmen op een
DAB-service die u in het geheugen hebt
opgeslagen.
Onthoud dat u de service hiervoor eerst in het
geheugen moet opslaan en aan een
voorkeuzetoets moet toekennen. Hoe dit moet,
leest u op bladzijde 39.
1
Selecteer de DAB-tuner (DAB1 – 3).
ATT
PTY
SOURCE
BAND
MODE
M
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en
houd, wordt er een andere DAB-band
geselecteerd, en wel in deze volgorde:
2
Selecteer het nummer (1 t/m 6) voor
de DAB-service die u wilt
beluisteren.
EQ
1
1 Druk op SOURCE ATT om de
DAB-tuner als afspeelbron te
selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk
meerdere malen op BAND
MODE (M) en houd deze
ingedrukt om de gewenste
DAB-omroepband te
selecteren (DAB1, DAB2 of
DAB3).
7
D1
(DAB1)
MONO
8
2
D2
(DAB2)
9
35
10
D3
(DAB3)
11
RND RPT INT
12
6
40
Page 41
Wat u nog meer met DAB kunt
doen
Hetzelfde programma automatisch volgen
(alternatieve ontvangst)
Het is mogelijk om naar een programma te
blijven luisteren.
• Terwijl u een DAB-service ontvangt:
Als u in een streek rijdt waar u een service niet
kunt ontvangen, zal deze eenheid automatisch
afstemmen op een ander ensemble of een FM
RDS-zender die hetzelfde programma uitzendt.
• Terwijl u een FM RDS-station ontvangt:
Als u in een gebied rijdt waar een DAB-service
hetzelfde programma uitzendt als een FM
RDS-zender, stemt deze eenheid automatisch
op de DAB-service af.
Opmerking:
Bij het overschakelen van DAB naar FM en andersom
kan het weergaveniveau van het volume
onaangenaam toenemen of afnemen. Dat het
geluidsniveau toeneemt of afneemt, heeft niets met uw
ontvanger te maken, maar met de aansturing bij de
zender. Er is dus niets mis met uw ontvanger.
Om dit te voorkomen, kunt u het DAB volumeniveau
instellen (zie hieronder).
Instellen van het DAB volumeniveau
U kunt het ingangsniveau van de DAB tuner
instellen en in het geheugen vastleggen.
Wanneer het ingangsniveau eenmaal juist in
overeenstemming met het FM geluidsniveau
ingesteld is, hoeft u het volumeniveau niet iedere
keer bij het veranderen van bron opnieuw in te
stellen.
Bij het verlaten van de fabriek is het DAB
volumeniveau op “00” gesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene
instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 25.
1 Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2
seconden ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“DAB VOL (volume)” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om het
gewenste volume te kiezen.
U kunt het volume instellen op een waarde van
“–12” tot “12”.
4 Druk op SEL (S) om het instellen te voltooien.
Werken met alternatieve ontvangst
Bij het verlaten van de fabriek zijn standaard alle
alternatieve-ontvangstmogelijkheden
ingeschakeld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene
instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 25.
1 Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2
seconden ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“DAB AF (alternatieve frequentie)” te
selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf de gewenste modus
te selecteren.
• AF ON: Het programma wordt gevolgd
tussen het aanbod van DABservices en FM RDS-zenders
— alternatieve ontvangst. De
indicator AF op de display licht op
(zie bladzijde 12).
• AF OFF: Alternatieve ontvangst is
uitgeschakeld.
Opmerking:
Als alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is
ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie
ingeschakeld (zie bladzijde 12 voor RDS-zenders).
De netwerkfunctie kan echter niet worden
uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit
te schakelen.
4 Druk op SEL (S) om het instellen te voltooien.
NEDERLANDS
41
Page 42
PROBLEMEN OPLOSSEN
Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende
instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
Symptomen
• CD kan niet worden
afgespeeld.
• Geluid van de CD wordt soms
onderbroken.
• CD-R/CD-RW kan niet
worden afgespeeld.
• Overslaan van fragmenten
van de CD-R/CD-RW is niet
mogelijk.
• De vermelding “EJECT ERR”
verschijnt op de display en de
NEDERLANDS
CD kan niet worden verwijderd.
• Er verschijnt geen bericht op
de display, maar de CD kan
niet worden verwijderd.
Oorzaken
CD zit ondersteboven in het
apparaat.
U rijdt op een hobbelige weg.
Er zitten krassen op de CD.
Verkeerde verbindingen.
De CD-R/CD-RW is niet
afgerond (“finalized”).
Misschien werkt de CD-speler
niet goed meer.
Oplossingen
Plaats de CD op de juiste
manier in CD-lade.
Stop met afspelen op hobbelige
wegen.
Gebruik een andere CD.
Controleer kabels en
aansluitingen.
• Plaats een afgeronde CD-R/
CD-RW.
• Rond de CD-R/CD-RW met
de voor opname gebruikte
apparatuur af.
Druk gedurende minste 5
seconden op 4 .
Druk terwijl u op¢ drukt
tevens op de Reset-toets. Laat
de Reset-toets los en laat
daarna¢ los. (Pas op dat
u de CD niet laat vallen
wanneer deze wordt
verwijderd).
Pas het geluid aan totdat het
optimale niveau is bereikt.
Controleer de bedrading en de
verbindingen.
Leg de zenders handmatig
vast.
Zorg dat de antenne stevig vast
zit.
Page 43
Symptomen
• De vermelding “NO MAG”
verschijnt op de display.
Oorzaken
Er is geen magazijn in de CDwisselaar geladen.
Oplossingen
Plaats het magazijn.
• De vermelding “NO DISC”
verschijnt op de display.
• De vermelding “RESET 8”
verschijnt op de display.
• De vermelding “RESET 1”
– “RESET 7” verschijnt op de
display.
• Indien “ERR 20” tot “ERR 40”
op het display wordt getoond.
• De vermelding “”
verschijnt op de display.
• Het apparaat werkt helemaal
niet.
• De CD-wisselaar werkt niet.
Er bevindt zich geen CD in de
CD-lade.
Het apparaat is niet op de
juiste manier met de CDwisselaar verbonden.
Het mechanisme voor de
beweging van de afdekking
wordt door iets geblokkeerd.
De vergrendelingsvoorziening
is in gebruik.
Soms functioneert de
ingebouwde microcomputer
niet goed ten gevolge van
lawaai, enzovoorts.
Plaats een CD.
Verbind het apparaat en de
CD-wisselaar op de juiste
manier met elkaar en druk op
de Reset-toets van de CDwisselaar.
Druk op de Reset-toets van de
CD-wisselaar.
Druk op de terugsteltoets op het
bedieningspaneel. (Zie
bladzijde 2).
Controleer de beschrijving in
de handleiding voor installatie/
aansluiting (apart boekje)
indien de terugsteltoets niet
functioneert. (Bijv.: U heeft
langere schroeven dan
aangegeven gebruikt).
Voer het wachtwoord in.
(Zie bladzijde 33).
Druk op het bedieningspaneel
aan de voorzijde van de
eenheid op de Reset-toets.
(Zie bladzijde 2).
NEDERLANDS
43
Page 44
ONDERHOUD
Omgaan met CD’s
Deze eenheid is gemaakt om CD’s met de
onderstaande opdrukken af te spelen.
Op deze ontvanger kunt u al uw originele CD-R’s
(Recordable) en CD-RW’s (Rewritable) afspelen.
Er kunnen geen MP3-bestanden op deze
eenheid worden afgespeeld.
De manier waarop u met CD’s moet omgaan
Wanneer u een CD uit
het opbergdoosje haalt,
moet u het rondje in het
midden van de doos naar
beneden duwen en de CD
uit het doosje halen terwijl u
hem aan de rand vasthoudt.
• Houd de CD altijd aan de randen vast. Kom
Wanneer u de CD wilt opbergen, leg deze dan
zachtjes om het rondje in het midden (bedrukte
vlak naar boven).
• Berg de CD’s na gebruik altijd op in het doosje.
NEDERLANDS
CD’s schoonhouden
Het geluid kan verkeerd
worden weergegeven als
de CD vuil is. Als een CD
vuil wordt, moet u hem
afvegen met een zachte
doek door de doek in een
rechte lijn van het midden
naar de rand te bewegen.
COMPACT
DIGITAL AUDIO
Rondje in het midden
niet aan vlak met de opnames.
Condensvorming
In onderstaande gevallen kan zich condens
vormen op de lens in de CD-speler:
• Nadat de verwarming in de auto is aangezet.
• Wanneer het erg vochtig wordt in de auto.
Soms zal de CD-speler hierdoor niet meer goed
werken. In dat geval moet u de CD uit de CDlade halen en moet u het apparaat een paar uur
aan laten staan totdat het vocht is verdampt.
Als u een CD-R of CD-RW afspeelt
Zelfgemaakte CD-R’s (Recordable) en CD-RW’s
(Rewritable) kunnen alleen worden afgespeeld
als de eindbewerking (finalization) heeft
plaatsgevonden.
• U kunt uw originele CD-R’s en CD-RW’s
afspelen waarop muziek in de originele CDindeling is opgenomen. (Afspelen is misschien
niet mogelijk bij bepaalde, heel specifieke
opnamekenmerken of -omstandigheden).
• Lees alvorens een CD-R’s of CD-RW’s af te
spelen eerst de bij de disk meegeleverde
instructies aandachtig door.
• Bepaalde CD-R’s en CD-RW’s kunnen
mogelijk niet op deze eenheid worden
afgespeeld vanwege een heel specifieke
opnamemethode, vuil op beschadigingen op
de disk of een vuiltje op de lens.
• CD-R’s en CD-RW’s zijn uiterst gevoelig voor
hoge temperaturen en luchtvochtigheid. Laat
geen disks in uw auto achter.
• Voor CD-RW’s is soms een langere leestijd
nodig. (Dit heeft te maken met het feit dat de
weerkaatsing van CD-RW’s minder is dan van
CD’s).
Nieuwe CD’s afspelen
Sommige nieuwe CD’s
hebben oneffenheden
langs de binnenof buitenrand. Soms
worden dergelijke CD’s
door het apparaat
geweigerd.
U kunt deze oneffenheden
verwijderen door de randen
glad te wrijven met een
potlood, ballpoint enz.
Haperingen:
De CD kan haperen wanneer u op hobbelige
wegen rijdt. Het apparaat en de CD worden
hierdoor niet beschadigd, maar het is wel storend.
Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen
wanneer u op dergelijke wegen rijdt.
44
LET OP:
• Plaats geen 8 cm CD’s (CD-singles) in de CDlade. (Deze CD’s kunnen niet terugspringen).
• Plaats geen CD’s met een ongewone vorm
(bijvoorbeeld hartvormig) in de CD-lade; dit zal
problemen veroorzaken.
• Stel CD’s niet bloot aan direct zonlicht of een
andere warmtebron en leg ze niet neer op
plaatsen waar het zeer warm of vochtig is.
• Gebruik geen oplosmiddelen (zoals
reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray,
verdunningsmiddelen, wasbenzine, enz.) om
CD’s te reinigen.
Page 45
SPECIFICATIES
GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin:50 W per kanaal
Achterin: 50 W per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin:19 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Achterin: 19 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Belastingsimpedantie: 4 Ω (speling 4 Ω tot 8 Ω)
Regelbereik tonen:
Bass:±10 dB bij 100 Hz
Treble:±10 dB bij 10 kHz
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz
Signaal/ruisverhouding: 70 dB
Ingangsvermogen/Impedantie
(halfgeleider-laser)
Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo)
Weergavekarakteristiek: 5 Hz tot 20 000 Hz
Dynamisch vermogen: 96 dB
Signaal/ruisverhouding: 98 dB
Zweving: Minder dan de meetbare limiet
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 V
(speling 11 V tot 16 V)
Aardingssysteem: Negatieve aarding
Bedrijfstemperatuur: 0°C tot +40°C
Afmetingen (breedte × hoogte × diepte):
Afmetingen apparaat
(ten behoeve van installatie):
182 mm × 52 mm × 160 mm
Afmetingen paneel:
188 mm × 58 mm × 8 mm
Gewicht: 1,8 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving
worden gewijzigd.
NEDERLANDS
RADIO
Frequentiebereik:
FM:87,5 MHz tot 108,0 MHz
AM:(MG) 522 kHz tot 1 620 kHz
(LG) 144 kHz tot 279 kHz
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 Ω)
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 Ω)
Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):
65 dB
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 15 000 Hz
Stereo-scheiding: 30 dB
Vangbereik: 1,5 dB
[MG-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV
Selectiviteit: 35 dB
[LG-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
45
Page 46
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
JVC
0102MNMMDTTKREN, GE, FR, NL
Page 47
Canceling the demonstration / Deaktivieren der Demonstration / Annulation de la démonstration /
De demonstratie annuleren
1234
SEL
S
ENGLISH
When shipped from the factory,
demonstration has been
activated, and starts automatically
when no operations are done for
about 20 seconds.
• It is recommended to cancel the
demonstration before you use
the unit for the first time.
To cancel the demonstration,
follow the procedure below.
1 Press and hold SEL (S) for
more than 2 seconds so that
one of the PSM items
appears on the display.
2 Select “DEMO MODE” if not
shown on the display.
3 Select “DEMO OFF .”
4 Finish the setting.
To activate the demonstration
again, repeat the same
procedure and select “DEMO ON”
in step 3.
DEUTSCH
Die Demonstration ist werkseitig
aktiviert und wird automatisch
gestartet, wenn das Gerät 20
Sekunden lang nicht genutzt wird.
• Wir empfehlen, die
Demonstration zu deaktivieren,
bevor Sie das Gerät zum ersten
Mal verwenden.
So deaktivieren Sie die
Demonstration:
1 Drücken Sie die Taste SEL
(S), und halten Sie sie länger
als 2 Sekunden gedrückt, bis
eine der PSM-Elemente im
Display angezeigt wird.
2 Wählen Sie „DEMO MODE“
(Demomodus) sofern nicht
bereits im Display angezeigt
wird.
3 Wählen Sie „DEMO OFF“
(Demo aus).
4 Bestätigen Sie die Einstellung.
Wenn Sie die Demonstration
wieder aktivieren wollen,
wiederholen Sie die obigen
Schritte und wählen „DEMO ON“
(Demo ein) in Schritt 3.
SEL
S
FRANÇAIS
À l’expédition de l’usine, la
démonstration est en service et
celle-ci démarre
automatiquement quand aucune
opération n’est effectuée pendant
environ 20 secondes.
• Il est recommandé d’annuler la
démonstration avant d’utiliser
l’appareil pour la première fois.
Pour annuler la démonstration,
suivez la procédure ci-dessous.
1 Maintenez pressée SEL (S)
pendant plus de 2 secondes
de façon que l’un des
éléments PSM apparaisse sur
l’affichage.
2 Choisissez “DEMO MODE”
s’il n’apparaît pas sur
l’affichage.
3 Choisissez “DEMO OFF”.
4 Terminez le réglage.
Pour mettre de nouveau la
démonstration en service,
répétez la même procédure et
choisissez “DEMO ON” à l’étape
3.
NEDERLANDS
Wanneer dit product de fabriek
verlaat, is demonstratie
geactiveerd. De demonstratie zal
automatisch starten wanneer er 20
seconden lang geen handelingen
worden uitgevoerd.
• Het is raadzaam de
demonstratie te annuleren
voordat u het apparaat voor het
eerst gebruikt.
Zo annuleert u de demonstratie,
moet u de onderstaande
procedure volgen:
1 Druk op SEL (S) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de
display wordt weergegeven.
2 Selecteer de vermelding
“DEMO MODE” als deze al
niet meteen op de display
wordt weergegeven.
3 Selecteer de vermelding
“DEMO OFF”.
4 Voltooi de instelling.
U activeert de demonstratie
opnieuw door dezelfde procedure
te herhalen en in stap 3 “DEMO
ON” te selecteren.
PTC004400
Page 48
KD-LX333R/KD-LX111R
Installation/Connection Manual
Einbau/Anschlußanleitung
Manuel d’installation/raccordement
Handleiding voor installatie/aansluiting
PIM171400
[E/EX]
0102MNMMDTTKR
JVC
EN, GE, FR, NL
ENGLISH
• This unit is designed to operate on 12 V DC,
NEGATIVE ground electrical systems.
INSTALLATION
(IN-DASH MOUNTING)
• The following illustration shows a typical
installation. However, you should make
adjustments corresponding to your specific
car. If you have any questions or require
information regarding installation kits, consult
your JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealer
or a company supplying kits.
1
Remove the trim plate.
2
Remove the sleeve after disengaging the
sleeve locks.
1 Stand the unit.
Note: When you stand the unit, be
careful not to damage the fuse on the
rear.
2 Insert the 2 handles between the unit
and the sleeve, as illustrated, to
disengage the sleeve locks.
3 Remove the sleeve.
Note: Be sure to keep the handles for
future use after installing the unit.
3
Attach the trim plate.
4
Install the sleeve into the dashboard.
* After the sleeve is correctly installed into
the dashboard, bend the appropriate
tabs to hold the sleeve firmly in place, as
illustrated.
5
Fix the mounting bolt to the rear of the
unit’s body and place the rubber cushion
over the end of the bolt.
6
Do the required electrical connections.
7
Slide the unit into the sleeve until it is
locked by pressing the four corners of the
trim plate.
Note: Do not press the panel (shaded in
the illustration); otherwise, the panel may
become unable to open or close.
DEUTSCH
• Dieses Gerät ist für einen Betrieb in
elektrischen Anlagen mit 12 V Gleichstrom
und (–) Erdung ausgelegt.
EINBAU
(IM ARMATURENBRETT)
• Die folgende Abbildung zeigt einen typischen
Einbau. Dennoch müssen Sie entsprechend
Ihrem jeweiligen Auto Anpassungen
vornehmen. Bei irgendwelchen Fragen oder
wenn Sie Informationen hinsichtlich des
Einbausatzes brauchen, wenden Sie sich an
ihren JVC Autoradiohändler oder ein
Unternehmen das diese Einbausätze vertreibt.
1
Den Frontrahmen herausnehmen.
2
Die Halterung nach dem Entriegeln der
Halterungensperren herausnehmen.
1 Das Gerät aufstellen.
Hinweis: Beim Aufstellen des Geräts
darauf achten, daß die Sicherung auf der
Rückseite nicht beschädigt wird.
2 Die 2 Griffe zwischen dem Gerät und der
Halterung wie abgebildet einstecken und
die Halterungensperren entriegeln.
3 Die Halterung herausnehmen.
Hinweis: Sicherstellen, daß die Griffe für
künftigen Gebrauch nach dem Einbau
des Geräts aufbewahrt werden.
3
Befestigen Sie die Frontrahmen.
4
Die Halterung im Armaturenbrett einbauen.
* Nach dem korrekten Einbau der Halterung
im Armaturenbrett, die entsprechenden
Riegel umknicken, um die Halterung an
ihrem Platz zu sichern, siehe Abbildung.
5
Die Befestigungsschraube an der Rückseite
des Gerätekörpers befestigen und das Ende
der Schraube mit einem Gummipuffer
abdecken.
6
Nehmen Sie die erforderlichen elektrischen
Anschlüsse vor.
7
Schieben Sie das Gerät in die Halterung.
Das Gerät wird verriegelt, indem Sie auf die
vier Ecken des Frontrahmen drücken.
Hinweis: Drücken Sie nicht auf die Blende
(die in der Abbildung dunkelgetönt
dargestellt ist); anderenfalls läßt sich die
Blende weder öffnen noch schließen.
FRANÇAIS
•
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur
des sources de courant continu de 12 V à
masse NEGATIVE.
INSTALLATION (MONTAGE
DANS LE TABLEAU DE BORD)
•
L’illustration suivante est un exemple
d’installation typique. Cependant, vous devez
faire les ajustements correspondant à votre
voiture particulière. Si vous avez des
questions ou avez besoin d’information sur
des kits d’installation, consulter votre
revendeur d’autoradios JVC ou une
compagnie d’approvisionnement.
1
Retirer la plaque d’assemblage.
2
Libérer les verrous du manchon et retirer le
manchon.
1
Poser l’appareil à la verticale.
Remarque:
à la verticale, faire attention de ne pas
endommager le fusible situé sur l’arrière.
2
Insérer les 2 poignées entre l’appareil et
le manchon comme indiqué pour
désengagé les verrous de manchon.
3
Retirer le manchon.
Remarque:
poignées pour une utilisation ultérieur,
après l’installation de l’appareil.
3
Attachez la plaque d’assemblage.
4
Installer le manchon dans le tableau de bord.
* Après installation correcte du manchon
dans le tableau de bord, plier les bonnes
pattes pour maintenir fermement le
manchon en place, comme montré.
5
Monter le boulon de montage sur l’arrière du
corps de l’appareil puis passer l’amortisseur
en caoutchouc sur l’extrémité du boulon.
6
Réalisez les connexions électriques.
7
Faire glisser l’appareil dans le manchon
jusqu’à ce qu’il soit verrouillé en appuyant
sur les quatre coins de la plaque
d’assemblage.
Remarque:
(ombré sur l’illustration); sinon le panneau
risquerait de ne pas pouvoir s’ouvrir ou se
fermer.
Lorsque vous mettez l’appareil
S’assurer de garder les
N’appuyez pas sur le panneau
NEDERLANDS
• Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische
systemen die werken op 12 V gelijkstroom met
negatieve aarding.
INSTALLATIE (INBOUW IN
HET DASHBOARD)
• Op de volgende afbeelding kunt u zien hoe de
installatie, normaal gesproken, in zijn werk gaat. U
moet echter bij de installatie rekening houden met
de bijzonderheden van uw eigen auto. Neem bij
vragen of voor meer bijzonderheden over
inbouwpakketten contact op met uw JVC car audio
dealer of een dealer of een bedrijf dat
inbouwpakketten levert.
1
Verwijder de sierplaat.
2
Verwijder het huis nadat u de klemmen hebt
losgemaakt.
1 Zet het apparaat rechtop.
Opmerking: Wanneer u het apparaat
rechtop zet, moet u erop letten dat u de
zekering aan de achterkant niet beschadigt.
2 Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, tussen
het apparaat en het huis, om de klemmen los
te maken.
3 Verwijder het huis.
Opmerking: Bewaar de hendels nadat u het
apparaat hebt geïnstalleerd, zodat u ze ook in
de toekomst kunt gebruiken.
3
Bevestig de sierplaat.
4
Installeer het huis in het dashboard.
* Nadat het huis op de juiste wijze in het
dashboard is geplaatst, moet u de palletjes,
zoals afgebeeld, stevig op hun plaats duwen.
5
Maak de bevestigingsbout aan de achterkant van
het apparaat vast en plaats de rubberdop over het
uiteinde van de bout.
6
Breng de vereiste elektrische verbindingen tot
stand.
7
Schuif het apparaat in het huis totdat het
vergrendeld is, kunt u deze vastzetten door op de
vier hoeken van de sierplaat te drukken.
Opmerking: Druk niet op het paneel zelf
(gearceerd weergegeven in de illustratie); anders
kunt u het paneel zodanig beschadigen dat dit
niet meer kan worden geopend en gesloten.
1
2
Slot
Schlitz
Fente
Sleuf
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Fuse
Sicherung
Fusible
Zekering
Lock Plate
Arretierplättchen
Plaque de verrouillage
Vergrendelingsplaat
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
3
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
4
7
4
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
184 mm
53 mm
Mounting bolt
Befestigungsschraube
5
See “ELECTRICAL CONNECTIONS. ”
Siehe „ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE“.
Référez-vous “RACCORDEMENTS
*
6
ELECTRIQUES” .
Zie “ELEKTRISCHE VERBINDINGEN”.
Boulon de montage
Bevestigingsbout
TROUBLESHOOTING
• The fuse blows.
* Are the red and black leads connected correctly?
• Power cannot be turned on.
* Is the yellow lead connected?
• No sound from the speakers.
* Is the speaker output lead short-circuited?
• Sound is distorted.
* Is the speaker output lead grounded?
* Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
• Unit becomes hot.
* Is the speaker output lead grounded?
* Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
FEHLERSUCHE
• Die Sicherung brennt durch.
* Sind die roten und schwarzen Leitungen richtig
angeschlossen?
• Stromversorgung kann nicht eingeschaltet
werden.
* Ist die gelbe Leitung angeschlossen?
• Kein Ton aus den Lautsprechern.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung
kurzgeschlossen?
• T on verzerrt.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet?
* Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und
rechten Lautsprecher zusammen geerdet?
• Gerät wird heiß.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet?
* Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und
rechten Lautsprecher zusammen geerdet?
EN CAS DE DIFFICULTES
• Le fusible saute.
*
Les fils rouge et noir sont-ils racordés
correctement?
• L’appareil ne peut pas être mise sous tension.
*
Le fil jaune est-elle raccordée?
• Pas de son des enceintes.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il court-circuité?
• Le son est déformé.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
*
Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sontelles mises ensemble à la masse?
• L’appareil devient chaud.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
*
Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sontelles mises ensemble à la masse?
1
PROBLEMEN OPLOSSEN
• De zekering slaat door.
* Zijn de rode en de zwarte draden op de juiste manier
aangesloten?
• De stroom kan niet worden ingeschakeld.
* Is de gele draad aangesloten?
• Er komt geen geluid uit de speakers.
* Is de uitgaande speakerdraad kortgesloten?
• Het geluid wordt vervormd.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard?
* Zijn de minpolen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
• Het apparaat raakt verhit.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard?
* Zijn de minpolen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
Page 49
• When using the optional stay
• Beim Verwenden der Anker-Option
• Lors de l’utilisation du hauban en option
• Wanneer u de steun gebruikt (facultatief)
Washer
Unterlegscheibe
Rondelle
Sluitring
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
Fire wall
Feuerwand
Cloison
Brandscherm
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
Stay (option)
Anker (Option)
Hauban (en option)
Steun (facultatief)
Lock nut
Sicherungsmutter
Ecrou d’arrêt
Contra-moer
Screw (option)
Schraube (Option)
Vis (en option)
Schroef (facultatief)
• When installing the unit without using the sleeve
• Beim Einbau des Geräts ohne Halterung
• Lors de l’installation de l’appareil scans utiliser de manchon
• Wanneer u het apparaat zonder huis installeert
In a Toyota for example, first remove the car radio and install the unit in its place.
Zum Beispiel in einem Toyota zuerst das Autoradio ausbauen und dann das Gerät an seinem Platz einbauen.
Par exemple dans une Toyota, retirer d’abord l’autoradio et installer l’appareil à la place.
Voorbeeld: Bij een Toyota moet u eerst de autoradio verwijderen en daarna het apparaat installeren.
Note:When installing the unit on the mounting bracket, make sure to use the 6 mm-long screws. If longer screws are
Hinweis:Beim Anbringen des Gerät an der Konsole sicherstellen, daß 6 mm lange Schrauben verwendet werden.
Remarque:
Opmerking: Wanneer u het apparaat aan de bevestigingsklem vastmaakt, moet u de 6 mm lange schroeven gebruiken. Als u langere
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
Pocket
Taschen
Poche
Zak
used, they could damage the unit.
Werden längere Schrauben verwendet, können sie das Gerät beschädigen.
Lors de l’installation de l’appareil sur le support de montage, s’assurer d’utiliser des vis d’une longueur de
6 mm. Si des vis plus longues sont utilisées, elles peuvent endommager l’appareil.
schroeven gebruikt, kan het apparaat worden beschadigd.
* Not included with this unit.
* Nicht Teil dieses Geräts.
*
Non fourni avec cet appareil.
* Niet meegeleverd.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
Removing the unit
• Before removing the unit, release the rear
section.
1
Remove the trim plate.
2
Insert the 2 handles into the slots, as
shown. Then, while gently pulling the
handles away from each other, slide out the
unit. (Be sure to keep the handles after
installing it.)
1
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Parts list for installation and
connection
The following parts are provided with this unit.
After checking them, please set them correctly.
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Ausbau des Geräts
• Vor dem Ausbau des Geräts den hinteren Teil
freigeben.
1
Den Frontrahmen herausnehmen.
2
Die 2 Griffe in die Schlitze wie gezeigt
stecken. Dann die Griffe behutsam
auseinander ziehen und das Gerät
herausziehen. (Die Griffe nach dem
Einbau auf jeden Fall aufbewahren.)
Teileliste für den Einbau und
Anschluß
Die folgenden Teile werden zusammen mit
diesem Gerät geliefert.
Nach ihrer Überprüfung, die Teile richtig
einsetzen.
Handles
Griffe
Poignées
Hendels
Retrait de l’appareil
•
Av ant de retirer l’appareil, libérer la section arrière.
1
Retirer la plaque d’assemblage.
2
Introduire les 2 poignées dans les fentes,
comme montré. Puis, tout en tirant
doucement les poignées écartées, faire
glisser l’appareil pour le sortir.
(S’assurer
de conserver les poignées après
l’installation de l’appareil.)
2
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Liste des pièces pour l’installation et
raccordement
Les pièces suivantes sont fournies avec cet
appareil.
Après vérification, veuillez les placer
correctement.
Power cord
Stromkable
Cordon d’alimentation
Stroomkabel
Verwijderen van het apparaat
• Voordat u het apparaat verwijdert, moet u het
achtergedeelte losmaken.
1
Verwijder de sierplaat.
2
Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, in de
sleuven. Daarna duwt u de hendels zachtjes uit
elkaar en kunt u het apparaat naar buiten schuiven.
(Bewaar de hendels nadat u het apparaat
hebt geïnstalleerd!)
Lijst van onderdelen die u bij
installatie en aansluiting nodig hebt
De volgende onderdelen worden bij het apparaat
geleverd.
Installeer ze op de juiste wijze, nadat u ze hebt
gecontroleerd.
Remote controller
Fernbedienung
Télécommande
Afstandsbediening
Battery
Batterie
Pile
Batterij
CR2025
Washer (ø5)
Unterlegscheibe(ø5)
Rondelle (ø5)
Sluitring (ø5)
Lock nut (M5)
Sicherungsmutter (M5)
Ecrou d’arrêt (M5)
Contra-moer (M5)
ELECTRICAL CONNECTIONS
To prevent short circuits, we recommend that you
disconnect the battery’s negative terminal and
make all electrical connections before installing the
unit. If you are not sure how to install this unit
correctly, have it installed by a qualified technician.
Note:
This unit is designed to operate on 12 V DC,
NEGATIVE ground electrical systems. If your
vehicle does not have this system, a voltage
inverter is required, which can be purchased at JVC
IN-CAR ENTERTAINMENT dealers.
• Replace the fuse with one of the specified rating.
If the fuse blows frequently, consult your JVC INCAR ENTERTAINMENT dealer.
• If noise is a problem...
This unit incorporates a noise filter in the power
circuit. However, with some vehicles, clicking or
other unwanted noise may occur. If this happens,
connect the unit’s rear ground terminal (see
connection diagram) to the car’s chassis using
shorter and thicker cords, such as copper braiding
or gauge wire. If noise still persists, consult your
JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealer.
• Maximum input of the speakers should be no
more than 50 W at the rear and 50 W at the front,
with an impedance of 4 Ω to 8 Ω.
• Be sure to ground this unit to the car’s
chassis.
• The heat sink becomes very hot after use. Be
careful not to touch it when removing this unit.
Heat sink
Dissipateur de chaleur
Abstrahlblech
Warmte-opnemer
Mounting bolt (M5 x 20 mm)
Befestigungsschraube (M5 x 20 mm)
Boulon de montage (M5 x 20 mm)
Bevestigingsbout (M5 x 20 mm)
ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE
Zur Vermeidung von Kurzschlüssen empfehlen
wir, daß Sie den negativen Batterieanschluß
abtrennen und alle elektrischen Anschlüsse
herstellen, bevor das Gerät eingebaut wird. Sind
Sie sich über den richtigen Einbau des Geräts
nicht sicher, lassen Sie es von einem qualifizierten
Techniker einbauen.
Hinweis:
Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen
Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung
ausgelegt. Verfügt Ihr Fahrzeug nicht über diese
Anlage, ist ein Spannungsinverter erforderlich, der
bei JVC Autoradiohändler erworben werden kann.
• Die Sicherung mit einer der entsprechenden
Nennleistung ersetzen. Brennt die Sicherung
häufig durch, wenden Sie sich an ihren JVC
Autoradiohändler.
• Sind Störgeräusche ein Problem...
Dieses Gerät enthält ein Störfilter im Stromkreis.
Bei manchen Fahrzeugen kann jedoch ein
Klicken oder andere unerwünschte
Störgeräusche auftreten. Sollte das der Fall sein,
die hintere Erdungscanschlußklemme (siehe
Schaltplan) des Geräts am Fahrwerk des Fahrzeugs
anschließen, dabei kürzere und dickere Kabel wie
beispielsweise Kupfergeflechtdraht oder Stahldraht
verwenden. Bleibt Störgeräusch bestehen, wenden
Sie sich an Ihren JVC Autoradiohändler.
• Maximale Eingangsleistung der Lautsprecher
sollte nicht mehr als 50 W hinten und 50 W
vorne sein, mit einer Impedanz von 4 Ω bis 8 Ω.
• Sicherstellen, daß das Gerät am Fahrwerk
geerdet wird.
• Das Abstrahlblech wird nach dem Gebrauch
sehr heiß. Beim Ausbau des Geräts darauf
achten, das Abstrahlblech nicht zu berühren.
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
RACCORDEMENTS ELECTRIQUES
Pour éviter tout court-circuit, nous vous
recommandons de débrancher la borne négative
de la batterie et d’effectuer tous les raccordements
électriques avant d’installer l’appareil. Si l’on n’est
pas sûr de pouvoir installer correctement cet
appareil, le faire installer par un technicien qualifié.
Remarque:
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des
sources de courant continu de
NEGATIVE
d’alimentation, il vous faut un convertisseur de
tension, que vous pouvez acheter chez un
revendeur d’autoradios JVC.
•
Remplacer le fusible par un de la valeur
précisée. Si le fusible saute souvent, consulter
votre revendeur d’autoradios JVC.
•
Si le bruit est un problème...
Cet appareil incorpore un filtre de bruit dans le
circuit d’alimentation. Cependant, avec certains
véhicules, quelques claquements ou autres
bruits non désirés risquent de se produire. Si
cela arrive, raccorder la
masse
le diagramme de raccordement) en utiliscant des
cordons les plus gros et les plus courts
possibles telle qu’une barre de cuivre ou une
tresse. Si le bruit persiste, consulter votre
revendeur d’autoradios JVC.
•
La puisscance admissible des enceintes devrait
n’être pas plus qu’ c 50 W à l’arrière et à 50 W
l’avant, avec une impédance de
• S’assurer de raccorder la mise à la masse de
cet appareil au châssis de la voiture.
Le dissipateur de chaleur devient très chaud
•
après usage. Faire attention de ne pas le
toucher en retirant cet appareil.
. Si votre véhicule n’offre pas ce type
de l’appareil au châssis de la voiture (voir
12 V à masse
borne arrière de
4 Ω à 8 Ω
.
Only for KD-LX333R
Ausschliesslich Modell KD-LX333R
Seulement pour le KD-LX333R
Uitsluitend voor de KD-LX333R
ELEKTRISCHE VERBINDINGEN
Om kortsluiting te voorkomen adviseren wij u om de
minpool van de accu los te maken en alle elektrische
verbindingen tot stand te brengen voordat u het apparaat
in de auto installeert. Als u niet zeker weet hoe u dit
apparaat moet installeren, kunt u dit beter door een
daartoe gekwalificeerde technicus laten doen.
Opmerking:
Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische
systemen die werken op 12 V gelijkstroom metnegatieve aarding. Als uw auto niet is uitgerust met
een dergelijk systeem, is een spanningsomzetter vereist.
Dit instrument kan worden aangeschaft bij JVC car audio
dealers.
• Vervang de zekering door een exemplaar met het
aangegeven vermogen. Als de zekering vaak doorslaat,
moet u uw JVC car audio dealer raadplegen.
• Als u geluidsproblemen hebt…
De krachtschakeling van dit apparaat heeft een
ingebouwd geluidsfilter. In sommige voertuigen zijn
tikgeluiden of andere ongewenste geluiden te horen. Als
dit gebeurt, moet u de massaklem aan deachterkant (zie aansluitingsschema) aan het chassis
van de auto vastmaken met behulp van een kortere en
dikkere kabel, zoals kopermanteldraad of tellerkabel.
Als het geluid niet verdwijnt, moet u contact opnemen
met uw JVC car audio dealer.
• Het maximum ingangsvermogen van de speakers moet
achterin niet meer dan 50 W zijn en voorin 50 W, met
een impedantie van 4 Ω tot 8 Ω.
• Zorg ervoor dat dit apparaat door middel van
een aardkabel is verbonden met het chassis
van de auto.
• De warmte-opnemer kan na gebruik erg heet worden.
Raak de warmte-opnemer niet aan wanneer u dit
apparaat van zijn plaats haalt.
Connecting the leads / Anschließen der Leitungen / Raccordement des fils / Aansluiting van de gekleurde draden
Twist the core wires when connecting.
Die Kerndrähte beim Anschließen
verdrehen.
Torsader les âmes des fils en les
raccordant.
Draai de kerndraden om elkaar heen
wanneer u ze wilt aansluiten.
Solder the core wires to connect them securely.
Die Kerndrähte anlöten, um sie fest anzuschließen.
Souder les âmes des fils pour les raccorder entre eux
de façon sûre.
Soldeer de kerndraden zodat ze stevig vast zitten.
2
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
• To prevent short-circuit, cover the terminals of the UNUSED leads with insulating tape.
• Zur Vermeidung eines Kurzschlusses die Anschlußklemmen der NICHT
VERWENDETEN Leitungen mit Isolierklebeband umwickeln.
•
Pour éviter les court-circuits, couvrir les bornes des fils qui ne sont PAS utilisés
avec de la bande isolante.
• Om kortsluiting te voorkomen, moet u de aansluitklemmen van ONGEBRUIKTE
gekleurde draden met isolatieband bedekken.
Page 50
ENGLISH
A If your car is equipped with the ISO connecter
Wenn Ihr Auto mit ISO-Steckern ausgestattet ist
Si votre voiture est équippée d’un connecteur ISO
Indien uw auto is uitgerust met de ISO-connector
• Connect the ISO connectors as illustrated.
• Die ISO-Stecker wie abgebildet anschließen.
Connectez les connecteurs ISO comme montré sur l’illustration.
•
• Sluit de ISO-connectoren aan zoals op het voorbeeld is aangegeven.
A1
B1
A2
B2
A3
B3
A4
B4
ISO connector of the supplied power cord
A1
B1
A2
B2
A3
B3
A4
B4
View from the lead side
Ansicht von der Leitungsseite
Vue à partir du côté des fils
Aanzicht vanaf het snoer
ISO-Stecker am Stromkabel
Connecteur ISO pour le cordon
d’alimentation fourni
ISO-connector van het meegeleverde snoer
DEUTSCH
From the car body
Von der Karosserie
De la carrosserie de la voiture
Vanaf de auto
FRANÇAIS
NEDERLANDS
For some VW/Audi or Opel (Vauxhall) automobile
Für manche VW/Audi oder Opel (Vauxhall) Fahrzeuge
Pour certaine voiture VW/Audi ou Opel (Vauxhall)
Voor bepaalde modellen VW/Audi of Opel (Vauxhall) geldt
You may need to modify the wiring of the supplied power cord as illustrated.
• Contact your authorized car dealer before installing this unit.
Sie müssen evtl. die Verdrahtung des mitgelieferten Stromkabels wie abgebildet ändern.
• Wenden Sie sich an Ihre Vertragswerkstatt, bevor Sie das Gerät einbauen.
Vous aurrez peut-être besoin de modifier le câblage du cordon d’alimentation fourni comme montré sur l’illustration.
•
Contactez votre revendeur automobile autorisé avant d’installer l’appareil.
Wellicht moet u de bedrading van het meegeleverde snoer als in het voorbeeld aanpassen.
• Neem contact op met uw offici’le autodealer alvorens dit apparaat te installeren.
Original wiring
Originalverdrahtung
Câblage original
Originele bedrading
Modified wiring 1
Geänderte
Verdrahtung 1
Câblage modifié
Aangepaste bedrading 1
Modified wiring 2
Geänderte
Verdrahtung 2
Câblage modifié
Aangepaste bedrading 2
1
2
ISO connector
ISO-Stecker
Connecteur ISO
ISO-connector
Yellow/Gelb
Red/
Rot/
Rouge/
Rood
Yellow/Gelb
Red/Rot/
Rouge/
Rood
Red/Rot/
Rouge/
Rood
/Jaune/
GeelYellow/Gelb
Red/Rot/
Rouge/
Rood
/Jaune/
Geel
Red/Rot/
Rouge/
Rood
/Jaune/
Geel
Red/Rot/
Rouge/
Rood
Red/Rot/
Yellow/Gelb
Red/Rot/
Yellow/Gelb
/Jaune/
Rouge/
/Jaune/
Rouge/
/Jaune/
Red/Rot/
Rouge/
Geel
Rood
Geel
Rood
GeelYellow/Gelb
Rood
Use modified wiring 2 if the unit does not turn on.
Geänderte Verdrahtung 2 verwenden, wenn das
Gerät so nicht an geht.
Utilisez le câblage modifié 2 si l’appareil ne se met
pas sous tension.
Pas de bedrading 2 aan indien het apparaat niet reageert
bij inschakelen.
B Connections without using the ISO connecters / Anschlüsse ohne ISO-Stecker / Connexions sans l’utilisation des connecteurs ISO / Verbindingen
zonder ISO-connectoren
Before connecting: Check the wiring in the vehicle
carefully. Incorrect connection may cause serious
damage to this unit.
The leads of the power cord and those of the connector
from the car body may be different in colour.
1
Cut the ISO connector.
2
Connect the colored leads of the power cord to the
car battery, speakers and power aerial (if any) in the
following sequence.
1 Black: ground
2 Yellow: to car battery (constant 12 V)
3 Red: to an accessory terminal
4 Blue with white stripe: to power aerial (200 mA
max.)
5 Orange with white stripe: to car light control
switch
6 Brown: to cellular phone system (for details, refer
to the instructions of the cellular phone.)
7 Others: to speakers
3
Connect the aerial cord.
4
Finally connect the wiring harness to the unit.
Cut the ISO connector
1
Aerial terminal
Antennenanschlußklemme
Borne de l’antenne
Aansluitpunt antenne
Rear ground terminal
Hintere Erdungscan–
schlußklemme
Borne arrière de
masse
Massaklem aan de
achterkant
LINE OUT
(see diagram C )
(siehe Schaltplan C )
(voir le diagramme C )
(zie schema C )
*1: Before checking the operation of this unit prior to installation,
this lead must be connected, otherwise power cannot be
turned on.
*1: Vor der Überprüfung der Funktionsfähigkeit des Geräts vor
dem Einbau, muß diese Leitung angeschlossen werden,
da sonst die Stromversorgung nicht eingeschaltet werden
kann.
*1: Pour vérifier le fonctionnement de cet appareil avant
installation, ce fil doit être raccordé, sinon l’appareil ne peut
pas être mis sous tension.
*1: Voordat u controleert of het apparaat werkt (alvorens het te
installeren), moet deze draad aangesloten zijn. Als dit niet het
geval is, kan de stroom niet worden ingeschakeld.
SUBWOOFER OUT
(KD-LX333R)
(see diagram C )
(siehe Schaltplan C )
(voir le diagramme C )
(zie schema C )
LINE IN (KD-LX333R)
(see diagram C )
(siehe Schaltplan C )
(voir le diagramme C )
(zie schema C )
Den ISO Stecker abscheiden
Coupez le connecteur ISO
Knip de connector los
To aerial
Zur Antenne
A l’antenne
Naar de antenne
2
Vor dem Anschließen: Die Verdrahtung im Fahrzeug
sorgfältig überprüfen. Falsche Anschlüsse können
ernsthafte Schäden am Gerät hervorrufen.
Die Leiter des Stromkabels und die Leiter des
Anschlusses im Fahrzeug können sich farblich
unterscheiden.
1
Den ISO-Stecker abschneiden.
2
Die farbigen Leitungen des
Spannunsgversorgungskabels an der Autobatterie,
den Lautsprechern und dem Motorantenne (sofern
vorhanden) in folgender Reihenfolge anschließen.
1 Schwarz: Erdung
2 Gelb: an Autobatterie (konstant 12 V)
3 Rot: zur einer Zubehöranschlußklemme
4 Blau mit weißem Streifen: zur Motorantenne
(max. 200 mA)
5 Orange mit weißem Streifen: zur Autolichtschalter
6 Braun: zur Mobiltelefon (weitere informationen
entnehmen Sie bitte der Bedienungscanleitung
des Mobiltelefons.)
7 Andere: zur Lautsprecher
3
Das Antennenkabel anschließen.
4
Die Kabelbäume am Gerät anschließen.
CD changer or another external
component
CD-Wechsler oder eine andere
externe Komponente
Changeur CD JVC ou autre appareil
3
15
15 A fuse
15 A Sicherung
Fusible 15 A
Zekering 15 A
extérieur
CD-wisselaar of een ander extern
apparaat
4
Black
Schwarz
Noir
A4
Zwart
1
1
Yellow*
1
Gelb*
1
Jaune*
1
Geel *
Red
Rot
Rouge
Rood
Blue with white stripe
Blau mit weißem Streifen
Bleu avec bande blanche
Blauw met witte streep
Orange with white stripe
Orange mit weißem Streifen
Orange avec bande blanche
Oranje met witte streep
Brown / Braun /
A2
Marron /
To metallic body or chassis of the car
Zur metallenen Karosserie oder zum Fahrwerk des Autos
Au corps métallique ou châssis de la voiture
Naar metalen ondergrond of chassis van de auto
To a live terminal in the fuse block connecting to the car battery
(bypassing the ignition switch)
Zur einer stromführenden Anschlußklemme im Sicherungsblock zum
Anschließen an die Autobatterie (Umgehen des Zündschalters)
2
À une borne sous tension du porte-fusible connectée à la batterie de la
voiture (en dérivant l’interrupteur d’allumage)
Naar een onder spanning staande aansluitklem in het zekeringblok die is
aangesloten op de accu van de auto (u passeert de ontstekingsschakelaar)
B4
3
Avant de commencer la connexion:
attentivement le câblage du véhicule. Une connexion
incorrecte peut endommager sérieusement l’appareil.
Le fil du cordon d’alimentation et ceux des connecteurs
du châssis de la voiture peuvent être différents en couleur .
1
Coupez le connecteur ISO.
2
Connectez les fils de couleur du cordon
d’alimentation à la batterie de la voiture, aux
enceintes et à l’antenne automatique (s’il y en a
une) dans l’ordre suivant.
1
Noir: à la masse
2
Jaune: à la batterie de la voiture (12 V constant)
3
Rouge: à une borne accessoire
4
Bleu avec bande blanche: à l’antenne
automatique (200 mA max.)
5
Orange avec bande blanche: à l’interrupteur
d’éclairage de la voiture
6
Marron: à un système de téléphone cellulaire
(pour les détails, se référer aux instructions du
téléphone cellulaire.)
7
Autres: aux enceintes
3
Connectez le cordon d’antenne.
4
Finalement, connectez le faisceau de fils à l’appareil.
When connecting a CD changer, we recommend to use one of the CH-X series CD changers.
• If your CD changer is one of the KD-MK series, you need an optional cord (KS-U15K).
You can also use an external component such as a portable MD player by connecting the Line Input Adaptor
KS-U57 (not supplied). (See diagram C .) (Only for KD-LX111R.)
Wenn Sie einen CD-Wechsler anschließen möchten, empfiehlt es sich, einen CD-Wechsler der Modellreihe
CH-X zu verwenden.
• Wenn Ihr CD-Wechsler zur Modellreihe KD-MK gehören, benötigen Sie ein anderes Kabel (KS-U15K).
Sie können auch eine externe Komponente, z.B. einen tragbaren MD-Spieler, verwenden, wenn Sie den (nicht
zum Lieferumfang gehörenden) Line-Eingangsadapter KS-U57 anschließen. (Siehe Schaltplan C .)
(Ausschliesslich Modell KD-LX111R.)
Lors de la connexion d’un changeur CD , nous v ous recommandons d’utiliser un des changeurs CD de la série CH-X.
• Si votre changeur appartient à la série KD-MK, vous avez besoin d’un cordon optionnel (KS-U15K).
Vous pouvez aussi utiliser un appareil extérieur tel qu’un lecteur de MD en connectant l’adaptateur d’entrée de
ligne KS-U57 (non fourni). (Voir le diagramme C..) (Seulement pour le KD-LX111R.)
Voor het aansluiten van een CD-wisselaar raden we een wisselaar uit de CH-X-serie aan.
• Als de CD-wisselaar die u wilt aansluiten uit de KD-MK-serie komt, hebt u een extra kabel nodig (KS-U15K).
Het is ook mogelijk een extern apparaat zoals een draagbare MD-speler aan te sluiten met behulp van de Line Input
Adapter KS-U57 (niet meegeleverd). (Zie schema C .) (Uitsluitend voor de KD-LX111R.)
Not included with this unit / Wird nicht mit Gerät mitgeliefert /
*
Non fourni avec cet appareil
To an accessory terminal in the fuse block
Zur einer Zubehöranschlußklemme im Sicherungsblock
À une borne accessoire du porte-fusible
Naar een aansluitklem in het zekeringblok
B3
Bruin
To power aerial if any
Zur Motorantenne, sofern vorhanden
4
À l’antenne automatique s’il y en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
/ Niet bij het apparaat inbegrepen
Vérifiez
(ILLUMINATION)
Alvorens de verbindingen tot stand te brengen:
Moet u de bedrading in de auto zorgvuldig. Het apparaat kan
door verkeerde verbindingen ernstige schade oplopen.
De draden van het stroomsnoer verschillen mogelijk van
kleur metde aansluitingen op het chassis van de auto.
1
Knip de ISO-connector los.
2
Sluit de gekleurde snoerdraden van de stroomkable in de
hierna genoemde volgorde aan op de accu van de auto,
de luidsprekers en de antenne (indien aanwezig).
1 Zwart: aarde
2 Geel: naar de accu van de auto (constant 12 V)
3 Rood: naar de aansluitklem van de accessoire
4 Blauw met witte streep: naar de antenne
(Max. 200 mA)
5 Oranje met witte streep: naar de schakelaar voor de
autoverlichting
6 Bruin: naar het mobiele-telefoonsysteem (lees voor
meer informatie de instructies die bij de mobiele
telefoon worden geleverd.)
7 Andere: naar de speakers
3
Sluit de antenne aan.
4
Verbind de draadbundel daarna met het apparaat.
Ignition switch
*
*
A3
5
A1
6
Zündschalter
Interrupteur d’allumage
Contactschakelaar
Fuse block
Sicherungsblock
Porte-fusible
Zekeringblok
To car light control switch
Zur Autolichtschalter
À l’interrupteur d’éclairage de la voiture
Naar de schakelaar voor de autoverlichting
To cellular phone system
Zur Mobiltelefon
À un système de téléphone cellulaire
Naar het mobiele-telefoonsysteem
White with black stripe
Weiß mit schwarzem Streifen
Blanc avec bande noire
Wit met zwarte streep
A3
B3
White
Weiß
Blanc
Wit
Left speaker (front)
Linker Lautsprecher (vorne)
Enceinte gauche (avant)
Linkerspeaker (voorin)
7
Gray with black stripe
Grau mit schwarzem Streifen
Gris avec bande noire
Grijs met zwarte streep
B2 A4
A2
Green with black stripe
Gray
Grün mit schwarzem
Grau
Streifen
Gris
V ert avec bande noire
Grijs
Groen met zwarte streep
Right speaker (front)
Rechter Lautsprecher (vorne)
Enceinte droit (avant)
Rechterspeaker (voorin)
3
B4
Green
Purple with black stripe
Grün
Lila mit schwarzem
Vert
Streifen
Groen
Violet avec bande noire
Paars met zwarte streep
Left speaker (rear)
Linker Lautsprecher (hinten)
Enceinte gauche (arrière)
Linkerspeaker (achterin)
A1
B1
Purple
Lila
Violet
Paars
Right speaker (rear)
Rechter Lautsprecher
(hinten)
Enceinte droit (arrière)
Rechterspeaker (achterin)
Page 51
PRECAUTIONS on power supply and
speaker connections:
• DO NOT connect the speaker leads of the power
cord to the car battery; otherwise, the unit will
be seriously damaged.
• Connect the black lead (ground), yellow lead (to car
battery, constant 12 V), and red lead (to an
accessory terminal) correctly.
• BEFORE connecting the speaker leads of the
power cord to the speakers, check the speaker
wiring in your car.
– If the speaker wiring in your car is as
illustrated in Fig. 1 and Fig. 2 below, DO NOT
connect the unit using that original speaker
wiring. If you do, the unit will be seriously
damaged.
Redo the speaker wiring so that you can connect
the unit to the speakers as illustrated in Fig. 3.
– If the speaker wiring in your car is as
illustrated in Fig. 3, you can connect the unit
using the original speaker wiring in your car.
– If you are not sure of the speaker wiring of your car ,
consult your JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealer.
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
Fig. 1Fig. 2Fig. 3
+
L
-
+
R
-
VORSICHTSMASSREGELN beim
Anschließen der Stromversorgung
und Lautsprecher:
• Die Lautsprecherleitungen des Netzkabels
NICHT an der Autobatterie anschließen, da
sonst das Gerät schwer beschädigt wird.
• Die schwarze Leitung (Erdung), die gelbe Leitung
(zur Autobatterie, konstant 12 V) und die rote
Leitung (zur Zubehöranschlußklemme) richtig
anschließen.
• VOR dem Anschließen der Lautsprecherleitungen
des Spannunsgversorgungskabels an die
Lautsprecher, die Lautsprecherverdrahtung in Ihrem
Auto überprüfen.
– Ist die Lautsprecherverdrahtung wie unten in
“Fig. 1” und “Fig. 2” abgebildet, das Gerät
NICHT mit der Originalverdrahtung der
Lautsprecher anschließen, da sonst das Gerät
schwer beschädigt wird.
Die Lautsprecherverdrahtung erneuern, so daß Sie
das Gerät an den Lautsprechern wie in “Fig. 3”
abgebildet anschließen können.
– Ist die Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto
+
-
+
-
wie in “Fig. 3” abgebildet, können Sie das
Gerät mit der Originalverdrahtung der
Lautsprecher in Ihrem Auto anschließen.
– Sind Sie sich über die Lautsprecherverdrahtung
in Ihrem Auto nicht sicher, wenden Sie sich an
Ihren Autohändler.
PRECAUTIONS sur l’alimentation et
la connexion des enceintes:
• NE CONNECTEZ PAS les fils d’enceintes du
cordon d’alimentation à la batterie; sinon,
l’appareil serait sérieusement endommagé.
•
Connectez correctement le fil noir (a la masse), le fil
jaune (a la batterie de la voiture,12 V constant) et le
fil rouge (à la prise accessoire).
•
AVANT de connecter les fils d’enceintes du cordon
d’alimentation aux enceintes, vérifiez le câblage
des enceintes de votre voiture.
–
Si le câblage des enceintes de votre voiture
est comme montré sur la Fig. 1 ou Fig. 2
ci-dessous,
utiliscant ce câblage original des enceintes. Si
vous le faites, l’appareil sera sérieusement
endommagé.
Recommencez le câblage des enceintes de façon
que vous puissiez connecter l’appareil aux
enceintes comme montré sur la Fig. 3.
–
Si le câblage des enceintes de votre voiture
est comme montré sur la Fig. 3,
connecter l’appareil en utiliscant ce câblage
original d’enceintes pour votre voiture.
– Si vous n’êtes pas sûrs du câblage d’enceintes de
votre voiture, consulter le concessionnaire de
votre voiture.
NE CONNECTEZ PAS l’appareil en
vous pouvez
VOORZORGSMAATREGELEN bij het
verbinden van de
stroomkabeldraad met de speakers:
• Verbind de speakerdraden van de stroomkabel
NIET met de accu van de auto; als u dit wel
doet, zal het apparaat ernstige schade oplopen.
• Sluit de zwarte draad (aarde), de gele draad (naar de accu
van de auto, constant 12 V) en de rode draad (naar de
aansluitklem van de accessoire) op de juiste wijze aan.
• VOORDAT u de speakerdraden van de stroomkabel met
de speakers verbindt, moet u de bedrading van de
speakers in uw auto controleren.
– Als de bedrading van de speakers eruitziet
zoals hieronder staat afgebeeld in Fig. 1 en
Fig. 2, mag het apparaat NIET worden aangesloten
met behulp van deze oorspronkelijke
speakerbedrading. Als u dat wel doet, zal het apparaat
ernstige schade oplopen.
Pas de bedrading van de speakers aan, zodat u het
apparaat met de speakers kunt verbinden, zoals staat
afgebeeld in Fig. 3.
– Als de bedrading van de speakers eruitziet
zoals staat afgebeeld in Fig. 3, kunt u het
apparaat aansluiten met behulp van de oorspronkelijke
speakerbedrading in uw auto.
– Als u twijfels hebt over de speakerbedrading in uw
auto, moet u contact opnemen met uw autodealer.
C Connections Adding Other Equipment / Anschlüsse zum Hinzufügen von anderer Ausrüstung / Raccordement pour ajouter d’autres appareils /
Aansluitingen voor het toevoegen van andere apparatuur
You can connect an amplifier and other equipment to
upgrade your car stereo system.
• Connect the remote lead (blue with white stripe) to
the remote lead of the other equipment so that it can
be controlled through this unit.
• For amplifier only:
– Connect this unit’s line-out terminals to the
amplifier’s line-in terminals.
– Disconnect the speakers from this unit,
connect them to the amplifier. Leave the
speaker leads of this unit unused.
– Only for KD-LX333R: The line output level of this
unit is kept high to maintain the hi-fi sounds
reproduced from this unit.
When connecting an external amplifier to this
unit, turn down the gain control on the external
amplifier to obtain the best performance from this
unit.
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
INPUT
L
R
Rear speakers
L
R
Hintere Lautsprecher
Enceintes arrière
Achterspeakers
L
R
INPUT
L
R
JVC Amplifier
L
JVC Verstärker
R
JVC Amplificateur
JVC V ersterker
L
R
Front speakers
Vordere Lautsprecher
Enceintes avant
Voorspeakers
Only for KD-LX333R: You can connect another power
amplifier for front speakers.
Ausschliesslich Modell KD-LX333R: Sie können einen
anderen Leistungsverstärker für die vorderen Lautsprecher
anschließen.
Seulement pour le KD-LX333R: Vous pouvez connecter un
autre amplificateur de puissance pour les enceintes avant.
Uitsluitend voor de KD-LX333R: U kunt nog een eindversterker
voor de voorspeakers aansluiten.
Sie können einen Verstärker oder ein anderes Gerät
anschließen, um Ihre Autostereoanlage zu erweitern.
• Schließen Sie das Fernbedienungskabel (blau mit
weißem Streifen) an das Fernbedienungskabel des
anderen Geräts an, so daß es über dieses Gerät
gesteuert werden kann.
• Nur für den Verstärker:
– Die Anschlußklemmen am Ausgang dieses Gerät
an den Anschlußklemmen des Eingangs des
Verstärkers anschließen.
– Die Lautsprecher von diesem Gerät abtrennen
und am Verstärker anschließen. Die
Lautsprecherleitungen dieses Geräts
unbenutzt lassen.
– Ausschliesslich Modell KD-LX333R: Der
Ausgangspegel dieses Geräts wird auf einem
hohen Wert gehalten, um den Hifi-Klang zu
unterstützen, den dieses Gerät reproduziert.
Wenn Sie einen externen Verstärker an dieses
Gerät anschließen, stellen Sie den
Verstärkungsregler des externen Verstärkers
herunter, um die bestmögliche Leistung dieses
Geräts zu erzielen.
JVC Amplifier
JVC Verstärk er
JVC Amplificateur
JVC V ersterker
*2
LINE OUT (REAR)
LINE OUT (FRONT)
Rear speakers
Hintere Lautsprecher
Enceintes arrière
*2
Achterspeakers
Front speakers
Vordere Lautsprecher
Enceintes avant
Voorspeakers
Vous pouvez connecter un amplificateur ou autre
appareil pour améliorer votre système autoradio.
•
Connectez le fil de commande à distance (bleu
avec bande blanche) au fil de commande à distance
de l’autre appareil de façon qu’il puisse être
commandé via cet appareil.
•
Pour l’amplificateur seulement:
– Raccorder les bornes de sortie ligne de cet
appareil aux bornes d’entrée ligne de
l’amplificateur.
– Déconnectez les enceintes de cet appareil et
connectez-les à l’amplificateur. Laissez les fils
d’enceintes de cet appareil inutilisés.
– Seulement pour le KD-LX333R: Le niveau de
sortie de ligne de cet appareil est maintenu à un
niveau élevé pour maintenir une qualité Hi-Fi
pour les sons reproduits par cet appareil.
Lors de la connexion d’un amplificateur
extérieur à cet appareil,
diminuez le réglage du
gain sur l’amplificateur extérieur pour obtenir les
meilleures performances de cet appareil.
Remote lead
Fernbedienungsleitung
Fil d’alimentation à distance
Antennedraad
Remote lead (Blue with white stripe)
Fernbedienungsleitung (Blau mit weißem Streifen)
Fil d’alimentation à distance (Bleu avec bande blanche)
Antennedraad (Blauw met witte streep)
Cut the rear speaker leads of the car’s ISO connector and connect them to the amplifier.
A1
B1
*
*
Die Leitungen des ISO-Steckers der hinteren Lautsprecher durchtrennen und am Verstärker anschließen.
A2
B2
Coupez les fils des enceintes arrière du connecteur ISO de la voiture et connectez-les à l’amplificateur.
A3
B3
A4
B4
*
Knip de draden van de achterste luidspreker van de ISO-connector van de auto door en sluit deze draden aan op de versterker.
*
Firmly attach the ground wire to the metallic body or to the chasis of the car—to the place not coated
*2
with paint (if coated with paint, remove the paint before attaching the wire). Failure to do so may
cause damage to the unit.
Verbinden Sie den Erdungsleiter mit der Karosserie oder dem Rahmen des Fahrzeugs. Die
Kntaktstelle darf nicht lackiert sein (sollte die Kontaktstelle lackiert sein, entfernen Sie den Lack der
Kontaktstelle, bevor Sie den Leiter befestigen). Wenn der Erdungsleiter nicht ordnungsgemäß
angeschlossen wird, kann dieses Gerät beschädigt werden.
Attachez solidement le fil de mise à la masse au châssis métallique de la voiture—à un endroit qui
n’est pas recouvert de peinture (s’il est recouvert de peinture, enlevez d’abord la peinture avant
d’attacher le fil). L’appareil peut être endommagé si cela n’est pas fait correctement.
Bevestig de aardedraad goed met een metalen onderdeel of het chassis van de auto—bevestig op een
niet-gelakt gedeelte (indien gelakt, schuur dan af alvorens de draad te bevestigen). Het toestel kan worden
beschadigd indien de aardedraad niet goed is aangesloten.
Het is mogelijk om uw autostereosysteem uit te breiden met
een versterker of andere apparatuur.
• Verbind de externe kabel (blauw met witte streep) met de
externe kabel van het andere apparatuur zodat deze op
afstand vanaf deze apparaat kan worden bediend.
• Alleen voor een versterker:
– Verbind de uitgang van het apparaat met de ingang van
de versterker.
– Koppel de speakers van dit apparaat los en
verbind ze aan de versterker.
– Uitsluitend voor de KD-LX333R: Het uitgangsniveau
van het geluid is hoog om het hifi-geluid van deze
eenheid te behouden.
Wanneer u een extern apparaat op deze
eenheid aansluit, moet u erop letten dat u de
versterkingsfactor van de externe versterker laag houdt,
zodat deze eenheid de beste prestaties levert.
Y-connector (not supplied with this unit)
Y-Anschluß (nicht mitgeliefert)
Connecteur Y (non fourni avec cet appareil)
Y-connector (niet meegeleverd)
To power aerial if any
Zur Motorantenne, sofern vorhanden
À l’antenne automatique, s’il y en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
CD changer and DAB tuner / CD-Wechsler und DAB-Tuner / Changeur CD et tuner DAB / CD-wisselaar en DAB-tuner
You can connect a JVC CD changer and/or a JVC
DAB (Digital Audio Broadcasting) tuner.
• For their connections, refer to the instructions
supplied with them.
Sie können einen CD-Wechsler und/oder einen DABTuner (Tuner für digitalen Rundfunk) von JVC anschließen.
• Weitere Informationen über den Anschluß können
Sie der Bedienungscanleitung entnehmen, die dem
jeweiligen Gerät beiliegt.
Connecting cord supplied with your DAB tuner
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des DABTuners gehört
Cordon de connexion fourni avec votre tuner DAB
Verbindingskabel die met de DAB-tuner w ordt mee geleverd
JVC DAB tuner
KD-LX333R
KD-LX111R
DAB-Tuner von JVC
Tuner DAB JVC
JVC DAB-tuner
Connecting cord supplied with your CD changer
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des
CD-Wechsler gehört
Cordon de connexion fourni avec votre changeur CD
V erbindingskabel die met de CD-wisselaar wordt meegele verd
JVC CD changer
CD-Wechsler von JVC
Changeur CD JVC
JVC CD-wisselaar
• You can connect both components in series as illustrated above.
• Es ist möglich, beide Komponenten in einer Serienschaltung entsprechend der obigen Darstellung
anzuschließen.
•
Vous pouvez connecter les deux appareils en série comme montré ci-dessus.
• Beide apparaten zijn volgens bovenstaande illustratie in serie aan te sluiten.
Vous pouvez connecter un changeur CD JVC et/ou
un tuner DAB (Digital Audio Broadcast) JVC.
•
Pour leurs connexions, référez-vous aux modes
d’emploi qui les accompagnent.
Connecting cord supplied with your DAB tuner or CD changer
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des DAB-Tuners oder CD-Wechslers gehört
Cordon de connexion fourni avec votre tuner DAB ou changeur CD
Verbindingskabel die met de DAB-tuner of CD-wisselaar wordt meegeleverd
KD-LX333R
KD-LX111R
JVC DAB tuner
DAB-Tuner von JVC
Tuner DAB JVC
JVC DAB-tuner
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
• Before connecting the CD changer and/or the DAB tuner, make sure that the unit is turned off.
• Bevor Sie den CD-Wechsler und/oder den DAB-Tuner anschließen, vergewissern Sie sich, daß das Gerät
ausgeschaltet ist.
•
Avant de connecter le changeur CD et/ou le tuner DAB, s’assurer que l’unité est éteinte.
• Zorg ervoor dat de apparaat is uitgeschakeld alvorens u de en/of DAB-tuner CD-wisselaar aansluit.