JVC KD-LX333R User Manual [nl]

Page 1
CD RECEIVER
CD-RECEIVER RECEPTEUR CD CD-RECEIVER

KD-LX333R

ENGLISH
KD-LX111R
KD-LX333R
SSM
TP/PTY DISPSEL
STDM
BAND MODE
SOURCE
MONOEQ
ATT
7
8
KD-LX111R
SSM
TP/PTY DISPSEL
STDM
BAND MODE
SOURCE
MONOEQ
ATT
7
8
This unit is equipped with the display demonstration. To cancel it, see page 8. Dieses Gerät ist mit einer Demonstrationsfunktion für das Display ausgestattet. Auf
Seite 8 wird beschrieben, wie Sie diese Demonstrationsfunktion deaktivieren können.
Cet appareil est équipé d’une démonstration des affichages. Pour l’annuler, référez-
vous à la page 8.
Dit toestel heeft een display-demonstratiefunctie. Zie bladzijde 8 voor het annuleren
van deze functie.
For installation and connections, refer to the separate manual. Angaben zu Einbau und Verkabelung entnehmen Sie bitte der gesonderten Anleitung. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Zie de afzonderlijke handleiding voor details aangaande het installeren en verbinden van het toestel.
For Customer Use:
Enter below the password you
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
have entered for your security lock. Retain this password for future reference.
PASSWORD:
9
9
INT RPT RND
10
11
INT RPT RND
10
11
KD-LX333R
OFF
12
KD-LX111R
OFF
12
DEUTSCH
FRANÇAIS
NEDERLANDS
PIM171200
[E/EX]
Page 2

Plaats en afbeelding van labels

Onderpaneel van het hoofdtoestel
Benaming/Spanningslabel
CLASS LASER
Let op:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een hogere klasse laserstraal dan klasse 1.
1
PRODUCT
NEDERLANDS
Het apparaat terugstellen
CAUTION: Invisible laser radiation when open and interlock failed o r defeated. AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. (e)
ADVARSEL: Usynlig laser­stråling ved åbning, når sikkerhedsafbrydere er ude af funktion. Undgåudsæt­telse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser­strålning när denna del är öppnad och spärren är urkopplad. Betrakta ej strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet alttiina näkymättö­mälle lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f)
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare laserstralen maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Druk met een balpen of een ander dun, langwerpig voorwerp op de Reset-toets, die zich aan de voorzijde van de eenheid op het bedieningspaneel bevindt. De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
Opmerking:
De geheugeninstellingen — zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen — zullen eveneens gewist worden.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
LET OP bij het instellen van het volume
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
2
Page 3
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit JVC-produkt! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.

INHOUDSOPGAVE

Het apparaat terugstellen ......................... 2
PLAATSING VAN DE TOETSEN .......... 4
Bedieningspaneel .................................... 4
Hoe u de cijfertoetsen gebruikt................. 4
De afstandsbediening voorbereiden......... 5
Afstandsbediening ................................... 6
BASISBEDIENING ......................... 7
De stroomtoevoer inschakelen................. 7
De demonstratie annuleren ...................... 8
Klok instellen ........................................... 8
BASISBEDIENING VAN DE RADIO....... 9
Naar de radio luisteren ............................. 9
Radiozenders in het geheugen
vasteleggen........................................... 10
Afstemmen op een voorkeuzezender....... 11
HET GEBRUIK VAN RDS .................. 12
Wat u kunt doen met RDS........................ 12
Andere nuttige RDS-functies en het
maken van aanpassingen ...................... 16
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER .......... 19
Een CD afspelen ..................................... 19
Een muziekstuk of een bepaald punt op
de CD zoeken ....................................... 20
Afspeelmodus selecteren ......................... 20
Voorkomen dat de CD terugspringt .......... 21
De tekst van een CD met CD Text
weergeven............................................. 21
GELUID REGELEN ......................... 22
Geluid aanpassen.................................... 22
Wat is BBEII? ........................................... 22
Kiezen van vastgelegde geluidsfuncties
(CEQ: custom equalizer)........................ 23
Geluidsweergave aanpassen en
opslaan.................................................. 24
ANDERE HOOFDFUNCTIES .............. 25
De algemene instellingen
wijzigen (PSM) ...................................... 25
Het volume automatisch laten aanpassen
aan de rijsnelheid (Audio Cruise)
(uitsluitend voor de KD-LX333R) ........... 29
Namen aan bronnen toekennen............... 30
Werken met de vergrendeling .................. 32
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR ..... 34
CD’s afspelen .......................................... 34
Kiezen van de weergavefunctie................ 35
BEDIENING VAN EXTERNE APPARATEN... 37
Werken met een extern apparaat............. 37
Werken met een subwoofer
(uitsluitend voor de KD-LX333R) ........... 37
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER ....... 38
Afstemmen op een ensemble en op een
van de services ..................................... 38
DAB-frequenties in het geheugen
opslaan.................................................. 39
Afstemmen op een opgeslagen
DAB-service .......................................... 40
Wat u nog meer met DAB kunt doen........ 41
PROBLEMEN OPLOSSEN ................ 42
ONDERHOUD .............................. 44
Omgaan met CD’s ................................... 44
SPECIFICATIES ............................ 45
NEDERLANDS
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
3
Page 4

PLAATSING VAN DE TOETSEN

Bedieningspaneel
1 2
3
54
u
SSM
SEL
TP/PTY DISP
STD
7
6
8
BAND MODE
SOURCE
M
9 p
ATT
1
q
8
7
w
9
10
3
2
4
e
MONO
EQ
5
r
RND RPT INT
11
6
t
*Het bedieningspaneel komt naar buiten geschoven als u op ON CLOSE drukt.
*Als u op OFF 0 drukt, schuift het display-paneel naar beneden en wordt de laadopening voor CD’s zichtbaar.
1 De bedieningsschijf 2 Laadopening voor CD’s
NEDERLANDS
3 Display-paneel 4 Afstandssensor 5 De toetsen ¢ / 4
• De toets ¢ / 4 doet ook dienst als de toets ON of de toets CLOSE.
6 De toets SEL (S) (selecteren) 7 De toets TP/PTY (T) (Traffic programme/
Programme type)
8 De toets DISP (D) (display)
9 De toets BAND MODE (M)
• Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden gebruikt in combinatie met de toets DISP (D).
p De toets SOURCE ATT (attenuatie) q De toets EQ (equalizer) w De toets MONO (mono) e De toets INT (intro scan) r De toets RPT (repeat) t De toets RND (random) y De toets OFF 0 (uitwerpen) u De cijfertoetsen
• Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden gebruikt in combinatie met de toets BAND MODE (M).
OFF
12
y
Hoe u de cijfertoetsen gebruikt:
Nadat u op BAND MODE (M) hebt gedrukt, werken de cijfertoetsen als andere functietoetsen (de vermelding “MODE” blijft op de display staan).
BAND MODE
M
EQ
MONO
7
1
2
9
8
35
10
RND RPT INT
12
11
6
Als u deze toetsen als cijfertoetsen wilt gebruiken nadat u op BAND MODE (M) hebt gedrukt,
moet u 5 seconden wachten zonder op een toets te drukken zodat de vermelding “MODE” van de display verdwijnt.
• Ook als u nogmaals op BAND MODE (M) drukt, verdwijnt de vermelding “MODE” van de display.
4
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CEQ
RND
RPT
MO
ST
PTY
TP
REG
AF
Indicator die tijd aftelt
Bijv.: Indien u op toets 6 drukt om de willekeurige
weergavefunctie te activeren.
BBE
Page 5
De afstandsbediening voorbereiden
De volgende beschrijvingen zijn uitsluitend voor de KD-LX333R.
U kunt de KD-LX111R met een los verkrijgbare afstandsbediening vanuit uw stoel bedienen. Gebruik bij voorkeur de RM-RK31 of RM-RK50 afstandsbediening met dit toestel.
(Bijv.: Bij gebruik van de RM-RK31).
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer dat er geen obstakels in het pad liggen.
Afstandssensor
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar boven in de houder zakken zodat deze vast komt te liggen.
Lithium knoopcelbatterij (Productnummer: CR2025)
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’ hoort.
(achterkant)
Gebruikke batterijen:
INT RPT RND
10
OFF
12
11
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt, moet u de batterij vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder.
1) Druk de batterijhouder met behulp van een balpen of een soortgelijk voorwerp in de richting van de pijl die in de afbeelding staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(achterkant)
1)
2)
NEDERLANDS
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen toegang toe hebben.
Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken,
waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet en gooi geen batterij in het vuur.
Elk van deze handelingen kan leiden tot
oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt met andere metalen.
Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of
een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterij door deze met plakband af te plakken.
Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
• Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een naald of mes open te maken.
Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven,
gaan lekken of brand veroorzaken.
LET OP:
Leg de afstandsbediening niet op plaatsen waar het directe zonlicht langdurig op valt (zoals bijvoorbeeld op het dashboard). De afstandsbediening wordt anders beschadigd.
5
Page 6
Afstandsbediening
RM-RK31
5
1
2
3
4
NEDERLANDS
1 • Hiermee wordt de eenheid ingeschakeld als
deze is uitgeschakeld.
• Schakelt de eenheid uit indien u de toets ingedrukt houdt tot de vermelding “SEE YOU” op de display verschijnt.
• Het volume wordt gedempt en “A TT” draait op het display wanneer u kort op de toets drukt. Als u nogmaals op de toets drukt, keert het oude volumeniveau weer terug.
2 • Functioneert hetzelfde als de toets BAND
tijdens het luisteren naar de FM-stations (of de DAB-tuner). De golfband verandert door iedere druk op deze toets.
• Functioneert als de toets DISC + tijdens het luisteren naar de CD-wisselaar. Door iedere druk op de toets verhoogt het CD-nummer en start de weergave van de gekozen CD.
• Werkt niet als de PROG-toets.
6
7
3 • Fungeert als de toets PRESET wanneer u
naar de radio (of de DAB-tuner) luistert. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een voorkeurzender met een hoger nummer geselecteerd en wordt op het geselecteerde station afgestemd.
• Functioneert als de toets DISC – tijdens het luisteren naar de CD-wisselaar. Door iedere druk op de toets verlaagt het CD-nummer en start de weergave van de gekozen CD.
4 Deze toets heeft dezelfde functie als de
bedieningsschijf op de hoofdeenheid.
OPMERKING:
5 Voor het selecteren van de geluidsmodus.
Door iedere druk op SCM (Sound Control Memory) verandert de CEQ (custom equalizer) functie.
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de FUNC (functioneert).
7 • Voor het opzoeken van een zender tijdens
het luisteren naar de radio.
• Selecteert services terwijl u naar de DAB­tuner luistert, indien kort ingedrukt.
• Selecteert ensembles terwijl u naar de DAB­tuner luistert, indien langer dan 1 seconde ingedrukt.
• Voor versnelde weergave van een fragment in voor- en achterwaartse richting wanneer u tijdens weergave van een CD de toets ingedrukt houdt.
• Voor het verspringen naar het begin van het volgende fragment of het spelende (of voorgaande) fragment wanneer u tijdens weergave van een CD kort op de toets drukt.
Deze toets werkt niet voor het aanpassen van algemene instellingen wijzigen.
6
Page 7

BASISBEDIENING

SSM
TP/PTY DISPSEL
STDM
BAND MODE
SOURCE
MONOEQ
ATT
7
8
9
INT RPT RND
10
11
OFF
12
1
3
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
SOURCE
Voor de KD-LX333R:
= FM = DAB-tuner** = CD* = CD-wisselaar** = Extern apparaat = AM = (terug naar het begin)
Voor de KD-LX111R:
= FM = DAB-tuner** = CD* = CD­wisselaar** (of extern apparaat***) = AM = (terug naar het begin)
* Als er zich geen CD in de CD-lade bevindt, is
** Als er geen CD-wisselaar en/of DAB-tuner is
***Stel “EXT INPUT” op “LINE INPUT” om
Voor gebruik van de radio (FM of AM), Voor gebruik van de CD-speler, Voor gebruik van de CD-wisselaar, Voor gebruik van het externe apparaat, Voor gebruik van de DAB-tuner,
De display wordt verlicht en het bedieningspaneel en de bedieningsschijf komt naar buiten.
ATT
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere afspeelbron geselecteerd en wel in deze volgorde:
het niet mogelijk om de CD-speler als afspeelbron te selecteren.
aangesloten, kunt u deze apparaten niet als afspeelbron selecteren.
het extern apparaat te kiezen. (Zie bladzijde
28).
zie bladzijde 9 – 11. zie bladzijde 19 – 21. zie bladzijde 34 – 36. zie bladzijde 37. zie bladzijde 38 – 41.
2
3
Regel het volume.
Om het volumeniveau te verhogen.
Om het volumeniveau te verlagen.
Volumeniveau-indicatie.
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CD
CEQ
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt (zie bladzijde 22 – 24).
Volume in een oogwenk zachter zette
Druk terwijl u naar een afspeelbron luistert gedurende minste 1 seconde op SOURCE ATT. “ATT” draait op het display en het volume wordt gedempt. Druk om terug te keren naar het vorige geluidsniveau nogmaals gedurende minste 1 seconde op de toets.
Spanning uitschakelen
Druk op OFF 0 en houd deze tot de vermelding “SEE YOU” op de display verschijnt.
Wanneer u de stroom uitschakelt tijdens het beluisteren van een CD, kunt u later bij het weer inschakelen van de stroom de CD-weergave starten vanaf het punt waar u hiervoor stopte.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen, zie bladzijde 8.
Opmerking over de afbeeldingen op de display:
De afbeeldingen op de display zijn anders als voor “CLOCK DISP” de instelling “CLOCK OFF” is gekozen. Zie bladzijde 27.
RND
RPT
MO
ST
PTY
TP
REG
AF
NEDERLANDS
7
Page 8
De demonstratie annuleren
Klok instellen
Wanneer dit product de fabriek verlaat, is demonstratie geactiveerd. De demonstratie zal automatisch starten wanneer er 20 seconden lang geen handelingen worden uitgevoerd.
• Het is raadzaam de demonstratie te annuleren voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt.
Zo annuleert u de demonstratie, moet u de onderstaande procedure volgen:
1
Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 25 en 26).
SEL
S
2
Selecteer de vermelding “DEMO MODE” als deze al niet meteen op
NEDERLANDS
de display wordt weergegeven.
3
Selecteer de vermelding “DEMO OFF”.
1
Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 25 en 26).
SEL
S
2
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK HOUR”
als deze al niet meteen op de display wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
1
3
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK MIN
(minuten)”.
2 Pas de minuten aan.
1
4
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “24H/12H”. 2 Pas de vermelding “24HOUR” of
“12HOUR”.
1
2
2
2
4
V oltooi de instelling.
SEL
S
U activeert de demonstratie opnieuw door dezelfde procedure te herhalen en in stap 3 “DEMO ON” te selecteren.
8
5
V oltooi de instelling.
SEL
S
Voor het controleren van de huidige tijd met “CLOCK DISP” op “CLOCK OFF” gesteld,
drukt u op DISP (D). De tijd wordt ongeveer 5 seconden getoond.
Page 9

BASISBEDIENING VAN DE RADIO

SSM
BAND
ATT
MODE
TP/PTY DISPSEL
STDM
TP/PTY DISP
SEL
ST
7
SOURCE
SSM
BAND MODE
M
D
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken: Auto search
1
Selecteer de omroepband.
ATT
SOURCE
BAND MODE
M
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en houd, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CD
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
1 Druk op SOURCE ATT
als u FM of AM als afspeelbron wilt selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk
op BAND MODE (M) en houd deze ingedrukt om een FM-bandnummer te selecteren (FM1, FM2 of FM3).
FM1 FM2 FM3
CEQ
RND
RPT
MO
ST
REG
AF
MONOEQ
TP
8
SOURCE
INT RPT RND
9
10
ATT
PTY
Druk op ON CLOSE om de stroom in te
OFF
12
11
MONO
EQ
8
7
1
2
2
schakelen.
9
3
11
10
5
Zoek een station.
RND RPT INT
6
OFF
12
Druk op ¢ afstemmen op een station met een hogere frequentie.
Druk op 4 afstemmen op een station met een lagere frequentie.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
Handmatig naar een station zoeken: Manual search
1
Selecteer de omroepband.
ATT
SOURCE
BAND
MODE
M
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en houd, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
1 Druk op SOURCE A TT als
u FM of AM als afspeelbron wilt selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk
op BAND MODE (M) en houd deze ingedrukt om een FM-bandnummer te selecteren (FM1, FM2 of FM3).
FM1 FM2 FM3
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
NEDERLANDS
9
Page 10
2
Druk op ¢ of 4 en houd deze ingedrukt tot de vermelding “M” (voor “manual”: handmatig zoeken) op de display begint te knipperen.
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CD
CEQ
RPT
MO
ST
3
Stem af op het station van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding “M” op de display knippert.
Druk op ¢ als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige modus na 5 seconden automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
NEDERLANDS
frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz en bij AM steeds met 9 kHz – MG/LG) totdat u de toets loslaat.
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de
RND
PTY
TP
REG
AF
FM-golfband (FM1 – 3) waarop u FM-zenders wilt vasteleggen.
ATT
SOURCE
1 Druk op SOURCE ATT
als u FM als afspeelbron wilt selecteren.
BAND MODE
M
2 Druk indien noodzakelijk
meerdere malen op BAND MODE (M) en houd deze ingedrukt om de gewenste FM-omroepband te selecteren (FM1, FM2 of FM3).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en houd, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
FM1 FM2 FM3
Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is:
1 Druk terwijl u in de FM-omroepband naar een
stereo-uitzending luistert op BAND MODE (M) (de indicator ST licht op wanneer er een stereo-uitzending wordt ontvangen). De vermelding “MODE” verschijnt op de display en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op MONO terwijl de vermelding “MODE”
nog op de display wordt weergegeven, zodat de indicator MO op de display oplicht. Het geluid dat nu ten gehore wordt gebracht, is in mono, maar de kwaliteit van het ontvangen signaal is beter (de indicator ST op de display gaat uit). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, schakelt u de indicator MO aan of uit.
Radiozenders in het geheugen vasteleggen
U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vasteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
10
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
SSM
BAND
DISP
MODE
DM
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CD
CEQ
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
RND
RPT
MO
ST
TP
REG
AF
Page 11
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1
1
Selecteer de omroepband (in dit voorbeeld cijfertoets FM1).
ATT
SOURCE
BAND MODE
M
2
Stem op een zender af (in dit voorbeeld op 88,3 MHz).
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CD
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
EQ
7
1
1 Druk op SOURCE ATT
als u FM als afspeelbron wilt selecteren.
2 Druk meerdere malen op
BAND MODE (M) om FM1 als omroepband te selecteren.
Druk op ¢ als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
CEQ
RND
RPT
MO
ST
AF
REG
BBE
PTY
TP
Afstemmen op een voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders in het geheugen vastleggen” op bladzijde 10 en 11, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband.
ATT
SOURCE
BAND
MODE
M
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en houd, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
2
Selecteer het nummer (1 t/m 6) van de gewenste zender.
EQ
7
1
1 Druk op SOURCE A TT als
u FM of AM als afspeelbron wilt selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk
meerdere malen op BAND MODE (M) en houd deze ingedrukt om de gewenste FM-omroepband te selecteren (FM1, FM2 of FM3).
FM1 FM2 FM3
MONO
2
9
8
35
10
RND RPT INT
12
11
6
NEDERLANDS
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CD
CEQ
RND
RPT
MO
ST
PTY
TP
REG
AF
De vermelding “P1” knippert gedurende enkele seconden op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
Als de geluidskwaliteit afneemt en het stereo-effect verloren gaat terwijl u naar een FM-station luistert
In bepaalde streken kunnen naburige zenders de ontvangst van andere zenders verstoren. In dergelijke gevallen ontvangt u ruis of ander geluid. Deze eenheid kan zodanig worden ingesteld dat dergelijke storingen automatisch worden verminderd. (Bij het verlaten van de fabriek is de eenheid standaard ingesteld op deze functie). In dergelijke gevallen neemt de geluidskwaliteit echter af en gaat het stereo-effect verloren. Als u het niet erg vindt dat de geluidskwaliteit afneemt en het stereo-effect verloren gaat, en de invloed van de storende bron liever wegneemt, verwijzen we u naarde paragraaf “De selectiviteit van de FM-tuner wijzigen –– IF FILTER” op bladzijde 28.
11
Page 12

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen.Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “Enhanced Other Networks”. Met behulp van de Enhanced Other Networks-gegevens die door het station worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (TA – “Traffic
NEDERLANDS
Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS-zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie de afbeelding op de volgende bladzijde). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative Frequency) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
12
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerk­opsporing gebruiken om hetzelfde programma met de beste ontvangst te blijven beluisteren. Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
• AF: De netwerkfunctie is ingeschakeld en
• AF REG: De netwerkfunctie is ingeschakeld en
• OFF: De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”). Met deze instelling schakelt het toestel naar een andere zender van hetzelfde netwerk wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. (In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving). De indicator AF licht op, maar de indicator REG licht niet op.
ook Regionalisatie is ingeschakeld (“on”). Met deze instelling schakelt het toestel naar een andere zender van hetzelfde netwerk die hetzelfde programma uitzendt, wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. Zowel de indicator AF als de indicator REG lichten op.
De indicator AF en de indicator REG lichten allebei niet op.
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CD
CEQ
RND
RPT
MO
ST
AF
Indicator AF Indicator REG
REG
PTY
TP
Page 13
1
Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 25 en 26).
SEL
S
2
Selecteer de vermelding “AF-REG (Alternatieve frequentie/Regionale ontvangst)” als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer de gewenste modus – “AF”, “AF REG” of “OFF”.
4
Voltooi de instelling.
SEL
S
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld. De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie bladzijde 41).
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden ontvangen.
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie E
Het gebruik van TA standby-ontvangst
Met TA standby-ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of een andere aangesloten afspeelbron).
TA standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
TP/PTY
T
Druk op TP/PTY (T) om TA standby ontvangst te activeren.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP
indicator oplichten of knipperen.
• TA standby ontvangst is geactiveerd indien de TP indicator is opgelicht. “TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het toestel stemt nu automatisch op deze zender af. Het volume wordt op het reeds vastgelegde TA volumeniveau (zie bladzijde
17) gesteld en u hoort de verkeersinformatie.
• TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd indien de TP indicator knippert. De zender die wordt ontvangen levert namelijk geen signalen die voor TA standby ontvangst zijn vereist. Om TA standby ontvangst nu te activeren moet u op een andere zender afstemmen die wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om een dergelijke zender op te zoeken. De TP indicator stopt te knipperen en licht continu op zodra een zender met deze signalen is gevonden. TA standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de TP indicator oplichten. “TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het toestel verandert nu automatisch van bron en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van TA standby ontvangst, drukt u nogmaals op TP/PTY (T).
NEDERLANDS
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie D
13
Page 14
Het gebruik van PTY standby-ontvangst
Met PTY standby-ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar uw favoriete programmagenre (PTY: Prog rammagenre) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-zenders of CD).
• PTY standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar een AM-zender luistert.
U kunt uw favoriete programma voor PTY standby-ontvangst kiezen. Bij het verlaten van de fabriek, is PTY standby­ontvangst uitgeschakeld. (“OFF” is voor PTY standby-ontvangst gekozen).
1
Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 25 en 26).
SEL
S
NEDERLANDS
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY (standby)” als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 18).
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
• Selecteer “OFF” om PTY standby-ontvangst te annuleren.
4
Voltooi de instelling.
SEL
S
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal
de PTY indicator oplichten of knipperen.
• PTY standby ontvangst is geactiveerd indien de PTY indicator is opgelicht. Zodra een zender een programma van het gekozen programmatype start uit te zenden, stemt het toestel op deze zender.
• PTY standby ontvangst is nog niet geactiveerd indien de PTY indicator knippert. De zender die wordt ontvangen levert namelijk geen signalen die voor PTY standby ontvangst zijn vereist. Om PTY standby ontvangst nu te activeren moet u op een andere zender afstemmen die wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om een dergelijke zender op te zoeken. De PTY indicator stopt te knipperen en licht continu op zodra een zender met deze signalen is gevonden. PTY standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld,
zal de PTY indicator oplichten. Zodra een zender een programma van het gekozen programmatype start uit te zenden, verandert het toestel automatisch van bron en wordt op deze zender afgestemd.
Voor het uitschakelen van PTY standby ontvangst, kiest u “OFF” in de hier links
beschreven procedure stap 3. De PTY indicator dooft.
14
Page 15
Uw favoriete programmagenre opzoeken
U kunt een gewenste PTY-code opzoeken. Daarbij kunt u uw 6 favoriete programmatypen voor het later gemakkelijk opzoeken onder de cijfertoetsen vastleggen. Bij het verlaten van de fabriek, standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 t/m 6) opgeslagen.
Zie de informatie hieronder voor een uitleg over
het opslaan van uw favoriete programmagenres. Zie bladzijde 16 voor een uitleg over het zoeken van uw favoriete programma.
1
POP M
2
ROCK M EASY M
45
CLASSICS
AFFAIRS
3
6
VARIED
2
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde
18).
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display weergegeven.
3
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minste 2 seconden vast om de geselecteerde PTY-code op te slaan onder de cijfertoets van uw keuze.
EQ
MONO
7
1
2
9
8
35
10
RND RPT INT
12
11
6
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan
1
Druk op TP/PTY (T) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt.
TP/PTY
T
CEQ
De PTY-code die als laatste werd geselecteerd, verschijnt op de display.
RND
RPT
MO
ST
TP
REG
AF
Het voorkeurnummer knippert een paar seconden.
4
Druk op TP/PTY (T) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt.
TP/PTY
T
NEDERLANDS
15
Page 16
Een programmagenre opzoeken
1
Druk op TP/PTY (T) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt terwijl u naar een FM-zenders luistert.
TP/PTY
T
CEQ
De PTY-code die als laatste werd geselecteerd, verschijnt op de display.
2
Selecteer een van de PTY-codes.
EQ
MONO
8
7
1
35
2
RND
RPT
MO
ST
9
REG
AF
10
Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen
Automatische selectie van een zender bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op de vooraf ingestelde voorkeurzender. Als deze zender een RDS-zenders is, gebeurt er echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet
TP
RND RPT INT
11
6
sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar een andere, sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt als de voorkeurzender die u hebt gekozen (dit wordt Programma zoeken genoemd).
• Om dat het uitvoeren van de zoekopdracht
12
enige tijd in beslag neemt, duurt het even tot er op een ander zender wordt afgestemd.
OF
NEDERLANDS
CEQ
Bijv: Met “ROCK M” gekozen.
3
Druk op ¢ of 4 om het PTY-zoeken naar uw gewenste programma te starten.
• Als er een station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op dat station af.
• Als er geen station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet goed.
16
RND
RPT
MO
ST
REG
AF
Hoe u deze voorziening activeert, wordt hieronder uitgelegd.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 25.
1 Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2
seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“P(Programma)-SEARCH” te selecteren.
PTY
TP
3 Draai de bedieningsschijf en selecteer
“SEARCH ON”. De voorziening Programma zoeken is nu ingeschakeld.
4 Druk op SEL (S) om het instellen te voltooien.
Als u het zoeken naar een programma wilt beëindigen, moet u de procedure herhalen,
maar in stap 3 de vermelding “SEARCH OFF” selecteren.
Page 17
De weergave op de display wijzigen terwijl u naar een FM-zender luistert
Tijdens de ontvangst van een FM-zender die RDS-signalen uitzendt, kunt u de weergave op de display wijzigen. U kunt kiezen of u de zendersnaam (PS NAME) of de frequentie van de zender (FREQUENCY) wilt weergeven.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 25.
1 Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2
seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“TUNER DISP (display)” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om de gewenste
instelling te kiezen (“PS NAME” of “FREQUENCY”).
4 Druk op SEL (S) om het instellen te voltooien.
Opmerking:
Door op DISP (D) te drukken kunt u de weergave op de display ook wijzigen wanneer u naar een FM­zender luistert dat RDS-signalen uitzendt. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de volgende informatie op de display:
Zendersnaam
(PS NAME)
Frequentie zender
(FREQUENCY)
Programmagenre
(PTY)
Na enkele seconden keert de display terug naar de oorspronkelijke weergave.
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de standby-ontvangst van verkeersinformatie op te geven met welk geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie wordt ontvangen, worden aangepast aan het volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 25.
1 Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2
seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“TA VOL (volume)” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om het gewenste
volume te kiezen. U kunt het volume instellen op een waarde van “TA VOL 00” tot “TA VOL 50”.
4 Druk op SEL (S) om het instellen te voltooien.
Automatic clock adjustment
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het RDS­signaal van een zender worden meegezonden. Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt aangepast, moet u de onderstaande procedure volgen.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 25.
1 Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2
seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“AUTO ADJ (aanpassen)” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf tegen de in om
“ADJUST OFF” te kiezen. U hebt het automatisch aanpassen van de klok nu uitgeschakeld.
4 Druk op SEL (S) om het instellen te voltooien.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt activeren, moet u de procedure herhalen, maar in
stap 3 de vermelding “ADJUST ON” selecteren.
Opmerking:
Nadat u voor “AUTO ADJ” de instelling “ADJUST ON” hebt gekozen, dient u de eenheid tenminste 2 minuten op hetzelfde station afgestemd te houden, anders wordt de klok niet aangepast. (Dit is nodig omdat de eenheid maximaal 2 minuten nodig heeft om de tijdgegevens in het RDS-signaal te ontvangen en verwerken).
NEDERLANDS
17
Page 18
PTY-codes
NEWS: Nieuws AFFAIRS: Actualiteiten en achtergrond
INFO: Informatieve programma’s over
SPORT: Sportverslagen EDUCATE: Educatieve programma’s DRAMA: Radio-hoorspelen CULTURE: Programma’s aangaande
SCIENCE: Wetenschappelijke en
VARIED: Overige programma’s,
POP M: Popmuziek ROCK M: Rockmuziek EASY M: Easy-listening muziek LIGHT M: Lichte muziek CLASSICS: Klassieke muziek
NEDERLANDS
OTHER M: Overige muziek WEATHER: Weerberichten FINANCE: Programma’s aangaande
informatie aangaande het nieuws
diverse verscillende onderwerpen
nationale of regionale cultuur
technische programma’s
bijvoorbeeld ceremonies en comedies
handel en de beurs en beursberichten, etc.
CHILDREN: Amusement voor kinderen SOCIAL: Programma’s over sociale
activiteiten
RELIGION: Programma’s over aspecten
van geloof en religie, aangaande het bestaan en ethiek
PHONE IN: Programma’s waarin mensen
via de telefoon of een publiek forum hun meningen kunnen uiten
TRAVEL: Programma’s over reizen en
bestemmingen, georganiseerde reizen en ideeën en mogelijkheden voor vacanties
LEISURE: Programma’s over recreatieve
bezigheden, bijvoorbeeld
tuinieren, koken, vissen, etc. JAZZ: Jazz-muziek COUNTRY: Country-muziek NATION M: Huidige populaire muziek van
een bepaald land of gebied in
de taal van het land of gebied OLDIES: Gouwe-Ouwe FOLK M: Folk-muziek DOCUMENT: Programma’s over feitelijke
gebeurtenissen, vaak
gepresenteerd in een
onderzoekende stijl
18
Page 19

GEBRUIK VAN DE CD-SPELER

SSM
BAND MODE
TP/PTY DISPSEL
STDM
TP/PTY DISP
SEL
STD
Druk op ON CLOSE om de stroom in te
3
9
schakelen.
10
5
RND RPT INT
11
6
OFF
12
ATT
SOURCE
SSM
BAND MODE
M
9
8
SOURCE
10
ATT
7
INT RPT RND
MONOEQ
OFF
12
11
MONO
EQ
8
7
1
2
Een CD afspelen
1
Open de laadopening.
OFF
Het display paneel komt naar beneden en de laadopening verschijnt.
2
Plaats een disc in de laadopening.
De eenheid trekt de CD naar binnen, het display paneel beweegt naar boven en de CD wordt automatisch afgespeeld.
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CD
CEQ
De indicator CD gaat aan.
Totaal aantal muziekstukken op de CD die in de CD-lade is geplaatst
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CD
CEQ
RND
RPT
MO
ST
AF
Totale afspeeltijd van de CD die in de CD­lade is geplaatst
RND
RPT
MO
ST
AF
REG
REG
• Als een CD ondersteboven wordt geplaatst, wordt de CD-speler automatisch geopend.
• Als u de CD Text afspeelt, worden op de display de titel van de CD en de naam van de uitvoerende artiest weergegeven. Vervolgens wordt het nummer van het muziekstuk en de verstreken speeltijd weergegeven. Zie ook de paragraaf “De tekst van een CD met CD Text weergeven” (bladzijde 21) en de paragraaf “De modus voor lopende tekst selecteren –– SCROLL” (bladzijde 27). Als er op een CD met CD Text veel informatie staat, kan het zijn dat niet de hele tekst op de display wordt weergeg even.
• Wanneer u een andere afspeelbron selecteert, stopt het afspelen van de CD (alleen nu zonder dat de
NEDERLANDS
CD uit de laadopening naar voren komt). Bij het later weer kiezen van “CD” als bron, zal de CD-weergave starten vanaf het punt waar u hiervoor was gestopt.
Stoppen met afspelen en de CD terug laten springen
Druk kort op OFF 0.
PTY
TP
PTY
TP
Het afspelen van de CD wordt beëindigd, het display paneel komt naar beneden en de CD komt uit de laadopening naar voren. Druk om het display paneel te sluiten, op
¢ of 4 . Als u op geen enkele toets drukt, schuift het bedieningspaneel na circa 5 minuten weer omhoog.
Huidige
Verstreken afspeeltijd
CEQ
RPT
MO
ST
RND
TP
REG
AF
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CD
muziekstuk
Opmerkingen:
• Wanneer er zich een CD in de laadopening bevindt en u “CD” als afspeelbron selecteert door op SOURCE ATT te drukken, wordt de CD afgespeeld.
LET OP: Steek NOOIT uw vingers tussen de
display paneel en de eenheid omdat u het gevaar loopt vast te komen zitten.
Opmerking:
Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15 seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de CD automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst, zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet automatisch met afspelen begonnen).
19
Page 20
Een muziekstuk of een bepaald punt op de CD zoeken
Het muziekstuk versneld vooruit afspelen of achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op4 en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen.
Naar de volgende of vorige tracks gaan
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op ¢ om naar het begin van de volgende track te gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt het begin van de volgende track opgezocht,
NEDERLANDS
Direct naar een bepaald muziekstuk gaan
1
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald muziekstuk hoort, om het afspelen van dat muziekstuk te laten beginnen.
• Om een muziekstuk met nummer 1 – 6 te selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Om een muziekstuk met nummer 7 – 12 te selecteren: Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.
geselecteerd en ten gehore gebracht.
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op 4 om terug te keren naar het begin van de huidige track. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt het begin van de vorige track opgezocht, geselecteerd en ten gehore gebracht.
EQ
MONO
7
2
9
8
35
10
11
Afspeelmodus selecteren
Tracks in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
Het is mogelijk om alle tracks van een CD in een volstrekt willekeurige volgorde af te spelen.
BAND MODE
Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de indicator RND op de display op en wordt er een willekeurige track afgespeeld.
Tracks herhaaldelijk afspelen (Repeat Play)
Het is mogelijk om een geselecteerde track van een CD meerdere malen achter elkaar af te spelen.
BAND MODE
RND RPT INT
12
6
Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de indicator RPT op de display op en wordt de geselecteerde track bij herhaling afgespeeld.
1 Druk op BAND MODE (M) terwijl er
M
een CD wordt afgespeeld. De vermelding “MODE” verschijnt op de display en de cijfertoetsen doen
RND
12
6
nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op RND (random) terwijl de
vermelding “MODE” nog op de display wordt weergegeven zodat de
indicator RND op de display oplicht. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de modus voor het in willekeurige volgorde afspelen van tracks in- of uitgeschakeld.
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CEQ
RND
RPT
MO
ST
PTY
TP
REG
AF
Indicator RND
1 Druk op BAND MODE (M) terwijl er
M
een CD wordt afgespeeld. De vermelding “MODE” verschijnt op de display en de cijfertoetsen doen
RPT
11
5
nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op RPT (repeat) terwijl de
vermelding “MODE” nog op de display wordt weergegeven zodat de indicator RPT op de display oplicht. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de modus voor het herhaald afspelen van een track in­of uitgeschakeld.
Nummer van het muziekstuk dat wordt afgespeeld
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CEQ
RND
RPT
MO
ST
Indicator RPT
TP
REG
AF
20
Page 21
Alleen intro’s afspelen (Intro Scan)
Het is mogelijk om van alle tracks alleen de eerste 15 seconden af te spelen, zodat u de intro’s kunt beluisteren.
BAND MODE
M
1 Druk op BAND MODE (M) terwijl
er een CD wordt afgespeeld. De vermelding “MODE” verschijnt op de display en de cijfertoetsen
INT
10
doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op INT (intro scan) terwijl de
vermelding “MODE” nog op de display wordt weergegeven. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de modus voor het afspelen van intro’s in- of uitgeschakeld.
Nummer van het muziekstuk dat wordt afgespeeld
CEQ
RND
RPT
MO
ST
REG
AF
Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt gedurende 5 seconden de vermelding “INTRO” op de display weergegeven en begint het tracknummer te knipperen.
Voorkomen dat de CD terugspringt
Als u de vergrendeling ongedaan wilt maken en de CD weer toegankelijk wilt maken, moet
u OFF 0 gedurende minste 2 seconden ingedrukt houden terwijl u op SOURCE ATT drukt. Vervolgens knippert de vermelding “EJECT OK” gedurende circa 5 seconden op de display. De laadopening is nu ontgrendeld en de CD is weer toegankelijk.
De tekst van een CD met CD Text weergeven
Op een CD met CD Text is informatie opgenomen zoals de titel van de CD, de naam van de uitvoerende artiest en de titel van de tracks. Het is mogelijk om deze informatie op de display weer te geven.
Selecteer tijdens het afspelen van een CD met CD Text de afspeelmodus die tekst kan weergegeven.
DISP
D
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de weergave op de display en wel als volgt:
NEDERLANDS
U kunt voorkomen dat de CD uit de lade springt door deze in de lade te vergrendelen.
Druk wanneer u op SOURCE ATT drukt tevens op OFF 0 en houd de toetsen gedurende minste 2 seconden ingedrukt. De vermelding “NO EJECT” zal gedurende circa 5 seconden op de display knipperen en de CD wordt vergrendeld. De CD kan nu niet meer uit de laadopening worden gehaald.
DIRECTORY
TRACK
CEQ
RND
RPT
MO
ST
AF
REG
BBE
PTY
TP
Opmerking:
Als u op OFF 0 drukt terwijl het uitwerpen van CD’s niet is toegestaan, komt het display paneel weliswaar naar beneden geschoven, maar kan er geen CD worden uitgenomen. (De vermelding “NO EJECT” wordt op de display weergegeven). Druk als u het display paneel omhoog wilt verplaatsen op ¢ of 4 .
Titel van de CD / Artiest
(De DISC indicator licht op)
Titel van het muziekstuk
(De TRACK indicator licht op)
Nummer huidige track en
verstreken speeltijd
Opmerkingen:
• Op de display kunnen maximaal 10 tekens tegelijk worden weergegeven. Als de informatie uit meer dan 10 tekens bestaat, loopt de tekst automatisch van rechts naar links over de display. Zie ook de paragraaf “De modus voor lopende tekst selecteren –– SCROLL” op bladzijde 27.
• Wanneer u op de toets DISP (D) drukt terwijl u naar een gewone CD luistert, verschijnt de vermelding “NO NAME” op de display voor de titel/artiest van de CD en de titel van het muziekstuk.
21
Page 22

GELUID REGELEN

R
Geluid aanpassen
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens instellen.
1
Selecteer de functie die u wilt aanpassen.
SEL
S
Indicatie Doel: Bereik
BASS Bastonen –06 (min.)
TRE Treble aanpassen. –06 (min.)
FAD* Evenwicht tussen R06 (Alleen
NEDERLANDS
BAL Evenwicht tussen L06 (Alleen
BBE Zie “Wat is BBEII?” BBE 1, BBE 2,
WOOFER Het uitvoerniveau 00 (min.) (uitsluitend van de subwoofer | voor de aanpassen. 08 (max.) KD-LX333R)
VOLUME Het volume 00 (min.)
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet
u faden op “00” zetten.
2
Pas het niveau aan.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de aanpasbare tijd als volgt gewijzigd:
BASS
(bas)
TRE
(treble)
VOLUME
(volume)
(uitsluitend voor de
aanpassen. |
voor- en achterin) achterspeakers | aanpassen. F06 (Alleen
linker- en links) rechterspeaker | aanpassen. R06 (Alleen
hier rechts. BBE 3,
aanpassen. |
FAD
(faden)
WOOFER
KD-LX333R)
+06 (max.)
| +06 (max.)
BBE OFF
50 (max.)
Om het niveau te verhogen.
BAL
(balans)
BBE
voorin)
rechts)
Opmerking:
Standaard wordt met de toets bedieningsschijf het volume afgesteld. Het is dus niet nodig om eerst de vermelding “VOLUME” te selecteren als u het volume wilt aanpassen.
Wat is BBEII?
De functie BBEII* herstelt de oorspronkelijke glans en helderheid van live-opnames, opnames van radio-uitzendingen, enzovoorts. Een luidspreker die geluid weergeeft, krijgt te maken met een verschijnsel dat frequentie­afhankelijke faseverschuivingen wordt genoemd. Dit betekent dat geluiden met een hoge frequentie er langer over doen om het menselijke gehoor te bereiken dan lage frequenties. De functie BBEII corrigeert dit faseverschil tussen lage, middelhoge en hoge tonen door aan de weergave van lagere frequenties een vertragingstijd toe te kennen. Hoe lager de frequentie, hoe groter de vertragingstijd. Het resultaat van deze functie is dat alle frequenties het gehoor van de luisteraar op het juiste tijdstip bereiken. Bovendien versterkt de functie BBEII de lage en middelhoge frequenties, omdat luidsprekers over het algemeen minder efficiënt zijn in het weergeven van deze tonen. Dit gebeurt door een technologie toe te passen die dynamische, programma-aangestuurde verrijking wordt genoemd. Samen met de eerdergenoemde correctie voor faseverschuivingen zorgt deze voorziening ervoor dat geluid helder wordt weergegeven en bij de luisteraar een echte live­ervaring teweeg brengt.
Als u aan de bedieningsschijf draait, wordt er elke keer een andere instelling voor de BBE
-functie weergegeven en wel in deze volgorde:
BBE 1 BBE 2
BBE 3
BBE OFF
(Uit, geen aanduiding)
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CEQ
RND
RPT
MO
ST
REG
AF
II
BBE
PTY
TP
22
Om het niveau te verlagen.
DIRECTORY
CEQ
Het patroon op de indicator voor de equalizer verandert wanneer u de weergave van lage of hoge tonen aanpast.
RND
RPT
MO
ST
PTY
TP
REG
AF
Hoe hoger het getal, hoe sterker de BBEII-functie. Bij het verlaten van de fabriek is de BBEII-functie standaard ingesteld op “BBE OFF”.
* Onder licentie van BBE Sound, Inc.
BBE
is een handelsmerk van BBE Sound, Inc.
Page 23
Kiezen van vastgelegde geluidsfuncties (CEQ: custom equalizer)
U kunt een van de reeds vastgelegde geluidsfuncties (CEQ: custom equalizer) kiezen die bij de af te spelen muziek past.
1
Druk op BAND MODE (M) om de functie van de cijfertoetsen te veranderen.
BAND MODE
M
2
Activeer custom equalizer (CEQ).
EQ
1
Bijv.: Indien u hiervoor “USER” had gekozen.
3
Kies de gewenste geluidsfunctie.
EQ
1
De laatst gekozen geluidsfunctie
7
wordt opgeroepen en voor de weergave gebruikt.
CEQ
RPT
MO
ST
Elke keer wanneer u op deze
7
toets drukt, wordt verandert de geluidsfunctie in de volgende volgorde:
USER
Bijv.: Indien u “ROCK” kiest.
ROCK
CEQ
RPT
MO
ST
RND
AF
CLASSIC
RND
AF
REG
REG
BBE
PTY
TP
POPSHIP HOPJAZZ
BBE
PTY
TP
Indicatie Voor: Vastgestelde waarden
BASS TRE BBE
II
USER (Neutraal 00 00 BBE
geluid) OFF
ROCK Rock of +03 +01 BBE 2
disco muziek
CLASSIC Klassieke +01 –02 BBE
muziek OFF
POPS Populaire +04 +01 BBE
muziek OFF
HIP HOP Funk of +02 00 BBE 2
Rap muziek
JAZZ Jazz muziek +02 +03 BBE
OFF
Opmerkingen:
• U kunt iedere geluidsfunctie naar wens instellen en
vervolgens in het geheugen vastleggen. Zie “Geluidsweergave aanpassen en opslaan” op bladzijde 24 voor details aangaande het instellen en vastleggen van de oorspronkelijke geluidsfuncties.
• Zie bladzijde 22 voor het instellen van de lage en
hoge tonen of het tijdelijk activeren/uitschakelen van de BBEII functie.
Afzonderlijk vastleggen van een geluidsfunctie voor iedere weergavebron (CEQ Link)
U kunt voor een bron een geluidsfunctie kiezen en in het geheugen vastleggen. Deze geluidsfunctie wordt vervolgens iedere keer bij het kiezen van deze bron opgeroepen en de overeenk omende aanduiding verschijnt op het display. U kunt een geluidsfunctie voor iedere volgende bron vastleggen — FM1, FM2, FM3, AM, CD en externe componenten.
• Zie ook de paragraaf “De algemene
instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 25.
1 Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2
seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“CEQ LINK” (Custom Equalization Link) te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf en selecteer
“LINK ON”.
4 Druk op SEL (S) om het instellen te voltooien.
Voor het annuleren van CEQ Link, moet u de
procedure herhalen, maar in stap 3 de vermelding “LINK OFF” selecteren.
NEDERLANDS
Opmerking:
Bij het veranderen van de “CEQ LINK” instelling, wor dt de geluidsfunctie (CEQ) automatisch naar “USER”.
23
Page 24
Met “CEQ LINK” op “LINK ON” gesteld De gekozen geluidsfunctie kan voor de huidige bron in het geheugen worden vastgelegd. Wanneer u later naar deze bron schakelt, zal de daarvoor gekozen geluidsfunctie worden opgeroepen en de aanduiding daarvan op het display worden getoond. De CEQ indicator knippert tevens.
Met “CEQ LINK” op “LINK OFF” gesteld Het effect van de gekozen geluidsfunctie wordt voor iedere bron gebruikt.
4
Kies de onderdelen die u wilt instellen.
SEL
5
Pas het niveau aan.
• Zie bladzijde 22 voor meer
S
informatie.
Om het niveau te verhogen.
Geluidsweergave aanpassen en opslaan
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken aan uw eigen wensen aan te passen en in het geheugen op te slaan.
• Voor het uitvoeren van de onderstaande stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid, moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
NEDERLANDS
1
Druk op BAND MODE (M) om de functie van de cijfertoetsen te veranderen.
BAND MODE
M
2
Activeer custom equalizer (CEQ).
EQ
1
Bijv.: Indien u hiervoor “POPS” had gekozen.
De laatst gekozen geluidsfunctie
7
wordt opgeroepen en voor de weergave gebruikt.
CEQ
RPT
MO
ST
RND
REG
AF
Om het niveau te verlagen.
DIRECTORY
CEQ
RPT
MO
ST
Het patroon op de indicator voor de equalizer verandert wanneer u de weergave van lage of hoge tonen aanpast.
Bijv.: Als u “TRE (treble)” aanpast.
6
Herhaal stappen 4 en 5 voor het
RND
AF
REG
BBE
PTY
TP
instellen van andere onderdelen.
• Zie bladzijde 22 voor het instellen van het BBEII niveau.
7
Herhaal dezelfde procedure als u andere geluidsmodi wilt aanpassen.
De fabrieksinstellingen herstellen, herhaal de
procedure en ken de fabrieksinstellingen toe. U vind deze in de tabel op deze bladzijde 23.
BBE
PTY
TP
24
3
Kies de gewenste geluidsfunctie.
EQ
1
Elke keer wanneer u op deze
7
toets drukt, wordt verandert de geluidsfunctie in de volgende volgorde:
USER
ROCK
CLASSIC
POPSHIP HOPJAZZ
Page 25

ANDERE HOOFDFUNCTIES

De algemene instellingen
3
wijzigen (PSM)
Het is mogelijk om de instellingen voor de items die op de volgende bladzijde staan vermeld te wijzigen.
Basisprocedure
1
Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie hieronder).
SEL
S
2
Selecteer het item waarvan u de instelling wilt wijzigen. (Zie hieronder).
Modus met voorkeursinstellingen PSM-onderdelen
1
SEL
S
Houd. Kies...
DEMO MODE Demonstratiemodus CLOCK HOUR Instellen van het uur CLOCK MIN Instellen van de minuten CEQ LINK In geheugen vastgelegde
24H/12H 24/12-uur aanduiding voor de klok AUTO ADJ Automatische instellen van de
CLOCK DISP Weergave van de klok TUNER DISP Weergavemodus van de tuner PTY STBY PTY-standby
2
geluidsfunctie
klok
4
5
3
Stel in... Tegen de
wijzers van de klok in
DEMO OFF
Terug Terug
LINK OFF
12HOUR
CLOCK OFF CLOCK ON
OFF
Wijzig het PSM-item dat u hierboven hebt geselecteerd.
Herhaal stap 2 en 3 als u de andere PSM-items wilt aanpassen.
V oltooi de instelling.
SEL
S
Met de wijzers van de klok mee
DEMO ON
Verder Verder
LINK ON 24HOUR
29 programmatypen
(Zie bladzijde 18).
Fabrieksin-
stellingen
0:00
LINK OFF
24HOUR
CLOCK ON
PS NAMEPS NAMEFREQUENCY
OFF
Zie
blz.
8DEMO ON
8
27
8 17ADJUST ONADJUST ONADJUST OFF 27
17
14
NEDERLANDS
AF–REG Alternatieve frequentie/
Regionale ontvangst
OFF
AF REGAF
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
13AF
25
Page 26
Modus met voorkeursinstellingen PSM-onderdelen
SEL
1
S
Houd. Kies...
TA VOL Volume voor
P-SEARCH Programme zoeken DAB AF* Zoeken naar
DAB VOL* DAB volume-instelling LEVEL Niveaudisplay DIMMER Dimmermodus
CRUISE Geluidsweergave (uitsluitend voor aanpassen aan de KD-LX333R) rijsnelheid
+OR– SET** Stationair (uitsluitend voor de KD-LX333R)
NEDERLANDS
BOOST** Versterkingsniveau (uitsluitend voor de KD-LX333R)
TELEPHONE Audiodemping voor
BEEP SW Pieptoon bij
CONTRAST Contrast van de display SCROLL Modus voor lopende
WooferFreq Afbreekfrequentie van (uitsluitend voor de subwoofer de KD-LX333R)
LINE ADJ Aanpassen van het (uitsluitend voor ingangsniveau de KD-LX333R)
EXT INPUT Extern apparaat (uitsluitend voor de KD-LX111R)
FLAT PANEL Plat paneel IF FILTER Intermediate
2
verkeersinformatie
alternatieve frequenties
cellulaire telefoonsystemen
toetsbediening
tekst
Frequency-filter
3
Stel in... Tegen de
wijzers van de klok in
Met de wijzers van de klok mee
TA VOL 00 – TA VOL 50
DAB VOL 00 –12 tot 12 DAB VOL 00 41
5 typen (Zie bladzijde 27).
ON
CRUISE 1
CRUISE OFF
MUTING 1 MUTING 2
MUTING OFF
OFF
FREQ HIGH
LINE ADJ 00 – 05
WIDE
OFF AUTO
CRUISE 2
AUTOONCE
FREQ MIDFREQ LOW
LINE INPUTCD CHANGER
FLAT ON
AUTO
Fabrieksin-
stellingen
TA VOL 20
AUTO
CRUISE OFF
800 rpm
MUTING OFF
BEEP ONBEEP ONBEEP OFF
ONCE
CD CHANGER
Zie blz.
17 16SEARCH OFFSEARCH ONSEARCH OFF 41AF ONAF ONAF OFF
27NORMAL 27
29
30
29BOOST 05BOOST 01 – 15
27
27 27CONTRAST 5CONTRAST 1 – 10
27
28FREQ MID
28LINE ADJ 00
28
28FLAT OFFFLAT OFF 28AUTO
4
Druk op SEL (S) om het instellen te voltooien.
* Wordt alleen weergegeven indien de DAB-tuner is aangesloten. ** Als u voor “CRUISE 1” of “CRUISE 2” selecteert, kunt u deze instelling wijzigen.
26
Page 27
Instellen van Custom Equalizer Link — CEQ LINK
U kunt een verschillende geluidsfunctie (CEQ) voor iedere bron in het geheugen vastleggen. De geluidsfunctie wordt automatisch verandert al naar gelang de bron die u kiest. Bij het verlaten van de fabriek is deze functie geannuleerd.
• LINK ON: Verschillende geluidsfuncties voor verschillende bronnen.
• LINK OFF: Dezelfde geluidsfunctie voor alle bronnen.
Weergave van de klok selecteren — CLOCK DISP
Het is mogelijk om de klok in het onderste deel van de display weer te gev en of juist niet weer te geven wanneer de eenheid is ingeschakeld. Bij het verlaten van de fabriek is de klok standaard ingesteld om op de display te worden weergegeven.
• CLOCK ON: Weergave van de klok op de display is ingeschakeld.
• CLOCK OFF:Weergave van de klok op de display is uitgeschakeld.
De niveau-indicator selecteren — LEVEL
U kunt zelf bepalen welke niveau-indicator u op de display wilt weergeven. Bij het verlaten van de fabriek is deze standaard ingesteld op “NORMAL”.
• NORMAL: De normale audioniveaumeter wordt op beide kanten van het display getoond.
• SIDE: De displayv erlichting verplaatst van de binnenkant naar de buitenkant.
• FULL: De niveaumeter wordt geheel op het hoofddisplay getoond en de displayverlichting start.
• OFF: De niveaumeter verdwijnt maar het middendisplay wordt verlicht.
• ALL OFF: De niveaumeter en het middendisplay worden uitgeschakeld.
De instelling voor de dimmerfunctie selecteren — DIMMER
Bij het inschakelen van de koplampen van de auto wordt de verlichting van de display automatisch gedimd (de functie Auto Dimmer). Bij het verlaten van de fabriek is de functie Auto Dimmer van de eenheid standaard ingeschakeld.
• AUTO: De functie Auto Dimmer is ingeschakeld.
• OFF: De functie Auto Dimmer is uitgeschakeld.
• ON: De display wordt gedimd.
Opmerking over de functie Auto Dimmer:
Het kan zijn dat de dimmerfunctie van deze eenheid bij bepaalde voertuigen niet goed werkt, vooral niet bij voertuigen met een bedieningsfunctie voor de dimmer. In dergelijke gevallen moet u de dimmerfunctie op “ON” of “OFF” instellen.
Audiodemping voor mobiele telefoongesprekken selecteren — TELEPHONE
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een cellulair telefoonsysteem is aangesloten. Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem dat u gebruikt “MUTING 1” of “MUTING 2”. Welke dempingsmogelijkheid u kiest, hangt af van de vraag welke instelling het geluid het beste dempt. Bij het verlaten van de fabriek is deze modus standaard uitgeschakeld.
• MUTING 1: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
• MUTING 2: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
• MUTING OFF:Hiermee wordt de audiodemping voor telefoongesprekken uitgeschakeld.
Geluid bij het aanraken van de toetsen in- en uitschakelen — BEEP SW
Het is mogelijk om het geluid dat u hoort bij het aanraken van de toetsen uit te schakelen als u deze geluiden storend vindt. Bij het verlaten van de fabriek is de functie voor het weergeven van geluid bij het aanraken van de toetsen echter ingeschakeld.
• BEEP ON: Hiermee schakelt u het geluid bij
het aanraken van de toetsen in.
• BEEP OFF: Hiermee schakelt u het geluid bij
het aanraken van de toetsen uit.
Het contrast van de display aanpassen — CONTRAST
Het is mogelijk om het contrast van de display aan uw wensen aan te passen. U kunt kiezen uit niveau 1 t/m 10. Niveau “1” is extreem donker en niveau “10” extreem licht. Bij het verlaten van de fabriek staat het contrast standaard ingesteld op niveau “5”.
De modus voor lopende tekst selecteren — SCROLL
Wanneer de informatie van een CD uit meer dan 10 tekens bestaat, is het handig om dit als lopende tekst op de display weer te geven. Deze functie wordt Scroll Mode genoemd. Bij het verlaten van de fabriek staat deze functie standaard ingesteld op “ONCE”, waardoor informatie éénmaal als lopende tekst op de display wordt weergegeven.
• ONCE: De lopende tekst wordt slechts
één keer weergegeven.
• AUTO: De lopende tekst wordt nóg een
keer weergegeven (met tussenpozen van 5 seconden).
• OFF: De functie Scroll Mode staat uit.
Opmerking:
Ook wanneer de modus voor lopende tekst is uitgeschakeld (“OFF”) is het mogelijk tekst lopend op de display weer te geven door DISP (D) gedurende ten minste 1 seconde in te drukken.
NEDERLANDS
27
Page 28
De afbreekfrequentie voor de subwoofer selecteren — WooferFreq (uitsluitend voor
de KD-LX333R)
Als er op deze eenheid een subwoofer is aangesloten, dient u een afbreekfrequentie voor de subwoofer te selecteren. Bij het verlaten van de fabriek werd de afbreekfrequentie voor subwoofers op deze eenheid ingesteld op “FREQ MID”.
• FREQ LOW: Frequenties boven de 50 Hz
• FREQ MID: Frequenties boven de 80 Hz
• FREQ HIGH: Frequenties boven de 120 Hz
worden niet naar de subwoofer gestuurd.
worden niet naar de subwoofer gestuurd.
worden niet naar de subwoofer gestuurd.
Het lijningangsniveau aanpassen — LINE ADJ (uitsluitend voor de KD-LX333R)
Als er een extern apparaat op de LINE INPUT
-ingang is aangesloten, moet u het ingangsniveau goed afstellen. Bij het verlaten
NEDERLANDS
van de fabriek wordt het niveau standaard ingesteld op “00”. Indien het ingangsniveau van het aangesloten apparaat niet hoog genoeg is, moet u dit aanpassen. Doet u dit niet, kunt u als u van het externe apparaat overschakelt op een andere afspeelbron plotseling een hard geluid horen.
Het externe apparaat selecteren –– EXT INPUT (uitsluitend voor de KD-LX111R)
Het externe apparaat kan met behulp van de KS-U57 Line Input Adapter (niet meegeleverd) op de ingang van de CD-wisselaar worden aangesloten. Als u het externe apparaat via deze eenheid als afspeelbron wilt gebruiken, moet u bepalen welk onderdeel – de CD-wisselaar of het externe apparaat – u wilt gebruiken. Bij het verlaten van de fabriek is de CD-wisselaar standaard als extern apparaat geselecteerd.
• LINE INPUT: Voor een ander apparaat dan
• CD CHANGER:De CD-wisselaar gebruiken.
Opmerking:
Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de KS-U57 Line Input Adapter op het externe apparaat treft u aan in de handleiding voor installatie/aansluiting (apart boekje).
de CD-wisselaar.
Het bedieningspaneel een plat uiterlijk geven (paneel verbergen) — FLAT PANEL
Als u de ontvanger met de afstandsbediening bedient, kunt u het bedieningspaneel aan de voorzijde verbergen zodat deze een strak en plat uiterlijk heeft. Bij het verlaten van de fabriek is deze functie ingesteld op “FLAT OFF”. Dit zijn de beschikbare instellingen:
• FLAT ON: Het bedieningspaneel komt niet naar buiten wanneer u de eenheid inschakelt of nadat u een CD hebt geplaatst. Als u het bedineingspaneel nodig hebt, drukt u op 4 . Als er 10 seconden lang geen bediening heeft plaatsgevonden, schuift het paneel automatisch terug de ontvanger in.
• FLAT OFF: U kunt het bedieningspaneel gewoon gebruiken.
Opmerking:
Als de vermelding “FLAT ON” is geselecteerd, kunt u CD’s uitwerpen door op 4 te drukken.
De selectiviteit van de FM-tuner wijzigen — IF FILTER
In bepaalde streken kunnen naburige zenders de ontvangst van andere zenders verstoren. In dergelijke gevallen ontvangt u ruis of ander geluid. Deze eenheid kan zodanig worden ingesteld dat dergelijke storingen worden verminderd. Bij het verlaten van de fabriek is de eenheid standaard ingesteld op deze functie (“AUTO”).
• AUTO: Wanneer dergelijke storingen worden waargenomen, verhoogt de eenheid automatisch de selectiviteit van de tuner zodat de invloed van de storing naar de achtergrond wordt gedrukt. (Het stereo­effect gaat hierbij echter verloren).
• WIDE: De eenheid is gevoelig voor storingen van naburige zenders, maar de geluidskwaliteit gaat niet verloren en het stereo-effect blijft behouden.
28
Page 29
Het volume automatisch laten aanpassen aan de rijsnelheid (Audio Cruise)
De volgende beschrijvingen zijn uitsluitend voor de KD-LX333R.
U kunt het volumeniveau automatisch laten aanpassen aan de snelheid waarmee u in uw auto rijdt. Dankzij een voorziening in de eenheid die Audio Cruise wordt genoemd, kunt u het volumeniveau automatisch laten aanpassen aan de snelheid waarmee u rijdt. Deze voorziening kent drie stappen. Als u van deze voorziening gebruik wilt maken, moet u de onderstaande procedure volgen. Bij het verlaten van de fabriek werd deze voorziening uitgeschakeld (“CRUISE OFF”).
• CRUISE 1: Selecteer deze instelling
• CRUISE 2: Selecteer deze instelling
• CRUISE OFF: Hiermee schakelt u de
1
Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 25 en 26).
SEL
S
2
Selecteer de vermelding “CRUISE” als deze al niet meteen op de display wordt weergegeven.
wanneer uw auto relatief rustig is.
wanneer uw auto relatief veel geluid maakt. De snelheid waarmee het volume bij deze instelling toeneemt, is twee keer zo hoog als bij de instelling CRUISE 1.
voorziening Audio Cruise uit.
3
Selecteer de gewenste instelling.
Als u aan de bedieningsschijf draait, wordt er een andere aan de rijsnelheid aangepaste geluidsweergave weergegeven, en wel in deze volgorde:
CRUISE 1 CRUISE 2
CRUISE OFF
4
Voltooi de instelling.
SEL
S
De toenamesnelheid van het volume aanpassen
Als u vindt dat het volume bij het veranderen van de rijsnelheid te veel of te weinig toeneemt of afneemt, kunt u de toenamesnelheid van het volume aanpassen door deze te wijzigen. Volg hiertoe de onderstaande procedure.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 25.
1 Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2
seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk herhaaldelijk op ¢ of 4 tot de
vermelding “CRUISE” op de display verschijnt.
3 Selecteer de instelling “CRUISE 1” of
“CRUISE 2” met behulp van de bedieningsschijf.
4 Druk op ¢ (of 4 ) om de vermelding
“BOOST” te selecteren. Tevens wordt het huidige versterkingsniveau op de display weergegeven.
5 Draai de bedieningsschijf het gewenste
versterkingsniveau (van 01 t/m 15) te selecteren.
6 Druk op SEL (S) om het instellen te voltooien.
NEDERLANDS
29
Page 30
Indien de voorziening Audio Cruise niet goed functioneert
V oor het goed functioneren v an Audio Cruise kan het zijn dat u in verband met het omgevingsgeluid moet opgeven wanneer uw auto stilstaat.
OPMERKING Merk op dat er verschillende factoren zijn die bijdragen aan het omgevingsgeluid in uw auto. Hierdoor kan het zijn dat de voorziening Audio Cruise niet goed functioneert. Te denken valt hierbij aan achtergrondgeluid dat wordt veroorzaakt door ruitenwissers, elektrisch te openen en te sluiten zijramen, luchtkoeling en andere apparatuur die achtergrondgeluiden voortbrengen. Als dergelijke geluiden de hoofdoorzaak vormen van het niet functioneren van Audio Cruise raden we u aan de reserve-aardingskabel van het geheugen (geel van kleur) rechtstreeks op de accu van auto aan te sluiten. Op die manier voorkomt u dat de genoemde geluiden de werking van Audio Cruise nadelig kunnen beïnvloeden.
NEDERLANDS
1 Start de motor en laat deze warmdraaien. 2 Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2
seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven.
3 Druk herhaaldelijk op ¢ of 4 tot de
vermelding “CRUISE” op de display verschijnt.
4 Selecteer de instelling “CRUISE 1” of
“CRUISE 2” met behulp van de bedieningsschijf.
5 Druk op ¢ (of 4 ) om de vermelding
“+OR– SET” te selecteren.
6 Draai de bedieningsschijf om de gewenste
stationaire snelheid te selecteren.
7 Druk op SEL (S) om het instellen te voltooien.
Namen aan bronnen toekennen
Het is mogelijk om een CD en het externe apparaat een naam te geven. De naam die u toekent, wordt vervolgens op de display weergegeven wanneer u het desbetreffende apparaat selecteert.
Bronnen Maximaal aantal tekens
CDs* en 32 tekens (maximaal CD-wisselaar* 40 CD’s)
Extern apparaat 10 tekens
* Het is niet mogelijk een naam toe te kennen aan een
CD met CD Text.
1
Selecteer een bron waaraan u een naam wilt toekennen.
ATT
SOURCE
2
Druk minste 2 seconden op SEL (S) terwijl u DISP (D) ingedrukt houdt.
DISP
D
DIRECTORY
DISC
TRACK
CD
Bijv.: Indien u een CD als bron selecteert.
SEL
S
CEQ
RND
RPT
MO
ST
REG
BBE
PTY
TP
Nadat u het instellen hebt voltooid, controleert de eenheid meteen of de functies van Audio Cruise goed werken onder de nieuwe instelling. Als dat niet het geval is, wordt Audio Cruise automatisch geannuleerd en vervalt de instelling die u hebt gemaakt.
• Mocht dit gebeuren, dan verwijzen we u naar de OPMERKING hierboven.
30
CEQ
CEQ
RND
RPT
MO
ST
RPT
MO
ST
TP
REG
AF
RND
TP
REG
AF
Bijv.:Als u het externe apparaat als de
afspeelbron selecteert.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
BBE
PTY
Page 31
3
Selecteer de tekenset die u wilt gebruiken zolang “
” op de
display knippert.
DISP
D
Elke keer wanner u op deze toets drukt, selecteert u een andere tekenset. De beschikbare tekensets worden in deze volgorde op de display aan u aangeboden:
Kleine letters ( )Hoofdletters ( )
Cijfers en symbolen ( )
4
Selecteer het gewenste teken.
Zie de rechterkolom voor de beschikbare tekens.
5
Verplaats de cursor naar de positie voor het volgende of het vorige teken.
6
Herhaal stap 3 t/m 5 tot u de volledige naam die u wilde invoeren hebt opgegeven.
7
Druk op de knop wanneer het laatste teken dat u wilde selecteren nog op de display knippert.
SEL
S
De naam die u hebt opgegeven, wordt nu in zijn geheel in het geheugen opgeslagen.
Beschikbare tekens
Hoofdletters
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Kleine letters
a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
Cijfers en symbolen
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
! # $ % & ( ) + , . / : ; < = ? @ _ `
Opmerkingen:
• Als u probeert een naam toe te kennen aan een 41e CD, verschijnt de vermelding “NAME FULL” op de display om aan te geven dat u geen naam kunt toekennen. (Verwijder in dit geval namen die u niet wilt).
• Wanneer er een CD-wisselaar is aangesloten, kunt u ook namen toekennen aan CD’s in de CD­wisselaar. De namen kunnen ook op de display worden weergegeven als u de CD’s in deze eenheid plaatst.
spatie
spatie
spatie
* >
NEDERLANDS
De ingevoerde tekens verwijderen
Volg de bovenstaande procedure en voer nu in plaats van tekens spaties in.
31
Page 32
Werken met de vergrendeling
U kunt het gebruik van deze eenheid voor onbevoegden onmogelijk maken. Als u de vergrendeling wilt gebruiken, moet u eerst een wachtwoord instellen. Als u dit hebt gedaan, wordt u op het moment dat u de eenheid voor de eerste keer na het wijzigen van de installatie inschakelt (of nadat een lege accu hebt opgeladen of vervangen) gevraagd het wachtwoord in te voeren.
LET OP: Denk eraan dat u het ingestelde wachtwoord niet vergeet. Als dit gebeurt, kunt u de eenheid namelijk niet meer gebruiken. Onthoud het wachtwoord dus en schrijf het indien nodig op papier. U kunt uw wachtwoord noteren in de daarvoor bestemde ruimte op het voorblad.
Het wachtwoord registeren
Een wachtwoord bestaat uit 4 tekens. U kunt voor uw wachtwoord kiezen uit de volgende tekens: hoofdletters (A t/m Z), kleine letters
NEDERLANDS
(a t/m z) en cijfers (0 t/m 9).
1
Druk op beide toetsen en houd deze gedurende minste 2 seconden ingedrukt.
SEL
S
De eenheid is nu gereed voor het invoeren van een wachtwoord.
3
Selecteer een letter.
CEQ
4
Verplaats de cursor voor het
RND
RPT
MO
ST
REG
AF
invoeren van tekens naar de positie voor het volgende teken.
CEQ
5
Herhaal stap 2 t/m 4 tot u alle vier de
RND
RPT
MO
ST
REG
AF
tekens hebt ingevoerd.
6
V oltooi de instelling.
SEL
S
De normale bedieningsfunctie wordt weer voor het toestel geactiveerd.
PTY
TP
PTY
TP
32
CEQ
RPT
MO
ST
2
Selecteer de tekenset die u wilt gebruiken.
DISP
D
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, selecteert u een andere tekenset. De beschikbare tekensets worden in deze volgorde op de display aan u aangeboden:
Kleine letters ( )Hoofdletters ( )
Cijfers en symbolen ( )
RND
PTY
TP
REG
AF
Hoe u de meegeleverde CODE-sticker gebruikt
Plak de meegeleverde CODE-sticker op een in het oog vallende plaats van de auto om anderen erop te wijzen dat deze eenheid is uitgerust met een beveiligingsfunctie en dat onbevoegd gebruik onmogelijk is.
Page 33
Wanneer werkt de beveiligingsfunctie?
Wanneer u het wachtwoord eenmaal hebt geregistreerd, verschijnt de vermelding “ ” op de display en wordt u in de volgende situaties naar het wachtwoord gevraagd:
• Als u de eenheid voor de eerste keer inschakelt nadat u de eenheid opnieuw hebt geïnstalleerd.
• Als u de eenheid voor de eerste keer inschakelt nadat u de accu van de auto hebt vervangen.
U kunt deze eenheid gebruiken nadat u volgens de onderstaande procedure het wachtwoord hebt ingevoerd.
1 Druk op DISP (D) om de tekenset van uw
keuze te selecteren.
2 Draai de bedieningsschijf om een teken in te
voeren.
3 Druk op ¢ of 4 om de cursor voor
het invoeren van tekens te verplaatsen.
4 Herhaal stap 1 t/m 3 om het hele wachtwoord
(4 letters) correct in te voeren en druk vervolgens op SEL (S).
•Nadat u het juiste wachtwoord hebt
ingevoerd, wordt de beveiliging ontgrendeld en kunt u de eenheid gewoon gebruiken.
•In de volgende gevallen wordt de
beveiligingsfunctie niet geannuleerd (de vermelding “NOT ACCEPT” verschijnt dan op de display) en daarna schakelt de eenheid zichzelf uit. (De eenheid zal niet meer zijn in te schakelen, tenzij u op de voorzijde op de Reset-toets drukt. Zie bladzijde 2). – Wanneer er een verkeerd wachtwoord
wordt ingevoerd en op SEL (S) wordt gedrukt.
– Indien u het juiste wachtwoord niet kunt
invoeren (ieder teken binnen 30 seconden).
Het wachtwoord wijzigen
Als u het wachtwoord wilt wijzigen nadat u dit hebt geregistreerd, gaat u als volgt te werk:
1 Druk gedurende minste 2 seconden
tegelijkertijd op zowel SEL (S) en ¢. De vermelding “ ” verschijnt op de display.
2 Voer het huidige wachtwoord correct in en druk
op SEL (S). De eenheid is nu klaar om een nieuw wachtwoord op te slaan.
3 Voer een nieuw wachtwoord naar keuze in en
druk op SEL (S). De normale bedieningsfunctie wordt weer voor het toestel geactiveerd.
• Meer informatie over het registreren van een wachtwoord treft u aan op bladzijde 32.
NEDERLANDS
Als u bij het opgeven van het wachtwoord een verkeerd teken invoert
Druk op 4 om de cursor voor het invoeren van tekens terug te plaatsen zodat deze op het verkeerde teken staat en vervolgens herhaal stap 1 en 2 om het juiste teken te selecteren.
33
Page 34

GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR

Druk op ON CLOSE
TP/PTY DISPSEL
STDM
TP/PTY DISP
SEL
ST
SSM
BAND
ATT
MODE
D
7
SOURCE
SSM
BAND MODE
M
MONOEQ
SOURCE
INT RPT RND
9
10
8
ATT
OFF
12
11
MONO
EQ
8
7
1
2
om de stroom in te schakelen.
9
10
3
RND RPT INT
12
11
6
5
OFF
We raden u aan bij uw eenheid alleen gebruik te maken van de CH-X-serie. Als u een andere automatische CD-wisselaar in uw bezit hebt, raden we u aan contact op te nemen met uw JVC-dealer in auto-accessoires voor meer informatie over de juiste aansluitingen.
• Bijv. Als u een CD-wisselaar uit de KD-MK serie hebt, hebt u een kabel (KS-U15K) nodig om deze met het apparaat te verbinden.
Alvorens uw automatische CD-wisselaar te gebruiken:
• Lees de instructies door die bij uw CD-wisselaar zijn geleverd.
NEDERLANDS
• Als er geen CD’s in de houder van de CD-wisselaar aanwezig zijn of wanneer de CD’s ondersteboven in de houder zitten, verschijnt op het afleesvenster de tekst “NO DISC”. Als dit gebeurt, moet u de houder verwijderen en de CD’s op de juiste wijze in de houder plaatsen.
• “NO MAG” verschijnt op het display indien er geen magazijn in de CD-wisselaar is geplaatst. U moet in dat geval een magazijn in de CD-wisselaar plaatsen.
• Als op het afleesvenster de tekst “RESET 1” – “RESET 8” verschijnt, is er iets fout met de verbinding tussen dit apparaat en de CD-wisselaar. Als dit gebeurt, moet u de verbinding controleren, de verbindingskabel(s) indien nodig stevig vastmaken en dan op de Reset-toets van de CD-wisselaar drukken.
CD’s afspelen
Selecteer de automatische CD-wisselaar (CD-CH).
ATT
SOURCE
34
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere afspeelbron geselecteerd (zie bladzijde 7). Het afspelen begint bij de eerste track van de eerste CD. Alle tracks van alle CD’s worden afgespeeld.
Nummer van het muziekstuk
Verstreken afspeeltijd
CEQ
RND
RPT
MO
ST
PTY
TP
REG
AF
CD-nummer
Versneld vooruit afspelen en achteruit afspelen van het muziekstuk
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4 en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen.
Vorige of volgende tracks selecteren
Druk terwijl u een CD afspeelt korte tijd op ¢ om naar het begin van de volgende track te gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, gaat u naar de volgende track, die vervolgens ten gehore wordt gebracht.
Druk terwijl u een CD afspeelt korte tijd op 4 om naar het begin van de huidige track te gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, gaat u naar de vorige track, die vervolgens ten gehore wordt gebracht.
BBE
Page 35
Direct naar een bepaalde CD gaan
Druk op de nummertoets die correspondeert met het nummer van de CD om het afspelen te laten beginnen (tijdens weergave van de CD­wisselaar).
EQ
MONO
7
1
2
9
8
35
10
RND RPT INT
12
11
6
• Nummer 1 – 6 selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Nummer 7 – 12 selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12) en houd deze toets langer dan 1 seconde ingedrukt.
Nummer van het muziekstuk
DIRECTORY
CD-nummer
Bijv.: Wanneer CD nummer 3 wordt geselecteerd.
Verstreken afspeeltijd
CEQ
RND
RPT
MO
ST
AF
REG
BBE
PTY
TP
De tekst van een CD met CD Text weergeven
U kunt alleen informatie van CD’s met CD Text weergeven wanneer er een automatisch CD­wisselaar van JVC is aangesloten die is uitgerust met de mogelijkheid om CD Text te lezen. Zie de paragraaf “De tekst van een CD met CD Text weergeven” op bladzijde 21 voor meer informatie.
Kiezen van de weergavefunctie
• Voor het uitvoeren van de onderstaande stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid, moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
Tracks in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
BAND MODE
M
RND
12
6
1 Druk op BAND MODE (M)
terwijl er een CD wordt afgespeeld. De vermelding “MODE” verschijnt op de display.
2 Druk zolang de vermelding
“MODE” nog op de display wordt weergegeven op RND (random) zodat de indicator RND op de display oplicht. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere modus voor het in willekeurige volgorde afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
CEQ
RND
RPT
MO
ST
Indicator RND
TP
REG
AF
RANDOM1 RANDOM2
Uit, geen aanduiding
NEDERLANDS
Functie
RND
-indicator
Afspelen in willekeurige volgorde
RANDOM1 Licht op. Alle muziekstukken van
de huidige CD, daarna de muziekstukken van de volgende CD enzovoorts.
RANDOM2 Knippert. Alle muziekstukken van
alle CD’s in de CD­houder.
35
Page 36
Tracks herhaaldelijk afspelen (Repeat Play)
BAND MODE
M
RPT
11
5
Nummer van het muziekstuk dat wordt afgespeeld
DIRECTORY
FILEDISC
1 Druk op BAND MODE (M)
terwijl er een CD wordt afgespeeld. De vermelding “MODE” verschijnt op de display.
2 Druk zolang de vermelding
“MODE” nog op de display wordt weergegeven op RPT (repeat) zodat de indicator RPT op de display oplicht. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere modus voor het herhaald afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
Alleen intro’s afspelen (Intro Scan)
BAND MODE
M
INT
10
Nummer van het muziekstuk dat wordt afgespeeld
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
1 Druk op BAND MODE (M)
terwijl er een CD wordt afgespeeld. De vermelding “MODE” verschijnt op de display.
2 Druk zolang de vermelding
“MODE” nog op de display wordt weergegeven op INT (intro scan). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere modus voor het afspelen van intro’s geselecteerd, en wel in deze volgorde:
NEDERLANDS
CEQ
Indicator RPT
RND
RPT
MO
ST
TP
REG
AF
REPEAT1 REPEAT2
Uit, geen aanduiding
Functie
REPEAT1 Licht op. Het spelende (of
REPEAT2 Knippert. Alle fragmenten van de
RPT
-indicator
Herhaling van...
ingestelde) fragment.
spelende (of ingestelde) disc.
PTY
CEQ
RND
RPT
MO
ST
TP
REG
AF
INTRO1 INTRO2
Uit, geen aanduiding
Functie
Indicatie
INTRO1 Opnamenummer Van alle opnames
knippert. op alle
INTRO2 Het CD-nummer Van de eerste
knippert. opname op iedere
Speelt het begin (15 seconden)
ingebrachte discs.
ingebrachte disc.
36
Page 37

BEDIENING VAN EXTERNE APPARATEN

Druk op ON CLOSE
TP/PTY DISPSEL
STDM
TP/PTY DISP
SEL
ST
SSM
BAND
ATT
MODE
D
7
SOURCE
SSM
BAND MODE
M
MONOEQ
8
SOURCE
9
ATT
INT RPT RND
10
OFF
12
11
MONO
EQ
8
7
1
2
om de stroom in te schakelen.
9
10
3
RND RPT INT
11
6
5
OFF
12
Werken met een extern apparaat
Met een extern component aangesloten, kunt u dat component voor weergave kiezen.
Opmerkingen voor de KD-LX333R:
• Zie de handleiding voor installatie/aansluiting (apart boekje) voor details aangaande het verbinden van het externe component.
• Indien het ingangsniveau van het met de LINE INPUT aansluiting verbonden externe component niet hoog genoeg is, moet u het ingangsniveau verhogen. Indien u het ingangsniveau namelijk niet verhoogt, zal het geluidsniveau bij het veranderen van bron te laag zijn. (Zie “Het lijningangsniveau aanpassen — LINE ADJ” op bladzijde 28).
Opmerkingen voor de KD-LX111R:
• U heeft voor het verbinden van een extern component de lijningangsadapter KS-U57 (los verkrijgbaar) nodig. Zie de handleiding voor installeren/aansluiten (apart boekje).
• Alvorens het externe component met de volgende handelingen te bedienen, moet u de juiste externe ingang kiezen. (Zie “Het externe apparaat selecteren — EXT INPUT” op bladzijde 28).
Werken met een subwoofer
De volgende beschrijvingen zijn uitsluitend voor de KD-LX333R.
Wanneer u aan de achterkant van de eenheid een subwoofer hebt aangesloten op de aansluiting met de markering SUBWOOFER OUT, kunt u in uw auto genieten van een voller basgeluid en een realistischere theater­weergave.
• Raadpleeg hiervoor de instructies die bij de subwoofer werden meegeleverd.
Voer de volgende handelingen als vereist uit indien u een subwoofer met het toestel heeft verbonden.
Als u de afbreekfrequentie voor de subwoofer wilt instellen, verwijzen we u naar de paragraaf
“De afbreekfrequentie voor de subwoofer selecteren — WooferFreq” op bladzijde 28.
Voor het aanpassen van het uitvoervolume van de subwoofer, verwijzen we u naar de
paragraaf “Geluid aanpassen” op bladzijde 22.
NEDERLANDS
1
Selecteer het externe apparaat.
ATT
SOURCE
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere afspeelbron geselecteerd, en wel in de volgorde zoals die op bladzijde 7 staat beschreven.
2
Bedien het externe apparaat.
37
Page 38

BEDIENING VAN DE DAB-TUNER

Druk op ON CLOSE
TP/PTY DISPSEL
STDM
TP/PTY DISP
SEL
ST
SSM
BAND
ATT
MODE
7
SOURCE
SSM
BAND MODE
M
D
MONOEQ
SOURCE
INT RPT RND
9
10
8
ATT
OFF
12
11
MONO
EQ
8
7
1
2
om de stroom in te schakelen.
9
10
3
11
5
RND RPT INT
6
OFF
12
We raden u aan om in combinatie met deze eenheid DAB-tuner KT-DB1500 te gebruiken. Neem contact op met de JVC-dealer in auto­accessoires als u een andere DAB-tuner hebt.
• Zie ook de instructies die bij de DAB-tuner werden geleverd.
Wat is het DAB-system?
DAB is een van de digitale radiozendsystemen die momenteel in gebruik zijn. Met deze technologie is het mogelijk CD’s af te spelen met hoge geluidskwaliteit
NEDERLANDS
zonder storingen en signaalvervorming. U kunt er zelfs tekst, afbeeldingen en gegevens mee versturen. In tegenstelling tot FM-uitzendingen, waarbij elk programma op een aparte frequentie wordt uitgezonden, worden bij DAB verschillende programma’s (die “services” worden genoemd) met elkaar gecombineerd tot een “ensemble”. Alleen wanneer u een DAB-tuner op deze eenheid aansluit, kunt u van deze DAB-services gebruik maken.
Afstemmen op een ensemble en op een van de services
Een ensemble bestaat doorgaans uit 6 of meer programma’s (services) die tegelijkertijd worden uitgezonden. Nadat u op een ensemble hebt afgestemd, kunt u kiezen naar welke service u wilt luisteren.
1
Selecteer de DAB-tuner (DAB1 – 3).
ATT
SOURCE
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere afspeelbron geselecteerd, en wel in de volgorde zoals die op bladzijde 7 staat beschreven.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of DAB3).
BAND MODE
M
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en houd, wordt er een andere DAB-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
D1
(DAB1)
D2
(DAB2)
(DAB3)
Opmerking:
Deze ontvanger is uitgerust met drie DAB­banden (DAB1, DAB2, DAB3). U kunt met elke DAB-band op een ensemble afstemmen.
3
Zoek een ensemble op.
Druk op ¢ afstemmen op een ensemble met een hogere frequentie.
Druk op 4 afstemmen op een ensemble met een lagere frequentie.
Zodra er een ensemble wordt gevonden, wordt het zoeken gestaakt.
Als u het zoeken wilt stoppen nog voordat er een ensemble is gevonden,
moet u de toets die u hebt ingedrukt om het zoeken in gang te zetten nogmaals indrukken.
D3
38
Page 39
4
Selecteer de service waarnaar u wilt luisteren.
BAND MODE
M
1 Druk op BAND MODE (M).
De vermelding “MODE” verschijnt op de display.
2 Druk op ¢ of 4 om
de service van uw keuze te selecteren zolang de vermelding “MODE” op de display staat.
De informatie op de display wijzigen wanneer u op een ensemble afstemt
Normaliter wordt de naam van de service op de display weergegeven. Druk op DISP (D) als u wilt weten wat de naam van het ensemble of de frequentie ervan is. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de volgende informatie gedurende een korte tijd in het bovenste gedeelte van de display.
Naam van de service
DAB-frequenties in het geheugen opslaan
Er kunnen maximaal 6 DAB-services voor elke DAB-band (DAB1, DAB2 en DAB3) handmatig in het geheugen worden opgeslagen.
1
Selecteer de DAB-tuner (DAB1 – 3).
ATT
SOURCE
BAND MODE
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en houd, wordt er een andere DAB-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
1 Druk op SOURCE ATT om de
DAB-tuner als afspeelbron te selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk
M
meerdere malen op BAND MODE (M) ingedrukt om de gewenste DAB-omroepband te selecteren (DAB1, DAB2 of DAB3).
D1
(DAB1)
D2
(DAB2)
D3
(DAB3)
NEDERLANDS
Naam van het ensemble
Kanaalnummer
Frequentie
Zonder zoeken afstemmen op een bepaald ensemble:
1 Druk op SOURCE ATT om de DAB-tuner als
afspeelbron te selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk meerdere malen op
BAND MODE (M) ingedrukt om de gewenste DAB-omroepband te selecteren (DAB1, DAB2 of DAB3).
3 Druk op ¢ of 4 en houd deze
gedurende minste 1 seconde ingedrukt.
4 Druk herhaaldelijk op ¢ of 4 tot u
het ensemble van uw keuze bereikt.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen tot u de toets weer loslaat.
2
Stem af op het ensemble van uw keuze.
3
Selecteer de service van het ensemble.
BAND MODE
M
1 Druk op BAND MODE (M).
De vermelding “MODE” verschijnt op de display.
2 Druk op ¢ of 4 om
de service van uw keuze te selecteren zolang de vermelding “MODE” op de display staat.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
39
Page 40
4
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) waaronder u de geselecteerde service wilt opslaan en houd deze toets gedurende minste 2 seconden ingedrukt.
EQ
7
1
DIRECTORY
FILEDISC
TRACK
CD
CEQ
De vermelding “P1” knippert gedurende enkele seconden op de display.
5
Herhaal de bovenstaande procedure
RND
RPT
MO
ST
TP
als u nog andere DAB-services achter voorkeuzetoetsen wilt opslaan.
Opmerkingen:
NEDERLANDS
• Een reeds opgeslagen DAB-service verdwijnt uit het geheugen wanneer u aan de desbetreffende voorkeuzetoets een nieuwe DAB-service toekent.
• Opgeslagen DAB-services verdwijnen uit het geheugen wanneer de stroomtoevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld wanneer u de batterijen vervangt). Als dit gebeurt, zult u de DAB-services opnieuw moeten instellen.
Afstemmen op een opgeslagen DAB-service
Het is heel eenvoudig om af te stemmen op een DAB-service die u in het geheugen hebt opgeslagen. Onthoud dat u de service hiervoor eerst in het geheugen moet opslaan en aan een voorkeuzetoets moet toekennen. Hoe dit moet, leest u op bladzijde 39.
1
Selecteer de DAB-tuner (DAB1 – 3).
ATT
PTY
SOURCE
BAND MODE
M
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en houd, wordt er een andere DAB-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
2
Selecteer het nummer (1 t/m 6) voor de DAB-service die u wilt beluisteren.
EQ
1
1 Druk op SOURCE ATT om de
DAB-tuner als afspeelbron te selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk
meerdere malen op BAND MODE (M) en houd deze ingedrukt om de gewenste DAB-omroepband te selecteren (DAB1, DAB2 of DAB3).
7
D1
(DAB1)
MONO
8
2
D2
(DAB2)
9
35
10
D3
(DAB3)
11
RND RPT INT
12
6
40
Page 41
Wat u nog meer met DAB kunt doen
Hetzelfde programma automatisch volgen (alternatieve ontvangst)
Het is mogelijk om naar een programma te blijven luisteren.
Terwijl u een DAB-service ontvangt: Als u in een streek rijdt waar u een service niet kunt ontvangen, zal deze eenheid automatisch afstemmen op een ander ensemble of een FM RDS-zender die hetzelfde programma uitzendt.
Terwijl u een FM RDS-station ontvangt: Als u in een gebied rijdt waar een DAB-service hetzelfde programma uitzendt als een FM RDS-zender, stemt deze eenheid automatisch op de DAB-service af.
Opmerking:
Bij het overschakelen van DAB naar FM en andersom kan het weergaveniveau van het volume onaangenaam toenemen of afnemen. Dat het geluidsniveau toeneemt of afneemt, heeft niets met uw ontvanger te maken, maar met de aansturing bij de zender. Er is dus niets mis met uw ontvanger. Om dit te voorkomen, kunt u het DAB volumeniveau instellen (zie hieronder).
Instellen van het DAB volumeniveau
U kunt het ingangsniveau van de DAB tuner instellen en in het geheugen vastleggen. Wanneer het ingangsniveau eenmaal juist in overeenstemming met het FM geluidsniveau ingesteld is, hoeft u het volumeniveau niet iedere keer bij het veranderen van bron opnieuw in te stellen. Bij het verlaten van de fabriek is het DAB volumeniveau op “00” gesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 25.
1 Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2
seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“DAB VOL (volume)” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om het
gewenste volume te kiezen. U kunt het volume instellen op een waarde van “–12” tot “12”.
4 Druk op SEL (S) om het instellen te voltooien.
Werken met alternatieve ontvangst
Bij het verlaten van de fabriek zijn standaard alle alternatieve-ontvangstmogelijkheden ingeschakeld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 25.
1 Druk op SEL (S) in en houd deze ten minste 2
seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“DAB AF (alternatieve frequentie)” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf de gewenste modus
te selecteren.
• AF ON: Het programma wordt gevolgd tussen het aanbod van DAB­services en FM RDS-zenders — alternatieve ontvangst. De indicator AF op de display licht op (zie bladzijde 12).
• AF OFF: Alternatieve ontvangst is uitgeschakeld.
Opmerking:
Als alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld (zie bladzijde 12 voor RDS-zenders). De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen.
4 Druk op SEL (S) om het instellen te voltooien.
NEDERLANDS
41
Page 42

PROBLEMEN OPLOSSEN

Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
Symptomen
• CD kan niet worden afgespeeld.
• Geluid van de CD wordt soms onderbroken.
• CD-R/CD-RW kan niet worden afgespeeld.
• Overslaan van fragmenten van de CD-R/CD-RW is niet mogelijk.
• De vermelding “EJECT ERR” verschijnt op de display en de
NEDERLANDS
CD kan niet worden verwijderd.
• Er verschijnt geen bericht op de display, maar de CD kan niet worden verwijderd.
Oorzaken
CD zit ondersteboven in het apparaat.
U rijdt op een hobbelige weg.
Er zitten krassen op de CD.
Verkeerde verbindingen.
De CD-R/CD-RW is niet afgerond (“finalized”).
Misschien werkt de CD-speler niet goed meer.
Oplossingen
Plaats de CD op de juiste manier in CD-lade.
Stop met afspelen op hobbelige wegen.
Gebruik een andere CD.
Controleer kabels en aansluitingen.
• Plaats een afgeronde CD-R/ CD-RW.
• Rond de CD-R/CD-RW met de voor opname gebruikte apparatuur af.
Druk gedurende minste 5 seconden op 4 .
Druk terwijl u op ¢ drukt tevens op de Reset-toets. Laat de Reset-toets los en laat daarna ¢ los. (Pas op dat u de CD niet laat vallen wanneer deze wordt verwijderd).
• Er komt geen geluid uit de speakers.
• Automatisch instellen van zenders – SSM (Strong­station Sequential Memory) – functioneert niet.
• U hoort ruis terwijl u naar de radio luistert.
42
Het volume is ingesteld op het minimale niveau.
Verkeerde verbindingen.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
Pas het geluid aan totdat het optimale niveau is bereikt.
Controleer de bedrading en de verbindingen.
Leg de zenders handmatig vast.
Zorg dat de antenne stevig vast zit.
Page 43
Symptomen
• De vermelding “NO MAG” verschijnt op de display.
Oorzaken
Er is geen magazijn in de CD­wisselaar geladen.
Oplossingen
Plaats het magazijn.
• De vermelding “NO DISC” verschijnt op de display.
• De vermelding “RESET 8” verschijnt op de display.
• De vermelding “RESET 1” – “RESET 7” verschijnt op de display.
• Indien “ERR 20” tot “ERR 40” op het display wordt getoond.
• De vermelding “ ” verschijnt op de display.
• Het apparaat werkt helemaal niet.
• De CD-wisselaar werkt niet.
Er bevindt zich geen CD in de CD-lade.
Het apparaat is niet op de juiste manier met de CD­wisselaar verbonden.
Het mechanisme voor de beweging van de afdekking wordt door iets geblokkeerd.
De vergrendelingsvoorziening is in gebruik.
Soms functioneert de ingebouwde microcomputer niet goed ten gevolge van lawaai, enzovoorts.
Plaats een CD.
Verbind het apparaat en de CD-wisselaar op de juiste manier met elkaar en druk op de Reset-toets van de CD­wisselaar.
Druk op de Reset-toets van de CD-wisselaar.
Druk op de terugsteltoets op het bedieningspaneel. (Zie bladzijde 2). Controleer de beschrijving in de handleiding voor installatie/ aansluiting (apart boekje) indien de terugsteltoets niet functioneert. (Bijv.: U heeft langere schroeven dan aangegeven gebruikt).
Voer het wachtwoord in. (Zie bladzijde 33).
Druk op het bedieningspaneel aan de voorzijde van de eenheid op de Reset-toets. (Zie bladzijde 2).
NEDERLANDS
43
Page 44

ONDERHOUD

Omgaan met CD’s
Deze eenheid is gemaakt om CD’s met de onderstaande opdrukken af te spelen.
Op deze ontvanger kunt u al uw originele CD-R’s (Recordable) en CD-RW’s (Rewritable) afspelen.
Er kunnen geen MP3-bestanden op deze eenheid worden afgespeeld.
De manier waarop u met CD’s moet omgaan
Wanneer u een CD uit het opbergdoosje haalt,
moet u het rondje in het midden van de doos naar beneden duwen en de CD uit het doosje halen terwijl u hem aan de rand vasthoudt.
• Houd de CD altijd aan de randen vast. Kom Wanneer u de CD wilt opbergen, leg deze dan
zachtjes om het rondje in het midden (bedrukte vlak naar boven).
• Berg de CD’s na gebruik altijd op in het doosje.
NEDERLANDS
CD’s schoonhouden
Het geluid kan verkeerd worden weergegeven als de CD vuil is. Als een CD vuil wordt, moet u hem afvegen met een zachte doek door de doek in een rechte lijn van het midden naar de rand te bewegen.
COMPACT
DIGITAL AUDIO
Rondje in het midden
niet aan vlak met de opnames.
Condensvorming
In onderstaande gevallen kan zich condens vormen op de lens in de CD-speler:
• Nadat de verwarming in de auto is aangezet.
• Wanneer het erg vochtig wordt in de auto. Soms zal de CD-speler hierdoor niet meer goed werken. In dat geval moet u de CD uit de CD­lade halen en moet u het apparaat een paar uur aan laten staan totdat het vocht is verdampt.
Als u een CD-R of CD-RW afspeelt
Zelfgemaakte CD-R’s (Recordable) en CD-RW’s (Rewritable) kunnen alleen worden afgespeeld als de eindbewerking (finalization) heeft plaatsgevonden.
• U kunt uw originele CD-R’s en CD-RW’s afspelen waarop muziek in de originele CD­indeling is opgenomen. (Afspelen is misschien niet mogelijk bij bepaalde, heel specifieke opnamekenmerken of -omstandigheden).
• Lees alvorens een CD-R’s of CD-RW’s af te spelen eerst de bij de disk meegeleverde instructies aandachtig door.
• Bepaalde CD-R’s en CD-RW’s kunnen mogelijk niet op deze eenheid worden afgespeeld vanwege een heel specifieke opnamemethode, vuil op beschadigingen op de disk of een vuiltje op de lens.
• CD-R’s en CD-RW’s zijn uiterst gevoelig voor hoge temperaturen en luchtvochtigheid. Laat geen disks in uw auto achter.
• Voor CD-RW’s is soms een langere leestijd nodig. (Dit heeft te maken met het feit dat de weerkaatsing van CD-RW’s minder is dan van CD’s).
Nieuwe CD’s afspelen
Sommige nieuwe CD’s hebben oneffenheden langs de binnen­of buitenrand. Soms worden dergelijke CD’s door het apparaat geweigerd. U kunt deze oneffenheden verwijderen door de randen glad te wrijven met een potlood, ballpoint enz.
Haperingen:
De CD kan haperen wanneer u op hobbelige wegen rijdt. Het apparaat en de CD worden hierdoor niet beschadigd, maar het is wel storend. Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen wanneer u op dergelijke wegen rijdt.
44
LET OP:
• Plaats geen 8 cm CD’s (CD-singles) in de CD­lade. (Deze CD’s kunnen niet terugspringen).
• Plaats geen CD’s met een ongewone vorm (bijvoorbeeld hartvormig) in de CD-lade; dit zal problemen veroorzaken.
• Stel CD’s niet bloot aan direct zonlicht of een andere warmtebron en leg ze niet neer op plaatsen waar het zeer warm of vochtig is.
• Gebruik geen oplosmiddelen (zoals reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray, verdunningsmiddelen, wasbenzine, enz.) om CD’s te reinigen.
Page 45

SPECIFICATIES

GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 50 W per kanaal Achterin: 50 W per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin: 19 W per kanaal in 4 , 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische vervorming van het geluid.
Achterin: 19 W per kanaal in 4 , 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid. Belastingsimpedantie: 4 (speling 4 tot 8 Ω) Regelbereik tonen:
Bass: ±10 dB bij 100 Hz
Treble: ±10 dB bij 10 kHz Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz Signaal/ruisverhouding: 70 dB Ingangsvermogen/Impedantie
(uitsluitend voor de KD-LX333R):
1,5 V/20 kΩ belasting Uitgangsvermogen/Impedantie:
KD-LX333R: 4,0 V/20 k belasting
(maximaal vermogen)
KD-LX111R: 2,0 V/20 k belasting
(maximaal vermogen)
Uitgangsimpedantie: 1 k
CD-SPELER
Type: CD-speler Signaaldetectiesysteem: Pickup-lens
(halfgeleider-laser) Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo) Weergavekarakteristiek: 5 Hz tot 20 000 Hz Dynamisch vermogen: 96 dB Signaal/ruisverhouding: 98 dB Zweving: Minder dan de meetbare limiet
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 V
(speling 11 V tot 16 V) Aardingssysteem: Negatieve aarding Bedrijfstemperatuur: 0°C tot +40°C Afmetingen (breedte × hoogte × diepte):
Afmetingen apparaat (ten behoeve van installatie):
182 mm × 52 mm × 160 mm
Afmetingen paneel:
188 mm × 58 mm × 8 mm
Gewicht: 1,8 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
NEDERLANDS
RADIO
Frequentiebereik:
FM: 87,5 MHz tot 108,0 MHz AM: (MG) 522 kHz tot 1 620 kHz
(LG) 144 kHz tot 279 kHz
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 )
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 )
Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):
65 dB Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 15 000 Hz Stereo-scheiding: 30 dB Vangbereik: 1,5 dB
[MG-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV Selectiviteit: 35 dB
[LG-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
45
Page 46
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
JVC
0102MNMMDTTKREN, GE, FR, NL
Page 47
Canceling the demonstration / Deaktivieren der Demonstration / Annulation de la démonstration /

De demonstratie annuleren

1234
SEL
S
ENGLISH
When shipped from the factory, demonstration has been activated, and starts automatically when no operations are done for about 20 seconds.
• It is recommended to cancel the demonstration before you use the unit for the first time.
To cancel the demonstration,
follow the procedure below. 1 Press and hold SEL (S) for
more than 2 seconds so that one of the PSM items appears on the display.
2 Select “DEMO MODE” if not
shown on the display.
3 Select “DEMO OFF .” 4 Finish the setting.
To activate the demonstration again, repeat the same
procedure and select “DEMO ON” in step 3.
DEUTSCH
Die Demonstration ist werkseitig aktiviert und wird automatisch gestartet, wenn das Gerät 20 Sekunden lang nicht genutzt wird.
• Wir empfehlen, die Demonstration zu deaktivieren, bevor Sie das Gerät zum ersten Mal verwenden.
So deaktivieren Sie die Demonstration:
1 Drücken Sie die Taste SEL
(S), und halten Sie sie länger als 2 Sekunden gedrückt, bis eine der PSM-Elemente im Display angezeigt wird.
2 Wählen Sie „DEMO MODE“
(Demomodus) sofern nicht bereits im Display angezeigt wird.
3 Wählen Sie „DEMO OFF“
(Demo aus).
4 Bestätigen Sie die Einstellung.
Wenn Sie die Demonstration wieder aktivieren wollen,
wiederholen Sie die obigen Schritte und wählen „DEMO ON“ (Demo ein) in Schritt 3.
SEL
S
FRANÇAIS
À l’expédition de l’usine, la démonstration est en service et celle-ci démarre automatiquement quand aucune opération n’est effectuée pendant environ 20 secondes.
• Il est recommandé d’annuler la démonstration avant d’utiliser l’appareil pour la première fois.
Pour annuler la démonstration,
suivez la procédure ci-dessous. 1 Maintenez pressée SEL (S)
pendant plus de 2 secondes de façon que l’un des éléments PSM apparaisse sur l’affichage.
2 Choisissez “DEMO MODE”
s’il n’apparaît pas sur l’affichage.
3 Choisissez “DEMO OFF”. 4 Terminez le réglage.
Pour mettre de nouveau la démonstration en service,
répétez la même procédure et choisissez “DEMO ON” à l’étape
3.
NEDERLANDS
Wanneer dit product de fabriek verlaat, is demonstratie geactiveerd. De demonstratie zal automatisch starten wanneer er 20 seconden lang geen handelingen worden uitgevoerd.
• Het is raadzaam de demonstratie te annuleren voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt.
Zo annuleert u de demonstratie,
moet u de onderstaande procedure volgen: 1 Druk op SEL (S) in en houd
deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Selecteer de vermelding
“DEMO MODE” als deze al niet meteen op de display wordt weergegeven.
3 Selecteer de vermelding
“DEMO OFF”.
4 Voltooi de instelling.
U activeert de demonstratie opnieuw door dezelfde procedure
te herhalen en in stap 3 “DEMO ON” te selecteren.
PTC004400
Page 48
KD-LX333R/KD-LX111R
Installation/Connection Manual Einbau/Anschlußanleitung Manuel d’installation/raccordement Handleiding voor installatie/aansluiting
PIM171400
[E/EX]
0102MNMMDTTKR
JVC
EN, GE, FR, NL
ENGLISH
This unit is designed to operate on 12 V DC,
NEGATIVE ground electrical systems.
INSTALLATION (IN-DASH MOUNTING)
The following illustration shows a typical installation. However, you should make adjustments corresponding to your specific car. If you have any questions or require information regarding installation kits, consult your JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealer or a company supplying kits.
1
Remove the trim plate.
2
Remove the sleeve after disengaging the sleeve locks.
1 Stand the unit.
Note: When you stand the unit, be careful not to damage the fuse on the rear.
2 Insert the 2 handles between the unit
and the sleeve, as illustrated, to disengage the sleeve locks.
3 Remove the sleeve.
Note: Be sure to keep the handles for future use after installing the unit.
3
Attach the trim plate.
4
Install the sleeve into the dashboard. * After the sleeve is correctly installed into
the dashboard, bend the appropriate tabs to hold the sleeve firmly in place, as illustrated.
5
Fix the mounting bolt to the rear of the unit’s body and place the rubber cushion over the end of the bolt.
6
Do the required electrical connections.
7
Slide the unit into the sleeve until it is locked by pressing the four corners of the trim plate.
Note: Do not press the panel (shaded in the illustration); otherwise, the panel may become unable to open or close.
DEUTSCH
Dieses Gerät ist für einen Betrieb in
elektrischen Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung ausgelegt.
EINBAU (IM ARMATURENBRETT)
Die folgende Abbildung zeigt einen typischen
Einbau. Dennoch müssen Sie entsprechend Ihrem jeweiligen Auto Anpassungen vornehmen. Bei irgendwelchen Fragen oder wenn Sie Informationen hinsichtlich des Einbausatzes brauchen, wenden Sie sich an ihren JVC Autoradiohändler oder ein Unternehmen das diese Einbausätze vertreibt.
1
Den Frontrahmen herausnehmen.
2
Die Halterung nach dem Entriegeln der Halterungensperren herausnehmen.
1 Das Gerät aufstellen.
Hinweis: Beim Aufstellen des Geräts darauf achten, daß die Sicherung auf der Rückseite nicht beschädigt wird.
2 Die 2 Griffe zwischen dem Gerät und der
Halterung wie abgebildet einstecken und die Halterungensperren entriegeln.
3 Die Halterung herausnehmen.
Hinweis: Sicherstellen, daß die Griffe für künftigen Gebrauch nach dem Einbau des Geräts aufbewahrt werden.
3
Befestigen Sie die Frontrahmen.
4
Die Halterung im Armaturenbrett einbauen. * Nach dem korrekten Einbau der Halterung
im Armaturenbrett, die entsprechenden Riegel umknicken, um die Halterung an ihrem Platz zu sichern, siehe Abbildung.
5
Die Befestigungsschraube an der Rückseite des Gerätekörpers befestigen und das Ende der Schraube mit einem Gummipuffer abdecken.
6
Nehmen Sie die erforderlichen elektrischen Anschlüsse vor.
7
Schieben Sie das Gerät in die Halterung. Das Gerät wird verriegelt, indem Sie auf die vier Ecken des Frontrahmen drücken.
Hinweis: Drücken Sie nicht auf die Blende (die in der Abbildung dunkelgetönt dargestellt ist); anderenfalls läßt sich die Blende weder öffnen noch schließen.
FRANÇAIS
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des sources de courant continu de 12 V à masse NEGATIVE.
INSTALLATION (MONTAGE DANS LE TABLEAU DE BORD)
L’illustration suivante est un exemple d’installation typique. Cependant, vous devez faire les ajustements correspondant à votre voiture particulière. Si vous avez des questions ou avez besoin d’information sur des kits d’installation, consulter votre revendeur d’autoradios JVC ou une compagnie d’approvisionnement.
1
Retirer la plaque d’assemblage.
2
Libérer les verrous du manchon et retirer le manchon.
1
Poser l’appareil à la verticale.
Remarque:
à la verticale, faire attention de ne pas endommager le fusible situé sur l’arrière.
2
Insérer les 2 poignées entre l’appareil et le manchon comme indiqué pour désengagé les verrous de manchon.
3
Retirer le manchon.
Remarque:
poignées pour une utilisation ultérieur, après l’installation de l’appareil.
3
Attachez la plaque d’assemblage.
4
Installer le manchon dans le tableau de bord. * Après installation correcte du manchon
dans le tableau de bord, plier les bonnes pattes pour maintenir fermement le manchon en place, comme montré.
5
Monter le boulon de montage sur l’arrière du corps de l’appareil puis passer l’amortisseur en caoutchouc sur l’extrémité du boulon.
6
Réalisez les connexions électriques.
7
Faire glisser l’appareil dans le manchon jusqu’à ce qu’il soit verrouillé en appuyant sur les quatre coins de la plaque d’assemblage.
Remarque:
(ombré sur l’illustration); sinon le panneau risquerait de ne pas pouvoir s’ouvrir ou se fermer.
Lorsque vous mettez l’appareil
S’assurer de garder les
N’appuyez pas sur le panneau
NEDERLANDS
• Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische systemen die werken op 12 V gelijkstroom met negatieve aarding.
INSTALLATIE (INBOUW IN HET DASHBOARD)
• Op de volgende afbeelding kunt u zien hoe de installatie, normaal gesproken, in zijn werk gaat. U moet echter bij de installatie rekening houden met de bijzonderheden van uw eigen auto. Neem bij vragen of voor meer bijzonderheden over inbouwpakketten contact op met uw JVC car audio dealer of een dealer of een bedrijf dat inbouwpakketten levert.
1
Verwijder de sierplaat.
2
Verwijder het huis nadat u de klemmen hebt losgemaakt.
1 Zet het apparaat rechtop.
Opmerking: Wanneer u het apparaat rechtop zet, moet u erop letten dat u de zekering aan de achterkant niet beschadigt.
2 Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, tussen
het apparaat en het huis, om de klemmen los te maken.
3 Verwijder het huis.
Opmerking: Bewaar de hendels nadat u het apparaat hebt geïnstalleerd, zodat u ze ook in de toekomst kunt gebruiken.
3
Bevestig de sierplaat.
4
Installeer het huis in het dashboard. * Nadat het huis op de juiste wijze in het
dashboard is geplaatst, moet u de palletjes, zoals afgebeeld, stevig op hun plaats duwen.
5
Maak de bevestigingsbout aan de achterkant van het apparaat vast en plaats de rubberdop over het uiteinde van de bout.
6
Breng de vereiste elektrische verbindingen tot stand.
7
Schuif het apparaat in het huis totdat het vergrendeld is, kunt u deze vastzetten door op de vier hoeken van de sierplaat te drukken.
Opmerking: Druk niet op het paneel zelf (gearceerd weergegeven in de illustratie); anders kunt u het paneel zodanig beschadigen dat dit niet meer kan worden geopend en gesloten.
1
2
Slot
Schlitz
Fente
Sleuf
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Fuse
Sicherung
Fusible
Zekering
Lock Plate
Arretierplättchen
Plaque de verrouillage
Vergrendelingsplaat
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
3
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
4
7
4
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
184 mm
53 mm
Mounting bolt
Befestigungsschraube
5
See “ELECTRICAL CONNECTIONS. ”
Siehe „ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE“.
Référez-vous “RACCORDEMENTS
*
6
ELECTRIQUES” .
Zie “ELEKTRISCHE VERBINDINGEN”.
Boulon de montage
Bevestigingsbout
TROUBLESHOOTING
The fuse blows. * Are the red and black leads connected correctly?
Power cannot be turned on. * Is the yellow lead connected?
No sound from the speakers. * Is the speaker output lead short-circuited?
Sound is distorted. * Is the speaker output lead grounded? * Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
Unit becomes hot. * Is the speaker output lead grounded? * Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
FEHLERSUCHE
• Die Sicherung brennt durch.
* Sind die roten und schwarzen Leitungen richtig
angeschlossen?
• Stromversorgung kann nicht eingeschaltet werden.
* Ist die gelbe Leitung angeschlossen?
• Kein Ton aus den Lautsprechern.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung
kurzgeschlossen?
• T on verzerrt.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet? * Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und
rechten Lautsprecher zusammen geerdet?
• Gerät wird heiß.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet? * Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und
rechten Lautsprecher zusammen geerdet?
EN CAS DE DIFFICULTES
• Le fusible saute.
*
Les fils rouge et noir sont-ils racordés correctement?
• L’appareil ne peut pas être mise sous tension.
*
Le fil jaune est-elle raccordée?
• Pas de son des enceintes.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il court-circuité?
• Le son est déformé.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
*
Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sont­elles mises ensemble à la masse?
• L’appareil devient chaud.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
*
Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sont­elles mises ensemble à la masse?
1
PROBLEMEN OPLOSSEN
De zekering slaat door. * Zijn de rode en de zwarte draden op de juiste manier
aangesloten?
De stroom kan niet worden ingeschakeld. * Is de gele draad aangesloten?
Er komt geen geluid uit de speakers. * Is de uitgaande speakerdraad kortgesloten?
Het geluid wordt vervormd. * Is de uitgaande speakerdraad geaard? * Zijn de minpolen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
Het apparaat raakt verhit. * Is de uitgaande speakerdraad geaard? * Zijn de minpolen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
Page 49
• When using the optional stay
• Beim Verwenden der Anker-Option
• Lors de l’utilisation du hauban en option
• Wanneer u de steun gebruikt (facultatief)
Washer
Unterlegscheibe
Rondelle
Sluitring
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
Fire wall
Feuerwand
Cloison
Brandscherm
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
Stay (option)
Anker (Option)
Hauban (en option)
Steun (facultatief)
Lock nut
Sicherungsmutter
Ecrou d’arrêt
Contra-moer
Screw (option)
Schraube (Option)
Vis (en option)
Schroef (facultatief)
• When installing the unit without using the sleeve
• Beim Einbau des Geräts ohne Halterung
• Lors de l’installation de l’appareil scans utiliser de manchon
• Wanneer u het apparaat zonder huis installeert
In a Toyota for example, first remove the car radio and install the unit in its place.
Zum Beispiel in einem Toyota zuerst das Autoradio ausbauen und dann das Gerät an seinem Platz einbauen.
Par exemple dans une Toyota, retirer d’abord l’autoradio et installer l’appareil à la place.
Voorbeeld: Bij een Toyota moet u eerst de autoradio verwijderen en daarna het apparaat installeren.
Note: When installing the unit on the mounting bracket, make sure to use the 6 mm-long screws. If longer screws are Hinweis: Beim Anbringen des Gerät an der Konsole sicherstellen, daß 6 mm lange Schrauben verwendet werden. Remarque: Opmerking: Wanneer u het apparaat aan de bevestigingsklem vastmaakt, moet u de 6 mm lange schroeven gebruiken. Als u langere
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
Pocket
Taschen
Poche
Zak
used, they could damage the unit.
Werden längere Schrauben verwendet, können sie das Gerät beschädigen.
Lors de l’installation de l’appareil sur le support de montage, s’assurer d’utiliser des vis d’une longueur de 6 mm. Si des vis plus longues sont utilisées, elles peuvent endommager l’appareil.
schroeven gebruikt, kan het apparaat worden beschadigd.
* Not included with this unit.
* Nicht Teil dieses Geräts.
*
Non fourni avec cet appareil.
* Niet meegeleverd.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
Removing the unit
• Before removing the unit, release the rear section.
1
Remove the trim plate.
2
Insert the 2 handles into the slots, as shown. Then, while gently pulling the handles away from each other, slide out the unit. (Be sure to keep the handles after
installing it.)
1
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Parts list for installation and connection
The following parts are provided with this unit. After checking them, please set them correctly.
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Ausbau des Geräts
• Vor dem Ausbau des Geräts den hinteren Teil freigeben.
1
Den Frontrahmen herausnehmen.
2
Die 2 Griffe in die Schlitze wie gezeigt stecken. Dann die Griffe behutsam auseinander ziehen und das Gerät herausziehen. (Die Griffe nach dem
Einbau auf jeden Fall aufbewahren.)
Teileliste für den Einbau und Anschluß
Die folgenden Teile werden zusammen mit diesem Gerät geliefert. Nach ihrer Überprüfung, die Teile richtig einsetzen.
Handles
Griffe
Poignées
Hendels
Retrait de l’appareil
Av ant de retirer l’appareil, libérer la section arrière.
1
Retirer la plaque d’assemblage.
2
Introduire les 2 poignées dans les fentes, comme montré. Puis, tout en tirant doucement les poignées écartées, faire glisser l’appareil pour le sortir.
(S’assurer de conserver les poignées après l’installation de l’appareil.)
2
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Liste des pièces pour l’installation et raccordement
Les pièces suivantes sont fournies avec cet appareil. Après vérification, veuillez les placer correctement.
Power cord
Stromkable
Cordon d’alimentation
Stroomkabel
Verwijderen van het apparaat
Voordat u het apparaat verwijdert, moet u het
achtergedeelte losmaken.
1
Verwijder de sierplaat.
2
Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, in de sleuven. Daarna duwt u de hendels zachtjes uit elkaar en kunt u het apparaat naar buiten schuiven.
(Bewaar de hendels nadat u het apparaat hebt geïnstalleerd!)
Lijst van onderdelen die u bij installatie en aansluiting nodig hebt
De volgende onderdelen worden bij het apparaat geleverd. Installeer ze op de juiste wijze, nadat u ze hebt gecontroleerd.
Remote controller
Fernbedienung
Télécommande
Afstandsbediening
Battery
Batterie
Pile
Batterij
CR2025
Washer (ø5)
Unterlegscheibe(ø5)
Rondelle (ø5)
Sluitring (ø5)
Lock nut (M5)
Sicherungsmutter (M5)
Ecrou d’arrêt (M5)
Contra-moer (M5)
ELECTRICAL CONNECTIONS
To prevent short circuits, we recommend that you disconnect the battery’s negative terminal and make all electrical connections before installing the unit. If you are not sure how to install this unit correctly, have it installed by a qualified technician.
Note:
This unit is designed to operate on 12 V DC, NEGATIVE ground electrical systems. If your vehicle does not have this system, a voltage inverter is required, which can be purchased at JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealers.
• Replace the fuse with one of the specified rating. If the fuse blows frequently, consult your JVC IN­CAR ENTERTAINMENT dealer.
• If noise is a problem... This unit incorporates a noise filter in the power circuit. However, with some vehicles, clicking or other unwanted noise may occur. If this happens, connect the unit’s rear ground terminal (see connection diagram) to the car’s chassis using shorter and thicker cords, such as copper braiding or gauge wire. If noise still persists, consult your JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealer.
• Maximum input of the speakers should be no more than 50 W at the rear and 50 W at the front, with an impedance of 4 to 8 Ω.
Be sure to ground this unit to the car’s
chassis.
• The heat sink becomes very hot after use. Be careful not to touch it when removing this unit.
Heat sink
Dissipateur de chaleur
Abstrahlblech
Warmte-opnemer
Mounting bolt (M5 x 20 mm)
Befestigungsschraube (M5 x 20 mm)
Boulon de montage (M5 x 20 mm)
Bevestigingsbout (M5 x 20 mm)
ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE
Zur Vermeidung von Kurzschlüssen empfehlen wir, daß Sie den negativen Batterieanschluß abtrennen und alle elektrischen Anschlüsse herstellen, bevor das Gerät eingebaut wird. Sind Sie sich über den richtigen Einbau des Geräts nicht sicher, lassen Sie es von einem qualifizierten Techniker einbauen.
Hinweis: Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung
ausgelegt. Verfügt Ihr Fahrzeug nicht über diese Anlage, ist ein Spannungsinverter erforderlich, der bei JVC Autoradiohändler erworben werden kann.
• Die Sicherung mit einer der entsprechenden Nennleistung ersetzen. Brennt die Sicherung häufig durch, wenden Sie sich an ihren JVC Autoradiohändler.
• Sind Störgeräusche ein Problem... Dieses Gerät enthält ein Störfilter im Stromkreis. Bei manchen Fahrzeugen kann jedoch ein Klicken oder andere unerwünschte Störgeräusche auftreten. Sollte das der Fall sein, die hintere Erdungscanschlußklemme (siehe Schaltplan) des Geräts am Fahrwerk des Fahrzeugs anschließen, dabei kürzere und dickere Kabel wie beispielsweise Kupfergeflechtdraht oder Stahldraht verwenden. Bleibt Störgeräusch bestehen, wenden Sie sich an Ihren JVC Autoradiohändler.
• Maximale Eingangsleistung der Lautsprecher sollte nicht mehr als 50 W hinten und 50 W vorne sein, mit einer Impedanz von 4 bis 8 Ω.
Sicherstellen, daß das Gerät am Fahrwerk
geerdet wird.
• Das Abstrahlblech wird nach dem Gebrauch sehr heiß. Beim Ausbau des Geräts darauf achten, das Abstrahlblech nicht zu berühren.
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
RACCORDEMENTS ELECTRIQUES
Pour éviter tout court-circuit, nous vous recommandons de débrancher la borne négative de la batterie et d’effectuer tous les raccordements électriques avant d’installer l’appareil. Si l’on n’est pas sûr de pouvoir installer correctement cet appareil, le faire installer par un technicien qualifié.
Remarque:
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des sources de courant continu de
NEGATIVE
d’alimentation, il vous faut un convertisseur de tension, que vous pouvez acheter chez un revendeur d’autoradios JVC.
Remplacer le fusible par un de la valeur précisée. Si le fusible saute souvent, consulter votre revendeur d’autoradios JVC.
Si le bruit est un problème... Cet appareil incorpore un filtre de bruit dans le circuit d’alimentation. Cependant, avec certains véhicules, quelques claquements ou autres bruits non désirés risquent de se produire. Si cela arrive, raccorder la
masse
le diagramme de raccordement) en utiliscant des cordons les plus gros et les plus courts possibles telle qu’une barre de cuivre ou une tresse. Si le bruit persiste, consulter votre revendeur d’autoradios JVC.
La puisscance admissible des enceintes devrait n’être pas plus qu’ c 50 W à l’arrière et à 50 W l’avant, avec une impédance de
• S’assurer de raccorder la mise à la masse de cet appareil au châssis de la voiture.
Le dissipateur de chaleur devient très chaud
après usage. Faire attention de ne pas le toucher en retirant cet appareil.
. Si votre véhicule n’offre pas ce type
de l’appareil au châssis de la voiture (voir
12 V à masse
borne arrière de
4 à 8
.
Only for KD-LX333R
Ausschliesslich Modell KD-LX333R
Seulement pour le KD-LX333R
Uitsluitend voor de KD-LX333R
ELEKTRISCHE VERBINDINGEN
Om kortsluiting te voorkomen adviseren wij u om de minpool van de accu los te maken en alle elektrische verbindingen tot stand te brengen voordat u het apparaat in de auto installeert. Als u niet zeker weet hoe u dit apparaat moet installeren, kunt u dit beter door een daartoe gekwalificeerde technicus laten doen.
Opmerking:
Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische systemen die werken op 12 V gelijkstroom met negatieve aarding. Als uw auto niet is uitgerust met een dergelijk systeem, is een spanningsomzetter vereist. Dit instrument kan worden aangeschaft bij JVC car audio dealers.
• Vervang de zekering door een exemplaar met het aangegeven vermogen. Als de zekering vaak doorslaat, moet u uw JVC car audio dealer raadplegen.
• Als u geluidsproblemen hebt… De krachtschakeling van dit apparaat heeft een ingebouwd geluidsfilter. In sommige voertuigen zijn tikgeluiden of andere ongewenste geluiden te horen. Als dit gebeurt, moet u de massaklem aan de achterkant (zie aansluitingsschema) aan het chassis van de auto vastmaken met behulp van een kortere en dikkere kabel, zoals kopermanteldraad of tellerkabel. Als het geluid niet verdwijnt, moet u contact opnemen met uw JVC car audio dealer.
• Het maximum ingangsvermogen van de speakers moet achterin niet meer dan 50 W zijn en voorin 50 W, met een impedantie van 4 tot 8 Ω.
Zorg ervoor dat dit apparaat door middel van
een aardkabel is verbonden met het chassis van de auto.
• De warmte-opnemer kan na gebruik erg heet worden. Raak de warmte-opnemer niet aan wanneer u dit apparaat van zijn plaats haalt.
Connecting the leads / Anschließen der Leitungen / Raccordement des fils / Aansluiting van de gekleurde draden
Twist the core wires when connecting.
Die Kerndrähte beim Anschließen verdrehen.
Torsader les âmes des fils en les raccordant.
Draai de kerndraden om elkaar heen wanneer u ze wilt aansluiten.
Solder the core wires to connect them securely.
Die Kerndrähte anlöten, um sie fest anzuschließen.
Souder les âmes des fils pour les raccorder entre eux de façon sûre.
Soldeer de kerndraden zodat ze stevig vast zitten.
2
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
• To prevent short-circuit, cover the terminals of the UNUSED leads with insulating tape.
Zur Vermeidung eines Kurzschlusses die Anschlußklemmen der NICHT
VERWENDETEN Leitungen mit Isolierklebeband umwickeln.
Pour éviter les court-circuits, couvrir les bornes des fils qui ne sont PAS utilisés avec de la bande isolante.
Om kortsluiting te voorkomen, moet u de aansluitklemmen van ONGEBRUIKTE
gekleurde draden met isolatieband bedekken.
Page 50
ENGLISH
A If your car is equipped with the ISO connecter
Wenn Ihr Auto mit ISO-Steckern ausgestattet ist Si votre voiture est équippée d’un connecteur ISO Indien uw auto is uitgerust met de ISO-connector
• Connect the ISO connectors as illustrated.
Die ISO-Stecker wie abgebildet anschließen.
Connectez les connecteurs ISO comme montré sur l’illustration.
Sluit de ISO-connectoren aan zoals op het voorbeeld is aangegeven.
A1
B1
A2
B2
A3
B3
A4
B4
ISO connector of the supplied power cord
A1
B1
A2
B2
A3
B3
A4
B4
View from the lead side
Ansicht von der Leitungsseite
Vue à partir du côté des fils
Aanzicht vanaf het snoer
ISO-Stecker am Stromkabel
Connecteur ISO pour le cordon d’alimentation fourni
ISO-connector van het meegeleverde snoer
DEUTSCH
From the car body
Von der Karosserie
De la carrosserie de la voiture
Vanaf de auto
FRANÇAIS
NEDERLANDS
For some VW/Audi or Opel (Vauxhall) automobile Für manche VW/Audi oder Opel (Vauxhall) Fahrzeuge Pour certaine voiture VW/Audi ou Opel (Vauxhall) Voor bepaalde modellen VW/Audi of Opel (Vauxhall) geldt
You may need to modify the wiring of the supplied power cord as illustrated.
• Contact your authorized car dealer before installing this unit.
Sie müssen evtl. die Verdrahtung des mitgelieferten Stromkabels wie abgebildet ändern.
Wenden Sie sich an Ihre Vertragswerkstatt, bevor Sie das Gerät einbauen.
Vous aurrez peut-être besoin de modifier le câblage du cordon d’alimentation fourni comme montré sur l’illustration.
Contactez votre revendeur automobile autorisé avant d’installer l’appareil.
Wellicht moet u de bedrading van het meegeleverde snoer als in het voorbeeld aanpassen.
• Neem contact op met uw offici’le autodealer alvorens dit apparaat te installeren.
Original wiring
Originalverdrahtung
Câblage original
Originele bedrading
Modified wiring 1
Geänderte Verdrahtung 1
Câblage modifié
Aangepaste bedrading 1
Modified wiring 2
Geänderte Verdrahtung 2
Câblage modifié
Aangepaste bedrading 2
1
2
ISO connector
ISO-Stecker
Connecteur ISO
ISO-connector
Yellow/Gelb
Red/ Rot/
Rouge/
Rood
Yellow/Gelb
Red/Rot/
Rouge/
Rood
Red/Rot/
Rouge/
Rood
/Jaune/
Geel Yellow/Gelb
Red/Rot/
Rouge/
Rood
/Jaune/
Geel
Red/Rot/
Rouge/
Rood
/Jaune/
Geel
Red/Rot/
Rouge/
Rood
Red/Rot/
Yellow/Gelb
Red/Rot/
Yellow/Gelb
/Jaune/
Rouge/
/Jaune/
Rouge/
/Jaune/
Red/Rot/
Rouge/
Geel
Rood
Geel
Rood
GeelYellow/Gelb
Rood
Use modified wiring 2 if the unit does not turn on.
Geänderte Verdrahtung 2 verwenden, wenn das Gerät so nicht an geht.
Utilisez le câblage modifié 2 si l’appareil ne se met pas sous tension.
Pas de bedrading 2 aan indien het apparaat niet reageert bij inschakelen.
B Connections without using the ISO connecters / Anschlüsse ohne ISO-Stecker / Connexions sans l’utilisation des connecteurs ISO / Verbindingen
zonder ISO-connectoren
Before connecting: Check the wiring in the vehicle carefully. Incorrect connection may cause serious damage to this unit. The leads of the power cord and those of the connector from the car body may be different in colour.
1
Cut the ISO connector.
2
Connect the colored leads of the power cord to the car battery, speakers and power aerial (if any) in the following sequence.
1 Black: ground 2 Yellow: to car battery (constant 12 V) 3 Red: to an accessory terminal 4 Blue with white stripe: to power aerial (200 mA
max.)
5 Orange with white stripe: to car light control
switch
6 Brown: to cellular phone system (for details, refer
to the instructions of the cellular phone.)
7 Others: to speakers
3
Connect the aerial cord.
4
Finally connect the wiring harness to the unit.
Cut the ISO connector
1
Aerial terminal
Antennenanschlußklemme
Borne de l’antenne
Aansluitpunt antenne
Rear ground terminal
Hintere Erdungscan– schlußklemme
Borne arrière de masse
Massaklem aan de achterkant
LINE OUT (see diagram C )
(siehe Schaltplan C )
(voir le diagramme C )
(zie schema C )
*1: Before checking the operation of this unit prior to installation,
this lead must be connected, otherwise power cannot be turned on.
*1: Vor der Überprüfung der Funktionsfähigkeit des Geräts vor
dem Einbau, muß diese Leitung angeschlossen werden, da sonst die Stromversorgung nicht eingeschaltet werden kann.
*1: Pour vérifier le fonctionnement de cet appareil avant
installation, ce fil doit être raccordé, sinon l’appareil ne peut pas être mis sous tension.
*1: Voordat u controleert of het apparaat werkt (alvorens het te
installeren), moet deze draad aangesloten zijn. Als dit niet het geval is, kan de stroom niet worden ingeschakeld.
SUBWOOFER OUT (KD-LX333R) (see diagram C )
(siehe Schaltplan C )
(voir le diagramme C )
(zie schema C )
LINE IN (KD-LX333R) (see diagram C )
(siehe Schaltplan C )
(voir le diagramme C )
(zie schema C )
Den ISO Stecker abscheiden
Coupez le connecteur ISO
Knip de connector los
To aerial
Zur Antenne
A l’antenne
Naar de antenne
2
Vor dem Anschließen: Die Verdrahtung im Fahrzeug sorgfältig überprüfen. Falsche Anschlüsse können ernsthafte Schäden am Gerät hervorrufen. Die Leiter des Stromkabels und die Leiter des Anschlusses im Fahrzeug können sich farblich unterscheiden.
1
Den ISO-Stecker abschneiden.
2
Die farbigen Leitungen des Spannunsgversorgungskabels an der Autobatterie, den Lautsprechern und dem Motorantenne (sofern vorhanden) in folgender Reihenfolge anschließen.
1 Schwarz: Erdung 2 Gelb: an Autobatterie (konstant 12 V) 3 Rot: zur einer Zubehöranschlußklemme 4 Blau mit weißem Streifen: zur Motorantenne
(max. 200 mA)
5 Orange mit weißem Streifen: zur Autolichtschalter 6 Braun: zur Mobiltelefon (weitere informationen
entnehmen Sie bitte der Bedienungscanleitung des Mobiltelefons.)
7 Andere: zur Lautsprecher
3
Das Antennenkabel anschließen.
4
Die Kabelbäume am Gerät anschließen.
CD changer or another external component
CD-Wechsler oder eine andere externe Komponente
Changeur CD JVC ou autre appareil
3
15
15 A fuse
15 A Sicherung
Fusible 15 A
Zekering 15 A
extérieur
CD-wisselaar of een ander extern apparaat
4
Black
Schwarz
Noir
A4
Zwart
1
1
Yellow*
1
Gelb*
1
Jaune*
1
Geel *
Red
Rot
Rouge
Rood
Blue with white stripe
Blau mit weißem Streifen
Bleu avec bande blanche
Blauw met witte streep
Orange with white stripe
Orange mit weißem Streifen
Orange avec bande blanche
Oranje met witte streep
Brown / Braun /
A2
Marron /
To metallic body or chassis of the car
Zur metallenen Karosserie oder zum Fahrwerk des Autos
Au corps métallique ou châssis de la voiture
Naar metalen ondergrond of chassis van de auto
To a live terminal in the fuse block connecting to the car battery (bypassing the ignition switch)
Zur einer stromführenden Anschlußklemme im Sicherungsblock zum Anschließen an die Autobatterie (Umgehen des Zündschalters)
2
À une borne sous tension du porte-fusible connectée à la batterie de la voiture (en dérivant l’interrupteur d’allumage)
Naar een onder spanning staande aansluitklem in het zekeringblok die is aangesloten op de accu van de auto (u passeert de ontstekingsschakelaar)
B4
3
Avant de commencer la connexion:
attentivement le câblage du véhicule. Une connexion incorrecte peut endommager sérieusement l’appareil. Le fil du cordon d’alimentation et ceux des connecteurs du châssis de la voiture peuvent être différents en couleur .
1
Coupez le connecteur ISO.
2
Connectez les fils de couleur du cordon d’alimentation à la batterie de la voiture, aux enceintes et à l’antenne automatique (s’il y en a une) dans l’ordre suivant.
1
Noir: à la masse
2
Jaune: à la batterie de la voiture (12 V constant)
3
Rouge: à une borne accessoire
4
Bleu avec bande blanche: à l’antenne automatique (200 mA max.)
5
Orange avec bande blanche: à l’interrupteur d’éclairage de la voiture
6
Marron: à un système de téléphone cellulaire (pour les détails, se référer aux instructions du téléphone cellulaire.)
7
Autres: aux enceintes
3
Connectez le cordon d’antenne.
4
Finalement, connectez le faisceau de fils à l’appareil.
When connecting a CD changer, we recommend to use one of the CH-X series CD changers.
• If your CD changer is one of the KD-MK series, you need an optional cord (KS-U15K). You can also use an external component such as a portable MD player by connecting the Line Input Adaptor KS-U57 (not supplied). (See diagram C .) (Only for KD-LX111R.)
Wenn Sie einen CD-Wechsler anschließen möchten, empfiehlt es sich, einen CD-Wechsler der Modellreihe CH-X zu verwenden.
• Wenn Ihr CD-Wechsler zur Modellreihe KD-MK gehören, benötigen Sie ein anderes Kabel (KS-U15K). Sie können auch eine externe Komponente, z.B. einen tragbaren MD-Spieler, verwenden, wenn Sie den (nicht zum Lieferumfang gehörenden) Line-Eingangsadapter KS-U57 anschließen. (Siehe Schaltplan C .) (Ausschliesslich Modell KD-LX111R.)
Lors de la connexion d’un changeur CD , nous v ous recommandons d’utiliser un des changeurs CD de la série CH-X.
• Si votre changeur appartient à la série KD-MK, vous avez besoin d’un cordon optionnel (KS-U15K). Vous pouvez aussi utiliser un appareil extérieur tel qu’un lecteur de MD en connectant l’adaptateur d’entrée de ligne KS-U57 (non fourni). (Voir le diagramme C..) (Seulement pour le KD-LX111R.)
Voor het aansluiten van een CD-wisselaar raden we een wisselaar uit de CH-X-serie aan.
Als de CD-wisselaar die u wilt aansluiten uit de KD-MK-serie komt, hebt u een extra kabel nodig (KS-U15K). Het is ook mogelijk een extern apparaat zoals een draagbare MD-speler aan te sluiten met behulp van de Line Input Adapter KS-U57 (niet meegeleverd). (Zie schema C .) (Uitsluitend voor de KD-LX111R.)
Not included with this unit / Wird nicht mit Gerät mitgeliefert /
*
Non fourni avec cet appareil
To an accessory terminal in the fuse block
Zur einer Zubehöranschlußklemme im Sicherungsblock
À une borne accessoire du porte-fusible
Naar een aansluitklem in het zekeringblok
B3
Bruin
To power aerial if any
Zur Motorantenne, sofern vorhanden
4
À l’antenne automatique s’il y en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
/ Niet bij het apparaat inbegrepen
Vérifiez
(ILLUMINATION)
Alvorens de verbindingen tot stand te brengen:
Moet u de bedrading in de auto zorgvuldig. Het apparaat kan door verkeerde verbindingen ernstige schade oplopen. De draden van het stroomsnoer verschillen mogelijk van kleur metde aansluitingen op het chassis van de auto.
1
Knip de ISO-connector los.
2
Sluit de gekleurde snoerdraden van de stroomkable in de hierna genoemde volgorde aan op de accu van de auto, de luidsprekers en de antenne (indien aanwezig).
1 Zwart: aarde 2 Geel: naar de accu van de auto (constant 12 V) 3 Rood: naar de aansluitklem van de accessoire 4 Blauw met witte streep: naar de antenne
(Max. 200 mA)
5 Oranje met witte streep: naar de schakelaar voor de
autoverlichting
6 Bruin: naar het mobiele-telefoonsysteem (lees voor
meer informatie de instructies die bij de mobiele telefoon worden geleverd.)
7 Andere: naar de speakers
3
Sluit de antenne aan.
4
Verbind de draadbundel daarna met het apparaat.
Ignition switch
*
*
A3
5
A1
6
Zündschalter
Interrupteur d’allumage
Contactschakelaar
Fuse block
Sicherungsblock
Porte-fusible
Zekeringblok
To car light control switch
Zur Autolichtschalter
À l’interrupteur d’éclairage de la voiture
Naar de schakelaar voor de autoverlichting
To cellular phone system
Zur Mobiltelefon
À un système de téléphone cellulaire
Naar het mobiele-telefoonsysteem
White with black stripe
Weiß mit schwarzem Streifen
Blanc avec bande noire
Wit met zwarte streep
A3
B3
White
Weiß
Blanc
Wit
Left speaker (front)
Linker Lautsprecher (vorne)
Enceinte gauche (avant)
Linkerspeaker (voorin)
7
Gray with black stripe
Grau mit schwarzem Streifen
Gris avec bande noire
Grijs met zwarte streep
B2 A4
A2
Green with black stripe
Gray
Grün mit schwarzem
Grau
Streifen
Gris
V ert avec bande noire
Grijs
Groen met zwarte streep
Right speaker (front)
Rechter Lautsprecher (vorne)
Enceinte droit (avant)
Rechterspeaker (voorin)
3
B4
Green
Purple with black stripe
Grün
Lila mit schwarzem
Vert
Streifen
Groen
Violet avec bande noire
Paars met zwarte streep
Left speaker (rear)
Linker Lautsprecher (hinten)
Enceinte gauche (arrière)
Linkerspeaker (achterin)
A1
B1
Purple
Lila
Violet
Paars
Right speaker (rear)
Rechter Lautsprecher (hinten)
Enceinte droit (arrière)
Rechterspeaker (achterin)
Page 51
PRECAUTIONS on power supply and speaker connections:
DO NOT connect the speaker leads of the power
cord to the car battery; otherwise, the unit will be seriously damaged.
• Connect the black lead (ground), yellow lead (to car battery, constant 12 V), and red lead (to an accessory terminal) correctly.
• BEFORE connecting the speaker leads of the power cord to the speakers, check the speaker wiring in your car. – If the speaker wiring in your car is as
illustrated in Fig. 1 and Fig. 2 below, DO NOT connect the unit using that original speaker wiring. If you do, the unit will be seriously damaged. Redo the speaker wiring so that you can connect the unit to the speakers as illustrated in Fig. 3.
If the speaker wiring in your car is as
illustrated in Fig. 3, you can connect the unit using the original speaker wiring in your car.
– If you are not sure of the speaker wiring of your car ,
consult your JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealer.
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
Fig. 1 Fig. 2 Fig. 3
+
L
-
+
R
-
VORSICHTSMASSREGELN beim Anschließen der Stromversorgung und Lautsprecher:
Die Lautsprecherleitungen des Netzkabels NICHT an der Autobatterie anschließen, da sonst das Gerät schwer beschädigt wird.
• Die schwarze Leitung (Erdung), die gelbe Leitung (zur Autobatterie, konstant 12 V) und die rote Leitung (zur Zubehöranschlußklemme) richtig anschließen.
• VOR dem Anschließen der Lautsprecherleitungen des Spannunsgversorgungskabels an die Lautsprecher, die Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto überprüfen. – Ist die Lautsprecherverdrahtung wie unten in
“Fig. 1” und “Fig. 2” abgebildet, das Gerät NICHT mit der Originalverdrahtung der Lautsprecher anschließen, da sonst das Gerät schwer beschädigt wird. Die Lautsprecherverdrahtung erneuern, so daß Sie das Gerät an den Lautsprechern wie in “Fig. 3” abgebildet anschließen können.
Ist die Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto
+
-
+
-
wie in “Fig. 3” abgebildet, können Sie das Gerät mit der Originalverdrahtung der Lautsprecher in Ihrem Auto anschließen.
– Sind Sie sich über die Lautsprecherverdrahtung
in Ihrem Auto nicht sicher, wenden Sie sich an Ihren Autohändler.
PRECAUTIONS sur l’alimentation et la connexion des enceintes:
NE CONNECTEZ PAS les fils d’enceintes du
cordon d’alimentation à la batterie; sinon, l’appareil serait sérieusement endommagé.
Connectez correctement le fil noir (a la masse), le fil jaune (a la batterie de la voiture,12 V constant) et le fil rouge (à la prise accessoire).
AVANT de connecter les fils d’enceintes du cordon d’alimentation aux enceintes, vérifiez le câblage des enceintes de votre voiture. –
Si le câblage des enceintes de votre voiture est comme montré sur la Fig. 1 ou Fig. 2 ci-dessous,
utiliscant ce câblage original des enceintes. Si vous le faites, l’appareil sera sérieusement endommagé. Recommencez le câblage des enceintes de façon que vous puissiez connecter l’appareil aux enceintes comme montré sur la Fig. 3.
Si le câblage des enceintes de votre voiture est comme montré sur la Fig. 3,
connecter l’appareil en utiliscant ce câblage original d’enceintes pour votre voiture.
– Si vous n’êtes pas sûrs du câblage d’enceintes de
votre voiture, consulter le concessionnaire de votre voiture.
NE CONNECTEZ PAS l’appareil en
vous pouvez
VOORZORGSMAATREGELEN bij het verbinden van de stroomkabeldraad met de speakers:
Verbind de speakerdraden van de stroomkabel
NIET met de accu van de auto; als u dit wel doet, zal het apparaat ernstige schade oplopen.
• Sluit de zwarte draad (aarde), de gele draad (naar de accu van de auto, constant 12 V) en de rode draad (naar de aansluitklem van de accessoire) op de juiste wijze aan.
• VOORDAT u de speakerdraden van de stroomkabel met de speakers verbindt, moet u de bedrading van de speakers in uw auto controleren. – Als de bedrading van de speakers eruitziet
zoals hieronder staat afgebeeld in Fig. 1 en Fig. 2, mag het apparaat NIET worden aangesloten
met behulp van deze oorspronkelijke speakerbedrading. Als u dat wel doet, zal het apparaat ernstige schade oplopen. Pas de bedrading van de speakers aan, zodat u het apparaat met de speakers kunt verbinden, zoals staat afgebeeld in Fig. 3.
Als de bedrading van de speakers eruitziet
zoals staat afgebeeld in Fig. 3, kunt u het apparaat aansluiten met behulp van de oorspronkelijke speakerbedrading in uw auto.
– Als u twijfels hebt over de speakerbedrading in uw
auto, moet u contact opnemen met uw autodealer.
C Connections Adding Other Equipment / Anschlüsse zum Hinzufügen von anderer Ausrüstung / Raccordement pour ajouter d’autres appareils /
Aansluitingen voor het toevoegen van andere apparatuur
Amplifier / Verstärker / Amplificateur / Versterker
You can connect an amplifier and other equipment to upgrade your car stereo system.
• Connect the remote lead (blue with white stripe) to the remote lead of the other equipment so that it can be controlled through this unit.
• For amplifier only: – Connect this unit’s line-out terminals to the
amplifier’s line-in terminals.
– Disconnect the speakers from this unit,
connect them to the amplifier. Leave the speaker leads of this unit unused.
– Only for KD-LX333R: The line output level of this
unit is kept high to maintain the hi-fi sounds reproduced from this unit.
When connecting an external amplifier to this unit, turn down the gain control on the external
amplifier to obtain the best performance from this unit.
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
INPUT
L
R
Rear speakers
L R
Hintere Lautsprecher
Enceintes arrière
Achterspeakers
L R
INPUT
L
R
JVC Amplifier
L
JVC Verstärker
R
JVC Amplificateur
JVC V ersterker
L R
Front speakers
Vordere Lautsprecher
Enceintes avant
Voorspeakers
Only for KD-LX333R: You can connect another power amplifier for front speakers.
Ausschliesslich Modell KD-LX333R: Sie können einen anderen Leistungsverstärker für die vorderen Lautsprecher anschließen.
Seulement pour le KD-LX333R: Vous pouvez connecter un autre amplificateur de puissance pour les enceintes avant.
Uitsluitend voor de KD-LX333R: U kunt nog een eindversterker voor de voorspeakers aansluiten.
Sie können einen Verstärker oder ein anderes Gerät anschließen, um Ihre Autostereoanlage zu erweitern.
Schließen Sie das Fernbedienungskabel (blau mit
weißem Streifen) an das Fernbedienungskabel des anderen Geräts an, so daß es über dieses Gerät gesteuert werden kann.
Nur für den Verstärker:
– Die Anschlußklemmen am Ausgang dieses Gerät
an den Anschlußklemmen des Eingangs des Verstärkers anschließen.
– Die Lautsprecher von diesem Gerät abtrennen
und am Verstärker anschließen. Die Lautsprecherleitungen dieses Geräts unbenutzt lassen.
– Ausschliesslich Modell KD-LX333R: Der
Ausgangspegel dieses Geräts wird auf einem hohen Wert gehalten, um den Hifi-Klang zu unterstützen, den dieses Gerät reproduziert.
Wenn Sie einen externen Verstärker an dieses Gerät anschließen, stellen Sie den
Verstärkungsregler des externen Verstärkers herunter, um die bestmögliche Leistung dieses Geräts zu erzielen.
JVC Amplifier
JVC Verstärk er
JVC Amplificateur
JVC V ersterker
*2
LINE OUT (REAR)
LINE OUT (FRONT)
Rear speakers
Hintere Lautsprecher
Enceintes arrière
*2
Achterspeakers
Front speakers
Vordere Lautsprecher
Enceintes avant
Voorspeakers
Vous pouvez connecter un amplificateur ou autre appareil pour améliorer votre système autoradio.
Connectez le fil de commande à distance (bleu avec bande blanche) au fil de commande à distance de l’autre appareil de façon qu’il puisse être commandé via cet appareil.
Pour l’amplificateur seulement: – Raccorder les bornes de sortie ligne de cet
appareil aux bornes d’entrée ligne de l’amplificateur.
– Déconnectez les enceintes de cet appareil et
connectez-les à l’amplificateur. Laissez les fils d’enceintes de cet appareil inutilisés.
– Seulement pour le KD-LX333R: Le niveau de
sortie de ligne de cet appareil est maintenu à un niveau élevé pour maintenir une qualité Hi-Fi pour les sons reproduits par cet appareil.
Lors de la connexion d’un amplificateur
extérieur à cet appareil,
diminuez le réglage du
gain sur l’amplificateur extérieur pour obtenir les meilleures performances de cet appareil.
Remote lead
Fernbedienungsleitung
Fil d’alimentation à distance
Antennedraad
Remote lead (Blue with white stripe)
Fernbedienungsleitung (Blau mit weißem Streifen)
Fil d’alimentation à distance (Bleu avec bande blanche)
Antennedraad (Blauw met witte streep)
Cut the rear speaker leads of the car’s ISO connector and connect them to the amplifier.
A1
B1
*
*
Die Leitungen des ISO-Steckers der hinteren Lautsprecher durchtrennen und am Verstärker anschließen.
A2
B2
Coupez les fils des enceintes arrière du connecteur ISO de la voiture et connectez-les à l’amplificateur.
A3
B3
A4
B4
*
Knip de draden van de achterste luidspreker van de ISO-connector van de auto door en sluit deze draden aan op de versterker.
*
Firmly attach the ground wire to the metallic body or to the chasis of the car—to the place not coated
*2
with paint (if coated with paint, remove the paint before attaching the wire). Failure to do so may cause damage to the unit.
Verbinden Sie den Erdungsleiter mit der Karosserie oder dem Rahmen des Fahrzeugs. Die Kntaktstelle darf nicht lackiert sein (sollte die Kontaktstelle lackiert sein, entfernen Sie den Lack der Kontaktstelle, bevor Sie den Leiter befestigen). Wenn der Erdungsleiter nicht ordnungsgemäß angeschlossen wird, kann dieses Gerät beschädigt werden.
Attachez solidement le fil de mise à la masse au châssis métallique de la voiture—à un endroit qui n’est pas recouvert de peinture (s’il est recouvert de peinture, enlevez d’abord la peinture avant d’attacher le fil). L’appareil peut être endommagé si cela n’est pas fait correctement.
Bevestig de aardedraad goed met een metalen onderdeel of het chassis van de auto—bevestig op een niet-gelakt gedeelte (indien gelakt, schuur dan af alvorens de draad te bevestigen). Het toestel kan worden beschadigd indien de aardedraad niet goed is aangesloten.
Het is mogelijk om uw autostereosysteem uit te breiden met een versterker of andere apparatuur.
• Verbind de externe kabel (blauw met witte streep) met de externe kabel van het andere apparatuur zodat deze op afstand vanaf deze apparaat kan worden bediend.
• Alleen voor een versterker: – Verbind de uitgang van het apparaat met de ingang van
de versterker.
– Koppel de speakers van dit apparaat los en
verbind ze aan de versterker.
– Uitsluitend voor de KD-LX333R: Het uitgangsniveau
van het geluid is hoog om het hifi-geluid van deze eenheid te behouden.
Wanneer u een extern apparaat op deze eenheid aansluit, moet u erop letten dat u de
versterkingsfactor van de externe versterker laag houdt, zodat deze eenheid de beste prestaties levert.
Y-connector (not supplied with this unit)
Y-Anschluß (nicht mitgeliefert)
Connecteur Y (non fourni avec cet appareil)
Y-connector (niet meegeleverd)
To power aerial if any
Zur Motorantenne, sofern vorhanden
À l’antenne automatique, s’il y en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
CD changer and DAB tuner / CD-Wechsler und DAB-Tuner / Changeur CD et tuner DAB / CD-wisselaar en DAB-tuner
You can connect a JVC CD changer and/or a JVC DAB (Digital Audio Broadcasting) tuner.
• For their connections, refer to the instructions supplied with them.
Sie können einen CD-Wechsler und/oder einen DAB­Tuner (Tuner für digitalen Rundfunk) von JVC anschließen.
Weitere Informationen über den Anschluß können
Sie der Bedienungscanleitung entnehmen, die dem jeweiligen Gerät beiliegt.
Connecting cord supplied with your DAB tuner
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des DAB­Tuners gehört
Cordon de connexion fourni avec votre tuner DAB
Verbindingskabel die met de DAB-tuner w ordt mee geleverd
JVC DAB tuner KD-LX333R KD-LX111R
DAB-Tuner von JVC
Tuner DAB JVC
JVC DAB-tuner
Connecting cord supplied with your CD changer
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des CD-Wechsler gehört
Cordon de connexion fourni avec votre changeur CD
V erbindingskabel die met de CD-wisselaar wordt meegele verd
JVC CD changer
CD-Wechsler von JVC
Changeur CD JVC
JVC CD-wisselaar
• You can connect both components in series as illustrated above.
Es ist möglich, beide Komponenten in einer Serienschaltung entsprechend der obigen Darstellung
anzuschließen.
Vous pouvez connecter les deux appareils en série comme montré ci-dessus.
Beide apparaten zijn volgens bovenstaande illustratie in serie aan te sluiten.
Vous pouvez connecter un changeur CD JVC et/ou un tuner DAB (Digital Audio Broadcast) JVC.
Pour leurs connexions, référez-vous aux modes d’emploi qui les accompagnent.
Connecting cord supplied with your DAB tuner or CD changer
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des DAB-Tuners oder CD-Wechslers gehört
Cordon de connexion fourni avec votre tuner DAB ou changeur CD
Verbindingskabel die met de DAB-tuner of CD-wisselaar wordt meegeleverd
KD-LX333R KD-LX111R
JVC DAB tuner
DAB-Tuner von JVC
Tuner DAB JVC
JVC DAB-tuner
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
• Before connecting the CD changer and/or the DAB tuner, make sure that the unit is turned off.
Bevor Sie den CD-Wechsler und/oder den DAB-Tuner anschließen, vergewissern Sie sich, daß das Gerät
ausgeschaltet ist.
Avant de connecter le changeur CD et/ou le tuner DAB, s’assurer que l’unité est éteinte.
Zorg ervoor dat de apparaat is uitgeschakeld alvorens u de en/of DAB-tuner CD-wisselaar aansluit.
External component / Externe Komponente / Appareil extérieur / Extern apparaat
FOR KD-LX333R / FÜR DEN KD-LX333R / POUR LE KD-LX333R / VOOR KD-LX333R
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (niet meegeleverd)
Source equipment
Externes Gerät
Appareil source
Andere apparaat
KD-LX333R
L R
LINE IN
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (niet meegeleverd)
Amplifier
Verstäker
Amplificateur
Versterker
KD-LX333R
L R
SUBWOOFER OUT
Subwoofer
Subwoofer
Caisson de grave
Subwoofer
FOR KD-LX111R / FÜR DEN KD-LX111R / POUR LE KD-LX111R / VOOR KD-LX111R
Line Input Adaptor KS-U57 (not supplied with this unit)
Line-Eingangsadapter KS-U57 (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Adaptateur d’entrée de ligne KS-U57 (non fourni avec cet appareil)
Line Input Adapter KS-U57 (niet meegeleverd)
KD-LX111R
CD changer jack
Buchse für CD-Wechsler
Prise du changeur CD
Aansluiting voor CD-wisselaar
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (niet meegeleverd)
4
Het is mogelijk een JVC CD-wisselaar en/of JVC DAB­tuner (Digital Audio Broadcasting) aan te sluiten.
• Zie de instructies van deze apparaten voor meer informatie over het tot stand brengen van deze aansluiting.
or
oder
ou
of
L
R
JVC CD changer
CD-Wechsler von JVC
Changeur CD JVC
JVC CD-wisselaar
L
R
L
R
L R
External component
Externe Komponente
Appareil extérieur
Extern apparaat
Loading...