JVC GR-DVX88, GR-DVX77, GR-DVX44 Instruction Manual [nl]

DIGITALE VIDEOCAMERA
GR-DVX8
Bezoek onze Homepage op het World Wide Web en vul ons klantenonderzoek in (uitsluitend in het Engels):
http://www.jvc-victor.co.jp/english/index-e.html
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
INHOUD
AUTOMATISCHE DEMONSTRATIE
STARTEN
OPNAME
Basisbediening opname ....................... 14
Geavanceerde functies ........................ 20
WEERGAVE
Basisbediening weergave .................... 34
Geavanceerde functies ........................ 35
VERBINDINGEN
Basisverbindingen ............................. 38
Geavanceerde verbindingen .................. 40
KOPIËREN
Kopiëren naar een videorecorder ............ 42
Kopiëren naar video-apparatuur
met een DV aansluiting ..................... 43
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Slow-motion weergave, Beeld-voor-beeld
weergave, Weergave Zoom ................ 46
Weergave speciale effecten .................. 47
Monteren van scènes in een
andere volgorde .............................. 48
Voor een uitermate
nauwkeurige montage ....................... 52
Opname van ander geluidsspoor
(“audio-dubben”) ............................ 54
ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
INDEX
Docking station ................................. 63
Regelaars, aansluitingen en indicators ..... 64
Aanduidingen ................................... 66
VOORZORGEN TERMEN TECHNISCHE GEGEVENS
6 – 13
14 – 33
34 – 37
38 – 41
42 – 43
44 – 54
56 – 62
63 – 68
69 – 71
72 – 73
74 – 75
5
55
LYT0633-004A
DU
2 NE
Beste klant,
Dank u voor de aanschaf van deze digitale videocamera. Lees voor gebruik de waarschuwingen en voorzorgen op de volgende bladzijden goed door voor een veilige werking van uw nieuwe videocamera.
Meer over deze gebruiksaanwijzing
•De inhoudsopgave op de omslag toont u alle belangrijke hoofdstukken en gedeelten.
•Aan het eind van de diverse gedeelten vindt u vaak opmerkingen. Lees deze opmerkingen tevens door.
•De basisbedieningen en meer geavanceerde functies/bedieningen zijn apart beschreven zodat u snel de uitleg kunt vinden die u nodig heeft.
Wij bevelen aan dat u . . .
.... eerst even de index ( blz. 63 – 68) bekijkt en voor gebruik vertrouwd raakt met de plaatsen van toetsen,
enz.
.... de “Veiligheidsvoorschriften” goed doorleest. Deze informatie is uitermate belangrijk voor een veilig
gebruik van de camcorder.
Lees tevens voor gebruik de waarschuwingen en aanwijzingen op blz. 69 – 71 goed door.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING: STEL DIT TOESTEL NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT TER
VOORKOMING VAN BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN.
VOORZORGSMAATREGELEN:
Om elektrische schokken te vermijden, mag u de ombouw niet openen. In het toestel bevinden zich
geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud over aan de vakman.
Trek de stekker van het netsnoer bij voorkeur uit het stopcontact wanneer u de netadapter/acculader
voor langere tijd niet gaat gebruiken.
OPMERKINGEN:
Het spanningslabel (serienummer) en waarschuwingen voor de veiligheid zijn op het onder- en/of achterpaneel van het hoofdtoestel aangegeven.
Het spanningslabel (serienummer) van de netadapter/lader vindt u op de onderkant van dat toestel.
Het specificatieplaatje (het serienummer-plaatje) bevindt zich aan de onderkant van het Docking station.
De camcorder is gemaakt voor gebruik met kleurentelevisiesignalen van het PAL type. Het toestel kan niet gebruikt worden met een televisie gebaseerd op een ander systeem. Opname en weergave met de LCD-monitor/zoeker is echter overal mogelijk. Gebruik de BN-V507U/V514U accu’s en voor het opladen de bijgeleverde multi­voltage netadapter/lader. (Een stekkeradapter kan eventueel noodzakelijk zijn voor aanpassing aan afwijkende stopcontactontwerpen in verschillenden landen.)
Gebruikte batterijen
Niet weggooien, maar inleveren als KCA.
NE3
Wanneer het toestel in een kast of op een plank wordt gezet, moet u er op letten dat er voldoende ventilatieruimte aan alle kanten van het toestel overblijft (10 cm of meer aan beide zijkanten, aan de bovenkant en aan de achterkant). Blokkeer de ventilatie-openingen niet. (Als de ventilatie-openingen geblokkeerd worden door een krant, een kleedje of iets dergelijks, is het mogelijk dat de warmte niet uit het toestel kan ontsnappen.) Zet geen open vuur, zoals een brandende kaars, op het toestel. Denk aan het milieu wanneer u batterijen weggooit en volg de lokale regelgeving aangaande het wegwerpen van deze batterijen strikt op. Het toestel mag niet worden blootgesteld aan druppelend of spattend water. Gebruik dit toestel niet in een badkamer of andere plek waar water voorhanden is. Zet ook geen voorwerpen met water of andere vloeistoffen erin op het toestel (zoals cosmetica, medicijnen, bloemenvazen, potplanten, kopjes enz.). (Als water of een andere vloeistof in het toestel terecht komt, kan dit leiden tot brand of een elektrische schok.)
Richt de lens of de zoeker niet direct naar de zon. Dit zou namelijk uw ogen kunnen beschadigen of problemen in de werking van het interne circuit kunnen veroorzaken met mogelijk brand of een elektrische schok tot gevolg.
LET OP
De volgende opmerkingen zijn uitermate belangrijk en dienen beschadiging van het toestel en letsel te voorkomen.
Bevestig de bijgeleverde schouderriem goed en gebruik deze riem om de camcorder te dragen. Draag de camcorder niet door deze aan de zoeker en/of de LCD-monitor vast te houden. De camcorder zou anders kunnen vallen of op een andere manier worden beschadigd.
Let op dat uw vingers niet in de cassettehouder verstrikt raken. Let vooral op kinderen. De camcorder is geen speelgoed.
Gebruik geen statief op een instabiel of scheef oppervlak. Het statief zou anders om kunnen vallen met ernstige beschadiging van de camcorder tot gevolg.
LET OP
Verbind geen kabels (audio/video, S-video, montage, gelijkstroom, enz.) met het Docking station wanneer deze op de TV is geplaatst en laat het Docking station niet op de TV liggen, iemand zou namelijk over de kabels kunnen struikelen of er op staan waardoor het Docking station van de TV valt met beschadiging tot gevolg.
Deze camcorder is exclusief ontworpen voor digitale videocassettes. Gebruik uitsluitend cassettes
voorzien van de
Alvorens een belangrijke scène op te nemen . . .
.... gebruik uitsluitend cassettes voorzien van de Mini DV markering .
.... onthoud dat deze camcorder niet uitwisselbaar met andere digitale videoformaten is.
.... vergeet niet dat deze camcorder voor privé-gebruik is ontworpen. Commercieel gebruik zonder de vereiste
toestemming is verboden. (Het wordt tevens aanbevolen dat u vooraf toestemming heeft gekregen voor het opnemen van bijvoorbeeld een show, uitvoering, expositie of toneelstuk voor persoonlijk gebruik.)
markering met deze camcorder.
4 NE
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
•Docking station CU-V503E
•Afstandsbediening RM-V716U
•Schoonmaakdoekje
•Montagekabel (De ene stekker heeft drie ringen rond de pen, terwijl de andere slechts 1 ring heeft.)
•PC verbindingskabel
•Lichtnetadapter/acculader AA-V51EG
•Gelijkspanningssnoer
•Kabeladapter
•Audio/videokabel
(ø3,5 ministekker naar tulpstekker)
•JLIP kabel (Allebei de stekkers hebben 3 ringen rond de pen.)
•Accu BN-V507U
•R03 (AAA) Batterij x 2 (voor de afstandsbediening)
•Kernfilter x 2
(voor een los verkrijgbare S-videokabel en A/V-kabel [RCA (tulp) naar RCA stekker])
•CD-ROM De CD-ROM bevat de volgende 5 software programma’s:
JLIP Video Capture
JLIP Video Producer
Mr. Photo Gold
Mr. Photo
PhotoAlbum
ProImage Plus
NE5
1
R S
Z S G B
I
D
R
E O O N A
E D
E
E C U O A
I
E
M
C T
N M P N P N
O
A U M D
/ U
.
M R O
M U T M
E N D
M O
P A B
M
R E
O D L
E
O
A
D E L
R
D
E
Y
EMEO
O
N
N
FUF
Bevestigen van de kernfilters
Bevestig de meegeleverde kernfilters aan een los verkrijgbare S-videokabel of A/V-kabel (RCA (tulp) naar RCA stekker). Kernfilters verminderen interferentie.
12 3
Klem
Maak de klemmetjes aan beide uiteinden van het kernfilter los.
Leid de kabel door het kernfilter en laat ongeveer 3 cm kabel over tussen de stekker en het kernfilter. Wikkel de kabel buiten het kernfilter om zoals aangegeven in de afbeelding.
Wikkel de kabel redelijk strak op.
3 cm
Een wikkeling.
Sluit het kernfilter tot het dichtklikt.
OPMERKING:
Wees voorzichtig dat u de kabel niet beschadigt.
Wanneer u kabels aansluit, dient u het uiteinde met het kernfilter aan te sluiten op de camcorder.
AUTOMATISCHE DEMONSTRATIE
De Automatische Demonstratie zal in werking treden wanneer DEMO. MODE op ON staat (fabrieksinstelling).
Mogelijk wanneer de POWER schakelaar op staat
en er geen cassette in de camcorder zit.
De demonstratie zal worden onderbroken wanneer u een
andere handeling op het toestel uitvoert. Als u vervolgens tenminste 1 minuut geen handelingen meer uitvoert, zal de demonstratie worden hervat.
De “DEMO. MODE (demonstratiefunctie) zal ON (aan)
blijven staan ook al schakelt u de stroom voor de camcorder uit.
Zet de bedieningsschakelaar op en zet de POWER
schakelaar op terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt en druk vervolgens twee keer de MENU in terwijl de demo loopt om de Automatisch demonstratie te annuleren. Hierdoor zult u rechtstreeks naar het Instelmenu van de demonstratiefunctie gaan (zodat u niet eerst het Menuscherm hoeft te openen). Verdraai de MENU keuzeschijf, kies OFF en druk de keuzeschijf in. Het normale scherm zal verschijnen.
MENU keuzeschijf
6 NE
CHARGE indicator
POWER indicator
Accu BN-V507U of BN-V514U
Naar het stopcontact.
Stroomvoorziening
Met het dubbele stroomvoorziening-systeem van deze camcorder kunt u zelf de meest geschikte stroombron kiezen. Gebruik geen apparaten voor de stroomvoorziening die meegeleverd worden met andere toestellen.
STARTEN
OPLADEN VAN DE ACCU
Let er op dat u het gelijkspanningssnoer van de
1
Netadapter/lader
Gelijkstroom uitgangsaansluiting
Accu
BN-V507U
BN-V514U (los verkrijgbaar)
OPMERKINGEN:
Laad de accu op wanneer de omgevingstemperatuur tussen 10°C en 35°C is. De ideale temperatuur is tussen 20°C en 25°C. Wanneer de omgevingstemperatuur te laag is, is het mogelijk dat de accu niet volledig geladen kan worden.
De oplaadtijden zoals hierboven vermeld gelden voor geheel lege accus.
De oplaadtijden en de gebruiksduur kunnen verschillen afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de toestand van de accu.
Gebruik de netadapter/lader niet in de buurt van een radio om storing van de ontvangst te voorkomen.
Wanneer u tijdens het opladen het gelijkspanningssnoer van de camcorder aansluit op de netadapter/lader, zal de camcorder van stroom worden voorzien en zal het opladen stoppen.
Omdat de netadapter/lader de netspanning intern omzet, wordt hij warm tijdens het gebruik. Gebruik de netadapter/lader daarom alleen in goed geventileerde ruimtes.
Wanneer u een accu voor het eerst of voor het eerst na een lange tijd gaat opladen, is het mogelijk dat de CHARGE indicator in eerste instantie niet oplicht. Verwijder in een dergelijk geval de accu van de netadapter/lader en probeer het vervolgens opnieuw.
Wanneer de gebruiksduur heel kort blijkt te zijn alhoewel de accu volledig opgeladen was, is de accu versleten en zult u deze dienen te vervangen. Koopt u alstublieft een nieuwe.
Oplaadtijd
Ongeveer 1uur 30 minuten
Ongeveer 3uur
camcorder uit de netadapter/lader haalt. Steek de stekker van de netadapter/lader in een stopcontact. De POWER indicator zal oplichten.
Bevestig de accu met de tekens op dezelfde
2
plek als de corresponderende tekens op de netstroomadapter/oplader. De CHARGE indicator zal beginnen te knipperen om aan te geven dat het laden is begonnen.
Wanneer de CHARGE indicator stopt met knipperen
3
en blijft branden, is het laden klaar. Trek de batterij naar buiten. Vergeet niet de stekker uit het stopcontact te halen als u klaar bent met het opladen van de accus.
De Lithium-ion accu is gevoelig voor kou.
Meer over accu’s
GEVAAR! Probeer de accus niet uit elkaar te halen en stel ze
niet bloot aan vlammen of extreme hitte, want dit kan leiden tot brand of een ontploffing.
WAARSCHUWING! Laat de accu of de aansluitingen van de accu niet in contact komen met metalen, want dit kan resulteren in kortsluiting en kan mogelijk brand veroorzaken.
De voordelen van Lithium-ion accu’s
Lithium-ion accus zijn klein maar hebben een groot vermogen. Wanneer een dergelijke accu echter wordt blootgesteld aan lage temperaturen (onder 10°C), dan zal de gebruiksduur korter worden en kan de accu zelfs helemaal weigeren te functioneren. Als dat gebeurt, dient u de accu korte tijd in uw zak, of op een andere veilige, warme plek, te doen om hem op te warmen en bevestig hem vervolgens weer aan de camcorder. Zolang de accu zelf niet te koud wordt zou dit geen invloed moeten hebben op de prestaties.
(Als u een verwarmingselement gebruikt, moet u er op letten dat de accu zelf niet in direct contact komt met het element.)
1
2
LET OP:
Controleer alvorens de spanningsbron te ontkoppelen dat de spanning van de camcorder is uitgeschakeld. Dit nalaten kan een onjuist functioneren veroorzaken.
INFORMATIE:
De VU-V856KIT bestaat uit de BN-V856U accu en AA-V80EG netadapter/acculader. Zie tevens de gebruiksaanwijzing van de VU-V856KIT. U kunt de BN-V856U accu niet met de bijgeleverde netadapter/acculader opladen. Voor het opladen van de BN-V856U moet u de AA-V80EG netadapter/acculader gebruiken.
Naar het stopcontact.
Lichtnetadapter/ acculader
Gelijkstroom uitgangsaansluiting
BATT. RELEASE schakelaar
Netsnoer
NE7
GEBRUIKEN VAN DE ACCU
Steek de kant met de contacten 1 van de accu in de
1
accuhouder en druk vervolgens het achtereind 2 van de accu in de richting van de pijl tot deze op zijn plaats vastklikt, zoals aangegeven in de illustratie.
Als de accu verkeerd wordt bevestigd, kunnen zich storingen voordoen.
Om een accu los te maken . . .
.... dient u BATT. RELEASE naar beneden te schuiven voor
u de accu verwijdert.
Opnametijd bij benadering
Accu
BN-V507U
BN-V514U
(los verkrijgbaar)
BN-V856U
(los verkrijgbaar)
OPMERKINGEN:
De opnametijd zal aanzienlijk korter uitvallen onder de
LCD-monitor ingeschakeld/ zoeker uitgeschakeld
55 min.
1 uur 50 min.
7 uur 30 min.
LCD-monitor uitgeschakeld/ zoeker ingeschakeld
1 uur 5 min.
2 uur 10 min.
9 uur
volgende omstandigheden:
De Zoom of Opname-paraatstand wordt herhaaldelijk gebruikt.
De LCD-monitor wordt herhaaldelijk gebruikt.
De weergavefunctie wordt herhaaldelijk gebruikt.
Voor u een langere periode met de camcorder zult gaan opnemen, verdient het aanbeveling om genoeg accu’s klaar te hebben voor ongeveer 3 maal de lengte van de opname die u in gedachten heeft.
GEBRUIK OP NETSPANNING
Gebruik de netadapter/lader (verbind zoals u hier in de illustratie ziet).
OPMERKINGEN:
De bijgeleverde netadapter/lader kiest automatisch het voltage binnen 110 V t/m 240 V wisselstroom.
Voor andere opmerkingen,  blz. 6.
Naar de accu-vatting
Gelijkspanningssnoer
8 NE
PAUSE
Motorzoomhendel
START/STOP toets
POWER schakelaar
MODE keuzeschijf
Vergrendeltoets
STARTEN
(vervolg)
Instellen van de handgreep
Trek de velcro klitstrip los.
1
Plaats uw rechterhand door de lus en houd de
2
greep vast.
Stel zodanig in dat uw duim en vingers nog
3
gemakkelijk de START/STOP en de motorzoomhendel kunnen bedienen. Bevestig vervolgens de Velcro riem.
Instellen van de zoeker
Zet de POWER schakelaar op terwijl
1
u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt en zet de MODE keuzeschijf in een willekeurige stand.
Trek de zoeker helemaal uit.
2
Verschuif de dioptrieregelaar totdat de
3
aanduidingen in de zoeker scherp zijn.
Dioptrieregelaar
Bevestigen op een statief
Pas de schroef van het statief in de statief-
1
aansluiting van de camera. Draai vervolgens de schroef aan.
LET OP:
Bij gebruik van een statief moet u deze goed openen en de poten geheel uittrekken zodat de camcorder stabiel op het statief staat. Voorkom beschadiging van het toestel door het omvallen en gebruik daarom geen klein of niet-stevig statief.
POWER schakelaar
POWER lampje
Vergrendeltoets
Bedienings­schakelaar
NE9
Instellen van de datum/tijd
De datum en tijd worden automatisch altijd op de band opgenomen. U kunt later bij weergave kiezen of u de datum wel of niet wilt tonen ( blz. 35).
Zet de bedieningsschakelaar op en de POWER
1
schakelaar op terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt en klap vervolgens de LCD monitor helemaal open of trek de zoeker helemaal uit. Het POWER lampje zal oplichten en de camcorder staat aan.
Druk MENU in. Het menuscherm verschijnt.
2
MENU keuzeschijf
Display
FAD
E
R
W
I
P
W
I
P
R
A
N
4
O
F
F
F
A
D
F
A
D
F
A
D
L
P
A
D
I
S
1
N
R
R
E
T
U
O
E
R
N
E
S
C
/
T
D
I
A
M
T
E
C
T
O
I
D
M
E
K
C
L
O
C
.
J
A
D
Verdraai de MENU en kies . Druk de keuzeschijf
3
in en het DISPLAY MENU zal verschijnen.
Verdraai de MENU en kies CLOCK ADJ.. Druk de
4
keuzeschijf in en u zult day (dag) zien oplichten.
/
P
E
I
W –
C
R
E
S
O
L
L
H
U
E
S
T
T
E
R
O
M
D
R
W
H
E
I
T
E
B
R
L
E
A
C
K
B
R
.
E
W
Verdraai de MENU om de dag in te stellen. Druk de keuzeschijf in. Herhaal deze procedure om de juiste maand, jaar, uren en minuten in te voeren. Verdraai MENU, selecteer 1RETURN en druk de keuzeschijf twee keer in. Met Menuscherm zal sluiten.
De oplaadbare Lithium batterij van de ingebouwde klok
Om de datum en de tijd in het geheugen te kunnen opslaan, is er een oplaadbare Lithium batterij in de camcorder ingebouwd. Terwijl de camcorder is
U
Y
MEN
N E E
1
.
.
:
112
DISPLAY MENU
000
0
aangesloten op de netadapter/lader met het gelijkstroomsnoer, of terwijl er een accu op de camcorder zit, en de camcorder van stroom wordt voorzien, zal de oplaadbare Lithium batterij altijd opgeladen zijn. Wanneer de camcorder echter ongeveer 3 maanden niet gebruikt wordt, zal de Lithium batterij leeg raken en zal de datum en tijd informatie in het geheugen verloren gaan. In een dergelijk geval dient u allereerst de camcorder via de Lichtnetadapter/acculader minstens 24 uur van stroom te voorzien om de oplaadbare Lithium batterij van de klok weer op te laden. Vervolgens moet u de juiste tijd en datum weer instellen voor u de camcorder weer gaat gebruiken. Het is natuurlijk ook mogelijk de camcorder te gebruiken zonder de tijd en de datum in te stellen.
OPMERKING:
Wanneer u CLOCK ADJ. kiest maar de waarde niet is opgelicht, zal de interne klok van de camcorder blijven lopen. De klok stopt wanneer u de opgelichte balk naar de eerste waarde voor de datum/tijd (dag) verplaatst. De klok start vanaf de ingestelde datum en tijd wanneer u na het instellen van de minuten op MENU drukt.
10 NE
Afdekking cassettehouder
Cassettehouder
Controleer dat de vensterkant naar buiten is gericht.
PUSH HERE (Drukken)
OPEN/EJECT schakeaar
Wispreventieschakelaar*
*
Ter bescherming van uw opname . . .
.... verschuif de wispreventieschakelaar op de
rug van de cassette naar SAVE” zodat er niet meer over een reeds bestaande opname op de cassette kan worden opgenomen. Om op te nemen op deze cassette moet u de schakelaar terug naar REC schuiven voor u de cassette in het toestel doet.
STARTEN
(vervolg)
Plaatsen/verwijderen van een cassette
Er moet voor het laden of uitwerpen van een cassette spanning naar de camcorder worden gevoerd.
Schuif en houd OPEN/EJECT naar beneden in de
1
richting van de pijl en trek de afdekking van de cassettehouder open totdat deze inklikt. De houder zal automatisch openen.
Raak de interne onderdelen niet aan.
Plaats of verwijder een cassette en druk op PUSH
2
HERE om de cassettehouder te sluiten.
Nadat de cassettehouder eenmaal is gesloten wordt
de houder automatisch verder in het mechanisme getrokken. Wacht totdat de houder geheel in het mechanisme is getrokken alvorens het deksel van de cassettehouder te sluiten.
U kunt het deksel van de cassettehouder mogelijk niet sluiten wanneer de accu bijna is uitgeput. Forceer niet, maar plaats een geladen accu alvorens het deksel van de cassettehouder te sluiten.
Doe het deksel van de cassettehouder goed dicht
3
totdat deze op zijn plaats vastklikt.
Opnametijd bij benadering
Cassette
30 min. 30 min. 45 min.
60 min. 60 min. 90 min.
80 min. 80 min. 120 min.
Opnamesnelheid
SP LP
OPMERKINGEN:
Het duurt een paar seconden eer de cassettehouder opent. Forceer de houder niet.
Wanneer u een paar seconden wacht en de cassettehouder niet opent, moet u het deksel van de cassettehouder eerst even sluiten en dan de houder opnieuw proberen te openen. Schakel de camcorder uit, wacht even en schakel weer in indien de cassettehouder nog steeds niet kan worden geopend.
Wanneer de cassette niet goed laadt, dient u het deksel van de cassettehouder volledig te openen en de cassette te verwijderen. Probeer na een paar minuten de cassette opnieuw te laden.
Wacht even alvorens het deksel van de cassettehouder te openen nadat u de camcorder direct van een koude plaats naar een warme ruimte verplaatst.
Het sluiten van het deksel van de cassettehouder voordat de cassettehouder geheel naar buiten is gekomen beschadigt mogelijk de camcorder.
Ook met de camcorder uitgeschakeld kan een cassette worden geplaatst of verwijderd. Nadat de cassettehouder wordt gesloten met de camcorder uitgeschakeld, zal de houder echter mogelijk niet in positie worden gebracht. Schakel daarom bij voorkeur de spanning in alvorens een cassette te plaatsen of te verwijderen.
Bij het voortzetten van een opname nadat het deksel van de cassettehouder geopend is geweest, zal er een blanco stukje op de band worden opgenomen of kan er een reeds opgenomen scène worden gewist (overschreven) ongeacht of de cassettehouder werd geopend of niet. Zie blz. 18 voor informatie aangaande het voortzetten van een opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band.
MENU keuzeschijf
Display
C
A
M
E
R
1
R
E
T
U
R
N
R
E
C
M
O
D
E
S
O
U
N
D
M
O
Z
O
O
M
S
N
A
P
M
O
D
G
A
I
N
U
P
B
E
E
P
/
T
A
L
I
D
N
U
M
B
E
D
E
M
O
.
M
O
POWER schakelaar
POWER lampje
ME
N
U
A
S
P
E
L
P
D
E
Y
L R D
E
Vergrendeltoets
Bedienings­schakelaar
Menuscherm
Sub-menu
NE11
Instellen van de opnamefunctie
Stel de opnamefunctie naar uw eigen voorkeur in.
Zet de bedieningsschakelaar op en de POWER
1
schakelaar op terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt en klap vervolgens de LCD monitor helemaal open of trek de zoeker helemaal uit. Het POWER lampje zal oplichten en de camcorder staat aan.
Druk MENU in. Het menuscherm verschijnt.
2
Verdraai de MENU en kies . Druk de
3
keuzeschijf in en het CAMERA MENU zal verschijnen.
Verdraai de MENU, kies “REC MODE
4
(opnamefunctie) en druk de keuzeschijf in. Het sub­menu zal verschijnen. Kies SP of LP door de MENU te verdraaien en druk de keuzeschijf in. Verdraai MENU, selecteer 1RETURN en druk de keuzeschijf twee keer in. Met Menuscherm zal sluiten.
Audio-dubben ( blz. 54) is niet mogelijk op een met de LP functie opgenomen band.
•“LP (Long Play) is economischer want u beschikt over 1,5 keer de normale opnametijd van een band.
OPMERKINGEN:
Wanneer u tijdens opname de snelheid verandert zal bij weergave op dat punt het beeld wazig zijn.
Speel cassettes die met de LP snelheid zijn opgenomen bij voorkeur met deze camcorder af.
Tijdens weergave van een cassette die met een andere camcorder is opgenomen verschijnen er mogelijk ruisblokken in beeld of valt het geluid soms weg.
12 NE
F.AUTO
Om de camcorder aan te zetten, dient u de POWER schakelaar op een van de bedieningsfuncties (met uitzondering van OFF) te zetten terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt.
STARTEN
(vervolg)
Bedieningsfunctie
Kies de door u gewenste bedieningsfunctie met de POWER schakelaar, de bedieningsschakelaar en de MODE keuzeschijf.
POWER schakelaar
POWER lampje
Vergrendeltoets
Bedieningsschakelaar
Wanneer de bedieningsschakelaar op “ ” staat, zal de aanduiding F. AUTO verschijnen. Wanneer deze op “ ” staat, zal er geen aanduiding verschijnen.
Stand POWER schakelaar
:
Stelt u in staat op te nemen.
OFF (uitgeschakeld):
Voor het uitschakelen van de camcorder.
:
Stelt u in staat een opname weer te geven of een stilbeeld over te brengen naar een computer.
Stand Bedieningsschakelaar
(Handmatig):
U kunt diverse opnamefuncties van de menu’s gebruiken. Stel de handmatige functie in indien u speciale effecten wilt voor een creatievere opname dan in vergelijking met de volautomatische functie.
(Volautomatisch):
Voor opname ZONDER speciale effecten en geen handmatige instellingen. Geschikt voor standaardopname.
NE13
PS
MODE keuzeschijf
MODE
S
P
V
I
D
E
O
De volgende aanduidingen verschijnen in de linker bovenhoek, afhankelijk van de stand van de MODE keuzeschijf.
Geen aanduiding: Op VIDEO”.
PS:
Op
”.
Stand MODE keuzeschijf
VIDEO
(Progressieve opnamefunctie)
Functie
Stelt u in staat video en stilbeelden op te nemen. Tussen video-opnamen wordt ongeveer 6 seconden stilbeeld opgenomen ( blz. 16).
Er kan meer dan 10X worden ingezoomd ( blz. 17, 23).
Stelt u in staat bewegende beelden met een betere kwaliteit op te slaan (eigenlijk een reeks van onbewogen stilbeelden) ( blz. 20). De stilbeelden kunnen ook worden bewerkt op een PC of worden afgedrukt.
Er kan meer dan 10X worden ingezoomd ( blz. 17, 23).
Weergave van beelden die met deze functie zijn opgenomen zal niet soepel verlopen.
14 NE
25
BR I GHT
START/STOP toets
min
(Telt nu)
POWER schakelaar
POWER lampje
Vergrendeltoets
MODE keuzeschijf
Display
Indicator resterende bandtijd (bij benadering)
90 min
(knippert) (knippert) (knippert)
89 min
1 min0 min
3 min
2 min
OPNAME
OPMERKING:
De hieronder vermelde instellingen dienen reeds te zijn gemaakt. Maak deze instellingen indien nog niet uitgevoerd.
Stroomvoorziening ( blz. 6)
Instellen van de handgreep ( blz. 8)
Instellen van de zoeker ( blz. 8)
Plaats een cassette ( blz. 10)
Instellen van de opnamefunctie ( blz. 11)
Zet de MODE keuzeschijf op VIDEO en zet
1
vervolgens de POWER schakelaar op terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt.
Opnemen met de zoeker:
Controleer of de LCD monitor gesloten en vergrendeld is. Trek de zoeker helemaal uit.
Let er op dat u de zoeker helemaal uittrekt tot u een klik hoort, anders kan hij in het gebruik teruggeduwd worden.
Opnemen met de LCD monitor:
Controleer of de zoeker helemaal ingedrukt is. Klap de LCD monitor helemaal open.
Het POWER lampje licht op en de camcorder gaat in de opname-standbyfunctie. De aanduiding PAUSE zal op het display verschijnen.
Druk op de START/STOP. De aanduiding zal
2
getoond worden terwijl u aan het opnemen bent.
Basisbediening opname
Opname­indicatielampje (Licht op tijdens opname.)
180°
90°
MENU keuzeschijf
Om te stoppen met opnemen . . .
.... dient u de START/STOP nog een keer in te drukken.
De camcorder zal nu weer in de opname­standbyfunctie gaan.
Om de helderheid van het display te regelen
.... verdraait u MENU toto de helderheidsindicator op het
display beweegt en de gewenste helderheid is bereikt.
U kunt ook de helderheid van de zoeker bijstellen.
NE15
OPMERKINGEN:
Bij gebruik van de LCD-monitor buitenshuis in het directe zonlicht, zal het beeld soms moeilijk te zien zijn. Gebruik in dat geval de zoeker.
Het beeld zal niet tegelijkertijd via de LCD monitor en de zoeker worden weergegeven.
De cassettehouder kan uitsluitend worden geopend wanneer een spanningsbron is aangesloten.
Na het openen van het deksel van de cassettehouder duurt het mogelijk even eer de houder opent. Forceer de houder niet.
Nadat de cassettehouder eenmaal is gesloten wordt de houder automatisch verder in het mechanisme getrokken. Wacht totdat de houder geheel in het mechanisme is getrokken alvorens het deksel van de cassettehouder te sluiten.
De benodigde tijd voor het bepalen van de resterende bandtijd en de nauwkeurigheid varieert mogelijk afhankelijk van de geplaatste cassette.
TAPE END zal worden getoond indien het eind van de cassette is bereikt. De spanning zal vervolgens automatisch worden uitgeschakeld indien u de camcorder 5 minuten in deze toestand laat. TAPE END wordt ook getoond wanneer u een cassette die reeds aan het eind is in het toestel doet.
Wanneer de Opnamestandbyfunctie 5 minuten onveranderd ingeschakeld blijft, zal de camcorder zichzelf automatisch uitzetten. Om de camcorder weer aan te zetten Duwt u de zoeker in en trekt u hem weer uit, of doet u de LCD-monitor dicht en weer open.
De tijdcode wordt onderbroken en er worden mogelijk fouten bij het monteren gemaakt indien er een leeg gedeelte tussen opgenomen scènes op de band is. Vervolg daarom een opname vanaf het laatst opgenomen punt op de band. Zie Opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band ( blz. 18), om dit te voorkomen.
Bij het opnemen zal er geen geluid worden weergegeven via de luidspreker. Om het geluid te kunnen volgen, dient u een los verkrijgbare hoofdtelefoon aan te sluiten op de hoofdtelefoon aansluiting. Het geluidsniveau is hetzelfde als u heeft ingesteld tijdens weergave ( blz. 34).
Uitschakelen van het opname-indicatorlampje tijdens opname, blz. 22, 23.
Om de aanduidingen van het display te verwijderen tijdens opname, blz. 22, 25.
JOURNALISTENOPNAME
In sommige situaties kunnen andere opnamehoeken dramatischer resultaten opleveren. Houd de camcorder in de gewenste stand en draai de LCD­monitor in de juiste richting. De LCD-monitor kan 270° draaien (90° naar beneden, 180° naar boven).
Zelfopname
ZELFOPNAME
U kunt ook uzelf opnemen terwijl u uw eigen beeld in de monitor kunt blijven bekijken. Open de LCD­monitor en draai deze 180° naar boven zodat hij uiteindelijk naar voren wijst, richt vervolgens de lens op uzelf en begin de opname.
16 NE
MENU keuzeschijf
MODE keuzeschijf
POWER schakelaar
Vergrendeltoets
Bedienings­schakelaar
SNAPSHOT (momentopname) toets
Display
C
A
M
E
R
A
ME
N N D
E
M
O
O
D
P A
L B
E M
O
D
E
E
F
P
L
Y R D
E
blz. 20).
U
U
LNL
I
1
R
E
T
U
R
R
E
C
M
O
S
O
U
N
D
Z
O
O
M
S
N
A
P
M
G
A
I
N
U
B
E
E
P
/
T
I
D
N
U
M
D
E
M
O
.
* Het gesimuleerde geluid van een sluiter die afgaat
zal klinken.
Wanneer de MODE keuzeschijf op zullen momentopnamen van een hogere kwaliteit worden opgenomen (
UP
Menuscherm
FULL Snapshotfunctie zonder lijst*
PIN-UP Pin-Up functie
staat,
OPNAME
Basisbediening opname (vervolg)
Momentopname
Deze functie stelt u in staat stilbeelden, vergelijkbaar met fotos, op een band op te nemen.
MOMENTOPNAME FUNCTIE SELECTIE
Zet de POWER schakelaar op terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt, zet
1
vervolgens de MODE keuzeschijf op VIDEO of ” en zet tenslotte de bedieningsschakelaar op “ ”. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
Druk het MENU in. Het Menuscherm verschijnt.
2
Verdraai het MENU en kies . Druk het wieltje in om het CAMERA MENU te laten verschijnen.
3
Verdraai het MENU, kies SNAP MODE en druk het wieltje in.
4
Verdraai het MENU om de gewenste momentopname­functie te kiezen en druk het nog eens in.
5
Verdraai het MENU, kies 1RETURN en druk het wieltje vervolgens twee keer in. Het Menuscherm zal zich sluiten.
MOMENTOPNAME OPNEMEN
Druk op SNAPSHOT.
1
Als u op SNAPSHOT drukt terwijl de camcorder in de Opnamestandbyfunctie staat . . .
..... zal de aanduiding “PHOTO” in beeld verschijnen
en zal er gedurende ongeveer 6 seconden een stilbeeld worden vastgelegd, waarna de camcorder weer in de Opnamestandbyfunctie zal terugkeren.
Als u op SNAPSHOT drukt terwijl de camcorder aan het opnemen is . . .
..... zal de aanduiding “PHOTO” in beeld verschijnen
en zal er gedurende ongeveer 6 seconden een stilbeeld worden vastgelegd, waarna de camcorder weer in de Opname-stand zal terugkeren.
Motordrive-functie
Als u SNAPSHOT ingedrukt houdt, krijgt u ongeveer hetzelfde effect als bij een serie fotos die met een motor-drive werd gemaakt. (Er zit ongeveer 1 seconde tussen de stilbeelden.)
OPMERKINGEN:
Raadpleeg BEEP/TALLY ( blz. 23) om het sluiter-geluid uit te schakelen.
Als een momentopname niet mogelijk is, zal de aanduiding PHOTO gaan knipperen wanneer er op SNAPSHOT wordt gedrukt.
Zelfs als de Programmabelichting met speciale effecten (
blz. 30) ingeschakeld is, zullen bepaalde functies van de Programmabelichting met speciale effecten niet werken wanneer u een momentopname wilt gaan maken. De icoon zal gaan knipperen in zon geval.
Als u op SNAPSHOT drukt wanneer DIS aan (ON) staat
blz. 24), zal de beeldstabilisator worden uitgeschakeld.
(
Ook bij weergave zijn alle momentopname-functies beschikbaar.
Wanneer een hoofdtelefoon is aangesloten op de hoofdtelefoon aansluiting, zal het geluid van de sluiter niet hoorbaar zijn, maar wel op de cassette worden opgenomen.
Inzoomen (T: tele)
1xW
T
10xW
T
Zoomdisplay
10xW
Zoombereik bij benadering
T
POWER schakelaar
20xW
T
40xW
T
Uitzoomen (W: groothoek)
Digitaal zoombereik
10X (optisch) zoombereik
NE17
FUNCTIE:
DOEL:
In- en uitzoomen of het direct vergroten of verkleinen van een beeld.
HANDELING:
Inzoomen
Verschuif de motorzoomhendel naar “T”.
Uitzoomen
Verschuif de motorzoomhendel naar “W”.
Het zoomen wordt sneller uitgevoerd naarmate u de
motorzoomhendel harder naar een andere stand drukt.
OPMERKINGEN:
Scherpstellen is misschien niet mogelijk tijdens het zoomen. U moet in dat geval de zoom tijdens de opnamestandbyfunctie instellen, de scherpstelling handmatig instellen en vergrendelen ( blz. 19) en dan tijdens opname in- of uitzoomen.
Er kan tot 200X ingezoomd worden, of er kan overgeschakeld worden naar een optische vergroting van maximaal 10X ( blz. 23).
Zoomen met een sterkere vergroting dan 10X gebeurt op digitale wijze, en we noemen het daarom digitaal zoomen.
De beeldkwaliteit is bij het digitaal zoomen iets minder.
Er kan niet digitaal gezoomd worden wanneer het beeld digitaal bewerkt wordt, bijv. bij beeld Wipe/ oplossen ( blz. 28, 29) of Video echo ( blz. 31).
Macro-opnamen (tot 5 cm vanaf het onderwerp) zyn mogelijk wanneer de motorzoomhendel geheel naar W is gedrukt. Zie ook TELE MACRO in het Menuscherm op bladzijde 24.
Zoomen
Motorzoomhendel
18 NE
OPNAME
Basisbediening opname (vervolg)
OPMERKING: Opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band
Tijdcode
Tijdens opname wordt een tijdcode op de band aangebracht. Met deze code kunt u de plaats van een opgenomen scène op de band tijdens weergave controleren. Indien u de opname vanaf een blanco gedeelte start, begint de tijdcode met 00:00:00 (minuten/ seconden/beeld). Indien u vanaf een reeds opgenomen gedeelte start, zal de tijdcode vanaf het laatste tijdcodenummer verder lopen.
U heeft een tijdcode nodig voor het monteren van meerdere scènes in een willekeurige volgorde ( blz. 48 – 53). De tijdcode wordt onderbroken wanneer er tijdens opname halverwege de cassette een blanco gedeelte op de band wordt gelaten. Bij het daarna voortzetten van de opname start de tijdcode weer vanaf 00:00:00. Er zullen in dat geval mogelijk tijdcodes worden aangebracht die reeds bij de hiervoor opgenomen scènes zijn gebruikt. Voer, om dit te voorkomen, in de volgende gevallen de handelingen uit onder Opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band hieronder;
Indien u na weergave van een opgenomen cassette de opname op deze cassette wilt vervolgen.
Indien u de spanning tijdens opname uitschakelt.
Indien u een cassette tijdens opname verwijdert en
weer terugplaatst.
Indien u verder op een gedeeltelijk opgenomen cassette wilt opnemen.
Indien u op een leeg gedeelte tussen opnamen op de cassette wilt opnemen.
Indien u na opname van een scène de opname vervolgt en de cassette-afdekking werd geopend/ gesloten.
TC
Opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band
1. Geef een band weer of gebruik de opzoekfunctie voor blanco stukken ( blz. 37) om het punt op te
zoeken van waar u de opname wilt laten beginnen en schakel vervolgens de stilbeeld weergavefunctie in ( blz. 34).
2. Zet de POWER schakelaar op terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt
en begin vervolgens op te nemen.
OPMERKINGEN:
De tijdcode kan niet worden teruggesteld.
Tijdens het snel door- en terugspoelen zal de aanduiding van de tijdcode mogelijk niet soepel lopen.
De tijdcode wordt alleen getoond wanneer de instelling TIME CODE” “ON” (aan) is gezet ( blz. 25, 35).
Display
12:34:24
Beeldnummers worden tijdens de opname niet getoond.
Minuten
Seconden
Beelden (25 beelden = 1 seconde)
Wanneer er blanco gedeelten op een cassette zijn
Tijdcode 00:00:00
Cassetteband
Opname startpunt
Tijdcode 05:43:21
Opname stoppunt
Juiste manier van opnemen
Tijdcode 05:43:21
Cassetteband
Tijdcode 00:00:00
Opname startpunt
Tijdcode 00:00:00
Nieuw opgenomen scèneBlancoReeds opgenomen scène
Opname startpunt
Tijdcode 05:44:00
Opname startpuntOpname startpunt
Laatste scèneNieuwe scèneReeds opgenomen scène
Gedeelte voor scherpstelling
Wanneer u scherpstelt op een verder weg gelegen onderwerp.
FOCUS FOCUS
Wanneer u scherpstelt op een dichterbij gelegen onderwerp.
NE19
FUNCTIE:
Automatische Scherpstelling
DOEL:
Het autofocus-systeem van de camcorder kan normaliter doorlopend scherpstellen op onderwerpen die dichtbij liggen (tot 5 cm afstand) tot oneindig. Onder de volgende omstandigheden wordt echter niet juist scherpgesteld (en moet u handmatig scherpstellen):
Wanneer twee onderwerpen elkaar overlappen in dezelfde scène.
Wanneer de scène onderbelicht is.*
Wanneer het onderwerp geen contrast heeft (geen verschil tussen donker en licht), bijvoorbeeld een vlakke, één-kleurige muur of heldere, blauwe lucht.*
Wanneer een donker onderwerp nauwelijks in de zoeker zichtbaar is.*
Wanneer de scène kleine patronen of identieke patronen bevat die regelmatig worden herhaald.
Indien de scène door de zon of via reflecterend licht van water of een ander onderwerp wordt belicht.
Bij opname van een onderwerp met een achtergrond die een sterk contrast heeft.
* Wanneer de volgende waarschuwingen voor laag contrast knipperen: , , en .
OPMERKINGEN:
Indien de lens vuil of wazig is, zal niet juist kunnen worden scherpgesteld. Houd de lens daarom schoon of reinig met een zachte doek indien nodig. Wanneer er condens op de lens is gevormd, moet u de condens met een zachte doek wegvegen of even wachten totdat het is verdampt.
Bij het opnemen van een onderwerp dat dicht bij de lens is, moet u eerst uitzoomen ( blz. 17). Indien u met de automatisch scherpstellingsfunctie inzoomt, kan de camcorder namelijk automatisch, afhankelijk van de afstand tussen het onderwerp en de camcorder, gaan uitzoomen. Indien “TELE MACRO ( blz. 24) is geactiveerd, zal de camcorder niet automatisch uitzoomen.
FUNCTIE:
Handmatige Scherpstelling
DOEL:
Correct scherpstellen.
BEDIENING:
1) Als u de zoeker gebruikt, moet u deze al op de juiste manier hebben ingesteld ( blz. 8).
2) Zet de bedieningsschakelaar op “ ” en zet de POWER schakelaar op terwijl u de
vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt en druk vervolgens op FOCUS (3). De indicator voor het handmatig scherpstellen verschijnt.
3) Om op een verder weg liggend onderwerp scherp te stellen, draait u MENU naar +. “ ” verschijnt en
knippert. Om op een dichterbij liggend onderwerp scherp te stellen, draait u MENU naar “–”. “ ” verschijnt en knippert.
4) Druk op MENU. Er is nu op het onderwerp scherpgesteld.
Om terug te schakelen naar de automatische scherpstelling, dient u FOCUS (3) twee keer in te drukken of de bedieningsschakelaar op “ ” te zetten. Als u slechts een keer op FOCUS (3) drukt, zal de camcorder weer de handmatige scherpstelling inschakelen.
OPMERKINGEN:
Stel bij gebruik van de handmatige functie scherp met de lens geheel naar T (telelens) gesteld. Indien u scherpstelt met de schakelaar op W (groothoek) zal het beeld niet scherp zijn wanneer u daarna inzoomt omdat de scherptediepte bij langere brandpuntafstanden namelijk vermindert.
“ ” of knippert wanneer de scherpstelling niet verder of dichterbij kan worden gesteld.
20 NE
START/STOP toets
MODE keuzeschijf
SNAPSHOT (momentopname) toets
POWER schakelaar
Vergrendeltoets
OPNAME
Geavanceerde functies
Progressieve Opnamefunctie
Met deze functie kunt u bewegende onderwerpen (in een reeks van beelden met zo min mogelijk bewegingsonscherpte) op band opnemen. De beelden kunnnen vervolgens met een minimum aan bewegingsonscherpte en een superieure kwaliteit worden afgespeeld. De stilbeelden kunnen met hun hoge resolutie ook worden bewerkt op een PC of worden afgedrukt ( blz. 41).
Zet de MODE keuzeschijf op en zet
1
vervolgens de POWER schakelaar op terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
Druk op de START/STOP om de Progressieve
2
opnamefunctie te beginnen.
Om Progressief Opnemen te beëindigen . . .
.... drukt u nog een keer op de START/STOP.
De camcorder zal in de Opname-standbyfunctie gaan.
OPMERKINGEN:
Wanneer een beeld dat opgenomen werd met de Progressieve Opnamefunctie afgespeeld wordt, is het mogelijk dat het niet helemaal natuurlijk lijkt.
Wanneer de MODE keuzeschijf op staat, kunt u geen gebruik maken van beeld wipe/oplossen ( blz. 28) en van bepaalde geprogrammeerde belichtingsfuncties met speciale effecten ( blz. 31).
Als u op SNAPSHOT drukt in de progressieve opnamefunctie, zal er een momentopname met een hogere kwaliteit worden gemaakt dan in de VIDEO opnamefunctie ( blz. 16).
NE21
Beschrijving van “Progressive Scan CCD”
Progressive Scan is een speciale methode voor het aftasten van een beeld waarbij, in tegenstelling tot de conventione interface scanning, alle lijnen van de beeldinformatie in één scan worden afgetast. Progressive Scan CCD kan 50 volledige frames* per seconde weergeven - tweemaal de hoeveelheid van de conventionele systemen - zodat beelden van een hoge kwaliteit kunnen worden weergegeven zelfs wanneer het uitgangssignaal naar een formaat voor weergave op een TV wordt omgezet.
*Een PAL TV-beeld bestaat uit 25 frames per seconden. 1 frame bestaat uit 2 beeldvelden.
1 frame
Scan A Scan B
1. Normale opname van bewegende beelden
Opname van 25 oneven en 25 even beeldvelden met dus een totaal van 50 per seconde. Daar er een tijdverschil is tussen een even en oneven beeldveld zal, wanneer deze worden gecombineerd tot 1 frame, het gedeelte van het beeld dat beweegt als een beeldtrilling verschijnen.
Tijdens normale weergave lijkt het bewegende beeld echter natuurlijk en verloopt geleidelijk.
2. Opname van bewegende beelden met de progressief-functie (Progressieve Opnamefunctie blz. 20)
Scan A wordt opgenomen, gesplitst in even- en oneven-nummer beeldvelden en vervolgens wordt Scan B overgeslagen. Scans C en D worden op dezelfde manier als Scan A en B zoals hieronder afgebeeld verwerkt met opname van dus 25 frames per seconde. Daar ieder opgenomen oneven- en even-nummer beeldveld dezelfde scan als oorsprong heeft is er geen tijdverschil tussen deze zodat wanneer ze tot een frame worden gecombineerd en een stilbeeld op het scherm
van een TV of monitor van een PC wordt getoond er geen beeldtrillingen zijn. Het beeld is echter mogelijk onnatuurlijk wanneer bewegende beelden worden weergegeven.
Scan A Scan B
Skip
Scan C
Scan D
Skip
Oneven­nummer beeldveld
Even-nummer beeldveld
Oneven­nummer beeldveld
Even-nummer beeldveld
25 frames per seconde
22 NE
FAD
4
C
1
R
E
T
R
E
C
S
O
U
N
Z
O
O
M
S
N
A
P
G
A
I
N
B
E
E
P
I
D
N
D
E
M
O
Display
W W R O
F F F
A
M
U
R
M
O
D
M U
/
T
U
M
.
POWER schakelaar
Vergrendeltoets
OPNAME
Menu’s gebruiken voor gedetailleerde instellingen
Deze camcorder is uitgerust met een makkelijk
Geavanceerde functies (vervolg)
menusysteem op het scherm, wat de meer gedetailleerde
Bedieningsschakelaar
instellingen van de camcorder eenvoudig toegankelijk maakt ( blz. 23 – 25).
MENU keuzeschijf
Zet de bedieningsschakelaar op “ ”, zet vervolgens
1
de POWER schakelaar op terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt en trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
/
P
E
I
E
W
R
C
R
E
S
I
O
P
H
U
E
S
I
T
P
O
M
D
A
N
F
F
R
W
H
E
A
I
D
B
R
L
E
A
A
D
B
R
.
E
A
W
D
L T
T C
L
E
R
E K
Menuscherm
Druk de MENU in. Het Menuscherm zal verschijnen.
2
Verdraai de MENU, kies het pictogram van de
3
gewenste functie en druk de keuzeschijf in. Het bijbehorende functiemenu zal nu verschijnen.
Het hangt van de gekozen functie af welke
4
E
R
A
ME
N
U N
D
E
S
P
M
O
D
E
L
P
O
D
E P A
L
L
Y
B
E
R
M
O
D
E
instellingen u kunt wijzigen.
Als u , of gekozen heeft . . .
.... zie blz. 23.
Als u , of gekozen heeft . . .
.... Ga door met stap 5.
Dient u de MENU te verdraaien om de gewenste
5
functie te kiezen en vervolgens de keuzeschijf in te drukken. Het betreffende sub-menu zal verschijnen.
1
W W
M
A
N
U
A
L
ME
N
R
E
T
U
R
D
I
S
S
E
L
F
T
5
S
T
E
L
E
M
I
D
E
M
I
N
D
C
U
N
O
F
F
I
M
E
R
O
N
A
C
R
O
O
D
E
U
T
Verdraai vervdgens de MENU, kies de te wijzigen instelling en druk de keuzeschijf in. Het kiezen van de instelling is hiermee afgerond.
Verdraai MENU, selecteer 1RETURN en druk de
6
schijf vervolgens twee keer in. Het Menuscherm zal zich sluiten.
Het pictogram betekent END (einde).
Sub-menu
1
O D
C
P
D
I
S
R
R
E
T
U
R
N
S
C
/
T
A
T
E
C
T
I
M
E
K
L
O
C
J
.
A
D
U
L
A
Y
MEN N E
E
N
I
M
E
O
D
E
1
.
.
000
:
0
112
END
Normale scherm
Uitleg Menuscherm
FADER/WIPE P.AE/EFFECT W.BALANCE
REC MODE SOUND 12 BIT
MODE
16 BIT
ZOOM 10X
40X
200X
SNAP MODE
GAIN UP OFF
CAMERA MENU
BEEP/ ON: MEL. TALLY
ID NUMBER
FULL PIN-UP
AGC AUTO
ON: BEEP
OFF
NE23
Zie Fade/Wipe effecten ( blz. 28, 29).
Zie Programma AE met speciale effecten ( blz. 30, 31).
Zie Instellen van de witbalans en Gebruik van de handmatige witbalans ( blz. 33).
Voor het instellen van de opnamefunctie (SP of LP) naar wens ( blz. 11).
Stelt u in staat stereogeluid op vier verschillende kanalen op te nemen en wordt aanbevolen wanneer u gaat audio-dubben. (Vergelijkbaar met de 32 kHz functie van voorgaande modellen)
Stelt u in staat stereogeluid op twee verschillende kanalen op te nemen. (Vergelijkbaar met de 48 kHz functie van voorgaande modellen)
Door 10X in te stellen bij gebruik van de digitale zoom, zal de zoomvergroting naar 10X worden gesteld en de digitale zoom worden uitgeschakeld.
Voor het gebruik van de digitale zoom. Door de beelden digitaal te verwerken en te vergroten, kunt u vanaf 10 keer (de maximale optische zoomvergroting) tot 40 keer digitaal zoomen.
Voor het gebruik van de digitale zoom. Door de beelden digitaal te verwerken en te vergroten, kunt u vanaf 10 keer (de maximale optische zoomvergroting) tot 200 keer digitaal zoomen.
Raadpleeg Momentopname ( blz. 16).
Voor het opnemen van donkere scènes zonder de helderheid van het beeld te veranderen.
Het beeld is helder maar ietwat ruwer.
De sluitertijd wordt automatisch ingesteld (1/25 1/200 sec.). Opname van een onderwerp bij weinig licht met een sluitertijd van 1/25 levert een helderder beeld dan met de AGC functie ingesteld. De bewegingen van het onderwerp lopen echter niet soepel of natuurlijk. Het beeld kan wat korrelig overkomen. Wanneer u in deze functie een onderwerp onder donkere omstandigheden opneemt, zal ” worden getoond.
Het opname-indicatielampje licht op bij het starten van een opname. In plaats van een piepsignaal zal er een melodietje gespeeld worden bij het uitvoeren van bepaalde handelingen. Het gesimuleerde sluitergeluid zal ook worden ingeschakeld ( blz. 16).
Het opname-indicatielampje licht op bij het starten van een opname. Het geluidssignaal zal klinken wanneer de stroom wordt in- of uitgeschakeld en aan het begin en het eind van een opname. Ook gebruikt om het sluiter­geluidseffect te activeren ( blz. 16).
Het opname-indicatielampje blijft altijd opgelicht. Zelfs al is het tijdens de opname niet te horen, het gesimuleerde geluid van de sluiter zal wel op de band worden opgenomen.
U heeft dit cijfer nodig wanneer u de camcorder middels de J aansluiting (JLIP) met een computer verbindt. De cijfers lopen van 01 t/m 99. Bij het verlaten van de fabriek is 06 ingesteld.
: Fabrieksinstelling
OPMERKING:
De CAMERA MENU instellingen gelden ook wanneer de bedieningschakelaar op “ ” en “ ” staat.
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
24 NE
Uitleg Menuscherm (vervolg)
DEMO. ON MODE
CAMERA MENU
OFF
DIS OFF
ON
SELF-TIMER 5S OFF
5S ANIM.
TELE OFF MACRO
ON
WIDE OFF MODE
MANUAL MENU
CINEMA
SQUEEZE
PS-WIDE
OPNAME
Voor het demonstreren van diverse functies, bijvoorbeeld Programma AE met speciale effecten, enz. en het controleren van de werking van deze functies. De demonstratie start wanneer DEMO. MODE op ON” is gesteld en het Menuscherm wordt gesloten. Door een willekeurige bediening uit te voeren kan de demonstartie tijdelijk onderbroken worden. Als u vervolgens langer dan een minuut niets doet, zal de demonstratie hervat worden.
OPMERKINGEN:
De demonstratie kan niet worden gestart indien er een cassette in de camcorder is geplaatst.
DEMO. MODE zal aan (ON) blijven staan, ook al wordt de camcorder uit gezet.
Als DEMO. MODE aan (ON) blijft staan, zullen sommige functies niet werken. Zet
deze functie uit (OFF) nadat u de demonstratie gezien heeft.
De automatische demonstratie wordt niet uitgevoerd.
Voor het stabiliseren van trillende beelden veroorzaakt door het bewegen van de camera, vooral bij een sterke vergroting.
OPMERKINGEN:
Een juiste stabilisatie is waarschijnlijk onmogelijk indien de camcorder te veel wordt bewogen of onder de volgende omstandigheden:
Bij het opnemen van onderwerpen die verticale of horizontale strepen hebben.
Bij het opnemen van donkere of vage onderwerpen.
Bij het opnemen van onderwerpen die sterk van achteren zijn belicht.
Bij het opnemen van scènes die in verschillende richtingen bewegen.
Bij het opnemen van scènes waarvan de achtergrond een laag contrast heeft.
Schakel deze functie uit wanneer u de camcorder op een statief heeft geplaatst.
De indicator knippert of gaat uit als de beeldstabilisator niet kan worden gebruikt.
Zie Zelfontspanner ( blz. 26).
Zie 5 seconden opnamen (
Stelt u in staat slechts enkele beelden op te nemen. Door een onbeweeglijk onderwerp op te nemen en de positie daarvan te veranderen tussen de verschillen de opnames door, kunt het bij het afspelen doen lijken alsof het onderwerp beweegt ( blz. 27).
Normaliter is de afstand tot een onderwerp waarbij de lens in focus is afhankelijk van de zoomvergroting. Tenzij het onderwerp op meer dan 1 meter afstand is, zal de scherpstelling niet juist zijn wanneer geheel is ingezoomd. Met ON gekozen kunt u een onderwerp zo groot als u wilt opnemen tot een afstand van ongeveer 60 centimeter.
Afhankelijk van de zoompositie zal de lens mogelijk niet scherpstellen.
De opnamen worden gemaakt zonder de beeldverhouding te wijzigen. Voor weergave op een TV met normale beeldverhoudingen.
Er worden zwarte balken onder en boven op het scherm toegevoegd. Tijdens weergave op een breedbeeld-tv, worden de zwarte balken onder en boven op het scherm verwijderd en krijgt het scherm de 16:9 verhouding. gebruiksaanwijzing van uw breedbeeld-tv voor gebruik van deze functie. Bij weergave/ opname op een 4:3 TV/LCD-monitor/zoeker worden zwarte balken onder en boven op het scherm toegevoegd en wordt het beeld met een 16:9 brievenbus bioscoopverhouding getoond.
De CINEMA functie is alleen mogelijk wanneer de MODE keuzeschijf op VIDEO
of staat.
Voor weergave op TV's met een aspectverhouding van 16:9. Het beeld wordt vergroot om het scherm zonder vervorming te vullen. verschijnt. Zie de gebruiksaanwijzing van uw breedbeeld-tv voor gebruik van deze functie. Het beeld wordt in verticale richting vergroot bij weergave/opname op een 4:3 TV/LCD-monitor/zoeker.
De SQUEEZE functie is alleen mogelijk wanneer de MODE keuzeschijf op VIDEO
of staat.
SW
verschijnt. Het zoombereik wordt vergroot to buiten het maximale bereik van de groothoek van de optische zoom. De beeldhoek bij deze functie is vergelijkbaar met het gebruik van een 0,7X voorzetlens. U kunt zoomen van 0,7X tot 10X. Deze functie is handig wanneer u opnamen moet maken in een beperkte ruimte.
De PS-WIDE functie is alleen mogelijk wanneer de MODE keuzeschijf op
Geavanceerde functies (vervolg)
blz. 27).
verschijnt. Zie de
staat.
: Fabrieksinstelling
NE25
WIND OFF CUT
MANUAL MENU
ON LCD SCREEN
DATE/ AUTO TIME
DISPLAY MENU
TIME OFF CODE
CLOCK ADJ.
ON
LCD/TV
SIMPLE
OFF ON
ON
De functie voor het onderdrukken van de door de wind veroorzaakte ruis wordt uitgeschakeld.
Voor het onderdrukken van de door de wind veroorzaakte ruis. wordt getoond. De kwaliteit van het geluid verandert. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
De aanduidingen van het display (behalve de datum, tijd en tijdcode tijdens weergave) van de camcorder verschijnen niet op het scherm van de aangesloten TV.
De aanduidingen van het display van de camcorder verschijnen op het scherm van de aangesloten TV.
Voorkomt dat de aanduidingen (met uitzondering van de transportindicator, waarschuwingen, datum, tijd, tijdcode, enz.) in de camcorder verschijnen. De aanduidingen van het display (behalve de datum, tijd en tijdcode tijdens weergave) van de camcorder verschijnen niet op het scherm van de aangesloten TV.
Toont in de volgende gevallen ongeveer 5 seconden lang de datum/tijd:
Wanneer de POWER schakelaar van OFF naar of
wordt gezet.
Wanneer de weergave begint. De camcorder laat de datum/tijd zien
wanneer scänes worden opgenomen.
Wanneer de datum bij de weergave wordt veranderd.
De datum/tijd wordt niet getoond.
De datum/tijd wordt altijd getoond.
De tijdcode wordt niet getoond.
De tijdcode wordt getoond op de camcorder en ook op de aangesloten TV. Beeldnummers worden niet getoond bij de opname.
Stelt u in staat de huidige datum en tijd in te stellen ( blz. 9).
: Fabrieksinstelling
OPMERKINGEN:
De MANUAL MENU instellingen zijn alleen van kracht wanneer de bedieningsschakelaar op “ ” staat.
De DISPLAY MENU functies die zijn ingesteld met de POWER schakelaar op zijn tevens van kracht wanneer de POWER schakelaar op staat ( blz. 35). CLOCK ADJ. verschijnt alleen wanneer de POWER schakelaar op staat.
De DISPLAY MENU instellingen zijn tevens van kracht wanneer de bedieningsschakelaar op “ ” staat.
De ON SCREEN instelling kan ook worden veranderd door op de DISPLAY toets op de afstandsbediening (meegeleverd) te drukken ( blz. 39, 42, 49).
26 NE
START/STOP toets
SNAPSHOT (momentopname) toets
MENU keuzeschijf
Display
N
U
A
L
ME
M
A
1
R
R
N
E
T
U
D
I
S
T
S
I
E
M
E
R
L
F
5
S
T
E
L
E
W
I
D
E
W
I
N
D
Wanneer de START/STOP of SNAPSHOT wordt ingedrukt zal het opname-indicatielampje als aangegeven veranderen:
O
O
M
A
C
R
O
M
O
D
E
C
U
T
OPNAME
Geavanceerde functies (vervolg)
Zelfontspanner
POWER schakelaar
Vergrendeltoets
Bedienings­schakelaar
Wanneer de camcorder klaar is gezet, kan de cameraman op een natuurlijker manier deel worden van de op te nemen scène, wat de perfecte afwerking geeft aan een gedenkwaardige opname.
Zet de bedieningsschakelaar op “ ”, zet vervolgens
1
de POWER schakelaar op terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt en trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
U kunt de LCD-monitor maximaal 180 graden kantelen zodat de monitor naar voren is gericht en u uzelf tijdens de zelfopname op de monitor kunt bekijken de zoeker moet echter zijn ingedrukt.
Druk MENU in. Het Menuscherm verschijnt.
2
Verdraai de MENU en kies . Druk de
3
keuzeschijf in.
Verdraai MENU, kies SELF-TIMER” (zelfontspanner)
4
N
U
F
F
N
Menuscherm
Zelfontspanner aanduiding
Begint te knipperen (de zelfontspanner begint te lopen)
en druk de keuzeschijf in. Het sub-menu verschijnt. Verdraai de MENU, kies “ON” (aan) en druk de keuzeschijf in. Het kiezen van de instelling is hiermee afgesloten. Verdraai MENU, selecteer
“1RETURN” en druk de schijf twee keer in om het
Menuscherm te sluiten.
Om de zelfontspanner in te schakelen voor video-
5
opnamen, dient u vervolgens op de START/STOP te drukken. Na 15 seconden zal er een piepsignaal klinken en zal de video-opname beginnen. Om de zelfontspanner-opname te stoppen, dient u de START/ STOP nog een keer in te drukken. De camcorder gaat nu weer in de opname-standbyfunctie.
OF
Druk op SNAPSHOT. Na 15 seconden zal er een piepsignaal klinken en zal de opname van het snapshot beginnen. Daarna gaat de camcorder weer in de opname-standbyfunctie.
Om de zelfontspanner-opnamefunctie uit te
6
schakelen, dient u OFF (uit) te kiezen bij stap 4, of de POWER schakelaar op OFF of de bedieningsschakelaar op “ ” te zetten.
OPMERKING:
Als u BEEP/TALLY (Piep/opname-indicatie) OFF (uit) gezet heeft ( blz. 23), zal het piepsignaal niet klinken en zal het opname-indicatielampje niet oplichten.
Gaat uit (de snapshot opname
4
met de zelfontspanner begint)
Knippert snel (de opname zal zo beginnen)
Na ongeveer 15 seconden.
Stopt met knipperen en blijft
44
branden (de video-opname met de zelfontspanner begint)
4
START/STOP toets
MODE keuzeschijf
SNAPSHOT (momentopname) toets
MENU keuzeschijf
Display
N
N
U
U
A
L
ME
M
A
1
R
R
N
E
T
U
D
I
S
T
S
I
E
M
E
R
L
F
5
S
T
E
L
E
W
I
D
E
W
I
N
D
F
F
O
M
5
S
A
C
R
O
A
M
N
IM.
O
D
E
C
U
T
POWER schakelaar
Vergrendeltoets
Bedienings­schakelaar
Menuscherm
NE27
5 seconden opname
Neem een vakantie of een belangrijke gebeurtenis in clips van 5 seconden op om de actie erin te houden. Deze functie is alleen beschikbaar voor video-opnamen.
Zet de POWER schakelaar op terwijl u de
1
vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt, zet vervolgens de MODE keuzeschijf op VIDEO of
en zet tenslotte de bedieningsschakelaar op “ ”. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD
monitor helemaal open.
Druk MENU in. Het Menuscherm verschijnt.
2
Verdraai de MENU en kies . Druk de
3
keuzeschijf in en het MANUAL MENU zal verschijnen.
Verdraai de MENU, kies 5S en druk de keuzeschijf
4
in. Het sub-menu verschijnt.
Verdraai de MENU, kies 5S en druk de keuzeschijf
5
in.
Het 5S MODE verschijnt.
Druk op de
6
indicatielampje gaat branden en er zal een piepsignaal klinken om aan te geven dat de opname begint. Na 5 seconden gaat de camcorder weer in de Opnamestandbyfunctie.
Zelfs als u nog een keer, binnen 5 seconden nadat de opname is begonnen, op zal de opnamestandbyfunctie niet ingeschakeld worden.
START/STOP
. Het opname-
de
START/STOP drukt,
Kies OFF by stap 5 om de 5S opnamefunctie te
7
annuleren.
Om een momentopname in de 5 Seconden Opname­Functie te maken . . .
.... kies de gewenste momentopname-functie van het
Menuscherm, in plaats van bij stap 6 START/STOP in te drukken, waarna u op SNAPSHOT drukt. De camcorder neemt dan een stilbeeld op van 5 seconden ( blz. 16). Wanneer 5S” is ingesteld op ANIM. ( blz. 24), is deze mogelijkheid niet beschikbaar.
OPMERKING:
Wanneer 5S op ANIM.” staat in het Menuscherm, is de hele 5 Seconden Opname Functie niet beschikbaar. In plaats daarvan wordt er een animatie-opname gemaakt van slechts enkele beelden ( blz. 24).
28 NE
Fade/wipe-effecten
Met deze effecten krijgt u een professionele overgang tussen scènes. Gebruik de effecten bijvoorbeeld voor een dramatischere overgang naar de volgende scène of het versoepelen van de overgangen tussen scènes.
BELANGRIJK:
Sommige overgangseffecten kunnen niet worden gebruikt met bepaalde functies van de Programmabelichting met speciale effecten ( blz. 30). Als u een onbruikbaar Fade/Wipe­effect selecteert, zal de indicator knipperen of uit gaan.
START/STOP toets
MODE keuzeschijf
POWER schakelaar
Vergrendeltoets
Bedienings­schakelaar
OPNAME
Geavanceerde functies (vervolg)
FADE/WIPE-KEUZE ( , , , , ,
, , , en )
Fade of Wipe werkt wanneer u begint met opnemen of wanneer u stopt met opnemen.
Zet de POWER schakelaar op terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt, zet
1
vervolgens de MODE keuzeschijf op VIDEO of en zet tenslotte de bedieningsschakelaar op “ ”. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD
monitor helemaal open.
Druk MENU in. Het Menuscherm verschijnt.
2
Verdraai de MENU en kies . Druk de keuzeschijf in.
3
Verdraai de MENU, kies de gewenste functie en druk vervolgens de keuzeschijf in. Hiermee is deze
4
instelling afgesloten.
Het FADER/WIPE Menu verdwijnt en het effect is gekozen. De indicator van het gekozen effect verschijnt.
Druk op de START/STOP om de fade-in/out of wipe­in/out uit te voeren.
5
KIEZEN VAN BEELD WIPE OF OPLOSSEN ( , , , , , en )
Beeld wipe en oplossen begint bij het starten van de opname.
MENU keuzeschijf
Om de gekozen functie uit te schakelen . . .
.... kies OFF (uit) bij stap 4.
OPMERKINGEN:
U kunt de tijdsduur voor een fade of wipe verlengen door de START/STOP ingedrukt te houden.
Indien de spanning wordt uitgeschakeld na opname van een scène, zal het eindpunt uit het geheugen worden gewist, waardoor de combinatie voor beeld wipe en oplossen niet meer gebruikt kan worden. Wanneer dit gebeurt, zal de indicator voor beeld wipe/ oplossen knipperen. Let er ook op dat de spanning tevens automatisch wordt uitgeschakeld als het toestel langer dan 5 minuten in de opnamestandbyfunctie heeft gestaan.
Beeld Wipe/oplossen kan niet worden gebruikt wanneer de MODE keuzeschijf op staat.
Het geluid van het eind van de laatst opgenomen scène wordt niet vastgelegd.
Voer de hierboven beschreven stappen 1 t/m 4 uit.
1
Activeer de opnamestandbyfunctie.
2
Met beeld wipe/oplossen tijdens de opnamefunktie gekozen . . .
.... druk op de START/STOP wanneer de eerste
scène eindigt. Het eindpunt van de scène wordt in het geheugen vastgelegd.
Met beeld wipe/oplossen tijdens de opnamestandbyfunktie gekozen . . .
.... druk op de START/STOP om de opname te
starten en druk nogmaals op deze toets wanneer de eerste scène eindigt. Het eindpunt van de scène wordt in het geheugen vastgelegd.
Met beeld wipe/oplossen tijdens de opnamestandbyfunktie gekozen maar na het uitvoeren van een beeld wipe/oplossen . . .
.... het punt waar de scène eindigt is reeds in het
geheugen vastgelegd.
Wanneer u binnen 5 minuten na het eind van de voorgaande opname een opname van een nieuwe
3
scène start (zonder de spanning van de camcorder eerst te hebben uitgeschakeld) zal de voorgaande scène met een wipe-out worden uitgeregeld en de nieuwe scène worden getoond.
Menu de fondu et volet
NE29
Menu
FADER WHITE
(WHITE FADER)
FADER BLACK
(ZWARTE FADER)
FADER B.W
(ZWARTE & WHITEFADER)
WIPE CORNER
(HOEK WIPE)
WIPE WINDOW
(VENSTER WIPE)
WIPE SLIDE
(SCHUIF WIPE)
WIPE DOOR
(DEUR WIPE)
WIPE SCROLL
(ROLLENDE WIPE)
WIPE SHUTTER
(SLUITER WIPE)
DISSOLVE
(OPLOSSEN)
WIPE CORNER
(HOEK WIPE)
WIPE WINDOW
(VENSTER WIPE)
WIPE SLIDE
(SCHUIF WIPE)
WIPE DOOR
(DEUR WIPE)
WIPE SCROLL
(ROLLENDE WIPE)
WIPE SHUTTER
(SLUITER WIPE)
RANDOM
(WILLEKEURIGE FADER)
Effect
Een fade-in of fade-out vanuit of naar een wit scherm.
Een fade-in of fade-out vanuit of naar een zwart scherm.
Een fade-in vanuit een zwart/wit scherm naar een gekleurd scherm of een fade-out vanuit een gekleurd scherm naar een zwart/wit scherm.
Een wipe-in op een zwart scherm vanaf de rechterbovenhoek naar de linkeronderhoek, of een wipe-out vanaf de linkeronderhoek naar de rechterbovenhoek tot een zwart scherm.
De scène start in het midden van een zwart scherm en verloopt geleidelijk naar de hoeken of komt vanuit de hoeken op en verloopt geleidelijk naar het midden.
Een wipe-in vanaf rechts naar links of een wipe-out vanaf links naar rechts.
Een wipe-in als twee helften van een zwart scherm die naar links en rechts als een deur openen, of een wipe-out vanaf de linker- en rechterkant waardoor de scène wordt bedekt en een zwart scherm wordt getoond.
De scène komt vanaf de onderkant op en verloopt naar de bovenkant van een zwart scherm, of verloopt vanaf de bovenkant naar de onderkant naar een zwart scherm.
Een wipe-in vanuit het midden van een zwart scherm naar de boven­en onderkant, of een wipe-out van de onder- en bovenkant naar het midden, met een zwart scherm als resultaat.
De tweede scène komt geleidelijk op terwijl de eerste scène geleidelijk verdwijnt.
De tweede scène komt vanaf de rechterbovenhoek naar de linkeronderhoek over de eerste scène op.
De tweede scène komt geleidelijk vanuit het midden van het scherm naar de hoeken op en bedekt de eerste scène.
De tweede scène komt geleidelijk vanaf rechts naar links over de eerste scène op.
De eerste scène verloopt vanaf het midden naar de rechter- en linkerkant van het scherm als een deur die wordt open gedrukt waarachter de volgende scène ligt.
De tweede scène komt vanaf de onderkant van het scherm naar de bovenkant op en bedekt de eerste scène.
De nieuwe scène komt vanaf het midden van het scherm naar de boven- en onderkant op en bedekt de eerste scène.
Met deze functie geactiveerd wordt willekeurig een effect voor de overgang gekozen (uit , , , , , , , , en
). De functie voor beeld wipe/oplossen kan niet worden gebruikt.
30 NE
BELANGRIJK:
Sommige functies van de Programma AE met speciale effecten kunnen niet worden gebruikt met bepaalde fade/wipe-effecten ( blz. 29). Als u een onbruikbare functie selecteert, zal de indicator knipperen of uit gaan.
MODE keuzeschijf
POWER schakelaar
Vergrendeltoets
Bedienings­schakelaar
MENU keuzeschijf
Display
P
/
.
ECCHT
E
A
F
F
4
1/50 1/100 1/250
E
1
S
W
1
L
O
2
S
W
2
L
O
E
E
V
I
O
S
H
S
H
S
H
O
O
D
F
F
1/50
R
T
T
E
U
1/100
R
T
T
E
U
1/250
R
T
T
E
U
Menuscherm
OPNAME
Geavanceerde functies (vervolg)
Programma AE met speciale effecten
Zet de bedieningsschakelaar op “ ”, zet vervolgens
1
de POWER schakelaar op terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt en trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
Druk MENU in. Het Menuscherm verschijnt.
2
Verdraai de MENU en kies . Druk de
3
keuzeschijf in.
Verdraai de MENU, kies de gewenste functie en druk
4
vervolgens de keuzeschijf in. Hiermee is deze instelling afgesloten.
Het P.AE/EFFECT menu verdwijnt en het effect van de gekozen functie is ingesteld. Het symbool van de gekozen functie verschijnt.
Om de gekozen functie uit te schakelen . . .
.... kies OFF (uit) bij stap 4.
OPMERKING:
U kunt het programma AE met speciale effecten zowel tijdens opname als opnamestandby veranderen.
NE31
TWILIGHT
(Schemerlicht)
Voor een natuurgetrouwe opname van avondscènes. De witbalans ( blz. 33) wordt normaliter op gesteld. Met schemerlicht gekozen zal de scherpstelling automatisch op ongeveer 10 meter tot oneindig worden gesteld. U moet handmatig scherpstellen op onderwerpen die binnen 10 meter van de lens liggen.
SEPIA (Sepia)
Uw opname krijgen een bruinachtige gloed, netzoals bij oude fotos. Gebruik dit effect in combinatie met de bioscoopfunctie voor een nostalgische opname.
MONOTONE (Zwart/wit)
Uw opname is zwart/wit net zoals bij oude bioscoopfilms. Gebruik tezamen met de bioscoopfunctie voor een sterker effect van een nostalgische klassieke film”.
CLASSIC FILM (Klassieke film)
De opgenomen scènes krijgen een licht stroboscoopeffect.
STROBE (Stroboscoop)
Uw opnamen zien er uit als een aantal opeenvolgende stilbeelden.
VIDEO ECHO* (Videoecho)
Het beeld krijgt een schaduw voor fantasievolle opnamen. Er kan niet meer dan 10X worden ingezoomd.
SLOW (Langzame sluiter)
Voor een heldere opname van donkere onderwerpen of zelfs helderder dan bij natuurlijke verlichting. Gebruik SLOW alleen wanneer het donker is.
SLOW 1
Door een langzame sluitertijd wordt de lichtgevoeligheid verhoogd zodat u ook als het donkerder wordt kunt blijven opnemen.
SLOW 2
Een nog langzamere sluitertijd verhoogt de lichtgevoeligheid nog meer, zodat u als het nog donkerder wordt nog steeds kunt blijven opnemen.
OPMERKINGEN:
Met SLOW krijgen de beelden een stroboscoopachtig effect.
Als de indicator voor de handmatige scherpstelling gaat knipperen wanneer u SLOW gebruikt, dient u met de hand scherp te stellen en een statief te gebruiken.
SHUTTER (Variabele sluitersnelheid) 1/50 – De sluitertijd is op 1/50ste seconde gesteld.
De zwarte balk die normaliter verschijnt bij opname van een TV-scherm wordt nu smaller. 1/100
De sluitertijd is op 1/100ste seconde gesteld. Het flikkeren bij opname met neonverlichting of een kwiklamp wordt verminderd. 1/250 – Deze tijden kunt u gebruiken voor het beeld-voor-beeld opnemen van snel bewegende onderwerpen zodat de normale weergave later levendig en slow-motion beelden stabiel zijn. Des te sneller de sluitertijd, des te donkerder het beeld. Gebruik daarom uitsluitend bij een goede verlichting.
*
Alleen beschikbaar wanneer de MODE keuzeschijf op VIDEO staat.
32 NE
OPNAME
Belichtingsregeling
Stel de belichting handmatig in onder de volgende omstandigheden:
Wanneer het onderwerp tegenbelicht wordt of wanneer de achtergrond te helder is.
Wanneer u een onderwerp bij een reflecterende achtergrond opneemt, bijvoorbeeld bij opnamen op het strand of in de sneeuw.
Wanneer de achtergrond te donker is of het onderwerp te licht.
Zet de bedieningsschakelaar op “ ”, zet
1
vervolgens de POWER schakelaar op terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt en trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
Druk op EXPOSURE. De aanduiding EXP. en
2
de belichtingsindicator zullen verschijnen.
Draai de MENU naar “+” om het beeld lichter
3
te maken, of naar “–” om het beeld donkerder te maken. (maximum ±6)
Druk op MENU. De belichting is nu ingesteld.
4
EXP.” gaat uit.
Weer instellen van de automatische belichting . . .
..... dient u op EXPOSURE te drukken of de
bedieningsschakelaar op “ ” te zetten.
Om het onderwerp snel lichter te maken . . .
..... kunt u op BACKLIGHT drukken. De aanduiding
wordt getoond en het onderwerp zal lichter worden gemaakt. Als u nog een keer op dezelfde toets drukt, zal de aanduiding verdwijnen en zal het onderwerp weer net zo belicht worden als voorheen.
Een belichtingscorrectie van +3 heeft hetzelfde effect als de BACKLIGHT toets.
Bij gebruik van BACKLIGHT (tegenlichtcompensatie) is het mogelijk dat het licht rond het onderwerp te helder wordt en dat het onderwerp verbleekt.
Tegenlichtcompensatie is ook mogelijk wanneer de bedieningsschakelaar op
“ ”
staat.
Geavanceerde functies (vervolg)
Diafragmavergrendeling
Gebruik deze functie in de volgende situaties:
Wanneer u een bewegend onderwerp opneemt.
Wanneer de afstand tot het onderwerp verandert
(zodat de grootte van het onderwerp in de zoeker of op de LCD-monitor verandert), bijvoorbeeld wanneer het onderwerp zich van u vandaan beweegt.
Wanneer u een onderwerp bij een reflecterende achtergrond opneemt, bijvoorbeeld bij opnamen op het strand of in de sneeuw.
Wanneer u onderwerpen opneemt die door een spot worden belicht.
Bij het zoomen.
Vergrendel het diafragma wanneer het onderwerp zeer dichtbij is. Het beeld zal niet donkerder worden wanneer het onderwerp verder van de lens verplaatst.
Voer de stappe 1 en 2 van Belichtingsregeling uit voor u aan de volgende stappen begint.
Stel de zoom in zodat het beeld de gehele LCD­monitor of zoeker vult. Houd MENU langer dan
3
2 seconden ingedrukt. De belichtingsindicator en “ ” zullen verschijnen. Druk de MENU in. De aanduiding “ ” zal veranderen in en het diafragma zal worden geblokkeerd. EXP. gaat uit.
BACKLIGHT toets (
Bedieningsschakelaar
MENU keuzeschijf
Weer instellen van het automatische diafragma . . .
..... dient u EXPOSURE in te drukken zodat de
belichtingsindicator en “ ” verdwijnen. Of u kunt de bedieningsschakelaar op “ ” zetten.
Vergrendelen van de belichting en het diafragma . . .
..... Stel na stap 2 de belichting in door MENU te
verdraaien. Vergrendel vervolgens het diafragma in stap 3. Voor een automatische vergrendeling moet u en vervolgens in stap 2 nog eens op de EXPOSURE drukken. Het diafragma wordt na ongeveer 2 seconden automatisch ingesteld.
Diafragma
Net als de pupillen van uw ogen, zal de diafragma­opening kleiner worden als er veel licht is, zodat er niet teveel licht binnen kan vallen, en zal de diafragma­opening groter worden als het donkerder is om meer licht binnen te laten.
2
)
EXPOSURE toets (
POWER schakelaar
Diafragmavergrendelindicator
4
EX0P.
/6)
Instellen van de witbalans
Een juiste witbalans zorgt voor een juiste reproductie van de kleuren onder verschillende lichtomstandigheden. Een juiste witbalans maakt een correctie zodat alle kleuren natuurgetrouw worden getoond. De witbalans wordt normaliter automatisch ingesteld. Meer ervaren camcordergebruikers willen de witbalans echter mogelijk handmatig instellen voor professionelere kleuren en tinten.
Zet de bedieningsschakelaar op “ ”, zet
1
vervolgens de POWER schakelaar op terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt en trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
Druk MENU in. Het Menuscherm verschijnt.
2
NE33
Gebruik van de handmatige witbalans
Stel de witbalans handmatig in bij opnamen onder verschillende lichtbronnen.
Voer stappen 1 t/m 4 van het instellen van de
1
witbalans uit, en kies MAN.”.
Houd een vel wit papier voor het onderwerp.
2
Zoom of verplaats zodat het witte papier het scherm geheel vult.
Druk op MENU totdat begint te knipperen.
3
stopt te knipperen wanneer de instelling is
gemaakt.
Druk op MENU. W.BAL. dooft en MANUAL
4
wordt daarvoor in de plaats getoond en uitsluitend de handmatige witbalansindicator
wordt getoond.
Verdraai de MENU, kies en druk de
3
keuzeschijf in. Het “W.BALANCE menu zal verschijnen.
Verdraai MENU, selecteer MANUAL” en druk
4
de schijf in. Het Menuscherm zal plaats maken voor W.BAL” (witbalans) en de instelling op dit moment. Verdraai de keuzeschijf om de gewenste instelling te kiezen.
MAN.” –Voor het opnemen van een
”–Buitenshuis op een zonnige dag. ”– Buitenshuis op een bewolkte dag. ”–Bij gebruik van een videolamp of een
Druk de MENU keuzeschijf in. Hiermee is de
5
instelling afgesloten.
Weer instellen van de automatische witbalans . . .
.... Kies in stap 4 AUTO. Of u kunt de
bedieningsschakelaar op “ ” zetten.
OPMERKING:
De witbalans kan niet worden ingesteld bij gebruik van het sepia of zwart/wit effect ( blz. 31).
onderwerp waarvoor de witbalans reeds is ingesteld.
dergelijke verlichting.
POWER schakelaar
Wit papier
Vergrendeltoets
Bedieningsschakelaar
MENU keuzeschijf
Veranderen van de tint voor opname . . .
.... Gebruik in stap 2 een vel gekleurd papier. De
witbalans wordt nu op basis van de kleur ingesteld waardoor de tint wordt veranderd. Gebruik rood papier voor dieper groen; blauw papier voor een oranje-achtige tint; geel papier voor dieper paars.
OPMERKINGEN:
In stap 2 is het scherpstellen op een stuk wit papier mogelijk moeilijk. U moet in dat geval handmatig scherpstellen ( blz. 19).
Een onderwerp kan onder diverse lichtomstandigheden binnen worden opgenomen (natuurlijk licht, neonlampen, kaarslicht, enz.). Daar de kleurtemperatuur verschillend is afhankelijk van de lichtbron, zal de tint verschillen afhankelijk van de witbalansinstelling. Gebruik deze functie voor een natuurgetrouw resultaat.
De instelling voor de handmatige witbalans blijft in het geheugen bewaard wanneer u de spanning uitschakelt of de accu ontkoppelt.
34 NE
WEERGAVE
Basisbediening weergave
S
O
U
P
X
E
T
H
G
I
L
K
C
A
B
Stoptoets (5)
Motorzoom­hendel (VOL.)
MENU keuzeschijf
Luidspreker
R
E
Weergavetoets/ pauzetoets (
Snel doorspoeltoets (3)
F
O
C
U
S
Terugspoeltoets (2)
4
/6)
Plaats een cassette ( blz. 10).
1
Zet vervolgens de POWER schakelaar op
2
terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Druk op
4
/6 om de weergave te starten.
Druk op 5 om de weergave te stoppen.
POWER schakelaar
Druk tijdens de stopfunctie op 2 om de band terug te spoelen of op 3 om de band snel door te spoelen.
Om het volume van de luidspreker te regelen . . .
..... dient u de motorzoomregelaar (VOL.) naar + te duwen
om het volume te verhogen, of naar “–” om het volume te verlagen.
OPMERKINGEN:
Als de Stop-functie 5 minuten voortduurt met een accu als stroomvoorziening, zal de camcorder zichzelf automatisch uitschakelen. Om de camcorder weer aan te zetten, dient u eerst de POWER schakelaar naar OFF te draaien en vervolgens naar ”.
U kunt het afgespeelde beeld op de LCD-monitor bekijken, in de zoeker, of op een aangesloten TV ( blz. 38).
U kunt het weergegeven beeld ook via de LCD monitor bekijken, deze helemaal omkeren en dan tegen de body van de camcorder drukken.
Aanduidingen op de LCD-monitor of in de zoeker:
Wanneer het toestel van stroom wordt voorzien door een
Vergrendeltoets
accu: de indicator voor resterende accuspanning wordt getoond. Wanneer het toestel van stroom wordt voorzien via het gelijkstroomsnoer: zal niet getoond worden.
Er worden geen aanduidingen getoond wanneer het toestel gestopt is.
Wanneer er een kabel is aangesloten op de AV OUT aansluiting, zal er geen geluid geproduceerd worden via de luidspreker.
Stilbeeldweergave:
1) Druk tijdens weergave op 4/6.
2) Druk nogmaals op 4/6 om de weergave voort te zetten.
De stopfunctie wordt automatisch ingesteld indien er langer dan 3 minuten een stilbeeld met de camcorder wordt getoond. De spanning van de camcorder wordt automatisch uitgeschakeld indien de stopfunctie langer dan 5 minuten is geactiveerd.
Wanneer
4
/6
ingedrukt is, is het mogelijk dat het beeld niet onmiddellijk pauzeert omdat de camcorder het beeld
Pauzeren tijdens weergave.
nog moet stabiliseren.
Snelzoeken: Met hoge snelheid in voor- of achterwaartse richting zoeken.
1) Druk op 3 voor versnelde weergave in voorwaartse richting of op 2 voor versnelde weergave in
achterwaartse richting.
2) Druk op 4/6 om de normale weergave weer voort te zetten.
Houd tijdens weergave de 2 of 3 toets ingedrukt. Het zoeken zal doorgaan zo lang u de toets ingedrukt houdt. De normale weergave start weer als u de toets loslaat.
Tijdens het zoeken met hoge snelheid krijgt het beeld mogelijk een mozaïekachtig effect. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Beeld-voor-beeld weergave: Stelt u in staat beeld-voor-beeld te laten weergeven.
1) Schakel de stilbeeldweergave in.
2) U kunt ook MENU naar + verdraaien om het volgende beeldje te laten weergeven, of naar “–” om het vorige
beeldje weer te laten geven bij stilstaande weergave.
Druk op 4/6 om de normale weergave te hervatten.
U kunt ook de afstandsbediening (bijgeleverd) gebruiken voor beeld-voor-beeld weergave ( blz. 46).
Slow-motion weergave, Weergave zoom en Weergave speciale effecten
Uitsluitend instelbaar met de afstandsbediening (bijgeleverd) ( blz. 46, 47).
WEERGAVE
START/STOP toets
Geavanceerde functies
Weergavemenu
POWER schakelaar
De volgende handelingen zijn van toepassing op het maken van alle instellingen uitgezonderd voor Synchro Comp ( blz. 52, 53).
NE35
Vergrendeltoets
MENU keuzeschijf
Display
U
O
V
M
EN
I
D
1
S
S R B
1
O D
E
R
E
T
U
R
N
T
M
O
U
N
D
1
2
B
I
T
Y
N
C
H
R
E
C
M
O
L
A
N
K
D
I
S
P
R
E
T
U
R
N
S
C
R
A
T
E
/
T
T
I
M
E
C
E
O
D
E
S
S
O
M
U
O
D
E
O
S
O
U
D
E
S
R
C
H
M
E
N
U
Y
L
A
N
N
E
E
M
E
I
O
F
F
D
E
O
O
N
R
N N
E
O
D D
L R
Menuscherm
OPMERKINGEN:
Het is ook mogelijk de in-beeld display instellingen te wijzigen door op DISPLAY op de afstandsbediening (bijgeleverd) te drukken.
De REC MODE opnamefunctie kan worden ingesteld wanneer de bedieningsschakelaar op “ ” staat ( blz. 11, 23).
Als ON SCREEN op SIMPLE staat, zullen de aanduidingen van de camcorder (met uitzondering van de datum, de tijd en de tijdcode) niet op de aangesloten TV verschijnen. Hierdoor verdwijnen ook de aanduiding van de geluidsweergavefunctie en bandtransportsnelheid van het scherm van de camcorder.
Zet de POWER schakelaar op terwijl u de
1
vergrendeltoets ingedrukt houdt.
Druk de MENU in. Het Menuscherm zal verschijnen.
2
Verdraai de MENU, kies het pictogram van de
3
gewenste functie en druk de keuzeschijf in. Het bijbehorende functiemenu zal nu verschijnen.
Dient u de MENU te verdraaien om de gewenste
4
functie te kiezen en vervolgens de keuzeschijf in te drukken. Het betreffende sub-menu zal verschijnen.
Verdraai de MENU, kies de te wijzigen instelling en
5
druk de keuzeschijf in. Het kiezen van de instelling is hiermee afgerond.
Verdraai MENU, selecteer 1RETURN en druk de
6
schijf twee keer in om het Menuscherm te sluiten.
SOUND MODE
12BIT MODE
SYNCHRO
REC MODE
VIDEO MENU
BLANK SRCH
ON SCREEN*
DATE/TIME*
DISPLAY MENU
TIME CODE*
* Elke instelling is verbonden met het DISPLAY MENU
dat verschijnt wanneer de bedieningsschakelaar op “ ” wordt gezet ( blz. 25). De instelmogelijkheden zijn dezelfde zoals staan vermeld op blz. 25.
blz. 36.
blz. 36.
blz. 53.
Stelt u in staat de gewenste video­opnamefunctie in te stellen (SP of LP) ( blz. 11).
Hiermee kunt u een blanco stuk op de band opzoeken wanneer u een opname ergens in het midden van de band wilt laten beginnen ( blz. 37).
Laat de aanduidingen van de camcorder verschijnen/verdwijnen op het scherm van een aangesloten TV.
Laat de datum/tijd verdwijnen/ verschijnen op de camcorder.
Laat de tijdcode verdwijnen/ verschijnen op de camcorder.
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
36 NE
WEERGAVE
Geavanceerde functies (vervolg)
Weergavegeluid
Tijdens weergave bepaalt de camcorder automatisch met welke geluidsfunctie de opname was gemaakt. Kies indien gewenst echter het geluid dat u voor de weergave wilt gebruiken. Kies SOUND MODE of 12BIT MODE van het Menuscherm volgens de uitleg op blz. 35 en wijzig de gewenste instellingen.
STEREO
SOUND MODE
12BIT MODE
: Fabrieksinstelling
OPMERKINGEN:
De SOUND MODE (geluidsfunctie) instelling is beschikbaar voor zowel 12-bits als 16-bits geluidssignalen. (In de beschrijving van voorgaande modellen wordt 12-bits” “32 kHz en 16-bits 48 kHz genoemd.)
De camcorder kan niet bepalen met welke geluidsfunctie de opname is gemaakt wanneer er snel vooruit of terug gespoeld wordt. Tijdens weergave wordt de geluidsfunctie in de linkerbovenhoek getoond.
SOUND L
SOUND R
SOUND 1
SOUND 2
MIX
Zowel het “L” als het “R” kanaal wordt in stereo weergegeven.
Het geluidssignaal van het “L” kanaal wordt in stereo weergegeven.
Het geluidssignaal van het “R” kanaal wordt in stereo weergegeven.
Het originele geluid wordt zowel via het “L” als het “R” kanaal in stereo weergegeven.
Het gedubde geluid wordt zowel via het “L” als het “R” kanaal in stereo weergegeven.
Het originele en het gedubde geluid worden gecombineerd en zowel via het “L” als het “R” kanaal in stereo weergegeven.
Display
ON SCREEN (In-beeld) instelling: Voor geluidsweergave, bandsnel en bandtransport.
12
BIT/SOUND1SP
4
DATE/TIME instelling: Voor de datum/tijd aanduiding.
TIME CODE (tijdcode) instelling: Voor de tijdcode aanduiding.
25. 1127.:030 0
TC
12:34:24
Beelden*
Seconden
Minuten
* 25 beelden = 1 seconde
Stoptoets (5)
POWER schakelaar
NE37
Opzoeken blanco stukken
Deze functie helpt u een plek in het midden van de band te vinden van waar u een nieuwe opname kunt beginnen zonder de tijdcode van de band te verstoren ( blz. 18).
MENU keuzeschijf
Display
V
I
D
O
E
T
U
E
1
R
R
N
N
U
D
S
M
O
O
I
B
T
1
2
M
O
N
C
S
Y
H
O
R
C
E
R
M
D
E
O
A
N
L
B
K
S
R
BL ANK SEARCH
Vergrendeltoets
Doe een cassette in de camcorder ( blz. 10) en zet
1
de POWER schakelaar op terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt.
Druk het MENU in. Het Menuscherm zal
2
verschijnen.
Verdraai het MENU, kies en druk het wieltje in.
3
Het VIDEO MENU zal verschijnen.
Verdraai het MENU, kies “BLANK SRCH en druk het
4
wieltje in. Het Sub-menu zal verschijnen.
Verdraai het MENU, kies “EXECUTE en druk het
5
wieltje in.
De aanduiding BLANK SEARCH gaat knipperen,
U
M
EN
D
E
D
E
C
AXNECCEUL
C
H
E
Menuscherm
TE
de camcorder gaat vervolgens automatisch vooruit of terug snelzoeken en zal stoppen op een punt dat ongeveer 3 seconden ligt voor het begin van het gevonden blanco stuk.
Als u het zoeken naar een blanco stuk halverwege wilt annuleren . . .
.... dient u op 5 te drukken.
OPMERKINGEN:
44
Als bij stap 5 het zoeken wordt begonnen aan het begin van een blanco stuk, zal de camcorder terug snelzoeken naar een blanco stuk, terwijl de camcorder vooruit zal gaan snelzoeken als er iets is opgenomen op de huidige positie op de band bij stap 5.
Als de melding HEAD CLEANING REQUIRED. USE CLEANING CASSETTE (Koppen moeten worden schoongemaakt. Gebruik reinigingscassette.) is verschenen toen u de cassette in het toestel deed, zal de functie voor het opzoeken van blanco stukken niet werken.
Als tijdens het zoeken naar een blanco stuk het begin of het einde van de band wordt bereikt, zal de camcorder automatisch stoppen.
Blanco stukken van minder dan 5 seconden kunnen niet worden opgezocht.
Het gevonden blanco stuk kan tussen twee reeds opgenomen sc nes liggen. Voor u begint op te nemen moet u daarom controleren of er zich na het gevonden blanco stuk geen ander materiaal bevindt.
38 NE
VERBINDINGEN
Basisverbindingen
Hier vindt u wat voorbeelden voor basisverbindingen. Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van uw videorecorder en TV voor het aansluiten.
A. Verbinden met een TV of videorecorder met SCART aansluiting die uitsluitend compatibel is met
normale videosignalen
Naar TV of
TV
Videorecorder
videorecorder
Kabeladapter (bijgeleverd)
Wit naar AUDIO L
Rood naar AUDIO R
A/V-kabel [ministekker naar RCA (tulp) stekker] (bijgeleverd)
Naar de AV OUT aansluiting
Zet op CVBS
* Open deze afdekking voor het verbinden van de kabels.
Geel naar VIDEO
Aansluitingafdekking*
B. Verbinden met een TV of videorecorder met SCART aansluiting die compatibel is met Y/C signalen
Vastzetten op het Docking station
1 Pas richtpen en de schroef op het
Docking station in het richtgaatje en de statiefaansluiting van de camcorder.
2 Draai de schroef vast.
•Wanneer u de camcorder van het Docking station af wilt halen moet u eerst de schroef losdraaien en vervolgens de camcorder van het Docking station afnemen.
Naar TV of videorecorder
TV
Videorecorder
Kabeladapter (bijgeleverd)
Zet op Y/C
Wit naar AUDIO L
Rood naar AUDIO R
Geel naar VIDEO*
Naar -IN
1 2
Statiefaansluiting
Geleidegat
Geleidepen
Schroef
A/V-kabel [RCA (tulp) naar RCA stekker] (los verkrijgbaar)
S-videokabel (los verkrijgbaar)
Geel naar VIDEO*
Rood naar AUDIO R
Wit naar AUDIO L
Naar S
* Sluit deze aan wanneer de S-Videokabel niet gebruikt wordt.
NE39
C.
Verbinden met een TV of videorecorder met S-VIDEO IN en/of A/V ingang (RCA type) aansluitingen
Naar TV of videorecorder
Geel naar VIDEO IN
Zonder gebruik van
pp
p
pp
( )
de S-videokabel
Geel naar VIDEO
[[
[
[[
TV
Wit naar AUDIO L IN
Videorecorder
Let er op dat alle apparaten uitgeschakeld zijn.
Rood naar AUDIO R IN
Naar S-VIDEO IN
A/V-kabel [RCA (tulp) naar RCA stekker] (los verkrijgbaar)
S-videokabel (los verkrijgbaar)
1
Verbind de camcorder met een TV of
2
videorecorder zoals in de afbeelding wordt aangegeven ( blz. 38, 39).
Bij gebruik van een videorecorder
. . . . . . . . . ga naar stap 3.
Zo niet . . . ga naar stap 4.
Verbind de videorecorder-uitgang met de TV-
3
ingang, zie de gebruiksaanwijzing van uw videorecorder.
Schakel de camcorder, videorecorder en TV in.
4
Schakel de videorecorder in de AUX
5
ingangsfunctie en de TV in de VIDEO functie.
Keuze voor wel of niet tonen van de volgende aanduidingen op de aangesloten TV . . .
Datum/tijd
.... stel DATE/TIME op AUTO, ON” of “OFF”
via het Menuscherm ( blz. 35).
Tijdcode
.... stel TIME CODE op ON of OFF via het
Menuscherm ( blz. 35).
De geluidsweergavefunctie, bandtransportsnelheid en bandtransport displays
.... zet ON SCREEN op LCD of SIMPLE via
het Menuscherm ( blz. 35). Of druk op
DISPLAY op de afstandsbediening.
Wit naar AUDIO L
Rood naar AUDIO R
Naar S
OPMERKINGEN:
Gebruik bij voorkeur de netadapter/lader als spanningsbron in plaats van de accu ( blz. 7).
Let er op dat u de kabeluiteinden die zijn voorzien van kernfilters aansluit op de camcorder. Kernfilters verminderen interferentie.
Om de beelden en het geluid van de camcorder te kunnen volgen zonder een cassette in het toestel te doen, zet u de POWER schakelaar op en vervolgens zet u uw TV in de juiste stand.
Controleer dat het volume van de TV in de minimale stand is gesteld alvorens de weergave van de camcorder te starten. Het geluid zou anders bij het inschakelen van de camcorder mogelijk veel te hard klinken.
Indien u een TV of luidsprekers heeft die niet speciaal zijn afgeschermd, moet u de luidsprekers niet in de buurt van de TV plaatsen daar dit ruis in het weergavebeeld van de camcorder veroorzaakt.
Terwijl de Audio/Video kabel is aangesloten op de AV OUT aansluiting, komt er geen geluid uit de luidspreker.
Druk de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in de vereiste stand: Y/C : Bij een verbinding met een TV of
videorecorder die geschikt is voor Y/C signalen en met een S-videokabel is aangesloten.
CVBS : Bij een verbinding met een TV of
videorecorder die niet geschikt is voor Y/C signalen en met een audio/videokabel is aangesloten.
40 NE
PC met een capture-kaart met een DV-aansluiting
Naar de DV­aansluiting
Kernfilter
DV kabel*
Naar DV OUT
PC verbindingskabel (bijgeleverd)
Kernfilter
Open de aansluitingafdekking.
VERBINDINGEN
PC
Naar de RS-232C poort
Naar de PC
Geavanceerde verbindingen
Aansluiten op een Personal Computer
Deze camcorder kan stilbeelden overdragen aan een personal computer door middel van de meegeleverde software, wanneer zij op elkaar aangesloten zijn zoals aangegeven in de illustratie. Het is ook mogelijk om stilbeelden over te dragen aan een personal computer die voorzien is van een capture-kaart met een DV-aansluiting.
Verzeker u ervan dat de camcorder en de PC uit zijn.
1
Sluit het Docking station aan op uw PC met de juiste
2
kabel zoals aangegeven in de afbeelding.
Zie Vastzetten op het Docking station op blz. 38 om de camcorder op het Docking station te zetten.
Zet de POWER schakelaar van de camcorder op
3
terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt en zet de PC aan.
OPMERKINGEN:
Het is beter om de netadapter/lader als stroomvoorziening voor de camcorder te gebruiken dan een accu ( blz. 7).
Sluit nooit de PC verbindingskabel en de DV kabel tegelijk aan op de camcorder. Sluit alleen die kabel aan die u daadwerkelijk gaat gebruiken.
De datum/tijd informatie kan niet door de PC worden overgenomen.
Raadpleeg de handleidingen van de meegeleverde software.
Raadpleeg tevens de handleiding van de fabrikant voor de capture-kaart met DV-aansluiting.
* Gebruik de met de capture-kaart meegeleverde
DV kabel.
POWER schakelaar
Vergrendeltoets
POWER schakelaar
Vergrendeltoets
Naar de DV IN aansluiting
Digitale Printer
Open de aansluitingafdekking.
Naar DV OUT
Kernfilter
DV kabel
(los verkrijgbaar)
Kernfilter
Naar de DV­aansluiting
Video-apparaat met een DV ingangsaansluiting
Naar de PC aansluiting
Kernfilter
PC verbindingskabel (bijgeleverd)
NE41
Aansluiten op een Video-apparaat voorzien van een DV-aansluiting
Aansluiting van de camcorder op de GV-DT3 Digital Printer (los verkrijgbaar), stelt u in staat beelden af te drukken of door te geven aan een PC. Het is ook mogelijk om met de camcorder opgenomen scènes te kopiëren op een andere videorecorder die voorzien is van een DV­aansluiting. Deze functie heet Digitaal kopiëren ( blz. 43), wat als groot voordeel heeft dat daarbij vrijwel geen verlies van beeld- en geluidskwaliteit optreedt.
Let er op dat alle apparaten uitgeschakeld zijn.
1
Sluit de camcorder op het door u gewenste apparaat
2
aan met de DV kabel zoals aangegeven in de illustratie.
Sluit indien nodig een PC verbindingskabel aan op de
3
PC aansluiting van de printer en op de RS-232C poort van de PC.
Zet de POWER schakelaar van de camcorder op
4
terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt en zet de andere apparaten aan.
OPMERKINGEN:
Het is beter om de Lichtnetadapter/acculader als stroomvoorziening voor de camcorder te gebruiken dan een accu ( blz. 7).
Bij gebruik van de camcorder voor het kopiëren moet de camcorder als weergavetoestel worden gebruikt. De DV aansluiting van de camcorder is uitsluitend een uitgang (weergave).
Als er geprobeerd wordt een stilstaand beeld weer te geven, of slow-motion of snel vooruit of terug te spoelen terwijl de camcorder is aangesloten op een video toestel via de DV aansluiting, zal het beeld eruit zien als een gekleurd mozaiek of helemaal zwart worden.
Raadpleeg ook de handleidingen van de aangesloten apparatuur.
Gebruik de los verkrijgbare JVC VC-VDV204U DV kabel.
PC
Naar de RS-232C poort
42 NE
POWER schakelaar
Vergrendeltoets
Naar S
Rood naar AUDIO R
Wit naar AUDIO L
A/V-kabel [RCA (tulp) naar RCA stekker] (los verkrijgbaar)
Kabeladapter (bijgeleverd)
Indien uw VCR een SCART aansluiting heeft, moet u de bijgeleverde kabeladapter gebruiken.
Videorecorder
* Sluit deze aan wanneer de S-Videokabel niet
gebruikt wordt.
TV
Geel naar VIDEO*
Kernfilter
S-videokabel (los verkrijgbaar)
Naar AUDIO, VIDEO* en aansluitingen
“Y/C”/“CVBS” video-uitgangs­schakelaar
KOPIËREN
Kopiëren naar een videorecorder
Sluit de camcorder op de videorecorder aan volgens de
1
aanwijzingen in de afbeelding. Zie ook blz. 38 en 39.
Zet de POWER schakelaar op terwijl u de
2
vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt, schakel aldus de stroom in en doe de gewenste cassettes in de camcorder en de videorecorder.
Schakel de videorecorder in de AUX en
3
opnamepauzefuncties.
Schakel de weergavefunctie van de camcorder in en
4
zoek het punt dat net voor het inmonteerpunt ligt. Druk bij dit punt op 4/6 van de camcorder.
Druk op 4/6 van de camcorder en schakel de
5
videorecorder in de opnamefunctie.
Schakel de videorecorder in de opnamepauzefunctie
6
en druk op 4/6 van de camcorder.
Herhaal stappen 4 t/m 6 voor het kopiëren van
7
meerdere scènes. Schakel zowel de camcorder als de videorecorder in de stopfunctie wanneer u klaar bent.
OPMERKINGEN:
Let er op dat u de kabeluiteinden die zijn voorzien van kernfilters aansluit op de camcorder. Kernfilters verminderen interferentie.
U kunt de AV OUT aansluiting op de camcorder in dit geval niet gebruiken.
U kunt de weergavezoom ( blz. 46) of weergave met speciale effecten ( blz. 47) in stap 4 gebruiken.
Controleer voordat u het kopiëren start dat er geen
-IN
aanduidingen op het scherm van de aangesloten TV worden getoond. De aanduidingen zullen namelijk tevens op de kopie worden opgenomen indien deze op het scherm van de TV zijn getoond.
Druk de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in de vereiste stand: Y/C : Bij een verbinding met een TV of videorecorder die
geschikt is voor Y/C signalen en met een S-videokabel is aangesloten.
CVBS : Bij een verbinding met een TV of videorecorder die
niet geschikt is voor Y/C signalen en met een audio/ videokabel is aangesloten.
Keuze voor wel of niet tonen van de volgende aanduidingen op de aangesloten TV . . .
Datum/tijd
..... stel DATE/TIME op AUTO, ON of OFF via het
menuscherm ( blz. 35).
Tijdcode
..... stel TIME CODE op ON of OFF via het
menuscherm ( blz. 35).
Geluidsweergavefunctie, bandsnelheid en bandtransport
displays
..... zet ON SCREEN via het menuscherm ( blz. 35) op
LCD of SIMPLE. Of druk op DISPLAY op de deafstandsbediening.
POWER schakelaar
NE43
Kopiëren naar video-apparatuur met een DV aansluiting (digitaal kopiëren)
Het is ook mogelijk om opgenomen scènes te kopiëren van de camcorder naar een ander video-apparaat met een DV­aansluiting. Omdat er een digitaal signaal gestuurd wordt, is er vrijwel geen verlies van beeld- en geluidskwaliteit.
Vergrendeltoets
Naar DV OUT
Naar de DV IN aansluiting
Open de aansluitingafdekking.
Kernfilter
DV kabel (los verkrijgbaar)
Kernfilter
Video-apparatuur met een DV aansluiting
PLAY (4) STOP (5)
Let er op dat alle apparatuur uit staat.
1
Sluit de camcorder aan op een videorecorder die is
2
voorzien van een DV ingangsaansluiting via een DV­kabel, zoals aangegeven op de afbeelding.
Zet de POWER schakelaar van de camcorder op
3
terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt. Druk op 4 om de bron­band af te spelen.
Terwijl u naar de beelden op de monitor kijkt
4
schakelt u de opname-functie van het aangesloten video-apparaat met DV-aansluiting in zodra u het punt ziet van waar u wilt gaan opnemen.
OPMERKINGEN:
Het is beter om de Lichtnetadapter/acculader als stroom-voorziening voor de camcorder te gebruiken dan een accu ( blz. 7).
Als u de afstandsbediening gebruikt terwijl zowel de speler als de recorder van JVC zijn, zullen beide toestellen dezelfde handeling uitvoeren. Om dit te voorkomen, dient u de toetsen op beide toestellen zelf te gebruiken.
Bij digitaal kopiëren kan deze camcorder slechts op een enkel ander toestel tegelijkertijd worden aangesloten.
Als er tijdens het kopiëren een blanco stuk band of een stuk band met storing wordt afgespeeld, is het mogelijk dat het kopiëren stopt zodat dit abnormale beeld niet opgenomen wordt.
Alhoewel de DV kabel op de juiste manier aangesloten is, is het toch mogelijk dat er bij stap 3 geen beeld verschijnt. Als zulks het geval is, dient u de stroom uit te schakelen en de verbindingen en aansluitingen opnieuw te maken.
Als Weergave Zoom” ( blz. 46), Weergave speciale effecten ( blz. 47) of “Momentopname” worden geprobeerd tijdens weergave, zal alleen het originele beeld zoals dit opgenomen is op de cassette worden weergegeven via de DV OUT uitgangsaansluiting.
Gebruik de los verkrijgbare JVC VC-VDV204U DV kabel.
44 NE
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Met de volwaardige afstandsbediening kunt u de
1
3
Lipje
functies van uw camcorder op afstand activeren en tevens de basisfuncties voor de videorecorder (weergave, stoppen, pauzeren, snel door- en terugspoelen) inschakelen. Daarbij beschikt u met deze afstandsbediening over diverse extra functies voor weergave.
Plaatsen van de batterij
De afstandsbediening gebruikt twee R03 (AAA) formaat batterijen. Zie de Algemene voorzorgen batterijen ( blz. 69).
Verwijder het deksel van het batterijvak door
1
het lipje in te drukken, zoals aangegeven in de
+
2
+
afbeelding.
Doe twee R03 (AAA) formaat batterijen op de
2
juiste manier in het batterijvak.
Doe het deksel weer terug op het batterijvak.
3
30°
Effectief bereik van de signalen
5m
30°
Richt de afstandsbediening bij gebruik naar de afstandsbedieningssensor. De afbeelding toont het bereik van de afstandsbediening bij gebruik binnenshuis bij benadering. De signalen worden mogelijk niet juist ontvangen wanneer er direct schel licht of zonlicht op de sensor valt of de afstandsbediening buiten wordt bediend.
Afstandsbedieningssensor
NE45
10
2
3
4
5
6
7
8
9
Toetsen
1 Infraroodzendvenster 2 Zoomtoetsen (T/W) 3 DISPLAY toets 4 SHIFT toets 5 SLOW terug/door-toetsen
Links/Rechts-toetsen
6 REW toets
7 FADE/WIPE toets 8 EFFECT ON/OFF toets 9 EFFECT toets 0 PAUSE IN aansluiting ! START/STOP toets @ MBR SET toets # SNAPSHOT (momentopname) toets $ Hoger-toets
INSERT toets*
% Lager-toets
A. DUB toets
^ PLAY toets & FF toets
* STOP toets ( PAUSE toets ) R.A.EDIT toetsen
!
@
#
$
%
^
&
*
(
)
Functies
Met de POWER schakelaar van de camcorder in de camera-stand ( ).
Zend de infraroodstraal.
In-/Uitzoomen ( blz. 17)
— —
Functioneert als de START/STOP van de camcorder.
Werkt hetzelfde als SNAPSHOT op de camcorder.
— —
— —
Met de POWER schakelaar van de camcorder in de stand .
In-/Uitzoomen ( blz. 46)
blz. 49
blz. 46, 48
blz. 46 blz. 46
Terugspoelen, achterwaarts beeldzoeken ( blz. 34)
blz. 50
blz. 47
blz. 47
blz. 49
blz. 48
blz. 46
blz. 46 blz. 54
Starten van weergave ( blz. 34)
Snel voorwaarts spoelen, voorwaarts beeldzoeken ( blz. 34)
Stoppen ( blz. 34)
Pauze ( blz. 46)
blz. 48 – 53
* Deze functie is niet beschikbaar met deze camcorder.
46 NE
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
(vervolg)
Afstandsbedienings­sensor
Zoomtoetsen
SHIFT
Links of SLOW
terugspoel toets
Rechts of SLOW
vooruitspoel toets
Normale weergave
Druk op T
Hoger-toets
Lager-toets
PLAY PAUSE STOP
Druk op met de SHIFT toets ingedrukt om het beeld te verplaatsen.
(rechts)
FUNCTIE:
Slow-motion weergave
DOEL:
Vertraagd zoeken in beide richtingen tijdens weergave.
HANDELING:
1) Houd SLOW (9 of 0) tenminste ongeveer 2 seconden
ingedrukt om over te schakelen van normale naar vertraagde weergave. Na ongeveer 1 minuut vertraagde weergave achteruit of ongeveer 2 minuten vertraagde weergave vooruit zal de normale weergave hervat worden.
Druk op PLAY (
OPMERKINGEN:
U kunt ook overschakelen van de weergave van stilstaande beelden naar vertraagde weergave door SLOW tenminste ongeveer
Tijdens slow-motion weergave heeft het beeld een ietwat mozaïekachtig effect vanwege de digitale verwerking van de signalen.
Nadat u op de SLOW stilbeeld enige seconden getoond worden, gevolgd door een blauw scherm voor een paar seconden. Dit duidt niet op een defect.
Er is mogelijk een klein verschil tussen het door u gekozen startpunt en het werkelijke startpunt voor slow-motion weergave.
Tijdens slow-motion weergave wordt het beeld ietwat gestoord en het beeld kan er wat onstabiel uitzien, vooral met weinig beweging in beeld. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Druk op PAUSE Slow-motion weergave.
FUNCTIE:
4
) om de vertraagde weergave te stoppen.
2
seconden ingedrukt te houden.
(9 of 0)
toets heeft gedrukt, kan het
(6)
om de weergave te pauzeren tijdens
Beeld-voor-beeld weergave
DOEL:
Beeld-voor-beeld zoeken tijdens weergave.
HANDELING:
1) Druk SLOW (0) herhaaldelijk in om over te schakelen van
normale weergave naar beeld-voor-beeld weergave vooruit of druk herhaaldelijk op SLOW ( naar beeld-voor-beeld weergave achteruit. Met elke druk op de toets zal het volgende, respectievelijk vorige beeldje worden weergegeven.
OPMERKING:
U kunt ook overschakelen van de weergave van stilstaande beelden naar beeld-voor-beeld weergave door herhaaldelijk SLOW
(
9
of
0
)
in te drukken.
9
) om over te schakelen
FUNCTIE:
Weergave Zoom
DOEL:
Om het reeds opgenomen beeld bij het afspelen alsnog tot 10x te kunnen vergroten.
HANDELING:
1)
Druk op PLAY (4) om de gewenste scène op te zoeken
2) Druk op de zoom toetsen (T/W) op de afstandsbediening. Let er op dat de afstandsbediening op de sensor van de camcorder gericht is. Als u op T drukt zoomt het beeld in.
3) U kunt het uitvergrote deel van het beeld verplaatsen om een bepaald deel van het beeld uitvergroot op uw scherm te krijgen. Terwijl u SHIFT ingedrukt houdt, drukt u op
Om het zoomen te stoppen drukt u net zolang op W op de afstandsbediening tot de normale weergave-grootte weer
bereikt is. Of u drukt op STOP (5) en dan weer op PLAY (
OPMERKINGEN:
U kunt de Weergave zoom ook gebruiken bij slow-motion en stilbeeld weergave.
De beeldkwaliteit kan minder worden als gevolg van het digitaal bewerken van het beeld.
Weergavezoom kan niet worden gebruikt bij beelden die werden opgenomen terwijl de MODE keuzeschijf op stond.
.
(links), (rechts), (hoger) en (lager).
4
).
P4LOA
YFBACK
E
F
F
F
C
1
L
A
S 2 3 4 5
Afstandsbedienings­sensor
S
M
O
N
O
T
O
S
E
P
I
A
S
T
R
O
B
V
I
D
E
O
NE47
C
T
E
C
LM
I
N
E
E
E
CFHIO
PLAYBACK EFFECT keuzemenu
FUNCTIE:
Weergave speciale effecten
DOEL:
Om u in staat te stellen creatieve effecten toe te voegen aan de weergegeven beelden.
HANDELING:
1) Druk op PLAY (4) om de weergave te starten.
2) Richt de afstandsbediening op de sensor van de
camcorder en druk op EFFECT. Het PLAYBACK EFFECT keuzemenu verschijnt.
3) Verplaats de balk in beeld naar het gewenste effect door op EFFECT te drukken. De geselecteerde functie wordt geactiveerd en na 2 seconden zal het menu weer verdwijnen.
Om het geselecteerde effect te annuleren, drukt u op
EFFECT ON/OFF op de afstandsbediening. Nog een keer op deze toets drukken maakt het eerder geselecteerde effect weer actief.
Herhaal de bovenstaande handelingen vanaf stap 2
om het geselecteerde effect te wijzigen.
OPMERKING:
De effecten die u kunt gebruiken tijdens weergave zijn Klassieke film, Zwart/wit, Sepia, Strobescoop en Video­echo. Deze effecten werken tijdens de weergave hetzelfde als tijdens de opname. Raadpleeg bladzijde 31 voor meer informatie.
PLAY
EFFECT
EFFECT ON/OFF
48 NE
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Videorecorder
(opnamedeck)
SHIFT
3
1 6
789`
CODELIJST VIDEORECORDER
MERK VAN VIDEO­RECORDER
AKAI
BLAUPUNKT FERGUSON
GRUNDIG 1 4
HITACHI 6 6
JVC 9 1
A B C
MITSUBISHI 6 7
NEC 3 7
PANASONIC 1 3
TOETSEN
(A) (B)
6 2 6 4 7 7
1 3
9 7 9 8 3 2
3 4
6 3
9 6 9 3
6 8
3 8
1 7 1 1 9 4 1 8
MBR SET
4
2 5
MERK VAN VIDEO­RECORDER
PHILIPS
SANYO 3 6
SELECO, REX
SHARP 1 5
SONY
THOMSON, TELEFUNKEN, SABA, NORDMENDE
TOSHIBA 6 9
TOETSEN
(A) (B)
1 9 9 5 1 1 9 4 9 1 9 6 1 2 3 3 7 2
 
3 5 9 1
9 6
1 ` 6 5
6 ` 3 9 3 1
9 1 9 6 9 7 3 2
6 1
(vervolg)
Monteren van scènes in een andere volgorde [R.A.Edit]
U kunt de scènes gemakkelijk in een andere volgorde monteren wanneer u de camcorder als bron gebruikt. Kies 8 scènes voor een automatische montage in de gewenste volgorde. De R.A.Edit functie is nog gemakkelijker te gebruiken wanneer u de MBR (afstandsbediening voor meerdere merken) met uw videorecorder gebruikt (Zie CODELIJST VIDEORECORDER). De functie kan echter ook handmatig worden bediend. Controleer alvorens gebruik dat de batterij in de afstandsbediening is geplaatst ( blz. 44).
STEL DE AFSTANDSBEDIENINGSCODE VOOR DE VIDEORECORDER IN
Schakel de spanning van de videorecorder uit en richt de afstandsbediening naar de
1
infraroodsensor van de videorecorder. Zoek uw merk in de CODELIJST VIDEORECORDER op, houd MBR SET ingedrukt en druk vervolgens op toetsen (A) en (B) overeenkomstig het merk. De code wordt automatisch ingesteld en de spanning van de videorecorder ingeschakeld wanneer u de MBR SET toets loslaat.
Controleer dat de spanning van de videorecorder is ingeschakeld. Houd vervolgens
2
SHIFT ingedrukt en druk tegelijkertijd op de
gewenste toets van de afstandsbediening. De volgende functies kunnen met de afstandsbediening worden bediend; PLAY, STOP, PAUSE, FF, REW en VCR REC STBY (voor deze laatste functie hoeft u de SHIFT toets niet ingedrukt te houden).
U kunt nu meerdere scènes in een willekeurige volgorde monteren.
BELANGRIJK
De afstandsbediening voor meerdere merken is geschikt voor JVC videorecorders en diverse andere merken. Het is echter mogelijk dat deze afstandsbediening niet met uw videorecorder werkt of niet alle functies kan uitvoeren.
OPMERKINGEN:
Stel een andere in de CODELIJST VIDEORECORDER aangegeven code in indien de spanning van de videorecorder niet in stap 1 wordt ingeschakeld.
De spanning van bepaalde videorecorders wordt niet automatisch ingeschakeld. Schakel in dat geval de spanning zelf in en voer dan stap 2 uit.
Gebruik de regelaars op de videorecorder zelf indien de afstandsbediening niet voor uw videorecorder functioneert.
De code die u voor de videorecorder heeft ingesteld, wordt gewist wanneer de batterijen van de afstandsbediening leeg zijn. Vervang in dat geval de batterijen door nieuwe en stel de code opnieuw in.
Rood naar AUDIO R
Naar J aansluiting (JLIP (EDIT))
Wit naar AUDIO L
Kernfilter
A/V-kabel [RCA (tulp) naar
Montagekabel (bijgeleverd)
Indien uw video­recorder een SCART aansluiting heeft, moet u de bijgeleverde kabeladapter gebruiken.
Naar afstand
PAUSE of R.A.EDIT
Naar PAUSE IN
DISPLAY
* Sluit deze aan wanneer de S-Videokabel niet
gebruikt wordt.
RCA stekker] (los verkrijgbaar)
Videorecorder
Naar S
Geel naar VIDEO*
Kernfilter
S-videokabel (los verkrijgbaar)
Naar AUDIO, VIDEO* en -IN aansluitingen
Y/C/CVBS video-uitgangs­schakelaar
TV
LET OP MET DE MONTAGEKABEL
Wees voorzichtig dat u deze niet verwart met de JLIP-kabel ( blz. 4).
Let er op dat het uiteinde met het kernfilter aansluit op de camcorder.
NE49
AANSLUITEN
Zie ook blz. 38 en 39.
Om te verbinden met een:
1
JVC videorecorder die een pause afstandsaansluiting heeft . . .
... verbind de montagekabel met de PAUSE
afstandsaansluiting.
JVC videorecorder zonder pause afstandsaansluiting maar met een R.A.EDIT aansluiting . . .
... verbind de montagekabel met de R.A.EDIT
aansluiting.
Andere videorecorder dan boven vermeld . . .
... verbind de montagekabel met de
pauzeingangs-aansluiting (PAUSE IN) van.
Doe een band waarop iets is opgenomen in de
2
camcorder en zet de POWER schakelaar op terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
Zet de videorecorder aan en plaats een cassette waarop
3
kan worden opgenomen. Activeer de AUX functie (zie de gebruiksaanwijzing van de videorecorder).
OPMERKINGEN:
Alvorens willekeurige montage van meerdere scènes te starten, moet u controleren dat de aanduidingen niet op het scherm van de aangesloten TV worden getoond. De aanduidingen worden namelijk op de nieuwe band opgenomen indien deze wel tijdens willekeurige montage worden getoond.
Keuze voor wel of niet tonen van de volgende aanduidingen op de aangesloten TV . . .
Datum/tijd
.... stel DATE/TIME op AUTO, “ON of OFF via
het Menuscherm ( blz. 35).
Tijdcode
.... stel TIME CODE op ON of OFF via het
Menuscherm ( blz. 35).
Geluidsweergavefunctie, bandsnelheid en bandtransport
displays
.... zet ON SCREEN via het Menuscherm ( blz. 35)
op LCD of SIMPLE. Of druk op DISPLAY op de afstandsbediening.
Let er op dat u de kabeluiteinden die zijn voorzien van kernfilters aansluit op de camcorder. Kernfilters verminderen interferentie.
Druk de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in de vereiste stand:
Y/C : Bij een verbinding met een TV of videorecorder
die geschikt is voor Y/C signalen en met een S-videokabel is aangesloten.
CVBS : Bij een verbinding met een TV of videorecorder
die niet geschikt is voor Y/C signalen en met een
audio/videokabel is aangesloten. Wanneer u gaat monteren op een videorecorder met een DV ingangsaansluiting kunt u de DV kabel aansluiten in plaats van de S-videokabel en de audio/video kabel. U kunt de AV OUT aansluiting op de camcorder in dit geval niet gebruiken.
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
50 NE
Scène
1
––
2 3 4 5 6 7 8
TTIOM
T
Afstandsbedienings­sensor
FADE/WIPE
EDIT IN/OUT
OPMERKINGEN:
Bij het kiezen van een scène moet u erop letten dat er voldoende tijd tussen het in- en uitmonteerpunt is.
Indien u langer dan 5 minuten naar een inmonteerpunt zoekt, zal de opnamestandbyfunctie van het opnametoestel worden uitgeschakeld en kan het monteren derhalve niet worden uitgevoerd.
Indien er blanco gedeelten voor of na de in- en uitmonteerpunten liggen, wordt mogelijk een blauw beeld opgenomen.
De tijdcodes registreren de tijd in minimaal seconden nauwkeurig. Het is derhalve mogelijk dat de tijdcode voor de totale tijd niet exact gelijk is aan de totale tijd van alle te monteren scènes.
De vastgelegde in- en uitmonteerpunten worden gewist indien u de spanning van de camcorder uitschakelt.
U kunt oplossen of de zwart/wit fader niet gebruiken wanneer u sepia of zwart/wit van programma AE heeft ingesteld. De indicator voor oplossen of de zwart/wit fader zal wanneer u deze keuze maakt knipperen. Nadat het volgende inmonteerpunt is geregistreerd zal het effect worden uitgeschakeld. Om deze effecten te combineren moet u tijdens opname sepia of zwart/wit gebruiken en tijdens de willekeurige montage stelt u dan oplossen of de zwart/ wit fader in.
Het is niet mogelijk om Fade/Wipe effecten en Programma belichting met speciale effecten te gebruiken gedurende Willekeurige Samenstelling Montage door middel van een DV kabel.
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
KIES DE SCENES
I
E
L
A
N
:
~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~
C–O–D
EO–
EFFECT
U
T
M
ODE
Willekeurige montagemenu
:
–0–
:
0
0
0
PLAY
R.A.EDIT ON/OFF
CANCEL
Richt de afstandsbediening naar de afstandsbedieningssensor van de camcorder. Druk op
4
PLAY (4) en vervolgens op R.A.EDIT ON/OFF van de
afstandsbediening. Het willekeurige montagemenu verschijnt.
Druk op FADE/WIPE op de afstandsbediening wanneer u een overgangseffect gebruikt aan het begin van de scène.
5
Doorloop de verschillende effecten door herhaaldelijk op de toets te drukken. Stop wanneer het gewenste effect wordt getoond.
Bij het begin van scène 1 kunt u beeld wipe/oplossen niet gebruiken.
Druk bij het begin van de scène op EDIT IN/OUT van de afstandsbediening. Het inmonteerpunt wordt op het
6
menu voor willekeurige montage getoond.
Druk bij het eind van de scène op EDIT IN/OUT. Het uitmonteerpunt wordt op het menu voor willekeurige
7
montage getoond.
Druk op FADE/WIPE als u een overgangseffect aan het eind van de scène wilt gebruiken.
8
Doorloop de effecten door herhaaldelijk op de toets te drukken. Stop wanneer het gewenste effect wordt getoond.
Indien u een fade/wipe-effect voor een uitmonteerpunt heeft ingesteld, zal dit effect automatisch op het volgende inmonteerpunt worden toegepast.
Bij het eind van de laatste scène kunt u beeld wipe/ oplossen niet gebruiken.
De tijd van een fade/wipe-effect wordt automatisch bij de totale tijd opgeteld (uitgezonderd bij gebruik van beeld wipe/oplossen).
Druk op EFFECT als u Weergave Speciale Effecten wilt gebruiken ( blz. 47).
9
Herhaal de stappen 6 t/m 9 om aanvullende scènes te
10
registreren.
Druk op CANCEL van de afstandsbediening om reeds vastgelegde punten te annuleren. De geregistreerde punten verdwijnen stuk-voor-stuk vanaf het laatst vastgelegde punt.
Herhaal uitsluitend stappen 6 en 7 indien u geen fade/ wipe of programma AE met speciale effecten gebruikt.
(vervolg)
N
I
:
1 2 3
–––
4 5
6
7 8
TTIOM
Afstandsbedienings­sensor
~
0
0
2
5
:
~
0
7
1
8
:
~
0
3
3
3
:
~
0
9
3
0
:
~
1
5
5
5
:
~
~ ~
E
C
O
D
E
L
T
A
NE51
AUTOMATISCH MONTEREN NAAR EEN VIDEORECORDER
Spoel de band van de cassette in de camcorder terug
11
naar het begin van de scène die u wilt monteren en
START/STOP toets
O
U
T
M
O
DE
Willekeurige montagemenu
REW
:
0
2
0
5
:
0
8
3
1
:
0
5
5
3
:
1
3
1
5
:
1
6
2
0
:
1
6
3
0
:
9
3
9
druk op PAUSE (6).
Richt de afstandsbediening naar de sensor op de
12
videorecorder en druk op de VCR REC STBY (q6) toets of schakel de videorecorder handmatig in de opnamepauzefunctie.
Druk op START/STOP op de camcorder. Het
13
monteren gaat door zoals geprogrammeerd, helemaal tot aan het eind van de laatste geregistreerde scène.
Het monteren zal niet starten door een druk op START/STOP van de afstandsbediening.
Na het monteren zal de camcorder in de pauzefunctie schakelen en de videorecorder schakelt naar de opnamepauzefunctie.
Indien u geen uitmonteerpunt heeft vastgelegd, zal de gehele cassette automatisch tot het eind worden gekopieerd.
Als u een handeling uitvoert op de camcorder tijdens het automatisch monteren, zal de videorecorder in zijn opnamepauzefunctie gaan en zal het automatisch monteren stoppen.
Schakel de stopfuncties in van de camcorder en de
14
videorecorder. Voor het verwijderen van het tellerdisplay voor willekeurige montage van meerdere scènes moet u op R.A.EDIT ON/OFF van de afstandsbediening drukken.
OPMERKINGEN:
Druk op R.A.EDIT ON/OFF van de afstandsbediening om alle instellingen te wissen die tijdens de willekeurige montage zijn vastgelegd.
Indien de montagekabel met de Pause In aansluiting van de afstandsbediening is verbonden, moet u de afstandsbediening naar de sensor op de videorecorder richten en controleren dat de signalen niet door voorwerpen tussen de toestellen worden geblokkeerd.
Het monteren van meerdere scènes in de gewenste volgorde wordt mogelijk niet juist uitgevoerd wanneer u een band gebruikt waarop dubbele tijdcodes zijn ( blz. 18).
FADE/WIPE
EFFECT
EDIT IN/OUT
CANCEL
STOP
PAUSE R.A.EDIT
ON/OFF VCR REC
STBY
52 NE
I
1
––
2 3 4 5 6 7 8
TTIOM
E
L
T
A
TV
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Scène 1
N
:
C–O–D
~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~
EO–
U
T
M
ODE
Willekeurige montagemenu
:
–0–
:
0
0
0
Videorecorder (opnamedeck)
Voor een uitermate nauwkeurige montage
De ene videorecorder schakelt sneller van opnamepauze naar opname dan de andere videorecorder. Ook al start u het monteren met de camcorder en de videorecorder exact tegelijk, bestaat de kans dat een klein stukje niet wordt opgenomen of dat een stukje wordt opgenomen dat u eigenlijk niet wilt. Voor een preciese montage moet u daarom de timing van de camcorder t.o.v. de videorecorder bepalen.
BEPALEN VAN DE TIMING VAN DE VIDEORECORDER T.O.V. DE CAMCORDER
Start de weergave van de cassette in de camcorder,
1
richt de afstandsbediening naar de afstandsbedieningssensor van de camcorder en druk op R.A.EDIT ON/OFF. Het willekeurige montagemenu verschijnt.
Start de montage van slechts 1 scène (Program 1).
2
Voor het bepalen van de timing van de videorecorder en de camcorder moet u een duidelijk begin van een scène als inmonteerpunt kiezen.
(vervolg)
Afstandsbedienings­sensor
R.A.EDIT ON/OFF
Speel de gemonteerde scène af.
3
Uw videorecorder schakelt te snel over van opnamepauze naar de opnamefunctie indien er een gedeelte werd opgenomen dat voor het inmonteerpunt ligt.
Uw videorecorder schakelt traag indien er een gedeelte van de gekozen scène niet wordt opgenomen.
MENU keuzeschijf
Display
V
I
D
O
E
M
T
U
E
1
R
R
N
N
U
D
S
M
O
O
D
E
I
B
T
1
2
M
O
D
E
N
C
S
Y
H
O
R
C
E
R
M
D
E
O
A
N
L
B
K
S
R
C
H
EN
NE53
INSTELLEN VAN DE TIMING VAN DE VIDEORECORDER T.O.V. DE CAMCORDER
Richt de afstandsbediening naar de sensor op de
4
camcorder en druk op R.A.EDIT ON/OFF zodat het nemu voor willekeurige montage verdwijnt. Druk vervolgens op MENU. Het Menuscherm verschijnt.
Verdraai de MENU, kies en druk de keuzeschijf
5
in. Het VIDEO MENU menu verschijnt. Draai de keuzeschijf vervolgens naar SYNCHRO en druk deze in. De waarde voor SYNCHRO licht op.
Gebaseerd op de eerder uitgevoerde diagnose
6
( blz. 52), kunt u nu de opname-timing van de videorecorder vooruit zetten door de MENU keuzeschijf naar “+” te draaien. U kunt de opname­timing van de videorecorder ook terug zetten door de MENU keuzeschijf naar “–” te draaien. U kunt de
U
+
1.0
waarde met stappen van 0,1 seconde vanaf –1,3 t/m +1,3 instellen. Druk de MENU keuzeschijf in om de instelling af te sluiten.
Verdraai de MENU keuzeschijf, kies 1RETURN en
7
druk de keuzeschijf twee keer in. U kunt nu de willekeurige montage vanaf stap 4 op blz. 50 starten.
OPMERKINGEN:
Maak voordat u de willekeurige montage werkelijk start eerst een paar testopnamen (montages) om te controleren of de ingevoerde waarde juist is. Stel indien nodig de snelheid opnieuw in.
Afhankelijk van de videorecorder is het mogelijk dat u geen exacte correctie kunt maken.
Videorecorder
(opnamedeck)
TV
54 NE
Luidspreker
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Display
6e
Standbyfunctie voor audio-dubben
POWER schakelaar
Vergrendeltoets
Opname van ander geluidsspoor (audio-dubben)
U kunt het geluid uitsluitend vervangen van een cassette die met de 12-bits functie is opgenomen ( blz. 23).
OPMERKINGEN:
Audio-dubben is niet mogelijk met cassettes die met de 16-bits audio of de LP functie zijn opgenomen of op een leeg gedeelte van de cassette.
Maak de vereiste verbindingen voor het dubben van geluid tijdens weergave op de TV ( blz. 38).
Start de weergave van de cassette en zoek het punt
1
waar u het monteren wilt starten. Druk vervolgens op PAUSE (6).
Houd A.DUB (e) van de afstandsbediening ingedrukt
2
en druk op PAUSE (6). 6e ” wordt getoond.
Druk op PLAY (4), en spreek als gewenst in”.
3
Spreek in de microfoon.
Druk op PAUSE (6) om het dubben te pauseren.
Sruk eerst op PAUSE (6) en vervolgens op STOP (5)
4
om het audio-dubben te stoppen.
(vervolg)
Afstands­bedieningssensor
Ingangsaansluiting voor externe microfoon
Stereomicrofoon
Te vinden onder het deksel.
AV OUT (hoofdtelefoon) aansluiting
DISPLAY
A.DUB PLAY PAUSE
STOP
Om het gedubde geluid te kunnen horen bij de weergave . . .
.... dient u 12BIT MODE op SOUND 2 of MIX te
zetten via het Menuscherm ( blz. 35, 36).
OPMERKINGEN:
Audio dubben is ook mogelijk met een los verkrijgbare microfoon aangesloten via de MIC aansluiting op het Docking Station.
Tijdens het audio-dubben wordt geen geluid via de luidspreker weergegeven. Om het geluid te beluisteren dient u een los verkrijgbare hoofdtelefoon aan te sluiten op de AV OUT aansluiting.
De ingebouwde microfoon wordt automatisch uitgeschakeld indien u een los verkrijgbare aansluit.
Bij het monteren van een cassette die met 12-bits is opgenomen, zal het nieuwe geluidsspoor gescheiden van het oude geluidsspoor worden opgenomen.
Het geluid wordt mogelijk onderbroken indien u op een blanco gedeelte opneemt. Controleer dat u uitsluitend opgenomen gedeelten monteert.
Plaats de microfoon van de camcorder verder van de TV of verlaag het volume van de TV wanneer u tijdens TV­weergave een huilend of rondzingend geluid (feedback) hoort.
Indien u tijdens opname van 12-bits naar 16-bits overschakelde en later deze cassette voor audio-dubben gebruikt, zal audio-dubben niet mogelijk zijn vanaf het gedeelte waar met 16-bits werd opgenomen.
Wanneer tijdens audio-dubben een gedeelte op de band wordt bereikt dat met de LP functie of met 16-bits audio is opgenomen of een blanco stuk, zal het audio-dubben stoppen ( blz. 68).
ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER
Na gebruik
Reinigen van de camcorder
NE55
Zet de camcorder uit.
1
Schuif en houd OPEN/EJECT naar beneden in
2
de richting van de pijl en trek de afdekking van de cassettehouder open totdat deze inklikt. De cassette houder gaat automatisch open. Verwijder de cassette.
Druk op PUSH HERE om de cassettehouder te
3
sluiten.
Nadat de cassettehouder eenmaal is gesloten wordt de houder automatisch verder in het mechanisme getrokken. Wacht totdat de houder geheel in het mechanisme is getrokken alvorens het deksel van de cassettehouder te sluiten.
Verschuif op de BATT. RELEASE 1 en verwijder
4
de accu 2 3.
Cassettehouder
Verwijder.
PUSH HERE (Drukken)
OPEN/EJECT schakelaar
Maak de buitenkant schoon met een zachte doek.
1
Gebruik een met een mild schoonmaakmiddel en water bevochtigde, goed uitgewrongen doek voor het verwijderen van hardnekkige vlekken. Veeg goed droog met een droge doek.
Open de LCD-monitor. Voorzichtig afvegen met
2
een zachte doek. Wees uitermate voorzichtig zodat u de LCD-monitor niet beschadigd. Sluit daarna de LCD-monitor.
Maak de lens schoon met een blaaskwastje en
3
veeg vervolgens voorzichtig met een lenstissue.
Trek de zoeker helemaal uit.
4
Open het reinigingsklepje van de zoeker in de
5
richting van de pijl 1. Steek een blaaskwastje of een zachte doek in de opening aan de zijkant van de zoeker 2 en maak daarmee de binnenkant van de zoeker schoon.
Druk het klepje weer dicht totdat het inklikt en
6
duw de zoeker weer terug naar binnen.
OPMERKINGEN:
Gebruik nooit sterke reinigingsmiddelen, zoals benzine of alcohol.
Voor het reinigen moet de accu zijn verwijderd of de andere spanningsvoorziening zijn ontkoppeld.
Er komt mogelijk schimmel op de lens indien deze niet wordt gereinigd indien nodig.
Lees altijd de aanwijzingen die bij het product zijn geleverd goed door wanneer u een reinigingsmiddel of chemische doek gebruikt.
Klepje
Blaaskwastje
2
1
3
BATT. RELEASE schakelaar
1
2
56 NE
Raadpleeg uw JVC handelaar indien het probleem niet met de volgende aanwijzingen kan worden opgelost.
De camcorder wordt door een microcomputer bestuurd. Externe ruis en interferentie (van bijvoorbeeld een TV of radio) kunnen de werking storen. U moet in dat geval eerst de spanningsbron ontkoppelen (accu, netadapter/acculader, enz.) verwijderen: wacht even en sluit de spanningsbron weer aan en voer de vereiste handelingen opnieuw vanaf het begin uit.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
1.
1.
Geen spanning.
2.
“SET DATE/TIME!” wordt getoond.
3.
Opname is niet mogelijk.
4.
Er is geen beeld.
5.
Sommige functies zijn niet beschikbaar via MENU.
6.
Er wordt niet automatisch scherpgesteld.
7.
Cassette kan niet juist worden geplaatst.
•De spanningsbron is niet juist aangesloten.
•De accu is leeg.
•De LCD-monitor staat niet helemaal open of de zoeker is niet helemaal uitgetrokken.
2.
•De ingebouwde oplaadbare Lithium batterij voor de klok is leeg.
•De hiervoor ingestelde datum/tijd is gewist.
3.
•De wispreventie-schakelaar van de cassette staat op “SAVE” (bewaren).
•De POWER schakelaar is op “ ” of “OFF” gedrukt.
•“TAPE END” verschijnt.
•Het deksel van de cassettehouder is open.
4.
•Geen spanning naar de camcorder of een ander probleem.
5.
•De bedieningsschakelaar staat op “ ”.
6.
•De scherpstelling is op “MANUAL” gesteld.
•Het is te donker of het contrast is te zwak.
•De lens is vuil of er is condens op afgezet.
7.
•De cassette wordt verkeerd geplaatst.
•De accu is bijna leeg.
1.
•Sluit de netadapter/ acculader goed aan ( blz. 7).
•Plaats een geladen accu ( blz. 6, 7).
•Klap de LCD-monitor helemaal open of trek de zoeker helemaal uit.
2.
•Sluit de camcorder meer dan 24 uur aan op een stopcontact via de Lichtnetadapter/acculader om de oplaadbare Lithium batterij van de klok op te laden ( blz. 9).
3.
•Zet de wispreventie­schakelaar van de cassette op “REC” (opnemen) ( blz. 10).
•Zet de POWER schakelaar op “ ” ( blz. 12).
•Plaats een nieuwe cassette ( blz. 10).
•Sluit het deksel van de cassettehouder.
4.
•Schakel de spanning van de camcorder even uit en vervolgens weer in ( blz. 14).
5.
•Zet de bedieningsschakelaar op “ ” ( blz. 12).
6.
•Stel de scherpstelling op “AUTO” ( blz. 19).
•Reinig de lens en controleer de scherpstelling nogmaals ( blz. 55).
7.
•Plaats de cassette op de juiste wijze ( blz. 10).
•Plaats een geladen accu ( blz. 6, 7).
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
8.
In de 5 Seconden functie stopt de opname voor er 5 seconden om zijn.
9.
De Momentopname functie kan niet worden gebruikt.
10.
De kleur van de momentopname is vreemd.
11.
Het met de momentopnamefunctie opgenomen beeld is te donker.
12.
De digitale zoom werkt niet.
13.
Programma AE met speciale effecten en fade/ wipe-effecten werken niet.
14.
De zwart/wit fader werkt niet.
15.
De oplosfunctie werkt niet.
8.
De 5-Seconden opnamefunctie is op ANIM. ingesteld via het Menuscherm.
9.
De Squeeze (breedbeeld) functie is geselecteerd.
10.
De lichtbron die het onderwerp verlicht bestaat niet uit wit licht, of er zijn verschillende lichtbronnen achter het onderwerp.
De Sepia of Zwart-wit functie is ingeschakeld.
11.
De opname werduitgevoerd bij tegenlicht.
12.
De 10X optische zoom is ingesteld.
•“P.AE/EFFECT is op VIDEO ECHO ingesteld in het Menuscherm.
•“WIDE MODE is op PS- WIDE via het Menuscherm.
Beeld wipe of oplossen wordt voor een scène gebruikt.
13.
De bedieningsschakelaar staat op “ ”.
14.
De sepia of zwart/wit functie is geactiveerd.
15.
De sepia, zwart/wit of langzame sluiter functie van programma AE met speciale effecten is geactiveerd.
•“WIDE MODE” is opSQUEEZE of PS-WIDE
gezet via het Menuscherm.
De hiervoor gekozen functie van programma AE met speciale effecten werd veranderd na het vastleggen van de laatste scène voor het monteren.
8.
Kies 5S via het Menuscherm ( blz. 27).
9.
Annuleer de Squeeze (breedbeeld) functie ( blz. 24).
10.
Zoek een wit voorwerp op en maak de uitsnede zo dat dit ook in de opname komt ( blz. 16).
Zet de Sepia of Zwart-wit functie uit ( blz. 30).
11.
Druk op de BACKLIGHT toets ( blz. 32).
12.
Zet ZOOM op 40X of200X via het Menuscherm
( blz. 23).
Schakel de VIDEO ECHO functie uit ( blz. 17, 31).
Schakel de PS-WIDE functie uit ( blz. 24).
Wacht totdat de effecten van de beeld wipe/oplossen zijn uitgevoerd ( blz. 17,
28).
13.
Zet t de bedienings­schakelaar op “ ” ( blz. 28, 30).
14.
Schakel sepia en zwart/wit uit ( blz. 28, 30).
15.
Schakel sepia, zwart/wit of de langzame sluitertijd uit alvorens het oploseffect voor een scène te gebruiken ( blz. 28, 30).
Zet WIDE MODE opCINEMA of OFF
( blz. 24).
Controleer dat de gewenste functie van programma AE met speciale effecten is gekozen alvorens het monteren te starten ( blz. 28, 30).
NE57
VERVOLG OP VOLGENDE BLADEIJDE
58 NE
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
16.
De functies voor beeld wipe en oplossen werken niet.
17.
De beeld wipe-functie werkt niet.
18.
De overgang van scènes is niet als verwacht.
19.
De Video-echo functie werkt niet.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
16.
Het eind van de laatst gekozen te monteren scène is bereikt.
Bij het eind van de laatst gekozen te monteren scène werd de POWER schakelaar naar OFF gedrukt.
De spanning is uitgeschakeld.
17.
De langzame sluiter is geactiveerd.
•“WIDE MODE” staat niet opOFF”.
18.
Bij gebruik van Beeld Wipe/ Oplossen ( blz. 28), is er een vertraging van een fractie van een seconde tussen het voorgaande opnamestoppunt en het startpunt voor het oplossen. Dit is normaal, maar deze vertraging zal vooral opmerkbaar zijn wanneer u snel bewegende onderwerpen opneemt of de camcorder snel heen en weer beweegt (“panning”).
19.
De Beeld Wipe of oplos functie is in gebruik.
•“WIDE MODE” is opSQUEEZE of PS-WIDE
gezet via het Menuscherm.
Er is een Fade-in of Fade-out bezig.
16.
Kies de beeld wipe of oplossen voordat u de opname start. De effecten worden dan auto-matisch geactiveerd ( blz. 28).
Schakel de spanning van de camcorder niet uit nadat de in- en uitmonteerpunten zijn gekozen, daar deze punten anders worden gewist ( blz. 28).
De camcorder schakelt automatisch uit indien de opnamestandbyfunctie langer dan 5 minuten is geactiveerd. Voer derhalve nadat u de opnamestandby­functie heeft geactiveerd de volgende handelingen binnen 5 minuten uit ( blz. 28).
17.
Schakel de langzame sluitertijdfunctie uit of zet WIDE MODE OFF voor u de beeld-wipe gaat gebruiken ( blz. 24, 28,
30).
18.
————
19.
Zet WIDE MODE opCINEMA of OFF
( blz. 24).
Probeer de Video-echo functie niet te gebruiken wanneer er een Fade-in of een Fade-out bezig is ( blz. 28, 30).
(vervolg)
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
20.
De langzame sluiter is niet gekozen maar het beeld ziet er uit alsof de langzame sluiter is ingesteld.
21.
Geen stroboscoopfunctie wanneer de klassieke film of stroboscoopfunctie is geactiveerd.
22.
De witbalans kan niet worden ingesteld.
23.
Verticale strepen bij opname van een helder verlicht onderwerp.
24.
Het scherm wordt even rood of zwart indien het directe zonlicht tijdens opname op het scherm valt.
25.
Datum/tijd worden niet tijdens opname getoond.
26.
De indicators en de mededelingen verschijnen niet.
27.
Beelden op de LCD-
monitor zijn te donker of licht.
20.
Bij opname onder donkere omstandigheden wordt het toestel veel gevoeliger voor licht en krijgt het beeld een effect als van de langzame sluiter.
21.
De functie voor beeld wipe of oplossen is in gebruik.
22.
De sepia- of zwart/wit­functie is geactiveerd.
23.
Het contrast is sterk. Dit duidt niet op een defect.
24.
Dit duidt niet op een defect.
25.
•“DATE/TIME in het Menuscherm is op OFF gesteld.
Er wordt een zelfopname uitgevoerd.
26.
•“ON SCREEN” is opSIMPLE, of TIME CODE
is op OFF gezet via het Menuscherm.
27.
Bij lage temperaturen worden de beelden donkerder vanwege de karakteristieken van de LCD­monitor. De kleuren zullen nu tevens anders zijn dan opgenomen. Dit duidt niet op een defect van de camcorder.
De beelden op de LCD­monitor worden donker wanneer de fluorescerende lamp van de LCD-monitor het eind van zijn levensduur heeft bereikt. Raadpleeg uw JVC handelaar.
20.
Voor een natuurgetrouwere opname moet u GAIN UP in het Menuscherm op AGC of OFF stellen ( blz. 23).
21.
Probeer de klassieke film of stroboscoopfunctie niet te gebruiken tijdens een overgang van scènes ( blz. 28, 30).
22.
Schakel sepia of zwart/wit uit alvorens de witbalans in te stellen ( blz. 30, 33).
23.
24.
25.
Stel DATE/TIME in het Menuscherm op “ON” ( blz. 25).
Tijdens de zelfopname zal de datum/tijd niet getoond worden ( blz. 15).
26.
Zet ON SCREEN opLCD of LCD/TV en zetTIME CODE” “ON via het
Menuscherm ( blz. 25,
35).
27.
Stel de helderheid en hoek van de LCD-monitor in ( blz. 14, 15).
NE59
————
————
VERVOLG OP VOLGENDE BLADEIJDE
60 NE
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
28.
De achterkant van de LCD-monitor is heet.
29.
De indicators en kleuren van het beeld op de LCD­monitor zijn niet helder.
30.
Aanduidingen op de LCD­monitor of in de zoeker knipperen.
31.
Heldere punten op de LCD-monitor of in de zoeker.
32.
U kunt het geluid niet horen tijdens de opname.
33.
Weergave, terugspoelen, doorspoelen niet mogelijk.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
28.
De LCD-monitor wordt warm door de lamp.
29.
U drukt mogelijk op het oppervlak of de rand van de LCD-monitor.
30.
U heeft bepaalde fade/wipe­effecten, functies van Programma AE met speciale effecten, DIS en andere functies die niet tegelijk met elkaar kunnen worden gebruikt gekozen.
31.
De LCD-monitor en de zoeker bestaan uit nauwkeurig luisterende onderdelen. Het is echter mogelijk dat er zwarte of heldere punten (rood, groen of blauw) voortdurend op de LCD-monitor of in de zoeker worden getoond. Deze punten worden echter niet op de band opgenomen. Dit duidt niet op een defect van het toestel. (Effectieve beeldpunten: meer dan 99,99%)
32.
De los verkrijgbare hoofd­telefoon is niet aangesloten op de hoofdtelefoon aansluiting.
Het volume van de hoofdtelefoon aansluiting is niet goed afgeregeld. Het volume op dit moment is hetzelfde als het niveau waarop het werd ingesteld tijdens de laatste keer dat er een band werd afgespeeld.
33.
De POWER schakelaar is niet op gedrukt.
28.
Schakel de LCD-monitor even uit door deze te sluiten of druk de POWER schakelaar naar OFF en laat het toestel afkoelen.
29.
30.
31.
32.
33.
————
Lees de aanwijzingen voor
het gebruik van fade/wipe­effecten, Programma AE met speciale effecten, en DIS opnieuw ( blz. 24, 28 – 31).
————
Sluit de los verkrijgbare
hoofdtelefoon aan op de hoofdtelefoon aansluiting ( blz. 64, 65).
Stel het volume opnieuw af tijdens weergave ( blz. 34).
Druk de POWER schakelaar naar ( blz. 34).
(vervolg)
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
34.
34.
De band wordt getransporteerd maar er is geen beeld.
35.
De aanduidingen op de LCD-monitor zijn vervormd.
36.
Beelden trillen op de LCD­monitor.
37.
Tijdens weergave verschijnen er blokjes ruis, of er wordt helemaal geen beeld weergegeven en het scherm wordt blauw.
38.
De LCD-monitor, zoeker en lens zijn vuil (bijvoorbeeld vingerafdrukken).
39.
Vreemde markering verschijnt.
40.
Foutmelding (E01 E06) verschijnt.
De TV heeft AV ingangs­aansluitingen maar is niet in de VIDEO functie geschakeld.
Het deksel van de cassettehouder is open.
35.
Tijdens weergave van niet­opgenomen gedeelten, zoeken met hoge snelheid en stilbeeld-weergave zijn de aanduidingen op de LCD­monitor vervormd. Dit duidt niet op een defect.
36.
Het luidsprekervolume is te hoog.
37.
————
38.
————
39.
————
40.
De camcorder functioneert om een of andere reden niet juist. De camcorder kan in dit geval niet meer gebruikt worden.
34.
Schakel de TV in de functie of op het kanaal voor videoweergave ( blz. 38,
39).
Sluit het deksel van de cassettehouder ( blz. 10).
35.
36.
Verlaag het volume ( blz. 34).
37.
Reinig de videokoppen met een los verkrijgbare reinigingscassette ( blz. 71).
38.
Veeg schoon met een zachte doek. Voorkom beschadiging en druk niet te hard ( blz. 55).
39.
Controleer het gedeelte over aanduidingen op de LCD­monitor en in de zoeker van deze gebruiksaanwijzing ( blz. 66 – 68).
40.
Ontkoppel de spanningsbron (accu, enz.), en wacht een paar minuten zodat de aanduiding verdwijnt. Nadat de aanduiding is verdwenen kunt u de camcorder weer in gebruik nemen. Raadpleeg uw JVC handelaar indien na het twee of driemaal herhalen van de hiervoor beschreven handeling de aanduiding niet verdwijnt of direct weer terugkomt.
NE61
————
VERVOLG OP VOLGENDE BLADEIJDE
62 NE
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
41.
De laadindicator van de netadapter/acculader licht niet op.
42.
Geen beeld op de LCD­monitor.
43.
Er verschijnt een zwarte balk op de onderkant van het scherm wanneer een beeld met de printer wordt afgedrukt.
44.
Wanneer de camcorder is aangesloten via de DV aansluiting werkt de camcorder niet.
45.
De lensafdekking gaat open bij het vervoeren.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
41.
De temperatuur van de accu is zeer hoog/laag.
Laden is moeilijk bij zeer hoge/lage temperaturen.
42.
De zoeker is uitgetrokken.
De helderheid van de LCD-
monitor is niet juist ingesteld.
43.
Dit duidt niet op een defect.
44.
De DV kabel is eruitgetrokkek en er weer in gestoken terwijl de stroom was ingeschakeld.
45.
————
41.
Bescherm de accu en laad deze op bij een temperatuur tussen de 10°C en 35°C ( blz. 69).
42.
Duw de zoeker weer in.
Stel de helderheid van de
LCD-monitor juist in ( blz. 14).
Indien de monitor 180 graden omhoog is gekanteld, moet u de monitor geheel openen ( blz. 14).
43.
Gebruik DIS voor opname ( blz. 24) om dit te voorkomen.
44.
Doe de camcorder uit en weer aan en probeer het opnieuw.
45.
Stel de camcorder niet bloot aan schokken of extreme trillingen tijdens het vervoer.
Schakel de camcorder aan en weer uit. De lensafdekking zal zich sluiten.
(vervolg)
INDEX
Docking station
NE63
4
6
5
1
2
3
1 PC Aansluiting [DIGITAL STILL] .......... blz. 40
2 JLIP (Joint Level Interface Protocol) aansluiting
[onder de aansluiting-afdekking]/
Montage aansluiting (EDIT) ................. blz. 49
Sluit deze aan op een voor JLIP geschikte camcorder of videorecorder zodat u deze kunt bedienen vanaf uw computer met de meegeleverde software.
OPMERKING:
Let er op dat de camcorder aan staat terwijl u de camcorder op een PC aansluit via de JLIP aansluiting van het Docking station. Als de camcorder uit staat (als de POWER schakelaar op OFF staat of omdat het toestel automatisch is uitgeschakeld* enz.) terwijl er JLIP software gebruikt wordt, zal het onmogelijk blijken de aangesloten apparatuur vanaf de computer te bedienen. In een dergelijk geval dient u eerst de camcorder weer aan te zetten, of u kunt proberen de JLIP kabel los te halen van de JLIP aansluiting van het Docking station. Vervolgens dient u de software opnieuw te initialiseren of helemaal opnieuw op te starten. * Automatisch uitschakelen:
Als er 5 minuten voorbij gaan terwijl de camcorder in de opnamestandbyfunctie staat of gepauzeerd is, zal de camcorder zichzelf automatisch uitschakelen om stroom te sparen.
Sluit de montagekabel aan wanneer u een willekeurige montage gaat uitvoeren
................................................ 墌 blz. 48 – 53
0
7
8
9
3 Externe stereomicrofoon ingangsaansl
uiting [MIC] ........................................ blz. 54
4 Geleidepen ......................................... blz. 38
5 Schroef ............................................... blz. 38
6 Multi aansluiting
Via deze aansluiting kan het Docking station aangesloten worden op deze camcorder. Raak deze aansluiting nooit met uw vingers aan en zorg dat deze nooit in aanraking komt met harde voorwerpen; als de pennen beschadigd raken en geen goed contact meer maken wordt de aansluiting onbruikbaar.
7 S-Video uitgangsaansluiting
[S] ................................................ blz. 38, 49
8 Video uitgangsaansluiting
[VIDEO] ....................................... blz. 38, 49
9 Audio uitgangsaansluitingen
[AUDIO L/R] ................................ blz. 38, 49
0 Schroefknop ....................................... blz. 38
Bevestig de camcorder door deze met de klok mee te draaien.
64 NE
INDEX
Regelaars, aansluitingen en indicators
7
S
O
U
P
R
X
E
1
3
2
4
8
E
T
H
G
I
L
K
C
A
B
F
O
C
U
0
S
p
q
Q
w
!
5
6
@
)
# $
W
e
9
tur
y
(
i
o
& ^
%
R
*
E
Bedieningselementen
1 Opname start-/stoptoets
[START/STOP]..................................... blz. 14
2 • Motorzoomhendel [T/W] .................. blz. 17
Luidspreker/Hoofdtelefoon volume
regelaar [VOL.] ................................ blz. 34
3 • MENU keuzeschijf [+, –,
LCD monitor helderheid instelling
[+, –] ............................................... blz. 14
4
] ............. blz. 22
4 Momentopnametoets
[SNAPSHOT] ................................ blz. 16, 20
5 Accu Vergrendelschakelaar
[BATT. RELEASE] ................................... blz. 7
6 OPEN/EJECT schakelaar ...................... blz. 10
7 Weergavetoets/pauzetoets [
EXPOSURE toets .............................. blz. 32
8 Terugspoeltoets [
BACKLIGHT toets ............................ blz. 32
2
4
/6] ...... blz. 34
] ........................ 墌 blz. 34
9 Stoptoets [5] ...................................... blz. 34
0 Snel doorspoeltoets [
FOCUS toets .................................... blz. 19
3
] ................. blz. 34
! Bedieningsschakelaar [ , ] ........... blz. 12
@ POWER schakelaar
[ , , OFF] ...................... blz. 12
# Vergrendeltoets ................................... blz. 12
$ MODE keuzeschijf [ , VIDEO] ....... blz. 13
% Dioptrie-instelregelaar ........................... blz. 8
Aansluitingen
Aansluitingen ^ t/m * bevinden zich onder de aansluiting-afdekking.
^ Digitale video aansluiting
[DV OUT] (i.link*) .................. blz. 40, 41, 43
* i.Link refereert aan de IEEE1394-1995 industrie
specificatie en de uitbreidingen daarop. Het logo wordt gebruikt voor producten die conformeren aan de i.link standaard.
& • Audio/Video uitgangsaansluiting
[AV OUT] ........................................ blz. 38
Hoofdtelefoon aansluiting [ ] ......... blz. 54
* Multi aansluiting
Wanneer de camcorder op het Docking station bevestigd is, wordt deze aansluiting gebruikt.
NE65
Indicators
( Opname-indicatielampje .................... blz. 14
) POWER lampje .................................. blz. 14
Overige onderdelen
q LCD-monitor ................................ blz. 14, 15
w Accubevestiging ................................... blz. 7
e Luidspreker ......................................... blz. 34
r Camerasensor
Bedek dit gedeelte niet; de sensor voor opname is hier namelijk ingebouwd.
t Stereomicrofoon ................................. blz. 54
y Lens u Lensbeschermer
Verwijder de lensafdekking voor gebruik van een los verkrijgbaar lensfilter (in de handel verkrijgbaar).
i Afstandsbedieningssensor ................... blz. 44
o Handgreepriem .................................... blz. 8
p Zoeker .................................................. blz. 8
Q Reinigingsklepje zoeker ...................... blz. 55
W Afdekking cassettehouder ................... blz. 10
E Statiefaansluiting ................................... blz. 8
R Geleidegat .......................................... blz. 38
66 NE
INDEX
Aanduidingen op de LCD-monitor/in de zoeker tijdens opname
Aanduidingen
0 ! @ # $*%
*
1
F
.
A4U
T
2
P
O
0
S
W
x
3
4
5
O
P
T
O
H
2
6
7
.HMTOTDE
N
I
M
A
R
I
G
B
8
9
T
*
1
Verschijnt wanneer de bedieningsschakelaar op “ ” staat. ( blz. 12)
2 Laat de stand van de opnamefunctie zien.
3 Verschijnt wanneer er tegenlichtcompensatie
gebruikt wordt. ( blz. 32)
4 Verschijnt wanneer de witbalans wordt ingesteld.
5 Verschijnt wanneer de belichting wordt ingesteld.
6 Toont het gekozen Programma AE met speciale
effecten. ( blz. 30)
7 Verschijnt wanneer de beeldstabilisator (“DIS) is
geactiveerd. ( blz. 24)
8 Verschijnt wanneer de scherpstelling handmatig
wordt ingesteld. (blz. 19)
9 Laat de tijdcode zien. (blz. 18, 25) 0 Zoombereik bij benadering: Verschijnt tijdens
het zoomen. ( blz. 17)
: Verschijnt wanneer GAIN UP opAUTO staat en de sluitertijd automatisch
wordt geregeld. ( blz. 23)
! Verschijnt tijdens het zoomen.
Zoomniveau-indicator ( blz. 17)
@ Toont het gekozen fade/wipe-effect.
# Verschijnt in de Squeeze, Cinema of PS Wide
functies. ( blz. 24)
:
2
3
C
2
( blz. 13)
( blz. 33)
( blz. 32)
( blz. 28, 29)
5
*
SP
3
5
^
R
E
4
4
C
4
&
*
(
)
q
w
e
1.
1.
0
0
:
1
2
$*Toont de ingestelde opnamesnelheid (SP of LP).
%*Toont de resterende bandtijd. ( blz. 14) ^ Verschijnt bij opname van een snapshot.
& •“REC verschijnt bij het opnemen.
•“PAUSE verschijnt in de opname-
standbyfunctie. (blz. 14)
* Verschijnt wanneer de band wordt
getransporteerd. ( blz. 14)
( Verschijnt wanneer het diafragma is vergrendeld.
) Verschijnt tijdens een opname met de
zelfontspanner. ( blz. 26)
q Verschijnt wanneer de windschermfunctie is
geactiveerd om de door de wind veroorzaakte ruis te verminderen. ( blz. 25)
w 5S MODE/ANIM. MODE: Laat de 5 Seconden
opnamefunctie of de Animatie opnamefunctie zien. ( blz. 24, 27)
e BRIGHT : Toont de helderheid van de LCD-
SOUND : Toont de geluidsfunctie gedurende
monitor of de zoeker. (墌 blz. 14)
ongeveer 5 seconden na het inschakelen van de camcorder.
r Toont de datum/tijd. (blz. 9)
r
0
0
( blz. 11)
( blz. 16)
( blz. 32)
( blz. 23)
*Door via het Menuscherm “ON SCREEN SIMPLE te zetten kunt u de aanduidingen die gemarkeerd zijn met een *
van het scherm verwijderen ( blz. 25, 35).
Aanduidingen op de LCD-monitor/in de zoeker tijdens weergave
65
NE67
1
2
/
S
O
1
2
3
4
L
CBI1T0
T
U
B
L
A
N
V
O
L
U
:
:
0
6
1 Toont de geluidsfunctie. ( blz. 35, 36) 2 Toont de functie voor het opzoeken van blanco
stukken. ( blz. 37)
3 BRIGHT : Toont de helderheid van de LCD
VOLUME : Toont het volume van de luidspreker
monitor of de zoeker. ( blz. 14)
of de hoofdtelefoon. ( blz. 34)
De niveau-indicator beweegt.
4 Toont de tijdcode. (blz. 35, 36) 5 Toont de bandsnelheid. ( blz. 11)
1
N
K
M 2
D
E
0
SEARC
1.
LHP
11.2
:
4
000
0
7
6 Verschijnt wanneer de band wordt
getransporteerd.
4
: Weergave
3
: Snel doorspoelen/snel voorwaarts zoeken
2
: Snel terugspoelen/snel achterwaarts zoeken
6 : Pauze 64: Voorwaarts slow-motion 1
6 : Achterwaarts slow-motion e : Audio-dubben 6e : Audio-dubben pauze
7 Toont de datum/tijd. ( blz. 35, 36)
68 NE
Waarschuwingen
Aanduidingen Functie
CHECK TAPE’S ERASE
PROTECTION SWITCH
HEAD CLEANING
REQUIRED USE
CLEANING CASSETTE
CONDENSATION
OPERATION PAUSED
PLEASE WAIT
TAPE!
TAPE END
DIFFERENT
FORMATTED TAPE
SET DATE/TIME!
A. DUB ERROR!
A. DUB ERROR!
<CANNOT DUB
ON A LP RECORDED
TAPE>
<CANNOT DUB
ON A 16BIT
RECORDING>
<CHECK TAPE’S ERASE
PROTECTION SWITCH>
E01 — E06
UNIT IN SAFEGUARD
MODE REMOVE AND
REATTACH BATTERY
INDEX
Toont de resterende accuspanning. Accu vol Accu bijna leeg De accu-indicator knippert wanneer de accu bijna leeg is. De
spanning wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de accu is uitgeput.
Wordt getoond wanneer er geen cassette is geplaatst. ( blz. 10)
Verschijnt wanneer het wispreventielipje op “SAVE” staat maar de POWER schakelaar op “ ” staat. ( blz. 10)
Wordt getoond indien er tijdens opname stof of vuil op de koppen is. Gebruik een los verkrijgbare reinigingscassette. ( blz. 71)
Verschijnt als er condensatie is opgetreden. Wanneer deze aanduiding verschijnt, dient u tenminste 1 uur te wachten totdat de condensatie verdwenen is.
Verschijnt als er geen cassette in het toestel zit wanneer de START/STOP wordt ingedrukt terwijl de POWER schakelaar op “ ” staat en de MODE keuzeschijf op “VIDEO” of “ ”.
Wordt getoond wanneer tijdens opname of weergave het eind van de band wordt bereikt. ( blz. 15)
Wordt getoond wanneer er een cassette van een ander formaat in het toestel gedaan wordt.
Wordt getoond wanneer de datum/tijd niet is ingesteld. ( blz. 9)
Wordt getoond wanneer de ingebouwde klokbatterij (lithium) leeg is en
de instelling van de datum/tijd derhalve werd gewist. ( blz. 9)
Wordt getoond wanneer audio-dubben wordt geprobeerd op een blanco gedeelte van de band. ( blz. 54)
Wordt getoond wanneer audio-dubben wordt geprobeerd op een band die met de LP functie is opgenomen. ( blz. 54)
Wordt getoond wanneer audio-dubben wordt geprobeerd op een band die met 16-bits audio is opgenomen. ( blz. 54)
Wordt getoond wanneer er op A.DUB (e) op de afstandsbediening wordt gedrukt terwijl het wispreventielipje op “SAVE” (bewaren) staat.
De foutmelding (E01 — E06) toont wat het probleem is. De camcorder wordt automatisch uitgeschakeld nadat een foutmelding verschijnt. U moet de spanningsbron (accu, enz.) en vervolgens een paar minuten wachten zodat de aanduiding verdwijnt. Nadat de aanduiding is verdwenen kunt u de camcorder weer in gebruik nemen. Raadpleeg uw JVC handelaar indien na het uitvoeren van de hiervoor beschreven handeling de aanduiding niet verdwijnt of direct weer terugkomt.
Aanduidingen (vervolg)
( blz. 54)
VOORZORGEN
NE69
Algemene voorzorgen batterijen
Als de afstandsbediening niet werkt, ook al voert u de juiste handelingen uit, zijn de batterijen leeg. Vervang de batterijen door verse.
Gebruik deze batterijen: R03 (AAA) formaat x2 Neemt u alstublieft de volgende regels in acht bij het gebruiken van batterijen. Wanneer batterijen niet op de juiste manier worden behandeld, kunnen ze gaan lekken of zelfs ontploffen.
1. Raadpleeg blz. 44 voor het vervangen van de
batterijen.
2. Gebruik geen batterijen van een ander formaat
dan wat voorgeschreven is.
3. Controleer of de batterijen in de juiste richting in
het batterijvak zitten.
4. Gebruik geen oplaadbare batterijen.
5. Stel de batterijen niet bloot aan te hoge
temperaturen, aangezien ze hierdoor kunnen gaan lekken of zelfs ontploffen.
6. Gooi de batterijen niet in het vuur.
7. Haal de batterijen uit het toestel als u dit voor
langere tijd niet zult gebruiken om te voorkomen dat de batterijen gaan lekken, hetgeen storingen zou kunnen veroorzaken.
Accu’s
De bijgeleverde accu is een lithium-ionaccu. Lees alvorens deze accu of een los verkrijgbare accu te gebruiken de volgende voorzorgen goed door:
1. Voorkom gevaar . . .
... verbrand de accu niet. ... sluit de contactpunten niet kort. ... maak geen veranderingen en demonteer niet. ... stel de accu niet aan temperaturen boven de
60°C bloot daar de accu anders oververhit met mogelijk een ontploffing en brand tot gevolg.
... gebruik uitsluitend de gespecificeerde laders.
2. Voorkom beschadiging en verleng de levensduur . . .
... stel de accu niet aan schokken bloot. ... laad bij temperaturen op die binnen het
hieronder getoonde bereik ligt. Dit is een accu van het chemische reactie type” — lagere temperaturen vertragen het laden, en hogere temperaturen belemmeren mogelijk het volledig laden van de accu.
... bewaar de accu op een droge, koele plaats.
Door langdurige blootstelling aan hoge temperaturen wordt de accu ontladen en de levensduur verkort.
... laad één keer per jaar een accu eerst geheel op
en ontlaad dan geheel wanneer u de accu voor langere tijd opbergt.
... verwijder de accu van de lader of het toestel
wanneer u deze niet gebruikt. Sommige toestellen gebruiken namelijk ook spanning wanneer ze zijn uitgeschakeld.
OPMERKINGEN:
De accu is na het laden of gebruik warm. Dit is normaal.
Temperatuurbereik
Laden ..................................... 10°C t/m 35°C
Gebruik ................................. 0°C t/m 40°C
Opslag ................................... –10°C t/m 30°C
De oplaadtijd is gebaseerd op een kamer­temperatuur van 20°C.
Hoe lager de temperatuur, hoe langer het opladen duurt.
Contactpunten
70 NE
VOORZORGEN
(vervolg)
Cassettes
Lees de volgende voorzorgen door voor een juist gebruik en opslag van uw cassettes.
1. Tijdens gebruik . . .
... controleer dat de cassette de Mini DV
markering heeft.
... vergeet niet dat opname op een reeds
opgenomen cassette automatisch de “oude”
opname van de video- en audiosignalen wist. ... controleer dat de cassette juist wordt geplaatst. ... plaats en verwijder een cassette niet
herhaaldelijk zonder dat de band is
getransporteerd. De band komt hierdoor
namelijk los te zitten met mogelijk
beschadiging tot gevolg. ... open nooit de huls van de cassette. Er zou
anders stof of vingerafdrukken op de band
kunnen komen.
2. Bewaar cassettes . . .
... uit de buurt van de verwarming of andere
warmtebronnen. ... uit het directe zonlicht. ... op een plaats die niet aan schokken of
trillingen blootstaat. ... op een plaats die niet aan sterke magnetische
velden blootstaat (bijvoorbeeld in de buurt van
motoren, transformators of magneten). ... verticaal geplaatst en in het originele
cassettedoosje.
LCD-monitor
1. Voorkom beschadiging van de LCD-monitor en NIET . . .
... hard op de monitor drukken of aan schokken
onderhevig stellen.
... de camcorder met de LCD-monitor onder
ergens neerleggen.
2. Verleng de levensduur . . .
... en wrijf niet hard of met een ruwe doek
schoon.
3. Let op de volgende punten. Dit zijn karakteristieken van de LCD-monitor.
Bij gebruik van de camcorder wordt het
oppervlak en/of de achterkant van de LCD­monitor warm.
De oppervlakken rond de LCD-monitor worden
mogelijk warm wanneer de spanning lang is ingeschakeld.
Hoofdtoestel
1. Voor de veiligheid, NIET . . .
... de behuizing van de camcorder openen. ... het toestel demonteren of er veranderingen in
aanbrengen.
... de contactpunten van de accu kortsluiten.
Houd uit de buurt van metalen voorwerpen wanneer niet in gebruik.
... ontvlambare stoffen, water of metalen
voorwerpen in het toestel laten vallen.
... de accu verwijderen of de spanning
ontkoppelen wanneer de spanning nog is ingeschakeld.
... de accu op de camcorder bevestigd laten
wanneer niet in gebruik.
2. Vermijd gebruik van het toestel . . .
... op zeer vochtige of stoffige plaatsen. ... op plaatsen die onderhevig zijn aan roet of
stoom, bijvoorbeeld in de buurt van een gasfornuis.
... op plaatsen die onderhevig zijn aan sterke
schokken of trillingen. ... in de buurt van een TV. ... in de buurt van apparatuur die sterke
magnetische of elektrische velden opwekt
(bijvoorbeeld luidsprekers of zendantennes). ... op plaatsen die aan zeer hoge (boven 40°C) of
zeer lage (onder 0°C) temperaturen onderhevig
zijn.
3. Bewaar het toestel NIET . . .
... op plaatsen waar de temperatuur hoger is dan
50°C. ... op plaatsen met een zeer lage (onder 35%) of
hoge (boven 80%) vochtigheidsgraad. ... in het directe zonlicht. ... in de zomer in een afgesloten auto. ... in de buurt van een verwarmingselement.
4. Ter bescherming, het toestel NIET . . .
... nat laten worden. ... laten vallen of tegen harde voorwerpen stoten. ... tijdens transport onderhevig aan sterke
schokken of trillingen blootstellen. ... met de lens langdurig op een helder onderwerp
richten. ... met de lens in het directe zonlicht houden. ... aan de LCD-monitor of zoeker dragen. ... hard heen en weer slingeren met de handriem
of greep. ... in de zachte camerahoes sterk heen en weer
slingeren.
5. Vuile koppen veroorzaken mogelijk de volgende problemen:
Geen beeld tijdens weergave.
Ruis of ruisblokken tijdens weergave.
Tijdens opname wordt de waarschuwing voor
een vuile kop “ ” getoond.
Reinig vuile koppen met een in de handel verkrijgbare reinigingscassette. Plaats de reinigingscassette en start de weergave. De koppen worden mogelijk beschadigd indien u deze cassette meerdere malen achter elkaar gebruikt. De weergave wordt automatisch na ongeveer 20 seconden gestopt. Zie tevens de aanwijzingen van de kopreinigingscassette. Raadpleeg uw JVC handelaar indien na gebruik van deze reinigingscassette het probleem nog niet is opgelost. De mechanisch bewegende onderdelen voor het bewegen van de videokoppen en het transporteren van de band raken na verloop van tijd verontreinigd en verslijten op den duur. Laat voor een optimale werking en heldere beelden het toestel na ongeveer 1000 gebruiksuren nakijken. Raadpleeg uw JVC handelaar voor deze periodieke check-ups.
NE71
Meer over condensvorming . . .
Het is u misschien wel eens opgevallen dat
wanneer een koude vloeistof in een glas geschonken wordt, er zich waterdampdruppels vormen aan de buitenkant van het glas. Ditzelfde fenomeen, dat we condensatie noemen, kan op de koppen van de camcorder optreden wanneer deze van een koude naar een warme plaats wordt overgebracht, na het verwarmen van een koude kamer, in overmatig vochtige omstandigheden, of op een plek in de directe luchtstroom van een airconditioner.
Vocht op de kop, een van de meest kwetsbare onderdelen van de camcorder, kan de videoband zowel als het interne mechanisme van de camcorder beschadigen.
Ernstige problemen
Indien er iets mis is met het toestel, moet u het gebruik van de camcorder direkt staken en uw JVC handelaar raadplegen.
Deze camcorder wordt door een microcomputer bestuurd. Externe ruis en interferentie (van bijvoorbeeld een TV of radio) heeft mogelijk tot gevolg dat de camcorder niet juist functioneert. Ontkoppel in dat geval eerst de spanningsbron (accu, netadapter/lader, enz.) en wacht een paar minuten. Sluit de spanning weer aan en start de bediening als normaal.
Juiste omgang met een CD-ROM
Zorg dat er geen vuil of krassen komen op de glimmende onderkant (tegenover de labelkant). Schrijf niet op een CD-ROM en plak geen etiketten e.d. op de bovenkant of de onderkant. Als een CD­ROM vuil is, kunt u deze met een zachte does schoonvegen, vanuit het midden naar de rand.
Gebruik geen reinigingsmiddelen of antistatische spray voor conventionele grammofoonplaten.
Verbuig een CD-ROM niet en raak de glimmende onderkan niet met uw vingers aan.
Bewaar een CD-ROM niet op een warme, stoffige of vochtige plaats. Laat niet in de volle zon liggen.
72 NE
A
Aansluitingen ......................... blz. 7, 38 – 43, 49
Accu ............................................... blz. 6, 7, 69
Accu bijna leeg ....................................... blz. 68
Afstandsbediening ................................... blz. 44
Animatie ................................................. blz. 27
Audio-dubben ......................................... blz. 54
Automatische scherpstelling ..................... blz. 19
Automatisch tonen van de datum ............. 墌 blz. 25
Automatische uitschakeling ............... blz. 15, 34
B
Beeld-voor-beeld weergave................ blz. 34, 46
Beeld Wipe/Oplossen ........................ blz. 28, 29
Belichtingsregeling .................................. blz. 32
Bevestigen op een statief ............................ 墌 blz. 8
Bijgeleverde accessoires ............................ blz. 4
Breedbeeldfunctie ................................... blz. 24
C
Cinema ................................................... blz. 24
D
Datum/Tijd-display ...................... blz. 25, 35, 36
Datum/Tijd-instellingen ............................. blz. 9
Demonstratiefunctie ............................ blz. 5, 24
Diafragma ............................................... blz. 32
Diafragmavergrendeling .......................... blz. 32
Digitale zoom ................................... blz. 17, 23
DIS (Digitale Beeld Stabilisator) ................ blz. 24
Donkerder beeld op LCD-monitor ........... blz. 14
F
Fade-in/Fade-out ............................... blz. 28, 29
TERMEN
G
Geluidsfunctie ............................. blz. 23, 35, 36
Geluidssignaal/Opname-indicatielampje
H
Handmatige scherpstelling ....................... blz. 19
I
Ingebouwde Lithium batterij voor de klok ... Instellen van de afstandsbedieningscode
voor de videorecorder ........................... blz. 48
Instellen van de dioptrie ............................. blz. 8
Instellen van de handgreep ........................ blz. 8
J
Journalistenopname ................................. blz. 15
K
Kanalen (Links/Rechts) ............................. blz. 36
Klassieke film .......................................... blz. 31
Kopiëren van een cassette ................ blz. 42 – 43
L
LCD-monitor/zoekeraanduidingen ... blz. 66 – 68
Langzame sluiter ..................................... blz. 31
Lichter beeld op LCD-monitor ................. blz. 14
Lichtversterking ....................................... blz. 23
Luidspreker-volume ................................. blz. 34
M
Menuscherm, CAMERA MENU ................ blz. 23
Menuscherm, DISPLAY MENU .......... blz. 25, 35
Menuscherm, MANUAL MENU ......... blz. 24, 25
Menuscherm, VIDEO MENU ................... blz. 35
Momentopname ...................................... blz. 16
Momentopname functie ........................... blz. 16
Motordrive-functie ................................... blz. 16
... blz. 23
blz. 9
N
Netadapter/lader .................................... blz. 6, 7
O
Opladen van de accu ................................ blz. 6
Opnamefunctie ....................................... blz. 11
Opnamestandbyfunctie ............................ blz. 14
Opzoeken blanco stukken ....................... blz. 37
P
Pictogrammen ................................. blz. 23 – 25
Plaatsen van een cassette ......................... blz. 10
Printer ..................................................... blz. 41
Programma AE met speciale effecten ........ blz. 30
Progressieve breedbeeldfunctie ................ blz. 24
Progressieve opnamefunctie ............... blz. 20, 21
R
Reinigen van de camcorder ..................... blz. 55
S
Schemerlicht ........................................... blz. 31
Sepia ....................................................... 墌 blz. 31
Slow-motion weergave ............................ blz. 46
Sluitertijd ................................................. blz. 31
Snel doorspoelen van de band ................. blz. 34
Snelzoeken .. ........................................... blz. 34
Squeeze .................................................. blz. 24
Stand bedieningsschakelaar ..................... blz. 12
Stand MODE keuzeschijf ......................... blz. 13
Stand POWER schakelaar ........................ blz. 12
Stilbeeldweergave ................................... blz. 34
Stroboscoop ............................................ blz. 31
NE73
T
Technische gegevens ......................... blz. 74, 75
Tegenlichtcompensatie ............................ blz. 32
Telemacro ............................................... blz. 24
Terugspoelen van de band ....................... blz. 34
Tijdcode ................................ blz. 18, 25, 35, 36
V
Verwijderen van een cassette ................... blz. 10
Video-echo.............................................. blz. 31
5 Seconden opnamefunctie ..................... blz. 27
W
Weergave speciale effecten ...................... blz. 47
Willekeurige montage van
meerdere scènes ........................... blz. 48 – 53
Windscherm ............................................ blz. 25
Wipe-in/Wipe-out.............................. blz. 28, 29
Wisprotectie ............................................ blz. 10
Witbalans ................................................ blz. 33
Z
Zelfontspanner ........................................ blz. 26
Zelfopname ............................................. blz. 15
Zoomen .................................................. blz. 17
Zoomen tijdens weergave ........................ blz. 46
Zwart/wit ................................................. blz. 31
74 NE
TECHNISCHE GEGEVENS
Camcorder
Algemeen
Spanningsbron : 6,3 V gelijkstroom (Met de Lichtnetadapter/acculader)
Stroomverbruik
LCD-monitor uitgeschakeld, zoeker ingeschakeld : Ongeveer 4,4 W
LCD-monitor ingeschakeld, zoeker uitgeschakeld : Ongeveer 5,2 W
Afmetingen (B x H x D) : 51 mm x 125 mm x 97 mm
Gewicht : Ongeveer 505 g (zonder cassette en accu)
Bedrijfstemperatuur :0°C t/m 40°C Bedrijfsvochtigheid : 35% t/m 80% Opslagtemperatuur : –20°C t/m 50°C Pickup : 1/4" CCD (Progressive Scan) Lens : F1,8, f = 3,8 mm t/m 38 mm, 10:1 motorzoomlens Filterdiameter : ø27 mm LCD-monitor : 2,5" diagonaal gemeten, LCD paneel/TFT actief matrix systeem Zoeker : Elektronische zoeker met 0,44" kleuren-LCD Luidspreker : Mono
Betreffende de digitale videocamera
Formaat : DV formaat (SD functie) Signaalformaat : PAL standaard Opname-/weergave-formaat : Video: Digitale componenten opname
Cassette : MINI DV cassette Bandsnelheid : SP: 18,8 mm/sec.
Maximale opnametijd : SP: 80 min. (bij gebruik van een 80 min. cassette) LP: 120 min.
7,2 V gelijkstroom (Met de accu)
(Met de LCD-monitor dicht en de zoeker helemaal ingeduwd)
Ongeveer 580 g (met cassette en accu)
: Audio: PCM digitale opname, 32 kHz 4-kanalen (12-bits),
48 kHz 2-kanalen (16-bits)
LP: 12,5 mm/sec.
Betreffende aansluitingen
Video uitgangsaansluiting : 1 V(p-p), 75 Ohm, analoog Audio uitgangsaansluiting : 300 mV (rms), 1 kiloOhm, analoog, stereo DV aansluiting : 4-pens, voldoet aan IEEE 1394 Hoofdtelefoon uitgangsaansluiting : diameter 3,5 mm, stereo
NE75
Lichtnetadapter/Acculader AA-V51EG
Spanningsvereisten : 110 V tot 240 V wisselstroom, 50 Hz/60 Hz Stroomverbruik : 23 W Uitgang
Opladen : 7,2 V gelijkspanning; 0,77 A
VTR : 6,3 V gelijkspanning; 1,8 A Afmetingen (B x H x D) : 68 mm x 45 mm x 110 mm Gewicht : Ongeveer 255 g
Docking station CU-V503E
Algemeen
Afmetingen (B x H x D) : 55 mm x 36 mm x 107 mm Gewicht : Ongeveer 89,9 g
Aansluitingen
S-Video uitgang : Y : 1 V (p-p), 75 Ohm, analoog
Video uitgangsaansluiting : 1 V (p-p), 75 Ohm, analoog Audio uitgangsaansluiting : 300 mV (rms), 1 kiloOhm, analoog, stereo JLIP (EDIT) : ø3,5 mm, 4-pens, mini-kop contrastekker (compatibel met
PC (DIGITAL STILL) : ø2,5 mm, 3 pens Externe microfoon ingang : 506 microV (rms), hoge impedantie ongebalanceerd, diameter
C : 0,29 V (p-p), 75 Ohm, analoog
RC-5325 stekker)
3,5 mm (stereo)
Technische gegevens zijn gebaseerd op de SP functie tenzij anders aangegeven. Ontwerp en technische gegevens zijn zonder voorafgaande kennisgeving wijzigbaar.
COPYRIGHT© 2000 VICTOR COMPANY OF JAPAN, LTD.
Gedrukt in Japan 0700FOV*UN*VP
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
DU
GR-DVX8
EG
Loading...