Indesit WIXL 12 User Manual [de]

Instructies voor het gebruik
WASMACHINE
NL
Nederlands,1
DE
Deutsch,37
WIXL 12
F
Français,13
GB
English,25
Inhoud
NL
Installatie, 2-3
Uitpakken en waterpas zetten Water- en elektrische aansluiting Eerste wasprogramma Technische gegevens
Beschrijving van de wasmachine, 4-5
Bedieningspaneel Controlelampjes
Start en programma's, 6
In het kort: een programma starten Tabel van de programma's
Persoonlijk instellen, 7
Instellen van de temperatuur Functies
Wasmiddel en wasgoed, 8
Wasmiddellaatje Prepareren van het wasgoed Speciale stukken
Voorzorgsmaatregelen en raadgevingen, 9
Algemene veiligheid Het afvoeren Bezuiniging en bescherming van het milieu
Onderhoud, 10
Afsluiten van water en stroom Schoonmaken van de wasmachine Het wasmiddellaatje schoonmaken Reinigen van deur en trommel Reinigen van de pomp Controleer de slang van de watertoevoer
Storingen en oplossingen, 11
Service, 12
Voordat u er de installateur bijhaalt
1
Installatie
NL
Het is belangrijk dit boekje te bewaren zodat u het
kunt raadplegen wanneer u maar wilt. In het geval dat u de machine verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij de machine blijven zodat de nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevingen kan leren kennen.
Lees de instructies met aandacht: u vindt er belang-
rijke informatie betreffende het installeren, gebruik en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. Pak de wasmachine uit.
2. Controleer of de wasmachine geen schade heeft geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen met de handelaar.
3. Verwijder de 3 transportbouten met de rubberen ring en bijbe­horende afstandstukken die zich aan de achter­kant bevinden (zie
afbeelding).
4. Sluit de gaten af met de bijgeleverde plastic doppen.
5. Bewaar alle stukken: mocht de wasmachine ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht.
Een correcte waterpas geeft de machine stabiliteit en vermijdt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen gedurende het functioneren van de machine. In het geval van vaste vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie.
Water- en elektrische aansluiting
Aansluiting van de watertoevoerslang
1. Plaats de pakking A op het uiteinde van de waterslang en schroef hem op een koud-
A
waterkraan met een mondstuk met schroef­draad van 3/4 gas (zie afbeelding). Voordat u hem aansluit moet u het water laten lopen totdat het helder is.
2. Verbind de slang aan de wasmachine door hem op de betreffende watertoevoer aan te schroeven, rechtsboven aan de achterkant (zie afbeelding).
Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor
kinderen.
Waterpassen
1. Installeer de wasmachine op een rechte en stevige vloer en laat hem niet leunen tegen een muur, meubel of dergelijken.
2. Als de vloer niet perfect horizontaal is kunt u de onregelmatigheid opheffen door de stelvoetjes aan de voorkant in- of uit te schroeven (zie afbeelding); de hoek, gemeten ten opzichte van de aanrecht, mag de 2° niet overschrij­den.
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de slang zijn.
De waterdruk van de kraan moet binnen de
waarden van de tabel Technische Gegevens liggen (zie bladzijde hiernaast).
Als de slang niet lang genoeg is moet u zich wenden
tot een gespecialiseerde handelaar of een bevoegde installateur.
Nooit reeds eerder gebruikte slangen gebruiken.
2
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis, zonder hem te buigen, aan een afvoerleiding of aan een afvoer in de muur tussen 65 en 100 cm van de
65 - 100 cm
grond af;
Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
NL
Het snoer mag niet in bochten of geknikt liggen.
De voedingskabel mag alleen door een bevoegde
installateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant is niet aansprakelijk wanneer deze normen niet gerespecteerd zijn.
Eerste wasprogramma
of hang hem op de rand van een wasbak of bad, en bind de bijgeleverde leiding aan de kraan (zie afbeelding). Het uiteinde van de afvoer­slang mag niet onder water hangen.
Gebruik geen verlengstuk voor de slang ; indien dit
niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnee hebben als de originele slang en hij mag niet langer zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich ervan verzekeren dat:  het stopcontact geaard is en voldoet aan de gel-
dende normen;
 het stopcontact het maximum vermogen van de
machine kan verdragen, zoals aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
 het voltage correspondeert met de waarden die zijn
aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
 het stopcontact geschikt is voor de stekker van de
machine. Indien dit niet zo is moet de stekker of het stopcontact vervangen worden.
De wasmachine mag niet buiten worden geinstalleerd,
ook niet op een plaats die beschut is, aangezien het gevaarlijk is hem aan regen en onweer bloot te stellen.
Als de wasmachine is geinstalleerd moet het stop-
contact gemakkelijk te bereiken zijn.
Voordat u de machine gaat gebruiken moet u hem een wascycle laten uitvoeren met wasmiddel maar zonder wasgoed, met het programma van 90° zonder voor­wassen.
Technische gegevens
Model
Afmetingen
Vermo ge n
Elektrische
aansluitingen
Aansluiting waterleiding
Snelheid
centrifuge
Controle-program­ma's volgens de norm EN 60456
WIXL 12
breedte cm 59,5 hoogte cm 85 diepte cm 52,5
van 1 tot 6 kg
zie het typeplaatje met de technische eigenschappen dat op het apparaat is bevestigd
max. druk 1 MPa (10 bar) min. druk 0,05 MPa (0,5 bar) Inhoud trommel 46 liters
tot 1200 toeren per minuut
programma 2; temperatuur 60°C; uitgevoerd met 6 kg lading.
Deze apparatuur voldoet aan de volgende EEC voorschriften:
-73/23/EEC van 19/02/73 (Laagspanning) en successievelijke modificaties
-89/336/EEC van 03/05/89 (Elektromagnetische compatiabiliteit) en successievelijke modificaties
- 2002/96/CE
3
Beschrijving van de wasmachine
NL
Bedieningspaneel
Controlelampjes
Wasmiddellaatje
Wasmiddellaatje: voor wasmiddel en verdere
toevoegingen (zie blz. 8).
Controlelampjes: voor het volgen van het verloop van het wasprogramma. Als de functie Delay Timer is ingesteld, wordt de resterende tijd aangegeven tot het starten van het programma (zie blz. 5).
FUNCTIE knoppen: voor het kiezen van de func­ties. De knop van de gekozen functie blijft verlicht.
TEMPERATUUR knop: voor het instellen van de temperatuur of koud wassen (zie blz. 7).
FUNCTIE
knoppen
Controlelampje
GEBLOKKEERD
START/RESET
knop
TEMPERATUUR
knop
START/RESET knop: voor het starten van de programma's of voor het annuleren als u per onge­luk verkeerd heeft ingesteld.
Controlelampje AAN/DEUR GEBLOKKEERD: geeft aan of de wasmachine aan is en of de deur geopend kan worden (zie blz. 5).
AAN/UIT knop: voor het in- en uitschakelen van de wasmachine.
PROGRAMMA knop: voor het kiezen van de programma's. Gedurende het programma blijft de knop stilstaan.
AAN/DEUR
AAN/UIT
knop
PROGRAMMA
knop
4
Controlelampjes
De controlelampjes geven belangrijke informatie. Ze geven aan:
Uitgestelde start ingesteld:
Als de functie Delay Timer is geactiveerd (zie blz. 7), nadat het programma is gestart, gaat het controle­lampje dat bij de uitgestelde start hoort knipperen:
Fase die bezig is:
Gedurende het verloop van het wasprogramma gaan de controlelampjes een voor een aan om aan te tonen met welk programmaonderdeel de machin bezig is:
Voorwas
Was
Spoelen
Centrifugeren
N.B.: gedurende het afpompen gaat het controle­lampje dat bij de fase Centrifugeren hoort branden.
NL
Naar gelang de terugloop van de tijd wordt , met het knipperen van het betreffende controlelampje de resterende tijd aangegeven:
Als de gekozen wachttijd is afgelopen gaat het knipperende controlelampje uit en begint het inge­stelde programma te lopen.
Funtie-knoppen
De FUNCTIE-KNOPPEN dienen ook als controle­lampjes. Als u een functie kiest wordt de bijbehorende knop verlicht. Als de gekozen functie niet bij het ingestelde programma hoort gaat de knop knipperen en de functie wordt niet geactiveerd. Als een functie wordt ingesteld die niet past bij een andere eerder ingestelde functie, dan blijft alleen de laatste keuze actief.
Controlelampje AAN/DEUR GEBLOKKEERD:
Als het controlelampje brandt dan betekent dit dat de deur geblokkeerd is. Dit om te voorkomen dat hij per ongeluk geopend zou worden; om schade te voorkomen moet u wachten tot het controlelampje knippert. Dan pas kunt u de deur opentrekken.
Als het controlelampje van AAN/DEUR GEBLOKKEERD snel knippert tegelijkertijd met minstens één ander
controlelampje dan betekent dit dat er een storing is (zie blz. 11).
5
Start en Programma's
NL
In het kort: een programma starten
1. Schakel de wasmachine in met de knop . Alle controlelampjes branden gedurende enkele secon­den, gaan vervolgens uit en het controlelampje AAN/DEUR GEBLOKKEERD gaat knipperen.
2. Laad het wasgoed in en sluit de deur.
3. Stel het gewenste programma in met de knop PROGRAMMA'S.
4. Stel de wastemperatuur in (zie blz. 7).
5. Giet het wasmiddel en verdere toevoegingen in het laatje (zie blz. 8).
6. Start het programma met de START/RESET knop. Voor het annuleren houdt u de START/RESET knop minstens 2 seconden ingedrukt.
7. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje AAN/DEUR GEBLOKKEERD knippe­ren hetgeen betekent dat de deur geopend kan worden. Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier staan zodat de trommel kan drogen. Schakel de wasmachine uit met de knop
Tabel van de programma's
Soort stof en vu il
Program ­ma's
Te m p e ­ratuur
Wasmidd el
voor-
Hoof-
was
dwas
Wasverz-
achter
Standaard
Katoen:
(lakens, tafellakens enz.)
Katoen:
(lakens, tafellakens enz.)
Katoen:
wasgoed
Katoen:
fijne w as
Katoen:
fijn g ek leurd w as goed (overhem den, truien enz.)
Synthetisch:
stoffen (bab ygoed enz.)
Synthetisch:
stoffen (bab ygoed enz.)
Synthetisch:
(ieder s o o rt w ein ig vuil was g o ed )
wol
Speciaal fijne stoffen (gordijnen , zijde, visco s e en z.)
Zeer vuile witte was
Zeer vuile witte was
Zeer vuil wit en gekleurd
Zeer vuile witte en gekleurde
W ein ig vuil w it wasgoed en
Zeer vuile kleurvaste
Zeer vuile kleurvaste
Licht gekleurde stoffen
1
2
2
2
3
4
4
5
6
7
90°C
90°C
60°C
40°C
40°C
60°C
40°C
40°C
40°C
30°C
Tim e 4 U
Katoen:
wasgoed
Katoen:
fijn g ek leurd w as goed (overhem den, truien enz.)
Synthetisch:
(ieder s o o rt w ein ig vuil was g o ed )
Synthetisch:
(ieder s o o rt w ein ig vuil was g o ed )
Zeer vuil wit en gekleurd
W ein ig vuil w it wasgoed en
Licht gekleurde stoffen
Licht gekleurde stoffen
10
11
8
9
60°C
40°C
°C
40
30°C 30

Sport
Sportschoenen (MAX. 2 paar.)
Stoffen voor sportkleding (jogginpakken, shorts enz.)
PROGRAMMA ONDERDELEN
Spoelen Spoelin gen en cen trifu g e Centrifuge Afpompen Afpompen
ren
12
13
30
°C
30°C 60
 50
Duur van het wasp rogra­mma (min.)
180
165
150
105
70
75
60
60
50
45
60
50
40
Beschrijving wasprogramma
Voorwas, hoofdwas, spoelingen, tussen - en eindcen trifuge
oofdwas, spoelingen,
H
tussen - en eindcentrifuge
oofdwas, spoelingen,
H
tussen - en eindcentrifuge
oofdwas, spoelingen,
H
tussen - en eindcentrifuge
oofdwas, spoelingen,
H
tussen - en eindcentrifuge
Hoo fd w as, s poelin g en, kreukvrij o f delicate centrifuge
Hoo fd w as, s poelin g en, kreukvrij o f delicate centrifuge
Hoo fd w as, s poelin g en, kreukvrij o f delicate centrifuge
Hoo fd w as, s poelin g en en d elicate centrifuge
Hoo fd w as, s poelin g en, kreukvrij o f
afpompen
Hoofdwas, spoelingen, tussen- en eindcen trifuge.
Hoofdwas, spoelingen, tussen- en eindcen trifuge.
Hoofdwas, spoelingen en delicate centrifuge
Hoofdwas, centrifuge
Koude was (zonder wasmiddel),
wassen, spoelen en delicate
centrifuge Hoo fd w as, s poelin g en, tussen -en
eindcen trifuge
Afpom pen en centrifuge
spoelingen en delicate
.
Note
-Bij de programma´s 8 - 9 is het beter de machine met niet meer dan 3,5 kg wasgoed te beladen.
-Bij programma 13 raden wij aan een lading van niet meer dan 2 kg te wassen.
-Kijk voor de beschrijving van kreukvrij: Zie Minder Strijken, bladzijde hiernaast. De gevens in de tabel hebben een indicatieve waarde.
Speciaal programma
Dagelijkse was (programma 11 voor synthetische stoffen) is bedoeld voor het snel wassen van kledingstukken die weinig vuil zijn: het duurt slechts 30 minuten en bespaart dus elektriciteit en tijd. Met programma (11 met 30 °C) kunt u verschillende soorten stoffen tesamen wassen (behalve zijde en wol) met een lading van max. 3 kg.
Het beste is om hierbij vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
6
Persoonlijk instellen
C
Instellen van de temperatuur
Door aan de TEMPERATUUR-knop te draaien stelt u de temperatuur van het wassen in (zie Tabel van de pro­gramma's op blz. 6). De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud (
Functies
De verschillende functies van de wasmachine zorgen voor een heldere en witte was zoals door u gewenst. Voor het activeren van de functies:
1. druk op de knop die bij de gewenste functie hoort, volgens de hiervolgende tabel;
2. het oplichten van de betreffende knop geeft aan dat de functie actief is.
N.B.: Snel knipperen van de knop geeft aan dat de bijbehorende functie van het ingestelde programma niet gekozen kan worden.
).
NL
Functies Effect Notities voor het gebruik
Druk meerdere malen op de knop totdat het controlelampje dat bij de gewenste uitgestelde start hoort verlicht wordt. Bij de vijfde druk op de knop wordt de functie gedeactiveerd. N.B.: Als de Start/Reset knop eenmaal ingedrukt is dan kan de uitgestelde tijd alleen verkort worden.
Door deze functie in te stellen worden de programma's 4, 5, 7 onderbroken, ( wasgoed blijft in water= spoelstop) (Kreukvrij), en het controlelampje van de fase Spoelen gaat knipperen:
- voor het afmaken van de cycle drukt u op de START/RESET knop
- voor alleen waterafvoer zet u de knop op het symbool en drukt u op de START/RESET knop.
Aangeraden voor volle lading wasgoed of met extra veel wasmiddel.
Delay T imer
Minder st rijken
Extr a Spoeling
12 00 60 0
Stelt de start van de machine uit tot aan 9 uren.
Vermindert het kreuken van de stoffen en vergemakkelijkt het strijken.
Vermeerdert het resultaat van het spoelen.
Vermindert de snelheid van de centrifuge.
Actief bij de program ma's:
Allen
3, 4, 5, 7, 8, 9, 10, Spoelen.
1, 2, 3, 4, 5, 8, 9, 10, 12, 13, Spoelen.
Alle programma's behalve 7 en afpompen.
Note: Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel voortdurend te laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan de was­snelheid. Als na herhaaldelijke pogingen, de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, dan zal de wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid uitvoeren dan was voorzien. Als de lading zeer uit balans is, zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. De herhaaldelijke balanceerpogingen kunnen de totale duur van de cyclus verlengen tot aan maximaal 10 minuten.
7
Wasmiddel en wasgoed
NL
Wasmiddellaatje
Een goed resultaat van de was hangt ook af van een juiste dosis wasmiddel: te veel maakt het wassen niet beter en blijft in het wasgoed hangen terwijl het slecht is voor het milieu.
Trek het laatje naar voren en giet het wasmiddel en/of de verdere toevoe­gingen erin als volgt.
3
2
1
bakje 1: voorwasmiddel (poeder) bakje 2: wasmiddel (poeder of vloeibaar)
Het vloeibare wasmiddel wordt erin gegoten vlak voor de start.
bakje 3: toevoegingen (wasverzachter enz.)
De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen.
 Gebruik nooit middelen voor handwas aangezien
die te veel schuim vormen.
Speciale stukken
Gordijnen: vouw de gordijnen nauwkeurig en doe
ze in een kussensloop of net. Was ze apart zonder ooit de halve lading te overschrijden. Gebruik pro­gramma 7 dat automatisch de centrifuge uitsluit.
Donzen dekbedden en met dons gevulde windjacks: als de vulling uit ganzenveren of eenden-
dons bestaat kunt u ze wassen in de wasmachine. Keer de stukken binnenste buiten en ga niet boven een max. lading van 2-3 kg; herhaal de spoeling een of twee keer en gebruik de delicate centrifuge. Wol: Gebruik voor de beste resultaten een wasmid­del dat speciaal voor wol is bestemd en laad niet meer dan 1,5 kg wollen goed in de machine.
Prepareren van het wasgoed
 Verdeel het wasgoed volgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid gekleurd goed van de witte was.  Maak de zakken leeg en controleer de knopen.  Ga niet boven het aangegeven gewicht, berekend
voor droog wasgoed: stevige stoffen: max 6 kg synthetische stoffen max 2,5 kg fijne stoffen max 2 kg Wol: max 1,5 kg
Hoeveel weegt het wasgoed?
1 laken 400-500 gr. 1 sloop 150-200 gr. 1 tafelkleed 400-500 gr. 1 badjas 900-1200 gr. 1 handdoek 150-200 gr.
8
Voorzorgsmaatregelen en raadgevingen
De wasmachine is ontworpen en geproduceerd
volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen worden voor uw eigen veiligheid gege­ven en zij moeten met aandacht worden gelezen.
Algemene veiligheid
 Dit apparaat is gemaakt voor huishoudelijk ge-
bruik, niet-professioneel, en zijn functies mogen niet veranderd worden.
 De wasmachine mag alleen door volwassen
personen en volgens de instructies in dit boekje worden gebruikt.
 Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent
of met natte of vochtige handen of voeten.
 Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcon-
tact, maar altijd door de stekker aan te pakken.
 Open het wasmiddellaatje niet terwijl de machine
in werking is.
 Raak het afvoerwater niet aan aangezien het
nogal warm kan zijn.
 Forceer nooit de deur: het veiligheidsmechanisme,
dat tegen per ongeluk openen beschermt, kan beschadigd worden.
 Probeer in geval van storingen nooit zelf interne
mechanismen van de machine te repareren.
 Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de
machine komen als deze in werking is.
 De glazen deur kan heet worden.  Als de machine verplaatst moet worden doe dit dan
met twee of drie personen en met grote voorzichtig­heid. Nooit alleen want de machine is zwaar.
 Voordat u het wasgoed in de machine laadt,
controleer dat hij leeg is.
Het afvoeren
 Het afvoeren van het verpakkingsmateriaal:
houd u zich aan de plaatselijke normen zodat het materiaal gerecycled kan worden.
 De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernieti
ging van Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat oude huishoudelijke electrische appa raten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optima liseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het product van de "afvalcontainer met een kruis erdoor" herinnert u aan uw verplichting, dat
wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld. Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat.
Bezuiniging en bescherming van het milieu
Maximale reiniging
Als er weinig water door de glazen deur te zien is komt dat doordat met de nieuwe Indesit technologie minder dan de helft water voldoende is voor maxi­mum reinheid van de was: een doel dat is bereikt ten gunste van de milieu-bescherming.
Bezuinigen op wasmiddel, water, energie en tijd
 Teneinde geen energiebronnen te verkwisten
moet de machine altijd met maximum lading worden gebruikt. U spaart 50% energie met een volle lading i.p.v. twee half volle ladingen.
 Voorwassen is alleen nodig voor erg vuil wasgoed.
Door dit te vermijden bespaart u wasmiddel, tijd, water en ongeveer 5 tot 15% energie.
 Door vlekken met een ontvlekkingsmiddel te
behandelen of in de week te zetten kunt u met minder hoge temperaturen wassen. Een pro­gramma op 60°C in plaats van op 90°C of op 40°C in plaats van 60°C zorgt voor een besparing van 50% aan energie.
 Doseer het wasmiddel op basis van de hardheid
van het water, de vuilheidsgraad en de hoeveel­heid wasgoed, zo vermijd u onnodig energie­verbruik en beschermt u het milieu. ook al zijn de wasmiddelen biologisch afbreekbaar, toch bevat­ten ze elementen die het evenwicht in de natuur verstoren. Bovendien moet u zoveel mogelijk wasverzachters vermijden.
Door zoveel mogelijk te wassen met goedkope
stroomtarieven (s´nachts) werkt u mee aan het reduceren van de belasting van de elektrische centrale. De optie Delay Timer (zie blz. 7) is van groot belang voor de uitvoering van het wasprogramma gedurende de nacht.
 Als u na het wassen het wasgoed in een dryer
wilt drogen, kunt u een hoge snelheid centrifuge kiezen. Weinig water in het wasgoed spaart tijd en energie bij het droogprogramma.
NL
9
Onderhoud
NL
Afsluiten van water en stroom
 Doe de kraan dicht na iedere wasbeurt. Hiermee
reduceert u de kans op lekkage.
 Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasma-
chine gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkzaamheden.
Schoonmaken van de wasmachine
De buitenkant en de rubber onderdelen kunnen met een spons en lauw sopje worden schoongemaakt. Nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen gebruiken!
Het wasmiddellaatje schoonmaken
Verwijder het laatje door het op te lichten en naar voren te trekken (zie afbeelding). Was het onder stro­mend water: dit moet u regelmatig doen.
Reinigen van de pomp
De wasmachine is voorzien van een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te worden schoongemaakt. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (geldstukken, knopen) in het voorvakje terecht komen dat de pomp beschermt en zich aan de onderkant bevindt.
Verzeker u ervan dat het wasprogramma klaar is
en trek de stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het paneel:
1. verwijder het paneel­tje aan de voorkant van de wasmachine met behulp van een schroevendraaier (zie afbeelding);
2. draai de deksel eraf, tegen de klok in draaiend (zie afbeelding): het is normaal dat er een beetje water uit komt;
Reinigen van deur en trommel
 Laat de deur altijd op een kier staan om muffe lucht
te vermijden.
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef de deksel er weer op;
5. monteer het paneeltje weer, met de haakjes in de betreffende openingen voordat u het paneeltje tegen de machine aan drukt.
Controleer de slang van de watertoevoer
Controleer minstens eens per jaar de slang van de watertoevoer. Als er barstjes in zitten moet hij vervan­gen worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts scheurtjes veroorzaken.
Nooit reeds eerder gebruikte slangen gebruiken.
10
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de machine niet werkt. Voordat u de installateur opbelt (zie blz. 12), controleert u of het een storing betreft die gemakkelijk te verhelpen is met behulp van de volgende lijst.
NL
Storingen:
De wasmachine gaat niet aan.
Het wasprogramma start niet.
De wasmachine neemt geen water.
De wasmachine blijft water aan- en afvoeren.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
 De stekker is niet in het stopcontact of niet ver genoeg ingestoken
om contact te maken.
 Er is geen stroom.
 De deur is niet goed dicht.  De knop  De START/RESET knop is niet ingedrukt.  De waterkraan is niet open.  Uitgestelde start is ingesteld (Delay Timer, zie blz. 7).
 De watertoevoerslang is niet aangesloten aan de kraan.  De slang ligt gekneld.  De kraan is niet open.  In huis mankeert het water.  Er is geen voldoende druk.  De START/RESET knop is niet ingedrukt.
 De afvoerslang is niet geinstalleerd op 65 tot 100 cm afstand van de
grond (zie blz. 3).  Het uiteinde van de afvoerslang ligt onder water (zie blz. 3).  De afvoer in de muur heeft geen ontluchting. Als na deze controle het probleem niet is opgelost, doet u de water­kraan dicht, de machine uit en belt u de installateur. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een probleem met het hevelen voordoen, waarbij de machine voortdurend water aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen bestaan er speciale in de handel verkrijgbare ventielen.
is niet ingedrukt.
De wasmachine pompt het water niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het centirfugeren.
De wasmachine lekt.
Het controlelampje AAN/DEUR GEBLOKKEERD knippert snel tegelijkertijd met minstens één ander controlelampje.
Er ontstaat teveel schuim.
 Het programma voorziet niet in afvoer: bij enkele programma's
moet dit met de hand worden gestart (zie blz. 6).  De optie 'Minder strijken' is actief: voor het afmaken van het
programma drukt u op de START/RESET knop (zie blz. 7).  De afvoerslang ligt gekneld (zie blz. 3).  De afvoerleiding is verstopt.
 De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze ontgrendeld (zie blz. 2).  De wasmachine staat niet recht (zie blz. 2).  De wasmachine staat te nauw tussen meubel en muur (zie blz. 2).
 De slang van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie blz. 2).  Het wasmiddellaatje is verstopt (voor schoonmaken zie blz. 10).  De afvoerslang is niet goed bevestigd (zie blz. 3).
 Doe de automaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht
circa 1 minuut en doe hem weer aan.
Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen.
 Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasmachines (er moet "voor
wasmachine", "handwas en wasmachine", of dergelijke op staan).  De dosering is te veel.
11
Service
NL
Voordat u er de installateur bijhaalt:
Kijk eerst even of u het probleem zelf kunt oplossen (zie blz. 11);  Start het programma om te controleren of de storing is verholpen;Is dit niet het geval dan neemt u contact op met de bevoegde dichtsbijzijnde Technische Dienst via
het telefoonnummer dat op het garantiebewijs/gebruiksaanwijzing staat.
Nooit een niet-bevoegde installateur erbij halen.
Vermeld:
 het soort storing;  het model van de machine (Mod.);  het serienummer (S/N). Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasmachine.
12
Mode d'emploi
LAVE-LINGE
F
Français
WIXL 12
Sommaire
F
Installation, 14-15
Déballage et mise à niveau Raccordements hydrauliques et électriques Premier cycle de lavage Caractéristiques techniques
Description du lave-linge, 16-17
Bandeau de commandes Voyants
Mise en marche et Programmes, 18
En bref: démarrage d'un programme Tableau des programmes
Personnalisations, 19
Sélection de la température Fonctions
Produits lessiviels et linge, 20
Tiroir à produits lessiviels Triage du linge Pièces de linge particulières
Précautions et conseils, 21
Sécurité générale Mise au rebut Economies et respect de l'environnement
Entretien et soin, 22
Coupure de l'arrivée d'eau et de courant Nettoyage du lave-linge Nettoyage du tiroir à produits lessiviels Entretien du hublot et du tambour Nettoyage de la pompe Contrôle du tuyau d'arrivée de l'eau
Anomalies et remèdes, 23
Assistance, 24
Consultation à tout moment
13
Installation
Conservez ce mode d'emploi pour pouvoir le
F
consulter à tout moment. En cas de vente, de cession ou de déménagement, veillez à ce qu'il suive toujours le lave-linge pour que son nouveau propriétaire soit informé sur son mode de fonctionnement et puisse profiter des conseils correspondants.
Lisez attentivement les instructions: elles fournissent
d'importantes informations sur l'installation, l'utilisation et la sécurité.
Déballage et mise à niveau
Déballage
1. Déballez le lave-linge.
2. Contrôlez que le lave-linge n'a pas été endommagé pendant le transport. S'il est abîmé, ne le raccordez pas et contactez votre revendeur.
3. Enlevez les 3 vis de protection pour le transport, le caoutchouc et la cale, placés dans la partie arrière (voir figure).
4. Bouchez les trous à l'aide des bouchons plastique fournis.
5. Conservez bien toutes ces pièces: il faudra les remonter en cas de transport du lave-linge.
Une bonne mise à niveau garantit la stabilité de la machine et évite qu'il y ait des vibrations, du bruit et des déplacements en cours de fonctionnement. Si la machine est posée sur de la moquette ou un tapis, réglez les petits pieds de manière à ce qu'il y ait suffisamment d'espace pour assurer une bonne ventilation.
Raccordements hydrauliques et électriques
Raccordement du tuyau d'arrivée de l'eau
1. Montez le joint A sur l'extrémité du tuyau d'alimentation et vissez­le à un robinet d'eau
A
froide à embout fileté 3/4 gaz (voir figure). Faites couler l'eau jusqu'à ce qu'elle soit limpide et sans impuretés avant de raccorder.
2. Raccordez le tuyau d'alimentation au lave­linge en le vissant à la prise d'eau prévue, dans la partie arrière en haut à droite (voir figure).
Les emballages ne sont pas des jouets pour enfants.
Mise à niveau
1. Installez le lave-linge sur un sol plat et rigide, sans l'appuyer contre des murs, des meubles ou autre.
2. Si le sol n'est pas parfaitement horizontal, vissez ou dévissez les petits pieds avant (voir figure) pour niveler l'appareil; son angle d'inclinaison, mesuré sur le plan de travail, ne doit pas dépasser 2°.
14
3. Faites attention à ce que le tuyau ne soit ni plié ni écrasé.
La pression de l'eau doit être comprise entre les
valeurs indiquées dans le tableau des Caractéristiques techniques (voir page ci-contre).
Si la longueur du tuyau d'alimentation ne suffit pas,
adressez-vous à un magasin spécialisé ou à un technicien agréé.
N'utilisez jamais de tuyaux usés.
Raccordement du tuyau de vidange
Raccordez le tuyau d'évacuation, sans le plier, à un conduit d'évacuation ou à une évacuation murale
65 - 100 cm
placés à une distance du sol comprise entre 65 et 100 cm (voir figure);
N'utilisez ni rallonges ni prises multiples.
F
Le câble ne doit être ni plié ni écrasé.
Le câble d'alimentation ne doit être remplacé que
par des techniciens agréés.
Attention! Nous déclinons toute responsabilité en cas de non respect des normes énumérées ci-dessus.
Premier cycle de lavage
ou bien accrochez-le à un évier ou à une baignoire, dans ce cas, fixez le support en plastique fourni avec l'appareil au robinet (voir figure). L'extrémité libre du tuyau d'évacuation ne doit pas être plongée dans l'eau.
L'utilisation de tuyaux de rallonge est absolument
déconseillée, si vous ne pouvez vraiment pas faire autrement vous devrez utiliser un tuyau de même diamètre et de longueur maximum de 150 cm.
Branchement électrique
Avant de brancher la fiche dans la prise de courant, contrôlez que:  la prise dispose de mise à la terre et est conforme
aux normes;
 la prise est bien apte à supporter la puissance
maximale de la machine indiquée dans le tableau des Carcatéristiques techniques (voir ci-contre);
 la tension d'alimentation est bien comprise entre les
valeurs figurant dans le tableau des Caractéristiques techniques (voir ci-contre);
 la prise est bien compatible avec la fiche du lave-
linge. Autrement, remplacez la prise ou la fiche.
Votre lave-linge ne doit pas être installé dehors,
même à l'abri, car il est très dangereux de le laisser exposé à la pluie et aux orages.
Après installation du lave-linge, la prise de courant
doit être facilement accessible.
Avant la première utilisation de la machine, effectuez un cycle de lavage avec un produit lessiviel mais sans linge et sélectionnez le programme à 90°C sans prélavage.
Caractéristiques techniques
Modèle
Dimensions
Capacité
Raccordements
électriques
Raccordements hydrauliques
Vitesse d'essorage
Programmes de
contrôle selon la
norme EN 60456
WIXL 12
largeur 59,5 cm hauteur 85 cm profondeur 52,5 cm
de 1 à 6 kg
voir la plaque signalétique appliquée sur la machine
pression maximale 1 MPa (10 bar) pression minimale 0,05 MPa (0,5 bar) capacité du tambour 46 litres
jusqu'à 1200 tours minute
programme 2; température 60°C; effectué avec une charge de 6 kg.
Cet appareil est conforme aux Directives Communautaires suivantes:
- 73/23/CEE du 19/02/73 (Basse Tension) et modifications suivantes
- 89/336/CEE du 03/05/89 (Compatibilité électromagnétique) et modifications suivantes
- 2002/96/CE
15
Loading...
+ 33 hidden pages